De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 12 februari pagina 2

12 februari 1882 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?fttitt» DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 242 Ie», doch de verhouding (ustchan het kabinet en don Khtidive lnat wer veel te wenschen over. Da lieer Glailstone heeft inmiddels in het parlement gestgti, dat vóór lingeUud in vereemginR met Frankrijk, handelend in Egypte ion optreden, de uverceriktemiaiug met de andere groote mogend heden in deie taak verkrotten tou moeten «ijn. Van eene expeditie is men dus nog eea heel eind ver*Q:Urd. Vooreerst zulleu gvooto woorden de nationale poity in toom moeten houden. Allerlei. De Heer Siz, de gelukkige minister, MR «ün naiui reeds tot voorwerp van oen nichtorenw«J*tjy<i vóór z|jn daden ilAartou koinlcn i» aan merking komen. Ougetwyfeld hooft hy "dit op aiin opvoljjfli-, diu Heer Pyuaeker Hordük, voor. Welk toalvernuft aal op Hordük rymen? Indien de nieuwe exoelleutie wil dat de poëten zich met hem «uilen bemoeien, het nol alleen kunnen zyii, om een nautu te beaugti), dien bij nu nog met be*it Zonder tegenstand werd do jleer J. Clcrcz te Boxmeer tot lid voor de Kamer gckoveu. Ds d»gblnd«n Het HaHJtitblatt: Oren»Terlegglng T»» AmilerdMU (logez. door Mr. LCTJ). ? 8»monïwoordo^ (to r»lcr.ib»nK). ? ettaUrandlge ««erberichten (G l Jurtikol T»D l'fot. Buü«). Kitaift RoUtrtlamicht Courant: De Pölitio-wot. Hit radtrltMtl: H«rrotmlug vu liet kivttocbt. Hit yituiri fan dtu Dag: De oorsprong v»n ons«n hitndel op OoBt-IotlK-. Arnlirmtchi Courant: D« n»tionilo tjjd. ? De Utrtthtii?l t Courant : OMO miUtalro t\1d*«l»rlft»n . JmrtirdamstlH Courant: Een proAiaiorttal ailrica (v»u f rot Bat!» Iu do Oldi). ? 81 TU picotn, pira bollam. Dagblad va» Zuii-HoJïcmi «n 'tGractliHayi-.OchtenilretxJ. ? InTocrr«cht«n. Standaard: It Oüï« 8ts»ts-p»trt) conftMionoel ? ? Opmerkelijke biecht (Old»rtikel nu Pvof, Ëny»). J>« Tyd: Nnr unloiding eeaet Haagidie clrktLUire ambaebU'pkleis). ? Yerontrntlamlo oyfori (diüigendo (doktoren-nood). Aan dt Redactie van het Weekblad tde Amsterdammer" Toen ik in de Raadsvergadering van 1 Febr. 11. voor de voordracht van'B. en W., betreffende de kerkelijke hoogleeraren sprak, vleide ik mij niet, iemand van gevoelen (e doen veranderen, 't allerminst u, die zich reeds zoo krachtig tegen die voordracht had uitgelaten. Ik sprak alleen, omdat ik er prijs op stelde, de gronden te doen kennen, waarop de door mij, in deze moeielljke zaak uit te brengen stem, steunde. OOK daarin zelfs schijn ik niet gelukkig geweest teef ^n, w>nt mijne redeneering ten aanzien van een der hoofdpunten- is door u niot goed geval, althans in nummer 341 van «w blad niet juist weergegeven. Veroorloof mij daarom, ten behoeve van hen die in de kwestie belangstellen, een enkel woord van opheldering. Ik heb gezegd, dat men niet ontrouw wordt aan een beginsel door een tegenovergesteld beginsel, dat hecrschende is, consequent door te voeren, indien men aan die heerschappij niet» veranderen kan. Juist die laatste door mij gecursyveerde woorden, waarop het vooral aankomt, zijn door u weggelaten. Ter toe lichting van mijne bedoeling heb ik als voor beeld genoemd, dat hij, die voorstander is van de crematie van lijken, en dat beginsel dus verdedigt waar hij kan, het nist schendt door, zoolang de wet de crematie .verbiedt en het begraven gebiedt, mede te werken tot de verbetering van beslaande of de oprich ting van nieuwe begraafplaatsen. In een dergelijk geval, zoo zeiile ik, verkeeren hier de voorstanders van het beginsel van scheiding van Kerk en Slaat. In plaats van scheiding bestaat er, ten aanzien van het universitair theologisch onderwijs, een zeer nauwe band tusschen den Staat en de Ned. Herv. Kerk. Dat onderwijs heelt feitelijk een proteslantsch karakter; het wordt alleen door protestanten. gcgeveu en alleen door protes tanten gevolgd. Daaraan valt niet te veranderen omdat, in dien dat onderwijs een neutraal karakter zou vjikrljgen, indien het door hoogleeraren zondar onderscheid van godsdienst werd gege ven het noch voor aanstaande Katholieke of Israëlitische geestelijken, noch voor aanstaande Proiestantsche leeraars, en dus voor niets, zou kunnen dienen. Ook de voorstanders van het beginsel van scheiding van Kerk en Staat moeten dd ge volgen lijden van dien toestand, dien zij niet kannen veranderen. Met do opneming van dezen briel in uw eerstvolgend nummer, zult u verplichten, UEd. dw. dienaar, Amsterdam, J. G. de Koning. 8 Februari 1882. Wij plaatsen gacrne deze regelen van den machten inzender. Bij citaten uit het geHeugen kan men moeilijk volledig zijn, en de onderstreepte woorden zullen zeker door Mr. de Koning zijn uitgesproken. De hoofd taak der kwestie blijlt daarom niet minder bestaan. > Indien mtn aan die[htenehappij niett veranderen kan." Wij blijven vragen: waarom deed Amsterdam geen enkele poging om te weten te komen, dat aan die heerichappij niets te veranderen was? Eerst - als men omtrent du pont zekerheid bezat, was het geoorloofd de kwestie du te stellen. Dan souden de voorstander» van het bevan scheiding van Kerk en Staat de n van den toestand moeten lyden. Toor die voorstanders bleef celfs dan nog de keus tusBchen opoffering van het beginsel, of het handhaven van den toestand. De luerMhappij van het tegonovergenteld be ginsel is niet absoluut. ? liet woord »heerschappij," verleidt o. i. den heer de Koning tot een rodeneering, die hy zelf waarschynlyk niet zou goedkeuren, als hij in' plaats van «heersenen": voorko men, aanwezig zyn, bestaan, gevolgd wor den of iets dergelijks had gebezigd. Tot begraven verplicht de wet, crematie is niet toegestaan. Het bezoldigen van ker kelijke hoogleeraren door de gemeente is door geen énkele wet voorgeschreven, hierin iheonclil" vrijheid, al lokt liet voorbeeld van den Stout sommigen tot navolging, zonder te letten op het verschil, dat in dit opzicht lusscheu Sta^t en Gem&mto valt aanlewijzuu. llci). ? PLUKSEL. De Spectator heeft naar a:uilcii1tn£ van en kele woorden uver de Kceiisvurlengit.'K ll»*schen Ainsierdiiin en Niöuwcr-Amsiel door ons geschreven wat «pluksel" ^«iiiaakt. om het op de wonden van pastoor Brouwen Ie lejïgcn. Daarvoor kon het dienst doen. en \vij zullou de laatsten zijn 011 vun tlie dauil van zuivere nien3ehliev«n(|liciJ kwaad Io spreken. De Heer Levy heeft ree Is in een inge zonden stuk in tiet Handelsblad aangetoond, hoezeer de medelijdende plukker geheel en al uit het oog verloor, dnt een grensverleg ging vnn gemeenten een grondwettige tlaad ij, wanneer het algemeen belang haar vordert. En om hier van liismarck en annexatie te kunnen spreken moot men geheel vergeten, wat men ie 'sllage niet schijnt te weten, dat de NieuwerAmslellaai-3, die bij Amsterdam zullen ge voegd worden, door Pastoor Brouwers zeil als Amsterdammers worden beschouwd. Ken andere vraa^ is het of de Spectator er wol aan doet zich te bemoehn met zaken, waarvan hij niet op de hoogte is. Ben ver gelijking lussclien Duitschland en Nederland met Amsterdam en Niéuwer-Aimtei, zuu hem zeker niet iu den zin komen, als hij té .NieuweMrastel in de iimfterdumsulie P. C. üooltstraat woonde. UIT DE MAASSTAD. Rotterdam, O Februari. Tot mijn leedwezen moet ik mijne wekelyksche kroniek met de mededeeling beginnen, dat ik mi), althans voor zoover m(j bekend is, in mijne ver leden we«k uitgesproken verwachting teleurgesteld zie, dat do politie nog de band KOU weten te leggen op de belhamels iu bet opstootje, hetwelk Zondag £) Januari 11. door eenige fanatieke drijvers alhier was on het touw gezet. Er beeft toch, gelijk bekend is, feitelijk verzet plaats gehad tegen de openbare macnt, er is net steeneu ge worpen, waardoor ééu persoon gewond werd, en eoowel de naam van een der belhamels, als bet feit dat erex-pauselyksaouaveü, uit eene naburige gemeente celfs, onder de aanvallen waren, b hier van EÓÓ ttlgemeeae bekendheid, dat 't nauwelijks is oun te nemen dat eeue gerechtelijke instructie niet tot de ontdekking van een of meer sobnldtgeu ion leiden, ta- meer daar uit eeue vooraf. gaande mondelinge waarschuwing aan den burge meester is af te. leideu, dat de zaak zorgvuldig' waa voorbereid en men bier dus met een komplot in optima forma te doen had. En ter wille van den eerbied voor bet openbaar gezag, on ? waarlijk niet minder?ter wille van de handhaving onzer grondwettige vrijheden, blijf ^ <^an OOK. nog hopen, dat de zaak geïnstrueerd worde ou althans een of meer schuldigen, ten voorbeeld voor alle andere fanatieke geweldenaars, gustrung zullen worden gestraft Hoe zeer dit uoodig is, bly'kt uit de averecht.sche redeneeringen vau clericale en conservatieve blaadjes, waarvan ik er de vorige week eun paar heb aangehaald en wel'ter aantal het couranten lezond publiek in Nederland, naar aanleiding van hut bewuste schandaal alhier, zelf met nog vele zou kunnen vermeerderen. Een tronrigen iadruk maakt het daaronder óók de Arnhemscnc Courant aan te troffen, die van harou overigens zoo ver dienstelijken correspondent uit do liofstnd be schouwingen over bet Rotterdamsche schandaal plaatste, die inderdaad kant noch wal raken. l)ezeu anders zoo scherpzinniger! schrijver achyut 't volkomen oubokend te zijn, dat onze grondwet voor alle ingezetenen vrijheid vnn woont en fjn walen waarborgt, want an'lers zou het wiarlu'k uiot mogelijk kunnen siju dut hy de f.uiutiokti tuiuultameu nog iu be-clioi mini? m-umt, iu>Ut benul omdat euu vertrouwbiiai' viiuuii allucr boin ver zekerd zou hcbbuu dat er np liet karakter vau don prediker Meng hoel wut uun te mm-kun is. En in düüo% méoning aegt hu nog voi sterkt to worden dour bet tuit, dat do lukeudo urthodoxd sti-niit.predücer £>ser iu don Uang htutida ougumoeiit gel ut en wordt, omdat vriund en ii-^'ünatander aan diuns karakter gelijkelijk huid» brenguu. Welk eene redunccriiig! Alsoi uit dit feit, iuditm bet al iets bewijst, ieU anders zou kuuuen bluken dan dat orthodoxen en clericalen aan de vrijdenkers in don Haag en elders ecu lesje iu verdraagzaamheid zoudon kunnen nomen. Maar zelfs al "kul de Rotterdamsche vriend hem juist ingelicht omtrent het karakter vau den heer Meng, ? betge/n ik echter op grond van zeker niet minder vertrouwbare inlichtingen moet blij ven ontkennen, ? wat heeft dit dan nog te ma ken met de eenige quaestie,' welke liet in dese zaak trnldt. dat een hoop opgeruide wpeétaard* namelijk, de aan alle burgers gewaarborgde grondwettigo viijheden sou kunnen vertrappen en ver nietigen? Waar inoet het henen, indien in het vrije Nederland de uitoefening van het recht van het vrije woord feitelijk afhankelijk zon worden van het welmeenen van het grauw? Bedroevend en beschamend is t dat voorvallen, gelijk dat van den 29en Januari, waarlijk nog vergoilijlcing en verdediging vinden. Het zou dan ook beleedigend zijn voor onzen burgemeester, indien men hem zou willen prijzen omdat hy Zondag H. afdeénde maatregelen ge nomen beeft om eene herhaling van het schan daal te voorkomen en, zoo noodig, onmiddeUJk met kracht te beletten. Het publiek, wel U waar, workte door zijne dwaie nieuwsgierigheid, als ge woonlijk, het openbaar geaag tegen; duizenden en duizenden stonden langs den weg geschaard alleen om te sien of er iets KOU gebeuren, zonder te bedenken dat, als «r inderdaad iets gebeurde, de politie' door die nieuwsgierigheid met slechte ia de vervulling barer taak belemmerd ion worden, maar ook ïet kleine troepje tuinnltanten alleen aan de aanwezigheid dier duizenden toeschouwers de kracht zou ontleenea, om don tegen de openbare macht té verletten. En als liet dan tot eene botsing komt, pleegt men der politie nog te verwijten dat ?$ oniehnldigen verwondt eniurekent l Au bet stot van mgn vorigen brief, hetwelk center tot mijn spijt ten offer fi gevallen aaneen onvecWddelflk gebrek MB ruimte in het nummer ?er vorige week, had ik naai aanleiding van de meeting, welke hier iu <1« kinderkerk van den PiottftanténbOHd over de ?Sühool metdeaBubel' was gehouden, in verband met het geval-MenK, onder toderea ook In 't licht gosteld, uoe telkens en talkens de cecbtziunuMU op plouipe wyie buiine onverdraagzaamheid luubten. Waran hunne geestverwanten aan bet woord, dan juichten «ij xelfs de onbedaidendste opmerkingen op luid ruchtige wjjse toe, terwijl i|j de verdedigen eener van de hunne afwekende nieeninff met rnsaoer, Huilen en sissen boautwoordden. Ik aou hierop niet «ija teruggekomen, iodieu ik niet met bljjdschap wilde ounstateei'en, dat ook het antire»olutionaire weekblaadje alhier, de Sprokkelanr, die houding afluer geestverwanten ten sterkste af keurt, maar er ook nog «ene opmerking aan wilde toe* vo«gen, welke ik in de aaudiioht der redactie van ilat blajidj» uaiilievcL'l. Üpdelwurnste m'uetiug heeft liec my ouder meer getroffen, boe dikwijls de nitdmkking word gebezigd: ?de Staat be schermt gelijklijk de waarhvid eu de leugen", zouder dat er iemand tegen deza onzraoigo phrase in verzet kwam. Zou niet aau deze vertolking van do grondwettige vrijheid van woord «n geil«ulite de onverdi'aagzanmheid der kerkelijke te wijten vyn, eu zouiUu uiet ni. a. w. hunne leiders un huuriD pril daaraan sobuld zijn, omdat zij hunnen volgelingen en lezers dag ann dag voorijiwlikou dut bun geloof, liuunemeeuiugDJS waar* -tiuid, du absolute waitrheid is? /oo muuierig vaak de meeting over de ?SohiX)l niut dfii liybel" wi>s, zoo deftig «n plechtig was onafgebroken do oiwnliare veroudering, \relko dooi- tlu Vriiïinmge Kiesi-erec-niginy Viödug II., U r bespreking van hot koloniale vraagstuk, wus bok1*^. Ah meeting, rle l«zen lulluu hut zich .herinneren, kousteidt» ik ge«u Krooto verwachti\; van dcxe bijeenkom t, en ik heb sretm roden uii;r.elven te los^onstrafi'en. Bulangstelliiig bü het pnMiek wekte deze vergadering niet, «n in stede vau none meeting. wivariudaApi'ek»rs iliior vurigo fcdovoerii'gen de touhoordcts bozielen HU tot tJij wnrai en opgewekt dub.-it u!'lokken, was zij dan aak nieta mettr dau emiö deftig» Itijeuiikcaitt va»i cou ÖOtal gezeten uu raeerui.duL'la rft-dn ;'nji« myazeteueu, wuiiria veel belingi g!;s gesprukèt: werd un Beer loen-yke raodcde«lii,jjBii gcdutui zij.x maar wnordoor de oplossing dor koloumle qu\eütia \vaarschiialijk aeoü fldirude vorder ia gekou>un. Do hulde en dank, don hem- vau Soe*t vsia 'i .Hoge door den voorzitter voor x\jnti bt)l,iu^i\jkö inleiding van het debat gebracht, warou sieker volkomen T«rdiend, eu 't u uiut te veel getugd, geloot' it, dat met uwen oorreiponiliMit img fple aanwe/f^on voel vau hom hatibou jfulcurd. Muur touli in «éa op zicht heeft hg mu otilevn-ili^d gelaten, CK wel omdir hi) ('° prnctuohu bezwaren, waarvnr) do heer Vau Goiiuep Und gesproken, iu zijn aii^. woord verzuimd heeft op te losten. Dat de gou ver? tieuients kol'fiocuUutir liultimiaerend werkt op de ' oecoupiTiiauha üntw;kkoliinu onzer Oost-Indischu koloniën en dat, uitvocrruchten verwerpalük »ijn, op duidelijke en overtuigend*) wgza werd dit door den. heer v.iu Sooat auusetooud. Maar vooral bij deu tcgeuvroordigon etaud der Indische geld middelen; nu de opbrengst vnn de koffie de hoofd bron is der inkomsten ten behoeve vaa Indié' en geen enkele bate kon worden gemist, waar het aequivnleiit te vinden voor het gemis der inkom sten uit terecht vvrweipelijk te achten bronnen? Ware de vergadering iu den wareu zin des woords eene meeting geweeat, het antwoord zou zich niet hebben laten wachten: vieent les principes, périssent les Coloniesl Maar hoe het antwoord in eeno zoo deftige vergadering van bezadigde mannen zon moeten luiden, gaarne had ik dit van den heer van Soest gehoord. ? UIT DE HOFSTAD. - ... . No. 85. Onverwachte redding; Eén gracieus? AftftV bod; Volacha munters en ontmaskering. Sedert mijn vorigen brief is er in de'taai-taaigeschiedcniB van het Gemeente-Badhuis te Sche. veuin^uu oene groote verandering ten goede ge komen, die veel, zoo uiet alles belooft voor do herleving of instandhouding van don roem dor badplants. Na de mislukte poging om door middel van 'Openbare inschrijving een kooper te vinder), 'tgoon ik verleden wcuk breedvoerig besprak, is de heer F. N. Stoel Jr. met het aanbod voorden dag gekomen, om op den voet van een half millioeri in onderhandeling totreden met Burgcmouster en Wethouders, waartoe zij in de Zitting van deu 7n dezer door don Uand gemachtigd warden met 28 tegen 3 stemmen. Ongetwijfeld zal 't niemand verwonderd hebben, dat er zich tegen de eenigo kans tot goede en spoedige oplossing van dezen bn'na hopeloozen toestand, toch vott 8 stemmen vcrklaardeu, door drongen als wij gijn van de uit de ondervinding opgediine wetenschap, dat er iu onzen Raad he lium mannen zitting hebben, die niet schijnen uit te gaan vau de gedachte: ?Hoe kunnen teij heljicr?' maar wel: ?llóe kunnen wy tegenwerken", t-n te meer moest ons van het Raadslid ds Heer 'Iluygens verwonderd bebben, dio inderdaad veel goi-dn deed voor ? Schovemucreu en zich tijdens de VKruchrikkoliike pokken-epidemie zoo dapper in het l>wjblad vau 2») Juli ISöO aanstelde, dut hij liet juiat wns die het voorstel ter tafel bracht om ,(i«' gmteenta-ejcploitatie althans voor dit jaar nog ie hiindhaiien". Als lid van de Dadhuis-commissiu is 't hem immers te goed bekend, hoe het niet du tegenwoordige exploitatie toegaat, dio zooals de genchte spreker het to rocbt nooinde _ ?none uemeente-exploitatie" is. Weinig gereisd ala ik heb, wil ik geen aanspraak maken op bet juist begrip vau al de eischen, die aan een exploitatie van het Uudhuüi, in vergelyking met buitenlandscho borstelliugs- en uitspanningsoorden kunnen gesteld worden, maar niemand zal 't mg kunnen tegen spreken, d-\t de exploitatie van het Badhuis niet U zooals xtf behoort te zQn, en daarom wellicht zeer eigenaardig door den heer Iluygcna ?de ijemcentc^xptoitatie" genoemd werd. /U toch;? of liever de belastingschuldigen ? legt of leggen er duizenden op toe, en wordt dus de Gemeente zelf geëxploiteerd. Dat moet een ebde nemen, en 200 spoedig. mogelijk ook. Zeker zal de opoffering voor deBnJhuiseommiasie uit den Gemeenteraad van die enkele dinétjes en glaasjes wijn, met wat er by komt, niet zoo groot z^n, om het te ra ogen .be-^ treuren, dat het Badhuis in particuliere lianden' overgaat Daartoe zijn die leden als ta onafhan kelijk en te onbaatzuchtig, bekend. Ëeno formoele dwaasheid was het van den heer Ilnygena .om te durven zeggen, ,dat de adres' ««^"(lieniebber Badhuiükooper) F. N. Stoeljr., ?geen waarborgen aanbiedt, dat hij die verbetertnyen in de exploitatie tal aanbrengen, die den Raad bewogen om van systeem ie veranderen", want de heer Stoel wordt door vermogende man» nen gerügsteund, die wel dogelnk het plan heb ben om grootïchó dingen tot stand te brengen, en zeker niet, met de voorgenomen granouose verbouwing van 't Badhuis m den geest van Ostende, een nüllioen guldens zullen wegwerpen, om na dat alles gedaan té hebben, gebrekkig te bleven in de exploitatie, en dubbel dwaas ? de . heer Huygens zal 't zelf moeten erkennen, ? was zijn onbedachte uitval, omdat de gemeente ?elf tot nog toe niets anders heeft bewezen van plan te zyn, dan datgene (en nu gebruik ik dezelfde woorden) wat in den heer Stoel wordt gevreesd: geen waarborgen aanbiedt dat /i# ver beteringen in tïe exploitatie tal aanbrengen. Gelukkig was de Gemeenteraad wijzer en mach tigde bij Burg. en Weth. om met den Heer Stoel c. s. te onderhandelen; hierdoor verbond men zich immer* tot nioti, en omdat de Heer Stoel nu niet tot do hizondere vrienden van den kr. Huvgons behoort, daarom bufcoetde bü waailyk *un ver kregen naam van Profctstr in de h-oteetittcer ook in deze zaak ni«t verder te handhaven. Voor den Uii-octour vau hit Badhuis is 't toch eeu wan hopige zaak geworden, diu door hut voorstel Avntzenius vurloren, nog een oogonblik opfleurde, toon de Heer Uurgors uiot zün lislf millioen, als eeu bom iu 't midden viel, die ? de uitkomst beeft 't doen vermoeden ? nooit een sorieu* koo per waa, maar eukel verwarring eu tweedracht beeft veroorzaakt en dd kaus op 't voortduren der fgemeentc~t?:ploitatic" in de dubbele beteekenis vun het woord, levendig hield. Als 't immers den heor Burgere ernst was ge weest, dan had hjj nu even goed met B. en 'W. in onderhandeling kunnen treden, als dat het thans door den heer Stool u. s. eu gelukkig nog, zooala het Utredttsch Dayblad van bedou medod.eelt, ook door een frausch baukiershuis wordt boproofd. Ufttchopn 't mU niet vergund ia namen te noe men, toch mag ik er \rel met voldoening op wij zen, dat mou zich over hut voomtal Stoel C. S. mag verblijden, omoat met hem, door oenigo soliede amaterdarujchd he«r«n, in bet eigendom vnn hut Badhuis, mits Üiuk uitgebreid eu aajij-eiiakt, «ene lovousvutbaarhcii wordt gezien, die rente van ka pitaal gelijken tred doet uouduu met do veruieerclóring van deu roem on aantrekkelijkheid der Badplaats, en zeker miitf do Itaad, met bot ai\nknoopeu van onderhaiidelingeu uiut oeu buiteulandacJi consortium vun ouderncr:ers, «r wel voor bedacht zgn, dat bet voor Üttende miristeus een milüoon zou waard zijn, ah) Schuvoningun nog alechtd vijfjaar zoo hard achteruit bleef gaau, nis hut uu doet. Als buitenlanders, mUachien ouuduelhoudara in de badplaats Udlaulc, diu vei-sUuidig deden, dau moasten. zij 't Badhuix vnn Sühovouiui;en koopen.... alles gebrekkig exploiteeren, «u wut zy dua bier verloren, zuu door 't »oiidor genade dooden vau IMonde'd gt-ooUteu concur rent, daür dubbel gewonnen worden. Ti-geu die evuntiulitoit waarschuw ik met enut. Ken andere voor otizn gemeente hoogst buvoorstel van den heer Viaiicit met 2(i tegen 9 utcmmeu tu vonvcr|.en. B. eu W. toch hadden het uaubod van genoemden heer, om uu reeds {oudcrbaii(h) -10 viork. meter grand, voor die eventueole dun per se blykcn moet blijven geven vun kortziuhtigheid. Voor de Verbreëding zal do outeigeüingawet spoedig aangenomen worden, en dan kau die oppervkikto zokei- op eoniga duizeudeu winder worden getaxeerd. De onJurviuding htiélt het geleerd, dut eigpimnra, dio to veel eiauheu eu zich iuet de geboden som uiet vergunoogeu, by procedui'ea veül minder bedingen. De bekende nili>op vau bet proces door den heer uit Dor drecht, gevoerd tegen den Staat, over do onteige ning vau zijn buitenverblijf uivbij die stad, staat ala eed waarsubuweud voorbeeld ter afschrikking bekend. ? Ook op 't terrein vnn Justitie en Politie, heb bon WB eeriubelangtijke week achter deu rug, en een woord vau lot over den tact door da politie betoond in de NtpspOriiig en aanhouding der valsche munters mi\ niet achterwege blijven, terwijl de Justitie een go«d werk deed met in het L>ayUad en Vaderland van gisteren do ingezetonen te waarschuwen: noi\ op bun boede te zijn by bet ontvangen van beioekeuvau Johnn Ltonara Theodoor Kuipers, zich ook noemende Krops en zich genoemd hebbende Cuipcrs, oud 40 jaar, vroeger amstcrdamsch makelaar, gewoond nebbende te Scheveningen eu uu wonende alhier, zonder beroep, Kazernestraat 7. Hy maakt er zijn werk van, giften in to zanielen, die zyn geblekon niot tot het voorgewend» doel te zy'n ge bruikt." : ? , Ook voor mij was het eene satisfnotie, omdat ik den subst.-oflicier mr. l'apc reeds deu 17 Juli 1881 op bet nut van zulk eene waarschuwing wcea, die nu blijkens bet Dftgblail van heden niet te vroeg werd geplaatst. Daarin toch lees ik: ?Naar aanleiding van een officieuse waarschu wing, eergisteren iu het Dagblad opgenomen, tegon zekeren Ouypers, deelen wij mode, dat oen hooggeacht stadgenoot ons achrnft, OOK reeds ?door zijn lichtgoloovigheid en hulpvaardigheid" dupe te zyn geworden." . J. A. DB BEBQH. 's-Gravenhage, 8 Febr. 1882. TEN ZUIDEN VAN DEN MOERDIJK. IV. De tweede crgcrlükc zaak, dic ik noemde, is het zoutsmokkclen. Te vergeefs heeft men nog dit jaar aan de grenzen den kring uitgebreid, binnen welken slechts een betrekkelijk zeer ge ringe* hoeveelheid zout ongcdukt mag vervoerd of in voorraad gehouden wordun; ? er is -niets veranderd. Van de twaalf varkens, die de boeren, do rijkslun niet uitgi-zotiderd, of de arbeiden; slachlun worden er, tot uren ver boven de gren zen, zeker meer dan een hult' dozijn met gesmok keld zout ingcnekcld. Hut ?lorren , zoortls het smokkelen hier in de streken gc-Düeind wordt, is ecu bekende zaak en er woi'Jt in 't publiek over'gesproken j ?niemand beschouwt hel als dierstul of bonadeeling van zijn uaiistc. Trouwens niet alleen in deze provincie of in de mindere klasse heersubt deze nieehing; ? menig overigens eerlijk fabrikant beschouwt hel smokkelen ;ds oen premie op zijn behendigheid en_ schroomt niet deze opvatting openlijk te verdedigen, 't Ia niet nuodig de spitsvondige rcdenecringen aan te balen, die hierbij dienst moeten doen; ? deslot: som der bewijsvoering' is bij allen, dat men door 't smokkelen zich niet .meester maakt van eens anders goed en dat men niemund direct benadeelt. Wel u men 't er over eeus dat men zy'n be hendigheid niet zoo ver mag uitstrekken om amb tenaren om te koopen, omdat men zich in dat geval schuldig maakt aan 't verleiden tol meineed; Bij 't «uitsmokkelen, dat in den reed geschiedt bü hoeveelheden vaa betrekkelijk, geringatfaarde,: zal niemand dit ook. bcptfooVen. De zöutsmokkelaars kunnen, waar het te pas komt, aR^jd rekenen: op de bescherming der overieo burgers, vandaar dat net-altijd ihoeieHjk zal blijven voor de com miezen en marechaussee, om hen zoo dikwijls te' betrappen dat er de schrik onder komt : Trouwens deze burgers, de .kleine winkeliers, de landbouwers én de arbeiders, die het zout koopen, genieten daarbij gewoonlijk evenveel voor deel als zü, die de smokkelwaar persoonlijk halen en hun thuis brengen, zonder dat deze oplcoopcrs zich blootstellen aan hetzelfde gevaar en de lang niet geringe vermoeienissen. Want 't is een zuur stukje brood dat deze smok kelaars zich verwerven, en ze zouden met handen arbeid somwijlen evenveel kunnen verdienen, doch het groote voordeel voor hen is daarin gelegen, dat zrj deze zaak te. hand nemen, als er anders geen of weinig werk is en dat zij gedurende den nacht er rneö bezig zün, terwijl zjj over dag anderen arbeid kunnen verrichten. De omstandigheden brachten mij onlangs in de woning van zulk een zout ?smokkelaar; op raüne jng dat hu er vermoeid uitzag, vertelde hg mij, als gold het de eerlijkste zaak ter wereld en blükbaar zelf niet denkende aan de mogelijk heid, dal ik hem zou kunnen verraden: ,Ja, mijn heer, dat komt ik heb een kwaaie nacht gehad; 't is tegenwoordig donkere maan en dan gaan we lorren; ? ik was al vroeg te , we nebben zoo overal onze vaste huizen waar ze ons waar schuwen en daar wachtten ze ons op om te ver tellen dat de commiezen op de baan waren; we moesten toen een hoi-taii omweg makenInn^s.... en zoo zyn we acht uur onder weg geweest; ? en dat niet honderd en vijf uuitd zout op je schouder, mijnheer, 't is gwn gekheid. Als we 't ilun nog maai- hii'r konden houden, maar nauuwelyks huhhun we thuis een oogenblik uitgerust of we mooliui WIKT i'i» route ? om 't weg te hri'iigL'ii; ik Imh de lu'll't gctitucht aan en' de andere helft aan , ce wwt zelf wel, mijn heer, dat dit ui» zeker ;tnderh;ill' uur is!" En hoeveel heb je zou'n mtvht wel verdiend? .Zoo wat een drie gulden, mijnheer l" was 'tuntwoord. ik hoorde wel, ditt bet niet altijd zoo inoeieluk ging; maar het huisje, waarin ik het gesprek hield, log tocli in rtvlito lyn drie uur vun de Srenzen, zoodat ondvr domecstgunsti^leonistiinigheiJcn, tlie zich nooit zo'.nloii kiiniiun voordoen, de drie gulden verdiend wenk'ii doui- ejii uuxrsch van zi'S uren. Worden deze smokkehara een cnkelo maal in 't nauw gebracht, zoodat zü (.leii dans niet kunnen. ontspringen, dan werpen ze hun kist weg on ont komen meestal toch 1105; ui' liever ontkomen zoo goed als immer. Zij zyn de beambten, dic de weggcworpim zakken hnvondien niot in dun steek mogen laten, veel te vlug nf up de bun veel beter dan hunne vervolgers luikende züiwegun en binnen paden. Het zout wurdt in beslag geiiumeu en de ambtenaren zy'n er lettt-ilijV verlegen mcö; het moet naar di-ii rijksontvanger worden ccbraiiht, ? voor welk transport (.-ersl nogcrn vrachtwagen of bundenkar móet worden gehuurd ? en de ont vanger moot het verkoopun, wat zelden gelukt, ornaat hij 't niet mag gunnen beneden den prijs, üic de bclnsting zou hiuh'iiumt en niemand het thurvoor'gewoonlijk -wil hebben; zelf mag hy 't cveiunin gfhruüZeü, eo bewureu kan li\j 't ook niet, zOOiUt hy 't Ion sloUü behoorlijk duur com mies-getuigen of inari'chautwe.u'u vergezeld, ergens in 't water'tuoet laten wcnien, als hy ten minsto iemand kan vinden, die dit werk wil verrichten in ruil voor du ledige zakken, dic hij mag be houden. Vruchteloos zal mon trachten aan dezen toe stand uun -einde te inakun, al wil du Staat een duhbeltal ambtenaren bekostigen; waar eeno wetsovertreding zou diep in 't vulk is doorgedron gen, bestaat skvhts één middel om baar in 't ver volg te voorkomen: de wet en dus hier du belas ting op zout af Ie schaffen. ' liij al hut gevaarlijke, dat er in zulk een conco^.-jie schy'nbaar gelegen mocht zyu, bedenke men wel, dat wuar de overtreding vau een enkele wet zulk euiiö gewoonte geworden is, dat niemand ft kwaad of schande in ziet, ook de eocbied voor andere rykswetlen wurdt uadcrmynd. Ennius. URIEL ACOSTA, MET EULAU IN DE T1TELUOL. Hot was uou moedige onderneming van den Heer Frita Eulau, die by hetguzelschap Van Lier dojongo ?heldenrollen" vervult, voor zyu benefiet op te treden in oen charakter, dat door Ludvrig liarnay inet veel toejuiching gespeeld is. ? Getuigen wij aanstonds, dat de onderneming geeue overmoedige gebleken beeft. De lieer Eulnu heeft zich zeer verdienstelijk gekweten van. een taak, waartoe hy zich blijkbaar met inspan ning had voorbereid. liet, gelukkig midden, tusscheu natuur en atyl, tuflicSen eigenaardigheid en school, bad hij treffend verwezeulnkt. Bet was ons eeue welkome ontdekking, dat de Heer Eulaa zoo veel kracht ontwikkelen kon; tot het einde toe bleek hij voor zyn rol opgewassen. Misschien zo A er hier en daar op ae standen met ge kruiste armen en het bedekken van het gelaat met den al te willigen XVlIe-eeüwschen mantel eeue aanmerking te maken zijn en een wenk tot onthouding te geven. De lakensche mantel der Amsterdammers van 10-10 heeft andere eisenen, andere bestemmingen dan de dunne mantel der Romeinen. liet charakter van den filozoof, gelijk Gutzkow het voorgesteld wilde hebben, heelt, dunkt mjj, de Heer Eulau goed gevat: ecu denker, een ge roepene, maar een verliefde; aan alle kanten een enthousiaste, wiens vuur alleen nu en dan door de reflexie getemperd wordt D« stille pastaadjes, maar ook de sterk ?bewegte" ui hot 3e, vooral in het 4e bedrijf, werden voortreffelijk gezegd en ook gespeeld. Wy betreuren, dat het zoo leeg in de zaal was; maar daarop kon de lieer Eu-laa zich wel een weinig voorbereiden: want de om standigheid, dat bet stuk in Amsterdam speelt, kou bij de Amsterdammers niet zwaar genoeg we gen, om, na dat zy Uornoy in dit werk gezien hadden, nog eens te komen beproeven, of Eulau met geheel in de schaduw truu. liet stuk loopt geregeld. Gutzkow heeft niet geineend, dat aanhoudende verplaatsingen, in de orde der ruimte of in die van den ty'd, fraai zy'n. De vormelijke evenredigheden zijn vrij goed ut acht genomen (als men uitzondert, dat bij herluüing het tooneel een oogenblik leeg is, door aftreden links en optreden rechts). liet is een te«d<.'»z-stuk. Ile Duitschers dramatizeeren niet nis du Franschen, niet bet doel om maatschappelijke kwalen iu het licht te stellen, on te trachten daar tegen genees- of voorbehoedmiddelen aait te bieden. De Duitschers achten zich bij uitnemendheid denkers, en stellen zich gaarne aldus aan. Uok de tegenwoordige koinccdie, dio trouwens rveda dagteekuut van 18-17, is, in baro strek king, zoo wat Nathan-der~Wcise-nc\\tig, De slot som luidt, dat het er uiot op aankomt, wat men gelooft of denkt; maar hóe men het doet Duinhoud scbynt dus onverschillig, maar de beste in houd aal toch wel, in de schatting des Auteurs, de ontkenning der Openbaring zijn. JDe vervolging, waarvan hy ondor den staatsman-geschiedvorscher Tzscuoppet>'(kL 1835) het voorwerp geweest was, "had hem natuurlijk niet bekeerd. Aan deze was de behandeling der stof ?Uriel Aconta" in novelieaform /?flto"; SadducHtr von Anwterdam") reeds voorafgegaan- ' ? Acffsta wordt in het tooneelstnk voorgesteld als een/ die aarzelt te kiezen tuischen zijne verstandsovertüigimj en zÜne uefde. Hy brengt nog al argu menten byT om. het gezach der laatste te bepleiten; en dat ia natuurlijk in een Auteur, die verzekert, .dat het ton uiterste tegen eenatolgcl getuigt, wanneer de voor- en tegenstanders aanleiding vinden er zich het harnas voor aan te trekken, en wanneer het een gemeenschap heeft doen stichten, welke de verzaken, van het stelsel-op oenigszins geweldige manier uit zijnen schoot verwijdert Het spreekt van zelf, dat een oppervlakkig publiek, in zjj« goedhartigheid, gaarne mot de aanbevelen der liefde meegaat ? h'efde tot alle menschen ? B» niet inziet, dat de waarheid, optredend in maat schappelijke instellingen on wetton, wel eens noodzakelyk kan maken, dat onze goede, lieve natuur genoten in hunne aangeboren rechten en ver kregen goederen verkoit of beschadigd wor den. Toch heeft Gntzkow zich onthoud» de vertegenwoordigers van het positieve Joden dom, welks leer door Acostu niet moor be leden wordt, alle als hatelijke gcestdryvers voor te stellen: de meesten hebben een liberaal tintje», aelfs de Rabbijn Ben Akiba, door den Heer Lederer voortreffelijk afgebeeld. Zijn het beperkte geesten, die, getroffen door de twee zelfmoorden. waar het stuk mee eindigt (de schoone Juditk, die met zekeren jonkman moest trouwen, maar, toe* allen Acotta verlieten, zich aan zg'n borst wierp. neemt vergift, en Aeosta doorschiet zich), de op merking maken: ?dia theorie van Gutzkow, door Acosta vertegenwoordigd, schijnt de lie.31 'No. 242* *?*???« DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. f*S» toch, in MkLvan nood, tamelijk wal als r«d[widdel te ontvallen; «en nkjen ratUnkruid ai ? kogel is inderdaad «en oplossing van nik die eeaige jaren ouxe stadgenoot geweeit is die van Katholiek jood, van jood atheïst, daarna i Aottohng bü de synagoge en eindelijk zelfmoor' Üenaar werd, niet verantwoordelijk durven stel ! ka voor de nieuwerwetse!» begrippon, hem door Gntzkow totgctrhrevcn. ? Ik moet rouduit belijden, dat ik, daar «oo in den schouwburg Frantche laan zittend», en met inspanning luisterend naar die vcrschilleBd oeaehakaerde fiUwofeemen, waarvan ik wist, dat hel ?lot de kwahjk voorbereide zelfmoord der twee meest geavanceerde twijfelaars wezen zou, ? wel eens een oogenhlik met my'no verbeelding afdwaalde naar de IfiddeUaan, waar, in dit eigen nar.degeestige.historiesch-eigenaardige muziek vau Offcnbach ten gchoore gebracht werd, dien de mu sici zelfs kwalyk nemen dat htf een lettwereep . van zy'n naam met bun afgod, meester Johann Sebaatian, itemeen heeft Ik dacht me Mejufvrouw lleus, ?iet haar mooye, klankvolle stem en haar koene mi miek, Mevrouw Geytenbeek, de geoefende aktnce en zangeres, in haar groen fluweelen kostuum net het huzarenbuis, haar karwats en den zwier, waar zi| do Vorstin vanhotDuit«chestaa<Jen mei laat optreden. Ik heb het gezegd, en ik blijf w bü, dat er etu kern van onzedelijkheid «eUmüt in het min of meer belachhjk maken van do vader lijke .sabel"; dat d« toeschouwer, zich vermakend net de preetxnisien van het nietige Gerolstein, op wog is minder eerbied ook voor andere-Generaal» dan den onbetaalbaar door Doré vertoonden Bom (rxBowm) te gaan koesteren; ik beken, dat be wondering voor het buigzaam talent vnn dun Heer Kreeft (Frite) ons niet mag doen voorbijzien a] het hybridische dat in de ?Duchesso" te vinden is. Sointyds wordt mpn ongeduldig, als grappen, die niet altijd van de beste smaak zy'n, de vro lijke of gevoelige stemming komen verstoren, waar tiet talent vau den komponist en du virtuoziteit der voordragers n in gebracht 'heeft (ook dat allerckirakteristieksto beklag over Ia gaetttc de Uotlande werd door den Heer André vry vol doende voorgedragen): maar toch ? de Heerat sedcmeesters ztjn zoo toegevend voor geesten als ?Lessing en Goethe, «n vooral Shnkegpcaro (do .Krrkgenoot£chappunM betwisten hcmimrners elkan der) ? maar zou mon inderdaad meenen, dat de .12 zelfmoorden, door den onsterfelijkeu dichter van liotnco, Hamlet, onz. ten tooneele gebracht (ne de statistiek in dit bind van 6 Feb., piijj. 4), en o. a. door Gatzkow nageschetst, stichtelijkcr indruk laten dan zoo'n ai-glozo opera bonffeï Hoe t zij ? de artiesten hebben bun bent ge daan, om ons den wel wat tsayen kost van den Berlijner te doen genieten. Wut zoo'n Auteur wei»ig begrip va» dramatische belangrijkheid heeft! Beklaagd heb ik don-Heer Blazel, dat bet hem door den text niet veroorloofd werd woedend te worden op dien filozoof, dien indringer, zich mee ster makend vnn het hart zgiier verloofde. Én dan al die andere filozofen: ?Manofisc van der Straten, «in reicher Handelaherr". en -zijn zwager, de arts De Silva, en do ?Rabbi" en do ?Tempeldiener"! Aangezien bet stuk iu 1640 (lees: 1647?) te Amsterdam speelde, en in de eerste helft der XlXe Eeuw geschreven is, kwamen er natuurlijk de noodige loftnitingen in voor op do -miheidan verdraagzaamheid dïr Hollanders. T)ie Rtedo mijn heer Gutzkow (geb. 17 Maart 1M1, -j- 16 Dec. 1878), heeft natuurlijk nooit gehoord van de Thetonsehe «n andere messteken, door Arminismen ert öonunaiisten uitgewisseld, noch van eenige honderdduizenden iloten ? bezinksel vau de oade Jandsbovolking ? dio men met den naam van dis sentera aanduidt, en wwvr de latere, niet-gereformeerde staatbnrgerB .uit gegroeid zijn, moor die v»n de «ifigenrhgeu dier vryheid maai- matig gejsotcn hebben. Een aandoenlijk oogenblik. is dat, waarin de nog «rcloovige blinde moeder van Uriel afscheid vau kern neemt? en Frau Molnar heeft deze rol verdienstelyk vervuld; ook Frilnlein Sandorf beeft hanr best gedaan iets van Judith it maken. Voor Frau Güutuer was dit, in het charakter van Sanieh Spiiioza, .oin Knabe . geheel onmogelijk. Wat een denkbeeld ? in «en Be bedrijf een persoonlijkheid als Spinozaop te voeren: een vrolijk, lachend kind, dat eenige bloemen komt plukken voorden ejHffestootcn Israëliet! Met deze miskenning van een charakter en deeischén van het stuk ging geheel samen de zeor onhistorische kóstumeering der meeste personen. Ik zouder Uriel eu enkele anderen- uit: maar in ieder geval ? hoe kou men de lieden van 1640 ten tooneele laten treden met barnetten op f De brce<lgerande hoed was immers aan de orde van den dag. Die petten zonder klep bootsten de dracht van oen vroegor tijdvak na; de op de handen hangende lubben dio van een later. En zoo hebben we ons dun weer met een werk van ' een der verraaardste en vruchtbaarste Duitsclie schrijvers in voorstelling bekend mogen ma ken. Onzo xneeuing over het -wezen der duitscbe dramatiek is er niet door gewijzigd; maar d* wensch is bij ons opgekomen uen verdienstelijken kunstenaar, die de titelrol voorstelde, ook HOR eens in andere zoo krarhtie bezielde partijen, als waartoe eenige tooncelcn den Uriel Acestn knnncn doen betrekken, t« zien optreden: en dan befat in 's Hoeren van I.iu-a Grand Thtatr.e. ö Fclr. 1Ö8& ALB. TH. DAMLET. (Slot). In hot derde bedrijf vernemen wy .het eerst de T« rJÜu oi.niet te zyn, aiodanr de vraag??? De _ gedachte aan _ zelfmoord wa»rt roud in zyn brein; maar hy tnif-t den moed de hand aau zich ?elf te slaan, en vindt redelijke gronden zich do rust te onthouden, die ?éénen prierastoot" hem verschnffon zou. Zoo is Hamlet er steeds op nit zich zelf door redcnceringen om den tuin te leiden: hu zoekt niot alloen naar uitstel, maar ook naar redenen om dat uitstel te rocbtvaardipen. Ik meen dat in dezen monoloog de Beer Bouw meester te kalm, te philosophiscn waa. De aan doeningen die zyn ouervaron brein overstelpen en bëm nnar du vergetelheid des doods doen Miakfccn, heeft hy niet weér-gegcven. Bosencrantz of Gnildenstern, zoo zij Ie Wittonbergeen weinig ftnn metnpliysica hadden gedn»:i, waren in stout, ufvtr&t op dcnielfdun toon da beweeg redenen tot zelfmoord te ontleden. Afgezien van het utibrik dut du/.e ullonnspraak dus onnatunrIflk klonk, leswde de lieer Jieuwmeeiter een vuuibcttld van sobere en juiste voordracht, In hut volgend» tafereel met Ophelia, heeft m»n den tttw Mouwmeester »eer geprezen. Hjj huldigde <ivor dit. tonneel de nieuwere bsnobouwin/en, wdkc volo schrijversj en actcars voor staan -. on het ware dus onbillijk hem een Verwijt tu luukuu van de ymstandiglibid dat, gebruik ma kend van een vinding van jongen datum, de m. i. wi»iu lioteckei.i* dezer iia<Mi^e verlnrou ging. [In Imidti woorden dto hij tot Ophelia spreekt, M.bcii \»-len niet, kunn«n rijoien m< t zijn» liefde, dio liirr RU cldei-K ilui ttlüx hlükt Oai den tin' van dit toom el te r«dd«n hreft men er een vond u]t huhiclit, die, hoe vernufru» ook, niet alleen to i HMiw,'i-wt-.tsch vnn kleur, maar tevens een verkr^clri^ vnn «l t-' d.ctifcrfl iMïd-wlmg schijnt. Én de' li'-i-r H.iigi-r-'Hijk h^ef' <ii»'n vond in zijn vertaling ff' rni-Jt': liij do,.t llHtfilct. fl*u venrtfiiiten folo'|>MW iintwfiu-ii, ?t(ir juist iloorwu reut gluurde." 1) Xi. Iwiiu-ilct li-i!i!n: ilua dat nok 0|'h«lia in het '? "-''ut ;?(, i v li|i!ii,*i tM' l'll H[il'l|ilit',i Bc bond dit spel voor onnoodig. Kan moet in het oog honden wat gebeurd is. De bloediohande door aiine moeder gepleegd hètft llantleti geloof aan alle vwuweo vernietigd. Mur dat hy Ophelia ia t(jn oordeel .awaUiaM, uw naam is Trouw". BOD moeten begrflpen, wilde, kon by zich niet bekennen. Boor wanhoop over weldigd, it bij tot haar doorgedrongen en, terwijl bfl met de kracht vond één woord te spreken heeft hjj haar aangeatoardalsomharo diepste gehei men U lezen in baar tiel.Maar aakerheid heeft hj met kunnen vinden. Toen beeft hem de verplette rende slag getroffen: Opbeli» heeft *(jne brieven sfgewaun en hem ook de toegang tot haar ontiegd (Burgertilgk W. 82 en 23). Zgn achterdocht is tot wreede waarheid gebracht Dat Polonius Ophelia gelait bad soo te handelen, komt niet in aijn brein op; waatronwend, maar niet meaaok-knndig. Nu, .ia bet genoemde 4ooneeL ziet by' haar wéér. .ben gebedenboek in de hand, maagdelökvroom . . . naar den aobyn: naar dien door Hamlet 100 gehaten en gerloekten sahfin, want de eerrte woorden die *ü tot ben richt behelaen een bevestiging van hare ontrouw: aj ranoekt hem de gescboiüwn terujf te nemen die, als pan den btBraer jonge liefde, baar eren dierbaar nmsten t^a als ben. ben nanwkenrige latnng voert tot de»e m. i. eenvoudige verklaring ran den verwijtenden toon door Hamlet aaagoalagan; en mea doet verkeerd door dien toon K! te «eer te willen verzaehten. De scherpe ironie klmkt anders onnatuurlijk. Het bevat niets ongerijmd* of overdreven! dat Ham let, die, ia z^jo overprikkeïing, licht tot uitersten overslaat, harde woorden spreekt; en ik meen dat eea oadarwetsehe neiging om de .draai wnsibles" te ontzien, de bedoeling van Shakespeare miskent Intossoben bevatte de wyzo waarop de beer Bouwmeester deze m. L arerrecutsche uitlegging ?van dit tooneel weergaf, «eer veel sehoons. De strjjd, dien hij voerde tnwchon zyn toorn en teleurstelling Ophelia bare vakche rol te zien spelen en imi liefde, waardoor de toorn vaak tot medtlgden werd verzacht, kwam tot een duide lijke uitdrukking. , Zy'n stil spel vloeide over van fijne trekksn; en s\jn toon braoht do zaal tot ontroering. Het meesterschap van den kunstenaar bwek nergens treffender. De enkele malen dat hy Ophelia net jij en jon bejegende, vermochten hier zelfs geen a t breuk te doen. De raadgevingen aan de tooncelspelers, mede eenigszins te gemeenzaam van toon, werden goed gezegd; msar xij konden zonder becwaar go«cbrapt worden, daar *H bebooren tot toespelin gen op lokale omstandigheden, die bhakespcaro ?icb ra. i. ter kwader plaatse beeft veroorloofd. Dergelgke toespelingen in het tweede bedrijf heeft de hem- IJurgersdyk dan ook doen wegvallen. In het beroemde toonool van de vertooning, deed de Heer Bouwmeester Ilaralet's bedoeling te .veel doorschemeren, en waren zitne woorden tegen den Koning en Koningin te onbewimpeld. De scherts bod hier fijner eu vroolyker mogen ryn, ten einde, in de oogen van het bof, "voor verscbynielen van Hamletd toestand ie kramen doorgaan. Thans klonk het als onduldbare beleediging. In ovcroenitemming met beider :«pvatting bobben vertaler 011 speler jreei weggelaten en vermocht van flamlets grofkeiien tot Ophelia, maar ook bier den dichter te weinig ontzien. Het onderhoud met de schoothondjes llosencrantz en Cmildensttrti, speelde de lieer Üouw?meester vol goed-gevoeldo verontwaardiging en vemietigrindo satke^ en bat slot van dit tafereel muntte «v«BMer rut do«r eeoe enheil«peliende somberheid, die in de alleenspraak: 't Is nn het «ohte «pookyor van den nacht.... een huivering door de zaal joeg. Met dezelfde kracht venoheeu de Heer Bouw meester in het onderhond met zqn Koeder. .Dit tooneel vloeide over van uitmuntend gaaegde ge deelten. De uitdrukking van zyngelaat.de» schier ondraaglijke ontroering, die er trilde in ajjn machtige stem, waren dikwijls onvargetelük. Het tooneel op het kerkhof miste in denTïeginne de nfepiegeling van den toestand waarin Hamlet verkeert. Op dezen toon hadden wij ook Horatjo van bet aardsche. Na de Icbrikkeltike ontdekking van het doel der begrafenia-plcchtigheid, had de Heer Bouwmeester wederom vele schitterende oogenbÜkken. Van hot slot-tafereel muntte nit de strijd en Homlet's dood. Mijn oordeal over de voorstelling dei Heeren Bouwmeester samentrekkende, achy'nt het my toe, dat de vele schoonheden in staat waren tegen de eveneens talrijke tekortkomingen, ruimschoots optewcgen. F. v. d. G. L 55. -'t. uitiirukkingeu FR1EDEMKE BOGNAU ALS JUDITH. Het aantal tragédie ones en treurspelhelden, voor welke in dit saizoen onze bewondering reeds gevergd werd, is niet gering. Behalve de üiheemsobe Joséphine, en haar partner Louis Bouw meester, zageu we Sarah Bernhardt, Agar, Cbarlotte Frohn, Barnay, Magda Iraschik en nu Priederike Boguar bonrtelings de a hemel en het noodlot aanroepen. Is bet daardoor dat wy kri tisch gaan aien en minder onverdeeld bewonde ren dan anders misicbieu hot geval zou zijn. Ie liet daardoor dat Judith zoo goed als voor stoe ien «n banken gespeeld werd? Hoe bot «ü, deze ?ster" van het Weener Burg theater, hier heen- gedwaald, verdiende wel dat men haar meer aandacht schonk. Zy is in vele ipzichton een merkwaardige verschoning. In den beginne wel is wuar. is de indruk dien baar op treden geeft niet bebageljjk. Zy mist distinctie; w is «SJUJs iets aeer vtttgtuni zoowel in den toon harer item als in bare bewegingen; mon kon zioh dan moeielyk voorstellen dat de aandoening, die baar suol zal teweeg brengen, vau edelen aard zal zgn. De JuditE in de tweede acte (in de eerste treedt zü niet op) schijnt geheel eeue ?vrouw uit bet volk, grof vau toon, zwaaiend met de lange armen, eich heesck schreonweud in hare opgöwondouheid. Naarmate echter de actie ver der gaat, vraagt men siob af of de Olympische tdel van Fhédrè en Agrippiue, die men zou achten »t bet trourapel te bebooren, of de koniuktüke meloncholio vau Barnay hier wel gepost gouden zijn, en niet veeleer in llebbels Judith (da tum 1811) cene pétroleuso volkomen' op hare p!&ata is. Daarbij kumt dat in de latere be drijven, waar zy tiolofernea verleidt en de liefde rour hem voelt opkontan, do liefde diu mot den iaat den dratnatiücheu stryd vormt, haar optre den steeds uieer in harmonie schy'nt met de eischén ran den gooden smaak. Nog stollen óók dan hare rondingen de uiterste buigzaamheid harer leden m spieren op de proef, nog is er oen afgrond .ussuhen haar galmen on haar fluisteren, nog Msbijnt zy met krocbtigen zwaai de cene coulisse at de andere te Willen rukken, maar in do tout rou don beul, waar pas het bloed vloeido, waar )U zelf op tijgervellen rust, en zy ry'k getooid in een costuuca dat een meesterstuk VAU schillerachtigen rykdora kao haaien) hem komt be;oovertm, is dit alles meer op zy'n plaats. llen ziet dan in baar eene zigeunerachtige schoonheid on womtbeid, zy scbynt dan ook niet ' meer te luidruchtig voor de kleine wuü van de Aniktelstraat, aooals eerst Daarenboven dringt «icb, «renais bij Barnay, de overtuiging op, dot sr geen woord in hare rol is, dat ty niet in ver>an<i met het overige heeft, bestudeerd eu tracht intelligent (hoe ruw dan ook vaak) weer te geven; niet enkel befeeade tooneettoestanden door gebsr r«n te sjulüfoeeren schijnt Imrft zorg, (zooals by Chnrlutte' Frohn en iu Douwmttenter'i Hauflet een geheel te maken. In 4e aadere stukken van ?aar repertoire, zoowel als in de» Judith, mogen velen zich v»n bet voortwfliilflke van haar spe gaan overtuigen. De acteur £ulau, koning Bolofcrnes, was ? nitmmrttsd. Daw tootieeupeler, oog jong aal ongetwijfsld door studie, sa vooral door het leeren ontzien atyaer middelen, eene schoone toe komst kunnen hebben. La de vijfde acte, eigenIgk een mislukt slot en waarin de acteurs alle megelüke moeite hebben om het eindeloos talmen en redeneeren dragelijk te maken, was beider snel uitstekend. Deae vtffde aote scheen, behalve door de twee hoofdpersonen, niet gerepeteerd te «yn. althans de hovelingen kenden niets van nou rol. De ooatumeering en mise-ea- scène was ?eer goed, alleen had men voor den zetel van Holoiernes niet het tafelkleed voetea gebruiken dat reeds in sooveel bnrgerlUke tooneelstukken nit twintig eeuwen later, avond aan avond te uien is geweest. UIT DE HOTTERDASISCHE TOONEELWERELD. Er viel in de jongste weken voor nwon tooneel-referent wiimg nieuws te malden; reprises bier, reprises daar; wel trad de Anuterdaiusche afdeeling van het Ned. Tooneel hier mot De we reld waar wen tieh verveelt op, doch ik achtte het voor uw lazers al te. vervelend, hen nog eens op nuju persoonlijke zienswijze over dio opvoe ring te onthalen, na al wat er iu de Amslerdamruer reeds over geschreven was; boven dien had ik geen lust mogelijke illnsiün te ver storen. Ook by van Zuyleu was deze week Pailleron aan liet woord. Maandag-avond werd daar VEttncelle opgevoerd, ten uwent wel bekend. Ik verkeer in t betrekkelijk gelukkig geval, dat ik geen vergelijking kan maken tusscben de op voering van de Vonk ten uwent en dio van het Uotterdamsch Tooneelgezelschap van van Zuylen; ik heb bet van de Amsterdammers niet gezien. Over't geheel gaf de vertolking van dit juweeltje van Pailleron vool redjn tot tevredenheid. In de eerxtc plaats was dat te dankeu aan do uitste kende Antoinette, die Mevrouw de Gmaf-Yerstraete voorstelde; naïef, dartel, mogelyk in den aanvang wat veel camine, wekte ze door gullen kindorluch tot lachen op; gevoelvol deed ze by monigeen een traan in t oog wallen over haar opoffering. Wanneer Mevrouw Eguner van Dam «la Léonie wat minder snibbig, en steeds wat meer gevoelvol ware geweest zon bet geheel 'er zeer by gewonnen hebben. Ook Chri»p\jn, als llaoul de üéran, wu» in den aavang al te leven dig. Dat die vlekjes echter wel te verhelpen üyn, dat zoowel Mevrouw Egener als de heer Chri*pyu het karakter dat zij hadden voor te strllen goed hcsroptu, bleek uit de uitmuotenile wijze waarop zij het tooneeltjc der gefingeerde ver liefdheid speelden.. Hoe schoon de gedachte en de ontwikkeling van de Vonk is, toen zou men m. i. een ietwat an dere ontknooping mogen wenscheu, waarin de gevoelvolle, zelfopofferende Antoin*tte minder Slachtoffer werd. Als ze dan trouwen moet, waar om moet het dan juist met den notaris zijn, 40 jaar oud. en die, naar de beschrijving, de zuivere tegenstelling is van haar poëtisch karakter. JDe Vonk giug vooraf aan één onde klucht van von Moser, door drie leden van het trezelfchaji, de heeren Spoor, Hanta van Nieuwland en A. van Zuyleu voor hun benefiet gekozen. De 'Zie'x fa milie, een der eerstelingen van den Diut»chen Dramatunff, !-?-*? *"*-«' de gaaatighetd, d* prettige ontwikkeling, die thans aan von Moser's dramatischen arbeid voor ons zooveel aantrekke lijks schenkt Of de schrijver van Inkwartiering eu van Ome Vrouwen zich wel zeer op De Zieke familie verhoovaardigen zal, betwijfel ik; toch zyn er aanduidingen in van zün talent tot typeeren, tot gezonden humor, tot de'aardige ontwikkeling van gewone, huiselijke tooneeltjes. Als bewyzen daarvoor noem ik de type van den Quackdoktor als hy in Qualm teekenda; het consult tnsschen dezuu en een «trieusen dokter, maar overigens is 't kluchtspel vermoeiend kluchtig. De rol van Qualm (barbier, professor Humbag) werd door den heer Manta vau. Nieuwland zouder overdryvinff geiytwerd; do beer Spoor was als de higejeulde zieke zeer ziek, en Antpn van Zuylen was :oo onhandig in zyu verliefdheid als een verliefd koopman maar zyn kan. De hcnüicianten moch ten zich in een voile zaal verheugen on werden net kransen vereerd. Dat waren welverdiende blijken van syuipnt.bie van het publiek jegens di ie verdienstelijke leden van Willeni van Zuylen's gezelschap. Doch jukt om die verdiensten ware voor dezen avond een andere keus gewenscht Den volgendon avond kregen we bier een op voering van de Hamlet door de Amaterdamsche afdeebng van het Ncd. Tooneel. Aangenomen dat de ouvoering van klassieke ?ooneelwsrkeii inderdaad van beschavenden in vloed kunne zijn op .het hedèndangscb publiek, ? ets wat naaf ik meen nog te bewijzen is ? dan noeten die opvoeringen toch ook onberispelijk zijn. De in menig opzicht meesterlijke vertaling van Ir. Bnrgcrsdnk moge een jianwinst zyn voor ome etterkuudo, ae vertooning, zooals wij die van dat werk to zien kregen was aan allerminst eenoanvin.st voor het repertoire van 't Nederlandsch Tooneel. Shakeapeare's kracht ligt niet alleen iu 't spel der vertooners, maar vooral daarin, dat !Jk woord en?dat is elk denkbeeld ?, dat elke ünsnedc ? en dat is een schat van oorspronkcijke gedachten ? tot hun volle recht komen. Heeft dat niet plaats, dan worden vele zyner werken, maar vooral de Ha>nM, tot eenvoudige iramn's & grand sptctacle, die men alleen van >oven daverend toejuicht. Oiu do evenoMuittmda uitwerking teverl noeten allo «?fenpelerii niet slechtu voll loorgcdröngei^Ty'n in hot karakter vau naar ze moeten Sliakcspeai-e kunnon volgen in hik woord, in elke gedachte. Dat veroischt een afzonderlijke studie, euu lovcnastudio byna. Men mag <r dan ook onzon tooneolspeU-rti geen verwy't van maken, wanneer zy by' don yoelzijdigen, afviHgclenden arbeid, .die van hen gevorderd wordt, « kon schiotnn in do zwimrste taak, diebuukan vonlen opgelegd. Ter wille yau bet. mpgüiyk loffelyk Rtre>-cu v.in een directie moet men hen niet blootstüllón aan ien ecliec, ilat tu voorzien eu uiot te venuydon in. Morgim-nvorid, Iwt nieuwo volksutuk vim Kijier Faansen, Znnder Naam : 't behandelt een Rot.errlninRoh voorval. Vrydag, 17 Anwr by van Xuylen, Vietor Ilnflo, ter Iicn«fiff vnn^'hri.^uijn. U V. P. Rotterdam, 'J.Februari 1882. DU. FEUNZ T.TS7T, DIE LEGENDE l W K -H KI LIG EN EUSAIIETH. II. Nummer twoe vangt, nnn m«t. pen .jachts'-pninl, letwelk ceu ouuigerm.ttu vrcuinrimi indruk wecgbn<ngt. Gawounlyk wordt voor zulk een effect de gewone ffiuute-trrts dri-ikbtnk oaugewond, 'doch bier. beefh men du tm-ta en da quint van 't F-acouord, torwyi dan plotselmx eene chyn-wending wordt gumaakt naard-kleiiieterta. Landgraaf Lu l wig is hier op jicht en geoft n goed gesclireven phrases de woorden des flich- . ers wwr, tdtdut nien pl.itRrling Wederom bet j nleidingsmotjef van bet. enmto ued hoort, dat angzamerhand moét beschouwd worden, als het Lcttmotiv, hetwelk Elii-altcth'» verschijning aankondigt Inderdaad vernchynt «n nnk met de ' woorden: »Weu mir mein Uemabl.'r Haar echt- ' genoot ontmoet haar namelijk ro'ulden in Iwt ? draak te brengen. Op de vraag van graaf Lading eobter antwoordt aQ dat <ü ro»en (eplnkt boeit, .Waram halUt dn die Boten mir «orüok" k de wedervraag, en eene verrukkeiykschoonelrrtoohB nbrase legt Etoabeth de volgend» woorden io deo mopd: Erbarmeot Zo deinen Fttssen sieb mich liegen l Die Wabrbcit bab kb dir verbeblt, DM Böse liwi iefa in mir nefra, s Und hab u Oott ned Dir gafeblt Nicbt Roten pflückt' lob bier ia Hagt; Zu einem Kranken nng ieb bin. Bieb, Wem und Brod fier, dai icb trage, Die Bpenden einer Sêndenn ! In een duisteren vorm laat bet orkeet, met af gebroken klanken al* bogeWding, bet Elisal*ethmotief booren, totdat bet by bat einde dar boven staande pbraie in volle pracht ontwikkeld wordt, voorzien van harp-acftorupagntment Alidan toept de Landgraaf . nit : ?Herr des HünmeUl waa seh icb ? ? Rosen?* «n liet koor beainfft bet wonder op dezelfde aonoone Eliiabetbmelodie. Het derde gedeelte geeft ons te aanschouwen, bet kaap der kruisridder! en den uittocht van graaf Ludwi*. Met een kort doch kernachtig motief iMgint het orkest de Kreuzrilter-marsch. Oonpreakdgkhoid kan aaa dit motief niet wordffi toegeschreven. Van de rek» zaken, die dezelfde kern tot grondslag hebben, willen wy tlechti opnoemen den aanvang der Gloria-hymne, aooals die thans nog in de Boomaoh Rath. Kerk getongen wordt. Het is trouwens ook niet de bedoeling geweest van Liizt ioti geheel nieuws te willen leveren ; de verdere doorwerking van bet gebeele fragment is er bet bewfls van ; doch wel kennen wfl un de behan deling van bet motief veel oorsprouket^ks toe. By eene onderbreking vanbctKrenzritter-koor treedt de Landgraaf op net een recitatief, waarin hy eiscbt dat der lanigrovin trouw gezworen wordt. Het koor zingt daarop: ,Sie ist die Milde, B» int die Oüte, Wir icbwo'rea T reu mit freodigea Gemütbe l" In bet daaropvolgend duo wordt bet afscheid geschetst, hetwelk de Landgraaf van «on innig geliefde gade neemt Op hare woorden: ?Ach zuusst do mich vorlamenV antwoordt by op bet Eliaabeth-motief, doch gewyiigd eu in kiemen t erts-toonaard overgebracht, zooais de zia der woorden het ekcbt: ?Du lebrtest selb^t, Geliebte, den boben Sinn mich In eene roerende klacht geeft Eliaabetb ver volgens lurht aan hare scheiding-smart, totdat eene hemeleche mildheid baren zang beiwlt, by de woorden : .Sieb, deiner Kinder bolden Bliek, Wie ihre Bitten kie vereinen, Ale abuten bang tie ibr Gescbiek." Eene korte intrede van koor en orkest op de woorden: ?In's heiige Land, in '0 Palmexdand" doet den Landgraaf zeggen: ?Horst dn den Mabnuogjrrnf.? Lefa' wobl, ei muss geschieden Bete." Ahdan iet net Kremfahrer-koor met verajeawde knefat in, totdat een donderend öfltt wilt ei(fS) dit nummer ten einde voert, om den orkestralen Krenzfahrer-marfch voor te bereiden. Dit nummer, dat volgens eene noot Ton den componist kan worden overgeslagen, heeft met eene kleine wijziging bet thema van het Kreuzritter-koor tot groiraslag. Aan do eischén van den vorm i* hier beantwoord. Hen vindt eene ecnte Satz van vier maten, en eene periodiscbe terugkeering van vier maten, zooaJs trouwens by een marsen noodwendig bet geval moet zyn. Als tweede motief heeft Lisit eene Hongaarsche volksmelodie gebruikt en -verwerkt op-eeoe wy'ze, die ons met bewondering vervult voor 's cemponiiten meesterschap. Tot slot neemt net koor der kruisridders die melodie over en besluit hier mede het eerste gedeeiöe en het derde fragment van bet werk. In No. vier voert 4e dichter een nienwe persoon ten tooneele, de landgravin Sophie, schoonmoeder van Elisibeth. Zij verbreidt de -mare des doods van baren zoon graaf Lndwig en wil zich mees ter maken ran de heenchappy, door £:is»b*th van het slot te verdriivrn. Liszt laat dit nummer aanvangen met het Elisabeth-motief op droevige wyie iu den g-kl. terts toonaard. Kort daarna komt een nieuw thema, hetwelk spoedig als Leftmotiv der gravin Sopbie kan worden bestempeld eu waarin een verin. lept. accoord hetvalscnitardige karakter dezer persoon kenschetst. Van buitengewoon dramatisch belang is bet nu volgend' duo tuischen gravin Sophie en een Sonesonal. Het wordt onderbroken door eene solo van Elisabeth, die daarin den dood van ha ren gade beweent. Plotseling echter komt bet Sopbie motief weder to voorschijn en op wreedaardigen toon wordt Etisab«th door hare schoon* noeder aangekondigd dat zy bet slot moet ver;aten. Elisabeth smeekt daarop nog een nacht te mogen bleven, ten einde het stormweder, dat aan den hoiizon zichtbaar Wordt, te mogen af wachten; doch ly wordt meedoogealoos met jore kindereu uit bet kasteel verdreven. Het klavieruittreksel doet ooi vermoeden dat bet orkest op donkere wyze den naderenden storm schildert ; kort daarna ook wordt, in een beortiaog tnsschen Sophie en. den Seoesobal, den toe hoorder bekend gemaakt dat liet kasteel in puin valt. Dit nummer ia ontegenzeggelijk het meest dramatische van bet gansche werk. Onze her innering aan de vorige uitvoering bevestigt ons ook nog in de raenning dat hier bet orkest zeker bet grootste aandeel verkrijgt in de schildering vau net geheeL Na bet uitloeien van den storm komt bet Elisabelh-motief weder te voorschijn, als om te bewözen dat oprechte deugdzaamheid altg'd be scherming vindt tegen' de slagen van net noodlot ; terwijl dan verder eenige slotpbraaes bet vierde fragment besluiten. No. vyf biedt ons een gebed van Elisabeth, waarin sy ba.ren üod dankt voor de vreugde en de smart, die 'tij met haar gade beeft gedeeld, en waarin iy iDiebkt haar spoedig met bet geliefde wezen te herecnigun, terwy l zy bare kinderea in Zijne hoede aanbevuolt. liet ii Koker onnoodig te verklaren dat de componist hierby op yoortrvffieiyke- wijce heeft patly getrokken van eyn Leitmotiv. Een koor van armen vraagt biddend: .Elisabeth l Dn Heilige l wVr reicbt uns trosuieh milde Oabe, Wenn dich der Herr zu sich ontbot" Op tnystischo wijxo speelt het orkest voort. toUittt Ifuaubetb eindelyE oegt: Dn hart geführet mich au Eode, O Ilerr, J>en tncine 8e«le nrekt, In deioe Vaterhinde befela icb raoinen Gcist. ? Het orkott gaat verder en beft het thans bgna onkunhonr geworden lilisabeth- motief weder aaa, totdat een Engelenkoor h»re ztel medavoert naar gvwesten, wsnr al bet aardsobe leed wijkt voor BémeUobe vreugde, Hut zesde «n laatste gedeelte begint met een voorspel <van 't orkest, waarin eveneens bet hoofd thema. doch na fragmentarisch, bt-weckt ia ; een enkele maal ontwaart meti het in »ii> oamvron*?*?" J " "' " '? »og vergast op eea auuiiaal motief vit het vierde^ «deelta, totdei een vreedsaaro Andaate bet in-* Urlndium besloit. Vervolgens komt keüer Frisdrich ten tooneele om de ter aarde bestelling van iet oatsielde lichaam van Elisabeth aan te kon digen. Een koor van het volk en een manneBkoor van soldaten koaaei tranen plengen en kran sen leggen op ttfr graf. Als een waarlijk imposant slot wordt het werk bekroond door eenige Klrehraohore vau Qongaarscha ea Duitsche bisschoppen, die eindeiiil: ïciamentlük voor t laatst de Eüaateth-melodie Lu*u weerkliaken op de woorden: ,T« pro nobie mater pi* Roga reg«m omuius».^ Wjj hebben hiermede getracht zoo beknopt mo gelijk den Moowel mtnikaUn als poetischeu inhond vaa het gewrocht te schetsaa. Indien wjj gebi-uik hadden kunnen maken van notenvoorbeelden, dan waren gewis vele "ken duidelijker geworden; doch niettegenstaande dit vertrouwen wy dat de toehoorder bieraan e»oe korte handlsiding zal hebben tot het genieten vaa het wcik. Kog achten w3 bet niet ondianetig onsen Ifsers mede te deelea dat de n£lieabeth1'iahetiaarl868 op den Wartburg is nii^evoerd, dus oo de plaat», waar de legendarische geschiedenis hesft gespeeld, terwijl In het vorige jaar te Weuasr het gansene werk in Sosne is gezet en ah) opera een traites* gewoon entbousiastme teweeg heeft «ebracht. De solo's waren alstoen in banden van Me v. Ficbtner?Spobr en de Qeewn Scheidemantel en Vo« Milde. Hoewel het waarschijnlijk notr zeer hing zal daren eer coo iets by' ons te lande «d plaats heb ben, kunnen wy toch niet nalaten den wensch nit te drukken dat de solopartijen worden opgedra gen aan arlitten, die volkomen berekend znn voor hunne taak. De eitchen toch die aan declamatie en voordracht worden gesteld sQn zoo enorm boog, dat slechts eerste kunstenaars die partijen van de noodige dramatische kracht en bezieling kun nen voorzien. l)e geoefende meesterhand van den directeur Heinze zal voorzeker wel zorgen dat koor en or kest uitmuntend «y"n voorbereid. De tweede opvoering van Verdi's sclrittereaie opera Jémialèm in den sehottwfanrc op h«t Le:dscheplem, verwierf evenveel toejuichingen als de e«nte. Urne van den Berghe en de hip» VjtanK gaven vooral de heldeznaid en krao'jt hun ner fraaie stemmen, de heer Pons, hoewel, hier en daar de cmrerhetd iets te wnsehem overliet, gaf ditmaal aaa zijne party' eens beleekenis, eeae persoonlijkheid die het hem niet altyd gelukt er in te leggen. Zgn gehiid vu krachtig, z$n actie flink en waardig. .liet koor was even goed als de vorigemaal, het vrouwenkoor bster, de klei nere par^H*%efaalve dia der confidente (Mllo Ricca) werden naar behooren gezongen. Het or kest scheen niet geheel zeker vau afin zaak te zjjo, of de directeur wat verstrooid, airhans hier en daar werden omnerkebjke weifelingen en on nauwkeurigheden bespemrd. Dit neemt niet weg dat de Jiruialetn, eene opera van hst oude re pertoire, ook deze tweede maal veel genoegen heeft gegeven. ? ^ Prijsvraag. De Afrademie voor beeldende kunsten te Muncheh heeft als onderwerp voor de < prijsstnkken voor 1883 gekozen het standbeeld eencr boetende Magdelena en bet plafond voor een danszaal. ? Tooneel in Italië. Het liei «r voor de tooneelspelers niet overal zoo gunstig uit als in Nederland, Terwijl men in Woenen over de slechte recettes klaagt en in Rusland de subsidiën ophouden, zijn er dezen winter in Italië niet minder dan acht en veertig schouwburgen geslc ten gewc r Jen wegens staking der betalingen; in Hoine zyn alle schouw burgen, behalve het Apollotheater gesloten, «n te Bologna moest de gemeenteraad een der schouw burgen een .subsidie van 40000 ure toestaan. Opgravingen. Yan tijd tat tijd vindt men in de onde wereld nog hier en dsvr een munt of een halre zuil, ? in Amerika doet men de dingen .op grOoter schaal. Behalve de reusachtige ontdekkingen van Déairé Charnsy in Midden-Ameriko, komt thans in de Xew-Xorkscbe Tribune een verslag voor van den heer J. Stevenson, die «yoe n»sporingen uitstrekt onder ds ^pueblo-Indjunm" van Nieuw-Mexico en Arizoza; hy i eist voor r. kening Van het Smithsonian Institnte. Ug ondersw.ht eea aantal steden, in de rots nitgebovwen; eeno van deze was naar ujjne berekening bewoond gewewt door 100.000 menschen. Zestig mijlen ver langs de voorzijde van een kronkelende rotsmasaa waren woningeu uitgehgnwen. De heer Stevenson brengt een voorraad mede van vele duizenden stuks aardewerk, enz. JBaudrv's fresco1». Se heer Deck, de bekende aardewerkschilder te FarUs, heeft proeven laten doen met het doel om Bomdry's muurschilderingen i op aardewerk te daon overbrengen en te laten ' bakken, voor het Beval dat het niet mogelijk > bleek te zijn de Opera met electriscb licht te ' verlichten. De schilderijen hebben reeds voel van i het gas geleden. De artist Lenaix maakte van ' een der paneelen een getrouwe copie, en nadat zij in het vuur geweest was en geglazuurd, werd de oppervlakte met een zuur behünaald oo» den glaaa te verminderen. Naar men zejjt it bet succes vol komen, daar de ropte donzelfden toon en deselfde glanslooze oppervlakte heeft als het oorspronkeqjk werk. De koning van Italië heeft een decreet uitge vaardigd, waarbij, na afschaffing van de vroegere Vereentging voor Archaeölogio en Fraaie Kunsten, aan het Ministerie van Openlteai; Onderwijs cene permanente Commissie voor Fraaie Kunsten Wordt toegevoegd, bestaande uit twaalf leden, vier schil ders, vier beeldhouwers en vier architecten. , De minister van openbaar onderwas is or president van en kan zich door een afgevaardigde laten vervangen. De post van secretaris wordt door een ambtenaar van het Ministerie vervuld. De kunstenaars, die de commissie vormen, -wor den benoemd door den Koning, zes van hen op voorstel des Ministers en zes uit cene lijst, ua vrjje stemming opgemaakt door de kunst-academien en kunsl-instituten des rijks. Gezegde commissie kan door den Minister ge raadpleegd worden over alle zaken de schoone kunsten betreffende en zal telkens, wanneer hij het tioodig oordeelt, byeertferoepcn worden. De leden dic buiten Rome wonen, ontvangen scha deloosstelling voor reis- en verblijfkosten. Élke twee jaar treden zes leden, daartoe door het lol aangewezen af, ch worden door anderen vervangen. De loting geschiedt afzonderlijk voor elk der beide categoriën, waaruit de commissie bestaat, zoodat de verhouding aityd geüjk blijft. LKTTCRKl/NBE. Wy Trstigen de aandMbt op een obUngs win de Leidscbe Uoogescbool verdedigd aoadeniseh pioefrohrift over de praematiiatle. De -beer uir. O. H. Laogemeüer van Amsterdam ir de ?enryver van dat tfoe'l doordaobto en belder ontwikkelde atuk. By kreeg aanleiding tot b<t behandeloo van dit onderwerp, door het bekentle Wiltom M»r,«nn« A* T«n«h l i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl