Historisch Archief 1877-1940
DE -3*. M S T EE D A M M E*f W EEK B'L A D :V O O B N E DE $ L -A ??»
No. 247
l
't
.
-J
HOÜGDUIT3CHE OPERA.
Orphcva vmd Eurydice,
Van zeer groote beteékenis in do
musiekge?ebiedenii b het standpunt, hetwelk Chr. von
luck inneemt ,
Hy is de eerste operacomponist geweest, die
de vrijheden van zangers en zangeressen wist te
beperken en, in veretniftiog met zyn librettist
CjUabigi, meor dramatische Kracht aan den zang
wist by te zetten.
Bovengenoemde opera is all eerste proeve op
dit terrein aan to merken. Hare eente uitvoering
to Wevneu op 5 Oct- 1762 vond niet zouder
bijTal plaats. S'olgeus Gluck zelf bestemde hu dit
werk om het publiek langzamerliand met «ijae
richting bekend to maken, terwyl later in zyne
Akeste, Iphiyenie in Atilis en Artnida zyn geo»t
onbewimpeld voor den dag zou komen.
OntegL'iizeprgelyk is het werk voor ons
licdendoogsch tcoueel veel verouderd; doch de zuivere,
reiue gclu-yfwnie, de schoone stemvoering in bet
koor en de delicate orkestbegeleiding trekken
iiog zoer de aandacht.
Do vooitrttffcly'ke tilt van de Rottardamsche
op-i a, Mevrouw Jaide, vervulde evenals voor
ttvec jaren du Orpbcus-party.
Haro dramatischo voordracht in de
recitatievou, da edelo toon in haro aria's en do schoon
heid har er standen wedijverden met elkander oin
deu Onheus zoo voortreffelyk mogelyk te
doen zijn.
Ook mej. Beihl was abj Eurydico eene lieve
verschijning, hoewel zij by bare zuster iu de
kun-,t nog de mindere is.
Mt«j. Kauer vonden wg als Amor niet meer
dau voldoende; misschiuii maakt zy by' minder
geduchte rivalen beter figuur; hoe dit nu, hare
voordracht klonk ietwat mat en flauw. Koor eu
orkoat hebben geene inoeily'ke taak te vervullen;
Yanda.tr dan ook waarschijnlijk dut zy' zeer schoouo
oogeublikken gaven aan te wijzen.
? POSSAUT.
Zeer velen al te velen bobben zich een
voortreffelijk kunstgenot ontzegd door de beide
repruzoiitatiën van Possart Donderdag, Die
Süuler, Vrijdag,Nathan der \feise;?pnbezocbt
te hiten. Op Marie Seebach na, is hy wellicht
de eerste ouder de vreemde ai'tisten, die in de
laatste jaren iu het Graud-Theatre lijn opgetreden.
De kennismaking was te oppervlakkig, om reeds
aanleiding te kunnen geven tot een uitvoerige
beschouwing van Possarts gaven. HU schynt den
Heer Bouwmeester verru te overtreffen m
fijnbeid van opvatting en vastheid van spel, on niet
Toor dezen onder te doen in rijkdom van mid
delen. Reeds hem te hooren spreken is een uit
gezocht genot
Zyn gelaat is vol uitdrukking, en ovenals hot
gebaar eu do stem, geheel ter beschikking van
den kunstenaar. ,
Van Possart wordt bericht dat hy een beschaafd,
en aan het Beiersche hof gaarne gezien man is.
Op het tooneel behoudt hy steeds een waardig
heid die a*n de kracht der uitdrukking, noch aau
de levendigheid eenig letsel doet, doch hem voor
?Vulgaire uitspattingen behoedt
Vooral zyn Nathan deed hem een schoenen
triomf behalen, en de verwachting is niet onge
grond, dat de Plantage-Schouwburg hedenavond
te klein zal blgken voor de dertigduizend zoneu
Yan Germanje, die men in de hoofdstad heelt
geteld, .,..'? .G.
Ewistministerit. De pas benoemde minister
van schoone kunsten in Frankrijk, Autouin Fronst,
die tegelyk met zijn schepper, Gambetta,
nonfülief 13 geworden, beeft in de Revue Politiqiie et
litteraire «ene reeks artikelen tot verdediging
Tan het afgeschafte ministerie aangevangen. Het
eerste artikel behandelt nog alleen de organisatie.
In den loop der maand April zal in het Salon
des Variétes, Amstelstraat, een oorspronkelijk
blyapel in vy'f bedryven worden opgevoerd, ge
titeld ; De Snf/tn'mtrgers, door Cb. de la Mar.
waad."
Eene liefde in net Zuiden, Gedichten door
Fiore della Neva. Sneek, H. pyttersen Tz. 1881.
WU hebben hier te doen met een echten dich
ter. Jeugd, gevoel, vinding, eeue, by ona te lande,
niet gewon* mate van belezenheid (eigenlijk
gezegd propaedeutische kennis, zonder welke
? nieuaant een pen'in de hand moest nemen) leve
ren de stof aan een reeds vry geoefend talent
om de 48 nommers, waaruit dit bundeltjeu be
staat ter waereld te brengen.
Ik maak er de bloem" geen grief van, dat zij
nog geen rijpe vrucht U. Haar geuren en kleu
ren verdienen genoten te worden, eu naar mijpe
meeniug is. vau beden af, den auteur eene gedis
tingeerde plaats onder onze kunstenaars verzekerd.
Ieder-een heeft de getn-eken vau zyn deugden:
ook de jonkheid. De auteur is my volkomen
onbekund; maar hy moet nog jong zyn. By het
klimmen in leeftijd, als by voortgaat zich te
oefenen, ook door lektnur, zal zyu smaak rusti
ger eu stelliger worden: zy'ne kunst zich niet
meer met schetsen te-vrede stellen
Al aanstonds, en het is een jeugdig gebrek
aan takt, brengt ons de titel on een verkeerd
terrein. Iemant, die zich Fiore della nette
(sneeuwbloem) tot psendonym kiest, is een vrouw.
Welke man zal zich-zelf by een bloem vergely'ken
M»ar ueeu: op blz. 5 wordt VAT> een guller"
g"SJV?uen'. 'n ^-» '"Ü*<iöe «iBen ge«onièdenii
T*j^"',-i nicnands op het stramien zyner lotgeval
len met vlugge band znne poéetische bloemen
borduurt, blykt ona to over, dat er eeu
troebadoer voor ons optreedt, geene chanteuse.
Is de Heer F. d. N. een troebadoer? Al zetten
wjj ons over den eersten iudrak heen, door de
onderstelling te laten varen, dat we een
dicht»-re* zullen zien, eene poöetische mannelyke figuur
wil ons toch, by bet lezen der eente bladzijden,
niet duideiyk genoeg voor den geest treden.
De auteur heeft ons aan 't redeneeren gabraehtV
Fiore della aeve? Neen, geen TTOUW. Kbsaura's
KBchtfluweelen lip (enki'ir.) beeft fijne wangen
gestreeld:" ten minste, zoo niet Erinn'nngsharp
door 't rnischend loover snuf '. tune Fan*
tatie" (ook.Fancr" genaamd,, .... , ?*? ««n, dat
by deze gunst genoten heeft Hy bepaalt Utmiezer by'
het onderzoek der vraag, of hij hier een ware geschie
denis tebuek stelt, dau of by eenvoudig, in bezie
ling, verdicht De konsciëntiönze lezer gaat hierover
nadenken, en voor zyn oogen treedt iemant op,
bleek Tan dichterengelaat waanchjjniyk, maar
gekleed in bramen paletot en grazen pantalon;
vermoedelijk met een ring aan den. vinger en
een zwarten flambard op bet toeristenhoofd.
Zoudt ge dat beleefd hebben, ja of neen V"
vraagt de lezer, en ziet den jongen reiziger, niet
v van Valenoia, aan de groenende kust der
i»* zyn aehtlooze blikken" op een boot liaan,
. .ai iu zich een drietal senora'a" bevindt
»U« iongsta der drie, op de roerpen gesteund,
Scheen vorst'iyk als Dido die Tyra» ontvlood."
? '*******??*'«*?? * * ?
A) mflmerend dwaalde baar blik naar den kant,
Waur 'k turende bleef met bewonderend oog;
Z0 blooede, was 't waarheid, dat in bare hand
Om mij zich de waaier thans sneller bewoog J"
De opmerking getuigt TSA ?chranderheid;'t is
aatnuriflk, dat men ze gaarne aitapreekt. Maar
de b*a«r gaat er niet ia mei. Bad de Heer F.
d. N. goed kuDDea TJadün (in den trant Taa
' de door hem boadveron gevoelen eaz>
aan «en derden persoon toe te kennen, of bad
bU gezorgd niet al te duidelijk
metXlX*-Eeuwscne paletot en pantalon voor den dag te treden,
men zou hem geloofd hebben.
Nu heeft zgue meddealing iets biiondor naïefs,
en ook door bet geheele verhaal heen maakt de
held een eenignins zwak figuur, ea het verwon
dert niemant, dat Rosaura, hoewel onze toerist
haar het leven gered beeft, eindigt met van htm
wech te loop*n.
Hy teekent zich-zelf als iemant, die voUtrekt
geen Hertog is, noch Grande van Spanje ; maar
hy beeft toch ecu aurU" en een ..titel" (blz. 141)
Zou hy iu de Ridderorde der Eikenkreon reeds
eeuu plaats veroverd hebben V Zuübühut
-ambt" vau eersten klerk op een Haagsoh bureau
bekleeden? Gaarne zou ik een attaché, des npods
een secrétaire d'ambawade van hem maken;
maar zóó introduceert hy zich iiiet En de ont
knoping is niet geschikt om hem te doen rijnen.
Ziehier het geraamte vau het dichtstuk, dat
uit verscbilleudo epische eu lyrisch*» rhapsodièa (in
den edelen zin des woord») is samongvstold.
De dichter doet u eoue siüsta awn de Westkust
vau het Iberitwch schiereilaud by wonen. Allus
sluimert.
.Alteen, door den golfslag gewiegd en gesust, . .(.
Dreef langwam oeu boot uuar de (jroeneuilo kust;
in die boot, gelyk ik boven reed» verhaalde, bevindt
zich eeu jonkvrouw :
Haar donkere lokken gestreeld door den wind,
Omlijstten al golvend het edel gelaat,
Een roos, door het zonlicht met purper getint,
Viel neer langu den boezem vau 't luchtig
gew.ft rt /l "
By 't aan land stappen stort zy in zee:
een worstling, een kroet. . . .
Ik zie haar verzinken,,., «u 'k werp uie in den
vlood..."
Gered!... 'k Heb baar gered!"...
Myn God!.., Wat is zy schoon.,..
Als eeu manuren Madonna U 't bleeke gelaat,
Ala eeu heiligenbeeld, op welks sneeuwwitte koon
Aanbid! ' geschreven staat . . ."
Hy weet niet zeker, of hy baar, zy hem bemint.
Hy ontmoet baar op een bal, eu wordt onder
scheiden ; toch vreest hy, dat by zich iu haai1 be
driegen- zal. Niet-te-miii, hy vraagt haar.
De sterreu hoorden 't antwoord,
Do zefier droeg het voort,
Door 't rits'len van de blaren
werd zacht haar ja" gehoord;
De bloemen geurden stiller '
'en lispten om ous heen,
Het moskloed straalde zilver
. waar vrieudlyk 't maanlicht scheen."
Een kreet van den nachtuil jaagt hem echter
weer vrees aan. Zy ontmoeten elkander nog al
eens; maar beur vader, een Hertog, heelt het ver
staan, en haar verwyderd naar eeu kasteel, door
Rodngo gebouwd" (met deu klemtoon op -fio).
Zy schryft heru, en hij .besluit haar hand ook aan den
vader te vragen; er is wel veel verschil van
stand, maar het is oen eerlijk bloed, dat warm
door 't hart [hem] vliet,
En 'k draag met fier gemoed,
Den naam zoo braaf eu goed
Dien uiy' eeu vader liet."
De lezer stelt zich hier iets voor als Mc fier of
Smit, en door hoe wakkere Nederlanders die na
men ook gevoerd worden, 't heeft iets komioscb,
ze met een Castillaanecke Hertogsdochter in
verband gebracht te zien. Hy' richt haar een
sonnet toe, om hoor heur woord te-rug te geven.
Maar heengaan kan hij nog niet, en gelukkig !
want een bode van 't kasteel brengt heul 't
beric.it, dat Rosaura zeer ziek is. Zy verkwijnt om
hem. Ily snelt er heen; Vader eu moeder willen
hem als heur bruigom aanvaarden, mids zühun
kind maar in 't leven zien bly'ven. Hier plaatst
de dichter een uitnemend fraaye schildering van
het verslaan der Saracenen door den Cid, nog
na zün dood.. Deze held toch, gelyk ik zeide,
had het kasteel gebouwd. Vole tooneelen uit
de Spaansche waereld worden voor ons ont
rold: herinneringen van de Mooren, het Rid
derwezen, de Kloosters, de kerken, en dat
alles te midden van een ryke natuur. Zelfs wordt
er nog eeo pyl afgeschoten op de inquisitie, en
Spanje een machtlooshaid toegeschreven, die het
gevolg is van den ondergang der Arabische
cersubappy'.
Ondertusschen is onze held zoo vél met zy'ne
Rosaura, dat de dichter zich-zelven en haar
vergelijkt met Dantes Francesca da Rimini en
haren minnaar, eu het beroemde gezegde ge
deukt: Quel giorno piunon vi leggemmo avante."
Nu neemt de lezer toch uiut meer aan, dat 's dich
ters duister voorgevoel bewaarheid zal worden. Weer
schildert hy een balzaal. Waarschynly'k munt hy'
hier niet uit; maar erger wacht hem: een stie
rengevecht. Het slot is, dat lioaaura zich uit het
vaderlyk paleis ontvoeren laat, door... den Matador
uit het stierenperk! 't Is heel treurig:
Zy vlood dan heen. . , . en by het bruidsgewaad
Liet zy den brief, bekent'uis harer tchaud,
Gezegeld met den ring dien ik haar zelf
Gepast heb aan de kleine witte haud."
Treurig! maar wat behoeft zoo'n eerlijke.
bureauklerk ook te verlieven op een
middeleeuwach Vorsttmkind j
?En nogl [ haddej^bt^^, « maar'ta den
- _.. persoon behandeld! Het lot van den
dichterlykeu molenaarsknecht, die op de schone
MUllerüin" verslingerd raakt, boezemt,
onvermengd. ons diepe deernis is, terwyl We booglyk
gemeten van de knust. Die buer ia zelf de dich
ter niet; dat voelt men: al wordt het niet ge
zegd. De zaak is zoo draniatiesch opgeiet, dat
die half lummelachtige, half fij «gevoelende figuur
'daar «Ja eene schepping naast den dichter komt
te staan. Dit objektiveeren beeft de Heer F. d;
N. niet vermocht. Dat is de fout vau zyu stuk.
Het u zoo ly '.? oh, dat men niet anders denkt
dan: die holinndsche jonkman heeft een reisjeu
naar het vaderland van Velasquez en Lope de
Vnga gemaakt, en beeft daar een dwaasheid
gedaan.
De afloop is, dat Rosaura door haren toreador
verlaten wordt; zy heeft een kindijen, dat Tan
koude en hongersnood" sterft Zy danste ....
Toor wat brood!" Dat is óók min juist gezien:
van dat fiere kind van Valencia, eene
atraatdangr-res te maken. Zulk een beroep moet vroeger
begonnen worden. Zy sterft in 'a dichters armen.
De auteur beeft mij déeer gedaan naar mijne
meening te vragen. Ik heb myne aanmerkingen
onomwonden uitgesproken; maar, zoo als ik in
den aanvang zeide: ik loop boog met dit talent;
en ik waardeer ten zeerste zoo veel studie enden
eerbied voor de kunst, die daaruit spreekt
Gaan we, met de pen in de hand, het bun
deltjen nog eren door.
Iu de eerste plaats een kompliment aan den
Heer H. Fyttenen, Tz. te Sneek, die een onder
nemend nitgever bbjkt te zijn, en voor bet ter
perse leggen Tan de zangen onzer jongere Muzen
aanspraak beeft op onzen dank. Het tegenwoor
dig bundeltjen' n wér netjens gedrukt; maar het
Omslag, boe wouW-Je-modern ook, beandwoordt
weinig aan de Toprscbriften eener redelijke orna
mentiek. Het omlijato '£«? t«rt>z un HBT
ZoiDUf valt bflv. buiten , den titel, staat op een
ander plan dan gedichten" ene.
Blz, 6 staat neêrvleit'V dat neêrrUjt" moet
anders eenparige strofen na eens 4. dan eens 5,
dan eens 6 vooten. Ik waardeer, dat de dichter de
woorden gratie" en taille" durft gebruiken.
Bis. 13: Den glimlach, door valschheid gewrocht".
Blz. 15 ryuit .refrein" op Jasm«a'T, blz. 81
.grijs" op paleis", blz. 82 schwden' op lüden".
liet slotkoeplet vau blz. 10 munt wat sterk. Bl.
13 staat -Gelukk'ge tyd!" Blz. 19 met 't vuur",
blz. 28 .tlit 't beeld", blz. 68 mVt strijdperk".
N*. X is wat moeilijk van maat Ook u*. XII.
N . XIIl is ryk vau vormen zuiver van gedachte;
all««n het woord droomeu", dat in strofe 3 een
hoofdrol are j) t, bad iu str. l vermeden moeten
wordeu. Blz. 31 komt uest'leu" my bedenklyk
voor. Ook is bet heul vie«md dat in deze
reeks gedichten, dio aau allo eischen
vanzedeiykhcid uu kitijchhoid beandwuorden, gezegd wordt,
dat de dichter Rosnura iedreu nacht op 't mollig
oovergras zag neet'leninjzynl arm". Hot smakeu
vau homöUuaten" op die bl«. (de 34e) ia ook
wat ]>romp uitgedrukt. Da laatste regel van N,.
XYIH ia liiiOüdfr zwak. Ulz, 33: niet 't". N».
XXIV, XXVI, XXV11, XXXII, XXXIII, XLI, XLII,
XL1V, behooren tut de zeer fraaye. Bl. 44 ia
uiokerprwf vroeiuii Bl. 48 is bizondür ryk
gedacht, Bl. 62: Murilloos maagden" te schetsen
ah laukerui In Uaccliantiech hefdevuur" is wel
wat kras, Blz. 53 zon du Inquisitie Spanje in een
graf" hebben dosu verkeeren. Men zal dau
echter moeten bekennen, dat do
kerkhofschimwen zich, in 't bogiu dezer eouw, viy uadruklyk
tegen da Napoleontische lüveusvolle troepen
ge\\vcrd hebben. Op b!. 57 wordt al to argloos
gezegd, dat Rosaura en haar minnaar niet ver
der voortlazen", Die uitdrukking heeft by Datite
een speciale beteekoüis, dia do Heer F. d. N. er
niet ineó bedoeld kan hebben. De eerste regel
vau die lautste strofe ia ook te kort. Bl. 58, reg.
2 en O, bl. 73, reg. 13, hiaten. Bl. 70 «Uat: durft-/c.
Bl. 73, reg. 5 v. o, 'u to kort. Bl. 74 is iivondlijk"
te wraken. Ik meende, dat we aau nachtty'k"
reeds genoeg hadden. Wij gaan anders naar
ochtendlijk" en uamiddaKlük cuz. toe. Bl. 81,
dtr. 5, lu rog. t« lang. 131. 83 wordt aan den
maUdor" van ttr. 4 te veel eer gedaan. Het
woord trekt te veel licht, 't Is (reen scheldwoord,
als balatlin of liistrion. Bl. XLIIIis verschi otien
iu 't zilte nat" vreemd. Enkole drukfouten zal
de Heer F. d. N,, zelf wol ontdekt hebben. Ik
wilde de lust mijner vitteryen niet to lang maken.
Zij is reeds te lang: want het schynt, ondanks
my'np eerste woorden, ilat ik niet met deze poëzie
ben ingenomen, eu toch is het van het schoonste
dat ik m de laatste jaren in 't Ilollaiidsch gelezen
heb. By al do nanschouwly"khcid, waar do dich
ter sich op heeft toegelegd, by het hartstochte
lijke wat zich in zoeten roystischen toon, hier
en daar, uitspreekt, is ook ten hoogste de
kieschheiil te waardecrcu, waarmeu het vrouwlyk
schoon bezongen en de liefkozingen geschetst
wordeu; maar ik moet wel bekennen, dat de
portretten hier en daar wat levendiger
gccharakterizoerd hadden kunnen wordeu. Hot
uiouschbeeld, de lyziouomio, de profielen, verdienen nog
wel wat meer studie.
Ik hoop hartelijk, dat wo den auteur van
dozen buudcl spoedig op-nieuw mogen ontmoeten.
9 Mrt 1832. Alb. l h.
Te Leipzig by Gresner en Schramm verschijnt:
1848?18/1. Geschicbtéji der Neuzoit von Corvin.
Coi'vin nam in 1878 deel aan don opstand in
Baden en aan de verdediging van Rastatt, bracht
langen tyd in Frankrijk, Engeland en Amerika
door eu streed mede in den oorlog tegen de Zuide
lijke Staten. Z|ju werk belooft een echt volksboek te
worden, waarin een vrije toon en levendige voor
stelling dei- feiteu tot wzen uitlokken. Het werk
zal bestaan uit ongevwfr 25 afleveringen.
Zedenbescherming. Het Openbaar Ministerie te
Berlyn heeft zich niet laten afschrikken door het
slecht succes dat zyne vervolging van Spwlhagen's
Angela gehad heeft, maar zal thans weder we
gens onzedelijkheid een beschuldiging indienen
tegen een roman van Geusicheu, Felicia.
Braeiliê. Te Rio-Janoiro ia in December eene
tentoonstelling geopend van al wat op de ge
schiedenis van Brazilië1 betrekking heeft, uit de
openbare bibliotheken en de verzamelingen van
bijzondere personen byeengegaard. De
Braziliaansche regeering is van plan aau de Kamer een
krediet te vragen tot het vestigen eener nationale
universiteit, welk plan reeds veel besproken .
. De Persac van den grooten tragicus
zal to Weimar worden opgevoerd mot. muziek
Tan den erfprius lan Saksen-Heiningen.
Etfuscisch. Prof. Rugge van Christiania, wiens
meeningen omtrent den oorsprong der Noordsche
godenleer zooveel bespreking m de geleerde'
wereld hebben uitgelokt, is, naar men zegt, thans
met Etruscische onderzoekingen bezig. Zyne
vrienden verzekeren dat hy volkomen het geheim
heeft opgelost van de plaats die deze taal iu de
familie der talen inneemt, van hare
verwantBehappen en afleiding, dat het hem gebleken, is
dat haar oorsprong Indo-Germaansch is eu in de
verte overeenkomend met het Latijn eu de andere
dialecten van oud-Italiê.
dienst. Verbeteringen by bet dietüleeren ea
rectificeeren Tan alcohol, meereudeab met af beel*
dingen.
. Verg. ook UaV 23. Op blz. 8 gaan Tan de
2 rijmende woorden 20 uit op de tandletter.
IB IM. IY (Uz. 9?U)b*bbendeJaaUte,regel*der
^ . « "beer Buslaieff
-OTI een werK'Qoen verschijnen over de ontwikke
ling der godsdienstige begrippen in Rusland.
Eerst zal 1MJ een overzicht Beven van de gods
diensten en denkbeelden ju Rusland; dau al wat
het gemeenschappelijk erfdeel der enropéesche
volken uitmaakt daaruit afscheiden om te komen
tot dat wat het strikt karakteristieke van Rusland
vormt De conclusie waartoe de beer Buslajeff
komt, is dat de geest van den Rus sterker aan
getrokken wordt door, eu eeu dieperen indruk
ontvangt van -de vraagstukken van den godsdienst
dan die van eenig ander volk.
Inbond Tan No. 8 Tan Taalstudie: L. M. B.
Eustache Deschamps I: C. A. Hofman, Les jphis
anciens monuments de k' langne francaise ; O. M.
Robert, Lez degré» de comparaison et
lei.looutions comparatives; L. M. B^ BnUetin
bibhographiqne: Qaestioni et réponses; C. J. Voortaan,
Remarks on rednplioatien andafewstrong verbs;
O.-Stoffel, Sball and Will : Frantzen, Znr
xamenfroge en Ueber die Dechnation der Snbstantiva.
In de 2e maand-afleveringvan Eigen Haard
wordt verrolgd: Het kasteel WesthoTen op
Walcheren in Zeeland, door Mevr. A. L. O.
BosboomTouisaint (met illnstratiën) en komt een novelle
voor van Martin Kolff: Potvertereu.' Verder e.a,
een opstel van Mr. 8. Muller: o ver het Spanjaard
gat te Utrecht; Tan F. Najrtglas: over een paar,
merkwaardige gevels te Middelburg; Tab Dr. E.
T. d. Ven: over Electrische schellen; Taa J. A.
Bientjea, met 't opschrift: Vóór allei een gezond
lichaam, enz.; Portretten Tan David Hirsch en
F. J. Stamkart; gravurei o. a, naar Israël* en
Quinn Brekelenkamp.
Inbond Tan aflevering 8 Tan de Natuur. Iets
over struisvogels en hun kuituur in Zuid-Afrika.
Het elektrisch licht De gloeüampran Swan. Ook
iets over bet vegetarianüme. Het trekken der
dieren. De eenvoudigste spreek-telefonen.
Een nieuwe wfiz« Taa verwarming. Oe
kolibri's. De mikrofoontalefoon Tan Blake. ? De
elektrische ameltovan Tan Dr. W. Siemens.
Het poollieht. MeteorologUche waa
U Amjtardam.-Be, elaktort«kkkv
militaire Kaken.
EEN SLECHT SCHUTTER SCHIET HET BEST
MET EEN REPETEER-GEWEER.
In 't laatst van 't vorige jaar zag in
Duitsohland een uitmuntend werk bet licht, dat den
volgenden titel (Vaagt: .Die Repetir-Gewehre.
Ihre Getohiohte, Entwiokelong, Emrichtung und
Leistungfahigkeit. Unter besonderer Ber
cksichtiguug amtlicher Schieasverauohe und mit
Benutzung von Originalwtiffen dargestellt" Dit
werk, opgehelderd door 56 boutaneden en vele
tabellen, u ia ons land te verkrijgen tegen den
prijs vau ?4.70. Eene eigenaardigheid er van ii,
uut de schrijver zyn naam niet bekend maakt,
of.choon deae vernioedely'k in Duitachland een
goeden klank tal hebbeu, en aldaar tbani geen
geheim meer zal «ijn.
De titel van het boek geeft den inhoud joint
weder. Achtereenvolgens worden er in behandeld:
1. De ontwikkeling der repeteer-geweren tut
de invoering dor patronen, waarbij ilo
gasafsluiting door middel vau de huil wordt tot stand
gebracht.
2. De ropeteer-geweren gedurende den
Amerikaanschen burgeroorlog, en hunne invoering in
Europa tot het jaar 1871.
3. De repeteer-geweren sedert den
FranichDuitscheu oorlog.
4. De niet zeli'werkende, benevens de
zelfwerkendo snellnders.
liet geheelo werk is belangrijk uit een militair
oogpunt beschouwd, terwijl bovendien tal van
gegevens en beschouwingen, ook voor ons land,
een publiek belang hebben, ten minste voor hen,
die er prijs op stellen Nederlander te zyn, en
voor wie het dus waarde heeft te weten welke
maatregelen er ten opzichte der bewapening ge
nomen kunnen worden, om ingeval van oorlog
ons volksbestaan te verzekeren.
De krijgsgeschiedenia toch geeft menig voor
beeld aan, waarbij verschil in vuur-snelheid
tusschen twee wapenen een beslissenden invloed'
hoeft uitgeoefend op het lot der strijdende par
tijen. Om een dezer voorbeelden aan te halen:
in don veldtocht van het jaar 1866, waarin, tusscho
do geweren vnn Oostenrijkers ea Pruisen, een
verschil in vuursaelheid bestond van l tot 4 of 5,
is dt'üe verhouding terug te vinden uit eene ver
gelijking van de grootte der wederzndsche ver
liezen ; deze verhielden zich namelijk als 4,43
tot 1.
Velen meenen zeer ten onrechte, dat het geen
nut heeft om bijv. meer dnn 8 schoten ia de
minuut te kunnen doen, aangezien een grooter
aantal munitie verspilling zal wezen, of wel dat
het geen waarde heeft een minder geoefend schut
ter een juist-schietend en anel-vurend wapen in
haudun te geven. De praktijk heeft echter hot
tegendeel bewezen, en theoretisch is het laatste
door den Beierscheu Majoor Mieg op de volgende
wijze aangetoond.
Wanneer men drie geweren A, B en C heeft,
waarmede men respectievelijk 12, 15 tot 16 en
SU tot 22 schoten in de minuut kan doen, heeft
men voor ieder schot ongeveer 5, 4 en 3 seconden
nóodig. Wil men nu mot alle drie geweren
slechts 8 schoten per minuut doen, zoo heeft
men hiervoor respectievelijk nóodig 40, 32 en 24
seconden: voor het richten by ieder geweer blij
ven er dus 20, 28 en 36 seconden over of 2's,
3Vüen 4'/s seconde per schot. Met het
snclstvurend geweer heeft men bijgevolg den meesten
tijd over tot richten, wanneer men genoemd
bepaald aantal schoten per minuut wil doen. Een
geoefend, zoowel als een minder geoefend schut
ter zal daarvoor met het geweer C het beste
schieten.
Van alle landen in Europa, waar gehecht wordt
aan eene goede bewapening, staat het kleine,
maar vrijheid» lievande Zwitserland bovenaan.
Daar heeft men steeds erkend, welke voordeelen
er aan eene bewapening met uitstekende geweren
verbonden zün, en ook thans weJer met juisten
blik de voordeelen ingezien, die repeteer-geweren
hebben boven eenvoudige achterladers. Na tal
van proefnemingen is daar voor de bewapening
van het geheele leger het Vetterli repeteer-geweer
ingevoerd, een wapen, dat een kaliber van
10,4 m.M. heeft, en een magazijn dat 12 patronen
kan bevatten (model 1875). Het geweer, geladen
met 13 patronen (én in den loop), weegt slechts
iets meer dan ons Beaumont-geweer, bovendien
verschilt de prijs niet veel.
In Frankrnk is by de marine een repeteer-ge
weer, fttelsel Kropatschek, ingevoerd, dat nage
noeg dezelfde patroon heeft, die by bet leger
in gebruik is. Men ging daar van hekdenkbeeld
uit, dat voor den dienst ter zee een
repeteergeweer zeer gewenscht is. By landingen, ge
vechten in sloepen, enz. komt do marine in
toestanden, waarin bet overwicht der bewapening
moet aan vullen, wat aan het gering getal der
manschappen ontbreekt. Tengevolge van deze
invoering worden thans by het leger proefne
mingen op groote schaal genomen met
repeteergeweren.
In Oostenrijk heeft dit laatste «veneeus plaats
vnorüMnelyk tusschen de s'eliels Kropatschek en
Bpitalsky. Eerstgenoemd stelsel zal aldaar ver
moedelijk ingevoerd warden.
Wat er in Duitschland op dit gebied plaats
grijpt, is grootendeeh gehuld in esn waas van
geheimzinnigheid. Men kan echter zeker zjjn,
dat in 't vooruitzicht van een revanche-oorlog
met Frankrijk, daar ook niet stil gezeten wordt.
In Zweden en Noorwegen is sedert 1677 by de
marine het minder goede repeteer-geweer
KragPetterson ingevoerd, terwijl in 1881 voor het
leger ia aangenomen het zeer goede, stelsel
Jarmaun. Met laatstgenoemd geweer, dat een kaliber
heeft van 10.15 m.M., kan men zelfs tot opeen
afstand van 2800 M. schieten.
In Spanje, Italiëen in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika worden proeven op groote
schaal genomen met repeteer-geweren. Ia eerst:
genoemd rijk ondar andere met het geweer
stelsel Evans, waarvan het magazijn 26 patronen
kan bevatten. .
Wat Turlqje betreft, d» enorme verhezen, die
de Ruisen voor Plewna leden, fijn bepaald toe
te schreven aan de goede achterladers en repe
teer-geweren, die de Turken toen reeds hadden.
In 't vorige jaar heeft, ten behoeve TUI Tur
kije, .weder eene bestelling TUI 32000
repeteergeweren plaats gehad. ?
Het ii hier niet de geschikte plaats om over
dit alles, en nog meer, beschreven in gemeld
werk, langer uit te weiden, evenmin om van
andere luiden te inreken, waar hetzelfde streven
heersoht om repeteer-geweren of «nelladers in
te voeren. Slechts doelen wfl nog de slotbe
schouwing van den schrijver mede, die aldus
Itüdt:
De infanterie TBS dat luid, alwaar het
repe«teer-geweer voor het eerst in verbinding met
eene goed werkende kartets-patroon ingevoerd
.wordt, ui op het slagveld der toekomst hètselfde
overwicht bezitten, dat da Pruisische infanterie,
in het Jaar 1866, bad tegenover d* met
trompladert bewapende Oostenrijkers en
Zuid-Duit.tcherf."
Slaan wl) thans een blik op onl land. Hier
hebben in 't afgeloopen jaar, büde
NormaalBebietwbool, «el proefnemingen pUats gehad
met repeteer-geweren en melladeri, maar daar
dit op eene kleine schaal geschiedde, komt de
geweer-quaestie blijkbaar voereertt niet aan de
ed* TM. den. dag. MflUóeawa wwden besteed
om forten te bouwen, doch al dat geld is weg*
geworpen, wanneer er ge«u goed geoefeude en
gewapende mannen xün om die forten te verde
digen. Ons leger alleen is hiertoe te swak,
terwjjl onze infanterie langzamerhand achter
raakt wat de bewapening betreft. Onze schutterij
is ongeoefend, en gewapend met een geweer,
dat men te vergeeft «elft bij de Turken zal
?ooken. Bovendien bestaat er geene eenheid.
van patroon by leger en schutterij.
Wanneer men vergelijkt, hetgeen er op mili
tair gebied in andere landen plaats grijpt ntet
wat Dij ous geschiedt, cal menigeen tot net be«
sluit komen, dat iaën elders veel oorlogtuchtiger,
dus slechter, is dan wij, of wel, dat «non daar
vrüdom is, terwijl wij natuurlijk de wijsheid in
pacht hebben. Het oordeel, dat onze naburen
over ons vellen, zal daarentegen vermoedelijk
wezen, .dat wij slapen, of Kiende bliud züii, hoe
wel zy, op onze woorden afgaande, nooit aan
onze vaderlands- en vruheidshefde zullsn twijfe
len ; want hebbeu wij niervan niet steeds den
mond vol?
J. R. C.
MEDEDEELINGEN UIT DEN VREEMDE.
Het plan bestaat, in het DuiUche rijk, om in
het jaar 1882?1653, even als zulks ten vorige
jare plaats had, de tienweeksche oefening der
ss. g. .Ersatz-reservisten", gedurende de herfst
maanden te doen plaats hebben, en wol op zoo
danige wijze, dut iy in het begin van November,
wanneer do rekruten-oefeningen beginnen, zal
afgeloopen zijn. Verder is men voornemens de
in dit jaar eveneens plaats grijpende tweede vier
weken-durende oefening, zoo in te richten, dat
zügedurende de laatste vier weken der tienweeksche
oefening plaats heeft, terwijl de oefeningen van
hen, die het beroep van ach pper uitoefenen, eerst
in het winterbalfjaar 1882 83 zal plaats vinden.
Wat betreft de tienweeksche oefening der
Ersatzreservisten \yordt de wensch uitgedrukt, dat. deze
niet, zooali ia het afgeloopen j Aar bij enkele leger
korpsen het geval Was, langer zal duren dan tot tiet
begin der oefening van de rekruten. Men merkt
op, dat de daardoor veroorzaakte gelijktijdige
oefening voor Enatz-reterviaten en rekruten niet
alleen oorzaak is, dat door de gelijktijdige afgave
van het noodige voor de oefemug benoodigde
kader, zoomede van de voor het oefeningsdoel
dienende terreinen en lokalen nauwliïks te over
winnen zwarigheden, ontstaan, maar dat daardoor
aan de goede en doelmatige oefening van beide
eategoriën van militairen' benadeeld wordt.
Als toelichting op het bove-xtaande diene m
't bijzonder voor onze nie* militaire lezers,
dat de Eraate-reserve 'm Duitschland, bestemd
is om, by ongewone behoefte, het leger voltallig
te maken. De Ersatz-reierveplicht is derhalve ai
plicht, by zulke buitengewone behoefte in het
leger te treden. Hy duurt van af het oogei.blik
van overgang in de Ersatz-reserve tot aan het
voleindigd» 61'" levensjaar.
De Ersatz-reserve wordt verdeeld in tweo klas
sen ; de Ie klasse dient om het leger voltallig
te maken in geval van mobilisatie en ter vorming
der Ersatz-ti oepen. Bij deze Ie klasse worden
jaarlijks zooveel manschappen ingedeeld, dat na
vijf jaren, onder alle omstandigheden, in de be
hoefte' een er eventueele mobilisatie kan worden
voorzien. By voorkeur worden daarvoor die per*
sonen genomen, die degelyk genoeg gevormd
zijn, maar als overconipTeet niet ingedeeld kun
nen worden; verder die dienstplichtigen, wier
huiselijke' omstandigheden, in geval van oorlog,
eene bijzondere toegevendheid rechtvaardigen,
e slechts voorwaardelijk goedgekeurden en ein
delijk zy, die slechts tijdelijk onbekwaam *ün de
wapenen te dragen.
Alle dienstplichtigen, die tot de Ersatz-reserve
zouden moeten benooren, maar als minder ge
schikt of overcompleet niet bij de E.-R. Ie klasse
zyn ingedeeld, worden ingedeeld bij de E.-R.
2e klasse. De manschappen dezer 2e klasse zyn
in tyd van vrede, van alle militaire verplichtin
gen vrij. In t»d van oorlog eouter kunnen zij,
in geval van buitengewone behoefte, gebezigd
worden om het leger voltallig te maken. Tot
deze klasse behooren bovendien de manschappen
der E.-R. Ie klasse, die gedurende vyf jaren by
de Ie klasse ingedeeld zijn geweest
Si
BIBLIOGRAPHIE.
Militair Blad. No. 5.
Opstellen. Regeling van het mil
bij de wet liet aardappelschilwerktuig.
Mededeelingen van verschillenden aard. De
formatie van het leger in -Nederlandsen Indi
(Vervolg). De benoeming van
aapirant-officieren en de regeling van bet militair onderwijs in
Kederlandsch Indië. Berichten, Benoemingen
enz.
SCHAAKSPEL.
No. 18.
V»n Ace Perdn ta Jlidretto.
aWABT.
a. b. «. d. e. f. g. b.
WIT. ?
WU speelt toor eo geeft In 8 zetten rott.
Oplotting van Schaakprobleem No. 10.
l D 8 D i H 8 O 5
3 D D 8 ad Ubltam
8 A 5 1)3 of A 5 D 8 mat
NAGEKOMEN OPLOSSINGEN,
Tan No. 9. Goed waren dia van H. E. E, an O. M. D.
ta Amatardam (van No. S tie opmerking; ondsr onze
oploaslng); E. ta Brlelle; v. D. ta Honsholred(jk; K. O.
te'» H*«e en H. te Delft.
Van No. 10. Juist» oplosalcmn van Taoqaas; Mej. H.
O. B.; Henrli Duo: Een paar liefhebber»; Mr.ïJLL.BL;
Ben onarvaran aohaakapalar, allen te Amatardam; Jtr.
A. L. . t» Z.j B. te Leiden (Termoedeljjk da letter
gebroken ondar 't afdrnkken); X. F. D. ta Helder; T. F.
O. M Bottardam; llavr. K. t, K. te Kampen en H.B.E.
te Amaterdam. . . _
Tan No. 10. Goed waren dia vaa Anna ta
Veenendaal;Lltavr. B. ta 'sHaga (Btj No. 8 ontglipt U de iel
8 T t 8 D 8 mat); R, B. te Dolft; B. v. W. te
Colamborgi B. ta Br.; B. ta Zwartalols; H. ta Delft;
C. K. D.; da bolde W'«; H. P. K.; Kat a's vieren, an
J. J. B. H. No. 9 an 10, ta Amatordam.
No. 11. Een bekroond probleem kan baxwaarUJk door
aan plattt oplewilng ontknoopt worden. Er ia nog t|jd
voor W. an een paar liefhebber», om bat jolato
tegenapal ta coakan. Hanri jolat. maw ta weidt: varia&taa.
K. B. goed, (Er ataat abnrief No. It).
BEIEFWI88ELINO.
H. S. E. No. 13 cal ow probleem rfln.
Mevr. i K.,?No. 14 ia roos U bastand.
Ko. 247
DE AMS-T-BRD A M M B B, -WEEKBLAD VOOK KEDERLAND;
(Sohefs uit Jutland door Alexander Eieüand).
Er wal een» in de herberg van Krarup een
meiije,' genaamd Karen.
Zy zorgde geheel alleen voor de bediening de
gatten, want de kastelaines liep by'na altijd rond
uanr baar a'.eutela zoekend. En er kwamen velei
in de herberg Tan Kramp, zoowel menschen ui
de buurt, d-e zich daar Tereenigden wanneer h
donker begon te worden op herfstavonden en in
de gelagkamer koffie-punch zaten te drinken,
zonder een bepaald doel, als reizigers en wande
laars, die blauw van de koude en doorwaaid, me
de voeten stampend binnentraden om zich iets
warms door de keel te gieten, zoodat zy het weer
tot de volgende kroeg konden uithouden.
Karen echter kon het alleen wel af, hoewel zi
heel kalm heen en weer liep en nooit haast scheen
4.o hebben.
Zij was klein en tenger, nog bijna een kind
ernstig en niet spraakzaam, zoodat de handels
reizigers geen behagen in haar vonden. Maar de
bedaagdere lieden, voor wien bet bezoek aan de
herberg een zaak Tan belang was en die er 01
gestela waren de koffie, die zy hadden "besteld
spoedig eu kokend te kry'gen, hadden Karen te
liever, En wanneer »y tusschen-de gasten door
gleed mot haar presenteerblad gingen de welge
dahe in baai gekleede gedaanten uit den weg
men naakte plaats voor baar, het gesprek stokte
een uonenblik en iedereen keek haar na; ze was
-'- -oo bevallig!
en had van die groote grijze oogen, die n
ju aan te zien en tegely'kerty'd ver, zeer
aan gericht schenen, en haar wenkbrauwen
. sterk gebogen, als of ae zich in hooge
over iets verbaasde.
omden dachten soms dat Koren niet goe<
ind wat zy besteld hadden. Maar zij hoorde
en vergiste zich nooit Ze had alleen iets
srlyks, alsof ze heel in de verte naar iets
of luisterde, of wachtte, of droomde.
wind.kwam uit het westen over hetvlakk
Hy bad breede, dikke golven over do zee
iteld; vol zout eu vochtig van den schuim
jy zich op de kust geworpen. Maar in de
> duinen met het lange helm was by droog
( eu eeu beetje moede geworden eu toeu
) herberg Tan Krarup bereikte had hy noj
kracht genoeg om de poort Tan den sta
;n openspringen.
de poort sprong open en de wind vulde de
i rttmte en drong door de keukendeur, die
i kier stond. En ten slotte werd de drukking
e lucht zoo sterk, dat ook de pooit aan dei
an Jiant van den stal opensprong. Eu nu
de weatewind triomfantelijk er door heen
de lantaren, die onder de zoidenng hing
en. woer zwaaien, rukte den stalknecht de
?yan het hoofd en wierp die naar'buiten in
oistemis, smeet de paarden do dekkleedeu
den kop eu woei een kip vau de
kippenladi deu wuterbak. En de haan hief een
vreese«schreeuw aan, de paarden werden onrustig
den vonken uit de steenen spatten, zelfs d<
die zich dicht by de kribben op een hoopje
?eneateld, om dadelijk er by te zyn
wau?' haver werd neergeworpen, begonnen te
en de wind loeide met oen helschlawaai,
ju paar mannen uit de gelagkamer
kwa..ch met den rug tegen de deuren van d<
klemden en die deden dichtgaan, terwy
m uit de groote tabakspypen hun iu den
vlogen.
deze daden te hebben volbracht, wierp de
zich op de heide, vloog langs de diepe alool
hudde de postkar, die ny'ongeveer een halve
van de herberg tegenkwam, geducht door
at beeft hij toch altyd een vreeselyke haast
de herberg van Krarup te komen" bromde
istillon Anders en liet do zweep over de
ende paarden gaan.
vnt wel voor den twintigsteu keer had de
icteur het raampje laten zakken om hem
toe te roepen. Eerst was het een
vriend? ' ;opely'ka uituoodiging geweest op koffie, punch,
, 'echter was de gemoedelijkheid steeds
vermin:: J, het raampje, werd rinkelend naar beneden
.ten en eenige korte opmerkingen werden
paarden en koetsier toegeduwd, die ten minste
? ?i< laatstgenoemde niet zeer vleiend konden
: 'e wind echter streek langs den grond en
), onheilspellende zuchten stegen uit het
i heidekruid op. Het was volle maan, maar
raren dikke wolken aan de lucht, zoodat
.ts een flauwe lichtsohyu over den nacht lag
:.u-otpreid.
l ;hter de herberg van Kramp lag het donkere
:?'( met de zwarte turfhoopen in de diepe,
ge. -.'..-iijke kuilen. Eu tusschen de bosjes van heide
kruid slingerde zich een streep gras, die er uit
zag als een weg, maar het was geen weg, want
hy eindigde plotseling in een kuil, die grooter
en dieper was dan de anderen.
In het gras lag een vos plat uit op den grond
«u loerde, «n de haas Irapuelde Tjiig over de
heide.
De vos kon gemakkelijk nagaan dat de haas
200 laat in den avond niet ver in het rond zou
loopen. Hy stak zyn kop Voorzichtig in de hoogte
en maakte zijn berekening, en terwijl hy' in de
richting vau den wind terugweek om een goede
plaats te v|uden vanwaar tuj kon zien waar de
haas den cirkel zou sluiten en zich neerleggen,
dacht hy by zich zelf met zelfbehagen, dat de
vossen toch steeds slimmer en de hazen steeds
dommer werden.
Daar binnen, in de herberg, was een buiten
gewone drukte w»nt een paar handelsreizigers
hadden een gebraden baai besteld, de kastelein
was voor een verkooping .naar Thisted gereden
en zyn vrouw was niet gewoon zioh met iets
anders te bemoeien dan met de keuken. Nu trof
het ongelukkig dat de advocaat den kastelein
wilde spreker, en daar deze niet thuis Was moest
de Trouw een lang relaas aanhooren n een
lioogst gewichtigen brief in ontvangst nemen, het
geen haar heelemaal Tan streek bracht.
By den haard stond een vreemde man, in een
geteerd matroze&pak, en wachtte op een flesch
Sodawater"; twee vischhandelareu hadden voor
den derden keer cognac by hun koffie gevraagd,
de knecht van den herbergier stond met «eu
lantaren iu de hand en wachtte op een lichtje, en
een lange magere boer volgde Karen met angstige
blikken: hij noest 63 oere terug hebben van een
kroon. Karen echter kwam en ging, zonder zich
te reppen en zonder een abuis te maken. Het
was xjnbe-dry'pelrjk hoe ze alles uit elkaar wist te
nouden. De groote oogen en de gewelfde wenk
brauwen deden denken dat *ti in spanning ver
keerde; het schoone fijne hoofd hield ze stil, alsof
ze zich niet in de war wilde laten brengen door
alles waaraan zU moest dunken. Haar blauw wollen
japon was haar te nauw geworden; bet balsboordje
senrynde een beetje de huid en vormde een smalle
streep laan den bals, onder de haren.
,l»o meisjes van Agger hebben zulk een blanke
nmd", zeido de eene vfachhandelaar tot den ander.
Ze waren jong en aprakeh als kenners over Karen.
Iemand stond aau bet raam; by keek uaar de
luok en zeide: de post is vroeg Tan avond."
?Men hoorde de kar rollen over de
straatstee»sn; de staldeur werd geopend en de wind icbudde
weer aan alle deuren en joeg dwn rook uit de
Haard.
Karen kwam uit de keuken juist toen de deur
Tan de gelagkamer opeu ging. De conducteur
trad binnen en begroette de gasten met een
Goedenavond". --? ?
Hy wu een lange, mooie man met donkere
oogen; een krullende zwarte baard omly'rtte zijn
gelaat en golvend baar bedekte het kleine hoofd,
Zyn lange geplooide mantel Tan prachtig rood
deenicb laken was versierd met een breeden kraag
Taa zwart hondenleer, die o ver de schoudert viel.
Al het licht van de twee zwakke
pannnelampen, die boven de tafel bingen, scheen ileh ver
liefd op de roode kleur te werpen, die by al het
grijs en zwart in het vertrek zoo scherp afstak.
En de lange gedaante met het kleine gelokte
hoofd, deu breeden kraag en de lange Aurpere
plooien werd in deze lage, door den rook besla
gen kamer tot een wonder van pracht en schoonheid.
Karen kwam snel tut de keuken met baar pre*
senteerblad: zjj hield bet. hoofd naar beneden
terwijl zy Tan den eenen gast naar den andere
snelde, zoodat men baar gelaat, niet zien kon.
Zy zette den gebraden unas voor de
vischhandelaara en bracht den twee handelsreizigers in het
aangrenzend vertrek een flesoh sodawater. Toen
gaf zy den bezorgden boer een vetkaars en terwyl
zy weer heensloop duwde zy den vreemdeling
büden baard 63 oere in de band.
De kasteleines was wanhopig; wel bad ze geheel
onverwachts haar sleutels gevonden, maar onmid
dellijk daarop had ze den brief van den ndvokaat
verloren en nu ontstond er in de gelagkamer een
grenzelooze verwarring. Niemand had gekregen
wat hij besteld had, allen riepen door elkaar, de
handelsreizigers schelden onophoudelijk met de
tafelschel, de vüchhandelaars lachten zich half
dood over den gebraden baas, die voor hen op
een schotel pronkte, de bezorgde boer klopte do
kasteleioes met de vetkaars op.den schouder, hy'
was _ zoo boos als een kalkoensche haan. Eu in
al die verwarring was Karen spoorloos verdwenen.
De postillon Anders zat op deu bok, de stal
knecht stond klaar om de stalpoort open te doen,
de reizigers in de postkar werden ongeduldig
even als de paarden, hoewel hun goen genot
wachtte, en de wind gierde en floot door deu
stal.
Kindelyk kwam de conducteur, waarop men
wachtte. Hy droeg zyn grooten mantel over den
arm, toon hij de kar naderde en verontichuldigde
zich kort over zyn wcgblyven. Het licht viel op
zyu gelaat, hij zog er zeer verbit uit, hetgeen
hy zelf ook lachend toegaf, toen hy zyn mantel
aandeed en naast den koetsier plaats nam.
De poort ging dicht en de kar reed weg.
Anders liet de paard on langzaam gaan; er was
nu ook geen haast meer. Van tyd tot tijd keek
hy schub naar den conducteur naast hem, die
iiog stil in zich zelf lachte, terwyl de wind hem
door het haar streek.
De postillon lachte ook op zyn manier en mis
schien dacht hy er het zyne van.
De wind vergezelde de kar tot aan een krom
ming van deu weg en streek toen weer over do
vlakte en lange onheilspellende zuchten gingen
door het dorre heidekruid. De vos lag op zyn
post, alles was precies berekend, de haas moest
gauw komen.
Binnen in de gelagkamer, was Karen eindelijk
weer voor den dag gekomen, en langzamerhand
hield de verwarring op. De bezorgde boer werd
van zijn vetkaars verlost en kreeg zqu 63 oere
en de handelsreizigers vielen op den gebraden
haas aan.
De kasteleines pruttelde een beetje, maar be
keef Karen niet; niemand had Koren kunnen
knorren.
Kalm eu zouder zich te overhaasten liep zy
heen en weer en de gemoedelijkheid, die steeds
haar schreden volgde, verbreidde zich ook nu
weer over de gezelfioe, half verlichte gelagkamer.
De beide vischhandelaars, die na hun eerst
glaasje cognac, nog een tweede brjde koffie had
den besteld, waren heelemaal van haar bekoord.
Haar anders bleek gelaat was een beetje ge
kleurd, eu verhelderd door den weeracbyu van
eeu half bedwongen lach en wanneer zy de oogen
opsloeg werden de mannen er raar van.
Toen zrj echter merkte dat hun oogen haar
volgden, ging zy naar de kamer, waar de
haudelireiziegers gezeten waren en begon eenige
theelepeltjes .aan het buffet om te spoelen.
Hebt ge op een conducteur gelet V" vroeg de
eeu der reizigers:
Neen, ik zag hem maar eventjes in het
voorby'caan; hy ging zeker dadelijk weer naar
buitenr. antwoordde de ander met een vollen mond.
Een verduivelde mooie kerel l Ik hab zyu
bruiloft nog meegevierd."
Zoo, is hy getrouwd i"'
Ja, zyn vrouw woont te Lemvig; ik geloof dat
ze twee kinderen hebben. Z\j was de dochtervan
den herbergier te Ulstrupp, en ik kwam daar
juist op den avond van de bruiloft. Nu dat was
een vrolyke avond, dat verzeker ik je!"
Karen liet de theelepeltjes vallen en ging naar
buiten. Zij hoorde met wat haar in de g
lagkamor werd achterna geroepen; zy ging over do
plaat» naar haar kamer, sfoot de deur en begon
ualf bewusteloos het bed op te maken. In den
donker stonden haar oogen star, zy betastte zich
bet hoof d,.'de borst; zy steunde, zy kon het niet
beffrypen, niet begrijpen. ...
Toen zy echter de kasteleines klagend hoorde
roepen: Karen, beste Karen!" snelde zy naar de
plaats achier het huis en naar de heide.
In- bet halfcics&r fÜSZSrdd eieh ds «malle
streep gras ttuschèu het heidekruid alsof het een
weg -was, maar het was geen weg. Niemand moest
bet voor een weg aanzien, want het leidde on
verhoeds naar de groote kuil.
De haas sprong op, hij had iets hooren plassen.
Als bezeten rende hy' m lange sprongen voort;
dan eens met opgetrokken, dan met
onbegrijpelyk uitgestrekte pooten huppelde hy als een vlie
gende nandharmonika over de heide.
De vos stak zyn spitsen kop naar. boven en
staarde verbaasd den haas na; hH had het plassen
niet gehoord. Want volgens alle regelen van de
kunst was hy dicht by een diepe kuil geslopen,
en daar hy zich niet bewust was een f out te heb
ben begaan, kon hy het gedrag van den haai in
het geheel niet begrijpen.
Lang stond hU met den kop naar boven en het
achterlijf »aar beneden, de dikke staart in het
heidekruid verborgen, en bj begon zich zelf af
te vragen of de naaén dimmer, dan wel of de
vossen dommer waren geworden. .
Maar toen de westewind een grooten alstand
had afgelegd ging by over in een noordenwind,
daarna in een oostewind, dan in een znidewind
eu kwam ten slotte weer over de zee als weste
wind, wierp zich op de duinen en lange onheil
spellende zuchten gingen weer door bet dorre
heidekruid.
Maar in de herberg Tan Krarut» miste men
een paar verwonderde grijze oogen en een blauw
wollen japon, die te nauw was geworden. En de
kasteleuiws jammerde meer dan gewoonlijk, zy
kon het nitjt bejmjpen niemand kon het be
grijpen, uitgezonderd de postillon Anders en nog
iemand.
Wanneer echter onderen van dagen de jeugd
ernstig willen waai schuwen, plachten zy' sonu
aldus te beginnen. Er was eens in de herberg
Tan Kramp een meisje, genaamd: karen".
BRAK DE KOORZANGER.
Voorheen had de grgBéveste van Gyabreoht,
beer van Aematel, het voorrecht een Italiaansch
operagezelschap te bezitten, by de
Aeadtelbewonen beter bekend onder den naam Tan
Italiaandert (Italianen).
De onden van dagen zullen zich n
berinneren, hoe de Damplinis, Donatelut en een
maal de gevierde Signora Persiani aller harten
in verrukking brtobten door bun heerlijk stem
geluid.
't Was in van Lier1! Schouwburg en later, by
J. Eduard de Vries zaliger" dat ae zangen en
zangeressen Tan Italiëmet haan* grootste talen
ten aan het nederlandsche publiek zoo vele
onvergetelijke uren van rijk kunstgenot mochten
verschaffen.
By al dat ichoone was er steeds een ontvettend
contrast, te weten: de Koor tang. De leden van
beider kunne Tan dien zang, waren meest allen
oude gedienden, welke in de kunst vele veldsla
gen meemaakten nnd manchen Storm erlebten
en, nnter Jceine Bedvngung zich met hunne
Sint-Helena medalje Taa 't tooneel Maden heb
ben teruggetrokken.
De meesten van 't corpus delict! waren
negooietnannen, den handel in zoete appelen drijvende,
Destyds zeer winstgevend.
De appelen wagen en 't tooneel-waren hun
aller levens-bronnen.
Les extremes se tonche.nt, mais ne ie
reaemblent pas, zegt 't spreekwoord.
De traktementen van den kooriang waren
destüds zeer gemoedelijk. Een haantje de voorst*
oi chef de file verdiende 4 zegge: vier a vul
Bchollingen per avond en had bet recht om 't
praedicaut van meneer te mogen voeren.
De brigade-generaal was in die goode dagen
tehrc Bram welke zeer taalkundig was. By
Duitsche operas zong hij in Schillers taal. Büde
Italianen voegde hy by 't Duitsch" een » ol
een o om er de taal van Dante d'Alighieri van
te maken, en, summa summarum, liet hy by de
fraueche uitvoeringen de taal geheel en al weg
en zong alleen de wijs. Bram was leuk in
oogenblikken van tcunst-crtaia.
De maestro-di-canella of orkertmeesser, had
by zijn ambt als Chorfuhrer" de zeven plagen
van Egypte klein to krygon, en, betreurde ecker
dtkvijtis zyn vaderland eu de macaroni.
De koorzang was destijds iets wat veel geleek
op.... een moord; men had niets anders on men
moeat het zich wel getroosten, 't Waren letterly'k
osseu-dryvers welke op de planken kwamen.
Houding en gang waren beiden onbeschaafd, en
deden de Itauaannche Signori en Signorine nu
en dan hartelyk lachen.
lu lloasini's Suuiiramide schreeuwde Bram in
't ccrkte bedrijf onophoudelijk: Alla viva Weatfoli,
la Westfolil hetgeen moest beteekenen: Leve
ons feest, lev« 't feest.
Een Keulsch handelsreiziger vroeg my, of de
handeling der Ofeta plaats had iu West falen,
en, toen ik hem daaromtrent inlichting gaf, zeide
by lachende tot mij:
So kapn Jedermanu Italienisoh aingen 111
De liaveliugsoperas van Bram waren die,
waarin hij als ridder verkleed een degen mocht
dragen, don deed hij zich te goed bij dezo of
gene schermutseling en was als veldheer de
evenknie van Julius Cesar.
Dikwijls gebeurde het den fieren borst om op
't einde van een groot slotkoor (dat om 't leven
werd gebracht zoo crimineel slecht als 't gezongen
werd) met de punt van zyn degen in echte Furia
de partituur van den orkestmeester om vertesteken.
welke dan vry kwaad over die handelwijze een
donderend sacramento liet hooren,- Bram gi&g
echter voort en gaf aan het publiek een
lichaamsgymnastiek te zien die menigeen hartelijk deed
lachen. Alleen in de hemelache spheren (op de
achellingsplaata) werd Bram's tragisch talent door
een luid appUus gewaardeerd; m«& vond hem
een groot ortist
Wat meen je?
Op zekeren avond vervulde hy in partibus
infidelium" de rol van den bruidegom in Lucia
de Lammermoor eu ontving toen van de
PrimaDonna een rijksdaalder a titre d'enconragement.
Destijds waren de dagen en de levensmiddelen
goedkoop en stond ?21/» gelijk met een tientje
't Was wel geenhuweljj
een uitxetie, maar de go
nora vond algemeen approbatie onder het uit
verkoren volk.
Vau dien dag af werd Bram hoogmoedig, voor
de collega's lastig, en, wanneer zy nan Bram im
Judenviertel tegenkwamen, dan vroegen zy hem
ironisch weg;
Meneer, wie is 'U?
Bram als solist hebbende meegewerkt,"geloofde
thans den weg te kunnen bewandelen van Wat
tier en Snoek, want men vond dat Bram goed
speelde, maar zeer zwak was vau stemgeluid.
Voor het eindigen van het speelseizoen had
Bram op den Vy'genrlam door te veel twist en
geschreeuw- by 't artikel Renet apptien, zijn stem
verloren, tot algemeen genoegen der overige leden
van Bram's koorpersoneel op Skouwburg*'en, na
een hartroerend afscheid te hebben genomen van
de kunstvrienden en vriendinnen welke hy allen
-kammeraden van de ideljaaniche opera" noemde,
keerde Bram tot 't dramatische en choregrapbische
leven terug eu speelde op liefhebberij komediën
den jeune premier in de roddevidljes (vradevillés)
en den hai'likein (arlequin) in de boelletten (bal
letten). ?
Versta je?
De Prima-Donna assoluta schonk aan Bram een
cortumo complet, terwyl de nobili signori hem
vereerden met half versleten jassen, broeken en
hoeden.
Die plunje maakte op sjabbes van onzen Bram
een echten Impreseario, een tweeden Strctkosch.
Rapenburg werd daarna te klein voor den groo
ten man die zooveel in vreemde zangspelen had
daargesteld, en, eens den bruidegom mocht spelen
van Lucia de Lammermoor. Bram- was algemeen
bekend. Zün gelaat had veel weg van den
mandril van Natura-artis-magistra; zekere signora
P.... noemde hem op de repetitie'^: Le repr
sentant des tept péchés capüavx.
Bram droeg op 't tooneel altyd kort goed om
toch vooral in het oog te loopen.
B|j de schutterij werd hy door kolonel A....
menigmaal als guide gebruikt, trant een goeden
Toorgevel (neusjF bezittende, was hj van alle
schutten" Ie pomt de mire.
Riep de kommandant: Let op je Toorman, dan
was de neus van Bram de wegwgier!
Bram 's levensdagen werden geëindigd tn de
Botermarkt, metteer lief l als boekverkooper, ter
wijl een kwart Tan de 50,000 (vijftig duizend)
op den oudendag veel suiker voor de roode
kool gaf, dat wil zeggen: dat onze ex-zanger
een zoeten dood tegemuet ging,
Bram kreeg geen monument, doch op den dag
ey'ner ter aarde bestelling vergezelde hem de
geheele Atasterdamaobe appelenmarkt en een
legio mannelijke en vrouwelijke atamgenooten, en
sedert mj een kwart Tan .de 50.000 had getrokken
noemde men bent een braaf man.
Met Bram stierf'uit AmsttVt Journal poitr
rire, genaamd: d' oude joodtohe koorzang der
afwisselende opéra's opskouwburg. F. G.
ook veel minder
e wil der nobele
sigAllerlei.
De artikel* in Set Hanaehblad over Emigra
tie en atoomvaart naar Zuid-Afrika" sim
afaondertyk verkrijgbaar gesteld, om als brochure
verspreid te worden.
fifflkeni; en Toorwoord rekent de Commissie,
die zich tot dat 'doel heeft gevormd, bij bare po
gingen ook «p den steun dn Vereenigmg tot be
vordering der belangen van Zuid-Afrika, welke
met baar optreden onmiadelgk is in kennis ge
steld. In antwoord beeft het beiftmr der ver*
reniging bare warme sympathie betuigd voor elke
onderneming en elk streven, dat strekken kan tot
bevordering der belangen Tan Znid-Afrika en aan
de Commissie den besten uitslag toegawenaeht
Een inventaris van Gereedschap TOOT en ten
behoeve der boerderij, is aan het vlugschrift toe
gevoegd; büluidt ali volgt:
Po Amen kaansche ploeg Tan Howard K*. 75
Wordt meestal in de Zuid-Afr. Republiek gebruikt
(en minstens 12 ploegsebaren.) In de Kaapkolonie
werkt men ook met drie- en viertchaars ploegen,
en men zegt dat dezelve zeer goed beantwoor
den. Stalen Graven en Spaden. Mengebruikt
in Zuid-Afrika bijna nieta anderi daa de Graaf
met breede punt. Stalen bolle «ehoppea Toor
diverse zachte grondwerken enz. Ijzeren pen
nen met Bohroefmoeren en verder y*er beslag
benoodigd tot bet maken van Eggen. Alle soor
ten van moestumgereedschap.?Kore
Gaffels, (Dorschvlegels niet bepaald n»
Als het kanookDorschmachinMenMiaimachinM
niet toebehoorea. Enkele atukken ketting voor
ploeggebruik, enz. Sikkels. Zeisen worden
bijna nooit ia de Z-A. Republiek gebruikt ze
zibn echter nuttig voor ben die er mede werken
kunnen. Snoeimessen en dito Scharen voor
boom- en tuinwerken. Bakkrui wagens; denke
lijk zün ijzeren de besten.?Een molen om Mielies
(Maïs) van den stronk af te maken (te doncben)
Schroefhiimers, (Engelsche Sleutel). Hand- en
Houtbyieu. Eén Mootzaag. Handzagen
(fijne en grove). Omslag met Boren. Alle
soorten van lange Boren tof een duim Rynlandsch
breed, Frikboortjes. Alle soorten Spykers
(klem en groot) en Houtschroeven. Allesoor
ten Houtscfiroeven, groote en kleine met moeren
en schroeven. Bank (of werkschroef). En
kele Hamers (klein eu groot), Diverse By'tels
en Vylen met hechten. Diverse Nyptangen
(ook een paar Draadtangen). Eeu of meer
Houweelon. Kogel- en Hagelgeweer met
toebehooren. Zadel on toom en verdere
toebehooren, (Halster, enz.). Mestvorkon en andere
dito. Lettermerk om hoornvee, paarden en
tchapen te branden. De voorgemelde goederen
zijn allen zeer nuttig en noodzakelyk en kunnen
misschien nog vermeerderd worden. Scharen om
wolschapen mede te scheeren. Eeu goede Kam
van kajatenhout, zou dcnkelyk zeer goed zyn om
als model te dienen, daar, naar het schijnt, de
in de Z.-A, Republiek gebruikt wordende kamen
geen goed model zyn, en daardoor veel schade
bij bet maken van boter plaats vindt.
Tuinzaden en boomzaden naar verkiezing. Met het
inpakken moet een deskundige worden belast en
zo moeten niet met zeilschepen verzonden wor
den. Een Bttseule of andere Weegschaal (klein)
met engelsch gewicht Een Duimstok. Vooral
ook eeu met engelsche maat
Het Adres der Commissie is: D. H. Schmüll
Rapenburg 67,
Eene door de bladen niet genoeg te waardee
reu bescheidenheid omtrent zyu verrichtingen is
door het Ned. Israël, armbestuur iu acht geno
men. Sedert 1874 verscheen geen verslag; en
revanche - is nu dat over 1875?1881 een dik
boekdeel geworden.
Het Nederlandsch-Israelietisch Armbestuur te
Amsterdam is niet eene zuivere diakoiiie, maar
eene instelling van gemengdeu aard. Het voor
ziet in de burgerlijke zoowel als in de kerkelyke
armenzorg en heeft bovendien drie gestichten
onder zyn beheer. Wat de burgerlijke armenzorg
betreft, heeft het gedurende nu meer don een
halve eeuw Tan de st&d Amsterdam tegen
vergoeding overgenomen de verzorging van alle
ehoeftigen tot de Nederlandach-Israelietische
gemeente behowrende. Het verschaft aan die
beboeftigen alles, wat zy als burgerlijke armen zou
den genieten van bet Burgerlyfc Armbestuur.
Het opvolgen der godsdienstvooschriften maakt
een zoodanige regeling noodzakelijk. ? Geen won
der dan ook, dat bfl Raadsbesluit van 28?29
November 1877 die armenzorg voor den tyd van
tien jaren, ingegaan l Januari 1878, by vernieu
wing aan dit bestuur werd opgedragen, dezen
keer tegen eene jaarlyksche vergoeding van
f 55,000 uit de gemeentekas.
De Kerkeraad verleende yan zyn kant te dien
einde eeu bydrage van f 18,000 's jaars. Daaren
boven heeft het Armbestuur op zich genomen de
bedeelingen van kerkeLgken aard, zooals:
paaschbrood, tefilin, wakers bij zieltogenden,
doodskleederen, lykenvervoer, onderstand aan
rouwbedrijvenden, waarvoor het jaarlijks eene «om uit de
kerkkas ontvangt.
De staat der bedeelden was in die jaren:
1875 12084, 1876 12596, 1877 12768, 1878 13329,
1879 13644, 1880 13494, 1881 13608.
Voor ziekenverpleging werd in elke der drie
wy'ken n .persoon aangesteld, een arts, bevoegd
tot het uitoefenen der drie vakken, genees-,
heelen verloskunde.
Verlaten kinderen en weezen werden behalve
m de gestichten, pok te Gouda, te Zutfen, te
Weesp, en elders besteed. Voor doofstommen
werd te Groningen, en te Rotterdam plaats gevon
den, voor blinden bestonden in bet gesticht al
hier door de eischen van den Isr. godsdienst te
groote bezwaren.
Renteloos voorschot werd verstrekt op 12076
aanvragen, aan 712 werd niet voldaan.
Met de beschrijving van verbouwingen en
stichtingen Tan aanzienlijke nieuwe gebouwen,
(ziekenhuis; oude mannen-en vrouwenhuis, terwyl
de bouw voor een nieuw krankzinnigengesticht
voorbereid wordt) en vermelding van een aantal
giften en legaten (waaronder enorme) sluit het
rerslag, dat van de doeltreffende inrichting der
armverzorging en den tiver Taa het Bestuur de
Tolkomenste bewijzen levert.
Het verslag aan de leden der Vereeniging tot
verbetering der Kleine Kinderbeicaarplaaüen
rondgezonden, brengt in herinnering, dat bet in
Juni van dit jaar tien jaar geleden zal zyn, dat dis
eente bewaarplaats ia de Vinkenstraat geopend
werd.
Meer en meer wordt van de
kinderbewaarplaataen gebruik gemaakt, en worden de moeden
overtuigd, dat zy bare kinderen daar geruit
kunachterlaten, als zy zelve uit werken ?aan.
In 1881 werden ia de inrichting in de Vinken
straat 14.142 kinderen opgenomen: in die in de
Warmoesstraat 19.463. Het aantal kinderen onder
de twee jaar oud, neemt da&r zoo zeer toe, dat
er reeds naar eene gelegenheid uitgezien wordt,
het lokaal uittebreiden, ter verkrijging Tan meer
ruimte en frissche lucht beide zoo nóodig waar
zoovele kleine kinderen by'een zijn.
Met Teel. dank worden de goede zorgen der
doctoren P. J. Bornonw en A. Vdute Jr. ver
meld, die geregeld de inrichtingen bezoeken.
Behalve de contributies der leden ontving het
bestuur eenige groote giften, en de toezegging
Taa eea legaat van f 1000 van den heer Jobs.
Hilman. Het bestuur bestaat uit de dame*:
Mej. F. G. H. Muller, presidente, mevr. Van
Bosse-Fock, penningmeeatereise, mej. £. S.Cocd,
secretaresse, mevr. Chantepie de la
SanaiayeMartin, mej. E. Clausing. mej. M- E. Cool, mej.
M. Tan Eeghen, mew. Tlartogh-Aater, mejTH.
Heiaeken, mej. C.H. Joosten,mej. J.Tan Kampen,
mei. C. Noyon, mej. C. Reynvaan, mei.
C.RolahdHolot, mevr. Scholten-Commelin, mej.M. Suriogar,
mevr. Testas-Van Gilse, mej. 8. van
Toorenenbergea, mej. M. H. van der Vies, mevr.
VdnteLamaison, mevr. De Vries-Da Vries, mei, H. E.
de Vries, en mevr. Willink van Collea Vaafioaw.
directeuren de bh. Z. O. de Boor en J. H
/?40.000 barer aandeelen van fÜOO.?, flWÏ- of
?50.?. De gunstige uitkomsten, door de exploi
tatie vin hef eerste badhuis Tan deze maatachippU
verkregen, hebben het bewfie geleverd, dat door
het tegen billijken prijs verkriMbaar stellen Taa
baden m eene mnnlgke behoette hier ter stede
wordt voonJen. Dit heeft het bestuur doen
beeftdten, om. «ooals dit reeds bti de. oprichting
Taa net eerste btdhnii in hare oedoeling lag,
meerdere inrichtingen van dergelyken aard in
andere gedeelten der itad tot stand te doen
komen.
Ter TerweienlijkiBg Tan dit plan wordt de ge
legenheid tot deelneming In de 2e uitgifte van
h« maatschappelijk kapitaal, ten bedrage Taa
?40.000, W) openbare inschrijving, in «andeelen
Tan ?600.?, ?100.- of ?50.?opengesteld. De
exploitatie Tan het eerste badhuis (Binnen-Amttel
na 117), heeft de volgende resultaten opgeleverd:
Van af de opening (5 Juli) tot SlDecember
1881 werden gebruikt 9935 baden, Urwyl van de
4498 verkochte abonnementskaarten nog 1852
op dat tyditip in circulatie bleven. De ontvang
sten bedroegen /"4016.40Vj, de kosten van exploi
tatie ?2818.59, gevende alzoo een voordeel» saldo
Tan ni96.8li^. ' *
Van Januari tot Maart 1882 werden 3334 baden
genomen, zoodafr ook in het onvoordeèlig saiioen
de exploitatie blijkt vooruit te gaan. Ntet alleen
dus als bevordering eener nuttige onderneming,
ook zelfs als geldbelegging schijnt het deelnemen
aan de nieuwe uitgifte der maatschappij aan U
bevelen.
Den Wen Jfurt h«rcUcut d« heer A. Dekker, bouw
opzichter dezer gemeente, sfjn ISjuiga tmbUbeiUening.
Bnrgomeester en Wethonder» reroenltn don jabiluta
e«n scbnjrgtmituu met illrer gemonteerd, tour ook
ijjn Tikgcnooton mukten hem dien d«g tot een w»r»n
feestdag. Dtt ook zijne verdiensten buiten »f op pril*
«orden ge»t«td blgkt bicrnlt, dat do HH. J. C. TUI der
Kleü, D. Cerlyn * Zn. * J. A. de Haan, Koper A Zwaan,
en Crujjff A H. Schouten,, bouwondernemer» alhier,
orertuigif vin ±yn >teeda Btrillt rochtviirdipe ndrieien, deh
tot eene Commiiwie hebben geTormd. om hem een
bljjreDd MDdeiikon uu te bieden, met den weoicb, dat
hy nog jiren *Un, boewei moeilijke ttak, «teei» met
dezelfde energie mag blaren vervollen.
In het Nieuwe Verkooplokaal van H. G. Bom,
Warmoesstraat by de St. Olofspoort, 35, Amster
dam, zal op Woensdag 22 Maart 1882 en negen
volgende dagen de verkooping plaats hebben
vnn de Bibliotheken nagelaten door vrijlen de
heeren Dr. G. J, Vloke, predikant te Amsterdam,
Mr. J. J. Rochnisen, Oud Griffier by de
Arrondissements Rechtbank te Amsterdam, Dr. J.
Heppener, Geneesheer te Dwingeloo, Jt,h. van Baak,
Heel- en Verloskundige te Oude Wetering, en der
Mnziekverzamelingen van wijlen de heeren David
Koning, G. C. R. Horksen, te Amsterdam en W. A.
F. H. de Bas te Zutphen.
Het steeds toenemend verbruik Tan een
weeldeartikel als champagne, is misschien geen
gering bewijs van de welvaart van een land.
In de Vereenigde Staten van N. A. waar in
1878 126349 dozijn flesschen champagne inge
voerd ajjn bedroeg de invoer in 1881, 260.209
, - _.y^ uv*«-> VVQ «>w ?&! T WW* J.AA it VA| AVfUlAX/j?
dozyn fl.j de consumptie Tan champagne heeft
zich dus in den ty'd van 4 jaren meer dan
verdubuwu» ?**? AA« AUULUaU UU Wt VO XVCIUID &J1QVJ1 OltvQO
dozyn flesschen, geiyk 976.260 flesschen dat bijna 1/3
jan den geheelen invoer geïmporteerd, dan volgen
Piper-Heidsieck met 47.903 Pqmmery en Grene
met 30.835, L. Roederer met 175C7 dozyli flesschen.
Bovengenoemde cy'fers ontleenen wij aan het
te New-York verscbynende blad Bonforfs Wine
and Liquor Cirtular; i$ zullen voorzeker lief
hebbers van champagnewijnen belang in boezemen.
Mommécn. Zooals men weet is, twee jaar ge
leden de villa van prof. Mommsen te Berlijn
afgebrand) waarin o. a. ook een aantal manu
scripten van de leidsche bibliotheek en de bijna
voltooide geschiedenis van Rome in den Keizertijd,
door de vlammen verteerd werden. Thans is
prof. Mommsen naar Italiëvertrokken om nieuwe
aanteekenlngen te maken en het werk opnieuw
te beginnen.
Victor Bugo. Men vertelt een anecdote Tan
den grijzen bard, met Betrekking tot zün boste,
die de heer Villain thans voltooidheeft. MetsMr
veel moeite slechts heeft men hem kunnen over
halen te dulden dat men hem met een lauwerkrans
afbeeldde. Toevallig echter heeft David d'Angen
hem in zyn jeugd met een lauwerkrans gebeiteld.
Welnu dan, zeide de dichter, misschien hebt gif
gelyk; daar David d'Augern my in myn j«ngd
met lauweren kroonde, moet het ook niet schy'nea
alsof ik ze onderweg verloren had."
De IS f arts Stahl en Koning Frederik Wilhelm I.
De voortreffelijke arts en chemicus Stahl, lijfarts
van koningin Sophie Dorothea, was in onmin met
den lyfmeaicUs des Konings, en had van dien in
triganten man allerlei onaangenaamheden uil; te
staan, waarover hy zich echter nooit zocht te
wreken of liever hij wreekte zich op de edelste
en grootmoedigste wijze. Zqn collega behandelde
eens een generaal, een bijzonder gunsteling dei
Konings, en had het ongeluk zijn patiënt te ver
liezen. De familie, het geheele hof, de publieke
opinie beweerde dat de overledene geheel verkeerd
en onachtzaam behandeld was, en de koning war
zoo verbitterd op den ongelnkkigen lyfarts, dat
ty hem, ?terstond ztyn ontslag gaf en hem alle'
verdere praktyk verbood. ?
Korten tyd daarna werd Dr. Stahl bij de ko- >;
ninffin ontboden, en vond den koning by haar.
De Iconingin raadpleegde den geneesheer over een
lichte ongesteldheid en toen dit onderwerp afge
handeld was, sprak zij ietwat verlegen: M(jn
waarde Stahl, nn heb ik n nóg een venoek te doen
in de hoop dat gQ het mij niet ten kwade zult
duiden; bet is wel wat Teel Tan u gevergd, maar
misschien wilt gy het toch wol doen; Zie eens,
mijn hondje is nek l Ik ben zeer aan het kleine
dier gehecht, en mij dunkt het aal wel te verhel
pen zun. Zonde gy hem iets voor willen sonryven?"
Stahl lachte en schudde het hoofd. Dat ion
ik heel graag .hebben willen doen all nwe Maje
steit maar niet frezegd bad, dat het hondje een
byzondere gunsteling van u was...."
De Koning, die u de kamer. op en neer liep,
bleef eensklaps stilstaan, en vroeg met eenige
drift: .Hoe zoo, Stahl? Wat wilt gij daarmee
zeggen? Verklaar n nader l"
Ik ben aan my aelven en aan mQn huishouden
verplicht om voorzichtig te atjn: nu weet ik uit
ervaring hoe ongelukkig een dokter te pas kan
komen, all een koninklijk gunsteling buiten ifjn
schuld komt te sterren; en daarom...."
O 100, bedoelt ge mün Marti? Welnu zeg mQ
dan eens als eerlflk man, beeft die kwakzalver
tjn generaal niet om het leren gebracht?"
BMet uw Teriof, Majesteit, die ^jfarts is in zyn
praktijk even knap als nauwgezet en oplettend.
Ik heb m{j 100 nauwkeurig mogelük laten inlich
ten omtrent, het ziekteverloop ep. de wijze van
bebanddinB, en ik moet n zeggen, dat ikjnbt aoo
gehandeld ion hebben."
«Bedenk a goed, Stabl is dat nw oprechte en
waarachtige overtuiging?
Ja wel, Majesteit, dat wfl ik voor a en voor
God beawerenT
De Koning liep pensend de kamer op en neer.
Eindelijk bleef hfl TOOT den geneesheer stilstaan:
-Nu, het aal dan wél 100 iqnl Maar wat heeft
lat verweoschte volk dan pok altUd te «eggen?
Qml Ai* bet zoo gelegen is krijgt n
zynbstrek>8 terug; ^jt (rf nn tevradao.SteJu? J»? Goed
?ooi Maar «e dan nu ook eens of gij het hondje
niet. helpe» kont Mfln TTOUW houdt er toovee)
Tan; a{j neeft het nog TUI haar broer
gekregen.'