Historisch Archief 1877-1940
zijn, -'dan dese repetitie vas »Le rassant",
in zijn moedertaal. Louis Bauwiaeest«r
speelde " zoo voortreffelijk, dat de di, hier
erkund heeft zijn werk van regel tot regel te
hebben knnnen volgen. Dat zegt alles.
"Wat ons betreft, wij herinneren ons niet,
ooit door eeu Nederlandsen ak-.eur iets
schoonor te hebben zien voordragen dan > de
Beschuldigde" door .Bouwmeester. Grime,
het geluid der stein, de toon, 4e houding
de aktie . . al-es was ia .harmonie en het
aangrijpend geheel onberispelijk. Hoog wa^
de verwachting gespannen, toen hij nog
maals en na ai g Filippo in» De Viool van
Cremona" zou optreden. Teleurgesteld werd men niet,
Yoor wio Laty gezien heeft was ilezs op
voering dubbel belangrijk. Twee Filippo's
zijn door de beide artisten vertoond. Laty was
de fransche, Bouwmeester de hollandsche
Baltenaar. Laty sprak vlugger, was levendiger,
«nelier en scherper in de uiting van zijn harts
tocht, in alles spoediger ook rasser getroost.
Laty, aU hij bespeurd heeft, dat Giannina's
tranen niet hem, .inauf Sandro zijn gewijd, grijpt
ook in wanhoop de viool en zal ze verbrij
zelen; ge gelooft, als ge het ziet, dat hij haar
werkelijk breekt, want ze raakt reeds de
kist, .wanneer, gelijk een bliksemstraal de ge
dachte iannina gelukkig te .maken hem
door de 'hersenen schiet. Bouwmeester daar
entegen neemt op dat oogenblik agn mu
ziekinstrument met niet minder woede op,
maar hij zwaait het heen en weder en onder
dat zwaaien vaart de gedachte in hem, dat
hij haar niet breken mag. Bij Laty's spel
is het, alsof er op dat kritiek moment twee
menschen spelen. . . Bij Bouwmeester ziet ge
dat het er slechts n is. Wat is
natuurlijker?
Toch klonk Bouwmeesters spel in >Do Viool
van Cremona" iets te eentonig. Hij was,
gelooven wij, te slepend. Wcllic'iit ontbrak hem de
noodige rolvastheid. Doch zelfs, al heeft meu
dat' in aanmerking te nemen; de aard van
zijn spel kon niet anders zjjn. Want wie
dezen Filippo 'in ziju zacht, schier weck,
eenigszins kwijnend, maar zeldzaam poëtisch j
gelaat zag, begreep dat hij bovenal door zijn
stil spel boeien moest. En geboeid heeft hij.
Waarlijk, hij is kunstenaar.
We mogen deze beschouwing niet eindi
gen, zondsr althans met een enkel woord
er op gewezen te hebben, dat de Heeren
Spoor, de Jong en Mej. S. v. Bienen hem
goed ter zijde hebben gestaan. Het eind van
het zevende tooneel b. v., speelde de Uatste
zeer schoon. Ook heeft Mevr. Kleine recht
op een woord van dank voor de vlekkeloozo
voordracht van het korte gedicht: Op den
Uitkijk.
Doch wie van den Coppée-avond spreekt,
behoort J. L. Wertheim te huldigen. Zijn
groet aan Coppéc was den dichter waardig,
Zijn vertolkingen munten naast die van den
heer van Hall uit. Het publiek had te veel
reden tot opgewondenheid, anders zou het
den nederigen dichter niet hebben vergeten,
die bescheiden onder het publiek een plaatsje
had gezocht.
De Coppée-avond was heerlijk, schonk
waar genot, op milde wijs. Eere het Nederl.
Tooneel, dat Lem den dichter aanbood.
Do belooning van de zijde van het publiek
blrjve niet uit. Het programma van den a^ond
behalve het slotvers, kan nog meermalen gege
ven worden, en, al geschiedt dat niet, een
groot deel van het publiek, dat nooit in den
schouwburg verschijnt heeft Bouwmeester
leeren kennen,?en dezen artist te kennen,
is hem te bewonderen. ?
Nog een paar avonden op zulk een wijs.
aan een beroemd buitenlandscit dichter ge
wijd en de Vaderlandsche Tooneelspeelkunst
zal niet langer worden miskend.
- s of K.
Het publiek stroomt weder naar de
Amstelstraat. Saterdag en Zondag was de schouw
burg tot stikkens toe gevuld, Maandag bleef
schier geen plaatsje onbezet, en we behoeven er
niet aan te twijfelen, zoo zal het nog eenigen
tijd blijven. Immers S of Z eennieuw oorspron
kelijk tooneelspel door Justus van Maurik Jr-,
brengt zulk een glans van vergeuoegdheid op
het gelaat der toeschouwers, dat zij zonder er
aan te denken hoezeer een applaudissement
voor een oogeublik hinderlijk kan zijn, luide
in de handen klappen. Over ds lippen van den
gemelijksten hypochondrist dwaalt een lachje
"bij het zien van deze tooneeltjes en de nijdïgste
pen _ gesteld dat er nijdige pennen konden
zijn 7 zou aa deze eerste opvoeringen vroolh'k
over het papier willen dartelen, om blijmoedig
neer te schrijven: Waarlijk . of Z heeft sukces
gehad! Twee avonden achtereen daverde de
schouwburg, van het luid geroep: v. Maurik!
v. Maurik!; eerst den derden avond begreep het
publiek, dat de schrijver niet wenschte voor
het voetlicht te verschijnen; een,bescheidenheid
die het zeker weet te waardeeren.
Wat is dan wel de reden, dat dit tooneelspel
KOO in den smaak valt'?
We gelooven 't is eenvoudig dit: S of Z is
niet alleen een nieuw oorspronkelijk stuk in den
alledaagschen zin van het woord, maar de schrij
ver zelf toonde schier in iederen regel een oor
spronkelijk man te zijn, die zijn personen een
eigenaardig krachtig leven inblaast.
Men begrijpe ons niet verkeerd. Met het
woord oorspronkelijk wordt-niet weinig gesold ;
de beteekenia er aan gehecht is niet altijd.de
zelfde,
Ik b,eb iemand gekend, die nooit aan litte
ratuur had gedaan. Van studie, gezwegen nog
van ernstige studie, was nimmer sprake bij
hem geweest, maar de hemel had. hem geze
gend met een paar oogen als een paar
dwaalsterretjes, zij zwierven fonkelend den gansenen
maatschappelijken hemel langs en zagen onge
veer alles wat er op het benedenrond voorviel.
Hoe bevoorrecht ook, aan die verheven wijze
van bestaan kleefde, het kon moeiel^k anders,;
e«ï5 schaduwzijde. De kracht van het hoofd!
was niet in zuivere harmonie met de eekier l
ondenkbare geoefendheid van het oog. De
millioenen beelden, die hij waarnam, lieten allen
een indruk achter, maar ds kennismakingen'
waren dikwijls niet minder vlucht g, dan die-j
van Piet Paaltjes, toen hij in een -sneltrein go- j
zeten op de voor hij vliegende Mina verliefd [
werd, en de indrukken self, zwevend, flauw en
mat, schenen in zijn arm hoofd a iet tot rast te
kunnenkomen,maar hielden daar een waren
heksendans. Be man was?een oiïmiddeligk gevolg
van zijn veelzijdigheid ook een amateur, en
in zijn eigen oogen-, een kenner van het too
neel. Hij had veel gezien. Hij had meer dan
iemand anders gezien, feij had, laat ik eerlijk'
zijn, alles gezien. Duizend tooneelstukjea spook- j
ten in boete mengeling door zijn bewogen ?
brein, en als hij heb licht zijner flikkerende i
kijkertjes even naar binnen wierp, m. a. w. als1
hij zijn oogjes dicht kneep, was het hem, alsof
een, bliksemstraal ouder de zwarte wolken!
doorschoot, en hij mat de hel verlichte tooueel-;
wereld n seconde lang van horizon tot ho-!
rizon. Doch wat was het treurig gevolg!
van deze titanische begaafdheid ? Hij kon zich'
niet meer amuseeren. Zijn genot was ten slotto
voor goed weggezonken in den oceaan zijner;
herinneringen.
Bij het opgaan van het gordijn wandelde h« j
somtijds nog eeu oogenblikje rustig aan hetj
strand als bij eb, ? maar nauwelijks spraken'
de personen, of daar rees ae vloed, en da vreugd \
van den tooneellief hebber week bij de dui- i
zende herinneringen, die als wilde hooge ba-;
ren op hem losstormdeo. Dan fronsde hij zijn:
voorhoofd en sprak met s pijnigen trek op het;
gelaat: Niets nieuws! Die schijnheilige is'
niet oorspronkelijk, dat is Tartufe, die woeke- ?
raar niet origineel, dat is Shylock, die gierig-'
aard niet eigen vinding, hij heeft iets van
l'Avare, dat is Gratchen, die is Camüle, die
daar Ophelia, da,t is Jago, die is... zoo prut
telde dit slachtoffer der alomtegenwoordigheid,
en 'i was eerst verleden jaar, kort vóór zijn
verscheiden, toen hij op hot Leidsche Plein den
heer Moor aan het chiaeesche hof. met
het geluid van een gans die levend ge
plukt wordt: Tsji! Tsjing! Tsji!! hoorde roe
pen, dat'hij zenuwachtig in Rijn Banden klapte,
en uitriep: Verduiveld dat is oorspronkelijk!
Helaas, de man ligt begraven..... Zijn
onrustig hoofd en Uciiaam bewegen zich niet
meer. Zijn vrienden hebben thans nog het
gevoel alsof een heelal in slaap is gevallen, en
zij strijden onder elkaar, niet zonder heftigheid,
over de vraag: of hij meer had van den
honderdkoppigen Cerberus dan van een duizend
poot, '
Welnu beteekent oorspronkelijk" dat het
ons aan niets herinnert, wat wij ooit op het
tooueel of in het leven gezien hebben, dan is
8 of Z, zeker niet oorspronkelijk, maar welk
stuk zou het dan wel zijn? \Yil men met dit
woord echter te kennen geven, dat wat wij in
8 of 2 zien en hooren, werkelijk door den
schrijver gevoeld en gewrocht is, niet geko
pieerd van dezen of genen zijner voorgangers,
dan is datzelfde tooneelatuk het iu hooge
mate. Zelfs dr. ds Wild, die het meest aan
kopie zou kunnen doen denken, vooral in de
eerste scènes, waarin hij ah de afgetrokken.
geleerde langer dienst doet, dan misschien
wenschelijk is, blijkt iets meer te zijn dan een
gekopieerd exemplaar. Hij is een persoonlijk
heid uit n stuk en in de laatste tooneeltjes,
waar hij minder als beoefenaar der natuurlijke
historie zich vertoont en zijn karakter dua niet
zoo sterk door de klucht verduisterd aan het
licht treedt, is hij een tooueelschepping van
van Maurik, die tintelt van waarheid.
Daar zijn zeker meer schuchtere jongelieden
op de planken vertoond, doch van Bloemhoven,
openbaart dien karaktrek op zijn eigen wijs;
zijn linkschheid, zijn naïveteit, zijn goedhar
tige oprechtheid en zyn verborgen fierheid
vormen te samen een persoonlijkheid, waarvan
men den dubbelganger onmogelijk zal kunnen
aanwijzen.
Al die figuren, die bijna niet handelen, hoe:
zouden zij uren achtereen het publiek kunnen
boeien, als ze niet rechtstreeks uit het brein j
van den meuschkundigen schrijver waren voort-;
gekomen, en ons aantrokken door de geheim-'
zinnige macht van het natuurlijke, indien niet
het hart, dat de auteur hun schonk, klopte tot
in de eenvoudigste woorden? ;
Wie van het achttal men neemt, de zes
overigen meer nog dan de Oost-Indische
ambtenaar en dr. de Wild, maar allen zijn
werkelijk menschen en we gelooven niet te veel
te seggen, wanneer wij beweren, dat onder de
holiandsche stukken, die in de laatste jaren.
voor het tooneel geschreven ziju, niet n met
zulke eenvoudige middelen zooveel succes heeft
bereikt; want door de poëtische
alledaagschheïd dezer schepselen is schier elk tooneeltje
een juweeltje, dat u de zwakheid der intrige doet
vergeten. De openingscène, Mevr. Zuiderberg,
de beide zusjes, Jacob de knecht,... een zoo
gewaagd tooneeltje als het gesprek bij den
Meiwijn, welk onderdeel ge ook wilt, uit alles
straalt natuur en waarheid u tegen. !
Wave dit niet het geval 8 of Z had niet, kun
nen slageu, want het is een stuk bijna zouder
intrige. De handeling is zoo sober mogelijk.
De eigentlijke aktie begint eerst aan het eind
van het derde tooneel, en zelfs daarna is ze
ter nauwernood overwegend. De twee paren
blijven gelijkelijk attentie wekken en Mevr.
Zuiderberg misschien nog meer dan beiden.
Immers de heer vau Maurik heeft de gebreken
zjjner deugden. Even als in zijn novellen, wor
den de détails somtijds gevaarlek voor het ge
heel. Hij schept een behagen in ieder zijner per
sonen, hij heeft ze.allen even lief, en dat is
goed tot op zekere hoogte, maar het gevolg
bij dezen auteur, uit een technisch oogpunt be
schouwd, is een al te zwak geheel. Zoo ook dit
tooneelspel. Het is als een vrouw wier ver
schillende ledenmaten fijn en schoon gevormd
zyn. Elk afzonderlijk bezien is een voorwerp
der studie waard, maar hoe geestig de dame
ook spreke en dat doet zij inderdaad: de
harmonie der deeléa is niat volkomen, de
onevenredigheid harer gestalte doet afbreuk aan
haar schoonheid. Beminnelijk echter i»'zij bjj
uitstek. Daar ligt een poëtisch waas over die hui
selijke toom eitjes, dat aan onze zucht om hei te
ontleden, weerstand biedt, een geheim den
schrijver bekend, "dat hij ons in tal van nieuwe
stukken nog nader .moge openbaren.
Montes houding had krachtiger gemotiveerd
kunnen zyn. okiszijn voortdurende afwezigheid '
in de eerste b.ediijvtm iefc aouals het behoort.;
Wij erkennen dat, maar wij zouden den auteur '
onrecht doen, als wij niet tevens deden op
merken, dat diezelfde Montes het bewijs levert
met hoe weinig verf men duidelijk en keurig
schilderen kan, en dat, uit dit oogpunt
b@oshouwd, zijn iaeld duizende theaterhelden in de
schaduw stelt. " .;
Ongetwijfeld bs vindt van Maurik zich op den
goeden weg. Hoe hy met licht en schaduw op
het tooneel moet werken is hem bekand. Be
geheimen der techniek, voor zoover zij da af
wisseling der tafereelen aangaat, zijn hem geo
penbaard. Niet alleen de dikwijls pikante dia
loog, de ongezochte geestige wendingen bewij
zen, dat hij wars is van wat naar bombast
zweemt en te veel aan knalefiekt doet denkeü.
Ook naar het natuurlijke streeft hij, blijkens
de bijna geheele afwezigheid van ter zijde's en
alleenspraken.
Een nauwkeuriger ontworpen plan, van het
begin tot den einde volgehouden, zonder zich
tot het inslaan van zijpaden te laten verleiden.
de ondeideelen meer organisch saamgegroeid
tot een geheel, een krachtiger intrige, die
zijn personen, met inachtneming van hun ka
rakter, de wet van handelen voorschrijft
en Nederland zal een tooneel schrijver rijkaijii,
die niet slechts de eerste is binnen zijn eigen
land in de comédie des mosars, maar wiens
naam spoedig over de grenzen zal worden ge
dragen.
Is het noodig nog over hot spel der akteurs
te spreken ? Noodig niet, maar de dankbaar
heid eischt liet. Ze mogen alle geroemd wor
den. Alleen de Wijze, zooals S of Z wordt op
gevoerd, maakt een bezoek aan v. Lisr's theatre
waard. Slechts n opmerking zouden wij ous
willen veroorloven. Blijft Schulze; hoe voor
treffelijk hij zich ook houdt, niet meer schuch
ter dan wensehelijk is, wanneer hij met Anna
zicii alleen bevindt?
Ook 's Gravenhage heeft zijn Coppés-avond
gehad. Yrijdag 23 Januari had voor de elite
van het aagsche publiek de opvoering plaats
van: De mooi van Cremona; Niemand sterft
van blijdschap en de voordracht van De
wgrlsstaMng en Op den Uïtkj/lc. Het succes was ook
hier buitengewoon groot. Onder de'aanwezigen
merkte men vele schilders en letterkundigen
op. Ook de hofloge was druk bezocht.
Indien J'ai ri, me voïla désarms" alles
verontschuldigeakon, zouJo««£&#w, het nieuwe
stuk da* de Fransehen in do Biant&ge Vrijdag
avond gaven, verontschuldigd zijn. De fransche
critici, die deze comédie van de HU. Gündinet,
Oswald en Giffard maar UN I-EÜleste vonden,
waren wel toegevend; de rol .van ds getrouwde
en ongetrouwde jonge vrouw, zou door menige
hellandsehe aktrice geweigerd zyn geworden.
Het, stuk, zooais het dan is, werd uitmuntend
gespeeld, jeu uitbundig toegejuicht, een niet
zeer achtenswaardig succes.
Delpit thacs tot een drama bewerkt, dat op illusie daarbij niet wordt verstoord. Ik ben ea
het G-ymnase met zeer veel b3JT&lis*opgevomL ? bl'S-i dan. ?eenmaal in eea bovennatuurlijke
we-j rëld. Maar afe ik midden a.eeo verhaal, dat
Mrnichen zal in de Maand Juli 1880 op niet onwaarschijnlijk klinkt, eensklaps merk,
Te
het kon. hof- en nationaal theater eeue reeks
klassieke drama's worden opgevoerd, 4oor de
artisten van de voornaamste schouwburgen
v«n Weènen, Berlijn, Muuchen, Dresden, Ham
burg, Hanover, Karïsruhe ea Leipzig. De op
te voeren stukken zijn : van Lessing W'ïnna,
von Barnhelm, JSmüia G-alotti en Nttthan der
Weise; van Go the Glavïgo, Egmont en
Torguato , 'Tasso; van Schiller Kabdlewnd X,iebe,
?dat fcjJT. die professor daar, eigenlijk een
mleahwtog- is, of in het sprookje tot de ontdekking
kom, dat die uilenhertog eigenlijk een heuzige"
professor is, dan kan ik mijn gedachten niet meer
feij heit geschrevene bepalen en ga er over pein
zen, of de schrijver een loopje met zyn lezer»
?wilde nemen.
Toch kan dat
aam
zïjn bedoeling niet
zijn, want dan zou :hij zijn boek niet
Wallemtem (alle drie de deelen) en Wilhelm Prinses Mariaime hebben opgedragen. Hij is
Teil; van Kleist Der Zerbrochene ~Krug; van veeleer het slachtoffer geworden van zijn
poShakespeare JuUus Caesar, M&cleih, A wm- ging om twee genres te vereenigen en te
verter's tale en Hamlet.
mengen : den histcrisehen roman ea
Deze 16 stukken zullen in 14 avonden ver- sprookje.
toond worden, en ongetwijfeld gedurende de
Julimaand veie
brengen.
bezoekers naar Munchen
Woensdagavond had in het Park het 9&e
jaarHjksche examen plaats van de leerlingen der
Muziekschool van den heer C. L. Mattsrn. De
Ik kan mij niet voorstellen,- dat iemand, die
niet aan den duivel en aan hekserij geloof^,
Het woud van de vier perken" met onver
deeld genoegen leest. Er wordt te veel va£
de verbeelding der lezers gevergd.
Ook is de schrijver niet altoos gelukkig fta
zijn beeldspraak. Of wat deukt ge van
schaduwzijde van deze uitvoeringen is, dat ze ; mededeeling, aangaande het volk der Dassea
lang duren, hier van 7 tot 11 uur, de licht- op pag. 65, B. L? Die natie is groot," wordt
zijde, dat men er van tijd tot tijd me«r goeds daar gezegd en onder haar blinkt
voornamete hooren krijgt, dan men van leerlingen zou lijk uit het geslacht der Witdassen eene
achtverwachten, Eenige driestemmige meisjeskoren i bare wijd en .zijd vermaarde en alom ver
van Abt en Hèinze vooral werden zeer goed? spreide familie. Sedert onheugelijke jare|i
uitgevoerd; onder de overige nummers die zeer j hebben de Dassen en vooral de Witdassen
voldeden vermelden wij een Imprompto (Op 9): zich toegelegd op al wat tot het graversvak
en een symphonie van Schubert, een dus voor behoort, zóoals doodgraven, begraven, onder
twee piano's vau Rheinberger, eenige solo's, graven en al dergelijke meer Zoo komt het
diao's en trio's voor zang, viool, violoncel en ' dan , ook, dat die familie vooral in het
GitAArfluit. De heer Mattern, die zelf het zangonder- ; schap Holland, door talrijke leden wordt ver
wijs leidt en de zes onderwijsere, waaronder de j tegenwoordigd."
heer Holkamp, die aan zijne inrichting verbon- , Yan deze Witdassen wordt verder verteld dat
deu zyn, hadden veel voldoening van de moeite,; zij diep onder den grond proeven nemen ook'
aan hunn'e leerlingen besteed. ' op het gebied der electricifceit bijv. door hot
? wrijven van kattenvellen, wat hun tevens een
Meilhac en Halevy, die voor ffenbach zoo-j ongezochte gelegenheid aanbiedt om ongestoord.
veel dwaze libretto's samenstelden eu ook inde de kat in 't donker te knijpen,"
comédie veel geestigs leverden, hebben op 't Zie dat is niet precies iu den trant van
Anoogenblik een stuk onderhanden, dat te Londen j dersen. Het is noch fijn noch geestig, eveumia
speelt, en waarin de opmerkelijkste typen der als wat de jonkers Zweder en TJdo vertellen,
Eugelsche wereld zullen geteekend orden.
Men weet nog niet of het als blijspel, dan wel
als opéra comiqae zal worden afgewerkt.
omtrent de bekwaamheden van Salomo en zijj
harem. D. II. pag. 101.
Naar miju gevoelen hadden hun aardigheden
niet behooren oververteld te worden, door een
auteur, die wat beters en meer belangrijks te
zeggen heeft. Ik denk van hem dat hij, als
De kunstschilder Wïllein Bodemaa,
74jiU'igen leeftijd te Bussum overleden.
De heer Ilenri Koenen, eerstdaags 15 jaar
direkteur van het paleis-orkest, zal, naar wij
vernemen, bij die gelegenheid de bewijzen ont- j vele menschen trouwens, niet weet of wil wat
vangen, van den hoogen prijs waarop zijnen hij kan en wil wat hij niet kan. Aardigheden
uitmuntenden arbeid wordt geschat. en steken onder water gaan hem slecht af.
De aanteekeningen, die vete bladzijden vullen,
zijn het interessantste deel van het boek.
Waarom gaf de heer ten Hoet niet dood een
voudig iets over de oude geschiedenis van
Nljj meges of van Gelderland. Bijoa zeker is hg
| in staat belangwekkende historische.b
jsonderheden op boeiende wijze mee te deelen mij
dunkt dat Het Woud van de vier Perken*"
tot dit vermoeden alle recht geeft doet rjj
het, dan zullen zeker velen den belezen en
geleerden geschiedschrijver dankbaar zijn, dis
met deu fautazie-rornancier maar middelmatig
zijn ingenomen.
? v. H.
Het stak van Arthur Fitger, Die H&xe, dat
te Berlijn, te Leipzïg on te Bremen zoo goed
bevallen is, heeft ook te Altoaa veel bijval
verworven.
Te Leipzig zal in de maand Juni, tegelijk
met die algemeene duitsche woltemtoonatelling,
eene Monatsoper gegeven worden, eene reeks
van opvoeringen van de beste klassieke, groots
en lichtere opera's, met de beste krachten van
Duitschland bezet, en waartoe alles, solisten,
koor, accessoires, decoratief aoo goad mogelyk
aal worden voorbereid. Het programma voor
die maand is nog niet samengesteld.
Set Woucl van de Vier Perken.
FantazieKoman door MR. WILLIAM TEH HOET. Tiel.
H. C. A. Campagae.
Misschien weten niet alle lezers wat een
fantazie-romau is. Men zou zo.o zeggen: federe
roman heeft in meerdere of mindere mate zijn
oorsprong aan de verbeeldingskracht te dan
ken eh het is alzoo niet bepaald noodig op
den titel van het boek te vermelden dit
verDe tweede fezing over Fransche letterkunde
van den heer Vales had Maandag 19 Jan. in
Felix JVIeritis plaats. Met evenveel belangstel
ling als de vorige maal werd de even belang
rijke conférence gevolgd. Ditmaal waren
Molière's Misantkrope en Tartiife aan de beurt,
de meestvohnaakte scheppingen van zijn genie.
dichte verhaal is een fantazie-roman. Maar de Een overzicht van den maatschappelijken en
geschrijver heeft wellicht het publiek van te
voren willen waarschuwen: miju werk is zeer
fantastisch. Nu dat is het, eu een gewoon
delijken toestand van Frankrijk in den tijd toen
Molière zijne comédies schreef, zoowel als van
zijne huiselijke omstandigheden, Armande
menscheukind moet wel zijn uiterste best doen Bójart, zijne coquette vrouw als de Cëlimène
die hem' het leven ongelukkig maakte, dienden
ter verklaring van Alceste en zijne omgeving.
Tartufe, de ontleding van het stuk, de
tegenzeker begrijpen; H. K. H. Prinses Marianne stand dien Molière ondervond vóór het Icon
om de muze van den heer ten Hoet in haar
vlucht te volgen.
Twee menschen meent de auteur zullen Bern
en dr. J. J. L; ten Kate.
gespeeld worden,, de.groote omzichtigheid
Nieuwe opera's in Duitschland: te Dessau,
Xwein, opera in drie akten van Klughardt,
het eerste werk van den componist dat voor
het voetlicht komt. De tekst behandelt een
oudduiteche sage, eese legende uit de
Artusroraans; de muziek, in- den gesst van Wagner,
heeft veel bijval gevonden. Te Koburg, Jean
Cavalier, opera van den hof kapel meester
Langer,
En te Leipzig, n te Hamburg wordt deze
week een Mozart-Cyclu's gegeveu. Den 17den
Januari, speelde men te Hamburg den
Idomeneiis, den 19den Die JSntführung ausdem
8erail, en Mosart und Sckikaneder; den21sten
Die Hochzeit des Figaro; den 22sten Don
Juan:' den 24sten Cosi fan tutte, den 26sten
Die Zwiberftöte; den 27sten Titus, en den 28sten
tot slot een gelegenheidsstuk.
Bij de General-intendanz der kon. schouw
burgen te Berlijn, zijn in 1879 niet minder dan
298 nieuwe tooneelspelen aangeboden
gebsgreep!... Maar laat ons dankbaar en tevre
den zijn! Wanneer daar een dichter verklaart r
Een jaar geleden verscheen eerst in, de
revue de deux Mondes, later afzonderlijk, een
roman van Albert Delpit: Le fils de CoraUe,
die redelijk succes had. Het was de geschiedenis
van een officier, Daniel, die verloofd met een
meisje van een zeer goede familie, dat hy bemint,
tot de ontdekking komt, dat een zekere Coralie
van al te bekenden naam, zyn moeder is, en
na deze ontdekking alles afbreekt omdat hij
zyn meisje niet in zulk een schande wil doen
deelen.
Het jonge meisje o'ffert zich vau haren kant
op door zich zelve voor de maitresse van den
officier te verklaren, ^oodat zij hem een
niet minder bevlekten naam heeft aan te
bieden, dan hij haar. Deaen roman heeft Albert
laatstgenoemde is des schrijvers leeraar en juiste woordenkeus, waardoor hij er in slaagde
vriend, dat helpt. Als die hem ook nog niet alles te zeggen, het krachtig te zeggen en
niet misverstaan te worden, zelfs door hen die
er belang bij hadden zijne woorden tegen hem
mun vs erk kan niemand verstaan, tenzij ik zelf! uit te leggen, maakten het onderwerp van het
het eerst verklaar, dan is het al heel mooi, j tweede gedeelte uit. In het derde gedeelte
als een andar ten minste van twee lezers ver- werd Molière als moralist geschetst, en met
zekerd is, dat ze hem kunnen volgen. nadruk er -op gewezen hoe typen als Alceste
i Zooveel intusschen heb ik ook wel van den ( en Tartufe niet de portretten van den een of
j roman verstaan, dat ik de bedoeling van den : ander voorbijganger, maar de ? doorgewerkte
auteur op zijn aanwijzing trouwens :?ont-! studie van eene geheele klasse, van een beg
ndekt heb: de ware liefde te verheerlijken te-jseïzijn, trek voor trek tot een geheel
bijeengenover de andere, die uit den Booze" is, en
meteen de stad Nijmegen-,
In hceverre hij geslaagd is wil ik.niet trach
ten uit te maken. Zeker is het, dat hij niet
tot de schrijvers behoort die dikke boeken var
vaardigen zonder iets te weten. De heer ten
j Hoet weet veel, en niet alleen van Nijmegens
historie. Zijn belezenheid is groot, dat blijkt
uit Kijn aanteekeningen en citaten, die niet uit
de citaten van anderen maar uit de bronuen
zijn geput. Hij is niet als vele lichtzinnigen
van vroegeren en lateren tijd maar aan 't
schrijven gegaaa, zonder te weten waar hij
terecht komen zou. Gestudeerd heeft hij; em
daarom behoort hij met eerbied behandeld te
worden, door de recensenten, zelfs als zij zijn
boek niet mooi ? vinden. Ik verlang zeer te
hooren wat er die heeren van zeggen zullen,
want ik wantrouw mijn oordeel en vraag: ligt
het ook alleen aan het vreemde van het genre,
dat ik den fantazie-roman maar niet kan ge
nieten ? Er zijn toch waarlijk goed geschreven
bladzijden in. Zoo'n gastmaal iu de Smidsstraat,
het gerecht "van Hend, de vrijerij van Bart en
Hazmeke bewijzen, dat de heer ten Hoet wel
weet te verhalen. Maar telkens als ik op het
punt was van door hem geboeid te worden,
werd de goede indruk weer verstoord.
Dat ligt zeker aan het genre door den schrij
ver gekozen of geschapen en niet aan zijn talent.
Het is geen bekend genre. De fantazie-roman
is geen roman, ook geen sprookje maar een
soorèvan geschiedenis met sprookhistories
fabelen, allegorische verhalen
opdemeestzohderlïnge wijze doorvlochten. Nu, kan ik wel
een sprookje met genoegen lezen, omdat
gebracht, en daarom onvergankelijk, voor het
nageslacht beier kennissen dan menig beroemd
man uit het werkelijk leven.
Dat de Handleiding tot de kennis der wet,
op 't lager onderwijs verrijkt met een geschied
kundige schets der wetgeving op dit gebied in
Nederland, door .de HH. S. Blaupot ten Cate,
en G. van Milligen, een onmisbaar boek is,
blijkt, als men verneemt, dat van dit werk,
waarin de wet van 1878 behandeld wordt, rteis
de derde druk bij den heer Wolters te G
roningen verschenen is.
Dr. A. H. G. P. v. d. Es, rector aan het stede
lijk gymnasium te Utrecht/ heeft een uittreksel
vau zijn Letterkunde der Grieken en Romeinen"
vervaardigd. In dit boekje, bij den , heer
J. B. Wolters te Groninger verschenen, is alles
te samen gevoegd wat de leerlingen, die het
handboek gebruiken, tot hun blijvend eigen
dom moeten maken. Het is te vreezen, ci^
zelfs met dit uittreksel gewapend, menigeen
zijn verworven eigendom verloren zal zlvn
gaan. De vlfjtigen zullen inmiddels den
hi^v. d. Es dankbaar voer zijn goede hulp zijn.
Enkele wslmeenende Deernen", boden Lief
dadigheid naar Vermogen" een geschenk .aan
getiteld: Lente-Vertelsels enz. (Metde E-legende
ten exempel). Bij het uitreiken van een
aallinkerhand niet weten wat de
rechterhand doet; welnu als de Kunst uit barm
hartigheid geschenken geeft, heeft de kritiek
er zich niet mee te bemoeien, en dattcrhmgt
ons zeer. Ongetwijfeld waren deze welrne?L,ende