Historisch Archief 1877-1940
.Verschijnt lederen Zondagochtend.
uitgevers: ELLERMAN, HARMS £ C9.
Kantoor: Rokin 2.
Abonnement per S/m. ... 60 Cts. fr. p. p. 75 Cts.
Afzonderlijke Nummers 5 »'?
Adverfcentiën per regel .15 s
INHOUD,
STAATKUNDIG LEYEN. DE
WATERSUOOD IN JTOOED-BBABAND.?FEUILLETON:
HET WEBUWTJB YAtf BEMKELKAMP."
Oorspronkelijke Novelle, door A. Beekman.
GEWAPEfiDE DUOKSSNSCKAP. STAAT
KUNDIG OVERZICHT. GEMEENTEZAKEN:
De Staat en liet Noordzeekanaal. Misbruik
van sterken drank. Brand, door . Jar.q.
KUNST: Mej, Jeanne de Groot- LETTER
KUNDE: Hiel's Gedichten; de "Witt, door J.
Geddes ; de Vlasvinken, door 3?. Grootes. enz.
Blijspelen uit de eerste helft der vorige en 't
laatst der 17e eeuw. STATISTISCHE EN
INDUSTRIEELE MEDEDEELINGEN OVER
ZICHT VAJf DE EFFEKTENMARKT.
ALLERLEI. INGEZONDEN.
Handelsoveraicnt der Week. Burgerlijke Stand.
Te huur zijnde woningen. ADVERTSNTIËN:
Schouwburgen ens. ?
Déaanstaande verkiezing van een afge
vaardigde voor de Tweede Kamer en van
een lid voor den Gemeenteraad heeft de
verschillende politieke partijen weder wakker
geschud. Tot voor eenige / dagen scheen
het, alsof er van niemand anders sprake zou
zijn, dan van Tak van Poor'tvliet voor de
Kamer en van den heer Wurfbaiu voor den
Gemeenteraad. Thans echter worden ver
scheidene namen genoemd.
Tegenover Tak plaatste de anti-revolu-'
tionairen mr. baron B. J. Lintelo do Geer
Yan Jutphaas, en nadat deze voor de eer
der kandidatuur bedankt had, den heer
H. "W. van Marie, majoor der artillerie te
Naarden. »E cht voor Allen'1 noodigt de
kiezers uit Ang. M. J. Hendrichs af te vaar
digen en het Algemeen Nederlandsen
WerkHed-.'nverbond, de sociaal-deniccratische Ver-,
eeniging, de vereeniging Algemeen^ Kies- en.
Stemrecht, deze drie te samen, vestigden hun
kees op 1. Domela Nieuwenhuis, gewezen
predikant te 's Gravenhage.
Onderiusschen, ondanks de rijke verschei
denheid van kandidaten, kan men er nauwe
lijks aan twijfelen of Tak van Poortvliet
wel verkozen zal worden.
De anti-revolutionair en, die met een on
bekenden majoor der artillerie Amsterdam
willen begiftigen, kunnen zelf moeilijk aan
den ernst dier kandidatuur gelooven. De
vrienden van het algemeen stemrecht hebben
op hnn vergadering ronduit verklaard, dat
sij er geen oogenblik aan denken in den
gewezen predikant den opvolger van mr, van
Tienhoven te zien. De eenige kandidaat, die
tegenover Tak dien naam verdient, is de
heer Hendrichs, lid van de Kamer van
Koophandel.
Of hij kans van slagen heeft? Zij, die
hem aanbevelen betwijfelen het; niaar hem
te steunen is het uitspreken van een
staathuishoudkundig beginsel. Volgens »de Tijd"
is de Heer Hendrichs, even als de Heer Tak,
overtuigd van de wenschelijkheïd, dat er een
kanaal naar den Bijn gegraven worde, het
verschil tusschen beide kandidaten bestaat
slechts hierin, dat do gewezen minister ons
een kanaal QU schenken, zonder meer,
terwijl het lid van de kamer van koop
handel, als een echt praktisch- man, Am
sterdam een kanaal wïl geven met schepen.,
De heer Hendrichs zal nu eens de paar
den niet achter, maar voor den wagen span
nen en in gestrekten draf ons voeren naar
luilekkerland; want dat het beschermend
stelsel iets van een hobbelpaard zou hebben
mag men niet aannemen.
Begeerde de amsterdamsehe handel inder
daad een terugkeer tot vroegere toestanden,
die, volgens het in een vorig nummer door
ons besproken, adres van Heeren scheeps
bouwmeesters en reedei'Sj zooveel kwaads
op hun rekening hebben, de heer Hendrichs
zoa een uitstekend afgevaardigde zijn. Hij
is, niemand zal het ontkennen, een degelijk
flink ontwikkeld man, die den moed, den
lust en de bekwaamheid bezit om voor zijn
beginsel eervol te strijden, iets wat men
van niet velen getuigen mag.
De Tyd beveelt hem aan aïs katholiek,
en dat betreuren wij in dit geval. Niet
omdat wij er iets tegen zouden hebben, dat
een katholiek zitting voor Amsterdam in
de Tweede Kamer nam. Integendeel. De
Volksvertegenwoordiging behoort een trouwe
afspiegeling van het volk te zijn en het
ware zeker te wenschen, dat het kiesstelsel
zoo was ingericht, dat de amsterdamsehe
katholieken .en de brabantsche protes
tanten wezenlijk iets aan hun stem
recht hadden. Wij betreuren het alleen,
dat do heer Hendrichs op dien grond
thans wordt aanbevolen, nu men een pro
test tegen de vrijzinnige handelsbeginselen
wil uitlokken. De . nitslag der stemming
toch, al vereenigt de geachte tegenstander
een aanmerkelijk getal stemmen op zich, zal
allerminst ons kunnen aantoonen-, hoe. groot,
het gedeelte, der burgers is, dat »de theo
rie der politieke economisten" veroordeelt,
De kandidatuur van den Heer F. Domela
Nieuwenhuis is' voor Nederland belangrijk,
omdat zij het eerste levensteeken der socia
listen bij de verkiezingen is. Ondertusschen
wordt deze volksleider slechts door n der
vereeniglngen als sociaal-democraat ge-teld,
de beide andere verkiezen hem als verdedi
ger van het algemeen stemrecht. De
beteekenis van deze daad 'is o. i. gering. Wan
neer »het volk achter de kiezers", zich
liefst noemende: »de proletariërs", nog niet
het kiesrecht bezittende, doet als bestond
het uit kiezers, dan maakt dat weinig in
druk. Ze komen daarmee geen schrede
verder, en bewijzen slechts, wat geen bewijs
behoeft: dat zij geen kiezers zijn.
Als Groen in het isolement zijn kracht
gevoelende, zijn getrouwen tot stemmen op
riep, had dat beteekenis. Hij geloofde in de
macht zijner beginselen, niet slechts bij de
nïet-kiezers, maar bij de kiezers zelf, en door
hun deelnemen aan de stemmingen werd het
leger langzamerhand wakker en georganiseerd.
En mocht er nu al onder de' kiezers zelf
een zeer klein aantal voorstanders van alge
meen 'Stemrecht bestaan, voor een algemeen.
stemrecht, gedragen door het socialisme, zoo
onhekookt en onsmakelijk ..als dat door den
heer F. Domela Nieuwenhuis gepredikt wordt,
gevoelen al zeer weinig kiezers sympathie.
. Al achten wij de invoering van het alge
meen stemrecht voor ons land vooreerst niet
wesfehelijk, men kan voor dat beginsel iets
gevoelen; het kan onder de kiezers harten
veroveren. Maar wij herhalen het, me
het met het socialisme samenkoppelt, stoot
de kiezers van zich, en brengt het bij de
goedgezinden in miskrediet.. Do kandidatuur
van den heer F. Domela Nieuwenhnis is
niet in het belang van hen, die algemeen
stemrecht voorstaan.
Het verkïezingswerk werd ditmaal door
een groot aantal vereenigingen voorbereid,
Burgerpligt, Grondwet, Recht voor Allen,
Kiesrecht is Kiesplicht, de
anti-revolutionairen en de socialisten hebben gesproken,
en wij achten dat gelukkig.
De beschuldiging dat de kandidatuur Tak
van buiten af aan de liberalen, zou zijn op
gedrongen, behoeft ter nauwernood weerleg
ging. Nog- geen jaar geleden noemden wij
zyn naam. Het was,toen niet zeker, dat
hij het ministerie verlaten zou. Van de zijde
der kies vereenigingen werd aanstonds ge
nformeerd of Tak de kandidatuur wilde
aanvaarden, doch een voor dat oogenblik
ontkennend antwoord maakte, dat men hem
niet geproklameerd heeft. Nu er weder een
vakature ontstond, en hij met het ministerie
van de groene tafel verdwenen was, moesten
de liberale Amsterdammers wel dadelijk we
derom aan hem denken.'>Doch al mocht men
aannemen,. dat er ditmaal onder de liberale
grcote eenstemmigheid zou heersenen, de
wijze, - waarop Grondwet."en Burgerplicht het
verkiezingswerk voorbereiden en leiden, blijft
aan bedenking onderhevig. Het -^potdichte"
dat deze vereenig'agen aankleeft, de voor
liefde waarmee zij als een klein afgesloten
kringetje zelf alles beslissen zonder het pu
bliek er in te kennen is zeker
veroordeelingswaardig. In Grondwet behoort diskussie
zelfs onder de broederen tot de
zeldzaamheden, en Burgerplicht sluit zijn' deuren en
verwijdert van de openbare vergaderingen
de hospitanten.
. Zijn beide kies vereenigingen wel liberaal ?
Burgerplicht is het krachtens zijn regle
ment op menig punt, maar in de wijs,
waarop het de verkiezingen voorbereidt, blijft
het zoo konservatief mogelijk. Of zou het
beneden de waardigheid van een
kiesvereeniging zijn alle mogelijke middelen in het
werk te stellen, ten einde, voor men tot het
doen van een keus overgaat, het publiek in
groote getale te samen te roepen, opdat
openlijk en rond de kandidatuur besproken
worde, niet in een klnbje, maar ten aanhooren
en onder medewerking van wie maar wil?
Zou er een beter middel zijn om staat
kundig leven te wekken, dan openbaarheid?
Zou men op duidelijker wijs "kunnen toonen
?waarlijk vrijzinnig te zijn, dan door den "kie
zers gelegenheid te geven een kandidatuur,
die ons lief is, te bestrijden; en zou, zoo
vragen wij, de kandidaat zelf niet meer
prijs op zijn benoeming stellen, indien hij
weet, dat zijn naam het vuur van den strijd
heeft doorgestaan, dan wanneer die met ge
sloten deuren dpor een uitverkoren kringentje
wordt gestempeld?
Wij zijn geen Amerikanen, en in
verkiezingszaken d'weepen wij juist niet met de
nieuwe wereld, doch de staartpraik onzer
voorvaderen heeft evenmin recht. op be
wondering. Wij leven-in een tijd, waarin het
heet, dat het volk invloed moet uitoefenen
op de regeering, De liberale partij heeft dat
beginsel tot haar wachtwoord gemaakt, maar
zij spreekt die leuze als het er op aankomt
met een zóó zachte stem uit, dat niemand
haar verstaan kan.
Zij doet maar al te dikwijls als ware elk
succes haar welkom, en als' kwam het min
der er op aan' hoe het verworven werd. Zij
vergeet telkens, dat een overwinning die
niet bevochten wordt, maar zouder strijd
haar ten deel valt, weinig eervol is, en
dat een reeks van zulke zegepralen ontzenuwt.
Waar het leven zich openbaart daar is de
aantrekkingskracht, die ten gevolge heeft, dat
de wakkere en opgewekte naturen zich er bij
aansluiten. En het is duidelijk genoeg, voor
hem, die nagaat, hoe onze kandidaten
geproklameerd worden, dat er bij ant
-revolutionairen, bij kerkelijken en demokraten meer
leven wordt waargenomen, dan in de zwij
gende en toestemmende rijen der liberale
volgelingen.
Als het liberalisme niet bij tijds- uit -zijn
sluimering ontwaakt, zich verjongt en door
een krachtig openbaar leven te bevorderen,
toont recht te hebben op den steun en de
sympathie der werkende klassen, zullen deze
zich hóe langer hoe meer er van verwijderen,
om het ten slotte den rug toe te keerenen
zich te verbinden met het socialisme, waar
het gezond verstand mag ontbreken, maar
in elk geval de geestdrift niet afwezig is.
Wie de teekenen des tijds miskent ver
derft niet alleen zichzelf, maar onthoudt ook
anderen het goede, dat hij had kunnen
stichten.
's Hertogenbosch.
Zij, die niet van nabij den toestand hebben
aanschouwd, waarin onze omstreken verkeeren,
kunnen zich onmogelijk een denkbeeld daarvan
vormen. En om dien toestand in ziji 'geïieélen
omvang en in zijn waar innerlijk karakter te
beschrijven, behoort eene zeer geoefende pen.
Daarbij komt dat men allicht door den sleur,
of liever door den .stroom der algemeene op
gewondenheid en ongewoonheid wordt
medegesleept. Men moet zich voor een oogenblik
boven de beslommeringen van het oogenblik
verheffen en met kalin oog overal rondzien,
zonder aan den anderen kant te vergeten zich
daarheen te begeven, waar de nood zich het
sterkst uitspreekt, .Waar moet ik beginnen?
Bij hen die door tijdige zorgen het gevaar
hadden kunnen en dus moeten voorkomen
en alzoo als, mede-oorzaken van den ramp'zijn
te beschouwen ?
Bij hen, door wie en door wie het meest
wordt geleden? Of bij hen, die met
mensenlïevende hand zoeken te herstellen, wat'slechts
te herstellen is? '
1 De drang van het oogenblik eischt, dat ik
niet stilsta bij de eersten; dat later, als da
nood geweken, d. w. z. tydelyk geweken is.
Ook niet de laatsten, want dat zon een innig
en krachtig woord van vurigen dank moeten
zijn en die laat zich nu slechts uitspreken in
den blik, in den traan, in den groet, m de
stamelende klanken van den begiftigden hulp
behoevende.
Och neen; volg mij lezer op den weg, op
het breede veld mijner beschouwingen omtrent
de noodlijdenden zelven, een v:eld, dat ook
door overvloed van allerlei indrukken 'dreigt
overstelpt te worden.
In de stad, ik schrijf het U uit onder
vinding van een der vele vroegere gevallen van
watersnood, wordt het ergste op verre na niet
geleden. De bovenwijken, meerendeels door de
meergegoeden, door: winkeliers,-enz. bewoond
staan droog; /hoogstens zijn de k'elders meer?
of minder ondergeïoopen. In' de lagere straten
is het water tot in de benedenhuizen zelven
doorgedrongen," en is men verplicht geweest de
benedënvertrekken te ontruimen, en nu en dan
een stuiver te -geven voor een boodschap, of
om in een schuit of op een kar of op den rug
van een of anderen sterken marser" zelf over
het kille nat te worden gebracht. In de laagste
buuiten, waar de mindere man" .huisvest, Ja
do woonkamer dikwijls het eenige vertrek
ter halve manslengte volgeloopen, zoodat men
tot bovenburen of desnoods tot het
gemeentebe=tuur zijn toevlucht moet nemen;
Daarbij staat ,van velen het handwerk-stil. ?
Geheel waar; en ik voeg er "bij: is'dit op
zich zelve, zoolang die toestand aanhoudt, reeds
ellende, welken naam, welk woord te vinden
om den toestand te beschrijven, als zieken,
jonge ;of aanstaande moederf,' veel kiideren,
hulpeloozen in 't algemeen, dien komen verer
geren ??
Toch is niet dat de hoogste nood!
Juist de toestand zelf, met zijn ongerief
voor de welgastelden, roept tal van eigenaar
dige nieuwe bedrijven ia het leven. Overal
zijn handen noodig, en dus staan de verdien
sten niet stil, ja zijn veelal grooter, dan in
de drooge maanden. (Wij, Bosschenareji, tel
len dien tijd bij maanden, evenals er zelfs het
denkbeeld gerezen is om een tijdrekening bij
vierjarige tijdkriagen van watersnood in te
voeren met een scAnftjaar" aan 't begin!)
Bovendien hei geeft den armen," vindt bij
zulke gelegenheden ruime verhooring. Mocht
ook hieromtrent in bet waarachtig belang
der zaak een wenk gegeven worden, dan
zou het zijn: Geeft... maar met oordeel des
onderscheids! En verder ;. Gij, die geeft of;
het gegevene uitdeelt, reikt elkan der de hand,
opdat niet deze dubbel, gene half rantsoen
bekome !
Wie nog het meeste lijden, zijn zij, die niet
Het
weeuwtje van
Oorspronkelijke Novelle
DOOR
A. BEEKMAN.
I.
AAS DE HEÏBEKG.
Onder de linden voor de Yergulde Zweep"
te Bemmelkamp zaten op een schoonen zomer
avond de dokter, de notaris, de majoor, de
secretaris en rentenier Muller. Zij verheugden
zich allen in het genot van veel bier, veel grog,
veel gezondheid en veel discours bij weinig stof.
Aan den anderen kant der deur stond de
bruine voor de vrachtkar op Arnhem te
soupeeren uit een der voederbakken, terwrijl bin
nen de voerman even liet door den majoor aan
geboden grogje genoot in den'vorm van klare
met suiker.
Wel zoo, Marinus," zei Muller, een goede
gezellige dikbuik, tot den voerman, als deze
weer naar buiten kwam en zich gereed maakte
om verdei1 te gaan dat zal knapjes laat wor
den voor je bij de vrouw thuis kom*", hè?"
Evel, vrog genogt, zou. 'k meiren," zei
M-arinus.Toeh zeker over twaalven."
En dat's vrog genogt," volhardde de voer
man, die zich evenwel haastte om weg te
ko:men, daar het praatje hém blijkbaar niet erg
. beviel. - ' ?
Heb je kinderen Marinus?" vroeg Muller
weer;
Keinders? Moar zat J" antwoordde de niet
misdeelde vader en zette zijn bruin in be
weging.
Neem dan mijn complimenten mee voor je
vrouw en kinders."
Stommeling!" bromde Marinus in ziclizelven,
en hij voegde er een krachtigen,
eenlettergrepigen wensch bij. Daarna knalde hij ge
weldig met zijn lange zweep, waaruit het ge
zelschap voor de herberg opmaakte, dat Ma
rinus zich 'toch haastte.
Gelukkige kerel!" zei de secretaris, een
jongmensch van een acht en twintig jaar in
een allerliefst lichtgrijs fantasiepakje, ik wou
dat ik ook getrouwd was."
Kom kom, wat een gekheid," mompelde
Muller.
Ja, je moogt je wel wat haasten,
Beaudujour, of Muller zal je nog voor zijn," zei de
majoor tot den secretaris.
Kom kom," kwam de dikke*-t weer en bij
deze koms, waarmee hij altijd alles wederleg de
wipte zijn buik, en zijn oogjes knipten vroolijk
en zijn vingers als kussentjes trommelden lu
stig op zijn knie.
Haasten, majoor?" zei de secretaris, ik zet
het je in drieën, hier in deze woestijn. Haas
ten? Ah foei! In dit abominabel dorp? Is het
niet om je hier dood te kniezen? Geen enkel
vrouwelijk schepsel, dat maar is om. aan te
zien. Ah, geen meisjes, geen poëzie. Er ont
breekt hier in dit eeuwig verwenschte land
totaal zout..... het zout der.... het zout..,."
Der samenleving," hielp de dokter.
Der samenleving, juist. Je kunt soms niet
uit je eigea woorden komen van kwaadheid,.
als js om dien ellendigen, beroerden boel denkt.
Zeven meritisdominee's voila tout! Maar
vrouwen ho!"
9Ta, ta, secretaris. Wat mopper je weer te
gen je garnizoen," zei de majoor. Maar dat's
altijd zoo geweest. Als we in Willemsstad wa
ren, dan waren er te weinig meisjes en was je
in den Haag., dan waren er te veel.. En in
Neuzen was al het bier slecht en in Amster
dam was het veel te lekker. En zoo zal het
altijd gaan, altijd mopperen. Geurt! nog een
halfje."
Een algemeen gelach ging er op. Want het
zoogenaamde mopperen van den majoor was
te Bemmelkamp spreekwoordelijk, echter in
goede beteekenis. De majoor Groeneveld was
een best, tevreden rond pudmihtair. 't Is waar,
hij zeide nooit: duizend bommen en grana
ten!:' hij vloekte weinig; hij k ommaa deerde
nooit en riep niet in orde!" als men hem een
bezoek bracht; hij kauwde niet op zijn lange
puntknevels, want die had hij niet; hij-deed nooit
te pas of te onpas verhalen van veldtochten
en dergelijke, aangezien hij hooit zoo iets had
bijgewoond. Hij bezat dus niet die
eigenschapI pen yan alle andere oudgedienden uit de
boekeu. Maar hij pruttelde veel. Niet uit on
tevredenheid, maar men zou bijna kunnen zeg
gen uit gezelligheid, 't Was een oude ge
woonte, bij had zich al door zooveel garnizoe
nen heen geprutteld! Maar zijn gemopper was
zoo tastbaar overdreven, hij geloofde er zelJ
zoe weinig van, dat het soms prettig was om
aan te hooren.
Maar, majoor," begon de secretaris weer,
heb ik geen gelijk? Is het hier nu om uit te
houden zonder n toonbaar vrouwelijk wezen
ó'ia zich heen?" .
Ja, ja, Groeneveld, je bloed loopt nog wel
driemaal zoo hard als het mijne; hoe denk je
over mijn juffrouw van gezelschap?" zei de
oude ook ongehuwde notaris.
De majoor nam een verbazend groote teug
van zijn grog, als o.m zelfs de gedachte ? aan
die dame weg te spoelen, en toen begon hij;
Ja, dat is nu waarachtig een van de jonge
meisjes van het dorp; ik heb gehoord dat ze
en goede kennis was van Prins Maurits. Eo
als die vrouwen hier op de Yeluwe maar zoo
afschuwelijk leelijk niet waren ! Zie nu ginds
die Bét daar staan," en meteen wees hij op de
dochter uit .de herberg. Heeft iemand ooit
zoo'n vormeloos wezen aanschouwd? Zie nu die
dingen^ waarop zij met haar beenen rust en
die zij voeten durft te noemen ! 't Is toch goed
dat ze er onder liggen, anders zakte de lobbes
de grond in. Dan die taille Muller, drink
wat aan, want Bet.is'je nog voor. Zeg, dok
ter, jij hebt alle bewoners van het dorp al zoo
heel kleio gekend, hè? Hoe komen ze hier aan
zoo'n fatsoen ?"
Zoo 'zat het vijftal te keuvelen en elkaar het
aan ieder bekende feit te betoogen, dat, wat
er ook te Bemmelkamp mocht zijn, het schoone
geslacht er zeker maar op treurige wijze wa
vertegenwoordigd.
Daar kwam de diligence van half negen hel
dorp binnen rijden, en pleisterde als gewoon
lijk even aan de Vergulde Zweep", het eenige
rustpunt op den langen weg van het
Kijnspoorwegstation naar de stad. De conducteur
sloeg zijn schoudermantel op, legde de zweep
op den wagen, sprong van,den bok, klepte
een stuk of zes treden naar beneden, deed hè'
portier 'Open, en riep het gewone: Passagiers
voor- Bemmelkamp!!' , :
Dan kwam meestal een bombazijnen boertje
met een stevig dampende pijp te voorschijn, of
wel een boerin met een karbies, of dikwijls ook
.n"'t geheel niemand.
Maar ditmaal noch de een noch de ander.
Toch kwam er iemand uit den wagen. Eeu.net
dein vrouwenvoetje trachtte met de teenen de
Bovenste trede te bereiken, hetgeen eindelijk
gelukte, en daarop kwam. uit de verheven gele
irommel langzamerhand het bevallig figuurtje
van eene jonge dame te voorschijn, die.nu^ver
der vlug de treden af wipte,, een roo den. shawl
en een paar mandjes aannam, en daarna met
behulp van den conducteur begon een tweede
persoon uit de kast neer te laten, Deze laatste
scheen een dienstmeisje te zijn, zij droeg iets
dat zorgvuldig' in een doek was gevuLkdd,
en kreeg vervolgens nog eenige'pan j lui J& en
tasclrjes voor haar rekening.
De societeitsmannen zaten met grieft e hal
zen, glinsterende oogen, open mond n tn ooi en
deze onverwachte verschijning aan te atai^n
Men sprak geen woord, ieder dacht vuoi htt
oogenbiik duizend dingen en was ^o-jieeist
nog niet in staat zijne verwondei a g m ge
luiden uit te drukken. Trouwen^, htt bt0 n
reeds te schemeien, en van de plaatb wau i t
vijftal zat, kon men de omtrekken nit t y \^ ru i
onderscheiden.
De jonge secretaris was opgeyloeea ei j
tegen de trede gaan staan. Hij z-tg d t ..U
j,een scharmant lief gezichtje.,' De o L k ^
dame vroeg zacht iets aan Bet, die o» J e _,
verbaasd stond toe te kijken, deed 'ij i
groet van den baigenden Beaudujoai -i cf l
merkte, zeide op vasten toon tot '^ i l -j
meisje, kom Lize"'" en stapte "be o* - i
deze, het dorp 'in,