Historisch Archief 1877-1940
?fttitt»
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 242
Ie», doch de verhouding (ustchan het kabinet en
don Khtidive lnat wer veel te wenschen over. Da
lieer Glailstone heeft inmiddels in het parlement
gestgti, dat vóór lingeUud in vereemginR met
Frankrijk, handelend in Egypte ion optreden, de
uverceriktemiaiug met de andere groote mogend
heden in deie taak verkrotten tou moeten «ijn.
Van eene expeditie is men dus nog eea heel eind
ver*Q:Urd. Vooreerst zulleu gvooto woorden de
nationale poity in toom moeten houden.
Allerlei.
De Heer Siz, de gelukkige minister, MR «ün
naiui reeds tot voorwerp van oen
nichtorenw«J*tjy<i vóór z|jn daden ilAartou koinlcn i» aan
merking komen. Ougetwyfeld hooft hy "dit op
aiin opvoljjfli-, diu Heer Pyuaeker Hordük, voor.
Welk toalvernuft aal op Hordük rymen? Indien
de nieuwe exoelleutie wil dat de poëten zich met
hem «uilen bemoeien, het nol alleen kunnen zyii,
om een nautu te beaugti), dien bij nu nog met
be*it
Zonder tegenstand werd do jleer J. Clcrcz te
Boxmeer tot lid voor de Kamer gckoveu.
Ds d»gblnd«n
Het HaHJtitblatt: Oren»Terlegglng T»» AmilerdMU
(logez. door Mr. LCTJ). ? 8»monïwoordo^ (to r»lcr.ib»nK).
? ettaUrandlge ««erberichten (G l Jurtikol T»D l'fot. Buü«).
Kitaift RoUtrtlamicht Courant: De Pölitio-wot.
Hit radtrltMtl: H«rrotmlug vu liet kivttocbt.
Hit yituiri fan dtu Dag: De oorsprong v»n ons«n
hitndel op OoBt-IotlK-.
Arnlirmtchi Courant: D« n»tionilo tjjd. ? De
Utrtthtii?l t Courant : OMO miUtalro t\1d*«l»rlft»n .
JmrtirdamstlH Courant: Een proAiaiorttal ailrica (v»u
f rot Bat!» Iu do Oldi). ? 81 TU picotn, pira bollam.
Dagblad va» Zuii-HoJïcmi «n
'tGractliHayi-.OchtenilretxJ. ? InTocrr«cht«n.
Standaard: It Oüï« 8ts»ts-p»trt) conftMionoel ? ?
Opmerkelijke biecht (Old»rtikel nu Pvof, Ëny»).
J>« Tyd: Nnr unloiding eeaet Haagidie clrktLUire
ambaebU'pkleis). ? Yerontrntlamlo oyfori (diüigendo
(doktoren-nood).
Aan dt Redactie van het Weekblad
tde Amsterdammer"
Toen ik in de Raadsvergadering van 1
Febr. 11. voor de voordracht van'B. en W.,
betreffende de kerkelijke hoogleeraren sprak,
vleide ik mij niet, iemand van gevoelen (e
doen veranderen, 't allerminst u, die zich
reeds zoo krachtig tegen die voordracht had
uitgelaten. Ik sprak alleen, omdat ik er prijs
op stelde, de gronden te doen kennen, waarop
de door mij, in deze moeielljke zaak uit te
brengen stem, steunde.
OOK daarin zelfs schijn ik niet gelukkig
geweest teef ^n, w>nt mijne redeneering ten
aanzien van een der hoofdpunten- is door u
niot goed geval, althans in nummer 341 van
«w blad niet juist weergegeven. Veroorloof
mij daarom, ten behoeve van hen die in de
kwestie belangstellen, een enkel woord van
opheldering.
Ik heb gezegd, dat men niet ontrouw wordt
aan een beginsel door een tegenovergesteld
beginsel, dat hecrschende is, consequent door
te voeren, indien men aan die heerschappij
niet» veranderen kan. Juist die laatste door
mij gecursyveerde woorden, waarop het vooral
aankomt, zijn door u weggelaten. Ter toe
lichting van mijne bedoeling heb ik als voor
beeld genoemd, dat hij, die voorstander is
van de crematie van lijken, en dat beginsel
dus verdedigt waar hij kan, het nist schendt
door, zoolang de wet de crematie .verbiedt
en het begraven gebiedt, mede te werken tot
de verbetering van beslaande of de oprich
ting van nieuwe begraafplaatsen.
In een dergelijk geval, zoo zeiile ik,
verkeeren hier de voorstanders van het beginsel
van scheiding van Kerk en Slaat. In plaats van
scheiding bestaat er, ten aanzien van het
universitair theologisch onderwijs, een zeer
nauwe band tusschen den Staat en de Ned.
Herv. Kerk. Dat onderwijs heelt feitelijk een
proteslantsch karakter; het wordt alleen door
protestanten. gcgeveu en alleen door protes
tanten gevolgd.
Daaraan valt niet te veranderen omdat, in
dien dat onderwijs een neutraal karakter zou
vjikrljgen, indien het door hoogleeraren
zondar onderscheid van godsdienst werd gege
ven het noch voor aanstaande Katholieke of
Israëlitische geestelijken, noch voor aanstaande
Proiestantsche leeraars, en dus voor niets,
zou kunnen dienen.
Ook de voorstanders van het beginsel van
scheiding van Kerk en Staat moeten dd ge
volgen lijden van dien toestand, dien zij niet
kannen veranderen.
Met do opneming van dezen briel in uw
eerstvolgend nummer, zult u verplichten,
UEd. dw. dienaar,
Amsterdam, J. G. de Koning.
8 Februari 1882.
Wij plaatsen gacrne deze regelen van den
machten inzender. Bij citaten uit het
geHeugen kan men moeilijk volledig zijn, en
de onderstreepte woorden zullen zeker door
Mr. de Koning zijn uitgesproken. De hoofd
taak der kwestie blijlt daarom niet minder
bestaan. > Indien mtn aan die[htenehappij
niett veranderen kan." Wij blijven vragen:
waarom deed Amsterdam geen enkele poging
om te weten te komen, dat aan die
heerichappij niets te veranderen was? Eerst
- als men omtrent du pont zekerheid bezat,
was het geoorloofd de kwestie du te stellen.
Dan souden de voorstander» van het
bevan scheiding van Kerk en Staat de
n van den toestand moeten lyden.
Toor die voorstanders bleef celfs dan
nog de keus tusBchen opoffering van het
beginsel, of het handhaven van den toestand.
De luerMhappij van het tegonovergenteld be
ginsel is niet absoluut. ?
liet woord »heerschappij," verleidt o. i.
den heer de Koning tot een rodeneering, die
hy zelf waarschynlyk niet zou goedkeuren,
als hij in' plaats van «heersenen": voorko
men, aanwezig zyn, bestaan, gevolgd wor
den of iets dergelijks had gebezigd.
Tot begraven verplicht de wet, crematie
is niet toegestaan. Het bezoldigen van ker
kelijke hoogleeraren door de gemeente is
door geen énkele wet voorgeschreven, hierin
iheonclil" vrijheid, al lokt liet voorbeeld
van den Stout sommigen tot navolging, zonder
te letten op het verschil, dat in dit opzicht
lusscheu Sta^t en Gem&mto valt
aanlewijzuu. llci). ?
PLUKSEL.
De Spectator heeft naar a:uilcii1tn£ van en
kele woorden uver de Kceiisvurlengit.'K
ll»*schen Ainsierdiiin en Niöuwcr-Amsiel door
ons geschreven wat «pluksel" ^«iiiaakt. om
het op de wonden van pastoor Brouwen
Ie lejïgcn. Daarvoor kon het dienst doen.
en \vij zullou de laatsten zijn 011 vun tlie
dauil van zuivere nien3ehliev«n(|liciJ kwaad
Io spreken.
De Heer Levy heeft ree Is in een inge
zonden stuk in tiet Handelsblad aangetoond,
hoezeer de medelijdende plukker geheel en
al uit het oog verloor, dnt een grensverleg
ging vnn gemeenten een grondwettige tlaad ij,
wanneer het algemeen belang haar vordert. En
om hier van liismarck en annexatie te kunnen
spreken moot men geheel vergeten, wat men ie
'sllage niet schijnt te weten, dat de
NieuwerAmslellaai-3, die bij Amsterdam zullen ge
voegd worden, door Pastoor Brouwers zeil
als Amsterdammers worden beschouwd.
Ken andere vraa^ is het of de Spectator er
wol aan doet zich te bemoehn met zaken,
waarvan hij niet op de hoogte is. Ben ver
gelijking lussclien Duitschland en Nederland
met Amsterdam en Niéuwer-Aimtei, zuu hem
zeker niet iu den zin komen, als hij té
.NieuweMrastel in de iimfterdumsulie P. C.
üooltstraat woonde.
UIT DE MAASSTAD.
Rotterdam, O Februari.
Tot mijn leedwezen moet ik mijne wekelyksche
kroniek met de mededeeling beginnen, dat ik mi),
althans voor zoover m(j bekend is, in mijne ver
leden we«k uitgesproken verwachting teleurgesteld
zie, dat do politie nog de band KOU weten te
leggen op de belhamels iu bet opstootje, hetwelk
Zondag £) Januari 11. door eenige fanatieke drijvers
alhier was on het touw gezet. Er beeft toch,
gelijk bekend is, feitelijk verzet plaats gehad
tegen de openbare macnt, er is net steeneu ge
worpen, waardoor ééu persoon gewond werd, en
eoowel de naam van een der belhamels, als bet
feit dat erex-pauselyksaouaveü, uit eene naburige
gemeente celfs, onder de aanvallen waren, b hier
van EÓÓ ttlgemeeae bekendheid, dat 't nauwelijks
is oun te nemen dat eeue gerechtelijke instructie
niet tot de ontdekking van een of meer
sobnldtgeu ion leiden, ta- meer daar uit eeue vooraf.
gaande mondelinge waarschuwing aan den burge
meester is af te. leideu, dat de zaak zorgvuldig'
waa voorbereid en men bier dus met een komplot
in optima forma te doen had. En ter wille van
den eerbied voor bet openbaar gezag, on ?
waarlijk niet minder?ter wille van de handhaving
onzer grondwettige vrijheden, blijf ^ <^an OOK.
nog hopen, dat de zaak geïnstrueerd worde ou
althans een of meer schuldigen, ten voorbeeld
voor alle andere fanatieke geweldenaars, gustrung
zullen worden gestraft
Hoe zeer dit uoodig is, bly'kt uit de
averecht.sche redeneeringen vau clericale en conservatieve
blaadjes, waarvan ik er de vorige week eun paar
heb aangehaald en wel'ter aantal het couranten
lezond publiek in Nederland, naar aanleiding van
hut bewuste schandaal alhier, zelf met nog vele
zou kunnen vermeerderen. Een tronrigen iadruk
maakt het daaronder óók de Arnhemscnc Courant
aan te troffen, die van harou overigens zoo ver
dienstelijken correspondent uit do liofstnd be
schouwingen over bet Rotterdamsche schandaal
plaatste, die inderdaad kant noch wal raken.
l)ezeu anders zoo scherpzinniger! schrijver achyut
't volkomen oubokend te zijn, dat onze grondwet
voor alle ingezetenen vrijheid vnn woont en fjn
walen waarborgt, want an'lers zou het wiarlu'k
uiot mogelijk kunnen siju dut hy de f.uiutiokti
tuiuultameu nog iu be-clioi mini? m-umt, iu>Ut benul
omdat euu vertrouwbiiai' viiuuii allucr boin ver
zekerd zou hcbbuu dat er np liet karakter vau
don prediker Meng hoel wut uun te mm-kun is.
En in düüo% méoning aegt hu nog voi sterkt to
worden dour bet tuit, dat do lukeudo urthodoxd
sti-niit.predücer £>ser iu don Uang htutida
ougumoeiit gel ut en wordt, omdat vriund en
ii-^'ünatander aan diuns karakter gelijkelijk huid» brenguu.
Welk eene redunccriiig! Alsoi uit dit feit, iuditm
bet al iets bewijst, ieU anders zou kuuuen
bluken dan dat orthodoxen en clericalen aan de
vrijdenkers in don Haag en elders ecu lesje iu
verdraagzaamheid zoudon kunnen nomen. Maar
zelfs al "kul de Rotterdamsche vriend hem juist
ingelicht omtrent het karakter vau den heer
Meng, ? betge/n ik echter op grond van zeker
niet minder vertrouwbare inlichtingen moet blij
ven ontkennen, ? wat heeft dit dan nog te ma
ken met de eenige quaestie,' welke liet in dese
zaak trnldt. dat een hoop opgeruide wpeétaard*
namelijk, de aan alle burgers gewaarborgde
grondwettigo viijheden sou kunnen vertrappen en ver
nietigen? Waar inoet het henen, indien in het
vrije Nederland de uitoefening van het recht van
het vrije woord feitelijk afhankelijk zon worden
van het welmeenen van het grauw? Bedroevend
en beschamend is t dat voorvallen, gelijk dat
van den 29en Januari, waarlijk nog vergoilijlcing
en verdediging vinden.
Het zou dan ook beleedigend zijn voor onzen
burgemeester, indien men hem zou willen prijzen
omdat hy Zondag H. afdeénde maatregelen ge
nomen beeft om eene herhaling van het schan
daal te voorkomen en, zoo noodig, onmiddeUJk
met kracht te beletten. Het publiek, wel U waar,
workte door zijne dwaie nieuwsgierigheid, als ge
woonlijk, het openbaar geaag tegen; duizenden
en duizenden stonden langs den weg geschaard
alleen om te sien of er iets KOU gebeuren, zonder
te bedenken dat, als «r inderdaad iets gebeurde, de
politie' door die nieuwsgierigheid met slechte ia
de vervulling barer taak belemmerd ion worden,
maar ook ïet kleine troepje tuinnltanten alleen
aan de aanwezigheid dier duizenden toeschouwers
de kracht zou ontleenea, om don tegen de
openbare macht té verletten. En als liet dan tot
eene botsing komt, pleegt men der politie nog
te verwijten dat ?$ oniehnldigen verwondt
eniurekent l
Au bet stot van mgn vorigen brief, hetwelk
center tot mijn spijt ten offer fi gevallen aaneen
onvecWddelflk gebrek MB ruimte in het nummer
?er vorige week, had ik naai aanleiding van de
meeting, welke hier iu <1« kinderkerk van den
PiottftanténbOHd over de ?Sühool metdeaBubel'
was gehouden, in verband met het geval-MenK,
onder toderea ook In 't licht gosteld, uoe telkens
en talkens de cecbtziunuMU op plouipe wyie
buiine onverdraagzaamheid luubten. Waran hunne
geestverwanten aan bet woord, dan juichten «ij
xelfs de onbedaidendste opmerkingen op luid
ruchtige wjjse toe, terwijl i|j de verdedigen eener
van de hunne afwekende nieeninff met rnsaoer,
Huilen en sissen boautwoordden. Ik aou hierop
niet «ija teruggekomen, iodieu ik niet met
bljjdschap wilde ounstateei'en, dat ook het
antire»olutionaire weekblaadje alhier, de Sprokkelanr, die
houding afluer geestverwanten ten sterkste af keurt,
maar er ook nog «ene opmerking aan wilde toe*
vo«gen, welke ik in de aaudiioht der redactie van
ilat blajidj» uaiilievcL'l. Üpdelwurnste m'uetiug
heeft liec my ouder meer getroffen, boe dikwijls
de nitdmkking word gebezigd: ?de Staat be
schermt gelijklijk de waarhvid eu de leugen",
zouder dat er iemand tegen deza onzraoigo phrase
in verzet kwam. Zou niet aau deze vertolking
van do grondwettige vrijheid van woord «n
geil«ulite de onverdi'aagzanmheid der kerkelijke te
wijten vyn, eu zouiUu uiet ni. a. w. hunne leiders
un huuriD pril daaraan sobuld zijn, omdat zij
hunnen volgelingen en lezers dag ann dag
voorijiwlikou dut bun geloof, liuunemeeuiugDJS waar*
-tiuid, du absolute waitrheid is?
/oo muuierig vaak de meeting over de
?SohiX)l niut dfii liybel" wi>s, zoo deftig «n plechtig
was onafgebroken do oiwnliare veroudering, \relko
dooi- tlu Vriiïinmge Kiesi-erec-niginy Viödug II.,
U r bespreking van hot koloniale vraagstuk, wus
bok1*^. Ah meeting, rle l«zen lulluu hut
zich .herinneren, kousteidt» ik ge«u Krooto
verwachti\; van dcxe bijeenkom t, en ik heb sretm
roden uii;r.elven te los^onstrafi'en. Bulangstelliiig
bü het pnMiek wekte deze vergadering niet, «n
in stede vau none meeting. wivariudaApi'ek»rs
iliior vurigo fcdovoerii'gen de touhoordcts
bozielen HU tot tJij wnrai en opgewekt dub.-it
u!'lokken, was zij dan aak nieta mettr dau
emiö deftig» Itijeuiikcaitt va»i cou ÖOtal gezeten
uu raeerui.duL'la rft-dn ;'nji« myazeteueu, wuiiria
veel belingi g!;s gesprukèt: werd un Beer loen-yke
raodcde«lii,jjBii gcdutui zij.x maar wnordoor de
oplossing dor koloumle qu\eütia \vaarschiialijk
aeoü fldirude vorder ia gekou>un. Do hulde en
dank, don hem- vau Soe*t vsia 'i .Hoge door den
voorzitter voor x\jnti bt)l,iu^i\jkö inleiding van het
debat gebracht, warou sieker volkomen T«rdiend,
eu 't u uiut te veel getugd, geloot' it, dat met
uwen oorreiponiliMit img fple aanwe/f^on voel
vau hom hatibou jfulcurd. Muur touli in «éa op
zicht heeft hg mu otilevn-ili^d gelaten, CK wel
omdir hi) ('° prnctuohu bezwaren, waarvnr) do
heer Vau Goiiuep Und gesproken, iu zijn
aii^. woord verzuimd heeft op te losten. Dat de gou ver?
tieuients kol'fiocuUutir liultimiaerend werkt op de '
oecoupiTiiauha üntw;kkoliinu onzer Oost-Indischu
koloniën en dat, uitvocrruchten verwerpalük »ijn,
op duidelijke en overtuigend*) wgza werd dit door
den. heer v.iu Sooat auusetooud. Maar vooral
bij deu tcgeuvroordigon etaud der Indische geld
middelen; nu de opbrengst vnn de koffie de hoofd
bron is der inkomsten ten behoeve vaa Indié' en
geen enkele bate kon worden gemist, waar het
aequivnleiit te vinden voor het gemis der inkom
sten uit terecht vvrweipelijk te achten bronnen?
Ware de vergadering iu den wareu zin des woords
eene meeting geweeat, het antwoord zou zich
niet hebben laten wachten: vieent les principes,
périssent les Coloniesl Maar hoe het antwoord
in eeno zoo deftige vergadering van bezadigde
mannen zon moeten luiden, gaarne had ik dit van
den heer van Soest gehoord. ?
UIT DE HOFSTAD.
- ... . No. 85.
Onverwachte redding; Eén gracieus?
AftftV bod; Volacha munters en ontmaskering.
Sedert mijn vorigen brief is er in
de'taai-taaigeschiedcniB van het Gemeente-Badhuis te
Sche. veuin^uu oene groote verandering ten goede ge
komen, die veel, zoo uiet alles belooft voor do
herleving of instandhouding van don roem dor
badplants. Na de mislukte poging om door middel
van 'Openbare inschrijving een kooper te vinder),
'tgoon ik verleden wcuk breedvoerig besprak, is
de heer F. N. Stoel Jr. met het aanbod voorden
dag gekomen, om op den voet van een half
millioeri in onderhandeling totreden met
Burgcmouster en Wethouders, waartoe zij in de Zitting van
deu 7n dezer door don Uand gemachtigd warden
met 28 tegen 3 stemmen.
Ongetwijfeld zal 't niemand verwonderd hebben,
dat er zich tegen de eenigo kans tot goede en
spoedige oplossing van dezen bn'na hopeloozen
toestand, toch vott 8 stemmen vcrklaardeu, door
drongen als wij gijn van de uit de ondervinding
opgediine wetenschap, dat er iu onzen Raad he
lium mannen zitting hebben, die niet schijnen uit
te gaan vau de gedachte: ?Hoe kunnen teij
heljicr?' maar wel: ?llóe kunnen wy tegenwerken",
t-n te meer moest ons van het Raadslid ds Heer
'Iluygens verwonderd bebben, dio inderdaad veel
goi-dn deed voor ? Schovemucreu en zich tijdens de
VKruchrikkoliike pokken-epidemie zoo dapper in
het l>wjblad vau 2») Juli ISöO aanstelde, dut hij
liet juiat wns die het voorstel ter tafel bracht om
,(i«' gmteenta-ejcploitatie althans voor dit jaar nog
ie hiindhaiien". Als lid van de Dadhuis-commissiu
is 't hem immers te goed bekend, hoe het niet
du tegenwoordige exploitatie toegaat, dio zooals
de genchte spreker het to rocbt nooinde _ ?none
uemeente-exploitatie" is. Weinig gereisd ala ik heb,
wil ik geen aanspraak maken op bet juist begrip
vau al de eischen, die aan een exploitatie van het
Uudhuüi, in vergelyking met buitenlandscho
borstelliugs- en uitspanningsoorden kunnen gesteld
worden, maar niemand zal 't mg kunnen tegen
spreken, d-\t de exploitatie van het Badhuis niet
U zooals xtf behoort te zQn, en daarom wellicht
zeer eigenaardig door den heer Iluygcna ?de
ijemcentc^xptoitatie" genoemd werd. /U toch;? of
liever de belastingschuldigen ? legt of leggen er
duizenden op toe, en wordt dus de Gemeente zelf
geëxploiteerd.
Dat moet een ebde nemen, en 200 spoedig.
mogelijk ook. Zeker zal de opoffering voor
deBnJhuiseommiasie uit den Gemeenteraad van die
enkele dinétjes en glaasjes wijn, met wat er by
komt, niet zoo groot z^n, om het te ra ogen .be-^
treuren, dat het Badhuis in particuliere lianden'
overgaat Daartoe zijn die leden als ta onafhan
kelijk en te onbaatzuchtig, bekend.
Ëeno formoele dwaasheid was het van den heer
Ilnygena .om te durven zeggen, ,dat de adres'
««^"(lieniebber Badhuiükooper) F. N. Stoeljr.,
?geen waarborgen aanbiedt, dat hij die
verbetertnyen in de exploitatie tal aanbrengen, die den
Raad bewogen om van systeem ie veranderen",
want de heer Stoel wordt door vermogende man»
nen gerügsteund, die wel dogelnk het plan heb
ben om grootïchó dingen tot stand te brengen,
en zeker niet, met de voorgenomen granouose
verbouwing van 't Badhuis m den geest van
Ostende, een nüllioen guldens zullen wegwerpen,
om na dat alles gedaan té hebben, gebrekkig te
bleven in de exploitatie, en dubbel dwaas ? de
. heer Huygens zal 't zelf moeten erkennen, ?
was zijn onbedachte uitval, omdat de gemeente
?elf tot nog toe niets anders heeft bewezen van
plan te zyn, dan datgene (en nu gebruik ik
dezelfde woorden) wat in den heer Stoel wordt
gevreesd: geen waarborgen aanbiedt dat /i# ver
beteringen in tïe exploitatie tal aanbrengen.
Gelukkig was de Gemeenteraad wijzer en mach
tigde bij Burg. en Weth. om met den Heer Stoel
c. s. te onderhandelen; hierdoor verbond men zich
immer* tot nioti, en omdat de Heer Stoel nu niet
tot do hizondere vrienden van den kr. Huvgons
behoort, daarom bufcoetde bü waailyk *un ver
kregen naam van Profctstr in de h-oteetittcer
ook in deze zaak ni«t verder te handhaven. Voor
den Uii-octour vau hit Badhuis is 't toch eeu wan
hopige zaak geworden, diu door hut voorstel
Avntzenius vurloren, nog een oogonblik opfleurde,
toon de Heer Uurgors uiot zün lislf millioen, als
eeu bom iu 't midden viel, die ? de uitkomst
beeft 't doen vermoeden ? nooit een sorieu* koo
per waa, maar eukel verwarring eu tweedracht
beeft veroorzaakt en dd kaus op 't voortduren
der fgemeentc~t?:ploitatic" in de dubbele
beteekenis vun het woord, levendig hield.
Als 't immers den heor Burgere ernst was ge
weest, dan had hjj nu even goed met B. en 'W.
in onderhandeling kunnen treden, als dat het
thans door den heer Stool u. s. eu gelukkig nog,
zooala het Utredttsch Dayblad van bedou
medod.eelt, ook door een frausch baukiershuis wordt
boproofd.
Ufttchopn 't mU niet vergund ia namen te noe
men, toch mag ik er \rel met voldoening op wij
zen, dat mou zich over hut voomtal Stoel C. S.
mag verblijden, omoat met hem, door oenigo soliede
amaterdarujchd he«r«n, in bet eigendom vnn hut
Badhuis, mits Üiuk uitgebreid eu aajij-eiiakt, «ene
lovousvutbaarhcii wordt gezien, die rente van ka
pitaal gelijken tred doet uouduu met do
veruieerclóring van deu roem on aantrekkelijkheid der
Badplaats, en zeker miitf do Itaad, met bot
ai\nknoopeu van onderhaiidelingeu uiut oeu
buiteulandacJi consortium vun ouderncr:ers, «r wel voor
bedacht zgn, dat bet voor Üttende miristeus een
milüoon zou waard zijn, ah) Schuvoningun nog
alechtd vijfjaar zoo hard achteruit bleef gaau, nis
hut uu doet. Als buitenlanders, mUachien
ouuduelhoudara in de badplaats Udlaulc, diu vei-sUuidig
deden, dau moasten. zij 't Badhuix vnn
Sühovouiui;en koopen.... alles gebrekkig exploiteeren,
«u wut zy dua bier verloren, zuu door 't »oiidor
genade dooden vau IMonde'd gt-ooUteu concur
rent, daür dubbel gewonnen worden.
Ti-geu die evuntiulitoit waarschuw ik met enut.
Ken andere voor otizn gemeente hoogst
buvoorstel van den heer Viaiicit met 2(i tegen 9
utcmmeu tu vonvcr|.en. B. eu W. toch hadden het
uaubod van genoemden heer, om uu reeds
{oudcrbaii(h) -10 viork. meter grand, voor die eventueole
dun per se blykcn moet blijven geven vun
kortziuhtigheid. Voor de Verbreëding zal do
outeigeüingawet spoedig aangenomen worden, en dan
kau die oppervkikto zokei- op eoniga duizeudeu
winder worden getaxeerd. De onJurviuding htiélt
het geleerd, dut eigpimnra, dio to veel eiauheu eu
zich iuet de geboden som uiet vergunoogeu, by
procedui'ea veül minder bedingen. De bekende
nili>op vau bet proces door den heer uit Dor
drecht, gevoerd tegen den Staat, over do onteige
ning vau zijn buitenverblijf uivbij die stad, staat
ala eed waarsubuweud voorbeeld ter afschrikking
bekend. ?
Ook op 't terrein vnn Justitie en Politie, heb
bon WB eeriubelangtijke week achter deu rug, en
een woord vau lot over den tact door da politie
betoond in de NtpspOriiig en aanhouding der
valsche munters mi\ niet achterwege blijven, terwijl
de Justitie een go«d werk deed met in het
L>ayUad en Vaderland van gisteren do ingezetonen
te waarschuwen: noi\ op bun boede te zijn by
bet ontvangen van beioekeuvau Johnn Ltonara
Theodoor Kuipers, zich ook noemende Krops en
zich genoemd hebbende Cuipcrs, oud 40 jaar,
vroeger amstcrdamsch makelaar, gewoond
nebbende te Scheveningen eu uu wonende alhier,
zonder beroep, Kazernestraat 7. Hy maakt er
zijn werk van, giften in to zanielen, die zyn
geblekon niot tot het voorgewend» doel te zy'n ge
bruikt." : ?
, Ook voor mij was het eene satisfnotie, omdat ik
den subst.-oflicier mr. l'apc reeds deu 17 Juli 1881
op bet nut van zulk eene waarschuwing wcea, die
nu blijkens bet Dftgblail van heden niet te vroeg
werd geplaatst. Daarin toch lees ik:
?Naar aanleiding van een officieuse waarschu
wing, eergisteren iu het Dagblad opgenomen,
tegon zekeren Ouypers, deelen wij mode, dat oen
hooggeacht stadgenoot ons achrnft, OOK reeds
?door zijn lichtgoloovigheid en hulpvaardigheid"
dupe te zyn geworden." .
J. A. DB BEBQH.
's-Gravenhage, 8 Febr. 1882.
TEN ZUIDEN VAN DEN MOERDIJK.
IV.
De tweede crgcrlükc zaak, dic ik noemde, is
het zoutsmokkclen. Te vergeefs heeft men nog
dit jaar aan de grenzen den kring uitgebreid,
binnen welken slechts een betrekkelijk zeer ge
ringe* hoeveelheid zout ongcdukt mag vervoerd of
in voorraad gehouden wordun; ? er is -niets
veranderd. Van de twaalf varkens, die de boeren,
do rijkslun niet uitgi-zotiderd, of de arbeiden;
slachlun worden er, tot uren ver boven de gren
zen, zeker meer dan een hult' dozijn met gesmok
keld zout ingcnekcld.
Hut ?lorren , zoortls het smokkelen hier in de
streken gc-Düeind wordt, is ecu bekende zaak en
er woi'Jt in 't publiek over'gesproken j ?niemand
beschouwt hel als dierstul of bonadeeling van zijn
uaiistc.
Trouwens niet alleen in deze provincie of in de
mindere klasse heersubt deze nieehing; ? menig
overigens eerlijk fabrikant beschouwt hel smokkelen
;ds oen premie op zijn behendigheid en_ schroomt
niet deze opvatting openlijk te verdedigen, 't Ia
niet nuodig de spitsvondige rcdenecringen aan te
balen, die hierbij dienst moeten doen; ? deslot:
som der bewijsvoering' is bij allen, dat men door
't smokkelen zich niet .meester maakt van eens
anders goed en dat men niemund direct benadeelt.
Wel u men 't er over eeus dat men zy'n be
hendigheid niet zoo ver mag uitstrekken om amb
tenaren om te koopen, omdat men zich in dat
geval schuldig maakt aan 't verleiden tol meineed;
Bij 't «uitsmokkelen, dat in den reed geschiedt
bü hoeveelheden vaa betrekkelijk, geringatfaarde,:
zal niemand dit ook. bcptfooVen. De
zöutsmokkelaars kunnen, waar het te pas komt, aR^jd rekenen:
op de bescherming der overieo burgers, vandaar
dat net-altijd ihoeieHjk zal blijven voor de com
miezen en marechaussee, om hen zoo dikwijls te'
betrappen dat er de schrik onder komt :
Trouwens deze burgers, de .kleine winkeliers,
de landbouwers én de arbeiders, die het zout
koopen, genieten daarbij gewoonlijk evenveel voor
deel als zü, die de smokkelwaar persoonlijk halen
en hun thuis brengen, zonder dat deze oplcoopcrs
zich blootstellen aan hetzelfde gevaar en de lang
niet geringe vermoeienissen.
Want 't is een zuur stukje brood dat deze smok
kelaars zich verwerven, en ze zouden met handen
arbeid somwijlen evenveel kunnen verdienen, doch
het groote voordeel voor hen is daarin gelegen,
dat zrj deze zaak te. hand nemen, als er anders
geen of weinig werk is en dat zij gedurende den
nacht er rneö bezig zün, terwijl zjj over dag anderen
arbeid kunnen verrichten.
De omstandigheden brachten mij onlangs in de
woning van zulk een zout ?smokkelaar; op raüne
jng dat hu er vermoeid uitzag, vertelde
hg mij, als gold het de eerlijkste zaak ter wereld
en blükbaar zelf niet denkende aan de mogelijk
heid, dal ik hem zou kunnen verraden: ,Ja, mijn
heer, dat komt ik heb een kwaaie nacht gehad;
't is tegenwoordig donkere maan en dan gaan we
lorren; ? ik was al vroeg te , we nebben
zoo overal onze vaste huizen waar ze ons waar
schuwen en daar wachtten ze ons op om te ver
tellen dat de commiezen op de baan waren; we
moesten toen een hoi-taii omweg makenInn^s....
en zoo zyn we acht uur onder weg geweest; ?
en dat niet honderd en vijf uuitd zout op je
schouder, mijnheer, 't is gwn gekheid. Als we
't ilun nog maai- hii'r konden houden, maar
nauuwelyks huhhun we thuis een oogenblik uitgerust
of we mooliui WIKT i'i» route ? om 't weg te
hri'iigL'ii; ik Imh de lu'll't gctitucht aan en'
de andere helft aan , ce wwt zelf wel, mijn
heer, dat dit ui» zeker ;tnderh;ill' uur is!"
En hoeveel heb je zou'n mtvht wel verdiend?
.Zoo wat een drie gulden, mijnheer l" was
'tuntwoord.
ik hoorde wel, ditt bet niet altijd zoo inoeieluk
ging; maar het huisje, waarin ik het gesprek
hield, log tocli in rtvlito lyn drie uur vun de
Srenzen, zoodat ondvr
domecstgunsti^leonistiinigheiJcn, tlie zich nooit zo'.nloii kiiniiun voordoen,
de drie gulden verdiend wenk'ii doui- ejii uuxrsch
van zi'S uren.
Worden deze smokkehara een cnkelo maal in
't nauw gebracht, zoodat zü (.leii dans niet kunnen.
ontspringen, dan werpen ze hun kist weg on ont
komen meestal toch 1105; ui' liever ontkomen zoo
goed als immer. Zij zyn de beambten, dic de
weggcworpim zakken hnvondien niot in dun steek
mogen laten, veel te vlug nf up de bun veel beter
dan hunne vervolgers luikende züiwegun en binnen
paden. Het zout wurdt in beslag geiiumeu en de
ambtenaren zy'n er lettt-ilijV verlegen mcö; het
moet naar di-ii rijksontvanger worden ccbraiiht,
? voor welk transport (.-ersl nogcrn vrachtwagen
of bundenkar móet worden gehuurd ? en de ont
vanger moot het verkoopun, wat zelden gelukt,
ornaat hij 't niet mag gunnen beneden den prijs,
üic de bclnsting zou hiuh'iiumt en niemand het
thurvoor'gewoonlijk -wil hebben; zelf mag hy
't cveiunin gfhruüZeü, eo bewureu kan li\j 't ook
niet, zOOiUt hy 't Ion sloUü behoorlijk duur com
mies-getuigen of inari'chautwe.u'u vergezeld, ergens
in 't water'tuoet laten wcnien, als hy ten minsto
iemand kan vinden, die dit werk wil verrichten
in ruil voor du ledige zakken, dic hij mag be
houden.
Vruchteloos zal mon trachten aan dezen toe
stand uun -einde te inakun, al wil du Staat een
duhbeltal ambtenaren bekostigen; waar eeno
wetsovertreding zou diep in 't vulk is doorgedron
gen, bestaat skvhts één middel om baar in 't ver
volg te voorkomen: de wet en dus hier du belas
ting op zout af Ie schaffen. '
liij al hut gevaarlijke, dat er in zulk een
conco^.-jie schy'nbaar gelegen mocht zyu, bedenke men
wel, dat wuar de overtreding vau een enkele wet
zulk euiiö gewoonte geworden is, dat niemand ft
kwaad of schande in ziet, ook de eocbied voor
andere rykswetlen wurdt uadcrmynd.
Ennius.
URIEL ACOSTA, MET EULAU IN DE
T1TELUOL.
Hot was uou moedige onderneming van den
Heer Frita Eulau, die by hetguzelschap Van Lier
dojongo ?heldenrollen" vervult, voor zyu benefiet
op te treden in oen charakter, dat door Ludvrig
liarnay inet veel toejuiching gespeeld is.
? Getuigen wij aanstonds, dat de onderneming
geeue overmoedige gebleken beeft. De lieer
Eulnu heeft zich zeer verdienstelijk gekweten van.
een taak, waartoe hy zich blijkbaar met inspan
ning had voorbereid. liet, gelukkig midden,
tusscheu natuur en atyl, tuflicSen eigenaardigheid en
school, bad hij treffend verwezeulnkt. Bet was
ons eeue welkome ontdekking, dat de Heer Eulaa
zoo veel kracht ontwikkelen kon; tot het einde
toe bleek hij voor zyn rol opgewassen. Misschien
zo A er hier en daar op ae standen met ge
kruiste armen en het bedekken van het gelaat
met den al te willigen XVlIe-eeüwschen mantel
eeue aanmerking te maken zijn en een wenk
tot onthouding te geven. De lakensche mantel der
Amsterdammers van 10-10 heeft andere eisenen,
andere bestemmingen dan de dunne mantel der
Romeinen.
liet charakter van den filozoof, gelijk Gutzkow
het voorgesteld wilde hebben, heelt, dunkt mjj,
de Heer Eulau goed gevat: ecu denker, een ge
roepene, maar een verliefde; aan alle kanten een
enthousiaste, wiens vuur alleen nu en dan door
de reflexie getemperd wordt D« stille pastaadjes,
maar ook de sterk ?bewegte" ui hot 3e, vooral
in het 4e bedrijf, werden voortreffelijk gezegd en
ook gespeeld. Wy betreuren, dat het zoo leeg in
de zaal was; maar daarop kon de lieer Eu-laa
zich wel een weinig voorbereiden: want de om
standigheid, dat bet stuk in Amsterdam speelt,
kou bij de Amsterdammers niet zwaar genoeg we
gen, om, na dat zy Uornoy in dit werk gezien
hadden, nog eens te komen beproeven, of Eulau
met geheel in de schaduw truu.
liet stuk loopt geregeld. Gutzkow heeft niet
geineend, dat aanhoudende verplaatsingen, in de
orde der ruimte of in die van den ty'd, fraai zy'n.
De vormelijke evenredigheden zijn vrij goed ut
acht genomen (als men uitzondert, dat bij
herluüing het tooneel een oogenblik leeg is, door
aftreden links en optreden rechts). liet is een
te«d<.'»z-stuk. Ile Duitschers dramatizeeren niet
nis du Franschen, niet bet doel om maatschappelijke
kwalen iu het licht te stellen, on te trachten daar
tegen genees- of voorbehoedmiddelen aait te bieden.
De Duitschers achten zich bij uitnemendheid
denkers, en stellen zich gaarne aldus aan.
Uok de tegenwoordige koinccdie, dio trouwens
rveda dagteekuut van 18-17, is, in baro strek
king, zoo wat Nathan-der~Wcise-nc\\tig, De slot
som luidt, dat het er uiot op aankomt, wat men
gelooft of denkt; maar hóe men het doet
Duinhoud scbynt dus onverschillig, maar de beste in
houd aal toch wel, in de schatting des Auteurs,
de ontkenning der Openbaring zijn. JDe vervolging,
waarvan hy ondor den staatsman-geschiedvorscher
Tzscuoppet>'(kL 1835) het voorwerp geweest was,
"had hem natuurlijk niet bekeerd. Aan deze was
de behandeling der stof ?Uriel Aconta" in
novelieaform /?flto"; SadducHtr von Anwterdam") reeds
voorafgegaan- '
? Acffsta wordt in het tooneelstnk voorgesteld als
een/ die aarzelt te kiezen tuischen zijne
verstandsovertüigimj en zÜne uefde. Hy brengt nog al argu
menten byT om. het gezach der laatste te bepleiten;
en dat ia natuurlijk in een Auteur, die verzekert, .dat
het ton uiterste tegen eenatolgcl getuigt, wanneer de
voor- en tegenstanders aanleiding vinden er zich
het harnas voor aan te trekken, en wanneer het
een gemeenschap heeft doen stichten, welke de
verzaken, van het stelsel-op oenigszins geweldige
manier uit zijnen schoot verwijdert Het spreekt
van zelf, dat een oppervlakkig publiek, in zjj«
goedhartigheid, gaarne mot de aanbevelen der
liefde meegaat ? h'efde tot alle menschen ? B»
niet inziet, dat de waarheid, optredend in maat
schappelijke instellingen on wetton, wel eens
noodzakelyk kan maken, dat onze goede, lieve natuur
genoten in hunne aangeboren rechten en ver
kregen goederen verkoit of beschadigd wor
den. Toch heeft Gntzkow zich onthoud»
de vertegenwoordigers van het positieve Joden
dom, welks leer door Acostu niet moor be
leden wordt, alle als hatelijke gcestdryvers voor
te stellen: de meesten hebben een liberaal tintje»,
aelfs de Rabbijn Ben Akiba, door den Heer
Lederer voortreffelijk afgebeeld. Zijn het beperkte
geesten, die, getroffen door de twee zelfmoorden.
waar het stuk mee eindigt (de schoone Juditk,
die met zekeren jonkman moest trouwen, maar, toe*
allen Acotta verlieten, zich aan zg'n borst wierp.
neemt vergift, en Aeosta doorschiet zich), de op
merking maken: ?dia theorie van Gutzkow,
door Acosta vertegenwoordigd, schijnt de
lie.31
'No. 242*
*?*???«
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
f*S» toch, in MkLvan nood, tamelijk wal als
r«d[widdel te ontvallen; «en nkjen ratUnkruid ai
? kogel is inderdaad «en oplossing van nik
die eeaige jaren ouxe stadgenoot geweeit is
die van Katholiek jood, van jood atheïst, daarna
i Aottohng bü de synagoge en eindelijk
zelfmoor' Üenaar werd, niet verantwoordelijk durven stel
! ka voor de nieuwerwetse!» begrippon, hem door
Gntzkow totgctrhrevcn.
? Ik moet rouduit belijden, dat ik, daar «oo in
den schouwburg Frantche laan zittend», en met
inspanning luisterend naar die vcrschilleBd
oeaehakaerde fiUwofeemen, waarvan ik wist, dat hel
?lot de kwahjk voorbereide zelfmoord der twee
meest geavanceerde twijfelaars wezen zou, ? wel
eens een oogenhlik met my'no verbeelding
afdwaalde naar de IfiddeUaan, waar, in dit eigen
nar.degeestige.historiesch-eigenaardige muziek vau
Offcnbach ten gchoore gebracht werd, dien de mu
sici zelfs kwalyk nemen dat htf een lettwereep
. van zy'n naam met bun afgod, meester Johann
Sebaatian, itemeen heeft Ik dacht me Mejufvrouw lleus,
?iet haar mooye, klankvolle stem en haar koene mi
miek, Mevrouw Geytenbeek, de geoefende aktnce
en zangeres, in haar groen fluweelen kostuum
net het huzarenbuis, haar karwats en den zwier,
waar zi| do Vorstin vanhotDuit«chestaa<Jen mei
laat optreden. Ik heb het gezegd, en ik blijf w
bü, dat er etu kern van onzedelijkheid «eUmüt in
het min of meer belachhjk maken van do vader
lijke .sabel"; dat d« toeschouwer, zich vermakend
net de preetxnisien van het nietige Gerolstein, op
wog is minder eerbied ook voor andere-Generaal»
dan den onbetaalbaar door Doré vertoonden Bom
(rxBowm) te gaan koesteren; ik beken, dat be
wondering voor het buigzaam talent vnn dun Heer
Kreeft (Frite) ons niet mag doen voorbijzien a]
het hybridische dat in de ?Duchesso" te vinden
is. Sointyds wordt mpn ongeduldig, als grappen,
die niet altijd van de beste smaak zy'n, de vro
lijke of gevoelige stemming komen verstoren, waar
tiet talent vau den komponist en du virtuoziteit
der voordragers n in gebracht 'heeft (ook dat
allerckirakteristieksto beklag over Ia gaetttc
de Uotlande werd door den Heer André vry vol
doende voorgedragen): maar toch ? de Heerat
sedcmeesters ztjn zoo toegevend voor geesten als
?Lessing en Goethe, «n vooral Shnkegpcaro (do
.Krrkgenoot£chappunM betwisten hcmimrners elkan
der) ? maar zou mon inderdaad meenen, dat de
.12 zelfmoorden, door den onsterfelijkeu dichter
van liotnco, Hamlet, onz. ten tooneele gebracht
(ne de statistiek in dit bind van 6 Feb., piijj. 4),
en o. a. door Gatzkow nageschetst, stichtelijkcr
indruk laten dan zoo'n ai-glozo opera bonffeï
Hoe t zij ? de artiesten hebben bun bent ge
daan, om ons den wel wat tsayen kost van den
Berlijner te doen genieten. Wut zoo'n Auteur
wei»ig begrip va» dramatische belangrijkheid heeft!
Beklaagd heb ik don-Heer Blazel, dat bet hem
door den text niet veroorloofd werd woedend te
worden op dien filozoof, dien indringer, zich mee
ster makend vnn het hart zgiier verloofde. Én dan
al die andere filozofen: ?Manofisc van der Straten,
«in reicher Handelaherr". en -zijn zwager, de arts
De Silva, en do ?Rabbi" en do ?Tempeldiener"!
Aangezien bet stuk iu 1640 (lees: 1647?) te
Amsterdam speelde, en in de eerste helft der
XlXe Eeuw geschreven is, kwamen er natuurlijk
de noodige loftnitingen in voor op do -miheidan
verdraagzaamheid dïr Hollanders. T)ie Rtedo mijn
heer Gutzkow (geb. 17 Maart 1M1, -j- 16
Dec. 1878), heeft natuurlijk nooit gehoord van
de Thetonsehe «n andere messteken, door
Arminismen ert öonunaiisten uitgewisseld, noch van eenige
honderdduizenden iloten ? bezinksel vau de oade
Jandsbovolking ? dio men met den naam van dis
sentera aanduidt, en wwvr de latere,
niet-gereformeerde staatbnrgerB .uit gegroeid zijn, moor die
v»n de «ifigenrhgeu dier vryheid maai- matig
gejsotcn hebben.
Een aandoenlijk oogenblik. is dat, waarin de nog
«rcloovige blinde moeder van Uriel afscheid vau
kern neemt? en Frau Molnar heeft deze rol
verdienstelyk vervuld; ook Frilnlein Sandorf beeft
hanr best gedaan iets van Judith it maken. Voor
Frau Güutuer was dit, in het charakter van Sanieh
Spiiioza, .oin Knabe . geheel onmogelijk. Wat een
denkbeeld ? in «en Be bedrijf een persoonlijkheid
als Spinozaop te voeren: een vrolijk, lachend
kind, dat eenige bloemen komt plukken voorden
ejHffestootcn Israëliet!
Met deze miskenning van een charakter en
deeischén van het stuk ging geheel samen de zeor
onhistorische kóstumeering der meeste personen.
Ik zouder Uriel eu enkele anderen- uit: maar in
ieder geval ? hoe kou men de lieden van 1640
ten tooneele laten treden met barnetten op f De
brce<lgerande hoed was immers aan de orde van
den dag. Die petten zonder klep bootsten de dracht
van oen vroegor tijdvak na; de op de handen
hangende lubben dio van een later.
En zoo hebben we ons dun weer met een werk
van ' een der verraaardste en vruchtbaarste
Duitsclie schrijvers in voorstelling bekend mogen ma
ken. Onzo xneeuing over het -wezen der duitscbe
dramatiek is er niet door gewijzigd; maar d*
wensch is bij ons opgekomen uen verdienstelijken
kunstenaar, die de titelrol voorstelde, ook HOR
eens in andere zoo krarhtie bezielde partijen, als
waartoe eenige tooncelcn den Uriel Acestn
knnncn doen betrekken, t« zien optreden: en dan
befat in 's Hoeren van I.iu-a Grand Thtatr.e.
ö Fclr. 1Ö8& ALB. TH.
DAMLET.
(Slot).
In hot derde bedrijf vernemen wy .het eerst de
T« rJÜu oi.niet te zyn, aiodanr de vraag???
De _ gedachte aan _ zelfmoord wa»rt roud in zyn
brein; maar hy tnif-t den moed de hand aau zich
?elf te slaan, en vindt redelijke gronden zich do
rust te onthouden, die ?éénen prierastoot" hem
verschnffon zou. Zoo is Hamlet er steeds op nit
zich zelf door redcnceringen om den tuin te
leiden: hu zoekt niot alloen naar uitstel, maar
ook naar redenen om dat uitstel te
rocbtvaardipen.
Ik meen dat in dezen monoloog de Beer Bouw
meester te kalm, te philosophiscn waa. De aan
doeningen die zyn ouervaron brein overstelpen
en bëm nnar du vergetelheid des doods doen
Miakfccn, heeft hy niet weér-gegcven.
Bosencrantz of Gnildenstern, zoo zij Ie Wittonbergeen
weinig ftnn metnpliysica hadden gedn»:i, waren
in stout, ufvtr&t op dcnielfdun toon da beweeg
redenen tot zelfmoord te ontleden. Afgezien van
het utibrik dut du/.e ullonnspraak dus
onnatunrIflk klonk, leswde de lieer Jieuwmeeiter een
vuuibcttld van sobere en juiste voordracht,
In hut volgend» tafereel met Ophelia, heeft
m»n den tttw Mouwmeester »eer geprezen. Hjj
huldigde <ivor dit. tonneel de nieuwere
bsnobouwin/en, wdkc volo schrijversj en actcars voor
staan -. on het ware dus onbillijk hem een Verwijt
tu luukuu van de ymstandiglibid dat, gebruik ma
kend van een vinding van jongen datum, de m. i.
wi»iu lioteckei.i* dezer iia<Mi^e verlnrou ging.
[In Imidti woorden dto hij tot Ophelia spreekt,
M.bcii \»-len niet, kunn«n rijoien m< t zijn» liefde,
dio liirr RU cldei-K ilui ttlüx hlükt Oai den tin'
van dit toom el te r«dd«n hreft men er een vond
u]t huhiclit, die, hoe vernufru» ook, niet alleen
to i HMiw,'i-wt-.tsch vnn kleur, maar tevens een
verkr^clri^ vnn «l t-' d.ctifcrfl iMïd-wlmg schijnt. Én de'
li'-i-r H.iigi-r-'Hijk h^ef' <ii»'n vond in zijn vertaling
ff' rni-Jt': liij do,.t llHtfilct. fl*u venrtfiiiten
folo'|>MW iintwfiu-ii, ?t(ir juist iloorwu reut gluurde." 1)
Xi. Iwiiu-ilct li-i!i!n: ilua dat nok 0|'h«lia in het
'? "-''ut ;?(, i v li|i!ii,*i tM' l'll H[il'l|ilit',i
Bc bond dit spel voor onnoodig. Kan moet
in het oog honden wat gebeurd is.
De bloediohande door aiine moeder gepleegd
hètft llantleti geloof aan alle vwuweo vernietigd.
Mur dat hy Ophelia ia t(jn oordeel .awaUiaM,
uw naam is Trouw". BOD moeten begrflpen, wilde,
kon by zich niet bekennen. Boor wanhoop over
weldigd, it bij tot haar doorgedrongen en, terwijl
bfl met de kracht vond één woord te spreken
heeft hjj haar aangeatoardalsomharo diepste gehei
men U lezen in baar tiel.Maar aakerheid heeft hj
met kunnen vinden. Toen beeft hem de verplette
rende slag getroffen: Opbeli» heeft *(jne brieven
sfgewaun en hem ook de toegang tot haar ontiegd
(Burgertilgk W. 82 en 23). Zgn achterdocht is tot
wreede waarheid gebracht Dat Polonius Ophelia
gelait bad soo te handelen, komt niet in aijn
brein op; waatronwend, maar niet meaaok-knndig.
Nu, .ia bet genoemde 4ooneeL ziet by' haar wéér.
.ben gebedenboek in de hand,
maagdelökvroom . . . naar den aobyn: naar dien door
Hamlet 100 gehaten en gerloekten sahfin, want
de eerrte woorden die *ü tot ben richt behelaen
een bevestiging van hare ontrouw: aj ranoekt
hem de gescboiüwn terujf te nemen die, als pan
den btBraer jonge liefde, baar eren dierbaar
nmsten t^a als ben.
ben nanwkenrige latnng voert tot de»e m. i.
eenvoudige verklaring ran den verwijtenden toon
door Hamlet aaagoalagan; en mea doet verkeerd
door dien toon K! te «eer te willen verzaehten.
De scherpe ironie klmkt anders onnatuurlijk. Het
bevat niets ongerijmd* of overdreven! dat Ham
let, die, ia z^jo overprikkeïing, licht tot uitersten
overslaat, harde woorden spreekt; en ik meen
dat eea oadarwetsehe neiging om de .draai
wnsibles" te ontzien, de bedoeling van Shakespeare
miskent
Intossoben bevatte de wyzo waarop de beer
Bouwmeester deze m. L arerrecutsche uitlegging
?van dit tooneel weergaf, «eer veel sehoons. De
strjjd, dien hij voerde tnwchon zyn toorn en
teleurstelling Ophelia bare vakche rol te zien
spelen en imi liefde, waardoor de toorn vaak tot
medtlgden werd verzacht, kwam tot een duide
lijke uitdrukking. , Zy'n stil spel vloeide over van
fijne trekksn; en s\jn toon braoht do zaal tot
ontroering. Het meesterschap van den kunstenaar
bwek nergens treffender. De enkele malen dat
hy Ophelia net jij en jon bejegende, vermochten
hier zelfs geen a t breuk te doen.
De raadgevingen aan de tooncelspelers, mede
eenigszins te gemeenzaam van toon, werden goed
gezegd; msar xij konden zonder becwaar
go«cbrapt worden, daar *H bebooren tot toespelin
gen op lokale omstandigheden, die bhakespcaro
?icb ra. i. ter kwader plaatse beeft veroorloofd.
Dergelgke toespelingen in het tweede bedrijf heeft
de hem- IJurgersdyk dan ook doen wegvallen.
In het beroemde toonool van de vertooning,
deed de Heer Bouwmeester Ilaralet's bedoeling te
.veel doorschemeren, en waren zitne woorden tegen
den Koning en Koningin te onbewimpeld.
De scherts bod hier fijner eu vroolyker mogen
ryn, ten einde, in de oogen van het bof, "voor
verscbynielen van Hamletd toestand ie kramen
doorgaan. Thans klonk het als onduldbare
beleediging.
In ovcroenitemming met beider :«pvatting
bobben vertaler 011 speler jreei weggelaten en
vermocht van flamlets grofkeiien tot Ophelia,
maar ook bier den dichter te weinig ontzien.
Het onderhoud met de schoothondjes
llosencrantz en Cmildensttrti, speelde de lieer
Üouw?meester vol goed-gevoeldo verontwaardiging en
vemietigrindo satke^ en bat slot van dit tafereel
muntte «v«BMer rut do«r eeoe enheil«peliende
somberheid, die in de alleenspraak:
't Is nn het «ohte «pookyor van den nacht....
een huivering door de zaal joeg.
Met dezelfde kracht venoheeu de Heer Bouw
meester in het onderhond met zqn Koeder. .Dit
tooneel vloeide over van uitmuntend gaaegde ge
deelten. De uitdrukking van zyngelaat.de» schier
ondraaglijke ontroering, die er trilde in ajjn
machtige stem, waren dikwijls onvargetelük.
Het tooneel op het kerkhof miste in denTïeginne
de nfepiegeling van den toestand waarin Hamlet
verkeert. Op dezen toon hadden wij ook Horatjo
van bet aardsche. Na de Icbrikkeltike ontdekking
van het doel der begrafenia-plcchtigheid, had de
Heer Bouwmeester wederom vele schitterende
oogenbÜkken.
Van hot slot-tafereel muntte nit de strijd en
Homlet's dood.
Mijn oordeal over de voorstelling dei Heeren
Bouwmeester samentrekkende, achy'nt het my toe,
dat de vele schoonheden in staat waren tegen de
eveneens talrijke tekortkomingen, ruimschoots
optewcgen. F. v. d. G.
L 55.
-'t.
uitiirukkingeu
FR1EDEMKE BOGNAU ALS JUDITH.
Het aantal tragédie ones en treurspelhelden,
voor welke in dit saizoen onze bewondering reeds
gevergd werd, is niet gering. Behalve de
üiheemsobe Joséphine, en haar partner Louis Bouw
meester, zageu we Sarah Bernhardt, Agar,
Cbarlotte Frohn, Barnay, Magda Iraschik en nu
Priederike Boguar bonrtelings de a hemel en het
noodlot aanroepen. Is bet daardoor dat wy kri
tisch gaan aien en minder onverdeeld bewonde
ren dan anders misicbieu hot geval zou zijn. Ie
liet daardoor dat Judith zoo goed als voor stoe
ien «n banken gespeeld werd?
Hoe bot «ü, deze ?ster" van het Weener Burg
theater, hier heen- gedwaald, verdiende wel dat
men haar meer aandacht schonk. Zy is in vele
ipzichton een merkwaardige verschoning. In den
beginne wel is wuar. is de indruk dien baar op
treden geeft niet bebageljjk. Zy mist distinctie;
w is «SJUJs iets aeer vtttgtuni zoowel in den toon
harer item als in bare bewegingen; mon kon
zioh dan moeielyk voorstellen dat de aandoening,
die baar suol zal teweeg brengen, vau edelen
aard zal zgn. De JuditE in de tweede acte (in
de eerste treedt zü niet op) schijnt geheel eeue
?vrouw uit bet volk, grof vau toon, zwaaiend met
de lange armen, eich heesck schreonweud in hare
opgöwondouheid. Naarmate echter de actie ver
der gaat, vraagt men siob af of de Olympische
tdel van Fhédrè en Agrippiue, die men zou achten
»t bet trourapel te bebooren, of de koniuktüke
meloncholio vau Barnay hier wel gepost gouden
zijn, en niet veeleer in llebbels Judith (da
tum 1811) cene pétroleuso volkomen' op hare
p!&ata is. Daarbij kumt dat in de latere be
drijven, waar zy tiolofernea verleidt en de liefde
rour hem voelt opkontan, do liefde diu mot den
iaat den dratnatiücheu stryd vormt, haar optre
den steeds uieer in harmonie schy'nt met de eischén
ran den gooden smaak. Nog stollen óók dan hare
rondingen de uiterste buigzaamheid harer leden
m spieren op de proef, nog is er oen afgrond
.ussuhen haar galmen on haar fluisteren, nog
Msbijnt zy met krocbtigen zwaai de cene coulisse
at de andere te Willen rukken, maar in do tout
rou don beul, waar pas het bloed vloeido, waar
)U zelf op tijgervellen rust, en zy ry'k getooid
in een costuuca dat een meesterstuk VAU
schillerachtigen rykdora kao haaien) hem komt
be;oovertm, is dit alles meer op zy'n plaats.
llen ziet dan in baar eene zigeunerachtige
schoonheid on womtbeid, zy scbynt dan ook niet '
meer te luidruchtig voor de kleine wuü van de
Aniktelstraat, aooals eerst Daarenboven dringt
«icb, «renais bij Barnay, de overtuiging op, dot
sr geen woord in hare rol is, dat ty niet in
ver>an<i met het overige heeft, bestudeerd eu tracht
intelligent (hoe ruw dan ook vaak) weer te geven;
niet enkel befeeade tooneettoestanden door gebsr
r«n te sjulüfoeeren schijnt Imrft zorg, (zooals by
Chnrlutte' Frohn en iu Douwmttenter'i Hauflet
een geheel te maken. In 4e aadere stukken van
?aar repertoire, zoowel als in de» Judith, mogen
velen zich v»n bet voortwfliilflke van haar spe
gaan overtuigen.
De acteur £ulau, koning Bolofcrnes, was ?
nitmmrttsd. Daw tootieeupeler, oog jong aal
ongetwijfsld door studie, sa vooral door het leeren
ontzien atyaer middelen, eene schoone toe
komst kunnen hebben. La de vijfde acte,
eigenIgk een mislukt slot en waarin de acteurs alle
megelüke moeite hebben om het eindeloos talmen
en redeneeren dragelijk te maken, was beider
snel uitstekend. Deae vtffde aote scheen, behalve
door de twee hoofdpersonen, niet gerepeteerd
te «yn. althans de hovelingen kenden niets van
nou rol. De ooatumeering en mise-ea- scène was
?eer goed, alleen had men voor den zetel van
Holoiernes niet het tafelkleed voetea gebruiken
dat reeds in sooveel bnrgerlUke tooneelstukken nit
twintig eeuwen later, avond aan avond te uien is
geweest.
UIT DE HOTTERDASISCHE
TOONEELWERELD.
Er viel in de jongste weken voor nwon
tooneel-referent wiimg nieuws te malden; reprises
bier, reprises daar; wel trad de Anuterdaiusche
afdeeling van het Ned. Tooneel hier mot De we
reld waar wen tieh verveelt op, doch ik achtte
het voor uw lazers al te. vervelend, hen nog eens
op nuju persoonlijke zienswijze over dio opvoe
ring te onthalen, na al wat er iu de
Amslerdamruer reeds over geschreven was; boven
dien had ik geen lust mogelijke illnsiün te ver
storen. Ook by van Zuyleu was deze week
Pailleron aan liet woord. Maandag-avond werd daar
VEttncelle opgevoerd, ten uwent wel bekend. Ik
verkeer in t betrekkelijk gelukkig geval, dat
ik geen vergelijking kan maken tusscben de op
voering van de Vonk ten uwent en dio van het
Uotterdamsch Tooneelgezelschap van van Zuylen;
ik heb bet van de Amsterdammers niet gezien.
Over't geheel gaf de vertolking van dit juweeltje
van Pailleron vool redjn tot tevredenheid. In de
eerxtc plaats was dat te dankeu aan do uitste
kende Antoinette, die Mevrouw de
Gmaf-Yerstraete voorstelde; naïef, dartel, mogelyk in den
aanvang wat veel camine, wekte ze door gullen
kindorluch tot lachen op; gevoelvol deed ze by
monigeen een traan in t oog wallen over haar
opoffering. Wanneer Mevrouw Eguner van Dam
«la Léonie wat minder snibbig, en steeds wat
meer gevoelvol ware geweest zon bet geheel 'er
zeer by gewonnen hebben. Ook Chri»p\jn, als
llaoul de üéran, wu» in den aavang al te leven
dig. Dat die vlekjes echter wel te verhelpen üyn,
dat zoowel Mevrouw Egener als de heer
Chri*pyu het karakter dat zij hadden voor te
strllen goed hcsroptu, bleek uit de uitmuotenile
wijze waarop zij het tooneeltjc der gefingeerde ver
liefdheid speelden..
Hoe schoon de gedachte en de ontwikkeling
van de Vonk is, toen zou men m. i. een ietwat an
dere ontknooping mogen wenscheu, waarin de
gevoelvolle, zelfopofferende Antoin*tte minder
Slachtoffer werd. Als ze dan trouwen moet, waar
om moet het dan juist met den notaris zijn, 40
jaar oud. en die, naar de beschrijving, de zuivere
tegenstelling is van haar poëtisch karakter.
JDe Vonk giug vooraf aan één onde klucht van
von Moser, door drie leden van het trezelfchaji,
de heeren Spoor, Hanta van Nieuwland en A. van
Zuyleu voor hun benefiet gekozen. De 'Zie'x fa
milie, een der eerstelingen van den Diut»chen
Dramatunff, !-?-*? *"*-«' de gaaatighetd, d*
prettige ontwikkeling, die thans aan von Moser's
dramatischen arbeid voor ons zooveel aantrekke
lijks schenkt Of de schrijver van Inkwartiering
eu van Ome Vrouwen zich wel zeer op De Zieke
familie verhoovaardigen zal, betwijfel ik; toch zyn
er aanduidingen in van zün talent tot typeeren,
tot gezonden humor, tot de'aardige ontwikkeling
van gewone, huiselijke tooneeltjes. Als bewyzen
daarvoor noem ik de type van den Quackdoktor
als hy in Qualm teekenda; het consult tnsschen
dezuu en een «trieusen dokter, maar overigens
is 't kluchtspel vermoeiend kluchtig. De rol van
Qualm (barbier, professor Humbag) werd door
den heer Manta vau. Nieuwland zouder
overdryvinff geiytwerd; do beer Spoor was als de
higejeulde zieke zeer ziek, en Antpn van Zuylen was
:oo onhandig in zyu verliefdheid als een verliefd
koopman maar zyn kan. De hcnüicianten moch
ten zich in een voile zaal verheugen on werden
net kransen vereerd. Dat waren welverdiende
blijken van syuipnt.bie van het publiek jegens
di ie verdienstelijke leden van Willeni van Zuylen's
gezelschap. Doch jukt om die verdiensten ware
voor dezen avond een andere keus gewenscht
Den volgendon avond kregen we bier een op
voering van de Hamlet door de Amaterdamsche
afdeebng van het Ncd. Tooneel.
Aangenomen dat de ouvoering van klassieke
?ooneelwsrkeii inderdaad van beschavenden in
vloed kunne zijn op .het hedèndangscb publiek, ?
ets wat naaf ik meen nog te bewijzen is ? dan
noeten die opvoeringen toch ook onberispelijk zijn.
De in menig opzicht meesterlijke vertaling van
Ir. Bnrgcrsdnk moge een jianwinst zyn voor ome
etterkuudo, ae vertooning, zooals wij die van dat
werk to zien kregen was aan allerminst
eenoanvin.st voor het repertoire van 't Nederlandsch
Tooneel. Shakeapeare's kracht ligt niet alleen iu
't spel der vertooners, maar vooral daarin, dat
!Jk woord en?dat is elk denkbeeld ?, dat elke
ünsnedc ? en dat is een schat van
oorspronkcijke gedachten ? tot hun volle recht komen.
Heeft dat niet plaats, dan worden vele zyner
werken, maar vooral de Ha>nM, tot eenvoudige
iramn's & grand sptctacle, die men alleen van
>oven daverend toejuicht.
Oiu do evenoMuittmda uitwerking teverl
noeten allo «?fenpelerii niet slechtu voll
loorgcdröngei^Ty'n in hot karakter vau
naar ze moeten Sliakcspeai-e kunnon volgen in
hik woord, in elke gedachte. Dat veroischt een
afzonderlijke studie, euu lovcnastudio byna. Men
mag <r dan ook onzon tooneolspeU-rti geen verwy't
van maken, wanneer zy by' don yoelzijdigen,
afviHgclenden arbeid, .die van hen gevorderd wordt,
« kon schiotnn in do zwimrste taak, diebuukan
vonlen opgelegd.
Ter wille yau bet. mpgüiyk loffelyk Rtre>-cu v.in
een directie moet men hen niet blootstüllón aan
ien ecliec, ilat tu voorzien eu uiot te venuydon in.
Morgim-nvorid, Iwt nieuwo volksutuk vim
Kijier Faansen, Znnder Naam : 't behandelt een
Rot.errlninRoh voorval.
Vrydag, 17 Anwr by van Xuylen,
Vietor Ilnflo, ter Iicn«fiff vnn^'hri.^uijn.
U V. P.
Rotterdam, 'J.Februari 1882.
DU. FEUNZ T.TS7T,
DIE LEGENDE l W K -H KI LIG EN EUSAIIETH.
II.
Nummer twoe vangt, nnn m«t. pen .jachts'-pninl,
letwelk ceu ouuigerm.ttu vrcuinrimi indruk
wecgbn<ngt. Gawounlyk wordt voor zulk een
effect de gewone ffiuute-trrts dri-ikbtnk
oaugewond, 'doch bier. beefh men du tm-ta en da
quint van 't F-acouord, torwyi dan plotselmx eene
chyn-wending wordt gumaakt naard-kleiiieterta.
Landgraaf Lu l wig is hier op jicht en geoft
n goed gesclireven phrases de woorden des flich- .
ers wwr, tdtdut nien pl.itRrling Wederom bet j
nleidingsmotjef van bet. enmto ued hoort, dat
angzamerhand moét beschouwd worden, als
het Lcttmotiv, hetwelk Elii-altcth'» verschijning
aankondigt Inderdaad vernchynt «n nnk met de '
woorden: »Weu mir mein Uemabl.'r Haar echt- '
genoot ontmoet haar namelijk ro'ulden in Iwt ?
draak te brengen. Op de vraag van graaf Lading
eobter antwoordt aQ dat <ü ro»en (eplnkt boeit,
.Waram halUt dn die Boten mir «orüok" k de
wedervraag, en eene verrukkeiykschoonelrrtoohB
nbrase legt Etoabeth de volgend» woorden io
deo mopd:
Erbarmeot
Zo deinen Fttssen sieb mich liegen l
Die Wabrbcit bab kb dir verbeblt,
DM Böse liwi iefa in mir nefra, s
Und hab u Oott ned Dir gafeblt
Nicbt Roten pflückt' lob bier ia Hagt;
Zu einem Kranken nng ieb bin.
Bieb, Wem und Brod fier, dai icb trage,
Die Bpenden einer Sêndenn !
In een duisteren vorm laat bet orkeet, met af
gebroken klanken al* bogeWding, bet
Elisal*ethmotief booren, totdat bet by bat einde dar boven
staande pbraie in volle pracht ontwikkeld wordt,
voorzien van harp-acftorupagntment
Alidan toept de Landgraaf . nit : ?Herr des
HünmeUl waa seh icb ? ? Rosen?* «n liet koor
beainfft bet wonder op dezelfde aonoone
Eliiabetbmelodie.
Het derde gedeelte geeft ons te aanschouwen,
bet kaap der kruisridder! en den uittocht van
graaf Ludwi*.
Met een kort doch kernachtig motief iMgint
het orkest de Kreuzrilter-marsch.
Oonpreakdgkhoid kan aaa dit motief niet wordffi toegeschreven.
Van de rek» zaken, die dezelfde kern tot grondslag
hebben, willen wy tlechti opnoemen den aanvang
der Gloria-hymne, aooals die thans nog in de
Boomaoh Rath. Kerk getongen wordt. Het is
trouwens ook niet de bedoeling geweest van Liizt
ioti geheel nieuws te willen leveren ; de verdere
doorwerking van bet gebeele fragment is er bet
bewfls van ; doch wel kennen wfl un de behan
deling van bet motief veel oorsprouket^ks toe.
By eene onderbreking vanbctKrenzritter-koor
treedt de Landgraaf op net een recitatief, waarin
hy eiscbt dat der lanigrovin trouw gezworen
wordt.
Het koor zingt daarop:
,Sie ist die Milde, B» int die Oüte,
Wir icbwo'rea T reu mit freodigea Gemütbe l"
In bet daaropvolgend duo wordt bet afscheid
geschetst, hetwelk de Landgraaf van «on innig
geliefde gade neemt
Op hare woorden:
?Ach zuusst do mich vorlamenV
antwoordt by op bet Eliaabeth-motief, doch
gewyiigd eu in kiemen t erts-toonaard overgebracht,
zooais de zia der woorden het ekcbt:
?Du lebrtest selb^t, Geliebte, den boben Sinn mich
In eene roerende klacht geeft Eliaabetb ver
volgens lurht aan hare scheiding-smart, totdat
eene hemeleche mildheid baren zang beiwlt, by
de woorden :
.Sieb, deiner Kinder bolden Bliek,
Wie ihre Bitten kie vereinen,
Ale abuten bang tie ibr Gescbiek."
Eene korte intrede van koor en orkest op de
woorden:
?In's heiige Land, in '0 Palmexdand"
doet den Landgraaf zeggen:
?Horst dn den Mabnuogjrrnf.?
Lefa' wobl, ei muss geschieden Bete."
Ahdan iet net Kremfahrer-koor met verajeawde
knefat in, totdat een donderend öfltt wilt ei(fS)
dit nummer ten einde voert, om den orkestralen
Krenzfahrer-marfch voor te bereiden.
Dit nummer, dat volgens eene noot Ton den
componist kan worden overgeslagen, heeft met
eene kleine wijziging bet thema van het
Kreuzritter-koor tot groiraslag. Aan do eischén van
den vorm i* hier beantwoord. Hen vindt eene
ecnte Satz van vier maten, en eene periodiscbe
terugkeering van vier maten, zooaJs trouwens by
een marsen noodwendig bet geval moet zyn.
Als tweede motief heeft Lisit eene Hongaarsche
volksmelodie gebruikt en -verwerkt op-eeoe wy'ze,
die ons met bewondering vervult voor 's
cemponiiten meesterschap. Tot slot neemt net koor
der kruisridders die melodie over en besluit hier
mede het eerste gedeeiöe en het derde fragment
van bet werk.
In No. vier voert 4e dichter een nienwe persoon
ten tooneele, de landgravin Sophie, schoonmoeder
van Elisibeth. Zij verbreidt de -mare des doods
van baren zoon graaf Lndwig en wil zich mees
ter maken ran de heenchappy, door £:is»b*th
van het slot te verdriivrn. Liszt laat dit nummer
aanvangen met het Elisabeth-motief op droevige
wyie iu den g-kl. terts toonaard. Kort daarna
komt een nieuw thema, hetwelk spoedig als
Leftmotiv der gravin Sopbie kan worden bestempeld
eu waarin een verin. lept. accoord
hetvalscnitardige karakter dezer persoon kenschetst.
Van buitengewoon dramatisch belang is bet
nu volgend' duo tuischen gravin Sophie en een
Sonesonal. Het wordt onderbroken door eene
solo van Elisabeth, die daarin den dood van ha
ren gade beweent. Plotseling echter komt bet
Sopbie motief weder to voorschijn en op
wreedaardigen toon wordt Etisab«th door hare schoon*
noeder aangekondigd dat zy bet slot moet
ver;aten. Elisabeth smeekt daarop nog een nacht
te mogen bleven, ten einde het stormweder, dat
aan den hoiizon zichtbaar Wordt, te mogen af
wachten; doch ly wordt meedoogealoos met
jore kindereu uit bet kasteel verdreven.
Het klavieruittreksel doet ooi vermoeden dat
bet orkest op donkere wyze den naderenden storm
schildert ; kort daarna ook wordt, in een
beortiaog tnsschen Sophie en. den Seoesobal, den toe
hoorder bekend gemaakt dat liet kasteel in puin
valt. Dit nummer ia ontegenzeggelijk het meest
dramatische van bet gansche werk. Onze her
innering aan de vorige uitvoering bevestigt ons
ook nog in de raenning dat hier bet orkest zeker
bet grootste aandeel verkrijgt in de schildering
vau net geheeL
Na bet uitloeien van den storm komt bet
Elisabelh-motief weder te voorschijn, als om te
bewözen dat oprechte deugdzaamheid altg'd be
scherming vindt tegen' de slagen van net noodlot ;
terwijl dan verder eenige slotpbraaes bet vierde
fragment besluiten.
No. vyf biedt ons een gebed van Elisabeth, waarin
sy ba.ren üod dankt voor de vreugde en de smart,
die 'tij met haar gade beeft gedeeld, en waarin iy
iDiebkt haar spoedig met bet geliefde wezen te
herecnigun, terwy l zy bare kinderea in Zijne hoede
aanbevuolt.
liet ii Koker onnoodig te verklaren dat de
componist hierby op yoortrvffieiyke- wijce heeft
patly getrokken van eyn Leitmotiv.
Een koor van armen vraagt biddend:
.Elisabeth l Dn Heilige l
wVr reicbt uns trosuieh milde Oabe,
Wenn dich der Herr zu sich ontbot"
Op tnystischo wijxo speelt het orkest voort.
toUittt Ifuaubetb eindelyE oegt:
Dn hart geführet mich au Eode,
O Ilerr, J>en tncine 8e«le nrekt,
In deioe Vaterhinde befela icb raoinen Gcist.
? Het orkott gaat verder en beft het thans bgna
onkunhonr geworden lilisabeth- motief weder aaa,
totdat een Engelenkoor h»re ztel medavoert naar
gvwesten, wsnr al bet aardsobe leed wijkt voor
BémeUobe vreugde,
Hut zesde «n laatste gedeelte begint met een
voorspel <van 't orkest, waarin eveneens bet hoofd
thema. doch na fragmentarisch, bt-weckt ia ; een
enkele maal ontwaart meti het in »ii>
oamvron*?*?" J " "' " '?
»og vergast op eea auuiiaal motief vit het vierde^
«deelta, totdei een vreedsaaro Andaate bet in-*
Urlndium besloit. Vervolgens komt keüer
Frisdrich ten tooneele om de ter aarde bestelling van
iet oatsielde lichaam van Elisabeth aan te kon
digen. Een koor van het volk en een
manneBkoor van soldaten koaaei tranen plengen en kran
sen leggen op ttfr graf.
Als een waarlijk imposant slot wordt het werk
bekroond door eenige Klrehraohore vau
Qongaarscha ea Duitsche bisschoppen, die eindeiiil:
ïciamentlük voor t laatst de Eüaateth-melodie Lu*u
weerkliaken op de woorden:
,T« pro nobie mater pi*
Roga reg«m omuius».^
Wjj hebben hiermede getracht zoo beknopt mo
gelijk den Moowel mtnikaUn als poetischeu
inhond vaa het gewrocht te schetsaa.
Indien wjj gebi-uik hadden kunnen maken van
notenvoorbeelden, dan waren gewis vele "ken
duidelijker geworden; doch niettegenstaande dit
vertrouwen wy dat de toehoorder bieraan e»oe
korte handlsiding zal hebben tot het genieten vaa
het wcik.
Kog achten w3 bet niet ondianetig onsen Ifsers
mede te deelea dat de n£lieabeth1'iahetiaarl868
op den Wartburg is nii^evoerd, dus oo de plaat»,
waar de legendarische geschiedenis hesft gespeeld,
terwijl In het vorige jaar te Weuasr het gansene
werk in Sosne is gezet en ah) opera een traites*
gewoon entbousiastme teweeg heeft «ebracht.
De solo's waren alstoen in banden van Me v.
Ficbtner?Spobr en de Qeewn Scheidemantel en
Vo« Milde.
Hoewel het waarschijnlijk notr zeer hing zal
daren eer coo iets by' ons te lande «d plaats heb
ben, kunnen wy toch niet nalaten den wensch nit
te drukken dat de solopartijen worden opgedra
gen aan arlitten, die volkomen berekend znn voor
hunne taak. De eitchen toch die aan declamatie
en voordracht worden gesteld sQn zoo enorm boog,
dat slechts eerste kunstenaars die partijen van
de noodige dramatische kracht en bezieling kun
nen voorzien.
l)e geoefende meesterhand van den directeur
Heinze zal voorzeker wel zorgen dat koor en or
kest uitmuntend «y"n voorbereid.
De tweede opvoering van Verdi's sclrittereaie
opera Jémialèm in den sehottwfanrc op h«t
Le:dscheplem, verwierf evenveel toejuichingen als
de e«nte. Urne van den Berghe en de hip»
VjtanK gaven vooral de heldeznaid en krao'jt hun
ner fraaie stemmen, de heer Pons, hoewel, hier
en daar de cmrerhetd iets te wnsehem overliet,
gaf ditmaal aaa zijne party' eens beleekenis, eeae
persoonlijkheid die het hem niet altyd gelukt er
in te leggen. Zgn gehiid vu krachtig, z$n actie
flink en waardig. .liet koor was even goed als
de vorigemaal, het vrouwenkoor bster, de klei
nere par^H*%efaalve dia der confidente (Mllo
Ricca) werden naar behooren gezongen. Het or
kest scheen niet geheel zeker vau afin zaak te
zjjo, of de directeur wat verstrooid, airhans hier
en daar werden omnerkebjke weifelingen en on
nauwkeurigheden bespemrd. Dit neemt niet weg
dat de Jiruialetn, eene opera van hst oude re
pertoire, ook deze tweede maal veel genoegen
heeft gegeven. ? ^
Prijsvraag. De Afrademie voor beeldende
kunsten te Muncheh heeft als onderwerp voor de <
prijsstnkken voor 1883 gekozen het standbeeld
eencr boetende Magdelena en bet plafond voor
een danszaal. ?
Tooneel in Italië. Het liei «r voor de
tooneelspelers niet overal zoo gunstig uit als in Nederland,
Terwijl men in Woenen over de slechte recettes
klaagt en in Rusland de subsidiën ophouden, zijn
er dezen winter in Italië niet minder dan acht
en veertig schouwburgen geslc ten gewc r Jen wegens
staking der betalingen; in Hoine zyn alle schouw
burgen, behalve het Apollotheater gesloten, «n te
Bologna moest de gemeenteraad een der schouw
burgen een .subsidie van 40000 ure toestaan.
Opgravingen. Yan tijd tat tijd vindt men in de onde
wereld nog hier en dsvr een munt of een halre
zuil, ? in Amerika doet men de dingen .op grOoter
schaal. Behalve de reusachtige ontdekkingen
van Déairé Charnsy in Midden-Ameriko, komt
thans in de Xew-Xorkscbe Tribune een verslag
voor van den heer J. Stevenson, die «yoe
n»sporingen uitstrekt onder ds ^pueblo-Indjunm" van
Nieuw-Mexico en Arizoza; hy i eist voor r. kening
Van het Smithsonian Institnte. Ug ondersw.ht eea
aantal steden, in de rots nitgebovwen; eeno van
deze was naar ujjne berekening bewoond gewewt
door 100.000 menschen. Zestig mijlen ver langs
de voorzijde van een kronkelende rotsmasaa waren
woningeu uitgehgnwen. De heer Stevenson brengt
een voorraad mede van vele duizenden stuks
aardewerk, enz.
JBaudrv's fresco1». Se heer Deck, de bekende
aardewerkschilder te FarUs, heeft proeven laten
doen met het doel om Bomdry's muurschilderingen i
op aardewerk te daon overbrengen en te laten '
bakken, voor het Beval dat het niet mogelijk >
bleek te zijn de Opera met electriscb licht te '
verlichten. De schilderijen hebben reeds voel van i
het gas geleden. De artist Lenaix maakte van '
een der paneelen een getrouwe copie, en nadat
zij in het vuur geweest was en geglazuurd, werd de
oppervlakte met een zuur behünaald oo» den glaaa
te verminderen. Naar men zejjt it bet succes vol
komen, daar de ropte donzelfden toon en deselfde
glanslooze oppervlakte heeft als het
oorspronkeqjk werk.
De koning van Italië heeft een decreet uitge
vaardigd, waarbij, na afschaffing van de vroegere
Vereentging voor Archaeölogio en Fraaie Kunsten,
aan het Ministerie van Openlteai; Onderwijs cene
permanente Commissie voor Fraaie Kunsten Wordt
toegevoegd, bestaande uit twaalf leden, vier schil
ders, vier beeldhouwers en vier architecten. ,
De minister van openbaar onderwas is or
president van en kan zich door een afgevaardigde
laten vervangen. De post van secretaris wordt
door een ambtenaar van het Ministerie vervuld.
De kunstenaars, die de commissie vormen, -wor
den benoemd door den Koning, zes van hen op
voorstel des Ministers en zes uit cene lijst, ua
vrjje stemming opgemaakt door de
kunst-academien en kunsl-instituten des rijks.
Gezegde commissie kan door den Minister ge
raadpleegd worden over alle zaken de schoone
kunsten betreffende en zal telkens, wanneer hij
het tioodig oordeelt, byeertferoepcn worden. De
leden dic buiten Rome wonen, ontvangen scha
deloosstelling voor reis- en verblijfkosten.
Élke twee jaar treden zes leden, daartoe door
het lol aangewezen af, ch worden door anderen
vervangen. De loting geschiedt afzonderlijk voor
elk der beide categoriën, waaruit de commissie
bestaat, zoodat de verhouding aityd geüjk blijft.
LKTTCRKl/NBE.
Wy Trstigen de aandMbt op een obUngs win
de Leidscbe Uoogescbool verdedigd aoadeniseh
pioefrohrift over de praematiiatle. De -beer
uir. O. H. Laogemeüer van Amsterdam ir de
?enryver van dat tfoe'l doordaobto en belder
ontwikkelde atuk. By kreeg aanleiding tot b<t
behandeloo van dit onderwerp, door het bekentle
Wiltom M»r,«nn« A* T«n«h
l
i