Historisch Archief 1877-1940
TDE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDER L>A N D.
No. 240
Reinsberf, met ijjn oom, den veertigjarigen heer
'FriU Remsberg. dan is het met den besten wil
'niet mogelijk deze menschen van gemaaktheid
?TH] te pleiten, ondanks al de losheid die de
Bcnrijver hun wil toekennen,
l «Bah, wat 'Oom' je en complimenteer je....
«et nu in 's hemels naam maar Frits, als 't u
belieft! Al ben ik veertig en gü pas over de drie
en twintig, roo'n paai ben ik toch noch niet; en
.. dan, ge hebt het verder gebracht dan ik t luris
vtriuaqve doctor .... daar neemt een eeuwig
Candidaatjen m de letteren zijn hoed voor af. ?
. Ia den Raag maken ie 't best, merci. Johan
dwong een paar dagen vóór my'n vertrek al om
té leeren lezen.... evon zes jaar t Ik heb hem een
ferm pak beloofd als hij 't weer waagde.... Heer
lijk ventjen, hé ? Ben je 'r noch in kort geweest?"
Welk een los heer, met waar? is die veertigjarige
Oom!
r En toch aeze oom, bijzonder sterk in uitroepen,
als: voortreffelijke, manneke, amicissime,
illuslris?imeenz., spreekt een paar dagen later in de
gesemge huiskamer als volgt: ?Gy zjjt man en geen
una meer. Geen sterfelijk inensch kan u raden. IV
hart alleen moet gij ondervragen, ?met ernst, met
ootmoed, wetende dat er Een is die ook dat hart
proeft en doorziet, want wee u, wee a en haar,
zoo gy uzelven bedriegt!"
Charles zelf, de gepromoveerde student, die voor
een poütUchc ziel moet doorgaan, beantwoordt, na
verzekerd te hebben dat het peen kleine teleur
stelling voor hem was, oom Frits niet te zien,
toen Iiy daar tusschen zy'n paronymfen stond,
aldus ooms vrnag: .Kranig geweest? Prof. H. ge
opponeerd?" ? ,Ja wul, maar niet raster naar
my'n zin:... hy had tets knorngs en vinni-'s,
docht me. Maar N. was aardig, zi-U'e me
onnuddeltjk op mijn gemak, had mij ongenadig beet en
hielp mij zelven aan 't lachen ? en ten slolte
kwam ik er met alle eer af.... Zóó mag ik het.
Over 't geheel liep alles bizonder inf-e en op de
receptie waren ze allemaal heel hartelijk..." Dit
zoete individu, met c-en aantal wrheven eigen
schappen welke wettigen moeten, dal oom
Remsberg niets natuurlijker vindt dan hem te verzoe
ken toch eenvoudig .Frits" te xeggen, is geëngageerd
«n trouwt met een meisje, welks praktische 7in
en gebrek aan schoonheidsgevoel een ? bron van
voortdurende teleurstellingvoor haar echtvriend zijn.
De pioëtisièhe Charles, acht zich verongelukt,
miskend, beleedigd, omdat zijn Ida bv. zich niet
kan verheugen in het geschenk (een kostbare vaas)
dat hy haar aanbiedt, ? of wyl zy niet goed
keurt, dat de dichler zyn verzen wilde in 't licht
zenden op voorwaarde van nog 50 gulden toe te
geven ? terwijl zij zooveel mogelijk'moeten spa
ren om hun eersteling, die weldra tt-r wereld zal
komen, behoorlijk te ontvangen. Om deze .reden
wordt hij boos, grof en begrijpt dat hel
prozainensch zyns niet waardig is.
Men zou ondanks deze onhebbelijkheden nog
eenige sympathie, voor den armen advokaat kunnen
gevoelen, ware hjj inderdaad poëtisch eu paven
zyn taal en handelingen icls zou verhevens to
ver, moeden, dat zy ons konden doen vergelen hoezeer
zijn Ida een juweel vaii een vrouw was. Maar
dat is niet het geval.
Grootheid des gcestes. noch diepte des gevoels
ontwaart men bij dezen heer der schepping. In
zijn jeugd boetseerde hu. volgens Oom Frits,
weergaas aardig. Hu mocht zelfs in een gesprek
met Oom allerheftigst verklaren: .Het kan mij
dikwjjjs toeschijnen dat ik, ook voor de schilde
ryen, ja voor de natuur zelve, meer ong heb dan
nnJaran t<y>h nril- niot tn!e|{pft||) van ^wwl- u-. fco.
voel.' Hy cenoot dan ook wérkelijk by
bolschilderachtifw der Prinsengracht tegenover liet paleis
van .justitie zoozeer, dat hu zyn Ida, een weinig
verachtte, wy'lzy onaandoenlyk bleef by het aan
schouwen van bootjes met opgestapelde goudgele
komkommers, die over het sapgroene water der
gracht schoten, .licht als vogelen," onder de krach
tige riemslapen der roeiers in blauwe ot' roodu
hemden, beschenen door de avondzon.' Voorts
maakte de Heer Charles Reinsbcrg verzen, maar....
dat was dan ook alles.
Ida, het burgermeisje, de eenvoudige, hartelijke
verstandige vrouw is in haar droeven' strijd niet
dezen zenuwachtigen onbeduidenden echüronnpt
het best gclcekend. Zü behoorde de overwinning
te behalen. Zoo begreep het ook de auteur. Als
Charles in woede zyn vaas terugbrengt.... is zij
zich bewust haar plicht pedaan te hebhen en sterk
in dat pcyoel draagt zy de smart, die Charles
kinderachtige prikkelbaarheid haar baart. ? Neen,
de heer Tcrburch gunt haar een ander soort van
viktorie. Zy wordt poëtisch op de wijs van
Charles. Duiznlip, de tanden op elkaar gedrukt
van inspanning, terwijl de gierende wind haar in
't gelaat sny'dt, gaat zij de stoep, glibberig van ijs
en sneeuw, n f en snelt riaarden winkel, waarheen
Charles de v.ias lenig zou brengen. Zij wil dit tee
ken zijner liefde koopen en het over den gladden
?wee huiswaarts dragen,
Het gelukt haar behouden met den fcoMharen
?last haar woning Ie bereiken. Na ecnigen ty'd in
baar leunstoel ie hebben uitgerust en het ecne glas
water na hel andere te hebben leeg gedronken
kreeg zij een ideeljc? .wederom de steile trap en
de hooge stoep af, wederom met hare reeds
(foorweekte schoenen door de sneeuw en 'den modder,
ditmaal den Cingel op... niet een blik vol ver
langen en heimwee tiet huis harermorde'r voorbij,
tot zü eindelijk den winkel van een bloemist be
reikte. ? Men begrijpt het overige. Ida is een
poëtische vrouw geworden; niet slechts dat zü de
vaas kocht en haalde... glijdende, strompelende,
vallende bijna mei de bloemen in het korfje zorg
vuldig onder haar mantel voor de gure lucht be
schermd ... keert zy naar huis temp, waar zy
Charles afwacht en zelfs zou neergestort zijn,
«indien hy haar niet had opgehouden,"
?Ocharnr zou de Heer Tcrhurch zeggen, Ocharm
hoe geweldig is de macht der poëzie!
Ida stierf aan dezen aanvul. Veertien dagen
later was zq een ly'k. Gelukkig vopr den schrijver,
die op. deze wjjs de novelle het gemak kei ü'kst aan
haar eind .kon doen komen. Immers, wat hij Vér
der, zonder hiimorist te worden, had moeten aan
vangen met twee' zictani die ccn wedstrijd houden
in deze soort vnn poëtisch licfdebetoon, zal nie
mand duidelijk zy'n.
Aan de Bron hoeft;dit met De gebroken Vaas ge
meen, dat de inleiding al te los aan hel. verhaal is
««hecht Voor het overige verschilt het
grootehjks van laatstgenoemde novelle. Terwijl dn ge
broken Vaat. eenice goedgesJaagde bladzijden
bevat, w$j bedoelen die, waarm de huiselykc strijd
tusschen Ida en Charles wordt geschetst, zoekt
men die bijna te veigeefs in Aan de Jïron. Zel
den lazen wij een novelle zwakker van samen
stelling dan deze. De hoofdfiguren beteekencn niets;
enkele nevenpersonen, bjv. de oude Heer Brants,
daarentegen Hebben de eer icls duidelijker zich
aan ons oog te vcrtoonen en het geheel is niet
veel -meer dan een te samengcrcgen reeks
toonecHjes, die ieder op zich zelf zeer weinig belang
stelling inboezemen.
MejulT. Laurcnce Radenau, een gezonde dartele
dame, die op een drentsch dorp buiten bij
oom, een gepensioneerd ontvanger, woonde,
werd op een goeden Zondagochtend ?zoo raar" in
de kerk, ging er dus uit en, daar haar eigen huis
gesloten was, zette zü zich neer aan den-rand
van den put, op eenigen afstand.van haar woning.
Soezende trok ?van lieverlede een verwijderd dof
gértamp en geloei" hare aandacht Een dolle stier
Pende op den put af. Gelukkig verloor z« geen
oogenblik haar tegenwoordigheid van geest... de
?tier naderde ? ni klemde dé beide handen om
Mt"ted, dat zjj OOK om hoar middel had geslagen,
^i liet zich m den .put neerglyden, tot hare voeten
ufljpringenden benedeBrand bereikten. ? Pen
j duurde het en haar voet begon te slapen.
eau liet 3$ de ceae dan de andere hand loi
Zij beproefde te klimmen ? Leider ai haar
krachtinspanning faalde en zij ra; hét oogenblik
komen, dat zy' tusschen hemel en aarde zwevende
? wie weet wanneer! ? hulpeloos zou moeten
worden opgeheschen. Het denkbeeld deed haar
in den lach schieten.
t Deze dame, die een uurtje geleden .zoo raar"
in de kerk geworden was, lachte nu aldus in
doodsgevaar met eventjes, neen: 't was een scha
terlach. ?Nauwelijks, zoo verhaalt Terburch zijn
lezers was de zilveren klank (van dien lach)
zonderling hol en spookachtig, dacht ze, in de
diepte beneden liaar weggestorven, oP ? de
heer Brants, Haagsch jurist en schilder, die een
paar dagen geleden, toevallig, met haar had ken
nis gemaakt, kwam haar, toevallig, redden. ?
Alle angst en bekommering is van het dartele
kind nu geweken, zü vertelt aan het zeel han
gend: ?Ich bin die Prinzessin llfe und wohne
nn llsenstem," waarop Brants even dartel ant
woordt met de volgende woorden van het
Hedje, wat haar ?purper" blozen deed; HOR een
paar bladzijden vol reden jeren de beide jongelieden
als Ltuira weer vasten grond ouder de voelen
heeft, en dan valt het den heer Brants eerst iu te
vragen, ? neen, zelfs dat niet, ? Brants vraagt
m het geheel niet, hoe juffrouw Laura op Zondag
ochtend m den put terecht gekomen is.
,U brandt natuurlijk van nieuwsgierigheid!" zegt
Laura, ,of neen, laat ik liever wachten tot wo
thuis zy'n, anders moei U het verhaal tweemaal
hooren.
De Hoer Terburch heeft gelyk. Welk een wan
orde zou het in zy'n verhaal gegeven hebben als
hy Brants dadelijk had laten vragen, en M.-i.
Laura even spoedig had laten zeg^-n ? gelyk
leiler incnsehenkind gedaan zou hebben ? hoe
zy m den pul gekomen was. Doch het
bedaarclste ras stervelingen leeft in dit verhaal. Oom,
z»n pleegdochter n» dit ongeval begroetende,
vernceml terstond dat de stier haar in den put had
gejaagd ? maar ook deze goede man is een toon
beeld van geduld eu onlelievendheid. Als hu over
IJoer Hendriks 'l noodige heetl gezegd, vervolgt
hy. ?zoo Hu* moeten we de bizonderlicden van
het avontuur eens hooren," en de overigen achten
het in den put zitten, naar het suhyiïl, een üoo
alledaagsohe zaak. dat 7-ü met geen enkel woord
hun verbazing of belangstelling aan den dag
legcen.
Typisch alleen is de oude Heer Brants en Mej.
Caroline zou het byna zyn. doch de Hwr Terbureh
penseelt te kleurloos, dan dat men één zijner
li^ur«i zou haten of liefhebben. De bijzaken z'ijn hem
alles, rsu en dan gelukt het hem een onderdeel
lun en puntig af te malen, maar meestal zijn de
hoofdpersonen nevelachtig en verliest hy zich in
de beschrijving van kleinigheden, echt overtollig
en daarom den indruk/dien hy' wenschttugerjn,
verstorend.
Een enkel voorbeeld. Laura heeft onder de
zonderlingste omstandigheden, die een meisje
beleyeri kan. te Brussel Brants vader, die ondereen
rytiug terecht was- gekomen, verpleegd, zelve ter
nauwcrnooil aan liet verblijf 'n fen "publiek huis
ontsnapt. Nadat zy doorgestaan heott, wat schier
geen harer zusters op deze wereld wedervoer,
treedt zü .de woning harer geliefde pleegouders
binnen. ? Deze terugkomst beschrijft Terburch'
als volgt:
.Dat zn hier door vawJer en moederToutenbers
met al de uitgelatenheid waarvoor deze cjoedu
heden maar eenigszins vatbaar waren werd
vclkom Bcheeten, spreekt van zelve. Ook de groote
BiST cai ?w* tevredenheid ondubbcbinnie te
Lennen, door met een hoogen rug en rusteloos
heen en weder gaand«n staart al spinnende den
kop tegen haar kleed aan te vrijven. De hoenders
op het plaatsje kakelden m-t een ijver, dat de
brave diaken zich tol zijne teleurstelling verleiden
het om naar allerlei problematische 'eieren te
zoeken. Ja. de tyrannischc hnan, haar aller heci
en meester, het eenige redelooze scliepsel dat ooil
Laurcncos invloed wederstaan had, scheen zie!
pp dc-zcn hcuglijken dag gewonnen te geven en
kraaide haar op de nedcrbuigendsle wijze te
gpiuoel.
tJeen schepsel die iets geelt otn (Ie poes, de
hoenders cti den tyranischen haan by' zulk een
jrelccenheid. Hier f taan drie personen hy elkaar, wier
harten moeten overvloeien van de krachtigste aan
doeningen^ Ken waarachtig kunstenaar zal even
min uls .Terburch die aandoeningen beschrijven,
maar iijn personen de woorden op de lippen leg
gen, wiinruil al wat in ' hun gemoeu omgaat
spreekt. En de Heer Terburch a'chtte toch
wezentlyk deze plopgouders nit-t te onbetcekenend om de
iioodige bladzijden aan hen te wijden.
_ Wat alle? overtreft in gevoul. en natuurlijkheid
m liet slot. Brants is een jaar naar Indie geweest
en bevindt zich niet zy'n Luurunce, die zoo
or.beschry'/lijk veel in dien tusschcntijd geleden heeft,
weer bij den put. waar de boozc bul zy'n woede
aan'haar hoed met rood lint had gekoeld.
.De oude, welbekende put! Bemost, begroeid,
te midden van hoog opgeschoten gras; met ver
roesten aker, vcrstramd windus, verrafeld touw ?
maar dezelfde, oude put. (O, toppunt van aan
doenjukheid!)
.Kyk!" riep Herman, zich haastig bukkende en
een verschoten stuk rood lint uit het gras Ie voor
schijn halende. ?Weet ge noch 'f' .
En hij stuk het onooglijk lapje zorgvuldig WPC!K
? Dwaze jongen'! ? lachte zij: Gij sentimenteel!
.Sentimenteel? Ik? Omdat ik hecht aan sym
bolen:' Dat meent ge niet!"
Noen, zy' meende het ook niet. Misschien liad
zij zich noch nooit zoo ecu met hem gevoc-ld ils
op dit oozcnblik.v
Hoe laft ? .
De Heer Terbnrch legt, naar het schijnt, al zijn
kracht aan zijn stijl ten koste., Dat is jammer.
Hij bezit opmerkingsgave, en soms ?herkent men
m kleine fijne trekjes den kunstenaar. Maar zijn
verhalen missen samenhang en afronding, zijn per
sonen bly'ven schier zonder uitzondering sdutnmen,
zy'n fKntasie is te ? arm en de karakttrstudie, die
men hij hem waarneemt, te zwak om hem in
m staat te stellen belangwekkende figuren te
boetsecren. Wat niet is kan echter worden. Wie
weet waarmee hu ons nog eens verrassen zal.
naar hoogere klassen aan het vak wordt gegeven.
Nu wensch ik iets anders op den voorgrond te
stellen en wel het vokende: we hebben een leer
plan, Iaat nu ieder docent trachten zy'n leerstof
te beperken binnen de uitgetrokken uren, en laat
de ervarine van eenige jaren uitspraak doen; blijkt
dan verandering noooig, welnu men ga er toe over.
Mocht men evenwel reeds nu gaan veranderen,
laat men het dan niet zoo doen als de heer Roos
voorstelt. Zy'n wensch is in de drie laatste klas
sen gcene geschiedenis te_ doceeren, en m de drie
hoogste klassen telkens vier uren (van Vaderland»
sche geschiedenis wordt totaal gezwegen); hiertegen
is dunkt mij aan te voeren dat het niet aangaat,
dat jongens van 18 jaar, zooals men ze in de 5e
klasse. < heeft, geheel, onkundig zyn van de nieuwe
Geschiedenis, terwijl ook daardoor de schoone
gelegenheid vervalt die tegenwoordig de leeraren
m de oude talen hebben, om by' het lezen der
schrijvers mol de leerlingen, die in het eerste jaar
de oudo Geschiedenis hebben geleerd, deze voor
zooverre ze te pas komt, te repetecren. In plaats
van dit laatste zou .volgens dr. Koos moeten komen,
dat genoemde docenten dit vak ter loops aan
onwetenden onderwezen, welk voorstel raü vry
onuitvoerbaar voorkomt.
De ervaring hoeft my geleerd dat het geven van
een overzicht van de Algemeene Geschiedenis in
de drie laagste klassen, wanneer men dit vak niet
met vooringenomenheid als hel vak bij
uilncmendheul wil beschouwd zien, binnen den door het
leerplan bepaalden tijd zeer goed mogelijk is. Het
moeiclykste la het 2e jaar, waarin de Middeleeuwen
moeien behandeld \yorden; men dient zich dan
lot het hoogst noodige to beperken, doch dat
levert geen bezwaar op daar men, om de
behandeling daarvan recht aangenaam en vrucht
dragend te maken, zoo uitvoerig zou moeien worden,
als misschien alleen aan de universiteit mogelijk
is; behandelt men nu daarby' een gedeelte der
nieuwe Gi schiedonis, dan heeft men alle gelegen
heid om in het 3e jaar de nieuwe Geschiedenis
uitvoerig en {grondig te behandelen.
Onbekend is het mij waarom, volgens eenc ge
zonde _pnedagogiek, de behandeling der Historie
na Islo moet achterwege blijven; ik moet erkennen,
als dat liet geval is, meer dan eens gezondigd te
hebben door tot 1SW ie jj.ian, doch zal my'gaarne
door de meerdere ervaring op den rechten weg
Uiten leiden.
Het ligt niet in 'mün plan de voor- en nadeelen
te bcspi-eken van hel voorstel van dr. R., om
reeds in de eerste klassen met het Grieksch aan
te vangen, al valt het rny inoeilyk in den maker
van het leerplan, die niet minder dan
vicr-enzeventis uren per week voor de studie der klas
sieke talen heeft uitgetrokken, mul hem te zien
?teil barbaar, die de humaniteit verdelgen wil."
Dr. P. J. Scrinerius.
Dordrecht, 19 Jan. '82.
NOG IETS OVER DE ALGEMEENE
GESCHIE
DENIS AAN HET GYMNASIUM.
In het nommer van dit blad van 15 Jan. jl.
komt een stukje voor van den heer dr. Roos, over
het doceeren der geschiedenis; in zooverre.het
betrekking heeft op toestanden die speciaal aan
het Amsterdainsche gymnasium schijnen te bestaan,
kan ik hel onbesproken laten, al kan ik niet inzien
?in welk opzicht het. doceeren van gemeld'vak daar
anders moet zijn dan aan andere gymnasia, noch
in hoeverre de nieuwe rector dat minder .uit
puttend" en meer ?vruchtdragend" zal maken,
tenzij deze zelf dit vak mocht willen doceeren;
doch men is nu eenmaal op autoriteit zoowel van
leeraren, die nog daar in functie zijn, als die
hunne betrekking hebben neergelegd, er aan ge
woon geraakt, speciaal Amslerdamsche gymnasiale
toestanden na n te nemen, waarom ik hel nu ook
zal doen. Maar in zooverre als het alle gymnasia
betreft, vergunné men hiq een paar opmerkingen.
De heer Roos stelt op den voorgrond dat de
algemecne geschiedenis na Latijn en Grieksch den
eersten rang moet bekleeden; nu betwist ik
geenzins het recht van iederen docent om zijn vak
als een hoofdvak te beschouwen, doch onjuist
noem ik de bewering dat het, opdat ook de leer
lingen ontzag voor het vak zullen krijgen, noodig
is dat er een groot getal uren voor wordt uitge
trokken,, daar m. L het gewicht dat de leerlingen
aan een vak hechten, geenszins van het getal uren,
maar van den'docent zelven afhangt, en van den
? . ?* ,.:_j !__l..jjS. V» ???.????
Proeven van pltotc-eincographie uit het
atelier van G. J. Thieine te Arnhem.
Met veel genoegen heb ik kennis genomen van
dezo proeven. De phuto-zirtographie wordt in hot
buitenland reeds veel toegüjuist, hier to Jonde
bohoort zy nog tot .do zcldzaainbcilmi. En juist voor
een landjQ als het ouza is du photo-zincographio
vnn veel belang. Een taal als de onze komt niot
of nagenoeg iiiut over de grenzen. Door het kleine
aantal Nederlanders kunnen geïllustreerde wer
ken hiev uiet uitgegeven worden dan met clichés
van buitenlanders, of, levert men oorspronkelijke
platen, dan ia een boek zóó duur dut het geen
a.ob;<it vindt. r>.: tiW-i-yiTjrosrnpliin kan hieriü
veel verbetering brengen; ?.\\ moge nog ver ach
ter staan bij hoatgravure of etsen, de heer Thiérna
toont dat er toch fraaie {renten mede gemaakt
kunnen worden. Vooral du meetkundig- iiguren
en de tygerkop munten u t door goode uitvoering.
AU de heer Thierae nu even goedkoop ia als de
buitenlanders dan zijn wy klaar. Hij ile verklei
ning en bij do vertrroot'iug. is de- heer Tliieme nog
niet gelukkig. Alle zachte tinten zijn bij de ver
kleining verloren gegaan ? en do vergrootinï
is akC-lig leelgk, trouwens het origeueel was al
niet Iraai, en een niet fraai origineel cersf over
gebracht en. daarna vergroot ge-ft tot uitkomst
geen fraaie prent. lic twijfel niet of de heer Thieme
zal spoedig in do gelegenheid gesteld worden zijd
photo-zincographte iu toepassing te brengen.Dat
op den titol gesproken wordt van een trotiiespièce
en van pliolo-sincograhie ligt niet aau het pro
cédé, maar staat niet fraai. B.
Bij den heer R. W. P. de Vries in de
Warmoesstraat 122 nlliior, zal op 4 Februari en vol
gende dagen eene belangrijke bibliotheek onder
den hamer komen, die van de H.H. llookmaker
te Haarlem. Zy bevat behalve theologie eu ge
schiedenis ook iiéderlandsche en nirtderne letteren.
prenten 'en portretten en vooral eeni;;o belangrijke
oudere en nieuwere werken van naam o v er aard
rijkskunde.
Tffdscliriften-dcl>at. Cassell's' Magazine heeft
ecne nieuwu rubriek geopend waarmede het
voorloopig veel succes schijnt té hebben -..The family
Purhamcnl. Het stelt eeno kwestie eu ieder der
abounés is'bevoevd aan het debat deel to nemen.
Do kwestie voor Februari ia deze: ?Zijn huwelyken
op jeugdigen leeftijd oneconomisch (untbrifry)?"
De dUcusaiën wekken veel belangstelling.
Hot geïllustreerde weekblad E gen Haard heeft
met h>t begin dezes jaars een a*nzienlyko uit
breiding ondergaan. De wekelijksche afloveringen
zullen ia plaats van 8, voortaan 12 of 16 pagina's
bevatten. Hot .getal illustratiep, kunstplaten en
portretten zal naar evenredigheid toenemen. Deze
vergrooting .heeft ten dool, zonder schade voorde
degelijkheid der stukken aan elk weeknuinmer
meer verscheidenheid to geven. De prijs in nu
12','3 cent per, week, of ? ? 1.62V» per kwartaal.
JOURNAL DES ECONOMISTES.
De Sfolinari;, L'aunée 1881. ? Paul Muller,
Les (inancen de rAlsace-Lorraine. ? Fclix Limet,
La situation iiriancière et économique des
EtatsUnis. ? Victor Krc$ser, L'or et l'argent. '?'
JMtry de Thitrsmt, Ln próduction et la con
«ommation'du caté. ?De Noailtes, duo d'At/en,
L'agriculturo et l'induitrie devant. la lógislation
doiittiniüre. ? £. Martincau, liépoiise.
Nieuwe Uitgaven;
WILLEN ÜTTO, Etsenden achotien op letterkundig
gebied, f 3.50
WÏLLIAM SHAKbSPEARE, Hwnlet, Prins T»n
Denomarken. f 1.?
Catalogi!* v»n de Bibliotheek orer Utrecht, door Mr.
Ö. Mulllor fr? f5.?
H. O. BOÓDHÜYZEN, Bebeklu. f. 1.85, op bc»t papior
PRAATJES OVER BOUWKUNST.
Wie dot er nier den ej'icl),
W»l bior. wit ginder tobort?
Ynonracr, dtf eoa«i dia «urt
Of ecbiet eyl»e» te kort
Cata.
Wanneer wij,zien, hoe het hedendaagsch publiek
door allerlei bladen op de hoogte gehouden wordt
van hetgeen er zoo al op kunstgebied voorvalt,
moet' net onzo bevreemding wekken, dat too
hoogst zelden de producten der hedendasgicne
bonwkanstenaara de eer eener bespreking waar
worden. ?
dil
ï»"dit te
vooroordee
maar
die, aan «
bet door
dat hQ eei
koopen?
iMn« Arm., n. ' ?u. l.n..itHl.«ti
verbetering waar to nemen, al ontbreekt nog
?teedfl aan de Academie voor Br*ld«nd« kantten
een Iterstoel uitsluitend voor architectuur, de
moeder van alle kunsten, die daar thans all
Assehepoetitor buiten d« denr wordt gehouden.
Wanneer w$ leggw), dat n veroet«ritig l*
waar te nemen, bedoelen w\j hiermede geenzin»,
dat plotseling ah door Nn toovenlag ieder ,«u>
clutooUimmerman" in «en ?architect-artist" ia
veranderd, want men Biet nog maar al te veel,
hoe eerstgenoemde categorie door het weinig
eisenend publiek, dat na eenmaal aan hunne
bouwwijze gewend ia, voorgetrokken wordt en
hoeveel wangedrochten daardoor nog dagehjks
at» paddestoelen uit den grond verrijsen.
Het U treurig, dat nit de technisch* wereld 100
zelden een stem opgaat, om te protetteeren, wan»
neer deze of gene reporter schier geen woorden
weet te vinden, om bet volk bekend te maken
niet de bizondere schoonheid en doeltreffendheid
van eenig bouwerk.
Wellicht vindt men de verklaring van dit feit
danria, dat de meeste architecten beter met de
trekpen, dan met de «ohry'fpen weten om te gatn,
want wy kannen toch niet gelooven dat my niet
inwendig by' het lezen van dergelijke hoogdravende
aanprijzingen een weinig wrevelig worden.
Dat zelfs in het jaar 1882 een wjjze van bonwen
gevolgd wordt die men zou meenen dat lang
afgedaan had, bleek ook thans weer uit het dezer
dagen herrezen Café Suisse. Toont niet reed» de
gevel van dat gebouw, met zjjii magere kolom
men, die hun lart schier niet schijnen te kunnen
drogen, met zün vier athleteujoude keunissen,
wier logheid velen reeds op Frederiksplein en
Leidschepleiu aanstoot gaf en die men meende,
dat nooit meer in cement zouden OEBF.KLDIIOVWD
worden), toont die gerel niet, dat het den ?be
kwamen" Bouwmeester tcneeueniale aan smaak
ontbreekt?
Was het dan volstrekt noodig, dat de
stuoadooi-sbaas »yn witjassen weer oan het werk zette,
om ona een van die pUkgevels zouder
kleur«chakeering te bewonderen te gaven, nis wjj er
reeds te velen zagen?
Gelukkig is de Kal verstraat smal en zullen de
voorbygangers zelden meer nnar don gevel opzien,
als het eerste nieuwtje er nf is.
Ware het niet beter geweest, de ornamenten
van portland-cement maar weg te laten, en een
eenvoudigen, maar waardigen baksteenbouw,
spaarznam met bergsteen afgewisseld, te kiezen?
Zokrr zou de gevel dan meer duurzaam en
monumentaal zyn geworden.
Het inwendige is al weder een triumf voor deu
stncadoor, die hier een keua uit zijn
ornamentenschat beeft naaragebrucht. Al zal naderhand de
schilder veel met kleur goed kunnen maken, toch
ia het to bejammeren, dat de profiloering zóó
arm, zóó ? ?burgerwoonhtiisiichtig" ia.
Ware het niet, dat men ons verzekerd had,
dat bet tnpijtwerk in de biljartsoal (!) Gobelins
moet voorut.ellen, wij zouden hot zeker niet ver
moed hebben.
Men is in den lantrten tijd iu de Kalverstraat
niet bizomler Relukkig met do gevels geweest. De
twee perceelen toobehobrende aun ?Arti et
Amicitine" b. v. leveren het treurig b«w\js, hoe ook
onzo schilders stelfs hot niet noodig achtten, de.
hulp van «en, bekwaam architect in te roepen,
dimr waar het gold, de Osjewluis wat to
verfraiiieii. \Vel wordt er somtijds één onzer archi
tecten van hot vaderschap d«-zer kunstproducten
beschuldigd, dpch w^j kunnen niet geloov^n, dat
hier een architect d. i. aesthetiker, is werkzaam
geweest.
Op d«n Heiligen Weg ven-eex verleden jaar een
calë-rextanrnnt ui middoneeuwschcn stijl. l)e gnvfl
vertoont vela uoode clemeuten, docli had met het
oo# i>p dt) smalle straut, wat üjner behandeld
moeten worden.
_Ia alles pchter, zoowel in- als uitwendig, blijkt
hier dat het streven geweest is, Htreng t'éu
DI-piialden styl door te voeren, en niüg die ütyl ook
missoliifn niet algemeen in den smaak vallen,
toch moet men het waardeeren, wnnutter getracht.
wordt, iets karakteristiek!) te prodnceeren. Het
is jammer, dat een der nulen wat laag van
vm1diepuig is, en dat do kolommen die het overigen»
go«d T)«hanrleld plafond Rchragfn, wat spichtig
zijn uitgevallen. De biljardzüal met zij:i typischa
scliouwon maakt echter een bizoiider gelukkig
effect. .
Na den middeneenwschen stijl op den
Heiligenweg ?il n' y a qu' un pus" tiuar UPII Sigarenwin
kel den Heereu Ulauw op de L^id.icliestr.iHt. Ook
deze gevel vertooot veel goed», zjjn door een
slanke spit» gekroonde uitbouw, ayn keurig
bw?ldhouwwerk en gekleurde ruitje* maken cén aan
genaam effect te midden vanden rood-n baksteen,
door herg.stnnn nfgfwisseld.
De Leidachestruat heeft ovprig-ns mots uan ty
wijzen, dat uit een architectonisch oojzpunt eanigc,
waarde heeft.
Wij wetischen daarom één oognnhlik bHl te H!aan
by het Leidgcho Plein, dat in d.e laatste jareuzi>u
grooto veranderingen ondergaan he.it.
Wie beriun-rt zich niet nog il e uinudt>Leidiche
poort met haar schilderachtige tüvtn'je-, de hou
ten Stada-Schouwburg, die in zijn iVontons de
bijenkorf, geschraagd door ouiJeu v «u ilngen,. z«g
pry'ken, het café du Thi-atre, yerfcliolen tuFB?h<<n
groen on het Leidsche 13Jt«-h i.n hut wr.sohiet ?
Toen de paort onder do mukera'agaO d«r
sloopers viel, kwam de barrière in du pliiata, thans
ook, zonder schade voor de kunst, verdwenen.
De stadsschouwburg zag door do isorgen van
onzen Uilman zijji nouten omlml-el (icor OMI
steenen vervangen. Te betreuren IH liet, dat de
slechte staat onzer ge»een:nlijke firmnciën de
bouwmeesters noodzaakte, portUnA-ct-maut, t» ge
bruiken,, daar waar gebouwen steen gebezigd h*d
behooren te worden.
? liet gebouw is anders zoo goud al* iu de
gegeven omstandigheden m»gelijk WUB; of dn
beeldgroenen nog o ai t de frontiüniccs zullen tooien?
De vïaggeatokken, die thans die ta»k vervullen,
. kuoüfln dat alleen *ls op nutioiiüle feustdagen
van hen het duudoek wappert.
De herhaald terugkom*mlo twee kinderbedden
boven de ramen zyn op 'den duur wel wnt
eentoon ig on niet ssoo artistiek als hut >>e«ldwerlc,
waarmede de oude schouwburg'was versierd,
Achter den schouwburg ontwuart meu een ge
bouw, by het ontwerpen waarviin den bouw
meester waarschijnlijk de toren vnn Babel voor
den geest heeft gestaan.
Uit de verte maakt het den indruk alsof eenige
gobouwen tf/delyk op elkander gestapeld z$jn.
Uit moge nn misschien . zeer.... Amerikaansch
wezen, schoon is het voorzeker niet, te meer daar
de gebouwen niet in de as boven elkander «taan,
hetwelk vooral van af de Leidsche brug een
unhebbolijk effect maakt
Op een der' plateaux boven de ingangen wu
gedurende eenigen tyd een reusacUtige adelaar
neergestreken, doch het schynt dat het beest zyn
positie wat benauwd heeft gevonden, en thans
weer weggevlogen ia. Kaar sommigen verhalen,
wachten de tw> e voetstukken aan den gevel nog
steeds op twee Indianen, die daar als de schild
wachten geposteerd zullen worden. De
leeuwenkoppen aan tomraige consoles doen uit de verte
sprekend denken aan onde benjes met mutsen op.
Als wtj de Amerikaantohe architectuur naar dit
«taaltje zonden moeten beoordeelen, dan zouden
wQ tot de ovfirtuiffiag komen, dat ajj niet veel te
^ ;rluiden heeft. Gelukkig dat vele goede af
beel? ugen van Amerikaaasche gebouwen ons het
? 'endeel bewBzen.
?lot inwendige is confortable Ingr-icht, doch
roic hiir laat net artiitiekeveel ttivtcnMvl^aover/
l wcpens waarmede men gemecml hncfV de,
^ifbndi ta «uilen ojui«un* xgn vooral niet
_ge><;eJyii i!., rOi:.!;iiA4 i r-r-f? ? --??- -r
.-.iid U w c.;ukj(Jt.|- '''kkig vanjutvoering.
Merite ui het ook leden bevreemding M.
wekt hebben, dat hier een kolom, die een groot
gedeelte van net gebouw moet dragen, tevens tot
Hhoonteen wordt gebeiigd, wat Beker uit een
aesthetiich oogpunt alleaiins afkeuring verdient
Waartoe in de biljardcaal op de groote koJoo
een aantal kleine zuiltjes, die daar schijnen to
5^Sffl?*n' *^n «fP1*»»*» » ou °°k niet recht
duidelyk. ?
Het politie-bureau dat onraiddelyk aan het
.Amerioan Hotel" grenit, maakt een groot contrait
pet >Un buurman door ijjn gepaste eenvoudig
heid. Het torentje u wel het minst gelukkige
van het Gebouw. *
De hniien die aau de overzijde verrezen, rjjn
er een treurig bewy's van, hoe de timuermiuf
arohiteetnnr nog tteeda wordt geduld.
Het hoekgebouw op de Leidschekade maakt
hierop een gunstige uitzondering. Wjj wachten
echter nog steed* op de bekrooning van den
hoekuitbouw. ?
Op een volgende keer hopen wit de gebouwen
van het Diohterkwartier en de Stadhouden-Kada
eenigxins nader to beschouwen.
T j «,« Dnplex.
Januari "83.
DE OUDE KERKSTOREN.
De toren van on/e Oude Kerk,
Een sieraad van de stad,
Liet vroeger bly zijn klokken hooren
Vóór 't uur geslagen had.
Helaas, sinds langen tyd verstomde
Die klok, en zwygend staat
De toren daar als ernstig teekcn
Dat 'tal op aard vergaat.
Geen carillon streelt met zy'n tonen
Het oor der bur^ery.
Zelfs 't ««r slaat niet meer van den toren,
En t uurwerk treurt er hy'.
Alléén de vryzer toont de uren
In somber zwijgen aan,
En dikwijls bly'ft hy in gedachten
Een lange wy'le staan.
Gewoonlijk 's nachts, als waar' hy moede
Van zy'n eentonig werk,
Staat uren lang, hy" stil te staren
Naar 't dak der Oude Kerk.
Doch als het ?D.ighet in het Oosten"
Horvat hy snel zyn loop,
En rent met haast alle uren over
Als of hem d'angst bekroop.
Dan wyst hy soms een aantal uren
Maar krijgt dra weer een gril,
En staat aan 't wy'zerbord genageld,
Onwrikbaar, uren stil.
Nu eens te, gauw Jan weer te langzaam
Draait zich die wijzer om
En doodïdie stille lic-erscht in slede
Van 't plechtig klokgebom.
De mcnschon die in d'omtrek wonen t
?Damrakkors" en zoo voort,
Zijn dikwijls door die klok ea wijzers
In hun budry'f gestoord. ?
Zü hoorden niets meer, daarom keken
Zij naar de wyzerplaat,
Maar loep die, op haar beurt, hen fopte
Werd ieder desperaat.
Die naar de beurs moest, kwam te" spade, '
Aan 't spoor, kwam men te vroeg.
Of \ve{ te laat. en ieder zuchtte:
'k Wou dut die klok weer sloegl
Heel 'tDamrak weent. Met'heele tranen
Beschreit het 'tongevak ? ".
De Waniióesstraat treurt innig mede.
Als ook de Voorburgwal.
^ 't plein van d'Oude Kerk,
Kortom, die heelc buurt
Is droiïf gestemd en bang te tnocde
Als 't naar dun toi-en tuurt.
Ac.h Oude Kerk, ach! slorpt gy' weder,
Wy wuren.uit den brand.
Daar sta je nu, geachte toren,
Voor Amsterdam een schand.
Hoort omen noodkreet, achtbrc HecrenJ
Vei'g!idi.ird in den Kaud,
Helpt Uw honardc stadgenoolcn,
Afuakt dat du klok weer slaat.
Kost 't klokkenspel van reparatie
T<> vee!. \\'ij zijn te vree,
Deelt ons du klok der Oude Kerk
AllCén iii' umi mee. '
Ach heeren! van den Achthren Raad
Doet allen e-eiis uw best,
En geeft ons asjeblieft als 't kan
Ueen nul op dit rekwest,
Eenige Damrakkers.
SCHAAKSPEL.
N'. 5. .(*) ?
Van DiiAK' R.\nEY. (liekr. probl. Ie prysX
JSi ?? *?&$$>. -Uu" ;' #''.f/f
3a,j ?$$& j$ ;^m
m m
a, b. c. d. e. f. g. h.
WIT.
Wit spci-'H voor en geeft in 2 zetten maL
Oplossing van Schaakprobleem No. 3.
l - G 2. E l -f 3(1)
2 ? H 2 J-' .... f 3ntH2öfG4.?'
G
G
'3 E 2 -r O l of
3 E 4'- f2 mat..
(1) Gij ander spul bijv. B 7 nl E 4 volgt 2 E
? G f mat. Het zwarte pd G 4 verplaatsende,
volgt: 2 E 4 ? f 2 faal.
Goede oplossingen ontvangen van P. A. T. te
Delft, een paar liefhebbers Ie Am.slerdam. K. S,
te D. J. J. K. U: Harderwijk, mevr. M. t? K.
te Kampen, G. L. Ch. te Ciil.lcnz. Eulriian, Nobel
:e St. Pancras, H. P. K. >n Duo te Amsterdam,
E. H. te 'sH:ige; Hewü en'11. E. E. te Amsterdam.
[HJi. en Jucquis niet goed).
BRIEFWISSELING
Inzenders van problemu's moeten er tevens de
oplossingen bijvoegen. .
Aan F. te A. Wil moet een act doen die
ten_ ivolge heeft ? dat wanneer verder beide partijen
onberispelijk spden. zwart by don :J*m zet van
wit mat is, ? telers en letters.dienen tot
aanduiding validen zei op 't schaakbord.
De oudrroducteur. van SUsa,
No. 240
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Vit de herinneringen van een Artülerie~0fflct«r,
door
F. A. B U ia
In een der meest waterige streken van ona
waterig vaderland marscheerde op een Zondag
morgen in de maand October een tiental
artilleristen met een luitenant aan het hoofd en gevolge
door een wagen, bespannen met twee allermagerste
pa u de .1. Van een der forten komende aan die
linie, welke zoo terecht de nieuwe Hollandsche
f<'<if«j'linie wordt, genoemd, trokken zy naar hè
do.pje Veendyk, waar het detachement zou wor
den ingekwartierd.
Er vie) een koude, doordringende regen ? hè'
zwerk was egaal grauw en alles werd omhulc
door ccn blauwe, wazige mist; de ondiepe sporen
in den inodderigen grinlwcg lagen vol water, da
. hier en daar tot een groote plas was aangegroeid
en het weiland ? door brecde watervlakten af
gewisseld ? was drassig of byna geTnondeerd.
De luitenant zweeg, de sergeant zweeg en de
kanonniers zwegen; slechts de voerman op den
\vagun, die de bagage meevoerde, liet nu en dan
eens hooren: ?Hu! ? Vort knol! ? Vort!" ove
rigens was het doodstil,- geen boer of stedeling
vertoonde zich op den weg; ? alsof ons land
midden in den kryg ware, zoo treurig, eenzaam
en waterig bleef alles; in het weiland vertoonden
zich nog slechts ccn paar magere koeien, die door
hun grauw dek al zeer weinig tegen de koude
waren besehut; een enkel paard ? dat hetere dagen
had gekend ? stond met gebogen hoofd treurig
voor zich uit te staren, en om het beeld van den
oorlog nog beter te voltooien, liet in de verte een
dorpsklók ? alsof zij een alarmklok ware ? haar
gebrom hooren. ?
Het detachement had een goed uur afgelegd,
toen het eindelijk twee huizen bereikte, waarvan
het cene de woning van ccn lolgaardcr bleek Ie zyn.
.Naar Veendyk V' vroeg de luitenant en hy'wees
op een dy'k of zuwe, die aan weerszoden door
groote waterplassen was begrensd,
?Ja!" knikte de tolbaas.
,Hoe ver nog?"
?Twintig centen."
?Hoe ver nog?" schreeuwde de luitenant, die
begreep dat de tolbaas doof was.
?Weel het niet, de vrouw en de dochter zy'n
naar de kerk."
?Voor myn part waren ze naar den hemel!"
zei de luitenant ? of eigenlijk hy zei iets anders,
minder prettigs, doch dat doet er niet toe. ?Ik
vraag je, hot ver nog?!"
?Weet het niet, vraag het 'um maar;" en de
tolgaardcr wees op ven man, die uit de andere
??«nninff te voorschijn trad en die veldwachter
anti" zei de nieuwe aangekomene,
militaire wy'ze salueerde en de
Idwachter van Veenwgk?"
ncn, luit'nant, zal ik u den weg
>cd wilt zyn ? die kerel is
stokJe luitenant op een toon, alsof die
idcugd ware.
ardhoorcnd, ja, luil'nant."
klonk het verwonderd, ?zoo doof
il!" zei de veldwachter
vcrgoelyliet verslaan kan, z'n vrouw en z'n
jst begrijpen l"
lochler. eens zoenen ?" vroeg nu
liors, naai- de lolgaardera woning
'2,. ? e tolbaas, onbewust van de vraag
iet er zeggen, hoor!"
t!" riep ue luitenant; de voerman
?en; ?hu! ? vort knol! ? vort
rop de paarden ten langen laatste
cweging kregen, en du troep ging
et den Veciulijkschcn dienaar der
is gids, die zich daartoe aau de
zyuc vau utu .aitenant luid gevoegd.
?Hoc ver nog?" vroeg de luitenant op nieuw.
?Nou, nog een half uiirljc," was het antwoord.
?U treft slecht weer, luil'nunt!"
?Be .... .1" Nu, ik zal maar niet zeggen wat
de veldwachter ter bevesliging van
zijnc'opnierking ten antwoord ^kreeg, want He zelf was de
luitenant, die op dien '\vutcrigcn' Zondagmorgen,
met ecu verwaterd humeur door dal waterland trok.
?Waar word ik ingekwartierd ï" vroeg ik na
een pau/.e.
?Bij Slolïels in het rechthuis, luil'nant; u en
uw oppasser en de sergeant met vier kanonniers,
u komt op de t'aadiaal te liggen?"
?Op de raadgaal'f" vroeg ik verwonderd.
?Ja, luit'naiil!"j;afdc veldwachter ten antwoord:
?bü ui'nhucr Velders hebben xe pas inkwartiering
gehad en de dominee komt eerst over een paar
daccn Ihuis, die is -/.ooveul als met verlof, weet u."
?Er'rulle» toch wol andere ingezetenen zy'n.by'
wic-ikbsin worden ingekwartierd, dan m'nheer
Vclilcr of de dominee?
?Wat zo'i ':, .luit'nant, u kunt toch niet by'
Krcincn op liet zolderkamertje of by dronken
TüGiiwiS'in hel .schuurtje liggen?" ?
,l.i or dan geen plaats by den burgemeester,
den tlókler,. ot . . . ." en ik noemdu iiog eenige
dorpsni'lubclen op.
.Nou, d.>t zou slecht gaan: de burgemeester
woont te Hergum ? buiten de gemeente ? den
iloklt-r moeien we heel van Vecht wy k halen en
ander.} xyn er alzoo geen groote lui."
Wter zwijgend gingen wy' ecu eind verder; ?
? ik mo-.t t'erlyk bekennen dat liet nieuwe kwartier'
hclwclk mij m de raadzaal zou worden aangebo
den, e.'iiifsz'ms my'nc gedachten bezig hield.
,'t Is te hopen, dat er in dien tiissuhcnty'd geen
raadsvergadering wordt gehouden!" merkte ik den
vcldwnchler op.
.Wel neen, luit'nant, dat «jebeurt zoo eens een
paar keer in hel jaar, als het den burgemeester
schikt en als «r wat te doen is, maar nu zult u
daarvan geen last hebben."
?Zool" zeide ik, eenigzins verbaasd over de
iiaivileit waarmede Vcendük's wrocde mannen
artikel 40 der gemeentewet handhaafden.
?Wel ja, luifnant, ik en de burgemeester kun
nen het best af."
?Dan zal je"hct toch druk hebben."
?Nou, wat zal ik daarvan zeggen; ik heb een
groot huishouden en een klein traktement, zoodat
ik er al het een en ander bü doe; ziet-u, ik ben
doodgraver en aanspreker ? maar daar heb ik
dan al bedroefd weinig van te doen, ? nou, dan
ben ik bode van het polderbestnnr en omroeper
en Zondags verdien ik een stuivertje of wat met.
orgeltrappen ?> en in mijn vry'cn lyd, ziel-u" -^
r>££ was het mogelijk dat de man nog één
oogcnLW. vrijen ty'd ? over hield ? ?verdien ik er een
senlje bij met schoenlappen, dat heb ik geleerd
vóór dat ik in den dienst ging."
Ik kreeg waarlijk eerbied voor dat Vecndyksch
factotum: veldwachter- doodgraver - aanspreker ?
bode-omrqeper-orgeltrapper-schoénlapper.
. ?De politiedienst schy'nt dan nog al niet zwaar."
?Dat zal ik u zeggen, luit'nant, dat is al dat naar
i: hel opneemt ? die bl.... jongens daar heb ik
et meest last van. Ik heb er zeil een paar ? on
deugende rakkers ? die voor niks staan: daar zy'n
ze me nou gisteren heengegaan en hebben het
sleutelgat van de school volgestopt met steentjes ?
nu is er geen smid op het dorp, zoodat er gisteren
den. heelen dag geen school is geweest."
?Wel zoo l"
?Ja, ze staan tegenswoordig meer voor niks en
ik kan die rakkers zoo gerpakkelylc niet vinden,
ze weten wel, dat als ik ^e te pakken krijj,
eenoec.
dat ze dan het hok in gaan. We hebben hier
sinds een paar maanden een bok gekreten, voor
my'n eigen jongens niet, ziet-u, die geef ik thuis
een pak. op hun bast ? och, maar een andermans
kinderen mag je dat al niet doen, je zou er gedoe
mee krijgen ? vroeger deed ik het nog wel eens,
maar de burgemeester heeft het liever met: ik ben
een beetje hardhandig, weet-u."
De hardbaudigheia van deien dienaar der ge
rechtigheid behoefde geen nader betoog: de
herculesf-'"u?'J
?Df
Wieb
stelle
laatst
der".
op z
Jappt
kreei
niet
't zü
ven
sjalc
brie'
de f
ter t
war*
was
i
woo
een
't V
gen van Hannes
eel als brievenbe
p die er rondloopt;
voor ?taaien
dienjf um een goed pak
? die ook
schoenintonrechler en ik
,e laat je toch maar
i..jongen. Ziet-u,
Viebes die mij
dur? ? - >cl goed os dat het
n burgemeester de
<m met niéuwe-jaar
loor den
vcldwachids lang afgelegd en
doch van net dorp
arom.
i een geliefd
slopar tier tj e loopen wc
««ai, «i «.vit ^..«.i.trlje liepen wy ?eon
heel eind heen," doch er verliep nog een halfuur
eer \vü eindelijk vóór ?het raadhuis te Veendyk
stil hielden.
(Wordt vervolgd.)
HERINNERINGEN AAN TWEE BEROEMDE
AVONTURIERS.
De londensche uitgever Longman heeft zoo
even een boek gedenkschriften het liulit dueu
zien van Graat' Or*i, een uuuuer, gelijk mcu wuet,
die deelnamen aan de beroemde landing van
Napoleon 111 te Bouiogne, en die or OOK nog
anderszins toe by'droeg o in de aandacht der
F ransuilen op de bonapartcs te vestigen. Op do
zen hebben zija herinneringen vooral betrekking,
inzonderheid op Louis Napoléon, met wien hij
reeds iu 1831 een verdrag aanging, waarbij hij
beloofde den Prins in ziju plauuou to steunen,
terwy'l deze kampen zou voor de eenheid YJH
Italië, als hij bet boofd dtir fraosche natie wcrJ.
Het boek behelst de praatzieke herinneringen van
een oud man, hoewel de graat' betuigt dat hij
zich niet alleen op 2{ju geheugen verlaten heuU
maar ook op ziju joui-iiaal, iu 'twelk hij dag aan
dag de gewichtige gebeurtenissen, üuoinede du
gesprekken heeft opguteekeud. die tussclieii dein
en andere aanzienlijke uersonen plaats vonduu.
Van du expeditie uair Boulogne, waarvan hij du
leider was, bewuert Gnuif Ürsi dat zij gelukt zuu
nijn, ingeval de Prius met un liet gezette uur au»
boord was gekomen; hierdoor haddun zg IJoulugae
to laat bereikt eu had het frauschc- leger ouder
bevel van een autibimapartiütUcli ofiidur gfsUuin,
dio vóór deu bewusten t^cl afwezig was geweest,
Do Q-eashiedeuit van den Adetaui; dio men steeds
tegen Louis Napoleon heeft ingebracht, ontkent
hu teil Btelligste. Ziehier wat bijiiuum ver schrijft.
(liet toooeei is Gravoxend, aan de uioud vau do
Theems).
liet werd reeds laat en nog had de Prins zich
niet vertoond. Graaf 1'ernigny begon te vreezen,
evenals ilc, dikt iets zeer ernsiigs noui vürhinderJ
had op het afgesproken uur uit Lunden te
vartrekken. Wy benvadslivagden wat er todoenwm,
tocu de overste Parquiu, een oliicier vaq ile
ruitery, een oud vriend vaa deu'Prins eu dien:) ge
zin, zich bij mg vervoegde en zeide: ?Ik zuawel
eveu aan land willen gaan eu wat goedu siguren
koopen. Die wij ain boord liübb^u zijn afschuwe
lijk; ik kan ze niet rooken."
?Aan Jand gaan? Miju order luidt niamanJ,
onder welk voorwendsel ook, toe' te sUaa hut
dek te verlaton." ? ?L>U3 moet ik hier als ge
vangene worden beschouwd?" ? ?Ik zeg alleen,'
dat ik uw verzjck weiger omdat ik du wriucbeii
of' liever bevelen van den Prins wil nakomen."
De overste wendde zich tot Graat'l'ersigny, die
hem iugelijks. to kennen gaf divt het hem onmo
gelijk was, zijn bede in to^willizeu. Hij geraakte
m duu uiterste a toorn. Ziju klimmende woede
kwam mij gevaarlijk voor. ik vroeg aan Persigtiy
of het nit-1 geraden zou zijn, den overste zyo zin
to geven, met dien verstande dat ik un Cliarlos
Théliu, de trouwe knmerdiennar van dun Prins,
hem zouden vergezellen. Persigny Rtetiidn toe
en wij stapten iu de sloep. Toen wij den tabaks
winkel opzochten, werd da overste een knaap
gewaar, die op een boomtrotik een arend vlue.;cii
zat te voeren. Aan een der klamven van list
dier hing een ketting. De overste zag gedurig
naar hom om, maar ging dóór zonder ueii wjord
to spreken. Naar de boot terugkeerende, mark
ten wij dat da jongen zyn stam had verlaten en
nu een paar ellen van onze landingsplaats
verwyderd was. De overste trad op hem too en
vroeg hem, op den adelaar tikkende: ?Es t-i l a
vendreV"
De knaap keerde zich tot mij en mompelde:
,Ik versta dien mijnheer niet."
Ünmiddelijk doorzag ik de bedoeling van dun
overste ca zei: ?Ueste kaptcin, ik hoop toch dat
go dien arend niet zult willen koopen. In gods
naam zet dut uit uw hoofd. Wy hebbeu ous wel
niet andere dingen bezig to houden!"
?Waarom niet.? Ik wil hem hebben. Vraag hem
wat hy er voor verlangt." ?
?Dat doe'ik niet. V)o»; ann Thélin. wat hij er
van denkt!" .
?Het kan mij niet schelen wat een ander denkt,"
antwoordde hy'; ?ik wil hem hebben. Oom bi e n
veux-tu?" . .
De jongen haalde de schouders op. Eindelijk
vroeg de overste- hem in gebroken ciigelsch naar
den prys. ?A pound," luidde het bescheid.
liierop wcra den knaap bevolen dun. arend op
do boot te brengen; wij ategen iu en roeiden der
waarts. Men bevestigde er den vogel met zyn
ketting .aan den hootdmast, en niemand 'gaf er
voeder acht.op, totdat hij te lioulogue door de
commiezen gezien eu in beslag genomen werd.
Meu bracht hem naar het museum, waaruit hij
den volgenden morgen wegvloog, vermoedelijk
omdat hij niet goed was opgesloten. Ziedaar do
echte, onopgesmukte geschiedenis van den adelaar
van Boirlogne, waar zoo veel over gezegd eu geschre
ven en door alle partjjen, vriend of vyand, geloofd
IJL Is het niet opmerkelijk dat een voorval, van
welks nietigheid ruim 60 personen aan boord van
het schip konden getuigen, een voorval dat zoo
menigmaal is weerlegd, toch en toch door alle
landen 'de ronde doen en een ichtyn van
belacheiykheid op den. Prins werpen kon, die nooit iets
van het bewuste dier had gezien of vernomen 't
Hoe veel feiten, die de historie hééft bewaard,
zouden met den ?Adelaar van Boulogne" niet op
één hjn geplaatst kunnen worden l
ZHn deelneming aan die landing moest Graaf
Orii met een vijfjarige hechtenis boeten.", Uit
den kerker ontslagen, gebruikte men hom' als
bonapartitiach agent Van één onderhond met den
Hertog van Srunstcgk vertelt hy het volgende:
?Het uitwendige. van het gebouw is niet zeer
.aantrekkelijk .an zóó somber, dat het'mg veeleer
aan een gevangenis dan aan de woning van een
voornaam heer deed denken. De Hertog h*d het
nog onoogujker gemaakt. Van den ingang tot
aan het nuis dat iu het midden va,n een groot
dein gelegen was werd de blik door aleti
vroouks of innemenda begroet. Alles was
akelig én itÜ als een Krnot Twee gröotx>J
gen bewaakten de plek. Ik moeit tweemaal mjjn
volmacht toonen eerdat ik toegelaten werd.
Eindelqk ging men my vooruit naar een don
kere koude kamer, die in het midden een ronde
tafel bevatte eu vier «loeien, waarvan er twee
tegen de schouw stonden. Op die tafel brandde
een karig licht; de muren waren naakt; er viel
geen spoor van oom fort te bekennen. Twintig
minuten waren om, toen ik een lichte beweging
bespeurde aaa een iware gordttn, die over een
ry'deur hing. Plotseling kwam door de gorden
een mannenhoofd gluren met «en reusachtige,
zwarte kap van pluis, die niets dan den neus
blootüet, overdekt De kapot maakte deel uit
van een lang gewaad, eveneens van zwart pluis
of fulp, en met een dikken zwarten riem om
wonden. Het was de Hertog van Bnmswyk.
Zyu handen staken iu de twee egzakkenvaoiyn
chambre cloak, waarin z{j, naar hy rny eenige
dogen later meedeelde, een revolver omklemd
hielden. HU richtte zich naar de tafel, die als een
sluitboom tnsscuen ons in stond. Zjja oogen
flikkerden door de nauwe opening van de kap,
alsof hij bang was dat ik moordgedachten koes
terde. Wy1 kekeu elkafir een paar lekondenaan;
eindelyk riep iüj uit: ?Gü hobt oin audiüntie
verzocht; wat wüt ge?"
?Uw Hoogheid zal mjj veroorloven op te merken
dat de zaak die my hierheen voert, eenigen tyd
vordert en het mij dus aangenaam zou wezen,
indien ik my nader verklaren mocht, tcrw^l Uw
Hoogheid zit."
Met een handgebaar wees by op een der leun
stoelen aau den schoorsteen en zette zich
tegeeover mij.
?Ik bezweer Uw Hoogheid," ving ik aan,
?myn opgewonden stemming te verontschuldigen;
zy vloeit uit het gewicht raijuer opdracht voort,
en ik vraag vergiffenis, zoo ik U door hetgeen
ik te zeggen heb misschien lastig mocht vallen.
Daar Prins Louis Napoléon zich do vriend
schappelijke betrekkingen herinnert, die tusschen
U en hum tijdens zijn oponthoud in dit land
plaats hadden, en daar hy overtuigd i* dat door
ae gesiimeuly'ka bemoeiingen van U. U. en zijae
politieke aangelegenheden vau het hoogste belang
in da hand gewerkt kunnen worden, zoo heeft
de Prins, tb»O3 gevangen te Ham, my last
gogaven U om een voorschot te verzueken dat
hy nooilig hoeft om weer op vrye voeten te
komen!"
Nauwelijks had ik de laatste woorden ceiiit of de
Hertog sloeg met beide handen, in heftigeueweRing,
de kap naar achter en riep op schellen toon:
?Wat? Een voorschot? Heb ik goed verstaan?
Xeg het nog eens!" ? Die vlaag van drift over
rompelde mij niet. -Ik bad er mij volkomen op
voorbereid, ze rustig te verduren. Eeuigo secon
den zweeg ik. Ook de Hertog van zijn kaot
blikte mij sprakeloos aan. Daarop hernam ik:
?Ik vind het zeer begrijpelijk, dat U. H. in 't
ei-rate oogenblik een zoj ongewoon aanzoek be
vreemdt, maar niemand kan beter dan L'. II. hst
vóór eu tegen van toestemming of afwijiiiiir be
oordeelen. De Prins verlang.tu OOOüpd." ? blvok
uls een lijk ree< do Ht'rto^ op cu utrekto zijn
arm naar hst. schellekoord uit. Doch vóórdat d*
schel overging, voerde ik hem, opst.uinde, tege
moet: ?Om G'ods wil, luister na;ir my. Ik h-ib veel
tt- zeggen wat. Uw meeniug k«n wij/ij,ri;n. Vergun
mij slechts enkele minuten."
Do Hertog slingerde het koord tegen Jon
muur en hervatte op luiden, bitsen tuan: ,lk
weet niet wat ik nitfer te bewonderen hu!>, uw
onbeschaamdheid ot' mijn geduld. /C4 dui/.cnd
pond aan Louis Napoléon lecueu! Hoe kwam
ik er toe? Uw Priui silnjnt, niet te weten
dat ik Rr.Du'tlikein ben! Do vriend van
U^vaigtiAC, Jfirraat en alle hoafd-in dar pirtij
De grootste aandeelhouder in de Nationale.
Door republikeinse hè beginselen ge
leiden gesteund, w i l i k .1 1', n a l ] e 12 o ?
narchiotin, met name l>u i t s c h land. den
oorlog v e r k l n r e u. Da landing v/ii» uw
Prins iu Frankrijk heeft hoegenaamd geoii zin
als zij niet koninkrijk of keizerrijk buteeki-nt.
Ik wil mijn' nieuwen vrienden niet alv.illig worden.
Ik weiger don Prin* de O'JOO pd., die gy' in zyu
Dit ropweu vau republikeinscha lieijinselon van
iemand als de Hertog van Urunswyk bracht mij
toch van myn stuk. Nimmer hal ik van zija
connecties met de Nationale hooren spreken.
Ik zag in dat mijn taak moeielykiir waa dan ik
voorzien bad. Het is uiet onmogelijk den eenen
persoon voor dea anderen to winnen of een poli
ticus over te halen, van ziju vroeger systeem abtand
te doca, wanneer men' hem kan overtuigen of
bizondere voor Jeelcn toezeggen. Maar welk mijdel
bestond er om tot zijn vroeger standpunt iemand
weer te brengen, dio tot begimeleu toegetredon
was iu lijnrechte!» stryM iu«t die aan welke hij
zijn gezig had te dankeu ? vooral wanneer
deze nieuws proseliet d* Hertog van lirunswiik.Uus
medeliil dor aristocratische dynastie van Europa
was? Elooh list viel my in, dat zoo een sterke aan
drang den Ilertoff had "bezield om
dorepublikeinBiho party te omhelzen, een nog krachtiger
boweeggrjnd hem inisschiua fat de denkbeelden
kon terugvoeren die hij vau jongs af had
iogezogen.
«Welk voordeel een \ferbintönis met de
Bspubhkeinen U verschaftVn kan", hief ik nan,
^zal U. H. natuurlijk wel overwogen hebben. Ma -ir
U. H. zal mij toestain te h°rinueron, dit het verschil
van belangen tusschen U ea Uw nieuwe
boudgeuooteu ta groot is om niet onvermijdelijk tot
qou scheuring to leiden. Zoo gaat het steeds
met politieke vcreenigingen die op eeuzydioe ver
wachtingen berusten. Uw aansluiting by de Repu
blikeinen, hoe onverklaarbaar ook, bezorgt huU
ten minste één niet te miskennen voordeel, het
eenige waarop zij trouwens by U «kenen : ? geld.
Doch wanneer hun zaak komt ta triumfeeren,
dan zullen zij den daz na do overwinning U ver
volgen un zich va» allo verplichtingen ontheven
achten. De tegenwoordige baaierdragen der
repablikcinsohe party zyn lieden van verjtand
en opvoadiag. Ik ken ze persoonlijk. Achter
hen echter, staat het volk waaraan zy beloften
gedaan hebbén, .die .zij goed- of kwaadschiks
moet*n vervullen. Wat kan U. H. daarbij'
winnen? Uw oogmerk, zoo ik rog' Biet bedrieg,
i« in Duitschland vaster voet te krijgen, tig" kunt
niet hopen over Frankrijk te heerschen. Uw
verbood met 'de Rtpublikeihea kan slechts een
«Igemeene omwenteling bedoelen, die dan ook
een olgemeouen opstand in Daitschland ten ge
volge zou bobben. Maar ook daarby zou U. 'H.
den bal misslaan ? de duitsche republikeinen hebben
zuiverder . gevoelen» dan de fransche en zonden vau
olk monarch isch. hoofd nog af keeriger zyn dan deze
Gy zult in den maalstroom eener katostrophe te' loor
loor gaan, zonder de deelnemingte hebben verwekt,
die te beu rt val t aan wie zi ch voor eon groote onedele
zaak opofferen." De Hertog voer ijlings op eu
zeido : ?Gü kent myn antwoord. Ik (la het aan
zoek van uw Prins af en bid u hem die weigering
over te brengen. . Ik betreur zijn toestand, maar
vind voor my geen redeu om van besluit te ver
anderen." '
Ik zog dat alles verloren wat. Er volgde een
oogenbluc van diepe stilte. Ten laatste nam ik
mijn hoed en schreed op de deur toe. Baar ge
opend en do klink in de hand hebbende, sprak
ik : ?Uw Hoogheid cal mij vergeven, hoon ik,
dat ik haar lastig ben gevallen. Toen de Prins
my' opdroeg om by U het mogelijke tot zyu
?bevrijding - te beproeven, wilde hy niet alleen
pecuniaire verplichtingen- jegens U aanvaar
den. Zijn inzichten reikten verder en zouden
onder da bestaande verhoudingen tot beider
Toordeel gestrekt hebben. Toen -Üc deze
«endiflf-op-cBi'fiJir-èa-y' H., waorvwr ik iteeda
dankbaar ui blöven-, nijj audiëntie
toestond, wa» ik teker deirW&^aa "un ta ont
moeten, dien sHn hooge politie in staat stelde
om de vo ordeeion te beseffen die voortvloeien
moettou uit de verbintenis met een tweede wi«ns
populariteit haar toppunt had bereikt. Ik meende
dat U, H. met den waren stand der publieke
opinie in Frankrijk ten opzichte van den naam
Napoleon bekend was. Had ik my vrij en onbe
vangen tegenover U mogen uitlaten, ik zou hebben
doen zien dat de gevangene van Ham bestemd is om
de grensBteen tus-chen den ouden en den nieuweren
tyd te worden. Ik beken dat myn ontnuchtering
groot ia. Moge U. H. mij niet voor aanmatigend
ouden als ik voorspel dat Öij in minder dan twee
jaar tijds U beklagen zult, 's Prinsen verzoek van
do hand te hebben gewezen."
Ik boog en wilde my verwijderen, toen de Her
tog zeide: ?Bly'f nog even, bid ik u. Ik heb nooit
aan profetie gehecht en geloof allerminst aan de
uwe met betrekking tot den gevangene van Ham.
Buitendi-n laat ik mij even ongaarne met voor
spellingen ia als ik ooit iets oizonden doe op
een dag, waarvan de datum het cijfer 7 bevat
Indien (rij my' den Ten, I7ea of 27ea om au
diëntie badt verzocht, ik zou er geen acht op
geslazen hebben. Overigens hebt gy, door met
zoo levendige kleuren 'n Prinsen Uitzicht op de
regeering in Frankry'k af te schilderen, myn
nieuwsgierigheid geprikkeld. Let wel, ik m met
deze woorden geen vergelijk aan: alleen, daar %ij
den stand der openbare meening in Frankrijk
beter schijnt te kennen dau ik, kaa het gebeuren
dat ik mij genoopt voel iats voor den Prins to
doen, mits gij my bewijzeii kunt dat zyn komst
tot de hoogjto waardigheid louter een quaeitit
van t$d is.
Het eind van da zaak wai dat de Hertog
zwichtte, een contract sloot en geld op voorschot
gaf. Dat Louis Napoléon uit zijn gevangenis ont
kwam it even bekend als al het verdere.
Aan dnrgelyks belangwekkondo anecdoten zyu
deze Mémoires overryk.
NATUURKUNDIGE MËDEDEELINGEN.
De mvtèorograaf van Theorett. Dit is een
werktuig, zooalj er reeds meerderen beitaan,
waardoor liet doen van weerkundige waarne
mingen gemakkelyk wordt gemaakt. Door het in
strument zelf worden opgeteekend: la. het
tijdStip d«r waarnemingen, 2o. de snelheid van den
wind in meters per seconde, 3o. de richting van
den wind, 40. de stand van den thermometer,
5o. die van een bevochtigden thermometer
waaruit, in verband met den vorige, de
vochUgh-M'lstoestand van de atmosfeer wordt afgeleid,
(jo. Je barometerstand. Het belangrijke vcrscbü(
tuïJchen dezen ?zelfregistreereDdon met«orogra»f "
eu anderen beataat daarin, dat hij de uitkomsten
in cijfers opteckont, terwijl de overigen dit door
een lijn doen, die getrokken wordt op een in
vakken verdeeld papier. Een aantal raderen
beziHen aan hun omtrek de cijfers gegraveerd en
e'.k kwartier wordt eea strook papier geJrukt
tegen het cijfer, dat met den st*nd van baroniet-r,
thermometer enz. overeenkomt. De inrichting is zeer
samengesteld doch schijnt niot onpractisch te zgo,
want een zoodanige volgens aanwijzing van
Tbeorcll te Stockholm geconstrueerde toestel ia
sinds tivee jaar aan het observitorium te Upsal
zoaUer cenige stoornis in gebruik. De
beweegJcrocht wordt geleverd door een galrapische
battery en dit is de reden waarom het instrument
op de tentoonstelling te Parijs prijkte. Het
opttekeuen van de waarnemingen in cijfers u op
zichzelf niet doelmatiger dan Set trekken vaneen
kromme lyu op eea verdeeld bl»d papier; o«n
overzicht wordt door het laatste gemakkelijker
veikrep.-n. Om spoedig de uitkomsten naar an
dere plaatsen over to seinen beeft bet eerste
echttr ecnig voordeel.
Het c!cc!rii<-h licht nit K» fi>/gi?iisch oogpunt.
ulan^s heeft Dr. Jav.il te Parijs in de So^etó
.
de MéJecrac publique den invloed van _bet
eleotrisch licht oj> de ojgen besproken en ij daarby
tot het rosultait cekoiuen, dat wij voor onze oogen
er slcchta voordeel van ta verwachten hebben.
ZeilV bij personen die voortdurend met elecirisch
licht werkzaam zijn en er dikwyls zonder eeoi^e
beschutting vati n.ibij naar zien, hoeft men geen
ernstige oasreniakkeu aan de oogen bespeurd.
Slecliti een 'paar personen, die onder
zcaratnwrmale omstan-ü^hedt-u uiet eleotrisch licht hadden
gewerkt, was 'een tijdslijfc ongemak aan bet oo?
waargenomen. Het publiek, d»t uiet naar het
licht zelf mnar slechts naar de verlichte voor
werpen heeft te zien, zal er door winnen, wan
neer die verlichting zoj veel mogelijk met het
daglicht overeenkomt; de veel nadeeliger in
vloed van een onvoldoende verlichting wordt
daardoor vermeden. Wil men de oogen in som
mige gevallen voor de directe lichtstralen
baschutten, dan moet men geen blauw glas nemen,
zooali dikwijl» geschiedt, maar geel. omdat zoo
er stralen een nadeelige werking hebben, dit de
violette en ultraviolette zijn en dezen wel Joor
geel maar niet door blauw worden teruggehouden. .
Wij voegen hieraan toe, dat afgescheiden van
de werking op de oogen bet electiïscu licht uog
andere hygiënische voordeelen aanbiedt, a.l. dat
het in vertrekken geen of zeer weinig van de
vooi de ademhaling noodige zuurstof verbruikt
uti eveneens geen of zeer woinig gasvormig pro
duct levert dat de daripkriug verontreinigt, ter
wijl het verder de temperatuur niet zóó sterk ver
hoogt als bij het gebruik van liet gas, met
erenveel lichtsterkte, het geval is.
In Dnitschland hebben prol". Blasius en de oog
arts dr. Happe voordrachten over hetzelfde
onderWnrp gehouden, én heeft de eerste er
vooralop gewezen, dat zoo het'elcctrisoh licht een
verbrandings-proiiuct lovert, dit sleclits koolzuur is,
terwijl alle andere lichtbronnen bovendien meer
schauehjke bijproducten geven. De tweede wees
op de grootere gezicbtscherpte by electrisch liciit
ea de betere onderscheiding van kleuren. Meu
dient echter ia het oog te houden, dat deze laat
ste voordeelen niet bestaan bij het gebruik van
de zoogenaamde gloeilampjes, die een licht geven
even geel als gaalicht, maar slechts bij 't aan
wenden van de sterke koolspitslampen of
Jaboklofkursen, en dan alleen indien dezen, volgens
de nieuwste inrichtingen, volkomen standvastig
branden.
Een nieutce accumulator. De Teel besproken
werktuigen om electriciteit op te zamelen, de
accumulatora vaa Fonre, eyn door de maatachappy
die de exploitatie heeft op zich genomen wel te
Parijs tentoongesteld maar, om de een of andere
reden, nog niet algemeen verkrijgbaar gestold.
InttUtchen hebben anderen beproefd naar het al
gemeen bekende beginsel dergelijke werktuigen
samen te stellen en in ona land is dit aan de
firma Kipp & Zn, te Delft,, wier fabrikaat wil in
werking hebben . gezien, zeer goed gelukt. Het
kan echter niet anders of wanneer de
accnmnlators meer in gebruik komen zullen zij verbete
ringen ondergaan en een zoodanige is reed* thans
door Heory Sutton aangewezen en beproefd.
In plaat» van twee loodplaten met verdund
zwavelzuur, neemt hij een geamalgumeerde Jood
plaat en een koperplaat en plaatst dezen in een
oplossing van kopervitriool. Om dezen
accumulator te laden,, wordt de loodplaat met de
positieve pool van da battery verbonden en de
koperplaat met de negatieve ; het lood oxideert
zich en de koperplaat groeit in dikte door het
"daarop afgezette koper, men eet de lading
zoolaag voort, tot al het kopervitriool ontleed is, wat
aan het kleurloos worden van het biauwe vocht,
il te zien. By het ontladen wordt het gevormde
loodperoride weer gereduceerd en het 'koper op
gelost Op deae irijae meent de ontdekker nog
voordeeliger werking te krijgen dut by de inrich
ting van Faure. De platen worden ook bf
dezen nieuwen accumulator spiraalvormig om elkaar
heen gerold en met een aantal gaten voorzien.
By het laden hoort men een eigenaardig ratelend
geluid, waarichy'nbjk door het afzetten van het
koper dat den vorm vau den spiraal eenige
ver"" '"" doet ondergaan.
Zwtrttoflmeiding in M poot. Dit Is een van
de chemisch- technkche t**gttukken, waarvan
de beantwoording nog uiet gelukt i», indien meu
namenlijk met nm hit groot" ook bedoelt teiten
zeer geringen prjj». Het gas, dat voor een vijfde
onzen dampkring vormt kan men onvermengd tot
nn toe niet anders leveren, dan tegen een pro*
veel te hoog om aan eenige belangrtike induktn»
eele toepassing te kannen denken. WM de zuur
stof voor enkele centen 4>er kubieke meter, t»
verkrijgen, dan zon het gebruik er van voor al
lerlei doeleinden zeker niet achterwege blijven.
Te Paasy is men teruggekeerd tot een vroeger
verlaten bandelirijt om ae zuarrtof te bereiden,
namenlyk die door verhitting van btriumuxide
of baiyt Dit neemt dan zuurstof uit de lucht
op en geeft dit later by een sterkere verh tfing
Weer af. De zelfde hoeveelheid van de grondstof
?ou daardoor telken» weer opnieuw kunnun ge
bruikt worden. In do praktijk bleek het even
wel dat door de herhaalde verhitting d« baryt nt>
eenigen tyd onbruikbaar werd, zoodat men nieuw*
moeit aanschaffen en dit maakte het product ta
kostbaar. Thans evenwel hebben de gebroeders
Brin een bereiding der baryt ontdekt, waardoor
dit zeer lang zij o werkzaamheid behoudt, zoodat
bet zelfs ca 400 maal verhit te zy'n geweest nog
niet waj veranderd. De verhitting geschiedt in
metalen retorten, waardoor vochtige Tucht wordt
geleid; daarna wordt de opgenomen zuurstof door
herhaald* verhitting uitgedreven en in guhouden
gepompt, nadat ze van een weinig er mee gemengd
koolzuur is bevrijd. De prys van 100 kilogram
barvt in 250 franc en men berekent d»t te Pariji
de kub. meter zuurstof op slechts 12 a 15 centime*
sou komen.
Allerlei.
EEN KWAKZALVERS-DISEE.
door
CABTO-B.
Holloway .... de puien-reus
?Vriend van ieder!" ia zyn leu&
tiaf onlangs een fijn diner,
Al zyn vrienden deden mee.
Men zag: Richter, Retzlaff. Breemer,
Gimborn, Moesainger ea Kraekmer,
Stnrzenegger. HbfiT Guyot.
Brandt, Laroche en Botot . . . .
(Hoe ze allen verder heeten
Kunt ge door de krant licht weten.)
Holloway staat op ... en meldt,
Dat het hier een tioodcchap geldt,
Van de mantien liier te saam,
Tegen onverdienden blaam.
?Zelf* de kranten die wy ?smeren."
r Durven zich te bpponeeren
?Tegen onze wy'i« taal.
.Maar Goddank ! het blank metaal
?Heeft nog kracht eo daarom Heerent
?Onophoudelijk apnonceeren l... .
?Annonceeren l zü de leus f
Alzoo galmt de BriUche rem,
TJa" zegt Nieske 1) ?da's heel mooi
?Voor een baas van. uw allooi,
?Die 't zoo maar voor 't grijpen beeft,
?En gelijk een Koning leeft....
flk «tel voor o Holloway ! . .
?Geef een duizend pond of twee...
?Voor den kleinen vakgenoot . . .
?Dan eerst noemen wy u groot!"
?Ja, bravo ! . . . . do's redeneeren l"
Bmlt eenstemmig 't choor der ?heeren,*
Ieder roept: ?wat «ijt «rij dApper
Nieske ! GÜ zyt meer dan
kapperl"
Holloway verheft zich. waardig,
En zegt: .Nieske 'k vind 't nret aardig
..Dat m mijn paleis een gaat
,Znlk een taal spreekt, die niet past
.Voor een doctor, die beweert
?Dat by neuzen converteert, ?
?Rood gelijk een appelfleur ?
?In een lelieblanke kleur!
T ..... Foei! gij moest U allen schamen,
?Zie ik niet Uw aller namen,
?Dagelyks prijken in de krant
?Van schier elk gewest of land,
?En zoolang gij annonceert ? ?
?Weet ik .... dat gy prospereertt .
..... Maar de' bende wordt jumocrig
Hier en daar zelfs woest . . . . oproerig . . .
Iedereen roe^t: ?Uollowoy
?Geef een duizend pond of t wee l"
weldra worJt men handgemeen ?
Eu cu vliegrn dra dooreen ...
Potjes zalf en doosjes pillen . . .
Druppels om de py'u te stillen . ? .
-Pam-«zpeiler , . . . leven*wek';er . . i
Breukzalf. . . honig, zoet en lekker . . .
FlesHchen met ?Rob Liiffecteur" . . ,
Oogeuwater. . . teerlikeur. . .
Maar. . . de pillenrt'us
Dat nietswaardig tuig h^m tretc,
En géén enkele van die enken,
Kan hem van zjjn »tuk doen r-.<ki»n}
Rustig zei<t hy: ?Mtjneheeren
?Waarlnk gaat. toch ?adverteertfti!
?Te Deed het vroeger op crediet. . .
?Geld? ... ook jfe b>I 't vroeger ui-t,
?Maar ? ik wist 't publiek te pakken,
?Ea met goed gevulde zak keu.
?Kwam 'It terug ? wie we«t het niet?
?Naar 't paleis in OxforiUtreet . .
?Zoo verdiende 'k zonder slag
: V'J
,Soms wel duizend poud Pf r dajt l
Maar eea raad nog ben fk U schuldig
,üenk: 't publiek i» erg gedutdiV,
En 't sliiï alles ? miu geleerd
,In de bladen g'adeerteerd."
.. Ieder gaat hierop aan 't schrijven,
Eu de blanke, gele schijven,
Komen weldra aangevlogen, .
En 't publiek wórdt voortbédrogen,
De gezondheid ondurraijud l . v ?
En 't beapaarde geld verdwijnt l
Amst 18 Jan. 1882.
1) Nieike ? troeger doctor In da pirfamerU ?
aliu kapper it de bekende man welke o. a. ' rood» '
neozon «blinkend" wit ouakt dooi
Schaakspel. Een van de oudste boeken, dte
naar zoover men weet in Engeland gedrukt
werden is het ?Schankspel," dat van het jaar 1474
dagteekent; het werd toevallig in Holland ont
dekt en voor enkele stuivers gekocht De kuoper
deed het voor 20 pond aan een zekeren heet
Oiborne over, Oaborne aan Dr. Asken» voor 60
pond en na diens dood werd er door de
konmkfylü bibliotheek 170 pond voor betaald. ;Kw4m
het boek on onder don humer dan zou het x«k«r
oog tienmaal meer opbrengen. . ?.
?m
'