De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1879 21 december pagina 2

21 december 1879 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

klaagt, en zal men het niet langer rustig aan zien dat de inrichting der kaaearnen ten aebter ? staat, bij die der gevangenissen. z oolang onze maatschappij, haar diepen eer bied voor geld en stand blijft aan den dag ?Ieggen7'is er geen kans op. verheffing van het leger, wanneer die elementen niet in alle' ran gen vertegenwoordigd zijn. De heer B. wendt zich daa'rna tot de dwe pers", die vragen, of men dat dan zelfs niet (zal) over hebben voor het vaderland, om een klein deel van zijn leven daaraan te wijden." "??Is het.... dan. zoo waar" vraagt hij dat de soldaat, waar hij ten strijde trekt,.... zijn vader land beschermt? Wordt hem ooit gevraagd, of hij de zaak waarvoor hij strijdt, rechtvaar-, dig ; acht of niet ? Was de Franschman, die om nietige redenen van ijdelheid en waan, den Duitsclier. ging bevechten een verdediger van zijn vaderland? Is het zoo niet met haast alle oorlogen gegaan, die wij in or.zen leeftijd hebten gezien V" ? Welk besluit d'- heer B. uit deze en "soortgelijke'-opmerkingen wil trekken, is niet recht duidelijk. "jDat eerzuchtige of onverstandige staatslieden' de legers tot een verkeerd doel kunneii gebruiken, valt niet te betwijfelen. ? Evenmin, dat de denkende krijgsman, die hun ijdelheid en %aan" doorziet, onder zulke om standigheden met weerzin te velde zal trek ken. . Doch wat lelden ? wil -de heer B. hieruit afDat de gegoede jongelieden niet gedwongen. mogeri worden tot zulk' een weerzinwekkende taak, .de arme wel? Dat is wel de conclusie, die de heer B. noodig heeft, maar zg volgt vol strekt niet uit zijne redeneering. Waar zal het genus, aas eigen aaamiemen, gaasje op z zijn de academie komfe, 'Maar''hoe -weet de heer B. dat militaire oefeningen, ee-m- lenen v» koopman su-Ueri . sehadeiï? Waarom* aal de ver plaatsing in eene zoo geheel nieuwe omgeving, de omgang1 met personen van alle standen, hem niet veel sneller tot mensen maken dan het verkeer met vader of patroon ? Yoor alle lichtzijden ,-van den militairen dienst is de heer B. stekeblind, maar hij ziet niets dan schaduw, ook waar zij niet bestaat. Zoo is hij bang voor denkbeelden- van eer, glorie en derge lijke quasi-poeziën, op dien leeftijd zoo licht heldheïs eb tegestpaorfsif met zulfe eene groote B^jermae&Èomaariingden z^ Kaboel, dwonasaeht verstikt te zien. KkM mem hefe leger gen Refearts nae^ïeeteriiislukAe^vechtenzieh lïet. zoo in, eia.fe fcet respect ibboezsmt aan de naar sïpi sterkte ac&feer Kaboel terug te tr'ekearöpeesch». staatslieden, <$&m hangt aBEze. on- kea?wisten de, telegrafische gemeenschap tssaSankelijklÈeld Yoortdureosi aan eem 2tijden scÊbsaa Koberts ea andere legerkorpsen af te draad. De' wfesefballige loogt «an het dïgjioma- snijd'en, en beEettea gedurea4e, eenigen tijd tie&e- schaakspel behoe-fb sleehts eens eene' generaal Gon^ïi de ingegesloten troepen bij reeks' van omstandigheden mede te brengen,: Kaboel te hulp te komen. De bezetting der waardoor het voor een der groot e staten wenschelijk wordt ons land te bezetten en zijne rijke hulpbronnen te gebruiken, -en onze on afhankelijkheid ia voor langen tijd, wellicht voor goed verdwenen. Is daarentegen ons leger zoo goed ingericht als onze middelen toelaten, hebben onze jongelieden niet door ijdele woor den, maar door langdurige militaire oefeningen aankweeksters van menschelijke trotschheid! geleerd, dat het dfi plicht van den burger is en eerzucht." zoo noodig zijn leven voor het vaderland te Toegegeven, dat het streven naar eer niet geven, en zich roet groote mspanning de bealtijd ware, maar dikwijls quasi-poezie is, be- kwaamheden eigen te maken, die vereischt hoeft men dan in een leger .als het onze, uit- i worden om de opoffering niet nutteloos te sluitend ter verdediging bestemd, te vreezen doen ?Ajn - weet de nabuur dat hier een volk dat een ongepast streven naar militairen roem ; leeft, dat zich zeer krachtig verzetten zal tegen in de hoofden der miliciens <2al rondspoken? eiken aanval, en ~by tyds gezorgd heeft-tot De eenige eer, waarnaar zij kunnen streven, j een krachtig verzet in staat te zyn; dan weet is die. van bekwaam te 2Ïjn ter verdediging. hij ook dat .zijne overwinning op dit vastbevan het vaderland, 'de eenige roem, dien zij : raden volk hem schatten van geld en mankunnen behalen, is die van getrouwe pliclïts- j schappen zou kosten, en zal hij zich wel tien vervulling. Heet dit menschelijke trotschheid! maal bedenken, voordat hij dat volk dwingt en eerzucht, dan "ware het te wenschen, dat; de macht der tegenstanders te vergrooten. Dan wij die eigenschappen bij al onze medeburgers , is er kans, dat de dreigende wolken altijd maar vonden. ' - j dreigende wolken zullen blijven, en dat, mocht Maar behalve die denkbeelden van eer enz.,; er zich eene in een'donderslag ontladen, de vreest de heer B. nog voor geheel anderp schade toch niet zoo bijzonder groot zijn zal. oorzaken van geestelijk en zedelijk bederf."! Het is er echter verre van daan, dat die Met afschuw spreekt hij er van, dat nauwe-: wenschelijke toestand bereikt zon zijn; men is lijks chef en ondergeschikte elkander hebben nog niet eens zoo ver, dat men er ernstig naar leger eer misbruikt worden op de wijze, waar-; leeren kennen of?romfflebommebom! daar streeft hem te bereiken. Sedert jaren weet voer hij vreest-; in landen, waar het uit huur-; trekt de knaap om God weet hoe terug te onze vertegenwoordiging, hoe slecht het ge lingen bestaat, of-in staten, waar de jongeKe-' keeren." Daar mi het tromgeroffel op zich'steld is -met onze levende strijdkrachten; seden van alle standen, ook van de meest ge- zelf moeilijk dien afschuw kan wekken, moet dert jaren debatteert zij over allerlei min of . goede en de meest invloedrijke, de schromelijke hij hier het oog hebben op zaken, die zoo j meer belangrijke zaken. Maar heeft zij ooit ge-volgen van dat misbruik zouden ondervin-, gruwelijk zijn, dat zijne pen weigert ze te : eene ernstige belangstelling geschonken aan den? Juist tegen dergelijke gewetenlooste daden noemen; en hij gaat dan bok onmiddellijk ma i de ?treurige-waaTbeid, dat Haunibal ieder oogen .'staatslieden is eene legerinrichting als de de geciteerde opmerking over tot,,de optelling' Pruisische de beste waarborg, vooral wanneer der lickdmely'/ce ontberingen, waaraan de mili-. dévolks overtuiging wa$ ruimer invloed heeft. cien blootgesteld is. Zoolang hij niet nader l dan in Pruisen. In ons land is. daarenboven ! aangeef r, waarin de bedoelde afschuwelijke ge,een aanvallende oorlog haast ondenkbaar. Er l breken bestaan,-zal' natuurlijk.,geen onbevoorkan slechts sprake zijn van verdediging. En oordeeld (persoon gelooven, dat men zo lichter . ,dan vragen wij 'alweder: Welk leger zal zulk een oorlog met minder weerzin en met grooter geestdrift .voeren, het leger, dat in al zijne rangen personen telt, die de groote waarde -der ' j^ederlandtchëstaatsinstellingen . ktiiïiiea begrijpen, die bekend Kijn met de - roemrijke bladen van 's Lands historie, die beseffen, hoeveel zij en huane farm'liën verlie zen zouden, als onae onafhankelijkheid verlo ren ging of het leger, zooals het nu is, waarvan de lageie' raggen, voor verreweg het giootste gedeelte bestaan uit lieden, die per soonlijk al zeer weinig zouden verliezen bij den ondergang van vrijheid en onafhankelijk heid, die hoogstens zouden gedreven worden door_._.e.en. .blind nationaliteitsgevoel, en die waarschijnlijk niet met geestdrift hun leven zouden vragen ter verdediging v'an de standen, die wei veel te verliezen hebben, maar zich zorgvuldig wachten voor het gevaar ? als militair dan als,burger verkrijgt. Nu laat (bij) den daemon van alle legers, .den afechnwelijken drank, nog' daar." Alsof ook dat drankmisbruik niet verminderen zou, zoo het leger'uït beter elementen samengesteld ware, 'en alsof het, zoolang het bestaat, den beschaaf den jongeling niet eer tot waarschuwing sou strekken dan tot navolging prikkelen! Kortom, de heer' B. schijnt echt oud-vaderlatKbclie denk beelden over den militair te hebber,. De af-, seh.afn.ng der plaafsvervanging is zonder twijfel blik voor onze kostbare wallen verschijnen kan, en dat die wallen volstrekt niet te verdedigen zijn ? Het oud-hollandsch. vooroordeel tegen den krijgsmanstand, waarvan de heer Boelen zich den tolk gemaakt heeft, is een der redenen voor die onbegrijpelijke kalmte, waarmede men het zwaard van Damocles over het land laat zweven. Men heeft' bezwaar tegen de afschaf fing der plaats ver vanging, omdat men de jan-" g elieden van stand" niet als soldaten wenscht te zieB; men begrijpt verder .dat een leger, alleen uit vrijwilligers bestaande,'veel te duur is, een leger, zooals wij thans bezitten, nie't Afghaansche hoofdstad bevindt, zich nu te Sherpur,, ruim 7000 man sterk. Dit' zijn grootendeels inlaadsche troepen, die veel te lijden hebben van de hevige koude, die m dit getijde daar heerscht. Tot nog toe ma ken de Engelscheu zich niet bijzonder bezorgd over dezen' tegenspoed. Zij vertrouwen op de bekwaamheid der generaals en den moed en de geoefendheid der troepen; of liever op het gebrek aan organisatie, dat de vijandelijke borden in den regel kenmerkt. Voorzeker te recht. Doch het kan niet ontkend worden, dat Roberts te Sherpur, minder aangenaam gehuis vest, en het onmogelijk met zekerheid te voor spellen is,dat alles goed zal afloopen. DeAfghanen zijn ondertussch.cn ook onderling aan 't vechten. Die van Kaboel hebben Herat bestookt en zich van den citadel meester gemaakt, namen Egub Khan gevangen en benoemden een «ieuwen gouverneur. Gelukkig heeft Beaconsfield nog niet de samenkomst van het parlementte duchten. Eerst in 't 'begin van Februari verschijnen de afgevaardigden te Londen, en vóór dien tijd. mag hij hopen, dat het leed weder voorbij is. Wolseley in Afrika houdt zijn beloften. Nu de Zulu's ten ondergebracht zijn, heeft hij zich tegen Moirosi bet hoofd der Basuto's gekeerd, zijn sterkte genomen en verwoest. Het kafferhoofd werd gedood. Nu ligt Secocoeni aan de beurt, en als deze ook gevallen is, zal de Trans vaal de kraclit van zijn arra gevoelen, wan neer dat nl. nog noodig mocht aijn. Frankrijks kamer vergaderde zonder veel belangrijks te verrichten. Het is nu een feit, dat als president van hot Kabinet Freyci.net in plaats van Waddington is opgetreden. Deze minister van openbare werken, die, tot de re publikeinscue linkerzijde behoort, heeft een goeden naam om zijne bekwaamheid en staat als een welsprekend redenaar te boek. Een e getalssterkte der lichtingen den. t^jd xaa 10 jaar wordt bepaald, aan; de Kamer der afgevaardigden weigerde; . Schmerli-ag,, de liberaal, die met 30 van de. 59 stammeik tot voorzitter der delegatie. werd gekeaen^ wendde zijn invloed aan om de grondwetspartij tot toegevendheid te stemmen, en tot op zekere hoogte met gunstig gevolg. Immers in du partij vergadering besloot men deze zaak te beschouwen als eene, die niet tot hefc programma der liberale partij behoorde. De leden bleven dus vrij bij han stemmen. Bovendien had de keizer in een onderhoud met Weeber de liberalen trachten gerust ta stelle», de grondwet zou op niet n punt ge schonden worden, en als de Legerwet maar eerst aangenomen was, wilde Frans Jozef gaarne met zijn ministers in overleg treden, en de konstitutie, die hij. lief had, in nog milder zin toepassen. Doch het mocht niet baten. Voor Art. 2 der wet stemden slechts 180 tegen 133 afgevaardigden, en daar tweederden der stemmen vereischt wordt, is het verworpen. Thans hebben Heereahuis ea Kamer een kommissie £ot vergelijk benoemd. Omtrent de bmtenlandscho politiek van Oostenrijk vernam' men, dat het zich niet heeft willen aansluiten bij Kuslands voor-itel om op de Portèinvloed uit te oefenen, ten einde Montenegro spoedig in het bezit van Gussinge en Plava te stellen. De roovei's van het zwarts gebergte zullen nog wat geduld moeten hebben, eer zij hun grenzen kunnen uitbreiden. , De Grieksche leden der kommissie voor de herziening der grensscheiding tusscben Tur kije en Griekenland hebben weder iets van zich doen hooreu. Zij noodigen namelijk d« turksche leden uit om een grenslijn iets zui delijker dan de tot nu toe voorgestane in over weging te nemen. Blijven de laatsteri weiger achtig, dan zullen de mogendheden weer dienst moeten doen. Schoawaloff bezocht op zijn reis naar Peters burg Bismar-ck te Yarzin. De geruchten omtrent hevige oneenigheden aan liet rassische hof houden aan. De troon opvolger heet voor een grondwet gezind te zijn ter ijl Alexander van zulke concessies niets wil weten. overwinning werd door de regeering behaald, j Te Madrid gaan de zaken beter dan mendie echter slechts voorloopig mag beefcen. Na had mogen verwachten. Martinez Campog de interpellatie'Lockroy nopens de amnestie, heeft zich niet van Canovas afgescheiden. Op die niet aan alle wegens deelneming aan de *" ' ""' " ' ' koramune veroordeelden wordt geschonken, nam de kamer een votum aan, waarbij de handelwijs van liet Ministerie, dat eenstemmig over deze zaak dacht, werd goedgekeurd. De vrienden der volledige amnestie mochten slechts afdoende te verbeteren. Daarom-berustmen er i een vijftigtal stemmen verwerven. Tot nader zwijgend in dat ons leger niet beter maar slech ter wordt, en besteedt zijn tijd liever aan op 't oogenbïik in strijd met de nationale voor- [ discussie's :over hooge" politiek, of schroeft obrdeelen, want de ouderwetsche Hollander ziet j zijne belangstelling in het onderwijs op zoo Of het de bedoeling van den heer B. dat in den eoldaat iemand, die nergens voor heeft willen deugen, en die zich .ten slotte verhuurd beeft om een lui leven tökunnen leiden. Nu zien velen er volstrekt - geen bezwaar' in dat de zoons van hun buurman, .maar .wel, dat hun eigen, .zoons zulke lieden tot kameraden krijonrustbarende wijze op, dat men inderdaad in ernst begint te meenen, dat het heil van het Volk hangt aan veranderingen in de -wet op het lager onderwijs. Bedenkt men daarbij dat het zelfde volk, dat zijne vertegenwoordiging zoo onverantwoordelijk laat handelen, nu en _en. Dit. is volkomen ia overeenstemming met clan feesten viert ter herinnering aan .de die heerlijke inrichting der natuur, waardoor de kloeke daden zij c er voorvaderen; dat men zich de jongelieden van stand," die zich hebben laten vervangen, in oorlogstijd toch. naar de moeten ontraden. Jongelieden, die tot dusverre liever bleven onder de veilige hoede van vader" of ,,pfttroon," die volstrekt niet geoefend zijn en voor wie zelfs de ontbeimgen van het Bussumsche kamp uiterst bedenkelijk worden geacht, zulke jongelieden zouden, het leger sleehts kunnen deinoraliseeren. Gesteld .echter'' zegt de .heer B. en eene mensch volstrekt geea last beeft van de kiespijn van den ander. Doch lioe algemeengrenzen zullen snellen? Men zou hun dat ten mensohelijk die zelfzucht,; en hoe nationaal ' liet vooroordeel tegen militairen is, men zal tot de afschaffing der plaatsvervanging moeten overgaan, wanneer men eraatïg \vil dat Ne derland als onafhankelijke staat blijft voort bestaan.' .' De -min of meer optimistische beschouwingen over de europeesche politiek, die de heer B. aan 't slot van zijn artikel ten beste geeft, hiermede komen wij tot het tweede punt, dat hebben toch waarlijk geen wederlegging nooeen algemeen dienefo in zich zelf doelmatig dig. Wel is het niet bijzonder waarschijnlijk, ware, zou het toch bestreden moeten wor-j dat Nederland ooit opzettelijk zal worden aanden, omdat het organisme, dat men den Staat ? gevallen. Maar uiterst onwaarschijnlijk is het noemt, nog op andere wijze dan door de wa-; dat de reeks der eui-opeesche oorlogen met penen moet beschermd worden." - dien -van 1870 gesloten is. Bij een. oorlog bijv. Daarop volgt eene schets van de opofferin gen, die het gedwongen s oldaatj e-spelen" van den jongeling van stand en fortuin vorderen zou. De militaire diensttijd valt juist in de peiiode, waarin de jonge mensch de schooljongenskiel heeft uitgetrokken, met depractijk tnsschen Duitschland en Frankrijk zou'Neder land zijne neutraliteit moeten handhaven. Daarvoor heeft het een leger noodig, dat eer bied en geen lachlust opwekt. Natuurlijk be hoeft het niet zoo te zijn, dat het op den duur aan "de overmacht het-hoofd zou kunnen verheugt-in hun moed en kracht, in p'aats van zich uit schaamtegevoel te verbergen, wanneer de vreemdeling hunne daden ter sprake brengt; dan wordt het inderdaad uiterst moeilijk een beter uitdrukking voor zijne ge waarwordingen te-kiezen clan. de treurige uit spraak van Goethe, dass eigentlich das Ab surde .die Welt erfüllt." orde is dus deze kwestie van cle baan geschoven. De kamer hechtte haar zegel aan liet OBtwerp van C. Sec tot regeling van het M. Onderwijs voor meisjes. De strekking van deze wet is om den invloed van de geestelijk heid op dat onderwijs te verminderen. Zij ?^er-wierp daarentegen .een voordracht van Leon Say, om <!« Bank, die in de dag-en der kommune vrijwillig gelden had uitgeschoten; voor haar opofferingen schadeloos te stellen., Tusschen kamer en senaat is weder een ge schil te wachten, daar de eerste op nieuw de bezoldiging der bisschoppen heeft verlaagd, ofschoon de laatste die tot het vroegere bedrag had hersteld. Voor het overige loopt bet gerucht, dat met me dewerking van Grévy door het ministerie een. programma zal worden ontworpen, het welk m't Januari a. s. bekend ztil worden. Het pruisische Heerenhnis heeft de wet op H op en t'wij, dat althans deze absurditeit uit'den aankoop van spoorweglijnen door den Staat dit gedeelte der wereld moge wijken, voordat | onveranderd goedgekeurd. zich de treurige gevolgen vertoonen, die on-j Het geschil tusschen het gemeentebestuur gerijmheden plegen na zich te sleepen. van Elbmg en den minister van Onderwijs begint en van nature veel domheden doet. De | bieden ; maar het moet zoo sterk eii zoo heer B. schijnt hierbij voornamelijk aan begin- ] goed gewapend en geoefend zijn, dat de oornendékooplieden te denken en wij willen, bij logvoerende Staten er ernstig bezwaar in Amsterdam, 16 Dec. 1879. C. B. SPEUIJT. i 7' P^karamer betreffende de gemengde school heeft een breedvoerige beraadslaging in de Kamer ten gevolge gehad, welke eindigde met het aannemen van de motie der kommissie voor de verzoekschriften om ten aanzien van doze zassk over te gaan tot de orde van den dag. De Bondsraad verêenigde zich met het voor stel, om den Eijksdag niet jaarlijks bijeen te roepen en in 't vervolg de begrooting om de twee jaar te doen vaststellen. In Oostenrijk gaan de zaken minder naar den wensch der regeering. Het Hecrenhuis nam, even ab de hongaarsche Rijksdag, de legerHet belangrijkste nieuws voor deze week kwam weder van verre. De Afghanen hebben plotseling van zich laten hooren op voor de Engekchen minder aangename wijs. Met een dit oogenbïik heerscht er een krisis", maar zij draagt geen kwaadaardig karakter. De minderheid der Kamer wil niet ter vergade ring verschijnen, zoolang Ganovas niet zijn verontschuldigingen aanbiedt over zijn weige ring om de Heeren te woord te staan. Hoe dergelijke kwesties eindigen heeft de parle mentaire geschiedenis reeds meermalen geleerd. De Belgische liberalen geven blijlc, dat zij begrijpen, wat het belang des lands 'van Ken vordert. Zij spreken vertrouwen in het minis terie uit en willen de kwestie nopens de'hou ding van het Vatikaan niet op de spits drij ven. -De behande\mg dezer zaak in de Kamers zal eerst' na de kersV-kgntie pTaats hebben. ". De Peruanen berichten nu een overwinning die zij bij Tarapaca behaald zouden hebben. De begrooting van oorlog 'werd met .57 tegen 20 stemmen aangenomen. De beraadslagingen naar. aanleiding van hoofdstuk IX hebben ons in de overtuiging kunnen versterken, dat de minister ten op zichte van schier alle groote vraagstukken die bij dat departement zich voordoen, een on derzoek instelt." Had de minister van oorlog bij de behande ling van zijn begrooting een woord gesproken^ waaruit de Amsterdammers, die reikiialzend naar het kanaal door de geldersche vallei uit zien, moed mochten putten, de minister van waterstaat heeft hun dien troo.:tgrond weer ontnomen en verzekerd, dat de koncessie-aanvraag-Jager in onderzoek" is. Daar zal een tijd koxoen, waarop ook deze koncessie-aan vraag onderzocht is en wij zija reeds nieuwsgierig te vernemen, welke tegen werping of welk ontwerp dan weer in onder zoek zal komen en hoe veel en hoe lang er nog onderzocht zal moeten worden, voor het eem'g redmiddel voor Amsterdam,, om de konkurrentïe met duïtsche havens vol te houden, voor goed zal zoek geraakt zijn. Heerlijk Nederland! Bismarck heeft zijn tpl~ gepijnigd bij hem kom, om, zooals ik nu twee of driemaal gedaan heb, aan hem raad en steun te vragen bij den zwaren last, dien ik. te dragen heb. Wij hebben veel samen gepiaat, zonder van ons persoonlijk leed te ge wagen, Zo'n&er dat ik ~ het gezegd, heb, wee hij dat ik gebukt ga onder een bitter en on uitsprekelijk verdriet; zijn smart kan hier op aarde nooit meer van hem weg worden geno men, -en daardoor voelen wij ons tot elkander getrokken. Tegen, kerstmis vertrekt hij met zijne beide dochters, om dien tijd -?te huis" door te brengen. Met een bezwaard hart, heb ik de meisjes hun laatste les gegeven, en klop aan de deur van Ds-, Herberts studeerkamer om. hem vaarwel te zeggen. Hij spreekt, mij toe met zijn gewone hartelijkheid en vraagt roiji nu' hij mij weer alleen moet laten in het vieemde land, of een welgemeend eenvoudig engelsch woord misschien ook goed en nuttig ?voor nüj zou kunnen zijn. Gij kant mij gerust vertrouwen, wilt ge mij niet zeggen wat u drukt, .Blevrouw Alleijne? ~- En gedrongen .door dea vurigen wensch om zijn.,oordeel te .hooren over het geen ik om best wil gedaan heb, vertel ifc hem alles, inwendig bevend, en voor-de eerste maal voelend, welke de zwakke punten van mijn bekentenis zijn. Geen woord van Trereldsc.be wijsheid of "-afkeuring, komt over zijn lippen. Hij heeft niets te maken niet etiquette, Menséances o± 'het maatschappelijk oordeel over mijn daad; maar met ernst en waardigheid wijst hij mij aan hoezeer ik ge dwaald heb. Hij doet mij duidelijk inzien, dat ik, die mij zelve als volkomen onschuldig en boven elk verwet verheven beschouwde, niet enkel gedwaald maar "gezondigd heb. ,Wat God vereenigd heeft, zal de mensch niet scheiden! . Dat is het begin en het einde van zijn vermaning. En bij het geheel andere licht, dat hij op de zaak laat vallen, zie ik dat de zelfverloochening', waarin ifc meende uit te munten, niets anders is dan ongeoor loofde trots; en ik voel dat ik met vermetele hand in het raderwerk gegrepen heb, dat beter dan eenig sterveling beseffen kun, de menschelijke lotgevallen regelt en verbindt. Is-er dan niets goeds in hetgeen ik mijn zelfopoffering noemde? vraag. ik met een diep terneer^edrukt gemoed. Acht gij het als niets dat ik al wat mij het leven lief en dierbaar maakte, heb opgegeven ter wille van de vrouw, die mijn geluk vernietigd heeft, en vermaak schepte in liet leed, dat zij mij aandeed? Ach, Mevrouw, zegt Ds. Hc-rbert op meewarigen toon, wie ben ik, dat ik een ander zou oordeelen? Ik voel met u mede in zekeren zin, want ik weet dat gij ten volle beseft hoe bitter de', drank is, dien gij drinken moet. Gij weet echter evenzeer, dat gij met eigen hand den beker zoo boordevol geschon ken hebt. Het verdriet, dat uit .uw ondoor dachte handelwijze -is voortgevloeid, is zwaar om te dragen; maar gij ziet daarin niets dan het natuurlijk gevolg van uw verkeerde daad, van uw weigering om geduldig de u opge legde beproeving te dragen. Gij hebt uw kruis niet willen opnemen; hadt ge het gedaan tot dat het einde kwam, dan zou het u veel min der hard vallen, dan nu de kwellingen van het naberouw. Gij stelt een zekeren roem in uw martelaai skroontje en beschouwt u zelve als een slachtoffer. ?-. " Neen, neen, nu niet meer! roep ik en sla de oogen neer voor zijn doordringenden blik. Ik voel nu dat ik verkeerd heb ge daan, heel verkeerd, en ik ' smeek u mij te raden en te helpen. Zeg mij. maar wat ik doen moet. Uw eigen gezond verstand, of laat mij liever zeggen uw' hart zal u dat wel vertellen. Yfacht .uw tijd nu rustig af. Handel niet meer met ..overijling. Laat u niet door den eersten indruk meeslepen. Gebruik deze heele maand om ernstig natedenken over uw verleden en de wijze, waarop gij uw toekomst nog kunt redden-misschien. Daarna kunt gij eerst een vast besluit nemen,- God geve, dat het een wijs en goed besluit moge zijn. ? En daarna zegt hitj God zegen u- en helpe en trooste u, en reikt mij de hand tot. af scheid; en ik ga naar huis in de kou en duis ternis van den December avond; en hart en ziel zijn even ijzig en kil als de sombere win ter om mij heen. Mijn. trouwe vriendin en hartelijke gastvrouw is alleen. HÏga rechtstreeks naar haar toe, kniel naast haar'neder en stort al de gedach ten en twijfelingen, door Ds. Herbert in mij opgewekt, -schreiend aan haar moederhart uit. Hij heeft zeker heel veel goede en ver standige dingen gezegd, maar hij is toch ook wel wat wreed geweest tegen mijn arm kind l Neen, waarlijk niet. Hij is zoo goed, en h^ heeft groot gelijk. Nu ? enfin zal ik dan nu maar aan Madanie Grancour schrijven, of aan uw " Neen -r- neen! beste vriendin. Heb nog een korten^tijd geduld. Ik zou ja zeggen, in de eerste opwelling en dat mag niet; ik wil niet meer ondoordacht handelen. Ik zal er kalm over nadenken, zoo als Ds. Herbert mij geraden heeft. Ik mag mij niet langer 200 door mijn indrukken laten leiden, wunt de toekomst van een ander leven hangt nu zoo nauw samen met het mijne, dat weet ge, en al wat ik nu doe of laat, kan een levensvraag worden voor een wezen, dat ik nu al liever heb daa mij zelve. Mijn lieve kind, is het niet weer trots, die u weerhoudt om te spreken, nu de ver wachting, die gij koestert u een dubbel recht geeft op de vergevende liefde van uw echtge noot? Neen, Madame, waarlijk, trots is het niet. Als gij eens wist hoe schuldig >ik mij voel. Lijdelijk te blijven, nu ik mijn eigen dwaasheid begin in te zien, is het moeilijkst van alles, maar het is goed en..noodig. Wilt gij geduld met mij hebben deze eene maand nog? Zij is lief en geduldig als altijd die goede Madame Lebrun. Zij weet nu hoe koppig ik zijn kan, en heeft mijn dwaasheid al zoo la ng betreurd; toch is zij vol zorg en teederheid, vooral in de laatste weken! Want aan haar 'heb ik het toevertrouwd wat mijn grootste zorg is, maar tevens' het eenige heerlijke licht punt in mijn eenzame toekomst. IV. MORGEN. Met echt zusterlijke' deelneming heeft Hortense al mijn plannen en overdenkingen aan gehoord, geluisterd naar mijneindelooze verhalen van mijn verloren huwelijksgeluk, naar al de twijfelingen, die mij nu myn hart bestormen. Zij is romanesk van aard, en vindt het een waar genot oin alles tot in de kleinste bijzonderheden te weten omtrent een Engelsch Home, dat vooral voer Franscne meisjes zoo iets geheimzinnigs aantrekkelijks heeft. Zij geeft mij raad, helpt mij bedenken en verzint zelve van alles, en wij beiden brengen, buiten v/eten van Madame Lebrun, allergeze ligste uren door met plannen maken omtrent alles wat wij samen naderhand tot stand zullen brengen. Eindelijk krijgt Hortense een heerlijke ingeving. Zij heeft een middel bedacht om mij rust te geven op het punt, dat mij het meeste kwelt, ea zij zal aonder mij te verklappen, zien uit te vinden wat er voorvalt in het huis, dat ik ontvlucht ben. Zij besluit om aan Ma dame Grancour te schrijven over een aanstaande kostleerling, uit de buurt van Honfleur, en dan meteen zoo ten loops eens te vragen naar cette chère Pee, - van wie zij in zoo langen tijd niets gehoord heeft. Madame zal wel gretig toehappen, als er sprake is van een nieuwe keiling, en niét al haar slimheid in den val loopen, zegt Hortense, verrukt over haar goed overlegd plannetje. Ik wed dat zij of een van.haar dochters zich terstond tot schrijven zet, en ons uw droevige geschiedenis in kleuren' en. geuren vertelt, mijn arme lieveling. Horteuse deelt aan chère mama-n haar voor nemen mede, en deze geeft eenjgzins schoor voetend- 'haar toestemming. Zij voelt da| Uk haar ea haar dochter in ongelegenheid b.eghu te brengen, door al die ellende eii onwaarheid, en het hindert mij zoo vreeselijk, dat ik een hekel aan mij . zelve krijg- Maar wie wee*,: misschien brengt deze brief wel veranderingaan. Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl