De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1880 26 december pagina 3

26 december 1880 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, E EK BLAD VOOR. NEDERLAND. IHet karaktw van, Ot&ello is wellicht ket breedst geschreven, bei verhevenste van alle i belden van Sliakcspeare, raar.r wellicht ook ; dat Traarvau de lezer het laatst tot een goed begrip komt. (Skaisespears's Heroines l»j Mrs. Jameson.) Aaa eéue beschouwing der vertooning van.j dit drama door ?Het "Nederlandsen, Tooneel," j mogen enkele opmerkingen over de karakters j die. den artisten te vertolken zijn gegeven, j voorafgaan. Eerst dan is hst mogelijk eenig : oordeel in het midelen te brengen over de wijze ] waarop zij zich van hun taak hebben gekweten. In ons land is, bij het schouwburg bezoekend ; publiek geen werk van Shakespere zoo bekend als Othelio. Met des te grooter vrijmoedigheid kan du3 haar aandacht .over de volgende regels worden gevraagd. Shakespsare heeft in dit stuk voorgesteld hdc twee der edelste wezens ooit voortgekomen uit des dichters brein ten val worden gebracht door de laagheid en geveinsdheid der gewone maatschappij. Het was zija taak aantetoonen hoe. de verhevene liefde van den grooten Othelio en de edelaardige Desderaona door haar wordt verstoord. Verstoord, 200 wreed en zóó on herstelbaar dat de fierste en minnenate echt genoot de moordenaar wordt van de reinste en teederrte gade. Eenvoudig gelijk steeds bij Shakespeare de gegevens zijn waarop het .gebouw van het clrjuüa is opgetrokken, most men in de mees terlijke hanteering van liet menschelijk ka rakter den geaialea bouwmeester erkennen. Hoe voor-de-hand liggend de stof door den | dichter gekozen ook veelal schijnt ? gelijk zij i vaak in weinige woorden is te beschrijven ? steeds blijft de studie der karakters door Shafcespsare bij de bewerking van zijn onderwerp ontwikkeld, den nauwkeurigen lezer de mid delen schenken een helder inzicht te verkrij gen ia hefc wezen der dramatische-kunst. Ge lijk h^t leven zelf wijsgèeren aanleiding geeft verschijnselen van zielkundigen aard in stelsels samen te vatten, en naar den indruk welke die verschijnselen op hen maken, algemeene psychologische regelen vaststellen, zoo hebben de f ooneel werken van Shakespeare tot den grondslag gediend van vertoogeu gevloeid uit ' de pen v a u meesters in de leer van het menscheiijk gemoed, maar voor welker schrijvers de kanat des" to o u'ee l dichters een onbetre den veld gebleven was. Vele lezers zulker be schouwingen- ? aan welker waarde in vele opzïcli!.en hier geen bedoeling beataat te kort te doen ? geraakten tot een averrechtsche voorstelling van den dichter, die zich tot geen taak minder geroepen gevoelde dan het verdedigen van philosophisehe begrippen. Geen andere grondgedachte zij dan ook hier aan genomen dan de beschrijving van het onder werp zooals boven uitgedrukt. Welke zija de verhevene geesten door de lage ailedaagschheid ten val gebracht? Op den voorgrond verheft zich do krachtige en edele gestalte vau Othelio. Om goed te begrijpen waarin zijn grootheid ligt en tevens te bespeuren hoe reeds van den beginne af Shakespsare bij het schilderen' van zijn karakter trekken heeft aangebracht die zijne latere handelingen mot i veeren, dient men vooral, te letten op zijn verleden. Met de volmaakte kunst vaardigheid hem eigen, doet Shakespeare ons vaa dit gedeelte zijns levens ] meer gevoelen en afleiden dan rechtstreeks, waarnemen. j Van zijn jeugd af her- en derwaarts geslin gerd door de stormen van den oorlog is hij, gelijk de vroegere krijgslieden van beroep plachten,-gedreven van de eeue plaats naarde andere. Allerlei ontmoetingen heeft het lot. hem bezorgd en aan talrijke gevaren blootge-; steld. Het heeft tevens in hem een karakter- : trek ontwikkeld die geheel zijn wezen door- * drongen is en niet zijn lateren val in hefc nauwste verband staat. Het heeft in hem de geboorte eener gave bespoedigd die, schoon hij in de gewone maatschappij, zelfs bij hen die boven het peil van het alledaagsch fatsoen min of meer verheven zijn, uiterst zelden wordt aaugetroffen, toch eerst den mensch wezenlijk geschikt raaakt uitstekende hoedanigheden te ontwikkelen en bij anderen te waardeeren: de gave groote verschijnselen evenredige aandacht te schenken en zich te kunnen onttrekken aan de noodlottige eigenschappen der meesten hunne be=4,e krachten en hun levendigste zorg te be steden aan belangen die enkel de behartiging bedoelen der laagsteen ijdelste behoeften van den mensch. De veldheer went er zich aan alleen oog te krijgen voor de werking van hartstochten in het groot. Edelmoedigheid en haat, liefde fen tüoru, wreedheid en moed hebben zich aan Othelio enkel in hare geweldigste uitingen voorgedaan, en ook in zijn eigen binnenste ontdekt, hij niets dan zuchten en hartstochten die steeds de sprekenste vormen kiezen em aan het licht te treden. Doch alle neigingen deigewone d. i. der kleine lieden: argwaan, nijd, zeUzucht-, zijn hem vreemd gebleven. Grswend met lieden te verkeeren, diesdie eigenschappen van hun karakter onbeschroomd voor den dag laten komen, weet hij niets vau de kleingee stige geslepenheid der maatschappij wier gevierdste wijsheid bestaat in hefc verdenken van andüren. Othelio neemt de rnenscheu zoo:-tls zij zich voordoen en gelooft liefst van ieder het beste. Maar hoewel al de goede hoeda nigheden van zijn hart door zijn loopbaan tot vollen bloei zijn gekomen, bleven ziju uiterlijke manieren onverfijnd De zeden der elegante Yenetiaansche edellieden kent hij niet. Hij be seft dit gemis ten volle maar bekreunt er zich niet over. Hij kent zijn innerlijke waarde. Dat de senaat vaa Venetië, wanneer hij niet juist zijn arm tegen de Turken noodig had, terwille van een zijner leden, zijn eerlijke bsdeelingen zou kunnen miskennen, zijn konin klijke afkorafct en zijn bewezen diensten verge ten door Desdemona aan haren vader weer te geven ia een gedachte die niet bij hem opkomt. Yoor dat Othelio Desdemona heeft leeren kennen, was hem de aandoening der liefde on bekend. Be schittering van den krijg hield zijae oogen voor haar aachteren glans verblind. Maar nu hij in Desdemona iemand vindt die zijn-j lotgevallen geheel anders beschouwt dan hij zelf, n.l. van het standpunt harer vrouwe lijke tüêrheid, bemei-kt hij dat de wereld nog andere kostbaarheden bezit- dan dje het loon van den veldheer zijn'; de schat, van geslachte lijke liefde, en dat de rozen welke den krijger ten deel vallen enkel door een vrouwelijke hand van hunnen doornen kunnen worden onVdaar:. Die liefde, waarvan hij den gloed voor een oogenblik zijn vroegste luopbaaa heeft zien verlichten met een tot dusver ongekende tint wekt bij hom een wederliefde die, krachtig ge lijk bij Othelio slechts hartstochten zich doen gevoe-len, het voorwerp er van idealiseert en welke ham het leven met een geheel anderen blik dan te voren doet beschouwen. Hij is in staat eiken vijand te weerstaan, de wreedste ongenade vaa het lot ts ondergaan, zelfs de schande te verdragen ? want de liefde geeft hem - een steun dien hij tot nu toe nooit heeft gevoeld maar dien hij van nu af niet meer kan ontberen zonder dat hij zich aelf verliest. Hij gevoelt zich oiseindïg gelukkiger dau vroeger. i)e onbestemde, verwarde hartstochten die voor heen zijn binnenste vervulJea hebben zich opgelost in het streven die liefde te bewaren als zijn aeerlijkstea schat. Hij vreest niets zoo zeer als Desdemona's liefde te verhezen en daardoor terug te keeren tot hetgeen hij nu aan ziet als de dorheid en vrcugdeloosheid \anzijn vroeger bestaan. Zoo brengt' Othelio eenige dagen door van grenzenlooze zaligheid'. Hij is een nieuw leven ingetreden. Laat ons zien door wie en met wie. Gelijk Pprtia het ideaal van het vrouwelijk geslacht in het algemeen, Jtiïia dat eener min nares kan heeten, zou men Dasdemoaa kun nen ? houden voor het beeld eener gehuwde vrouw, zooals het uit de fantasie des dichters is geboren. Ware zij gelijk Julia geweest ? waarschijnlijk zou dan een der ?lokkige lieve lingen" harer natie haar hart hebben veroverd. Maar haar hooggestemd gemoed, afkeerig van alle wereldsche ijdelheid, zedig en ingetogen, zoo dat zij zelfs de liefde bijna voor zonde houdt, was door geen dier Romao's getroffen. Niet gewoon zich te verdiepen in wijsgeerige bespiegelingen, heeft zij nooit zich in de be schouwing der natuur van den haar .nog onbe kenden hartstocht verloren; evenmin aieh af gevraagd waaraan het den drom van vrijers ontbrak, zoodat geen hunner haar behagen kon. Zonder schija van aanmatiging of zelf verheffing leefde zij teruggetrokken bij haren vader, zonder ééa man aautetreffen die hare eenvoudige grootheid van ziel evenaarde. Die grootheid bestaat in een algeheele argeloosheid. een volkomen onbekendheid met de boosheid der wereldi een volmaakte onschuld. Zij wordt de oorzaak van haar rampzalig einde, als zij in botsing komt mefc de praktische, d. i. de bekrompen^ wereld. Desdemona 'ziet Othelio. Eerst vreesde hare schuchtere ingetegeaheid zijne blikken. Dat zij waardig zou zijn den grooten Othelio te be minnen, was een aanmatigende gedachte di e niet by haar oprees. Haar aandacht wordfc getrokken door het relaas zijner lotgevallen. Ia haar huiselijk, teruggetrokken leven was de verschijning van Othello, den grooten veldheer uit het Zuiden, wiens roem de stad vervulde, iets zóó buiteagewoons, dat zij, geheel den in spraak vaa haar hart volgende, weldra aan zijne lippen hing. Toen bemerkte zij welk een edele, verheven geest aan de luimen van het lot ten prooi was gegeven en werd Desdemona innerlijk met oneindige ontferming over den grooten zwerver bewogen. Zij gevoelde zich onweerstaanbaar aangetrokken tot den fieren krijger wiens wilde jeugd hem zooveel had doen missen en wiens grootheid van ziel zoo schitterend uitblonk boven de wereld der jon gelieden die haar omringde. -Niet als een hartsloopig 500 gulden, hiermee kan je je garderobe terug halen en je hier metterwoon vestigen.... adieu." .lïij de deur keerde hij zich. om en zei; ?Jong mensen, gij hebt indruk op mij gemaakt." De voortreffelijke maa is dood. Possart ver eert in hem zijn weldoener, hij kon het hem niet meer bewijzen, hij mocht slechts zijn lijk rede honden. Zoo werd Possart, na zoo menig droeve erva ring, in 1864 als lid in een der voornaamste muzentempels van Duitschland opgenomen, hij werd voornamelijk door eigen kracht, alleen door de macht van zijn talent aan een tooneel verbonden, dat door den kunstzin en steun vaa een jongea vorst, met geestdrift voor al wat schoon en edel is, tot een waren kunst tempel verheven werd. Daar had een kunste naar als Possart, die voor de groote karakters van het klassiekedramageborea scheen, gelegeaheid liet eene meesterwerk na het aadere voor het publiek in beeld te brengen. Hier creëerde hij langzamerhand de groote rollen van Schiller: Franz Moor, Wurm, Burleigh, Domingo, Tal bot, Chorführer, Geszier, Muley-Hassan; van Goethe: Mephisto, Oarlos, Antonio; van Les sing : Nathau en Marinelli; van Shakespeare: King John, Eichard III, Hamlet, Lear, Shylock, Jago, Mercutio. Maar ook in rollen van een .geiieel tegenovergesteld karakter als: Haas Jürge, Griagoire. Rarcisz, in den advocaat Berent vaa Björastjerne Björnson's Faillissement, woe kerde hij met al de kracht van zijn talent. In Byrons Manfred behaalde kij op kunstgebied de grootste overwinning. Hoe groot en veelzijdig zijn talent en arbeids vermogen is, blijkt, als men bedenkt, dat zijn groote* werkzaamheid als tooaeelspeler hem nog tijd en lust overlaat, omniet alleen als hoofdregisseur de opvoeringen van klassieke werken te besturen, maar ook nog om zija groote tact in het onderricht geven aan de door hem opge richte tooneelschool ten nutte te doen komen, terwijl hij daarenboven nog een bewerking van Kiag Lear, in druk heeft gegeven. tocht doet zich Desdemona's liefde voor; veel meer schijnt zij een natuurlijk uitvloeisel van i haar rein, ia den hoogsten zin echt vrouwe-' lijk gemoed. Othelio lief te hebben wil voor haar Keggen zich geheel aan hem over te geven. Hem nooit te ve*\Uten, zich naar zijn beroep l en zijn natuur aoader voorbehoud te schik-' ken. Dat zij een grootsche daad doet met den spot ea dea lioon harer stadgenooten te versmad-n en geheel naar de inspraken van haat- rein gemoed te handelen, homt in haar een?oudig6 ziel niet op: gelijk haar vader hare moeder heeft verkozen en lief gehad,. is zij thans onverstoorbaar aan Othelio gehecht. Hoe noemt de wereld dib heilige verbond van twee edele schepselen? Emilia 'aiet er alles kwaads in; Kodrigo be grijpt er niets vaa; Brabantio duakt het door duivels kunsten tot stand gebracht en Jago zegi dat niets gemakkelijk te verbrekea ig dan de holle geloften gewisseld tusschen een zwervenden barbaar en een -grillige Yenetiaanschs. Amsterdam,-23 Dee. '80 F. v. D. G. (Wordt Vervolgd.) Sprekende over de vele voortreffelijke eigeaschappen vaa Possart, rnag ook zija redeaaarstalent niet over het hoofd gezien worden. Daaraan heeft hij herhaalde malen de verkie zing als president van de vergaderingen van: der Genosseaschaft deutscher Buhnenaagehöriger te danken. Talrijke gastvoorstelliagen hebben zijn naam ver over Duitschlands grenzen beroemd ge maakt, en nieuwe verdiensten heeft hij verwor ven door de ?Mustervorstellungen", dezen zo mer op het hoftheater te Munchen gegeven, en waaraan onze landgenoot Mr. A. W. Jacobson in den Nederlandsche-n Spectator eenige belangrijke artikels heeft gewijd." Possart kan niet klagen dat het loon voor zijn onvermoeid kunstenaarsleven hem karig toebedeeld is. Met zijn familie verzoend, leeft hij gelukkig met eene lieve vrouw (de vroegere hofoperazangeres Beinet), en geniet in Munchen de buitengewone waardeering van zya kunstlievendea vorst ea de. grootste gaast van hen. die in het tooneel belang stellen. Het kon natuurlijk niet uitblijven dat zijne froote verdiensten ia rijke mate openlijk er end werden. Haast ieder jaar wordt hem een eerediploma aangeboden. Op zijn borst prijken tien orden; hij is eerelid vaa verscheidene hoftheaters, eerelid en meester van de ?Freiea deutschen Hoehstifts" te Frankfort a.M., ea kort geledea werd hij directeur van het hoftheater, met den rang en uniform als koniaklijk pro fessor aan de academie van beeldende kunsten te Munchen. Thans houdt Possart zich bezig met het grootsche plaa ia Berlijn een tooneel te stich ten, dat in alle opzichten het Théatre Frangais evenaart. Moge net dea voortreffêlljkea kun stenaar gelukken! ? l)ec. 1880. ' ANNA. i ??? ? ? HET BUSCIIENTHAL'S ViEBScHEXTRACT, is door de be voegde autoriteiten als uitmuntend erkend. Boe uw voordeel en geef het de voorkeur boven andere merken, ; die veel duurder zijn. (Advertentie') De welwillende wenk, door u aan mijn adres, aan mij a vorig schrijven toegevoegd, noopt mij, de verzekering te geven dat ik er niet aan j gedacht heb, het uitmuntende joage-dames- j personeel van het Nederland-sok Tooneel, uit het oog te veilieaen. Dat is trouwens onmo-, gelijk aoodra ra e u wil wijzen op wat het Neder- \ lanüsch Tooneel bizonder kenmerkende, nieuwa \ bevat. Als nieuwe onderneming onderscheidt' het zich door een aantrekkelijke verscheidenheid : van zijn jonge-dames-personeel, aan welks ver- \ dienste ik gaarne mijn nederige buide breng,' al moet ik er bijvoegen, dat in haar niet ligt" de groote kracht vaa de vereemging. Die ont-. leeut zij in hoofdtaak aan den grooten naam, aan dea goeden roep, waarin haar vijf eerste [ sujetten bij het publiek stonden voor dat iemand ; aog aan het Nederl&ndsch Tooneel dacht. ? Dat de pen gebruik gemaakt heeft van dien naaoi, van die sympathie ? ik zal het haar niet euvel duidea;'c is natuurlijk, maar is het iets anders dan wat iedere tooneel-directie wil doen? vergeer, niet, waarde redacteur, dat'het uitgangspunt van deze geheele beschouwing over het Nederla-ndsch Tooneel geen ander is. dan de wensch om op te komen tegen den hoogharligen tooa in het bekend schrijven van den Raad van Beheer onlangs medegedeeld, alsof van uit dat gezelacliap, bij een combinatie met het Rotterdamsche, het laatste wel wat zou winnon. Weet ge hoe een der grootste voor standers van het N&d. Tooneel dat gezelschap omschreef? overcoaiplest, incompleet, noemde hij hef, en toea waren er Aibregt ea mevrouw Alhregt, mevrouw Eüenberger en Moor, ea Van Oilefen ea Ysltman nog aan verbonden. Hoe zou hij het nu noemen? '? , Vooral in dsn Haag was het Ned. Tooneel. welkom ? maar daar was ook in weerwil van de goede krachten bij het gezelschap Valois aanwezig, de toestand onhoudbaar gev/orden ? en wie daar in de plaats zou ge komen zijn, zon met" open ai-tnea ootvaagea : zijn geworden, al zag men in de residentie dan; ook artisten als Faassen noode vertrekken. - : Maar te Amsterdam Stel u au eens vbor éea tooneel ten uwent waar men ?Louis" aiet toe gejuicht 2ou hebben of waar Mevrouw Kleiae niet gevierd zou worden of waar Morin, met wïen zoo menig lieve herinnering wordt opge wekt, geen succes zou hebben?. ' j " Ik waardeer wat het Nederlandsch Tooneel j doet ? maar ik kom op tegen da overschat-' ting van aieh- zelve, dat het iets anders zon zijn daa een gewone Directie, die er even al j elke andere op moet letten dubbeltjes te slaan, maar - dat gemakkelijk kaa doen omdat zij over meer middelen beschikt. Het kunstgeielsch;ip bij uitnemendheid, waar voor men het wil doen doorgaaa, is het m. i. dan ook niet; het heeft zijn goede en kwade zijden even als elk ander gezelschap; zoodanig uitgezocht gezelschap is hier te lande, Goddank oadeakbaar ? en waar is de areopagus die den prijs van uitmuntendheid zal toekennea? Toch wel niet zij, dis nadat zij jaren achtereen het tooneel links hadden laten liggen, er op eenmaal notitie van gingea nemen, soms helaas om hun dramatische prulletjes -eens achter het voetlicht te zien, wat meestal een kort genoe gen was? Of zij, die nu bezig zijn .zich tot "theoretische kuast-aiaecenea te vormen door de praktijk van zien en hooren? Men vergete het toch niet, dat hoe hoog men de eischen der kunst voor het tooneel ia Nederland stelle, dat altijd toch ook een volkstooaeel moet zijn; anders is het op .den duur onbestaanbaar. Ik bedoel -met volkstooneel, nu juist niet het tooneel voor den engelenbak; maar er zija er nog onder de meer-beschaafden -die waarlijk gemeten bj Marie Jeanne bijv. en reikhalzen naar du Kinderroofster. ; Dat wordt hier voor de volgende week ge annonceerd en zal der directie ongetwijfeld volle zalen bezorgen, 't Is een draak, zoo ge : wilt, maar als nu het publiek, dat geen draken ' wil, toch niet opkomt, als stukken van beter gestalte worden gegeven, dan heeft de directie volkomen recht, dat zij haar eigen weg gaat en voor de belangen van haar kas zorgt in de' eerste plaats. j De afdeeling van het Tooneelverboad alhier , telt nu 380 leden en ze kan niets doea daa de verplichte uitkeeriag in de algemeene kas en ; de bijdrage voor twee leerlingen in de Too~: neelschool. Yan subsidie van 't eigen Rotterdamseh Tooneel geen sprake. Welk een pla tonische liefde is dat! Allen zijn natuurlijk van liefde bezield tot de kunst ;uiet een bunaer. werd lid, omdat het mode is of om dezen of genen te believen, maar ook als 50 pCt. van het ledental eens de handen krachtig ineensloegen ; als raen ee'as begon voor te stellen de afdeeliag los te maken van hetTooneel-Yerbond, omdat men op eigen terrein genoeg te doen vindt, wat ten slotte toch het Nationaal tooneel in 't algemeen ten goede komt, dan .zou er mogelijk hier behouden kunnen blijven waarop wij jaren ons terecht verhoovaardigdea. Rotterdam heeft gelegenheid genoeg om eea paar leerlingen, die aanleg hebben .voor het tooneel, hier'de opleiding te geven die noodig is, een opleiding die tevens gepaard zou kunnen gaan met eea optreden van tijd tot tijd in het Gezelschap van den RotterdamschenSchouwburg. Nu heeft men van al wat voor het Tooneelverbond hier gedaan werd rechtstreeks nog niets genoten dan het Tijdschrift. Dat is wel iets, maar toch niet het meest geweaschte, 'b zij zonder bitterheid gezegd. Anders vrees ik dat, hoe goed de heer van Zuylen het bedoelt, . hij dea strijd tegen de geldmacht van het Hed. Tooneel ten leste zal moetea opgevea. .Maar 't is waar ook. Als het Ned. Tooneel hier zal optreden, waar zal het dan zijn ? Ia welk gebotiw ? Of zouden de plaaaen tot ver koop vaa den schouwburg nu opgegeven zijn ? Daar hoort men niets van ' Waarlijk, in de tooneelwereli alhier, zijn 't wel de donkere dagen vóór Kerstars! Ëa daarna? Rotterdam 23 December '80. H. Het Dilettanten muziek gezelschap A'-r-phion gaf Donderdag avond-gijn jaarlijk'sca feest in het Park. Een concert van goed gehalte en een xeer geanimeerd bal, gaven blijk zoowel pan don kunstzin als van den levenslust der leden en hunne dames. Het succes van de Opera-Bibliotheek, bloem lezing uit de meest geliefde opera's (operettes en opéra-bouffes, niet te vergeten) heeft den_ uitgever, ds heer F. C. Bührmaun doen beslu'tea, eene .tweede serie in 't licht te geven,ia 40 afleveringen, waarvan er om dé 14 dagen een verschijnen zal. Indien hét premiestelsel (eea viertal pianino's, een Öööfcal gravures en 1600 boekwerken cadeau) al zou doen twi]elea aan de degelijkheid der onderneming, de keus der verzamelaars waai borgt haar den bijval van de' vele liefhebbers van gemakke lijke muziek. Aflevering l en 2 bevatten: Offenbach, La 'fille du tamliour ?major: Halévy, .La 3~it,ive (fantaisie brülante van Leybach) ea Mozart Die ZauberflÖte (arrangement van Sydney Smith). Uit de reeks opera's die ver der beloofd worden, merken wij,' behalve die vaa Meyerbeer, Yerdi, Mozart, Suppé, ookLecoq's Jolie Persane, Kosïki, Petlte Mariée en anderen, voorts;Der Seekadet, Les dragons de Yillars en ?vl wat men al zoo meer hoort Het ïtenaissancebad vaa Hans Ma-kart zal weder de vraag omtrent kunsten zedelijkheïdsbegrippen doea bovea komen. Het stelt voor het inwendige van e?:n Italiaansch badhuis, ia den rijksteu' Renaissancestijl gedecoreerd. Een aantal schoone vrouwen ea kinderea Spelen in het bad, aadere rusten in het rond, meer of minder gekleed. Omstreeks het middelpunt van het stuk ligt eane achoone dame op zachte kussens uitgestrekt zonder op eenig toilet aan spraak te maken; een aaatal allerliefste amoretten dartelen om haar heen. Het Musïïsalisches Woclienblatt vermeldt, op gezag vaa zijn muzikalen correspondent te Riga, het nauwelijks geloofbaar bericht, dat bij cle opvoeringen van Lohengrin te St. Peters burg eene'aria uit Yerdi's Louisa MiUér wo'rdt ingelascht in -Wagaers opera. De opgravingen vaa dea Leeuw vaa Chaeronea zijn met guastïgea uitslag bekroond. jVTen heeft 260 lijken van de 300 der gesaeuvelde dapperen gevonden. Men is be^ig gipsafgietsels van de bast bewaarde te maken en te zien wat hunne wapenen en kleederea nieuws op leveren, terwijl de moderne Grieken, die zich als de nakomelingen vaa dit heldeageslacht beschouwen, aan doze reliquien alle mogelijke eer bewijzen. Rubiastein'ö Nero werd den 3den dezer te Berlijn opgevoerd en vrij koel ontvangen, Een fransch kardinaal heeft te Rome voor de poort van Saa Paacrazi -? eea groote katakonibe ontdekt. Zij heeft tien kapellen en strekt zich uit tot aan de fondameaten der villa Dora Poaiphili. Al de graven zijn vroeger reecb geopend, maar de ontdekker hoopt nog wel het. een en aader te vin lea dat gespaard ge bleven !??. Hij gelooft dat de kaiakombe m verband staat met die van Paus Julius. Mea verwacht dat, behalve het bijwe-k ter versiering, .het Hotel de Ville te Parijs tegen het eind vaa het volgend jaar gereed zal zija. De Grieksche regeering heeft eene prachtige verzameling ten geschenke ontvangen, «be staande ia het beroemd kabinet vaa Egyptische neaningen, muaten ea kunstvoorwerpen van den heer Demetriu, een rijken Griek, d>e te Alfxandrie woont. Het zal te Athene ia eeaige lokalen van het Polytechnische museum teatooagesteld wordea, waar ook de collectie uit Myceae eene plaats gevonden heeft. De .commissie is verbaasd over den rijkdom van de zeldzaamste muaten. Eenige jaren ge leden werd er te Parijs door Feuardent een catalogus van gemaakt, die 4,163 stuks bevat, waarvan 538 uit den tijd der Ptolemeêu en 3,625 uit den Romemschea tijd; sedert echter zija er* meer dan 1000 stuks bijgekomen. -Er zullen in het Gaieiy theatre te Londen, met dea 15den Januari te beginaea, ieder ea dag matinees gegeven worden. De hoofdrol en directrice van het gezelschap is Miss Litton, ieder stuk zal -veertien dagea ongeveer op de affiche blijven, " Jean Baudry, van Yacquerie, dat verleden jaar door de Yereeaigiag Het Nederlandsch Tooneel alhier met zooveel, succes gegeven werd, is .in de Comédie Frangaise nieuw en zeer goed bezet, en gebleken steeds weder .in den smaak van het publiek te vallen. Onder welïeen Heer?" door E. LYNH Uit hst Engelsen door C. BAAÜSL4G. 2 Deeloa, Haarlem, De Ervea F. Bohn, 1880. Dsze roman doet denken aan vele vroegere, die gericht warea tegea de Jesuïeten. Er leeft hier of daar een vreedzaam huisgezin, maar daar" treedt een geestelijke bianea, die belust is op zeker kapitaal, dat hij ter aieerdere eere Gods wel zou kunnen gebruiken en in een punt des tijds is het geluk verstoord; de arBïloozen worden de slachtoffers vaa .priesterlist. it genre is uit den aard der zaak niet meer moeielijk; de types liggen gereed om zoo te zeggen, ea de schrijver kan er op rekeaen, dat de verontwaardiging van het publiek zal wor den opgewekt, als hij een man ten tooneele voert,-die sprekead ia den naam van den gods dienst, alle menschelijk gevoel met voeten treedt. De ?Rodin" vaa ?Onder welken Heer ?" is geen Jesuïet maar een ritualist, die in zooverre nog ongunstig afsteekt bij een lid der ?Sociëteit van Jezus", omdat hij ongediscipliaeerd is, aiemand boven zich erkent en meer gedreven wordt door kleingeestige ijdelheid en eerzucht. Daar hij geen coelibatair behoeft te wezen, is hij nog gevaarlijker voor de harten der vrouwen, terwijl hem als dienaar der AngUcaanscheKerk het staatsgezag vrij grooten invloed verschaft. De heer ea mevrouw Fullerton war,en vol maakt gelukkig. Hij die voor zijn huw^ lijk Richard Speace heette, was door te trouwen met de doehter van den oudett heer Fullerton, wiens naam hij aannam, een rijk en vermogend man geworden, meb dien verstande evenwel, dat Crosholme Park met al de bezittingen die er bij behoorden, tea name'bleven sfcaainsïjïier echtgenoot en hij oficieel niet meer was d*n de administrateur van haar goederen. Dat hin derde hem niet, want zij hadden elkander har telijk lief, en de jonge vrouw, die nooit van geldzaken eenig begrip gehad had,, liet alles aan hem over. Zij hadden maar één. dochter, een . prachtezemplaar van een meisje, met.een eenigszins aonachtig voorkomen en min of meer romantisch van nature. _Na den dood van den ouden prediker, die zich trouw aan den gewonen sleur hield en niet ongevoelig was voor tafelgenot, wordt aaa hét hoofd van het kerepel geplaatst de Reve rend Lauacelot .Lascelles, een gentleman in al zijn vormen, maar te gelijk een rititalist, die geen middelen, geen intriges te ?min" acht, als hij daardoor maar den invloed der Kerk vermeerderen en zijn heersch'zucht bevredigen kan. Hij begint met zich helpsters te kiezen onder de landfreules in zijne omgeving, en geeft ieder een taak. Eerst zet hij die dametjes aan 't borduren van koorsieraden, dat laat hij haar zijn' kerk opknappen, eindelijk voert hij een soort van biecht 'in, en zoozeer weet hij de arme hartjes en kopjes in de war te brengen, dat zij ten slotte niet meer weten 'of zij vroom zijn, dan wel verliefd op hun schooaen biechtvader. Wie Mademoisélle la Quintini-e gelezen heeft," kan zich van deze dingen eea voorstelling maken. Ook mevrouw Fullerton, die zeer zeker niet op hem verliefd is, maar reeds sedert eenigen tijd haar huwelijksgeluk wat eentonig begon te vinden, komt geheel onder zijn invloed, zij heeft behoefte aan sensaties ea vindt die in de kerk bij haar ?superieur" ?zoo laat Lascelles aicb noemen. DO dochter, die overigens gunstig afsteekt bij de meeste volgelingen van La^cellss, daar zij geen oogenblik dea inaa maar alleen den priester in hem vereert, wo'rdt. geheel en al een dweepstertje; zij herinnert zich ternau wernood dat zij plichten heeft tegenover vader of moeder; ?de Kerk" is haar alles, s Nu wil de schrijver twee dingen duidelijk doen uitkomen ia zijn roman: lo. hoo gevaar lijk en verderfelijk de macht vaa priesters ig met-name van ritualistische; 2o. dathetritualisme, waar het oprechte bekeerlingen maakt, deze rechtstreeks in de avmea van Rome voertIn het bewijzen vaa 't laatste h hij naar mijn inzien het sterkst. Het laat ons Neder landers vrij koud, dat de ritualistea, als de enfants terribles van de Anglieaansehe kerk zoowat half roomsen zijc, en als Onder welken Heer onvertaald gebleven was, zouden wij er weinig meer aaa gemist hebben' dan een goed geschreven bijdrage tot de kennis van het kerkelijk leven in Engeland; maar daar zal het verwijt den geestverwanten vaa Lascellss wel getroffen hebben: uw streven is of eea spel,_ of ais 't ernst wordt, loopt 't uit op ?papisme." Uwe voorgangers spelen denprjestei- en willen heersenen,"maar zij kennen niet wat de kracht en de eer van den roomsehen priester is, volstrekte toewijding aan 't geheel ea onvoorwaardelijke gehoorzamheid. Als zij uwe dochters ea vrouwen gewonnen hebben voor de biecht ea ds kerkelijke mysteries dan zullen zij en terecht de echte kerk boven de nagemaakte verkiezen. De mystieke maar oprechte, eerlijke jonge lady Fullerton eindigt dan ook met hare ouders te ontvluchten en in een klooster te gaan ? volkomen consequent;! Maar, zooals ifc zei, wij Nederlanders voelen niet veel voor'de ritualhi ische kwestie. Meer belangstelling -boezemt ons in, wat gezegd wordt ooi het gevaarlijke van de priesterlijke macht ia het algemeen te doen kennen. En [hierin slaagt de schrijver minder goed, omdat :hij zijn doel voor bij streef t door ia 't voorbij gaan eeo aanval op allen godsdienst te doen, en evenals Sue indertijd, terwijl hij schijnbaar '. alleen de jésuïten aa-araadde, eigenlijk het , christendom, althans wat hij christendom ; noemde, bestreed. | Alle macht Is betrekkelijk; ik geef zeker een" grooten dunk vaa dea iavloed eens priesters als ik verhaal, hoe ia korten tijd ?zoo'n zwart rok" in staat is een liefhebbende vroaw van haar man en eea gehoorzame lieve dochter van haar vader te vervreemden, maar ik doe afbreuk aan dien indruk, waaneer ik er niet Bij = vertel, dat. die man ea vade,r ziju dames iets te bieden had voor verstand ea hart, minstens dat hij een krasse kerel was om wien te ver slaan men wel geslepea en sterk moet zija. ' Dit Saaiste nu heeft de heer E. Lynn Lin1 ton verzuimd er bij te vertellen. Integendeel, . Fullertoa is met al zijn geleerdheid en groote ? deugden, zoo onbeschrijfelijk dom als'een huis; vader maar zijn kan. Zoodra hij de witte broodsweken, die nog al laag duren, achter den rug heeft, begint hij te liefhebberen in natuur- en scheikunde, astronomie en ik weet al niet in welke vakke meer. j "Zija kamer staat vol ?doodshoofden" en lïij j zegt van tijd tot tijd allerlei ten deele vrij on. schuldige ketterijen van het jaar O, waaronder . enkele zeer onbekookte. Hier in Holland aou niemand er van geschrikt zija, muar zijn dames hielden den man met zijn doodshoofden voor : een ongeloovige. Hij houdt voorlezingen voor : de ?mannen" die op zijn goed wonen, om hun allen eea gezonde wijsbegeerte in te prenten, waarvoor de godsdienst zal moeten plaats ma ken, en onder de hand wordt hij totaal een vreemdeling ia zijn eigen gezia. Hij liet den akker des harten zijner dochter braak liggen, hoe kaa hij een gaedea oogat verwachten? hij had niets voor haar levendige maar reine ver, beelding, begreep niet eens hare vroomheid, ! die later zoo verkeerd geleid werd en tot een wapen tegen hem gemaakt. Er is alzoo voor : den priester geen andere band te verbreken ; daa die der gewoonte. De vader merkt niet, l dat zija kind, weer of geen weer, iederen mor! gea naar ds vroegmett'en gaat; hij ziet aiet dat een aader in zija huis heersen t, en als hij i't merkt, treurt hij wat,'ea zit te kirren tegeü ; zija vrouw als eea doffer, maar van maatre? gelen is geea sprake. ?Hadt ge dien priester uw huis maar uitgesmeten, toen 't aog tijd was," zei een zijner mannen. En ja, dat was . nog iets geweest, maar hij deed niets. Terwijl . Lascelles en consorten zijn gezin afbrekea, maakt hij lezingen, ea brengt wat goedkoope wijsbegeerte aan denman. Yan eenige krachtsontwikkeliag is geea sprake vóór net veel te . laat is. Zelfs duldt hij, dat zijn logee, bondgeaoote vaa Lascelles, hem zijn vrouw v.oor j den neus wegkaap't en haar naar den priester : meeneemt, daar zij op 't punt was zien in zijn armen te werpen. j Deze Fullerton is misschien een type ya-n een gentleman in 'de oogen des aateurs, maar hij is eea mislukte christen, een mislukte wijsgeer, ; een mislukte huisvader; men behoeft er geen priester, geen Jesuïet, geen ritaalistisch predi ker, voor te zijn om er zoo -een uit het zadel ' té lichten. ledere don Juan, mits "hij een spe: cialiteit is in 't sentimenteele, zal denken, als ' hij 't boek leest, zoo'n Fullerton zou ik ook wel aan kunnen. 1 Yeel meer.-dan de hevigheid en het beleid bij' den aanval van de vesting ten toon ge spreid, treft ons de zwakheid van den verde diger, en deze omstandigheid doet zeer veel afbreuk aan dea indruk, dien anders deze imet talent geschreven roman,' vooral op Engelsche lezers makea zÖuT~ . " 'Y. H. * i = ' '-*?' " ' ' '' "" : l WAAKOM OVER DAG. nog gasHcht -geïeand ? De dag? llclrtreflectors van de firma Jolisu. Koopmans & Oo. i Amsterdam en Rotterdam maken dit overbodig: zij zijn l dus zeer aanbpvelenswaard voor de gezondheid ea zuinigheid.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl