De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1880 26 december pagina 1

26 december 1880 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

TO Verschijnt iederen Zondagochtend. Uitgevers: . ELLERMAN, HAEMS Kantoor: Rokin 2. Abonnement per 3/rn. ... 60 Cts. fr. p..p. 75 Cts. Afzonderlijke Nummers 5 Cts. met Bijvoegsel 10 » Advertentien per regel 15-Cts.tusscben den tekst 100 » DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOB ïfEDSÜIiAND zal in het vervolg Yerschijnen met een fraaiere lettor gedrukt, die ons de gelegenheid 'geeft meer kopie te plaatsen. Wij zullen met het volgend K"o. te toegirmen tw.ee nieuws rubisken openen; de eene zal gewijd zijn aan MILITAIRE " 2AKEK";-de belangen van leger en vloot zullen daarin worden be sproken, en tevens zal, zij bevatten een over zicht van hetgeen pp dat gebied voorr valt of over deze Kaken geplutaiceerd wordt. De anders rubriek zal een zooveel moge lijk getrouwe opgaaf der gedurende de week plaats gehad hebbende ITJTLOTIrTG-EW en nog andere wetenswaardige mededeelingon bevattan. De abonnementsprijs van het blad wórdt niet verhoogd. , :IÏARMS & Co. Eenige dagen geleden verspreidde zich het gerucht, weldra officieel bevestigd, dat Het Nederlandsck Toonvel onderhandelingen had aangeknoopt met de lieeren Le Gras,! Van Zuylen en Haspels, om evenals 's Hage en Amsterdam ook ?"Rotterdam in den kring harer werkzaam heid te begrijpen." Men stelde op den voor grond, dat het personeel, ?desuoodig aangevuld en vermeerderd, onder het beheer van de Yereeniging Bet Nederlandsek Tooneel te Rot terdam gevestigd zou blijven." Met bijzondere belangstelling werd dat be: richt vernomen. Ieder, wien het tooneel ter harte gaat, had wel eens gedacht aan een vereeniging ,,. der beide tooneelkrachten ia ons land onder één hoofd, maar het was een gedachte, die ais een ideaal zich voor een oogenblik vopr ziju geest plaatste .... en weer verdween, omdat iaën niet aan de mogelijkheid der vervulling durfde gelooven. Het is waar, de Vereeniging Het Nederl. Tooneel gaf in 1876, luidens haar prospektus, het uitzicht op zulk een toekomst; zij zou in . het driejarig tijdvak,-haar voor de proefneming gegund, o. a. er naar trachten de tooneelspeelkunst te verbeteren door de overal verspreide ?krachten langzamerhand te verzamelen onder één beheer," doch het ?langzamerhand" ver zamelen ging zoo langzaam, dat het driejarig tijdvak van pi oefneming ten einde was g..spoed vóór het doel werd bereikt. Wat meer ' Z"gt, toen een nieuw driejarig tijdperk zou worden ingegaan, solitste zich het eene gezel schap in twee deelsn; waarvan-het eene een afzonderlijk gezelschap vormde om den Stads schouwburg te exploiteeren, het andere deel, ; versterkt met enkele van elders toegetreden elementen, als het gezelschap der Vereeniging de ballingschap in de Amstelstraafc zich ge troostte, niet zonder hoop dat de verdrukking het ten goede zou komen. ? Het laatste is inderdaad geschied. De in den ; beginne zoo fel bestreden en miskende Vereeaiging, heeft, nadat, zij uit den stadsschouw burg verdreven was geworden, in korten tijd veler sympathie verworven. We zouden het be treuren indien al te oppervlakkige waarneming tot het vermoeden leidde, dat de stadsschouw burg zelf de hinderpaal is geweest voor den bloei van de Vereniging, als kon zij niet tegen de weelde der plaats waar zij was geplant. De bekrompen geest, die de echo uwburgkoin missie bezielde en aanleiding jsaf tot 'allerlei onaange naamheden, deed der Vereeniging zeker geen goed, doch de oorzaak van haai-snelle opkomst ligt niet in ds Amstelstraat, maar op het Leidscheplein. Immers die drie jaren van proefne ming waren een tijd van echte beproeving. Het kind werd onder tranen opgevoed. .Het publiek en het bestuur der Vereeniging kenden elkan der te weinig, begrepen elkaar niet; persoon lijke gevoeligheid kwam. bij de beoordeling der daden van het .Nederlandsch Tooneel in het spel; de Vereeniging, in het besef harer roe ping, hief al te stoutmoedig een vaan omhoog, waarvan het 'opschrift zóó profetisch klonk, dat, zij die op de werkelijkheid het oog veétigden, recht meenden te hebben tot bespotting. De leden va a den raad van beheer, niet gewoon met deze klasse van artisten om te .gaan en den Amstel, het andore aan d- Mïig zijn tent beide een talrijk en krachtig genoeg waren repertoire D aar ei^ch te bezetdie ten, dan voorztkei zou mededinging een on waardeerbaar middel zijn om het Tooneel voor verval te behoeden. Doch wie. weet niet hoeveel -daaraan -ontbreekt f Noch bij het Nederïancisch Toonvel . hier, noch te Rotter dam, is. het gezelschap som?! aan heeren akt het hapert gevoelt men het ontoereiken ie vpn hetdamcspersoneel. Dit. mag in het aïg^oieen gezegd worden en hoe dikwijls bovendien »eeit eenbe paalde rol moeilijkheid, om haar naar eisch te vervullen, hetzij te 's Hage PU te Amsterdam hetzij in de Maasstad? Tegen het voordeel, da1- de 3 onkurrentïe biedt, weegt zeker het nadej, dat uit deze verbïokkJüig van het geheel vooiUloeit, op, temeer als men bedenkt, dat de kohkuirentie van twes gezelschappen, waai va i het een aan evenmin dooi' ervaring gerijpt voor hun ambt, moesten zoekende in de duisternis den weg vinden en tastten nog al eens mis. Maar wat men hun ook ten laste moge leg gen, de ondernemende kunstvrienden waagden hun geld, hun ti/d, hun naam en hun talent aan een zaak, waarvoor tot op dat oogenblik het meerendeel der klagers niets anders dan zuchten en ivoorden hadden overgehad. Onder kwaad en goed gerucht, een belangrijk deel van het kapitaal aan verbetering van hetdéko ratief bestedende, gingen zij voorwaart?; zij na men uit de lessen, die de welwillende of de kwaadgezinde kritiek hun gaf, het ware ter harte, groeiden in hun ambt, en oogsten thans in de Amstelstraat de zoete vruchten van den bitteren strijd, dien zij voor de goede zaak heb ben overgehad. Want niet op eens is de sym pathie voor Het -Ned. Tooneel, thans 200 al gemeen, ontstaan. Reeds ia het laatste jaar van haar eerste tijdvak kwamen duidelijker dan te voren de oprechtheid van haar streven en deu gunstigpn invloed, dien zij uitoefende, aan het Kuht. Nu blijkt het, dat zij, al is ze alles behalve onkwetsbaar, haar sporen heeft verdiend^ en hef in' 1876 door haar uitge geven prospektus, toen -en later met zooveel ironie begroet, toch.nietal te dw.ias is-geweest. Immers reien kan moeilijk tegenspreken, dataij door haar onpartijdig beheer, aan alle ta lenten,'die onder haar arbeiden, recht doet wedervaren, vooral nu de draken voor goed van het repertoire zijn-geschrapt; dat zij het beschaafde publiek en het too neel weder tot elkander heeft gebracht; dat zij met het tooneel-ver b on d medewerkt om een prestige te doen ontstaan,'dat persouit fatsoenlijken aan de tooneelspeefkunst te wijden; ? dat haar repertoire goed is, haar zorg voor den litterairen vorm der vakken in ons land eenig en haar streven naar juistheid van kostuum en dekoratief allen lof verdient. Nog slechts één punt van dat prospektus bleef al te ver van de belofte: ?h^t verzamelen der overal verspreide en versnipperde krachten." Na zij ook gereed staat dat te doen, heeft ze recht op bijzondere waardeering, al ware liet alleen maar, dewijl zij toont getrouw aan haar woord te zijn. Toch is het zeer denkbaar, dat hier bij me nigeen bezwaren rijzen, die hemdoen vragen: leidt dat streven van de Vereeniging wel tot den bloei der kunst'? Monopolie of konkurrentie, wat is beter? In het afgetrokkene beschouwd is wedijver heeft betrokken, weinig beteel ent. IQ ons kleine land moet kunstgebied ma\;ht maken, .en h acht ook op e i do Mees, dat nen van goeden aanleg en kring den moed geeft zich middel om het publiek te zeker het beste waarborgen, dat het tooneel niet verloope. Doch de juistheid van deze stelling heeft men te toetsen aan het bestaande. En dan komt men tot een ander besluit, gelooven wij. Bestonden in Nederland twee gezelschappen, men zonder onderlingen wecbj ei zich niet m. blijven inspannen, behoeft nier te bestaan waar de tooneelkunst zich nog zooveel terreir moet.veroveren en vaö haai ten onverpoosde strijd wordt gevorderd om.zich fr hindhaven en t; ontwikkelen, te midden vin de velerlei andere middelen van uitspanning, die het pu bliek lokken. De eeuige vraag, die men behalve deze zou kannen opperen, is, of een bestaai, als dat van Het Neder L Tooneel, beter-geschikt is, om de tooneel directie te voeren dan een veietsniging van akteurs zalven* Doch hut sniwojid schijnt, na hetgeen men gedurende een reeks, jaren hier en te 's Hage "en te Rotterdam heeft ondervonden, .gemakkelijk te g^ven Waar zelfs het zoo geëerde drietal v. Zuylen, ~L« Gras, i - Haspels ^ïT'het kun^tlievend ïiotteidam be zwijkt onder den last, behoeien wij op-ons tegenwoordig Leidscheplein met .eens te wijzen. Doch meer dan dit negatieve aigument pleit voor het beheer van Het Ned. ^oon"d het geen, het hier en te -'s Hage verricht heeft. Dat het een krachtige hand, pen flink ontwik keld'hoofd bezit, en-daarenbj'eBT?ejJ, b.eurs, -wa-apui-fe het niet schroomt, dis hetf*nóodig~is, te puiten, toonde het. D via zaken, die onmis baar zijn en waarvan de laatste vooial bij ak te urs-direktien vaak veel te wenschen overlaat. Eenheid van beheer, de beide tooneelgeaelschappen onder één Raad, die bewezen heeft een open oog te hwbben voor een goed reper toire, voor den litterairen vorm derstukken, voor juistheid van kostuums en smaakvollën rijk dom, van dekoratief, ? waarvan het gevolg zou zijn, dat de drie groots steden van ons laad beurtelings genieten van het beste, dat er op tooneelgebied thans in Nederland kan wor den voortgebracht ? wlen lacht het niet toe ? En toch... het blijft de vraag of het ons ge schonken zal worden. _ Hoe verrukkelijk de toekomst .er ook uit ziet, er bestaat een gevaar,' dat het zwakke punt der begeerde vereeniging zal blijven. .Rotterdam bezat tot nog toe en beroemde zich op een eigen tooneel. Het heeft het helpen kweeken en met liefde verpleegd. Van daar dat voor vele.Maastadbewoners deze vereeni ging iets vernederende schijnt te nebben. De Amsterdammers worden niet gekweld door die soort van liefde. Zij hebben in de laatste jaren niets van dezen aard gewrocl.it, waaraan "zij hun liefde konden schenken. Hun fransche Opera bezocht hen uit 's Hage, hun duïtache uit Rotterdam, hun tooneel was sedert lang tot een treurig peil gedaald en toen Het Wed. Tooneel binnen hun veste verscheen, heb ben zij het als een indringer geschopt en ge? al beginnen zij thans er ook een weinig mee te dweep'en. Vandaar dat Het Ned. Tooneel, ondanks haar gezelschap hier woont, veeleer een haagsche Vereeniging zou kunnen heeten; in de residentie toch vond het den meesten steun en bijval. Maar gelukkig, de Vereenïgïng is geen ste delijke. Zij is een echt nationale. Nederlandsen mag zij heeten. Rotterdam behoort hij 's Hage en Amsterdam; met de toetreding van het gezelschap der' Maasstad zal Het Nederlandsch Tooneel jn volle kracht aan zijn naam be antwoorden. Onder deze voorwaarde echter: dat de naijver tnsschen de beide steden niet de harmonie verst. ore. .Het rotterdamsch gezelschap zal te Rotterdam blijven, ?alleen ?voor zoover noodig"aangevuld en vermeerderd; zeker eenïgermate gewijzigd. Hierdoor wordt de gevoeligheid van het publiek aan de Maasstad gespaard. De Raad van beheer zal, gelijk hij thans te 's Gravenhage wordt vertegenwoordigd, steker ook rotterdamsche leden in zich opnemen, die daar toezicht honden. Ook dat kan een mid del zijn om de tweedracht te voorkomen. Doch één zwak punt blijft bestaan. In elk opzicht zal men Rotterdam en Amsterdam ge lijk genot van de Yereeniging kunnen doen smaken, ? maar hoe zal er steeds vrede tussclien de beide steden blijven heerschen bij de verdeeling van het gezelschap? Rotterdam zal zich den een of ander artist met willen laten ontnemen, of Amsterdam zal klagen dat een der beste krachten naar elders wordt o ver geplaatst. Wel zullen hij afwisseling de vel schillende gezelschappen in de beide steden nu dan optreden, waardoor dat gevaar veel zijn. kracht verliest, s doch geheel weggelen is het daardoor niet. Hier zal het be leid en de onpartijdigheid der direktie , eenigzins op 'de proef worden gesteld. De zwarigheid is echter zoo gosd als uit den geruimd, wanneer de Vereeniging liet Tooneel de stabiliteit der beide gezel schappen zoo veel mogelijk waarborgt. Waar schijnlijk aal-het hiertoe wel genegen zijn. Iets zal men .moeten wagen. O. i. wint men echter zooveel door het samenvoegen der ver schillende krachten onder één beheer, dat het een proefneming waard. is. G-üluktze, .dan mo gen we er óvëftuig'd^va'nzijn, dat gedurende de eerste jaren, de drie groote sttden en ook nu en dan de hoofdsteden der provinciën, meer dramatisch genot zullen smaken, dan tot nu hun deel was. en van weg Ned, de zijde der lersché leiders, die niets minder dan Home-rule, ? een'eigen parlement voor Ierland, verlangen en der Conservatieven, die ter -eere hunner partij elke door de liberalen voorgestelde oplossing der kwestie verafschu wen ? zullen zij worden aangenomen om dan eerst langzamerhand den toestand te helpen verbeteren, d:e dadelijk voorziening eischt. De Transvaalsche boeren geven thans blijk van hun afkomst. Na lang talmen hebben zij aan Engeland de gehoorzaamheid zegd. Den 16den riepen 5000 hunner ... republiek te Heidelberg uit met Paul Krüger tot president en Joubert tot militaire bevel hebber: Zij hadden de telegrafische gemeen schap tusschen Natal en Pretoria verbroken en wachtten den vijand af. Men zegt, dat er reeds een treffen heeft plaats gehad. Wat hiervan aan is, weet men niet, wel echter dat hun po ging om de vrijheid te hernemen niet. zonder strijd eindigen zal; reeds werden er uit Enge land troepen, die naar Ierland bestemd waren, naar Natal gezonden. De strijd, door de Kaaplanders met de Kaffers gevoerd, komt den Transvalers natuurlijk zeer te stade; vooral nu het koloniale leger reeds, meermalen werd genoodzaakt voor de inlahdera terug te trekken. Voorzeker schijnt het verzet der Transvalers een hopelooze zaak, doch er zijn meer oorlogen gevoerd door kleine volken, die beter afliepen, i men verwachten kou en in Zuid-Afrika' een klein maar dapper volk, eer in staat zich te verdedigen dan in Europa. Nu Montenegro bevredigd is, zoodat- de mo gendheden zelfs dei dank van vorst Nikita mochten ontvangen, zijn de jaloersche Grieken op alle mogelijke wijs aan het intrigeeren om bun deel van den buit te verkrijgen. Het leger s <* - * , - t'-- . _ O zich Engeland heeft in den laatsten tijd met ver schillende moeielijkheden te kampen. Nu Mon tenegro zijn bescheiden deel ontvangen heeft en- Afghanistan voorloopig rustig blijft, is het Ierland en de Kaap, dat in toenemende niate b.et beleid der Regeering vereischt. De troe belen zoowel in Ierland als in Zuid-Afrika __,n grootendeels door 't vorig gouvernement aan het huidige vermaakt, doch dit ontheft Gla.dstone's ministerie niet van de verplichting ze tot een goed einde te brengen. In Ierland neemt de onrust toe. Reeds werden troepen naar het eiland afgezonden, strenger bevelen aan het uitvoerend bewind gegeven, vergade ringen door de politie of militie gesloten of onmogelijk gemaakr, ? maar de ontevreden heid is zoozeer gewassen en de lust tot verzet in zulk eene mate aangevuurd, dat de vrees voor hevige uitbarstingen met den dag ver meerdert. Alles verwacht men nu van de wetten, die Gladstone na 6 Januari in beide huizen aan orde zal stellen, doch niet dan na lang durige diskussies en na feilen tegenstand van heeft ion; gemaakt. zoo breed . uitgezet als het maar wordt -geleend en rumoer genoeg De mogendheden kunnen nu een maal zich niet geheel terugtrekken, nadat, zij op het berlijnsch congre?, zij 't dan al op dub-. belzinnige wijs. de belangen van het schier eiland hebbeu besproken. Griekenland weet, dat Europa niet zal dulden, dat -Turkije het verplettert en van die wetenschap maakt het gebruik. Niets natuurlijker bij deze gegevens dan één-, poging, der diplomatie om door een scheidsgerieht deze netelige kwestie te doen beslissen. Frankrijk zegt men, zou de eerste ge weest ~zijn,_ die dit middel tot het voorkomen van een nieuwen oorlog heeft aangewezen' en Duitschland, zoo verzekert men verder, zal met dat scheidsgerichfc genoegen nenien, indien de beide partijen zich aan eeiie beslissing, die met meerderheid van stemmen wordt genomen, willen onderwerpen. Griekenland, dat in dit geval de rol van de verdrukte onschuld speelt, zal daar zeker minder tegen hebben dan Turkije, dat dan ook onlangs eeo nota verzond, waaruit bleek, dat het, op ie oude wijs weer onderhandelen wilde, m. a. w. dat het nog bij lange na niet besloten is, Griekenland te geven, wat het vraagt. De parlementen maken zich gereed de Kerst vakantie te gaan genieten, voor zoover zijniet reeds naar huis getrokken zijn, sooals het Italiaausche en öostenrijksche. De Italiaansche Kamer keert den 22sten Januari terug en zal zich bezighouden met het rapport van Zanprdelli over de voorstellen tot hervorm 'ng van de kieswet. In Oostenrijk werd de zitting gesloten na zeer onstuimige debatten over de . Ssldigheid der jongste verkiezingen in Opperostenrijk en eene behandeling van het rap port der kommissie tot herziening der grond belastingen. De strijd tusschen dg verschil lende nationaliteiten, die onder het kabinet Taaffe in toenemende mate alles beheerscht , dreigt niet alleen de Duïtschers, maar dengeheelen Staat met dreigende gevaren. De fransche senaat keurde de begrooting van uitgaven goed, gelijk zij door de Kamer ge wijzigd was. Aan een opgewekt dispuut heeft 'a Ministers toga viel in breeder plooien neer, En scheen in een profetenmantel omgeschapen, Zijn stem verhief zich, krachtig en welspre kend, zeer 't "Was als een lichtglans die er straalde rond zijn slapen. Van geestkracht blonk zijn oog en manlijk was zijn taal, Die elk tot hooren dwong in 's lands vergaderzaal: Neen; hoe ook optimist, ik mag mijn oog niet sluiten Yoor wat de toekomst spelt, wellicht nog vóór dees eeuw Haar eiude heeft bereikt. In Neèrland en daar buiten Verneem ik stemmen, meer dan louter markt geschreeuw, En zie ik teekenen, gewichtig, ja ontzettend, Van revolutie, van geweldige ommekeer, Zöó fel, zoo vreeselijk in omvang en verplettend, Als immer tuimelgeest Europa sloeg i:er neer. Neen meer nog. Kinderspel zal men 't slechts kunnen noemen, Wat door de politiek ooit omgewenteld wierd, Bij 't geen we op sociaal gebied ter kim zien doemen, Als 'E strijden om 't bestaan door alle Staten giert. Ho^ zal het mooglijk zijn dat aaklig apook te keeren, Dat telkens nader komt en Btonter taal verkondt? .Zal door 't herzien der wet men 't trachten te bezweren ? 'k Ben van dat middel niet afkeerig. Doch de mond Van hem, dien 'k voor een jaar te dexer plaats citeerde, . Sprak, naar mijn inzien, juist: ?gij, die daar mooglijk meenfc Dat enkel wetsherziening immer kwalen keerde, Moreel, maatschapplijk ; u die slechts uw stem men leent. Voor altijd befe(,r wet, roep 'k toe: Herziet u zelven!" Want, beter middel is er dunkt mij op te delven Voor ieder die -gelooft aan 't eenig ideaal, Dat werklijkheid beheerscht, 't zij binnen deze zaal, 't Zij ook daarbuiten, nooit! Gij allen, wien gehechtheid Aan 't vaderland meer geldt- dan die van uw partij; Gij wien de godsdienst hooger gaat dan kibblerij Van kerkelijken aard, of onderzoek naar de echtheid Van 't dogma; wien 't niet om de letter is te doen; Gij allen voor wie 't recht, geen vrucht van convem'entie, Of maar van slimheid is, te kneden in 't fatsoen En de . eisenen van wat nut; maar met onze conscientie Door ons te goeken, niet te scheppen: hooger macht, Waar we in gelooven, vast, onwrikbaar; steeds ten goede Ons menschen werkend, die wij veilig, blij te moede Te volgen hebben ook bij d'allerzwartsten nacht. Gij allen, voegt u zaam en zoekt in 't hoogere eenheid; Driogt op den achtergrond al wat u nog ver deelt, Naar voren, en 't is veel geVkkig. wat er heen leidt Om zaam te strenglen al wie 't leven niet maar streelt Door zijn genot, doch door zijn ernst ook en zijn plichten, Opdat ge, rijk aan kracht, onnoemlijk goeds moogt stichten. En is partijstrijd onvermijdelijk; ? wat nood! Welk wapen ge ook gebruikt tot aanval of verweering, Als't gij slechts zuivert en veredelt door waar deering Van wat ge in elke richting edeh vindt en groot. Och ! weest rechtvaardig jogens mee- en tegen standers, \ooral ook jegens hen die min bevoorrecht zijn, Wier toestand u, als die van alle Nederlanders, Ter harte ga bij elke vraag naar 't mijn en dijn Zoo lost al ? daadlijk op uw groote en kleine grieven, Wat u persoonlijk freft en ergert allereerst. Lost ze op door Godsdienst, Recht en Waar heid zaam te lieven, Aan 't heil van 't vaderland u wijdend om het zeerst!" 21 December 1880. S. Ernst Fossart. (Uit. het Duitsoh.) ?Velen zijn geroepen, maar weinigen uitrerkoreu." Deze bijbelspreuk is op geen stand meer toepasselijk dan op dien der tooneelspelers. Bijna allen, die eenige roeping Voor de tooneelspeelkunst bezitten, .meenen tot de uit verkorenen te behooren. Envtoch, van de ve len geroepene zijn slechts zeer weinige uit verkorenen, - . Tot de waarlijk ?uitverkorenen" behoortErnst Possart, wiens even groote bescheidenheid als geniale begaafdheid dezen naam in ieder opzicht rechtvaardigt, Ernst Possart, de Koning Lear, de Richard III, de Mephisto van hetMunchener hoftheater, de koninklyk heiersche directeur en tooneelspeler. De levensloop van dezen uitstekenden karak terspeler, dwingt ons weder te bekennen, dat het dramatisch genie, dat niet tegelijk door de natuur met een schoonen lichaamsbouw begif tigd i^, veel zwaarder strijd te strijden heeft, dan het mindere talent, dat door de natuur kwistig bedeeld is. Den elfden Mei 1841 werd Ernst Possart te Berlijn geboren. Zijn ouders waren welgestelde burgers, zijn vader een ontwikkeld koopman, zijn moeder een- uitstekende huisvrouw. Zij gaven hun zoon een goede _ op voeding en dach ten niet, dat hun Ernst nog eens, een zoo ge heel anderen werkkring zou kiezen als de hunne was, en zijn voet op de ?plaokea" zou zetten, die in hun omgeving niet zoo heel hoog stonden aangeschreven. Zij dachten, dat de lust tot voordragen en spreken, die zich reeds vroeg bij hem openbaarde, hem tot een redenaar zou vormen, allerminst tot een tooneelspeler, en de goede ouders waren overgelukkig met het voor uitzicht dat hun zoon wellicht eens een lichtge vende ster in de duisternis der kerk zou wor den. En waarlijk, de nu zoo hoog geroemde Me phisto was als knaap niet gelukkiger dan wanneer hij in een toga ? uit een mantille van mama bestaande, ? en een eigengemaakt papieren bef aan ? den ?bijbel" in de hand, op den kansel ? een oude krentenkist ? stond, en zoo uit de hoogte neerziende, voor de ernstig luiste rende gemeente ? ?speelmakkertjes" ? een preek hield, waarbij hij een geheel register van mogelijke en onmogelijke zonden opnoemde en tot boete en bekeering aanmaande. Maar de kleine man! na?m h®t met de heilig heid van zijn persoon en de plaats waar hij stond,.niet zoo streng; soms zong hij van zijn. kansel een wereldse!* liedje. . Zoo ging hij voort tot in zijn 16de jaar. De theologische ideën verdwenen hoe langer hoe meer, maar de lust tot declameeren werd grooter en grooter, zonder dat hij hij zijn ouders steun vond, want toen hy na een ge lukkig examen op zijn 17de jaar het gymna sium verliet, werd hij niet als leerling naar een tooneelschool gezonden, maar bij den boek handel gedaan. Hoewel Ernst voor deze gedwongen werk zaamheid de rioodige liefde miste, wist hij dóór vlijt en ijver de tevredenheid van. zijn patroon te winnen, zoodat men niet twijfelde of hij zou nog eens een uitstekend boekhandelaar wor den, als er m dien tusschentijd niet iets ge beurd ware dat zijo loopbaan een geheel an dere richting gaf, en de plannen van zijn ouders den bodem insloeg.; Possart had namelijk den beroemden hoftooneelspeler Kaiser, een broer van zijn pa troon, zien spelen, en den indruk die dit spel op zijn licht ontvankelijk gemoed gemaakt had, waa overweldigend. Deze avond bracht een volslagen omkeering in zijn binnenste te weeg, en eensklaps stond het hem duidelijk voor den geest wat hij tot nog toe slechts gedroomd had. ?Tooneelspeler moet en zal ik worden," Maar dit plan was niet zoo gemakkelijk te verwezelijken en leverde vele zwarigheden op, want hij wist zeker, dat hij van zijn ouders nimmer de toestemming hiertoe zou krijgen. Vast besloten ging hij nu zelf naar Kaiser, en deelde hem zijn verlangen mee. Met de harts tochtelijkheid van de opgewonden jeugd, deed hij dit, en verzekerde hem, dat als hij hem niet bij zijn studiën behulpzaam 'wou zijn, om zyn innigsten wensen, te vervullen, er voor hem niets overbleef, dan zija heil bij het; e(en--.of ander ambulant gezelschap te zoeken, en ?er van door te gaan. Met bedaardheid wist Kaïser den opge wonden jongeling ? van het plan om. ?er van door te gaan" af te brengen, en belppfde'hem, in stilte leg te geven, maar overtuigde hem te gelijker tijd dafc hij den boekhandel, niet mocht verwaarloozen, want als bleek dat hij in. dramatisch talent te kort schoot, en zija ideaal niet verwezenlijkt, kon-worden, 'mocht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl