Historisch Archief 1877-1940
a,BE AMSTEBBA
ER, s W £ E K B L A
VOOR NEDERLAND.
om George van haar te bevrijden zonder dat venliage. Zijn familie duldt die vrouw niet;hij
zijn geweten .zich bezwaard zou achten, be-, beschermt haar; alle banden' met zijn familie
hoefde zij nog slechts de zekerheid, dat de, worden verbroken; vrienden en kennissen
keemuziekmeëster haar .niet mishandelen zou. ren hem den rug toe; alle kringen worden
Toen huwde zij met hem. George genoot de . voor hem gesloten. Hij blijft alleen met Hanna.
eer ? bij de huwelijksvoltrekking tegenwoordig Dan kan hij ondanks alle toewijding van
te zijn. Het jonge paar "bracht George naar t Hacna, ondanks haar reinste liefde in.eigen
den- trein, die hem naar Holland zou voeren. ( nietigheid ten gronde gaan, of niet
leeuwenDe blijde ouders zagen den lieven zoon terug,: moed den strijd met de maatschappij
aanvaardie genoten had, wat hij wenschte: een avontuur. j den, een. wereld vinden in zijn vrouw, waar
.de andere hem begeeft en strijdend bezwijken
j of overwinnen. En wat ook ware gebeurd,
j Hanna
hebben
Het eerste gedeelte
woon. Een dergelijke
der novelle is zeer
gegeschiedenis, te 's
Graware
zou zich' nooit aan een anderen maa
mogen verslingeren. Zulk een beeld
meer naar de natuur en meer
overeen?venhage voorgevallen, deed voor weinige jaren j komstig de waarheid zijn n niet genomen naar
de ronde onder jongelui,* zij 't ook hier en
daar eenigains gewijzigd. Ook in de vlucht
van Hanna met George is niets bizonders.
Tot- aan hun verblijf te Brussel gaat alles
een toevallige gebeurtenis, die men toevallig
voor natuur hield.
Blijkens de voorrede van Marcellus Emants,
waarin zeer twijfelachtige stellingen wordea
goed. Maar zoodra de vrienden van George ^ verkondigd of onderschreven o. a. Een
hun levenswijsheid ten beste geven, zoodra: kunstenaar schept niet, maar rangschikt
de muziekmeester bij George's waschvrouw ] is hij een voorstander der naturalistische
richeen aanvang .maakt met zijn wetenschappe- ting en meent, dat deze een nieuwe zij. Deze
lijke onderzoekingen, zoodra die kunstenaar dwaling is te groot om voor ernstige
wederde hand ,van de vrouw vraagt, waarop bij legging vatbaar te zijn. De Nederlandsche
verliefd raakt op de manier als de dichter letterkunde heeft ten alle tyde, van de
Midvan Piet Paaltjes' op een Priezin, die in een deleeuwen tot nu, auteurs gekend, op wien de
voorbjjsnellenden sp'oor zit, zoodra die vrouw naam van onvruchtbare idealistjes in geenen
haar hart en hand schenkt aan een man, deele van toepassing is. Idealisme ligt evenmin
dien zij niet kent; alleen uit berusting, dat in het karakter der Nederlanders als in hun
dit. het eenige middel is om George van letterkunde.
haar te bevrijden, en verzekerd dat hij haar Zoo roept de heer Emants welk auteur
niet zal mishandelen, dan voelt de lezer zich is. naturalistisch tot zelfs. in zijn woordkeus,
diep teleurgesteld en komt tot het besluit, dat wie?... Wie heeft: God verdomme durven
schrijhet- de krachten van den auteur te boven ven en doen drukken? Dat heb ik gedurfd!
ging om een logische oplossing te geven en Ais voor een tweeden Jozef "buigen alle.Neder-,
dat. hij het eerste Het beste middel heeft aan- landsche auteurs het hoofd. Breeroo zelfs, die
gegrepen om er een slot aan te maken. heel wat durfde en meende dat het.niet de
Niet alzoo roept de auteur'?Hetavon- slechtste schilders, waren, die het leven het
tuur rust op een schets naar de natuur." Aan naast kwamen, Breeroo die een staljongen als
deze verklaring zij niet getwijfeld, maar ook een staljongen en een viscliwijf als een
vischden denkenden lezer zij veroorloofd op te wijf liet spreken, Breeroo die prat was op den
merken, dat een dergelijke gebeurtenis zóó rijkdom zijner Amsterdamsche tale, Breeroo
onnatuurlijk'is, dat zij zelfs, als zij in werkelijk- heeft nooit een zijner personen uitliet klootjea
heid voorkomt, bij niemand geloof vindt. De volk" G-od -verdomme in den mond gelegd. Hoe
auteur moge honderd maal verzekeren: ikhebdie eenig en alken Emants in dit ondernemen sta,
gebeurtenis gezien, gezien met mijn eigen oogen, en hoewel van onze zijde erkennende dat ieder
ja,, gezien door een temperament; het publiek persoon spreken moet volgens zijn karakter,
neeft liet reckt te twijfelen aan het goede niet inachtneming van de omstandigheid waarin
gezicht van den auteur en voor hem meer dan en van de plaats waar hij verkeert en van den
voor alle spoorwegbeambten te samen een on- persoon tot wien hij spreekt, zy het vergund op
derzoek naar kleurenblmdheid noodzakelijk te te merken, dat de kunstenaar niet alleen
rangachten. Het is den lezer vrij onverschillig of schikt, maar ook echift. Al het ruwe en
onhet kunstwerk steunt op een oorspronkelijke beschaafde wat men hoort weer te geven, wekt
scheis naar de natuur, terwijl iedere bijvoe- walging en maakt geen indruk. De kunstenaar
gjug of weglating uitsluitend teil doel heeft.doet veel door laten. Als het de roeping'van
den ontfangen indruk van den kunstenaar weer den auteur is, neer te schrijven al wat hij
te geven. De lezer vraagt naar waarheid, vooral hoort, is een stenograaf de grootste en de
telenaar waarschijnlijkheid. phoon de allergrootste kunstenaar.
Het gedrag van George, nadat de dierbare ; Eigenaardig in Emants schrijftrant is ket
vrienden zijn minnares laaghartig hebben be- , verschijnsel, dat ,hij niet, wat hij beschrijft, in
jegend, en hem later tegen haar in het harnas het kenmerkende weergeeft, maar overslaat tot
hebben gejaagd, is onwaar, onwaarschijnlijk inventariseeren. Zijn nu nog kunstenaar en
en onnatuurlijk. George's verhouding tot. notaris door een grooten afstand gescheiden,
Hanna was van dien aard, dat de nuchterheid Emants wekt eene blijde hope weldra
tu.szyner
moest
opgeofferd moest worden aan de verboden liefde, in de novellen Naj'aarsstor'men en Fanny.
Le -moyen Ie plus infaillible de se brouiller avec Beide novellen zijn evenzeer de moeite der
San meilleur ami, c'est de lui dire du mal de 'overweging waard. Ook,zij stellen te leur,....
la femme qu'il aime. ? . ; misschien nog meer. Doch in de beschouwing
De personen, door den kunstenaar geschapen,' van een Avontuur is voldoende aangetoond,
moeten niet levenloos ter wereld komen en dat niet ieder, lezer vrede heeft met de
natumet handelen in strijd met hun aard enaanleg.... ! ralistische richting, zooals Emants die opvat,
alleen omdat de auteur in de werkelijkheid. en dat er sommigen zijn die een dergelijke
(zeer verschillend van waarheid of waarschijn- j richting verderfelijk achten voor de
Nederlykheid) toevallig een ziekelijk of liever on- landsche letteren. Op het woord richting valle
-begrijpelijk verschijnsel heeft gade geslagen.
De waarde der novelle wordt zeer gering
'als men die toetst aan de bedoeling des auteurs.
Ik heb zegt hij tegenover een type van
een krachteloogew, gemakzuchtig en, nuchteren
t$d een vrouwelijke liefde geplaatst van zeld
zame warmte, volkomen toewijding en zonder
vrienden voor goed zijn hoofd op lïol scheu beiden geen klove meer. Die hope wordt
brengen en de innigste vriendschap in het bizonder gewekt door enkele gedeelten
al den nadruk, want uit dafc oogpunt is 3Sen
avontuur beschouwd.
24 Dee, 1879. ?
Mejonhorouw
J. Minkman.
J. H. EOSSIHG.
door WARS-A. Arnhem,
Is onzen kindertijd hadden -wï) een raadseltje:
De lezer schrikt op. Is George een type van' Als ze komen dan komen 2e niet, en als ze
niet komen, dan konaen ze." Daaraan moest
ik gedurig denken bij het lezen van dit ver
ward en onverkwikkelijk boek, waarin
depereen 'krachteloosen-, gemakmchtigen, nuchteren
tyd? ! De .man is visch noch vleesch. In welk
.opzicht is hij het beeld van zijn tijd? . Een
vrouw, die hij ziels lief heeft, wordt hij on-1 sonen en hun lotgevallen op de meest
onsamentrouw na een lekker diner en de nuchterste hangende manier worden dooreengehaspeld.
opmerkingen v-aa eetüge vrinden, die studenten. \ Yan een, hoofdgedachte is zelfs geen sprake,
ongelukken zouden noemen. "Welke strijd met evenmin als van iets wat naar karakter
de buitenwererd voert hij, met welke maat-' zweemt bij de schimachtige wezens, die de
helschappelijke verhoudingen heeft hij werkelijk; den en heldinnen moeten voorstellen. Geen
te kampen? Hij heeft, meer gelijkenis op het mensch zal kunnen begrijpen waarom die
dinriet,
voor
voor
vaart en ter intree, door C. Honigh. Korte
mededeelingen omtrent boeken over kunstge
schiedenis door Prof. A. Pierson.
De Tijd is met den eerste dezer in grooter
en aangeflam-er formaat verschenen, de
Amsterda/rnsche Courant heeft haar Bijvoegsel in een
Tweede Blad veranderd en het Zondagsblad
van het Nieuws van den'Dag is onder redaktie
van den heer de Yeer gekomen, "
Nieuwe TTÏtgaTfln:
ALEXANDER, Prins der Nederlanden, Een ver
moedelijk slotwoord. / 0.40-
TJTRECHÏSCHE STUDENTEN-ALMANAK voor
het jaar 1880. / 3.50.
GRONINGER STUDENTE N-ALMANAK, voorl880.
Met portret van Dr. Huizmga. ? 2.75.
M. ABRAHAM DREYFüS, Een klap. Blijspel
in "én bedrijf, zonder vrouwenrollen. Naar het
Fransch door T. A. Melick. / 0.40.
"W. VAN HASSELT, Opeabare brief aan Dr. P.
J. Ksdser, ? 0.50.
HIEL'S liederen voor groote en kleine kin
deren 0.90,
BD ISRAËLIET, Nederlandsen Orgaan, gewijd
aan de bevordering van Joodsche belangen.
Eerste jaargang. BTo. 1. Per jaarg. ? 4.
J. KALFP, Uitgewerkt plan eener Rijnvaart
tusechen "Waal en Noordzee-Kanaal, zonder
van Spoorwegbruggen- Met kaart en
teeAangeboden en voorgedragen aan het
Rijnvaurt-Comitéte Amsterdam. / 2.50.
LABICHE en MARC MICHEL, Blaas me even
in mijn oog. Blijspel in n bedrijf, ? 0.40:
AV1ER DE MONTEPIN, Een geruïneerd
edel/man «a een rijke courtisane. Naar het Fransch.
? 5.- ? ...
ON'ESIMt'S 1880, Jaarboe^'e van Nederlandsch
Mettray. Redacteur Dr. E. Laurillard. ? i,
DE PROSTITUTIE van een algemeen zedelijk
standpunt beschouwd door Pmlanthropos. ?0.35.
in het kamp trek ik geen woord terug. In
den aanvang spoelde de boel er haast weg,
en hadden wij allen medelijden met de arme
kerels. Later werd het mooi weder en toen
werd hun lot van zelf dragelijk, maar men
heeft toch het weer niet in zijn hand.
Of een wordend koopman groener of min
der groen is dan een ander, laat ik in het
midden. Stellig waar is het dat iemand
dienog wat worden moet, zich moet concentreren,
maar niet hinken op twee gedachten.
Voorshands aal ik het hierbij laten. De
Minister van Oorlog heeft in mijn geest ge
sproken. Vooreerst zal dus het militarisme,
die im vredestijd dikwijls zoo gevaarlijke Pro
tector, de ontwikkeling van onze voortbren
gende krachten niet in den weg staan. Lieb
Vaterland kannst ruhiy sein en... ik ook!
H. TH. BOELEN.
Amsterdam, Dec. 1879.
ijspeïen Rit de eerste
eis 't laat&t der
eenw.
De liefde voor tooneelspelen, welke bij mij,
gelijk bij de meeste deftige Hollanders was in
gesluimerd, werd in de laatste jaren door de
heldenfeiten van het Nederlandsen Tooneel"
weder wakkergesehud. Ik herinner mij, hoe ik
als kleine dreumis mijn vader lastig viel om
eenige boeken in perkamenten band, waarop
mei vetten inkt het woord Opera11 stond te
lezen. Ik bezat toen die manie van
collectioneeren, welke sommige kinderen en grijsaards
eigen is, en eerst vele jaren later, toen ik op
de banken der latijnsche school in de geheimen
LEVIN SCÏIUCiUNO, Alfred van Norrentm. Uit j van de taal der oude wereldbeheerschers werd
het hoogduïtsch, vertaald door J. H. Ebbeler. ingewijd, bqmerkte ik tot mijn spijt dat de
? 1-80. doorluchtige schrijver van die boeken, Cicero,,
ALKIED RüSSEL WALLAGE, De natuur der alles behalve zang en dans op 't oog had ge- Maar in Jou moeder
Tropen. Per afl. 0.9(1 i had. Janus Tulp bracht mij die kinderjaren in
herinnering, en een spoedig daarna ontstaan
lek op zolder bracht mij voor de eikenhouten
ASSCHEPOETS'fEK, Het oude sprookje, drama
tiech "bewerkt, met zang en piano-begeleiding,
0.90.
naamde historische romans gelooven, waarin
de zeventiende en achttiende eeiiwsche lieden
altijd van mijnheer mijn vader, mijnheer m§n
zoon en Ed." spreken. De
oudetooneelboekjes doen zien dat men in 't gewone leven jjfde
en jou'de, en dat de kinderen van papa en
mama, en zelfs o gruwelt van papatje ea
mamatje spraken, even alsof ze niet de eer van
hun eeuw tegenover ons moesten- ophouden!
Helaas!, het zijn fransclie woorden! maar door
alle eeuwen heen kan men die klagt hooEen
en men mag dus wel aannemen dat het een
eigenaardigheid der hollaudsche taal is, dat z$.
zoo gemakkeiijk te lardeeren valt.
Wat zaïik zeggen, 't Neerlandsch luidt
Enorm, als 't niet met Fransch wat klaarder
wordt beduid. Als, par exempel: 'k ben uw
dienaar Heer, klinkt beestig. Je suis vót
serviteur, monsieur, Oh! dat is geestig. Hoe plat
is dit: mijnheer 'k gebied me in uwe gunst!
Mais je me recommande a vous, monsieur, dat'g
kunst.1'
Zoo spreekt de verwaande Hollandscho
Franschman" in 1717, maar oom Joris wseï;
de belachelijke Jonker" in 1724 op zijn plaats
te zetten. Oom Joris kent geen fransch, maar
wel japansch, dat hij op zijn reis naar de Oosfj,
van waar hij met een opgeruimd humeur, eau
groote dozis gezond verstaud en dito stoffe
lijke schatten teruggekeerd is, heeft aange
leerd. Spreekt de Jonker fransch, dan ant
woordt hij in 't japansch en verder zegt hij in
goed rond hollandsch:
Zoo joului eens een rechtschaape FranschgCim
aansprak in zijnen taal,
Je zoud verlegen staan kijken, en onder '
verhaal
Een deel hollandsche woorden mengen t en
hem dan nog.wijs willen maken,
Dat het Fransch zo meer aartigheid heeft, dat
men zo de zin beter kan rak,en,
Doch ik zal daar een spelt j e bij steken, aeg
jij maar wat je begeert,
taal.
Brengt men echter zooveel goed verstand
mede uit de Oost, men brengt er veel slechts
naar toe. Als de verwaande holl&ndschs
kast met groen baaien paneelen door koper ] Franschman zijn vooruitzichten in rook ziet
vlechtwerk beschermd, waarin de idealen mij- vervliegen, en hem geen ander middel
overner jeugd geborgen waren., blijft om zich van zijne crediteuren te
ontDaar stonden zij, achtergelaten door d'een [ slaan, dan het ouderwetsebe hollandsche: te
of ander eerzamen regent van wees- en oude j betalen zij het ook met tante's Ohrbtien's
mannenhuis, uit de dagen toen dezen om j g6'^ (°k al een ouderwetsch middel)?zoo
Ik mag op het artikel van den heer Spruijt d'ouden stok te voên en d'ouderlooze weezen" j antwoordt deze liefhebbende bloed- arwante:
niet geheel zwijgen. Ik zal echter,
kortheidghalye, mgn bestrijder niet op den voet volgen
nog den schouwburg deden bespelen, en de
tooneelboekjes verkochten, hetwelk hen zeker
mij onthouden van citaten, waardoor ook ? geen windeieren heeft 'gelegd, want
meniglicht in de fout zou kunnen vervallen van! malen staat op den titel: tweede, vierde,
©enige zelf gekozen volzinnen te besti-jj--jazelfs, hetgeen vrij problematiek is: de
den dan te letten op het verband waarin ze ? laatste druk. Eens heeft iemand getracht de
Yoork&snen en de hoofdargumenten. Alleen dat verzameling alfabetisch te schikken, maar
halik mij toi tolk zou gemaakt hebben van het j verwege is hem de moed gezakt; de
schoonoud-hollandsch vooroordeel tegen den krijgs-, maakster, met geen zin voor het alfabetische,
Neen, naar Oost-Indien, wij zullea 't zien te
maken,
Dat gij voor assistent, of zoo iets aan zult
raken.
Zijt gij tevreen?
Wel ja, antwoord Frangois. msar of de zwart
jes" hefc ook waren, dat betwijfel ik wel
eenigziüs.
Zonderling dat men niet meer van de Oost
dat door den wind her- en derwaarts gen .zóó gebeuren en niet net precies andersom.
wordt gedreven, dan op een man met verstand Als de personen zelven den schijn aannemen
en een hart. En Hanna ! Is dat het beeld alsof zij nu eindelijk eens,een verklaring
zulvan vrouwelijke liefde, van zeldzame warmte, lea goven van hun raadselachtige en
ong«movau volkomen toewijding zonder eenige bere- tiveerde handelingen en verluchtingen, loopen
kening! Kan men dat zeggen van een vrouw,' zij altijd weg, voordat het gesprek op het
kridie e«n vreemden man aanhangt, genegenheid tieke punt. gekomen is en ? laten de zaak
hem koestert, voortgesproten uit afkeer zooals ze was, d. w. z. den lezer in het meest
haar rlagelijksche omgeving, van een volkomen duister. Het stuk eindigt met een
vrouw, die haar vader, hoe slecht dan ook, \ brand en -ze krijgen elkaar." Wie daarmee
Ofi-tyl'-ieht, niet wetende of hij dood of levend' tevreden is koope ertleze: Mejonkvro&wLuUu.
is, van- een vrouw, die eenige weken met
haar minnaar leeft. en als deze haar verlaat, Na Erica is ook Onesimus verschenen. Het
dadelijk veil is voor een ander, als zij slechts' laatste is het jaarboekje van Nederlandsen
het bewustzijn lieeft een kalme toekomst te ' Mettray, onder redaktie van Dr. E. Laurillard.
gemoet te gaan. Is dat geen berekening? Is (Uitgegeven bij D. B. Centea te Amsterdam.)
dat het beeld van vrouwelijke liefde, van zeld- Onesïmus, de weggeloópen slaaf, zelf, wordt
aam e warmte, van volkomen toewijding? } er in bezongen door J. P. Hasebroek.
LauHoe geheel anders, hoe meer waar, hoe waar- .rillard, kweelt bij de Afbeelding van het
schijnlijk, hoe natuurlijk is Mevrouw BERNAKD in Directeurshuis, Herman de Ridder drilt de
de FOUSCHAMIJATJLT'S, een meesterlijke schepping: jongens die elkaar bij strafwerk en op examens
van AtiGiEÊ, door de Franschen allerminst' helpen. P. J. Bogaert dichtte In vreugd
beschouwd als een onvruchtbaar idealistje" j en smart"1 enz. enz. Onder de medewerkers
maar als een auteur behoorende tot de realis- .noemen wij verder C. S. Adama van Scheltema,
tische school, AGIEB heeft aich niet vergenoegd j F. H. van Leent, C. E. van Koetsveld, J.
met aaa t& .zien wat voor oogen is, hij heeft j Barger, W. J. Hofdijk, A. Meeter Pzn,, J. J. L.
het gedrag zyiser personen niet verklaard door ten Kate, Dr. D. Dorbeck, J. Chr. Gewin en
de. getuigenissen van een waschvrouw, maar j P. Hofstede de Groot, Wie Onesimus koopt
hy. heeft het uiterlijke een gevolg doen zijn bewijst Mettray een dienst.
van het innerlijke, hij heeft de handelingen
s^ei personen gemotiveerd en noodzakelijk De Grids heeft onder haar redakteürs
opge, «j smaak t dooi hem zieleleven. Wafc ften mensch
mansstand mag niet zonder protest blijven. Het, maar wel voor het schoone, zooals haar naam partij heeft getrokken, om types op 't tooneel
tegendeel blijkt uit den geheelen toon van mijn; dan ook schijnt aan te duiden, heeft alle in-j te brengen. De eenige, die ik ben
tegengekpopstel; en thans gevqeLik mij zelfs gedrongen, ] gebonden deeltjes voorop gesteld en de min-.men is Jan Los, een man, die zijn naam, eer
tegen mijn bestrijder, partij voor het leger te j der rijk gezegende i-n 't tweede gelid geplaatst.! aandoet, die 't. hier in Holland nïet kon
hartrekkea. Na de getuigenis van den generaal! De jongste onderzoekingen op 't uitgestrekt den, omdat bij volgens zijne schilderachtige
en na hetgeen wij zelven hebben kunnen zien ' gebied der wetenschap bevestigen wat reeds uitdrukking iemand een knoopsgat in 't lijf
bij de mannoeuvres in het Gooiland, mag men ? vroeger vrij algemeen werd aangenomen, nl. had gesneden. Nu deze concurrentie met de
niet zoover gaan te beweren, dat ons. leger dcw : dat er geen gevolg bestaan kan zonder voor- ( kleedermakers, in een tijd dat concurrentie bij
lachlust zou opwekken! Eilieve, - anneer mei'- i afgaande oorzaak, en mij werd dit vol-; Hollanders niet bizonder geliefd was, werd aeer
wenscht dat men aan den krijgsdienst zijn ge- ! komen bevestigd. Janus Tulp bracht mij de euvel opgenomen en zoo teekende Jan Los
heele laven wijdt, wannner men aandringt op ? oude tooneelepelen voor den geest, het lek op stilletjes onder den naam van Jan Vroom voor
betere behandeling en bezoldiging, bewijst men \ 'zolder bracht mij bij de boeken zelve, de aan- . negen jaar, onder andere zaken ook zijn vrouw
dan den krijgsmansstand te minachten? Eene' houdende regens die mij van den zomer nood-. achterlatend*1'j- Met twee kruiwagens, op de
gezonde logica komt tot een ander besluit!
Humane behandeling -van eiken soldaat, kans
zaakten, geest en lichaam te scheiden en
alde eerste uit wandelen te sturen, noopten
de volle kist in die negen jaren
overgegaan:; op de andere zijn kooigoed en
op bevordering, betrekkelijk, belangrijke loons- ' mij die dichterlijke ontboezemingen in te zien. ; daarover ia bevallig ggende houding zija
verhooging bij elk avancement, daarin alleen ; Ik bezig het woord noopten", want alleen ; eigen persoon, wordt Jan Los met een pijpje
ligt, naar mijne overtuiging,, bet geneesmiddel. ! calamiteiten, als die van den zomer woedden, | in den mond, op het tooneel gekruid. Hij
bePayez- et vous seres consideré. Wilt gij niet 'maken mijn gemoed voor het genieten van ge- j taalt de kruiers ferm, zooals een Jan Los en
voldoende betalen, stel dan ook uwe eischen '? dichten ontvankelijk. Het eenige goede, dat in | Oostindievaêr betaamt, na eerst tot verzet
ag. Imijn oog, het rjjm bezit, is, dat het den schrij- j een beetje met ze- te hebben gebakkeleid. '"
Door toepassing dezer beginselen, zal het ge- j rer hinderpalen in den weg legt welke zijne 't Is nog wel het best besteedde geld, want
halte der plaatsvervangers in waarde stijgen, 'woordenrijkheid breidelen, zoodat de boeken op welke wijze men hem van de verdere aorg
Eea deel van het vermogen der gegoeden icomt ' dunner blijven. De tooneelspelen der 18e eeuw, . over zijne schatten ontheft, durf k niet te
dan ten bate des loonwerkera, die aldus zoo- allef.i op rijm, kunnen dan ook, om het zoo verhalen, Ik zou zelfs niet graag de naamlijst
wel geldelijk als in rang vooruit kan komen j eens uit te drukken, wel in de werken van der personaadjen, waarbij hunne' kwaliteiten
hy iu de eerste plaats want hij behoort tot Sardou c. s. ronddansen, en dit zal dan ook vermeld staan, onder uwe oogen brengen, al
dem %r$gsmansstand en staat niet op den uit- wel een der redenen zijn, waarom in den ouden is het boekje onder de approbatie van
Regenkijk om er uit te loopen.
tijd de voorstellingen zooveel korter duurden ten van Wees- en Oudemannenhuis gedrukt. Het
Of is Ojas land rang'en vermogen overdre-!en mien vroeger naar bed ging. ischijntmij toe, dat in de schaduw dier statige
ven hoog worden gesteld kan ik daarlaten, Niettegenstaande deze uitmuntende eigen-' paruiken, evenals onder die van breedgetakte
maar het is niet onjuist er veel waarde aan te schap, zijn de treurspelen waarin edele Romei- eiken, een niet onbetamelijk klein aantal
paddehechten. Gelijkheid zou de dood zijn voor allen
nen
zich den doodsteek gaven, en verstooten stoelen opgroeiden; maar in 't algemeen was
vooruitgang en is -reeds daarom onmogelijk, i koninginnen jammerden, buitengewoon verve- men niet. bang voor een klein geruchtje. Er
In het leger mag vooral de prikkel vais voor-llend, zoodat ik ze dan ook nauwgezet i er zijde werden meer scheldwoorden geüruki-, dan men
uit te kunaen komen niet ontbreken. De ge-; heb gelegd en mij alleen bezig gehouden heb thans op den Haarlemmerdijk in een jaar kaa
soldaat is weinig meer dan machine,! met inenschen uit lagere sfeer, die zich beter inzamelen. Maar dit moet men erkennen
&! moetblindelings géhvoi-zam&n. Dat! schenen te vermaken, en daarom alleen in blij- gevaarlijk zijn de tooneebtukken niet, zij zijn
houdt in een absoluten zin reeds op bij de J spelen, worden bezongen, en opzichte van de eenvoudig plat," zoo plat als ia ons vaderland
minste rangsverhooging. Zelfs de korporaal j maat -waarin deze zijn geschreven, vertoonen iets plats kan gevonden worden. Hebb^l de
moet niet alleen gehoorzamen, maar ook ge- j onze voorouders eene rekkelijkheid van gewe-' tooneeLpelen der zeventiende eeuw
geen'fiterlioorsdomd worden. Een ontwikkeld mensch; ten poëtisch geweten natuurlijk waaraan veling ooit beter gemaakt, zy bedierven ook
.gehoorzaamt wel, dikwijls gaarne, maar nooit: onze gevierde Schoolmeester" een punt kon ^ niemand; zij hebben doen lachen, en daarmede
blindelings. Men . beweert, dat men in zijne; zuigen. i was tuit.
jeugd gehoorzaamheid moet leeren; zeer juist, i 't Was ?eker een heel leelijka gewoonte der : Men moet zich niet verbeelden, dat
bovenmaar leer en gehoorzamen is heel iets anders jkoopheereïi van 1686 om hunne comparities iu genoemde Regenten, deze stukken slechts
liealsWmc? gehoorzamen; te minder er boe worden ' de herberg'en te beleggen, en zooals te voor-. ten vertoonen en drukken met een
verzuchgenoodzsakt te beter. Het hangt dan ook met de ! zien was, hsd de al f e groote affiniteit tusschen ting, alleen om d'ouden stok te voên, neen ik
politieke opvoeding der natie nauw te zamen, dat \ de molekuleu, welke men Man en Fle&ch noemt,' geloof dat de Heeren van dien tijd er ook wel
plezier in hadden. Waarom zoude anders de
"WeïEd.Gebooren heere, de heere Pieter Antonïe
de Hiïijhert, heere van Krumingen, Killand
enz, ei:z., secretaris der Stad Amsterdam, de
opdragt van het Klugtspel: het Leidsche Stu
dentenleven" tot tweemaal toe aangenomen
hebben? Tegenwoordig nemen Biirgemeesteren
en Secretarissen niet vele opdrachten" aan,
misschien wel om de eenvoudige reden, dat
men
zooveel hecht aan het onderwijs. Mis- ? akelige gevolgen; maar, als een vrouw de
scbien zal men daardoor eenmaal gebrek hebben ? overtuiging uitspreekt:
aan machines, dus aan soldaten, maar die tijd i Ik hou voon gewis, zo ieder wouw haar man
is nog rer, zeer verre!
den uiterlijken schijn vergaapt,
den auteur ter behandeling over.
nomen Mr. J. N. van Hall.
Het Januari no. bevat o. a. het begin van
een diebtstuk van ten Kate: De nieuwe kerk
keert van zijn helden het binnenste j te Amsterdam. De jongste roman van Oetave
.' Feuillet door J. H. Hooijer. 's Winters op de
gegevens van: Een avontuur, hadden: Noordzee, enz.,- door Charles Boss.evain.
uil-gewerkt kunnen worden. George Nichtje's Roanaa, uit het fransch van Paultfs
i-.ict Haniia; komt met.haar te 's Qra- \ Femer door HF. J. H. van Hall, Ter
uftHet beeïd van den heer de Biebenstein,
die jne en grove uniformen naast elkander
is juist gekozen. De een zou er evenzeer onder
lijden als de andere en de algemeene geest
niet het minst. Ik meen dat juist de verhou
dingen ia Buïkschland zeer tofc voorzicb.tigh.eid
Men pfyst persoonlijken dienstplicht aan om
dat toet reeds de man van- vermogen en
raag «ooreel boven anderen vooruit heeft.
Een ongelukkiger argument ken ik niet. De
zagtjes onderging met reden, en bad; dat
bij nu in zijn, dan in een ander huys de
comparatiën wou beleggen;
,sZoo men da:n zorge droeg, dat de mans daar
der vvylieid zoowel hadden en gediend
werden i^ls in de herbergen, daar zouden
der veeli? zijn, die zich zouden laten ge- men hun die niet meer aanbiedt; maar ik
gezegrren- " ' loof niet dat thans de kleinste plattelands
Zondigt daii de ,Goe-vrouw" ook niet, al is Secretaris lust zou hebben, de opdracht vaa
't maar te&&\n de lengte welke versregels, dat Klugtspel te aanvaarden, al mochten ook
(want missckien heeft de goedgunstige lezer zijn wapen en devies daarboven prijken
niet gemerkt dat het twee versregels zijn, die en hem worden ioegewenscht dat Zijn"WelEd.
van.
socialisten en communisten willen althans, door ik aanhaal) uu alle billijkheid mogen eischen?;' haare roemrijke Voorouderen, die de hoogste,
te verkrijgen, den ellendigen toe- Tot verschoning strekt, dat de wijn kost Eerampten in ons gemeenebest zoo loflijk
bearmen verbeteren. Hier niets daar- in huis bijna de helft minder als in de herberg" kleed, deftig zal natreeden." Deftig, .zie daar
minder gegoede blijft dienen of de en wij begiïj.pen. dat dit feit de zuinige -huis- een woord, dat nog wel eecs in Holland te pas
hem s,taat of niet Daargelaten moeder alle miaat doet te buiten gaan. 'kwam. Kan men zich iets deffcïgera denken,
arme, die immers niet verwend is, 't Bovenstaande bewijst ons gemiegeaam dat dau de Burgemeesters en Regeerde/s der Stift!
' in het leger zoo kwaad niet | onze voorvaderen ook al niet zoo wars ^van Amsterdam, gevolgd van hunnen Secretaris,
[sociëteiten waren als men ons wel zou willen die volge«s den wensch van zijn beschermeling
'wijsmaken. Evenmin moet men de zooge-' zoo deftig komt nagetreden?" Welnu d-?ze
nog aai
het betrekkelijk
heeft.
Yan wat ik beweerde Oyer de ontberingen