Historisch Archief 1877-1940
?
_ ,_,«?i...
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ho. -241
11: >
kalmte nog een paar schreden verder gaat
en verklaart, dat Amsterdam een ge
meente in deze het evenbeeld van den
Slaat is, of, dat de bezoldiging van twee ker
kelijk hoogleeraren nu eigcnllijk de juiste
toepassing is van het beginsel van scheiding
van Kerk en Staat, dan verbaast zich daarover
niemand, maar hoort men, ilj 't dan ook
na de vermelding, dat hij lang geaarzeld heelt,
Mr. De Koning zulk eeu voordracht verde
digen, dan is dat voor velen een teleurstel
ling.
Mr. Do Koning meende, dat wij met twee
moten meien, omdat we het Rijk niet kwa
lijk nemen wat we in de gemeente
veroordcclen. Waarlijk, we zouden het Rijk niet
minder krachtig bestrijden als het deed, wat
nu de gemeente doet. Wij achten het onein-'
dig beter, dat men kome tot een volledige
scheiding van Kerk en Staat, maar als die
scheiding niet ten volle wordt doorgevoerd,
is uit een oogpunt van recht en billijkheid
nog wel te verdedigen, dat alle kerkgenoot
schappen naar hun behoede of wenschen
gesteund worden, doch wat niemand met
eenigen schijn van recht zal kunnen goedkeu
ren, is, dat men n kerkgenootschap hulp
biedt en alleen niet in woorden, maar inder
daad elk ander builen sluit.
Een lichtpunt in het debat was ongetwij
feld de redevoering van den lieer Hemeken,
waarin hij aan de Vergadering trachtte dui
delijk, te maken wat eigenlijk de Synode was,
met welke men ging onderhandelen. Een
lichaam dat in de kerk zelf zedelijken noch
Btoffelijken steun vindt. Hl) wees er op, en
o. i. terecht, hoevelen die kerk, waarvoor
men nu gelden wilde beschikbaar stellen, ver
laten hadden. Eerst de Afgescheidenen,
daarna modernen, waaronder mannen als
Busken Huet, A. Pierson, (van wiens oppo
sitie tegen deze voordracht men niets verno
men had), v. Gorcom, de gebroeders Hugenholz
die allen van het predikambt in die kerk
afscheid namen, evenals de Heer de Veer,
die thans deze voordracht nog aanbeval.
Snedig bracht de heer Ueineken in herinnering,
dat drie jaren geleden B. en W. in onder
handeling met de Synode zelf verklaard
"hadden, dal het aanvragen van gelden voor
deze zaak aan den gemeenteraad »bezwaar
lijk" zoude gaan, en terecht betoogde hij,
dat de iout die nu tot deze fout leidde,
begaan was, toen men de Universiteit stichtte
in plaats van destijds een geneeskundige
school op te richten, die het middel had
kunnen worden om later een Rijksuniversiteit
te verkrijgen.
\Vij zullen de verdediging noch de be
strijding der voordracht m bijzonderheden
volgen, alleen voegt het ons een woord van
hulde te brengen aan den heer Prins, die in
zijne mannelijke en waardige taal de
welenschop en de universiteit, bok de gemeente
zeil, ia bescherming wilde nemen tegen da
noodlottige poging om aan een schijnbaar,
in elk geval hoogst bolw'talDaer belang, een
groot beginsel op te offeren. ?
Indien Gedeputeerde Staten van
NóordHoHand hun goedkeuring zullen gehecht
hebben aan een Op hel nu genomen besluit
gegrond kontrnct met da Synode, van den
gemeenteraad om uit de gemeentekas gelden
te bestemmen, voor dogmatisch onderwijs...
zullen de kerkelijke hoogleeraren komen.
Voor hoe lang?
De minderheid, die tegen deze voordracht
stemde, was zeer aanzienlijk. De wijziging
in den gemeenteraad behoeft niet groot te
zijn of zij zal meerderheid zijn geworden.
. Meent men dat dan de kerkelijke professoren
aan de universiteit verbonden zullen blij ven?
Dit besluit is een schending van liberale
beginselen, waarop ieder liberaal het zich
een eer zal rekenen terug, ie kunnen komen.
Wij spreken niet eens van katholieken en
onti-rcvolulionairen, die zich gekrenkt moeten
evoelen door deze opentlijke miskenning van
e leus, die ons allen heilig moet zijn:
gelijk recht voor allen; een gevoel van ge
krenkt te zijn, dat slechts te luider zal spreken,
als zij, verleid door de bevoorrechting
waurvan zij nu getuigen zijn, op gelijksoorti^en
ouders! and voor hunne kerkelijke instellingen
to vergeefs aandringen. Ongetwijfeld ccn
katholieke of een christelijk-nalionals armen
school is evenzeer in het voordeel der geiTJoante
ate een universiteit. Op welken grond zai
in in die subsidie weigeren? Of is het schade
voor de stad als de kerkelijken scholen stioliilen,
die de lasten voor onderwijs verlichten? Met
welk recht zal men een bede om onderstand
afslaan, als de heer Feringa, voor een ortho
dox-gereformeerde school voor havelooze
kinderen ecu paar duizend gulden vraagt;
eeu inrichting m een 'groote stad nog onmis
baarder dan een universiteit'?
Hoe zal men, om niet meer vragen op ie
werpen, de Vrije Universiteit met leege
handen huiswaarts kunnen zenden, als zij.
er zich op beroepende dat ook haar bloei
der gemeente ten bate komt, om tien of
twintig duizend gulden aanklopt?
Wij, zoo is bij herhaling gezegd, begun
stigen geen kerkgenootschap of
godsdienstrichting, wij subsidieeren louter uit eigen
belang.
Uil eigenbelang, hel is wél, dat zij dan de
maatstaf. In 't onderhavige geval draagt
het brutale woord «eigenbelang" den meer
idcüelen naam, van: de bloei der Universiteit,"
een naam die klinkt als een klok! Een bloei
echter die niets gemeens heeft met den bloei
der wetenschap, de taaiste toch zal wel niet
gehaat zijn door een onderwijs in de een of
andere richting van een bepqald kerkgenoot
schap te geven. Het > eigenbelang" de bloei
dor LJniversile.it beslaat dus alleen in hel aan
tal studenten, dat hier kamers bewoont of niet
naar elders trekt om testudeeren. Waarom
.zou dan de bloei der Vrije Universiteit voor
Amsterdam iets minder van gewicht zijn dan
de bloei der stedelijke? Daarvoor kan geen
reden bestaan, tenzij men zou willen bewe
ren dat.'guldens uit een Groningsche of
elhiesche beur» van beter gehalte iljn dan uit
een calvinistische. Zelfs de heer v. Tienho
ven, voor wiens redeneerkunsl maar xelden
iets te hoog ligt of te wonderbaar schijnt;
zat zulk eea onderscheid niet durven aan
nemen.
Gelijk recto voor- allen dat tot dusverre een
beschermend beginsel was, zal van nu af
louter strijd en verdeeldheid baren. Met recht
zullen allerlei kerkelijke instellingen, zich be
roepende op de/ 10.000 aan de Synode ge
schonken, t» het belang dtr gemeente, vragen
om subsidies, die, natuurlijk ceheet willekeurig,
Seweigerd zullen worden. En de Universiteit,
ie men meent gered te hebben, zal de groote
steen des aanstoots voor alle nadenkenden zijn.
Want laat ons rond en duidelijk den toestand
schetsen, die sedert het jongste besluit van den
gemeenteraad is aangebroken. De Universi
teit, die tot heden door katholieken, ortho
doxen en liberalen gedragen met werd stille
verzuchtingen, is voor hen eene onmogelijk
heid geworden, een der gevaarlijkste vijanden
van de rust der burgerij, omdat zij geen
rekening houdt met haar recht. Een Uni
versiteit, die bij feestelijke gelegenheden alleen
van de wetenschap rept, om op gewone
dagen aan niets anders te denken dau aan het al
bum studies irurn, kan, als zij van de heerlijkheid
,en begeerlijkheid vau haren bloei gewaagt, niet
veel beters dan een glimlach wekken. Eén Uni
versiteit, die ons heet te verplichten, althans 21
raadsleden verleidt, om met het eenige beginsel,
dat hel vreedzaam samenwonen van burgers van
verschillende denkwijze mogelijk maakt, te
breken.... is niet alleen voor den katholiek
en antirevolulionair, maar voor eiken liberaal,
die zijn beginselen lief heeft, een Carthago
delenda, een tyrannieke en immoreele macht,
waartegen strijd geoorloofd, waartegen strijd
plicht is.
Van nu af zal de storm eerst opsteken
tegen deze inrichting, die wetenschappelijk
heet, maar niet schroomt openlijk te ver
kondigen, dat zij meer prijs stelt op een
handvol studenten dan op den vrede onder
de burgers, op de wetenschap en het recht te
gader, een storm, waarvan de gevolgen
voor rekening blijven van hen, die hem heb
ben gezaaid.
De liberale burgers van Amsterdam .zullen
niet dulden, dat men uit vermeend eigenbe
lang kerkelijke partijen van gemeentewege be
gunstigt.
Ai-r. IO9 Burg. Wetboek*
Dat de hoofdstad, ook nog in deze dagen,
wel eens neiging toont, om zich boven de
wet te stellen, is bekend. De geschiedenis
der openbaarheid van de belastingkohieren
ligt te versch in het geheugen dan dat liet
noodig zou zijn ze in herinnering to brengen.
Toch. Zal men misschien zich er over ver
wonderen, dal hier zelfs eeu wetsartikel niet
wordt nageleefd, dal volstrekt niet voor een
tweeledige uitlegging vatbaar is en overal
elders, voor zoover wij weten, getrouw wordt
opgevolgd,. Een'artikel bovendien zóó on
schuldig van aard en eenvoudig in de toe
passing, dat het onmogelijk schijnt een reden
ie vinden, die deze wetsovertreding zou
kunnen doen billijken.
Art. 107 van het Burgelijk Wetboek
schrijft voor: >Yóór het voltrekken vnn het
huwelijk, zal de ambtenaar van den
burgelijken Stand twee afkondigingen doen voor
de deur van het Huis der gemeente, en
wel.op twee volgende Zondagen.
Deze huwelijksafkondigingen en de akte,
die daarvan moet icorden openbaar gemaakt,
'zullen bevatten:
lo. De voornamen, namen, den ouderdom,
iiet beroep en de woonplaats der aanslaande
echtgeuooten, en, indien dezelve reeds vroe
ger getrouwd zijn geweest, de namen van
hunne vorige echtgenooten.
2o. Do voornamen, namen, het beroep en
de woonplaats van hunne ouders.
3'^. Den da;(, de plaats en' het uur waarop
de afkondigingen zijn geschied, met vermel
ding of zulks de eerste of de tweede zij."
Welnu, «Je aklen, die'van do
huvvelijksalkondigingcn moeien openbaar .gemankt wor
den, zoo verhaalt ons iemand, die Maandag
voor veertien dagen Ie vergeefs den Wel-,
huU'Jer zelven gevraagd Iiceft zulk eene naar
liet voorschrift der wet opgestelde akte to
zien, liggen hier niet lui* lezing. Slechts een
zeer onvolledig uittreksel wordt gepubliceerd.
Nu is,'gelukkig, voor--de duizende paartjes,
die zonder-behoorlijke' openbaar gemaakte
akte ten raadhuize van Amsterdam gehuwd
zijn, hun huwelijk ten gevolge van deze na
latigheid nog niet onwellig. doch de wel
bedtieigt de ambtenaren van den
burgelijken Stand in art. 15-4 en 137, bij overtreding
van art. 107, met een boete. En het zou
toch waarlijk wat al te dwaas wezen, als
juist voor de hoofdstad dergelijke strafbe
palingen geschreven bleken te zijn.
Eindelijk zal men een begin maken met
de invoering van korrcspondentie-kaarljes.
Men zal kaartjes kunnen krijgen voor 12Va
cent, ten gerieve van do passagiers die van
of naar de Hooft- of Vondelstraat rijden. Zij
worden afgegeven op de lijn Plantage?Leid
scheplein, P. C. Hooltstraat?Leidscheplein,
Vondelstraat?Leidscheplein en Overtoom
Leidscheplein. ,
Voor den rit P. C. Hooftstraat?of
Vondelstraat?Leidscheplein zal dus 2'/2 cent in
rekening worden gebracht.
Nu de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij
na zoolang gedraald te hebben, aan den her
haaldelijk door ons uitgesproken wensch ge
volg begint te- geven is het niet billijk haar
buitengewone langzaamheid te verwij
ten, en zooals do dagbladen zich veroorloof
den, aan dit bericht sarkasliesch toe te voe
gen, dat/ de A. 0. M. dit bij wijze van proef
zou doen, als wilde men zeggen: TOOT eer
maatschappij als de A. O. M. is zelfs iets
zoo eenvoudigs als het verkrijgbaar stellen
van korreSpondenliekaarljes eene zaak
waarVan zO ia 1382 nog de waaltóe en mogelijk
heid moet onderzoeken.
Van proefneming kan hier natuurlijk geen
sprake zijn. De proef is jarenlang elders op
afdoende wijs genomen en de A. 0. M. is
bij de hand genoeg om te weten, dat deze
onmisbare, al te lang uitgestelde maatregel
geen ander nadeel met zich brengt, dan
eenige vermeerdering van adminislraüewerk.
Wij mogen er" met aan twijfelen* of bin
nen eenige weken zal de A. 0. M. het
sektiestelsel op hare lijnen hebben ingevoerd en
ook voor de hoofdlijnen, en juist die heb
ben het het meest noodig
korrespondentiekaartjes worden afgegeven.,
De A. 0. M. begint te luisteren.- Ze is
niet stokdoof, dit geelt een burger moed.
Men leest in het Afcum van den Dag
van Vryddg 3 Februari:
Naar aanleiding van een opmerking in de
.V. Ratt. <V. van gisteren (door een correspondent
uit Amsterdam) willen wy iiug een paar woorden
zeggen toA opheldering van liet laatste godoulte
van ons jongste artikel ovur de
Geiiieentc-Univcrróleit (.3- i', i/. V. van '.23 Januari), Zinspelende
op de memorie van het raadslid Dr. Berm, in zake
liet Medisch onderwy» te Amsterdam, doet de
N, Rolt, Ct. liet ecniggzina voorkomen alsof wij
er tegen waren dat over hooggeplaatste personen
in n l'Keurenden zin werd gesproken of geschreven,
Ifrituurlük hebben wij daar volstrekt niet tegen,
indien Liuirtoo reden bestaat. De kracht van onze
opmerking lag dan ook hoofdzakelijk in de
woor'den: '?Maar dit" behoeft niet in het openbaar te
geschieden, en door dag- of weekbladen te worden
verJjivid'1,
De bedoeling was, dunkt ons, duidelijk genoeg.
Wanneer een belangrijke quaestie nog m een
stagelüke zaken te betrekken, om zoodoende vooruit
te loopen op een oordeel, dat eerst kan worden
uitgesproken, wanneer beide partyen hun laatste
vroom hebben gezegd en de stand der quaeslie
alzoo nauwkeurig is afgebakend. Eerst dan is liet
oosenblik voor publieke Inspreking gekomen, vooral
waar het onderwerpen betreft, waarin du leek
lofls moet steunen op de adviezen van
ligtti. Gaanx- erkennen wy intus^chcn, dal
de uitdrukking: nchtiMiswnardige mannen sleurt
men niet door hel slijk", minder gelukkig gek ozon
was. en d,U \\\] die daarom terugnemen.
'IV' meer vinden wij ons lot deze opheldering
verplicht, omdat wy niet gaarne den schijn op
0!i5'.;:iMi<!eii l:ufcn flteof \vy ons afkeurend hadden
! uitgelaten over het Hink en moe-dis; optreden van
i Dr. lierns /elven. Wij wcnsclum integendeel voor
niemand onder lu doen in waardering van de
bekwaaLnheik'ii van dezen geleerde, wiens komst
in don Rnnd wy met groote ingenomenheid
h'-liben begroet, daar wy van zijne medewerking de
beste veJv.'ai.'htingon koesteren, in verband mot de
evenluüele reorgani&ilio van ons gaslhuis, op een.
wijze dia aan allo billijke cisehen voldoet.
Wij nemen deze regelen over, omdat ook
ons blad op de woorden, die iluins terug
genomen worden, aanmerking gemaakt had.
Het doet ons genoegen, dat de redaktie van
het iVtVttir» een nadere verklaring van zijrj
woorden* geeft en openlijk het aanstootelijke
daarin terugroept. Hoe langer hoe meer
naderen in Uriivcrsitoitszaken onze opinies
elkaar. Wij konstateeren dat met genoegen.
Xu het A"eutes ook Dr. Derns optreden » ilink
en moedig" noemt en zijn » wuardeering van
de bekwaamheden van dezen geleerdo" uit
spreekt, j zal het ons zeker bijstemmen, als
wij verslapen, dat do t flinke en moedige"
daad van dezen geleerde vermeld mocht
worden nadat het Gemeenteblad haar reeds
gepubliceerd had.
UIT DE MAASSTAD.
Rotterdam, 2 Februari.
Reeds drie eenwen ongeveer beroemt Nederland
er zich op en wordt net in het buitenland er
kend, dat ons landje is do klassieke bodem van
verdraagzaamheid on vrijheid van geweten, en
toch nog moet men voortdurend tot de treurige
ervaring kotnen, dat ditzelfde land nog oen on
telbaar aantal burger* oplevert, wier
verdraagzaamheid niet verder reikt dan de grenzen hun
ner eigene meem'ng en die aan de vrijheid v.tn
woord eti gedachte , do zonderlinge beteekenis
bochten, d»t zij daaraan de vrijheid ontlconon
om bet uiten van atVijkcude mecmngen des nood»
ract Beweid to beletten. Zóó ook weder Zondag
11. Een afgescheiden predikant, dio van vroom
christen vrijdenker is geworden en wien uit het
vroegere ambt blijkbaar do gewoonte is bijge
bleven om Zondagsochtenda als voorganger op
te treden, hield reeds sedert vier maanden elke
week in een door hem gehuurd lokaal voor ccn
min of meer talrijk publiek redevoeringen, waar
in hij de beginselen zijner zedeleer on hunno
toepassing in het mantachappeljjk loven ontwik
kelde en verdedigde. Over den inhoud dier rede
voeringen kan ik zelf niet oordeelen, maar van
verschillende zeer geloofwaardige zijden wordt
mij verzekerd, dat van nlle lasterlijke praatjes,
alsof de redenaar op «pottenden of ruwen toon
aanrandde alles wat den vromen christen of
Israëliet heilig is, eenvoudig geen woord waar is.
Hij U rationalist en verwerpt dos nagenoeg alle»,
wat Chriibén en Israëliet tot. het wezen van hun
podsdien|t rekenen, maar op den vorm waarop
dit uitgesproken wordt, js zooals men m\j ver
zekerd heeft, geen enkele gegronde aanmerking
te maken.
Wat er niettemin gebeurd is, ia den lezen van
den Amsterdammer natuurlijk reeds bekend. Eenige
vrome christenen hebben gemeend zioh aan doza
samenkomsten te moeten ergeren en van hunnen
godsdienst der liefdo niet beter kunnen getuigen,
dan door tegen hem een hoopje fanatieken op
to ruien, dio blijkens hunno zeer gekuischte ca
echt christelijke vcrweusobingen niets minder
voornemens waren dan den spreker in riemen
te spljdeu." Ter nnnwcrnood hè:ft de zwakke
Solitie-niacht hem en z(jne geestverwanten tegen
eze opgeruide woestaarda weten te beschermen
van welke geen enkele gearresteerd word, hoewel
er strafbaar verzet tegen de openbare macht
gepleegd is en enkele uelhamels aan de politie
bekend zijn. Ik vlei mij echter, voor de eer onzer
SolUio en het prestige van het openbaar gezag,
at de arrestaties slechts wegens onvoldoende
macht achterwege zijn gebleven, maar de schul
digen niettemin vervolgd zullen worden.
