De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 29 januari pagina 3

29 januari 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

TDE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDER L>A N D. No. 240 Reinsberf, met ijjn oom, den veertigjarigen heer 'FriU Remsberg. dan is het met den besten wil 'niet mogelijk deze menschen van gemaaktheid ?TH] te pleiten, ondanks al de losheid die de Bcnrijver hun wil toekennen, l «Bah, wat 'Oom' je en complimenteer je.... «et nu in 's hemels naam maar Frits, als 't u belieft! Al ben ik veertig en gü pas over de drie en twintig, roo'n paai ben ik toch noch niet; en .. dan, ge hebt het verder gebracht dan ik t luris vtriuaqve doctor .... daar neemt een eeuwig Candidaatjen m de letteren zijn hoed voor af. ? . Ia den Raag maken ie 't best, merci. Johan dwong een paar dagen vóór my'n vertrek al om té leeren lezen.... evon zes jaar t Ik heb hem een ferm pak beloofd als hij 't weer waagde.... Heer lijk ventjen, hé ? Ben je 'r noch in kort geweest?" Welk een los heer, met waar? is die veertigjarige Oom! r En toch aeze oom, bijzonder sterk in uitroepen, als: voortreffelijke, manneke, amicissime, illuslris?imeenz., spreekt een paar dagen later in de gesemge huiskamer als volgt: ?Gy zjjt man en geen una meer. Geen sterfelijk inensch kan u raden. IV hart alleen moet gij ondervragen, ?met ernst, met ootmoed, wetende dat er Een is die ook dat hart proeft en doorziet, want wee u, wee a en haar, zoo gy uzelven bedriegt!" Charles zelf, de gepromoveerde student, die voor een poütUchc ziel moet doorgaan, beantwoordt, na verzekerd te hebben dat het peen kleine teleur stelling voor hem was, oom Frits niet te zien, toen Iiy daar tusschen zy'n paronymfen stond, aldus ooms vrnag: .Kranig geweest? Prof. H. ge opponeerd?" ? ,Ja wul, maar niet raster naar my'n zin:... hy had tets knorngs en vinni-'s, docht me. Maar N. was aardig, zi-U'e me onnuddeltjk op mijn gemak, had mij ongenadig beet en hielp mij zelven aan 't lachen ? en ten slolte kwam ik er met alle eer af.... Zóó mag ik het. Over 't geheel liep alles bizonder inf-e en op de receptie waren ze allemaal heel hartelijk..." Dit zoete individu, met c-en aantal wrheven eigen schappen welke wettigen moeten, dal oom Remsberg niets natuurlijker vindt dan hem te verzoe ken toch eenvoudig .Frits" te xeggen, is geëngageerd «n trouwt met een meisje, welks praktische 7in en gebrek aan schoonheidsgevoel een ? bron van voortdurende teleurstellingvoor haar echtvriend zijn. De pioëtisièhe Charles, acht zich verongelukt, miskend, beleedigd, omdat zijn Ida bv. zich niet kan verheugen in het geschenk (een kostbare vaas) dat hy haar aanbiedt, ? of wyl zy niet goed keurt, dat de dichler zyn verzen wilde in 't licht zenden op voorwaarde van nog 50 gulden toe te geven ? terwijl zij zooveel mogelijk'moeten spa ren om hun eersteling, die weldra tt-r wereld zal komen, behoorlijk te ontvangen. Om deze .reden wordt hij boos, grof en begrijpt dat hel prozainensch zyns niet waardig is. Men zou ondanks deze onhebbelijkheden nog eenige sympathie, voor den armen advokaat kunnen gevoelen, ware hjj inderdaad poëtisch eu paven zyn taal en handelingen icls zou verhevens to ver, moeden, dat zy ons konden doen vergelen hoezeer zijn Ida een juweel vaii een vrouw was. Maar dat is niet het geval. Grootheid des gcestes. noch diepte des gevoels ontwaart men bij dezen heer der schepping. In zijn jeugd boetseerde hu. volgens Oom Frits, weergaas aardig. Hu mocht zelfs in een gesprek met Oom allerheftigst verklaren: .Het kan mij dikwjjjs toeschijnen dat ik, ook voor de schilde ryen, ja voor de natuur zelve, meer ong heb dan nnJaran t<y>h nril- niot tn!e|{pft||) van ^wwl- u-. fco. voel.' Hy cenoot dan ook wérkelijk by bolschilderachtifw der Prinsengracht tegenover liet paleis van .justitie zoozeer, dat hu zyn Ida, een weinig verachtte, wy'lzy onaandoenlyk bleef by het aan schouwen van bootjes met opgestapelde goudgele komkommers, die over het sapgroene water der gracht schoten, .licht als vogelen," onder de krach tige riemslapen der roeiers in blauwe ot' roodu hemden, beschenen door de avondzon.' Voorts maakte de Heer Charles Reinsbcrg verzen, maar.... dat was dan ook alles. Ida, het burgermeisje, de eenvoudige, hartelijke verstandige vrouw is in haar droeven' strijd niet dezen zenuwachtigen onbeduidenden echüronnpt het best gclcekend. Zü behoorde de overwinning te behalen. Zoo begreep het ook de auteur. Als Charles in woede zyn vaas terugbrengt.... is zij zich bewust haar plicht pedaan te hebhen en sterk in dat pcyoel draagt zy de smart, die Charles kinderachtige prikkelbaarheid haar baart. ? Neen, de heer Tcrburch gunt haar een ander soort van viktorie. Zy wordt poëtisch op de wijs van Charles. Duiznlip, de tanden op elkaar gedrukt van inspanning, terwijl de gierende wind haar in 't gelaat sny'dt, gaat zij de stoep, glibberig van ijs en sneeuw, n f en snelt riaarden winkel, waarheen Charles de v.ias lenig zou brengen. Zij wil dit tee ken zijner liefde koopen en het over den gladden ?wee huiswaarts dragen, Het gelukt haar behouden met den fcoMharen ?last haar woning Ie bereiken. Na ecnigen ty'd in baar leunstoel ie hebben uitgerust en het ecne glas water na hel andere te hebben leeg gedronken kreeg zij een ideeljc? .wederom de steile trap en de hooge stoep af, wederom met hare reeds (foorweekte schoenen door de sneeuw en 'den modder, ditmaal den Cingel op... niet een blik vol ver langen en heimwee tiet huis harermorde'r voorbij, tot zü eindelijk den winkel van een bloemist be reikte. ? Men begrijpt het overige. Ida is een poëtische vrouw geworden; niet slechts dat zü de vaas kocht en haalde... glijdende, strompelende, vallende bijna mei de bloemen in het korfje zorg vuldig onder haar mantel voor de gure lucht be schermd ... keert zy naar huis temp, waar zy Charles afwacht en zelfs zou neergestort zijn, «indien hy haar niet had opgehouden," ?Ocharnr zou de Heer Tcrhurch zeggen, Ocharm hoe geweldig is de macht der poëzie! Ida stierf aan dezen aanvul. Veertien dagen later was zq een ly'k. Gelukkig vopr den schrijver, die op. deze wjjs de novelle het gemak kei ü'kst aan haar eind .kon doen komen. Immers, wat hij Vér der, zonder hiimorist te worden, had moeten aan vangen met twee' zictani die ccn wedstrijd houden in deze soort vnn poëtisch licfdebetoon, zal nie mand duidelijk zy'n. Aan de Bron hoeft;dit met De gebroken Vaas ge meen, dat de inleiding al te los aan hel. verhaal is ««hecht Voor het overige verschilt het grootehjks van laatstgenoemde novelle. Terwijl dn ge broken Vaat. eenice goedgesJaagde bladzijden bevat, w$j bedoelen die, waarm de huiselykc strijd tusschen Ida en Charles wordt geschetst, zoekt men die bijna te veigeefs in Aan de Jïron. Zel den lazen wij een novelle zwakker van samen stelling dan deze. De hoofdfiguren beteekencn niets; enkele nevenpersonen, bjv. de oude Heer Brants, daarentegen Hebben de eer icls duidelijker zich aan ons oog te vcrtoonen en het geheel is niet veel -meer dan een te samengcrcgen reeks toonecHjes, die ieder op zich zelf zeer weinig belang stelling inboezemen. MejulT. Laurcnce Radenau, een gezonde dartele dame, die op een drentsch dorp buiten bij oom, een gepensioneerd ontvanger, woonde, werd op een goeden Zondagochtend ?zoo raar" in de kerk, ging er dus uit en, daar haar eigen huis gesloten was, zette zü zich neer aan den-rand van den put, op eenigen afstand.van haar woning. Soezende trok ?van lieverlede een verwijderd dof gértamp en geloei" hare aandacht Een dolle stier Pende op den put af. Gelukkig verloor z« geen oogenblik haar tegenwoordigheid van geest... de ?tier naderde ? ni klemde dé beide handen om Mt"ted, dat zjj OOK om hoar middel had geslagen, ^i liet zich m den .put neerglyden, tot hare voeten ufljpringenden benedeBrand bereikten. ? Pen j duurde het en haar voet begon te slapen. eau liet 3$ de ceae dan de andere hand loi Zij beproefde te klimmen ? Leider ai haar krachtinspanning faalde en zij ra; hét oogenblik komen, dat zy' tusschen hemel en aarde zwevende ? wie weet wanneer! ? hulpeloos zou moeten worden opgeheschen. Het denkbeeld deed haar in den lach schieten. t Deze dame, die een uurtje geleden .zoo raar" in de kerk geworden was, lachte nu aldus in doodsgevaar met eventjes, neen: 't was een scha terlach. ?Nauwelijks, zoo verhaalt Terburch zijn lezers was de zilveren klank (van dien lach) zonderling hol en spookachtig, dacht ze, in de diepte beneden liaar weggestorven, oP ? de heer Brants, Haagsch jurist en schilder, die een paar dagen geleden, toevallig, met haar had ken nis gemaakt, kwam haar, toevallig, redden. ? Alle angst en bekommering is van het dartele kind nu geweken, zü vertelt aan het zeel han gend: ?Ich bin die Prinzessin llfe und wohne nn llsenstem," waarop Brants even dartel ant woordt met de volgende woorden van het Hedje, wat haar ?purper" blozen deed; HOR een paar bladzijden vol reden jeren de beide jongelieden als Ltuira weer vasten grond ouder de voelen heeft, en dan valt het den heer Brants eerst iu te vragen, ? neen, zelfs dat niet, ? Brants vraagt m het geheel niet, hoe juffrouw Laura op Zondag ochtend m den put terecht gekomen is. ,U brandt natuurlijk van nieuwsgierigheid!" zegt Laura, ,of neen, laat ik liever wachten tot wo thuis zy'n, anders moei U het verhaal tweemaal hooren. De Hoer Terburch heeft gelyk. Welk een wan orde zou het in zy'n verhaal gegeven hebben als hy Brants dadelijk had laten vragen, en M.-i. Laura even spoedig had laten zeg^-n ? gelyk leiler incnsehenkind gedaan zou hebben ? hoe zy m den pul gekomen was. Doch het bedaarclste ras stervelingen leeft in dit verhaal. Oom, z»n pleegdochter n» dit ongeval begroetende, vernceml terstond dat de stier haar in den put had gejaagd ? maar ook deze goede man is een toon beeld van geduld eu onlelievendheid. Als hu over IJoer Hendriks 'l noodige heetl gezegd, vervolgt hy. ?zoo Hu* moeten we de bizonderlicden van het avontuur eens hooren," en de overigen achten het in den put zitten, naar het suhyiïl, een üoo alledaagsohe zaak. dat 7-ü met geen enkel woord hun verbazing of belangstelling aan den dag legcen. Typisch alleen is de oude Heer Brants en Mej. Caroline zou het byna zyn. doch de Hwr Terbureh penseelt te kleurloos, dan dat men één zijner li^ur«i zou haten of liefhebben. De bijzaken z'ijn hem alles, rsu en dan gelukt het hem een onderdeel lun en puntig af te malen, maar meestal zijn de hoofdpersonen nevelachtig en verliest hy zich in de beschrijving van kleinigheden, echt overtollig en daarom den indruk/dien hy' wenschttugerjn, verstorend. Een enkel voorbeeld. Laura heeft onder de zonderlingste omstandigheden, die een meisje beleyeri kan. te Brussel Brants vader, die ondereen rytiug terecht was- gekomen, verpleegd, zelve ter nauwcrnooil aan liet verblijf 'n fen "publiek huis ontsnapt. Nadat zy doorgestaan heott, wat schier geen harer zusters op deze wereld wedervoer, treedt zü .de woning harer geliefde pleegouders binnen. ? Deze terugkomst beschrijft Terburch' als volgt: .Dat zn hier door vawJer en moederToutenbers met al de uitgelatenheid waarvoor deze cjoedu heden maar eenigszins vatbaar waren werd vclkom Bcheeten, spreekt van zelve. Ook de groote BiST cai ?w* tevredenheid ondubbcbinnie te Lennen, door met een hoogen rug en rusteloos heen en weder gaand«n staart al spinnende den kop tegen haar kleed aan te vrijven. De hoenders op het plaatsje kakelden m-t een ijver, dat de brave diaken zich tol zijne teleurstelling verleiden het om naar allerlei problematische 'eieren te zoeken. Ja. de tyrannischc hnan, haar aller heci en meester, het eenige redelooze scliepsel dat ooil Laurcncos invloed wederstaan had, scheen zie! pp dc-zcn hcuglijken dag gewonnen te geven en kraaide haar op de nedcrbuigendsle wijze te gpiuoel. tJeen schepsel die iets geelt otn (Ie poes, de hoenders cti den tyranischen haan by' zulk een jrelccenheid. Hier f taan drie personen hy elkaar, wier harten moeten overvloeien van de krachtigste aan doeningen^ Ken waarachtig kunstenaar zal even min uls .Terburch die aandoeningen beschrijven, maar iijn personen de woorden op de lippen leg gen, wiinruil al wat in ' hun gemoeu omgaat spreekt. En de Heer Terburch a'chtte toch wezentlyk deze plopgouders nit-t te onbetcekenend om de iioodige bladzijden aan hen te wijden. _ Wat alle? overtreft in gevoul. en natuurlijkheid m liet slot. Brants is een jaar naar Indie geweest en bevindt zich niet zy'n Luurunce, die zoo or.beschry'/lijk veel in dien tusschcntijd geleden heeft, weer bij den put. waar de boozc bul zy'n woede aan'haar hoed met rood lint had gekoeld. .De oude, welbekende put! Bemost, begroeid, te midden van hoog opgeschoten gras; met ver roesten aker, vcrstramd windus, verrafeld touw ? maar dezelfde, oude put. (O, toppunt van aan doenjukheid!) .Kyk!" riep Herman, zich haastig bukkende en een verschoten stuk rood lint uit het gras Ie voor schijn halende. ?Weet ge noch 'f' . En hij stuk het onooglijk lapje zorgvuldig WPC!K ? Dwaze jongen'! ? lachte zij: Gij sentimenteel! .Sentimenteel? Ik? Omdat ik hecht aan sym bolen:' Dat meent ge niet!" Noen, zy' meende het ook niet. Misschien liad zij zich noch nooit zoo ecu met hem gevoc-ld ils op dit oozcnblik.v Hoe laft ? . De Heer Terbnrch legt, naar het schijnt, al zijn kracht aan zijn stijl ten koste., Dat is jammer. Hij bezit opmerkingsgave, en soms ?herkent men m kleine fijne trekjes den kunstenaar. Maar zijn verhalen missen samenhang en afronding, zijn per sonen bly'ven schier zonder uitzondering sdutnmen, zy'n fKntasie is te ? arm en de karakttrstudie, die men hij hem waarneemt, te zwak om hem in m staat te stellen belangwekkende figuren te boetsecren. Wat niet is kan echter worden. Wie weet waarmee hu ons nog eens verrassen zal. naar hoogere klassen aan het vak wordt gegeven. Nu wensch ik iets anders op den voorgrond te stellen en wel het vokende: we hebben een leer plan, Iaat nu ieder docent trachten zy'n leerstof te beperken binnen de uitgetrokken uren, en laat de ervarine van eenige jaren uitspraak doen; blijkt dan verandering noooig, welnu men ga er toe over. Mocht men evenwel reeds nu gaan veranderen, laat men het dan niet zoo doen als de heer Roos voorstelt. Zy'n wensch is in de drie laatste klas sen gcene geschiedenis te_ doceeren, en m de drie hoogste klassen telkens vier uren (van Vaderland» sche geschiedenis wordt totaal gezwegen); hiertegen is dunkt mij aan te voeren dat het niet aangaat, dat jongens van 18 jaar, zooals men ze in de 5e klasse. < heeft, geheel, onkundig zyn van de nieuwe Geschiedenis, terwijl ook daardoor de schoone gelegenheid vervalt die tegenwoordig de leeraren m de oude talen hebben, om by' het lezen der schrijvers mol de leerlingen, die in het eerste jaar de oudo Geschiedenis hebben geleerd, deze voor zooverre ze te pas komt, te repetecren. In plaats van dit laatste zou .volgens dr. Koos moeten komen, dat genoemde docenten dit vak ter loops aan onwetenden onderwezen, welk voorstel raü vry onuitvoerbaar voorkomt. De ervaring hoeft my geleerd dat het geven van een overzicht van de Algemeene Geschiedenis in de drie laagste klassen, wanneer men dit vak niet met vooringenomenheid als hel vak bij uilncmendheul wil beschouwd zien, binnen den door het leerplan bepaalden tijd zeer goed mogelijk is. Het moeiclykste la het 2e jaar, waarin de Middeleeuwen moeien behandeld \yorden; men dient zich dan lot het hoogst noodige to beperken, doch dat levert geen bezwaar op daar men, om de behandeling daarvan recht aangenaam en vrucht dragend te maken, zoo uitvoerig zou moeien worden, als misschien alleen aan de universiteit mogelijk is; behandelt men nu daarby' een gedeelte der nieuwe Gi schiedonis, dan heeft men alle gelegen heid om in het 3e jaar de nieuwe Geschiedenis uitvoerig en {grondig te behandelen. Onbekend is het mij waarom, volgens eenc ge zonde _pnedagogiek, de behandeling der Historie na Islo moet achterwege blijven; ik moet erkennen, als dat liet geval is, meer dan eens gezondigd te hebben door tot 1SW ie jj.ian, doch zal my'gaarne door de meerdere ervaring op den rechten weg Uiten leiden. Het ligt niet in 'mün plan de voor- en nadeelen te bcspi-eken van hel voorstel van dr. R., om reeds in de eerste klassen met het Grieksch aan te vangen, al valt het rny inoeilyk in den maker van het leerplan, die niet minder dan vicr-enzeventis uren per week voor de studie der klas sieke talen heeft uitgetrokken, mul hem te zien ?teil barbaar, die de humaniteit verdelgen wil." Dr. P. J. Scrinerius. Dordrecht, 19 Jan. '82. NOG IETS OVER DE ALGEMEENE GESCHIE DENIS AAN HET GYMNASIUM. In het nommer van dit blad van 15 Jan. jl. komt een stukje voor van den heer dr. Roos, over het doceeren der geschiedenis; in zooverre.het betrekking heeft op toestanden die speciaal aan het Amsterdainsche gymnasium schijnen te bestaan, kan ik hel onbesproken laten, al kan ik niet inzien ?in welk opzicht het. doceeren van gemeld'vak daar anders moet zijn dan aan andere gymnasia, noch in hoeverre de nieuwe rector dat minder .uit puttend" en meer ?vruchtdragend" zal maken, tenzij deze zelf dit vak mocht willen doceeren; doch men is nu eenmaal op autoriteit zoowel van leeraren, die nog daar in functie zijn, als die hunne betrekking hebben neergelegd, er aan ge woon geraakt, speciaal Amslerdamsche gymnasiale toestanden na n te nemen, waarom ik hel nu ook zal doen. Maar in zooverre als het alle gymnasia betreft, vergunné men hiq een paar opmerkingen. De heer Roos stelt op den voorgrond dat de algemecne geschiedenis na Latijn en Grieksch den eersten rang moet bekleeden; nu betwist ik geenzins het recht van iederen docent om zijn vak als een hoofdvak te beschouwen, doch onjuist noem ik de bewering dat het, opdat ook de leer lingen ontzag voor het vak zullen krijgen, noodig is dat er een groot getal uren voor wordt uitge trokken,, daar m. L het gewicht dat de leerlingen aan een vak hechten, geenszins van het getal uren, maar van den'docent zelven afhangt, en van den ? . ?* ,.:_j !__l..jjS. V» ???.???? Proeven van pltotc-eincographie uit het atelier van G. J. Thieine te Arnhem. Met veel genoegen heb ik kennis genomen van dezo proeven. De phuto-zirtographie wordt in hot buitenland reeds veel toegüjuist, hier to Jonde bohoort zy nog tot .do zcldzaainbcilmi. En juist voor een landjQ als het ouza is du photo-zincographio vnn veel belang. Een taal als de onze komt niot of nagenoeg iiiut over de grenzen. Door het kleine aantal Nederlanders kunnen geïllustreerde wer ken hiev uiet uitgegeven worden dan met clichés van buitenlanders, of, levert men oorspronkelijke platen, dan ia een boek zóó duur dut het geen a.ob;<it vindt. r>.: tiW-i-yiTjrosrnpliin kan hieriü veel verbetering brengen; ?.\\ moge nog ver ach ter staan bij hoatgravure of etsen, de heer Thiérna toont dat er toch fraaie {renten mede gemaakt kunnen worden. Vooral du meetkundig- iiguren en de tygerkop munten u t door goode uitvoering. AU de heer Thierae nu even goedkoop ia als de buitenlanders dan zijn wy klaar. Hij ile verklei ning en bij do vertrroot'iug. is de- heer Tliieme nog niet gelukkig. Alle zachte tinten zijn bij de ver kleining verloren gegaan ? en do vergrootinï is akC-lig leelgk, trouwens het origeueel was al niet Iraai, en een niet fraai origineel cersf over gebracht en. daarna vergroot ge-ft tot uitkomst geen fraaie prent. lic twijfel niet of de heer Thieme zal spoedig in do gelegenheid gesteld worden zijd photo-zincographte iu toepassing te brengen.Dat op den titol gesproken wordt van een trotiiespièce en van pliolo-sincograhie ligt niet aau het pro cédé, maar staat niet fraai. B. Bij den heer R. W. P. de Vries in de Warmoesstraat 122 nlliior, zal op 4 Februari en vol gende dagen eene belangrijke bibliotheek onder den hamer komen, die van de H.H. llookmaker te Haarlem. Zy bevat behalve theologie eu ge schiedenis ook iiéderlandsche en nirtderne letteren. prenten 'en portretten en vooral eeni;;o belangrijke oudere en nieuwere werken van naam o v er aard rijkskunde. Tffdscliriften-dcl>at. Cassell's' Magazine heeft ecne nieuwu rubriek geopend waarmede het voorloopig veel succes schijnt té hebben -..The family Purhamcnl. Het stelt eeno kwestie eu ieder der abounés is'bevoevd aan het debat deel to nemen. Do kwestie voor Februari ia deze: ?Zijn huwelyken op jeugdigen leeftijd oneconomisch (untbrifry)?" De dUcusaiën wekken veel belangstelling. Hot geïllustreerde weekblad E gen Haard heeft met h>t begin dezes jaars een a*nzienlyko uit breiding ondergaan. De wekelijksche afloveringen zullen ia plaats van 8, voortaan 12 of 16 pagina's bevatten. Hot .getal illustratiep, kunstplaten en portretten zal naar evenredigheid toenemen. Deze vergrooting .heeft ten dool, zonder schade voorde degelijkheid der stukken aan elk weeknuinmer meer verscheidenheid to geven. De prijs in nu 12','3 cent per, week, of ? ? 1.62V» per kwartaal. JOURNAL DES ECONOMISTES. De Sfolinari;, L'aunée 1881. ? Paul Muller, Les (inancen de rAlsace-Lorraine. ? Fclix Limet, La situation iiriancière et économique des EtatsUnis. ? Victor Krc$ser, L'or et l'argent. '?' JMtry de Thitrsmt, Ln próduction et la con «ommation'du caté. ?De Noailtes, duo d'At/en, L'agriculturo et l'induitrie devant. la lógislation doiittiniüre. ? £. Martincau, liépoiise. Nieuwe Uitgaven; WILLEN ÜTTO, Etsenden achotien op letterkundig gebied, f 3.50 WÏLLIAM SHAKbSPEARE, Hwnlet, Prins T»n Denomarken. f 1.? Catalogi!* v»n de Bibliotheek orer Utrecht, door Mr. Ö. Mulllor fr? f5.? H. O. BOÓDHÜYZEN, Bebeklu. f. 1.85, op bc»t papior PRAATJES OVER BOUWKUNST. Wie dot er nier den ej'icl), W»l bior. wit ginder tobort? Ynonracr, dtf eoa«i dia «urt Of ecbiet eyl»e» te kort Cata. Wanneer wij,zien, hoe het hedendaagsch publiek door allerlei bladen op de hoogte gehouden wordt van hetgeen er zoo al op kunstgebied voorvalt, moet' net onzo bevreemding wekken, dat too hoogst zelden de producten der hedendasgicne bonwkanstenaara de eer eener bespreking waar worden. ? dil ï»"dit te vooroordee maar die, aan « bet door dat hQ eei koopen? iMn« Arm., n. ' ?u. l.n..itHl.«ti verbetering waar to nemen, al ontbreekt nog ?teedfl aan de Academie voor Br*ld«nd« kantten een Iterstoel uitsluitend voor architectuur, de moeder van alle kunsten, die daar thans all Assehepoetitor buiten d« denr wordt gehouden. Wanneer w$ leggw), dat n veroet«ritig l* waar te nemen, bedoelen w\j hiermede geenzin», dat plotseling ah door Nn toovenlag ieder ,«u> clutooUimmerman" in «en ?architect-artist" ia veranderd, want men Biet nog maar al te veel, hoe eerstgenoemde categorie door het weinig eisenend publiek, dat na eenmaal aan hunne bouwwijze gewend ia, voorgetrokken wordt en hoeveel wangedrochten daardoor nog dagehjks at» paddestoelen uit den grond verrijsen. Het U treurig, dat nit de technisch* wereld 100 zelden een stem opgaat, om te protetteeren, wan» neer deze of gene reporter schier geen woorden weet te vinden, om bet volk bekend te maken niet de bizondere schoonheid en doeltreffendheid van eenig bouwerk. Wellicht vindt men de verklaring van dit feit danria, dat de meeste architecten beter met de trekpen, dan met de «ohry'fpen weten om te gatn, want wy kannen toch niet gelooven dat my niet inwendig by' het lezen van dergelijke hoogdravende aanprijzingen een weinig wrevelig worden. Dat zelfs in het jaar 1882 een wjjze van bonwen gevolgd wordt die men zou meenen dat lang afgedaan had, bleek ook thans weer uit het dezer dagen herrezen Café Suisse. Toont niet reed» de gevel van dat gebouw, met zjjii magere kolom men, die hun lart schier niet schijnen te kunnen drogen, met zün vier athleteujoude keunissen, wier logheid velen reeds op Frederiksplein en Leidschepleiu aanstoot gaf en die men meende, dat nooit meer in cement zouden OEBF.KLDIIOVWD worden), toont die gerel niet, dat het den ?be kwamen" Bouwmeester tcneeueniale aan smaak ontbreekt? Was het dan volstrekt noodig, dat de stuoadooi-sbaas »yn witjassen weer oan het werk zette, om ona een van die pUkgevels zouder kleur«chakeering te bewonderen te gaven, nis wjj er reeds te velen zagen? Gelukkig is de Kal verstraat smal en zullen de voorbygangers zelden meer nnar don gevel opzien, als het eerste nieuwtje er nf is. Ware het niet beter geweest, de ornamenten van portland-cement maar weg te laten, en een eenvoudigen, maar waardigen baksteenbouw, spaarznam met bergsteen afgewisseld, te kiezen? Zokrr zou de gevel dan meer duurzaam en monumentaal zyn geworden. Het inwendige is al weder een triumf voor deu stncadoor, die hier een keua uit zijn ornamentenschat beeft naaragebrucht. Al zal naderhand de schilder veel met kleur goed kunnen maken, toch ia het to bejammeren, dat de profiloering zóó arm, zóó ? ?burgerwoonhtiisiichtig" ia. Ware het niet, dat men ons verzekerd had, dat bet tnpijtwerk in de biljartsoal (!) Gobelins moet voorut.ellen, wij zouden hot zeker niet ver moed hebben. Men is in den lantrten tijd iu de Kalverstraat niet bizomler Relukkig met do gevels geweest. De twee perceelen toobehobrende aun ?Arti et Amicitine" b. v. leveren het treurig b«w\js, hoe ook onzo schilders stelfs hot niet noodig achtten, de. hulp van «en, bekwaam architect in te roepen, dimr waar het gold, de Osjewluis wat to verfraiiieii. \Vel wordt er somtijds één onzer archi tecten van hot vaderschap d«-zer kunstproducten beschuldigd, dpch w^j kunnen niet geloov^n, dat hier een architect d. i. aesthetiker, is werkzaam geweest. Op d«n Heiligen Weg ven-eex verleden jaar een calë-rextanrnnt ui middoneeuwschcn stijl. l)e gnvfl vertoont vela uoode clemeuten, docli had met het oo# i>p dt) smalle straut, wat üjner behandeld moeten worden. _Ia alles pchter, zoowel in- als uitwendig, blijkt hier dat het streven geweest is, Htreng t'éu DI-piialden styl door te voeren, en niüg die ütyl ook missoliifn niet algemeen in den smaak vallen, toch moet men het waardeeren, wnnutter getracht. wordt, iets karakteristiek!) te prodnceeren. Het is jammer, dat een der nulen wat laag van vm1diepuig is, en dat do kolommen die het overigen» go«d T)«hanrleld plafond Rchragfn, wat spichtig zijn uitgevallen. De biljardzüal met zij:i typischa scliouwon maakt echter een bizoiider gelukkig effect. . Na den middeneenwschen stijl op den Heiligenweg ?il n' y a qu' un pus" tiuar UPII Sigarenwin kel den Heereu Ulauw op de L^id.icliestr.iHt. Ook deze gevel vertooot veel goed», zjjn door een slanke spit» gekroonde uitbouw, ayn keurig bw?ldhouwwerk en gekleurde ruitje* maken cén aan genaam effect te midden vanden rood-n baksteen, door herg.stnnn nfgfwisseld. De Leidachestruat heeft ovprig-ns mots uan ty wijzen, dat uit een architectonisch oojzpunt eanigc, waarde heeft. Wij wetischen daarom één oognnhlik bHl te H!aan by het Leidgcho Plein, dat in d.e laatste jareuzi>u grooto veranderingen ondergaan he.it. Wie beriun-rt zich niet nog il e uinudt>Leidiche poort met haar schilderachtige tüvtn'je-, de hou ten Stada-Schouwburg, die in zijn iVontons de bijenkorf, geschraagd door ouiJeu v «u ilngen,. z«g pry'ken, het café du Thi-atre, yerfcliolen tuFB?h<<n groen on het Leidsche 13Jt«-h i.n hut wr.sohiet ? Toen de paort onder do mukera'agaO d«r sloopers viel, kwam de barrière in du pliiata, thans ook, zonder schade voor de kunst, verdwenen. De stadsschouwburg zag door do isorgen van onzen Uilman zijji nouten omlml-el (icor OMI steenen vervangen. Te betreuren IH liet, dat de slechte staat onzer ge»een:nlijke firmnciën de bouwmeesters noodzaakte, portUnA-ct-maut, t» ge bruiken,, daar waar gebouwen steen gebezigd h*d behooren te worden. ? liet gebouw is anders zoo goud al* iu de gegeven omstandigheden m»gelijk WUB; of dn beeldgroenen nog o ai t de frontiüniccs zullen tooien? De vïaggeatokken, die thans die ta»k vervullen, . kuoüfln dat alleen *ls op nutioiiüle feustdagen van hen het duudoek wappert. De herhaald terugkom*mlo twee kinderbedden boven de ramen zyn op 'den duur wel wnt eentoon ig on niet ssoo artistiek als hut >>e«ldwerlc, waarmede de oude schouwburg'was versierd, Achter den schouwburg ontwuart meu een ge bouw, by het ontwerpen waarviin den bouw meester waarschijnlijk de toren vnn Babel voor den geest heeft gestaan. Uit de verte maakt het den indruk alsof eenige gobouwen tf/delyk op elkander gestapeld z$jn. Uit moge nn misschien . zeer.... Amerikaansch wezen, schoon is het voorzeker niet, te meer daar de gebouwen niet in de as boven elkander «taan, hetwelk vooral van af de Leidsche brug een unhebbolijk effect maakt Op een der' plateaux boven de ingangen wu gedurende eenigen tyd een reusacUtige adelaar neergestreken, doch het schynt dat het beest zyn positie wat benauwd heeft gevonden, en thans weer weggevlogen ia. Kaar sommigen verhalen, wachten de tw> e voetstukken aan den gevel nog steeds op twee Indianen, die daar als de schild wachten geposteerd zullen worden. De leeuwenkoppen aan tomraige consoles doen uit de verte sprekend denken aan onde benjes met mutsen op. Als wtj de Amerikaantohe architectuur naar dit «taaltje zonden moeten beoordeelen, dan zouden wQ tot de ovfirtuiffiag komen, dat ajj niet veel te ^ ;rluiden heeft. Gelukkig dat vele goede af beel? ugen van Amerikaaasche gebouwen ons het ? 'endeel bewBzen. ?lot inwendige is confortable Ingr-icht, doch roic hiir laat net artiitiekeveel ttivtcnMvl^aover/ l wcpens waarmede men gemecml hncfV de, ^ifbndi ta «uilen ojui«un* xgn vooral niet _ge><;eJyii i!., rOi:.!;iiA4 i r-r-f? ? --??- -r .-.iid U w c.;ukj(Jt.|- '''kkig vanjutvoering. Merite ui het ook leden bevreemding M. wekt hebben, dat hier een kolom, die een groot gedeelte van net gebouw moet dragen, tevens tot Hhoonteen wordt gebeiigd, wat Beker uit een aesthetiich oogpunt alleaiins afkeuring verdient Waartoe in de biljardcaal op de groote koJoo een aantal kleine zuiltjes, die daar schijnen to 5^Sffl?*n' *^n «fP1*»»*» » ou °°k niet recht duidelyk. ? Het politie-bureau dat onraiddelyk aan het .Amerioan Hotel" grenit, maakt een groot contrait pet >Un buurman door ijjn gepaste eenvoudig heid. Het torentje u wel het minst gelukkige van het Gebouw. * De hniien die aau de overzijde verrezen, rjjn er een treurig bewy's van, hoe de timuermiuf arohiteetnnr nog tteeda wordt geduld. Het hoekgebouw op de Leidschekade maakt hierop een gunstige uitzondering. Wjj wachten echter nog steed* op de bekrooning van den hoekuitbouw. ? Op een volgende keer hopen wit de gebouwen van het Diohterkwartier en de Stadhouden-Kada eenigxins nader to beschouwen. T j «,« Dnplex. Januari "83. DE OUDE KERKSTOREN. De toren van on/e Oude Kerk, Een sieraad van de stad, Liet vroeger bly zijn klokken hooren Vóór 't uur geslagen had. Helaas, sinds langen tyd verstomde Die klok, en zwygend staat De toren daar als ernstig teekcn Dat 'tal op aard vergaat. Geen carillon streelt met zy'n tonen Het oor der bur^ery. Zelfs 't ««r slaat niet meer van den toren, En t uurwerk treurt er hy'. Alléén de vryzer toont de uren In somber zwijgen aan, En dikwijls bly'ft hy in gedachten Een lange wy'le staan. Gewoonlijk 's nachts, als waar' hy moede Van zy'n eentonig werk, Staat uren lang, hy" stil te staren Naar 't dak der Oude Kerk. Doch als het ?D.ighet in het Oosten" Horvat hy snel zyn loop, En rent met haast alle uren over Als of hem d'angst bekroop. Dan wyst hy soms een aantal uren Maar krijgt dra weer een gril, En staat aan 't wy'zerbord genageld, Onwrikbaar, uren stil. Nu eens te, gauw Jan weer te langzaam Draait zich die wijzer om En doodïdie stille lic-erscht in slede Van 't plechtig klokgebom. De mcnschon die in d'omtrek wonen t ?Damrakkors" en zoo voort, Zijn dikwijls door die klok ea wijzers In hun budry'f gestoord. ? Zü hoorden niets meer, daarom keken Zij naar de wyzerplaat, Maar loep die, op haar beurt, hen fopte Werd ieder desperaat. Die naar de beurs moest, kwam te" spade, ' Aan 't spoor, kwam men te vroeg. Of \ve{ te laat. en ieder zuchtte: 'k Wou dut die klok weer sloegl Heel 'tDamrak weent. Met'heele tranen Beschreit het 'tongevak ? ". De Waniióesstraat treurt innig mede. Als ook de Voorburgwal. ^ 't plein van d'Oude Kerk, Kortom, die heelc buurt Is droiïf gestemd en bang te tnocde Als 't naar dun toi-en tuurt. Ac.h Oude Kerk, ach! slorpt gy' weder, Wy wuren.uit den brand. Daar sta je nu, geachte toren, Voor Amsterdam een schand. Hoort omen noodkreet, achtbrc HecrenJ Vei'g!idi.ird in den Kaud, Helpt Uw honardc stadgenoolcn, Afuakt dat du klok weer slaat. Kost 't klokkenspel van reparatie T<> vee!. \\'ij zijn te vree, Deelt ons du klok der Oude Kerk AllCén iii' umi mee. ' Ach heeren! van den Achthren Raad Doet allen e-eiis uw best, En geeft ons asjeblieft als 't kan Ueen nul op dit rekwest, Eenige Damrakkers. SCHAAKSPEL. N'. 5. .(*) ? Van DiiAK' R.\nEY. (liekr. probl. Ie prysX JSi ?? *?&$$>. -Uu" ;' #''.f/f 3a,j ?$$& j$ ;^m m m a, b. c. d. e. f. g. h. WIT. Wit spci-'H voor en geeft in 2 zetten maL Oplossing van Schaakprobleem No. 3. l - G 2. E l -f 3(1) 2 ? H 2 J-' .... f 3ntH2öfG4.?' G G '3 E 2 -r O l of 3 E 4'- f2 mat.. (1) Gij ander spul bijv. B 7 nl E 4 volgt 2 E ? G f mat. Het zwarte pd G 4 verplaatsende, volgt: 2 E 4 ? f 2 faal. Goede oplossingen ontvangen van P. A. T. te Delft, een paar liefhebbers Ie Am.slerdam. K. S, te D. J. J. K. U: Harderwijk, mevr. M. t? K. te Kampen, G. L. Ch. te Ciil.lcnz. Eulriian, Nobel :e St. Pancras, H. P. K. >n Duo te Amsterdam, E. H. te 'sH:ige; Hewü en'11. E. E. te Amsterdam. [HJi. en Jucquis niet goed). BRIEFWISSELING Inzenders van problemu's moeten er tevens de oplossingen bijvoegen. . Aan F. te A. Wil moet een act doen die ten_ ivolge heeft ? dat wanneer verder beide partijen onberispelijk spden. zwart by don :J*m zet van wit mat is, ? telers en letters.dienen tot aanduiding validen zei op 't schaakbord. De oudrroducteur. van SUsa, No. 240 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Vit de herinneringen van een Artülerie~0fflct«r, door F. A. B U ia In een der meest waterige streken van ona waterig vaderland marscheerde op een Zondag morgen in de maand October een tiental artilleristen met een luitenant aan het hoofd en gevolge door een wagen, bespannen met twee allermagerste pa u de .1. Van een der forten komende aan die linie, welke zoo terecht de nieuwe Hollandsche f<'<if«j'linie wordt, genoemd, trokken zy naar hè do.pje Veendyk, waar het detachement zou wor den ingekwartierd. Er vie) een koude, doordringende regen ? hè' zwerk was egaal grauw en alles werd omhulc door ccn blauwe, wazige mist; de ondiepe sporen in den inodderigen grinlwcg lagen vol water, da . hier en daar tot een groote plas was aangegroeid en het weiland ? door brecde watervlakten af gewisseld ? was drassig of byna geTnondeerd. De luitenant zweeg, de sergeant zweeg en de kanonniers zwegen; slechts de voerman op den \vagun, die de bagage meevoerde, liet nu en dan eens hooren: ?Hu! ? Vort knol! ? Vort!" ove rigens was het doodstil,- geen boer of stedeling vertoonde zich op den weg; ? alsof ons land midden in den kryg ware, zoo treurig, eenzaam en waterig bleef alles; in het weiland vertoonden zich nog slechts ccn paar magere koeien, die door hun grauw dek al zeer weinig tegen de koude waren besehut; een enkel paard ? dat hetere dagen had gekend ? stond met gebogen hoofd treurig voor zich uit te staren, en om het beeld van den oorlog nog beter te voltooien, liet in de verte een dorpsklók ? alsof zij een alarmklok ware ? haar gebrom hooren. ? Het detachement had een goed uur afgelegd, toen het eindelijk twee huizen bereikte, waarvan het cene de woning van ccn lolgaardcr bleek Ie zyn. .Naar Veendyk V' vroeg de luitenant en hy'wees op een dy'k of zuwe, die aan weerszoden door groote waterplassen was begrensd, ?Ja!" knikte de tolbaas. ,Hoe ver nog?" ?Twintig centen." ?Hoe ver nog?" schreeuwde de luitenant, die begreep dat de tolbaas doof was. ?Weel het niet, de vrouw en de dochter zy'n naar de kerk." ?Voor myn part waren ze naar den hemel!" zei de luitenant ? of eigenlijk hy zei iets anders, minder prettigs, doch dat doet er niet toe. ?Ik vraag je, hot ver nog?!" ?Weet het niet, vraag het 'um maar;" en de tolgaardcr wees op ven man, die uit de andere ??«nninff te voorschijn trad en die veldwachter anti" zei de nieuwe aangekomene, militaire wy'ze salueerde en de Idwachter van Veenwgk?" ncn, luit'nant, zal ik u den weg >cd wilt zyn ? die kerel is stokJe luitenant op een toon, alsof die idcugd ware. ardhoorcnd, ja, luil'nant." klonk het verwonderd, ?zoo doof il!" zei de veldwachter vcrgoelyliet verslaan kan, z'n vrouw en z'n jst begrijpen l" lochler. eens zoenen ?" vroeg nu liors, naai- de lolgaardera woning '2,. ? e tolbaas, onbewust van de vraag iet er zeggen, hoor!" t!" riep ue luitenant; de voerman ?en; ?hu! ? vort knol! ? vort rop de paarden ten langen laatste cweging kregen, en du troep ging et den Veciulijkschcn dienaar der is gids, die zich daartoe aau de zyuc vau utu .aitenant luid gevoegd. ?Hoc ver nog?" vroeg de luitenant op nieuw. ?Nou, nog een half uiirljc," was het antwoord. ?U treft slecht weer, luil'nunt!" ?Be .... .1" Nu, ik zal maar niet zeggen wat de veldwachter ter bevesliging van zijnc'opnierking ten antwoord ^kreeg, want He zelf was de luitenant, die op dien '\vutcrigcn' Zondagmorgen, met ecu verwaterd humeur door dal waterland trok. ?Waar word ik ingekwartierd ï" vroeg ik na een pau/.e. ?Bij Slolïels in het rechthuis, luil'nant; u en uw oppasser en de sergeant met vier kanonniers, u komt op de t'aadiaal te liggen?" ?Op de raadgaal'f" vroeg ik verwonderd. ?Ja, luit'naiil!"j;afdc veldwachter ten antwoord: ?bü ui'nhucr Velders hebben xe pas inkwartiering gehad en de dominee komt eerst over een paar daccn Ihuis, die is -/.ooveul als met verlof, weet u." ?Er'rulle» toch wol andere ingezetenen zy'n.by' wic-ikbsin worden ingekwartierd, dan m'nheer Vclilcr of de dominee? ?Wat zo'i ':, .luit'nant, u kunt toch niet by' Krcincn op liet zolderkamertje of by dronken TüGiiwiS'in hel .schuurtje liggen?" ? ,l.i or dan geen plaats by den burgemeester, den tlókler,. ot . . . ." en ik noemdu iiog eenige dorpsni'lubclen op. .Nou, d.>t zou slecht gaan: de burgemeester woont te Hergum ? buiten de gemeente ? den iloklt-r moeien we heel van Vecht wy k halen en ander.} xyn er alzoo geen groote lui." Wter zwijgend gingen wy' ecu eind verder; ? ? ik mo-.t t'erlyk bekennen dat liet nieuwe kwartier' hclwclk mij m de raadzaal zou worden aangebo den, e.'iiifsz'ms my'nc gedachten bezig hield. ,'t Is te hopen, dat er in dien tiissuhcnty'd geen raadsvergadering wordt gehouden!" merkte ik den vcldwnchler op. .Wel neen, luit'nant, dat «jebeurt zoo eens een paar keer in hel jaar, als het den burgemeester schikt en als «r wat te doen is, maar nu zult u daarvan geen last hebben." ?Zool" zeide ik, eenigzins verbaasd over de iiaivileit waarmede Vcendük's wrocde mannen artikel 40 der gemeentewet handhaafden. ?Wel ja, luifnant, ik en de burgemeester kun nen het best af." ?Dan zal je"hct toch druk hebben." ?Nou, wat zal ik daarvan zeggen; ik heb een groot huishouden en een klein traktement, zoodat ik er al het een en ander bü doe; ziet-u, ik ben doodgraver en aanspreker ? maar daar heb ik dan al bedroefd weinig van te doen, ? nou, dan ben ik bode van het polderbestnnr en omroeper en Zondags verdien ik een stuivertje of wat met. orgeltrappen ?> en in mijn vry'cn lyd, ziel-u" -^ r>££ was het mogelijk dat de man nog één oogcnLW. vrijen ty'd ? over hield ? ?verdien ik er een senlje bij met schoenlappen, dat heb ik geleerd vóór dat ik in den dienst ging." Ik kreeg waarlijk eerbied voor dat Vecndyksch factotum: veldwachter- doodgraver - aanspreker ? bode-omrqeper-orgeltrapper-schoénlapper. . ?De politiedienst schy'nt dan nog al niet zwaar." ?Dat zal ik u zeggen, luit'nant, dat is al dat naar i: hel opneemt ? die bl.... jongens daar heb ik et meest last van. Ik heb er zeil een paar ? on deugende rakkers ? die voor niks staan: daar zy'n ze me nou gisteren heengegaan en hebben het sleutelgat van de school volgestopt met steentjes ? nu is er geen smid op het dorp, zoodat er gisteren den. heelen dag geen school is geweest." ?Wel zoo l" ?Ja, ze staan tegenswoordig meer voor niks en ik kan die rakkers zoo gerpakkelylc niet vinden, ze weten wel, dat als ik ^e te pakken krijj, eenoec. dat ze dan het hok in gaan. We hebben hier sinds een paar maanden een bok gekreten, voor my'n eigen jongens niet, ziet-u, die geef ik thuis een pak. op hun bast ? och, maar een andermans kinderen mag je dat al niet doen, je zou er gedoe mee krijgen ? vroeger deed ik het nog wel eens, maar de burgemeester heeft het liever met: ik ben een beetje hardhandig, weet-u." De hardbaudigheia van deien dienaar der ge rechtigheid behoefde geen nader betoog: de herculesf-'"u?'J ?Df Wieb stelle laatst der". op z Jappt kreei niet 't zü ven sjalc brie' de f ter t war* was i woo een 't V gen van Hannes eel als brievenbe p die er rondloopt; voor ?taaien dienjf um een goed pak ? die ook schoenintonrechler en ik ,e laat je toch maar i..jongen. Ziet-u, Viebes die mij dur? ? - >cl goed os dat het n burgemeester de <m met niéuwe-jaar loor den vcldwachids lang afgelegd en doch van net dorp arom. i een geliefd slopar tier tj e loopen wc ««ai, «i «.vit ^..«.i.trlje liepen wy ?eon heel eind heen," doch er verliep nog een halfuur eer \vü eindelijk vóór ?het raadhuis te Veendyk stil hielden. (Wordt vervolgd.) HERINNERINGEN AAN TWEE BEROEMDE AVONTURIERS. De londensche uitgever Longman heeft zoo even een boek gedenkschriften het liulit dueu zien van Graat' Or*i, een uuuuer, gelijk mcu wuet, die deelnamen aan de beroemde landing van Napoleon 111 te Bouiogne, en die or OOK nog anderszins toe by'droeg o in de aandacht der F ransuilen op de bonapartcs te vestigen. Op do zen hebben zija herinneringen vooral betrekking, inzonderheid op Louis Napoléon, met wien hij reeds iu 1831 een verdrag aanging, waarbij hij beloofde den Prins in ziju plauuou to steunen, terwy'l deze kampen zou voor de eenheid YJH Italië, als hij bet boofd dtir fraosche natie wcrJ. Het boek behelst de praatzieke herinneringen van een oud man, hoewel de graat' betuigt dat hij zich niet alleen op 2{ju geheugen verlaten heuU maar ook op ziju joui-iiaal, iu 'twelk hij dag aan dag de gewichtige gebeurtenissen, üuoinede du gesprekken heeft opguteekeud. die tussclieii dein en andere aanzienlijke uersonen plaats vonduu. Van du expeditie uair Boulogne, waarvan hij du leider was, bewuert Gnuif Ürsi dat zij gelukt zuu nijn, ingeval de Prius met un liet gezette uur au» boord was gekomen; hierdoor haddun zg IJoulugae to laat bereikt eu had het frauschc- leger ouder bevel van een autibimapartiütUcli ofiidur gfsUuin, dio vóór deu bewusten t^cl afwezig was geweest, Do Q-eashiedeuit van den Adetaui; dio men steeds tegen Louis Napoleon heeft ingebracht, ontkent hu teil Btelligste. Ziehier wat bijiiuum ver schrijft. (liet toooeei is Gravoxend, aan de uioud vau do Theems). liet werd reeds laat en nog had de Prins zich niet vertoond. Graaf 1'ernigny begon te vreezen, evenals ilc, dikt iets zeer ernsiigs noui vürhinderJ had op het afgesproken uur uit Lunden te vartrekken. Wy benvadslivagden wat er todoenwm, tocu de overste Parquiu, een oliicier vaq ile ruitery, een oud vriend vaa deu'Prins eu dien:) ge zin, zich bij mg vervoegde en zeide: ?Ik zuawel eveu aan land willen gaan eu wat goedu siguren koopen. Die wij ain boord liübb^u zijn afschuwe lijk; ik kan ze niet rooken." ?Aan Jand gaan? Miju order luidt niamanJ, onder welk voorwendsel ook, toe' te sUaa hut dek te verlaton." ? ?L>U3 moet ik hier als ge vangene worden beschouwd?" ? ?Ik zeg alleen,' dat ik uw verzjck weiger omdat ik du wriucbeii of' liever bevelen van den Prins wil nakomen." De overste wendde zich tot Graat'l'ersigny, die hem iugelijks. to kennen gaf divt het hem onmo gelijk was, zijn bede in to^willizeu. Hij geraakte m duu uiterste a toorn. Ziju klimmende woede kwam mij gevaarlijk voor. ik vroeg aan Persigtiy of het nit-1 geraden zou zijn, den overste zyo zin to geven, met dien verstande dat ik un Cliarlos Théliu, de trouwe knmerdiennar van dun Prins, hem zouden vergezellen. Persigny Rtetiidn toe en wij stapten iu de sloep. Toen wij den tabaks winkel opzochten, werd da overste een knaap gewaar, die op een boomtrotik een arend vlue.;cii zat te voeren. Aan een der klamven van list dier hing een ketting. De overste zag gedurig naar hom om, maar ging dóór zonder ueii wjord to spreken. Naar de boot terugkeerende, mark ten wij dat da jongen zyn stam had verlaten en nu een paar ellen van onze landingsplaats verwyderd was. De overste trad op hem too en vroeg hem, op den adelaar tikkende: ?Es t-i l a vendreV" De knaap keerde zich tot mij en mompelde: ,Ik versta dien mijnheer niet." Ünmiddelijk doorzag ik de bedoeling van dun overste ca zei: ?Ueste kaptcin, ik hoop toch dat go dien arend niet zult willen koopen. In gods naam zet dut uit uw hoofd. Wy hebbeu ous wel niet andere dingen bezig to houden!" ?Waarom niet.? Ik wil hem hebben. Vraag hem wat hy er voor verlangt." ? ?Dat doe'ik niet. V)o»; ann Thélin. wat hij er van denkt!" . ?Het kan mij niet schelen wat een ander denkt," antwoordde hy'; ?ik wil hem hebben. Oom bi e n veux-tu?" . . De jongen haalde de schouders op. Eindelijk vroeg de overste- hem in gebroken ciigelsch naar den prys. ?A pound," luidde het bescheid. liierop wcra den knaap bevolen dun. arend op do boot te brengen; wij ategen iu en roeiden der waarts. Men bevestigde er den vogel met zyn ketting .aan den hootdmast, en niemand 'gaf er voeder acht.op, totdat hij te lioulogue door de commiezen gezien eu in beslag genomen werd. Meu bracht hem naar het museum, waaruit hij den volgenden morgen wegvloog, vermoedelijk omdat hij niet goed was opgesloten. Ziedaar do echte, onopgesmukte geschiedenis van den adelaar van Boirlogne, waar zoo veel over gezegd eu geschre ven en door alle partjjen, vriend of vyand, geloofd IJL Is het niet opmerkelijk dat een voorval, van welks nietigheid ruim 60 personen aan boord van het schip konden getuigen, een voorval dat zoo menigmaal is weerlegd, toch en toch door alle landen 'de ronde doen en een ichtyn van belacheiykheid op den. Prins werpen kon, die nooit iets van het bewuste dier had gezien of vernomen 't Hoe veel feiten, die de historie hééft bewaard, zouden met den ?Adelaar van Boulogne" niet op één hjn geplaatst kunnen worden l ZHn deelneming aan die landing moest Graaf Orii met een vijfjarige hechtenis boeten.", Uit den kerker ontslagen, gebruikte men hom' als bonapartitiach agent Van één onderhond met den Hertog van Srunstcgk vertelt hy het volgende: ?Het uitwendige. van het gebouw is niet zeer .aantrekkelijk .an zóó somber, dat het'mg veeleer aan een gevangenis dan aan de woning van een voornaam heer deed denken. De Hertog h*d het nog onoogujker gemaakt. Van den ingang tot aan het nuis dat iu het midden va,n een groot dein gelegen was werd de blik door aleti vroouks of innemenda begroet. Alles was akelig én itÜ als een Krnot Twee gröotx>J gen bewaakten de plek. Ik moeit tweemaal mjjn volmacht toonen eerdat ik toegelaten werd. Eindelqk ging men my vooruit naar een don kere koude kamer, die in het midden een ronde tafel bevatte eu vier «loeien, waarvan er twee tegen de schouw stonden. Op die tafel brandde een karig licht; de muren waren naakt; er viel geen spoor van oom fort te bekennen. Twintig minuten waren om, toen ik een lichte beweging bespeurde aaa een iware gordttn, die over een ry'deur hing. Plotseling kwam door de gorden een mannenhoofd gluren met «en reusachtige, zwarte kap van pluis, die niets dan den neus blootüet, overdekt De kapot maakte deel uit van een lang gewaad, eveneens van zwart pluis of fulp, en met een dikken zwarten riem om wonden. Het was de Hertog van Bnmswyk. Zyu handen staken iu de twee egzakkenvaoiyn chambre cloak, waarin z{j, naar hy rny eenige dogen later meedeelde, een revolver omklemd hielden. HU richtte zich naar de tafel, die als een sluitboom tnsscuen ons in stond. Zjja oogen flikkerden door de nauwe opening van de kap, alsof hij bang was dat ik moordgedachten koes terde. Wy1 kekeu elkafir een paar lekondenaan; eindelyk riep iüj uit: ?Gü hobt oin audiüntie verzocht; wat wüt ge?" ?Uw Hoogheid zal mjj veroorloven op te merken dat de zaak die my hierheen voert, eenigen tyd vordert en het mij dus aangenaam zou wezen, indien ik my nader verklaren mocht, tcrw^l Uw Hoogheid zit." Met een handgebaar wees by op een der leun stoelen aau den schoorsteen en zette zich tegeeover mij. ?Ik bezweer Uw Hoogheid," ving ik aan, ?myn opgewonden stemming te verontschuldigen; zy vloeit uit het gewicht raijuer opdracht voort, en ik vraag vergiffenis, zoo ik U door hetgeen ik te zeggen heb misschien lastig mocht vallen. Daar Prins Louis Napoléon zich do vriend schappelijke betrekkingen herinnert, die tusschen U en hum tijdens zijn oponthoud in dit land plaats hadden, en daar hy overtuigd i* dat door ae gesiimeuly'ka bemoeiingen van U. U. en zijae politieke aangelegenheden vau het hoogste belang in da hand gewerkt kunnen worden, zoo heeft de Prins, tb»O3 gevangen te Ham, my last gogaven U om een voorschot te verzueken dat hy nooilig hoeft om weer op vrye voeten te komen!" Nauwelijks had ik de laatste woorden ceiiit of de Hertog sloeg met beide handen, in heftigeueweRing, de kap naar achter en riep op schellen toon: ?Wat? Een voorschot? Heb ik goed verstaan? Xeg het nog eens!" ? Die vlaag van drift over rompelde mij niet. -Ik bad er mij volkomen op voorbereid, ze rustig te verduren. Eeuigo secon den zweeg ik. Ook de Hertog van zijn kaot blikte mij sprakeloos aan. Daarop hernam ik: ?Ik vind het zeer begrijpelijk, dat U. H. in 't ei-rate oogenblik een zoj ongewoon aanzoek be vreemdt, maar niemand kan beter dan L'. II. hst vóór eu tegen van toestemming of afwijiiiiir be oordeelen. De Prins verlang.tu OOOüpd." ? blvok uls een lijk ree< do Ht'rto^ op cu utrekto zijn arm naar hst. schellekoord uit. Doch vóórdat d* schel overging, voerde ik hem, opst.uinde, tege moet: ?Om G'ods wil, luister na;ir my. Ik h-ib veel tt- zeggen wat. Uw meeniug k«n wij/ij,ri;n. Vergun mij slechts enkele minuten." Do Hertog slingerde het koord tegen Jon muur en hervatte op luiden, bitsen tuan: ,lk weet niet wat ik nitfer te bewonderen hu!>, uw onbeschaamdheid ot' mijn geduld. /C4 dui/.cnd pond aan Louis Napoléon lecueu! Hoe kwam ik er toe? Uw Priui silnjnt, niet te weten dat ik Rr.Du'tlikein ben! Do vriend van U^vaigtiAC, Jfirraat en alle hoafd-in dar pirtij De grootste aandeelhouder in de Nationale. Door republikeinse hè beginselen ge leiden gesteund, w i l i k .1 1', n a l ] e 12 o ? narchiotin, met name l>u i t s c h land. den oorlog v e r k l n r e u. Da landing v/ii» uw Prins iu Frankrijk heeft hoegenaamd geoii zin als zij niet koninkrijk of keizerrijk buteeki-nt. Ik wil mijn' nieuwen vrienden niet alv.illig worden. Ik weiger don Prin* de O'JOO pd., die gy' in zyu Dit ropweu vau republikeinscha lieijinselon van iemand als de Hertog van Urunswyk bracht mij toch van myn stuk. Nimmer hal ik van zija connecties met de Nationale hooren spreken. Ik zag in dat mijn taak moeielykiir waa dan ik voorzien bad. Het is uiet onmogelijk den eenen persoon voor dea anderen to winnen of een poli ticus over te halen, van ziju vroeger systeem abtand te doca, wanneer men' hem kan overtuigen of bizondere voor Jeelcn toezeggen. Maar welk mijdel bestond er om tot zijn vroeger standpunt iemand weer te brengen, dio tot begimeleu toegetredon was iu lijnrechte!» stryM iu«t die aan welke hij zijn gezig had te dankeu ? vooral wanneer deze nieuws proseliet d* Hertog van lirunswiik.Uus medeliil dor aristocratische dynastie van Europa was? Elooh list viel my in, dat zoo een sterke aan drang den Ilertoff had "bezield om dorepublikeinBiho party te omhelzen, een nog krachtiger boweeggrjnd hem inisschiua fat de denkbeelden kon terugvoeren die hij vau jongs af had iogezogen. «Welk voordeel een \ferbintönis met de Bspubhkeinen U verschaftVn kan", hief ik nan, ^zal U. H. natuurlijk wel overwogen hebben. Ma -ir U. H. zal mij toestain te h°rinueron, dit het verschil van belangen tusschen U ea Uw nieuwe boudgeuooteu ta groot is om niet onvermijdelijk tot qou scheuring to leiden. Zoo gaat het steeds met politieke vcreenigingen die op eeuzydioe ver wachtingen berusten. Uw aansluiting by de Repu blikeinen, hoe onverklaarbaar ook, bezorgt huU ten minste één niet te miskennen voordeel, het eenige waarop zij trouwens by U «kenen : ? geld. Doch wanneer hun zaak komt ta triumfeeren, dan zullen zij den daz na do overwinning U ver volgen un zich va» allo verplichtingen ontheven achten. De tegenwoordige baaierdragen der repablikcinsohe party zyn lieden van verjtand en opvoadiag. Ik ken ze persoonlijk. Achter hen echter, staat het volk waaraan zy beloften gedaan hebbén, .die .zij goed- of kwaadschiks moet*n vervullen. Wat kan U. H. daarbij' winnen? Uw oogmerk, zoo ik rog' Biet bedrieg, i« in Duitschland vaster voet te krijgen, tig" kunt niet hopen over Frankrijk te heerschen. Uw verbood met 'de Rtpublikeihea kan slechts een «Igemeene omwenteling bedoelen, die dan ook een olgemeouen opstand in Daitschland ten ge volge zou bobben. Maar ook daarby zou U. 'H. den bal misslaan ? de duitsche republikeinen hebben zuiverder . gevoelen» dan de fransche en zonden vau olk monarch isch. hoofd nog af keeriger zyn dan deze Gy zult in den maalstroom eener katostrophe te' loor loor gaan, zonder de deelnemingte hebben verwekt, die te beu rt val t aan wie zi ch voor eon groote onedele zaak opofferen." De Hertog voer ijlings op eu zeido : ?Gü kent myn antwoord. Ik (la het aan zoek van uw Prins af en bid u hem die weigering over te brengen. . Ik betreur zijn toestand, maar vind voor my geen redeu om van besluit te ver anderen." ' Ik zog dat alles verloren wat. Er volgde een oogenbluc van diepe stilte. Ten laatste nam ik mijn hoed en schreed op de deur toe. Baar ge opend en do klink in de hand hebbende, sprak ik : ?Uw Hoogheid cal mij vergeven, hoon ik, dat ik haar lastig ben gevallen. Toen de Prins my' opdroeg om by U het mogelijke tot zyu ?bevrijding - te beproeven, wilde hy niet alleen pecuniaire verplichtingen- jegens U aanvaar den. Zijn inzichten reikten verder en zouden onder da bestaande verhoudingen tot beider Toordeel gestrekt hebben. Toen -Üc deze «endiflf-op-cBi'fiJir-èa-y' H., waorvwr ik iteeda dankbaar ui blöven-, nijj audiëntie toestond, wa» ik teker deirW&^aa "un ta ont moeten, dien sHn hooge politie in staat stelde om de vo ordeeion te beseffen die voortvloeien moettou uit de verbintenis met een tweede wi«ns populariteit haar toppunt had bereikt. Ik meende dat U, H. met den waren stand der publieke opinie in Frankrijk ten opzichte van den naam Napoleon bekend was. Had ik my vrij en onbe vangen tegenover U mogen uitlaten, ik zou hebben doen zien dat de gevangene van Ham bestemd is om de grensBteen tus-chen den ouden en den nieuweren tyd te worden. Ik beken dat myn ontnuchtering groot ia. Moge U. H. mij niet voor aanmatigend ouden als ik voorspel dat Öij in minder dan twee jaar tijds U beklagen zult, 's Prinsen verzoek van do hand te hebben gewezen." Ik boog en wilde my verwijderen, toen de Her tog zeide: ?Bly'f nog even, bid ik u. Ik heb nooit aan profetie gehecht en geloof allerminst aan de uwe met betrekking tot den gevangene van Ham. Buitendi-n laat ik mij even ongaarne met voor spellingen ia als ik ooit iets oizonden doe op een dag, waarvan de datum het cijfer 7 bevat Indien (rij my' den Ten, I7ea of 27ea om au diëntie badt verzocht, ik zou er geen acht op geslazen hebben. Overigens hebt gy, door met zoo levendige kleuren 'n Prinsen Uitzicht op de regeering in Frankry'k af te schilderen, myn nieuwsgierigheid geprikkeld. Let wel, ik m met deze woorden geen vergelijk aan: alleen, daar %ij den stand der openbare meening in Frankrijk beter schijnt te kennen dau ik, kaa het gebeuren dat ik mij genoopt voel iats voor den Prins to doen, mits gij my bewijzeii kunt dat zyn komst tot de hoogjto waardigheid louter een quaeitit van t$d is. Het eind van da zaak wai dat de Hertog zwichtte, een contract sloot en geld op voorschot gaf. Dat Louis Napoléon uit zijn gevangenis ont kwam it even bekend als al het verdere. Aan dnrgelyks belangwekkondo anecdoten zyu deze Mémoires overryk. NATUURKUNDIGE MËDEDEELINGEN. De mvtèorograaf van Theorett. Dit is een werktuig, zooalj er reeds meerderen beitaan, waardoor liet doen van weerkundige waarne mingen gemakkelyk wordt gemaakt. Door het in strument zelf worden opgeteekend: la. het tijdStip d«r waarnemingen, 2o. de snelheid van den wind in meters per seconde, 3o. de richting van den wind, 40. de stand van den thermometer, 5o. die van een bevochtigden thermometer waaruit, in verband met den vorige, de vochUgh-M'lstoestand van de atmosfeer wordt afgeleid, (jo. Je barometerstand. Het belangrijke vcrscbü( tuïJchen dezen ?zelfregistreereDdon met«orogra»f " eu anderen beataat daarin, dat hij de uitkomsten in cijfers opteckont, terwijl de overigen dit door een lijn doen, die getrokken wordt op een in vakken verdeeld papier. Een aantal raderen beziHen aan hun omtrek de cijfers gegraveerd en e'.k kwartier wordt eea strook papier geJrukt tegen het cijfer, dat met den st*nd van baroniet-r, thermometer enz. overeenkomt. De inrichting is zeer samengesteld doch schijnt niot onpractisch te zgo, want een zoodanige volgens aanwijzing van Tbeorcll te Stockholm geconstrueerde toestel ia sinds tivee jaar aan het observitorium te Upsal zoaUer cenige stoornis in gebruik. De beweegJcrocht wordt geleverd door een galrapische battery en dit is de reden waarom het instrument op de tentoonstelling te Parijs prijkte. Het opttekeuen van de waarnemingen in cijfers u op zichzelf niet doelmatiger dan Set trekken vaneen kromme lyu op eea verdeeld bl»d papier; o«n overzicht wordt door het laatste gemakkelijker veikrep.-n. Om spoedig de uitkomsten naar an dere plaatsen over to seinen beeft bet eerste echttr ecnig voordeel. Het c!cc!rii<-h licht nit K» fi>/gi?iisch oogpunt. ulan^s heeft Dr. Jav.il te Parijs in de So^etó . de MéJecrac publique den invloed van _bet eleotrisch licht oj> de ojgen besproken en ij daarby tot het rosultait cekoiuen, dat wij voor onze oogen er slcchta voordeel van ta verwachten hebben. ZeilV bij personen die voortdurend met elecirisch licht werkzaam zijn en er dikwyls zonder eeoi^e beschutting vati n.ibij naar zien, hoeft men geen ernstige oasreniakkeu aan de oogen bespeurd. Slecliti een 'paar personen, die onder zcaratnwrmale omstan-ü^hedt-u uiet eleotrisch licht hadden gewerkt, was 'een tijdslijfc ongemak aan bet oo? waargenomen. Het publiek, d»t uiet naar het licht zelf mnar slechts naar de verlichte voor werpen heeft te zien, zal er door winnen, wan neer die verlichting zoj veel mogelijk met het daglicht overeenkomt; de veel nadeeliger in vloed van een onvoldoende verlichting wordt daardoor vermeden. Wil men de oogen in som mige gevallen voor de directe lichtstralen baschutten, dan moet men geen blauw glas nemen, zooali dikwijl» geschiedt, maar geel. omdat zoo er stralen een nadeelige werking hebben, dit de violette en ultraviolette zijn en dezen wel Joor geel maar niet door blauw worden teruggehouden. . Wij voegen hieraan toe, dat afgescheiden van de werking op de oogen bet electiïscu licht uog andere hygiënische voordeelen aanbiedt, a.l. dat het in vertrekken geen of zeer weinig van de vooi de ademhaling noodige zuurstof verbruikt uti eveneens geen of zeer woinig gasvormig pro duct levert dat de daripkriug verontreinigt, ter wijl het verder de temperatuur niet zóó sterk ver hoogt als bij het gebruik van liet gas, met erenveel lichtsterkte, het geval is. In Dnitschland hebben prol". Blasius en de oog arts dr. Happe voordrachten over hetzelfde onderWnrp gehouden, én heeft de eerste er vooralop gewezen, dat zoo het'elcctrisoh licht een verbrandings-proiiuct lovert, dit sleclits koolzuur is, terwijl alle andere lichtbronnen bovendien meer schauehjke bijproducten geven. De tweede wees op de grootere gezicbtscherpte by electrisch liciit ea de betere onderscheiding van kleuren. Meu dient echter ia het oog te houden, dat deze laat ste voordeelen niet bestaan bij het gebruik van de zoogenaamde gloeilampjes, die een licht geven even geel als gaalicht, maar slechts bij 't aan wenden van de sterke koolspitslampen of Jaboklofkursen, en dan alleen indien dezen, volgens de nieuwste inrichtingen, volkomen standvastig branden. Een nieutce accumulator. De Teel besproken werktuigen om electriciteit op te zamelen, de accumulatora vaa Fonre, eyn door de maatachappy die de exploitatie heeft op zich genomen wel te Parijs tentoongesteld maar, om de een of andere reden, nog niet algemeen verkrijgbaar gestold. InttUtchen hebben anderen beproefd naar het al gemeen bekende beginsel dergelijke werktuigen samen te stellen en in ona land is dit aan de firma Kipp & Zn, te Delft,, wier fabrikaat wil in werking hebben . gezien, zeer goed gelukt. Het kan echter niet anders of wanneer de accnmnlators meer in gebruik komen zullen zij verbete ringen ondergaan en een zoodanige is reed* thans door Heory Sutton aangewezen en beproefd. In plaat» van twee loodplaten met verdund zwavelzuur, neemt hij een geamalgumeerde Jood plaat en een koperplaat en plaatst dezen in een oplossing van kopervitriool. Om dezen accumulator te laden,, wordt de loodplaat met de positieve pool van da battery verbonden en de koperplaat met de negatieve ; het lood oxideert zich en de koperplaat groeit in dikte door het "daarop afgezette koper, men eet de lading zoolaag voort, tot al het kopervitriool ontleed is, wat aan het kleurloos worden van het biauwe vocht, il te zien. By het ontladen wordt het gevormde loodperoride weer gereduceerd en het 'koper op gelost Op deae irijae meent de ontdekker nog voordeeliger werking te krijgen dut by de inrich ting van Faure. De platen worden ook bf dezen nieuwen accumulator spiraalvormig om elkaar heen gerold en met een aantal gaten voorzien. By het laden hoort men een eigenaardig ratelend geluid, waarichy'nbjk door het afzetten van het koper dat den vorm vau den spiraal eenige ver"" '"" doet ondergaan. Zwtrttoflmeiding in M poot. Dit Is een van de chemisch- technkche t**gttukken, waarvan de beantwoording nog uiet gelukt i», indien meu namenlijk met nm hit groot" ook bedoelt teiten zeer geringen prjj». Het gas, dat voor een vijfde onzen dampkring vormt kan men onvermengd tot nn toe niet anders leveren, dan tegen een pro* veel te hoog om aan eenige belangrtike induktn» eele toepassing te kannen denken. WM de zuur stof voor enkele centen 4>er kubieke meter, t» verkrijgen, dan zon het gebruik er van voor al lerlei doeleinden zeker niet achterwege blijven. Te Paasy is men teruggekeerd tot een vroeger verlaten bandelirijt om ae zuarrtof te bereiden, namenlyk die door verhitting van btriumuxide of baiyt Dit neemt dan zuurstof uit de lucht op en geeft dit later by een sterkere verh tfing Weer af. De zelfde hoeveelheid van de grondstof ?ou daardoor telken» weer opnieuw kunnun ge bruikt worden. In do praktijk bleek het even wel dat door de herhaalde verhitting d« baryt nt> eenigen tyd onbruikbaar werd, zoodat men nieuw* moeit aanschaffen en dit maakte het product ta kostbaar. Thans evenwel hebben de gebroeders Brin een bereiding der baryt ontdekt, waardoor dit zeer lang zij o werkzaamheid behoudt, zoodat bet zelfs ca 400 maal verhit te zy'n geweest nog niet waj veranderd. De verhitting geschiedt in metalen retorten, waardoor vochtige Tucht wordt geleid; daarna wordt de opgenomen zuurstof door herhaald* verhitting uitgedreven en in guhouden gepompt, nadat ze van een weinig er mee gemengd koolzuur is bevrijd. De prys van 100 kilogram barvt in 250 franc en men berekent d»t te Pariji de kub. meter zuurstof op slechts 12 a 15 centime* sou komen. Allerlei. EEN KWAKZALVERS-DISEE. door CABTO-B. Holloway .... de puien-reus ?Vriend van ieder!" ia zyn leu& tiaf onlangs een fijn diner, Al zyn vrienden deden mee. Men zag: Richter, Retzlaff. Breemer, Gimborn, Moesainger ea Kraekmer, Stnrzenegger. HbfiT Guyot. Brandt, Laroche en Botot . . . . (Hoe ze allen verder heeten Kunt ge door de krant licht weten.) Holloway staat op ... en meldt, Dat het hier een tioodcchap geldt, Van de mantien liier te saam, Tegen onverdienden blaam. ?Zelf* de kranten die wy ?smeren." r Durven zich te bpponeeren ?Tegen onze wy'i« taal. .Maar Goddank ! het blank metaal ?Heeft nog kracht eo daarom Heerent ?Onophoudelijk apnonceeren l... . ?Annonceeren l zü de leus f Alzoo galmt de BriUche rem, TJa" zegt Nieske 1) ?da's heel mooi ?Voor een baas van. uw allooi, ?Die 't zoo maar voor 't grijpen beeft, ?En gelijk een Koning leeft.... flk «tel voor o Holloway ! . . ?Geef een duizend pond of twee... ?Voor den kleinen vakgenoot . . . ?Dan eerst noemen wy u groot!" ?Ja, bravo ! . . . . do's redeneeren l" Bmlt eenstemmig 't choor der ?heeren,* Ieder roept: ?wat «ijt «rij dApper Nieske ! GÜ zyt meer dan kapperl" Holloway verheft zich. waardig, En zegt: .Nieske 'k vind 't nret aardig ..Dat m mijn paleis een gaat ,Znlk een taal spreekt, die niet past .Voor een doctor, die beweert ?Dat by neuzen converteert, ? ?Rood gelijk een appelfleur ? ?In een lelieblanke kleur! T ..... Foei! gij moest U allen schamen, ?Zie ik niet Uw aller namen, ?Dagelyks prijken in de krant ?Van schier elk gewest of land, ?En zoolang gij annonceert ? ? ?Weet ik .... dat gy prospereertt . ..... Maar de' bende wordt jumocrig Hier en daar zelfs woest . . . . oproerig . . . Iedereen roe^t: ?Uollowoy ?Geef een duizend pond of t wee l" weldra worJt men handgemeen ? Eu cu vliegrn dra dooreen ... Potjes zalf en doosjes pillen . . . Druppels om de py'u te stillen . ? . -Pam-«zpeiler , . . . leven*wek';er . . i Breukzalf. . . honig, zoet en lekker . . . FlesHchen met ?Rob Liiffecteur" . . , Oogeuwater. . . teerlikeur. . . Maar. . . de pillenrt'us Dat nietswaardig tuig h^m tretc, En géén enkele van die enken, Kan hem van zjjn »tuk doen r-.<ki»n} Rustig zei<t hy: ?Mtjneheeren ?Waarlnk gaat. toch ?adverteertfti! ?Te Deed het vroeger op crediet. . . ?Geld? ... ook jfe b>I 't vroeger ui-t, ?Maar ? ik wist 't publiek te pakken, ?Ea met goed gevulde zak keu. ?Kwam 'It terug ? wie we«t het niet? ?Naar 't paleis in OxforiUtreet . . ?Zoo verdiende 'k zonder slag : V'J ,Soms wel duizend poud Pf r dajt l Maar eea raad nog ben fk U schuldig ,üenk: 't publiek i» erg gedutdiV, En 't sliiï alles ? miu geleerd ,In de bladen g'adeerteerd." .. Ieder gaat hierop aan 't schrijven, Eu de blanke, gele schijven, Komen weldra aangevlogen, . En 't publiek wórdt voortbédrogen, De gezondheid ondurraijud l . v ? En 't beapaarde geld verdwijnt l Amst 18 Jan. 1882. 1) Nieike ? troeger doctor In da pirfamerU ? aliu kapper it de bekende man welke o. a. ' rood» ' neozon «blinkend" wit ouakt dooi Schaakspel. Een van de oudste boeken, dte naar zoover men weet in Engeland gedrukt werden is het ?Schankspel," dat van het jaar 1474 dagteekent; het werd toevallig in Holland ont dekt en voor enkele stuivers gekocht De kuoper deed het voor 20 pond aan een zekeren heet Oiborne over, Oaborne aan Dr. Asken» voor 60 pond en na diens dood werd er door de konmkfylü bibliotheek 170 pond voor betaald. ;Kw4m het boek on onder don humer dan zou het x«k«r oog tienmaal meer opbrengen. . ?. ?m '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl