De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1880 4 januari pagina 3

4 januari 1880 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAM M-S W E '& K B L A TOO B N E D E K L A NB. doener der rnenschheid, terwijl B. zich. ernstig bezorgd maakt over het lot van de schatkist, De kwestie was ditmaal zeer eenvoudig en iet -voorstel weinig omvattend. In enkele gedeelten der nieuwe stad wordt het Liernurstelseïtoegepast, doch op gebrek kige wijs. Zal men nu dit stelsel voor die wijken Handhaven, enkele nabijgelegen straten ook "bij het net der Liernurbuizen doen aansluiten, den gebrskkigen toestand verbeteren, ? of het stelsel geheel verlaten en een ander of geen stelsel daar toepassen? Met den besten wil ter wereld kon men aiet anders besluiten, dan men na liet driedaagsch debat gedaan heeft, al ware het slechts omdat de onkosten. dit Llernur" reeds veroorzaakt heeft, doelloos zouden worden, als ffltn dat stekel prijs gaf en men tocli niet wist waardoor men het ver?\argen zou. Een proef zal nu naar de rege len der kunst "genomen worden en eerst dan zal Bien met kennis van zaken het stelsel kunnen veroordeelen of aanprijzen. Deze praktische kwestie, die al zeer eenvou dig mag heeten, werd van het eerste oogen? blik' af verduisterd door, begraven onder de wetenschappelijke redekavelingen, waartoe de meeste sprekers zich verleiden lieten. De Hygiëne moest dienst doen. om Liernur een voetstuk te verschaffen voor zijn beeld of om elke basis daarvoor weg te nemen. Wie, behalve natuur lijk c e professoren in de hygiëne ,die daar heel bijzonder in thuis zijn, durft iets op grond der hygiëne voor of tegen liet Liernursstelsel te' verzekeren ? De monden zijn ten derden dagen tot rust gekomen en liet onvermijdelijk besluit werd genomen. de Schreijerstoren, in de onmiddelijke nabij heid van een reeds bestaand telegraaf kantoor, het zoogenaamde Semaphorekantoor der Ainsterdamsche Kanaal maatschappij. Met een oogopslag kan men zien dat dit kantoor beter geplaatst wa're op of bij de Kieïiwniai'kt, waar het zou liggen in het middelpunt van een zeer bedrijvig kwartier, waardoor het publiekbelacg gebaat zou zijn en liet kantoor ook betere rekening zou maken, dan op de tegenwoordige plaats, een paar huizen verwijderd van een konkurrerend kan toor. Oppervlakkig beschouwd zou men bijna gaan geloover., dat deze plaatsing ruiet ge.koaen was om konkurrentie te voeren, maar behalve dat dit beneden de waardigheid eecer Kijksadministratie KOU zijn, zullen toch zeker, vooral bij den tegen woord! gen toestand der financiën, 's lands gelden niet bestemd worden om partikuliere ondernemingen te dooden, en zulks nog minder met middelen waarbij het publiek belang wordt verwaarloosd. Op de begrooting voor 1880 is onder het hoofd telegrafie uitge^ trokken ?1,435,000 in uitgaaf en ? 846,600 in ontvangst. Op eenen tak van dienst waarbij jaarlijks een tekort is van ongeveer 6 ton gouds, zijn zeker geene gelden disponibel voor de oprich ting en exploitatie van konkurrentie-kantoren. Men zal hier dus hebben te denken aan ver keerd inzicht, cafc te meer te betreuren is, om dat de kosten van dergelijke proefnemingen niet betaald worden door hem die de fout be gaat, maar ten laste van 's lands schatkist komeu. (Ingebonden.) Gelijk te verwachten was is thans de heer Ta-k door de liberale kiesvereenigingen hier ter stede ;ot kandidaat voor de tweede kamer gesteld, lleeds bij een vroegere gelegenheid vestigden 'vij de aandacht op hem. Even te voren was -ie door hem zoo kloek verdedigde kaa-alenvrei vemc-ïpeB, en reeds toen zoo. aijn kandidatuur zeker gesteld zijn. geworden, had , de heer Tak fcelf dat gewild. ; Thans kaïij het niet anders of hij moest de ; aangewezen j^rsoon zyn. let ministerie waar toe lïij behüs-de, is heengegaan, en een man als Tak mag ia ministerie of kamer niet ont, breken. Hij wovdt daar heen gezonden door ; de hoofdstad, eensdeels om dat zij een schuld van dankbaarheid wil kweten, anderdeels de wijl zij in hem een man ziet, die handel en ??nijverheid het krachtigst kan verdedigen. In onze dagen v«m hoogere en lagere poli-r tiek, doet, gelooven ^,-ij, Amsterdam verstandig iemand af te vaardigen, die zslf verzekerd heeft geen roeping te gevoelen dit ministerie |'te beshijden, maar die niet behoeft ta, ^ erklaren, daèhij een praktisch man is, die niets liever dan de opbeuring van de kwijnende .'?? .jjjheepvaart, handel en nijverheid begeert. Met zeldzame eendracht draagt Amsterdam hem op haar te vertegenwoordigen; dat Tak ?' op loyale wijs dat m?.uu:;at z&i vervullen, be twijfelt "niemand. Yoor den gemeenteraad werd de Heer "Wurfbaïn kandidaat gesteld, Burg Oplicht en Grondwet bevelen hem aan als een;t:undigen ? ijverig man. ;' '?? geacht worden allen blaam daarvoor op de direktie te werpen. Er was een tijd, dat diezelfde direktie, die nu door zoo velen tot den zondebok wordt gemaakt,én voorbeeldïgen ijver ontwikkelde nu is mogelijk haar ijver niet minder groot, doch zij mist den steun van nen, die in de eerste pl'aats geroepen waren haar die te verleen en. En weet ge sedert wanneer haar die steun ontviel?" Sedert velen, buiten wier roeping en buiten wier werkkrog het lag, hun belangstelling- niet bepaalden tot het tooneel als oodaoig, maar die ook uit strekten tot de hïstoire des coulisses. Daar moet de kuiisilievende leekenwereld buiten blijven. Y/anneer men er op let v/elke krachtige pogingen gedaan zijn en nog gedaan zullen worden om den Duitschen opera in stand Te houden. Wanneer men er op let hoe daar entegen in ue jongste vergadering van de aubsidianten-vereeniging van den Holl. Schouwburg als eenig middel tot instandhouding van het tooneel, besloten werd pogingen aan te wen den om het aantal suUddianten uit te breizoader dat van die pogingen tot nog en dat, ten slot te, toe iets merkbaar Rotterdam de treurige eer geniet, de eenige van de drie groote steden des lands te zijn, waar vaa gemeentewege niets, letterlijk niets voor het nationaal tooneel wordt gedaan wanneer men op dat alles let is het dan overdreven de toekomst van dat tooneei don ker te achten? 'Rotterdam, 26 Dec. 1879. De weldaden door de gemeente Amsterdam aan het tooneel bewezen behoeven do MaasNieuwe Museum, 't l^oordzeekanaal en de Nieuwe Brandweer, zijn zoowel, wat teekening als uitvoering betreft, ware meesterstukjes. Het geheel is zóó schoon, dat we ieder toewenschten liet gezien te hebben. Den vervaardi ger zoowel als den ontwerper komt den koogsten lof toe. voor dit monument als kunststuk, dat l meter breed en 1.15 hoog ia. Bij de firma van Munster is ter perse een dichterlijke bewerking van La grève des forgerons van Coppée door J. L. Wertheim, be kend door zijn vertalingen van een episode uit jHortzce, van De iverkmcm eii De afwezige. Naar men verneemt laat zijn nieuwe arbeid al wat tot dusver van Coppée in onze taal is overgebracht, ver achter zich. stad niet jaloersch te maken. RED. . -. Algemeen wordt de opmerking gemaakt, dat .Ie administratie van de Rijkstelegraaf zeer j no orde e] kundig te werk gaat met het plaat sen der hulpkanloren hier ter stede. Zoo is een hulpkantoor geplaatst aan het einde der P. C. Hooftstraat. Ware dit ge vestigd op het Leidscheplein dan zouden de bewoners van de P. C. Hooftstraat, Vondelstraat en Overtoom nagenoeg gelijk bedeeld zifn, terwijl de Leidschestraat en een groot gedeelte van de daarop uitkomende straten en grachten er dan ook gebruik van konden maken.- Evenzoo is er onlangs een hulpkan toor geepend aan de Prins Hendrikkade bij Niets nieuws, waarde heer Redakteur, onder de flauwe Decefnberzon hier te Rotterdam, ten minste voor zoover zij het kleine gebied be schijnt, waarop de beide schouwburgen zijn gevestigd. Ge weet, dat zoowel dat wat wij hier den grooten schouwburg noemen zoowel als de met meer juistheid zoo ge noemde kleine komedie," .beide in exploitai ie zijn bij de direktie van de Sotterdamsche Schouwburg-Vereenïging, Le Gras, van Zuijlen en' Haspels. Die exploitatie van twee schouw burgen heeft niet slechts ten doel de konkur rentie van buiten te weren, maar ook om een terrein te hebben voor de ontwikkeling van Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de voorstelling door den Deutscher Verein aanst. Donderdag in den schouwburg van dea Heer van Lier te geven. Wehl's klucht: Ein modernes Verhangniss en Kipper's Fidelia zullen worden opcevoerd. De -]ielft Qer op brengst strekt ten bate van de armen der hoofdstad, de andere helff ten bate van de noodlijdenden in Silezië. In de Kommissie ter inspektie van rijksge bouwen, wier herstelling door het rijk geheel of gedeeltelijk "bekostigd wordt, is voor dit jaar in de plaats van Jhr. Mr, Tictor de Stuers Prof. Giigel benoemd. Yan de 57 beeldhouwers die modellen hebben ingezonden voor het ttandbeeld van abelais, waarmede het stadje Ghmou haar recht als geboorteplaats van dien dichter wil eonstateeren, hel>ben de meeste hem zittend afgebeeld, POOR MARCELLUS EMANTS. het zoogenaamd draken-element, wat, hoe men glimlachende bij de een of andere satiriek. er ook over moge oordeelen, in den regel het phrase die aan zijne pen ontvloeit. Weinige geldmakend-element schijnt te blijven. modellen zijn staande; een van deze, en een Een enkele maal slechts wordt dat reper- Yan de beste, heeft liet gewaagde denkbeeld toire in de kleine komedie door een tooneel- uitgevoerd, van Rabelais boven op een der werk van beter allooi afgewisseld, vooral op torens van Chinon te beitelen, en hem zoo avonden wanneer de groote komedie voor de straten en menschen te laten in oogenschouw Hollanders" niet beschikbaar is. In weerwil van die twee tooneelen, welke de direktie ter harer beschikking heeft, oi mogelijk ook juist daarom, bracht de maand 'December niets Parijs heeft zeven nieuwe teekenn voor meisjes geopend. Zooals men nieuws, wel een drietal reprises. Ia de groote j weet is eerst kort geleden het teekenonderwij komedie waren de speelavonden gewijd aan de j jn Frankrijk verplicht gesteld. Roofvogels en Dr. Klaus, twee tooneel werken l > . waarmede de Rotterdarasche tooneelisten een welverdiend sukees verwierven en drie repri ses : De Armen van Par-i/s, De Bemoeial en wat de volbloed Amsterdammers, die vader Judels in die rol toejuichten, goed zal doen nu heden avond Een Bankbillet van duizend gulden; ik meen dat dit bier een eerste op voering is. W. van Zuijlen speelt de kruiers rol. In de kleine komedie prijkte Deborah "Wij tebbeii de gelegenheid gehad om het geschenk j dat door de stad Amsterdam aan 1ÏL MM. de Koning en Koningin wordt aan geboden, te bezichtigen. Het is vervaardigd onder leiding van den heer P. van Santen Nz., Paleisetraat alhier, en verdient ten volle den aam van een meesterstuk van goud- en zilVersrn eedkunst. Een prachtig bewerkte zilveren coupéver groot sukces van Catharina Beersmans - ab >heft zich gedragen door tritons, op een voeteen parel tufsehen De Twee Weezen en De Oude, JKleerJeooper. Ge ziet het, rijk in afwis seling was 't repertoire van December niet en zeker zou de tijd aan het instudeeren van De Armen van Parijs en vooral aan De Bemoeial besteed beter aangewend zijn geworden in het voorbereiden van De Vossenjagt en De Tortelijes, twee oorspronkelijke werken respec tievelijk van G. J. Kolft' en Mr. M. A. Maas Geesteramis, waarvan de opvoering weken achtereen werd aangekondigd. B.ij die aaakondiging is het tot nog toe gebleven. stuk van zilver, afgewisseld door gouden or namenten, Handel, Nijverheid, Scheepvaart en Kunt t, voorgesteld door prachtig bewerkte en keurig geacKveeerde vrouwenfiguren, op heerlijk schoone pedestallen omgeven de groote coupé, terwijl gouden zeepaarden, door tritons bestuurd, aan de vier hoeken geplaatst zijn en zich in fijn geslepen kristallen schalen weer spiegelen. Men weet waarlijk niet wat 't meest te bewonderen,, de keurige lijnen en vormen der beelden, het schitterende email, het matte een isan is 't erg maar voor een vrouw bah!" en met kracht snijdt hij een stuk van 't houtje. Kou ja we weten 't jij bent een fiemelaar antwosssjt de siordige vrouw, maar al lieb ik niks vast de heeren gekregen, de kommissaris gaf wel, die let er zoo niet op." Wis .en waarachtig wel, valt de man haar in de reden ! Als ie 't maar wist. maar als je lui komt lamenteeron en zoo'n man heit 't druk in. zen sectie, dan geeft ie temet wat om van jelui af te -wezen ttisschenbeide bennen die reserseurs ook niet op de hoogte, al doen die mensehen derlui best, daar heb je nou achter boven op mijn trap, woont een ouwe vrouw van 88 jaar, die is ook naar den commissaris geweest en wat denk je dat ze gekregen heit." Nou?"' Een gerezen roggebrood, de ouwe ziel kan 't niet eens bijten want 'ze héft geen en kele tand meer in den mond. 2e heeft 't ver kocht voor vijl centen." Ha! ha! na! lachen de vrouwen,,-en de be jaarde zegt: zoo is 't meer gegaan, naast mijn woont een man dïe vijf kinderen aan de slechte mazelen heit liggen, die hebben ze vier pond meel -gegeven, hij kan toch die schapen geen enkel meel geven, 't Is schande. Dat moet je niet zeggen vrouw" antwoordt de man van 't houtje weer. 2e doen het in derlui onwetendheid, weet je wie of ze moesten vragennaar de menschen die onderstand verdienen.'' Kou wie dan ?" ,,Ds loopers van de begraffenisf mdsen en de bossen, die komen overal en die kennen de lui wel, die. knap en fatsoenlijk zijn en 'tnoodig, b-ebben." Noodig hebben we 't allemaal," valt de .vrouw, met 't .kind aan de borst in, maar je Van een drietal novellen" zijn voor de lezers van hot tijdschrift: de Banier, twee oude be kenden. De derde was ook voor hen bestemd en zou hun niet onthouden zijn, als de Redac teuren geen bezwaar hadden gemaakt die op te nemen. Zij vreesden, dat de Banier al die abonné's verliezen zou, welke gerangschikt kunnen worden onder de rubrieken: fatsoen lijke dames, bestuurderen van deftige leesge zelschappen. enz." Op de vraag- van den auteur wat in die novelle ergernis zou kunnen wek ken, werd hem geantwoord, dat er eenige gemeene woorden in voorkomen, een menigte ruwe uitdrukkingen in den mond van eene liederlijkea kerel en een al te nuchtere levens wijsheid in een gesprek tusschen vier jonge lieden uit den deftigen stand." Hoe gegrond deze bezwaren ook mogen zijn, er is tegen,: Eén avontuur zoo heet deze novelle een gewichtigere bedenking in te brengen .... en wel deze : de novelle is on waar. Een korte inhoud van de fabel stave dit. Een jongmensch, George, onderneemt een reis, teneinde de wereld te zien en in de stille hoop een avonttmr te beleven. Tot op 't laatste oogenblik schijnt die zoete wensch niet verweaentlijkt te zullen worden, totdat hij eens klaps het avontuurlijke in zijn - volle genot leert kennen. Door een toeval moet hij in een grensplaats overnachten. Hij neemt zijn in trek in een onooglijk hoteL Met de nicht van de- waardin tracht hij een verboden minnehandel aan te knoopen, waarvan deze echter niet gediend blieft. Het vernemen van de uiterlijke omstandigheden, waarin zij verkeert, doet zijn wellustige opwelling in belangstelling voor haar persoon overslaan en wel dermate, dat hij zijn vertrek van dag tot dag uitstelt. De belangstelling gaat over tot vertrouw elykheid en. die vertrouwelijkheid tot liefde. De waard en waardin treden den reiziger niet in den weg, maar hopen integendeel, dat hij liet meisje, Hanna', zal verleiden. De waard, Hanna s vader, een liederlijk schepsel, niaakt zich met de waardin, haar tante, reeds vroolijk met de gedachte om het paar op heeter daad te be trappen, ten einde dan den reiziger een groote som gelds te kunnen afpersen. Zelfs dwingen George acht haar woorden niet, hiai tegen woordigheid prikkelt integendeel zijn toorn. Jij mishandelt je dochter, ellendeling, en daarvan zijn zoovele bewijzen aanvezig, dftt bet mij maar een enkel woord kosten zou om je morgen naar de gevangenis te doen ver huizen." Wat zegt de melkmuil? Naar de gevange nis, ik ?" . Och, vader." Donder op! zeg ik je. .Kom over met je duiten, lieve jongen, of ik sla je de hersens in. Als jij mijn huis als een bordeel gebnukt dan aal je ook -betalen!" In 's hemels naam, "vader." Weg, kreng!" Met deze woorden neemt hij Harna'& beide armen in een zijner groote handen ^arnen n werpt haar tegen een stoel aan op den grond. George is zijn woede niét langer meesteB Met n sprong staat hij voor dc.n K et de,eschoudercïen man en. op hetzelfde oogcnbhk komt zijn'vuist met, 2 v Ik een krae-H op dieus voorhoofd neder, dat hij met een Cod veidomm'me".waggelend achterover valt Duizelend door haar val, tracht Hinua- op ts staan, toen twee armen haar middel om klemmen en twee warme lippen zich op baar mond drukken. Een ongekende gloed &tioomi eensklaps door haar aderen, zij voelt dat ?g haar bezinning verliest. Haar oogt,n blmtcn zich, haar borst hijgt, naar adem, h^tai hoofd zinkt achterover, zij droomt een langen droom. zij het meisje alles aan te wenden om het zoover te laten komen. De berekeningen dezer lage zielen falen evenwel. Dit verdriet den vader. Op een avond, dat de reiziger zit te genieten in het bijzijn van Hanna, komt plot seling de waard dronken, de kamer inwaggelen en voegt zijn gast toe: Aha! mooie meneer, kom nu maar. over de brug. Mij dunkt dat je er lang genoeg pret van hebt gehad." Man, wat wil je?" Ik wil duiten en veel ook. Je hebt mijn dochter verleid, en als ik wilde, zou ik je voor het .gerecht kunnen brengen, want ik mag ni et mijn dochter doen wat ik wü, maar jij niet." Ilanna tracht n haar vader n het jonge mensch tot bedaren te brengen. . Toen zij weer goed tot bezinning kwam, haar vader voor dood op den grond ^aglig^eïi, haar tante hoorde jammeren: ,Hï| is dïol! O! mijn God! hij is dood! Mooic'emai '' ned zij George aan te vluchten. Dat kon hu niet; hij mocht Hanna niet hulpeloos in d"1 hinden van die twee ellendige wezens achter laten, O! mijn God, zij zullen u vermoorden. G.J' ik smeek er u. om t" Kind, weet je dan niet, dat ik je liefheb1 Toen zonken de lange wimpers O\PI de doakere oogen neer, een oogenblik weifelt zij, o^eiweldigd door liefde ea angst, en utimelt daua nauw hoorbaar: Ga, en neem mij medo.'' Toen verlieten zij de noodlottige woning, en vertrokken met den eersten titmdtnbe ta. Zeven weken zwierven zij onder ille mogelijke voorzorgen door Belgiërond, zoen Vveken, waarin George al den wellust genoot eener toewijding, die zich in ware aanbi LOinc, opluste. Eindelijk werden zij te Brussel ontdtlf, door vrienden van George, drie treurige exem^laien van het menscaelijk geslacht. De' vrienden bespotten George en zijn befde. Hun nuchtere levenswijsheid heeft zooveel in vloed op hem, dat hij besluit Hanni -vaaivel te zeggen en haar door eenig middtl vin zich. te verwijderen. Zijn vrienden hadcipj m dea grond gelijk, hij kon met die MOU\ niet bg zijn moeder, niet bij zijn familie 3 omen Difc 'besluit Hanna 'kenbaar te maken was echter gemakkelijker genomen dan .uitgcvoe J Ma<ïr bet toeval kwam hem te hulp. rTet Imt vaa. een mnzieknieester, die tegenovei /ijn t jde'yke verblijfplaats woonde, was in laaien gloed ge zet door het zien van Hanna, Dat was da vrouw zijner keuze.... maar %eha\v ' . . Bigamie onmogelijk!.-... Een licht ti iü^ erschijnt hem in de vorm eenei wabchuoirw i Yan dit scherpzinnig schepsel hooit hij, d?fe het goed van mijnheer veel fijner is dan taa Mevrouw.... ergo igitur de vei&t nlhoudmg dier beiden is ongeoorloofd, zondei vuoikennis van eenige burgerlijke overheid D« mazit-k* meester voelt al zijn gevoel vooi hurnome m zich opleven.... den wanklank zil hij ('oen verstommen, die -vrouw zijn hand ainlitdeu., om. met haar een wettig huwelijk a in iegaaö. In die stemming komt hijbij Geoige, dedlhem zijn plan mede en vraagt zijn iup^temming. Wie ter wereld zou zulk een. genei eu ' ianbod afslaan! George belooft er met zijn rviouw" over te spreken. Mijnheer zal daa wel zoo vriendelijk wezen over een paar dagen het antwoord te komen vernemen. George doet Hanna het voorstel. Een fameuse scène!.... Marteling bij den een, wegzinkende in eigen laagheid... . verontwaaidi_>mg bg de ander! Een dag van spannij 0 . de crisis is voorbij. Zoodra Hanna had ingezien, dit e^n ve,.bintenis met dien man het eei u n'!!dtl v ^s 'Ie Wou dat mijn man ook b:j de afschaffing; ging want 't is tegenwoordig meer dan erg"," Zoo!" Och God ja! hii heit 'n baan in de Kei zersgracht, daar haalt hij geregeld een goeic daalder per dag op, maar 'k zie er gean 'cent j van, 't gaat allesnaar't Vrolijke visfcherV.-jöof naar de ganz enkelder." 'fc Verdere gesprek luisteren we niet af, we weten reeds meer dan genoeg en verplaatsen ons daarom onzichtbaar naar de Weverstraat waar de commissie zich in een siaallen afansr, O O' eigentlijk een snijding tusschen twee huizen, bevindt. 't Is hier verschrikkelijk armoedig zegt een der heeren terwijl hij zich bukt cim de lage deur van een. kelderwoning binnen 'te gaan. Woont hier vrouw Putten, roept'de andere, terwijl hij met moeite de glibberige treden der steenen trap afdaalt. Geen antwoord volgt; de vraag >vordt her haald en als nog geen teeken van L'sven daar binnen wordt gegeven, treden beidOn de don kere kelderruimte binnen. Een klein petroleumlampje, zoo verwaarloosd en smerig dat 't glas nauwelijks licht doorlaat verspreidt een dof roodachtig schijnsel in. het ellendige verblijf dat van alles is Ontbloot. Woont hier vrouw Putten," herha'alt de dikke heer nog eens. Uit een hoek van't vertrek klinkt'een zwakke stem. Jawel meheer!" Verwonderd sien beide commissieleden rond, want ae ontwaren letterlijk niets; eindelijk bemerken ze een \ioopvodden, en daaronder de gestalte van een' bleeke vrouw met twee kinderön aan haar. zijcle. C'est effroy.a-at,. icij" zegfc de.'eeïie heer. misère," en tot- de vrouw gewend vervolgt de andere: Ben. je ziek vrouwtje'?" Ik ben op, a^enheer! ik kan niet meer, 'k hebsinds eergisteren niets gegeten, en men kinde ren allén gisteren eea brok brood van de buren. Met moeite bij 't armzalige licht 'fc biljet ont cijferend, vraagt het commissie-lid: Je hebt toch een man, want je staat niet als weduwe opgegeven." Ja 'k heb een man, maar," zij houdt even op, doch vervolgt dadelijk sieh half oprichtend, wat kan 't m' ook eigentlijk schelen dat 'k 't zeg, hij zit op 't rooie dorp meneer twee jaar cel. Zoo! wat heeft hij gedaan?" Hij is een half jaar geleden gehaald,'k Weet het niet," is 't onverschillige antwoord. Eu heb je in dien tijd niets verdiend voor je kinderen." Eerst wel, maar 'k ben ziek geworden 'k heb blcedspuwingen gehad," ,,Moessie'k neb zoo'n honger," krijt op eens 't jongste kind, brood moessie." Hou je mond bengel, 'k heb zelf niet, jij hebt gisteren ten minste wat gehad.11 Een der heeren tast in den zak, en terwijl hij een gulden uit zijn portemonaïe neemt, aegt bij.. Hier heb je vast een gulden, haal daar maar eerst wat eten voor." Ik kan de deur niet uit," antwoord weenend de vrouw terwijl ze de lompen van aich afschudt, 'k loop in 111011 onderrok, -men. laatste zwarte rok staat achter de schuine deur." Laat dan je kind gaan, die grootste die daar ligt." - Die kan nïefc meneer! die is lam maar Keesie kan nog wel 'de straat op ? al heit ie geen schoenen an." . '. We zullen zorgen, 'dat je iets krijgt vrouw. Och asjeblieft meneer valt schreijend de j ongelukkige ia. 't Kan ook zoo niet langer we i aouè'n omkomen. Och God! ik kan 't toch niet helpen dat. men man zit, en jij ook niet, me waar Keesie?" zegt ze tot de kleine jongen die de gulden in zijn handje houdt en aieuwsierig bekijkt. 'tls geen wonder, dat bij 't zien. van zooveel ellende, de heeren der commissie een traan in 't oog krijgen, 't is ook geen wonder dat iemand die nooit zelf zoo iets bijwoonde, nauwelijks gelooven kan dat zooveel armoede geleden wordt. Helaas! toch is' het waar, en 't zal wel altijd zoo blijven. Ontbering, ellende en jammer ontbreken nooit in een groote stad, maar te midden van al die akeligheid vallen soms tooneelen voor zoo echt tragi-komisch, dat men tusschen zijn tranen door glimlachen moet. Eén. voorbeeld slechts: Onder hen die hun biljet om onderstand hebben ingele verd, bevindt zich n juffrouw die wij Muller zullen noemen. Die juffrouw is minnenbesteedster, en bewoont een klein opkamertje. Als de commissie liaar'bezoektbevindt zij, dat de aanvraagster volstrekt geen gebrek lijdt, en voor haar doen vrij goed kan rondkomen* : Het vol gende gesprek vindt in haar kamertje plaats U .heeft om onderstand verzocht." Jawel Heeren!" U is minnenbesteedster ?" Jawel Heeren(." ! 't Ziet er hier nog al goed uit, wat verdien je 200 gewoonlijk?" . Een gulden of zes, zeven heeren!" Zoo! dan heb je ook geen bepaald gebrek." Neen" heeren!" ? Waarom vraagt u dan onderstand ?" zal .Ikwordt van den burgemeester kom', en en de burgemeester mijn in in de lat L te ja ren zóó gruwelijk heit benadeel l, v^i iiijnle k wel recht te hebben om ook waHt, Kij!> a"" ^Benadeeld zegt u, hoe bedoel je c^t '' Wel meneeren, door 'fc af&chifien -van de cermis." Dat vat ik niet?" 't Is toch duidelijk heeren; vioegei ko'i ik na de kermis altijd rekenen op twmti-f A deiminnen, die ik zomers bc ?'?epcl Ie, miir nou is 't uit, finaal uit. Alles wal ik %ar 't jaar gehad^ heb, waren een stuk of 73 BL. diu lieb ik dan nog te danken lan 't Pimset>Marie park, die kermis op de O \eitc om u weet wel...." Kan men welsprekender pleidooi hooien voor 't afschaffen der kermis d^n de c meuce statistiek der minnènbesteedstei. 't Is waarlijk jammer dat ze met m i\°ter men valt ooi iets te krijgen, -K int ^001 hi«r naïve pleitrede verdiende ze, wel eenig lunoi i rium" zegt een der heeren tot de andeie, d'e "buiten gekomen, zijn vsroolijklieid n,i°t meer bedwingt,. maar 't luide uïtschateit Ik zou u nog lang met de uoinrn soieledea kunnen rondvoeren, maar ik vree- u te -ver moeien en keer dus terug. De Heeren die ex-officio rondwandelen voe len geen vermoeidheid, ten minste wij moeten zulks veronderstellen, want ontelban ziin de bezoeken die zij met opofferenden ijver afleg gen. Breng .hun een hartelijk;wooid vin dank voor hunne pogingen, geachte lezers en laat den dooi uwe milddadigheid niet Amsf&rdëtw,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl