Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAM M-S
W E '& K B L A
TOO B N E D E K L A NB.
doener der rnenschheid, terwijl B. zich. ernstig
bezorgd maakt over het lot van de schatkist,
De kwestie was ditmaal zeer eenvoudig en
iet -voorstel weinig omvattend.
In enkele gedeelten der nieuwe stad wordt
het Liernurstelseïtoegepast, doch op gebrek
kige wijs. Zal men nu dit stelsel voor die wijken
Handhaven, enkele nabijgelegen straten ook
"bij het net der Liernurbuizen doen aansluiten,
den gebrskkigen toestand verbeteren, ? of
het stelsel geheel verlaten en een ander of
geen stelsel daar toepassen? Met den besten
wil ter wereld kon men aiet anders besluiten,
dan men na liet driedaagsch debat gedaan
heeft, al ware het slechts omdat de onkosten.
dit Llernur" reeds veroorzaakt heeft, doelloos
zouden worden, als ffltn dat stekel prijs gaf
en men tocli niet wist waardoor men het
ver?\argen zou. Een proef zal nu naar de rege
len der kunst "genomen worden en eerst dan
zal Bien met kennis van zaken het stelsel
kunnen veroordeelen of aanprijzen.
Deze praktische kwestie, die al zeer eenvou
dig mag heeten, werd van het eerste
oogen? blik' af verduisterd door, begraven onder de
wetenschappelijke redekavelingen, waartoe de
meeste sprekers zich verleiden lieten. De Hygiëne
moest dienst doen. om Liernur een voetstuk te
verschaffen voor zijn beeld of om elke basis
daarvoor weg te nemen. Wie, behalve natuur
lijk c e professoren in de hygiëne ,die daar heel
bijzonder in thuis zijn, durft iets op grond
der hygiëne voor of tegen liet
Liernursstelsel te' verzekeren ?
De monden zijn ten derden dagen tot rust
gekomen en liet onvermijdelijk besluit werd
genomen.
de Schreijerstoren, in de onmiddelijke nabij
heid van een reeds bestaand telegraaf kantoor,
het zoogenaamde Semaphorekantoor der
Ainsterdamsche Kanaal maatschappij.
Met een oogopslag kan men zien dat dit
kantoor beter geplaatst wa're op of bij de
Kieïiwniai'kt, waar het zou liggen in het
middelpunt van een zeer bedrijvig kwartier,
waardoor het publiekbelacg gebaat zou zijn
en liet kantoor ook betere rekening zou maken,
dan op de tegenwoordige plaats, een paar
huizen verwijderd van een konkurrerend kan
toor. Oppervlakkig beschouwd zou men bijna
gaan geloover., dat deze plaatsing ruiet ge.koaen
was om konkurrentie te voeren, maar behalve
dat dit beneden de waardigheid eecer
Kijksadministratie KOU zijn, zullen toch zeker, vooral
bij den tegen woord! gen toestand der financiën,
's lands gelden niet bestemd worden om
partikuliere ondernemingen te dooden, en zulks
nog minder met middelen waarbij het publiek
belang wordt verwaarloosd. Op de begrooting
voor 1880 is onder het hoofd telegrafie uitge^
trokken ?1,435,000 in uitgaaf en ? 846,600 in
ontvangst.
Op eenen tak van dienst waarbij jaarlijks
een tekort is van ongeveer 6 ton gouds, zijn
zeker geene gelden disponibel voor de oprich
ting en exploitatie van konkurrentie-kantoren.
Men zal hier dus hebben te denken aan ver
keerd inzicht, cafc te meer te betreuren is, om
dat de kosten van dergelijke proefnemingen
niet betaald worden door hem die de fout be
gaat, maar ten laste van 's lands schatkist
komeu. (Ingebonden.)
Gelijk te verwachten was is thans de heer
Ta-k door de liberale kiesvereenigingen hier
ter stede ;ot kandidaat voor de tweede kamer
gesteld, lleeds bij een vroegere gelegenheid
vestigden 'vij de aandacht op hem. Even te
voren was -ie door hem zoo kloek verdedigde
kaa-alenvrei vemc-ïpeB, en reeds toen zoo. aijn
kandidatuur zeker gesteld zijn. geworden, had
, de heer Tak fcelf dat gewild.
; Thans kaïij het niet anders of hij moest de
; aangewezen j^rsoon zyn. let ministerie waar
toe lïij behüs-de, is heengegaan, en een man
als Tak mag ia ministerie of kamer niet
ont, breken. Hij wovdt daar heen gezonden door
; de hoofdstad, eensdeels om dat zij een schuld
van dankbaarheid wil kweten, anderdeels de
wijl zij in hem een man ziet, die handel en
??nijverheid het krachtigst kan verdedigen.
In onze dagen v«m hoogere en lagere
poli-r tiek, doet, gelooven ^,-ij, Amsterdam verstandig
iemand af te vaardigen, die zslf verzekerd
heeft geen roeping te gevoelen dit ministerie
|'te beshijden, maar die niet behoeft ta, ^
erklaren, daèhij een praktisch man is, die niets
liever dan de opbeuring van de kwijnende
.'?? .jjjheepvaart, handel en nijverheid begeert.
Met zeldzame eendracht draagt Amsterdam
hem op haar te vertegenwoordigen; dat Tak
?' op loyale wijs dat m?.uu:;at z&i vervullen, be
twijfelt "niemand.
Yoor den gemeenteraad werd de Heer
"Wurfbaïn kandidaat gesteld, Burg Oplicht en
Grondwet bevelen hem aan als een;t:undigen
? ijverig man. ;'
'??
geacht worden allen blaam daarvoor op de
direktie te werpen. Er was een tijd, dat
diezelfde direktie, die nu door zoo velen tot
den zondebok wordt gemaakt,én voorbeeldïgen
ijver ontwikkelde nu is mogelijk haar
ijver niet minder groot, doch zij mist den steun
van nen, die in de eerste pl'aats geroepen waren
haar die te verleen en. En weet ge sedert
wanneer haar die steun ontviel?" Sedert velen,
buiten wier roeping en buiten wier werkkrog
het lag, hun belangstelling- niet bepaalden tot
het tooneel als oodaoig, maar die ook uit
strekten tot de hïstoire des coulisses.
Daar moet de kuiisilievende leekenwereld
buiten blijven. Y/anneer men er op let v/elke
krachtige pogingen gedaan zijn en nog gedaan
zullen worden om den Duitschen opera in stand
Te houden. Wanneer men er op let hoe daar
entegen in ue jongste vergadering van de
aubsidianten-vereeniging van den Holl. Schouwburg
als eenig middel tot instandhouding van het
tooneel, besloten werd pogingen aan te wen
den om het aantal suUddianten uit te
breizoader dat van die pogingen tot nog
en dat, ten slot te,
toe iets merkbaar
Rotterdam de treurige eer geniet, de eenige
van de drie groote steden des lands te zijn,
waar vaa gemeentewege niets, letterlijk niets
voor het nationaal tooneel wordt gedaan
wanneer men op dat alles let is het dan
overdreven de toekomst van dat tooneei don
ker te achten?
'Rotterdam, 26 Dec. 1879.
De weldaden door de gemeente Amsterdam
aan het tooneel bewezen behoeven do
MaasNieuwe Museum, 't l^oordzeekanaal en de
Nieuwe Brandweer, zijn zoowel, wat teekening
als uitvoering betreft, ware meesterstukjes.
Het geheel is zóó schoon, dat we ieder
toewenschten liet gezien te hebben. Den vervaardi
ger zoowel als den ontwerper komt den koogsten
lof toe. voor dit monument als kunststuk, dat
l meter breed en 1.15 hoog ia.
Bij de firma van Munster is ter perse een
dichterlijke bewerking van La grève des
forgerons van Coppée door J. L. Wertheim, be
kend door zijn vertalingen van een episode
uit jHortzce, van De iverkmcm eii De afwezige.
Naar men verneemt laat zijn nieuwe arbeid
al wat tot dusver van Coppée in onze taal is
overgebracht, ver achter zich.
stad niet jaloersch te maken.
RED.
. -. Algemeen wordt de opmerking gemaakt, dat
.Ie administratie van de Rijkstelegraaf zeer
j no orde e] kundig te werk gaat met het plaat
sen der hulpkanloren hier ter stede.
Zoo is een hulpkantoor geplaatst aan het
einde der P. C. Hooftstraat. Ware dit ge
vestigd op het Leidscheplein dan zouden de
bewoners van de P. C. Hooftstraat,
Vondelstraat en Overtoom nagenoeg gelijk bedeeld
zifn, terwijl de Leidschestraat en een groot
gedeelte van de daarop uitkomende straten
en grachten er dan ook gebruik van konden
maken.- Evenzoo is er onlangs een hulpkan
toor geepend aan de Prins Hendrikkade bij
Niets nieuws, waarde heer Redakteur, onder
de flauwe Decefnberzon hier te Rotterdam, ten
minste voor zoover zij het kleine gebied be
schijnt, waarop de beide schouwburgen zijn
gevestigd. Ge weet, dat zoowel dat wat
wij hier den grooten schouwburg noemen
zoowel als de met meer juistheid zoo ge
noemde kleine komedie," .beide in
exploitai ie zijn bij de direktie van de Sotterdamsche
Schouwburg-Vereenïging, Le Gras, van Zuijlen
en' Haspels. Die exploitatie van twee schouw
burgen heeft niet slechts ten doel de konkur
rentie van buiten te weren, maar ook om een
terrein te hebben voor de ontwikkeling van
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op
de voorstelling door den Deutscher Verein
aanst. Donderdag in den schouwburg van dea
Heer van Lier te geven. Wehl's klucht: Ein
modernes Verhangniss en Kipper's Fidelia
zullen worden opcevoerd. De -]ielft Qer op
brengst strekt ten bate van de armen der
hoofdstad, de andere helff ten bate van de
noodlijdenden in Silezië.
In de Kommissie ter inspektie van rijksge
bouwen, wier herstelling door het rijk geheel
of gedeeltelijk "bekostigd wordt, is voor dit
jaar in de plaats van Jhr. Mr, Tictor de Stuers
Prof. Giigel benoemd.
Yan de 57 beeldhouwers die modellen hebben
ingezonden voor het ttandbeeld van abelais,
waarmede het stadje Ghmou haar recht als
geboorteplaats van dien dichter wil
eonstateeren, hel>ben de meeste hem zittend afgebeeld,
POOR
MARCELLUS EMANTS.
het zoogenaamd draken-element, wat, hoe men glimlachende bij de een of andere satiriek.
er ook over moge oordeelen, in den regel het phrase die aan zijne pen ontvloeit. Weinige
geldmakend-element schijnt te blijven. modellen zijn staande; een van deze, en een
Een enkele maal slechts wordt dat reper- Yan de beste, heeft liet gewaagde denkbeeld
toire in de kleine komedie door een tooneel- uitgevoerd, van Rabelais boven op een der
werk van beter allooi afgewisseld, vooral op torens van Chinon te beitelen, en hem zoo
avonden wanneer de groote komedie voor de straten en menschen te laten in oogenschouw
Hollanders" niet beschikbaar is. In weerwil
van die twee tooneelen, welke de direktie ter
harer beschikking heeft, oi mogelijk ook juist
daarom, bracht de maand 'December niets
Parijs heeft zeven nieuwe
teekenn voor meisjes geopend. Zooals men
nieuws, wel een drietal reprises. Ia de groote j weet is eerst kort geleden het teekenonderwij
komedie waren de speelavonden gewijd aan de j jn Frankrijk verplicht gesteld.
Roofvogels en Dr. Klaus, twee tooneel werken l > .
waarmede de Rotterdarasche tooneelisten een
welverdiend sukees verwierven en drie repri
ses : De Armen van Par-i/s, De Bemoeial en
wat de volbloed Amsterdammers, die vader
Judels in die rol toejuichten, goed zal doen
nu heden avond Een Bankbillet van duizend
gulden; ik meen dat dit bier een eerste op
voering is. W. van Zuijlen speelt de kruiers
rol. In de kleine komedie prijkte Deborah
"Wij tebbeii de gelegenheid gehad om het
geschenk j dat door de stad Amsterdam aan
1ÏL MM. de Koning en Koningin wordt aan
geboden, te bezichtigen. Het is vervaardigd
onder leiding van den heer P. van Santen Nz.,
Paleisetraat alhier, en verdient ten volle den
aam van een meesterstuk van goud- en
zilVersrn eedkunst.
Een prachtig bewerkte zilveren coupéver
groot sukces van Catharina Beersmans - ab >heft zich gedragen door tritons, op een
voeteen parel tufsehen De Twee Weezen en De
Oude, JKleerJeooper. Ge ziet het, rijk in afwis
seling was 't repertoire van December niet en
zeker zou de tijd aan het instudeeren van De
Armen van Parijs en vooral aan De Bemoeial
besteed beter aangewend zijn geworden in het
voorbereiden van De Vossenjagt en De
Tortelijes, twee oorspronkelijke werken respec
tievelijk van G. J. Kolft' en Mr. M. A. Maas
Geesteramis, waarvan de opvoering weken
achtereen werd aangekondigd. B.ij die
aaakondiging is het tot nog toe gebleven.
stuk van zilver, afgewisseld door gouden or
namenten, Handel, Nijverheid, Scheepvaart en
Kunt t, voorgesteld door prachtig bewerkte
en keurig geacKveeerde vrouwenfiguren, op
heerlijk schoone pedestallen omgeven de groote
coupé, terwijl gouden zeepaarden, door tritons
bestuurd, aan de vier hoeken geplaatst zijn
en zich in fijn geslepen kristallen schalen weer
spiegelen. Men weet waarlijk niet wat 't meest
te bewonderen,, de keurige lijnen en vormen
der beelden, het schitterende email, het matte
een isan is 't erg maar voor een vrouw bah!"
en met kracht snijdt hij een stuk van 't houtje.
Kou ja we weten 't jij bent een fiemelaar
antwosssjt de siordige vrouw, maar al lieb ik
niks vast de heeren gekregen, de kommissaris
gaf wel, die let er zoo niet op."
Wis .en waarachtig wel, valt de man haar in
de reden ! Als ie 't maar wist. maar als je lui
komt lamenteeron en zoo'n man heit 't druk
in. zen sectie, dan geeft ie temet wat om van
jelui af te -wezen ttisschenbeide bennen die
reserseurs ook niet op de hoogte, al doen die
mensehen derlui best, daar heb je nou achter
boven op mijn trap, woont een ouwe vrouw
van 88 jaar, die is ook naar den commissaris
geweest en wat denk je dat ze gekregen heit."
Nou?"'
Een gerezen roggebrood, de ouwe ziel
kan 't niet eens bijten want 'ze héft geen en
kele tand meer in den mond. 2e heeft 't ver
kocht voor vijl centen."
Ha! ha! na! lachen de vrouwen,,-en de be
jaarde zegt: zoo is 't meer gegaan, naast
mijn woont een man dïe vijf kinderen aan de
slechte mazelen heit liggen, die hebben ze vier
pond meel -gegeven, hij kan toch die schapen
geen enkel meel geven, 't Is schande.
Dat moet je niet zeggen vrouw" antwoordt
de man van 't houtje weer. 2e doen het in derlui
onwetendheid, weet je wie of ze moesten
vragennaar de menschen die onderstand verdienen.''
Kou wie dan ?"
,,Ds loopers van de begraffenisf mdsen en de
bossen, die komen overal en die kennen de
lui wel, die. knap en fatsoenlijk zijn en
'tnoodig, b-ebben."
Noodig hebben we 't allemaal," valt de
.vrouw, met 't .kind aan de borst in, maar je
Van een drietal novellen" zijn voor de lezers
van hot tijdschrift: de Banier, twee oude be
kenden. De derde was ook voor hen bestemd
en zou hun niet onthouden zijn, als de Redac
teuren geen bezwaar hadden gemaakt die op
te nemen. Zij vreesden, dat de Banier al
die abonné's verliezen zou, welke gerangschikt
kunnen worden onder de rubrieken: fatsoen
lijke dames, bestuurderen van deftige leesge
zelschappen. enz." Op de vraag- van den auteur
wat in die novelle ergernis zou kunnen wek
ken, werd hem geantwoord, dat er eenige
gemeene woorden in voorkomen, een menigte
ruwe uitdrukkingen in den mond van eene
liederlijkea kerel en een al te nuchtere levens
wijsheid in een gesprek tusschen vier jonge
lieden uit den deftigen stand."
Hoe gegrond deze bezwaren ook mogen zijn,
er is tegen,: Eén avontuur zoo heet deze
novelle een gewichtigere bedenking in te
brengen .... en wel deze : de novelle is on
waar. Een korte inhoud van de fabel stave dit.
Een jongmensch, George, onderneemt een reis,
teneinde de wereld te zien en in de stille hoop
een avonttmr te beleven. Tot op 't laatste
oogenblik schijnt die zoete wensch niet
verweaentlijkt te zullen worden, totdat hij eens
klaps het avontuurlijke in zijn - volle genot
leert kennen. Door een toeval moet hij in
een grensplaats overnachten. Hij neemt zijn in
trek in een onooglijk hoteL Met de nicht van
de- waardin tracht hij een verboden
minnehandel aan te knoopen, waarvan deze echter
niet gediend blieft. Het vernemen van de
uiterlijke omstandigheden, waarin zij verkeert,
doet zijn wellustige opwelling in belangstelling
voor haar persoon overslaan en wel dermate,
dat hij zijn vertrek van dag tot dag uitstelt.
De belangstelling gaat over tot vertrouw
elykheid en. die vertrouwelijkheid tot liefde. De
waard en waardin treden den reiziger niet in
den weg, maar hopen integendeel, dat hij liet
meisje, Hanna', zal verleiden. De waard, Hanna s
vader, een liederlijk schepsel, niaakt zich met
de waardin, haar tante, reeds vroolijk met de
gedachte om het paar op heeter daad te be
trappen, ten einde dan den reiziger een groote
som gelds te kunnen afpersen. Zelfs dwingen
George acht haar woorden niet, hiai tegen
woordigheid prikkelt integendeel zijn toorn.
Jij mishandelt je dochter, ellendeling, en
daarvan zijn zoovele bewijzen aanvezig, dftt
bet mij maar een enkel woord kosten zou om
je morgen naar de gevangenis te doen ver
huizen."
Wat zegt de melkmuil? Naar de gevange
nis, ik ?"
. Och, vader."
Donder op! zeg ik je. .Kom over met je
duiten, lieve jongen, of ik sla je de hersens in.
Als jij mijn huis als een bordeel gebnukt dan
aal je ook -betalen!"
In 's hemels naam, "vader."
Weg, kreng!"
Met deze woorden neemt hij Harna'& beide
armen in een zijner groote handen ^arnen n
werpt haar tegen een stoel aan op den grond.
George is zijn woede niét langer meesteB
Met n sprong staat hij voor dc.n K et
de,eschoudercïen man en. op hetzelfde oogcnbhk
komt zijn'vuist met, 2 v Ik een krae-H op dieus
voorhoofd neder, dat hij met een Cod
veidomm'me".waggelend achterover valt
Duizelend door haar val, tracht Hinua- op
ts staan, toen twee armen haar middel om
klemmen en twee warme lippen zich op baar
mond drukken. Een ongekende gloed &tioomi
eensklaps door haar aderen, zij voelt dat ?g
haar bezinning verliest. Haar oogt,n blmtcn
zich, haar borst hijgt, naar adem, h^tai hoofd
zinkt achterover, zij droomt een langen droom.
zij
het meisje alles aan te wenden om het
zoover te laten komen. De berekeningen dezer
lage zielen falen evenwel. Dit verdriet den
vader. Op een avond, dat de reiziger zit te
genieten in het bijzijn van Hanna, komt plot
seling de waard dronken, de kamer
inwaggelen en voegt zijn gast toe:
Aha! mooie meneer, kom nu maar. over de
brug. Mij dunkt dat je er lang genoeg pret
van hebt gehad."
Man, wat wil je?"
Ik wil duiten en veel ook. Je hebt mijn
dochter verleid, en als ik wilde, zou ik je voor
het .gerecht kunnen brengen, want ik mag ni et
mijn dochter doen wat ik wü, maar jij niet."
Ilanna tracht n haar vader n het jonge
mensch tot bedaren te brengen.
. Toen zij weer goed tot bezinning kwam,
haar vader voor dood op den grond ^aglig^eïi,
haar tante hoorde jammeren: ,Hï| is dïol!
O! mijn God! hij is dood! Mooic'emai '' ned
zij George aan te vluchten. Dat kon hu niet;
hij mocht Hanna niet hulpeloos in d"1 hinden
van die twee ellendige wezens achter laten,
O! mijn God, zij zullen u vermoorden. G.J'
ik smeek er u. om t"
Kind, weet je dan niet, dat ik je liefheb1
Toen zonken de lange wimpers O\PI de
doakere oogen neer, een oogenblik weifelt zij,
o^eiweldigd door liefde ea angst, en utimelt daua
nauw hoorbaar:
Ga, en neem mij medo.''
Toen verlieten zij de noodlottige woning,
en vertrokken met den eersten titmdtnbe ta.
Zeven weken zwierven zij onder ille mogelijke
voorzorgen door Belgiërond, zoen Vveken,
waarin George al den wellust genoot eener
toewijding, die zich in ware aanbi LOinc, opluste.
Eindelijk werden zij te Brussel ontdtlf, door
vrienden van George, drie treurige exem^laien
van het menscaelijk geslacht.
De' vrienden bespotten George en zijn befde.
Hun nuchtere levenswijsheid heeft zooveel in
vloed op hem, dat hij besluit Hanni -vaaivel
te zeggen en haar door eenig middtl vin zich.
te verwijderen. Zijn vrienden hadcipj m dea
grond gelijk, hij kon met die MOU\ niet bg
zijn moeder, niet bij zijn familie 3 omen Difc
'besluit Hanna 'kenbaar te maken was echter
gemakkelijker genomen dan .uitgcvoe J Ma<ïr
bet toeval kwam hem te hulp. rTet Imt vaa.
een mnzieknieester, die tegenovei /ijn t jde'yke
verblijfplaats woonde, was in laaien gloed ge
zet door het zien van Hanna, Dat was da
vrouw zijner keuze.... maar %eha\v ' . .
Bigamie onmogelijk!.-... Een licht ti iü^
erschijnt hem in de vorm eenei wabchuoirw i
Yan dit scherpzinnig schepsel hooit hij, d?fe
het goed van mijnheer veel fijner is dan taa
Mevrouw.... ergo igitur de vei&t nlhoudmg
dier beiden is ongeoorloofd, zondei vuoikennis
van eenige burgerlijke overheid D« mazit-k*
meester voelt al zijn gevoel vooi hurnome m
zich opleven.... den wanklank zil hij ('oen
verstommen, die -vrouw zijn hand ainlitdeu.,
om. met haar een wettig huwelijk a in iegaaö.
In die stemming komt hijbij Geoige, dedlhem
zijn plan mede en vraagt zijn iup^temming.
Wie ter wereld zou zulk een. genei eu '
ianbod afslaan! George belooft er met zijn rviouw"
over te spreken. Mijnheer zal daa wel zoo
vriendelijk wezen over een paar dagen het
antwoord te komen vernemen.
George doet Hanna het voorstel. Een fameuse
scène!.... Marteling bij den een, wegzinkende
in eigen laagheid... . verontwaaidi_>mg bg de
ander! Een dag van spannij 0 . de
crisis is voorbij.
Zoodra Hanna had ingezien, dit e^n
ve,.bintenis met dien man het eei u n'!!dtl v ^s
'Ie Wou dat mijn man ook b:j de afschaffing;
ging want 't is tegenwoordig meer dan erg","
Zoo!"
Och God ja! hii heit 'n baan in de Kei
zersgracht, daar haalt hij geregeld een goeic
daalder per dag op, maar 'k zie er gean 'cent j
van, 't gaat allesnaar't Vrolijke visfcherV.-jöof
naar de ganz enkelder."
'fc Verdere gesprek luisteren we niet af, we
weten reeds meer dan genoeg en verplaatsen
ons daarom onzichtbaar naar de Weverstraat
waar de commissie zich in een siaallen afansr,
O O'
eigentlijk een snijding tusschen twee huizen,
bevindt.
't Is hier verschrikkelijk armoedig zegt een
der heeren terwijl hij zich bukt cim de lage
deur van een. kelderwoning binnen 'te gaan.
Woont hier vrouw Putten, roept'de andere,
terwijl hij met moeite de glibberige treden
der steenen trap afdaalt.
Geen antwoord volgt; de vraag >vordt her
haald en als nog geen teeken van L'sven daar
binnen wordt gegeven, treden beidOn de don
kere kelderruimte binnen.
Een klein petroleumlampje, zoo verwaarloosd
en smerig dat 't glas nauwelijks licht doorlaat
verspreidt een dof roodachtig schijnsel in. het
ellendige verblijf dat van alles is Ontbloot.
Woont hier vrouw Putten," herha'alt de dikke
heer nog eens.
Uit een hoek van't vertrek klinkt'een zwakke
stem. Jawel meheer!" Verwonderd sien beide
commissieleden rond, want ae ontwaren letterlijk
niets; eindelijk bemerken ze een \ioopvodden,
en daaronder de gestalte van een' bleeke vrouw
met twee kinderön aan haar. zijcle.
C'est effroy.a-at,. icij" zegfc de.'eeïie heer.
misère," en tot- de vrouw gewend vervolgt de
andere: Ben. je ziek vrouwtje'?"
Ik ben op, a^enheer! ik kan niet meer, 'k
hebsinds eergisteren niets gegeten, en men kinde
ren allén gisteren eea brok brood van de buren.
Met moeite bij 't armzalige licht 'fc biljet ont
cijferend, vraagt het commissie-lid: Je hebt
toch een man, want je staat niet als weduwe
opgegeven."
Ja 'k heb een man, maar," zij houdt even op,
doch vervolgt dadelijk sieh half oprichtend, wat
kan 't m' ook eigentlijk schelen dat 'k 't zeg,
hij zit op 't rooie dorp meneer twee jaar cel.
Zoo! wat heeft hij gedaan?"
Hij is een half jaar geleden gehaald,'k Weet
het niet," is 't onverschillige antwoord.
Eu heb je in dien tijd niets verdiend voor
je kinderen."
Eerst wel, maar 'k ben ziek geworden 'k
heb blcedspuwingen gehad,"
,,Moessie'k neb zoo'n honger," krijt op eens
't jongste kind, brood moessie."
Hou je mond bengel, 'k heb zelf niet, jij
hebt gisteren ten minste wat gehad.11
Een der heeren tast in den zak, en terwijl
hij een gulden uit zijn portemonaïe neemt, aegt
bij.. Hier heb je vast een gulden, haal daar
maar eerst wat eten voor."
Ik kan de deur niet uit," antwoord weenend
de vrouw terwijl ze de lompen van aich afschudt,
'k loop in 111011 onderrok, -men. laatste zwarte
rok staat achter de schuine deur."
Laat dan je kind gaan, die grootste die
daar ligt."
- Die kan nïefc meneer! die is lam maar
Keesie kan nog wel 'de straat op ? al heit ie
geen schoenen an." . '.
We zullen zorgen, 'dat je iets krijgt vrouw.
Och asjeblieft meneer valt schreijend de j
ongelukkige ia. 't Kan ook zoo niet langer we i
aouè'n omkomen. Och God! ik kan 't toch niet
helpen dat. men man zit, en jij ook niet, me
waar Keesie?" zegt ze tot de kleine jongen
die de gulden in zijn handje houdt en
aieuwsierig bekijkt.
'tls geen wonder, dat bij 't zien. van zooveel
ellende, de heeren der commissie een traan in
't oog krijgen, 't is ook geen wonder dat iemand
die nooit zelf zoo iets bijwoonde, nauwelijks
gelooven kan dat zooveel armoede geleden
wordt. Helaas! toch is' het waar, en 't zal wel
altijd zoo blijven.
Ontbering, ellende en jammer ontbreken nooit
in een groote stad, maar te midden van al die
akeligheid vallen soms tooneelen voor zoo echt
tragi-komisch, dat men tusschen zijn tranen door
glimlachen moet. Eén. voorbeeld slechts: Onder
hen die hun biljet om onderstand hebben ingele
verd, bevindt zich n juffrouw die wij Muller
zullen noemen. Die juffrouw is
minnenbesteedster, en bewoont een klein opkamertje. Als de
commissie liaar'bezoektbevindt zij, dat de
aanvraagster volstrekt geen gebrek lijdt, en voor
haar doen vrij goed kan rondkomen* : Het vol
gende gesprek vindt in haar kamertje plaats
U .heeft om onderstand verzocht."
Jawel Heeren!"
U is minnenbesteedster ?"
Jawel Heeren(." !
't Ziet er hier nog al goed uit, wat verdien
je 200 gewoonlijk?"
. Een gulden of zes, zeven heeren!"
Zoo! dan heb je ook geen bepaald gebrek."
Neen" heeren!" ?
Waarom vraagt u dan onderstand ?"
zal
.Ikwordt van den burgemeester kom', en
en de burgemeester mijn in in de lat L te ja
ren zóó gruwelijk heit benadeel l, v^i iiijnle
k wel recht te hebben om ook waHt, Kij!> a""
^Benadeeld zegt u, hoe bedoel je c^t ''
Wel meneeren, door 'fc af&chifien -van de
cermis."
Dat vat ik niet?"
't Is toch duidelijk heeren; vioegei ko'i ik
na de kermis altijd rekenen op twmti-f A
deiminnen, die ik zomers bc ?'?epcl Ie, miir
nou is 't uit, finaal uit. Alles wal ik %ar 't
jaar gehad^ heb, waren een stuk of 73 BL. diu
lieb ik dan nog te danken lan 't
Pimset>Marie park, die kermis op de O \eitc om u
weet wel...."
Kan men welsprekender pleidooi hooien
voor 't afschaffen der kermis d^n de c meuce
statistiek der minnènbesteedstei.
't Is waarlijk jammer dat ze met m i\°ter
men valt ooi iets te krijgen, -K int ^001 hi«r
naïve pleitrede verdiende ze, wel eenig lunoi i
rium" zegt een der heeren tot de andeie, d'e
"buiten gekomen, zijn vsroolijklieid n,i°t meer
bedwingt,. maar 't luide uïtschateit
Ik zou u nog lang met de uoinrn soieledea
kunnen rondvoeren, maar ik vree- u te -ver
moeien en keer dus terug.
De Heeren die ex-officio rondwandelen voe
len geen vermoeidheid, ten minste wij moeten
zulks veronderstellen, want ontelban ziin de
bezoeken die zij met opofferenden ijver afleg
gen. Breng .hun een hartelijk;wooid vin dank
voor hunne pogingen, geachte lezers en laat
den dooi uwe milddadigheid niet
Amsf&rdëtw,