De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 11 juni pagina 3

11 juni 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l .. ^'Ln DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 25) Settori Koningin SophU in den Bug d» Btndte van 'tluliunseh in de uutie bracht, in dvze bow«cinK st«od* towgcnooien en co«r groot ia thai» liet atiital Jt-rgeuou ?IU xich op do tak! van Amieia on Lcop.-mii lunlejfKeo. Ut bwr Allart do Latino lu'uft tuut* wegoua do veel vuldige bMteUiui;en op lullaaiiüch bovkwcikcu con y«r*(vld v«rk««r mot llomo auuKOkuoupt en zul thuu Or««D ito*da bet nitmw8U< iu voorraad to hcbbeu van Italiuuaohe JJookworkoti [wi'Uinai'li»pjnjl\jko xounvl nis ixipulairo], lUIindutuho 1'uüiwliiiiU'n cu luliaanvvho itaf- «u \Yeckbladen. De t0*ztn4ing geachlodt franco door g<mo«l Nedorlan J, «onder v«ruoogiui; der prü^en, \i voldu*od« dvolnaiuu ia hut sijn voornemen ook Ma l»MfM*l*cijai) van uiuluiteiidltau&siuiclidlitcratugr op t« ricliteu. No. 44 der ilaagschc Penkrasscn vnn ,J. A. «ie tóergh bespreekt o. a. do Groote Halsstraat, .U r. o.ers Doyuoot, de Eumia*tiaut, deu anukoop t au het Paleis, het .gebouw voor dj UeolitbanM, den tuin VAU het Pul ei', tuz. Inhoud der Juni-Aüevering vnn het ijUUchrift: De /.cc. Verslag eu rokeuiug vau het Zccmanshvxii te Roiteidam over 1801. Verslag der Amerikoansche Stoomvaart-Alaatover het jaar 1S<S1. De scheepsbouw in jbn^elaud. K. Bcrkelbnch vau der Sprenkol. .O^nier*iugen omtrent twijfelachtige gevareu. H. D« luicrnutioualo Teutooustelling vau Schcepanudrlleu te Londen. H. PiUiUcr-umterieel iu FfK.uk. yk. De .Austinl", J. C. van de Poll. De -.eeloupe (met scboU). J. V. NYierdsma. Ouse Zeevouitscholen. J. F. G raad t van Kot;^eu. Bueieu iu bet, Suez-Kanaal (met plaat.; REVUE DES DEUX MOSDES, Emüe Muntégttt, Charles Kodier. EtJoitnrd Htiitê, l,* crise irlandaise. C. de Lamiruwlie, Mauarph (nouvelle algórienae). llenry tloimsayc, Le salou de -ltö->. Cftarla Richct, l'Accruissemeut de la population franeaise. 2\nd Janet, (d* riusU), Un essai do réah'srae spuit uoliste. Charles xtittrte, i'Kxposition rétroapective dd LisbonuB. Cr. Valbert, l'Agitation «uglaise coutre Ie tunnel de la Manche. ? It. liaduu, La fabricatiou du fer «t de l'acier. (R* JVELLÊBEVUE. l'Avancement daus la marino. Dr. P. Bouloamtc, Le secoursaux.bleasés en temps deguerre. X. JÜTOM de 8t. Pollica, La rivière i'luss. JSrnest Daudet, Pervertisl L. de Ronchaud, B»trou. Pierre Lot i, Fleur d'eunni. Lo salon de 1832. DEUTSCHEÜNDSCHAÜ. Hans HuffmaUn, Peefke von Helgoland. Ernst Haeckel, Indische Keisebriefe, Colombo. Prof. Dr. J. B. Westerkamp, Die parlementarische Rezierung in Euglaud. Frhr. v. d. Goltz, Feldherren und Feldherrenthum. Otto Brahm, Guitfried Keiler. Der Maler Iwanoif. Karl EdJer, Die alte Truhe. Julius Rodenboi g, Freiligrath. Friedrich Kapp, Die Wisbyfahrt. THE FOBTNIGÜTLY REVIEW. Matthew Arnold, An Etou Boy. Frederic Harrison, History of the law of tieason. John Wisker, Troubles in the Pacific. E. \V. Gosse. The salou of 1882. Moncure D. Conway. Kalph. Waldo Emerson, -r- Edith Simcox, Mr. Momss Hopes and Fears for Art Henry George , £ngl«nd aud Ireland: in American view. Major Arthnr Griffiths, Newgate, a retrospect. THE NINETEENTH CENTURT. The Marqnis of Blandford aud JusUn Mc Carthy, M. PM Home Rule. Prof. Goldwin Bmith, Peel and Cobden. Prof. Bar r (U, JEdmund Gurney and Frederic Myers, Thoughtreading. Algèrnon Miiford, The Tower of Londen. Walter fferries Pollock, Shakespeariau criticism. J. Wbulfe Flanagan, The friends of the farmer. W. T. Marriott, M. P., The Birminghain Oaucus. The allies: a political dtalogue. - £arl Gray, Ireland. Uitgaven: A.VNA VAN HAGE, (A. CEB. 8TEINMETZ1, £stb«r Bur;«rs. Novelle, f 3.29 GBEOOIt 8ASIABOW, Keizerin EliBibeth. f9.30 F. TER Sl'ILL, Twee zuitert, f 1.25 EOKGF TAYLOR, AntinoO*. f3.35 Oeh. f3.90 ANDïU. THEUBIET, Jean-Karie. f 0.50 EDÜAKD VON HARTMANN Erinnerungen aus den Jahreu 1868?1831 von C. eymons, Berh'n iS82. Uitgevers die voor hun auteurs reklame maken zyn niet zeldzaam, maar uitgevers die over hun auteur» aau het schrijven gaan behooren voorze ker tot de uitzonderingen, zelfs in UuiUcbland, waar het'atntal schryfers legio is. De Berlyner nitfvver C. Jleymons, (Carf Duncker's Verjag/ gaf kort geWen een klei» hor k je in het licht over Eduard von Hartmann, den beroemden schrijver van de Philosopbie des Unbewuszten," die bij zelf uitgat. . De k«»nism*king van Hartmann met «gn uit gever dateert van 1868. Hartmann bad Heymoos een manuscript toegezonden, een verhandeling over de dialektische methode, dat waarscbynlyk reeds by verscheiden uitgevers de ronde had gedaan. Daar Heymons kantoor dicht by de woning van Hartmans ouderlijke woning was gelegen, besloot Heymons het manuscript «elf ? aan den hem gebral onbekeaden auteur terugte.brengen. Hij dacht er niet aan, de uitgave op zich te nemen, maar hy had buiten den waard gerekeud. Hy vond den voorroaligen officier, die door een ernstige kneuzing aan de Rnkerkmeschijf was genoodzaakt geworden de militaire carrière te verlaten, te beo, (Hartmann bracht toen nog een groot deel van den dag liggend door); de persoonlijkheid van den lijder, zyn welsprekend heid deden Heymons van voornemen veranderen en hu stemde er in toe de verhandeling uittegeven. Heeds toen sprak Hartmann over de phflosophie van het onbewuste, doch zonder van een werk over dat onderwerp te gewagen. Hartmann il in 184? geboren, te oordeelen naar het portret dat Heymons by zy n-Erinnerungen" voegde, zon men niet verwachten dat HarTmonn klein van gestalte i*. Het hoofd ia massief, het voorhoofd oreed, déoogen zijn fraai maar hebben toch iets onbestemds en *elfs de ontzaggeiyke baard, waarom menig sappenr den philosoof zou benyden, kan den indruk tan week heid, dien het portret maakt, niet geheel wegnemen. Kort na Heymoni eente bezoek ontving h een kopie van de Pbilosophie des Unbewuszten* die Hartmann naar zyn manuscript bad laten afschryvén. Daorbn ging een briefje, waarin Hartmaan p. a. zeide dathet werk voor beschaaf de lezers in het algemeen bestemd waa en dat zoo hij geen grooten aftrek van de verhandeling over do duklekttsehe methode verwachtte, bil TOOT dit grootere vrerk op een talrijken kring van lezers meende te kunnen rekenen. Heymons cas er wel wat tegen op het n]vig> boek te laten drukken, ja zelfs hef m te zien, maar de lange titel wekte zjjn nieuwsgierigheid op. De titel waa namelijk ooripronkeiyk Pnuoflorsni m TJmnnnzmi* nPopulare, physiologisch-nBychologisch-ph loiopbiache Untersuchnngen ber Erscheiuung und tVetun des Unbewniztea. und Entstehnng nnd Bedentnnj des Bewusztseins." (Specnlative Re sul t ate nacb iaductiv- naturwuienjchafllicher. Methode.) Heynmns raadpleegde Ftatike ovei een meer populaire titel, tlien hi), WRi'meer tot do uitgave overgiug deodxakelijk achtte Itanko stelde'ditdelyk voor Yersuek oiner NVultaiiBcltauuug". lliutinann had, om nau H-yn\om' bezwiiren te gemoet to kouieu aU tweeden titel voorgesteld: Eino WelttintchituuKg aus iiciiem Gc8ichts|iiinkt in phy»iulogi3Cli-pi»ycViOlosi»ch.phylosoi>hischeii L'uter.'-uiiliuiiffeu popülür iitw«;k«lt."" niHar Hoymons bleef aau liankt)» litet den voorkeur geven en ten slotte gaf Hartmann tou. Schoorvoetend ging lleyiuonu tot deu druk over; hij rekende op eeu debiet vnn .'!? il -l honderd tvemplavon ritu het 4ül4 vel dikke boek, uiaitr liet toch 1000 exemplaren drukken. Uut w^rk verscheen in Kovediber en de Iteoordeelint^en tianrover waren niet ulleen guustiu', maar i>yzoiidor wnrm. Het Jjittrnrtsvh Centrutblittt bijv. uoemile het. umi .bedeiitungsvollc Erscheinung," maar weldra bK-ek er oeu kloof t o best a iv n tussehcn deu auteur un de «eleerdoii vftn bsroep. \V»nneer uien niet professor was, werd meu niet voor vol aan.ceticu eu Hartmanu wna o<.'U gewezen officier! " lutusschtin ontving de Echryver eeu aantal brieven ov«r xyu werk en te Driburg, wanr hij in den zomer van IStW eu Itti'J de baden gebruikte en middrlerwijl aan twen dramus arbeidde"(?TristanuDd Isokle ' eu pDavid utid liathstibn"; beiden verschenen in 1871), kwnmeu velen heui bezoeken. Heymons ver haalt hoe by op zekeren dnjj eeu woctgirrigeu Engebeliman met llartmanu iu gesprek vond over dttüIMng an sich". De Engulschmou kon niet Coed Duittch en TlnrUnaun niet. goed Engebi:h kleine opus zou wordou ccdrukt. liet werkje M-as een bestrijding vau I)r. Stiebclings tritii'k vau Ilartinanns werk en verscheen iu ISTi.Kcymons vermudilde dut tn^scheu Hartmann en de sclii yl'ster ecu inniger verhouding bestond, d»n die tusschen wijsgeer en verdedigster, en in Mei ontving hij de bekendmaking vau de verloving van Aj;ct'a Taubert, dochter van den kolonel Taubert, met Ed. von Uartmnuu. De oudu Tuubert en ()e oude Hartmann ware.» vrienden en de verloofden waren beider eenijre kinderen. Agnes was zoo\v.it even oud als £Uu.ird, zij was geen tcboonbeiJ, ramir degelnk en buitengeVoon ontwikkeld. Lang voor haar ImweHjk hnd ij zich met philoaophic bezig gehouden eu met Hartmanu daarover ^ecoriesppudeerd. Ilartinanns mofdei1 was om die reden «iet voor het huwelijk. Zij vreesde dat .Agnes voor de philosophie de huishouding zou verw-aarloozeu. _Van de Philosophie des Unbewusztcu" was nog vóór de verloving een vierde druk verschenen, evenals de denle van 1500 exemplaren. Htymons' raadpleegde Hartmanu geregeld wanneer hem philosophische geschriften werden toegezondcu ter uitgave. Hartmanns oordeel was vaak kort en scherp. Zoo schreef hu eens over een phijo«ophhche verhaudoliug. Het stuk is la u g niet kwaad, maar de schrijver staat op een te inticuieu voet mét Onzen Lieven Heer en ziet hem nis het wsre over de schouders, wat hij uitvoert, en hoe". Trouwens verscheen in den zomer van Ib72 Hartnmons Das Uubewuszte vom Standpunkt der l'hysiologie und Descendeuztheorie" dat veel opzien maakte en waarvan iu 1S77 een tweede druk het licht zag, ditmaal met Hartmanns naam. In Juli werd'het huwelijk van Hartmann met Agnes Taubert voltrokken. De jonge vrouw was haar echtgenoot een ware steun; zy hielp hem bjj zijn drukke correspondentie, vaak met nieuws gierigen wien het alleen 'te doen was om een autograaf of een portret vau deu auteur van de .Philosophie des Uubewnszten,"1 waarvan iu hét begin van 1873 reeds een vijfde druk. 53 vel en 1500 exemplaren, was verschenen. In dat jaar voltooide mevr. Hartmann haar werk. Der Pessimismus und seine Gegner." Chopiu was hnar lievelingscompoöist; zy had zijn werken iuroode banden eu wilde dat ook haar boek iu eeu rooden omslag zou verschijnen en züschreef daar over aan Heymons, Het bloedroode papier past spreken eu het spreekt van zelf dat de hoeren ouder die omstandigheden het zeker niet eens werden. Resds in 1870 was de eerste uruk van de Philofophie des Unbewuszten" uitverkocht. Het werd druk besproken ook in dameskringen, men icoest het als het ware om zyn fatsoen gelezen hebben. Uit Leipzig, Gottingen eu van het Pruisische Ministerie van Eeredienst kwamen aanbiedingen voor een professoraat, die Hartmann echter afwees. In September verscheen de tweede druk, vermeerderd tot 46 vel en 1250 exemolareu. Hartmann bracht in den zomer te Panko w door en hield zich toen reeda druk bezig met een on derwerp waarover hy eerst in 1881 zyn denk beelden uiteenzette, namelijk in het werk Das religiCse Bewusstsein der Menschheit im Stufengang seiner Entwickelung." Inmiddels gaf by kleinere werkjes uit in 1871 en in October van dit jsar moest Heymoni tot een derden druk van de Philosophie des Unbewuszten" overgaan, 52 vel en 1500 exemplaren. De naam van den auteur werd in Engeland, Rusland en Holland weldra algemeen bekend en toen de oorlog, dien Hartmann had immer geëindigd was. ook in i'rankry'k. Velen echter die aanvankelijk hun sympa thie met Hartmann haddeu betuigd, bevonncH zich terug to trekken; sommigen »«H'H v, w den verbitterde tegenstanders, theologen, pLilb*<'!.>hx-i. en natuuronderzoekers gingen den uuHui u Ij/f. Ook van de pers bad Hurtmuuu vele o^n vallen te verduren en er verschenen \vekelyks pamfletten vol persoonlijkheden. Hartmann weerde zich dapper in tijdschriften en werkte intnsneben verig door. Volgens Plumacher verschenen van 868 tot 1880 niet minder dan 750 werken, bro chures en verhandelingen over Hartmann. De vraag naar de Philosophie des Unbewnszten" weróT door al dat geschrijf natonriyk nog ver meerderd, maar HejjFmonB merkt op dat in de eerste jaren na de Frausch-Dnitechen oorlog de vraag veel sterker waa dan later, toen de om standigheden in Daitschland minder gnnsüg wer den en hy trekt daaruit de conclusie dot pes simistische lectuur veel aftrek vindt, wanneer het den mensch goed gaat In December van het jaar 1871 ontving Heymoni een klein manuscript van een dame, die zich A. T. teekende. Hartmann had hem de toezending aan;ekondigéen den wensch uitgesproken dat het onder den sclüjn van God» zaak te zoeken, hetz bewust óf onbewust. Ia uw Facit" meen ik een staalkaart te zien Tan alles wat bet papisme doodzonden noemt. De bespeur daarin njjd op Hartmanns succes, en de foon dien güaanslaat il geen die een geestelfike past. Paapsch is uw hoogmoed tegenover alle beschaving en taal, die niet vin Kanaan is. Gfl noemt onze eenw -wortsebg, verbildet, denkfa.ul". Aan wien dacht gij, toen gy dit achreeft? Het ii waar. dat alle voor uitgang sedert 200 jaren ten spijt Tan de dragen Tan het kerkelyk geloof werd verwezenlijkt..., Natnurüjk is een eeuw, die geen duivel wil vree zen, een eeuw dei duivelal Is bet niet paapsch, dat ge zoo drukt op de vrees yoor den dood? In plaat* Tan den menscben Christus' voorbeeld TOOT oogen te houden, tracht gy ben door de hoop op zaligheid tot blinde geloovigheidte verlokken. Ii bet niet paapsch, tegen bet vrije onderzoek een dim te willen ojjwerTcen!..... Over de waarde van uw argumenten knnt go alleen n illusiön maken. Hartman behoeft waar lijk geen reclame te weucben. Wanneer hu aangevallen wórdt op zulk een wijze als dit door n geschiedde, moet net publiek wel denken dat let* ateeKt in ign werkt In uw stand zyt gij nog de ergrte niet Gy gaat een beeKeind mede met d» romt*rjaUiUp en ttaat niet op den peroonlyken GoC" We rullen elkander nog wel nt moeten en deie reaelea lullen niet «onder rocht M^ven TOOT uw ' ~" " Vjn" flrflV TM i>"jj>tif1.?*'tnt't* Unbewuszten" de zesde verscheen op het uiiule vnu 1873 werden nioirwe aanvnllou tegeu llnrtmauu gericht. De bekende dr. Diihrtn^ besveerüo dat Heymons op verlangen va» Hartmnnn de eseiiijjlaren vau de twee ensio ui'j,'ttven l;yiia oJleu aau ofliciertn had cadeau gegevuu! Van onzen i.it reeds nvcrleHcn landgenoot llartsen ontving Ileytnoiia een biief waarin hy Hartmann trachtte 1« bekecnui. Ueymons zouil deu brief u.in AK»I", <?)! llartinaini t-cbieef hem tcrujj: ,Myti vn.-uw dAnkt u zeer voor het eenden van UurtKus brief. Do katholieke prosoliet zul zijn antwoord kiy'on'Y (Meu w t e t dat llurtseu van protest and kuthcliek is geworden), llurlseus Die Moral das Pessinusuius'' was ecu critiek op A. Tiuibei t's werk. \Vij zullen lloytnon* umt volgen in Ju opsom ming vau til de geschriften van lliiitniiijii, din iliinkt mij eyen Koed bij het pes'.siim«m'1 aU by deu i'essiiiiJstisi'hi-n componiitt ChojjJn". Hf yuions had iets tegen bloedroode omslagen vu Ajjnes moest aieli met pessimistisch grauw tevredeinttelieu. Haar werk vei scheen onder bnnr naam A. Tanbert en ondcrst-heiddn zich dcor don heftigen toon wanrop de teg»nstaiHleiH vnu Uurtniann woidi-n g»Kii]>iitcld. Do philosootih en pastoor Kiiftucc, uio kort ie vuren <.-cn werlcjt) i:ih«tli(Jht had gezonden. Facit aus Ivl. von llartmanus Philosophiu des ulH'wusten", gevoelde zich dooi de woorileu van A. Tnubuit Bg«intiga K'ihheit des 1'1'iill'enthuuis" zoo gekivnkt, dat hy van dr. Taubert, nanr hu meende, categorisoh een ver klaring i'isclilo. Mevr, llivitmanu liet hi'm daarop niet lang waohtHii, IL vnunisder-it deii brief mede, dien v.y Knauer zon J; het is een uierlcwiv^rdig epittel, maar te Ituig cm in i-ij" Rib t-1 hier «certegevcii. Dat llurtmHuns gaio get-Ji katjo wus om zonder handschoenen ixantepakken. kuu uit de volgende pmssnpes bly'keu. Over uw oirdeel over llaitmaniis werk zal ik niet k\vistv)\. Met ecu Katitianer vnu uw stug kan men daarover uiet niet vrucht disoussieereu" cchryft zij o. a ..... Ook bij u meende ik sporen van geestelyko ruwheid van hof. rmti waar te nomen. Al dadelijk verklaar ik, dut ik niet vnu plan ben die uitdrukking in te trekken. Ten ppjit vnn alle verlichting zou liet evungelio nog wel fceloof vinden, wanneer men niet zag hoe het CreJo «l» praalbed dient, wiiaropdevlve chelijku wcreldzin zich beha^elijk uiMrekt, hot? juist Uu aanmHtifrt-ndo geloovi^bu'd fouten en zondeu uitbroedt, die zich lij de zoogenaamde oux loovigf'n n'et. kunnen ontwikki-ion. Ken Roede boom ntvct goeile vruchten dragen; dunden de vruchten r.iet dau moet d« boom verbrand worden. . . . Men preekt ons loHtvtturdigheid 111 xij die dat, precken zyn door en door iwimuitiK^nd en onvciuraujKzaam, lleu verlangt ootmoed op het voutspoor van Christus on barst van hoogmoed, meu roemt de znchtmoodigen i>u maakt zich aan ruwe nanvnllen v»n toorn schtiliti;?, men predikt ver.achting der wereld en streeft uanr bekendheid, ja naar stoffelijke, bezittingen .... Gij zult het vreemd vinden dat dn leek dcu biechtvader den boetespicgel voorhoudt. Maar gij hebt mij daartoe uitgedaagd. Do evaugche-verkondiser behoeft acen panpte zyn. Hy wordt het door »iü!i '/eli te zoeken, hy uitgif. Uit die opsomming blijkt dut llartmaun niet stil zat; iu 1877 vurlottr hy z in Rado, die in de laatste Uren dikwijls hnd gesukkeld, hem een dochter nciitorlatend, Hij verloor in baar veel, ook «m trouwe Iielpster in zyn wetcnschappclyken nrbeid die op zijn styl onmiskenbaar invloed uitoefende. Wet haar, zegt Heymons, ging ook een ttuk poeztöverloren van Hurtroanns werken en streven. Deu zomer van VS77 bracht Hartmann wederom te Driburg door.1 Men kon hem daar geregeld eiken dsg in de concertzaal bij de piano vinden, en liederen of aria's hooren zingen met een krachtige burytonstem, eu onder do joiiyo dames Qie den zanger omringden, was er eeu, Alma Lorenz, uit Breinen, wier moeder zeer bevriend was geweest met Agnes Taubert, en die ruim een jaar later llartnvnnns tweede vrouw werd. Inmiddels was in Ib75 il? zevende druk van de Philosophie des Unbewuszte n" verschenen en wel tot twee deelen uitgebreid en in 1700 exemplaren; de achtste zag iu 1878 het licht; daarvan werden 1250 exemplaren gedrukt. In 1877 had daarvan een fransche vertaling het licht gezien te Pary's eu Tiübner te Londen vatte het plan op een engelsche vertaling van het beroemde werk uit te geven. De eerste vertaling was iu het russiich verschenen, terwyl een zweedsche tegelijktijdig met de Fraiische het licht had gezien. In November 1878 werd Hattmitnns tweede huwelijk voltrokken ; den volgenden zomer werd hem een zoon geboren, die echter een paar jaar later stierf; een tweede zoon bleef gelukkig in leven en groeit goed op. De gezondheid van Hartmann waa In de laatste jaren veel verbeterd, maar in September 1881 deed hy een val, tengevolge waarvan hij ook aan de tweede knie een gewrichtsontsteking kreeg, wel niet zoo hevig als aan de eerste, maar toch zoo, dat beterschap uiet spoedig to wachten is. Dit helene Hnrtmann niet steeds ijverig met werken voort te gaaiven Heymons zegt, dat meu in den herfst vau 1882 Wederom een werk vün gijn pen kiin verwachten, onder den titel: .?Die Ruliuion des Geistes". Waarschijnlijk zal ook in uit jaar een negende druk van de .Philosophie de.» Uiibfwus-tMi'' noodig zijn. Op zulk een debiet '.?a,d Ltattaiaun zelf misschien niet gerekend. J. 9111ttalre Zukeii. EBN OUD, DOCH NIET VEROUDERD ADVIES. L ' Onder de hoofdpunten om te dienen als leid' draad bjj de algemeene beschouwingen in de afdeelingen omtrent de ontwerpen vau wet tot regeling van de Nationale Militie eu tot regeling der Schutterijen komt onder O II 11 voor: Het al of niet doeltreffende van de algemeene beginselen in het ontwerp gehuldigd, betreffende AD handhaving der krjjgstucht (hij de schutterijen). Niet ondienstig mag het geacht worden, daar omtrent in herinnering te brengen een advies, dat dertig jaren geleden gegeven werd niet door een militair, uaar door een burger in een zeker to weinig bekend geschrift: Proeve van een eersle boek van een miutair Strafwetboek door Mr. A. M. de Bouville, advocaat te Brielle, lid van de Provinciale Staten van Zuid-HoUaud, ('sGraveuhage, Gebroeders £eluuante, 1851.) lui dende als volgt: .Men zegge niet: de schutter ia burger, geen militair; de schuttery ia n staats-lastpost". Zeker verdedigt dat wel de wet niet; maar daarin ligt een Terzet tegen de bedoeling, om den schut ter met den militair geluk te stelled en aan de zelfde strafwetten te onderwerpen. Doch op de tegenwerping, dat de schatter^ een staats-laetpost is, antwoord ik, door aan de nationale militie dezelide benaming te geven. En wat de eente tegenwerping l>etrel;tt ik ver oorloof mjj de stelling te ontkennen. De schutter, in dienst of ouder de wapenen, is militair, even als elk Ander krjjgsman. Htf mott jpïlïf^p ziin, De sohutterg maakt een voornaam deel der Nedertands«he nijgijnacht uit De aard van den sohnttermken dienst ii een militaire dienst. Da vormen, de wapening, alle* ia in woord is mi» litair. Bovendien is net, naar ik meen, bfl deskunéigen aangenomen, dat voor ons land thans alleen een de&ntlef oorlogi-fyiteem voegt. If dat sjsteem als het eenige veeisame xoor ons laad kracht:, voor zooveel de landmacht betreft, in den burger-soldaat gelegen *ijn. Mnar tot de onlwikkeling dior kracht is yoor Rites ooodig, dat hy, die een dei l daarvan uitmaakt, zich, oud«r do wulienen, kiijgriinau govoole. l)edrieg ik my uiet, dau w.ta bet gemis aau bet besef dnaiviin tuinier uen der grootste gebreken vnn onze schutter)ijko ivrmec, uu kou duaiiti ceist door inubilisoei ingen daarmede uoodzakulyk gepaard gaaudu uieerdcre militairo tucht, na zeker tijdsverloop te gcuioet gekomen worden. Wiinneer ik, voor de stelling van de noodzakelyklu'iil, dat de schutter zich iu dixnat. soldnnt acht e, du ondervinding vun voor weinige jnreu wilde inroepen, dau zou zy die stelling bevestigen; innar dau ook Kelyktydig het hooge nut onzer scbutterlyke mac.it, w»mieer die goed georgani seerd is, nantooneii. En de aaugeuomen stalling omvat niet do be wering, dat du schutter, luiten ilien»t, geen bur ger zou zjju eu niet vóór altenburger moet bly ven. liet zy verre van my to nitenen, dat Nideilauil in cun mil;taiien burgerétiiat moet worden herrctiape». Ik beweer sleed:s, dat do schutter moot bcai-tlen, dat hij, onder de wapciiA niCBi' coldaat (ian bnrL'«r en, voorzoovetl zyu dieust betreft, alleen soldaat oit geen burger Ji. Welaftir, men noecno deo schutter burger. Mftar dit «l toch wel erkend Biin, d<t het gü/ag in den f-cluitterlijkon dienst behoorlijk moet beves tigd 7, ij n. Uit tloe-l kan, naar ik nieec, alleen Joor kiiiditigo en gestrenge wettenbereikt worden. Do suklant pn de sseemau zien in dengcrien, dio hoven hen gesteld is, onveranderlijk den superieur, wiens bovolen zij moeten uakomen. Hét militair gezag te erkennen leurt hun de ge woonte moor iiog dnn de wut. Uij den schutter is niet zelden htt omgekeerde waar. Die heden superieur i^, staat morgen, zooal niet in onder geschikte dau toch dikwerf in eeue maatschappelyk lajferu betrekking. Zeker bestaat er m ivict -.'nu burgerlyke betrekking zoodanige ondergeschiktheid als in de militaire en ook even xi-er de schuttcrly'ködienst vordert die. Hier moet du», wanneer het iioodig i», esn ander gozug dun dat der dugelykschu gewoonte eil (Ier voorbeelden gelden. D.it gezag raoot in de baudbaving door de wet gelegen zijn. luutg overtuigd vau de waarde onzer scbuttorlijke macht en van do verhoogde waarde, die, by eeno nicuwa wet op do fchuttertf, dnnraan verleend kan worden, ook hniton bet geval van mobiliseoring; niaar, ouk diep doordrongen van de uoüdzakflijklii-id, dat die macht door kl«mmoude wetten geregeld en georganiseerd b!«ve, zou ik deu schutter wegens handelingpu m dienst of ter ake van zijn dienst bectaan. ondor deiuilitafre strafwetten weiisehen gesteld te zien. Kaar het mij voorkomt, zou daarin een der eerste middelen gevonden worden, om aau de schutterij meer waardigheid by te zetteu; ja een der eerste middelen, om deu schutter aau zyne grondwettelijke bestemming te doen beaiitwoorileli (1). Men vergere het niet: de schutterijen dienen in tijd van gevaar en oorlog tot verdedi ging des vaderlands." Zeker aull-'u in die lijden de schutters wel <;eheel militairen moeten zijn, en aau alle plichten vitu den soldaat onderworpen; maar (lm is de nood dringend eu de behoefte eischeud Moeten zij zich dun nog aan die plichten loeren gewen nen V Wellicht is het t6 Iaat. Niet altijd bieden de omstandigheden evenals m 1830, n jaartijds tot voorbereiding. Tjjd van gevaar en oorlog, God geve bef, blyve uitzondering; doch vordert niettemin voorziening. Maar volgens de aange haalde bepaling, dienen de schutterijen ook ten allen tijde tot behond der inwendigo rust " Inderdaad, de nakoming van die taak eischt niet in m dei- dan 's lands verdediging militair gezag. Men denke aan gestoorde inwendige rust, aan oproer, aau *ainenrotting, enz. G\j roept uwe schutters lujeen. Tegen wien? Tegeu hunne medeburgers. Tegen huune broeders en bloedverwanten. Proletansken en capite-censi vereenigt gij met de blo*m der bevolking; maar de laatste is nu meriek de Ewakste. Gy hebt hen van wapeuen voorzien. Gij wilt dat zij die. wordt bet gevor derd, zonder aarzeling tegen de rustverstoordera gebruiken zullen. Vergeet niet, dat het gros uwer schutters en bet gros dergenen, die eproer stichten of daartoe gebruikt worden, nauw aan elkander verbonden is; niet alleen door banden des bloeds eu der vriendschap; maar ook door die van denkwyze, van opleiding, van moatschappelykbestaan. Waar vindt men nu genoegzaam gezag, om bet doel te bereiken? Waardoor belet pij, dat zy hunne wapenen tegen u keereu ? Alleen door de mo raliteit vau den Schutter zelven en door het ge zag der wet. Die moraliteit is geene andere dan Uet geves tigd besef van den plicht van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid; het besef van den plicht van soldaat, door zich zelven soldaat te gevoelen. Uet gezag der wet is niet anders dau de gehjkstelliDff tusschen den schutter en den soldaat; gelijkstelling in overtreding, en dat alles met die gestrengheid, welke het militaire strafrecht keu-. merkt. Mij is slechts ne tegenwerping bekend, die nchynljiw gezag h»elt, zij is gelegen iu de VOO' den milrair -ojna geheel exceptioneele straf. Maar 'Ie be-loel-io f>elijkatelhng bevat nog geeut> volkoiubne. gelykstelliug ook teu aanzien der gevolgen. In dun regel stel ik, dat, waar de soldaat overtreedt, de schutter, hetzelfde doende. aU soldaat overtreedt; dat is, dat de aard en de mate der overtreding gelijk zyu voor deu soldaat en voor deu schutter. Hiermede worden echter uitzonderingen nog niet uitgesloten Is nu in het algemeen de ontwikkelde theorie der gelykstelling in de overtreding asnnemehjk, zoodanig dat men ten dien aanzien >n den regel bet on derscheid tusschen soldaat en schutter wil ter .do stellen, dan bly ft het hier aan den wetge ver over, zoowel om de uitzonderingen ta bepa len, ala om, met bot oog op den verschillenden toestand, van beiden, verschil in straf te veror denen, waar eene straf op beider toestand niet geüjk paisen zou. Wanneer de wet dan voor den militair byzondere straffen' verordent, die alleen toepasselijk zoo kunnen op den militairen stand, zy" zal zich zelve niet ontrouw worden, wanneer zy voor den schatter eene andere straf bepaling bevat; mits slechts het gehalte d er straf in evenredigheid sta tot de overtreding." Tot zoover het advies betreffende het mate rieel strafrecht. WQ* willen bier alleen nog btfvoegen, dat dit beginsel niet alleen is aange nomen in Daitscliland yoor de landweer en in Frankrijk voor het territoriale leger, maar zelfs in Engeland, waar de vrees voor militarisme zoo groot 13, dat bet Parlement elk jaar slechts voor den loop van dat jaar sanctie verleent aan de militaire strafwet. Behalve officieren en ?man schappen van het staande'legerzynaande,,Army Discipline and Hegulatiou Act" onderworpen: Officieren van de Militia ten allen tjjde. Alle personen over het algemeen niet aan de militaire wet onderworpen, doch die in eene officiiele betrekking optredende, op denzelfden voet worden bekandèld als officieren, zooals officieren van de Ytomanry .of de Vöhtnteera en personen, welke troepen m actieven dienst vergezellen en met officieren gelgk gesteld worden. Manschappen van de Army Reserve of Ae Mi litia Reserve Force, wanneer zy opgeroepen zyn tot voortdurendsn dienst ter oadersteunuig van het burgeiiyk gezag, voor oefening of vanneer zy vrüwfllig ia dienst gebleven zfln. Militia gedurende de eerste oefening, jaar» Hjksche oefening of vereeniging tot korpsen. Ycomanry ea Vóluntoert, wanneer z(J opge roepen zijn tot oefining en wanneer z$ in aotu_^U_ -... tt~I fcff? n J tATt*fc jl»|_- ,?^ J* ^F^AM "' eiiboven, wanneer z\j opgeroepen zjju ter onder* steuning van het burgerlek geiag. _ De pernmnontüstaven van de auxiliary farces zyn alty.1 aan du militaire wet ouderworpen, Iu eeu volgend stuk huopeu wy het advies medo t e dtclcu met betrekking tot het i o r m e e l strafrecht eu daaraan eeuige opmerkingen too te voogeu ton opzichte van do mogelijkheid (1) Om hot bcoogJo doel to bereiken, zoa ik betielis l>olangri)k uiliteu, d»t, b(J oono iii»uwe vrutcoving op d» niilitiu «n de »cliutt«ry, de laatstö» een* iK der ccruto wiurd vti/ordinid. Ik mettn, dat ilunruou, uit vale oo(fiiuuteu, belangrijke voordoelan »?»? bondon zoudou zyn. (de Hoilvülx. HET IN8THDCTIE-DATAILLON. Aiyitheer de Hedaeteiir. VeJorlül inaatregolrn wordon er voortdurend gcnotnca, tur ri'urjfauioatio va» bot legvr. DuargeUten of dl» zenuwachtig wyziyiofjszucliValiijd vcrbsturtugmubryugt, zuu ik tliana cou uorsttsl willen Joon', »an welks mogAlijklii'id van tisUati uien niet eens icLjjut to denken, dut altlüinn door pnntnlon- en kngeii-iiuavatles tot nog toe overvleugeld U. Hut bet oog nl. up Uo nadeelen, Oio To»r liet instructie-llataUlon aao hut verbluf «a Kampen vurboiulua zyn, is eene verandering van ?Uudplaata zcor guweiigclit. Dio nadoclou itijn aldn» te rósnmoeren: Tooreoret il Kampen duur *y»« liggingen don bodem o«ne uufrezoado plaats, teugevolgo iraarvan liet hoepiUal K»wöunlHk vol koortulydere i», on er betrekkelijk veel sterfgevallen bH hut uataillon voorkomen. De nadeelou van hut klimaat wuntan nog vorboogd door het «lechte dritikwator en ilour de ongelukkige plaats en conatructie der kazerne, die, f;vuiials da tnd, open en bloot uaar hot Noorden gekeurd en zeer tochtig ia. Talrijk zijn dan ook do gevallt'ii, waarin uiouwaangakometiaii bijtja tentond ziek worden. Vel o ondon hebben tegen dezen toestand bezwaar, omdat zy hunne zonen aan oen dorgcl\]k gevaar niet gtarna bloot «tullon, «ii ongotw(jfo!d zou er nog Teel meer vnu de gelegenheid iot'oplvlding gebruik worden gumaakt, by deze overigens boogHt nuttige uuieUiiig, vranneer zy onder andere omstandigheden word aan geboden. liicrby komt dat to Kampen niet eens oone goede golagnnheid tot hot honden van oot'onlnjïC'H bu»ta»t, wjjl allo» zect beperkt en cffon terrein i». Byn» alle oefuuiiigon worden er guhouden op de Ktindberg" con vier kant Htnkja land, iu wolk» onmiddolijke nabijheid eene begraafplnats ligt Exerceert uien er hvoeuur, danxlet mon vier h vijf beRTafoaiageu passeeren, zeker geen onnckkeudo decoratie vi>n het laud^chap vour dojungeImeenl Wel is hot eindelijk geen groot nadeel, dat Kampen aan oen zjjl\ju ligt. maar een nadeel ia het. Amorsfuort zon naar veler gevoelen voor het instmctlobataillon de aangewezene plaats nyo. Vooreerst ligt bet gezond en hoog. Ten tweede ia do jongeling or beter in de gelegenheid, eeu ruimorcn blik in het mi litaire te krijgen, en ten derdo i* do omtrok uit stekend geschikt tot het honden van allerlei oofoningen, 200018 relddienst, tirailleeren, het gehalten van afstanden, achietoefvnlagen. enz. Grhicl btlatigtoot bob ik oud leerling dez?r militaire school dezo opmerkingen gemaakt, tnki-1 uit belasgatellmg in den toealanüvan militairen, die tot de kern v.in on* leger getold mogen wortlen. Ik ben zeker, dat vclon. waarscluinliili allen, het gesclirevvne zullun beamen. Mocht mijn artikel do ocRen der bevoegda macht op deze zeer gowii'htigo zamk gevestigd hebben, dan is het doel bereikt Te laug kijken is in dezen hnnaoh niet irenacholijk, wnnt de Kamper militairen verlangen gezonde oorden en beters terreinen I DA tranen vin hen dio het vertrek betreuren kunnen gebalsemd, en op bet etnjlmi» voor genioodehjke lul ter bezichtiging worden gestold. De hoogste belangen hebben ook de hoogste aan spraken, U dankzeggende voor do plaatsing, heb lic dn eer Ie zijn Dwdw. . B. B, MDTATIEN BIJ HET LEGEE VAN 1-^3 JUNI Gesteld op nonnctiviteit: do -'e. luit. J. A. Kleinenberg vau de cavalerie ; Verlengd met twee jaren de tyd van duur der dataoheeriug bij bet leger in Ned. ludiüvoor deu Ieu luit. A. W. II. K. van Bothuia Andreae van de cavalerie hipr te lande, eerst op vyf jareu bepaald, SCHAAKSPEL. No. 31. Tan den OuJ-RodactoUr v»n Sissa. 2WAHT. . ?. . k. b. c. d. e. L g, h. WIT. Wit speolt roor as geoft In 3 zetten mat. (? Oplossing van Schaakprebleem He. 21. l H 7 O 81 O 8 O 6 (» 3 P 7 - ? 8 Pd + D T O 8 3 B 7 nt D 6 + + mit. (a) l '.;.... C 8 F 8 -ft» 3 A 8 B 5 + Pd nt B ot E O 8 O O 8 O « of- B 7 nt D fl mit. (b) l ..... 09 01 (O 3 G 6 nt D O + D 7 08 8 D fl D 8 mat. (c) l ..... T of D nt B of P (d 2 G 6 E 6 + G 7 nt fc G 9 F 6 nt E 6 intt. (d) l D 8 nt Pd of P 5 (* 3 7 F 8 Pd+ O 8 , V 8 a G 6 O 8 nut. (e) !.>.,. G 7 E 8 of D 6 ut F 7 l 6 E 6 of G C nt I? 7 mat. INGEZONDEN OPLOS91NÜES. Juiste oplossingen ontvingen wij vin No, 22, Mnt Tieren; Mr. P. A. L U.; Toni, Henn en J. J. D, II:. < beide liaUtgenoemdan No. Hl; allen ta Amsterja T. H. op T»i»l.«D W. r. H. te Delft gavnii uuvuilo'l eene Juiit» utvénoplosting TM No. 22 iaet lu z»t ?? H 7 nt. G 7. D* probl*«iudlcbter«s buougda yu«n»/i eene pl»tte oplossing, zoutle liier bovvn blykt. BBIEFWISSELIKO. T. D. te H. Niet du «loclitslo maar de beate lo .?. moest u nemen J, J. B. H. In hoofdzatlc «oed. Torn. B d d l te plaatsen op d 5, ktn bot Tour «.x boUtche flgtmr dieneii? In sommige afdrukken Ttn Na. 93 t« de zwarte T...1 a 7 ondnidel^k afgedrukt en Jjaeft tot'mis vattin.; Aoi. ERRATUM. BoliukpartO No. 3. Na wit 30ste zot i» uttKo.iU Zwart- geeft in weinige tetten ast. *) B|j gelegenheid eensr ontmoeting, zei Jan (VO.M .Vraagt men o, of gy een n«as hebt, buvonl !?..?»! nog eens TÓ6r gij ja zegt." Wy aohlen <lex«n nij i. r bt) dit probleem geenszins overbodig, d»»y' -<-±. gen* oplosMT nvaar kan loopen.»1 ta speedig do.. L. reep! .ojunogelük" *i«h te laten ontvallen. 259 DE AMSTEK D*A MME K, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND* FEUILLETOHT. Uit het leven van een twijfelaar. frj/ naar kei Engelse^ door U JL.I III. Een ongeluk komt nooit alleen. Nauwelijks was de onaangename boodschap van den hertog van Midlothiau n>üReworden, of ik werd per telegraaf ontboden nflfcr het ouderlijk huis. Vader had een val met een paard gedaan, waardoor zyn leven in gevaar vei koerde. Ik kwam, boewei terstond afgereisd, te laat om hem nog levend te zien; maar vroeg genoeg om te veonemen dat hjj rojj onterfd had bij testament, en dat hij zijn fortuin tuaschou tune vrouw en neef Frank verdeeld had. Aldus verkreeg ik te mijnen koste het bewüs van ruyu* bloedverwantschap. Wanneer werkelijk de afkeer vnn den overledene vóór *\jn broeder hem verleid had een ondergeschoven kind als het «yiie op te voeden, waarom zou hu dan de helft van zijn fortuin aan deti verfoeiden tak hebben nagelaten 't Als tweede bewys kon dienen de goedertieren heid van uooedei- mQwnarts. Toeu zühoorde dat ik bereid was aaii de waarheid der bande t die ons bonden te geloovcn, vergaf z\j tny nien alleen mUn ophebbelijken twijfel, maar z\j wilde zelfs met mij haar erfenis deelen, die zü(als de mijne beschouwd», terwijl aÜD1\i de verzekering gaf dat de erfenis haar gelaten wus als fideicommu door vader, die als hy mg vuur zyu dood had kunueu zien, müzonder eenigtm twijfel geheel vergeven EOU hebben. Ik nam haar aan uit liefde voor Vivia; moeder stond mij een aardig buitentje af dat zij bij het strand bezat. Ik besloot er met mijne toekomstigo echtgenoote te paan wohou, en er mi} aan m^jn lietde eu aan mijne philosophische studiën te wijden. Mijne verhouding met Golham was na de laatste gebeurtcniseon niets veranderd. De Spencuru Fanfaron beschouwden hun fauüehoofd niet nis hei lig. De hertog en ik waren het niet eeus geweest, zy moesten en wilden er niot meer vau weten, en waren overtuigd dat ik geluk had. Vivia drong my in de teederste bewoordin gen om mij te haasten naar RMham te komen waar ik met ongeduld verwacht werd. Ik zwichtte Toor haar aandrang en ging met Frank, dien men vriendelijk genoodigd had, naar haar toe. Het sprak van zelf dat h\j bekoord werd van Vivia. Gave God dat hy wat meer zy'ue bewon dering had kunnen onderdrukken! HU boezemde die uit in dogmatische verklaringen dio my' ver veelden en onaangenaam aandeden, want zy her innerden müdat ik die in 't tfog loopende aan trekkelijkheden als werkelijk bestaande had aan genomen, zonder eenig critisch onderzoek. Den eersten avond kwam hy mijne kamer binnen in een staat van niet te melden opgewondenheid. Weergalooze, zeide hij, ik feliciteer je. Ver duiveld; welk een boffer zijt ge! Onmogelijk kan men een liever familie verlangen. Wat je meisje betreft.... züzal je ruimschoots al de onrecht vaardigheden vergoeden die gij hebt moeten ver duren. Ik weet zeker dat zij een engel van goedheid is; maar wat onwederlegbaar in, is: dat zy' de mooiste oogen en de fijnste tint van de heele wereld heeft. En beur haar? wel, daar is geen mooier. Al die betuigingen vleien txls hagel op my neer. Ik had den mond van dien.opgewonden jongen wel willen stoppen, maar hy moest en hy zon praten. Zet een van de eerste Bchconheden van Londen naast haar en dan heb je koper naast goud. Schei toch uit, als 't je belieft, fluisterde ik. Wat is er, vroeg Frank, stom van verbazing. 01 niets. . ' . ? Mag ik niet herhalen wat ju* beter dan iemand anders weet, namelijk, dat je meisje de schoonste vrouw is die men zich kau voorstellen t Ik verbeeld me dat dit je niet bclocdigen kan. Ik ontkende het natuurlijk, manr verscheidene nachten bracht ik slapeloos door. De duivel der wysbegeerto had Jtljn invloed op my h«rw. nueu eu liet my niet los. Vuil toen at ru»tlu mijn b ik niet meer op do heerlijke gestalte va» Vivia, op haar zachten oogopslag en oj| hare prachtige haren of ik vioeg mijzelf uf of alles wel natuur was; een tutviK verlangen muuktu zich van mij meester dat alles unn c-cii prooi te onderwerpen wanrdoor vijj du wiinrbuid zou blijken. Keus op e<?n middag WAS ik alicou in de b-bliOtheek met Vivia. Da rest vau de familie waa uit; ook Frank, die oen beutju Uut Ivof iMgoti to maken aan de j u^nre zuster vau Vivia, u[> wie hy verliefd wus. Zy haakte en ik 7.:\i nitar li:mr te kgke-n Hare tij n o iit, de kluui- uurur bun'», hare sierlijk gub.'gen wenklirouveu, dat miva scheen my zou i.atuui-lyk; muur hou zou ik uu te weti-n knnuen kuuicn djt dat ui lm echt wa»? Do kunst bootst d>> natuur zt/o uitwekend na. Ik keek haar 'zoo strak uau dat atj er verle^-u van werd en mij vroeg, precies «ils l!'i nuk gedaan had: Wat is er? . Niet*i antwoordde ik op nioutt. Ken oognnbitk later hield Vivia op met baaiwerk. Wij gingen den tuin in, waur wy op eeu bank gingen 7.it,t«n. H.iar pri-.tiig ge&u.tp ver dreef spoedig mijne spuiburc onrust. Myn meisje wus niet sentimenteel; maar dien dag was zy zoo teutler eu mtuhaukplijk dnt ik meende te droomen. Waarom .kon ij dar toon nii^t luten ? Waarom was zy nier ti:vredén niet halve woordjes en blikken, uiu w ij naitat i Ika.,d«r gezeten, wisselden, mut de handen in elkan der r Ongemerkt werd hare tong lussor, huw taal krachtiger. Zoudeün op de wereld wel twoo menschen zijn die gelukkiger zyn ilnn wij 'f vruug zij my lacbecde. Ik zou niet gjuirue met oi-nb uudérv vrouw willim ruilen, H! wus ze ook' kutiingm. Denk je er ook z»o uiet over? Lief kind! antwoordde ik, je vertrouwen is wel wat overdreven! Zulk con yertruuweu kon Óns op een dwotilapoor brnngeii. Zy dacht dat ifc gekheid maakte, en begon hartelijk te Jachttn, terwijl ik müverdiepte in mijne geliefd» bespiegelingen. Wat bpfeefceut die Kekheid, zeide zij tcrwy'l 2$ haar klei» tongetje tfgau mij iiitstnk or, luntr handje op my'n n>oud lei. Wat beteektnt die onzin, wanneer vetio xauk bepaald zeker is? Welke? fluisterde ik bevond. ' . Diggoryl vraiigt ge welkt)? Ik zweeg, daar ik vieesdu haar te wel te be grijpen. Het betekent dat wij veel van elkandni honden, zeide zy, hnai munHjo lij mijn oor bren gende. Houd je vau me, ])iggoty? . . . . Bemin je roe, herhaalde zij levemlig, toen ik zweeg. . Ik kon met d' n be»ten wil dei- wereld ni< t langer zwüg.'n. Schuchter antwoordde ik: Ik geloof hét. Je .... je gelooft hét? Jo zegt dat om me te pUigcn hu? Uiggory. ik wil hebben dat. je we eerbjk, ronduit en zunder omwegen zegt uf je v»n me houdt, J» weet niet wat je me vraagt, zeide ik Welke vraag it eenvoudiger dan de mijne V _ Laiittt1 eeu» even, Vivia i Ieder onzer meent ia den luider enkele hoedanigheden te ontdekken die bty ons zekere gevoelens als de liefde, de sympathie, de bewondering, het vertrouwen, op wekken. Doch de wy'sgeereu hebben ons bewe ren dat die gevoelens slechts het resultaat kun nen zyn van valsche voorstellingen. Ik begry'p geen woord van 't geen je me daar vertelt. Laat mQ het je uitleggen. Ous voorstellings vermogen is evenals onze zintuigen onderhevig 'aan dwaling. Wanneer wij een «tok in het water steken, ichy'nt liet dat hu gebroken it. Wanneer wy in een trein zitten, schynt het dat de hoornen loopen en dat wy stil zitten. Ja wel, maar wy zy'o niet de dupes van die verkeerde inbeeldingen. Omdat \vy de middelen by de hand hebben om de waarheid na te sporou; maar by geestelyke zaken missen w\j die middelen. Gy vraagt m\j of ik vun je houd. Ik antwoord u: Ik geloof het zoo zeker als iets; maar vraag geeue bepaalde bevestiging van my', want dat guat boven myne krachten. Ik staak hier dit vreemde liefdesgcgprek, waarby ik ol de argumenten te berde bracht die de lezer müreeds heeft zien ontwikkelen bij twee vorige gelegenheden, maar die, iu dit geval, waarbij myu geluk op het spel stond, iets bijzuudur pikante hadden. Nadat wy een balt' uur in dien geest gesproken hadden, stond Vivia ten eiude rauil op eu zeitie: Dan gelooft ge ook uiet weer aan uiyno liefde? Waarop ik weder myn hcolo wijsgeerige kraam uitpakte; doch Vivia verschoot ploUuliug vau kleur, zy werd doodelyk bleek. Ik merkte die verandering op, on werd er innerlyk zeer verheugd over cu riep onwillekeurig uit: Gy verbleekt, Vivial gy verbleekt! Hoe ge lukkig! Die blanke tint wanrop ik zoo trotsch ben, is dus wel uwe eigeno klenrl Van ruy, riep zy ontsteld; van wie zou zij dan zyu? Wy keken een oogenulik elkaar aan zonder te spreken; zij, bevende van ergernis, ik, beschaamd als eeu vos, die op heeterdaad betrapt is, diiudubbele zot dio ik wat, vau uiet geraden te heb bon dat er vermoedens zyn die eeue schooue vrouw nooit vergeeft. Dus je geloofde dat... te vergeeft trachtte ik myne onhandigheid to herstellen; niets hielp. Ten einde raad wilde ik bare band grijpen; zij stootte müterug. Ga heen, zeiita zy, alles is tusschen ons uit. Eeno zenuwaandoening volgde, die met eeu tranenvloed eind'gde. Al rayue pogingen om haar tot bedaren te brengen, mislukten, Zij smeekte my haar te verloten. Ik deed bot, iu de hoop' dat het onweer den volgeudeu dag be daard aou scijn. Ik vergiste mij, Vivia zeide H>y den volgeuden morgen dat ons engagement uit wn». Niemand dan ik, ze;de zij, moest de beweegredenen van dit verbreken weten. Zy stemde er liever in toe voor wispelturig, valscb of veranderlijk aangezien te worden dau de pchandolijka en ergerlijke woorden te herhalen dio ik, ellendig slachtoffer vnn een bedroevend systeem, baar toegevoegd had. Al m^jn wijsbegeerte was, ik bekeu liet uiet., in staat mij over dit verlies te troosten, dnt veel smartelijker was dan al mijne andere opoöeringdi. Vivia wilde do mogelijkheid eener rechtvaardiging, die ik baar logisch niet aanbieden kon, uiet eens in overweging nemen. Ik had wul het recht mij voortaan uls een martelaar vau m ij u systeem te beschouwen. IV. \Vat kon ik nog meer verliezen dan mfln vaderiyk erfgoed, myue betrekking en mijn meisje ? Deze ervaring waa mij voldoende. Ik besloot mij iu in ij 11 eenvoudig buitentje bij Deveushire terug te trekken en er de rest myner dagen door te brengen met mijn wy^gecrig systeem te over peinzen en te ontwikkelen. Ik zucht eenige vrienden om mijn ballingschap te deelen; ik wna zoo gelukkig, er cl r ie te vinden, allen meer of min teleurgesteld in hunne verwuchtiugeu of geschokt ia huuue overtuigingen, en dientengevolge nUen goede lui yoor de ont wikkeling mi.juer thei-iiën over d* nietigheid der meiischelyko kundigheden. De een was eeu jongste zoon, dio na met aoti'o in de kolonie een klein f.trtuiutje byeKDgesaard te hebban, dit in de han den vitu eeuige tfelukzüekws had -avu verdwijnen. De tweede, een bekwaam inguniiu^hail ziuh door allerlei uitvindingen uu in 'i byzonder door eeue die eeu omkeer in de wereld gebracht zou heb ben, als zy uiet toianl mislukt was, geruïneerd. Ut) dorde wat" niemand «mie r a dun Frank, die wijsgeer uit. liufd-KWHt'huop wus geworden; waut hij wa*, even ouuuiukki;,' tu* iit, ni waa het dun ook om nudero redenen, d»or Soj.hie, de zuster vau Vivia verstootten. \V!j vormden m«t uns vieren een ii>onui)fi*iiorijFV wuarruu ik .aisvoorzitter, w»"d. gitlurdi d ('u- reglement, volgens Imtwtf'li wij li'vt-u '» >??' ? w.i.i liiiitetigCAUOU :'lC' ..t! O /i.' Il: i>r- !i .-{l!tl «II Oll'/.O l studiten liejjei'sti'L e-i -ti- :,.t. . r g'-hied vnn oua obj''vl c f': dn ulgi-iiin- 4 i-. .-»?. Uj ourbtcld 's moi'Ufilx iii«'l(t «?<'» i>n,:i ? *n li'-'i>'t,<, 't /,j o\vr ili) logij-L-Iiu oiitui'l'vk n -mi!.-:.i J^r vei'lo.Jinp, 't zy over In jji-u ..f. lüiui-i, d.-i- hi'tnim-be /ekfti beid,. V /.ij in 't a^ mum osvr ac oodssakelijkli'i<l vnn i.i sjii.r--. x<-i ???ntt lo IIIMUUU dat nii't we'i- Kui>:i:>iivi^k ? «wi'iX'n 13 KM torn, het was fceue vuriiilitt u, <le ii.-lio'i-l d-r positivisten, dlfe ZOO v.in xicll h it Iritrti, p'rvken. Lich;i-ïO utiderwi'i'ii. n, ::ls ilu iu r?: .BH viill l'tt g'-lu'Ujittii, vnn du nintuutn ut' \.ni df, vc-be. IJug waren ut lütci li.-wimnl. II t gprerikt vuu xeil dat het tffloof umi-ie' t'oveun itutu iy'cnvunons programma g«>chiapt was. 7.eH nia.-niileii ijii'p <? ? p 'U-a ? w^ise voorbij;met vreiijfdo ziij k 'iis k'fürt jjemfcnte bot idi'fMvl bereikrn w.fi'iian' ik zn-> vuiig vurlAugde, Jittnurlijk dnt vuii aan u ets tfg.-Joüven, tuen lift gebouw myner faut»is« ineei»iintto door dn de?enie vau i.e dn« l ti?i noóti-n do een na di-n under. Op een t>o d n moruC' zaï; i't den cudfii kolonist mm ftlle ici-ktitiüh van erm- on^cke:.d« vruolijkheid nuar my to komun. Il; daclit dat. Jhy oen nieuw uiituineiit ten. ctin-to vmi Oi s sy t«e'n ge vonden hud; maar hou (rtoot wa* uujie teleuintclllng t Hen j]c de reden vitn /.ijue lilijdschup ver nam. EHU oud vriend scbiL'rf hem uit Jamaica eu stelde htnii een aud el iu c>:iie urootu plantiigo voor, alleen op .oonvanrdu dar liy dadeluovw zon l<oni. bit was een onverwacht gelnk. Dienteiig^viilg» had hij .0111 ccne jilauts op d« norste .u; 1-e't.rn boot, naar Liverj oi>l p tuli-graf<erd. Zijn hfn'uit HHM il-j'lmra onwnKbaar. Ik hoogde t.em IT te \<rgfeis af te bieugou door liein voor to hotvlen dat zulk coin' ,iverhiuu>tiiig tt-gen om xy-ti-em \\as. IJad hij we), vvunats vuor ieder monsthelyk. huUij atulfelijk of geeste lijk feit, duxe iiniil'i' dina oiidcrwoipeu uan den t';<-ta van eeu biieiiK uiUlrrzu^k ? tiad hij wel nauwkeurig de b.'wo nhrgon vau den brief over wogen, Diigüli-jtoii en n.ivcplo^eii ? Wie ttond hom' iu voi,r tio upriü-htiieid vau im vrieud ? Was hij wel xeker, wel liuj>H;ild ^l<i'i' vun hul baShiAii van JniiiaicaV Alles u:u vrnchteloo.s; hy Kcholil mij uit voor gek i-u ik niaukte hum hetzelfde comiil ment. \\ij scheidden, na clkfirnler bijna bij de haren te hulilii-n gehad, un.lc:r hot evenwel zoover te laten komen, 't geen een geluk wus vuor de eer der wi) begeerte. Teisti.nd itoi-ht ik de beide andere leden der. ueme^nte op,'om hun zijne afvalligheid hekend te mflken. Den ingenieur vond ik op zyne kamer met het hoofd tussuhnu de handen, zondereenigen twijfel bezig roet de voordracht te propareeren di» bij de/en rt»g moest, houden, ik verhaalde hem net «ebeurde, waurduur wij e«a broeder gingen verliezen; maar h(j was zoo afgetrokken, dat hy müniet scheen te hooren. Ik zweeg er daarom niet over, maar weidde met verontwaar diging uit over zulk eeue selundelgke verbreking eener gelofte. Toen ik uitgesproken was soeide hy nog. Plnt«elipg stond by op, nam m\j by dg handeu en riep uit: Ik bob het! Ik heb het! Zy hadden van achteren bekeken gelyk. De uitvinding bad geen waarde. Er ontbrak een rad un de machine, daarom kon zy niet werken. Ik heb dat gebrek ontdekt en nu ga ik hot verbeteren. Thans ben k zeker van miju uicces. Arme dwaas! ik begreep dat hy met iyn oud idee fixe bezig was. Mijne ontnuchtering was zoo vreeselijk, dat ik goeno woorden kou vinden om myne gedachten uit to drukken. IK ga naar Londen, vervolade bij, waar ik een nieuw brevet ga nemen. Do onkosti-u die ik moet maken zulluu my wollieht tot den bedel staf brengen maar wat geeft dat? Dat is slechts eene kwestie vau tyd, want ik heb ecu nababsfoi-tuin iu mijne banden. Wanneer ik al de ti'^euwfirpingen wilde me;letleelen waarmee ik zijne dwaliug bestreed, dau zou ik in herhaling vervallen vau vroegere «oSprekken, liet zal voldoende zyiv te 7eg;;eu dnt ik weder vorgecf&cha moeito djted.' De ongulukkige kerel wildo naar niets luisteren, Diiu ei^Rn avoud rei!*d« bij naar Londen om zijn eeuwig» hersenschim na te ji'^fu. Frank alleon bleef mij over. Hij ten minste zou mij niet verlaten, d>iar was ik zeker van. Daar hy uiet to huis was, ging ik hem zoeken en vond b»m iu het park, waur bij hard uuar mij toe kwam lüopcn. Toen ik onder 't borc-ik zijoer stem war begon hij to schreeuwen te wijzen, en £eluren to maken als een telegraaf van het oude ivsleoni. Ik h«b hoar gezien! ik heb baar gezien! Een oogenblik geleden was zy hier. Wie hebt gij gczieu 'i vroeg ik, toen hij bij mij was, Sophis en ... Viviüook. Zijxija, tenminste als ik )iet goed begrepen heb, met een jacht van Torquay gekomen. Zij zyu hier in de buurt uitgestapt en lieljben den heuvel beklommen expres om hut, huis te zien. Ik heb zo gezien en bespied tuasclien i!e hoohien. Sopliie is lift lang.'t gebleven; tot n bracht zy hitar zakdoek voor hare oogva eu liep den heuvel af om wér iu do boot to stappen, m ij u bovluit is ueuomen. Ik ga uaur Torijuny eu zal mijn best doen of ik nog niet ceni^e kans heb buiu1 hand te krijgen ; mifsehien ben ik wel *jc-u bentjo yoorbarip geweest toen ik er voor bedankte. Al» je wel wilt doen, ga dun mot mij mee. Vivia boeit wellicht haar laatste woord uog ni,et gezegd. Wat vertel je mo daar, ge zy't zeker aan 't droomen pewce»t ! Kn ik heb zp gezien, zeg ik je, evenals ik jou zie. Ik kan j« zdft zapgun welk t<nlri zij aan hadden ; licht blauw met witte kant eu een strooboed. Niets dan cene dwaling van je zintuigen. Die soort van visioenen komt meer voor, wanneer nieu onder den iiuliuk eener p*ssie verkeert. Frank antwoordde o|> zulk eeue nuti-philosophische wijze dat ik my niet vernederen z»l dit op te teekenen.1 Hij keerde mij zyu rug too on ginc; zynu koü'crs pakken. Hot eiude WAS dat ik d i en 2 el f d en avond de eenige vertegenwoordiger onzer school was, maar ik werd gesterkt door de overtuiging dit bet isolement het lot is vau alle groote geesten. Nu meet ik, ten einde opreebt tétlln, dat de gebeurtenissen mijne theorie niet hebben bevestigd. Uit Jamaica krijg ik brieven, waarin ik zie dat de zaken van my'n planter boven ver wachting gaan. De ingenieur is bezig met zijn machine fortuin te maken; men pry'st het ais eene schoone uitvinding. En behalve dat alle* lees ik daar in d« Times dat Frank cu Sophie Spencer van Golham getrouwd zijn. Vivia. ia nog ma.igd. Bemint zij mij noa? Het zou my niet verwonderen; iemand inet zulk eeue zielskracht maakt die veronderstelling zeerwaarschüuiyk. Kadeukcude over alles wat het strikt, vasthou den aan mijne principes mij gekost heeft, vraag ik iny vaak af of voor onv levensgeluk en voor onze zielsiust gelooven uiet beter voldoet dan twijfelen. Eu toch, hetzij eigenliefde in 't spel is, hetzij we hier met eeu ingekoukeidc gewoonte te doeu hebben, ik geloof dat ik iu bet vel van een twyfeloar zal sterven. > DE DOOD VAN DEN BOER, .dr.or Eiuile Zo!a. Jeao-Louis Lacour is zeveutig jaar oud. Tfij is geb ren en opgegroeid te Courteiite, ven goliucin van hnudinilvuitig zielen, vor'scholuüff^v^a !>? eeu land vao wolven. Eens.jn x.iju levnn ia t-ij te Angera gawct:st, dat vyfticu mijlen ver is. MLI >r hy' was toen zoo j^ng, dat bij zich daarvan n ? is m-i-r heiiuuert. llij h«eft drie kimWen, -w«e zon'.-u, Antoitieen Josuph, en >en dochtpr, C»t"c'mie. Dezu luutütc was getrouwd; to«-u luai- mii;. gestorven wns keerde zy wct.'i' in by luiar vuii.-r met. een jonguU vau twaalf'jaar, Jacquin^t. II." gezin leefde op een klfjn ftuk gn*t>d«, juist groot genoeg om hun deu kost te «evc-u *u v in het nouóige te voorzien, /jj behooren n\«t tot de behoeltigen, maar zo moeten hurd wcrke... Ze verdienen hun. soep . mot. spide eu houweel en wanneer zo ecu giua wijn drinken, !iebbmi ze daarom g"ZWt:et. L» Courteille ligt in een dal, a»n alle kanten omringd door bneichen waarin het verscholen is. Een kerk is er niet, want de stemeei^H is te arm, do pastoor vnn Cormicrs komt de mis le-im eu da^r by twee nijW moet ollejjg«n, k -mt hij slechts etuis in do ve«rtieu dagen. IJe hui^^ii, «.-en twin tigtal bouwvnllige butsen, staanongi'retreM lan^s den weir. Vo<ir de d«ureu pikken-d» kippen in den mest, Wanneer feu vrenm ioiing voorbij gaat is dat zoo iets byV.onders, dat alle vrouwen Hem nakijken, terwijl de kinderen die zich in de zou willen gann bradeu, gillend wegloopen als verschrikte beesten, Jean-Louif is nooit ziek gewoo-t. Hij is lans; en knoentig ah e«n fik. De zou lie*ft hem KUlijnlccrd en gegroefd eu heeft hem dékli'ur, de ?luirdheid en de kalmte vnn do hoornen gegeven. Toen Jjüouil werd, hei-ft hij zijn tunjf verloren.. llij fipreckt niet meer eu vindt h«t ounpoilig to «preken. Hij kijkt «aar den irroiid en zijn lijf U gebogen i» hu hniuling waarin hij w-rkt. Het vorige jiuf was hij nóg sterker!..dau zijn zoni-n; hij hield l»:t xware w«rk voor zich en het veld scheen hem te kennon en hiing voor hem to zijn. Maar op zekeran dag, dat is twee maan den geleden, vM' hij en bleet' bij twee uren dwars. over oen vore ligsfen, evenals oen 'gevelde boomutam. Den anderen dag g-jng hij weer »«n h«t werk. Maar eeu»klupa-weigcnlen K\jn armen hun dienst, de grond gehoor/aamd» hum niet meer. Zyn zonou schudden bedenkelijk het. hoofd, zyn dochter 'wilde hem thuis houden. De oudo is koppig en men geeft liern Jaquinet mede, opdat hot kind om hulp zou roopeu, als grootvader soms viel. ? ? , ? Wat voer je daar uit, luilak", zout Jeivn-Louis tot den knaap, die hem overal volgt. Toen ik zoo oud was als jij verdiende ik myn kost". Grootvader, ik móet op u passeu", antwoordt het kind. Die woorden doen den ouden man ontstellen. Hij zegt niets meer. 's Avonds als hy thuis ge komen b, gaat by liggen en hy staat niet weer op. Den volgenden morgen komen cjjn ionen , en dochter, voordat zy naar bet vel3 ga»D, na hun vader k(jken, dieu zy niet hoorden btwegei Zy voudeji hem op het bed uitgestrekt, met de oogen open eu uiot wen gezicht altof hy uadïcht. Zqn huid is zoo hard «n leerachtig, d»t men niet eens kou gisten wat hem schort. ... ^ _\VeI vader, is er wat aan de band?*' Hu bromt ieU en schudt neen" roet het hoofd. U gaat dus niet met om? Moeten wy zon* der u we«(?a»n?" Ja, hy wy'st dat ze zonder hem moeten ver trekken. De oogst is begonnen, alle handen zyn noodig. Als meu een ochtend verzuimde, zou er misschien een onweer losbarsten en het koren vernielen. Zelfs Jacquinet volgt zijn moeder en ooms. Vader Lacour bly'ft alleen. Als de kinderen 's avonds terug komen, vinden zühem op dezelfde plaats, nog alth'd liggend op zyn rug, de oogen open, met hetzelfde peinzend gelaat. Nu vader? la het niet wat beter?" Neen, hot is uiet beter, bromt hij tn schudt het hoofil. Wat zou men aan hem kunneu doen? Cathcrine komt op een inval, wat wijn met krui den voor hem te laten trokken. Maar het is te sterk; het scheelt uiet veel of hy gaat er dood van. Joseph zegt dat men ? den volueudeu dag zal afwachten, en iedereen gaat naar Ded. I)ea andercu dag, als meu naar het veld gaat, blijven de zonen en do dochter een oogenblik voor bet bed btann. Do oude i* ziuk, dut lijdt geen twyfel. Zoo op zyu rug is hjj uog nooit jly'von lix-'cn. Misschien zou het toch wel goed zyn don dokter to laten komen. Het vervelende is dat men daarom uuar KougemoDt moet gaau; zei mijl heen en zes' myl terug, dat maakt twaalf. Ken geheel e dag zou daarmede heengaan. De oude, die do kiuderen hoort, wordt ernstig eu schijnt boos te worden II y heeft geeu dokter noodig. -Dat is veel te duur. Wilt ge geen dokter?" vroeg Autoine. sDus wit kufcuen a»u het werk gaan?" Wolzcker kunnen zij ^aan werken. Wat zon het hem baten uls za bleven? De grond heeft meer hulp noodig dau hij. Als hy doodging, dan ia dat eeu zmik tusschen hem eu Uiucn Lieven Heer, torwyl iedereen er by zou lyden ab de wijn verloren giug. En dria dagen verloopc-n, de kin deren gaan eiken morgen naar het veld ; JanLouia roert zich alleen wanneer hy dorst heeft om uit zijn kruik te drinke». Ii«t gaat inet hem als niet do oude paarden, dia vnn vermoeienis in eeu hok neervallen en d: e men laat sterven. Hij heeft zestig jaar gewei kf, hij kan nu WK! gaan, daar hy toch tot niets meer in nut is daurmiutu iu te nemen en den kinderen tot la*t te zijn Itcdonkt mon zk'h om boomen die gespleten ziju te. vellen? Ho kinderen zelf gevoelen gee:i groote smart. De aarde beeft hen met die dingen v«rz(iv\\(\. Zij zijn te dicht bij de aarde om bet baar kwalijk te nemen dut zy dat oude weer opeischt. Zij kijken 's morgeus en 'n avonds naar hera om, me* r kunneu ze niet doen. Nu, ah vader er boven op kwam, dan was hij van eeu kras gtjstel! Als hij xtcrt't, dau is het oiudat hij dcu dosd in zijn lijf heeft «n iedereen weet dat als men utn dood in liet lyf heeft niets diwu wei? kan jaffeu, het kruis evenmin als da medicijnen. Een koe, dat is wat anders, men verzorgt die, want aU men ze in het leven houdt heelt men minstens vierhonderd franks gewonnen. 's Avonds vraagt. Jea:i-Louia met een blik aan de kinderen hoe het met den .oogst gesteld is. Wanneer hy' hen de schoven hoort teilen en boort spreken over het mooie weer dat bet werk be gunstigt, knipt hy met de oogen. Eeus was er sprakevan deu dok er to gaau halen, maar heusch bet was te ver: Jacquinet zoa te lang uitblijven en de mannen kunnen uiet van huis gaan. De oude laat alleen vragt-n of de veldwachter, een oude kameraad van hem, eens bij hem kon komen. Nikolaas is ouder dan hij, want. bij is reeds vijf en zeventig geweest: maar hij is uog recht als een populier, lly komt naast JeauLouis zitten en schudt het hoofd. Jean-Loui?, die sedert deu morgen niet meer spreken kar, ziet hem roet zijn kleine Uuuwe oogen nn. Nicolaas. die van «ard weinig spraakzusiu is, kykt hem ook aan, want hy heeft, hetn niets te zegg.--n. Zoo blyven do beide 'ontijen een uur bij elkander, zonder een woord te spreken ; ze zijn blijdn elkander te zien, zonder twyfel herinneren zij z'ich vele dingen, laug gelfden. Denzelldcn avond vonden 00 kinderen bij hè! thui-Kom-u van den oogst, vader Lacour dood, op zijn rug liggend, stitt' en met de oogen open. Ja, de ouda man is gestorven, zonder een vin to verroeren. Hij h<;eft zijn la.'itsten ad.>m uitge blazen, eeu ailemtoclu; te meer iu het ruime veld. Even als de dirtivii. dl* zich vc-rbereen en in bun . lot schikken, is hij de buren niet. lastig gevallen, liij heet't zijn zu.'ihj » g*-heel alleen u t gedaan en het mi; schicn b« ivnnl ,:at zyn kmdercu last hebneu \an zijn lijk. I.ie oude is d :od" zr-gt de oudste Antoiue, to'wijl hij de anderen -oept. Eu de rest, Josduh: Cal, rine, ja zelf» Jacquinet De, oud* is Liet verandert, beu ei t J^cquinet rekt nieuwsgiori;! zyn bals uit, A- ilo.-h<cv iravlt hnai- zakdoek uit. do zoons loop' u xond-r ie'» te e2<«n heen eu wetir, met cv u In- 'iu^' ic-liuvt, verbleekt, onr diinks bet gebruind i< inor^le zou. Hij ne^ft. het lust dat al toch airtuïlang volgehouden; hy «M uog kras, dn 6u<.ic ! En de kindc en troosten zich op dio iredachte; /.e xijn iimsch <«p hun kmsse i'amilie. 's Avciyls waakt inen rot tien uur bij h^t Ijjk. dun gaat iedereen Magenen Jean Louis blijft an iermaal alleen, m 't de o"gi-n open Zoodra de schemering is gukouien, giiat Jo>eph naar Cormiors om deu pa«t tor van het stüifgeval t« ver wittigen. Inmiddels g «.a n Ai toiiio en Catherinc toch s morgena naar het veld, daar «r nog scho ven moeten ingehaald warden n zy laten het lijk aan Jacquinet* hoede over. Het kind verveelt zich by zijn grootvader, die zich niet eeuu meer verroert' en nu en dau loopt hij dt< dorpstraat, op, werpt met nteenen naar de miisjchen eu kijkt naai een marskramer die bézi* is doeken te kten zien aai) twee vrauwen uit de buurt. Maar dun herinnert hy zich weer zijn taak, hy loopt arhieliikv n»ar huis, vergewist zich dut het lijk uog altyd roerloos is eu loopt weer heen om twee honden met. elkander te zie.n vechten. Divir hij de deur open laat, loopen de k ppen uaar binnen, en wandelen bedaard om her bed heen, terwijl zij in deu grond pikken. Een bain gaat op zyu pootén sfain, rekt zijn nek uit, tenvyl zyn vurig o»g rond wordt m ZQII ongerustheid over dit lijk, waarvan hij zich d'- aanwezigheid niét kan verklaren. Het is een voorzichtig en schrandere haan, die weet dat de oude niet gewoon is to blijven liggmi als de zon is opgekouiun. Ten slottt» liet liy zijn schel crakr/vai hooren; misschien bevrüpt hy alles «n bezingt aldus den dool van den oude. terwijl de kippen een voor n heen gaan, klokkend en iu aan grond pikkend. . ? De pastoor van Gorraiera laat weten dat hij eerst tegen vier uur kun komen. Van 'a mor gens af hoort tn«u den wagenmaker hout zagen «u npy'cera inslaan. . Zy die het nieuws nog niet hoorden, zeggen -kijk, Jean- Louis is dood/' want du menseden van Courteille weten wat dat zagan en spijkers inslaan bul erkent Antoitie en Catherine zyu thuis gekomen, de oogst is afgeloopen, ze kunnen niet zeggen dat zy niet iu hun schik zijn, want in. jaren zagen ze niet zulk mooi koren. Hot geheele gezin wacht op den pastoor en om den tijd. te korten hoideu.zich allen bezig. Catherine zet den soeppot op het vuur, Joseph pompt water. Men zendt Jacquinet naar het kerkhof om te zien of de kuil gegraven is. Eerst te vijf uur komt de pastoor eindelijk in een wa gentje, met een jongen die ham tot koster dient. de deur van de Laoöora houdt h]) stil, haalt m «tooi en een kó'orhemd uit" een «tuk papier en kleedt zich, «eggend: .Haast Q, ik moet te zeven nar weer thuis zyn.* loon naast ziob niemand. Men is verplicht d* beide buren te gaan halen, die bereid «y'n de baar te dragen. Sedert vy'ftig jaren doen dezelf Je baar en hetzelfde zwarte laken dienst, opgegeten door de wormen, versleten eu verkleurd. Bét zijn de kindereu die den oude in de kilt leggen die de wagenmaker heeft gebracht, een ware kist om brood in te kneden, zoo dik zijn de plauken. AU men op het punt staat te vertrekken, komt Jaqninet aanloopen en schreeuwt dat de kuil nog niet geheel U gegraven, maar dat men toch wel komen kon. Nu gaat de pastoor voorop, hardop latUn lezend uit een boek. De kleine koster volgt hem met een oud koperen wywaterbak iu de hand, waarin een wykwast ii gedoopt. Eerst wanneer men midden ia bet dorp is gekomen komt een ander kind te voorschijn uit de schuur waarin om de veertien dagen de mis wordt gelezen en gaat den stoet vóór, met een groot kruis aan de punt van een stok. Don volgt het lyk op d e baar gedragen door twee boereu en daarna de familie Alle be wonen van het dorp voegen zicli gaandeweg by den stoet; een staart van jpugeus, blootshoofds rumoerig en ongeschoold, sluit dien. Het kerkhof is aan het ander eind van Courteillo. De boeren zetten dan ook tweemaal de baar neer midden, op den weg: zij blazen een oogenblik uit, spuwen in de handen, terwijl de stoet stil houdt, dan vervolgt men zyn weg en men hoort het stampen van de klompen op den harden grond. Op het kerkhof gekomen blijkt het dat de kuil inderdaad nog niet geheel gegra ven is; do doodgraver is iu de diepte uog bezig te werken; men ziet hera dan eens verdwijnen en dan weer voor den dag komen, terwijl hy scheppen aarde werpt. Hoe vreedzaam is het kerkhof, gestoofd door de felle zon! Het is omgeven door een heg, waarin de nachtegalen hun nesten maken; braam struiken zyu daar opgeschoten eu de jongens ko men daar m September bramen eten. Het it als het ware een tuin, midden in het veld, waar alles op goed geluk groeit. Groote bessenboomen op den achtergrond, in den hoek een pereboom zoo groot als een rik, in htt midden een lindenlaan die heerlijk lommer geeft, waaronder de oudjes in den zomer hun pijp komen rooken. Op dit onbebouwd terrein staan hooge grasten, fiksche distels, bloeiende perken waarop zwermen witte vlinders komen neerstrijken. De zon brandt, de sprinkhanen doen hun kuettercud geluid hoo ren, goudt-n torren gonzen iu de bil te. Het is een stilte die vau leven trilt; men hoort de laatste vreugde der dooden, en do vette grond zwelgt in bet bioed der kkprozen. De doodkist is uoast den kuil gezet, tcrwj)l de doodgraver voortgaat m*-t graven. De jongen dia het kruis droeg steekt dat m den grond aan het voeteneinde vau het lijk en de pastoor, die -aan het hoofdeinde staat, gaat voort laty'u uit zyn boek te lézen. De aanw z'tgen stellen vooral beIrtug in den arbeid van den doodgraver; zij om ringen du kuil eu volgen deo schop met de oogen En als ze zich onikearen, blijkt het dat de pastoor u-et de twen jongens is heengegaan; de 1'amiUi alli'nu bleef wachten. Eindelijk is het graf gegraven. U e t is nu diep genoeg", roept een der boeren die het lijk droegen. En iedereen helpt om de kist te la'en zakken. Nu, vader Lacour zal het in dit gat goed hebben. Hij kent de aarde en de aai de kent hem. Zy zullen .samen goed huishou den. Het is reeds me*r dan vijftig jaar geleden dat zy hem dit rendez-vous" gaf, op den dag toen hy voor het eerst zyn spade hanteerde. Hun liefde moest zoo eindigen; do aarde naoest hem tut zich nemen en in haar schoot bergen. -En welk eeu diepe rust zal hij daar vinden! Hy zal alleen den lichten tred der vogelen op hét gras hooren. Niemand zal over hem heen loopen; hy zal jaren in zyn hoek blijven zonder dat men hem komt storen, wnut er sterven geen twee racuschen in een jaar te Courteille en de jongen kunnen oud worden en op hun beurt sterven, zonder dat de ouders behoeven te worden ge stoord, Het is een vreedzame dood, eeu zonnige dood. eeu shinp zonder einde op het kalme veld. Do kinderen treden n.i ierbij. Catherine, Joseph, Antoine nemen een schop aarde en werpen die over de kist. Jacquiuef, die klaprozen heeft ge plukt, werpt die T l y'. Dnarca gaat ieder naar buis, het vee keert terug van het veld, de zon gaat onder en bet dorp slaapt in den warmen ouieruacbt in. De Heer H. G. Bom _zal Maandag 12 Jun i en volgende dagen in de NYiinmiewtnuit 33, een driehonderdtal schilderijen verkpopen, Loikert, te Gempt, Koekkoek'^, Huik, Ules, Bosboom, S, r.nger, Pleg^ier, Schflfhout enz.?? Voorts teukeumueu, .pivnten, pl.-a,twerken, Atlas vau Amster dam, portretten, Utliotjiaphica enz. De Onderlinge Au»terd;im3cho Scherm cursus" heeft tbgc-u .15 Juni «.-n volgendo d.igen een internationale schermwedatryd georganiseerd, die. iu het Paleis van Voiksvlyt zal gehouden worden. De pleelitUe ontvangst der mededingende ver» eenigingen heeft Doiidenlag 15 Jüui te 4 ure.in bet lokaal P Jan ei na plaat a. ; Het bestuur van de Avondschool voer volwas senen, door de Auisterdamsche nl deeling der Vereaniging voor F>brit<Ks- eu Uamiwi-rksnyverheid opgericht, heeft over den cursuslödl?1882 een zeur bevredigend verslag uit te brengen. liet aantal iusclirijviu>»e.ii, 342. was lioogèrdon ooit te voren; de percentage van wegblüvers uU gew.oonlyk, zoodat et-n aanziei.liik aantal tot hut einde den cursus genoten, liet . antal vrouwen was zeer giopt, eeno onder deze was 51 jaar «n kwam trouw iederen .avond. Ook het oautul werkbD, uit de bibliotheek ter li-ziug Revinagd, nam toe. Des te erger was het dat c<*uige dona teurs ophielden en het subsidie vnn de stad over eenkomstig de bepaliuRea der wét ,o;i het l^ger Onderwijs mettertijd vervallen zal; wie dus f , voor een >eer goud doel wil b>'Steden, zeude ie aan het bestuur; President 'n Dr. liarnonw, penningmeester de heer C. Perk, secretaris Mr. 0. Bakker, lid de heei' A. C, Jousteu. Da HIL Frederik Muller £ Co. zullen de kost bare bibliotheken van wy'lwn Prof. C. J. Mut t hes en van den Oad-hoogleernar Dr. F. J. Stamkart niet in veiling brengen, maar volueus catalogus te koop sMleu. "et staudaiirdwoi-lc Archw der Mathemntik und l'hysik van Gninert eu Hoppe Sciences, 1G6G?17d() voor 300 gulden; maar ook vele kleinere werk.jtw. als J. yun Loghem, Theorie der Transversalen v*n f2.50 voor l' i.?. Het Comitévan Uitvoering der .Willem Barentz"-Vereeniging heeft aan dn leden en dona teurs doen uitreiken een belangryken bundel ver slapen, omtrent den vierden tucht van bet schip naar de IJszee in den zomer van 1881. Uet boek .is 148 bladzijden groot en zeer boeiend gesWId. een-beknopt overzicht slechts te geven van den inbond valt geheel buiten de ons beschikbare ruimte; een aantal platen naar ithotourapliieu ea drie kaarten illustreeren den tekst. Het lidmaat»1 ?! 'J . . in den be* zich reeda wei-1' *", | versoud ge-' een of nwr C del vtnasselde .r artilcelen niet is ten voordeele worden uitgegej bi-bbeo dit UOTKaapwbe vri-nirgerstalrbkge* er 1881?tegea op bet gezonde [tnaak het licbt H de vrucht zoa «n deuken. Dit JJ het lesend pu. fat te koopen, dat . -is ter pene werd <Aemberg even be«uitendien Bal de , 'f^ldaau laten. ZQ ; "jor en snedige niet kernacntig, daar met Kanjw»-..' lie er iets schik, ' L en dan ITdeVj ?ohrjjvers her- ."? l raakeis dat bet Bieb, dat de kerk. ifje dorp en leven KOns dorp. Dat ': ijlt verbaal loopt, L :yo di»putem>nde f ./, valt uiet te \ ?'fp Burgers, waar \ \ breed.pr(»kig. [ truft. In zyn { in zyntepke- > tenatel(jk rijn ij ,) ouderling-, . ^ne.; terwyl »0. ?r talent is. t. gedachte gebod .t onn to bic/len, a aan te veran5i kende en fris* ?vekking om ve:oopen is er uiet t met een dur hall' vfcrslotet. dragen* hoed, ;nken o&u eeue die alt^Jivjl lit nllea gepaala ? . ,tyd in de bana : *at een hand doek ^n kotter. l e:. . op het, gehcele V werelS of ' " ? 'm ko.ter. ' ?I ? >ltijd de koster '. Ily leidt den leidt hem de ^?>ze namen het n hfl ook pUiatit eeu wonder dat ooit van bfge.rt de cëdai-Hte '.ezer dagcu »al in." Liieu perok eerlang zal ? gÜoverlede/^ »ds holldood 'rt* . jen koster zied, ' 'in dat hg komt ?Hebt gij al ooit , intact weet aj gaat immers : wis andercu, en \ ??: niet toevallig: . do kranke heui "* En toch, er ,'? lykbeid in den , -^..51*1 , aet komt, maurf^, l door iets ge-V | vooral als dit 'j il wat g«fhcimieu ivgeut van ip de grenzen Zoo komt het. j «k krijgt; want J «oor aJloa veriJfM weerwil van rsoon. lo zeer de m ai. Dan eu daaj :': n gtihoorznmen .' -. <en, eori ieder J soowel als kindr jl ?] Zif ^r een t'e . .'.'; ontwaakt hij, ,'iht hu, beu-au1 ,jll's da mo«i!eis poneer hè; kini * koster we . Eer ku in den kosTtit-, naar de kerk, i EJjn, wia be. voorkomt dat .fttte dre. (juik) r aar t e verj-wf» 't» zorgt dat de allo pleclitijr ' in wanotd.* perioon dnu iijj een voor- ' ligliuid «n iCéordcu laten "" doch'wilt d*U of: vool, ;er onvero Historischwykvae van Reesi 18S2 boekdeel* den groot). sn maidka* heb ik br rolle ichryfde of toe* eninderciaaÏK j ,-chts voor verklaren ? tjir Beetboven','4.aau het,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl