Historisch Archief 1877-1940
N°. 137.
DE AMSTERDAMMER.
A°. 1880
Yonebgnt .
Uitgevers: ELLERMAN, HARMS fc (X
Kantoor: Bokiu 2.
ZONDAG 8 FEBRUARI
Abonnement per 8/m. . . . 60 Oti. fr. p. p. 75 Cte.
A&onderlgke Kommen. 5 »
Adrertenttón per regel . .15 »
INHOUD
WATERSNOOD. ? REACTIE. ? VAN
KERSWOTS ANTWOORD. ? FEUILLETOlï: ?HET
WBEUWTJE VAN BEMMELTTAUP- __ STAAT
KUNDIG OVERZICHT. ? GEMEENTEZAKEN
Nog"
eu dat ook van hen gezegd kan worden, dat
zy nooit moede zijn, zoolang er j&t"tfoedB te
doen is voor het Vaderland.
De Sub'Onmmif^" i
Br is slechts één middel, om de boosdoeners doener»
in bedwang te honden. Afschrik »l?
tuchlifrimr. M.n.T.. .«w» « uMfV
KUNST: ? Helene u« oaigU; ? ,v een»
8 of Z, door 0. L. Loffelt. ? Margaretha
(Huthier. ? Satanidlla^ ? In den Eotterdamsohen
schouwburg ? LETTERKUNDE: Emile Zola,
door Dr. J. ten Brink, ene. ? Tont homme a
deux pay», door Prof J. A. Alb. Tbjjm.--Op
voedkundige opmerkingen, door Herman de
Boer. ? OVERZICHT VAN DE
EFFEKTEHMARKT. ? ALLERLEI ? INGEZONDEN. ?
Handelaoverzicht der Week. ~ Te huur
zijnde woningen. ? ADVERTENTIES: Schouw
burgen enz.
WATËRSMOO».
De sub-commissie der algemeene verloting van
voorwerpen van kunst en smaak, ten behoeve
der noodlydenden door den watersnood van
1830, onder bescherming van H.H. M.M. den
'Koning en de Koningin, te houden te
'sGravenhage, goedgekeurd by konintclyk besluit
van 12 Januari 1880, n°. 23, heeft het volgende
bericht aan de ingezetenen van A msterdam
toegezonden:
'Weder werd een gedeelte van ons land ge
teisterd door het water en weder is het
Nederlandsche volk bereid om, wat in zyn
vermogen is, b$ te dragen tot leniging van
den ramp, die zoovele landgenooten heeft
getroffen. .
Zyne Majesteit onze geëerbiedigde Koning,
het voorbeeld. Niet alleen zond
hyonmidIjjk hulp naar de overstroomde streken,
maar het was ook op zijn aansporen, en onder
de hooggewaardeerde Bescherming van H.H.
M.M. den Koning en de Koningin, dat zich
te 's Graveuhage eene commissie vormde, die,
evenals in 1861, ten behoeve der noodlydenden
eene algemeene verloting van voorwerpen van
kunst en smaak houden zal.
Op uitnoodiging van den Burgemeester der
hoofdstad, heeft zich hier ter stede eene
sub' ' *'* '
Verloting ten behoeve "
door den Watersnood.
Amsterdam, 4 Februari 1880.
MR. G. VA» TIENHOVKÏ, Burgemeester, Foor*.
JHB. MR. S. BACKKB
A. W. VAN EKGHEN
E. Fuu>
M. H. IKSINOEB
Mr. H. J. KIST
F. J. W. H. SCHMITZ
F. A. VRIESR
MR. J, ïf. VAK HALL, Secretaris-Penningm.
De prys van elk lot is één gulden. Loten
zullen binnen weinige dagen verkrijgbaar zyn
by den Secretui-is .der Sub-Commissie ten
Stadhuize (O. Z. Voorburgwal 199) en by de
overige leden der Sub-Comraissie.
De voorwerpen, dip men tot prijzen wil
afstaan, gelieve men in te zenden uy een der
Leden van de Sub-Commissie of aan het bureau
ten Stadhuize, O. Z. Voorburgwal 199.
REACTIE.
Het is langzamerhand mode geworden, zich
te tooien met den naam van liberaal, al is
men dat niet.
Dat daarvan vreemde dingen* het gevolg
kodden zyn, was te voorzien.
Nenschen, die,zich liberaal noemen, durven
thans wel eens de meening verkondigen, dat
de Regeering eenige voortbreng rs tegen hun
mede voortbrengers, en de verbruikers moet be
schermen, door'hooge invoerrechten, door
differentieele rechten, ten behoeve van de nationale
vlag, of de nationale producten, ot' de nationale
markt.
Andere dnsgenaamde liberalen Tinden het
beter, dat da minvermogenden het meest dat
de meervermogenden het minst* in de
belastin'gen bedragen. Zy verklaren zich voor
verbruiksbelastingen, die uit den aard der zaak
het zwaarst drukken op den gezingen man,
omdat zyn vereringen evenredig het zwaarst
weder
u<tt»rumuen getretfenen, om
voor hem te ontsluiten! -r .." _.
Wie had ged*d»t, in het jaar 1880, dergelijke
denkbeelden te zien ontwikkelen, in een der
eerste liberale bladen?
En toch, men kan ze daarin lezen. Heeft de
schrijver wel de mogelykheid overwogen van
een rationeel' strafstelsel, dat breekt mét het
onderling bederf der gemeenschappelijke opr
sluiting, dat de gevangenen van elkander afge
zonderd wil houden ?
Weet de schrijver wel, dat het door hem
van valsche philantropie beschuldigde genoot
schap zich, in het door hem gewraakte adres
aan de Regeering, heeft verklaard ten gunste
van de toepassing van de, in België, met goed
gevolg tot ee» maximum van twaalf jaren toe
gepaste afzonderlijke opsluiting?
Weet de «chryver wet, dat voornoemd ge
nootschap strenge tucht in de gevangenis wil
en geen rechten aan den gevangene toestaan
tegenover de gevangenis-administratie?
Weet de schrijver wel, dat de Staat, door
de inrichting dier straf, tcgdi/k afschrikkend
en verbeterend kan werken?
Waarom, als hy dat alles weet, het dan niet
gezegd? .
Wil men, als middel tot beteugeling der mis
drijven, niet de zekerheid der straf, maar den
afnchrik op den voorgrond plaatsen; wil men
de keuze der straf niet ondergeschikt maken
aan den eisch der rechtvaardigheid van de
strafsoort, men doe het dan ten minste goed.
Voor de vrienden van die afschrikkingstheorie
is dezer dagen een kostelijk boekje in het licht
verschenen. Zyn titel is: de afschaffing der
doodstraf en hare gevolgen; eenige beschou
wingen naar aanleiding der tegenwoordige
strafwetten, door Arnold.
Die Arnold komt tot de slotsom, dat de
maatschappelijke orde en persoonlijke veilig
heid het wederinvoeren der doodstraf en
liohameliike
vereenigt zy gestrengheid met een streven,
naar het vernietigen van de booze gezindheid]
des gestrafte. Maar die straf U niet van schrij
vers gading. Hy noemt haar zelfs niet eens.'
Omdat het de roeping des wetgevers niet is,
om de rol van zedemeester op zich te nemen,
kan geen straf genade in zyn oogen vinden,
waarin aan mogelykheid van verbetering ge
dacht wordt. .
Naar de timnynen ~in onze Oost>Indische
bezittingen; naar het schavot; ziedaar de toe
komst, die hy voor de misdadigers in het ver
schiet wil stellen.
Hy schy'nt te meenen, dat zulk een uitzicht
beter zal helpen, dan het samenstel van
gruwelyke pijnigingen en gequalificeerde doodstraf
fen van vroeger eeuwen heeft geholpen.
Ook vèrla gt hy de bedreiging der doodstraf»
niet slechts in het geval van doodslag met
voorbedachten rade (moord) maar ook in het
geval van doodslag met koelen bloede. In het
laatste geval toch wil hy den rechter de be~
voegdheid geven tot oplegging der hoogste
straf, om zoodoende te Verhinderen, dar de
misdadiger, wat men noemt, door de mazen
der wet kruipe. Hy toch die, zonder
voorafberaamd plan, een manslag begaat, omdat de
omstandigheden hem daarvoor gunstig
tOeschynen, is ook, volgens den schrijver, in staat om
zoo noodig voorbereidende maatregelen te ne
men en heeft in beide gevallen al even weinig
aanspraak op zachtere straf.
De doodstraf eindelyk beantwoordt, volgens
hem, aan het ideaal der straf, want hare wer
king is voor allen gelyk. De strop toch knelt
zoowel om den hek van den .aristocratischen
boef, als om dien van den- boef uit dé heffe des
volks en by gelijke mate van misdaad, treft
ook beiden geljjke straf. '
Welnu, als dat zoo is, als het leven door ieder
gelyk wordt geschat, dan voera men die straf
als regel m. Het zou toch, naar het oordeel
des schrijvers, wantrouwen in de rechters ver
raden, «'s men d*
slave.
pniiantr.opie d
slaven te willen vrijmaken. Deze zeiv«n: toch
souden, volgens hem, niet weten wat ze met
de vrijheid zouden doen.
Hoeveel te meer ;s het dan ziekeljjke phüV
tropie, als men het waagt in den diepat,
vallen misdadiger een mensch te blyven zi
onder gunstige omstandigheden voor verba»
ring vatbaar!
'Ziekely'k ja is het immers, wanneer dien t
misdadiger een ecdetyk lijden wil oplé^gejo*
ja diep treft, maar een krachtig mid'd
hem zyn kan tot ernstige overdenking
Ziekelyk ja ia het immers, als men er tegei
opziet, de ruwheid, door den misdadiger aal
den dag gelegc* £e vergelden met ruwheid van
staatswege.
Ziekelyk ja is het immers, als men verlangt,
dat de ernstige, tot delging van zyn schuld,
den misdadiger opgelegde straf de strekking
hebbe de stem van zijn geweten te doen ont
waken en hem door eedelyke smart het
bewustzyn te schenken van v goed en kwaad?
Ziekelyk ja is het immers, als men instemt
met de opmerking van prof. Pruys van der
Hoeven in zyn Anthropologie, dat de bescher
ming, die de maatschappij aan hare byzondere
leden verschuldigd is, niet bestaat in het uit
den weg ruimen van misdadigers, maar in het
bestrijden en verhoeden d#r misdaden, .door
die domme krachten in menschen te veranderen,
door volksonderwijs, onderricht, opvoeding *~
beschaving?
Een schoone taak is aan ^rsold
geestverwanten weggelegd, al i zij t
nenmoed al die ziekelijke denkneelden t.
uit te roeien. Ook Arnold noenit ziel)
een vriend van vooruitgang, én wel va
die door bedreiging* met vermeting of r
kwaaddoeners van het kwaad vil'
De afschaffing toch van do
komt slechts te goede aan i
booswichten en is, volgens hem,
tot voor' maar wel}tot achter,
?*?*? ' '* * ^-i'
V.
""Sf