De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 14 december pagina 1

14 december 1879 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Yerscnijnt lederen Zondagochtend. uitgevers: ELLEEMAN, HARMS & C«. Kantoor: Rokin 2. ?BF"? Abonnement per 3/m. ... 60 Cts. fr. p. p. 75 Cts. Afzonderlijke Nummers. 5 » Advertentiën per regel 15 > INHOUD. Aanbestedingen van Staatswege. STAAT KUNDIG OVE&ZICHT. FEUILLETON. .GEMEENTEZAKEN - De nieuws burgerva der. Buitengewone bedeeling; Liefdadigheid naar vermogen. Uit de Maasstad. KUNST. Religiehaat. Amerikaansch of niet? Een Hals" in gevaar. LETTERKUNDE. Al te ver gezocht. EEN HERINNERI&GSDAG, door Dr. E. D. PIJZEL. MISPLAATSTE ZUINIGHEID. DIENSTPLICHT, door H. Th BOELEN. STATISTISCHE EN INDUSTRIEELE HEDEDEELINGEN. Overzicht van de Effektenmarkt. ALLERLEI. Handelsoverzicht der Week. Veilingen. Burger lijke stand. Te huur zijnde woningen. ADVERTENTIES: Schouwburgen enz. In de afdeelingen der Tweede Kamer bij het. onderzoek der Begrooting, werd de klacht geuit dat de Regeering 't is langzamer hand gewoonte geworden bij de aanbeste ding van groote werken aan buitenlands che industrieelen onnoodig de voorkeur verleent. Deze klacbt werd niet voor het eerst genit en ook niet voor hst laatst. Want reeds den 3e dezer herhaalde het Centraal-bestuur van het Algemeen Nederlandsen Werkl edenverbond haar in een. adres aan Z. M. dea koning. . De naaste aanleiding tot dit adres was, het voornemen van den minister van oorlog om de vervaardiging van de ijz'erea koepels,' bestemd voor de verdediging van de monden der zeebavens in Nederland, aan bnitenlandsche fabrikanten optédragen. De adressanten grondden hun verzoekschrift op de volgende overwegingen: lo. dat de deugdelijkheid van het fabrikaat der neder landsche .ijzerfabrieken niet bij die van het buitenland behoeft achter te staan; 2o.dat niet alleen door het departement van oor log, maar ook door anderen dikwijls bui. ténlandsche fabrikanten .worden begunstigd; 3o. dat het op die wijs behaalde voordcel niet opweegt, tegen de schade van *de nederland sche industrie on de werklieden hier te lande toegebracht; 4o. dat het voorbeeld .vanden Staat .navolging vindt bij de provincialen en gemeentebesturen en particulieren; 5o. dat bijaldien de inlandsche nijverheid niet kan mededingen met de buitenlandsche »een ge ringe bevoorrechting en. bescherming van. rijkswege" wenschelijk is, opdat zij zich ontwikkele ; 60, dat er bij de groote ijzerfa-, brieken behoefte aan werk bestaat; 7o.-dat tengevolge van laatstgenoemd feit vele arbeiders gevaar loopen hun broodwinning te verliezen, en de Staat en gemeenten alzoo veel grootere uitgaven voor armverzorging zieh zullen moeten getroosten, 'dan het be drag van het behaalde geldelijk voordeel wettigt. Redenen waarom adressanten vragen: »-al het benoodigde voor Nederland en zijne bezittingen bij voorkeur te laten vervaardi gen in Nederland, 200 althans het fabricaat even deugdzaam is, .het aan de eischen die billijkerwijze gesteld kunnen, worden voldoet, ea het verschil van den prijs niet opweegt tegen de nadeelen, die uit de vervaardiging van het werk in 't buitenland, voor een be langrijk groot en nuttig deel des volks direct voortspruiten: voor den tegenwoordige a tijd en tijds omstandigheden, ' lo. te bespoedigen, de uitvoeringvan open bare werken tot wier vervaardiging reeds is besloten, benevens een besluit tot vervaardi ging van voorgenomen werken; 2o. Provinciale en Gemeente-besturen, bij ministerieel srhrijven of langs anderen weg, aan te sporen betzelfde te' doen;" Ondertusschen is het gebleken dat niet steeds de insehrijvingssommen der neder landsche industrieelen slechts weinig hooger zijn dan die van buitenlanders soms, wij vernamen het toonen zij een verschil 'aan van 25 pCt. Zoo zal het meermalen voor-. komen en het is te begrijpen, dat een Mini ster, die rekening moet houden met de ge paste zuinigheid, waarop in de kamer wordt aangedrongen, dikwijls zich niet- gerechtigd acht den landgenoot boven den vreemdeling voor te trekken. Hoort men naar het ant woord dat op het afdeelingsverslag gegeven werd, dan blijkt het,_ dat de Ministers zich onschuldig wanen' en het zal zeker moeilijk zijn hen van schuld te overtuigen. In ieder geval kan men hier zonder een tamelijk vol ledige lijst der grieven en der gronden, waarop die rusten, geen uitspraak doen-. Wij onthouden ons dus van eenig oordeel. Jfo. het . algemeen mag. men echter op enkele, punten wijzen. Onlangs- hebben de dagbladen ons mede gedeeld dat de engelschëkpnsul, een man' die ijverig zijn landgenooten voorlicht?ons geprezen heeft als bij zonder edelmoedig ten op zichte der ' tarieven»' Déze lofspraak klonk den voorstanders van het vrijhandels-stelsel niet volkomen aangenaam in de ooren. Men begreep terecht, dat er iets gevaarlyks in stak, als men van dien kant. zoo bijzon der werd geroemd. De konsul echter was in zijn recht. Ter wijl wij omringd zijn door groote mogend heden die hun industrie op alle mogelijke wijze trachten te' beschermen, zijn wij niet alleen voorstanders der onbeperkste vrijheid, maar gevoelen voor onze eigen Nijverheid al bijzonder weinig sympathie. In 't bijzonder is dat met den Staat het geval: want wat hij tot nog toe deed, behalve dat hij baaiblootstelde aan de scherpste konkurentie, bleef tot nog toe een geheim. Het ligt eehigszins in onzen aard het uitheemsche spoediger te achten en te begeeren, dan hetgeen van eigen bodem komt, een neiging die eerst haar grenzen ont waart, wanneer de vreemdeling ons niet zonder recht daarom bespot of edelmoedig noemt. "Wij hebben geen sterk ontwikkeld nationaliteitsgevoel en dat is een zeer ge vaarlijk gebrek. Als de nederlandsche Staat begrijpt, dat het beginsel'van vrijen handel juist is', dut het .beschermend stelsel voor de Nijverheid niet deugt, omdat, het de oorzaak zou kun nen zijn, dat die niet alle veerkracht ont wikkelde of op ' onnatuurlijke wijs tot bloei geraakte om weldra weer te gaan kwijnen, dan kan daartegen o. i, niets worden yigebracht. Maar volgt daaruit, dat de neder landsche Staat 'de opening der konkurentie met .het veel machtiger buitenland als het eenig geneesmiddel voor een kranke nijver heid moet beschouwen; dat hij, voor alle overige belangen het oog gesloten houdende, bij aanbestedingen op niets anders let dan op de totaalsom der inschrijvingen en niets doen mag om een bebtaande nijverheid het leven mogelijk te maken ? De Staat is ge^n partikulier. Wanneer de laatste op een werk, dat eenige tonnen zal kosten, enkele duizenden guldens kan uit winnen door den vreemdeling zijn opdracht te schenken, is ddt in den regel voor hem zuivere winst, voor. den Staat is het dat dikwijls niet. Want wat de belastingschuldi gen minder zullen moeten beUlen voor de ver vaardiging van een Staatvweik zullen zij dik wijls op andere wijs meer dan. dubbeld moeten vergoeden, hetzij iu den vor-n van bejastingen, omdat de nijveiheld niet tot bjoei ge raakt, hetzij als aalmoezen aan hen, die van weik verstoken, gebiek lijden. Wanneer door den toestand waarin de ijzerfabrikatie in D utschland of Engeland ver keert, enkele fabrieken daar te lande genood zaakt zjjn, geheel of bijna zonder win-t, zelfs met opoffering van geld ty-werken om de aakeii gaande t? houden en de n'xlerhmdsch'1 Staat j prontceit van dien toestand, wat doet hij dan eigentlijk? Hij wint eenige diia-nden guldens uit, maar redt een buïtenlandsche instelling, terwijl de nationale' industrie in middels bezwijkt. Later, als de omstandig heden veranderd zijn, zullen de vreemde fabrikauteu met woeker 3/3 dui&^mle herwin nen, die zij nu gedwongen zijn prijs te geven. Een particulier behoeft zich hierom niet bekommeren. De Staat ech;er heeft in de eerste plaats te vragen: Wat bevordert, het belang der nederl. Nijverheid? Voor, hem is de stelregel »vrije mededinging" zonder voor behoud niet geschreven, hij heeft dien voor zijn -burgers te handhaven, maar zelf moet hij op meer dan,én motief te gelijk acht slaan. Zouden wij dan wénschen, dat het neder landsche parlement een voorstel aannam ge lijk dez'jr 'dagen in de fransche Kamer is gedaan en dat genoeg' steun verwierf om in overweging te worden .genomen? Een voor stel van deze s trekking r'Alléopenbare aan bestedingen van staatswege, zullen louter aan Fransehen- worden gegund en alleen fransche materialen zullen voor de vervaardiging dier werken gebruikt worden. Geenszins. Wat in een groot land als Frankrijk nog eenigszins mogelijk, maar ook. daar zeker nadeelig is, zou in een land als het onze tot schromelijke gevolgen leiden. De nijverheid zou onder .zulk een "bescher mend stelsel zich niet meer inspannen'. De enkele gegadigden zouden het spoedig onderling eens, zijn eu het monopolie ware gevestigd. ' " ' »Yrije mededinging" blijve -de leus van onzen vStaat; maar die » mededinging" gebruike hij meer -als middel om onze Nij-verheid -te prikkelen, om de 'belangen 'der wdustrie te bevorderen, dan, zooals te veel geschiedt, om op groote aannemingsommen zekere voordeelen te. behalen. Als -middel kan die mededinging niet ge mist worden. -De nederlandsche industrieel moét weten, dat als hij niet alles doet wat in zijn vermogen is, het loon van den arbeid hem ontgaat. Maar de Staat Koude nauw keurig rekening met de omstandigheden. Hij speure- nauwgezet de oorzaken na, die maken dat de vreemdeling lager aanbiedingen ver strekken kan of moet;' en .regele zijn be sluit- niet' alleen _naar het, aantal procenten dat de schatkist direkt wint. Het iudirekte verlies kan vaak veel grooter zijn.. Deze dagen. zijn bijzonder geschikt om de aandacht op. die kwestie.te doen vestigen. Wij erkennen het, zij is uiterst moeilijk.' Maar de oplossing er van ligt gelooven wij, minder in een verandering van ekonomische beginselen of _in het maken van een uitzonde ring daarop, dan wel ineen juiste toepassing van die beginselen. De nederlandsche Staat toone nationaliteits gevoel te bezitten en herinnere zich beter dan tot heden met welk doel de vrije me dedinging tot leus is verheven, dan zullen de "klachten zeker verminderen. Waar de Staat voorgaat zullen provinciën, gemeenten en particulieren tot op zekere iioogte volgen. De wintervorst deed deze week meer van zich spreken dan al de europeesche kabinetten en hoven te zamen. Bij den lagen thermometer stand gaan de politieke zaken echter hun gang. De parlementen, voor zoover zij vergaderd zijn, arbeiden lustig voort. De fransche kamers behandelden verschil-, lende onderwerpen. De senaat keurde de be grooting voor binnenlandsche en buitenlandsche zaken,- financiën, en die van eeredienst goed, alleen bracht 'hij in de laatste een wijzi ging door de traktementen der bisschoppen en aartsbisschoppen tot een hooger bedrag vast te stellen, dan de kamer had goedgevonden. Deze had een verlaging van die traktementen doorgedreven, Nopens 'de .orde van den dag, tevens een motie, van vertrouwen, die de kamer verleden week heeft aangenomen,, blijkt dat zij weinig te beduiden had. Ze zou geen meer derheid, ver worven hebben, als de liberalen niet hadden bemerkt, dat de anti-republikeinen aan de stemming gingen deelnemen om het ministerie ten val te brengen. Zulk een hulp versma dende, trokken de geavanceerd-liberalen, die n kabinetswijziging verlangden en tegen de orde van den dag meenden te stemmen1, zich terug, en het ministerie was voor het oogenblik gered. De toestand blijft dus onzeker. Vandaar dat de geruchten omtrent een miuMerieele krisis jlijven voortduren. Waddington zou reeds meermalen op zijn ontslag als minister-president nebben aangedrongen. Leroijer heeft het ver stegen. Hij zal echter werkzaam blijven tot zijn. opvolger is benoemd. Paul Bert heeft zijn rapport omtrent hei; verplicht en kosteloos te verstrekken leekenpnderwijs bij de kamer ingediend. De Oustemijksche kamer, die de vaststelling van het leger-konting ent voor den tijd van 10 jaar verwierp, zal door het Heerenhuis weder op de rechte baan gebracht worden. Deze verga'dering is eenstemmig in haar goedkeuring van de voorgestelde wet. Mocht echter ten siotte de Regeering haar zin niet krijgen, dan, zoo iuidt het geiuchl, zal het Ministerie weer aftreden n door een kabinet Hohenwart worden vervangen. Geld of geen geld, soldaten moeten er zijn en zij zullen gevonden worden ook, dat is zeker. ? Hongerije wordt opnieuw door hevige overstroommgen geteisterd. De Pruissische regeering heeft, gelijk te ver wachten was, niet veel moeite met hei door drijven harer spoorwegplannen. De spoorweg aankoop ligt geheel in de riihting derbinnenlandsêhe staatkunde van Bisraarck: en formeel werd 'hij reeds goedgekeurd bij 3e._lezing. Aan de voorwaarde, dat spoedig de waarborgwetten tot regeling van het beheer, de prijsbepaling' der 'vrachten, enz. zal worden ingediend, belu.ofde de heer Maybach te zullen voldoen. De < verschillende hoofdlijnen worden door den Staat geannexeerd, daardoor zal het gemakkelijk zijn de toltarief-wet den &teun te verschaffen, dien zij noodig heeft. Neemt de Rijksdag bovendien. de spoor wég-tarieven-wet aan, dan is de beseherming van Duitschlands handel en nijver- ? beid v olkomen en zal men weldra kunnen zien, waartoe dit alles leidt. De Oo&tenrij'iers, die met de Duitsche gede legeerden vergaderden ooi een handelsovereen komst te fluiten zijn nog niet verder gekomen; Men beweert dat het vi edestractaat tusschen Frankrijk en DuitschUnd gesloten, het voeren der onderhandelingen zeer bemoeilijken moet. Frankrijk heeft daardoor 't recht verkregen, a!s de meest begun&tigde mogendheden behan deld te worden en dus zou hieruit volgen, dat koncessies aan Oostenrijk gedaan, noodzake lijkerwijs ook Frankrijk ten goede komen. Omtrent de spanning, die tusschen Pruissen en Rusland heet te bestaan, verneemt men tegen strijdige bericht en. Aan de eenezijde bracht de telegraaf een toast over, dien de Czaar op het St. Gceorgs-feest op zijn oudsten vriend, keizer Wilhelm, gedronken heeft; aan den anderen kant hoort men beweren, dat de russische garnizoenen in het westen aan de duitsche en oostenrijksche grenzen versterkt worden. ' wat Pruisen aanleiding zou geven, om zijn oostelijke grenzen nog iePs beter te voorzien. De Czaar zelf moet zeer melancholisch z|jn. De moordaanslag heet door een veroordeelde gepleegd "'te zijn, die zijn ballingschap in Siberi ontvlucht was. Men mag het er voor houden, dat hierover nog niet het gewen'scM.e licht is verspreid. In buitenlandsehe bladen leest men (Vervolg.) Wij kennen elkander en hebben vroeger al vriendschappelijke onderhandelingen gehad over een zijden japon, een Kerstmis traktatïe, enz. Juffrouw Stelling ontvangt mij dus heel be leefd, al kan zij haar verbazing over mijn onverwachte .verschijning niet geheel verbergen. Gij weet dus zeker dut Mijnheer Karel na de klerken vertrokken is? herhaal ik. Juffrouw Stelling heeft de ongelukkige eigen schap om altijd den draad van het gesprek los te laten, en onduidelijke antwoorden te geven. En dat was. omstreeks zes uur? vraag ik, in mijn geest overwegende welk van mgn twee plannen het beste zou zijn. Ja, het moet om zes uur geweest zijn, want onze Piet moest een rijtuig gaan bestel len aan de poort; en Mijnheer Karel nam ?zgn yaliesje mee, en Piet vroeg of hij het dragen zou, maar , Mijnheer had ergen haast en liep bard weg, en terwijl ik hem zoo stond ( na te kijken, kwam Mevrouw Bartholomew en zij .zegt. tegen mij, zegt ze . Dank u; ik heb ook haast, zoo val Uk haar in de rede. En wilt u niet even een kopje thee drin ken, Mevrouw? Het wat'er is aan de kook; gerust, Mevrouw Ik bhjf niet eens staan om te luisteren, maar keer in vliegenden haast per rijtuig naar London Bridge terug. Ik weet nu maar al te goed welken weg 'ik moet inslaan. Het slaat negen uur als ik het ijzeren hek voor het huis van Mevrouw JBalfour be reik. De avondschemering werpt haar beschermenden sluier om mij heen, en onhoorbaar glijd mijn voet over het gras langs den rijweg. Het is de eerste maal dat ik haar woning aanschouw; onwillekeurig hef ik-de hand op tegen de muren, waarachter mijn gehate vij andin zich bevindt. k volg het pad in de schaduw der zware hoornen, en nader KOO dicht mogelijk de glazen deur.. Nu ben ik voldaan en vrees niets meer want ik zie haar. Zij is in een goed verlichte kamer, en ik sta buiten in de duisternis van den zomeravond. iize stemming is even verschillend als de at mosfeer die ons omgeeft. Zij staat in den vollen glans van het gaslicbt; in mijn ziel is het nacht evenals om mij heen. Ik zie haar op en neer gaan door de kamer, ik zie hoe zij den sleep van haar kostbaar baltoilet in sierlijke plooien legt, en eindelijk blijft stilstaan voor een hoogen armstoel. Ik meende dat zij alleen was; maar nu steekt zij haar hand nit en er staat iemand op uit den stoel en buigt zich over haar arm om een handschoen of een br'acelet dicht te maken; daarop buigt hij zich nog dieper en drukt een kus op den ronden arm. Die iemand is mijn echtgenoot! ? Een half uur blijf ik daar staan. Ten minste zoo zegt de klok - voor mij bestaat er geen tijd, terwijl elke minuut, die voorbijging, den last van bittere smart vermeerderde, die mij het hart -in de. borst verplettert met haar ge wicht." Ik kan" hun woorden niet verstaan, maar wel alles zien zien hoe zij op en neer gaat, hoe zijn .oogen vol bewondering haar bevallige' bewegingen .volgen. Ik voel dat ik haar zö'u kunnen dooden, als.ik een wapen in mijn hand had. Twee- driemaal nader ik de glazen deur met het plan om hard aan tekloppen, te schreeuwen, om hulp te roepen! Het lieele huishouden op de been te brengen en getuige te doen zijn van haar schande, van' het onrecht, dat mij wordt 'aangedaan ] Ik bijt mij ds lippen aan 't ^bloeden, ik voelde warme droppels. Maar wat zou dat? Het is mijn bloed maar, terwijl zij. .. . / Als het rijtuig het.eene hek inrijdt, begeef ik mij naar het andere, met voorzichtigen, zachten, sluipenden tred aan een tijgerin gelijk, -ja aan een tijgerin ,?Stil en on hoorbaar en verraderlijk! ,Ik verberg mij" achter de boomen en houd de wacht. Ik zie dat mijn .echtgenoot Constance 'Balfour in het rijtuig helpt en zich naast haar nederzet. Ik hoor haar zacht, spottend lachje, en ik voel dat ik ha'ar zou willen dooden als zij in mijn macht was! Als alles voorbij is en zij samen weggereden zijn komt er een; vreeselijke reaktie over mij. Duizelig en machteloos leun ik tegen den kouden steenen muur, en de angst, de ont zettende angst bekruipt mij dat mijn. ver moeide leden -mij den dienst zullen weigeren. Toch blijft er nog zooveel voor mij te doen over eer hét geheel nacht is geworden^ en geen zwakheid zal mij terughouden. Voordat ik werkelijk ontwaak,'moet alles.gedaan zijn; dat zeg, ik mij zelve hon,derd maal J van avond kan ik. het nog doen, en morgen moet ik wakker worden, en dan is de kans voorbij-! k roep. dus al mijn wils- en lichaamskracht bij elkander, en keer naar het station terug. Mijn weg ligt afgebakend voor mij; het oude leven is dood, nijn gelnk is dood onher roepelijk dood en begraven. Ik zal liever alles wat mij aan vroeger tijd herinnert achterlaten en vluchten naar het eind der aarde, dan nog eenmaal zulk een vreeselijke smart te'doorle ven' als dezen avond. Als' ik de deur van mijn dierbaar huisje te Wimbledon binnentreed is -het bijna midder nacht. De verschrikte dienstboden staren mij aan alsof zij denken dat ik krankzinnig .ben. Ik denk er met' meer aan Om den schijn te bewaren, enralle aangeboden diensten afslaande. ga ik rechtstreeks naar mijn kamer. ? Maar, Mevrouw,- een kopje sterke thee mag ik toch wel voor u zetten, zegt de goed hartige oude keukenmeid, op medelijdenden toon. ' ' . * v ? Ja dat is goed, breng het mij over een half uur, dan kaa ik mij in dien tijd nitkleeden. En dan sluit ik mijn, deur, en klim op een stoel bij' mijn kleerenkast en krijg-van de bovenste plank een pak zwart .goed, dat ik met bevende vingers losmaak. Het is de klee ding .eener fransche soeitr de cJiarité, die een vriendinnetje van mij vroeger eens bij gele genheid van een comedievertponing aan .heeft gehad. Iu tien minuten tijds heb ik mij zelve in een non veranderd, en. daarna sluip ik met dien pas aangeleerden tijgêrachtigen, onhoorT baren tred naar benede», naar de ontb jtkamer. Ademloos luister ik een obgenblik, en geen enkele beweging in "huis-hoorend, licht ik' ? déklink van de glazen deur op, snel de steenen trapjes af, den tuin door, het achter hek uit en dan voort voort!. ? '?Wij hebben .maar wat, een besten overr tocht gehad-, juffrouw, zegt de vriendelijke condukteur van de boot, en ik hoop dat ge u beter zult voelen, nu gij zoo dicht bij huis zijt. Ik dank hem in gebroken Engelsch, en. mijn rozenkrans in de hand nemend stap ik weldra aan land, Wat hij mijn tehuis noemt is Honfleur. k kom rechtstreeks van Littlehampton, een omslachtige vervelende weg; maar niemand zal op de gedachte tornen, dat ik juist dien' gekozen heb. Zelfs al kreeg men vermoeden, dat mijn nonnenkosümm een ver kleeding was, ik heb uit voorzorg de kleede ren die ik op dien verschrikkelïjken dag aan had, meegenomen, en als Karel eenige moeite doet: om mij op te zoeken, zal hij naar dat toilet uitzien. Als hij eenige moeite doet? Zou hij? Om 't even. Deze stap is onherroe pelijk. Ik heb de boeien verbroken, die ons bonden en hem knelden, en hem de vrijheid gegeven, waarnaar hij smacntte. Wat ia mij het leven zonder zijn liefde? Waarom zou ik met hem blijven voortleven, en onophoudelijk voelen daC ik een hinderpaal op zijn weg", een levend verwijt voor hem ben? Zoo redeneer ik. in mij zelve, terwijl ik de kade langs en 'dévuile oude stiaten van het stadje doorwan del. Wg zijn oin acht uur in den avond aan gekomen, na een overtocht van twaalf uur, k was de eenige vrouw aan, boord, en dat' was gelukkig, want het is veel gemakkelijker om in een geval als het mijne, manne-a om den! tuin te leiden, dan een van ons eigen geslacht. Ik lag allén in de beste hut van het, bootje; er zijn maar weinig passagiers, die denwegoverLittlehamptonnemen. Mijn bekend heid met de Fransche kust en het Fransche 3even komt mij uitnemend te stade bg dien overhaas ten! tocht, en zoo wandelt de arme leekenzuster eenzaam en verlaten doos het armoedige stadje l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl