Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YÖOR NEDERLAND.
Op staatkundig gebied verneemt ra en "er
al1 leen iets omtusot de teleurstelling der
kerk-eï lijhe paitijen, nu de minister..von Puttkanrmer
na te. Elbins? de koniessjoneele school in de
r\ plaats der neutrale gesteld ts hebben, te
Me| seritz de gemengde school wil handhaven.
l Hieruit blijkt hun, dat hoeveel belovend de
l opvolger van Falck ook geweest zij, hij toch
| de .rechte*"broeder niet is. - '
\ Te Weenen is men na eenige stormachtige
;'. dagen doorleefd te hebben, tot de stilte
terugr;i gekeerd. Soldaten moeten er zijn en zij zullen
'; jook gevonden worden, zeiden wij. De uitkomst
V$s m^t onze verwachting in overeenstemming.
CjDe Kamer heeft na veel beweging gemaakt te
Vfiebben,' met 223 tegen' 105 stemmen de
leger' Jnret, die een meerderheid van tweederden der
\ltemmen eischte, goedgekeurd. Voor tien
ja' ifn achtereen is nu hefc kontingent vastgesteld.
V: Nu de legerwet aangenomen is, komt de
r jiezisehe partij haar loon vragen voor de
l?;:|tüdxide hulp. Zij wil dat-de Segeering
ui4; den weg ruiipe wat de ontwikkeling
hF'irer riationallteii onmogelijk-maakt: herstel
vaï;4 de hoheemsche taal rnet gelijk recht als
de'fduitsche bij het bestuur, de rechtbank, het
onderwijs,*- is haar eisch. In Bohème, Moravië
en '$ilezië wonen ongeveer 2Vs miliioen
Duitscheï^s en. bijna 5 millioen Chezen. Hun onte
vredenheid over de overheersching van het
duiteöhe element is dus zeer goed te verklaren.
Italië zag zijn kamer huiswaarts keeren. De
leden bewilligden vóór hun heengaan een kre
diet van 12 millioen ter uitvoering der open
bare werken. Ook'nam zij een begrooting aan
om in den dienst van de eerste twee maanden
van 1880 te voorzien.
Turkije .sleept zijn apatisch bestaan voort.
Het verbod offl negers te koopen, door den
. minister .uitgevaardigd, mag men beschouwen
als een onschuldig glimlachje van den zieken
man, waarmos hij de belangstellende omstan
ders opvroolijkt. De slaven zelf zullen natuur
lijk daar weinig voordeel van hebben.
Voor het overige heeft de Port-e het
treu.. rige werk te verrichten zich zelf te
amputeeren. Te Getünje is men boos, omdat Turkije
de Albaneezen niet krasser aanpakt, en hen
dwingt GuG&inje en Plava uit te leveren aan
zijn vijanden. Die boosheid is zeker onbillijk.
Ook de Grieken slaan een o^aangenamen
toon aan. "Wanneer Turkije niet vóór 27Dec.
. gezegd heeft, 'wat het ten opzichte der
grens.scheidicg wil toestaan, breken zij de onder
handelingen Hls onvruchtbaar af.
Engeland heeft 'alle, reden om naar vrede op
aarde te verlangen. Engeïa jd, niet BeaconsÊeld,
want zijn glorie wordt steeds grooter.
Aan zijn naaifl zal nu ook dien van Cecoeoeri
. verbonden zijn. Onder het bestuur van
Beaconsüeld, zal het mogen heeten, werden de Kaffers
in Afrika ten onder gebracht. De beruchte
hcofdman werd uit zijn sterkte verdreven en
verslagen-. In Azië zijn de .krijgskansen noch
eenigermate onzeker, Gough streed mst goed
gevolg tegen de. Ghilzai's en heeft zich met
Ëobeits vereenigd. ' - ?
Volgens een ander telegram werd Kaboel hevig
gebombardeerd.
Zoo sluit dit jaar zich voor Beaconsfield
oj> een wijs, dat het hem moeilijk aal zijs de
. balans op te maken, "Wel verzekerden dezer
?dagen zijn minister Bourke en Stafford
Northfiote, dat het staatkundig beleid van
dengrooteffl man hoven bedenkingen verheven moet
-heeten, doch het engelsche volk is .minder
geriifct. Wat Afrika betreft, daar ziet het
geen gevaar, maar. in-Azië dreigt Indie's we
tenschappelijke . grens gestadig nieuwe
^ver, wikkelingen i-e baren, verwikkelingen, die te
.- ;erastjger zijn, BU zij -plaats grijpen in de
tmmiddelijke .nabijheid der provinciën van den
een .zeer onvoltallige vergadering keurde
. da 'Spaanscbe Senaat het ontwerp tot geleide
lijke -afschaffing der slavernij op Cuba, goed.
Htft Handelsblad: Indische cijfers van uit
voer. ? Be overwinning van des Minister van
Oorlog.
Nieuwe Eütt. -Gonr. Te lang verwaadoosd.
{Wettelijke regeling van <den kinderarbeid).
Het Vaderland-' Billijke steun, geen protec
tionisme. \
ArnJi. Gmtrant: 'Raadgevingen van deleden
der tweede kamer aan den Minister van finantiën.
De 'T-ï/d': De benoeming van Burgemeesters.
. ïn de laatstgehouden gemeenteraadszitting
heeft bet lang geduurd eer de vergadering de
voordracht kon goedkeuren om in de plaats
van NATUURKUNDE, NATDUKKBNKIS als leervak
van onderwijs op de H. B. S. .met Sjarigen
kursus goed te keuren.
De heer Pijnappel, die vreesde, dat dit weder
een schrede op den verkeerden weg zou zijn,
daar het Middelbaar Onderwijs reeds realisti
scher is dan hem ?wenscK'lijk voorkomt, was
zeer tegen deze,uitbreiding van het onderwijs
in Natuurkunde en aanverwante vakken ges tem d.
De Raad zelf echter verschilde niet met
hemover de stelling, dat het Middelbaar Onderwijs
niet al te zeer aan de realïa gewijd moet zijn.
Zelfs de heer de Koning, de Wethouder voor
Onderwijs, erkende, dat de H. B. S. met
Sjarigen kursus aan dit euvel leed. Doch z. i.
was dit op de school met Sjarigen kursus niet
het geval. Keeds in de wet op het Lager On
derwijs wordt NATUURKISNIS als een vak ge
noemd. Een onderwijs, xlat eenige algemesue
begrippen leert, die een beschaafd mensch noo
dig heeft te weten, was geen onderwijs in
natuurkunde, anatomie of botanie en kon niet
leiden tot een al te groots uitbrei ding van het
onderwijs in Natuurkunde.
Merkwaardig was het, dat bij deze gelegen
heid de handelaars, die over de zaak het woord
voerden, er in 't minst geen gevaar in zagen
dat aan het onderwijs in boekhouden en
schoonschrijven voor het onderwijs in natuur
kennis een uur zou ontnomen worden. Juist
zij, die niet tot de praktijk behoorden trachtten
de beide genoemde vakken tegen die roofzucht
te beschermen.
Dit is evenwel gemakkelijk te begrijpen.
Immers het springt in hefc oog dat het boek
houden een kunst is, die men op het kantoor
zelf het spoedigst leert en des te beter naar
mate men te minder, met geen halve kennis
toegerust, behoeft af te leer en.
"Wij gelooven daarom, dat de Raad een wijs
besluit genomen heeft, toen hij met bijna
algemeene stemmen de voordracht goedkeurde.
Boekhouden en schoonschrijven zijn zeer goed
aan te leeren ook na het verlaten der school.
'Natuurkennis zal zelier moeilijker te verwerven
zijn, wanneer men eenmaal zich aan het vak
of bedrijf gaat wijden, dat men zich gekozen
heeft.
De heer Tromp is gelukkig weer genoeg
hersteld om een werkzaam aandeel aan de be
raadslagingen te nemen.
Zijn aansporing tot zuinigheid hij het bouwen
van laboratoria, kwam misschien op een 'min
der juist oogenblik, doch in het algemeen ver
dient zij waardeering. Wie de universiteit Hef
heeft zal er wel aan doen niet meer voor haar
te vragen, dan bepaald noodig is, aangezien
er een tijd zou/ Éunnen aanbreken dïwt men
het onontbeerlijke weigerde omdat er reeds te
veel door haar verslonden was. En dat zou
jammer zijn.
Zeer ad 'rem vonden wfl zijn. voorstel om
den bouwgrond in de groote Bickerstraat niet
voor 25 gulden per Q meter te verkoopen,
maar voor minstens 40 gulden. Het argument
dat men door voor te lagen prijs goeden bouw
grond van de hand te doen, de omliggende
gronden in het algemeen deprecieert en de Ge
meente grootelijks benadeelt, vond hij 16 van
de 36 aanwezige leden ingaag en o", i. terecht.
Evenzeer was het goed van den heer Tromp,
den voorzitter er op te wijzen, dat er 'een
nieuwe bepaling diende ingevoerd te worden,
omtrent het aantal personen, dat door een
tram vervoerd mag worden.
De voorzitter, die mededeelde, dat de politie
dat getal had vastgesteld, erkende dat men
niet met de wiaterkleeding der passagiers re
kening had gehouden. Thans geeft inderdaad
het vervoer reden tot klachten.
Opmerkelijk was tevens de mededeeling van
den gewezen wethouder van publieke werken,
dat de onkosten door liet leggen of verleggen
der tramrails, wat een vernieuwing der bestra
ting telkens noodig maakt, een belangrijke
uitgaaf voor de genieenteschatkist veroorzaken.
Zij kan tot een bedrag van 30 a 40,000 Gld.
's ja&rs stijgen. Gelukkig zijn B. en W-, even
zeer als 4e Heer -Tromp, -san meeöing, dat de
A. CK M" deg-e kosten moet'dragen, zoo<3at dan
ook bij elke nieuwe koncessie ? gelijk bij
dieom op de lijn Leidsche plein-Plantage dubbel
spoor te leggen, ? behoorlijk voor het vast
stellen van een bepaling-in dien geest wordt
zorg gedragen.
Nog werd er een diskussie gehouden over
eert punt waarbij een groot aantal onaer
stadgenooten belang had. Wij bedoelen de
ont'_ ruiming der zoogenaamde Joclenbreêstraat,
' door de daarbij gestationeerde handkarren en
' de vele -uitstallingen langs den kant van den
'weg. De heeren Blita c. .s. hadden een adres
aan den Raad .gezonden om te verzoeken dat
1 zij hunne koopwaren daar mochten blijven
j uitstallen tot de Houtgracht gedempt en de
' markt daar gereed zou zijn.
j Het verwondert ons, dat de Raad het
ver| zoek van adressanten niet heeft ingewilligd.
! Het geldelijk belang van een zeer groot aantal
: nijvere, .doch in den regel minvermogende
l kooplieden wordt hier geschaad, zonder dat
ihet bepaald noodig was: de levendige
Bree' straat is niet wat raen noemt een
hoofd-verkeer! ader, en kan dat niet worden, zoolang de
; Hoogstraat een .steeg blijft. Doch al was zij
' dat in den waren zin des woords, het gaat
; niet aan zoovele lieden van een voordeel te
i berooven zonder dat er iemand hij gebaat
, wordt. Wel heeft het Dag. Bestuur beloofd
j hun zooveel mogelijk een andere andere plaats j
voor hun uitstallingen aan te wijzen, maar
men weet hoe dat gaat en moet erkennen,
dat het met den besten wil ook niet mogelijk
is hun terug te geven, wat hun ontnomen
werd.
Zooveel haast was er niet bij deze zaak om
al die kleinhandelaars' aan de gratie van het
D. Bestuur over te leveren.
Eindelijk zal het ramtorenschip, dat hét
Kaaaal moet open houden, verschijnen, en in
dienst gesteld worden.
Het Museum van der Hoop zal nu uitge
breid worden door toevoeging van de schilde
rijen van wijlen den heer v. d. Hoop, die nog
in de nalatenschap, waarvan wijlen Mevr. v. d.
Hoop' het vruchtgebruik bezaf, zich bevonden.
Het is te hopen, dat de stad Amsterdam een
plaatsje zal vinden om ze buiten damp en
rook te bewaren.
? Onze stad zal weldra eene inrichting rijk
zijn, waaraan groote behoefte bestaat. De
maatschappij voor volkskoffiehulzcn hield
ver1 leden week een vergadering en mocht de
ver; zekering geven, dat in het begin van 1880 het
?eerste volkskoffiehuis op het Rapenburg nabij
<de Schippersgracht geopend zou worden. In
andere wijken zullen op eenvoudiger voet in
gericht dergelijke lokalen worden gereed ge
maakt en zoo zal de werkman gelegenheid
vin. den .om zich behoorlijk te verkwikken zonder
dat hij tot een drankhuis zijn toevlucht be
hoeft te nemen. In Engeland zijn zulke
koffie. huizen zeer alggmee.it en worden zij"-druk
bc. zocht. Hier zal Bet weldra" evenaoo zijn. Goed
: ingericht zullen zij in de smaak van een groot
'deel van het publiek vallen en menigeen voor
de veïleidmg, die ds kroeg aanbiedt, beveiligen.
: De werkman heeft na den arbeid, dien hij
; des daags verricht, behoefte aan uitspanning,
en gezelligheid. En men mag niet vergeten
dat de drankwinkel tot dusverre bijna de eenige
plaats is, waar hij haar vinden kan, als zijn
huis hem die niet aanbiedt. Wil de maatschappij
voor volkskoffiehuizen hun dus te gemoet ko
men, dan zal zij er voor te zorgen hebben, dat
die koffiehuizen zelf aangenaam zijn ingericht, en
heeft zij zich er vooral voor. te hoeden den
werklieden den indruk te g'even, alsof die
kofJïehuiaen verbeteringslokalen waren. Waar
schijnlijk zullen een groot aantal kleine inrich
tingen in alle deelen der stad verspreid, meer
dienst doen, dan, enkele groote, op geruimen
afstand van elkaar gelegen. Een werkman die
de rérleiding van honderd kroegei^ die hij op
zyn weg voorbijgaat, moet weerstaan, heeft een
vasten wil noodig om zijn volkskoffiehms te
bereiken.
ten, welke billetten door de hoofden der ge
zinnen behooren te worden ingevuld, terwijl
op die stukken zelve de noodige inlichtingen
zijn afgedrukt.
' Met het terughalen .der ingevulde billetten
wordt begonnen l Januari 13SO en volgende
dagen.
Wij bevelen onze lezers zeer aan, gevolg te
willen geven aan de uitnoodiging van Burge
meester en Wethouder;; bij publikatie .gedaan,
om den goeden afloop dei; volkstelling te hel
pen bevorderen, door het tijdig invullen dier
billetten, opdat- de agenten bij het ophalen
geen oponthoud ondervinden, ook in het be
lang der agenten zelve, voor wie het in dit
Wintereaisoen geene benijdenswaardige taak
zou zijn, indien zij lang aan de woningen
moesten wachten.
Naar wij vernemen is de lieer J. A, Hazen
berg benoemd tot hoofd-inspekteur van politie.
Naar wij van wel ingelichte zijde vernemen
is niemand minder dan Professor J. A.
Alberdingk Thijm, de dichter van den
Nieuwjaarswensch, die door den heer Spoor in liet karakter
welk op de-zonderlingste wijze met.de woor
den wordt omgesprongen. Als één voorbeeld
onder velen noem ik het koor No. 3, welks '
tekst tengevolge der ruuzikals bewerking al
dus luidt: ?Denn mit der Freude FeierUange,
denn mit der F'seude Feie-rklange, oegrilsst sïe
dtys geliebte Kind, denn mii der Freude
FeïerMff>ng& legfüssi sie das geliebte Kind, bsgrüsst
sie, begrüsst sie, begrüsst sie das geliëbte Kind,
denn mit der Freude FderUange '~begrüsst sie
das gelieUe, begrüsst sie das gelieble Zind."
En aan het einde van hetzelfde nummei', waar
schijnlijk voor .degenen, die het nog niet goed
verstaan mochten hebben, nog eens: ?Denn
mit der Freude FeïerJzlange legrüsst sie das
geliebte Kind, begrüsst sïe das gdiobU Kind",
bij wijze van een refrein in een
vaudevillekoeplet. Een dergelijke herhaling van woorden
zou misschien verschoonïng kunnen vinden ten
opzichte van üïe gedeelten van het gedicht,
welke een lyrische ontboezeming bevatten, b. v.:
van Thomasvaer, den Isten Januari in het
Grand^Théatre zal woiden uitgesproken.
nO garte Sekmiicht, süsses
woorden kunnen herhaald worden', zonder dat
de zin gestoord wordt, omdat zij d«
onmiddelijke uiting van het gemoed zijn. Maar door
reflexies als de'hierboven aangehaalde te her
halen en uit haar verband te rukken, offert
men de woorden aan den muzikalea vorm op,
hetgeen, naar mijn inzien, een grove fout is.
Die beweert, dat de muziek zich alleen aan
eigen wetten en niet aan die van andere kun
sten binden moet, schrijve uitsluitend
instrumsnmuziek:
maar wanneer hij muziek bij
woorden schrijft, behoort hij zich te richten
.naar den zin en de logische volgorde dier
De rolverdeeling voor de GYSBRECHT VAN woorden, of hij levert een nieuw bewijs voor
AEHSTEL zal dit jaar hij de vereeniging: Het ae stelling van Toltaire: Tout es qui est irov
-\T .1 _ i _ .1 i m. i ? i i , i . , /. a . *? -c
Nederlandsen Tooneel in de Amstelstraat, af
wijken van die, welke bij vroegere
gelegenhemauvais pour être dit, on Ie chante,"
Een tweede fout van Max Bn;ch is, -dat hij
Wij herinneren onze leaars dat heden een
aanvang gemaakt is met het aan de woningen
der ingezetenen rondbrengen der
bescbrijvingsbilleten voor de volkstelling, door daartoe
door dea Heer JBargemeesfer aangestelde
Agenden werd gevolgd. Zoo speelt Mevr. KLEINE over het algemeen de naïveteit van Schiller's
voor JBadelock, de hr. Lcuis BOUMEESTEK voor gedicht niet genoeg in het oog heeft gehou
den &o<2e; SPOOR voor Oom Gos&w^n; de dames den. Solo's en koren zijn bij hem, met geringe
CHK. POOLMAN en S. VAN BIJDNE zeggen met de uitzonderingen, in breeden oratorium stijl
geoud-leerlingen der tooneelschool de reien. Aan schreven; streng en'statig gaat het werk ons
het zingen der nonnen wordt meer werk voorbij. Bij Schiller begint de Meester
eenbesteed dan vroeger. De ex-leerlingen der:voudig, natuurlijk, de wording der klok te*
tooneebschool zullen als nonnen beter zingen j vertellen. Bruch wil zijn' werk meer 'gomgoso
en zich waardiger gedragen, dan gewone j laten beginnen: er staat een Latijnsch motto
zwijger.den. ? j boven het gedicht; dat moet eerst oj> noten
gebracht worden! Bij hem begint het
klokkegieten met een groot koor op de woorden:
vïvos voco, martiios plcmgo, fulgura, frango.
Deze twee gebreken daargelaten, kan men
zeggen, dat Bmch er op enkele plaatsen in ge
slaagd is, den juisten toon van Het gedicht te
treffen en koren te schrijven, die uit een zui
ver muzikaal oogpunt beschouwd, zeer belang
rijk zijn. Het zal wel geen vermelding be
hoeven, dat dit vooral het geval is bij de
lyrische gedeelten van het gedicht, als : O Zarte
Sehnsucht (No. 5, soli en koor), Hold&r Friede
(No. 22, terzetto), en in het algemeen bij die
.gedeelten, waar de woorden de muziek als
het ware tot aich trekken, als rijpe vruchten
de vogels.
Behalve de Amsterdamscflé Zangvereeniging
en het Park-orkest werkten tot de uitvoering
dezer compositie mede: onze verdienstelijke
landgenoote, Mej. Gips, .die, tengevolge eener
verkoudheid, minder goed zong dan gewoon
lijk; Mej. Hohensehild, een alt met meer dan.
gewone gaven, die zich, zoowel door haar
sfcem als door haar voordracht, gunstig onder
scheidde; Lissmann, een baryton met prachtig
geluid, wiens voordracht echter bijzonder droog
is en eindelijk Dr. Gunz, de bekende tenoor,
die door zijn uitstekende wijze van zingen
vaak weet te verbergen, dat de 'tand des
tijds aan zy'n stem heefb geknaagd.
Naar wij vernemen, zal voor het
volgendAfdeelingsmuziekfeest de groote Mis in D van.
Beethoven in studie genomen worden. Een
Bij gelegenheid van het jongste
afdeelingsmuziekfeest der Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst alhier werd Das Lied pon der
Glocke van Schiller, op muziek gezet door
Mas Bruch, ten gehoore gebracht.
Op het schutblad van het Idaviernitreksel
dezer kompositie zag ik een krans met de
woorden: Dem And,enlcen Schiller's, en vroeg
mijzelven af, of Schiller reeds zoozeer in ver
getelheid geraakt zou zijn, dat een muziekstuk
als dat van Bruch noodig 'was, om des
dichters naam in het geheugen der menschen
te behouden. Het antwoord moest natuurlijk
ontkennend luiden, ja zelfs waagde ik het, in
stilte de profetie vit te spreken, dat Schiller's
werken nog als eerren aan den kunsthemel
zullen schitteren,, wanneer de kompositiën van
Max Bruch, die tot nu toe volstrekt niet ge
schitterd hebben, onder het stof der archieven
van muzikale genootschappen begraven zullen
liggen. En mocht er een tijd komen, dat de
mannen van het gilde der Cotta's niet meer
den moed zouden gevoelen de werken van Schil
ler te herdrukken; mochten zijne ?Sammtliche
Werke" ooit van de wereld verdwijnen, dan
zou toch de naam van dezen dichter nog we
reldberoemd zijn, al ware het alleen tengevolge
van zijn heerlijke, door Beethoven zoo schoon
gekomponeerde ode: An die Freude.
Intusschen staat het iedereen, al is hij geen
Beethoven, vrij, een krans te vlechten voor wie
hij vereert. Maar wanneer een komponïst, ten
einde hulde te brengen aan de nagedachtenis
van een groot dichter, een van diens werken
tot onderwerp van een muziekstuk neemt, dient
hij aooveel piëteit voor den dichter te bezitten,
dat hij niet het dichtstuk wijzige en verminke
ter wille van den. roiizikalen. vorm. En aan
deze faut heeft Max Bruch zich ten opzichte
van Das Lied Von der G-loeke in de eerste
plaats schuldig g&maakt. De tekstherhalingen
in ayn werk zijn zoo veelvuldig, dezelfde zin
nen worden, geheel of ten deele, zoo dikwijls
herhaald, dat Schiller's nai'ef gedicht een breed
belangrijke onderneming!
H. V.
Frauengestalten der griechischen Sage und
Dichtucg. Von Lina Schneider, Voi-steherin
des Victoria-Lyceums zu Köln, Leipzig, Ver-'
lag von L. Fernan, 1879. Prijs f 5.85 ;'in fraayen
stempelband ?7.80.
Mevrouw Schneider, in ons land zoo goed
en gunstig bekend, noemt dit boek ?dieLiebe
eines ganzen Lebens", en inderdaad straalt u
bladzij voor bladzij de dichterlijke bezieling te
uitgesponnen, langdradig werk wordt, in het-'gemoet, die niet anders dan uit de liefde "tot
'ton hebben. Het kan ectór ook "li-eel goed
-zijn, dat zij ia haar T«chtmatige
veromtwaar-dïgiBg 'haar kostbaarheden niet aaö -haar
mtdedingster -gegund eaa se met ziola in het
vochtige graf heeft -g-enomen. Dat Maat mij
ten minste zoo voor. Mijnheer Alleyne 'hééft
een heelen .tijd lang gemeend dat ik aijn vrouw
-voor hem verborgen hieïd, om iem voor aijn
schandelijk gedrag tegenover haar (te atratóen.
Maar 'Hj ke-nt ons, 'Fransche vsou-wen, niet.
- ïk BO'U die zaak wel spoedig bflgelegd hebben,
als K;J het aaai niij hadden o'vergelaten l Ver
leden week was Ka-rel weer hier, en-Terfeilde
mij voer 4e honderdste smaal- al 'die
fcijzeaiéèrheden van baar vlucht, en zijn naspotdagan
feetüigde, dat hij haar z<oo lief 'had, -en nooit
werfc-elijk kwaad''gedaan tod, en sprak over
?zijn berouw, zijn bidden en hopen. De traaaerc
;k-omen mij .in de oogen ais hij mij zoo
aanfl -oenfijfe vertélt van 'zijn Iherhaalde -teleurstel
ling-en. Arme man! hij is diiep te beklageia.
Iedere tengere dsyrae loopt iiij ma,
hopende'dat het Fee zal zijn, '
??steeds te vergeefs! Hij verwaar
?en zijn huis, -eB zijn oude moeder lijdt er
srer'schiikli-elijk onder.
By Mevi on w Balfour kan hij >ook asgn trso^t
met gaan zoeken! Haar man heeft iaar ter
stond naas het gehate Schotland meegenomen,
Ziedaai nu het dioevig eind Tan het Jfeveai
mijner fcfoefdeehtei ? voor zoover wsj weten
althans, t IB onnoodig u te vragen of gij
Bjisscüaen ook iets ^an liaar gehoord hebt,
want Hciteitoe denkt JOK± *anmi;j inL.cklïG%eii
te kiTjgen. Toch moet gy met al te
verwo.nde-pd zijn, als gij Mynheei Alleyae <eena on
verwachts voor u $êt staan, om ook u te
vervolgen met zijn eindelooze viagen. Bijkan
nergens ru&t vinden, en ik vertelde fceia hoe
belangstellend Hortense .naar haar gevraagd
had. Vergeef mij -dezen langen brief: G$
begrijpt -dat deze dmevige historie mij .geheel
serv-ult ; mijn gedachten viogen. steeds de pen
vooruit en da'o Jieeft mij missca-ien
.onheseheiden gemaakt,
-Ontvang, geachte Mevrouw,, .met arwe dochter
(de .betuiging, mijmer oprechte hoogachting.
AlTANBA
.Ea is dat nu waarlijk mijn eigen geschie
denis, waarnaar ik zoo ingespannen 'heb zitten
luisteren? Is die .ongelukkige zwerver, die
alle .kleine dames vragend aanaie^, werkelijk
?jaaijn Ka-rel, mijn a-ig&n. 'man? Is Eoijn overijlde
daad dan .ZOG heel verkeerd geweest ? Was
?die noodlottige -ontmoetiEg tusschen hem «n
Gonstance da-n 'waarl^k de laatste,? ïï«eft
Karel ML ai 'bijna z&s maanden om mij ge
treurd? Och, het is tooi alleen mijn
.doelgeweest, kern te bevrijden vasa .de .boeien, die
h&m fcneldea ? zeoals ïk -dacht. En dus
hebben -wij beiden geleden., zijn wij beiden
geigifcraift, -De woorden raa. ;dien goedaa Ds.
Her?foert komen 'mij' telkeas im de gedachten, -en
vervullen mij met .ga-ierend naberouwd Met
?v-ermetele ïaand 3aeb ik .den h-eilig&n band
'wil? die .ons voor God te zame-n
man ien vrouw ! En oas Mnd' ? Jaij^
kmd ? had ik voor hem wallen ? verneigen ;
feet <zau mijn. eeaige troost. zgn in mijn vrijt
willige ballingschap. W-el wexd lic in den
laatefen tijd gepyni^d «bot' <d* gedachte aan de
smart, die missükiea -esüS liet leven waö siijn
,kind /KOU verbitteren^ als het ««d
was o» jaiij--^aar KJ^Ü vader té vragen,
Helaas, helaas! Trotsehheid heeft mij zoolang
doen . zwijgen, en als- deze brief niet gekomen
was. zou ik misschien nog langer .kond en
hardvochtig gebleven zijn.
? En zegt ge nu geen woord, tindlief ?
vraagt Madame Lebrun eindelijk, verbaasd
over mijn stilzwijgen.
? Liefste Fee! zeg toch eecs Iets l roept
Hortense; zit daar niet zoo te droomen! Hebt
gij goed begrepen wat mama voorgelezen heeft?
Uw echtgenoot heeft u lief, hij is u trouw
geHeven en .zoekt u! Is dat nu niet heerlijk V
2oo sprekend komt 'zij' naar mij toe, knielt
naast mij. neer en slaat haar armen om mij
heen, terwijl zij mij in het gelaat tracht te zien,
dat Ik met beide handen bedekt heb.
? God is te goed voor mjj geweest! roep
ïk eindelijk uit', en een stroom van dankbare
tranen .geeft verlichting aan mijn ovevkropt
gevoel. Madame Lebrun heeft intusscuen de
kamer verlaten, maar komt weldra terug met
do kanten fichu over haar grijze krullen ge
bonden.
? Nu wacht ik verder van niemand "bevelen
af, zegt zij met haar kalmen glimlach; ik ga
terstond naar het telegraafbureau, en zend
berichten .naar Madame Grancour en naar
dien armen Monsieur Charles, als onae kleine
.Madame mij -zijn adres wil geven.
?Ik ga: met -u meej .zeg ïk-haastig; zooals
.altijd waanneer ik ontroerd en zenuwachtig
ben, verlangend om het een of ander te kun
nen doen.
? D,us zult ge .nu deze keer eens niet wijzer
willen zijn dan andere .menschen, jpetite
méchante, die gij zijt? .Zijt gij het dus met -mij
eens .dat mijn plan. goed is?
'? O.ch, .Madame, had ik toc'k maar eerder
naar uw raad geluisterd, ~dan was die "bittere
smart hem gespaard gebleven!
? Laat dit voor u beiden een les zijn, kin
derea ; gij z$> nog jong ea gij' zult er uw
voordeel mee doen, want uw beider hart is
goed. Gij hebt u niet willen laten raden, gij
dacht dat gij meer ondervinding hadt, omdat
mijn leven zoo kalm ' en rustig is geweest.
Maar ik beu zooveel ouder en ? wijzer, hoop
ik, al was ik niet wijs genoeg om u tegen te
gaan, zooals ik had moeten doen. Arme, lieve
Fee! Gij hebt zooveel uitgestaan.
Daarop sluit mijn hartelijke, trouwe vriendin
mij aan haai- hart, en spreekt mij moed in,
zooveel zij kan.
Op weg naar het telegraaf bureau hebbeu
wij echter weer een strijd samen, want ik gaf
mijn voornemen te kennen om nog dienzelfden
avond te vertrekken.
Madame Lebrun is vol bezorgdheid, spreekt
over mijn gezondheid, het gure weer, de ver
moeienis in mijn toestand, maar ? alles te
vergeefs. Een onweerstaanbaar verlangen naar
hefc huis dat ik beroofd heb van al zijn vrede
en geluk, drijft en jaagt mij voort.
? Welk een dwaasheid! zegt de flinke prak
tische Hortense. (rij verlangt naar uw man,
misschien is hij op het oogenblik te Parijs, te
Marseille, op weg naar Italië of ? Hei' in de
stad misschien om ons een bezoek te brengen,
en nu zoudt gij heengaan zonder iets van hem
te weten! "Wacht ten minste het .antwoord
op onze telegrammen af, lieve Fee!
De mogelijkheid dat Karel in de stad zou
zijn, treft mij. ^~ O, als dat eens waar -was!
Mijn hart klopt met versnelde slagen. Ik geef
o ogenblikkelijk toe. De telegrammen worden
afgezonden en wij gaau naar huis terug, om
op de antwoorden te wachten....
Hot is schemeravond. Groote houtblokken
knetteren en knappen lustig in het open haard
vuur- -Dichte'sneeuwvlokken vallen langzaam
naar beneden, zacatkens tikkend tegen, de
kleine vensterruïtjes. Het theeblad ? op mijn
dringend verzoek een Sugelseh theeblad ? ?
staat op tafel, en de geur van den
verkwikkenden drank vervult de kamer. Madame Le
brun, altijd even vlijtig ? zit hij den schijn
van het flikkerend vuur te breien. Ik ait naast
haar tusschen haar en het vuur, met mija
hoofd tegen haar knieën geleund, Hortense
tegenover mij, en de vlammen weerkaatsen als
dansende sterretjes in haar schitterende don
kere oogen; zij neuriet een oud Fransch liedje;
alleen het telkens terugkeerend refrein is ver
staanbaar :
Er is tot nog toe geen antwoord gekomen
op onze berichten, ea wij hebben onafgebroken
gewacht en geluisterd en gevolgtrekkingen
gemaakt. Plotseling weergalmt, het geluid van.
de rinkelende schel aan de huisdeur en ver
breekt de stilte. ?
? Het antwoord uit Parijs! roept -Hortense
en snelt naar de deur. die met geweld achter
haar dichtvalt.
Ik zit dood stil, met mijn geheele ziel luis-"
terend naar ieder geluid. Ik hoor buiten pra
ten. Daarop komfc Hortense binnen, en zegt
met een ontsteld gezicht:
? Oeh, mama, kom eens even hier; daar is
iemand om u te spreken. '
? O God, wees mij genadig ! is 'de vurige
bede mijner ziel; o verluid Keg ik alleen:" Ik
weet het al, Hortense; weeë niet bezorgd : men
sterft niet van blijdsc'hap. Baar is mijn m.an!
Madame Lebrun staat op en vraagt: Heeft
hij ons telegram ontvangen ? Weet hij iets ?
? Neen, niets. Hij komt ons enkel een
bezoek brengen. Hij ziet er zoo ernstig en,