Historisch Archief 1877-1940
TO
Verschijnt iederen Zondagochtend.
Uitgevers: . ELLERMAN, HAEMS
Kantoor: Rokin 2.
Abonnement per 3/rn. ... 60 Cts. fr. p..p. 75 Cts.
Afzonderlijke Nummers 5 Cts. met Bijvoegsel 10 »
Advertentien per regel 15-Cts.tusscben den tekst 100 »
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD
VOOB ïfEDSÜIiAND zal in het vervolg
Yerschijnen met een fraaiere lettor gedrukt,
die ons de gelegenheid 'geeft meer kopie
te plaatsen. Wij zullen met het volgend
K"o. te toegirmen tw.ee nieuws rubisken
openen; de eene zal gewijd zijn aan
MILITAIRE " 2AKEK";-de belangen van
leger en vloot zullen daarin worden be
sproken, en tevens zal, zij bevatten een
over zicht van hetgeen pp dat gebied voorr
valt of over deze Kaken geplutaiceerd wordt.
De anders rubriek zal een zooveel moge
lijk getrouwe opgaaf der gedurende de
week plaats gehad hebbende
ITJTLOTIrTG-EW en nog andere wetenswaardige
mededeelingon bevattan. De abonnementsprijs
van het blad wórdt niet verhoogd.
, :IÏARMS & Co.
Eenige dagen geleden verspreidde zich het
gerucht, weldra officieel bevestigd, dat Het
Nederlandsck Toonvel onderhandelingen had
aangeknoopt met de lieeren Le Gras,! Van Zuylen
en Haspels, om evenals 's Hage en Amsterdam
ook ?"Rotterdam in den kring harer werkzaam
heid te begrijpen." Men stelde op den voor
grond, dat het personeel, ?desuoodig aangevuld
en vermeerderd, onder het beheer van de
Yereeniging Bet Nederlandsek Tooneel te Rot
terdam gevestigd zou blijven."
Met bijzondere belangstelling werd dat
be: richt vernomen.
Ieder, wien het tooneel ter harte gaat,
had wel eens gedacht aan een vereeniging
,,. der beide tooneelkrachten ia ons land onder
één hoofd, maar het was een gedachte, die ais
een ideaal zich voor een oogenblik vopr ziju
geest plaatste .... en weer verdween, omdat
iaën niet aan de mogelijkheid der vervulling
durfde gelooven.
Het is waar, de Vereeniging Het Nederl.
Tooneel gaf in 1876, luidens haar prospektus,
het uitzicht op zulk een toekomst; zij zou in
. het driejarig tijdvak,-haar voor de proefneming
gegund, o. a. er naar trachten de
tooneelspeelkunst te verbeteren door de overal verspreide
?krachten langzamerhand te verzamelen onder
één beheer," doch het ?langzamerhand" ver
zamelen ging zoo langzaam, dat het driejarig
tijdvak van pi oefneming ten einde was
g..spoed vóór het doel werd bereikt. Wat meer
' Z"gt, toen een nieuw driejarig tijdperk zou
worden ingegaan, solitste zich het eene gezel
schap in twee deelsn; waarvan-het eene een
afzonderlijk gezelschap vormde om den Stads
schouwburg te exploiteeren, het andere deel,
; versterkt met enkele van elders toegetreden
elementen, als het gezelschap der Vereeniging
de ballingschap in de Amstelstraafc zich ge
troostte, niet zonder hoop dat de verdrukking
het ten goede zou komen.
? Het laatste is inderdaad geschied. De in den
; beginne zoo fel bestreden en miskende
Vereeaiging, heeft, nadat, zij uit den stadsschouw
burg verdreven was geworden, in korten tijd
veler sympathie verworven. We zouden het be
treuren indien al te oppervlakkige waarneming
tot het vermoeden leidde, dat de stadsschouw
burg zelf de hinderpaal is geweest voor den
bloei van de Vereniging, als kon zij niet tegen
de weelde der plaats waar zij was geplant. De
bekrompen geest, die de echo uwburgkoin missie
bezielde en aanleiding jsaf tot 'allerlei onaange
naamheden, deed der Vereeniging zeker geen
goed, doch de oorzaak van haai-snelle opkomst
ligt niet in ds Amstelstraat, maar op het
Leidscheplein. Immers die drie jaren van proefne
ming waren een tijd van echte beproeving. Het
kind werd onder tranen opgevoed. .Het publiek
en het bestuur der Vereeniging kenden elkan
der te weinig, begrepen elkaar niet; persoon
lijke gevoeligheid kwam. bij de beoordeling der
daden van het .Nederlandsch Tooneel in het
spel; de Vereeniging, in het besef harer roe
ping, hief al te stoutmoedig een vaan omhoog,
waarvan het 'opschrift zóó profetisch klonk,
dat, zij die op de werkelijkheid het oog
veétigden, recht meenden te hebben tot bespotting.
De leden va a den raad van beheer, niet gewoon
met deze klasse van artisten om te .gaan en den Amstel, het andore aan d- Mïig zijn tent
beide
een
talrijk en krachtig genoeg waren
repertoire D aar ei^ch te
bezetdie
ten, dan voorztkei zou mededinging een on
waardeerbaar middel zijn om het Tooneel
voor verval te behoeden. Doch wie. weet niet
hoeveel -daaraan -ontbreekt f Noch bij het
Nederïancisch Toonvel . hier, noch te Rotter
dam, is. het gezelschap
som?! aan heeren akt
het
hapert
gevoelt men het ontoereiken ie vpn
hetdamcspersoneel. Dit. mag in het aïg^oieen gezegd
worden en hoe dikwijls bovendien »eeit eenbe
paalde rol moeilijkheid, om haar naar eisch te
vervullen, hetzij te 's Hage PU te Amsterdam
hetzij in de Maasstad?
Tegen het voordeel, da1- de 3 onkurrentïe
biedt, weegt zeker het nadej, dat uit deze
verbïokkJüig van het geheel vooiUloeit, op,
temeer als men bedenkt, dat de kohkuirentie
van twes gezelschappen, waai va i het een aan
evenmin dooi' ervaring gerijpt voor hun ambt,
moesten zoekende in de duisternis den weg
vinden en tastten nog al eens mis.
Maar wat men hun ook ten laste moge leg
gen, de ondernemende kunstvrienden waagden
hun geld, hun ti/d, hun naam en hun talent
aan een zaak, waarvoor tot op dat oogenblik
het meerendeel der klagers niets anders dan
zuchten en ivoorden hadden overgehad. Onder
kwaad en goed gerucht, een belangrijk deel
van het kapitaal aan verbetering van hetdéko
ratief bestedende, gingen zij voorwaart?; zij na
men uit de lessen, die de welwillende of de
kwaadgezinde kritiek hun gaf, het ware ter
harte, groeiden in hun ambt, en oogsten thans
in de Amstelstraat de zoete vruchten van den
bitteren strijd, dien zij voor de goede zaak heb
ben overgehad. Want niet op eens is de sym
pathie voor Het -Ned. Tooneel, thans 200 al
gemeen, ontstaan. Reeds ia het laatste jaar
van haar eerste tijdvak kwamen duidelijker
dan te voren de oprechtheid van haar streven
en deu gunstigpn invloed, dien zij uitoefende,
aan het Kuht. Nu blijkt het, dat zij, al is ze
alles behalve onkwetsbaar, haar sporen heeft
verdiend^ en hef in' 1876 door haar uitge
geven prospektus, toen -en later met zooveel
ironie begroet, toch.nietal te dw.ias is-geweest.
Immers reien kan moeilijk tegenspreken,
dataij door haar onpartijdig beheer, aan alle ta
lenten,'die onder haar arbeiden, recht doet
wedervaren, vooral nu de draken voor goed
van het repertoire zijn-geschrapt;
dat zij het beschaafde publiek en het too
neel weder tot elkander heeft gebracht;
dat zij met het tooneel-ver b on d medewerkt
om een prestige te doen ontstaan,'dat
persouit fatsoenlijken
aan de
tooneelspeefkunst te wijden; ? dat haar repertoire
goed is, haar zorg voor den litterairen vorm
der vakken in ons land eenig en haar streven
naar juistheid van kostuum en dekoratief allen
lof verdient.
Nog slechts één punt van dat prospektus
bleef al te ver van de belofte: ?h^t verzamelen
der overal verspreide en versnipperde krachten."
Na zij ook gereed staat dat te doen, heeft ze
recht op bijzondere waardeering, al ware liet
alleen maar, dewijl zij toont getrouw aan haar
woord te zijn.
Toch is het zeer denkbaar, dat hier bij me
nigeen bezwaren rijzen, die hemdoen vragen:
leidt dat streven van de Vereeniging wel tot
den bloei der kunst'?
Monopolie of konkurrentie, wat is beter?
In het afgetrokkene beschouwd is wedijver
heeft betrokken, weinig beteel ent.
IQ ons kleine land moet
kunstgebied ma\;ht maken,
.en h acht ook op
e i do Mees, dat
nen van goeden aanleg en
kring den moed geeft zich
middel om het publiek te
zeker het beste
waarborgen, dat het tooneel niet verloope.
Doch de juistheid van deze stelling heeft men
te toetsen aan het bestaande. En dan komt
men tot een ander besluit, gelooven wij.
Bestonden in Nederland twee gezelschappen,
men zonder onderlingen wecbj ei zich niet m.
blijven inspannen, behoeft nier te bestaan
waar de tooneelkunst zich nog zooveel terreir
moet.veroveren en vaö haai ten onverpoosde
strijd wordt gevorderd om.zich fr hindhaven
en t; ontwikkelen, te midden vin de velerlei
andere middelen van uitspanning, die het pu
bliek lokken.
De eeuige vraag, die men behalve deze zou
kannen opperen, is, of een bestaai, als dat van
Het Neder L Tooneel, beter-geschikt is, om de
tooneel directie te voeren dan een veietsniging
van akteurs zalven* Doch hut sniwojid schijnt,
na hetgeen men gedurende een reeks,
jaren hier en te 's Hage "en te Rotterdam heeft
ondervonden, .gemakkelijk te g^ven Waar zelfs
het zoo geëerde drietal v. Zuylen, ~L« Gras,
i - Haspels ^ïT'het kun^tlievend ïiotteidam be
zwijkt onder den last, behoeien wij op-ons
tegenwoordig Leidscheplein met .eens te wijzen.
Doch meer dan dit negatieve aigument pleit
voor het beheer van Het Ned. ^oon"d het
geen, het hier en te -'s Hage verricht heeft.
Dat het een krachtige hand, pen flink ontwik
keld'hoofd bezit, en-daarenbj'eBT?ejJ, b.eurs,
-wa-apui-fe het niet schroomt, dis hetf*nóodig~is,
te puiten, toonde het. D via zaken, die onmis
baar zijn en waarvan de laatste vooial bij ak
te urs-direktien vaak veel te wenschen overlaat.
Eenheid van beheer, de beide
tooneelgeaelschappen onder één Raad, die bewezen heeft
een open oog te hwbben voor een goed reper
toire, voor den litterairen vorm derstukken, voor
juistheid van kostuums en smaakvollën rijk
dom, van dekoratief, ? waarvan het gevolg
zou zijn, dat de drie groots steden van ons
laad beurtelings genieten van het beste, dat
er op tooneelgebied thans in Nederland kan wor
den voortgebracht ? wlen lacht het niet toe ? En
toch... het blijft de vraag of het ons ge
schonken zal worden.
_ Hoe verrukkelijk de toekomst .er ook uit
ziet, er bestaat een gevaar,' dat het zwakke
punt der begeerde vereeniging zal blijven.
.Rotterdam bezat tot nog toe en beroemde zich
op een eigen tooneel. Het heeft het helpen
kweeken en met liefde verpleegd. Van daar
dat voor vele.Maastadbewoners deze vereeni
ging iets vernederende schijnt te nebben.
De Amsterdammers worden niet gekweld
door die soort van liefde. Zij hebben in de
laatste jaren niets van dezen aard gewrocl.it,
waaraan "zij hun liefde konden schenken. Hun
fransche Opera bezocht hen uit 's Hage, hun
duïtache uit Rotterdam, hun tooneel was sedert
lang tot een treurig peil gedaald en toen Het
Wed. Tooneel binnen hun veste verscheen, heb
ben zij het als een indringer geschopt en
ge? al beginnen zij thans er ook een
weinig mee te dweep'en. Vandaar dat Het Ned.
Tooneel, ondanks haar gezelschap hier woont,
veeleer een haagsche Vereeniging zou kunnen
heeten; in de residentie toch vond het den
meesten steun en bijval.
Maar gelukkig, de Vereenïgïng is geen ste
delijke. Zij is een echt nationale. Nederlandsen
mag zij heeten. Rotterdam behoort hij 's Hage
en Amsterdam; met de toetreding van het
gezelschap der' Maasstad zal Het Nederlandsch
Tooneel jn volle kracht aan zijn naam be
antwoorden. Onder deze voorwaarde echter:
dat de naijver tnsschen de beide steden niet de
harmonie verst. ore.
.Het rotterdamsch gezelschap zal te Rotterdam
blijven, ?alleen ?voor zoover noodig"aangevuld
en vermeerderd; zeker eenïgermate gewijzigd.
Hierdoor wordt de gevoeligheid van het publiek
aan de Maasstad gespaard.
De Raad van beheer zal, gelijk hij thans te
's Gravenhage wordt vertegenwoordigd, steker
ook rotterdamsche leden in zich opnemen, die
daar toezicht honden. Ook dat kan een mid
del zijn om de tweedracht te voorkomen.
Doch één zwak punt blijft bestaan. In elk
opzicht zal men Rotterdam en Amsterdam ge
lijk genot van de Yereeniging kunnen doen
smaken, ? maar hoe zal er steeds vrede
tussclien de beide steden blijven heerschen bij de
verdeeling van het gezelschap? Rotterdam zal
zich den een of ander artist met willen laten
ontnemen, of Amsterdam zal klagen dat een
der beste krachten naar elders wordt o ver
geplaatst. Wel zullen hij afwisseling de vel
schillende gezelschappen in de beide steden nu
dan optreden, waardoor dat gevaar veel
zijn. kracht verliest, s doch geheel
weggelen is het daardoor niet. Hier zal het be
leid en de onpartijdigheid der direktie ,
eenigzins op 'de proef worden gesteld.
De zwarigheid is echter zoo gosd als uit den
geruimd, wanneer de Vereeniging liet
Tooneel de stabiliteit der beide gezel
schappen zoo veel mogelijk waarborgt. Waar
schijnlijk aal-het hiertoe wel genegen zijn.
Iets zal men .moeten wagen. O. i. wint men
echter zooveel door het samenvoegen der ver
schillende krachten onder één beheer, dat het
een proefneming waard. is. G-üluktze, .dan mo
gen we er óvëftuig'd^va'nzijn, dat gedurende de
eerste jaren, de drie groote sttden en ook nu
en dan de hoofdsteden der provinciën, meer
dramatisch genot zullen smaken, dan tot nu
hun deel was.
en
van
weg
Ned,
de zijde der lersché leiders, die niets minder
dan Home-rule, ? een'eigen parlement voor
Ierland, verlangen en der Conservatieven, die
ter -eere hunner partij elke door de liberalen
voorgestelde oplossing der kwestie verafschu
wen ? zullen zij worden aangenomen om dan
eerst langzamerhand den toestand te helpen
verbeteren, d:e dadelijk voorziening eischt.
De Transvaalsche boeren geven thans blijk
van hun afkomst. Na lang talmen hebben
zij aan Engeland de gehoorzaamheid
zegd. Den 16den riepen 5000 hunner ...
republiek te Heidelberg uit met Paul Krüger
tot president en Joubert tot militaire bevel
hebber: Zij hadden de telegrafische gemeen
schap tusschen Natal en Pretoria verbroken
en wachtten den vijand af. Men zegt, dat er reeds
een treffen heeft plaats gehad. Wat hiervan
aan is, weet men niet, wel echter dat hun po
ging om de vrijheid te hernemen niet. zonder
strijd eindigen zal; reeds werden er uit Enge
land troepen, die naar Ierland bestemd waren,
naar Natal gezonden. De strijd, door de
Kaaplanders met de Kaffers gevoerd, komt den
Transvalers natuurlijk zeer te stade; vooral
nu het koloniale leger reeds, meermalen werd
genoodzaakt voor de inlahdera terug te trekken.
Voorzeker schijnt het verzet der Transvalers
een hopelooze zaak, doch er zijn meer oorlogen
gevoerd door kleine volken, die beter afliepen,
i men verwachten kou en in Zuid-Afrika'
een klein maar dapper volk, eer in staat
zich te verdedigen dan in Europa.
Nu Montenegro bevredigd is, zoodat- de mo
gendheden zelfs dei dank van vorst Nikita
mochten ontvangen, zijn de jaloersche Grieken
op alle mogelijke wijs aan het intrigeeren om
bun deel van den buit te verkrijgen. Het leger
s <* - * , - t'-- . _ O
zich
Engeland heeft in den laatsten tijd met ver
schillende moeielijkheden te kampen. Nu Mon
tenegro zijn bescheiden deel ontvangen heeft
en- Afghanistan voorloopig rustig blijft, is het
Ierland en de Kaap, dat in toenemende niate
b.et beleid der Regeering vereischt. De troe
belen zoowel in Ierland als in Zuid-Afrika
__,n grootendeels door 't vorig gouvernement
aan het huidige vermaakt, doch dit ontheft
Gla.dstone's ministerie niet van de verplichting
ze tot een goed einde te brengen. In Ierland
neemt de onrust toe. Reeds werden troepen
naar het eiland afgezonden, strenger bevelen
aan het uitvoerend bewind gegeven, vergade
ringen door de politie of militie gesloten of
onmogelijk gemaakr, ? maar de ontevreden
heid is zoozeer gewassen en de lust tot verzet
in zulk eene mate aangevuurd, dat de vrees
voor hevige uitbarstingen met den dag ver
meerdert.
Alles verwacht men nu van de wetten, die
Gladstone na 6 Januari in beide huizen aan
orde zal stellen, doch niet dan na lang
durige diskussies en na feilen tegenstand van
heeft
ion;
gemaakt.
zoo breed . uitgezet als het maar
wordt -geleend en rumoer genoeg
De mogendheden kunnen nu een
maal zich niet geheel terugtrekken, nadat, zij
op het berlijnsch congre?, zij 't dan al op dub-.
belzinnige wijs. de belangen van het schier
eiland hebbeu besproken. Griekenland weet,
dat Europa niet zal dulden, dat -Turkije het
verplettert en van die wetenschap maakt het
gebruik. Niets natuurlijker bij deze gegevens
dan één-, poging, der diplomatie om door een
scheidsgerieht deze netelige kwestie te doen
beslissen. Frankrijk zegt men, zou de eerste ge
weest ~zijn,_ die dit middel tot het voorkomen
van een nieuwen oorlog heeft aangewezen' en
Duitschland, zoo verzekert men verder, zal
met dat scheidsgerichfc genoegen nenien, indien
de beide partijen zich aan eeiie beslissing, die
met meerderheid van stemmen wordt genomen,
willen onderwerpen. Griekenland, dat in dit
geval de rol van de verdrukte onschuld speelt,
zal daar zeker minder tegen hebben dan
Turkije, dat dan ook onlangs eeo nota verzond,
waaruit bleek, dat het, op ie oude wijs weer
onderhandelen wilde, m. a. w. dat het nog bij
lange na niet besloten is, Griekenland te geven,
wat het vraagt.
De parlementen maken zich gereed de Kerst
vakantie te gaan genieten, voor zoover zijniet
reeds naar huis getrokken zijn, sooals het
Italiaausche en öostenrijksche. De Italiaansche
Kamer keert den 22sten Januari terug en zal
zich bezighouden met het rapport van
Zanprdelli over de voorstellen tot hervorm 'ng van
de kieswet. In Oostenrijk werd de zitting
gesloten na zeer onstuimige debatten over de .
Ssldigheid der jongste verkiezingen in
Opperostenrijk en eene behandeling van het rap
port der kommissie tot herziening der grond
belastingen. De strijd tusschen dg verschil
lende nationaliteiten, die onder het kabinet
Taaffe in toenemende mate alles beheerscht ,
dreigt niet alleen de Duïtschers, maar
dengeheelen Staat met dreigende gevaren.
De fransche senaat keurde de begrooting van
uitgaven goed, gelijk zij door de Kamer ge
wijzigd was. Aan een opgewekt dispuut heeft
'a Ministers toga viel in breeder plooien neer,
En scheen in een profetenmantel omgeschapen,
Zijn stem verhief zich, krachtig en welspre
kend, zeer
't "Was als een lichtglans die er straalde rond
zijn slapen.
Van geestkracht blonk zijn oog en manlijk
was zijn taal,
Die elk tot hooren dwong in 's lands vergaderzaal:
Neen; hoe ook optimist, ik mag mijn oog niet
sluiten
Yoor wat de toekomst spelt, wellicht nog vóór
dees eeuw
Haar eiude heeft bereikt. In Neèrland en daar
buiten
Verneem ik stemmen, meer dan louter markt
geschreeuw,
En zie ik teekenen, gewichtig, ja ontzettend,
Van revolutie, van geweldige ommekeer,
Zöó fel, zoo vreeselijk in omvang en verplettend,
Als immer tuimelgeest Europa sloeg i:er neer.
Neen meer nog. Kinderspel zal men 't slechts
kunnen noemen,
Wat door de politiek ooit omgewenteld wierd,
Bij 't geen we op sociaal gebied ter kim zien
doemen,
Als 'E strijden om 't bestaan door alle Staten
giert.
Ho^ zal het mooglijk zijn dat aaklig apook te
keeren,
Dat telkens nader komt en Btonter taal verkondt?
.Zal door 't herzien der wet men 't trachten
te bezweren ?
'k Ben van dat middel niet afkeerig. Doch de
mond
Van hem, dien 'k voor een jaar te dexer plaats
citeerde, .
Sprak, naar mijn inzien, juist: ?gij, die daar
mooglijk meenfc
Dat enkel wetsherziening immer kwalen keerde,
Moreel, maatschapplijk ; u die slechts uw stem
men leent.
Voor altijd befe(,r wet, roep 'k toe: Herziet u
zelven!"
Want, beter middel is er dunkt mij op te delven
Voor ieder die -gelooft aan 't eenig ideaal,
Dat werklijkheid beheerscht, 't zij binnen deze
zaal,
't Zij ook daarbuiten, nooit! Gij allen, wien
gehechtheid
Aan 't vaderland meer geldt- dan die van uw
partij;
Gij wien de godsdienst hooger gaat dan kibblerij
Van kerkelijken aard, of onderzoek naar de
echtheid
Van 't dogma; wien 't niet om de letter is te
doen;
Gij allen voor wie 't recht, geen vrucht van
convem'entie,
Of maar van slimheid is, te kneden in 't fatsoen
En de . eisenen van wat nut; maar met onze
conscientie
Door ons te goeken, niet te scheppen: hooger
macht,
Waar we in gelooven, vast, onwrikbaar; steeds
ten goede
Ons menschen werkend, die wij veilig, blij te
moede
Te volgen hebben ook bij d'allerzwartsten
nacht.
Gij allen, voegt u zaam en zoekt in 't hoogere
eenheid;
Driogt op den achtergrond al wat u nog ver
deelt,
Naar voren, en 't is veel geVkkig. wat er heen
leidt
Om zaam te strenglen al wie 't leven niet maar
streelt
Door zijn genot, doch door zijn ernst ook en
zijn plichten,
Opdat ge, rijk aan kracht, onnoemlijk goeds
moogt stichten.
En is partijstrijd onvermijdelijk; ? wat nood!
Welk wapen ge ook gebruikt tot aanval of
verweering,
Als't gij slechts zuivert en veredelt door waar
deering
Van wat ge in elke richting edeh vindt en groot.
Och ! weest rechtvaardig jogens mee- en tegen
standers,
\ooral ook jegens hen die min bevoorrecht zijn,
Wier toestand u, als die van alle Nederlanders,
Ter harte ga bij elke vraag naar 't mijn en dijn
Zoo lost al ? daadlijk op uw groote en kleine
grieven,
Wat u persoonlijk freft en ergert allereerst.
Lost ze op door Godsdienst, Recht en Waar
heid zaam te lieven,
Aan 't heil van 't vaderland u wijdend om het
zeerst!"
21 December 1880.
S.
Ernst Fossart.
(Uit. het Duitsoh.)
?Velen zijn geroepen, maar weinigen uitrerkoreu."
Deze bijbelspreuk is op geen stand meer
toepasselijk dan op dien der tooneelspelers.
Bijna allen, die eenige roeping Voor de
tooneelspeelkunst bezitten, .meenen tot de uit
verkorenen te behooren. Envtoch, van de ve
len geroepene zijn slechts zeer weinige uit
verkorenen, - .
Tot de waarlijk ?uitverkorenen" behoortErnst
Possart, wiens even groote bescheidenheid als
geniale begaafdheid dezen naam in ieder opzicht
rechtvaardigt, Ernst Possart, de Koning Lear,
de Richard III, de Mephisto van hetMunchener
hoftheater, de koninklyk heiersche directeur
en tooneelspeler.
De levensloop van dezen uitstekenden karak
terspeler, dwingt ons weder te bekennen, dat
het dramatisch genie, dat niet tegelijk door de
natuur met een schoonen lichaamsbouw begif
tigd i^, veel zwaarder strijd te strijden heeft,
dan het mindere talent, dat door de natuur
kwistig bedeeld is.
Den elfden Mei 1841 werd Ernst Possart te
Berlijn geboren. Zijn ouders waren welgestelde
burgers, zijn vader een ontwikkeld koopman,
zijn moeder een- uitstekende huisvrouw. Zij
gaven hun zoon een goede _ op voeding en dach
ten niet, dat hun Ernst nog eens, een zoo ge
heel anderen werkkring zou kiezen als de hunne
was, en zijn voet op de ?plaokea" zou zetten, die
in hun omgeving niet zoo heel hoog stonden
aangeschreven. Zij dachten, dat de lust tot
voordragen en spreken, die zich reeds vroeg
bij hem openbaarde, hem tot een redenaar zou
vormen, allerminst tot een tooneelspeler, en de
goede ouders waren overgelukkig met het voor
uitzicht dat hun zoon wellicht eens een lichtge
vende ster in de duisternis der kerk zou wor
den. En waarlijk, de nu zoo hoog geroemde Me
phisto was als knaap niet gelukkiger dan wanneer
hij in een toga ? uit een mantille van mama
bestaande, ? en een eigengemaakt papieren bef
aan ? den ?bijbel" in de hand, op den kansel
? een oude krentenkist ? stond, en zoo uit
de hoogte neerziende, voor de ernstig luiste
rende gemeente ? ?speelmakkertjes" ? een
preek hield, waarbij hij een geheel register van
mogelijke en onmogelijke zonden opnoemde
en tot boete en bekeering aanmaande.
Maar de kleine man! na?m h®t met de heilig
heid van zijn persoon en de plaats waar hij
stond,.niet zoo streng; soms zong hij van zijn.
kansel een wereldse!* liedje.
. Zoo ging hij voort tot in zijn 16de jaar.
De theologische ideën verdwenen hoe langer
hoe meer, maar de lust tot declameeren werd
grooter en grooter, zonder dat hij hij zijn
ouders steun vond, want toen hy na een ge
lukkig examen op zijn 17de jaar het gymna
sium verliet, werd hij niet als leerling naar
een tooneelschool gezonden, maar bij den boek
handel gedaan.
Hoewel Ernst voor deze gedwongen werk
zaamheid de rioodige liefde miste, wist hij dóór
vlijt en ijver de tevredenheid van. zijn patroon
te winnen, zoodat men niet twijfelde of hij zou
nog eens een uitstekend boekhandelaar wor
den, als er m dien tusschentijd niet iets ge
beurd ware dat zijo loopbaan een geheel an
dere richting gaf, en de plannen van zijn
ouders den bodem insloeg.;
Possart had namelijk den beroemden
hoftooneelspeler Kaiser, een broer van zijn pa
troon, zien spelen, en den indruk die dit spel
op zijn licht ontvankelijk gemoed gemaakt had,
waa overweldigend.
Deze avond bracht een volslagen omkeering
in zijn binnenste te weeg, en eensklaps stond
het hem duidelijk voor den geest wat hij tot
nog toe slechts gedroomd had.
?Tooneelspeler moet en zal ik worden,"
Maar dit plan was niet zoo gemakkelijk te
verwezelijken en leverde vele zwarigheden op,
want hij wist zeker, dat hij van zijn ouders
nimmer de toestemming hiertoe zou krijgen.
Vast besloten ging hij nu zelf naar Kaiser, en
deelde hem zijn verlangen mee. Met de harts
tochtelijkheid van de opgewonden jeugd, deed
hij dit, en verzekerde hem, dat als hij hem
niet bij zijn studiën behulpzaam 'wou zijn, om
zyn innigsten wensen, te vervullen, er voor hem
niets overbleef, dan zija heil bij het; e(en--.of
ander ambulant gezelschap te zoeken, en ?er
van door te gaan.
Met bedaardheid wist Kaïser den opge
wonden jongeling ? van het plan om. ?er van
door te gaan" af te brengen, en belppfde'hem,
in stilte leg te geven, maar overtuigde hem
te gelijker tijd dafc hij den boekhandel, niet
mocht verwaarloozen, want als bleek dat hij
in. dramatisch talent te kort schoot, en zija
ideaal niet verwezenlijkt, kon-worden, 'mocht