De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 5 februari pagina 2

5 februari 1882 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

? _ ,_,«?i... DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ho. -241 11: > kalmte nog een paar schreden verder gaat en verklaart, dat Amsterdam een ge meente in deze het evenbeeld van den Slaat is, of, dat de bezoldiging van twee ker kelijk hoogleeraren nu eigcnllijk de juiste toepassing is van het beginsel van scheiding van Kerk en Staat, dan verbaast zich daarover niemand, maar hoort men, ilj 't dan ook na de vermelding, dat hij lang geaarzeld heelt, Mr. De Koning zulk eeu voordracht verde digen, dan is dat voor velen een teleurstel ling. Mr. Do Koning meende, dat wij met twee moten meien, omdat we het Rijk niet kwa lijk nemen wat we in de gemeente veroordcclen. Waarlijk, we zouden het Rijk niet minder krachtig bestrijden als het deed, wat nu de gemeente doet. Wij achten het onein-' dig beter, dat men kome tot een volledige scheiding van Kerk en Staat, maar als die scheiding niet ten volle wordt doorgevoerd, is uit een oogpunt van recht en billijkheid nog wel te verdedigen, dat alle kerkgenoot schappen naar hun behoede of wenschen gesteund worden, doch wat niemand met eenigen schijn van recht zal kunnen goedkeu ren, is, dat men n kerkgenootschap hulp biedt en alleen niet in woorden, maar inder daad elk ander builen sluit. Een lichtpunt in het debat was ongetwij feld de redevoering van den lieer Hemeken, waarin hij aan de Vergadering trachtte dui delijk, te maken wat eigenlijk de Synode was, met welke men ging onderhandelen. Een lichaam dat in de kerk zelf zedelijken noch Btoffelijken steun vindt. Hl) wees er op, en o. i. terecht, hoevelen die kerk, waarvoor men nu gelden wilde beschikbaar stellen, ver laten hadden. Eerst de Afgescheidenen, daarna modernen, waaronder mannen als Busken Huet, A. Pierson, (van wiens oppo sitie tegen deze voordracht men niets verno men had), v. Gorcom, de gebroeders Hugenholz die allen van het predikambt in die kerk afscheid namen, evenals de Heer de Veer, die thans deze voordracht nog aanbeval. Snedig bracht de heer Ueineken in herinnering, dat drie jaren geleden B. en W. in onder handeling met de Synode zelf verklaard "hadden, dal het aanvragen van gelden voor deze zaak aan den gemeenteraad »bezwaar lijk" zoude gaan, en terecht betoogde hij, dat de iout die nu tot deze fout leidde, begaan was, toen men de Universiteit stichtte in plaats van destijds een geneeskundige school op te richten, die het middel had kunnen worden om later een Rijksuniversiteit te verkrijgen. \Vij zullen de verdediging noch de be strijding der voordracht m bijzonderheden volgen, alleen voegt het ons een woord van hulde te brengen aan den heer Prins, die in zijne mannelijke en waardige taal de welenschop en de universiteit, bok de gemeente zeil, ia bescherming wilde nemen tegen da noodlottige poging om aan een schijnbaar, in elk geval hoogst bolw'talDaer belang, een groot beginsel op te offeren. ? Indien Gedeputeerde Staten van NóordHoHand hun goedkeuring zullen gehecht hebben aan een Op hel nu genomen besluit gegrond kontrnct met da Synode, van den gemeenteraad om uit de gemeentekas gelden te bestemmen, voor dogmatisch onderwijs... zullen de kerkelijke hoogleeraren komen. Voor hoe lang? De minderheid, die tegen deze voordracht stemde, was zeer aanzienlijk. De wijziging in den gemeenteraad behoeft niet groot te zijn of zij zal meerderheid zijn geworden. . Meent men dat dan de kerkelijke professoren aan de universiteit verbonden zullen blij ven? Dit besluit is een schending van liberale beginselen, waarop ieder liberaal het zich een eer zal rekenen terug, ie kunnen komen. Wij spreken niet eens van katholieken en onti-rcvolulionairen, die zich gekrenkt moeten evoelen door deze opentlijke miskenning van e leus, die ons allen heilig moet zijn: gelijk recht voor allen; een gevoel van ge krenkt te zijn, dat slechts te luider zal spreken, als zij, verleid door de bevoorrechting waurvan zij nu getuigen zijn, op gelijksoorti^en ouders! and voor hunne kerkelijke instellingen to vergeefs aandringen. Ongetwijfeld ccn katholieke of een christelijk-nalionals armen school is evenzeer in het voordeel der geiTJoante ate een universiteit. Op welken grond zai in in die subsidie weigeren? Of is het schade voor de stad als de kerkelijken scholen stioliilen, die de lasten voor onderwijs verlichten? Met welk recht zal men een bede om onderstand afslaan, als de heer Feringa, voor een ortho dox-gereformeerde school voor havelooze kinderen ecu paar duizend gulden vraagt; eeu inrichting m een 'groote stad nog onmis baarder dan een universiteit'? Hoe zal men, om niet meer vragen op ie werpen, de Vrije Universiteit met leege handen huiswaarts kunnen zenden, als zij. er zich op beroepende dat ook haar bloei der gemeente ten bate komt, om tien of twintig duizend gulden aanklopt? Wij, zoo is bij herhaling gezegd, begun stigen geen kerkgenootschap of godsdienstrichting, wij subsidieeren louter uit eigen belang. Uil eigenbelang, hel is wél, dat zij dan de maatstaf. In 't onderhavige geval draagt het brutale woord «eigenbelang" den meer idcüelen naam, van: de bloei der Universiteit," een naam die klinkt als een klok! Een bloei echter die niets gemeens heeft met den bloei der wetenschap, de taaiste toch zal wel niet gehaat zijn door een onderwijs in de een of andere richting van een bepqald kerkgenoot schap te geven. Het > eigenbelang" de bloei dor LJniversile.it beslaat dus alleen in hel aan tal studenten, dat hier kamers bewoont of niet naar elders trekt om testudeeren. Waarom .zou dan de bloei der Vrije Universiteit voor Amsterdam iets minder van gewicht zijn dan de bloei der stedelijke? Daarvoor kan geen reden bestaan, tenzij men zou willen bewe ren dat.'guldens uit een Groningsche of elhiesche beur» van beter gehalte iljn dan uit een calvinistische. Zelfs de heer v. Tienho ven, voor wiens redeneerkunsl maar xelden iets te hoog ligt of te wonderbaar schijnt; zat zulk eea onderscheid niet durven aan nemen. Gelijk recto voor- allen dat tot dusverre een beschermend beginsel was, zal van nu af louter strijd en verdeeldheid baren. Met recht zullen allerlei kerkelijke instellingen, zich be roepende op de/ 10.000 aan de Synode ge schonken, t» het belang dtr gemeente, vragen om subsidies, die, natuurlijk ceheet willekeurig, Seweigerd zullen worden. En de Universiteit, ie men meent gered te hebben, zal de groote steen des aanstoots voor alle nadenkenden zijn. Want laat ons rond en duidelijk den toestand schetsen, die sedert het jongste besluit van den gemeenteraad is aangebroken. De Universi teit, die tot heden door katholieken, ortho doxen en liberalen gedragen met werd stille verzuchtingen, is voor hen eene onmogelijk heid geworden, een der gevaarlijkste vijanden van de rust der burgerij, omdat zij geen rekening houdt met haar recht. Een Uni versiteit, die bij feestelijke gelegenheden alleen van de wetenschap rept, om op gewone dagen aan niets anders te denken dau aan het al bum studies irurn, kan, als zij van de heerlijkheid ,en begeerlijkheid vau haren bloei gewaagt, niet veel beters dan een glimlach wekken. Eén Uni versiteit, die ons heet te verplichten, althans 21 raadsleden verleidt, om met het eenige beginsel, dat hel vreedzaam samenwonen van burgers van verschillende denkwijze mogelijk maakt, te breken.... is niet alleen voor den katholiek en antirevolulionair, maar voor eiken liberaal, die zijn beginselen lief heeft, een Carthago delenda, een tyrannieke en immoreele macht, waartegen strijd geoorloofd, waartegen strijd plicht is. Van nu af zal de storm eerst opsteken tegen deze inrichting, die wetenschappelijk heet, maar niet schroomt openlijk te ver kondigen, dat zij meer prijs stelt op een handvol studenten dan op den vrede onder de burgers, op de wetenschap en het recht te gader, een storm, waarvan de gevolgen voor rekening blijven van hen, die hem heb ben gezaaid. De liberale burgers van Amsterdam .zullen niet dulden, dat men uit vermeend eigenbe lang kerkelijke partijen van gemeentewege be gunstigt. Ai-r. IO9 Burg. Wetboek* Dat de hoofdstad, ook nog in deze dagen, wel eens neiging toont, om zich boven de wet te stellen, is bekend. De geschiedenis der openbaarheid van de belastingkohieren ligt te versch in het geheugen dan dat liet noodig zou zijn ze in herinnering to brengen. Toch. Zal men misschien zich er over ver wonderen, dal hier zelfs eeu wetsartikel niet wordt nageleefd, dal volstrekt niet voor een tweeledige uitlegging vatbaar is en overal elders, voor zoover wij weten, getrouw wordt opgevolgd,. Een'artikel bovendien zóó on schuldig van aard en eenvoudig in de toe passing, dat het onmogelijk schijnt een reden ie vinden, die deze wetsovertreding zou kunnen doen billijken. Art. 107 van het Burgelijk Wetboek schrijft voor: >Yóór het voltrekken vnn het huwelijk, zal de ambtenaar van den burgelijken Stand twee afkondigingen doen voor de deur van het Huis der gemeente, en wel.op twee volgende Zondagen. Deze huwelijksafkondigingen en de akte, die daarvan moet icorden openbaar gemaakt, 'zullen bevatten: lo. De voornamen, namen, den ouderdom, iiet beroep en de woonplaats der aanslaande echtgeuooten, en, indien dezelve reeds vroe ger getrouwd zijn geweest, de namen van hunne vorige echtgenooten. 2o. Do voornamen, namen, het beroep en de woonplaats van hunne ouders. 3'^. Den da;(, de plaats en' het uur waarop de afkondigingen zijn geschied, met vermel ding of zulks de eerste of de tweede zij." Welnu, «Je aklen, die'van do huvvelijksalkondigingcn moeien openbaar .gemankt wor den, zoo verhaalt ons iemand, die Maandag voor veertien dagen Ie vergeefs den Wel-, huU'Jer zelven gevraagd Iiceft zulk eene naar liet voorschrift der wet opgestelde akte to zien, liggen hier niet lui* lezing. Slechts een zeer onvolledig uittreksel wordt gepubliceerd. Nu is,'gelukkig, voor--de duizende paartjes, die zonder-behoorlijke' openbaar gemaakte akte ten raadhuize van Amsterdam gehuwd zijn, hun huwelijk ten gevolge van deze na latigheid nog niet onwellig. doch de wel bedtieigt de ambtenaren van den burgelijken Stand in art. 15-4 en 137, bij overtreding van art. 107, met een boete. En het zou toch waarlijk wat al te dwaas wezen, als juist voor de hoofdstad dergelijke strafbe palingen geschreven bleken te zijn. Eindelijk zal men een begin maken met de invoering van korrcspondentie-kaarljes. Men zal kaartjes kunnen krijgen voor 12Va cent, ten gerieve van do passagiers die van of naar de Hooft- of Vondelstraat rijden. Zij worden afgegeven op de lijn Plantage?Leid scheplein, P. C. Hooltstraat?Leidscheplein, Vondelstraat?Leidscheplein en Overtoom Leidscheplein. , Voor den rit P. C. Hooftstraat?of Vondelstraat?Leidscheplein zal dus 2'/2 cent in rekening worden gebracht. Nu de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij na zoolang gedraald te hebben, aan den her haaldelijk door ons uitgesproken wensch ge volg begint te- geven is het niet billijk haar buitengewone langzaamheid te verwij ten, en zooals do dagbladen zich veroorloof den, aan dit bericht sarkasliesch toe te voe gen, dat/ de A. 0. M. dit bij wijze van proef zou doen, als wilde men zeggen: TOOT eer maatschappij als de A. O. M. is zelfs iets zoo eenvoudigs als het verkrijgbaar stellen van korreSpondenliekaarljes eene zaak waarVan zO ia 1382 nog de waaltóe en mogelijk heid moet onderzoeken. Van proefneming kan hier natuurlijk geen sprake zijn. De proef is jarenlang elders op afdoende wijs genomen en de A. 0. M. is bij de hand genoeg om te weten, dat deze onmisbare, al te lang uitgestelde maatregel geen ander nadeel met zich brengt, dan eenige vermeerdering van adminislraüewerk. Wij mogen er" met aan twijfelen* of bin nen eenige weken zal de A. 0. M. het sektiestelsel op hare lijnen hebben ingevoerd en ook voor de hoofdlijnen, en juist die heb ben het het meest noodig korrespondentiekaartjes worden afgegeven., De A. 0. M. begint te luisteren.- Ze is niet stokdoof, dit geelt een burger moed. Men leest in het Afcum van den Dag van Vryddg 3 Februari: Naar aanleiding van een opmerking in de .V. Ratt. <V. van gisteren (door een correspondent uit Amsterdam) willen wy iiug een paar woorden zeggen toA opheldering van liet laatste godoulte van ons jongste artikel ovur de Geiiieentc-Univcrróleit (.3- i', i/. V. van '.23 Januari), Zinspelende op de memorie van het raadslid Dr. Berm, in zake liet Medisch onderwy» te Amsterdam, doet de N, Rolt, Ct. liet ecniggzina voorkomen alsof wij er tegen waren dat over hooggeplaatste personen in n l'Keurenden zin werd gesproken of geschreven, Ifrituurlük hebben wij daar volstrekt niet tegen, indien Liuirtoo reden bestaat. De kracht van onze opmerking lag dan ook hoofdzakelijk in de woor'den: '?Maar dit" behoeft niet in het openbaar te geschieden, en door dag- of weekbladen te worden verJjivid'1, De bedoeling was, dunkt ons, duidelijk genoeg. Wanneer een belangrijke quaestie nog m een stagelüke zaken te betrekken, om zoodoende vooruit te loopen op een oordeel, dat eerst kan worden uitgesproken, wanneer beide partyen hun laatste vroom hebben gezegd en de stand der quaeslie alzoo nauwkeurig is afgebakend. Eerst dan is liet oosenblik voor publieke Inspreking gekomen, vooral waar het onderwerpen betreft, waarin du leek lofls moet steunen op de adviezen van ligtti. Gaanx- erkennen wy intus^chcn, dal de uitdrukking: nchtiMiswnardige mannen sleurt men niet door hel slijk", minder gelukkig gek ozon was. en d,U \\\] die daarom terugnemen. 'IV' meer vinden wij ons lot deze opheldering verplicht, omdat wy niet gaarne den schijn op 0!i5'.;:iMi<!eii l:ufcn flteof \vy ons afkeurend hadden ! uitgelaten over het Hink en moe-dis; optreden van i Dr. lierns /elven. Wij wcnsclum integendeel voor niemand onder lu doen in waardering van de bekwaaLnheik'ii van dezen geleerde, wiens komst in don Rnnd wy met groote ingenomenheid h'-liben begroet, daar wy van zijne medewerking de beste veJv.'ai.'htingon koesteren, in verband mot de evenluüele reorgani&ilio van ons gaslhuis, op een. wijze dia aan allo billijke cisehen voldoet. Wij nemen deze regelen over, omdat ook ons blad op de woorden, die iluins terug genomen worden, aanmerking gemaakt had. Het doet ons genoegen, dat de redaktie van het iVtVttir» een nadere verklaring van zijrj woorden* geeft en openlijk het aanstootelijke daarin terugroept. Hoe langer hoe meer naderen in Uriivcrsitoitszaken onze opinies elkaar. Wij konstateeren dat met genoegen. Xu het A"eutes ook Dr. Derns optreden » ilink en moedig" noemt en zijn » wuardeering van de bekwaamheden van dezen geleerdo" uit spreekt, j zal het ons zeker bijstemmen, als wij verslapen, dat do t flinke en moedige" daad van dezen geleerde vermeld mocht worden nadat het Gemeenteblad haar reeds gepubliceerd had. UIT DE MAASSTAD. Rotterdam, 2 Februari. Reeds drie eenwen ongeveer beroemt Nederland er zich op en wordt net in het buitenland er kend, dat ons landje is do klassieke bodem van verdraagzaamheid on vrijheid van geweten, en toch nog moet men voortdurend tot de treurige ervaring kotnen, dat ditzelfde land nog oen on telbaar aantal burger* oplevert, wier verdraagzaamheid niet verder reikt dan de grenzen hun ner eigene meem'ng en die aan de vrijheid v.tn woord eti gedachte , do zonderlinge beteekenis bochten, d»t zij daaraan de vrijheid ontlconon om bet uiten van atVijkcude mecmngen des nood» ract Beweid to beletten. Zóó ook weder Zondag 11. Een afgescheiden predikant, dio van vroom christen vrijdenker is geworden en wien uit het vroegere ambt blijkbaar do gewoonte is bijge bleven om Zondagsochtenda als voorganger op te treden, hield reeds sedert vier maanden elke week in een door hem gehuurd lokaal voor ccn min of meer talrijk publiek redevoeringen, waar in hij de beginselen zijner zedeleer on hunno toepassing in het mantachappeljjk loven ontwik kelde en verdedigde. Over den inhoud dier rede voeringen kan ik zelf niet oordeelen, maar van verschillende zeer geloofwaardige zijden wordt mij verzekerd, dat van nlle lasterlijke praatjes, alsof de redenaar op «pottenden of ruwen toon aanrandde alles wat den vromen christen of Israëliet heilig is, eenvoudig geen woord waar is. Hij U rationalist en verwerpt dos nagenoeg alle», wat Chriibén en Israëliet tot. het wezen van hun podsdien|t rekenen, maar op den vorm waarop dit uitgesproken wordt, js zooals men m\j ver zekerd heeft, geen enkele gegronde aanmerking te maken. Wat er niettemin gebeurd is, ia den lezen van den Amsterdammer natuurlijk reeds bekend. Eenige vrome christenen hebben gemeend zioh aan doza samenkomsten te moeten ergeren en van hunnen godsdienst der liefdo niet beter kunnen getuigen, dan door tegen hem een hoopje fanatieken op to ruien, dio blijkens hunno zeer gekuischte ca echt christelijke vcrweusobingen niets minder voornemens waren dan den spreker in riemen te spljdeu." Ter nnnwcrnood hè:ft de zwakke Solitie-niacht hem en z(jne geestverwanten tegen eze opgeruide woestaarda weten te beschermen van welke geen enkele gearresteerd word, hoewel er strafbaar verzet tegen de openbare macht gepleegd is en enkele uelhamels aan de politie bekend zijn. Ik vlei mij echter, voor de eer onzer SolUio en het prestige van het openbaar gezag, at de arrestaties slechts wegens onvoldoende macht achterwege zijn gebleven, maar de schul digen niettemin vervolgd zullen worden. Het conservatieve blaadje, de Rotterdamsche Courant, keert do zaak echter geheel om eu eischt dat de vrijdenker, die aanleiding tob den oploop gaf, gestraft worde en hem althans de vrn'heid van het woord ontnomen worde. Nederlanders, die na drie eeuwen van gewetensvrijheid nog zoo onbevattelijk van begrip zijn, dat zij van die vrij heid zelfs nog niet de geringste notie hebben, zou 't ccn wanhopig ondernemen z|ja VAD hunne No. 341 dwaliag te willen ov*rtuig«n; h«t" blaadje dat toch * wel meer zijne wijsheid uit den Haag put, moge uit het Dagblad van gisteren le«rqp dat (tTMtrumoor en steenigiogen geeu argumenten t4jn en ia eiken geordendcn staat ten strengste moeten gestraft worden. Aan de Maaibodc, die naar 't scheut nog eigen geestverwanten de hand boven 't hoofd heeft te houden, kan men ala orgaan eener richting, die zich zelfs in ome Kamer op hare onverdraagzaamheid beroemt, het noff eer vergeven dat iu den plicht der overheid met> bare eigene bekrompen inzichten verwart. Maar zij mist bet reent den burgemeester openlijk te beleedigen door hem woorden in den mond te leggen, die h\j niet gezegd kan hebben. Het blad verhaalt namelijk, dat een stadgenoot eenigen tijd geleden den burgemeester U komen rnededeelen, dat de bewuste redevoeringen onder katholieken en protestanten ergernis wekten, dat hy wol 20 bedaarde en fatsoenlijke burgers uit de deftige klasse kon noemen die verlangden, dat den redenaar bet spreken verboden zou worden, en dat hg reden bad de ernstigste gevolgen: te vreezen indien aan dat verlangen met werd vol daan, liet eenige passende antwoord op derge lijke dwaze pretenties kon natuurlijk slechts dit ziju, dat de burgemeester het recht mist om den redenaar a\jn grondwettig recht van vrijheid van het woord te ontnemen en dat elke rustverstoring door hem onmiddellijk en desnoods met inroeping der militaire macht zou worden onderdrukt. Rot terdam kent zijnen nieuwen burgemeester reeds lang genoeg om stellig te woten, dat zyn ant-t woord in dien dieet moet hebBfcrt geluid, on dat bet beleedigena is voor ztju -karakter en voor 'zijn plichtbesef hem het antwoord in den mond te leggon, dat lnj vooralsnog geen reden bad om den man het woord te ontnemen, ook al keurde hy niet alles goed wat Meug (zoo beet de rodenaar) zeide." Hoe naïef l AlsoT onze bur-1 gemeester dan absoluut allos zou goedkeuren wat de pastoors in de kerken gelieven te vertellen. De Maasbode, die blijkbaar de opruiers tot riistveratoriDg van nabij kent, bewijzen hun en hunnen werktuigen den dienst hen voor de ge volgen te waarschuwen, want mij zijn andere woorden van dea'.burgeraeeaterter oore gekomen, woorden trouwens dio volkomen in den mond van een erosMg en krachtig hoofd der gemeente passen, eu die hare onverdraagzame vrienden verstandig doen ter harte te nemen. Naar aanleiding van de mogelijkheid eener herhaling der ergerlijke tooneelen van Zondag, moet de burgemeester o. a. gezegd hebben: Natuurlijk kunnen w\i ons door het grauw niet op den kop laten zitten", en de vrienden der Maasbode mogen zich dus nog wel eens ernstig bedenken, vooraleer zy opnieuw op 200 onbeschofte wijze tegen onze grondwettige vrijheden demonstreeren. Q. UIT DE HOFSTAD. No. 84. B\Ver Alles begehrt bekomrat nichts;" De nieuwe straat eu het Nieuw leven" in den Raad. Met voorbedachten rade stelde ik het Hollandscb spreekwoord: Wie hot ondersta uit du kan wil hebben, dien valt het lid op den neus" in de Duitschc taal boven dezen brief, omdat misschien menig raadslid, den tijdgeest volgende, 't beter vindt dat men zijne moedertaal zooveel mogelijk vei-uaakt... zoo min mogelijk gebruikt, en met het oog op den alleen hefirseüendeutongval, wel ken uien des zomers op Schcyeniugeu hoort, het bon yenre vinden zal om Dnitsch, meestal Duitsch to ho >ren en te lezen. In welke taal ra-en het evenwel ook moge uitdrukken, 't is nu maar al te ituidelijk gebleken, dat hem wie het onderste uit de kati begeert, do deksel op den neus valt, en in gedachte zie ik reeds nl do leden van den Kaad, ioct: den geachten burgervader aan het hoofd, aan staanden Dinsdag om de..groene tafels zitten met een vervaarlijk iiatétikett ort 'a menscheu onmisbaren voelhpren. Wat mag onze gemeente zich toch gelukkig achten, niet zulke wijze mannen aan liet hoofd er Van te zieirstaan! La wat moet liet gisteren een potsierlijk oognnblik geweest zijn toen de burgemeester, met al den ernst die hem steeds bezielt, er toe over zju gann, om in tegen woordigheid van belftiigstallonden, de inschrijvingS' biljetten «en voor ou to sorteoron, welke tegen ecu minimum prijs van eeu,half miljioen guldens waren ingekomen 'voor den aankoop van hei Jjadhuia, en Zijn-Edelachtbaro, tot stomme ver bazing van hem en al de anderen moest veritlaron: dat er tot eiin leedwcten geen irtschrff vingen waren ingekonien." Mij dunkt, 't moet vermaltelijk geweest zijn dat grijpen en handtasteu in het ledige.... in die bus, waarin zooveel biljetten konden geborgen worrten en waarin er helaas! niet een enkel was. {Joch wat verbeelden zich' du Raadsleden dau ooi» wel! Denken zy soms dat ondernemende mannen ruim C ol'7 ton goudg zoo maar klakkeloos zuhVn steken in den aan koop Tan J«et Groot Stedelijk Badhui», overgele verd als zi\ steeds blijven aan <ka dwazen wille keur van Gemeentelijke Overheden, die heden met kalkorens en morgen met oen pest--en. verderfverspreidenden asch- en vuilnisstal, de frissche on gezonda zeelucht bij hot Badhuis dreigden to verand-ren in eeue atmospheor van stikstof en wal gelijken stank. ? ludcrdaad is deze onzekerheid een der hoofd redenen, waarom er zich goea; koopers voor het Uudliuis hebban opgedaan, doch bovendien -moet man' uiet vergeten, dat de disca?sien in de Gemeenloraadszitting van den 2en December jl. gevoerd over art] 8 dor voorwaarden van verkoop oen gevaar hebben blootgelegd, waarop zeker nietnaud bedacht ia geweest, en 'k boud mij over tuigd, dat daarom-net op dien dag gehouden spicgelgevccht van prachtige redevoeringen, uit* ueuloopchde voorstellen en onder vindingrijke be schouwingen er de -oorzaak "ran waren, dat de oogen der liefhebbers in 'spe wagewijd werden geopend, en op grond 'waarvan ik in Ifaayschc Pcnkrasscn, bladz. 465 toen reeds schreef: als er zich, ja als er eich een kooper opdoet, welke daar los neergeschreven woorden in een volgend num mer op bl. 493 eon minder twijfelachtige bete»kenis kregen, neergelegd in da regels: Men be hoeft zich dan ooi niet te vielen, dat er eich een koopcr eal opdoen die loven dtn gestelden minitnum-prgs van Va milUoen bieden eal. Helaas is m|jae voorepelJing'bawaarheid gewor den, kostbare tijd met leuteren en talmen -verbeuzeld, om nu weer even ver te zijn en natuur* lijk lang te blijven als voorheen, En kon het anders? Welk kooper zal zulk een schat geld durven besteden, als hem steeds als ccn zwaard van Damocles het gevaar boven het hoofd hangt, dat wanneer, om welke reden ook, het Gemeentebestuur zulks mocht goedvinden, men ten allen tijde de waarde van net Badhuis tot op een tiende zou kunnen verminderen. De Gemeente bezit namelijk als terrein in eigendom, en wel ten Westen van het terras dus vóór het Badhuis,, een strook grond van ongeveer 20 meters breedte en meer over de geheele lengte. Wil de Gemeente nu den nieuwen straatweg op die hoogte eenigzina meer westelijk verplaatsen, dan kan die strook, vereenigd met liet terrein van den weg, tusschen de 30 en 40 meters breedte verkrijgen en dus meer dan voldoende,. om daar een fraaie galerij aan te leggen, waarin de Gemeente een binnenbadhuis zou kunnen stichten en verder dienstbaar maken voor hetgeen men' verkiest. De kooper van het Badhuis zou don. in plaats, van op de zee, het uitzicht hebben op gebouwen, en zoodoende het Badhuis in een Landhuis veranderd worden, met eeu uitzicht op den pomptoren van de Wa terleiding en de twee steenon honden, die aan weerszijden van den nieuwen Soheveningschen weg met open bekken om wraak schreeuwen, Of ze geluk hebben, de «tomme dieren l ? Zoover is 't alweer gekomen, en m platjts dat Gemeenteraadsleden de handen dankbaar naar bet plafond (dat wel eea beetje mag worden opge knapt) hadden