Historisch Archief 1877-1940
klaagt, en zal men het niet langer rustig aan
zien dat de inrichting der kaaearnen ten
aebter ? staat, bij die der gevangenissen.
z oolang onze maatschappij, haar diepen eer
bied voor geld en stand blijft aan den dag
?Ieggen7'is er geen kans op. verheffing van het
leger, wanneer die elementen niet in alle' ran
gen vertegenwoordigd zijn.
De heer B. wendt zich daa'rna tot de dwe
pers", die vragen, of men dat dan zelfs niet
(zal) over hebben voor het vaderland, om een
klein deel van zijn leven daaraan te wijden."
"??Is het.... dan. zoo waar" vraagt hij dat de
soldaat, waar hij ten strijde trekt,.... zijn vader
land beschermt? Wordt hem ooit gevraagd,
of hij de zaak waarvoor hij strijdt, rechtvaar-,
dig ; acht of niet ? Was de Franschman, die
om nietige redenen van ijdelheid en waan, den
Duitsclier. ging bevechten een verdediger van
zijn vaderland? Is het zoo niet met haast alle
oorlogen gegaan, die wij in or.zen leeftijd
hebten gezien V"
? Welk besluit d'- heer B. uit deze en
"soortgelijke'-opmerkingen wil trekken, is niet recht
duidelijk. "jDat eerzuchtige of onverstandige
staatslieden' de legers tot een verkeerd doel
kunneii gebruiken, valt niet te betwijfelen.
? Evenmin, dat de denkende krijgsman, die hun
ijdelheid en %aan" doorziet, onder zulke om
standigheden met weerzin te velde zal trek
ken. . Doch wat
lelden ?
wil -de heer B. hieruit
afDat de gegoede jongelieden niet gedwongen.
mogeri worden tot zulk' een weerzinwekkende
taak, .de arme wel? Dat is wel de conclusie,
die de heer B. noodig heeft, maar zg volgt vol
strekt niet uit zijne redeneering. Waar zal het
genus, aas eigen
aaamiemen,
gaasje op z
zijn
de academie komfe, 'Maar''hoe -weet de heer
B. dat militaire oefeningen, ee-m- lenen v»
koopman su-Ueri . sehadeiï? Waarom* aal de ver
plaatsing in eene zoo geheel nieuwe omgeving,
de omgang1 met personen van alle standen,
hem niet veel sneller tot mensen maken dan
het verkeer met vader of patroon ? Yoor alle
lichtzijden ,-van den militairen dienst is de heer
B. stekeblind, maar hij ziet niets dan schaduw,
ook waar zij niet bestaat. Zoo is hij bang
voor denkbeelden- van eer, glorie en derge
lijke quasi-poeziën, op dien leeftijd zoo licht
heldheïs eb tegestpaorfsif met zulfe eene groote B^jermae&Èomaariingden z^ Kaboel,
dwonasaeht verstikt te zien. KkM mem hefe leger gen Refearts nae^ïeeteriiislukAe^vechtenzieh
lïet. zoo in, eia.fe fcet respect ibboezsmt aan de naar sïpi sterkte ac&feer Kaboel terug te
tr'ekearöpeesch». staatslieden, <$&m hangt aBEze. on- kea?wisten de, telegrafische gemeenschap
tssaSankelijklÈeld Yoortdureosi aan eem 2tijden scÊbsaa Koberts ea andere legerkorpsen af te
draad. De' wfesefballige loogt «an het dïgjioma- snijd'en, en beEettea gedurea4e, eenigen tijd
tie&e- schaakspel behoe-fb sleehts eens eene' generaal Gon^ïi de ingegesloten troepen bij
reeks' van omstandigheden mede te brengen,: Kaboel te hulp te komen. De bezetting der
waardoor het voor een der groot e staten
wenschelijk wordt ons land te bezetten en zijne
rijke hulpbronnen te gebruiken, -en onze on
afhankelijkheid ia voor langen tijd, wellicht
voor goed verdwenen. Is daarentegen ons leger
zoo goed ingericht als onze middelen toelaten,
hebben onze jongelieden niet door ijdele woor
den, maar door langdurige militaire oefeningen
aankweeksters van menschelijke trotschheid! geleerd, dat het dfi plicht van den burger is
en eerzucht."
zoo noodig zijn leven voor het vaderland te
Toegegeven, dat het streven naar eer niet geven, en zich roet groote mspanning de
bealtijd ware, maar dikwijls quasi-poezie is, be- kwaamheden eigen te maken, die vereischt
hoeft men dan in een leger .als het onze, uit- i worden om de opoffering niet nutteloos te
sluitend ter verdediging bestemd, te vreezen doen ?Ajn - weet de nabuur dat hier een volk
dat een ongepast streven naar militairen roem ; leeft, dat zich zeer krachtig verzetten zal tegen
in de hoofden der miliciens <2al rondspoken? eiken aanval, en ~by tyds gezorgd heeft-tot
De eenige eer, waarnaar zij kunnen streven, j een krachtig verzet in staat te zyn; dan weet
is die. van bekwaam te 2Ïjn ter verdediging. hij ook dat .zijne overwinning op dit
vastbevan het vaderland, 'de eenige roem, dien zij : raden volk hem schatten van geld en
mankunnen behalen, is die van getrouwe pliclïts- j schappen zou kosten, en zal hij zich wel tien
vervulling. Heet dit menschelijke trotschheid! maal bedenken, voordat hij dat volk dwingt
en eerzucht, dan "ware het te wenschen, dat; de macht der tegenstanders te vergrooten. Dan
wij die eigenschappen bij al onze medeburgers , is er kans, dat de dreigende wolken altijd maar
vonden. ' - j dreigende wolken zullen blijven, en dat, mocht
Maar behalve die denkbeelden van eer enz.,; er zich eene in een'donderslag ontladen, de
vreest de heer B. nog voor geheel anderp schade toch niet zoo bijzonder groot zijn zal.
oorzaken van geestelijk en zedelijk bederf."! Het is er echter verre van daan, dat die
Met afschuw spreekt hij er van, dat nauwe-: wenschelijke toestand bereikt zon zijn; men is
lijks chef en ondergeschikte elkander hebben nog niet eens zoo ver, dat men er ernstig naar
leger eer misbruikt worden op de wijze, waar-; leeren kennen of?romfflebommebom! daar streeft hem te bereiken. Sedert jaren weet
voer hij vreest-; in landen, waar het uit huur-; trekt de knaap om God weet hoe terug te onze vertegenwoordiging, hoe slecht het ge
lingen bestaat, of-in staten, waar de jongeKe-' keeren." Daar mi het tromgeroffel op zich'steld is -met onze levende strijdkrachten;
seden van alle standen, ook van de meest ge- zelf moeilijk dien afschuw kan wekken, moet dert jaren debatteert zij over allerlei min of
. goede en de meest invloedrijke, de schromelijke hij hier het oog hebben op zaken, die zoo j meer belangrijke zaken. Maar heeft zij ooit
ge-volgen van dat misbruik zouden ondervin-, gruwelijk zijn, dat zijne pen weigert ze te : eene ernstige belangstelling geschonken aan
den? Juist tegen dergelijke gewetenlooste daden noemen; en hij gaat dan bok onmiddellijk ma i de ?treurige-waaTbeid, dat Haunibal ieder oogen
.'staatslieden is eene legerinrichting als de de geciteerde opmerking over tot,,de optelling'
Pruisische de beste waarborg, vooral wanneer der lickdmely'/ce ontberingen, waaraan de mili-.
dévolks overtuiging wa$ ruimer invloed heeft. cien blootgesteld is. Zoolang hij niet nader l
dan in Pruisen. In ons land is. daarenboven ! aangeef r, waarin de bedoelde afschuwelijke
ge,een aanvallende oorlog haast ondenkbaar. Er l breken bestaan,-zal' natuurlijk.,geen
onbevoorkan slechts sprake zijn van verdediging. En oordeeld (persoon gelooven, dat men zo lichter
. ,dan vragen wij 'alweder: Welk leger zal zulk
een oorlog met minder weerzin en met
grooter geestdrift .voeren, het leger, dat in al
zijne rangen personen telt, die de groote
waarde -der ' j^ederlandtchëstaatsinstellingen
. ktiiïiiea begrijpen, die bekend Kijn met de
- roemrijke bladen van 's Lands historie, die
beseffen, hoeveel zij en huane farm'liën verlie
zen zouden, als onae onafhankelijkheid verlo
ren ging of het leger, zooals het nu is,
waarvan de lageie' raggen, voor verreweg het
giootste gedeelte bestaan uit lieden, die per
soonlijk al zeer weinig zouden verliezen bij
den ondergang van vrijheid en onafhankelijk
heid, die hoogstens zouden gedreven worden
door_._.e.en. .blind nationaliteitsgevoel, en die
waarschijnlijk niet met geestdrift hun leven
zouden vragen ter verdediging v'an de standen,
die wei veel te verliezen hebben, maar
zich zorgvuldig wachten voor het gevaar ?
als militair dan als,burger verkrijgt. Nu laat
(bij) den daemon van alle legers, .den
afechnwelijken drank, nog' daar." Alsof ook dat
drankmisbruik niet verminderen zou, zoo het
leger'uït beter elementen samengesteld ware,
'en alsof het, zoolang het bestaat, den beschaaf
den jongeling niet eer tot waarschuwing sou
strekken dan tot navolging prikkelen! Kortom,
de heer' B. schijnt echt oud-vaderlatKbclie denk
beelden over den militair te hebber,. De af-,
seh.afn.ng der plaafsvervanging is zonder twijfel
blik voor onze kostbare wallen verschijnen kan,
en dat die wallen volstrekt niet te verdedigen
zijn ?
Het oud-hollandsch. vooroordeel tegen den
krijgsmanstand, waarvan de heer Boelen zich
den tolk gemaakt heeft, is een der redenen
voor die onbegrijpelijke kalmte, waarmede men
het zwaard van Damocles over het land laat
zweven. Men heeft' bezwaar tegen de afschaf
fing der plaats ver vanging, omdat men de jan-"
g elieden van stand" niet als soldaten wenscht
te zieB; men begrijpt verder .dat een leger,
alleen uit vrijwilligers bestaande,'veel te duur
is, een leger, zooals wij thans bezitten, nie't
Afghaansche hoofdstad bevindt, zich nu te
Sherpur,, ruim 7000 man sterk. Dit' zijn
grootendeels inlaadsche troepen, die veel
te lijden hebben van de hevige koude, die m
dit getijde daar heerscht. Tot nog toe ma
ken de Engelscheu zich niet bijzonder bezorgd
over dezen' tegenspoed. Zij vertrouwen op de
bekwaamheid der generaals en den moed en
de geoefendheid der troepen; of liever op het
gebrek aan organisatie, dat de vijandelijke
borden in den regel kenmerkt. Voorzeker te
recht. Doch het kan niet ontkend worden, dat
Roberts te Sherpur, minder aangenaam gehuis
vest, en het onmogelijk met zekerheid te voor
spellen is,dat alles goed zal afloopen. DeAfghanen
zijn ondertussch.cn ook onderling aan 't vechten.
Die van Kaboel hebben Herat bestookt en
zich van den citadel meester gemaakt, namen
Egub Khan gevangen en benoemden een
«ieuwen gouverneur. Gelukkig heeft Beaconsfield
nog niet de samenkomst van het parlementte
duchten.
Eerst in 't 'begin van Februari verschijnen
de afgevaardigden te Londen, en vóór dien
tijd. mag hij hopen, dat het leed weder voorbij is.
Wolseley in Afrika houdt zijn beloften. Nu
de Zulu's ten ondergebracht zijn, heeft hij zich
tegen Moirosi bet hoofd der Basuto's gekeerd,
zijn sterkte genomen en verwoest. Het
kafferhoofd werd gedood. Nu ligt Secocoeni aan de
beurt, en als deze ook gevallen is, zal de Trans
vaal de kraclit van zijn arra gevoelen, wan
neer dat nl. nog noodig mocht aijn.
Frankrijks kamer vergaderde zonder veel
belangrijks te verrichten. Het is nu een feit,
dat als president van hot Kabinet Freyci.net
in plaats van Waddington is opgetreden. Deze
minister van openbare werken, die, tot de re
publikeinscue linkerzijde behoort, heeft een
goeden naam om zijne bekwaamheid en staat
als een welsprekend redenaar te boek. Een
e getalssterkte der lichtingen
den. t^jd xaa 10 jaar wordt bepaald, aan;
de Kamer der afgevaardigden weigerde;
. Schmerli-ag,, de liberaal, die met 30 van
de. 59 stammeik tot voorzitter der delegatie.
werd gekeaen^ wendde zijn invloed aan om de
grondwetspartij tot toegevendheid te stemmen,
en tot op zekere hoogte met gunstig gevolg.
Immers in du partij vergadering besloot men
deze zaak te beschouwen als eene, die niet tot
hefc programma der liberale partij behoorde.
De leden bleven dus vrij bij han stemmen.
Bovendien had de keizer in een onderhoud
met Weeber de liberalen trachten gerust ta
stelle», de grondwet zou op niet n punt ge
schonden worden, en als de Legerwet maar
eerst aangenomen was, wilde Frans Jozef
gaarne met zijn ministers in overleg treden,
en de konstitutie, die hij. lief had, in nog milder
zin toepassen. Doch het mocht niet baten.
Voor Art. 2 der wet stemden slechts 180 tegen
133 afgevaardigden, en daar tweederden der
stemmen vereischt wordt, is het verworpen.
Thans hebben Heereahuis ea Kamer een
kommissie £ot vergelijk benoemd.
Omtrent de bmtenlandscho politiek van
Oostenrijk vernam' men, dat het zich niet heeft
willen aansluiten bij Kuslands voor-itel om op
de Portèinvloed uit te oefenen, ten einde
Montenegro spoedig in het bezit van Gussinge
en Plava te stellen. De roovei's van het zwarts
gebergte zullen nog wat geduld moeten
hebben, eer zij hun grenzen kunnen uitbreiden. ,
De Grieksche leden der kommissie voor de
herziening der grensscheiding tusscben Tur
kije en Griekenland hebben weder iets van
zich doen hooreu. Zij noodigen namelijk d«
turksche leden uit om een grenslijn iets zui
delijker dan de tot nu toe voorgestane in over
weging te nemen. Blijven de laatsteri weiger
achtig, dan zullen de mogendheden weer dienst
moeten doen.
Schoawaloff bezocht op zijn reis naar Peters
burg Bismar-ck te Yarzin.
De geruchten omtrent hevige oneenigheden
aan liet rassische hof houden aan. De troon
opvolger heet voor een grondwet gezind te
zijn ter ijl Alexander van zulke concessies
niets wil weten.
overwinning werd door de regeering behaald, j Te Madrid gaan de zaken beter dan
mendie echter slechts voorloopig mag beefcen. Na had mogen verwachten. Martinez Campog
de interpellatie'Lockroy nopens de amnestie, heeft zich niet van Canovas afgescheiden. Op
die niet aan alle wegens deelneming aan de *" ' ""' " ' '
koramune veroordeelden wordt geschonken,
nam de kamer een votum aan, waarbij de
handelwijs van liet Ministerie, dat eenstemmig
over deze zaak dacht, werd goedgekeurd. De
vrienden der volledige amnestie mochten slechts
afdoende te verbeteren. Daarom-berustmen er i een vijftigtal stemmen verwerven. Tot nader
zwijgend in dat ons leger niet beter maar slech
ter wordt, en besteedt zijn tijd liever aan
op 't oogenbïik in strijd met de nationale voor- [ discussie's :over hooge" politiek, of schroeft
obrdeelen, want de ouderwetsche Hollander ziet j zijne belangstelling in het onderwijs op zoo
Of
het de bedoeling van den heer B. dat
in den eoldaat iemand, die nergens voor heeft
willen deugen, en die zich .ten slotte verhuurd
beeft om een lui leven tökunnen leiden.
Nu zien velen er volstrekt - geen bezwaar' in
dat de zoons van hun buurman, .maar .wel, dat
hun eigen, .zoons zulke lieden tot kameraden
krijonrustbarende wijze op, dat men inderdaad in
ernst begint te meenen, dat het heil van het
Volk hangt aan veranderingen in de -wet op
het lager onderwijs. Bedenkt men daarbij dat
het zelfde volk, dat zijne vertegenwoordiging
zoo onverantwoordelijk laat handelen, nu en
_en. Dit. is volkomen ia overeenstemming met clan feesten viert ter herinnering aan .de
die heerlijke inrichting der natuur, waardoor de kloeke daden zij c er voorvaderen; dat men zich
de jongelieden van stand," die zich hebben
laten vervangen, in oorlogstijd toch. naar de
moeten ontraden. Jongelieden, die
tot dusverre liever bleven onder de veilige
hoede van vader" of ,,pfttroon," die volstrekt
niet geoefend zijn en voor wie zelfs de
ontbeimgen van het Bussumsche kamp uiterst
bedenkelijk worden geacht, zulke jongelieden
zouden, het leger sleehts kunnen deinoraliseeren.
Gesteld .echter'' zegt de .heer B. en
eene mensch volstrekt geea last beeft van de
kiespijn van den ander. Doch lioe
algemeengrenzen zullen snellen? Men zou hun dat ten mensohelijk die zelfzucht,; en hoe nationaal
' liet vooroordeel tegen militairen is, men zal
tot de afschaffing der plaatsvervanging moeten
overgaan, wanneer men eraatïg \vil dat Ne
derland als onafhankelijke staat blijft voort
bestaan.' .'
De -min of meer optimistische beschouwingen
over de europeesche politiek, die de heer B.
aan 't slot van zijn artikel ten beste geeft,
hiermede komen wij tot het tweede punt, dat hebben toch waarlijk geen wederlegging
nooeen algemeen dienefo in zich zelf doelmatig dig. Wel is het niet bijzonder waarschijnlijk,
ware, zou het toch bestreden moeten wor-j dat Nederland ooit opzettelijk zal worden
aanden, omdat het organisme, dat men den Staat ? gevallen. Maar uiterst onwaarschijnlijk is het
noemt, nog op andere wijze dan door de wa-; dat de reeks der eui-opeesche oorlogen met
penen moet beschermd worden." - dien -van 1870 gesloten is. Bij een. oorlog bijv.
Daarop volgt eene schets van de opofferin
gen, die het gedwongen s oldaatj e-spelen" van
den jongeling van stand en fortuin vorderen
zou. De militaire diensttijd valt juist in de
peiiode, waarin de jonge mensch de
schooljongenskiel heeft uitgetrokken, met depractijk
tnsschen Duitschland en Frankrijk zou'Neder
land zijne neutraliteit moeten handhaven.
Daarvoor heeft het een leger noodig, dat eer
bied en geen lachlust opwekt. Natuurlijk be
hoeft het niet zoo te zijn, dat het op den duur
aan "de overmacht het-hoofd zou kunnen
verheugt-in hun moed en kracht, in p'aats
van zich uit schaamtegevoel te verbergen,
wanneer de vreemdeling hunne daden ter
sprake brengt; dan wordt het inderdaad uiterst
moeilijk een beter uitdrukking voor zijne ge
waarwordingen te-kiezen clan. de treurige uit
spraak van Goethe, dass eigentlich das Ab
surde .die Welt erfüllt."
orde is dus deze kwestie van cle baan geschoven.
De kamer hechtte haar zegel aan liet
OBtwerp van C. Sec tot regeling van het M.
Onderwijs voor meisjes. De strekking van
deze wet is om den invloed van de geestelijk
heid op dat onderwijs te verminderen. Zij
?^er-wierp daarentegen .een voordracht van
Leon Say, om <!« Bank, die in de dag-en der
kommune vrijwillig gelden had uitgeschoten;
voor haar opofferingen schadeloos te stellen.,
Tusschen kamer en senaat is weder een ge
schil te wachten, daar de eerste op nieuw de
bezoldiging der bisschoppen heeft verlaagd,
ofschoon de laatste die tot het vroegere bedrag
had hersteld.
Voor het overige loopt bet gerucht, dat met
me dewerking van Grévy door het ministerie
een. programma zal worden ontworpen, het
welk m't Januari a. s. bekend ztil worden.
Het pruisische Heerenhnis heeft de wet op
H op en t'wij, dat althans deze absurditeit uit'den aankoop van spoorweglijnen door den Staat
dit gedeelte der wereld moge wijken, voordat | onveranderd goedgekeurd.
zich de treurige gevolgen vertoonen, die on-j Het geschil tusschen het gemeentebestuur
gerijmheden plegen na zich te sleepen.
van Elbmg en den minister van Onderwijs
begint en van nature veel domheden doet. De | bieden ; maar het moet zoo sterk eii zoo
heer B. schijnt hierbij voornamelijk aan begin- ] goed gewapend en geoefend zijn, dat de
oornendékooplieden te denken en wij willen, bij logvoerende Staten er ernstig bezwaar in
Amsterdam, 16 Dec. 1879. C. B. SPEUIJT. i 7' P^karamer betreffende de gemengde school
heeft een breedvoerige beraadslaging in de
Kamer ten gevolge gehad, welke eindigde
met het aannemen van de motie der kommissie
voor de verzoekschriften om ten aanzien van
doze zassk over te gaan tot de orde van den
dag.
De Bondsraad verêenigde zich met het voor
stel, om den Eijksdag niet jaarlijks bijeen te
roepen en in 't vervolg de begrooting om de
twee jaar te doen vaststellen.
In Oostenrijk gaan de zaken minder naar den
wensch der regeering. Het Hecrenhuis nam,
even ab de hongaarsche Rijksdag, de
legerHet belangrijkste nieuws voor deze week
kwam weder van verre. De Afghanen hebben
plotseling van zich laten hooren op voor de
Engekchen minder aangename wijs. Met een
dit oogenbïik heerscht er een krisis", maar
zij draagt geen kwaadaardig karakter. De
minderheid der Kamer wil niet ter vergade
ring verschijnen, zoolang Ganovas niet zijn
verontschuldigingen aanbiedt over zijn weige
ring om de Heeren te woord te staan. Hoe
dergelijke kwesties eindigen heeft de parle
mentaire geschiedenis reeds meermalen geleerd.
De Belgische liberalen geven blijlc, dat zij
begrijpen, wat het belang des lands 'van Ken
vordert. Zij spreken vertrouwen in het minis
terie uit en willen de kwestie nopens de'hou
ding van het Vatikaan niet op de spits drij
ven. -De behande\mg dezer zaak in de Kamers
zal eerst' na de kersV-kgntie pTaats hebben. ".
De Peruanen berichten nu een overwinning
die zij bij Tarapaca behaald zouden hebben.
De begrooting van oorlog 'werd met .57
tegen 20 stemmen aangenomen.
De beraadslagingen naar. aanleiding van
hoofdstuk IX hebben ons in de overtuiging
kunnen versterken, dat de minister ten op
zichte van schier alle groote vraagstukken die
bij dat departement zich voordoen, een on
derzoek instelt."
Had de minister van oorlog bij de behande
ling van zijn begrooting een woord gesproken^
waaruit de Amsterdammers, die reikiialzend
naar het kanaal door de geldersche vallei uit
zien, moed mochten putten, de minister van
waterstaat heeft hun dien troo.:tgrond weer
ontnomen en verzekerd, dat de
koncessie-aanvraag-Jager in onderzoek" is.
Daar zal een tijd koxoen, waarop ook deze
koncessie-aan vraag onderzocht is en wij zija
reeds nieuwsgierig te vernemen, welke tegen
werping of welk ontwerp dan weer in onder
zoek zal komen en hoe veel en hoe lang er
nog onderzocht zal moeten worden, voor het
eem'g redmiddel voor Amsterdam,, om de
konkurrentïe met duïtsche havens vol te houden,
voor goed zal zoek geraakt zijn.
Heerlijk Nederland! Bismarck heeft zijn tpl~
gepijnigd bij hem kom, om, zooals ik nu twee
of driemaal gedaan heb, aan hem raad en
steun te vragen bij den zwaren last, dien ik.
te dragen heb. Wij hebben veel samen
gepiaat, zonder van ons persoonlijk leed te ge
wagen, Zo'n&er dat ik ~ het gezegd, heb, wee
hij dat ik gebukt ga onder een bitter en on
uitsprekelijk verdriet; zijn smart kan hier op
aarde nooit meer van hem weg worden geno
men, -en daardoor voelen wij ons tot elkander
getrokken. Tegen, kerstmis vertrekt hij met
zijne beide dochters, om dien tijd -?te huis"
door te brengen. Met een bezwaard hart, heb
ik de meisjes hun laatste les gegeven, en klop
aan de deur van Ds-, Herberts studeerkamer
om. hem vaarwel te zeggen. Hij spreekt, mij
toe met zijn gewone hartelijkheid en vraagt
roiji nu' hij mij weer alleen moet laten in het
vieemde land, of een welgemeend eenvoudig
engelsch woord misschien ook goed en nuttig
?voor nüj zou kunnen zijn.
Gij kant mij gerust vertrouwen, wilt ge
mij niet zeggen wat u drukt, .Blevrouw
Alleijne? ~- En gedrongen .door dea vurigen
wensch om zijn.,oordeel te .hooren over het
geen ik om best wil gedaan heb, vertel
ifc hem alles, inwendig bevend, en voor-de
eerste maal voelend, welke de zwakke punten
van mijn bekentenis zijn. Geen woord van
Trereldsc.be wijsheid of "-afkeuring, komt over
zijn lippen. Hij heeft niets te maken niet
etiquette, Menséances o± 'het maatschappelijk
oordeel over mijn daad; maar met ernst en
waardigheid wijst hij mij aan hoezeer ik ge
dwaald heb. Hij doet mij duidelijk inzien, dat
ik, die mij zelve als volkomen onschuldig en
boven elk verwet verheven beschouwde, niet
enkel gedwaald maar "gezondigd heb. ,Wat
God vereenigd heeft, zal de mensch niet
scheiden! . Dat is het begin en het einde
van zijn vermaning. En bij het geheel andere
licht, dat hij op de zaak laat vallen, zie ik
dat de zelfverloochening', waarin ifc meende
uit te munten, niets anders is dan ongeoor
loofde trots; en ik voel dat ik met vermetele
hand in het raderwerk gegrepen heb, dat
beter dan eenig sterveling beseffen kun, de
menschelijke lotgevallen regelt en verbindt.
Is-er dan niets goeds in hetgeen ik mijn
zelfopoffering noemde? vraag. ik met een
diep terneer^edrukt gemoed. Acht gij het als
niets dat ik al wat mij het leven lief en dierbaar
maakte, heb opgegeven ter wille van de vrouw,
die mijn geluk vernietigd heeft, en vermaak
schepte in liet leed, dat zij mij aandeed?
Ach, Mevrouw, zegt Ds. Hc-rbert op
meewarigen toon, wie ben ik, dat ik een
ander zou oordeelen? Ik voel met u mede
in zekeren zin, want ik weet dat gij ten volle
beseft hoe bitter de', drank is, dien gij drinken
moet. Gij weet echter evenzeer, dat gij met
eigen hand den beker zoo boordevol geschon
ken hebt. Het verdriet, dat uit .uw ondoor
dachte handelwijze -is voortgevloeid, is zwaar
om te dragen; maar gij ziet daarin niets dan
het natuurlijk gevolg van uw verkeerde daad,
van uw weigering om geduldig de u opge
legde beproeving te dragen. Gij hebt uw kruis
niet willen opnemen; hadt ge het gedaan tot
dat het einde kwam, dan zou het u veel min
der hard vallen, dan nu de kwellingen van
het naberouw. Gij stelt een zekeren roem in
uw martelaai skroontje en beschouwt u zelve
als een slachtoffer. ?-. "
Neen, neen, nu niet meer! roep ik en
sla de oogen neer voor zijn doordringenden
blik. Ik voel nu dat ik verkeerd heb ge
daan, heel verkeerd, en ik ' smeek u mij te
raden en te helpen. Zeg mij. maar wat ik
doen moet.
Uw eigen gezond verstand, of laat mij
liever zeggen uw' hart zal u dat wel vertellen.
Yfacht .uw tijd nu rustig af. Handel niet meer
met ..overijling. Laat u niet door den eersten
indruk meeslepen. Gebruik deze heele maand
om ernstig natedenken over uw verleden en
de wijze, waarop gij uw toekomst nog kunt
redden-misschien. Daarna kunt gij eerst een
vast besluit nemen,- God geve, dat het een
wijs en goed besluit moge zijn. ?
En daarna zegt hitj God zegen u- en helpe
en trooste u, en reikt mij de hand tot. af
scheid; en ik ga naar huis in de kou en duis
ternis van den December avond; en hart en
ziel zijn even ijzig en kil als de sombere win
ter om mij heen.
Mijn. trouwe vriendin en hartelijke gastvrouw
is alleen. HÏga rechtstreeks naar haar toe,
kniel naast haar'neder en stort al de gedach
ten en twijfelingen, door Ds. Herbert in mij
opgewekt, -schreiend aan haar moederhart uit.
Hij heeft zeker heel veel goede en ver
standige dingen gezegd, maar hij is toch ook
wel wat wreed geweest tegen mijn arm kind l
Neen, waarlijk niet. Hij is zoo goed, en
h^ heeft groot gelijk.
Nu ? enfin zal ik dan nu maar aan
Madanie Grancour schrijven, of aan uw "
Neen -r- neen! beste vriendin. Heb nog
een korten^tijd geduld.
Ik zou ja zeggen, in de eerste opwelling en
dat mag niet; ik wil niet meer ondoordacht
handelen. Ik zal er kalm over nadenken, zoo
als Ds. Herbert mij geraden heeft. Ik mag mij
niet langer 200 door mijn indrukken laten
leiden, wunt de toekomst van een ander leven
hangt nu zoo nauw samen met het mijne, dat
weet ge, en al wat ik nu doe of laat, kan een
levensvraag worden voor een wezen, dat ik
nu al liever heb daa mij zelve.
Mijn lieve kind, is het niet weer trots,
die u weerhoudt om te spreken, nu de ver
wachting, die gij koestert u een dubbel recht
geeft op de vergevende liefde van uw echtge
noot?
Neen, Madame, waarlijk, trots is het niet.
Als gij eens wist hoe schuldig >ik mij voel.
Lijdelijk te blijven, nu ik mijn eigen dwaasheid
begin in te zien, is het moeilijkst van alles,
maar het is goed en..noodig. Wilt gij geduld
met mij hebben deze eene maand nog?
Zij is lief en geduldig als altijd die goede
Madame Lebrun. Zij weet nu hoe koppig
ik zijn kan, en heeft mijn dwaasheid al zoo
la ng betreurd; toch is zij vol zorg en teederheid,
vooral in de laatste weken! Want aan haar
'heb ik het toevertrouwd wat mijn grootste
zorg is, maar tevens' het eenige heerlijke licht
punt in mijn eenzame toekomst.
IV.
MORGEN.
Met echt zusterlijke' deelneming heeft
Hortense al mijn plannen en overdenkingen aan
gehoord, geluisterd naar mijneindelooze verhalen
van mijn verloren huwelijksgeluk, naar al de
twijfelingen, die mij nu myn hart bestormen.
Zij is romanesk van aard, en vindt het
een waar genot oin alles tot in de kleinste
bijzonderheden te weten omtrent een Engelsch
Home, dat vooral voer Franscne meisjes
zoo iets geheimzinnigs aantrekkelijks heeft.
Zij geeft mij raad, helpt mij bedenken en
verzint zelve van alles, en wij beiden brengen,
buiten v/eten van Madame Lebrun, allergeze
ligste uren door met plannen maken omtrent
alles wat wij samen naderhand tot stand zullen
brengen. Eindelijk krijgt Hortense een heerlijke
ingeving. Zij heeft een middel bedacht om mij
rust te geven op het punt, dat mij het meeste
kwelt, ea zij zal aonder mij te verklappen,
zien uit te vinden wat er voorvalt in het huis,
dat ik ontvlucht ben. Zij besluit om aan Ma
dame Grancour te schrijven over een aanstaande
kostleerling, uit de buurt van Honfleur, en
dan meteen zoo ten loops eens te vragen naar
cette chère Pee, - van wie zij in zoo langen
tijd niets gehoord heeft.
Madame zal wel gretig toehappen, als
er sprake is van een nieuwe keiling, en niét
al haar slimheid in den val loopen, zegt
Hortense, verrukt over haar goed overlegd
plannetje. Ik wed dat zij of een van.haar
dochters zich terstond tot schrijven zet, en
ons uw droevige geschiedenis in kleuren' en.
geuren vertelt, mijn arme lieveling.
Horteuse deelt aan chère mama-n haar voor
nemen mede, en deze geeft eenjgzins schoor
voetend- 'haar toestemming. Zij voelt da| Uk
haar ea haar dochter in ongelegenheid b.eghu
te brengen, door al die ellende eii onwaarheid,
en het hindert mij zoo vreeselijk, dat ik een
hekel aan mij . zelve krijg- Maar wie wee*,:
misschien brengt deze brief wel
veranderingaan.
Wordt vervolgd.)