Het conservatieve blaadje, de Rotterdamsche
Courant, keert do zaak echter geheel om eu eischt
dat de vrijdenker, die aanleiding tob den oploop
gaf, gestraft worde en hem althans de vrn'heid
van het woord ontnomen worde. Nederlanders,
die na drie eeuwen van gewetensvrijheid nog zoo
onbevattelijk van begrip zijn, dat zij van die vrij
heid zelfs nog niet de geringste notie hebben,
zou 't ccn wanhopig ondernemen z|ja VAD hunne
No. 341
dwaliag te willen ov*rtuig«n; h«t" blaadje dat
toch * wel meer zijne wijsheid uit den Haag put,
moge uit het Dagblad van gisteren le«rqp dat
(tTMtrumoor en steenigiogen geeu argumenten
t4jn en ia eiken geordendcn staat ten strengste
moeten gestraft worden. Aan de Maaibodc, die
naar 't scheut nog eigen geestverwanten de hand
boven 't hoofd heeft te houden, kan men ala
orgaan eener richting, die zich zelfs in ome Kamer
op hare onverdraagzaamheid beroemt, het noff
eer vergeven dat iu den plicht der overheid
met> bare eigene bekrompen inzichten verwart.
Maar zij mist bet reent den burgemeester
openlijk te beleedigen door hem woorden in den
mond te leggen, die h\j niet gezegd kan hebben.
Het blad verhaalt namelijk, dat een stadgenoot
eenigen tijd geleden den burgemeester U komen
rnededeelen, dat de bewuste redevoeringen onder
katholieken en protestanten ergernis wekten, dat
hy wol 20 bedaarde en fatsoenlijke burgers uit
de deftige klasse kon noemen die verlangden, dat
den redenaar bet spreken verboden zou worden,
en dat hg reden bad de ernstigste gevolgen: te
vreezen indien aan dat verlangen met werd vol
daan, liet eenige passende antwoord op derge
lijke dwaze pretenties kon natuurlijk slechts dit
ziju, dat de burgemeester het recht mist om den
redenaar a\jn grondwettig recht van vrijheid van
het woord te ontnemen en dat elke rustverstoring
door hem onmiddellijk en desnoods met inroeping
der militaire macht zou worden onderdrukt. Rot
terdam kent zijnen nieuwen burgemeester reeds
lang genoeg om stellig te woten, dat zyn ant-t
woord in dien dieet moet hebBfcrt geluid, on dat
bet beleedigena is voor ztju -karakter en voor
'zijn plichtbesef hem het antwoord in den mond
te leggon, dat lnj vooralsnog geen reden bad
om den man het woord te ontnemen, ook al
keurde hy niet alles goed wat Meug (zoo beet
de rodenaar) zeide." Hoe naïef l AlsoT onze bur-1
gemeester dan absoluut allos zou goedkeuren wat
de pastoors in de kerken gelieven te vertellen.
De Maasbode, die blijkbaar de opruiers tot
riistveratoriDg van nabij kent, bewijzen hun en
hunnen werktuigen den dienst hen voor de ge
volgen te waarschuwen, want mij zijn andere
woorden van dea'.burgeraeeaterter oore gekomen,
woorden trouwens dio volkomen in den mond van
een erosMg en krachtig hoofd der gemeente passen,
eu die hare onverdraagzame vrienden verstandig
doen ter harte te nemen. Naar aanleiding van
de mogelijkheid eener herhaling der ergerlijke
tooneelen van Zondag, moet de burgemeester o. a.
gezegd hebben: Natuurlijk kunnen w\i ons door
het grauw niet op den kop laten zitten", en de
vrienden der Maasbode mogen zich dus nog wel
eens ernstig bedenken, vooraleer zy opnieuw op
200 onbeschofte wijze tegen onze grondwettige
vrijheden demonstreeren. Q.
UIT DE HOFSTAD.
No. 84.
B\Ver Alles begehrt bekomrat nichts;" De
nieuwe straat eu het Nieuw leven" in
den Raad.
Met voorbedachten rade stelde ik het Hollandscb
spreekwoord: Wie hot ondersta uit du kan wil
hebben, dien valt het lid op den neus" in de
Duitschc taal boven dezen brief, omdat misschien
menig raadslid, den tijdgeest volgende, 't beter
vindt dat men zijne moedertaal zooveel mogelijk
vei-uaakt... zoo min mogelijk gebruikt, en met
het oog op den alleen hefirseüendeutongval, wel
ken uien des zomers op Schcyeniugeu hoort, het
bon yenre vinden zal om Dnitsch, meestal Duitsch
to ho >ren en te lezen. In welke taal ra-en het
evenwel ook moge uitdrukken, 't is nu maar al te
ituidelijk gebleken, dat hem wie het onderste uit
de kati begeert, do deksel op den neus valt, en
in gedachte zie ik reeds nl do leden van den Kaad,
ioct: den geachten burgervader aan het hoofd, aan
staanden Dinsdag om de..groene tafels zitten met
een vervaarlijk iiatétikett ort 'a menscheu
onmisbaren voelhpren. Wat mag onze gemeente zich
toch gelukkig achten, niet zulke wijze mannen
aan liet hoofd er Van te zieirstaan! La wat moet
liet gisteren een potsierlijk oognnblik geweest zijn
toen de burgemeester, met al den ernst die hem
steeds bezielt, er toe over zju gann, om in tegen
woordigheid van belftiigstallonden, de inschrijvingS'
biljetten «en voor ou to sorteoron, welke tegen
ecu minimum prijs van eeu,half miljioen guldens
waren ingekomen 'voor den aankoop van hei
Jjadhuia, en Zijn-Edelachtbaro, tot stomme ver
bazing van hem en al de anderen moest
veritlaron: dat er tot eiin leedwcten geen irtschrff vingen
waren ingekonien." Mij dunkt, 't moet
vermaltelijk geweest zijn dat grijpen en handtasteu in het
ledige.... in die bus, waarin zooveel biljetten
konden geborgen worrten en waarin er helaas!
niet een enkel was. {Joch wat verbeelden zich'
du Raadsleden dau ooi» wel! Denken zy soms
dat ondernemende mannen ruim C ol'7 ton goudg
zoo maar klakkeloos zuhVn steken in den aan
koop Tan J«et Groot Stedelijk Badhui», overgele
verd als zi\ steeds blijven aan <ka dwazen wille
keur van Gemeentelijke Overheden, die heden met
kalkorens en morgen met oen pest--en.
verderfverspreidenden asch- en vuilnisstal, de frissche
on gezonda zeelucht bij hot Badhuis dreigden to
verand-ren in eeue atmospheor van stikstof en
wal gelijken stank. ?
ludcrdaad is deze onzekerheid een der hoofd
redenen, waarom er zich goea; koopers voor het
Uudliuis hebban opgedaan, doch bovendien -moet
man' uiet vergeten, dat de disca?sien in de
Gemeenloraadszitting van den 2en December jl.
gevoerd over art] 8 dor voorwaarden van verkoop
oen gevaar hebben blootgelegd, waarop zeker
nietnaud bedacht ia geweest, en 'k boud mij over
tuigd, dat daarom-net op dien dag gehouden
spicgelgevccht van prachtige redevoeringen, uit*
ueuloopchde voorstellen en onder vindingrijke be
schouwingen er de -oorzaak "ran waren, dat de
oogen der liefhebbers in 'spe wagewijd werden
geopend, en op grond 'waarvan ik in Ifaayschc
Pcnkrasscn, bladz. 465 toen reeds schreef: als er
zich, ja als er eich een kooper opdoet, welke daar
los neergeschreven woorden in een volgend num
mer op bl. 493 eon minder twijfelachtige
bete»kenis kregen, neergelegd in da regels: Men be
hoeft zich dan ooi niet te vielen, dat er eich een
koopcr eal opdoen die loven dtn gestelden
minitnum-prgs van Va milUoen bieden eal.
Helaas is m|jae voorepelJing'bawaarheid gewor
den, kostbare tijd met leuteren en talmen
-verbeuzeld, om nu weer even ver te zijn en natuur*
lijk lang te blijven als voorheen,
En kon het anders? Welk kooper zal zulk een
schat geld durven besteden, als hem steeds als
ccn zwaard van Damocles het gevaar boven het
hoofd hangt, dat wanneer, om welke reden ook,
het Gemeentebestuur zulks mocht goedvinden,
men ten allen tijde de waarde van net Badhuis
tot op een tiende zou kunnen verminderen. De
Gemeente bezit namelijk als terrein in eigendom, en
wel ten Westen van het terras dus vóór het Badhuis,,
een strook grond van ongeveer 20 meters breedte en
meer over de geheele lengte. Wil de Gemeente
nu den nieuwen straatweg op die hoogte
eenigzina meer westelijk verplaatsen, dan kan die strook,
vereenigd met liet terrein van den weg, tusschen
de 30 en 40 meters breedte verkrijgen en dus
meer dan voldoende,. om daar een fraaie galerij
aan te leggen, waarin de Gemeente een
binnenbadhuis zou kunnen stichten en verder dienstbaar
maken voor hetgeen men' verkiest. De kooper
van het Badhuis zou don. in plaats, van op de zee,
het uitzicht hebben op gebouwen, en zoodoende
het Badhuis in een Landhuis veranderd worden,
met eeu uitzicht op den pomptoren van de Wa
terleiding en de twee steenon honden, die aan
weerszijden van den nieuwen Soheveningschen
weg met open bekken om wraak schreeuwen, Of
ze geluk hebben, de «tomme dieren l ?
Zoover is 't alweer gekomen, en m platjts dat
Gemeenteraadsleden de handen dankbaar naar bet
plafond (dat wel eea beetje mag worden opge
knapt) hadden opgeheven over het flinke bod van
den heer Burgers, die v|jf ton gouds voor 't
Budhuis on bovendien 50 mille voor de boden-inlichting
weoschte te geven, gingen z{j nu van het denk
beeld uit dat dit veel te weinig was....... en
daarom kregen zo niets. Gij hebt het dus alweer
gezien, Achtbare Vertegenwoordigers van do be* .
langen der Iloagaobe burgerij, dat hare belangen,
als die gelegen zjjn in deu verkoop van bet bad
huis, door uw onverstandig geharrewar en
gebeuzel allerellepdigst zyn bebirtigd! De waarde
van bet Badhuis is nu zeer gedéprocieerd, en er
zal een tijd komen, dat men zelfs niet de helft
zal kunnen bedingen van de door den hoer Bur
gers geboden, doch afgewezen som.
Wte het onderste uit de kan wil hebben, dien
valt het lid op den neus, ziot grj 't nu, dut dit
spreekwoord ook bier weer een waar woord is
gebleken te zijn en niets is er op den bodem va > dio
kan overgebleven, dan teleurstelling voor du Raads
leden en bittere spot van Kiczeis", wier trots
schipbreuk leed op dezelido plek waar oenigejuron
geleden de noordscho brik: De Wüshul, met
plankou geladen, stranden moest... vlak vóór het
Badhuis*. Van dat hout zatiat men geen planken!
In mijn vorig stuk Uit de Hofstad SiVrei' ik:
Opgescheept als wc tf/n met eene Commissie vnn
fabricage, waarin slechts n bouwkundige sitt'ing
heeft, en in verband met hetgeen daarop volgde,
waren d» woorden volgens rotjna stellige overtui
ging volkomen gewettigd, ou toch betreur ik
hetnu, dat ik ze toen neerschreef, want was 't niet
de Burgemeester zelf, die in do zitting van 31 Jan jl.
't verklaarde, dat wo juist aan die Commissie het
goede plan verschuldigd z\jn, om eene verbeterde
verbinding te verkrijgen tot bet nieuwe kwartier
't kleine recnVe, en waarlijk was bet van het
geacht raadslid Van der Gon Netscher geenszins
te verwonderen, dat hij daarover aan 0. en W.
hulde bracht, omdat hy er een nieuw bctci/.-i van
leven in meende te aanschouwen, 't geen hem te
meer moot hebben aangegrepen, omdat hy daarin
het bowüs geleverd zag, dat zijne, in de zitting
van 13 Dec. jl. gesproken woorden: Er was een
schok noodig om ons uit den dommel te doen
ontwdken, waarlijk slapende lieden tot werkzaam
heid hadden aangespoord. Proficiat t
De nieuwe atraat, met een franschen slag aan
genomen (zeker omdat mon ia- fatüa flinker
handelt met 't verbreedden van straten), zal een
van de grootste verbeteringen worden, door onzen
Raad tot stand gebracht eu ofschoon do nering
doenden uit do Toren- en Korte Hoogstraten er
wel niet b|j zullen winnen, toch moet dit trac
zonder twijfel als het beste worden aangemerkt,
als men nu ook maar geen half werk verricht.
Do Friusenstraat zal tevens verbreed worden en
daardoor vervalt teu minste de vermaledijde stoep
van den verstokten eigenaar van nó. 7 (L.-Hunn).
't Spreekt van zelf, dat de Gemeenteraad do
cventueele onteigeningswet gaarne zal uitbreiden
en van de gelegenheid gebruik maken om het,
door de ongelukkige constructie der
Veenkadebrug govaarlyk geworden hoekhuis af te ronden,
en do rooilijn van de Bildürd^jkstiaat af, door
onteigening der perceeleu aan de Vceuluu'.o door
te, trekken, welk voorstel ik reeds den 12 Oer.
1879 op bl, 125 van Haagsche pcnkrassen"
deed, en 't geen heden avond in het Dagblad op
nieuw werd aanbevolen.
Dat alles werd op ? 400.000 gewamd, doch
we zijn 't van den stads Architect-Directeur ge
wend.... zijn school- en andere gebouwen
hebben 't bewezen?die begroeting zal minstens
het dubbele kosten. Wat doet zulks ter zake,
mits het eoue verbetering is, zoo als da
voui'gcnomcne, en te jneer, omdat in de Raadszitting
van jl. Dinsdag toch verklanrd werd, dat da
kosten zouden gevonden worden uit den
verkoop van bet Badhuis!
Jammer dat niemand er n cent.voor bood.
's-Gravenhage, 3 Februari 1883.
J. A. de Lergh.
nooit medewerken om dio anno burgei-y no:
moor te bclastc'n of haar toestand-nu; harder' te
maken. Du Heer Bisdom zingt allüd solo's I.MI
willigt zich cnn dor loden ccn korte poos a;in PÜIJ
duet, bij de finale is do Heer Bisdom woei' alleer
ot' in gezelschap van ccn enkelen figurant.
Zoodra ik eens een vcrxook aan den rand te
doen heb, ga ik den heer Bisdom verzoeken < r
tegen te spreken, en ik ben xuker dat mijn voor«x
stel aangenomen wordt.
In de laatste raadsvergadering zong du heer
Bisdom een solo voor een liefhebber van varken*.
Burg. en Wethi hadden een imvoijcr vun-Utrecht
verboden varkens te houden.'Een'heerlijke gele
genheid voor een. solo van den heer Bisdom.
Iemand die varkens houdt, behoort in den rugt-1
niet tot de meest gcfortuncerden of tot xle incest
ontwikkelden en voor dezulke zingt de heer Bisdom
het liefst. De rekwestrant had bg/zyn_ rekest eene
verklaring van zijn buren overgelegd, die betuigden
dat de varkens niet hinderden, maar ook nooit
'konden en souden hinderen.
Een medicus liad verklaard, dat dje varkens n iet
het minste nadeel voor de gezondheid van rekwes
trant of zijne gebaren/.wirfc» of soudtn veroorzaken.
Er mankeert nog maar aan dat men varkens houden
aanbeveelt als eenölivgicuischen maatregel. In
Utrecht is het nog met zoo Inng guleduh dat
de minnaars van varkens dio lieve dieren her
bergden onder hunne bedsteden* 't Is zeker zeer
diercnucschcmicnd, maar minder raadziwrii 'voor
de gezondheid. En toe!» koslie het Dr. Broers in
1860, als lid der gezondheidscommissie heel \ynt
moeite en onaangenaamheden om die
varkcnsliefhebbers van hunne lieve diertjes te scheiden.
Niet tevreden niet de buren en den inedieiis,
heeft de heer Bisdom er nog ccn deskundige op
los gestuurd, en ook die deskundige hoeTt beves
tigd, dat dio varkens daar heel best gehuisvest
konden worden. Prof. de Geer ti-ccdt even in duet
op om te zeggen, dat de raad in de afwijzende
beschikking moet berusten, maar dat hu het on
billijk vindt, als de buren geen hinder van de
varkens hebben, zoo'n vbraoek te weigeren. Alsof
rekwestrant op oen goeden dag niet weèrkcorig
zou kunnen verklaren dat die beestjes van zün hu
ren hem niets hinderden, ot' zouden hinderen, tot
dat eindelijk ccn hcclc varkcnsbuurt geformeerd
.zou zQn.
Het einde was, dat het pnradvies van Burge
meester en Wethouders met i£3 tegen 2 stemmen
werd aangenomen.
Als ik u die lichlgcschicdenis zóó uitvoerig iisorst
vertellen dan ware er geen eind aan. Dat licht
was een stuk voor vol orchest, na zeer vele solo's;
't is waar hel thema werd wel eens herhaald d tor
DE AM6TEE
EB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
UIT DE BISSCHOPSSTAD.
Verleden week'hebben w: j weer een
rand^Hting gehad. De vroede mannen hebben hut zeer
druk gehad over licht. Niet meer licht was du
vraag, maar te reeMicht de aanmerking, .ten minste
voor magazijnen en" winkels/ Do lichlkwcslie werd
voorafgegaan door een varkenskwestic en beslotenJ
met een reinigingskwéslie. Al/oo nd de varken s,
dóór het licht, tot vuil. De climax is niet'groot.
'In een muziekorkest heeft ieder zün vaste p.irlij;
in een gemeenteraad niet. Beide corporaüen heb
ben een directeur met een eindje hout, maar in
dïn gemeenteraad mag ieder lid zingen uit welken
toon luj wil, nis hij maar in de maat blijtt
anders verschijnt het houtje.
"VVju hebben hier een lid die altijd dezelfde
party zingt; wel met variaties, maar ultijdhc.tgell'dt:
thema. De lieer Bisdom zingt steeds de parlij
van de arme burgers. Bjj ieder voorstel dut gelu
kost eri bijna ieder voorstel mag zich daarin
verheugen Kan men rekenen op een solo van
den lieer Bisdom. De burgerij is al zoo erg be
last, de burgerij heeft het al zoo naar, h_üzal
een aodere partij, uaau dat boort uo in dt
n»uek.
De ouverture was erg laai. Zij werd gewnjen
?oor den Heer v. Hterfum. Ik zal die heele partij
oiet noziugen; alleen het thema wil ik u
modedeelen. Tot hiertoe werd de gasprijs berekend in
evenredigheid van de kouten. Hoewel niet precies
zóó uitgedrukt, was het voorstel nu de gasfa
briek te kunnen gebruiken aïs belastingheffer. Aan
gezien de heer v. lüwsiun zijd vüursie! reeds 35
Oct. 1881 pnlaan had, kan men mocielijk bewe
ren, dat hq van zijne toelichting ontijdig is ver
lost. Zij WBJ dan ook meer dan volwassen. Zie
bier enkele opmerkingen uit die toelichting. De
armen gebruiken geen gas en de winkeliers kun
nen het wel met wat minder doen erjjohooge
giieprijs drukt op hen die vermogend zijn. Alsof
nu af die magazynhouders, die hunne waren zoo
schitterend Moeten verlichten tot de vermogenden
behooren. Alsof die magazijnen eigenlijk niet eene
tegemoetkoming mochten hebben voor hun tege
moet komen, in de vrij onvoldoende straatverlich
ting.
Niets hielp; het voorstel v. Ittersura werd met
n stem meerderheid aangenomen.
Ik stem toe een half centje meer op de meter
?geeft een heel aardig inkomen aan de stad, maar
als gas moet dienen als belasting is het een $eer
onbillijke belasting. Zij treft niet de armen, dat is
waar; maar zij treft evenmin de rijken. Den eerste
is het te duur, en de laatste gebruikt het hitte!.
In winkels, magazijnen, werkplaatsen, fabrieken,
kan men er niet buiten. Wordt dus het gas als
belasting geëxploiteerd dan werkt die belasting
allereerst en allermeest op handel en nijverheid.
In strijd met hetgeen ik vroeger mededeelde
is er nu wel grond te koop achter de Hoogere
Burgerschool voor meisjes. Ik had die maar niet
verzonnen, maai1 deugdelijk in ccn Raadsvcrslag
gelezen. Nu de school nog; niet eens voltooid is,
gaal men den grond daarachter verknopen.
Men besloot vroeger de gebouwen naast de
school niet te vcrkoopcn omdat men dan niet
wist wat er in die perceelen zon gebeuren, dal
was het groote motief. Nu zal men bouwgrond
achter de school trel verkoopen hoewel men
natuurljjk van de bestemming van dien grond even
min iets weet.
Ten slotle eindigde de vergadering mei het
voorstel te doen de stads-vuiligheid uit te besteden.
J. de Bisschop.
KUW8T
HAMLET
.11.
De waardeering van Shakespearc In Neaerland
'a sedert kort een tijdvak van vooruitgang inge
treden. De vertalingen door den Heer
Burgersdijk bezorgd verdienen bijna dien naam. De Heer
van Lcnnep zocht den dichter te verklaren, en
leesbaar te «taken voor «ijne tjjdgenooten. Het
is gelukkig dat zgn arbeid verricht werd; anders
hüddo het opkomend geslacht een sport lager
gestaan op e ladder/ die onze nakomelingen
eenmaal tot den top zullen beklimmen. Want zóó
-ver aijn v>S nog niet. Nog altijd blijkt uit de
proeven des heeren Burgersdijk, dat men op zijn
hoede is tegen bet verwijt waarvan in 1778
de dichterlijke Hamburger Tooneol-Directenr
Schröder zich zelf beschuldigde, van Shakespeare
ta Tiet genomnen" t« hebben.
Een honderd jaar geleden, toen 'Shakespeare
op het Duitsche tooneel burger- recht verkreeg,
werd er onvergelijkelijk veel mér aanstootelijks
in gevonden dn n tegenwoordig. De omvang vim
de ergernis, die de dichter ten onzent vóór 30
jaar gaf, leert men kennen uit de bewerkingen
'van van Lennep. Geheele tooneelen, wendingen
in de verwikkeling, eene menigte uitdrukkingen
en volzinnen moesten in deu beginne ten offer
worden gebracht aan do gevoeligheid der unies
aensiblcs, -ten wier behoeve Ducis voor zjjne be
werkingen twee ontknoopiugen verzon : eeu blijde
en -een treurige. Tegenwoordig gevoelen zich
alleen 'de voorstanders der decentie over
Shakespenre bezwaard. De stap die er ligt tusscheu het
stttmjpunt van Van Lfnnep on dat eener volkomen
herstelling van den tekst, 'heeft de Heer
Burgersdijk nog niet durven wagen, en zijn vrees is niet
ijdel güblekefl uit den lof, hem voor zijne terug
houdendheid door don Heer Alberdingk Tbym
toegebracht.
Ik geloof dat tegen de vertaling van den Ham
let zwaarder grieven vol te houden zijn ik
'spreuk niot vnn den tekst en die ik straks s!al
noemen ; maar voor een latercn overzetter bluft
nog veel f R doen. Bij do beschouwing van eenige
vertolking der titelrol in den Hamlet, in
hetnoudig zich te herinneren, dat het groote aantal
verschillende meeningen,, door uitleggers en be
oordeelaars vnn naam omtrent die rol voorgestaan,
eveneens op bet looneel een aantal verschillende
voorstellingen wettigt. Een voorwaarde echter
mag meti den vcrtooners stellen, dat zij huaue
opvat' ing r-auwkciirig toc'.scn aan den tekst, en
dat zij nier (en einde die opvatting te doen aan
nemen willekeurig omspringen mat den tekst.
Toch wordt dio voorwaarde L3 geen rol wellicht
moer geschonden, dan bij de Hamlet. ?
Ook do lieer Bouwmeester leeft haar niet na.
Op sommige plaatsen haudolt hij in strijd mot de
duidelijke Detcekenis van de woorden; en wat
niet in den kraam zyncr opvatting te p.is komt,
beschouwt hij als door Slmkespeare niet geschreven.
Dezo twee gebreken in zijne methode, door
plrysioke en nioreelo eigenaardigheden in de hand
gewerkt, $even niet alleen ann zijne, opvatting
veel betwist baars, maar ook veel onschoons aan
zijn voorstelling.' Daor-en-tegen blijft de Heer
Bouwmeester op vele plaatsen niet beneden bat
peil der voortreffelijkheid, die hy gewoonlijk be
reikt,
Zijn «kop" is edel en vol uitdrukking. Ook in
deze rol toont bij zich. meester van hot gebaar:
zijne bewegingen aya sober, ?peeleeggond on
en bevallig. 2\jn optreden in het eerste tooneel
was zeer goed gekarakteriseerd; en de verzen:
fk'hjjat, eodlcvroOTTl neen, 't la 't; ik ken ccon
klonken vol tombere beteekonis. Ook de al
leenspraak
O, dat. dit al te Tante vlccacb versmolt,...,
en bet onderhoud met Horntio waren geheel in
veroischten toon. O rerweldigende droefgeestigheid
en een daauit . geboren overspannen geestestoe
stand, dio weinig behoefde om tot waarheid o
vorteglaan, deed do Heer Bouwmeester duidelijk- aan
het licht komen. Inderdaad schijnt bet jammer,
dat de stemming ia dezo tooneelen door hem
aangenomen, niet zijne geheelo voorstelling is
bUjven bebeerscben. Tot groote schade heeft bij
slechts een dar motieven behouden : de somberheid,
die oogenblikkcn -van opgeruimdheid on vooral van
kalmte kon toelaten, laad hu moeten vereenen
met overprikkeling van het brein, dan zon
do schijnbare vroplijltheid gewettigd, en de kalmte,
dio aan do nheid «f brenk deed, verwijderden
geweest. Tot groote schade want deae aan
merking is geen onbillijke chicane over een ea&k
van opvatting. De ? heer Bouwmeester gast uit
van de onderstelling, dat al de wilde
warrelwoorderf" door Hamlet in voorgevende waanzin
worden gesproken. Deze beschouwing n voor
gedwhtenwitselling vatbaar maar de wijze waarop
de hoor Bouwnwseater ha*r verdodigt. komt nuj
v«rwerp«lük voor. Want nit menige plaats:
oljjkt duidelyk dat Hamlet* voornemen,
krankfcunigheid te veinzen, niot een toevallige greep
.
gruwelijke ortUlipgtn, door
ontroerw hem niet enkel tot in
?ld, UMT ook votr sin bwdn
tig. Zöa vüikndit iÏT«r]H4«t d*
aan sijn tMk wordt hen UtontMttttd
BualAtY «?«fcranBOfeni (tja ergar a
danhil Hff hespemtr
Do Heer Bouwmeester wfl vtn don
omrtandigbeid niet* weten, «a doet dm tekst geweïdaan
om zyne beachouwmg to redrtvurdfeoi. All «n
der trekje*, wMruiUuj&geraaktheidIHHkt, tl un
te merken da omiUBdiffheid van het voor den
ten, wMrop hQ et
De heer Bouwmeester
-, hal» ^^ ..
gruweletnk te boek
wut blijkbaar met date ongerijmdheid geen weg
en gaf aaa de passage «en ontwakend» verklaring.
Ook de dwaasheden en oneerbiedige uitvallen
tegen den onzichtbaar vermane&den geert, liet
h i) deels achterweg* ea mukte «r deelt erati vu,
d» erger was dan de excentriciteiten in den tektt.
No« n togenblik doorleeft Hamlet, dat in
?ohnEkeujkheia zttn wedergade heeft in het
zoceven-genoemdo. Als BJJ by de tooneetvertooning
zjjne arnwelfflte vermoedens tot waarheid gebracht
net, bent hu aft fa een vrooliike deun, en spreekt
WArtJUd. Toch h»d ha op doToogenblik nwt be
hoeven te veinzen: ueohts z§a trouwe
Horatiohoofde hem OS. De heer Boowiniiuster sloeg en
het liedje over, en de daarop volgende woorden,
tot Horatio gericht Het is niet d«deMJkwathem
recht gaf op deze manier den tekit te verminken,
en eene opvatting to huldigen, lijnrecht net de
bedoeling dea dichten in stryd.
De omstandigheid dat de heer Bouwmeester
oeaen toeitand van Hamleti geert onopgemerkt
heeft gelalen, werkte niet aUeea storend ia het
tooneel met de verschijning, mrar ook elders,
waar een kalmte werd aangenomen, die kwalijk
te rijmen viel met den zin van den tekst.
Het tafereel met den geest was wellicht het
zwakste van alle. Gewoonlijk wordt de alleenspraak,
O Rtmèhnichtenl o gjj unl!
belangrijk ingekort, daar weinige tooneelspelen
zich bij machte gevoelen, in die woorden den toorn
en de ontzetting te leggen, welke zij behoeven
om tot hun recht te komen. De beteekenis van
het na die alleenspraak volgende gesprek met
Horatio en MarceUns ging, zooals boven ia op
gemerkt, geheel te loor.
Evenmin een saak van opvatting,maareen tekort
koming nit dezelfde oorzaak als de bovengenoemde,
is een tastbaar gebrek in de voorstelling van den
Heer Bouwmeester. Ik bedoel het Remis aan
vorstelijke waardigheid, dat hem telkens
partenspeelt en vooral m de tooneelen met Folonins,
Rosencrans en Guildenstcrn en de spelers, wordt
Bevoeld. Hjj ia meermalen in-het-oog-vallend
oneleefd, en Jijt en jouwt tegen ieder. Niettegen
staande dit gemis geeft de Heer Bouwmeester in
dezelfde tooneelen veel schoon te zien: zijn bij
tende zinspelingen en verachtende uitvallen, schoon
hier en daar «rat te duidelijk uitgesproken, tin
telden van-ingehouden geest. Be alleenspraak,
welke volgt op deze tafereeltin, was een der beste
gedeelten vau de voorstelling. De zucht naar
wraak en de toorn, haar nog steeds onbevredigd
te zien, rolden in verschroticuiio stroomen van
zijn lippen.
Amst., 2.2.SÖ. F. v. d. Q.
{Slot eetgij
Voor ccn paar weken heb ifc u iets meegedeeld
over het l-trtehtsch Variélés-Gcïelsehap. Ik was
op hut punt lioovaardig op mijn sclirijven te worden,
toen ik den eersten lieer geen driuua, maar een
blijspel aaaaeknudicd zog. Ik had een gelegen
heid dat brtjspel te gnnn zien.. Maar ntt lees IK
een verslag over die voorstelling in de eene
Utrechtsche courant, en nij zegt: dat die voorstelling hel
bewijs had gegeven ilal de kracht van het
Gezel^?hüp in drama's, niet in blijspelen lag. Daarop
lees ik in cie ouitlcrc Ulreclilsehe courant eu deze
vertelt dut zij geen drama's meer moeten peven,
want dat zij in het blijspel 'uitmunten. Hel L'tr.
Variétés-GezeL'iiili!ip niet wetende wut te t)nen en
ziedaar mijne illusie geheel verdwenen is tol zijne
eerste liefde lenig gekeerd. Muunifag vertoonde
men Murdock, de dttrenteinino' enii lj»iüsia»<t.
Daarin werd 700 met dolken n vuurwapenen
gewerkt, d^t liet publiek mcêping diten. Lenipe
ocrslc-rungers trokken naar den tweeden rang en
begonnen ook daar Ie vechten, Kondul do
dierentemmer, op dat gevecht builen programma niet
venUcht, van streek raakte.
Heden heeft onder protectoraat van de
Utrechtsche afdociing van hel Ncdi'i'laiulschc
tooneclverbond eene opvoering van de 'Foiïrcfiambaultx
plrt.il s gehad. Dat protectoraat strekt zich niet
verder uit dan dal de leden van de afdeeling
jitrxooitlijk de helft van de entree betalen.
-Overmalii; groot,is dat voorrecht niet. want do leden
lieUilcn de halve entree plus l'2.50, want do
contriliulii1 is i' o.?per jaar en per winter krijgt uien
"?iJits twccma.il dat buitenkansje.
Waarom kan de UlruchUche afdeeling aan bare
leden niet meer geven? Omdat "zij zoo weinig
leden Iiceft. En waarom lieeft m zoo weinig
leden? Omdat rüwo weinig ;uin do Ji.'dcn i\uefl.
Altijd in een cirkeltje. Laat de al'duuling bi^innen
haivj leden- wat cxlraas Ie geven en nieuwe leden
zullen van alle kanten vcrrjjzen; maar zoolang
ii<en als iiiet-lid ccn voorstelling van do afdeelini
goeutïonier geniet dan wanneer men lid is, zu!lt;i
do nicuwo ie*k?B van verre slaan. En waarom
moes t'nu do "trechlsche afmssliri; vjui het
JWrftrlaiuhchc tooneelvcrbond hare leden tracie«i t-;; cp
een zoo onhollaHd.ichs\u\ia\si.\v'Foii>-c!i-imbaiilt!<?.
Utrecht, 2-^2 18Si Jan de Bisschop.
DR. FRANZ LISZT,
DIE LEGENDE DER HEILIGEN ELISABETH
Ruim een achttal jaren geleden, werd het
muzikaal ontwikkelde publiek der hoofdstad in
groote itanniog gebracht door de aankondiging
eener uitvoering. van dit werk dus grooten
moester»,, wiens naam boven dit opatel ge
plaatst a;
? Liszt was wel is waar lang geen onbekende
meer voor ons publiek (de Meeren Stumpff en'
Coencn hebben er steeds voor gezorgd door hunne
orkesten zyne werken bekend to maken), doch een
oratorium van den omvang als de Elisabeth"
bad hier nog geene uitvoering raogeu beleven.
Onze groote concertmaatachappijen, die zich in
do eersto plaats geroepen moesten gevoelen
kriti.ik n publiek in de gelegenheid te stellen over
Liszt te oordeelen, gedroegen zich tot heden
alsof die persoon niet in de muzikale wereld be
stond.
Het is daarom dat wij met genoegen vernemen
dat wodcrom ocne uitvoering is op touw ge
zet, waarop het genoemde werk cal worden ten
gehoore gebracht Wel hadden wij nu liever de
keuze zien vallen op het later gecomponeerde
oratorium .Christus", doch wij mogen niet anders
dan tevreden «Ha, te meer daar de .Elisabeth"
misschien voor de helft van uitvoerenden en toe
hoorders geheel vreemd is.
Den Heer Heinze, die als directeur
derVincen,tiusconcerten zeker een groot'aandeel heeft in de
keuze van het werk, brengen wij gaarne nn reeds
een woord van waardeering. Den I6n Februari
«al hij voor de vijfentwintigste keer als leider
van genoemde concerten optreden, zoodat die
avond voor hem zeker een der meert-
hermneringtvolle zal warden.
Wfl meenen onzen lezen geen ondienst te doen,
net hun een beknopte analyse van het werk. be
nevens eenige bijzonderheden uit 's componisten
leven aan te bieden.
Het m niet onze bedoeling eene volledige
levenasohetai te geven', die achten wij overbodig net het
oog op de vele geschriften welke, laatstelijk oog
OTlim«e*tow*veBtig«ten verjaardag, hei Bobt
te.
invloed
loopbaan, die ee»
z|n werkki-g tb componist
wevebM wjj eleehtt te rel»veerem.
Cw jBa Oetoher 1811, te BakUng, een
Bon«?nek dorpje, C*b«e% werd h» ai vtoejf «oor
zQa vader ia het Ttüviengel e«4erweiea. De vor
deringen, welke U] dasj^ maakte, zooeten buiten
gewoon groot geweest ztfn, zoo Mlft dat hQ op
*9B 12e jairw^ een kanitreii naar Parijs naakte
en aldaar groot opzien haarde. O» re» werd ech
ter niet verder uitgestrekt, MOgenien de
jengdig* virtuooe, zoowel ia de vsnehilletide onder»
deelen zijner kunst als in algeaeeae
wetenzehap' onderwezen moeit worden. B~j
, h|j de composititleer en vervaar»
ook eeae -open JJon Sancho oder das
. dtr Hebt,
M* zijns vaders dood, in 1897, begonnen zQne
schitterende kunatrei>n>, die hetn lauweren ge
bracht hebben, als wellicht na hem nog door geea
kunstenaar ittn ingeoogst.
Hoewel de compotitie gedurende dien tfid niet
op den voorgrond getreden is, zj]n toch vele
zijner werken m die dagen reede on
In 1846 aam zijn roemvolle
eittde ntec
ahlmfkzaeimeeeter te Wséss*r, terwijl ongeveer
op dien VJd zijn werkkring idt eeheppend kun
stenaar een aanvang neemt.
Het zjjne geschrift*»' «Is
JTamhauenrundLoheogrin')en zijne artikelen in%* ^i«u>2eitechrift
fflr Jfnsik* toenmaaS geredigeerd door Dr.Tranz
Brendel, trachtte hij propaganda te maken voor
de nieuwe richting, de zoogenaamde .NendeuUche
Schub".
Zijne giymphoniMhe Dichtingen" baarden groot
opzien en allerwegen gingen stemmen op tegen
het met voeten treden der tnditioneele vormen
in de muziek.
Richard Wagner in zijne Brlofa fiber Liszt'z
svmph. Dichtungen", Fr. Brendel in zijn Liszt
als fymphoniker" eu F. Draeseke in zyne
Anregungen fflr Kunst, Loben nnd Wissenschaft",
zün voornamelijk de koene voorvechters geweest,
die de ideCn van Lizrt door de beschaafde mu
zikale wereld hebben verspreid.
Ist der Inhalt schün, ist das Werk im Stande,
nder crsten Bedingung aller Kunst zügoaügen,
Deinen reinen Eunsteinoruck hervorznbnngen, tp
ist die Form gerechfertigt, sie sei welche sie
«wolle."
Ziedaar eene der zinsneden, welke Dr. Fr. Bren
del ter rechtvaardiging van de symph.
Dichtungen bezigt. Aangezien deze echter niet in een
onmiddellijk verband staan met de Elisabeth"
willen wij er niet langer büstilstaan en der
geschiedenis, welke tot beden nog slechts
Schumann kon behandelen, de taak laten baar oor
deel over dat genre van kunstvorm uit te. spre
ken.
In 1BG1 verliet Lisit Weimar metterwoon ea
begaf zich naar Rome, ten einde zich beter te
kunnen toeleggen op de hervorming der katho
lieke kerkmuziek.
In Wt'imar reeds had zijn geest behoefte ge
voeld ook in die richting werkzaam te zQn. De
Grantr FestuKsse en Psalm 13 /ür Sofi, Clwr
itttd Otchtster zijn als bcwijxcn daar. Te Rome
begaf bij zich in eene geestelijke ordo en wendde
zijn compositietalent uitsluitend aan godsdien
stige onderwerpen.
Met recht kunnen wjj das verklaren dat de
-Elisabeth" ontstaan ia in de derde periode van
s kunstenaars loopbaan.
Otto Roquette geeft in een gedicht, dat gewis
verscheidene uitmuntende hoeaanigheden bezit,
wordea tdtgvreeYd ev getoerd. Dit ___
«*jue gloeiende nt*o«r,liet tttat, hetwelk
eea zeer werkdadig aandeel Tttitk, iaipireerde,
op
compositie zooveel mogelijk op den voet te vol
gen. vinden wij van zelven de gelegenheid nader
op het gedicht terug te komen ; wij willen chter
nog in 't bijzonder relevetren dat wy geen
orkestpartituur ter dispositie hebben, en dus onze opmer
kingen slechts uit het klavieruittreksel kunnen
putten, dat overigens zeer goed geschreven is.
De inleiding van het eerste deel heeft een
eigenaardig rhythmisch motief tot onderwerp,
.dat op eontrapunctische wijze is doorgewerkt. In
de . geheele ouvcrtnre ontmoet men dit themn,
dat op zich zelven nu niet van zooveel gewicht
is, duch door do verschillende gestalten, die bet
vcrkrygt, in hoogc mate interessant wordt.
Het daarop volgend koor Willkomraen die
Bruut1' (Elisabeth op den \Yartburg) ia ceuigszins
martiaal; doch bij de pbrane:
Noch in der Silberwicge still" mankt Liszt we
der gebruik van zijn thema nit de inleiding, waar
door die strophe tegenover het YTillkommen die
Braut" een lieven eenvoud verkrijgt Ook terwijl
de landgraaf Hermann zijn aanstaande dochter
begroet, wordt het thema volpehoudtn, totdat oen
BoDgaarichc Magnaat des Uiicarlaudes holde
Blüthu, vcrtrauensvoll" in graaf Uermaim's hand
legt en waarbij een nieuw thema in de
orktirtbegeleiding den Slagooat karakteriseert.
De daarop volgende solo van den Landgraaf
is geheel declamatorisch behauaeld: de oude ai
iavorm vindt mon trouwens nergens in hut jjehecle
werk t«rug.
Een schoon koor volgt thans: Frohlicne Spiele
pannen wir nus", wanriu het vrouirenkoor in vrien
delijk trippelenden 68 niont de bekoorlijke
woor'dcn weergeeft.. Als slot van het eerste nummer
?%-orut bel Yriiïkommen" herhanld, t-rwjjl het
«ïhsst als poitludium liet nwtief ^röhlk-he Si>i*-..
Ie" laat hjoren. doch in4,4m:mtenvera-n'ler(Iop
een6 u'i'zs aoo.-ls het waarschijnlijk niemand n. -m
Liizt zelf zou kniinen doon. (.Wordt vervolgd.)
VIJFDE FELIX-COKCERT.
Ecu der merkwaardigste verschijningen op
muzi'kaal gebied luisterde bovenvermelde; uitvoering
met zijne medewerking' op,
Groot was de roep,' hoog de dunk over
het onlangs voltooide piano-concert van den
hoOgcpriostcr Joannes Brahms. Piano-concert"
wordt bet genoemd Symphonio met obligaat*
pianoportözouden wij het willen noemen.
De heros, dia de voetsporen drukt -van
Beethoven cu Sohnmann als geen zijner
tydgeBooten, heeft hierin een werk geleverd, dot niet
mag beoordeeld worden als eene
virtuozencompositie, zooals het meerendeel der piano
concerten, doch als een gewrocht, waarin het génie
de heiligste en verhevcnste -gevoelens van een
kunstenaar heeft uitgestort; als oen gewrocht dat
nog verschillende geslachten door in boog aanzien
zal staan, n dat steeds groote merkwaardigheid
zal bezitten, als vertegenwoordigende eenbelang
rijk kunstgenre der modem-klassieke school.
De gewone votm, waarin doorgaans een piano
concert is geschreven, Werd hier den componist .
te eng. Zijne scheppende kracht gevoelde behoefte
zich aan de kneüenden banden der traditie -te
ontwringen en zij -voegde eene Satz toe aan het
geheel, die men te voren bij een dergelijk kunst
werk niet ontmoette.
Schoon door adel en eenvoud is het motief van den
eerslcu Sate, waarmede de hoorns het werk openen.
Hoewel iet niet buiten den omvang der eerste
vijf tonen ,vaa .den toonladder treedt, is in de
bewerking .toch een rijkdom en afwisseling, die
oamiddellgk den meester doen kennen, in do volsten
zin van het woord* , . ,
Schitterende pianopassages treft men in het
eerste deel,' dooh niet om de schoonheid van een '
instrument te doen uitkomen, ook niet om de '
technische vaardigheid van den pianist te doen
bewonderen, doch eenigen alleen omdat de
natnnrlüke geestesdxaog van den componist zulks
vereischte.
Het tweede gedeelte is eea der stukken, die
met de voD« hartstochtelijke kracht, waardoor de
mensen somwijlen kas worden beheerscht, moeten
violoaecjt-Mlo, weke ak eenta "iema «ent voor
ditn Satz ea voor welker ofevoeriag wf den
heer ***tmm gaarae allen lof brengen. Depiaao
zelve speelt mdit mdeelteeea, wfl zouden zeegen,
oflderireecuikte rol, ware het niet dat Braam* ia
dit opaz aÜen instmatentea gel)|ke rechten toe
kent Zoo ontmoeten wij late nog de elarmet,
de fagot ete. die «Hen de melodie dragen,
He? Allegretto graztoeo biedt als vierde Sate
een voortreffelijk tut, waariaaHe de
vorengenoemde gunstige hoedatiigfaetkm zfjn terug to
viadea en dat het ganeche werk van het begla
tot het einde als eene der boeiendste, meest be
langrijke eompotitiCa, die ia ^ffl 1>zittfti> tijd ^**
lioht hebben gezienTdoet stempelen.
Over de aoonderl^ke zolo-voordrachten van
Brehms wiüen wj enz niet uitlaten; dit zijn
alle>lgschhed«B.die wij ongaarne bij hem ontmoetten.
Mevrouw Joaem'm wei de tweede tolist
door zware
iw Joaem'm wat de
het vijfde concert Zfi was ._
koudheid echter niet hq machte eenige kederea
van Brahme «a Behvbert voor to dragen, zoodat
xQ Bleette, eene aria aft TUut vu Hozart kon
te genieten geven. Doch d*H «ok tefoniettm,
want de voordracht ea dictie, die steeds eigen
schappen van haren zang xfin, begeven haar nooit,
?elfz bÖen de item haro&msteE, dooreenüjd^
l}]ke ubpoaitie, begint te weigeren.
Ifej. Fyk, die in de zaal aanweai»; wat, zong
in hare plaats, als wüons niet vergissen. Sonntag
van Brahms en een tweetal ?weedsche liederen.
De eerste symphonie van Schamann, welke het
programma opende, vond niet die waardeering,
die atj waarschijnlijk zou gevonden hebben, indien
iedereen niet in spanning was geweest voor het
hoofdnummer van den avond. Wij willen echter
den orkestleden onze waardenrüu niet onthouden
voor de uitvoering, doch vooral willen wij hun
onze hulde brengen voor de liefde en vereering,
welke ry den grooten Brahms toedragen en die
zich niet verloochende zoowel bjj het concert als
bij de Akademische ouverture.
Met het laatrte werk, door Brahms zelf gedi
rigeerd, werd bet programma gesloten. Het
deed ons genoegen te pemerken dat Brahms
enkele passages aan het slot iets vlugger neemt
dan Verbuigt; w)j zien daardoor onze bij eene
vroegere gelegenheid uitgesproken meening be
vestigd.
EXAMENS DER MAATSCHAPPIJ
TOT BEVORDERING VAN TOONKUNST.
Den 28en Januari bad het laatste der drie exa
mens plaats van de muziekschool der maatschappij
hierboven vermeld. De heer Frans Coenen «ja
directeur en vioolondorwijzer, benevens de beeren
Kwast, Rüntgen, Van der Evken, Blank, Koermaa,
Sickler, Eisendorn en Appy kunnen voorzeker
met voldoening terugzien op die avonden, zij
hebben alleszins bewezen welke rijko vruchten
het onderwas op de muziekschool draagt.
liet zou ons natuurUjk veel te ver voeren in
dien wübij ieder nummer van het programma
wilden stilstaan. Het mag dan ook onze taak
niet zajn een critisch verslag nit te brengen over
de Lei^tongen" van iedcren leerling in 't byzonder.
Wij willen echter gaarne de aandacht vestigen
op de «lères, die voor piano hebben voorgedragen:
do eerrte gedeelten der ooicerien van Mosert
in Es-dur en Beethoven in c-mol (Ie ooneert).
Wanneer zij dilettanten willen blyveo, dan hebben
züreeds eene schoone hoogte bereikt; willen zy
zich der kunrt gaan wijden, daóis voorzeker reeda
^VUHUCUD ni.uuiL.l-n >>-l*af
Wat OM op den tweeden xrOad -miae nog
interesseerde, was de eerste Satz uit het C-dor
concert (viool) van Yiotti en Arlequin-caprice
(violoncel) van Popper, welke mode zeer ver
dienstelijk werden uitgevoerd.
Als interessante nummers op den d«rdcn avond
vermelden vqj gaarne: het Air Variévan Rode
voor viool, in 't begin een weinigje onzuiver ge
speeld, doch later beter; Andante en Rondo
capriccioso van Mendelsjohn, benevens Andante
Spianato en Polonaiso van Chopin voor piano.
De techniek was in deze beide zaken vrij vol
doende ontwikkeld, doch (Ie voordracht was uog
t«. schoolachtig. Over eenige gejaagdheid willen
wij bet stilzwegen bewaren, de oorzaak hiervoor
ligt vrij dicht voor de hand.
Het concertstüek op 79, van C. M.Von "Weberwerd
met veel talent voorgedragen; behoudens eene
enkele uitzondering was de techniek glad, terwijl,
het doet ons genoegen zu-ks te Irannen verklaren,
in de voordracht hier meer zelfstandigheid was
op te merken. Ook de aanslag is bij den jongen
man een onderwerp van degelijke studie geweest.
Naar wij vernemen wil hg in de kunst carrière
maken; onze beste wenschen vergezellen hem
gaarne op zün loopbaan.
D£ twee laatste deelen van het g-mol concert
van . Mendelssobn werden eveneens verdienstelijk
uitgevoerd, doch eenige der bovengenoemde
gunstige eigenschappen misten w$ hierin.
Door eeiie ongesteldheid van mevr.
CollinTubisch, konden de solo-Rangnummers niet worden
uitgevoerd. De heer Kwast echter leidde, op
bcicu «vonden, de dames koorklassen en bewees
dat veel werk wordt gemaakt van klank en
schakeeriag. Somt\jds ccuief ct 2ï«"'verheid in
liooge passages iets te wenschen over; dit blijft
trouwens een onderwerp, waarop voortdurend de
ssü-iacbt nioet- zijn gevestigd, ook wel bij
nietleerlingen.
Do grooto opkomst van onaers en betrekkingen
der jeugdige kweekelingen bewees met wat be
langstelling hunne verrichtingen worden gade
geslagen. Wij z(}n dan ook overtuigd dat allen
tevreden zullen zijn geweest en aangename ber
inneringen zullen bewaren aan het zeventiende
examen.
UIT ANTWERPEN.
Do directie van den Antwerptchen schouwburg;
moede dat de stedelijke tooneelraad haar: te veel
op de knokels gaf, heeft haar ontalag ingediend,
dat door den gemeenteraad met de meeste bereid
willigheid werd aangenomen, 't Schijnt dat de
heer Van Lier zich hra bevindt en de voornaamste
leden 'van het gezelschap voor zyn salon te
Amsterdam geëngageerd heeft. De hemel gave
dat 't waar was. Als we hier toch eens voor
goed. van den heer Driessena en diens aanhang
zullen verlost zjjn, bestaat er ten minste kans
dat de Antwerpsche schouwburg een volgend
jaar door andere artirten wordt bespeeld. AJtyd
deeelfdc personen, in duelfde rollen van detclfdc
stukken te zien optreden, wordt op den duur
vervelend en leidt tot. geeuwen. Daarom was t
ons dan ook een waar kunstgenot, verleden week
kennis te kunnen maken met het Rotterdamsch
gezelschap van den wakkeren heer van Zuylen,
dat ons op nooit hier zoo meesterlijk geziene w\j«,
de prachtige idylle van Vriend Prut ten beste gaf.
Dat de heer van Zuylen ipoedig weerkome
il de wensch geweoet van allen die dien avond
getuige waren van meesterlijk spel en ensemble,
tweo aaien die w$ op OM tooneel nog nooit te
zien kregen.
Op tooneelgebied geeft het anders bij ons niet
veel nieuws onder de zon. 't Eenige nieuwe stuk
van een Vlaming geschreven, dat onlangs ter
opvoering kwam, was Lange Margriet, van den
heer Gittens. die vroeger met zün Jane Shore
een vrij middelmatig succes behaalde. Dit drama,
getrokken nit den Genzentild hier dweept men
met de XVIe eeuw, schoon er zoo weinig van
dat oude vlaamsohe bloed is overgebleven werd
door eene liefb«bbèr''Haaatsoliappy ,De vrffe
Inntl' op echte efhebbernmamer vertoond,
vaar verschafte te schrijver toeh een kroon ea
teel bijval
Daarentegen «lukt «BH maestro Beaoit, «te
meer vu ItgtMk werk houdt dat eer doet aan
de kaast, lauwer op lauwer. Zfn At&eiu casrtefi
wordt m dea loop van dit jaar te PhiladelpUa
ten gehoor* gebracht, ea Groningen ea HarHag«a
maken eerstdaags kennis met fon zoo lief en
friseh .Etafer orator i<T, dat reeds ia andere
eteden van Noerd-Nederiand een zoo grooten bQ*
val verwiert Maar dat '» nog niet al: eenige
dagen geleden benoemde de academie van schoono
kunsten dea heer Benoit tot eea harer
onsterfDjken, m vervaogiair van den overleden Vienx>
tempe. JB»re wtm JBhre gebiüiretl
- Mefittofeies.
Ontmaskerd. Toespraken van dr. T.
de Wit?Talmage, predikant te Brooklyn.
Vertaald door C. S. Adema van Scheltema.
Aflevering-i, SneekH. Pyttersen T*., 1881.
Deu aflevering bevat bijna IVs preek van den
zonderlingen herder, die, door een paar flinke pol itie*
s^enten vereezekl, de tollenaars en de zon
daars opzoekU om ate hij hen vindt hea terug te
brengen van den dwaalwef of anders hen over te
geven aan de openbare mhiachtinr. Wie et tn
ledige kerken het Evangelie verkondigen en voor
doove oorcn, hij niet; in zijn kerk te Brooklyn
zijn 5000 zitplaatsen, waarvan er geen onbezet
blijft als hij optreedt en op zijne eigenaardige
wnze tot boete en bekeering vermaant.
Wel op een eigenaardige wüzc! In de eerste
toespraak vertlaarde hu, naar aanleiding van
Ezech. VIII: 8, 9, 10, geroepen te zün om .in de
diepte des afgronds" af te dalen, ten einde met
eigen oogen te zien, -hoe de zonde in hare ge
heimste schuilhoeken voortwoekert en hare slacht
offers doodt. Hij vreest niet besmet te \yorden,
want hu is juist door zijn roeping sterk, hu durft
te beschrijven wal hu gezien heeft en tart zijne
bestrijders hem in hunne dagbladen aan tevallen ;
hoe meer publiciteit zooveel te liever! In kicsche
maar leer ondubbelzinnige bewoordingen schetst
hij wat er zoo al te zien was toen hij op een
nachteliiken tocht de .voornaamste holen der
ongerechtigheid" bezocht.
Daar zag hij jonge mannen, .wier nog de fris
sche kleur, aan het leven op het landoigeu.opde
wangen zetelde;" jonge mannen kennelijk eerst
onlangs -op kantoren, aan banken ot 'in winkels.
geplaatst.
En ernstiger dan hij het doet, kan niemand de
nieuwe onervaren burgers van een prooi e stad
waarschuwen. Indrukwekkender spreekt incn niet
jicht OVI.T do mate van ellende, die de zondaressen
in de verblijven en kvveekplaatsen der ontucht
zich op den hals halen.
Maar in haar volle kraclil uit zich zijn verontwaar
diging als bij spreekt over de melaalschheid der
hoogere standen" Met zekeren humor vat hij do
woorden van den profeet Jesaja. cap. XXI: 2:
wachter wat is er van den nacht? Vry letterlijk
op. De wachters van Jeruzalen waren
poliUedienaren. zegt hij, welnu, aan de politie vraag ik
hel ook boe bet 's nachts toegaat in onze groote
stad.
,Wat de hacht heeft aan te wijzen? Pateizen.
van ongerechtigheid worden bezocht rn in stand
gehouden door mannen, die de* prachtigste huizen
tan Brooklvn en >'ew-York bewonen. Een deel
deze huizen des Satans met hunne tegenwoordig
heid en begunstigen ze met hun steun en be
scherming.
Het zou mügeen mocife kosten die bezoeker»
u bij name kenbaar te maken. Misschien kan het
zoover komen, dat ik het plicht reken, ook dien.
sluier op te heften en kwam het .daartoe, ik zou
naar plidit weten te handelen, al deed hot de
g:\nsclic groote wereld op hare grondvesten
schudden. Rechters, beroemde pleiters, kvrkclüke
beambten, redenaars van alle staalsi\ii'!yeu. die
voor hiinne kiezers redevoeringen houden, zoo
rykelijk met godsdienst en zedrfeer opgolui.-ilC'rd,
dal men hen voor apostelen zou houden, ijn er
vertegenwoordigd. Gaat heen en hoiidl d.w appèl,
en ziet. wie zullen'' antwoorden! Wie?
Besluipders onzer banken in Wallstrect, de eerste
sciieepsreoder* van Broadway, handelaars in hi't groot
en van icdcrcn handelstak. Geheel onze hiindcï*
stand, niet nadruk zeg ik al wat tot den groot
handel behoort, i* d?.?.r vci-tcge-nv, oordigd.
Wie moed heeft spi-eke nu nog van hel redelijk
schuim en vuil, dat de vloed vjn dj.' ou'.'/.Üde
van Canabtreet opwerpt. Ik verkies aai Vt I;yij»
ui vuil nop verre boven de vergulde onrtinheid
aan deze zijde van het kanaal. Ik voor wij geef
de voorkeur aan de walgelijke en UTiisstootende
misdixnil, wier hloederigbcid en jciiËivi'fltuiik u
doen deinzen, boven de misdaad in paille
liandsrhoenen, die het verlept gelaat en vwJorvcn .
vlcesch met kant en fluweel tooit, dio
haresnhandelijkhcid met een vierspan en Lostb.iar liverei
rondrijdt."
Dit staaltje _doct ons zien lioc deze man
ant ten »«rii is Dr. de Wit-Tahnage lu-l rgke
en hooeKeplaatste gemeen in »ij;;e piiigeving
les let-sl. Kij düigt de ,bcdervers cr ii:a?
de
scjwppij" voor het gi-ootsit- deel nog wel ge
huwde inaiinon voor de reclithank van liet
publiek en eischt vooor hen dezelfde mate van
minachting, waardoor de geprostitueerde vrouwen
in onze samenleving getroflen worden.
Zijne welsprekende woorden getuigen van zeld
zame. kracht, van groote verontwaardiging, van
de zucht ook om door een beroep op de gewetens,
te redden wat nog te redden valt. De beer G. S.
Adema van ScheUema heeft een verdienstelijk
werk leiTtcht met de vertaling van deze toespra
ken. die veler ooi-en zullen doen tuiten, al heeft
hij de namen der Atnerikaansche niet door namen.
van Nederlandsche steden vcn-angen.
V. IL
Aan de RtApctie tan Jtt
de Amsterdammer."
In verscheidene dagbladen komt het bericht voor,
dat ik eerstdaags de volledige werken van Shakes
peare vertaald hoop uit-te geven en dat de kopie
grootcndeels gereed is. Vergun mij door middel
van uw veel gelezen blad dit te corrieeercn: het
bericht is waarsc|i\jnlijk uit het voorbericht van
mijn Hamlet na onjuiste lezing ontstaan; (laar zeg ik
dat de helft voltooid is. binds bijna vijf jaren
besteed ik n gedeelte van mijn vrijen lijd (een
paar dagen 's weeks) aan de vertaling van
Shakespearc's werken; eereed zijn van de Blijspelen:
De Storm, Twee Edellieden van Verona, de Klucht
der Vergissingen; Veel drukte om nieU;
cenMid.zomeraachtsdroom; de Koopman van Venetië;
Neemt bet voor lief, (As you likt it): de Getemde
heks, (wie Reeft mij een goede vertaling van den
titel faming of the threicr); Driekoningen avond
of wat gij wilt; Winteravondsprookjc; van de
Treurspelen: Coriohmus; Romeo en Julia; JuJias*
Caesar; Mocbcth, Hamlet, Koning Lrtsr, Othello,
Antonius en Cleopalra, Cymbefine (uitgegeven
bij den heer Bevers te Utrecht); verder de Son
netten (mede uitgegeven.) Al deze vertalingen'
zün volledig; van verscheidene zijn ook
tooncclbewerkingen gereed. Daar ik gezond tti in de
krocht mijns levens ben, mae ik de hoop voeden,
in een rijf of ze» tal jaren de vertaling van Sim- ?
kespearc's werken ten einde te brengen, maar
denk nog niet aan uitgeven, ik zou liefst nog twee '