Historisch Archief 1877-1940
YerncMjnt iederen Zondagochtend,
Uitgevers: ELLERMAN, HARMS & C».
Kantoor: RoHn 2.
Abonnement per 3/m. , , . 60 Cis.--f r. p.p. 75
Afzonderlijke Nummers 5
Advertentiën per regel 15
INHOUD.
Gewapende Dronkenschap. De algemeene
beschouwingen. BUITENLANDS CH
OVERZICHT. GBMEBIfTEZAKEIf. Straatreini
ging. Uit de Maasstad. KÜST Les
bourgois de Pont-Arcy. Toonkunst. LET
TERKUNDE. Een herinneringsdag, door Dr.
E. D. Pijzel. Email, door J. E..de Kruijff,
Overzicht van de Effekteamarkt. ALLEE
LEI. ^- Ingezonden. 'Handelsoverzieht der
Week. .Te huur zijnde woningen. -^''
: Schouwburgen, enz.
Bij het onderzoek ia de afdeelingen' der
Begrooting van. Oorlog zijn weder twee pun
ten aangeroerd, waarop de minister een ant
woord heeft noodig geacht en die de aandacht
van het publiek verdienen..
Men . sprak over het .MISBRUIK VAN
STEEKEK D'KANK waaraan' ook militairen zich
schuldig maken.
De minister heeft, gelijk men dat ver
wachten. möcH, b-1 leger verdedigd. -Ons
leger zegt Z. E. is een natipnaalleg&'r en ver
toont natuurlijk evenzeer de ondeugden als de
deugden der natie. Tot de nationale
ondetigdeij. behoort neiging tot dronkenschap
en - men kan dus-niet vorderen, dat het leger
deze onaangename eigenschap niet zou
vertoonen. Toch verzekerde Z. E. wa^ er, dank
zij de gestrengheid waarmee dronkenschap
.onder mi'itairen wordt gestraft, »bij verge
lijking m<?t vroeger veel verbetering te be
speuren-". De ergerlijke voorvallen, die nu
en dan nog wel eens ? vóórkomen, mogen z. i.
in geen geval het geheele leger vei weten
worden.
Die laatste opmerking is juist. Men zou
zeker, als men een dronken soldaat tegen
kwam, verkeerd doen met .te beweren dat
het » geheele leger" dronken was. Maar voor
'zoover' wij weten Bestaat er zulk een kwaad
sprekende tong niet.
Daar bevinden zich ook in het neder
landsche leger brave, flinke kerels. Maar
dit neemt niet weg, dat er reden is voor
de vraag: wat Z. B. de Minister van Oor
log onder de woorden »NU EN DAN'' ver
staat, als hij spreekt van »ergelijke voor
vallen die nog wel eens voorkomen"? Wil
i> nu en dan" zeggen: eiken Zondagmiddag
en avond, dan achten wij ze juist genoeg.
Wellicht echter hebben die drie woordjes
nog een andere bedoeling en- is het de
ineening van den .Minister, dat het voorko
men van dronkenschap merkwaardig zeld
zaam is. Alles toch is betrekkelijk. Yroeger,
zoo beweert Z. E., was het nog erger. Men
kan zich dat moeilijk voorstellen, maar
de Minister zal het. weten en wij
gelooven hem.
Een andere bedenking die bij ons rijst
is: of de Minister wel recht heeft ons leger
een nationaal leger te noemen, dat noodwendig
de deugden' en ondeugden der natie nioet
vertoon en? -Als de vierde stand en de heffe
des volks, zoo men wil de,vijfde stand, teza
men de natie vormden, had Z. E. gelijk, Nu
echter is het' te betwijfelen of ons leger wel
een spiegel mag heeten van het zedelijk
peil, waarop de natie staat.
Het antwoord van Z. E. had daarom moe
ten luiden: het is helaas volkomen waar, er
wordt door een groot deel van het nederl.
leger afschrikwekkend veel sterken drank
gebruikt, de gevallen van dronkenschap zijn
ontelbaar, vooral op feestdagen moeten de
schilderachtige uniformen zich allerlei
onaesthetische wendingen'getroosten, wat ten
gevolge heeft, dat eon belangrijk percentage
' der soldij naar ? de schatkist als accijns op
het gedestilleerd terugvloeit, maar men
mag niet vergeten, dat deze militairen uit
kazernes zijn losgebroken, waar zij alle be
schaving' zouden verleeren, als zij die eens
hun deel hadden mogen noemen, wat echter
bij 'velen het geval niet'is,- daar wij een 4de
en 5de stands leger bezitten, waartoe een
ieder, die het maar eenigszins ontloopen kan,
het een eer acht niet te behopren.
Doch wij begrijpen dat men van een
Minister, die zonder het invoeren van per
soonlijken dienstplicht het leger wil hervor
men, zulk een verklaring niet. vorderen mag.
Inmiddels bevat het. antwoord van Z. E.
een mededeeling, die van. veel gewicht moet
heeteu. De dronkenschap in het leger is,
naar Z, E. meening, werkelijk veel ver
minderd, dank de gestrengheid, waarmee te
gen haar gewaakt wordt.
Men mag dus hieruit afleiden, dat er
wezentlijk met verstandige gestrengheid tegen
' dit euvel iets te doen is; Een groot aantal
Nederlanders'staat, vast in den geloove, dat
strenge- bepalingen tegen dronkenschap niets
zullen baten, aangezien het bedreigen van
straf den prikkel tot overtreding verhoogt.
Het nederlandsche leger levert nu, volgens
den minister, een bewijs tegen die stelling,
en wij verheugen ons daarover en betreuren..
het alleen maar. dat dit bewijs krachtens de
ondervinding der burgerij niet schitterender
is dan, tot heden mocht blijken. Wie weet
wat er nog van het nederlandsche lege)- te
rnaken was, als de bepalingen tegen dron
kenschap veel scherper- waren dan zij thans
zijn. Allicht werd het een model voor dat
deel der natie, hetwelk dit alleszins noodig
heeft.
De tweede kwestie, waarop wij de aan
dacht vestigen, is het verlof aan de militai
ren gegeven om. buiten dienst hun wapens
te dragen, eenézaak waarop, zegt cle minis
ter, dooi' hen groóte prijs wordt gesteld.
De, militair, lezen wij in het antwoord,
die misbruik van zijn wapen maakt, wordt
treng gestraft en hem wordt bovendien het
dragen van de wapens buiten dienst vnor
geruimen tijd ontzegd. Het is ongetwijfeld
voor iemand, die met de sabel van een dron
ken krijgsman kennis heeft gemaakt, vertroos
tend te vernemen dat de militair, wanneer
hij wordt aangeklaagd, zijn straf niet OB|>
loopt en dezelfde sabel hoogst waarschijnlijk
gedurende eenige« tijd niet tegen een ander
zal opgeheven worden, doch volkomen
geruststellend is dit voor de dikwijls met
recht bevreesde burgers eener groóte stad niet.
Wij willen het den soldaat, die in een
opgewonden stemming verkeert, niet al te
euvel duiden, dat hij, steeds met een wapen
loopende, waarvan hij geen gebruik mag
maken, soms de neiging niet kan weerstaan
er misbruik van te' maken. Er, moet» iets
tantaliseercnds in gelegen zijn te midden van
een vreedzame maatschappij met een
moordtuig rond' te wandelen, waarvoor men nooit
een doel ontmoetten daarom zou men kunnen
gelooven,. dat de militair" het dragen van
dat wapen eer als een last, dan als een
lust beschouwdt.
Hoe dit .zij, zoolang er wezentlijk n^g nu
en dan ergerlijke voorvallen van dronken
schap onder het leger voorkomen is het
onverantwoordelijk, dat de militairen met
hun wapens buiten dienst zich vertoonen in
een volkrijke stad. De dronkenschap is een
korte razernij en tot heden loopen er eiken
Zondag in de garnizoen steden nog tientallen
van zulke halve razenden rond met een
overbodig wapen op zij. Het is meer geluk
dan wijsheid, dat de verwondingen niet tal
rijker zijn.
Kit heeft het dragen van wapens, buiten
dienst, zeker niet. De uniform is onder
schei 'Üng.^teeken genoeg. In een 'beschaafde,
maatschappij acht niemand zich meerdere eer
waardig omdat hij, uit wandelen gaande,
de instrumenten, die hij bij zijn arbeid noo
dig heeft, met zich draagt. Een gewapend
militair met zijn Du'cinea aan zijn arm is,
welbeschouwd, niets minder bespottelijk, dan
een winkelier het zou zijn, die onder der
gelijke omstandigheden met zijn cllestok voort
schreed. Of men zou moeten aannemen, dat
een wapen van staal tot n hoogere orde
van zaken behoorde,,dan de werktuigen, die
de wetenschap, kunst, handel, of nijverheid
bezigt.
Daarom gelooven wij,1 dat de Minister aan
burgerij en leger een dienst zou bewijzen als
hij een eind maakte aan dat dwaze gebruik,
dat in onzen tijd niet meer thuis behoort.
In Engeland dragen de forsche roodrokken
een rieten wandelstok. Zij vechten in oorlogs
tijd er niet minder onverschrokken om en
worden in dagen van vrede even goed geëerd
als onze dapperen.
Wie zal zeggen of Z. E. door het in
voeren van een indrukwekkende schako of
n in 't oog springend galon niet beide
partijen bevredigen, kan?
niet kan herinneren wat men gezien heeft,
bliksemstralen w.iarvan men gelukkig de over
tuiging heeft dat zij zeer zelden inslaan.
De groóte onweersbui h nu geheel afgedre
ven. Hoe lang 215 ook duurde, angit heeft zij
jn liet minst niet »wekt.
Op den eersten da J fhkkeide ei een akelig'
blauw weerlicht en hooi de men een paar
dreunende slagen Doch de heei ^an Houten
houdt van iets onzeti end?" aangi rjpends en
verrassende aan zijn wensch p voldian en
men mag het ei voor houden dat Jupiter
fulmmator bevredigd zal zijn zonder oftVs te
eisenen.
Wanneer men m^aat, wat ei aan het op
treden van dit miimteiie vooiaf is gegaan;
wie de leden van dit kabinet zi]n vrat het bij
zijn verschijning en m de memorieen van be
antwoording gespioken en beloofd heeft en
men vraagt zich. af "ft at de hbeiale leden "bij
de algemeene be&ohounm^en m het midden
hadden te brenpen, dan zou men kunnen, ver
moeden, dat . zij Rechts over n zaak met
vrucht'het wooid konden voeien, n], over de
spoedige invoering ^an de schoolwet. Het
eenïge punt, waarovei zij allen te samen met
den Minister van Binnenland sche Ziken meen
den te verschilden. Een kwestie echt ei die bij
de behandeling der ondeideelen van de Be-'.
groot ing ineer'op hdai plaats was
Doei voor het overige wat "hctttektnden die
ellenlange rëdeneeimgen?
Wie ter wereld wordt iets wijzer uit die
bonte rij van meeningen, ten opzichte van
grondwetsherziening, algemeen stemrecht, cen
sus of,geen census, die vluchtige
besHiouwingen over de'ooi zaken en de gevolgen der'
krisis en de ontwikkeling van de politieke
standpunten waarop de icdenaars het noodig
achtten post te \atten.
Welk een deftige omioozelheid als men
verklaait, dit kabinet te zullen dulden, alsof er
nog iet:, anders mogelijk was, en welk. een ge
voel van kiacht bij een Uteiaal, om nog den
moed te bezitten te tpreken van een kiem
van ontbinding' die dit Mmistene m zich
draagt Bij Let dozijn jgiaven. van liberale
niimsteiien, waarbii 3e he^l-tteerda getreurd'
heeft, had deze aigevaaidigde toch zeer wel
de wetenschap kunnen opdoen, dat die kiem .der
.ontbinding iets, is, waarover liberalen uit, be
scheidenheid en weemoed maar liever niet
over luid het woord voeren. *
Maar wat er ook gebeure, of gebeurd zij
als.de begrooting verschijnt, staan onze verte
genwoordigers, als waren zij uit een ander
werelddeel gekomen en-wist niemand wat zij
wilden met de _frischheid eener eerste jeugd
hun opinie te ontvouwen en zij verslinden
daarmee evenveel tijd als men in Frankrijk of
Engeland noodig heeft om een begrooting te vol
tooien, die over tienmaal grootere sommen loopt.
Lieve hemel! Hoe groot is wel het'geduld
der natie?
Dat de antirevolutionairen en katholieken
dit ministerie moeten trachten onaver te werpen,
niemand die het niet wist of twijfelde aan de
reden, waarom men dit zou pogen.
Dat de liberalen, zonder zich zelf bespotte
lijk te maken het zullen moeten steunen, tot
zij zelf het eens geworden zijn over de eerste
vragen van staatkundig beleid, ook dit is
bekend.
. Wat valt er dus anders, te doen, dan ijverig
aan het werk te gaan en datgene af te doen,
wat nuttig is en door het Ministerie wordt
voorgedragen ? Het Ministerie kan het zeer
wel stellen buiten allerlei betuigingen van
grootmoedigheid, die naèn het bewijzen wil en
iet Vaderland heeft aan iets anders behoefte
dan aan de voortdurend terugkeeïende pikante
debatten over beginselen, waarvan men reeds
lang de nietigheid doorgrondt.
Be alg'emeesie beschouwingen.
? De sluisdeuren staan weder open. Déparle
mentaire welsprekendheid stroomt en bruist,
zonder evenwel in het minst ook gevaarlijk te
zijn. Het publiek luistert een wijl naar het
gedruisch waaraan het sinds lang gewoon is ge
raakt en gaat zijns weegs zonder er veel bij te
denken.
Een week lang hebben twee en een half do
zijn sprekers gesproken, .en waarover?
Men vrage liever: waarover niet?
De algemeene beschouwingen hebben alles
te gelijk tot onderwerp. De redevoeringen die
bij deze gelegenheid gehouden worden zijn zoo
veel als parlementaire bliksemstralen; .zij ver
lichten het geheele politieke terrein op zulk
een wijs, dat men zich aan het einde volstrekt
Nooit had een woord van Beaconsfield snel
ler en .heilrijker gevolgen dan zijn bevel aan
de vloot om naar de Dardanellen te stoomen,
Uit goede bron wordt verzekerd, meldt de
telegraaf uit Konstantinopel, dat de
uitnpodiging om gedelegeerden tébenoemen, ten einde
over de nieuwe financieele schikking te raad
plegen, zonder twijfel gericht zal worden aan
de buitenlandsche houders van turksche schuld
brieven. De Porte zal aan de gedelegeerden
het recht laten de jaarlijksche uitbetalingen
aan de houders te regelen. Zij wenscht
dat alle kategoriën van schuldeischers dezelfde
rente van bet nominaal bedrag hunner titels
ontvangen, maar de gedelegeerden zullen de
vrijheid hebben te dien aanzien eene andere
schikking te maken.
Zoo kêeren de goede dagen, waarin Tur
kije het land van belofte" voor renteniers en
spekuïanten was, weer terug. Zoodra er slechts
geld in kas is, zal er naar billijkheid verdeeld
kunnen worden. . .' .
De eenïge vraag is maar, wanneer er iets te
verdeelen zal zijn ? ' :
De toestand te Konstantinopel.wordt steeds
onhoudbaarder; de troepen ontvingen sinds
lang geen soldij, de ambtenaren geen trakte
ment, alle bronnen zijn uitgeput. En wie zal
daarin verandering brengen zoolang erte Kon
stantinopel n sultan resideert en de Harem
niecleregeert. De verwarring en armoe zijn
zóó groot, dat men telkens voor uitbarstingen
vreest, en het was die vrees, die Beaconsfield
zijn -bevel aan de vloot, ontlokte en die vrees
wederom, welke hem dit bevel deed terug
trekken..In Azièis het als in Europa. Hervormingen
op het papier worden voortdurend geschreven,
De toepassing van die schooïie maatregelen is
en blijft onmogelijk.
Daar wordt Baker Pacha tot inspekteur of
kommissaris benoemd. Hij moet toezien dat de
administratieve en financieele verbeteringen
worden tot stand gebracht. Nog is zijn benoe
ming niet officieel, doch alleen over hem werd
als zoodanig gesproken. En wie is Baker? Men
weet alleen dat hij in een spoorwegrijtuig n
fatsoenlijk meisje tot radeloosheid bracht,.eii naar
het land der Porte vluchtte, wellicht omdat de.
zedewet die daar geldt meer met zijn neigin
gen strookte, dan die welke.in Engeland ge
hoorzaamheid eischt. Deze man moet zonder
leger, zonder administratieve bekwaamheid
.Aziatisch Turkije tot beschaafde manieren op
voeden. ? ?
Geen wonder dat in Engeland door de libe
ralen, en waarschijnlijk ook wel. door de
konservatieven op niets gerekend wordt, tenzij op
verergering van den toestand.
Beaconsfield oogst slechts ondank. Zijn groóte
tegenstander,. Gladstone, vervolgt /hem in zijn
redevoeringen, die door .het geheele land sym
pathie vinden. Thans, in Schotland, te Ed
ijurg en Dalkêith werd de politiek der regee
ring, in het bijzonder de buitenlandsche, ten
aanhoore van duizenden ,sterk gegispt, en de
ainnenlandsche alles, behalve bewonderd.
Gladtone verklaarde-zich zelf,-tot op zekere hoog
te; voor Hoinërule."Hij wil'dat Ierland zijiï'in-1
wendïge aangelegenheden zélf zalmogen regelen.
Yooral die laatste verklaring zal in
Engelandndruk maken en Ierland aan de liberale par
tij, vaster, verbinden. Op dit oogenblik is op
het groene Erin de agitatie groot. Wel-werd.
door de in hechtenis neming van Davitt, Daly
n Killen de oproerige taal een weinig ger
fnuikt, doch de ontevredenheid, door de
staatsundige leiders aangeblazen, zal aan woor
den als door Gladstone gesproken eert buiten
gewoon gewicht mededeelen.
Beaconsfield kent de volksstemming en stelt
natuurlijk- de ontbinding van het parlement
oo lang mogelijk uit.
In Frankrijk was de benoeming en de in
trekking der benoeming van den heer Gent al
gouverneur van Martinique ;een onderwerp der
itaatkundige gesprekken. De regeering be
vreesd voor de agitatie der Bonapartisten, die
m' de kolonie talrijk zijn, betoonde zich zwak.
Van Gents onschuld overtuigd, .had zij niet
mogen, luisteren naar lasterpraatjes, die reeds
dentallen van jaren oud waren en haar pres
tige eischte volharding bij de keus in plaats
van terugtreden;
Nu wordt tengevolge van Gents benoeming,
die lid 'der kamer was, maar zijn ontslag nam,
Orange tot een verkiezing voor het wetgevend
lichaam geroepen. Humbert de befaamde
geamnestieerde stelde zich kandidaat, doch trekt
zich terug als Gent zelf zijn verlaten plaats
weder wil innemen.
De roerigheid der geamnestieerden is weder
wat bedaard en geheel overstemd door de tij
ding d'at Gambetta bij Grevy een bezoek heeft
gebracht. Zelfs de schok dóór de historie-Gent
veroorzaakt,beteekentweinigals de president der
republieken de voorzitter der kamer goede vrien
den zijn. In het paleis van Bourbon, na achtjarige
ballingschap, werd de Kamer geopend' met
een .vriendelijk en waarschuwend woord van
Gambetta. Thans zullen de bekende kwesties
in behandeling komen, doch de republiek staat
stevig en de verdeeldheid der republikeinen
leidt tot geen scheuring. Bovendien de
fransche natie beleeft een tijdvak van
ongeevenaarden bloei.. De indirekte belastingen brach
ten gedurende den loop van dit jaar niet
minder dan 135 millioen frs. boven de raming op.
Onder zulke omstandigheden kon men veilig
aan de ex-keizerin vrijheid geven te Parijs te
vernachten.. De onttroonde kwam weenend aan
en vond geen andere vertroosting dan het bezoek
van Prins Jeröme, dien zij in gelukkiger dagen
Plon-Plon gedoopt had. De kneedbare'vrijden
ker verkneukelt zich bij de gedachte, dat hr
pretendent is voor een troon die niet be
staat en bidt de Heiligen aan, opdat er ten
zijnen behoeve wonderen zuilen geschieden.
Eugenie reisde naar Madrid om te begraven
en Isabella .ging daar heen om met de roos
der deugd op- een bruiloft, te prijken. Alfonso's
bruid bevindt zich in de Spaansche hoofdstad.
1 De Spanjaarden heBben helaas, meer aan
Cuba te denken dan aan huwelijksfeesten. De
opstand verhief zich daar weder.
MartinezCanipos wil van deze gelegenheid gebruik ma
ken de zoolang door-hem voorgestane hervor
mingen in te voeren. Na de voltrekking van
het Huwelijk des Konings, zullen zij in de. Ka
mer "behandeld worden; inmiddels \ertrokken
er-versterkingen naar het eiland.
De heer Cairoli is er'in geslaagd eennieuw
ministerie samen te stellen.
De Duitsche hoofdstad wordt door den ko
ning van Denemarken bezocht. De dagbladen
van het Koningrijk zijn met dit bewijs van
vriendschap tusschen de' Hoven ingenomen.
Eenige beteekenis heeft deze ontmoeting der
vorsten aeker niet. ?
Van meer belang zijn de bei aadslagingen
der duitsch-oostenrijksche Kommissie over
het Handelsverdrag. Beide partijen hebben
hun wenschen duidelijk gefurmulf erd, doch.
tot een overeenstemming schijnt het nosf niet
gekomen te zijn. De oostemijksche gedele
geerden wachten op instruktiea. De Kommissie
van den pruisischen Landdag verwierp de
voorgestelde belasting op de drankhuizen.
De Oostenrijksche Kamer heeft een
be«lissing te nemen nopens de voordracht der
legerorganisatie. De liberale partij heeft met bijna
enparige stemmen besloten slechts dan voor
10 jaar. die. goed te keuren, wanneer het leger
op voet-van vrede van 400,000 tot 230,000 man
wordt verminderd. Het Lagerhuis te Pesth
nam reeds het ontwerp aan, waarbij de sterkte
der licht.ing voor 1880 wordt vastgesteld en
jar. I van het ontwerp op het beheer van
Bosniëen Herzogewina. De Kamer had dus
evoegelijk haar breede rédeneerïngen kunnen"
achterwege houden.. . '
Belgiëis, geheel.vervuld van de oneenigheid
der liberalen over het behoud van het gezant
schap bij den Paus.. Frère Orban maakt van
dat behoud een kabinetskwestie en de
overroote meerderheid der Kamerleden meent dat
iet Vatikaan die straf niet ontgaan mag. Dat
wraakoefening op-de
Ultramontaneudaarvooróopig het doel den liberalen zal zijn, kan men '
uit de debatten in' de Kamer en andere
fcolegies, o. a; den brusseJscaen gemeenteraad,
emakkelijk'opmaken.
Omtrent Turkije valt nog te melden, dat
Aleko-pacha als gouverneur van Oost-Ruraelie
weer naar 'zijn hoofdstad terugkeerde,
begif;igd met de Osmania-orde. Dat de mis
schgezinde pacha,- die den Sultan genoeg
beleedigde om in- ongenade te vallen niet vervan
gen wordt, gelijk het plan geweest is, zal wel
aan russisehen invloed, die den engelschen weer
te sterk is, moéten toegeschreven worden.
Van de turkseh-grïeksche
grensscheidingcommissie kan men niets anilers zeggen, dan
dat zij niet vergaderde, wetende dat zij het
;oeh niet eens zou worden.
De Chilenen winnen. Iquique werd door
aen bezet. . . i
In de staatskpm missie tot heizienïng van
iet Wetboek van Koophandel, zijn benoemd:
mr. Kist, raadsheer in den Hoogen Raad,
3resident-Iid; mr. Verniers van der Loeff, lid
van den Raad van State professor Fruin, prof.
Asser en mr. Pijnappel, advokaat te Amsterdam,
tot leden; mr. Beelaerts, referendaris van
justitie, sekretaris, en jhr. Diert, advokaat te
's Gravenhagê, adjunkt-Sekretaris.
De algemeene beraadslagingen over de Be
grooting zijn afgeloöpen en hoofdstuk I, Huis
des Konings, werd met algemeene stemmen
aangenomen.
De dagbladen berichten, dat de Heeren
Idzerda, Lentïng en Bergsma de liberale leden
der 2e Kamer hebben uitgenoodigd, om den afge
treden minister Kappeyne v. d. Coppello, oud
leider der liberale partij, een feestmaal" aan
te bieden. Waarover men zicli voorspelt bij
die gelegenheid feest te vieren wordt niet'
gemeld.
De Dagbladen bevatten:
Handelsblad: Een herinnering voor de 2e
Kamer. Terugkeer tot oude Toestanden.
Meer acéijnsen. .
Niwnve Rotter damsche Courant: De liberale
partij en de herziening dei Grondwet.
Effecten-belasting.. < Onze lève-ccnsuls.
Het Vaderland: Postspaarbanken in Neder
land.
Awisterdamse'ke Courant: Nog eens de
Surtaxe van 10 pCt. in de Veree.iiigde Staten van
Amerika. De financiële begrooting van Su
riname over 1880,.?Définancieele toestand.
De ArnhemscJie Courant: De Minister Six'
en de invoering der onderwijswet.
De lyd: Partijkiezen. Een herrezene,
(De N. Eotfc. Courant).