De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1880 4 januari pagina 1

4 januari 1880 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

ii a t iedcren Zondagochtend. uitgevers:'ELLEUMAN,- HARMS & C1. Kantoor: Eokïn 2. Abonnement per B/m. ... 60 Cts. fr. p.p. 75 Cts. Afzonderlijke Nummers , 5 » Advertentiê'n per regel 15 ' s INHOUD. 1880. ? GEEN BESCHERMING, .MAAS BELANGSTELLING. ?. tfEUILLBTOH: ?IH BB JOKD&Aïï", door --Justus van Maurik Jr. ? EEÏÏE BESCHULDIGING. ? STAAT-KUNDIG OVEBSICHT.? GEMEENTEZAKEN.- KUNST: 'Uit cie Maasstad.' ? LETTERKUNDE: Een drietal Novellen van Marcellus' Smants, door J. H. Högsing, enz, ? Nog eens ?Dienstplicht", door H. Th. Boelen.^- Blijspelen-uit de eerste helft der vorige en 't laatst der 17e eenw. ? STATISTISCHE EN INDUSTRIEELE MEDEDALINGEN: Japan's handel. ? Australië. ? OVERZICHT TAN DE EFFEKTEÏÖ1ARKT; ? ALLERLEI. ? INGEZONDEN. ? Brief van Prof. v. VI. ? Handeïscverzicht der Week. ? Burgerlijke Siand. ? Te Kuur zijnde woningen. ? ADVERTENTIES: Schouwburgen, enz. De lankmoedige Sylvester heeft zijn trouwe diensten . weer aan schrijvers en redenaars bewezen, en de sprong in '1880 is gewaagd. De nieawjaarswenschen zijn afgestoken; al wat groot en hoog heet in deze wereld heeft, gebogen en voor zich zien . buigen, want de beleefdheid was aan 't woord, ?de hartelijkheid behoort in lager kringen, te huis. De europeesche hoven hielden » receptie" en als de vorsten op "hun woord te gelooven waren, zonden de volkeren feest kun nen vieren, want bij geen der gekroonde i hoofden bestaat de gedachte aan oorlog. Vrede is Oe vriendelijke le'7S. ' Gelukkig behoeft men juist niet op de woorden der machthebbenden te bouwen om -te vermoeden,-- d*t iii -1880 'het1 zwaard inkle schede Zal. blijven rusten, "Er zijn steger grondslagen voor die verwachting aan -te wijzon. Daar heerccht in het algemeen .een gevoel van vermoeidheid, ? men heeft behoefte aan rust. Hoezeer de volken ook geneigd zijn zich te laten opwinden voor de eer der natie eji hun bloed te ;plengen ter williï van de hcr. s'enschimmen der huerschers, ook op dit geVbied kan de boog niet altijd gespannen zijn. iï)e oude wereld heeft in de'laatste jaren pp haar eigen bodem en in den vreemde zóó jveel gemoord, dat men het haar niet kwalijk ./mag nemen als zij voor het oogenblik zat 'is van blood, en zich een weinig ongerust maakt over de gevolgen der ellende en ver woestingen, die bijna allerwege in het licht treden. Frankrijk.... is herstellende, Duitschland is ziek, het.lijdt aan de gevolgen van overspanning. ' Oostenrijk staat, vooral nu het Bosnië en de Herzegowina met zich draagt, zeer onvast op zijn beenen. Ita lië is magerder dan ooit, en Rusland bloedt nit vele wonden. Behalve in het zich verjongend Frankrijk .gaan handel en nijverheid gebukt onder de naweeën van het zoo herhaaldelijk verbreken der inteinatkmale betrekkingen, en, onder den druk van het militairisme, dat de mingegoeden uitmer gelt en do gezeten burgerij tot wiet el prikkelt. De rust wel verre van een uitvloeisel te zijn van bepaalde "beginselen van regeeringsbeleid, die in de verschillende stat? gehul digd worden, is niet veel meer dan een noodzakelijk kwaad, dat de machthebbenden moeten dulden tot er betire dagen voor hen aanbreken. In de meeste groote Rijken is Je buitenlandsche politiek nog altijd het eerste en bijna -het ecnige,- ea wordt al het andere als aan -haar ondergeschikt beschouwd, Engeland onder het noodlottig be&tunr van den ijdelen en, avontuurlijk en Disraëli, thans gra'af van Beaconsfield, streeft naai machtsuitbroiding en vermeerderino vangiondbezit in aïle werelddeelen, Witar zijn vlag zich vertoont. De oude staatkunde wordt door de regeering gevolgd,, en zij deukt er niet lan, dat wat eenwen ? geleden aanbevelenswaardig was, het later niet meet zou kannen zijn. In plaats van - met het verloop van het getij de ba kens te verzetten, sluit Beaconsfield het oog voor het wisselen der-stroomen, en meent dat uitzetting van ,dé grenzen dpr kololoniën ook toename van Engelands grootheid zal zijn, Frankrijk bemint op dit oogenblik den vrede. Het schn'nt afkeerig van de buitenlandsche politiek, die zoolang zijn troetelkind en zoo dikwijls-zijn. verderf is geweest. De rampen eischten zelf beheei sching en zelfbe perking. De les, die het gehad heeft, was een gevoelige en de binnenland0che vijanden, die de republiek bedreigen, weeihouJen hiar van een streven naar roem en herwinning van het vorlorengrondbezit. De omstandigheden schrij ven het zijn. gedragslijn voor. Inmiddels di ilt het zijn leger en. als hét nchtendruod van den dag .der .wrake zich veitoont zal het blijken, dat nog altijd de buitenlandene staat kuudo de .hoofden en .hartea vervalt en de binnenlandsche, thaus zoo uitnemend betracht, slechts in den dienst der eerste staat. Duitsehland is de groote mogendheid van Europa, die de hoofdrol vervult, het heeft haar voor zichzelf geö'ischt en zal zich die niet, dan na een -nederlaag' in een bitteren strijd laten ontnemen. Voor een goed deel heeft .het bereikt wat het zoekt, doch het lieve vaderland kan nog vepl groo1 er worden. Al moge er vooreerst geen denkrn ain vcn overingstochten zijn, het proces der consoli datie is pas aangevangen en nog bij lange na niet voltooid.- Aan de eone zijde het wraakgierig Frankrijk, aan den anderen kant bet verbolgen Kusland, en verder het vrien delijk maar naijverig Oostenrijk, heeft het duizend oogea noodig om op allo gevaar dat dreigt of broeit te letten. Buitcnlandsche politiek is daar .alles, de binneulandsche wordt naar haar gevormd, . en speelt een ondergeschikte rol. De tarief- en spoorweg wet zijn slechts deelen van het groote geheel, dat Bismarcfc heeft in het leven geroepen, en met al zijn kracht als staatsman be schermt en verdedigt. Daitsehlands eenheid tegenowr de europeesehe sjotten, ïtfa den btrijd niet het zwaard vulgt de k<imp met beschei dende i echten ; een. wanhopige poging om het milittu.sme te handhaven,, dat de welvaart veiteert, maar niet gemijt kan worden dooi een &taat, die daarin zijn heil gezocht «n gevonden hpeft. Het zal het daarin moeten blijven zorken tot de maatschappelijke orde wordt verbroken en een omwenteling het nieuwe wegen opdiyft. Oostenrijk ziet reikhalzend naar het Zui den. Zyn tienjaarlijkse hè Ifgerwet werd na hevigen strijd weder vastgesteld. De liberale partij zwichtte voor het doel dat d e buiten landsche politiek beoogt. Aan den Balkan en de kusten der Middelland^ehe Zee liggen voor dez^n Stiat de gouden bergen. Uit breiding van grondgebied, vermeerdering Tan bevolking, vermeer dei ing tt-vens van schuld en een rijke oogst \an onoplosbare kwestietussehpa de verschillende ra sseu, die di>el uitmaken van Frans Jozef'b rjk, zjn zaken waarvoor deze Staat, gesterkt door een vriendelijken handdruk van Bism-trck en geprik keld dcor een b^goeiigCD blik van lïnsland, zich ?gaarne opofferingen getioost. Rusland heeft hot oog van Turkije niet afgewend. Al wat Azië betreft, wekt zijn belangstelling ., . Haakte kt? u n'hilismr het ,der Regeer in_j niet lastig en bezorgde de ledige schatkist haar geen bange oogenblikkeo., zij kon a,m mets anders daa aa=a veroveringpn denken. Overal heersenen de oude tradities, wer ken de oude beginselen en waar zij minder helder ain het licht treden, zijn het slechts de omstandigheden, die ze vooi het oogenblik naar den achtergrond dringen. De groote monarüiirfn streven naar marhtbvoitoon ; bo ven het welzijn dei individuen stellen zn den ghns vis den Staat als .vloediijkiiehram. De volkeren, na een reek5 van bloedige o^rlogKn uitgeput en afgemat, koestelen een weeizin tegen nieuwe stirjdtooneek>n, ?miai terwyl zij zich in den tijd dei rast herstellen en df vruchten yan hun arbeid verzamelen en besparen, vormen 2ij nieuwe kapitalen vour de dagen der toekomende verwoesting en inmiddels rijpen de km pen tot jongelingpn en mannen, waaruit de lichtingen zullen worden &amengpstpld. Daar is geen twgfel aan of dn ru«t die in 1880 Europa schijnt te zullen heersenen, ib ^lecktri epn tijd vin voorbpieiding tot nieuwen stnjl. Zoolang de beschaafde were'd bestaan nee "t is zij vol geweebt van politiek-; kwestieb, d^e alleen met het zwaard konden worden doorgehakt, en tpgenwoordig zijn er misschien meer kwesties van diun aard, dan ooit te voren. Evenals op wetenschappelijk gebied de oplossing vau h"t eend vraagstuk ons p!aafcst voor een andei' daarachter verscholen probleem, zoo giat h^t ook" op dat van het internatio nale evenwicht. En wie wept of dat niet steeds zoo zal blijven, daar achter al deze kwsties een tamelijk onuitroi ibare menschplyke eigenschap steekt. Het egoïsme en di3 ijdelheid, aan _de natiën evenzeer eigen als aan de individuen, spot met alle logica ''n vei zekert a in de troonopvolgeis der vern toekomst, en niet minder aan de volkeien. die het zonder troon meenen te kunnen stellen, een heïrleger van nieuwe vraag&tukken, waarvoor men te gelegp-nertijd met vreugde het zwaard in bloed zal doopen. Gelukkig de kleinere staten, gelijk ook Nedpilaud, die g en gelegenheid bezitten hun ijdelheid bot te vieren. Bij g°hrek aan glorie en volkomem verstoken van het voor uitzicht oni verovfiingen te maken, vinden zy in hun zwakheid hun kracht. Tot schade loosstelling hebben zij hnn politieke kibbeleiijeu, hun kwesties van bïnuenlandsche stadtkunde, die zij ah zeepbellen, opblazen, tot het heele werelden schijntn : ?een tijdluovend, maar geeti bloedig vermaak, 't Zou dwaas zijn hun dat te mibgunnen, onbillijk .ach er al te zeer over te vei toornen ot aan te ergeren: het gpkrakeel over binnen landsche politiek, hoe geestdodend ook, brengt ten minste het leven der burgers niet in gevaar. Wat Nedeiland betreft, we mogen aannflmea, dat gedurende 1880, even als de buitenland'clie politiek elders gedeukt gaat onder geleden nedei lagen, bier de binnen landsche niet bijzonder roerig al zijn. rTa de kiibis van 1879 gevoelt ons volk brahoefte aan rust. ï-Ta het gcschnrmutsel wenscht hot kdlmte en. Yer°ta,ndigen gezetten arbeid. Het heeft zooveel staatkundige redevoerin gen pn bebchóuwingen niueten slikken en veitpren, dat het wezentïijk naar daden ve'-langt. Do tepkensn des tijds zijn gunstig. Het kabinet heeft glansrijk den eersten stoot doorgestaan, het heeft vertiouwen gewekt, en den uoodigen steun gevonden. Aan plannen ontbreekt het niet. Verschil lende vooidrachten zijn ingediend of aange kondigd. Wanneer onze volksvertegenwoor diging baar tong een weinig in toom weet tp houden, kan er veel goedb tot stand wor den gebracht. Het zou onbillijk zijn, te be weren, dat onze 2de Kamer nooit zulk een overwinning tip zichzelf zal beh'len. Dat zij het donn zal is onze nieuwjaarswensch voor 1880. Het adres van scheepsbouwmeesters en reedei 0 aan 2. M. den Koning, de^er daopn in de dagbladen incegedesld, wordt gekenmeikt door een gepst van bezadigdheid, die waaidepring verdient. Immers wel ven e van de vrijheid van handel en "bedrijf de &ch 'ld te gpven van den achteruitgang der scheppvaai t, begint het met de rondboistige verklaring, dat het beschermend stelsel de oorzaak is geweest van een eenzijdige ontwikkeling der handelbbewfiging en de beurtvaait op Indië de energie heeft gedood en ook voor den scheepsbouw dp gionrlslag van een mgezonden toestand was gewerden. Mededinging ontbrak en hft middel tot vei betering was afwezig. Onder zulke ^eg-ivens Is het te veiklaren dat de ned-srlandsche seheepsbouwmeebtprg en reedeis, bij een betickkelyjk snelle wijzi ging der toestanden, weldra over achteruit gang van hun bedrijf moesten klagen, en da,t er een tijd verloopen moest eer zy met het buitenland weder in konknrrentie kon den treden, Langzameihand is er verbetering in dien stand van zaken gekomen. sEeeders en scheepsbouwmeesters," verkla ren zij, »zijn,tofc de ervaring gekomen, dat de schepen in Nedeiland gebouwd, zoo in hunne sanipn stelling en soort van materialen, dils in de eibohtn ter goede zeevaart, 'bg die uit den vreemde op voorkeur mogen aanspiaak maken, teiwyl d»1 kosten van aan bouw brj gelijke eischen niet huoger zijn; wat echter de stoomschepen beueft, zoo binft de beduidend langere duur van aan bouw, en zulks om redenen van zeer onge lijkmatige en weinige vraag, een soms on overkomelijk bezwaar. Ook in de ko=-teu van beheer en uitrusting der schepen hebben de nederland.iche leedeis zich op zoodanige v?rbeteiinyen en bezuinigingen toegelegd, 4-it op indirect voordeel beschouwd, zij debwegen bij den vreemden niet achteisUan." Onder gelijke omstandigheden zouden zij kunnen wedijveren met het buitenland. Doch de omstandigheden zijn in het ge heel niet gelijk. >In de meebte Rijken geniet de handel den sterksten steun der Regeeiing; by" som migen onk "chpppsbouw en reedeiij; in Amerika en Fiankrijk door ^tienge fiskale maatiegelea, in Duitschland door steeds on gunstiger tarieven voor de omliggende E ij ken; en Engeland, dat wij ons zoo gaarne ten vooibeeld stellen, heeft, gesteund ,door de welbekende kracht zijner nationaliteit, ook door afbchamng van den accijns op de suiker, dat belangiijk Javaprodukt, zoo noo dig voor g^heele of gedeelt* lijke belading der schppen naar onze hriven-,, meerendeels naar zich toegetrokken." De opmeiking is juist en nictb zou vergeeflijker zijn, dan dat de adressanten, allen belanghebbenden bij bescherming, alleen door hun eigen oogenblikkelïjke behoeften geleid, op een gelijksoortige bescherming aandiongeu. (j-elukkig echter doen zij dit niet. Inte gendeel, zij verklaren niet te zullen aan dringen op die besehermende maatfegelen waai van de gevolgen door hen niet zijn te overzien, of waardoor mogelijk, wat eenerzijds werd goedgekeurd, anderzijds niet te berekenen nadeelen zoude ten gevolge kun nen hebben en bepalen zich daarom slechts er toe, 2. M. »onder verwijzing naar den ein&t der tijden en drang der omstandig hè-' den," met den meesten eet bied te verzoekpn, dat zoo spoedig mogelijk gevolg moge ge geven worden aan de nog niet tot uitvoe ring gekomen voorstellen der kommisbie van. DOOK J JUSTUS VAjN' MAURIK Junior. 'fc Dooit ? zonder eenigen twijfel, het dooit, en 't is een doorgaande dooi zooals de menschen zeggen, want de thermometer rijst voortdurend, en de wind blaast met kracht, uit 't zuidwesten,., terwijl de regen neêrplast en de sneeuwkorsten.. van de straten spoelt. Berg geruft uw schaatsen op, gij liefheb bers, die niet gevleugeldeii voet over den Schin kel of de gladde baan der ?skating club" .sneldet. Zet uw ?hiete melk" van 't vuur gij juffrouw, die 't ouderwetsche koek en Koopje .houdt, en berg de brandewijnfiesch op o! kastelein, die in den winter, aan. Y of Amstelboord verlangend naar ijs uitziet. 't Is gedaan met het vroolijke ?leg ereis aan! Leg ereis aan!" Als met een tooverslag is-alles weer stil op de gestolde wateren en binnen eenige dagen zal er van de banen en baantjes in de grachten niets meer te vin den zijn dan enkele hoopjes vlottend stroo, of een afgedankte besera die treurig en lang zaam wegdrijft tnsschen de papperige massa ^:: ;,.;u:~l..v<tL Ijfc -?-?"?? \\-ilon zien met ieede o-;;::-1"-1 --'\?:i''omdat se is h^i -\var;;;3 rfcï'j'f-S'-.'V. ^u-okt-'ï!, koudoen whsd tro^KV:;;- -Is a^npjijarae zijde \a,ii cle >;;:-..-', ke',-i:.eü- ? vallende regendroppels, omdat, als scheepvaart en zeehandel niet langer gestremd zijn, voor hen de geesel der armoe minder scherp wordt. De liefdadigheid der burgerij deed en doet ?nog steeds wat mogelijk is. Er wordt veel geld gegeven, maar er is ook ontzettend veel noo dig, De burgemeester die zich bereid verklaarde de bijdragen der ingezetenen te ontvangen, maakte telkens met. vreugd in de bladen mel ding van- ingekomen giften, maai er i& noQ altijd niet genoeg, want de nood it> gioot. De meeste meuschen weten niet hoe qioot' SlecliH enkelen zijn in de gelegenheid zich persoonlijk te overtuigen van den toestand, waarin zich de lagere klasse bevindt. Wist men meer algemeen waar en lioe tZ'e duisenden behoeftigen leven, men gou zeker nog milder zijn. Wilt ge u zelf eens overtuigen, van de waaiheid mijner bewering ? gofidgci.i'sc'ie le^erofleze res ? Ga dan met mij mede en,zie eens om u heen in de plaatsen der ellende waar ik u brengen aal. Heb geen zorg dat qe uw lijn toilet of uw keurigen jsis.zult bederven op de modde rige trappen, onzindelijke portalen of armza lige -woningen die de -leden" der Kommissie moeten bezoeken. Zij tjaan in werkelijkheid, gij slechts in den geest; blijf d as yfiust achter den snorretiden kachel zitten en vlei u in' uw genmkkelijken "stoel. ?wv-i^---.^.^ TC.K-;-r1--- * n M den m ~"i ütaa'-'^eu^üH'. .M.^&A';1 ? > , ' J "' ^óör o;is r.;t loop'-'; ï.-,vcc i f ??? ^ p l > r' e j de cea ht;udt een VT-,'!iA ^ u c m ile in ^ en ;;'. 'iïïdwre. (is ?^\-.'f, -:") ^t n ? s siüfi.u "''c;-,-,o::iliendemf.-"i: o n.::." ^i ^n "-, -<\ ? ou \e , ?Buurtje" zegt de eene vrouw, moet uwes ouk niet naar de gift ? als je maar zoo'n. pampier van 't stadhuis haalt, dan ben je klaar." j rOch juffrouw Bonk," valt de ander, een ar-' moedige, doch zindelijk gekleede -vrouw haar in de rede er bennen men^chen die 't har der noodig hebben dan ik, men man verdient Goddank nog wat.3' ,,Ben je mal men^ch, dat doet er ook wat toe, hial er vdii wat jVr van halen kan, ik ben er kwiek hij geweekt en 'k heb wat gekreqen ook, n' mooie wollen deken on een iiksdaakler." ?Och kom V" ?Ja, maar'k heb ook alles w at 'k nog had wegse^opl- zie je; men latafeJ sKiat nou nog op de vlifcring bij Jan ? -we hr-bben een paar dagen zou rtu^r up 't nakende ftiooi gelegen, want 'k\tittnkt wanneer die heeren kommen zouen ? die dikke is bij me geweest, ? die daar loopt? nou gaan ze 't gangetje m daar ? en zij wijst met naar hand naar de twee heeren die bezig zijn de arm-en die om onderstand hebben ver zocht, te beroekpn." ,,Maar juffrouw hoe dorst je 't doen? en je biljet dan, dat moot toch ^pteek^ud worde», door bekende menschen die je aanbevelen." ?"Wel nou toni an, 'k dacht jf keper: je haalt je pimpicr en je laat er je huisbaas op teekenen, die ayn belang is 't ïmmeis dat je wat laijgt, \an wegens de huur." De andere knikt toestemmend, fprwnl ?f ook gekregen van den Kommissaris ? maar die heb 'k maar verpatat voor een dubbeltje, 'k lu&t ze niet en mijn man ook niet." ?Hoe is 't mogelijk dat je 't hebt durven doen? tnet 't biljet." ?Och Heereje! er bennen zoo'n boel die 't doen, diar heb je na-v^t"mijn boven; diar woont een man, die verdient goed £pld, die heit 't ook gedaan, maar die was mei gooohem ge noeg, daar bennen de .feeron achter gekomen en toen gaven ze hem een complement in plaats \an centen, ha! hd,! ha!" Wij- laten juffiouw Bonk haar lachlust bot vieien en volgen ongezien de heeren der commissie, die een dwarsgang zijn ingpgaan, en voor een armoedig huisje stil houden. ?Woont hier Albertas van Dmgelen!" roept een hunner aan de voordeur. Boven wordt een deur opengedaan, een flauw licht beschijnt de "bovenste treden v&n de trap, en een zwakke stem antwoordt: ?Jawel neeren! komt uwé's boven, maar pas op de tiap, want die is gammel. 1) Op gevaar af van een of ander lichaamsdeel te beschadigen, klimmen de heeren de afgesle ten ti eden op en tredpn een kleine ach*-erkamer binnen, waar een man en \rouw met een klein meisje bij een rookende kachel zit ten. Een warme, >iezf lucht komt ons te gemoet ah wij volgen. Geen blind paard kan in dat vertrek schade doen; een bedstede met i t v - , , ,«',, T. !«It^'-U"\ CPU p? 13 Ü 'J-, S1 i,.kïifï\ed'i glsa'Sfiki**' m*-1 \v<i1 Kosrrrsu cis "hoïiia'-Mi al \ fiui^if'fi,ï a~f Ff.' ir-'ta. 't t aar ^e'iior u ikf1! en bac-b1- oo C-^JL oude i. i % i a L i~\. MÖ 'u.^ ^-lïl JL/ïn^U"-tT\ 1% SG'-l gebrekkig, zijru rechterhand is geheel % erdraaid en stijf, evea als zijn rechterbeen. ?Ben je zonder werk?" vraagt een der heeren. ?Om u te dienen, ik kan niet meer werken, van wegens de rimmetiek in. men band en men been." ?En men man's rechteroog is ook weg hee ren !" valt de vrouw in ?Zoo, hoe komt dat ?" ?Ook al van de rimmetiek en de zc-nmvé zinlienskoort&en die ik gehad heb. Yioeger kou ik met Gods hulp men brood verdienen. met sckoenraaken, rnaar toen ik zoo gebu'kkelyk werd ging 't niet meer. Later heb ik de ko=t opgehaald met «jouwpn en HJÖL bokking^ te loopen, maar nou is 't uit van wegens men boen, ? ja Ti1* wat te zeggen heeren, als 'u meiisch werken wil en niet kan, 'k piuVer nou of ik een lap op men schoen kaï; jt-ften maai 't Inkt met." ?Kan ,-je niet in de bedoeling komei, IJ ' ^ ( tlagt op medelijdenden toon de dikste LJI-I, terwijl hij deii rook van zijn sigaar alsdcsinfec-fiemïddel door aijn neus laat gaan. ?Gun&t neen meneer," valtdevrom\ li.\j\.r->> 'man is pas vijf en deitig jaa'-, v * lpj,i. allebei veel te j on g-. Och! we hebï e.1 *r > 't hoofd boi en water gehouden al &> c .L': ? a i ga nog ,if en toe een paar dager. ;'. (,e v, r uit schoonmaken, maar ik ben oo'ï iu u-< begrijpt er komt niets dpgelijk1^ Li j ' man is 200 hulpbehoevend, clat "r , ; ü p i^ji'i* Ui.1- b'i i ,,yf'_ -'c1 e's Cc "?'.,_ i | wet T^'.' ?Ti, h \>f ' J<-1 h -n^te '"i^ &<vri /TM ^ -t-, ö ??* i , !s«aS i ^di aicuear, ^s teH

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl