Historisch Archief 1877-1940
A
?> ?' ?.
;??<
i.
. Verschijnt lederen Zondagochtend.
uitgevers: ELLBRMAN, HARM8 &
Kantoor: Rokin 2,
C".
ZONDAG S'.."jTAKüABI.
INHOUD.
ORONDWBTBHEBZIEOTNG, door F. A. K.
Hart o g h. ? NON BCOLAE 8ED VITAE. ? ZENUW
ACHTIGE RECHTSPLEGING, door Q. N. ? FEUIL
LETON: HAAR TWEEDE MAN. Blijspel in één
Bedrijf, door Johan G r urn. ? STAATKUNDIG
OVERZICHT. ? GEMEENTEZAKEN: De kamer van
koophandel en beunbelairting. ? Uit de Maasstad.
door G. ? Uit de Hertogstad, door 2. ? KUNST.
Othello, door F. van der Goea ? Een nieuw
toneelgezelschap te Rotterdam. ? De schouwburg
te Tiel, enz. ? LETTERKUNDE:
Th»ll»no,Blo«men" knopje* door A. A. Rijk. ? Het huia Brederode.door
J. G. Frederlks, enz. ? MILITAIRE ZAKEN:
Nadere DMuhonwing over de beataande regeling der
ofBoierstractem«nten, door Gradivns. ?
StrijdTragên. ? Bibllographie. ? Allerlei ? Het zwaard.
Naar het fransen, door J. B. Arno l d o. ? STATIS
TISCHE EN INDUSTBIEELE MEDEDEELINGEN. ?
ALLERLEI ? BRIEVENBUS. ?
KORRESl'ONDEJTTIE. ? OVERZICHT VAN DE EFFECTENMARKT. ?
Veilingen. ? Burgerlijke Stand. ? Te hnur zijnde
Woningen. ? UITLOTINGEN. ? Verpachtingen, ?
Vergaderingen. ?. ADVEBTENTIEN: Schouwburgen,
enz.
In den laatsten tijd komt meer en meer Grond
wetsherziening ter sprake.
?Zoo niet Grondwetsherziening, dan ten minste ver
andering in onderscheidene grondwettige bepalingen.
.De Grondwet van 1818 toch vindt thans bij geen der
parttygroepen in haar geheel onverdeelde sympathie.
In dé rnlrh 30 jaren, sinds hare invoering
veHoopen, zgn nieuwe behoeften ontstaan, wier vervulling
zij tegenhoudt, zijn leemten in haar ontdekt, die de
oplossing van menig staatsrechtelijk vraagstuk verijde
len, zijn feilen aan het licht gekomen, die, in 18*8
nauwelijks vermoed, thans maar al te zeer worden
gevoeld. Trouwens, hare wording, voornamelijk het
gevolg van transactiën tnssphen tegenstrijdige be
ginselen, deed dit reeds "verwachten. Toch kan
gernsteujk worden gezegd, dat de groote overgroote
meerderheid van het Nederl&ndsche volk de Grond
wet van 1848 lief heeft, om hare hoofdbeginselen,
Om het staatMtelsel door haar gehuldigd en inge
voerd. Zij is g»UJk een klsed, waarvan stof en zelf»
mede nog'voldoet, maar dat op menige plek wringt
en de bewegingen stremt.
Mr. Vissering belichaamde de meening van velen,
toen hij by de viering van het 25 jarig bestaan der
Grondwet in zifn feestrede zeide:
?De Grondwet van 1818 is werkelijk en Inderdaad
het begin van ~oen nieuw leven geweest. Zij baande
den weg voor de ontwikkeling van het zuiver
conStitutionneele stelsel. Zij maakte de vertegenwoordi
ging des volks in staat, provinciën en gemeenten tot
eene waarheid. Zij legde hun, dié regocren en
mederegeeren, den plicht der verantwoordelijkheid op. Zij
brak do eenzijdige willekeur, die, z)j het ook met de
beste bedoelingen, zich gewend had, overal in te
grijpen, ia het gewestelijk en plaatselijk bestuur, in
kerk en school, in het Anantiëel beheer, in do kolo
niale huishouding, in handel en bedrijf, i» do
rjjkabedeeling zelf». Zij eischtè openbare behandeling der
publieke zaak en riep het volk tot de uiting zijner
meening en tot'de behartiging zijner belangen."
Die weldaden worden erkend, niet het minst door
hen, die herziening van of verandering in de Grond
wet voorstaan.
De mcesten verlangen geen. terugtred tot vorige
toestanden, geen verandering van staatatelael, en de
weinigen, die daartoe zonden willen geraken, erken
nen de onmogelijkheid.
Hierrin ligt juist bet groote verschil met den toestand
vóór 18, Toen, wensch naar een gebbel andere inrich
ting van hot Staatsbestuur, thans, voortbouwen op do
fundamenten in 18 gelegd. Heeft hierdoor de huidige be
weging een minder vijandelijk karakter, en ondervindt
t§ daarom ook niet zulk een hevigen tegenstand bij
hen, die het status qno willen behouden, aan de
andere zijde milt zij ook die intensieve Kracht,
dis tegenstand zon opwekken.
Maar daarenboven ? omdat men thans de funda
menten van het BUatsgebouw niet aantasten en
de hoofdlijnen behouden wil, is er oneindig meer
verscheidenheid in de wijze, waarop men verandering
wil aanbrengen. Elke party in den lande niet alleen,
maar bifna ieder die zich met ons staatsrecht hetzij
om der wi%>:der wetenschap hetzij in politiek bezig
houdt, heeft andere wenschen en andere inzichten.
De een verlangt voor alles verandering van de
be?palingen der erfopvolging, de ander meent, dat onze
defensie door do GronSwet moeieigk, zoo niet onmo
gelijk wordt gemaakt; deze wil verlaging van een*
sus, gene eischt voor ?de capaciteiten" het
kiesrechtdie weder invoering van algemeen stemrecht, deze
abcbafnng der Eerste Kamer, een ander het recht van
oorlogsverklaring der wetgevende macht opgedragen.
Maar genoeg ?* de grieven tegen onderscheiden
bepalingen onzer Grondwet zijn legio ? maar daarom
juist bestaat er weinig kans, zeUs «enigen bevredigd
te zien.
In de jaren, die de Grondwetsherziening van 18
voorafgingen, hadden de tegenstanders der toen be
staande staatsregeling één doei. Hun streven kon
daarom tot een resultaat leiden, niettegenstaande ook
toen bij do Grondwet van 1819 Of 1840'eene her
ziening waarlijk niet gemakkelijk wal te verkrijgen.
Thans bestaat die eenheid niet, en het is zelfs
te voorzien, dat indien verandering van een of meer
artikelen werd voorgesteld, daarvoor de volgens de
Grondwet verlangde meerderheid niet te verkrijgen zou
zijn. Zij, die hun hobby horse by de veranderingen
niet opgenomen zonden zien, zouden daarom .reeds
vijandig zijn en bjj eene géheele herziening zon het
niet beter gaan. De meeningen zonden zóó zeer
niteenloopen, dat, hoewel ieder der leden van ons
Parlement menige bepaling der bestaande Grond-.
wét zou afkeuren, waarschijnlijk het eenige
praotische resultaat zon zijn, dat de Grondwet bleef, zoo
als zij i». '
FncHach bestaat er weinig kans een der staats
rechtelijke vraagstukken tot een oplossing te brengen,
indien daartoe eene verandering van Grondwettige
bepalingen noodzakelijk is. Het Elfde Hoofdstuk on
zer Grondwet bevat zu%e belemmerende voorschrif
ten qjniïent nenri^ning: of verandering, een* kUn*
minderheid heeft zóó zeer de macht in handen om
elke poging-te verijdelen, dat het nauwelijks denk
baar is, dat eone Begeering, tenzij tijden van rust
en kalmte mochten plaats maken voor een toestand
van beroering en onrust, zoodanig werk ter hand
zou durven nemen.
Allen dus die verandering in de Grondwet verlan
gen, moeten daarom vóór alles het Elfde Hoofdstuk
aan kritiek onderwerpen. Blijkt hefe dat de bepalin
gen daarin vervat, zonder noodzaak belemmerend zgn,
dat daarin ten onrechte do meerderheid door eene be
trekkelijk kleine minderueid kan worden overheeracht,
eene verandering van dat deel onzer Grondwet, ga
elke andere vooraf.
Is in dit opzicht onze Grondwet gewijzigd, dan
eerst bestaat er waarschijnlijkheid, dat audpre
coustitutioneele vraagstukken hunne oplossing vinden zullen.
Op die wijze ? ik erken het gaarne ? zal nóg
menige weDBCh in de eerste jaren niet ingewilligd
worden, ? maar de kans tot voldoening wordt daar
door oneindig grooter.
In zijne Praktijk der'Grundwet (1) schijnt Mr. Heems
kerk dezelfde niocning toegedaan, wanneer bij zegt:'
?Eou groot gebrek is het ook, dat do Grondwet van
?48. hare eigene herziening zoo mocleiyk heeft
ge?maakt, een gebrek zóó belangrijk, dat eenó wet van
?herziening alleen hot Xlde .Hoofdstuk betreffende,
?reeds eene weldaad zon mogen hcetcn". Mr. Lenting
Abonnement per 8/m 60 Cta. fr.p. p. 75 Ct».
Afzonderlijke Nummers 10 >
AdTértentienTanl? 6 regels ? 1.? iedereregel meer 15 »
vereenigde tien reeds volkomen n*t die uitspraak (9)
en Mr. Olivier m zjju onlangs terschtnen opstel in
(f* Tydipifgel (3) komt tot hetzelfde resultaat.
Zij, die dus zooals ik, verbet«ri% in onze Grond
wet verlangen, dienen vóór alle«$atr Elfde Hoofd
stuk ter hand te nemen. Daartegen kan ook geen be
zwaar bestaan zelfs by hen, die «hans de Grondwet
willen behouden zooala zij U en vin ingrijpende wij
zigingen afkeerig zijn. Het blijft Utfri bedenkelijk.
Wanneer de Btaatoinstellingen gevaar liepen te «eniger
tijd niet op eene wettige wjjz* veranderd te kunnen
worden: een coup d'état of rerolnKe zon daarvan 't
noodzakelijk, zij het ook trturlf f^rolg moeten zijn.
De wijze, waarop volgens ODM Grondwet eene ver
andering (4) tot stand moet konten, U bekend.
De wetgevende macht beslist, of en welke verande
ring noodlg ,ls (art. 196) daanw worden de kamen
ontbonden en de nieuwe kamen k^mnen niet, dan met
minstens SIS der uitgebragte stemmen de voorgestelde
verandering aannemen (art. 17T). *
Er is dos noodlg overeenstemming van den Koning
met de meerderheden der Eerste en 'der Tweede
Kamer, en daarna nog, eens met minstens 2)3 der
uitgebrachte stemmen door de nieuw gekozene leden
zoowel in de Eerste a}s fc de Tweede Kamer.
Veertien leden der utéjnre Eerste Kamer (5) kun
nen dus eene voraudedng der Grondwet beslist te
genhouden, die door den Koning, door de meerder
heid der beide ontbonden Kamen, door meer dan 2/3
der leden der nieuwe Tweede Kamer en door 25 hun
ner medeleden in het belang del Lands noodig wordt
verklaard!
De Eerste Kamer zou dan wel wederom ontbon
den ? het voorstel tot Grondwetsverandering daarna
op*Weuw In beide Kamers voorgesteld en bij aanne
ming door de meerderheid nog eens het géheele Par
lement kunnen worden ontbonden.
Haar zelfs na die twee ontb&Ungen der Tweede
en die drie 'ontbindingen der {etste Kamer ton de
kans bestaan, dat 11 Leden dj» Eerste Kamer de
Grondwetsverandering wederom? niet zouden goed
keuren. Die kans ware te*-grooUri omdat wil de Eerste
Kamer zelve, maar immers nie&de Provinciale Sta
ten ? de kiescollegies. voor de verste Kamer ? ont
bonden kunnen worden «n dua-feno herhaalde ont
binding weinig verandering in de samenstelling dier
Kamer zon behoeven teweeg te.i>rengen.
Geene Begeering zon dus deze Kunstbewerking gaarne
op zkli muaeo'(i),-m»«r yrtqld..dat de oppositie niet
zou komen van; den.kaai d«f p-rfetflen Emte K»-,
mer; dat deze zich zou nederleggon bij hetgeen de
Koning en de overgroote meerderheid der volksver
tegenwoordiging zou verlangen, dat van de nieuwe
Tweede Kamer een derde vtn het aantal der leden
plus een, hot .voorstel tot verandering der Grondwet
ongenegen zou zijn, is niet al te onwuncnrjiiiyii
vooral met het oog op den huldigen stand der par
tijen in ons land, waarbij bet reeds bezwaar te over
zou hebben, om voor het voorstel tot verandering de
gewone meerderheid in de beide Kamers te verkrijgen.
Daar komt nog bij, dat der nieuwe Tweede Kamer
volgens onze Grondwet het recht van amendement op
(2) Korte aanteekeningen op de Grondwet, Yoorrode
(1) Bijdrage tot do kennis van Staatsbestuur. Nieuwe
Serie, D. XL bl. 13.
bl.
(3) November 1830.
(4) De negen mannen en do Staatscommissie van
1818 spraken op het voetspoor van Hogcndorp en de
Grondwet van 1811, meer volledig van ?veranderingen
en bijvoegselen." ,
(5) Veertien leden, indien do Eerste Kamer nml.
bij de stemming voltallig ia; volgens art 100 mag
, die Kamer beraadslagen en besluiten, wanneer 20
[leden tegenwoordig zijn; in dat geval zouden dus 1
Inden voldoende zijn, om de Grondwetsverandering
tegen to houden!
(G) Vergl. Heemskerk, Bijdrage». D. X. bl. 209.
(7) In de jaren 1847/48 bostonden in ons Parlement
nog niet alle die verschillende partijgroepen ? of in
allo gevallen zjj waren niet zóó schorp tegenover el
kander herkenbaar. Misschien is daaraan wol té wij
ten, dat men aan de bepaling toen minder gewicht
hecb(te.
F E UIL LET O UT.
HAAB TWEEDE MAN'
1 Bliioftl ia AT» Beirijf
? . ?' ' ? door . ? ? ?
JOHAN GRAM.
Personen:
Karel Bolhuis. Sam van Hooge.
., Anna, zflne vrouw. Willen» van Deursen.
Dors, hare dochter. ' Keetje, dienstbode.
Set Tooneel Helt e»r een .Hit ftnufeotH «rt«t.è
? , Eeni dubbelt deur lu 't athterscherm
en link» tent deur.
EERSTE TOONEEL.
; Karel (mittröoatig ann een tafel ffeselen.)
. Tk moet het weten, 'k zal er achter komen, al zon
't me ook alles kostea Die geheimzinnigheid maakt
me razend. Daar even nog geeft ze voor, bloemen in
den tuin té gaan begieten; ik kom in de Voorkamer,
en ze staat aan't raam, in haar allerliefst négligé
aan 't raam, met o pen geschoven gordijntjes l Waarom ?
Toor wien.? om ptzlm te worden, om iemand te zien!
Natuurlijk 'is daar 'n reden voor; daar mort 'n reden
TOOT zfln ...
TWEEDE TO.ONEEL.
Karel, de Meid.
l .Keetie.
Meneer, daar is mijnheer van Hoege, die u even
wenscht te spreken.
Karel| (terirattj ' ?
Van Hooge l Al terug van de reis! (Tot Ktttft.)
" meneer binnen te komen. (Tot tieti telt en.)
f i is ook niet lang In Engeland geweest! Gelukkige
il! Nog zoo vrij »1» een leenwrik! .
DEBDE TOOSEEL.
! Karel, 8am van Hooge. (Sam tornt Wijdt f»
Konden tinnen, tchndt Karel hartelijk de haiid.)
r beste bravo! Hoe gaat hst je? hoe gaat het je ?
Karel.
| Welkom In 't Vaderland, Sam] Van harte welüoml
bent minder lang In Engeland gebleven dan we
n:, dat U in 't voordeel der vrienden. Ga
i! ga zitten! ,
Sam (Trooï(ffr t» IrcendigJ
Je hebt geiyk. 't Was eerst mijn plan er een heel
Jaar door te brengen, maar ik voelde me in die overwel
digende Londensche drukte zóó eenzaam en ellendig^
dat ik naar Hollandscue rust en kalmte verlangde]
En nu ik thuis ben, vind ik het hier weer zoo stil.
Een getrouvd man, die van de reis terugkomt, wordt
door zijn vrouwtje verwelkomd. \b een koning haalt
ze 'min en pakt zijn koffer uit ? mittehirn om des
te sneller 'l cadeau te vinden ?maar 't doet er niet
toe: zjj verheugt zich over je terugkomst on 't is
alsof er een Sint Janszomer in de liefde ontstaat. Ik
ken vrouwen, die om het heerlijke van den terugkeer
't afscheid dulden .... ik keu mannen, die, ter
vur(rJBaching van hun huwelijksgeluk, om de twee of
drie jaar zoo 'n roisknur ondernemen. Maar . . . .
(met een tucht) een ongetrouwd heer zooalu ik, die
op gemenbeleerde kamers froont, wordt door niemand
verwelkomd ? -behalve door zijn neven 'en nichten,
die van hem hopen 'te erven, en misschien min of
meer op 't springen van 'n stoombootketel of 't
dorailleëren van een Engelschen sneltrein,gsrekend hadden.
Toen ik gisteren mijne kamera binnentrad, rook
het er muf en akelig: al dien tijd had men ze op
geen frissche lucht onthuld, en" dé juffrouw van
beneden kwam me tegemoet met den hartelijkén
uitroep: ?Heero meneer il uwé daar nu al!,.." Maar
drommels kerel! dat 's waar ook, ik zou daar met! «l
mijn zelfzuchtig gebabbel haast vergeten, dat Jij zelf
in dien tijd getrouwd bent... Hoe kon me dat uu
ontgaan, dat Je sedert .twee maanden in dat eerbied
waardig gild getreden bent. Van harte, hoor, van
harte l Ik hoop dat je recht gelukkig zal zijn! Of
schoon , /. 0><j kijkt hem truttig en-bedenkelyii aan)
je voor iemand, die nog in de wittebroodswekon is,
er uitziet alsof de liefde je 'op water en zwart brood
hield. Een paar gefronsde wenkbrauwen als een ac
cent circonnexe. . . . een dicht gesloten mond . . . .
je lijkt wel een beeld van den motregen daarbuiten..,,
Karel (gedaoiioen lachende.)
Dank je voor je belangstelling. Ik ben heel ge
lukkig, maat ? men moet zich aan zoo'n nieuwen
toestand wennen!
Sam
Aan geluk irtniieaf Dal klinkt verdacht! Men
went 'zich , en met moeite, aan allerlei onaangenaams,
maai aan yeluk, dat als zonneschijn je huis verhel-,
dort en verwarmt l Neon, dat 's net pluis, jongenlief.
Je bent zeker met je vrouw aan 't kibbelen geweest.
Nu .dat kan geen kwaad, want op elk misverstand
volgt een verzoening. . . Eq in d;a aanvang zijn die
verzoeningen zóó teer, dat jo er «on misverstand om
zon verlangen!
Karel, (fi-ulleUni.)
Wen nu maar. niot zoo alwettndl Je praat voor
een ouden jongenheer alsof je je zilveren bruiloft al
gevierd hadt. Ik verzeker je, dat er, geen wolkje aan
mijn hemd U, ...
. . 8»m, (met nailrtk.)
En il- verzeker je, dat or donderwolken in aantocht
zijn. Ik zie scherp en j(j bont bijziende.
? ? ? Karet
Dat ben ik in werkelijkheid l En ik kan nu toch
geen bril gaan dragen. Dit z)U al boel in 't oog
vallend z(jn. . ?
Bam, (by tfch zetten.)
Daar zit wat achter. We zullea van den Haag over
Leeuwarden naar Rotterdam nueten. (Tot Kartl.)
Hoe lang ben je nn getrouwd?
?Karel, (zuchtend.)
Al drie. maanden. . .
Dié omgtclogtn zijn: dat merk ik wel!. En je vrouw
was een Juffrouw van Delpen, hé?
. Karel.
Ja; maar toen ik haar huwde: wedawe van Doctor
Schotenburg. T/U dat huwelijk heeft ze me een doch
ter van 18 jaar meegebracht. . .
Sam, (plagend.)
Dat heb-Je bijzbnder goed getroffen! Je schijnt me
een gunsteling der Goden t« zjjn! Een dochter van
18 jaar geeft je dadelijk zoo iets. . . respekUbels! b
z« daarbjj mooi en bevallig, dan heb-je bovendien 't
voorrecht, steeds een zwerm lora
vliegen boven een roomt'vt, (
Uitmunt»* gekozen!
dat voorstel fa onthouden. Ook daardoor wordt de
kam van verwerping van zelve reed» grooter.
De Traag'ia DU, wordt aldoa terecht eene verande
ring der Grondwet BOO mooielijk gemaakt? Zoo neen,
op welke wflze zon dan dit onderwerp geregeld moe
ten worden? A. F. E. Hartogh,
Won scolae sed vlt*e.
Wie meenen mocht, dat de beoefening der weten
schap als van zelf moet leiden tot een minder streng*
opvatting van zijn plichten all mensoh en staatsburger,
kon dezer dagen gemakkelijk van >ijn onzaligen waan
genezen worden:
In Nederland althans werden in de laatste dagen
twee onderwerpen, die niet do wetenschap maar ons
leven als nederlandsche staatsburger» ten nauwste
betreffen, besproken door twee hoogleeraren, die beide
toonden, dat het bloed der vaderen nóg vloeit in hot
nakroost... en de toga juist niet het allervent van
de wapenrusting verwijderd is.
De heer C. B. Sprayt, hoogleenar bij -de fakulteit
der letteren en wijsbegeerte, besprak in de
Mnsterdanuche afdeeling van den
anti-dienstvervangingsbond het beginsel van persoonlijken dienstplicht. Hij
verdedigde dat tegen de.zwakke aanvallen, waaraan
het voor en na had blootgestaan, wees er op hoe in
1870 een aantal rustende schutten naar Londen wa
ren gevlucht om aan de destyds gevreesde mobili
satie te ontkomen en deze lafhaWge vaderlanders
steun vinden in en buiten de Kamer b(j hen, die luide
verkondigen, dat ons vaderlaM*>toch niet te verdedi
gen is. De spreker schetste met talent, den
onontbeerlijken invloed, dien persoonlijke dienstplicht op ons
volk zon uitoefenen, o. a. door de jeugd te gewen
nen aan de overtuiging, dat ieder Nederlander ver
plicht kan worden zgn vaderland te dienen, en deze
ernstige taak, waarvoor hij zien te bekwamen beeft,
hem zon leiden tot dieper besef van zijn plicht als
staatsburger.
Was Frof. Sprayt een onbekende in de Amstelstad,
of bezat dit onderwerp in onze dagen, nu alles wijst
op een spoedig te verwachten reorganisatie onzer le
vende strijdkrachten, geen aktualiteit genoeg om be
langstelling te wekken ?
Beide vragen zal men ontkennend beantwoorden. En
toon de,meeting, waarop.na de redevoering
gelegend tut diikmnie zoo. gegeven w^rdon, wac-n±urs
bezocht.
Welk een hooge, schrikwekkende mato van mate
loosheid, van gebrek aan politiekcn zin ? zij 't niet
gebrek aan vaderlandsliefde zelf ? om volkomen on
verschillig te blijven, niet de minste opgewektheid te
tóoneu .1. «11» oawichöge onderwerpen besproken
worden! Wij mogen verwachten, um t.» g^vit 4»nui
Amsterdammers tegen de invoering van persoonlijken
dienstplicht gekant is, en ook een belangrijk deel onzer
medeburgers dat beginsel voorstaat. Toch kwam het
bij de duizenden niet op ccn teeken van leven te ge
ven ; .slechte een dertigtal was vergaderd.
Inderdaad wij zjjn geen militaire natie ? maar de
vraag mag ook gedaan worden: zgn wij wel een va
derlandslievende natie?
Is de traditie van ons rrijheidminnend voorgeslacht,
dat tachtig jaren om zijn onafhankelijkheid kampte,
blijven loven, bij ons, die het niet eens de moeite
?aard achten, om een der hoofdkwesties voor onze
weerbaarheid ? persoonlijke dienstplicht of niét ? te
overwegen?
Prof. Harting, dq andere hoogleeraar, op wien wij
het oog hadden bij het schrijven van den aanvang
van dit opstel, zal weldra een antwuord kunnen ge
ven op die vraag.
Wy mogen thans zgn uitnoodiging aan de Neder
landers tot onderteekonlog van onderstaand beroep
op het rechtvaardigheldagovoel van het engêlache
volk als algemeen bekend beschouwen.
Am ie BrUrclH natie.
.Het groote belangstelling hebben w(j de lotgeval
len der de Transvaal bewonend», met ons Nederlan
der» door afstamming' verwant* bevolking, gevolgd,
?n verwondering en leedwezen hebben ons vervuld,
toen het vorig* Britsohe ministerie het besluit nu»
dat gewest van «4» oaafhankemkheid te beroeren
en b{j de Britaehe kroon t* anneteeren. W)) achten
bet overbodig, de redenen dier verwondering ?? vam
dat leedwelen hier nader uiteen te zetten. Telen on
der u, in de eerste plaats uw president-minister, d*
heer Gladstone, hebben reeds met klem tegen dia an
nexatie geprotesteerd, als zijnde onrechtmatig en te
vens onstaatkundig. Lang hebben zich de bewoners
der Transvaal met de voorwaar niet ongegronde hoop
gevleid, dat net hun aangedane onrecht «oud* wor
den hersteld. Thans, nu de» gebleken Is ijdel _t*
zijn, is hun geduld ten einde, en *lj hebben in hun
wanhoop naar de wapens gegrepen. Wit betreur»»
dat, al kunnen wjj het begrijpen. Hunne voorvaderen
toch, die ook de onze zfln, hebben «en«n
Uohügjarigen strijd gevoerd voor het behoud hunner vrijheid,
en de aard hunner nazaten is nog niet verbasterd.
G(j Britten, die lelven een vrij volk zijl, kunt niet
anders dan sympathie gevoelen voor zulk een kleinen
volksstam, dien het machtige Groot-Brittuqje wel
uitdelgen of verjagen, maar nooit overheenchen kan."
?Het is daarom, dat wQ het wagen een beroep U
doen op het rechtvaardigheidsgevoel derBritsche na
tie zelve. Zij zal zich niet willen anteeren door zulk
een ongelijken en onrechtvaardigen strijd met een
klein volk, dat niets anders verlangt, dan in vrede
en rust en onder eigene wetten den grond te
bebon-wen, dien het zich t«n koste van Teel moeite en ge
varen verworven heeft.'
Wjt vleien ons met de hoop, dat dit beroep niet
ijdel zal ziJn'en dat de onder n zoo machtige item
der publieke opinie aan-het tegenwoordige ministe
rie den noodlgen steun lal verleenen, om eenen
onrechtvaardigen maatregel terug te nemen, dien het
te oordeelen naar de liberale gevoelens, die het overi
gens bezielen, voorzeker afkeurt, dat immer geno
men is." '
Ik stel aan hen, die zich met dit adres kunnen ver
eenigen, voor binnen acht dagen aan m$ of aan het
bureau van het Utrechtich Dagblad bunne duidelijk
geschreven namen onder vermelding hunner quaUteit
toe t« zenden, opdat, deze tijdig onder hst adres
kunnen worden geplaatst. '
Dat de tijd dringt, «al wel niet uitdrukkelijk
teboeven herinnerd te worden.
Ook neem ik de vrijheid, redacteuren v»n andere
dagbladen beleefdelijk uit te noodigen dit stuk spoe
dig over te nemen.
23 Dec. 1880. P. Harting.'
De ?Hollanders" zifn met ons in oorlog, zoo luidde
het in do onrelsche bladen. Inderdaad de Transvalen
hebben neerlandsch bloed in de aderen en gewia
velen hunner, gelijk het Volkslied ons leert zin
gen: ?van vreemde smetten vrij". Zij *fln opge
staan om met den dood voor oogen tegen een niet
minder machtigen vijand te strijden, dan gedurende
80 jaren onze vaderen het deden.
Voelen wij Nederlanders dat?
Sedert '30 is ons vaderlandsch gevoel h»,!* in
slaap gevallen.,
Misschien wei dewijl het destijds al te wakker ia
geweest. ? '
Het besef van onze geringheid ii ons zoo duide
lijk geworden, dat sommigen onzer, zelfs afgevaar
digden in 's lands .raadzaal, verklaren, dat wQ on*
(och niet kunnen verdedigen, en bg dat besef moet
iets dat ons nationaal gevoel dreigt te verlevendigen
voor het welopgevoed verstand een dwaasheid schijnen.
Zooveel is zeker, met een soort {van wantrouwen
begroeten menigen onzer den opstand in de Transvaal
't Heeft er voor velen iets van alsof we ons zoudem
compromitteercn met er belang in te stellen, al gevoe
len wij toch zeer goed een zeker iets, dat kruipt waar
, Karel, (ongeduldig.)
Wees toch niet zoo flauw, ....
Sam, («leed» irouisclier rtxtrlgaanae.)
En dan een. tcedaiee tot vrouw l Geen betere hand
zon Je 't huweUJksrijk kunnen binnenleiden. Evenals
een gepasporteerd militair in al dé geheimen van
den dienst is ingewjjdï 200 kent'ook.een'weduwe al
de fijne listen van 't huwelijk Een jonge vrouw, die
haar man een poete zon willen spelen, doet het zoo
onhandig, dat hij er dadelijk achterkomt; maar een
tttduttt verstaat de kunst om het zóó te overleggen,
dat de scherpzlendste man er eenvoudig niets van
bespeurt. ....
Karel, (boot opstaande.) .
Mooie praatjes! Kom je hier om mijn vrouw
verdrfeht bij me' te maken! Dan ware 't beter datje.. .
(zich heritellende.) Maar ach, vergeef me, !Ï ben
ongeduldig, uit mijn humeur. . . . -Of spreek-je soms
zóó, omdat -je Iets geboord of gezien hebt? (Gemoe
delijk.) Je bent altijd een mijner beste en vertrouwd
ste vrienden geweest; als je* soms iets wist. ....
?Sam, (»og all^d ipottend.)
Maar, beste jongen, ik begrijp niet waaróm ge n
daar zoo over verontrust! Dient de getrouwde man
niet altijd een oog in 't zeil te honden of zijne vrouw
hem soms op eone of andere wys zal verschalken.
Dat,is nn.eenmaal aan de positie verbonden, en men
doet het verstandigst er een vrool^k gezicht bij te
zetten. . ... '
Karel, (bt&rwkt,} >
Kom, komt Zóó erg is 't niét! Daar z(jn toch tal
van goede en bravo vrouwen, en ....
Sam. - ."'
(by tifh itlcen.) We zullen hem wel krijgen. (Tot
Karel.) Dat ontken ik niet .... moor toch ....
ennril een verstandig man moet toegevend zifn, want
zoo lang de vrome niet vraagt, doot.ze te dikwijls
een huwelijk uit berekening, nood of dwong. ...
KsroL
Ja, Ja, ja, 't Is waar. Daarom kan men ze de* te
rtrouwen. . , .
Bam.
?t »
'f. 4
Karel, ,
Waarom vooral een weduwe, waarom?
Sam, (laeheiuli)
Wél, omdat die vergelijkingen kan'maken! Eene
weduwe vergelijkt No. 2 alt^d, in alle omstandigheden
met No. 1. Nummer één heeft daarbij '* Toor"
recht; met den, stralen!»» TM* 't rerlodgofl te prij
ken, zoodat .nummer twee altijd van de slechtste
conditie is. .... ? .
Karel, (nadenkend int mtHlntdj
Je hebt gelijk, je hebt gelijk! Waarom ben-je naar
Engeland gegaan! Je badt me raad kunnen geven. ? ?
' ? ' Sam. ??. , ; ' ?_?..'.'
Dien je niet opgevolgd hadt, vriendlief, want Salomo '
heeft al gezegd, dat een verliefd man de vrouw volgt,
als een os, die ter slachtbank wordt geleid. Moor S» et al
gevaar.' want, je ziet er wezenlijk als een wanhopige alt. ?
Je bent bleek,-zenuwachtig....
1 ? Karel iWNNtAojMfrö/.
Et ben naar, akelig'!
Som (met dtn vinger dreigmie). ? . , ?
Je bent ? ? ,
. Karel (mett). . ,
Wat ben ik? ' '
Je bent
.Kareli .
Nu zeg 't dan in 's hemelsnaam l
Som. '
Je bent.... jalaenehl Een slepende kwaal en volgeM
Mnltatuli de minst kleinzeerige van allen, want te .
houdt van ptjn. <
.Karel (ongthofif.)
ajaloench? :
' ,. , Bam.
Jaloérsch oli drie Qthello'i. (Ttr. ?#&>;. H»nletJa- .
loeneh! Nn, daar zullen we de proef eens vannémeml
Neen waarlijk niet ft heb me er altijd mee TW- .
maakt all anderen Joloerseh waren,' Maar ik? O»e»
idee! (TtrtntHtel^lt.) Maar, weet-je, er kunnen dingen
gebeuren, die vermoedens cV «IL Krtjge»
deie voortdurend Toedeel dot . « '.M
'?H
'?j >