De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1881 2 januari pagina 1

2 januari 1881 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

A ?> ?' ?. ;??< i. . Verschijnt lederen Zondagochtend. uitgevers: ELLBRMAN, HARM8 & Kantoor: Rokin 2, C". ZONDAG S'.."jTAKüABI. INHOUD. ORONDWBTBHEBZIEOTNG, door F. A. K. Hart o g h. ? NON BCOLAE 8ED VITAE. ? ZENUW ACHTIGE RECHTSPLEGING, door Q. N. ? FEUIL LETON: HAAR TWEEDE MAN. Blijspel in één Bedrijf, door Johan G r urn. ? STAATKUNDIG OVERZICHT. ? GEMEENTEZAKEN: De kamer van koophandel en beunbelairting. ? Uit de Maasstad. door G. ? Uit de Hertogstad, door 2. ? KUNST. Othello, door F. van der Goea ? Een nieuw toneelgezelschap te Rotterdam. ? De schouwburg te Tiel, enz. ? LETTERKUNDE: Th»ll»no,Blo«men" knopje* door A. A. Rijk. ? Het huia Brederode.door J. G. Frederlks, enz. ? MILITAIRE ZAKEN: Nadere DMuhonwing over de beataande regeling der ofBoierstractem«nten, door Gradivns. ? StrijdTragên. ? Bibllographie. ? Allerlei ? Het zwaard. Naar het fransen, door J. B. Arno l d o. ? STATIS TISCHE EN INDUSTBIEELE MEDEDEELINGEN. ? ALLERLEI ? BRIEVENBUS. ? KORRESl'ONDEJTTIE. ? OVERZICHT VAN DE EFFECTENMARKT. ? Veilingen. ? Burgerlijke Stand. ? Te hnur zijnde Woningen. ? UITLOTINGEN. ? Verpachtingen, ? Vergaderingen. ?. ADVEBTENTIEN: Schouwburgen, enz. In den laatsten tijd komt meer en meer Grond wetsherziening ter sprake. ?Zoo niet Grondwetsherziening, dan ten minste ver andering in onderscheidene grondwettige bepalingen. .De Grondwet van 1818 toch vindt thans bij geen der parttygroepen in haar geheel onverdeelde sympathie. In dé rnlrh 30 jaren, sinds hare invoering veHoopen, zgn nieuwe behoeften ontstaan, wier vervulling zij tegenhoudt, zijn leemten in haar ontdekt, die de oplossing van menig staatsrechtelijk vraagstuk verijde len, zijn feilen aan het licht gekomen, die, in 18*8 nauwelijks vermoed, thans maar al te zeer worden gevoeld. Trouwens, hare wording, voornamelijk het gevolg van transactiën tnssphen tegenstrijdige be ginselen, deed dit reeds "verwachten. Toch kan gernsteujk worden gezegd, dat de groote overgroote meerderheid van het Nederl&ndsche volk de Grond wet van 1848 lief heeft, om hare hoofdbeginselen, Om het staatMtelsel door haar gehuldigd en inge voerd. Zij is g»UJk een klsed, waarvan stof en zelf» mede nog'voldoet, maar dat op menige plek wringt en de bewegingen stremt. Mr. Vissering belichaamde de meening van velen, toen hij by de viering van het 25 jarig bestaan der Grondwet in zifn feestrede zeide: ?De Grondwet van 1818 is werkelijk en Inderdaad het begin van ~oen nieuw leven geweest. Zij baande den weg voor de ontwikkeling van het zuiver conStitutionneele stelsel. Zij maakte de vertegenwoordi ging des volks in staat, provinciën en gemeenten tot eene waarheid. Zij legde hun, dié regocren en mederegeeren, den plicht der verantwoordelijkheid op. Zij brak do eenzijdige willekeur, die, z)j het ook met de beste bedoelingen, zich gewend had, overal in te grijpen, ia het gewestelijk en plaatselijk bestuur, in kerk en school, in het Anantiëel beheer, in do kolo niale huishouding, in handel en bedrijf, i» do rjjkabedeeling zelf». Zij eischtè openbare behandeling der publieke zaak en riep het volk tot de uiting zijner meening en tot'de behartiging zijner belangen." Die weldaden worden erkend, niet het minst door hen, die herziening van of verandering in de Grond wet voorstaan. De mcesten verlangen geen. terugtred tot vorige toestanden, geen verandering van staatatelael, en de weinigen, die daartoe zonden willen geraken, erken nen de onmogelijkheid. Hierrin ligt juist bet groote verschil met den toestand vóór 18, Toen, wensch naar een gebbel andere inrich ting van hot Staatsbestuur, thans, voortbouwen op do fundamenten in 18 gelegd. Heeft hierdoor de huidige be weging een minder vijandelijk karakter, en ondervindt t§ daarom ook niet zulk een hevigen tegenstand bij hen, die het status qno willen behouden, aan de andere zijde milt zij ook die intensieve Kracht, dis tegenstand zon opwekken. Maar daarenboven ? omdat men thans de funda menten van het BUatsgebouw niet aantasten en de hoofdlijnen behouden wil, is er oneindig meer verscheidenheid in de wijze, waarop men verandering wil aanbrengen. Elke party in den lande niet alleen, maar bifna ieder die zich met ons staatsrecht hetzij om der wi%>:der wetenschap hetzij in politiek bezig houdt, heeft andere wenschen en andere inzichten. De een verlangt voor alles verandering van de be?palingen der erfopvolging, de ander meent, dat onze defensie door do GronSwet moeieigk, zoo niet onmo gelijk wordt gemaakt; deze wil verlaging van een* sus, gene eischt voor ?de capaciteiten" het kiesrechtdie weder invoering van algemeen stemrecht, deze abcbafnng der Eerste Kamer, een ander het recht van oorlogsverklaring der wetgevende macht opgedragen. Maar genoeg ?* de grieven tegen onderscheiden bepalingen onzer Grondwet zijn legio ? maar daarom juist bestaat er weinig kans, zeUs «enigen bevredigd te zien. In de jaren, die de Grondwetsherziening van 18 voorafgingen, hadden de tegenstanders der toen be staande staatsregeling één doei. Hun streven kon daarom tot een resultaat leiden, niettegenstaande ook toen bij do Grondwet van 1819 Of 1840'eene her ziening waarlijk niet gemakkelijk wal te verkrijgen. Thans bestaat die eenheid niet, en het is zelfs te voorzien, dat indien verandering van een of meer artikelen werd voorgesteld, daarvoor de volgens de Grondwet verlangde meerderheid niet te verkrijgen zou zijn. Zij, die hun hobby horse by de veranderingen niet opgenomen zonden zien, zouden daarom .reeds vijandig zijn en bjj eene géheele herziening zon het niet beter gaan. De meeningen zonden zóó zeer niteenloopen, dat, hoewel ieder der leden van ons Parlement menige bepaling der bestaande Grond-. wét zou afkeuren, waarschijnlijk het eenige praotische resultaat zon zijn, dat de Grondwet bleef, zoo als zij i». ' FncHach bestaat er weinig kans een der staats rechtelijke vraagstukken tot een oplossing te brengen, indien daartoe eene verandering van Grondwettige bepalingen noodzakelijk is. Het Elfde Hoofdstuk on zer Grondwet bevat zu%e belemmerende voorschrif ten qjniïent nenri^ning: of verandering, een* kUn* minderheid heeft zóó zeer de macht in handen om elke poging-te verijdelen, dat het nauwelijks denk baar is, dat eone Begeering, tenzij tijden van rust en kalmte mochten plaats maken voor een toestand van beroering en onrust, zoodanig werk ter hand zou durven nemen. Allen dus die verandering in de Grondwet verlan gen, moeten daarom vóór alles het Elfde Hoofdstuk aan kritiek onderwerpen. Blijkt hefe dat de bepalin gen daarin vervat, zonder noodzaak belemmerend zgn, dat daarin ten onrechte do meerderheid door eene be trekkelijk kleine minderueid kan worden overheeracht, eene verandering van dat deel onzer Grondwet, ga elke andere vooraf. Is in dit opzicht onze Grondwet gewijzigd, dan eerst bestaat er waarschijnlijkheid, dat audpre coustitutioneele vraagstukken hunne oplossing vinden zullen. Op die wijze ? ik erken het gaarne ? zal nóg menige weDBCh in de eerste jaren niet ingewilligd worden, ? maar de kans tot voldoening wordt daar door oneindig grooter. In zijne Praktijk der'Grundwet (1) schijnt Mr. Heems kerk dezelfde niocning toegedaan, wanneer bij zegt:' ?Eou groot gebrek is het ook, dat do Grondwet van ?48. hare eigene herziening zoo mocleiyk heeft ge?maakt, een gebrek zóó belangrijk, dat eenó wet van ?herziening alleen hot Xlde .Hoofdstuk betreffende, ?reeds eene weldaad zon mogen hcetcn". Mr. Lenting Abonnement per 8/m 60 Cta. fr.p. p. 75 Ct». Afzonderlijke Nummers 10 > AdTértentienTanl? 6 regels ? 1.? iedereregel meer 15 » vereenigde tien reeds volkomen n*t die uitspraak (9) en Mr. Olivier m zjju onlangs terschtnen opstel in (f* Tydipifgel (3) komt tot hetzelfde resultaat. Zij, die dus zooals ik, verbet«ri% in onze Grond wet verlangen, dienen vóór alle«$atr Elfde Hoofd stuk ter hand te nemen. Daartegen kan ook geen be zwaar bestaan zelfs by hen, die «hans de Grondwet willen behouden zooala zij U en vin ingrijpende wij zigingen afkeerig zijn. Het blijft Utfri bedenkelijk. Wanneer de Btaatoinstellingen gevaar liepen te «eniger tijd niet op eene wettige wjjz* veranderd te kunnen worden: een coup d'état of rerolnKe zon daarvan 't noodzakelijk, zij het ook trturlf f^rolg moeten zijn. De wijze, waarop volgens ODM Grondwet eene ver andering (4) tot stand moet konten, U bekend. De wetgevende macht beslist, of en welke verande ring noodlg ,ls (art. 196) daanw worden de kamen ontbonden en de nieuwe kamen k^mnen niet, dan met minstens SIS der uitgebragte stemmen de voorgestelde verandering aannemen (art. 17T). * Er is dos noodlg overeenstemming van den Koning met de meerderheden der Eerste en 'der Tweede Kamer, en daarna nog, eens met minstens 2)3 der uitgebrachte stemmen door de nieuw gekozene leden zoowel in de Eerste a}s fc de Tweede Kamer. Veertien leden der utéjnre Eerste Kamer (5) kun nen dus eene voraudedng der Grondwet beslist te genhouden, die door den Koning, door de meerder heid der beide ontbonden Kamen, door meer dan 2/3 der leden der nieuwe Tweede Kamer en door 25 hun ner medeleden in het belang del Lands noodig wordt verklaard! De Eerste Kamer zou dan wel wederom ontbon den ? het voorstel tot Grondwetsverandering daarna op*Weuw In beide Kamers voorgesteld en bij aanne ming door de meerderheid nog eens het géheele Par lement kunnen worden ontbonden. Haar zelfs na die twee ontb&Ungen der Tweede en die drie 'ontbindingen der {etste Kamer ton de kans bestaan, dat 11 Leden dj» Eerste Kamer de Grondwetsverandering wederom? niet zouden goed keuren. Die kans ware te*-grooUri omdat wil de Eerste Kamer zelve, maar immers nie&de Provinciale Sta ten ? de kiescollegies. voor de verste Kamer ? ont bonden kunnen worden «n dua-feno herhaalde ont binding weinig verandering in de samenstelling dier Kamer zon behoeven teweeg te.i>rengen. Geene Begeering zon dus deze Kunstbewerking gaarne op zkli muaeo'(i),-m»«r yrtqld..dat de oppositie niet zou komen van; den.kaai d«f p-rfetflen Emte K»-, mer; dat deze zich zou nederleggon bij hetgeen de Koning en de overgroote meerderheid der volksver tegenwoordiging zou verlangen, dat van de nieuwe Tweede Kamer een derde vtn het aantal der leden plus een, hot .voorstel tot verandering der Grondwet ongenegen zou zijn, is niet al te onwuncnrjiiiyii vooral met het oog op den huldigen stand der par tijen in ons land, waarbij bet reeds bezwaar te over zou hebben, om voor het voorstel tot verandering de gewone meerderheid in de beide Kamers te verkrijgen. Daar komt nog bij, dat der nieuwe Tweede Kamer volgens onze Grondwet het recht van amendement op (2) Korte aanteekeningen op de Grondwet, Yoorrode (1) Bijdrage tot do kennis van Staatsbestuur. Nieuwe Serie, D. XL bl. 13. bl. (3) November 1830. (4) De negen mannen en do Staatscommissie van 1818 spraken op het voetspoor van Hogcndorp en de Grondwet van 1811, meer volledig van ?veranderingen en bijvoegselen." , (5) Veertien leden, indien do Eerste Kamer nml. bij de stemming voltallig ia; volgens art 100 mag , die Kamer beraadslagen en besluiten, wanneer 20 [leden tegenwoordig zijn; in dat geval zouden dus 1 Inden voldoende zijn, om de Grondwetsverandering tegen to houden! (G) Vergl. Heemskerk, Bijdrage». D. X. bl. 209. (7) In de jaren 1847/48 bostonden in ons Parlement nog niet alle die verschillende partijgroepen ? of in allo gevallen zjj waren niet zóó schorp tegenover el kander herkenbaar. Misschien is daaraan wol té wij ten, dat men aan de bepaling toen minder gewicht hecb(te. F E UIL LET O UT. HAAB TWEEDE MAN' 1 Bliioftl ia AT» Beirijf ? . ?' ' ? door . ? ? ? JOHAN GRAM. Personen: Karel Bolhuis. Sam van Hooge. ., Anna, zflne vrouw. Willen» van Deursen. Dors, hare dochter. ' Keetje, dienstbode. Set Tooneel Helt e»r een .Hit ftnufeotH «rt«t.è ? , Eeni dubbelt deur lu 't athterscherm en link» tent deur. EERSTE TOONEEL. ; Karel (mittröoatig ann een tafel ffeselen.) . Tk moet het weten, 'k zal er achter komen, al zon 't me ook alles kostea Die geheimzinnigheid maakt me razend. Daar even nog geeft ze voor, bloemen in den tuin té gaan begieten; ik kom in de Voorkamer, en ze staat aan't raam, in haar allerliefst négligé aan 't raam, met o pen geschoven gordijntjes l Waarom ? Toor wien.? om ptzlm te worden, om iemand te zien! Natuurlijk 'is daar 'n reden voor; daar mort 'n reden TOOT zfln ... TWEEDE TO.ONEEL. Karel, de Meid. l .Keetie. Meneer, daar is mijnheer van Hoege, die u even wenscht te spreken. Karel| (terirattj ' ? Van Hooge l Al terug van de reis! (Tot Ktttft.) " meneer binnen te komen. (Tot tieti telt en.) f i is ook niet lang In Engeland geweest! Gelukkige il! Nog zoo vrij »1» een leenwrik! . DEBDE TOOSEEL. ! Karel, 8am van Hooge. (Sam tornt Wijdt f» Konden tinnen, tchndt Karel hartelijk de haiid.) r beste bravo! Hoe gaat hst je? hoe gaat het je ? Karel. | Welkom In 't Vaderland, Sam] Van harte welüoml bent minder lang In Engeland gebleven dan we n:, dat U in 't voordeel der vrienden. Ga i! ga zitten! , Sam (Trooï(ffr t» IrcendigJ Je hebt geiyk. 't Was eerst mijn plan er een heel Jaar door te brengen, maar ik voelde me in die overwel digende Londensche drukte zóó eenzaam en ellendig^ dat ik naar Hollandscue rust en kalmte verlangde] En nu ik thuis ben, vind ik het hier weer zoo stil. Een getrouvd man, die van de reis terugkomt, wordt door zijn vrouwtje verwelkomd. \b een koning haalt ze 'min en pakt zijn koffer uit ? mittehirn om des te sneller 'l cadeau te vinden ?maar 't doet er niet toe: zjj verheugt zich over je terugkomst on 't is alsof er een Sint Janszomer in de liefde ontstaat. Ik ken vrouwen, die om het heerlijke van den terugkeer 't afscheid dulden .... ik keu mannen, die, ter vur(rJBaching van hun huwelijksgeluk, om de twee of drie jaar zoo 'n roisknur ondernemen. Maar . . . . (met een tucht) een ongetrouwd heer zooalu ik, die op gemenbeleerde kamers froont, wordt door niemand verwelkomd ? -behalve door zijn neven 'en nichten, die van hem hopen 'te erven, en misschien min of meer op 't springen van 'n stoombootketel of 't dorailleëren van een Engelschen sneltrein,gsrekend hadden. Toen ik gisteren mijne kamera binnentrad, rook het er muf en akelig: al dien tijd had men ze op geen frissche lucht onthuld, en" dé juffrouw van beneden kwam me tegemoet met den hartelijkén uitroep: ?Heero meneer il uwé daar nu al!,.." Maar drommels kerel! dat 's waar ook, ik zou daar met! «l mijn zelfzuchtig gebabbel haast vergeten, dat Jij zelf in dien tijd getrouwd bent... Hoe kon me dat uu ontgaan, dat Je sedert .twee maanden in dat eerbied waardig gild getreden bent. Van harte, hoor, van harte l Ik hoop dat je recht gelukkig zal zijn! Of schoon , /. 0><j kijkt hem truttig en-bedenkelyii aan) je voor iemand, die nog in de wittebroodswekon is, er uitziet alsof de liefde je 'op water en zwart brood hield. Een paar gefronsde wenkbrauwen als een ac cent circonnexe. . . . een dicht gesloten mond . . . . je lijkt wel een beeld van den motregen daarbuiten..,, Karel (gedaoiioen lachende.) Dank je voor je belangstelling. Ik ben heel ge lukkig, maat ? men moet zich aan zoo'n nieuwen toestand wennen! Sam Aan geluk irtniieaf Dal klinkt verdacht! Men went 'zich , en met moeite, aan allerlei onaangenaams, maai aan yeluk, dat als zonneschijn je huis verhel-, dort en verwarmt l Neon, dat 's net pluis, jongenlief. Je bent zeker met je vrouw aan 't kibbelen geweest. Nu .dat kan geen kwaad, want op elk misverstand volgt een verzoening. . . Eq in d;a aanvang zijn die verzoeningen zóó teer, dat jo er «on misverstand om zon verlangen! Karel, (fi-ulleUni.) Wen nu maar. niot zoo alwettndl Je praat voor een ouden jongenheer alsof je je zilveren bruiloft al gevierd hadt. Ik verzeker je, dat er, geen wolkje aan mijn hemd U, ... . . 8»m, (met nailrtk.) En il- verzeker je, dat or donderwolken in aantocht zijn. Ik zie scherp en j(j bont bijziende. ? ? ? Karet Dat ben ik in werkelijkheid l En ik kan nu toch geen bril gaan dragen. Dit z)U al boel in 't oog vallend z(jn. . ? Bam, (by tfch zetten.) Daar zit wat achter. We zullea van den Haag over Leeuwarden naar Rotterdam nueten. (Tot Kartl.) Hoe lang ben je nn getrouwd? ?Karel, (zuchtend.) Al drie. maanden. . . Dié omgtclogtn zijn: dat merk ik wel!. En je vrouw was een Juffrouw van Delpen, hé? . Karel. Ja; maar toen ik haar huwde: wedawe van Doctor Schotenburg. T/U dat huwelijk heeft ze me een doch ter van 18 jaar meegebracht. . . Sam, (plagend.) Dat heb-Je bijzbnder goed getroffen! Je schijnt me een gunsteling der Goden t« zjjn! Een dochter van 18 jaar geeft je dadelijk zoo iets. . . respekUbels! b z« daarbjj mooi en bevallig, dan heb-je bovendien 't voorrecht, steeds een zwerm lora vliegen boven een roomt'vt, ( Uitmunt»* gekozen! dat voorstel fa onthouden. Ook daardoor wordt de kam van verwerping van zelve reed» grooter. De Traag'ia DU, wordt aldoa terecht eene verande ring der Grondwet BOO mooielijk gemaakt? Zoo neen, op welke wflze zon dan dit onderwerp geregeld moe ten worden? A. F. E. Hartogh, Won scolae sed vlt*e. Wie meenen mocht, dat de beoefening der weten schap als van zelf moet leiden tot een minder streng* opvatting van zijn plichten all mensoh en staatsburger, kon dezer dagen gemakkelijk van >ijn onzaligen waan genezen worden: In Nederland althans werden in de laatste dagen twee onderwerpen, die niet do wetenschap maar ons leven als nederlandsche staatsburger» ten nauwste betreffen, besproken door twee hoogleeraren, die beide toonden, dat het bloed der vaderen nóg vloeit in hot nakroost... en de toga juist niet het allervent van de wapenrusting verwijderd is. De heer C. B. Sprayt, hoogleenar bij -de fakulteit der letteren en wijsbegeerte, besprak in de Mnsterdanuche afdeeling van den anti-dienstvervangingsbond het beginsel van persoonlijken dienstplicht. Hij verdedigde dat tegen de.zwakke aanvallen, waaraan het voor en na had blootgestaan, wees er op hoe in 1870 een aantal rustende schutten naar Londen wa ren gevlucht om aan de destyds gevreesde mobili satie te ontkomen en deze lafhaWge vaderlanders steun vinden in en buiten de Kamer b(j hen, die luide verkondigen, dat ons vaderlaM*>toch niet te verdedi gen is. De spreker schetste met talent, den onontbeerlijken invloed, dien persoonlijke dienstplicht op ons volk zon uitoefenen, o. a. door de jeugd te gewen nen aan de overtuiging, dat ieder Nederlander ver plicht kan worden zgn vaderland te dienen, en deze ernstige taak, waarvoor hij zien te bekwamen beeft, hem zon leiden tot dieper besef van zijn plicht als staatsburger. Was Frof. Sprayt een onbekende in de Amstelstad, of bezat dit onderwerp in onze dagen, nu alles wijst op een spoedig te verwachten reorganisatie onzer le vende strijdkrachten, geen aktualiteit genoeg om be langstelling te wekken ? Beide vragen zal men ontkennend beantwoorden. En toon de,meeting, waarop.na de redevoering gelegend tut diikmnie zoo. gegeven w^rdon, wac-n±urs bezocht. Welk een hooge, schrikwekkende mato van mate loosheid, van gebrek aan politiekcn zin ? zij 't niet gebrek aan vaderlandsliefde zelf ? om volkomen on verschillig te blijven, niet de minste opgewektheid te tóoneu .1. «11» oawichöge onderwerpen besproken worden! Wij mogen verwachten, um t.» g^vit 4»nui Amsterdammers tegen de invoering van persoonlijken dienstplicht gekant is, en ook een belangrijk deel onzer medeburgers dat beginsel voorstaat. Toch kwam het bij de duizenden niet op ccn teeken van leven te ge ven ; .slechte een dertigtal was vergaderd. Inderdaad wij zjjn geen militaire natie ? maar de vraag mag ook gedaan worden: zgn wij wel een va derlandslievende natie? Is de traditie van ons rrijheidminnend voorgeslacht, dat tachtig jaren om zijn onafhankelijkheid kampte, blijven loven, bij ons, die het niet eens de moeite ?aard achten, om een der hoofdkwesties voor onze weerbaarheid ? persoonlijke dienstplicht of niét ? te overwegen? Prof. Harting, dq andere hoogleeraar, op wien wij het oog hadden bij het schrijven van den aanvang van dit opstel, zal weldra een antwuord kunnen ge ven op die vraag. Wy mogen thans zgn uitnoodiging aan de Neder landers tot onderteekonlog van onderstaand beroep op het rechtvaardigheldagovoel van het engêlache volk als algemeen bekend beschouwen. Am ie BrUrclH natie. .Het groote belangstelling hebben w(j de lotgeval len der de Transvaal bewonend», met ons Nederlan der» door afstamming' verwant* bevolking, gevolgd, ?n verwondering en leedwezen hebben ons vervuld, toen het vorig* Britsohe ministerie het besluit nu» dat gewest van «4» oaafhankemkheid te beroeren en b{j de Britaehe kroon t* anneteeren. W)) achten bet overbodig, de redenen dier verwondering ?? vam dat leedwelen hier nader uiteen te zetten. Telen on der u, in de eerste plaats uw president-minister, d* heer Gladstone, hebben reeds met klem tegen dia an nexatie geprotesteerd, als zijnde onrechtmatig en te vens onstaatkundig. Lang hebben zich de bewoners der Transvaal met de voorwaar niet ongegronde hoop gevleid, dat net hun aangedane onrecht «oud* wor den hersteld. Thans, nu de» gebleken Is ijdel _t* zijn, is hun geduld ten einde, en *lj hebben in hun wanhoop naar de wapens gegrepen. Wit betreur»» dat, al kunnen wjj het begrijpen. Hunne voorvaderen toch, die ook de onze zfln, hebben «en«n Uohügjarigen strijd gevoerd voor het behoud hunner vrijheid, en de aard hunner nazaten is nog niet verbasterd. G(j Britten, die lelven een vrij volk zijl, kunt niet anders dan sympathie gevoelen voor zulk een kleinen volksstam, dien het machtige Groot-Brittuqje wel uitdelgen of verjagen, maar nooit overheenchen kan." ?Het is daarom, dat wQ het wagen een beroep U doen op het rechtvaardigheidsgevoel derBritsche na tie zelve. Zij zal zich niet willen anteeren door zulk een ongelijken en onrechtvaardigen strijd met een klein volk, dat niets anders verlangt, dan in vrede en rust en onder eigene wetten den grond te bebon-wen, dien het zich t«n koste van Teel moeite en ge varen verworven heeft.' Wjt vleien ons met de hoop, dat dit beroep niet ijdel zal ziJn'en dat de onder n zoo machtige item der publieke opinie aan-het tegenwoordige ministe rie den noodlgen steun lal verleenen, om eenen onrechtvaardigen maatregel terug te nemen, dien het te oordeelen naar de liberale gevoelens, die het overi gens bezielen, voorzeker afkeurt, dat immer geno men is." ' Ik stel aan hen, die zich met dit adres kunnen ver eenigen, voor binnen acht dagen aan m$ of aan het bureau van het Utrechtich Dagblad bunne duidelijk geschreven namen onder vermelding hunner quaUteit toe t« zenden, opdat, deze tijdig onder hst adres kunnen worden geplaatst. ' Dat de tijd dringt, «al wel niet uitdrukkelijk teboeven herinnerd te worden. Ook neem ik de vrijheid, redacteuren v»n andere dagbladen beleefdelijk uit te noodigen dit stuk spoe dig over te nemen. 23 Dec. 1880. P. Harting.' De ?Hollanders" zifn met ons in oorlog, zoo luidde het in do onrelsche bladen. Inderdaad de Transvalen hebben neerlandsch bloed in de aderen en gewia velen hunner, gelijk het Volkslied ons leert zin gen: ?van vreemde smetten vrij". Zij *fln opge staan om met den dood voor oogen tegen een niet minder machtigen vijand te strijden, dan gedurende 80 jaren onze vaderen het deden. Voelen wij Nederlanders dat? Sedert '30 is ons vaderlandsch gevoel h»,!* in slaap gevallen., Misschien wei dewijl het destijds al te wakker ia geweest. ? ' Het besef van onze geringheid ii ons zoo duide lijk geworden, dat sommigen onzer, zelfs afgevaar digden in 's lands .raadzaal, verklaren, dat wQ on* (och niet kunnen verdedigen, en bg dat besef moet iets dat ons nationaal gevoel dreigt te verlevendigen voor het welopgevoed verstand een dwaasheid schijnen. Zooveel is zeker, met een soort {van wantrouwen begroeten menigen onzer den opstand in de Transvaal 't Heeft er voor velen iets van alsof we ons zoudem compromitteercn met er belang in te stellen, al gevoe len wij toch zeer goed een zeker iets, dat kruipt waar , Karel, (ongeduldig.) Wees toch niet zoo flauw, .... Sam, («leed» irouisclier rtxtrlgaanae.) En dan een. tcedaiee tot vrouw l Geen betere hand zon Je 't huweUJksrijk kunnen binnenleiden. Evenals een gepasporteerd militair in al dé geheimen van den dienst is ingewjjdï 200 kent'ook.een'weduwe al de fijne listen van 't huwelijk Een jonge vrouw, die haar man een poete zon willen spelen, doet het zoo onhandig, dat hij er dadelijk achterkomt; maar een tttduttt verstaat de kunst om het zóó te overleggen, dat de scherpzlendste man er eenvoudig niets van bespeurt. .... Karel, (boot opstaande.) . Mooie praatjes! Kom je hier om mijn vrouw verdrfeht bij me' te maken! Dan ware 't beter datje.. . (zich heritellende.) Maar ach, vergeef me, !Ï ben ongeduldig, uit mijn humeur. . . . -Of spreek-je soms zóó, omdat -je Iets geboord of gezien hebt? (Gemoe delijk.) Je bent altijd een mijner beste en vertrouwd ste vrienden geweest; als je* soms iets wist. .... ?Sam, (»og all^d ipottend.) Maar, beste jongen, ik begrijp niet waaróm ge n daar zoo over verontrust! Dient de getrouwde man niet altijd een oog in 't zeil te honden of zijne vrouw hem soms op eone of andere wys zal verschalken. Dat,is nn.eenmaal aan de positie verbonden, en men doet het verstandigst er een vrool^k gezicht bij te zetten. . ... ' Karel, (bt&rwkt,} > Kom, komt Zóó erg is 't niét! Daar z(jn toch tal van goede en bravo vrouwen, en .... Sam. - ."' (by tifh itlcen.) We zullen hem wel krijgen. (Tot Karel.) Dat ontken ik niet .... moor toch .... ennril een verstandig man moet toegevend zifn, want zoo lang de vrome niet vraagt, doot.ze te dikwijls een huwelijk uit berekening, nood of dwong. ... KsroL Ja, Ja, ja, 't Is waar. Daarom kan men ze de* te rtrouwen. . , . Bam. ?t » 'f. 4 Karel, , Waarom vooral een weduwe, waarom? Sam, (laeheiuli) Wél, omdat die vergelijkingen kan'maken! Eene weduwe vergelijkt No. 2 alt^d, in alle omstandigheden met No. 1. Nummer één heeft daarbij '* Toor" recht; met den, stralen!»» TM* 't rerlodgofl te prij ken, zoodat .nummer twee altijd van de slechtste conditie is. .... ? . Karel, (nadenkend int mtHlntdj Je hebt gelijk, je hebt gelijk! Waarom ben-je naar Engeland gegaan! Je badt me raad kunnen geven. ? ? ' ? ' Sam. ??. , ; ' ?_?..'.' Dien je niet opgevolgd hadt, vriendlief, want Salomo ' heeft al gezegd, dat een verliefd man de vrouw volgt, als een os, die ter slachtbank wordt geleid. Moor S» et al gevaar.' want, je ziet er wezenlijk als een wanhopige alt. ? Je bent bleek,-zenuwachtig.... 1 ? Karel iWNNtAojMfrö/. Et ben naar, akelig'! Som (met dtn vinger dreigmie). ? . , ? Je bent ? ? , . Karel (mett). . , Wat ben ik? ' ' Je bent .Kareli . Nu zeg 't dan in 's hemelsnaam l Som. ' Je bent.... jalaenehl Een slepende kwaal en volgeM Mnltatuli de minst kleinzeerige van allen, want te . houdt van ptjn. < .Karel (ongthofif.) ajaloench? : ' ,. , Bam. Jaloérsch oli drie Qthello'i. (Ttr. ?#&>;. H»nletJa- . loeneh! Nn, daar zullen we de proef eens vannémeml Neen waarlijk niet ft heb me er altijd mee TW- . maakt all anderen Joloerseh waren,' Maar ik? O»e» idee! (TtrtntHtel^lt.) Maar, weet-je, er kunnen dingen gebeuren, die vermoedens cV «IL Krtjge» deie voortdurend Toedeel dot . « '.M '?H '?j >

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl