Historisch Archief 1877-1940
STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
D K A M S T K H D A M M E R W E K K B L A D V O O U N E D E R L A N,D.
Let weder op het kamp onzer vijanden.
Niet slechts, dat zg uit den aard der «aak
flauwe voorvechters van Kappeyne moesten
wezen, ook de strijd tegen Gleichman kon hun
niet uit het hart komen. Ia de tweede uitgaaf
hunner advertentie wordt gezegd, dat zy hun
nen tegen-candidaat niet zullen bet t r ij Jen. Het
is volkomen begrijpelijk, want van het stand
punt der liberalen kan inderdaad tegen
Gleichman niets worden ia het midden gebracht. Hij
behoeft derhalve tegen geen aanval te worden
verdedigd, hetgeen niet mag weerhouden met
een enkel woord in het licht te stellen, waar
om hy een der hoofdstad volkomen waardige
candidaat moet geacht worden.
Gleichman is een man van toe
wijding aan de publieke zaak.
Een man van karakter en
zedelijken moed.
Naar het model en uit de school
van Thorbecke.
1. Gleicbman is een man van toewijding
aan de publieke zaak.
Haar zoekt hy, niet zich zelven. Zy en zij
alleen deed, hem tot de opoffering besluite»,
een eervol en winstgevend ambt vaarwel te
zeggen, oin eene betrekking te aanvaarden,
die in wisselvalligheid hare wederga niet heeft.
Door 'skonings vertrouwen met de portefeuille
van finantiün vereerd, heeft hy niet by uit
«luiting het middel der redevoeringen gebruikt,
om van zijnen «ver en goeden wil to doen
Mijkea. *??" flinlf» fcfft K«at r<li.|?ln
pelyk overleg. Kn dat wel in do Kamer, hetzij!
dun by het schriftelijk of bij het mondeling j
debat, maar nltyd in de Kamer, niet in de kot'-;
tiukamer. Deze achtte hij do minder onngowe-!
zette plaats voor de behandeling van zakenen]
van daar dat er spoedig ot»n klove ontstond
tusscheu hem en de helden der coulisse.
Otu deze redenen moeten de liberalen hunne,
stem geven aan Oleiehman, ook zy, liet ver
wondere nifuiaud, die naar ingrijpende hervor
ming uitüion. Immers is hervorming ondenk
baar zonder toewijding, zonder kartokter
en*edelykeu moed. Maar tuvena m '/.ij alleen te
\vacliten vau hen, die zich van Thorbccke's geest
doordringen «n zyn« methode getrouw blijven.
Wie zich naar ThorLecko noemen, eu geen
schrede verder willen gaan dnn hy, verdienen
liunueii naam eveu weinig, als wie den naam
dor geuzen in den mond voeren, maar blijven
staali. neen wensclieu tenigtekeeren tut het
standpunt, waar deze stonden.
Keno vergelijking voltooie de uiteenzetting
onzer bedoeling.
Ken «root rechtsgeleerde en uitstekend be
oefenaar van het Komeinsche recht in
Duitschland, Rudolf von Iheriiig, beklaagde zich over
de rechtsgeleerden van onzen tijd, die xich voor
doen als bewonderaars van het llomeinscho
recht, maar niet inzien, dat naar ile methode
van dit recht, de rechtsontwikkeling evenredi
gen tred moet houden niet de. ontwikkeling en
de behoeften iler maatschappij. Bij do leerstel
lingen van dit rerht ten allen tijde te zweren.
noemde hij onromeinsch, omdat de maatschappij.
van welke z\i de uitdrukking was, voor goed is
verdwenen. Hij 'drong aan op het behoud
dei'ine«\r nnly
gers van Kappeyne gerangschikt. Met de en
kelen, buiten de Amstcroamsohe leden is
royaal gerekend de party Kappeyne tien
sterk.
Net genoeg voor een fioo/'d\
rijpt altyd m stilte. Len luidruchtige aan- j en. gei,ioat. de leerstellingen van dit recht in de
.kondiging is meestal de onmiskenbare voor- hjn. eeuw voor andeven prijstogcvon, en deed
bode harer misgeboorte. Gleichman zette zich l het met dezo woorden: 'Duren das Komische
Een onoprechte leus.
Vóór 3 Augustus werd door het Handelsblad
ter bevordering der candidatuur van Mr. Kap
peyne, de naam gebruikt van den Burgemees
ter van Amsterdam, die begreep, dat zijne
? positie, hem verbood in den verkiezingsstrijd
openlijk party te kiezen. D«ze praktijk mocht
', in hooge mate ongepast, onkiesch en in strijd
met de goede manieren worden gerekend.
i Erger is het, wat thans] gebeurt.
l Voor weinige weken werd de heer
Kegtdoor( zee, de candidaat van Burgerpligt," voor de
Provinciale Staten, door het Handelsblad met
felheid bestreden, ten behoeve van een jongen
koopman, die ook volgens het oordcel der
kiezers te weinig had fiepraesteerd, om nu
reeds als vertegenwoordiger van Amsterdam
in de Provinciale Staten op to treden, '
! Thans is de leus van het Handelsblad,
Regtdoorzce eu nog eens Kegtdoorzee. De
bedoe, ling is duidelijk. Den heer Kefttdoorzee op
hemelende, speculeert het Handelsblad, de le
den van Burgerpligt'' tenaanzien van den strijd
. tiisschen Uleichman eu Kappeyne teverdeelen,
j Van gansclier harte hopen, zonder aarzelen
i voorspellen wij, dat de heer Kegtdoorzee in
l Augustus den zetel zat erlangen, die hem, ten
gevolge der oppositie van het Huudelablud iu
Lemiup op politiek gebied weinig gezag. Wel
op dat der letteren, vooral op dat der Oud
heidkunde. Wie herinnert zich niet met ge
noegen de jaren, toen hij aan het hoofd stond
van het Oudheidkundig Genootschap? Wie
vergat, met hoeveel energio hij als Voorzitter
dezer Veroeniging een protest richtte tegen de
opheffing dei- Ryks-Commiseie van Kunstad
viseurs'r1
De minister, die deze opheffing voordroeg,
en tegen wien do Heer van Lennep z^nu
weiversneden pon richtte, heette Kappuvue van
de Coppello, en ia naar wij vernemen, icerna
verwant aan den thans door den Heer van
l.eimep aanbevolen candidaat.
Een Alphabctische Retraite.
Met trots werd er vóór 3 Augustus op ge
wezen, dat du Oud-Burgemeester van Amster
dam bovenaan stond in do advertentie, die
dagelijks vooraan in het Handelsblad geplaatst,
! de candidatuur van Kappoyue aanbeval.
j X:i de nederlaag van den derden Augustus
l schijnt X.E.A. zijnen bevoorrechten rang in da
'lijst der ondertcekonaarsgaarne aan eenander
! te hebben willen afstaan.
1 Ken alphabetisehe Retraite werd uitgedacht,
ten gevolge waarvan een ander hooggeacht
ingezetene, die vroeger achteraan stond, thans
n", l is geworden.
' Of het dezen volkomen naar den zin is, een
plaats in to cemen, die door den
Oud-Bnrgemecster met reden werd prys gegeven, mag
Recht, i'iber das lïtiuiische Recht hinaus.
De toepassing der vergelijking is niet moeilijk.
Rij Thorbecke mag . niet -angstvallig worden
stilgestaan maar Kijiie methode moet tot
icileren prijs bewaard of waar van haar werd
afgeweken, tot haar worden teruggekeerd
l'ebcr Thorbecke hinaits abel' duren Xhorliockc,
zy de leus der liberale kiezers te Amsterdam,
aan welke zy' ontrouw zonden worden door de
keus van Kappeyne, die deze methode in woord
en daatl bespotte welkezij'ooroziillon aandoen,
door hunne stem te geven aanMr. OLEICIIMAX,
den waren volger vun Thorbecke.
J. C. DE MARCZ OVESS.
Amsterdam, 14 Augustus 1880.
dadelyk aan don arbeid. Hij bracht de jongste
leening eu de successiebelasting tot stand, en
droeg een knpitaalbelajting voor, bij welke
gelegenheid de man- van het zoogenaamd
stroeve karakter, bewees voor argumenten
vatbaar en tot samenwerken met het Parle
ment in staat te wezen. Voorzeker, de door
hem voorgedragen belastingen vielen niet in
ieders smaak. Maar Ook aan hen, die deze
belastingen afkeuren, mag de vraag worden
gericht, of zy. alle verschil van fiscale begin
selen een oogcnblik buiten spel latend, niet
moeten erkennen, dat Gleichman zich een
ijverig, parlementair man, vol toewijding aan
de publieke zaak heeft betoond?
2. Gleichman is een man van karakter en van
zedelyfcen moed.
BQ geeue gelegenheid is dit schitterender ge
bleken, dan toen hij zich, nu eenige weken
geleden, tegenover Kappeyne candidaat durfde
te stellen. Hoe weinig berekend waa dit op
treden I Hoe oneindig voorzichtiger ware het
geweest, zich niet tegenover Kappeyne in het
Velu te wakren! Zich ditmaal terugtrekkende,
?ware Gleichman by een aanstaande verkiezing
zonder slag of «toot verkozen. Gleichman ge
voelde, dat dit niet mocht. Den lande moest
het duidelijk worden, dat Kappeyne in het
Parlement een gevaarlijk man is, het geloof
worden uitgeroeid, dat bij de leider is of im
mer wezen kan van de liberale partij, bovenal
worden verhoed, dat door eene verkiezing te
Amsterdam in 1880 op de avontuurlijke poli
tiek van 1679 het goedkeurend zegel zou
worden gezet. Flink weg en met opoffering van
eigen voordeel, wenschte Gleichman de vraag
gesteld en beantwoord te zien : Zal de liberale
partij de methode getrouw blijven van ernstige
behandeling vnn zaken om harer zelf wil of
voortaan onder aanvoering van Kappeyne de
politiek beschouwen als een spel met de Ka
mer, met het land, desnoods met de Kroon?
Het antwoord i? gegeven. Op ondubbelzin
nige wijs, na een hevigen verkiczingstrijd. bij
de stembus. Men danke het aan het karakter
en den zedelijken moed van Gleichmnn.
3. Naar het model en de school van Thorbecke,
zeiden we. Zoo is het. Hadden do kiezers liet
advies van Thorbecke kunnen inwinnen, geen. Vóór 14 dagen beweerde het Handelsblad
twijfel, dat deze de keuze van (Heicbman in dat Mr. Kappeyno als het hoold door de
libeovereenstemming met liet belang van liet va- rale partij werd verlangd. Daarin schijnt eene
derland had geoordeeld. Gleicbman heeft zich ; wijziging te zijn gekomen, waarschijnlijk nadat
bij gelegenheid der onthulling van Thorbccke's tegenspraak niet is uitgebleven. Thans wórdt
standbeeld als zijnen volger verklaard on zich i Mr. Kappeyne door de Atnstcrdetmsclie
afgein zijne publieke loopbaan als zijnen leerling / vaardigden als hun hoofd verlangd. Eerst dns
de leider van vijftig, thans van nes, want Mr.
Godefroi wórdt onverdiend onder de
aauhanJuli werd betwist. Maar dit óéne betreuren
wy, dat deze candidaat, wiens familienaam zijn
, karakter teekent, thans wordt gesteund door
' een orgaan, dat door zijne houding in dezen,
? het recht heeft verbeurd, de leus Regtdoorzee,
i om hoog te. houden.
AunU-u betwijfeld uu hul JL.I! ;
, «leren, wanneer doze heer, om voor dergelijke
verrassingen in het vervolg to zyn gevrijwaard,
zijnen familienaam, die, begon bij niet met een
A., hom door ieder zou worden benijd, er aan
l geven en aan 7.. M. den Koning vergunning
1 zal aanvragen, dezen veiligheidshalve bijv. in
'Zola te veranderen.
Het Handelsblad en Rotterdam.
Met reel ophef heeft het Handelsblad 'm der
tijd aangekondigd dat Kappeyne door invloed
rijke kiezers uit Rotterdam zou aangezocht zyn
om zich voor dat district verkiesbaar te stellen,
maar geweigerd zonde hebben om de hoofdstad
de eer te laten van zijne keua!
En wat gebeurd nu? Door de beide liberale
kiesvercenigingen te Rotterdam Orde" en
Sitrgcrpligt" wordt Otto van Rees aanbevolen, de
man die met Gleichman uit het Ministerie
Kappeyne trad en daardoor wordt deze keus
in meest beslisten zin gericht tegen Kappeyne!
Mét bijna algemeene stemmen is n in Orde"
n in ., Burgerjiligt" Kappeyna veroordeeld.
Uit dit eene staaltje kan blijken hoo het Han
delsblad do kaart van het land kent en hoeveel
waarheid er is in de bewering van dit blad,i
dat de liberale party Kappeyne terug verlangt.!
De Kandidaat der Binnenkamer.
Reeds by vroegere verkiezingen werd er!
over geklaagd dat Amsterdam van uit den
Haag zijn kandidaten voor de 2do Kamer
ontving. l
In den Haag werd de verkieziagstryd voor-j
bereid, die hier gevoerd moest worden. De
Amsterdammers wisten dat niet, en zij kozen'
hun afgevaardigden ondanks deze Kapp
ynianen waren, of zonder te vermoeden dat zy
het waren.
Vandaar dat de meeste amsterdamsche af
gevaardigden, zelfs onze roemrijke. Froycr,
evenals de Meyier, die te Haarlem door den
Ilaagschen invloed werd verkozen, hem harte
lijk aanhangen.
Dit Kappeyne-clubje meende zich nu door
de herkiezing van Kappeyne zelf te moeten
versterken.
Kappeyne kwam op con avond bij den heer
Zimmerman aan huis om de vrienden te be
groeten, dio hem die weldaad wilden bewijzen.
Daar waren o. a. ook de bestuurders van
Burgerplicht genoodigd, die -echter voor de
eer bedankten, daar zij Volstrekt geen behoefte
gevoelden aan een kennismaking met den man,
j wiens staatkundig verleden nog door niemand
was vergeten. Daar werd de zaak tot rijpheid
gebracht.
Ziehier de verklaring van de uitdrukking:
kitndidatuur der binnenkamer. In hoeverre
zij juist is moge de lezer zelf beslissen.
HOOFD?
doen kennen. Zelfstandig in zijne meeningen
en daden, was hij te vinden Voor gemeens,
chap; De wonderdadige bekeering van
j den Heer Mr. Herman J. van
! JLennep.
Rekening houdende met den illustren nnfim.
dien deze Xco-Kappeyniaan draagt en in eere
houdt, was eenige vreugd over zijn
dienstnemeo in het Kappeyne-leger.begrijpelijk. Hyper
overleg had er echter tou moeten leiden, deze
vreugde zooveel mogelijk geheim te houden.
Immers, heeft de naam van den Heer van
De ex-slachter vouwde het. blad open en zag
haastig de advertentiën .der verschillende
Kiesvereenigiagen na. ; '
Boks geeuwde, strekte zijnpantoffels zoo
ver mogelijk onder de tafel envroeg lusteloos:
Heb je er al een?" ..
Da... die motten wir' hebbon, da schtaat
het van Poeteren kijk! hij wird aanbe
volen door een heele schliert namen hoor!
Blikken, Romlag, Bruin, Marthis, Schlemmer,
Vliering, Brodders, Akkerling, dat binnen
namen als Klocgen?meist allemaal vroegere
klanten van mijn. Die Brodders moest altyd
'n lendeuschtuk mit de haas hebben 'n
fijne vleeschkenner?-oend Matthis, die kwam
altyd selbst, oend sei: Baas Haoerle laat my
een kalbsbroest bezorgen, maar je 'moet 'm
selbst schnyeD. Dat bin allemaal fijne lui,
die daaroenter schtaan oend van Poeteren
aanbevelen-"
Zoo, dos jij zon denken dat we van Poeteren
moeten hebben, Hüberle. Ik las anders van
mor-ttist, dat diévan Poeieren de rechte man niet
's. De kiesvereeniging?Raadtelkander"schryft
dat hij, toen hy vroeger minister was, den boel
in de war schopte en toen zyn biezen pakte.'1
So, das wischt ik niet, dat is 'ne gemeinheid
nein Poks t dan moeten wirvon Poeteren weer
nicht hebben? Want in die kiesvereeniging eind
ooch knappe lui, daar heb je zoem beispiel de
president Klaverhof,'n knappa.'n aehr knappe
kop, die ken ich gen au, die heb 'k twaalf jaar
bediend, ala die bank voor 't jeld, 'n «rechte lief
hebber von kallbskopf, óp jeld sag by nicht as 't
maar 'n jroote was.
Hoe zou jij denken over Mantinga! de candidaat
van Raadt elkander" vroeg Boks aarzelend.
Joetl Joet! dan nemen wir Mantinja;.
abgemacht, heb je- pennen oend inkt dan vullen
wir gleich samen: oenzere biljetten in oend
bringen ze weg 'k bin expres só vroeg
jekommen, dan is 't nog nicht so druk an 't
Raadhuis."
Boks was opgestaan, en had uit zyn secr
taire Let stembiljet, een fleschja inkt en een
pen opgezocht, Iliiberle breidde zyn briefje op
tafel uit en keek met aandacht naar de letters
die er op stonden.
Nog was Boks bezig om met wat warm wa
ter uit de theeketel, de inkt ia't flescbje vloei
baar te maken toen plotseling de deur open
gedaan werd en 't kleine meisje, dat juffrouw
Boks. in de huishouding hielp een paar
strooibiljetten op tafel legde.
Baas Habérle nam er een van in de hand en
begon te lezen.
Boks was eindelijk klaar met zyn chemische
proefneming en doopte zyn pen in 't drabbige
vocht on Mantinga's naam op zijn stembriefje
te zetten.
Halt!" riep Hiiberle op eens. Kottorie Poks l
daar hadden wir beinahe 'u schtomme scktreek
Het Handelsblad jraat met den
Tijd met-.
De Itameelen, dio vroeger dienst deden, zijn
afgedankt. Zij slepen de schepen niet meer
over Pampus, thans gaan zy recht-door-zce
naai- onze haven. Ook het Handelsblad dankt
ei/n kameelen af. Den Beer Portugael, Herman
J. van Lennep, Aug. Philips, J. Boissevain, de
Burgemeester en Oud-Burgemeester zijn buiten
dienst gesteld: alles is nu RECHT-DOOR-ZEE.
Of bet candidaten-scheepje echter op die wijze
de haven bereiken zal, is de vraag. Helaas er
zyn nog altijd schepen, dio niet voor Amster
dam kunnen komen.
Een woord van Prof. Buys.
Prof. Buys, wien niemand zal ten laste leggen
dat hy onrechtvaardig oordeelt, zeido in de
Gids van Jan. 1879 omtrent Mr. Kappeyne:
Het getal uwer parlementaire triomfen is
legio maar de reeks uwer nationale triomfen
moet nog geopend worden."
Overgezet zijnde luidt dit: Mooi spreken
kunt gij, maar tot stand gebracht hebt ge
niets. ? .
Na Jan. 1879 heeft dat oordcel niets van
zijn kracht verloren.
Ook al een argument.
De heer Gleichman, voorgesteld ala iemand
die het tegenwoordig ministerie zou bestrijden,
legde de volgende verklaring af:
Alle my'ne vrienden in en buiten de Kamer,
met wie ik in de laatste twaalf maanden over
Staatkunde heb gesproken, weten volkomen
wat er waar ia van de bedoeling vanoppositie
tegenover Minister Vissering, welke mij door
sommigen mijner tegenstanders wordt toege
dicht. Mijne waardigheid en artikel 82 der
grondwet verbieden mij e,r meer van to zeggen."
jetaan, die Mantinja moéten wir in 't jeheel
nicht hebben, dat's 'ne kletschmajoor die
waait ooch al mit allen winden, lies, daar schtaat
het gedroekt."
Boks legde zuchtend de pen neer en ant
woordde:
Wie kan. daar nu. wijs uit worden, nu deugt
die Monteno of Hantana ook al niet meer,
't is een vervelende boel. Wie moet 't dan toch
in godsnaam zijn V"
Mier ia 't einz, wenn 't noer nicht de
cantitaot van de burjemeisier ischt."
En myn is't precies onverschillig, zet er voor
mijn part jouw eigen naam op."
Baas Hüberle vertrok zijn breeden mond tot
een lach. en met de vlakke hand op tafel
slaande, riep by luid :
Dat's nog zoo'n schlecht idee nicht Poks.
Ha, ha, ha l geef hier die dinte ich zet jou
naam en jij zet myn naam op die biljetten."
Wat blief? .
Waarachtig dat 'a ein cchöner jedanke
icb schtem joaooudjg schtemtmijn dan heft
niemand er wat an oend wier haben doch
oenze burgerplicht gethaa."
Lachend antwoordde Boks, Keen Iliiberle
dat is nou toch onzin, wat zouën wij in de
Kamer doen.
O! ho! ich zou mijn moend wel roeren
vcrscbta je 't abbattoir ten minste zou' hier
in Amsterdam nooit nicht kommen daar geef
Toch schrijft het Handelsblad, (waardig en
tegen verdaohtmaken gekant) veeleer zal
de verkiezing van Gleichman wegens zyn6
vijandige houding tegenover de grondwetsher
ziening van bet vorig jaar grieven doen her
leven."
Van de sa liberale kamerleden syn er minstens
46 die Kappeyne om jjn onvoorbereide grond
wetsherziening niet terug willen zien.'
Van wie is nu vardeeldhcid te wachten: van
Kappeyne die dete grondwetsherziening wilde,
of van Gleichman die met de veertig anderen
haar alleen mogelyk en wenschelyk acht, als
ui) behoorlijk is voorbereid?!
Een eerlijke strijd.
De warme yver waarmee de voorstanders
van Gleiohmau's kandidatuur die verdedigd
hebben, wordt door het Handelsblad gegispt.
Het spreekt van verwoede aanvallen," ver
dachtmaking van karakter of verkeerde uitleg
ging van daden," het aanwenden van domme
krachten als men aan de andere zijde beneden
zich Achtte te gebruiken," verkleining van
verdiensten," goiepige ttrooibilletten."
De gniepige strooibilletten, bevatten drie
dagbladartikeleD, die feiten behandelden; een
ander, dat van nEen bankier," behelsde een
getrouw overzicht van Gleichman's daden, en
voor dat alles bad het Handelsblad geen weer
legging gereed of over. Een openhartiger
polemiek ia zeker nooit gevoerd, dan in die
ik je mijn woord op maar alle jekheid op 'n
stokje ik schrijf jon naam hoor?" en
Hüberle greep naar de pen.
Baas! Baas! wat ben je weer aan den gang,
zei op eens juffrouw Boks, die na opgeruimd
te hebben, wér bij 't edele tweetal was komen
zitten breien, .
Waaroem jpeffrou?"
Wel man .als je die biljetten zoo invult
kun je net zoo goed thuis blijven, dan hoef
je toch waarlijk niet dat eind naar't Raadhuis
te loopen".
Daar heeft Mientje gelijk in." antwoordde
Boks toestemmend knikkend.??
Eigentlich ja, maar wir moeten doch
ttnrere staatsbnrgerliche plficht doen en
schtemmen, wir sijn noe einmal kiezers maar enfijn
joeffron! Sie haben doch am ende ganz recht.
Niet waar?'1 zei Boks met een tevreden
lach.?,
Jawohl, janz recht, loss schtemmen was
schtemmen wil, kein mensch weet toch dat wir
nicht mit doen. ?
Geen sterveling Haberle--!"
. Oend,voor die wereld blijven wir doch kie
zers, dat kreuzjen in 't adresboek oend, de
hooge betasting kan memand oens afnemen.
Weet je wat Poks! haal 't dominéspiel, oend
laten wir jezellig mit zen drieën 'n spulletje
maken, De joeffrouyr spielt doch ooch mit, hé!"
Zoo vroeg dominospelen, dat'g me nog nooit
billetten welke nu gniepig" heeten.
Kappeyne's karakter werd niet verdacht
gcmoakt, dat hu sputzick, weinig ernstig
is weet ieder, en heeft Kappeyne zelf vol
doende door daden bewezen.
Zijn verdiensten als kundig advokaat, en
geleerd jurist werden door niemand ontkend,
of verkleind.
Wil men nu Burgerpligt, dat met algemecnc
stemmen den guvierden Regtdooi-zee tot kandi
daat voor de Provinciale Staten verkoos,
terwijl het rechtschapen Grondwet slechts O
van de 10 stemmen op hem uitbracht, een
dommekracht noemen, dan mogen de kiezers
de waarde van zulk een kwalifikatie zelf
beoordeelen.
Voor zoover wij weten ging men zoo eerlijk
maar tevens zoo openhartig mogelijk te werk.
Personen geen Beginselen.
Men heeft gezegd dat deze verkieningastrijj
over personen, niet over beginselen liep.
Men wilde daarmee te kennen geven, 't
komt er niets op aan wienfmen^kiest, beide
personen vertegenwoordigen dezelfde beginselen.
Kappeyne is liberaal en Gleichman is liberaal,
en daarmee is de zaak uit.
Dat is geenszins het geval.
Liberaal denken is een zaak van verstan
delijke overtuiging.
Liberaal handelen vordert wil, gemoed
en karakter.
In 't eerste staan Gleicbman en. Kappeyno
gelijk, in 't laatste is Glcichmau verre de
meerdere.
Wat heeft men aan een beginsel, ook aan
het dengdelykste, wanneer de kracht Of lust
ontbreekt, om voor dat beginsel te leven, en
te strijden?
Zichzelf ter wille van zyn beginsel te
bclicerschcn, volhardend en ernstig zyn beginsel te
dienen, ziedaar wat wij in Kappeyne te veel
missen.
Een woord van Potgieter aan de
vrienden van Gleichman.
Worstling kenmerkt onzen tijd *
Hebt er oog voor allerwege,
Slechts wie deelneemt aan den strijd,
Smaakt de vruchten fan den ecgc.
gebeurd Iliiberle," antwoordde lachend juffrouw
Boks, die 't doosje met steenen ging opzoeken.
Schad aichts, domioéspieleo kan 'n mensch
altijd, want 't is ein plesierhjke tydpassieroeng.
'k Mag het graag doen," zei Boks, die
intusschen het doosje op tafel omkeerde en de
steenen meieerde. ' .
't Drietal domineerde erg gezellig en de stem
briefjes verden gebruikt om «r de appèllen
op aan. te teekenen.
Waarom behooren wij
Mr. J. G. GLEICHMAN te kiezen.
HijnJiter de Redacteur!
Vergun mij van uw gastvrijheid gebruik te
maken, en de redenen te ontvouwen dio deze
keuze boten elko andere wensehelyk maken.
Immers velen, die Gleichman niet gevolgd
hebben in de verschillende pbasen van zyn
werkzaam leven, zyn onbekend met zijne per
soonlijkheid, on onbekend maakt onbemind.
't Zyn niet meer de aanbevelingen van an
deren die voor hem moeten getuigen. Hij zelf
moet sprekend optreden, niet onder den in
vloed van het oogenblik, maar zooaK hy ge
dacht, geschreven of gesproken heeft in ver
schillende ty'dperken van zyn nuttig en werk
zaam leven.
Slechts een kort woord tot inleiding.
Het oogenblik is ernstig. Do uitvoering van
groote werken, als spoorwegbouw, is bereids
beslist, terwijl het kanaal vau Amsterdam naar
den Hoven-Waal de verbetering van den water
weg van Ilottcrdam naar zeo tot staud moeten
komen, welke aarzeling omtrent bet eerste,
welke onzekerheid omtrent het laatste ook
thans nog mogen bestaan.
De onderwijswet wordt door Minister Slx
uitgevoerd en zal jaarlijks uiillioetien vorderen.
Belasting-hervorming is noodzakelijk, zal de
Uitbreiding Kulykuu tred houden met het draag
vermogen der natie.
De grondwetsherziening vraagt ernstige,
veel. omvattende voorbereiding. Rijpende in den
geest van het volk zal de tyd daarvoor aan
breken zoodra de gewichtige finantieelo vraag
stukken in kalmte zijn opgelost.
Ze te overhaasten ware haar onmogelijk maken;
dat ware ontijdig het veld openen voor de be
geerten en wcnschén der kerkelijke partyen, dio
in het vrijzinnige Nederland slechts staatkun
digen invloed kunnen uitoefenen als do liberale
party verdeeld is. Wij hebben dus behoefte
aan finantieële kennis, aan kalm overleg, aan
verzoenende staatkunde by vastheid vau begin
selen, aan hoogen ernst onverdeelde toewij
ding van de zijilo van hen die namens ons naar
liet wetgevend lichaam worden afgevaardigd.
In tegenstelling met hot bekend woord van
Louis, dienen wy te zeggen :
Faites nous de bonnes uanccs et nous vous
ferons de la bonne politiquo.
Want met het ruimer, gemakkelijker en
economisch juister vloeyen onzer geldelijke
hulpbronnen, klimt de mogelijkheid van het uit
voeren der groote werken die eenmaal tot
stand gebracht, in welvaart en ontwikkeling
van handel, scheepvaart en nijverheid ruim
schoots zullan betalen wat zij, onvermydelyk,
aan offers gekost hebben.
Is nu Mr. Gleichman do man die geschikt
is aai) dat grootsohe en waardige mandaat te
voldoen?
Hy spreke zelf. .
Do eerste eisch om een toestand to verbete
ren, is dien te kennen.
raden uitgaven op dat gebied wel uitsluiten,
maar eene meer langzame voltooiing van het
eenmaal bepaalde zou mijn inziens te kort doen
aan hit welbegrepen belang dos lands.
Honden,' mag ik vragen, de rnim vloeiende
middelen geen verband met da openbare
werkun, die wij hebben tot stnnd gebracht?
Zou de meerdere opbrengst dier middelen
daaraan niet voor een groot deel to danken
zijn? Eu ia het niet onze taak die openbare
werken, voor zoover zg zijn geraamd eu vast'
gesteld uit te voeren?
Gebroken is met het denkbeeld, dat met
ieder openbaar werk, aan n streek van'het
land gegeven, zou te kort worden gedaan aan
een ander openbaar werk in een andere streek.
Gebroken is met het denkbeeld, dat wat den
bandel ten goede kwam aan de nijverheid en
den landbouw werd onttrokken. Meer en meer
gevoelt men zich ook uit een materieel oog
punt n, en is raeu zich bewust dat da
geheele beweging vau bet land, commercieel en
industrieel, ook met het OOR op het belang
van de schatkist, niet is zOOnU men zich
vr"oeger voorstelde een fixum, waarvan ieder slechts
eou deel kan bekomen, maar dat dio beweging
vatbaar is eu blijft voor uitbreiding, terwijl het
de taak der regoering is om die uitbreiding
zooveel mogelijk te steunen.
Heeft hy «U Minister zich rekenschap gege
ven van hetgeen zyn plicht medebrengt, ook
zelfs dan wanneer do
impopulair te maken?
uitvoering hem dreigt
Leest wat hy op 22 Alfli 1S78 zegt bij het
verdedigen van de Wut op het Recht van Suc
cessie en van Overgang by overlijden in de
'rechte linie.
Pag. 83C Handelingen der Tweede Kamer:
Voor een minister van financiën dio voorde
BH de ualio komt meteen
vrnag om meer geld, is het oen zware taak
als by niet daaraan eerio wyziging of verlich
ting op andere punten kan verbinden.
Ik zeg ronduit: die wijziging .en verlichting
op bet oogenblik voor te spiegelen «vare mij
waarschijnlijk onmogelijk geweest; maar het
's iu ieder geval «en middel waarvan ik mij
u de gegeven omstandigheden niet zou willen
bedienen. Ik tfensch der kamer eu het volk
klaren ivijn te schenken, en dan zeg ik, dat,
ook wanneer men de leening door de Kamer
gevoteerd, ter zijde laat en het oog vestigt op
do Vs millioun dia de gewone middeleüvan
de gewone uitgaven scheiden, de tijd dringt tot
versterking der gewone middelen, niet naar
verplaatsing alleen.
Wij betreden dan nn, de geachte afgevaar
digde uit do residentie heelt het opgemerkt,
ccn gebied vaarop alles ons tegenstaat, alles
ja, behalve ons gevoel van plicht, dat bij deze
zaak van naby betrokken u.
Indien er iets is, dat een minister het hoofd
omhoog kan doen houden onder alle beslom
meringen die voor hem zijn weggelegd, dan is
het alleen dat gevoel van plicht. En daaraan
heb ik voldaan door aan de kamer dit voorstel
:e onderwerpen.
Ik erken volkomen dat men zeggen kan ook
een gevoel van plicht is te idealiseren; ook
uit gevoel van plicht kan men te ver gaan op
het gebied van theoriën. Ik voor mij verklaar,
dat wanneer ik, dit voorstel doende niet ge
dekt was en gesteund werd door liet bewust
zijn van mijn plicht te vervullen, ik het voor
stel mot het meeste genoegen aan eene ver
sliger dan bet eerste het gevaar dat men
stilzittend met de handen in den schoot, een
deel van den buit trachtte te vermeesteren,
gereed ieder die een grootur deel was machtig
geworden, te benijden en te vervolgen. Ook op
dit punt zijn er iu den jojigstcn tyd
keuteekenen aanwezig waaruit ik meen te kunnen
opmaken, dat met dien esprit de clocher door
de natie als geheel genomen, wordt gebroken.
Kn het ergste gevaar van alle was dit, dat
in don tijd van materieelcn voorspoed, dien wij
genoten, liet volk in moreleo en intellectuelen ziii
zou zyn achteruitgegaan, dut andere onderwer
pen eu belangen dan znivur materieelo de be
langstelling van de natie niet meer zouden ge
trokken hebben. Ook in dit opzicht hebben
wij tot nu toe geen reilen van klagen.
Wanneer men de belangstelling in geestelijke
zaken, in den ruimsten ziu genomen, -gade
slaat, zooals die zich openbaart in de pen,
ondar het volk, in deze vergadering zelve, dan
hoeft men ook te dien aanzien stof tot tevre
denheid. '
Zou evenwel op den duur het Nederlandsen
volkskarakter bestand zijn geweest tegen den
verslappenden invloed van de Indische
atmospheer? Dat meoii ik aan den anderen kant
evenzeer to moeten betwijfelen. Ik las onlangs
in een dagblad een verbaal van een bijenzwarni,
dieu men getracht bad in Australiëte accli
matiseren. De bijen hadden het eerste jaar
behoorlijk gewerkt; het tweede jaar iets min
der, maar in het derde jaar hadden zij in het
geheel geen honig gegeven, want zy hadden
Ik geloof «lat, zoo wy waren blijven verkevren
iu de atmospheer van de Indische baten, ook
wy eigen werkkracht cu inspanning gevaar
hadden zien loopen.
Wilt gij zijne staatkundige geloofsbelijdenis.
Ziet pag. 559 Beraadslaging van de wet op de
middelen. SO Pee. 1S7K
terdam zal verkozen worden, dut de vermeer
dering, gesteld z(( is te wachten, uitsluitend
haar weg over Amsterdam nemen zal?
Mynheer de Voorzitter, dat heb ik müniet
verbeeld. Ik heb my op een ruimer standpunt
gesteld. Ik blijf van meening dat in het alge
meen, waar men nieuwe wegen schept en het
wrkeer gemakkelijker maakt, voor een land
abi het onze, dat de voorhoven ia van groote
gewesten achter ons gelegen, de vruchten van
die verbetering niet uit zullen blijven.
Ik sta vast in mijoe overtuiging dat, wan
neer het kanaal door de Geldersche Vallei tot
stand komt, de som der bundelsbeweging over
ons geheele land daardoor zal stygen.
Men kan daartegenover stellen dat er inter
nationale belemmeringen in bet verkeer kun
nen ontstaan, en dat kunstmatige beletselen
aan de beweging kuupen worden in den weg
gelegd; maar zeker is het dat eenmaal de
natuur hare rechten zal hernemen en de
haudelsbewegiug 'zelve haar weg weer zal kiezen,
namelijk de gemakkelijkste en minst tastbare.
weten hoe hy' begrijpt dat het
Parlement dient te handelen
waar het zijne gewichtigste handelsbelangen
geldt. Zie pag. 070 dierzelfde debatten:
Acht men de voorgestelde werken te groot
of overbodig, meent men dat het illusiën zijn
En wilt gij
Xederlatidsche
zijn
v.-at voor het weliijn van het land van die
^verken venvacht wordt; welau, ieder die
daargemerkt dat op den zomer geen winter volgde. | van overtuigd is, stemme deze wet af. Maar
ii. i...1.* -i-i. - >.'- '-- - i men doe het niet op grond dat de
NederlandFcbe Staat de uitgaaf niet zou kunnen lijden.
Ik herinner mij dat ook in ongunstige tyden,
en dan soms het meest, dat ook dan, wanneer
de welvaart, tijdelijk aan het tanen was, de
nationale wakkerheid hier te lande het hoofd
heeft opgehouden. Ik herinner mij dat men
Daar-is een politiek, die er op uit is om
slies wat van zekere zijde komt te bestrijden;
j:_ -:_u beweging van den dag
ontdie zich
rekt en
zich door ontEouding van medewer
king vrijwaart van alle verantwoordelijkheid
van hetgeen geschiedt. Dit is n
zeergemaki__i;:,__ _-i'i:JL. ... l -r. f , . .
voorheen ook in donkere
.. . ar is blijven wc
na den dag van heden de
dagen
niet hooft
'tniifd lint
dag van morgen
kwam, die de inspanning beloocen zou. Gaan
ook wij op onze Wirt voort met boradenhairl,
zonder luchUiartigheiil, maar zonder angstval-,
liglieid tevens, op dc-n toestand dien wij zoo-'
,i;,.....in u~i i .1 i ;j i M . '
van zelf beheersching, van moed, waarbij de
schitterendste rol, op het wereldtooneel ge
speeld, verbleekt en een ijdele vertooning wordt.
Ze zijn er oek in ruimer kring.
Het woord van Luther op den Rijksdag; het
woord, waarmee onze voorouders hun dienst
en hun trouw aan den Spaauschen dwingeland
opzeiden; het woord van Mirabeau: Allez dire
ii votre maitre het waren zoovele daden.
Soms resumeert zich de volheid der tijden In
«eu woord, en dan is dat woord een daad. Maar
dan heeft het ook in den vorm niots, dat aan
een pbrase doet denken; sober en kort ia het
dan: een kreet van het gewete», een teeken
van den tyd.
Zietlüer Gleichman zich zelven gevend. Vast
beraden, onwrikbaar in zijne overtuiging en
er pal voor staand, eerlijk man bovenal vry
en wars van staatkundige knoeieryen, bekwaam,
voorzichtig, beredeneerd in de redeneering,
aandacht gevende aan het kleint, maar den
breeden blik op het groote gericht. Een man
van beginselen, met een schoon en Buttig ver
leden, met een groote toekomst.
De hoofdstad geve den Lande een schoon
voorbeeld. Zij vaardige den waardigsten af
als een aansporing tot politieke zedelijkheid,
den werkzaamst en als een aansporing tot af
doening van zaken den man van verdraag
zaamheid en van vrede, als een voorteeken
van een wellicht nog lang verwijderd, maar,
hopen wij. niet onbereikbaar tijdperk, waarin
eensgezindheid zal heerschen tusschen al de
zonen van het allen zoo dierbaar Vaderland.
15 Aug. 1860.
A. C. WEBIHEIM.
de Redacteur.'
Den Haag 13 Ang. 1880.
Ofschoon ik u nooit geziaii heb, zie ik u
doende aVn'heUan'd'TereM^ v°01' jc f'^oeulyk aan, om ook niet aan
andere term passen dan die van noodlottig.
l ben, diu den lieer Kappeyne hoogelyk
waarI dwren, een extra plaatsje in uw extra
numIlerinnert gij u wat hjj nog onlangs per brief ] uler to°*e staan. Eu dan moet ik u zeggen,
kely'ke politiek ; men heeft zich zoodoende van
hetgeen tot stand kwam niets te wyten, en men
kan zich en anderen doen gelooven, dat men j ju Burgerplicht verklaarde omtrent L'roridwots-' Mijnheer do Kedaéteur. dat wy onder OM in
beter zou gedaan hebben. Maar het schijnt , . . r . . . \ . tt;?n?l,?i- ? * i ?? i ?
mij tegelijk een wmhortige politiek, wantik' herziening, ook vooral met het oog op de h(* R»<"""l'n( ??, ,?n,?i,? ?»
voor mij stel Been prijs op rust of gemak, door ! geheimhouding die tegen hem wordt ge
xploi,
zoodanige onthouding'verkregen; voel liever i tcerd ?
beb ifc deel aan den strijd, deel ook min del
ibuten, aan het lijden van myn tiyd. Het stelsel i GrontlKetsiiertieniny. In beginsel ben ik
ran dcnigrement, door den geachtsn afgemat-1 daarvan geenszins af koerig. Meer dan ooit
bedigde- uit de residentie zelf in 1871 zoo wel- j treur ik thans do Reheimhouding van de nota's
sprekend aan de knak en ten toon gesteld i en rapporten, die daarover iu Juni en Juli van
dat is geen beginsel van regeering «n kan j ne.t vorig ja»r werden gewisseld. Ik vind geen
evenmin een beginsel van'oppositie zyn. (vrijheid, d» geheimhouding, ook zelfs voor wat
Do geachte afgevaardigde uit Dordrecht, i ?yn. advies betreft, te verbreken, maar mag
.r.ó,r?" nrrt.v.o^i«l. :» Al?.-l~ t?f.. I.:?'*?.K - v«.M.~« .!-* U-'. .?..?.?? i'--r ?L.L ,P
vroéger afgevaardigde uit9 Almelo, heeft hier
eens herinnerd aau den legertrein, dien
ziat Ueentrekken; liberalen, conservatieven ne
men daarin hunne eigenaardige plaats: genen
gaan voorop of bevinden zich in het corps van
het leger; dezen bewaken allereerst
denlesurtros, en by de bagngowagens zocht men hen
nooit te vergeefs.
Mijnheer de President, er. zyn nog anderen
dio elders worden aangetroffen. Met do poli
tieke partyen als zoodanig hebben zij niets te
maken, en ik maak dus vau de plaats die zij
,'nT.on.ttT. frftnrt «..U .1- »..i*.f 4.^MAU -- I ~ t^
; D1U
verklaren ,
verleden jaar van ondersteuning
Biunenhot'
tegen zoo'n n«an als Kappeyne zoo, als ilc liet
oo zeggen mug. geporteerd knn zijn.
Waarlijk, dat is miskenning! Indien gij eens
zooals ik jaren lang aan 't Departement van
Binnenlandscho Zaken waart geweest en daar
gedurig als 't ware als vin aiiderjotmbe koorts
den eenon minister voor, den anderen minister
na hadt zieu binnentreden, waarvan ieder naar
zijne bizondere eigenaardigheden (ook
weleigenhet nig motief, hetwelk onaardigheden bediend wil worden, ge zoudt
an onderseuni l
was aan den toestand7waariD~zic
dit Kabinet bevindt.
bet anders over tv.appeyne
nu eens een minister naar mijn hart! Terwijl
zijn voorgangers, ons van 9 tot 3V« uur dagelijks
's avonds zijn we natuurlyk vrij met het
Of wel zijne verklaring toen men hem toe- oog op Scheveniugen geregeld dwongen
dichtte dat by den Minister Vissering bjjdiens op bet Departement te zijn, bestond er
Wetsontwerp tot heffing eener rentëbelosting' toen Knppeyne minister was, veel meer
waarzou tegenwerken?
Alle mijne vrienden in en buiten de Kamer,
achtige liberaliteit. Tegen die slaafsche bureau
cratie was Mr. Kappeyne altyd gekant en
DLCl U1UU KUb uiCGOIjüUGlluful:" IktUl OV1IT? »cl - l liuurfcv f l, dl llv ulnUJL UU3 VQI1 U*J UlaütS U16 Zlli_..~4. ...IA it^ : .. l l i l L ir ^ï"'i L*
werping zou abandonneren. Politioko kansbe- innemen geen enkele grief tegen eenige party, It'tkuYde heb" ^w'l^JLZ?"?* «? sel
rekeningen,'mea zal het gelieven te erkennen, Maar daar zijn er enkelen, wien het, niet ^^^°,?^\.^8^^J^mJolko^'m
zijn aaii geen voorstel mér vreemd dan aan leden van eenige party, maar als individuen, i,~*«r,?An':.\*n v6- ^oehng van oppositie | ml1
te ,.eg
*
rekeningen, men zal het gelieven te erkennen,
zijn aan geen voorstel mér vreemd dan aan
dat. eener verhouding van belasting.
Het volk zal rekenschap vragen van hetgeen
wy doen. Volkomen juist. Maar wanneer men
Maar
leden van
toelacht zich
en evenmin .
te zoeken
_ en daarom"?alleen dus uit
deedacteur; _ Kwam
'? aj?'indfydu$n' l tegenover Minister
in 08 roorfipcde, j sommigen niyncr tegenstanders wordt
'toegemaartoevlucht:.^,-?i,f MJ;«?j:-i._.-j -..i-,-., <?..-. ?__
irb7dóeiïng7an'oUpposltiëi ""«"«ter i>f geheel niet !>t hoogstens tegen twaalf
s, ook zonder'en ' '
jne waardigheid «n artikel $2 der
verbieden mij er meer van te zeggen."
ZÏet waTGleïchm'an'als minister van finan- hP\ volk in zijn geheel neemt en iets verder j voor dat bekomen wonden daartoe ~d~wmffen" j
.... i i ?? j <j(.?4. i f « lik Zle' dan den dag van heden of morgen, dun Hetzij ze zyn aangetast door hetgeen de sol- nr.». ? <. ?? j L .., i- ??'».? l
tien sprak by de Staatsbegroting van het aa, mm zich uief ontTei?zen dat dat volk do daten kanonkoorts noenwu, hete? ze slechts JI»ar W11 SU de staatkundige overtuigingen j
meest ernstige rekenschap vragen zal, dan,! toegeven aan een t gevoel van afmatting, vau ? Banden man ah eenvoudig staatsburger kennen? j se."èT>eu!
dienstjaar 1878. (Handelingen dor Tweede
Kamer pag. 154, l December 1877).
Wanneer nu de geachte spreker zegt:
Haak geene grief aan de vorige regeering
van al te groote \veelderipfheid by de uitgaven
voor hier en Indië, dan antwoord ik hem daarop
noch in mijn voornemen, iiocb voor zoover me
bewust is. in dat van een mijner ambtgenootcn
ligt het pm eenige vorige Ifegeering aanspra
kelijk te stellen voor den weelderigen voet,
waarop de Staathuishouding is ingericht.
Ik geloof, dat, waar wij allen ons zelven
moeten bekennen, niet altijd te rade zyn ge
gaan met OUEO fiunntieële krachten, wij daarbij
moeten erkennen: Wij hebben allen gezon
digd, Regeering en Natie beiden; en «taan
nu aan het einde eencr periode, waarin
wanneer
rende Voor
de vertegenwoordiging, ge
>r de behoeften van den S
tevetis in de middelen voorzag om daaraan to nimmer vrijwillig plaats.
eld notee- j wanhoop, van somber wantrouwen iu de toe-' Leest wat hij sprak pp 18 Mei 1876, bij de
"taat, niet (komst nevens hen neem ik in dien wogen j onthulling van het standbeeld van onzen
groobet ons gcmakkclyk . viel,
te bestrijden, wij bei,uuu uu zumen
nieuwe periode in te gaan en te zameu ona
daarop voor te bereiden. De Regecring heeft
in do gewisselde stukken trouwens reeds gezegd,
dat zy in het gebeurde geen reden zocht Tot
verwijt maar een les voor de toekomst.
Do geachte spreker doet verder opmerken,
dat wy wel dubbel 'naar dio middelen moeten
omzien, waar deze Regeering niet zekere lucht
hartigheid gewaagt van Indische baten, waarop
. niet te rekenen valt. Wanneer ik als Minister
nu en dan do Indische baten moet wegdenken,
dan wensen ik niet dat men danrait nfleide,
dat of op ons recht op. die Indische baten, of
aan de kans om die baten voor het vervolg
ons weer te verzekeren, door my getwyfeld~wordt.
Wanneer ik mi) stel tegenover de toekomst
uit een imantieël oogpunt, dan dunkt het
voldoen. Wat de natie uitgeeft moet de natie
kunnen dragen.
Heeft hij het bewustzijn van hetgeen den
staatsman voegt als by te strijden heeft in 't
algemeen belang tegen du opvatting van het
oogenblik. > .
Leest Pag. Sll dierzelfde discusaiën:
In het bewustzijn dat eeno goede belasting
is voorgedragen, zal ik mij de hardo woorden
en onverdiende beschuldigingen, diéin do. dis
cussie aan de Refleering zijn toegevoegd,
gegroote uitgaven | troosten. Dat de Belasting fmpopflair is, 'kan,
uu zumen eene f naar myn inziens £eep nrmnrinnt-win. Wi»?i,.li
ten staatsman Thorbecke, dien hij zich tot
'voorbeeld hteft gesteld :
Weet hy die als minister van finantien voor '
de Omvangrijke en bezwarende taak staat, de Laat ons niet 'enkel vragen, of het beeld
gemiddplen op te sporen om groote werken ciiz. lykend is. maar vooral met welk oog znlteu
ie bekostigen, zijn ambtgenoot vnn Waterstaat 2Ü, die na ons fcomeu, . het aanzien 'f Zal het
een 'rustige tyd! Ik ben dan ook zeker, [dat
van den hoogsten tot den laagsten ambtenaar,
zonder onderscheid, Mr. Kappeyne gaarne \ïcer
«der terug Terlangt. En nu zult
Jan werd er toch m dien tijd aan
ais
mede ?vertrouwd worden? Zal
Thorte waarderen die ze met onvermoeibare n ijver
schept en voorstelt?
v , > , , i -? ~ CG *ittin8 van 6 Mei ls70 jouren zijns VOIKS gemeen heelt, een
popuiaby de behandeling der kanalen wet: riteit van oogenblikkclijken indruk, die niet
? , i . ' blijvend ia. Maar een populariteit, die niet met
Indien ik let op de klcmmoedige stemming, den volkswaau vanden dag verloren gaat. de
die hier en daar omtrent den algeuieenen populariteit van den man, die het goede iu
de stemmen die het volk tot zijn 'recht doet komen, die d< '
't departement weinig gewerkt! Och mijnheer
de Kedacteur! dat is nu zoo'n echt ouderwetsch
idee! Het zit 'm iet in het werken r waar
lijk niet! Alles loopt toch wel rond. De hoofd
zaak is maar in het Parlement te kunnen
purteren eu dat kon Kappeyne, en daarom steun.
ik en al myn ambtgenooten met volle over
tuiging . ,
Mr. Kappeyne van de C'oppello.
F. Wonen* Hz.
Commies bij 't Departement van
Binnenlnndsche Zaken.
.niet het oog
en wij zien gebeuren,
.
voorzichtig eene berekening eondcr die Indi
sche baten te maken. Met het feit voor oogen,
dat over 1876 de 4 miUioen, door mijn ambts
voorganger verwacht, niet . uitgekeerd worden,
dat van betaling der bijdrage van -1877 nog
geen sprake is, zelfs niet voor een deel en dat
op de begrooting voor 1878 de bijdrage voor
memorie is uitgetrokken, zon ik gelooven te
kort- te doen aan my'n plicht, wanneer ik mij
nu ging vleien met bespiegelingen over Indi
sche bijdragen die in de aanwezige tekorten
zouden kunnen voorzien.
Ik blgf hopen en mogelijk achten dat de
bijdragen later niet zullen behoeven te ont
breken;, maar wanneer het budget van de toe
komst, zoonis wy dat óp bet oogenblik onder
de oogen moeten zien, moet worden opge
maakt, rekene men niet op onzekere baten.
Maar heeft die kennis van den toestand hem
ontmoedigd en doen .versagen" waar het het
ontwerpen on de uitvoering van groote werken,
betreft?
Oordeelt zelf naar hetgeen hy iets verder zegt :
Een tweede punt van verschil tnsschen den
gëachten spreker en déRegeering bestaat
hierin, dat de geachte spreker wenscht, zooal
uitstel van of stagnatie in groote open
werken, althans eenige matiging iu de
ten uitvóerlegging der plannen.
De finantiè'ela toestand zal van zelf
onbeteermir . syn lorjrovoegci, ge- toestana aes lunas Bestaat; op de stemmen die het volk tot zijn'recht doet komen, diefde dra-l
jelastmg impof ulair is, kan, opgaan om aan te sporen aangevangen werken gcr is vall ile deugden zijn volks, de popuia-'
Been argument xyn. Wie zich zoo niet to staken althans langzaam uit te nU-it in de historie! Zij valt »lloeu ten doel; K
lioofd van het. Ministerie van ^-ucreii; op den raad. die van zekere zijde aan mannen uit wn stuk, maniiPii die liet volle l OT
voorstelt aan het hoo^ _ . ,
Finantiün geplaatst, alleen populaire maatre-'gegeven
gelen te kunnen ontwerpen, wie zich voorstelt
met behoud van ccne goede conscientie, zich
het genot te kunnen belooven van eene popu
lariteit van don dag, aan den zoodanige KOU
ik den raad geven: verlaat hoe eerder hoe
béter den zetel, dien gy ter kwader ure hebt
ingenomen.
te
neer wy een
niet hadden,
. Op het gevaar af opnieuw
eten booren dat ik bat
NeKent en waardeert hy don kloeken geest van
het Nederlandeche Volk ?
Leest iets verder bij diezelfden debatten:
Er zyn twee goede eigenschappen dia ons
volk onderscheiden. Op *-"? -*?;'
het verwijt to moeten _?. .
derlandsche volk en de standen te hoog stel,
?wil ik die twee eigenscbsppen noemen die ons
onderscheiden hebben zoolang wij een zelf
standig volksbestaan hebben gekend.
Ze zijn eene groote mate van gezond ver
stand en eene groote matp van gevoel van'
recht.
Is hij óf verblind door 't geen Indie eenmaal
heeft bijgedragen tot Neerland* ontwikkeling
of wel ontmoedigd door het uitblijven dier
baten. . .
Ziet wat hij, by het verdedigen der
geldleeniog op 16 Mei 1878 (Pag. 772 van het
Bijblad) beeft gesproken:
Op nieuw a in deze discussie de vraag ge
moveerd, of die Indische baten Nederland met
hebben gedemoraliseerd? Ik geloof dat die
vraag in ontkennënden zin moet worden be
antwoord, ' dat er wel groote gevaren waren,
maar dat die zijn to boven gekomen.
Er waren gevaren in dezen zin, dat men pot
tende uit de Indische schatten, eigen veerkracht
en energie prijs gaf, dat men indommelde.
Maar er zgn juist in de allerlaatste jaren een
aantal bewijzen van de herleving van eigen
moed «n eigen initiatief op meer dan ton ge
biedEr was nog een gevaar, een gevaar,
wanneer mea het-geheele volk oveniet, nog
ernwordt, om toch vooral mets nieuws licht kunnen verdragen. Onbuigzaamheid van wil,
m, dan zou ik mcencn, dat wan- goede trouw, diep gevoel, strengheid voor
anMimster van Waterstaat als dezen Sei-en maar vooral voor zich zelf, eu daarby
, -----. wft hem aan het bewind zouden n hart dat liefhebben kan en liefde uitlokt;
mooten brengen. Het is toch m een tyd, waarin vooral de huiselyke deugden, die het
Xcderde algemeene toestand des lands niet zoo gun- laiidsche volk sieren, die .deugden sierden
stig is als vroeger, voor het belang van het ook den grootcn man. Daarom deelt het volk
Jand wenscbeUjk en goed, dat in den boezem Opk in Oen weemoed, welke Thorbecke's
kinder Regering eene stem worde vernomen, die deren bezielt, wanneer zij op dit feest toch ook
er op aandringt de werken te voltooienen hof gemis gevoelen vxin hun grooten vader,
voor zooveel noodig to ondernemen, die tot wiens nagedachtenis by de natie heilig zal
bevordering der algemeene welvaart noodig zyn. blijven. ?
Kent en waardeert hu naar eisch de be-l En eindelyk, de keuze is zoo ruim, dat ze
niociëlijk ia, kent gij do schoone verheffende
woorden waarmede bij de moedige kordate daad
tegenover praatiucht en breedsprakigkeid stelt
Die geachte afgevaardigde vraagt nog, of! el> den l?8* d.M 'evens ,sch?tst- fe^ in z«f
het zooveel geld waard u om den BhyShan- rodevoering gehouden als voonsitter van de
del te verleggen van Rotterdam naar Amstor-' 91sta Algemeene Vergadering der Maatschappij
dam? Ik aal niet treden op het terrein, waarop } Tot Nut van 't Algemeen op Dinsdag 8
Augusmyn ambtgenoot van Waterstaat uit den aard tus 1676 bot volgende:
en waardeert hij naar eisch de be
hoeften v»n Amsterdam als eerste handelstad
van het Ryfc? ?
Ziet by dezelfde discussie» pag.
9C9.De phrftsemakerü, de breedsprakigheid, het
parl/ige kosten geld. Wie zal. de
honderdduider zaak beter te huis is dan ik. Maar ik mag
toch .vragen, of het hier geldt de verdeeling
van een zeker fixum van beweging, waarmede
ons laad zich heeft ten-eden te stellen, van - s«.-, =-??
eene zekere eens bepaalde, .niet te vermeer-1 zundtallen van riemen papier tellen, zonder
deren hoeveelheid, die haar weg zal nemen ^ucht of nut geschreven en gedrukt? ?
over ons land? ldt het de vraag of dat be- i **L kosten tijd. Aan Methusalem, wij zeggen
drag zal stagen veor Amsterdam, in verhou- P8* den ouden Steele na, aan Methusalcm stond
ding dat het afneemt voor eene andere streek?) "et "'fl' fen "<»« uur te gebruiken om te
zegIk geloof dat de vraag in ruimer zin dient te'Sen noe laat het was; maar óns leven is
daarworden opgevat. De handelsbeweging is geen!vo,°r*°kort.
fixnm waarmede wüOBB tavreden ViaKhpn tal Ze kosten
ze
«B» nog meer dan geld en tyd
ons te staan op verlies oan ernst.
f
. or foort v?.n ernst, gil gevoelt het, heb
trachten 3e handelsbeweging, voor zoover die!1? op .het Oofil1 "ïZlch P.ost m **" s°mj)e?
niet over ons land loopt, daarheen ie leidan, i stemming en een lang gezigt, - .....
DM is de bedoelina van het R*oMrin«. l «*" den ernst, die waarheid c
fixnm waafmede wy ons tevreden nebbeli te
stellen. Wy moeten de bakens' verzetten vóór! v. .
dat het «ety verloopt. Wij moeten daardoor! ?let
- - "ik on net ooa. oio zien omosi
_?____ _....?maar ik denk
de bedoeling Van het Reeeërïnm- iaan den crnst' &°«?"»rheid en oprechtheiden
B 6 B ? ' veerkracht tevens a. Die ernst loopt gevaor,
wanneer wy woorden voor daden aanzien.
? Daar is een doen door laten mafer daar is
geen doen door praten.
Zyn er dan nooit woorden, die daden mo
gen heeten V
Zo zy'ti er.
Een weloverwogen ja, ceh wBlberadcu neen
»- in het leven van Hen nederigste onder ons
zoozeer boven den bestaanden weg van Rot-1 kunnen feiten zijn, daden vau goede trouw,
Dat is
voorstel,
en op 8 Mei, pag. 909.
De geachte afgevaardigde heeft gezegd:
toegegeven dat de handelsbewegiflg geen
is, hoe kunt gy u verbeelden dat de
nieuwe vaart van Amsterdam naar den Rhün
i j, * . « ?*».
Wij herinneren onzen lezers, dat de heer
KAPPEÏNE wórdt aanbevolen door de vol
gende Heeren:
MB. E. J. ASSER.
G. BLO'KHUIS Waf.
A. A..BIE5FAIT.
J. BOIS6EVAIX.
'A. H. SIEPMAN VAN DEN BERG.
J. G. BUNGE. . '
C. EUGES-G. BUNGE.
G. A. CROOCKEWIT.
P. VAN EEGHEN.
Mr. J. G. A. FABËR.
J. H, G. PERMAN.
E. FÜLD.
L. A. H. HARTOGH.
GERARD A. HEINEKEN.
Dr. C. E. HEYNSIÜ8.
Mr. P. M. G. VAN HEES.
Prof. S. HOEKSTRA Bzn.
E. R. HOOGLAND!.
J. A. L. KRÜSEMAN.
J. A. C. VAN LEEUWEN.
Mr. HERMAN J. VAN LENNEP.
j. TER MEULEN Jr. .
C. N. J. MOLTZER.
A. D. ZUR MüHLEÏ.
M. B. NIJKERK.
Mr. F. H. VAN NOTTEN.
M*. AUG. PHILIPS.
D. J. PRINS.
F. J. W. H. SCHMITZ. ?
P. TEGELBERG.
Jhr. Mr. C. J. A. DEN TEX.
N. TETTERODE.
Dr. I. TEIXEIRA DE MATTOS.
W. A. TOBIAS.
H. VAUPEL.
Mr. L. A. A. VAN WENSEN.