Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER,
E EK BLAD VOOR. NEDERLAND.
IHet karaktw van, Ot&ello is wellicht ket
breedst geschreven, bei verhevenste van alle i
belden van Sliakcspeare, raar.r wellicht ook ;
dat Traarvau de lezer het laatst tot een goed
begrip komt.
(Skaisespears's Heroines l»j Mrs. Jameson.)
Aaa eéue beschouwing der vertooning van.j
dit drama door ?Het "Nederlandsen, Tooneel," j
mogen enkele opmerkingen over de karakters j
die. den artisten te vertolken zijn gegeven, j
voorafgaan. Eerst dan is hst mogelijk eenig :
oordeel in het midelen te brengen over de wijze ]
waarop zij zich van hun taak hebben gekweten.
In ons land is, bij het schouwburg bezoekend ;
publiek geen werk van Shakespere zoo bekend
als Othelio. Met des te grooter vrijmoedigheid
kan du3 haar aandacht .over de volgende regels
worden gevraagd.
Shakespsare heeft in dit stuk voorgesteld
hdc twee der edelste wezens ooit voortgekomen
uit des dichters brein ten val worden gebracht
door de laagheid en geveinsdheid der gewone
maatschappij. Het was zija taak aantetoonen
hoe. de verhevene liefde van den grooten Othelio
en de edelaardige Desderaona door haar wordt
verstoord. Verstoord, 200 wreed en zóó on
herstelbaar dat de fierste en minnenate echt
genoot de moordenaar wordt van de reinste
en teederrte gade.
Eenvoudig gelijk steeds bij Shakespeare de
gegevens zijn waarop het .gebouw van het
clrjuüa is opgetrokken, most men in de mees
terlijke hanteering van liet menschelijk ka
rakter den geaialea bouwmeester erkennen.
Hoe voor-de-hand liggend de stof door den |
dichter gekozen ook veelal schijnt ? gelijk zij i
vaak in weinige woorden is te beschrijven ?
steeds blijft de studie der karakters door
Shafcespsare bij de bewerking van zijn onderwerp
ontwikkeld, den nauwkeurigen lezer de mid
delen schenken een helder inzicht te verkrij
gen ia hefc wezen der dramatische-kunst. Ge
lijk h^t leven zelf wijsgèeren aanleiding geeft
verschijnselen van zielkundigen aard in stelsels
samen te vatten, en naar den indruk welke
die verschijnselen op hen maken, algemeene
psychologische regelen vaststellen, zoo hebben
de f ooneel werken van Shakespeare tot den
grondslag gediend van vertoogeu gevloeid uit '
de pen v a u meesters in de leer van het
menscheiijk gemoed, maar voor welker schrijvers
de kanat des" to o u'ee l dichters een onbetre
den veld gebleven was. Vele lezers zulker be
schouwingen- ? aan welker waarde in vele
opzïcli!.en hier geen bedoeling beataat te kort
te doen ? geraakten tot een averrechtsche
voorstelling van den dichter, die zich tot geen
taak minder geroepen gevoelde dan het
verdedigen van philosophisehe begrippen. Geen
andere grondgedachte zij dan ook hier aan
genomen dan de beschrijving van het onder
werp zooals boven uitgedrukt.
Welke zija de verhevene geesten door de
lage ailedaagschheid ten val gebracht?
Op den voorgrond verheft zich do krachtige
en edele gestalte vau Othelio.
Om goed te begrijpen waarin zijn grootheid
ligt en tevens te bespeuren hoe reeds van den
beginne af Shakespsare bij het schilderen' van
zijn karakter trekken heeft aangebracht die
zijne latere handelingen mot i veeren, dient men
vooral, te letten op zijn verleden. Met de
volmaakte kunst vaardigheid hem eigen, doet
Shakespeare ons vaa dit gedeelte zijns levens ]
meer gevoelen en afleiden dan rechtstreeks,
waarnemen. j
Van zijn jeugd af her- en derwaarts geslin
gerd door de stormen van den oorlog is hij,
gelijk de vroegere krijgslieden van beroep
plachten,-gedreven van de eeue plaats naarde
andere. Allerlei ontmoetingen heeft het lot.
hem bezorgd en aan talrijke gevaren blootge-;
steld. Het heeft tevens in hem een karakter- :
trek ontwikkeld die geheel zijn wezen door- *
drongen is en niet zijn lateren val in hefc
nauwste verband staat. Het heeft in hem de
geboorte eener gave bespoedigd die, schoon hij
in de gewone maatschappij, zelfs bij hen die
boven het peil van het alledaagsch fatsoen
min of meer verheven zijn, uiterst zelden wordt
aaugetroffen, toch eerst den mensch wezenlijk
geschikt raaakt uitstekende hoedanigheden te
ontwikkelen en bij anderen te waardeeren: de
gave groote verschijnselen evenredige aandacht
te schenken en zich te kunnen onttrekken aan
de noodlottige eigenschappen der meesten hunne
be=4,e krachten en hun levendigste zorg te be
steden aan belangen die enkel de behartiging
bedoelen der laagsteen ijdelste behoeften van
den mensch.
De veldheer went er zich aan alleen oog te
krijgen voor de werking van hartstochten in
het groot. Edelmoedigheid en haat, liefde
fen tüoru, wreedheid en moed hebben zich
aan Othelio enkel in hare geweldigste uitingen
voorgedaan, en ook in zijn eigen binnenste
ontdekt, hij niets dan zuchten en hartstochten
die steeds de sprekenste vormen kiezen em aan
het licht te treden. Doch alle neigingen
deigewone d. i. der kleine lieden: argwaan, nijd,
zeUzucht-, zijn hem vreemd gebleven. Grswend
met lieden te verkeeren, diesdie eigenschappen
van hun karakter onbeschroomd voor den dag
laten komen, weet hij niets vau de kleingee
stige geslepenheid der maatschappij wier
gevierdste wijsheid bestaat in hefc verdenken van
andüren. Othelio neemt de rnenscheu zoo:-tls
zij zich voordoen en gelooft liefst van ieder
het beste. Maar hoewel al de goede hoeda
nigheden van zijn hart door zijn loopbaan tot
vollen bloei zijn gekomen, bleven ziju uiterlijke
manieren onverfijnd De zeden der elegante
Yenetiaansche edellieden kent hij niet. Hij be
seft dit gemis ten volle maar bekreunt er zich
niet over. Hij kent zijn innerlijke waarde.
Dat de senaat vaa Venetië, wanneer hij niet
juist zijn arm tegen de Turken noodig had,
terwille van een zijner leden, zijn eerlijke
bsdeelingen zou kunnen miskennen, zijn konin
klijke afkorafct en zijn bewezen diensten verge
ten door Desdemona aan haren vader weer te
geven ia een gedachte die niet bij hem opkomt.
Yoor dat Othelio Desdemona heeft leeren
kennen, was hem de aandoening der liefde on
bekend. Be schittering van den krijg hield
zijae oogen voor haar aachteren glans verblind.
Maar nu hij in Desdemona iemand vindt die
zijn-j lotgevallen geheel anders beschouwt dan
hij zelf, n.l. van het standpunt harer vrouwe
lijke tüêrheid, bemei-kt hij dat de wereld nog
andere kostbaarheden bezit- dan dje het loon
van den veldheer zijn'; de schat, van geslachte
lijke liefde, en dat de rozen welke den krijger
ten deel vallen enkel door een vrouwelijke hand
van hunnen doornen kunnen worden onVdaar:.
Die liefde, waarvan hij den gloed voor een
oogenblik zijn vroegste luopbaaa heeft zien
verlichten met een tot dusver ongekende tint
wekt bij hom een wederliefde die, krachtig ge
lijk bij Othelio slechts hartstochten zich doen
gevoe-len, het voorwerp er van idealiseert en
welke ham het leven met een geheel anderen
blik dan te voren doet beschouwen. Hij is in
staat eiken vijand te weerstaan, de wreedste
ongenade vaa het lot ts ondergaan, zelfs de
schande te verdragen ? want de liefde geeft
hem - een steun dien hij tot nu toe nooit heeft
gevoeld maar dien hij van nu af niet meer kan
ontberen zonder dat hij zich aelf verliest. Hij
gevoelt zich oiseindïg gelukkiger dau vroeger.
i)e onbestemde, verwarde hartstochten die voor
heen zijn binnenste vervulJea hebben zich
opgelost in het streven die liefde te bewaren
als zijn aeerlijkstea schat. Hij vreest niets zoo
zeer als Desdemona's liefde te verhezen en
daardoor terug te keeren tot hetgeen hij nu aan
ziet als de dorheid en vrcugdeloosheid \anzijn
vroeger bestaan.
Zoo brengt' Othelio eenige dagen door van
grenzenlooze zaligheid'. Hij is een nieuw leven
ingetreden.
Laat ons zien door wie en met wie.
Gelijk Pprtia het ideaal van het vrouwelijk
geslacht in het algemeen, Jtiïia dat eener min
nares kan heeten, zou men Dasdemoaa kun
nen ? houden voor het beeld eener gehuwde
vrouw, zooals het uit de fantasie des dichters
is geboren. Ware zij gelijk Julia geweest ?
waarschijnlijk zou dan een der ?lokkige lieve
lingen" harer natie haar hart hebben veroverd.
Maar haar hooggestemd gemoed, afkeerig van
alle wereldsche ijdelheid, zedig en ingetogen,
zoo dat zij zelfs de liefde bijna voor zonde
houdt, was door geen dier Romao's getroffen.
Niet gewoon zich te verdiepen in wijsgeerige
bespiegelingen, heeft zij nooit zich in de be
schouwing der natuur van den haar .nog onbe
kenden hartstocht verloren; evenmin aieh af
gevraagd waaraan het den drom van vrijers
ontbrak, zoodat geen hunner haar behagen
kon. Zonder schija van aanmatiging of zelf
verheffing leefde zij teruggetrokken bij haren
vader, zonder ééa man aautetreffen die hare
eenvoudige grootheid van ziel evenaarde. Die
grootheid bestaat in een algeheele argeloosheid.
een volkomen onbekendheid met de boosheid
der wereldi een volmaakte onschuld. Zij wordt
de oorzaak van haar rampzalig einde, als zij
in botsing komt mefc de praktische, d. i. de
bekrompen^ wereld.
Desdemona 'ziet Othelio. Eerst vreesde hare
schuchtere ingetegeaheid zijne blikken. Dat zij
waardig zou zijn den grooten Othelio te be
minnen, was een aanmatigende gedachte di e
niet by haar oprees. Haar aandacht wordfc
getrokken door het relaas zijner lotgevallen.
Ia haar huiselijk, teruggetrokken leven was de
verschijning van Othello, den grooten veldheer
uit het Zuiden, wiens roem de stad vervulde,
iets zóó buiteagewoons, dat zij, geheel den in
spraak vaa haar hart volgende, weldra aan
zijne lippen hing. Toen bemerkte zij welk een
edele, verheven geest aan de luimen van het
lot ten prooi was gegeven en werd Desdemona
innerlijk met oneindige ontferming over den
grooten zwerver bewogen. Zij gevoelde zich
onweerstaanbaar aangetrokken tot den fieren
krijger wiens wilde jeugd hem zooveel had
doen missen en wiens grootheid van ziel zoo
schitterend uitblonk boven de wereld der jon
gelieden die haar omringde. -Niet als een
hartsloopig 500 gulden, hiermee kan je je garderobe
terug halen en je hier metterwoon vestigen....
adieu." .lïij de deur keerde hij zich. om en zei;
?Jong mensen, gij hebt indruk op mij gemaakt."
De voortreffelijke maa is dood. Possart ver
eert in hem zijn weldoener, hij kon het hem
niet meer bewijzen, hij mocht slechts zijn lijk
rede honden.
Zoo werd Possart, na zoo menig droeve erva
ring, in 1864 als lid in een der voornaamste
muzentempels van Duitschland opgenomen, hij
werd voornamelijk door eigen kracht, alleen
door de macht van zijn talent aan een tooneel
verbonden, dat door den kunstzin en steun vaa
een jongea vorst, met geestdrift voor al
wat schoon en edel is, tot een waren kunst
tempel verheven werd. Daar had een kunste
naar als Possart, die voor de groote karakters
van het klassiekedramageborea scheen,
gelegeaheid liet eene meesterwerk na het aadere voor
het publiek in beeld te brengen. Hier creëerde
hij langzamerhand de groote rollen van Schiller:
Franz Moor, Wurm, Burleigh, Domingo, Tal
bot, Chorführer, Geszier, Muley-Hassan; van
Goethe: Mephisto, Oarlos, Antonio; van Les
sing : Nathau en Marinelli; van Shakespeare:
King John, Eichard III, Hamlet, Lear, Shylock,
Jago, Mercutio. Maar ook in rollen van een
.geiieel tegenovergesteld karakter als: Haas
Jürge, Griagoire. Rarcisz, in den advocaat Berent
vaa Björastjerne Björnson's Faillissement, woe
kerde hij met al de kracht van zijn talent. In
Byrons Manfred behaalde kij op kunstgebied
de grootste overwinning.
Hoe groot en veelzijdig zijn talent en arbeids
vermogen is, blijkt, als men bedenkt, dat zijn
groote* werkzaamheid als tooaeelspeler hem
nog tijd en lust overlaat, omniet alleen als
hoofdregisseur de opvoeringen van klassieke werken
te besturen, maar ook nog om zija groote tact
in het onderricht geven aan de door hem opge
richte tooneelschool ten nutte te doen komen,
terwijl hij daarenboven nog een bewerking van
Kiag Lear, in druk heeft gegeven.
tocht doet zich Desdemona's liefde voor; veel
meer schijnt zij een natuurlijk uitvloeisel van i
haar rein, ia den hoogsten zin echt vrouwe-'
lijk gemoed. Othelio lief te hebben wil voor
haar Keggen zich geheel aan hem over te geven.
Hem nooit te ve*\Uten, zich naar zijn beroep l
en zijn natuur aoader voorbehoud te schik-'
ken. Dat zij een grootsche daad doet met
den spot ea dea lioon harer stadgenooten te
versmad-n en geheel naar de inspraken van
haat- rein gemoed te handelen, homt in haar
een?oudig6 ziel niet op: gelijk haar vader hare
moeder heeft verkozen en lief gehad,. is zij
thans onverstoorbaar aan Othelio gehecht.
Hoe noemt de wereld dib heilige verbond
van twee edele schepselen?
Emilia 'aiet er alles kwaads in; Kodrigo be
grijpt er niets vaa; Brabantio duakt het door
duivels kunsten tot stand gebracht en Jago
zegi dat niets gemakkelijk te verbrekea ig
dan de holle geloften gewisseld tusschen een
zwervenden barbaar en een -grillige
Yenetiaanschs.
Amsterdam,-23 Dee. '80 F. v. D. G.
(Wordt Vervolgd.)
Sprekende over de vele voortreffelijke
eigeaschappen vaa Possart, rnag ook zija
redeaaarstalent niet over het hoofd gezien worden.
Daaraan heeft hij herhaalde malen de verkie
zing als president van de vergaderingen van:
der Genosseaschaft deutscher
Buhnenaagehöriger te danken.
Talrijke gastvoorstelliagen hebben zijn naam
ver over Duitschlands grenzen beroemd ge
maakt, en nieuwe verdiensten heeft hij verwor
ven door de ?Mustervorstellungen", dezen zo
mer op het hoftheater te Munchen gegeven,
en waaraan onze landgenoot Mr. A. W.
Jacobson in den Nederlandsche-n Spectator eenige
belangrijke artikels heeft gewijd."
Possart kan niet klagen dat het loon voor
zijn onvermoeid kunstenaarsleven hem karig
toebedeeld is. Met zijn familie verzoend, leeft
hij gelukkig met eene lieve vrouw (de vroegere
hofoperazangeres Beinet), en geniet in Munchen
de buitengewone waardeering van zya
kunstlievendea vorst ea de. grootste gaast van hen.
die in het tooneel belang stellen.
Het kon natuurlijk niet uitblijven dat zijne
froote verdiensten ia rijke mate openlijk er
end werden. Haast ieder jaar wordt hem een
eerediploma aangeboden. Op zijn borst prijken
tien orden; hij is eerelid vaa verscheidene
hoftheaters, eerelid en meester van de ?Freiea
deutschen Hoehstifts" te Frankfort a.M., ea kort
geledea werd hij directeur van het hoftheater,
met den rang en uniform als koniaklijk pro
fessor aan de academie van beeldende kunsten
te Munchen.
Thans houdt Possart zich bezig met het
grootsche plaa ia Berlijn een tooneel te stich
ten, dat in alle opzichten het Théatre Frangais
evenaart. Moge net dea voortreffêlljkea kun
stenaar gelukken!
? l)ec. 1880. ' ANNA.
i ??? ?
? HET BUSCIIENTHAL'S ViEBScHEXTRACT, is door de be
voegde autoriteiten als uitmuntend erkend. Boe uw
voordeel en geef het de voorkeur boven andere merken,
; die veel duurder zijn. (Advertentie')
De welwillende wenk, door u aan mijn adres,
aan mij a vorig schrijven toegevoegd, noopt mij,
de verzekering te geven dat ik er niet aan j
gedacht heb, het uitmuntende joage-dames- j
personeel van het Nederland-sok Tooneel, uit
het oog te veilieaen. Dat is trouwens onmo-,
gelijk aoodra ra e u wil wijzen op wat het Neder- \
lanüsch Tooneel bizonder kenmerkende, nieuwa \
bevat. Als nieuwe onderneming onderscheidt'
het zich door een aantrekkelijke verscheidenheid :
van zijn jonge-dames-personeel, aan welks ver- \
dienste ik gaarne mijn nederige buide breng,'
al moet ik er bijvoegen, dat in haar niet ligt"
de groote kracht vaa de vereemging. Die ont-.
leeut zij in hoofdtaak aan den grooten naam,
aan dea goeden roep, waarin haar vijf eerste [
sujetten bij het publiek stonden voor dat iemand ;
aog aan het Nederl&ndsch Tooneel dacht. ?
Dat de pen gebruik gemaakt heeft van dien
naaoi, van die sympathie ? ik zal het haar
niet euvel duidea;'c is natuurlijk, maar is het iets
anders dan wat iedere tooneel-directie wil
doen? vergeer, niet, waarde redacteur, dat'het
uitgangspunt van deze geheele beschouwing over
het Nederla-ndsch Tooneel geen ander is. dan
de wensch om op te komen tegen den
hoogharligen tooa in het bekend schrijven van den
Raad van Beheer onlangs medegedeeld, alsof
van uit dat gezelacliap, bij een combinatie met
het Rotterdamsche, het laatste wel wat zou
winnon. Weet ge hoe een der grootste voor
standers van het N&d. Tooneel dat gezelschap
omschreef? overcoaiplest, incompleet, noemde
hij hef, en toea waren er Aibregt ea mevrouw
Alhregt, mevrouw Eüenberger en Moor, ea Van
Oilefen ea Ysltman nog aan verbonden.
Hoe zou hij het nu noemen? '?
, Vooral in dsn Haag was het Ned. Tooneel.
welkom ? maar daar was ook in weerwil
van de goede krachten bij het gezelschap
Valois aanwezig, de toestand onhoudbaar
gev/orden ? en wie daar in de plaats zou ge
komen zijn, zon met" open ai-tnea ootvaagea :
zijn geworden, al zag men in de residentie dan;
ook artisten als Faassen noode vertrekken. - :
Maar te Amsterdam Stel u au eens vbor
éea tooneel ten uwent waar men ?Louis" aiet toe
gejuicht 2ou hebben of waar Mevrouw Kleiae
niet gevierd zou worden of waar Morin, met
wïen zoo menig lieve herinnering wordt opge
wekt, geen succes zou hebben?. ' j
" Ik waardeer wat het Nederlandsch Tooneel j
doet ? maar ik kom op tegen da overschat-'
ting van aieh- zelve, dat het iets anders zon
zijn daa een gewone Directie, die er even al j
elke andere op moet letten dubbeltjes te slaan,
maar - dat gemakkelijk kaa doen omdat zij
over meer middelen beschikt.
Het kunstgeielsch;ip bij uitnemendheid, waar
voor men het wil doen doorgaaa, is het m. i.
dan ook niet; het heeft zijn goede en kwade
zijden even als elk ander gezelschap; zoodanig
uitgezocht gezelschap is hier te lande, Goddank
oadeakbaar ? en waar is de areopagus die
den prijs van uitmuntendheid zal toekennea?
Toch wel niet zij, dis nadat zij jaren achtereen
het tooneel links hadden laten liggen, er op
eenmaal notitie van gingea nemen, soms helaas
om hun dramatische prulletjes -eens achter het
voetlicht te zien, wat meestal een kort genoe
gen was? Of zij, die nu bezig zijn .zich tot
"theoretische kuast-aiaecenea te vormen door
de praktijk van zien en hooren?
Men vergete het toch niet, dat hoe hoog
men de eischen der kunst voor het tooneel ia
Nederland stelle, dat altijd toch ook een
volkstooaeel moet zijn; anders is het op .den duur
onbestaanbaar. Ik bedoel -met volkstooneel,
nu juist niet het tooneel voor den engelenbak;
maar er zija er nog onder de meer-beschaafden
-die waarlijk gemeten bj Marie Jeanne bijv.
en reikhalzen naar du Kinderroofster. ;
Dat wordt hier voor de volgende week ge
annonceerd en zal der directie ongetwijfeld
volle zalen bezorgen, 't Is een draak, zoo ge :
wilt, maar als nu het publiek, dat geen draken '
wil, toch niet opkomt, als stukken van beter
gestalte worden gegeven, dan heeft de directie
volkomen recht, dat zij haar eigen weg gaat
en voor de belangen van haar kas zorgt in de'
eerste plaats. j
De afdeeling van het Tooneelverboad alhier ,
telt nu 380 leden en ze kan niets doea daa de
verplichte uitkeeriag in de algemeene kas en ;
de bijdrage voor twee leerlingen in de Too~:
neelschool. Yan subsidie van 't eigen
Rotterdamseh Tooneel geen sprake. Welk een pla
tonische liefde is dat! Allen zijn natuurlijk
van liefde bezield tot de kunst ;uiet een bunaer.
werd lid, omdat het mode is of om dezen of
genen te believen, maar ook als 50 pCt. van
het ledental eens de handen krachtig
ineensloegen ; als raen ee'as begon voor te stellen de
afdeeliag los te maken van hetTooneel-Yerbond,
omdat men op eigen terrein genoeg te doen
vindt, wat ten slotte toch het Nationaal tooneel
in 't algemeen ten goede komt, dan .zou er
mogelijk hier behouden kunnen blijven waarop
wij jaren ons terecht verhoovaardigdea.
Rotterdam heeft gelegenheid genoeg om eea
paar leerlingen, die aanleg hebben .voor het
tooneel, hier'de opleiding te geven die noodig
is, een opleiding die tevens gepaard zou kunnen
gaan met eea optreden van tijd tot tijd in het
Gezelschap van den RotterdamschenSchouwburg.
Nu heeft men van al wat voor het
Tooneelverbond hier gedaan werd rechtstreeks nog niets
genoten dan het Tijdschrift. Dat is wel iets,
maar toch niet het meest geweaschte, 'b zij
zonder bitterheid gezegd.
Anders vrees ik dat, hoe goed de heer van
Zuylen het bedoelt, . hij dea strijd tegen de
geldmacht van het Hed. Tooneel ten leste
zal moetea opgevea.
.Maar 't is waar ook. Als het Ned. Tooneel
hier zal optreden, waar zal het dan zijn ? Ia
welk gebotiw ? Of zouden de plaaaen tot ver
koop vaa den schouwburg nu opgegeven zijn ?
Daar hoort men niets van ' Waarlijk, in de
tooneelwereli alhier, zijn 't wel de donkere
dagen vóór Kerstars!
Ëa daarna?
Rotterdam 23 December '80. H.
Het Dilettanten muziek gezelschap A'-r-phion
gaf Donderdag avond-gijn jaarlijk'sca feest in
het Park. Een concert van goed gehalte en
een xeer geanimeerd bal, gaven blijk zoowel
pan don kunstzin als van den levenslust der
leden en hunne dames.
Het succes van de Opera-Bibliotheek, bloem
lezing uit de meest geliefde opera's (operettes
en opéra-bouffes, niet te vergeten) heeft den_
uitgever, ds heer F. C. Bührmaun doen
beslu'tea, eene .tweede serie in 't licht te
geven,ia 40 afleveringen, waarvan er om dé 14 dagen
een verschijnen zal. Indien hét premiestelsel
(eea viertal pianino's, een Öööfcal gravures en
1600 boekwerken cadeau) al zou doen
twi]elea aan de degelijkheid der onderneming, de
keus der verzamelaars waai borgt haar den
bijval van de' vele liefhebbers van gemakke
lijke muziek. Aflevering l en 2 bevatten:
Offenbach, La 'fille du tamliour ?major: Halévy,
.La 3~it,ive (fantaisie brülante van Leybach)
ea Mozart Die ZauberflÖte (arrangement van
Sydney Smith). Uit de reeks opera's die ver
der beloofd worden, merken wij,' behalve die
vaa Meyerbeer, Yerdi, Mozart, Suppé,
ookLecoq's Jolie Persane, Kosïki, Petlte Mariée en
anderen, voorts;Der Seekadet, Les dragons de
Yillars en ?vl wat men al zoo meer hoort
Het ïtenaissancebad vaa Hans Ma-kart zal
weder de vraag omtrent kunsten
zedelijkheïdsbegrippen doea bovea komen. Het stelt voor
het inwendige van e?:n Italiaansch badhuis, ia
den rijksteu' Renaissancestijl gedecoreerd. Een
aantal schoone vrouwen ea kinderea Spelen in
het bad, aadere rusten in het rond, meer of
minder gekleed. Omstreeks het middelpunt
van het stuk ligt eane achoone dame op zachte
kussens uitgestrekt zonder op eenig toilet aan
spraak te maken; een aaatal allerliefste
amoretten dartelen om haar heen.
Het Musïïsalisches Woclienblatt vermeldt, op
gezag vaa zijn muzikalen correspondent te Riga,
het nauwelijks geloofbaar bericht, dat bij
cle opvoeringen van Lohengrin te St. Peters
burg eene'aria uit Yerdi's Louisa MiUér wo'rdt
ingelascht in -Wagaers opera.
De opgravingen vaa dea Leeuw vaa
Chaeronea zijn met guastïgea uitslag bekroond. jVTen
heeft 260 lijken van de 300 der gesaeuvelde
dapperen gevonden. Men is be^ig gipsafgietsels
van de bast bewaarde te maken en te zien
wat hunne wapenen en kleederea nieuws op
leveren, terwijl de moderne Grieken, die zich
als de nakomelingen vaa dit heldeageslacht
beschouwen, aan doze reliquien alle mogelijke
eer bewijzen.
Rubiastein'ö Nero werd den 3den dezer te
Berlijn opgevoerd en vrij koel ontvangen,
Een fransch kardinaal heeft te Rome voor
de poort van Saa Paacrazi -? eea groote
katakonibe ontdekt. Zij heeft tien kapellen en strekt
zich uit tot aan de fondameaten der villa Dora
Poaiphili. Al de graven zijn vroeger reecb
geopend, maar de ontdekker hoopt nog wel
het. een en aader te vin lea dat gespaard ge
bleven !??. Hij gelooft dat de kaiakombe m
verband staat met die van Paus Julius.
Mea verwacht dat, behalve het bijwe-k ter
versiering, .het Hotel de Ville te Parijs tegen
het eind vaa het volgend jaar gereed zal zija.
De Grieksche regeering heeft eene prachtige
verzameling ten geschenke ontvangen, «be
staande ia het beroemd kabinet vaa Egyptische
neaningen, muaten ea kunstvoorwerpen van
den heer Demetriu, een rijken Griek, d>e te
Alfxandrie woont. Het zal te Athene ia
eeaige lokalen van het Polytechnische museum
teatooagesteld wordea, waar ook de collectie
uit Myceae eene plaats gevonden heeft.
De .commissie is verbaasd over den rijkdom
van de zeldzaamste muaten. Eenige jaren ge
leden werd er te Parijs door Feuardent een
catalogus van gemaakt, die 4,163 stuks bevat,
waarvan 538 uit den tijd der Ptolemeêu en
3,625 uit den Romemschea tijd; sedert echter
zija er* meer dan 1000 stuks bijgekomen.
-Er zullen in het Gaieiy theatre te Londen,
met dea 15den Januari te beginaea, ieder ea
dag matinees gegeven worden. De hoofdrol
en directrice van het gezelschap is Miss Litton,
ieder stuk zal -veertien dagea ongeveer op de
affiche blijven,
" Jean Baudry, van Yacquerie, dat verleden
jaar door de Yereeaigiag Het Nederlandsch
Tooneel alhier met zooveel, succes gegeven
werd, is .in de Comédie Frangaise nieuw en
zeer goed bezet, en gebleken steeds weder .in
den smaak van het publiek te vallen.
Onder welïeen Heer?" door E. LYNH
Uit hst Engelsen door C.
BAAÜSL4G. 2 Deeloa, Haarlem, De Ervea F.
Bohn, 1880.
Dsze roman doet denken aan vele vroegere,
die gericht warea tegea de Jesuïeten. Er leeft
hier of daar een vreedzaam huisgezin, maar
daar" treedt een geestelijke bianea, die belust
is op zeker kapitaal, dat hij ter aieerdere eere
Gods wel zou kunnen gebruiken en in een
punt des tijds is het geluk verstoord; de
arBïloozen worden de slachtoffers vaa .priesterlist.
it genre is uit den aard der zaak niet meer
moeielijk; de types liggen gereed om zoo te
zeggen, ea de schrijver kan er op rekeaen, dat
de verontwaardiging van het publiek zal wor
den opgewekt, als hij een man ten tooneele
voert,-die sprekead ia den naam van den gods
dienst, alle menschelijk gevoel met voeten treedt.
De ?Rodin" vaa ?Onder welken Heer ?" is
geen Jesuïet maar een ritualist, die in zooverre
nog ongunstig afsteekt bij een lid der ?Sociëteit
van Jezus", omdat hij ongediscipliaeerd is,
aiemand boven zich erkent en meer gedreven
wordt door kleingeestige ijdelheid en eerzucht.
Daar hij geen coelibatair behoeft te wezen, is
hij nog gevaarlijker voor de harten der vrouwen,
terwijl hem als dienaar der AngUcaanscheKerk
het staatsgezag vrij grooten invloed verschaft.
De heer ea mevrouw Fullerton war,en vol
maakt gelukkig. Hij die voor zijn huw^ lijk
Richard Speace heette, was door te trouwen
met de doehter van den oudett heer Fullerton,
wiens naam hij aannam, een rijk en vermogend
man geworden, meb dien verstande evenwel,
dat Crosholme Park met al de bezittingen die
er bij behoorden, tea name'bleven sfcaainsïjïier
echtgenoot en hij oficieel niet meer was d*n
de administrateur van haar goederen. Dat hin
derde hem niet, want zij hadden elkander har
telijk lief, en de jonge vrouw, die nooit van
geldzaken eenig begrip gehad had,, liet alles
aan hem over. Zij hadden maar één. dochter,
een . prachtezemplaar van een meisje, met.een
eenigszins aonachtig voorkomen en min of meer
romantisch van nature.
_Na den dood van den ouden prediker, die
zich trouw aan den gewonen sleur hield en
niet ongevoelig was voor tafelgenot, wordt aaa
hét hoofd van het kerepel geplaatst de Reve
rend Lauacelot .Lascelles, een gentleman in al
zijn vormen, maar te gelijk een rititalist, die
geen middelen, geen intriges te ?min" acht,
als hij daardoor maar den invloed der Kerk
vermeerderen en zijn heersch'zucht bevredigen
kan. Hij begint met zich helpsters te kiezen
onder de landfreules in zijne omgeving, en geeft
ieder een taak. Eerst zet hij die dametjes aan
't borduren van koorsieraden, dat laat hij haar
zijn' kerk opknappen, eindelijk voert hij een
soort van biecht 'in, en zoozeer weet hij de arme
hartjes en kopjes in de war te brengen, dat zij
ten slotte niet meer weten 'of zij vroom zijn,
dan wel verliefd op hun schooaen biechtvader.
Wie Mademoisélle la Quintini-e gelezen heeft,"
kan zich van deze dingen eea voorstelling
maken.
Ook mevrouw Fullerton, die zeer zeker niet
op hem verliefd is, maar reeds sedert eenigen
tijd haar huwelijksgeluk wat eentonig begon
te vinden, komt geheel onder zijn invloed, zij
heeft behoefte aan sensaties ea vindt die in de
kerk bij haar ?superieur" ?zoo laat Lascelles
aicb noemen. DO dochter, die overigens gunstig
afsteekt bij de meeste volgelingen van La^cellss,
daar zij geen oogenblik dea inaa maar alleen
den priester in hem vereert, wo'rdt. geheel en
al een dweepstertje; zij herinnert zich ternau
wernood dat zij plichten heeft tegenover vader
of moeder; ?de Kerk" is haar alles, s
Nu wil de schrijver twee dingen duidelijk
doen uitkomen ia zijn roman: lo. hoo gevaar
lijk en verderfelijk de macht vaa priesters ig
met-name van ritualistische; 2o.
dathetritualisme, waar het oprechte bekeerlingen maakt,
deze rechtstreeks in de avmea van Rome
voertIn het bewijzen vaa 't laatste h hij naar
mijn inzien het sterkst. Het laat ons Neder
landers vrij koud, dat de ritualistea, als de
enfants terribles van de Anglieaansehe kerk
zoowat half roomsen zijc, en als Onder welken
Heer onvertaald gebleven was, zouden wij er
weinig meer aaa gemist hebben' dan een goed
geschreven bijdrage tot de kennis van het
kerkelijk leven in Engeland; maar daar zal
het verwijt den geestverwanten vaa Lascellss
wel getroffen hebben: uw streven is of eea
spel,_ of ais 't ernst wordt, loopt 't uit op
?papisme." Uwe voorgangers spelen
denprjestei- en willen heersenen,"maar zij kennen niet
wat de kracht en de eer van den roomsehen
priester is, volstrekte toewijding aan 't geheel
ea onvoorwaardelijke gehoorzamheid. Als zij
uwe dochters ea vrouwen gewonnen hebben
voor de biecht ea ds kerkelijke mysteries dan
zullen zij en terecht de echte kerk boven de
nagemaakte verkiezen.
De mystieke maar oprechte, eerlijke jonge
lady Fullerton eindigt dan ook met hare ouders
te ontvluchten en in een klooster te gaan ?
volkomen consequent;!
Maar, zooals ifc zei, wij Nederlanders voelen
niet veel voor'de ritualhi ische kwestie. Meer
belangstelling -boezemt ons in, wat gezegd
wordt ooi het gevaarlijke van de priesterlijke
macht ia het algemeen te doen kennen. En
[hierin slaagt de schrijver minder goed, omdat
:hij zijn doel voor bij streef t door ia 't voorbij
gaan eeo aanval op allen godsdienst te doen,
en evenals Sue indertijd, terwijl hij schijnbaar
'. alleen de jésuïten aa-araadde, eigenlijk het
, christendom, althans wat hij christendom
; noemde, bestreed.
| Alle macht Is betrekkelijk; ik geef zeker een"
grooten dunk vaa dea iavloed eens priesters
als ik verhaal, hoe ia korten tijd ?zoo'n zwart
rok" in staat is een liefhebbende vroaw van
haar man en eea gehoorzame lieve dochter
van haar vader te vervreemden, maar ik doe
afbreuk aan dien indruk, waaneer ik er niet Bij
= vertel, dat. die man ea vade,r ziju dames iets
te bieden had voor verstand ea hart, minstens
dat hij een krasse kerel was om wien te ver
slaan men wel geslepea en sterk moet zija.
' Dit Saaiste nu heeft de heer E. Lynn
Lin1 ton verzuimd er bij te vertellen. Integendeel,
. Fullertoa is met al zijn geleerdheid en groote
? deugden, zoo onbeschrijfelijk dom als'een
huis; vader maar zijn kan. Zoodra hij de witte
broodsweken, die nog al laag duren, achter
den rug heeft, begint hij te liefhebberen in
natuur- en scheikunde, astronomie en ik weet
al niet in welke vakke meer.
j "Zija kamer staat vol ?doodshoofden" en lïij
j zegt van tijd tot tijd allerlei ten deele vrij
on. schuldige ketterijen van het jaar O, waaronder
. enkele zeer onbekookte. Hier in Holland aou
niemand er van geschrikt zija, muar zijn dames
hielden den man met zijn doodshoofden voor
: een ongeloovige. Hij houdt voorlezingen voor
: de ?mannen" die op zijn goed wonen, om hun
allen eea gezonde wijsbegeerte in te prenten,
waarvoor de godsdienst zal moeten plaats ma
ken, en onder de hand wordt hij totaal een
vreemdeling ia zijn eigen gezia. Hij liet den
akker des harten zijner dochter braak liggen,
hoe kaa hij een gaedea oogat verwachten? hij
had niets voor haar levendige maar reine
ver, beelding, begreep niet eens hare vroomheid,
! die later zoo verkeerd geleid werd en tot een
wapen tegen hem gemaakt. Er is alzoo voor
: den priester geen andere band te verbreken
; daa die der gewoonte. De vader merkt niet,
l dat zija kind, weer of geen weer, iederen
mor! gea naar ds vroegmett'en gaat; hij ziet aiet
dat een aader in zija huis heersen t, en als hij
i't merkt, treurt hij wat,'ea zit te kirren tegeü
; zija vrouw als eea doffer, maar van
maatre? gelen is geea sprake. ?Hadt ge dien priester
uw huis maar uitgesmeten, toen 't aog tijd
was," zei een zijner mannen. En ja, dat was
. nog iets geweest, maar hij deed niets. Terwijl
. Lascelles en consorten zijn gezin afbrekea,
maakt hij lezingen, ea brengt wat goedkoope
wijsbegeerte aan denman. Yan eenige
krachtsontwikkeliag is geea sprake vóór net veel te
. laat is. Zelfs duldt hij, dat zijn logee,
bondgeaoote vaa Lascelles, hem zijn vrouw v.oor
j den neus wegkaap't en haar naar den priester
: meeneemt, daar zij op 't punt was zien in zijn
armen te werpen.
j Deze Fullerton is misschien een type ya-n een
gentleman in 'de oogen des aateurs, maar hij is
eea mislukte christen, een mislukte wijsgeer,
; een mislukte huisvader; men behoeft er geen
priester, geen Jesuïet, geen ritaalistisch predi
ker, voor te zijn om er zoo -een uit het zadel
' té lichten. ledere don Juan, mits "hij een
spe: cialiteit is in 't sentimenteele, zal denken, als
' hij 't boek leest, zoo'n Fullerton zou ik ook
wel aan kunnen.
1 Yeel meer.-dan de hevigheid en het beleid
bij' den aanval van de vesting ten toon ge
spreid, treft ons de zwakheid van den verde
diger, en deze omstandigheid doet zeer veel
afbreuk aan dea indruk, dien anders deze
imet talent geschreven roman,' vooral op
Engelsche lezers makea zÖuT~ . " 'Y. H. *
i = ' '-*?' " ' ' '' "" :
l WAAKOM OVER DAG. nog gasHcht -geïeand ? De
dag? llclrtreflectors van de firma Jolisu. Koopmans & Oo.
i Amsterdam en Rotterdam maken dit overbodig: zij zijn
l dus zeer aanbpvelenswaard voor de gezondheid ea
zuinigheid.