opgeheven over het flinke bod van den heer Burgers, die v|jf ton gouds voor 't Budhuis on bovendien 50 mille voor de boden-inlichting weoschte te geven, gingen z{j nu van het denk beeld uit dat dit veel te weinig was....... en daarom kregen zo niets. Gij hebt het dus alweer gezien, Achtbare Vertegenwoordigers van do be* . langen der Iloagaobe burgerij, dat hare belangen, als die gelegen zjjn in deu verkoop van bet bad huis, door uw onverstandig geharrewar en gebeuzel allerellepdigst zyn bebirtigd! De waarde van bet Badhuis is nu zeer gedéprocieerd, en er zal een tijd komen, dat men zelfs niet de helft zal kunnen bedingen van de door den hoer Bur gers geboden, doch afgewezen som. Wte het onderste uit de kan wil hebben, dien valt het lid op den neus, ziot grj 't nu, dut dit spreekwoord ook bier weer een waar woord is gebleken te zijn en niets is er op den bodem va > dio kan overgebleven, dan teleurstelling voor du Raads leden en bittere spot van Kiczeis", wier trots schipbreuk leed op dezelido plek waar oenigejuron geleden de noordscho brik: De Wüshul, met plankou geladen, stranden moest... vlak vóór het Badhuis*. Van dat hout zatiat men geen planken! In mijn vorig stuk Uit de Hofstad SiVrei' ik: Opgescheept als wc tf/n met eene Commissie vnn fabricage, waarin slechts n bouwkundige sitt'ing heeft, en in verband met hetgeen daarop volgde, waren d» woorden volgens rotjna stellige overtui ging volkomen gewettigd, ou toch betreur ik hetnu, dat ik ze toen neerschreef, want was 't niet de Burgemeester zelf, die in do zitting van 31 Jan jl. 't verklaarde, dat wo juist aan die Commissie het goede plan verschuldigd z\jn, om eene verbeterde verbinding te verkrijgen tot bet nieuwe kwartier 't kleine recnVe, en waarlijk was bet van het geacht raadslid Van der Gon Netscher geenszins te verwonderen, dat hij daarover aan 0. en W. hulde bracht, omdat hy er een nieuw bctci/.-i van leven in meende te aanschouwen, 't geen hem te meer moot hebben aangegrepen, omdat hy daarin het bowüs geleverd zag, dat zijne, in de zitting van 13 Dec. jl. gesproken woorden: Er was een schok noodig om ons uit den dommel te doen ontwdken, waarlijk slapende lieden tot werkzaam heid hadden aangespoord. Proficiat t De nieuwe atraat, met een franschen slag aan genomen (zeker omdat mon ia- fatüa flinker handelt met 't verbreedden van straten), zal een van de grootste verbeteringen worden, door onzen Raad tot stand gebracht eu ofschoon do nering doenden uit do Toren- en Korte Hoogstraten er wel niet b|j zullen winnen, toch moet dit trac zonder twijfel als het beste worden aangemerkt, als men nu ook maar geen half werk verricht. Do Friusenstraat zal tevens verbreed worden en daardoor vervalt teu minste de vermaledijde stoep van den verstokten eigenaar van nó. 7 (L.-Hunn). 't Spreekt van zelf, dat de Gemeenteraad do cventueele onteigeningswet gaarne zal uitbreiden en van de gelegenheid gebruik maken om het, door de ongelukkige constructie der Veenkadebrug govaarlyk geworden hoekhuis af te ronden, en do rooilijn van de Bildürd^jkstiaat af, door onteigening der perceeleu aan de Vceuluu'.o door te, trekken, welk voorstel ik reeds den 12 Oer. 1879 op bl, 125 van Haagsche pcnkrassen" deed, en 't geen heden avond in het Dagblad op nieuw werd aanbevolen. Dat alles werd op ? 400.000 gewamd, doch we zijn 't van den stads Architect-Directeur ge wend.... zijn school- en andere gebouwen hebben 't bewezen?die begroeting zal minstens het dubbele kosten. Wat doet zulks ter zake, mits het eoue verbetering is, zoo als da voui'gcnomcne, en te jneer, omdat in de Raadszitting van jl. Dinsdag toch verklanrd werd, dat da kosten zouden gevonden worden uit den verkoop van bet Badhuis! Jammer dat niemand er n cent.voor bood. 's-Gravenhage, 3 Februari 1883. J. A. de Lergh. nooit medewerken om dio anno burgei-y no: moor te bclastc'n of haar toestand-nu; harder' te maken. Du Heer Bisdom zingt allüd solo's I.MI willigt zich cnn dor loden ccn korte poos a;in PÜIJ duet, bij de finale is do Heer Bisdom woei' alleer ot' in gezelschap van ccn enkelen figurant. Zoodra ik eens een vcrxook aan den rand te doen heb, ga ik den heer Bisdom verzoeken < r tegen te spreken, en ik ben xuker dat mijn voor«x stel aangenomen wordt. In de laatste raadsvergadering zong du heer Bisdom een solo voor een liefhebber van varken*. Burg. en Wethi hadden een imvoijcr vun-Utrecht verboden varkens te houden.'Een'heerlijke gele genheid voor een. solo van den heer Bisdom. Iemand die varkens houdt, behoort in den rugt-1 niet tot de meest gcfortuncerden of tot xle incest ontwikkelden en voor dezulke zingt de heer Bisdom het liefst. De rekwestrant had bg/zyn_ rekest eene verklaring van zijn buren overgelegd, die betuigden dat de varkens niet hinderden, maar ook nooit 'konden en souden hinderen. Een medicus liad verklaard, dat dje varkens n iet het minste nadeel voor de gezondheid van rekwes trant of zijne gebaren/.wirfc» of soudtn veroorzaken. Er mankeert nog maar aan dat men varkens houden aanbeveelt als eenölivgicuischen maatregel. In Utrecht is het nog met zoo Inng guleduh dat de minnaars van varkens dio lieve dieren her bergden onder hunne bedsteden* 't Is zeker zeer diercnucschcmicnd, maar minder raadziwrii 'voor de gezondheid. En toe!» koslie het Dr. Broers in 1860, als lid der gezondheidscommissie heel \ynt moeite en onaangenaamheden om die varkcnsliefhebbers van hunne lieve diertjes te scheiden. Niet tevreden niet de buren en den inedieiis, heeft de heer Bisdom er nog ccn deskundige op los gestuurd, en ook die deskundige hoeTt beves tigd, dat dio varkens daar heel best gehuisvest konden worden. Prof. de Geer ti-ccdt even in duet op om te zeggen, dat de raad in de afwijzende beschikking moet berusten, maar dat hu het on billijk vindt, als de buren geen hinder van de varkens hebben, zoo'n vbraoek te weigeren. Alsof rekwestrant op oen goeden dag niet weèrkcorig zou kunnen verklaren dat die beestjes van zün hu ren hem niets hinderden, ot' zouden hinderen, tot dat eindelijk ccn hcclc varkcnsbuurt geformeerd .zou zQn. Het einde was, dat het pnradvies van Burge meester en Wethouders met i£3 tegen 2 stemmen werd aangenomen. Als ik u die lichlgcschicdenis zóó uitvoerig iisorst vertellen dan ware er geen eind aan. Dat licht was een stuk voor vol orchest, na zeer vele solo's; 't is waar hel thema werd wel eens herhaald d tor DE AM6TEE EB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. UIT DE BISSCHOPSSTAD. Verleden week'hebben w: j weer een rand^Hting gehad. De vroede mannen hebben hut zeer druk gehad over licht. Niet meer licht was du vraag, maar te reeMicht de aanmerking, .ten minste voor magazijnen en" winkels/ Do lichlkwcslie werd voorafgegaan door een varkenskwestic en beslotenJ met een reinigingskwéslie. Al/oo nd de varken s, dóór het licht, tot vuil. De climax is niet'groot. 'In een muziekorkest heeft ieder zün vaste p.irlij; in een gemeenteraad niet. Beide corporaüen heb ben een directeur met een eindje hout, maar in dïn gemeenteraad mag ieder lid zingen uit welken toon luj wil, nis hij maar in de maat blijtt anders verschijnt het houtje. "VVju hebben hier een lid die altijd dezelfde party zingt; wel met variaties, maar ultijdhc.tgell'dt: thema. De lieer Bisdom zingt steeds de parlij van de arme burgers. Bjj ieder voorstel dut gelu kost eri bijna ieder voorstel mag zich daarin verheugen Kan men rekenen op een solo van den lieer Bisdom. De burgerij is al zoo erg be last, de burgerij heeft het al zoo naar, h_üzal een aodere partij, uaau dat boort uo in dt n»uek. De ouverture was erg laai. Zij werd gewnjen ?oor den Heer v. Hterfum. Ik zal die heele partij oiet noziugen; alleen het thema wil ik u modedeelen. Tot hiertoe werd de gasprijs berekend in evenredigheid van de kouten. Hoewel niet precies zóó uitgedrukt, was het voorstel nu de gasfa briek te kunnen gebruiken aïs belastingheffer. Aan gezien de heer v. lüwsiun zijd vüursie! reeds 35 Oct. 1881 pnlaan had, kan men mocielijk bewe ren, dat hq van zijne toelichting ontijdig is ver lost. Zij WBJ dan ook meer dan volwassen. Zie bier enkele opmerkingen uit die toelichting. De armen gebruiken geen gas en de winkeliers kun nen het wel met wat minder doen erjjohooge giieprijs drukt op hen die vermogend zijn. Alsof nu af die magazynhouders, die hunne waren zoo schitterend Moeten verlichten tot de vermogenden behooren. Alsof die magazijnen eigenlijk niet eene tegemoetkoming mochten hebben voor hun tege moet komen, in de vrij onvoldoende straatverlich ting. Niets hielp; het voorstel v. Ittersura werd met n stem meerderheid aangenomen. Ik stem toe een half centje meer op de meter ?geeft een heel aardig inkomen aan de stad, maar als gas moet dienen als belasting is het een $eer onbillijke belasting. Zij treft niet de armen, dat is waar; maar zij treft evenmin de rijken. Den eerste is het te duur, en de laatste gebruikt het hitte!. In winkels, magazijnen, werkplaatsen, fabrieken, kan men er niet buiten. Wordt dus het gas als belasting geëxploiteerd dan werkt die belasting allereerst en allermeest op handel en nijverheid. In strijd met hetgeen ik vroeger mededeelde is er nu wel grond te koop achter de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Ik had die maar niet verzonnen, maai1 deugdelijk in ccn Raadsvcrslag gelezen. Nu de school nog; niet eens voltooid is, gaal men den grond daarachter verknopen. Men besloot vroeger de gebouwen naast de school niet te vcrkoopcn omdat men dan niet wist wat er in die perceelen zon gebeuren, dal was het groote motief. Nu zal men bouwgrond achter de school trel verkoopen hoewel men natuurljjk van de bestemming van dien grond even min iets weet. Ten slotle eindigde de vergadering mei het voorstel te doen de stads-vuiligheid uit te besteden. J. de Bisschop. KUW8T HAMLET .11. De waardeering van Shakespearc In Neaerland 'a sedert kort een tijdvak van vooruitgang inge treden. De vertalingen door den Heer Burgersdijk bezorgd verdienen bijna dien naam. De Heer van Lcnnep zocht den dichter te verklaren, en leesbaar te «taken voor «ijne tjjdgenooten. Het is gelukkig dat zgn arbeid verricht werd; anders hüddo het opkomend geslacht een sport lager gestaan op e ladder/ die onze nakomelingen eenmaal tot den top zullen beklimmen. Want zóó -ver aijn v>S nog niet. Nog altijd blijkt uit de proeven des heeren Burgersdijk, dat men op zijn hoede is tegen bet verwijt waarvan in 1778 de dichterlijke Hamburger Tooneol-Directenr Schröder zich zelf beschuldigde, van Shakespeare ta Tiet genomnen" t« hebben. Een honderd jaar geleden, toen 'Shakespeare op het Duitsche tooneel burger- recht verkreeg, werd er onvergelijkelijk veel mér aanstootelijks in gevonden dn n tegenwoordig. De omvang vim de ergernis, die de dichter ten onzent vóór 30 jaar gaf, leert men kennen uit de bewerkingen 'van van Lennep. Geheele tooneelen, wendingen in de verwikkeling, eene menigte uitdrukkingen en volzinnen moesten in deu beginne ten offer worden gebracht aan do gevoeligheid der unies aensiblcs, -ten wier behoeve Ducis voor zjjne be werkingen twee ontknoopiugen verzon : eeu blijde en -een treurige. Tegenwoordig gevoelen zich alleen 'de voorstanders der decentie over Shakespenre bezwaard. De stap die er ligt tusscheu het stttmjpunt van Van Lfnnep on dat eener volkomen herstelling van den tekst, 'heeft de Heer Burgersdijk nog niet durven wagen, en zijn vrees is niet ijdel güblekefl uit den lof, hem voor zijne terug houdendheid door don Heer Alberdingk Tbym toegebracht. Ik geloof dat tegen de vertaling van den Ham let zwaarder grieven vol te houden zijn ik 'spreuk niot vnn den tekst en die ik straks s!al noemen ; maar voor een latercn overzetter bluft nog veel f R doen. Bij do beschouwing van eenige vertolking der titelrol in den Hamlet, in hetnoudig zich te herinneren, dat het groote aantal verschillende meeningen,, door uitleggers en be oordeelaars vnn naam omtrent die rol voorgestaan, eveneens op bet looneel een aantal verschillende voorstellingen wettigt. Een voorwaarde echter mag meti den vcrtooners stellen, dat zij huaue opvat' ing r-auwkciirig toc'.scn aan den tekst, en dat zij nier (en einde die opvatting te doen aan nemen willekeurig omspringen mat den tekst. Toch wordt dio voorwaarde L3 geen rol wellicht moer geschonden, dan bij de Hamlet. ? Ook do lieer Bouwmeester leeft haar niet na. Op sommige plaatsen haudolt hij in strijd mot de duidelijke Detcekenis van de woorden; en wat niet in den kraam zyncr opvatting te p.is komt, beschouwt hij als door Slmkespeare niet geschreven. Dezo twee gebreken in zijne methode, door plrysioke en nioreelo eigenaardigheden in de hand gewerkt, $even niet alleen ann zijne, opvatting veel betwist baars, maar ook veel onschoons aan zijn voorstelling.' Daor-en-tegen blijft de Heer Bouwmeester op vele plaatsen niet beneden bat peil der voortreffelijkheid, die hy gewoonlijk be reikt, Zijn «kop" is edel en vol uitdrukking. Ook in deze rol toont bij zich. meester van hot gebaar: zijne bewegingen aya sober, ?peeleeggond on en bevallig. 2\jn optreden in het eerste tooneel was zeer goed gekarakteriseerd; en de verzen: fk'hjjat, eodlcvroOTTl neen, 't la 't; ik ken ccon klonken vol tombere beteekonis. Ook de al leenspraak O, dat. dit al te Tante vlccacb versmolt,..., en bet onderhoud met Horntio waren geheel in veroischten toon. O rerweldigende droefgeestigheid en een daauit . geboren overspannen geestestoe stand, dio weinig behoefde om tot waarheid o vorteglaan, deed do Heer Bouwmeester duidelijk- aan het licht komen. Inderdaad schijnt bet jammer, dat de stemming ia dezo tooneelen door hem aangenomen, niet zijne geheelo voorstelling is bUjven bebeerscben. Tot groote schade heeft bij slechts een dar motieven behouden : de somberheid, die oogenblikkcn -van opgeruimdheid on vooral van kalmte kon toelaten, laad hu moeten vereenen met overprikkeling van het brein, dan zon do schijnbare vroplijltheid gewettigd, en de kalmte, dio aan do nheid «f brenk deed, verwijderden geweest. Tot groote schade want deae aan merking is geen onbillijke chicane over een ea&k van opvatting. De ? heer Bouwmeester gast uit van de onderstelling, dat al de wilde warrelwoorderf" door Hamlet in voorgevende waanzin worden gesproken. Deze beschouwing n voor gedwhtenwitselling vatbaar maar de wijze waarop de hoor Bouwnwseater ha*r verdodigt. komt nuj v«rwerp«lük voor. Want nit menige plaats: oljjkt duidelyk dat Hamlet* voornemen, krankfcunigheid te veinzen, niot een toevallige greep . gruwelijke ortUlipgtn, door ontroerw hem niet enkel tot in ?ld, UMT ook votr sin bwdn tig. Zöa vüikndit iÏT«r]H4«t d* aan sijn tMk wordt hen UtontMttttd BualAtY «?«fcranBOfeni (tja ergar a danhil Hff hespemtr Do Heer Bouwmeester wfl vtn don omrtandigbeid niet* weten, «a doet dm tekst geweïdaan om zyne beachouwmg to redrtvurdfeoi. All «n der trekje*, wMruiUuj&geraaktheidIHHkt, tl un te merken da omiUBdiffheid van het voor den ten, wMrop hQ et De heer Bouwmeester -, hal» ^^ .. gruweletnk te boek wut blijkbaar met date ongerijmdheid geen weg en gaf aaa de passage «en ontwakend» verklaring. Ook de dwaasheden en oneerbiedige uitvallen tegen den onzichtbaar vermane&den geert, liet h i) deels achterweg* ea mukte «r deelt erati vu, d» erger was dan de excentriciteiten in den tektt. No« n togenblik doorleeft Hamlet, dat in ?ohnEkeujkheia zttn wedergade heeft in het zoceven-genoemdo. Als BJJ by de tooneetvertooning zjjne arnwelfflte vermoedens tot waarheid gebracht net, bent hu aft fa een vrooliike deun, en spreekt WArtJUd. Toch h»d ha op doToogenblik nwt be hoeven te veinzen: ueohts z§a trouwe Horatiohoofde hem OS. De heer Boowiniiuster sloeg en het liedje over, en de daarop volgende woorden, tot Horatio gericht Het is niet d«deMJkwathem recht gaf op deze manier den tekit te verminken, en eene opvatting to huldigen, lijnrecht net de bedoeling dea dichten in stryd. De omstandigheid dat de heer Bouwmeester oeaen toeitand van Hamleti geert onopgemerkt heeft gelalen, werkte niet aUeea storend ia het tooneel met de verschijning, mrar ook elders, waar een kalmte werd aangenomen, die kwalijk te rijmen viel met den zin van den tekst. Het tafereel met den geest was wellicht het zwakste van alle. Gewoonlijk wordt de alleenspraak, O Rtmèhnichtenl o gjj unl! belangrijk ingekort, daar weinige tooneelspelen zich bij machte gevoelen, in die woorden den toorn en de ontzetting te leggen, welke zij behoeven om tot hun recht te komen. De beteekenis van het na die alleenspraak volgende gesprek met Horatio en MarceUns ging, zooals boven ia op gemerkt, geheel te loor. Evenmin een saak van opvatting,maareen tekort koming nit dezelfde oorzaak als de bovengenoemde, is een tastbaar gebrek in de voorstelling van den Heer Bouwmeester. Ik bedoel het Remis aan vorstelijke waardigheid, dat hem telkens partenspeelt en vooral m de tooneelen met Folonins, Rosencrans en Guildenstcrn en de spelers, wordt Bevoeld. Hjj ia meermalen in-het-oog-vallend oneleefd, en Jijt en jouwt tegen ieder. Niettegen staande dit gemis geeft de Heer Bouwmeester in dezelfde tooneelen veel schoon te zien: zijn bij tende zinspelingen en verachtende uitvallen, schoon hier en daar «rat te duidelijk uitgesproken, tin telden van-ingehouden geest. Be alleenspraak, welke volgt op deze tafereeltin, was een der beste gedeelten vau de voorstelling. De zucht naar wraak en de toorn, haar nog steeds onbevredigd te zien, rolden in verschroticuiio stroomen van zijn lippen. Amst., 2.2.SÖ. F. v. d. Q. {Slot eetgij Voor ccn paar weken heb ifc u iets meegedeeld over het l-trtehtsch Variélés-Gcïelsehap. Ik was op hut punt lioovaardig op mijn sclirijven te worden, toen ik den eersten lieer geen driuua, maar een blijspel aaaaeknudicd zog. Ik had een gelegen heid dat brtjspel te gnnn zien.. Maar ntt lees IK een verslag over die voorstelling in de eene Utrechtsche courant, en nij zegt: dat die voorstelling hel bewijs had gegeven ilal de kracht van het Gezel^?hüp in drama's, niet in blijspelen lag. Daarop lees ik in cie ouitlcrc Ulreclilsehe courant eu deze vertelt dut zij geen drama's meer moeten peven, want dat zij in het blijspel 'uitmunten. Hel L'tr. Variétés-GezeL'iiili!ip niet wetende wut te t)nen en ziedaar mijne illusie geheel verdwenen is tol zijne eerste liefde lenig gekeerd. Muunifag vertoonde men Murdock, de dttrenteinino' enii lj»iüsia»<t. Daarin werd 700 met dolken n vuurwapenen gewerkt, d^t liet publiek mcêping diten. Lenipe ocrslc-rungers trokken naar den tweeden rang en begonnen ook daar Ie vechten, Kondul do dierentemmer, op dat gevecht builen programma niet venUcht, van streek raakte. Heden heeft onder protectoraat van de Utrechtsche afdociing van hel Ncdi'i'laiulschc tooneclverbond eene opvoering van de 'Foiïrcfiambaultx plrt.il s gehad. Dat protectoraat strekt zich niet verder uit dan dal de leden van de afdeeling jitrxooitlijk de helft van de entree betalen. -Overmalii; groot,is dat voorrecht niet. want do leden lieUilcn de halve entree plus l'2.50, want do contriliulii1 is i' o.?per jaar en per winter krijgt uien "?iJits twccma.il dat buitenkansje. Waarom kan de UlruchUche afdeeling aan bare leden niet meer geven? Omdat "zij zoo weinig leden Iiceft. En waarom lieeft m zoo weinig leden? Omdat rüwo weinig ;uin do Ji.'dcn i\uefl. Altijd in een cirkeltje. Laat de al'duuling bi^innen haivj leden- wat cxlraas Ie geven en nieuwe leden zullen van alle kanten vcrrjjzen; maar zoolang ii<en als iiiet-lid ccn voorstelling van do afdeelini goeutïonier geniet dan wanneer men lid is, zu!lt;i do nicuwo ie*k?B van verre slaan. En waarom moes t'nu do "trechlsche afmssliri; vjui het JWrftrlaiuhchc tooneelvcrbond hare leden tracie«i t-;; cp een zoo onhollaHd.ichs\u\ia\si.\v'Foii>-c!i-imbaiilt!<?. Utrecht, 2-^2 18Si Jan de Bisschop. DR. FRANZ LISZT, DIE LEGENDE DER HEILIGEN ELISABETH Ruim een achttal jaren geleden, werd het muzikaal ontwikkelde publiek der hoofdstad in groote itanniog gebracht door de aankondiging eener uitvoering. van dit werk dus grooten moester»,, wiens naam boven dit opatel ge plaatst a; ? Liszt was wel is waar lang geen onbekende meer voor ons publiek (de Meeren Stumpff en' Coencn hebben er steeds voor gezorgd door hunne orkesten zyne werken bekend to maken), doch een oratorium van den omvang als de Elisabeth" bad hier nog geene uitvoering raogeu beleven. Onze groote concertmaatachappijen, die zich in do eersto plaats geroepen moesten gevoelen kriti.ik n publiek in de gelegenheid te stellen over Liszt te oordeelen, gedroegen zich tot heden alsof die persoon niet in de muzikale wereld be stond. Het is daarom dat wij met genoegen vernemen dat wodcrom ocne uitvoering is op touw ge zet, waarop het genoemde werk cal worden ten gehoore gebracht Wel hadden wij nu liever de keuze zien vallen op het later gecomponeerde oratorium .Christus", doch wij mogen niet anders dan tevreden «Ha, te meer daar de .Elisabeth" misschien voor de helft van uitvoerenden en toe hoorders geheel vreemd is. Den Heer Heinze, die als directeur derVincen,tiusconcerten zeker een groot'aandeel heeft in de keuze van het werk, brengen wij gaarne nn reeds een woord van waardeering. Den I6n Februari «al hij voor de vijfentwintigste keer als leider van genoemde concerten optreden, zoodat die avond voor hem zeker een der meert- hermneringtvolle zal warden. Wfl meenen onzen lezen geen ondienst te doen, net hun een beknopte analyse van het werk. be nevens eenige bijzonderheden uit 's componisten leven aan te bieden. Het m niet onze bedoeling eene volledige levenasohetai te geven', die achten wij overbodig net het oog op de vele geschriften welke, laatstelijk oog OTlim«e*tow*veBtig«ten verjaardag, hei Bobt te. invloed loopbaan, die ee» z|n werkki-g tb componist wevebM wjj eleehtt te rel»veerem. Cw jBa Oetoher 1811, te BakUng, een Bon«?nek dorpje, C*b«e% werd h» ai vtoejf «oor zQa vader ia het Ttüviengel e«4erweiea. De vor deringen, welke U] dasj^ maakte, zooeten buiten gewoon groot geweest ztfn, zoo Mlft dat hQ op *9B 12e jairw^ een kanitreii naar Parijs naakte en aldaar groot opzien haarde. O» re» werd ech ter niet verder uitgestrekt, MOgenien de jengdig* virtuooe, zoowel ia de vsnehilletide onder» deelen zijner kunst als in algeaeeae wetenzehap' onderwezen moeit worden. B~j , h|j de composititleer en vervaar» ook eeae -open JJon Sancho oder das . dtr Hebt, M* zijns vaders dood, in 1897, begonnen zQne schitterende kunatrei>n>, die hetn lauweren ge bracht hebben, als wellicht na hem nog door geea kunstenaar ittn ingeoogst. Hoewel de compotitie gedurende dien tfid niet op den voorgrond getreden is, zj]n toch vele zijner werken m die dagen reede on In 1846 aam zijn roemvolle eittde ntec ahlmfkzaeimeeeter te Wséss*r, terwijl ongeveer op dien VJd zijn werkkring idt eeheppend kun stenaar een aanvang neemt. Het zjjne geschrift*»' «Is JTamhauenrundLoheogrin')en zijne artikelen in%* ^i«u>2eitechrift fflr Jfnsik* toenmaaS geredigeerd door Dr.Tranz Brendel, trachtte hij propaganda te maken voor de nieuwe richting, de zoogenaamde .NendeuUche Schub". Zijne giymphoniMhe Dichtingen" baarden groot opzien en allerwegen gingen stemmen op tegen het met voeten treden der tnditioneele vormen in de muziek. Richard Wagner in zijne Brlofa fiber Liszt'z svmph. Dichtungen", Fr. Brendel in zijn Liszt als fymphoniker" eu F. Draeseke in zyne Anregungen fflr Kunst, Loben nnd Wissenschaft", zün voornamelijk de koene voorvechters geweest, die de ideCn van Lizrt door de beschaafde mu zikale wereld hebben verspreid. Ist der Inhalt schün, ist das Werk im Stande, nder crsten Bedingung aller Kunst zügoaügen, Deinen reinen Eunsteinoruck hervorznbnngen, tp ist die Form gerechfertigt, sie sei welche sie «wolle." Ziedaar eene der zinsneden, welke Dr. Fr. Bren del ter rechtvaardiging van de symph. Dichtungen bezigt. Aangezien deze echter niet in een onmiddellijk verband staan met de Elisabeth" willen wij er niet langer büstilstaan en der geschiedenis, welke tot beden nog slechts Schumann kon behandelen, de taak laten baar oor deel over dat genre van kunstvorm uit te. spre ken. In 1BG1 verliet Lisit Weimar metterwoon ea begaf zich naar Rome, ten einde zich beter te kunnen toeleggen op de hervorming der katho lieke kerkmuziek. In Wt'imar reeds had zijn geest behoefte ge voeld ook in die richting werkzaam te zQn. De Grantr FestuKsse en Psalm 13 /ür Sofi, Clwr itttd Otchtster zijn als bcwijxcn daar. Te Rome begaf bij zich in eene geestelijke ordo en wendde zijn compositietalent uitsluitend aan godsdien stige onderwerpen. Met recht kunnen wjj das verklaren dat de -Elisabeth" ontstaan ia in de derde periode van s kunstenaars loopbaan. Otto Roquette geeft in een gedicht, dat gewis verscheidene uitmuntende hoeaanigheden bezit, wordea tdtgvreeYd ev getoerd. Dit ___ «*jue gloeiende nt*o«r,liet tttat, hetwelk eea zeer werkdadig aandeel Tttitk, iaipireerde, op compositie zooveel mogelijk op den voet te vol gen. vinden wij van zelven de gelegenheid nader op het gedicht terug te komen ; wij willen chter nog in 't bijzonder relevetren dat wy geen orkestpartituur ter dispositie hebben, en dus onze opmer kingen slechts uit het klavieruittreksel kunnen putten, dat overigens zeer goed geschreven is. De inleiding van het eerste deel heeft een eigenaardig rhythmisch motief tot onderwerp, .dat op eontrapunctische wijze is doorgewerkt. In de . geheele ouvcrtnre ontmoet men dit themn, dat op zich zelven nu niet van zooveel gewicht is, duch door do verschillende gestalten, die bet vcrkrygt, in hoogc mate interessant wordt. Het daarop volgend koor Willkomraen die Bruut1' (Elisabeth op den \Yartburg) ia ceuigszins martiaal; doch bij de pbrane: Noch in der Silberwicge still" mankt Liszt we der gebruik van zijn thema nit de inleiding, waar door die strophe tegenover het YTillkommen die Braut" een lieven eenvoud verkrijgt Ook terwijl de landgraaf Hermann zijn aanstaande dochter begroet, wordt het thema volpehoudtn, totdat oen BoDgaarichc Magnaat des Uiicarlaudes holde Blüthu, vcrtrauensvoll" in graaf Uermaim's hand legt en waarbij een nieuw thema in de orktirtbegeleiding den Slagooat karakteriseert. De daarop volgende solo van den Landgraaf is geheel declamatorisch behauaeld: de oude ai iavorm vindt mon trouwens nergens in hut jjehecle werk t«rug. Een schoon koor volgt thans: Frohlicne Spiele pannen wir nus", wanriu het vrouirenkoor in vrien delijk trippelenden 68 niont de bekoorlijke woor'dcn weergeeft.. Als slot van het eerste nummer ?%-orut bel Yriiïkommen" herhanld, t-rwjjl het «ïhsst als poitludium liet nwtief ^röhlk-he Si>i*-.. Ie" laat hjoren. doch in4,4m:mtenvera-n'ler(Iop een6 u'i'zs aoo.-ls het waarschijnlijk niemand n. -m Liizt zelf zou kniinen doon. (.Wordt vervolgd.) VIJFDE FELIX-COKCERT. Ecu der merkwaardigste verschijningen op muzi'kaal gebied luisterde bovenvermelde; uitvoering met zijne medewerking' op, Groot was de roep,' hoog de dunk over het onlangs voltooide piano-concert van den hoOgcpriostcr Joannes Brahms. Piano-concert" wordt bet genoemd Symphonio met obligaat* pianoportözouden wij het willen noemen. De heros, dia de voetsporen drukt -van Beethoven cu Sohnmann als geen zijner tydgeBooten, heeft hierin een werk geleverd, dot niet mag beoordeeld worden als eene virtuozencompositie, zooals het meerendeel der piano concerten, doch als een gewrocht, waarin het génie de heiligste en verhevcnste -gevoelens van een kunstenaar heeft uitgestort; als oen gewrocht dat nog verschillende geslachten door in boog aanzien zal staan, n dat steeds groote merkwaardigheid zal bezitten, als vertegenwoordigende eenbelang rijk kunstgenre der modem-klassieke school. De gewone votm, waarin doorgaans een piano concert is geschreven, Werd hier den componist . te eng. Zijne scheppende kracht gevoelde behoefte zich aan de kneüenden banden der traditie -te ontwringen en zij -voegde eene Satz toe aan het geheel, die men te voren bij een dergelijk kunst werk niet ontmoette. Schoon door adel en eenvoud is het motief van den eerslcu Sate, waarmede de hoorns het werk openen. Hoewel iet niet buiten den omvang der eerste vijf tonen ,vaa .den toonladder treedt, is in de bewerking .toch een rijkdom en afwisseling, die oamiddellgk den meester doen kennen, in do volsten zin van het woord* , . , Schitterende pianopassages treft men in het eerste deel,' dooh niet om de schoonheid van een ' instrument te doen uitkomen, ook niet om de ' technische vaardigheid van den pianist te doen bewonderen, doch eenigen alleen omdat de natnnrlüke geestesdxaog van den componist zulks vereischte. Het tweede gedeelte is eea der stukken, die met de voD« hartstochtelijke kracht, waardoor de mensen somwijlen kas worden beheerscht, moeten violoaecjt-Mlo, weke ak eenta "iema «ent voor ditn Satz ea voor welker ofevoeriag wf den heer ***tmm gaarae allen lof brengen. Depiaao zelve speelt mdit mdeelteeea, wfl zouden zeegen, oflderireecuikte rol, ware het niet dat Braam* ia dit opaz aÜen instmatentea gel)|ke rechten toe kent Zoo ontmoeten wij late nog de elarmet, de fagot ete. die «Hen de melodie dragen, He? Allegretto graztoeo biedt als vierde Sate een voortreffelijk tut, waariaaHe de vorengenoemde gunstige hoedatiigfaetkm zfjn terug to viadea en dat het ganeche werk van het begla tot het einde als eene der boeiendste, meest be langrijke eompotitiCa, die ia ^ffl 1>zittfti> tijd ^** lioht hebben gezienTdoet stempelen. Over de aoonderl^ke zolo-voordrachten van Brehms wiüen wj enz niet uitlaten; dit zijn alle>lgschhed«B.die wij ongaarne bij hem ontmoetten. Mevrouw Joaem'm wei de tweede tolist door zware iw Joaem'm wat de het vijfde concert Zfi was ._ koudheid echter niet hq machte eenige kederea van Brahme «a Behvbert voor to dragen, zoodat xQ Bleette, eene aria aft TUut vu Hozart kon te genieten geven. Doch d*H «ok tefoniettm, want de voordracht ea dictie, die steeds eigen schappen van haren zang xfin, begeven haar nooit, ?elfz bÖen de item haro&msteE, dooreenüjd^ l}]ke ubpoaitie, begint te weigeren. Ifej. Fyk, die in de zaal aanweai»; wat, zong in hare plaats, als wüons niet vergissen. Sonntag van Brahms en een tweetal ?weedsche liederen. De eerste symphonie van Schamann, welke het programma opende, vond niet die waardeering, die atj waarschijnlijk zou gevonden hebben, indien iedereen niet in spanning was geweest voor het hoofdnummer van den avond. Wij willen echter den orkestleden onze waardenrüu niet onthouden voor de uitvoering, doch vooral willen wij hun onze hulde brengen voor de liefde en vereering, welke ry den grooten Brahms toedragen en die zich niet verloochende zoowel bjj het concert als bij de Akademische ouverture. Met het laatrte werk, door Brahms zelf gedi rigeerd, werd bet programma gesloten. Het deed ons genoegen te pemerken dat Brahms enkele passages aan het slot iets vlugger neemt dan Verbuigt; w)j zien daardoor onze bij eene vroegere gelegenheid uitgesproken meening be vestigd. EXAMENS DER MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING VAN TOONKUNST. Den 28en Januari bad het laatste der drie exa mens plaats van de muziekschool der maatschappij hierboven vermeld. De heer Frans Coenen «ja directeur en vioolondorwijzer, benevens de beeren Kwast, Rüntgen, Van der Evken, Blank, Koermaa, Sickler, Eisendorn en Appy kunnen voorzeker met voldoening terugzien op die avonden, zij hebben alleszins bewezen welke rijko vruchten het onderwas op de muziekschool draagt. liet zou ons natuurUjk veel te ver voeren in dien wübij ieder nummer van het programma wilden stilstaan. Het mag dan ook onze taak niet zajn een critisch verslag nit te brengen over de Lei^tongen" van iedcren leerling in 't byzonder. Wij willen echter gaarne de aandacht vestigen op de «lères, die voor piano hebben voorgedragen: do eerrte gedeelten der ooicerien van Mosert in Es-dur en Beethoven in c-mol (Ie ooneert). Wanneer zij dilettanten willen blyveo, dan hebben züreeds eene schoone hoogte bereikt; willen zy zich der kunrt gaan wijden, daóis voorzeker reeda ^VUHUCUD ni.uuiL.l-n >>-l*af Wat OM op den tweeden xrOad -miae nog interesseerde, was de eerste Satz uit het C-dor concert (viool) van Yiotti en Arlequin-caprice (violoncel) van Popper, welke mode zeer ver dienstelijk werden uitgevoerd. Als interessante nummers op den d«rdcn avond vermelden vqj gaarne: het Air Variévan Rode voor viool, in 't begin een weinigje onzuiver ge speeld, doch later beter; Andante en Rondo capriccioso van Mendelsjohn, benevens Andante Spianato en Polonaiso van Chopin voor piano. De techniek was in deze beide zaken vrij vol doende ontwikkeld, doch (Ie voordracht was uog t«. schoolachtig. Over eenige gejaagdheid willen wij bet stilzwegen bewaren, de oorzaak hiervoor ligt vrij dicht voor de hand. Het concertstüek op 79, van C. M.Von "Weberwerd met veel talent voorgedragen; behoudens eene enkele uitzondering was de techniek glad, terwijl, het doet ons genoegen zu-ks te Irannen verklaren, in de voordracht hier meer zelfstandigheid was op te merken. Ook de aanslag is bij den jongen man een onderwerp van degelijke studie geweest. Naar wij vernemen wil hg in de kunst carrière maken; onze beste wenschen vergezellen hem gaarne op zün loopbaan. D£ twee laatste deelen van het g-mol concert van . Mendelssobn werden eveneens verdienstelijk uitgevoerd, doch eenige der bovengenoemde gunstige eigenschappen misten w$ hierin. Door eeiie ongesteldheid van mevr. CollinTubisch, konden de solo-Rangnummers niet worden uitgevoerd. De heer Kwast echter leidde, op bcicu «vonden, de dames koorklassen en bewees dat veel werk wordt gemaakt van klank en schakeeriag. Somt\jds ccuief ct 2ï«"'verheid in liooge passages iets te wenschen over; dit blijft trouwens een onderwerp, waarop voortdurend de ssü-iacbt nioet- zijn gevestigd, ook wel bij nietleerlingen. Do grooto opkomst van onaers en betrekkingen der jeugdige kweekelingen bewees met wat be langstelling hunne verrichtingen worden gade geslagen. Wij z(}n dan ook overtuigd dat allen tevreden zullen zijn geweest en aangename ber inneringen zullen bewaren aan het zeventiende examen. UIT ANTWERPEN. Do directie van den Antwerptchen schouwburg; moede dat de stedelijke tooneelraad haar: te veel op de knokels gaf, heeft haar ontalag ingediend, dat door den gemeenteraad met de meeste bereid willigheid werd aangenomen, 't Schijnt dat de heer Van Lier zich hra bevindt en de voornaamste leden 'van het gezelschap voor zyn salon te Amsterdam geëngageerd heeft. De hemel gave dat 't waar was. Als we hier toch eens voor goed. van den heer Driessena en diens aanhang zullen verlost zjjn, bestaat er ten minste kans dat de Antwerpsche schouwburg een volgend jaar door andere artirten wordt bespeeld. AJtyd deeelfdc personen, in duelfde rollen van detclfdc stukken te zien optreden, wordt op den duur vervelend en leidt tot. geeuwen. Daarom was t ons dan ook een waar kunstgenot, verleden week kennis te kunnen maken met het Rotterdamsch gezelschap van den wakkeren heer van Zuylen, dat ons op nooit hier zoo meesterlijk geziene w\j«, de prachtige idylle van Vriend Prut ten beste gaf. Dat de heer van Zuylen ipoedig weerkome il de wensch geweoet van allen die dien avond getuige waren van meesterlijk spel en ensemble, tweo aaien die w$ op OM tooneel nog nooit te zien kregen. Op tooneelgebied geeft het anders bij ons niet veel nieuws onder de zon. 't Eenige nieuwe stuk van een Vlaming geschreven, dat onlangs ter opvoering kwam, was Lange Margriet, van den heer Gittens. die vroeger met zün Jane Shore een vrij middelmatig succes behaalde. Dit drama, getrokken nit den Genzentild hier dweept men met de XVIe eeuw, schoon er zoo weinig van dat oude vlaamsohe bloed is overgebleven werd door eene liefb«bbèr''Haaatsoliappy ,De vrffe Inntl' op echte efhebbernmamer vertoond, vaar verschafte te schrijver toeh een kroon ea teel bijval Daarentegen «lukt «BH maestro Beaoit, «te meer vu ItgtMk werk houdt dat eer doet aan de kaast, lauwer op lauwer. Zfn At&eiu casrtefi wordt m dea loop van dit jaar te PhiladelpUa ten gehoor* gebracht, ea Groningen ea HarHag«a maken eerstdaags kennis met fon zoo lief en friseh .Etafer orator i<T, dat reeds ia andere eteden van Noerd-Nederiand een zoo grooten bQ* val verwiert Maar dat '» nog niet al: eenige dagen geleden benoemde de academie van schoono kunsten dea heer Benoit tot eea harer onsterfDjken, m vervaogiair van den overleden Vienx> tempe. JB»re wtm JBhre gebiüiretl - Mefittofeies. Ontmaskerd. Toespraken van dr. T. de Wit?Talmage, predikant te Brooklyn. Vertaald door C. S. Adema van Scheltema. Aflevering-i, SneekH. Pyttersen T*., 1881. Deu aflevering bevat bijna IVs preek van den zonderlingen herder, die, door een paar flinke pol itie* s^enten vereezekl, de tollenaars en de zon daars opzoekU om ate hij hen vindt hea terug te brengen van den dwaalwef of anders hen over te geven aan de openbare mhiachtinr. Wie et tn ledige kerken het Evangelie verkondigen en voor doove oorcn, hij niet; in zijn kerk te Brooklyn zijn 5000 zitplaatsen, waarvan er geen onbezet blijft als hij optreedt en op zijne eigenaardige wnze tot boete en bekeering vermaant. Wel op een eigenaardige wüzc! In de eerste toespraak vertlaarde hu, naar aanleiding van Ezech. VIII: 8, 9, 10, geroepen te zün om .in de diepte des afgronds" af te dalen, ten einde met eigen oogen te zien, -hoe de zonde in hare ge heimste schuilhoeken voortwoekert en hare slacht offers doodt. Hij vreest niet besmet te \yorden, want hu is juist door zijn roeping sterk, hu durft te beschrijven wal hu gezien heeft en tart zijne bestrijders hem in hunne dagbladen aan tevallen ; hoe meer publiciteit zooveel te liever! In kicsche maar leer ondubbelzinnige bewoordingen schetst hij wat er zoo al te zien was toen hij op een nachteliiken tocht de .voornaamste holen der ongerechtigheid" bezocht. Daar zag hij jonge mannen, .wier nog de fris sche kleur, aan het leven op het landoigeu.opde wangen zetelde;" jonge mannen kennelijk eerst onlangs -op kantoren, aan banken ot 'in winkels. geplaatst. En ernstiger dan hij het doet, kan niemand de nieuwe onervaren burgers van een prooi e stad waarschuwen. Indrukwekkender spreekt incn niet jicht OVI.T do mate van ellende, die de zondaressen in de verblijven en kvveekplaatsen der ontucht zich op den hals halen. Maar in haar volle kraclil uit zich zijn verontwaar diging als bij spreekt over de melaalschheid der hoogere standen" Met zekeren humor vat hij do woorden van den profeet Jesaja. cap. XXI: 2: wachter wat is er van den nacht? Vry letterlijk op. De wachters van Jeruzalen waren poliUedienaren. zegt hij, welnu, aan de politie vraag ik hel ook boe bet 's nachts toegaat in onze groote stad. ,Wat de hacht heeft aan te wijzen? Pateizen. van ongerechtigheid worden bezocht rn in stand gehouden door mannen, die de* prachtigste huizen tan Brooklvn en >'ew-York bewonen. Een deel deze huizen des Satans met hunne tegenwoordig heid en begunstigen ze met hun steun en be scherming. Het zou mügeen mocife kosten die bezoeker» u bij name kenbaar te maken. Misschien kan het zoover komen, dat ik het plicht reken, ook dien. sluier op te heften en kwam het .daartoe, ik zou naar plidit weten te handelen, al deed hot de g:\nsclic groote wereld op hare grondvesten schudden. Rechters, beroemde pleiters, kvrkclüke beambten, redenaars van alle staalsi\ii'!yeu. die voor hiinne kiezers redevoeringen houden, zoo rykelijk met godsdienst en zedrfeer opgolui.-ilC'rd, dal men hen voor apostelen zou houden, ijn er vertegenwoordigd. Gaat heen en hoiidl d.w appèl, en ziet. wie zullen'' antwoorden! Wie? Besluipders onzer banken in Wallstrect, de eerste sciieepsreoder* van Broadway, handelaars in hi't groot en van icdcrcn handelstak. Geheel onze hiindcï* stand, niet nadruk zeg ik al wat tot den groot handel behoort, i* d?.?.r vci-tcge-nv, oordigd. Wie moed heeft spi-eke nu nog van hel redelijk schuim en vuil, dat de vloed vjn dj.' ou'.'/.Üde van Canabtreet opwerpt. Ik verkies aai Vt I;yij» ui vuil nop verre boven de vergulde onrtinheid aan deze zijde van het kanaal. Ik voor wij geef de voorkeur aan de walgelijke en UTiisstootende misdixnil, wier hloederigbcid en jciiËivi'fltuiik u doen deinzen, boven de misdaad in paille liandsrhoenen, die het verlept gelaat en vwJorvcn . vlcesch met kant en fluweel tooit, dio haresnhandelijkhcid met een vierspan en Lostb.iar liverei rondrijdt." Dit staaltje _doct ons zien lioc deze man ant ten »«rii is Dr. de Wit-Tahnage lu-l rgke en hooeKeplaatste gemeen in »ij;;e piiigeving les let-sl. Kij düigt de ,bcdervers cr ii:a? de scjwppij" voor het gi-ootsit- deel nog wel ge huwde inaiinon voor de reclithank van liet publiek en eischt vooor hen dezelfde mate van minachting, waardoor de geprostitueerde vrouwen in onze samenleving getroflen worden. Zijne welsprekende woorden getuigen van zeld zame. kracht, van groote verontwaardiging, van de zucht ook om door een beroep op de gewetens, te redden wat nog te redden valt. De beer G. S. Adema van ScheUema heeft een verdienstelijk werk leiTtcht met de vertaling van deze toespra ken. die veler ooi-en zullen doen tuiten, al heeft hij de namen der Atnerikaansche niet door namen. van Nederlandsche steden vcn-angen. V. IL Aan de RtApctie tan Jtt de Amsterdammer." In verscheidene dagbladen komt het bericht voor, dat ik eerstdaags de volledige werken van Shakes peare vertaald hoop uit-te geven en dat de kopie grootcndeels gereed is. Vergun mij door middel van uw veel gelezen blad dit te corrieeercn: het bericht is waarsc|i\jnlijk uit het voorbericht van mijn Hamlet na onjuiste lezing ontstaan; (laar zeg ik dat de helft voltooid is. binds bijna vijf jaren besteed ik n gedeelte van mijn vrijen lijd (een paar dagen 's weeks) aan de vertaling van Shakespearc's werken; eereed zijn van de Blijspelen: De Storm, Twee Edellieden van Verona, de Klucht der Vergissingen; Veel drukte om nieU; cenMid.zomeraachtsdroom; de Koopman van Venetië; Neemt bet voor lief, (As you likt it): de Getemde heks, (wie Reeft mij een goede vertaling van den titel faming of the threicr); Driekoningen avond of wat gij wilt; Winteravondsprookjc; van de Treurspelen: Coriohmus; Romeo en Julia; JuJias* Caesar; Mocbcth, Hamlet, Koning Lrtsr, Othello, Antonius en Cleopalra, Cymbefine (uitgegeven bij den heer Bevers te Utrecht); verder de Son netten (mede uitgegeven.) Al deze vertalingen' zün volledig; van verscheidene zijn ook tooncclbewerkingen gereed. Daar ik gezond tti in de krocht mijns levens ben, mae ik de hoop voeden, in een rijf of ze» tal jaren de vertaling van Sim- ? kespearc's werken ten einde te brengen, maar denk nog niet aan uitgeven, ik zou liefst nog twee '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl