Historisch Archief 1877-1940
l
.. ^'Ln
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 25)
Settori Koningin SophU in den Bug d» Btndte van
'tluliunseh in de uutie bracht, in dvze bow«cinK st«od*
towgcnooien en co«r groot ia thai» liet atiital Jt-rgeuou
?IU xich op do tak! van Amieia on Lcop.-mii lunlejfKeo.
Ut bwr Allart do Latino lu'uft tuut* wegoua do veel
vuldige bMteUiui;en op lullaaiiüch bovkwcikcu con
y«r*(vld v«rk««r mot llomo auuKOkuoupt en zul thuu
Or««D ito*da bet nitmw8U< iu voorraad to hcbbeu van
Italiuuaohe JJookworkoti [wi'Uinai'li»pjnjl\jko xounvl nis
ixipulairo], lUIindutuho 1'uüiwliiiiU'n cu luliaanvvho
itaf- «u \Yeckbladen.
De t0*ztn4ing geachlodt franco door g<mo«l Nedorlan J,
«onder v«ruoogiui; der prü^en,
\i voldu*od« dvolnaiuu ia hut sijn voornemen ook
Ma l»MfM*l*cijai) van uiuluiteiidltau&siuiclidlitcratugr
op t« ricliteu.
No. 44 der ilaagschc Penkrasscn vnn ,J. A.
«ie tóergh bespreekt o. a. do Groote Halsstraat,
.U r. o.ers Doyuoot, de Eumia*tiaut, deu
anukoop t au het Paleis, het .gebouw voor dj
UeolitbanM, den tuin VAU het Pul ei', tuz.
Inhoud der Juni-Aüevering vnn het ijUUchrift:
De /.cc. Verslag eu rokeuiug vau het
Zccmanshvxii te Roiteidam over 1801. Verslag der
Amerikoansche
Stoomvaart-Alaatover het jaar 1S<S1. De scheepsbouw
in jbn^elaud. K. Bcrkelbnch vau der Sprenkol.
.O^nier*iugen omtrent twijfelachtige gevareu.
H. D« luicrnutioualo Teutooustelling vau
Schcepanudrlleu te Londen. H. PiUiUcr-umterieel iu
FfK.uk. yk. De .Austinl", J. C. van de Poll.
De -.eeloupe (met scboU). J. V. NYierdsma.
Ouse Zeevouitscholen. J. F. G raad t van
Kot;^eu. Bueieu iu bet, Suez-Kanaal (met plaat.;
REVUE DES DEUX MOSDES,
Emüe Muntégttt, Charles Kodier. EtJoitnrd
Htiitê, l,* crise irlandaise. C. de Lamiruwlie,
Mauarph (nouvelle algórienae). llenry tloimsayc,
Le salou de -ltö->. Cftarla Richct,
l'Accruissemeut de la population franeaise. 2\nd Janet,
(d* riusU), Un essai do réah'srae spuit uoliste.
Charles xtittrte, i'Kxposition rétroapective dd
LisbonuB. Cr. Valbert, l'Agitation «uglaise coutre
Ie tunnel de la Manche. ? It. liaduu, La
fabricatiou du fer «t de l'acier.
(R* JVELLÊBEVUE.
l'Avancement daus la marino. Dr. P.
Bouloamtc, Le secoursaux.bleasés en temps deguerre.
X. JÜTOM de 8t. Pollica, La rivière i'luss.
JSrnest Daudet, Pervertisl L. de Ronchaud,
B»trou. Pierre Lot i, Fleur d'eunni. Lo salon
de 1832.
DEUTSCHEÜNDSCHAÜ.
Hans HuffmaUn, Peefke von Helgoland.
Ernst Haeckel, Indische Keisebriefe, Colombo.
Prof. Dr. J. B. Westerkamp, Die
parlementarische Rezierung in Euglaud. Frhr. v. d.
Goltz, Feldherren und Feldherrenthum. Otto
Brahm, Guitfried Keiler. Der Maler Iwanoif.
Karl EdJer, Die alte Truhe. Julius Rodenboi g,
Freiligrath. Friedrich Kapp, Die Wisbyfahrt.
THE FOBTNIGÜTLY REVIEW.
Matthew Arnold, An Etou Boy. Frederic
Harrison, History of the law of tieason. John
Wisker, Troubles in the Pacific. E. \V. Gosse.
The salou of 1882. Moncure D. Conway. Kalph.
Waldo Emerson, -r- Edith Simcox, Mr. Momss
Hopes and Fears for Art Henry George ,
£ngl«nd aud Ireland: in American view. Major
Arthnr Griffiths, Newgate, a retrospect.
THE NINETEENTH CENTURT.
The Marqnis of Blandford aud JusUn Mc
Carthy, M. PM Home Rule. Prof. Goldwin
Bmith, Peel and Cobden. Prof. Bar r (U,
JEdmund Gurney and Frederic Myers,
Thoughtreading. Algèrnon Miiford, The Tower of
Londen. Walter fferries Pollock,
Shakespeariau criticism. J. Wbulfe Flanagan, The
friends of the farmer. W. T. Marriott, M. P.,
The Birminghain Oaucus. The allies: a
political dtalogue. - £arl Gray, Ireland.
Uitgaven:
A.VNA VAN HAGE, (A. CEB. 8TEINMETZ1, £stb«r
Bur;«rs. Novelle, f 3.29
GBEOOIt 8ASIABOW, Keizerin EliBibeth. f9.30
F. TER Sl'ILL, Twee zuitert, f 1.25
EOKGF TAYLOR, AntinoO*. f3.35 Oeh. f3.90
ANDïU. THEUBIET, Jean-Karie. f 0.50
EDÜAKD VON HARTMANN
Erinnerungen aus den Jahreu 1868?1831
von C. eymons, Berh'n iS82.
Uitgevers die voor hun auteurs reklame maken
zyn niet zeldzaam, maar uitgevers die over hun
auteur» aau het schrijven gaan behooren voorze
ker tot de uitzonderingen, zelfs in UuiUcbland,
waar het'atntal schryfers legio is. De Berlyner
nitfvver C. Jleymons, (Carf Duncker's Verjag/
gaf kort geWen een klei» hor k je in het licht
over Eduard von Hartmann, den beroemden
schrijver van de Philosopbie des Unbewuszten,"
die bij zelf uitgat.
. De k«»nism*king van Hartmann met «gn uit
gever dateert van 1868. Hartmann bad Heymoos
een manuscript toegezonden, een verhandeling
over de dialektische methode, dat waarscbynlyk
reeds by verscheiden uitgevers de ronde had
gedaan. Daar Heymons kantoor dicht by de
woning van Hartmans ouderlijke woning was
gelegen, besloot Heymons het manuscript «elf
? aan den hem gebral onbekeaden auteur
terugte.brengen. Hij dacht er niet aan, de uitgave op
zich te nemen, maar hy had buiten den waard
gerekeud. Hy vond den voorroaligen officier, die
door een ernstige kneuzing aan de Rnkerkmeschijf
was genoodzaakt geworden de militaire carrière
te verlaten, te beo, (Hartmann bracht toen nog
een groot deel van den dag liggend door); de
persoonlijkheid van den lijder, zyn welsprekend
heid deden Heymons van voornemen veranderen
en hu stemde er in toe de verhandeling
uittegeven. Heeds toen sprak Hartmann over de
phflosophie van het onbewuste, doch zonder van een
werk over dat onderwerp te gewagen.
Hartmann il in 184? geboren, te oordeelen
naar het portret dat Heymons by zy
n-Erinnerungen" voegde, zon men niet verwachten dat
HarTmonn klein van gestalte i*. Het hoofd ia
massief, het voorhoofd oreed, déoogen zijn fraai
maar hebben toch iets onbestemds en *elfs de
ontzaggeiyke baard, waarom menig sappenr den
philosoof zou benyden, kan den indruk tan week
heid, dien het portret maakt, niet geheel wegnemen.
Kort na Heymoni eente bezoek ontving h
een kopie van de Pbilosophie des Unbewuszten*
die Hartmann naar zyn manuscript bad laten
afschryvén. Daorbn ging een briefje, waarin
Hartmaan p. a. zeide dathet werk voor beschaaf
de lezers in het algemeen bestemd waa en dat
zoo hij geen grooten aftrek van de verhandeling
over do duklekttsehe methode verwachtte, bil TOOT
dit grootere vrerk op een talrijken kring van lezers
meende te kunnen rekenen. Heymons cas er wel
wat tegen op het n]vig> boek te laten drukken,
ja zelfs hef m te zien, maar de lange titel wekte
zjjn nieuwsgierigheid op. De titel waa namelijk
ooripronkeiyk
Pnuoflorsni m TJmnnnzmi*
nPopulare, physiologisch-nBychologisch-ph
loiopbiache Untersuchnngen ber Erscheiuung und
tVetun des Unbewniztea. und Entstehnng nnd
Bedentnnj des Bewusztseins." (Specnlative Re
sul t ate nacb iaductiv- naturwuienjchafllicher.
Methode.)
Heynmns raadpleegde Ftatike ovei een meer
populaire titel, tlien hi), WRi'meer tot do uitgave
overgiug deodxakelijk achtte Itanko
stelde'ditdelyk voor Yersuek oiner NVultaiiBcltauuug".
lliutinann had, om nau H-yn\om' bezwiiren te
gemoet to kouieu aU tweeden titel voorgesteld:
Eino WelttintchituuKg aus iiciiem Gc8ichts|iiinkt
in phy»iulogi3Cli-pi»ycViOlosi»ch.phylosoi>hischeii
L'uter.'-uiiliuiiffeu popülür iitw«;k«lt."" niHar
Hoymons bleef aau liankt)» litet den voorkeur geven
en ten slotte gaf Hartmann tou. Schoorvoetend
ging lleyiuonu tot deu druk over; hij rekende
op eeu debiet vnn .'!? il -l honderd tvemplavon
ritu het 4ül4 vel dikke boek, uiaitr liet toch 1000
exemplaren drukken.
Uut w^rk verscheen in Kovediber en de
Iteoordeelint^en tianrover waren niet ulleen guustiu',
maar i>yzoiidor wnrm. Het Jjittrnrtsvh
Centrutblittt bijv. uoemile het. umi .bedeiitungsvollc
Erscheinung," maar weldra bK-ek er oeu kloof t o
best a iv n tussehcn deu auteur un de «eleerdoii vftn
bsroep. \V»nneer uien niet professor was, werd
meu niet voor vol aan.ceticu eu Hartmanu wna
o<.'U gewezen officier! " lutusschtin ontving de
Echryver eeu aantal brieven ov«r xyu werk en te
Driburg, wanr hij in den zomer van IStW eu Itti'J
de baden gebruikte en middrlerwijl aan twen
dramus arbeidde"(?TristanuDd Isokle ' eu pDavid
utid liathstibn"; beiden verschenen in 1871),
kwnmeu velen heui bezoeken. Heymons ver
haalt hoe by op zekeren dnjj eeu woctgirrigeu
Engebeliman met llartmanu iu gesprek vond over
dttüIMng an sich". De Engulschmou kon niet
Coed Duittch en TlnrUnaun niet. goed Engebi:h
kleine opus zou wordou ccdrukt. liet werkje
M-as een bestrijding vau I)r. Stiebclings tritii'k
vau Ilartinanns werk en verscheen iu ISTi.Kcymons
vermudilde dut tn^scheu Hartmann en de sclii yl'ster
ecu inniger verhouding bestond, d»n die tusschen
wijsgeer en verdedigster, en in Mei ontving hij
de bekendmaking vau de verloving van Aj;ct'a
Taubert, dochter van den kolonel Taubert, met
Ed. von Uartmnuu. De oudu Tuubert en ()e oude
Hartmann ware.» vrienden en de verloofden waren
beider eenijre kinderen. Agnes was zoo\v.it even
oud als £Uu.ird, zij was geen tcboonbeiJ, ramir
degelnk en buitengeVoon ontwikkeld. Lang voor
haar ImweHjk hnd ij zich met philoaophic bezig
gehouden eu met Hartmanu daarover
^ecoriesppudeerd. Ilartinanns mofdei1 was om die reden
«iet voor het huwelijk. Zij vreesde dat .Agnes
voor de philosophie de huishouding zou
verw-aarloozeu.
_Van de Philosophie des Unbewusztcu" was nog
vóór de verloving een vierde druk verschenen,
evenals de denle van 1500 exemplaren. Htymons'
raadpleegde Hartmanu geregeld wanneer hem
philosophische geschriften werden toegezondcu
ter uitgave. Hartmanns oordeel was vaak kort
en scherp. Zoo schreef hu eens over een
phijo«ophhche verhaudoliug. Het stuk is la u g niet
kwaad, maar de schrijver staat op een te inticuieu
voet mét Onzen Lieven Heer en ziet hem nis het
wsre over de schouders, wat hij uitvoert, en hoe".
Trouwens verscheen in den zomer van Ib72
Hartnmons Das Uubewuszte vom Standpunkt der
l'hysiologie und Descendeuztheorie" dat veel opzien
maakte en waarvan iu 1S77 een tweede druk het
licht zag, ditmaal met Hartmanns naam.
In Juli werd'het huwelijk van Hartmann met
Agnes Taubert voltrokken. De jonge vrouw was
haar echtgenoot een ware steun; zy hielp hem
bjj zijn drukke correspondentie, vaak met nieuws
gierigen wien het alleen 'te doen was om een
autograaf of een portret vau deu auteur van de
.Philosophie des Uubewnszten,"1 waarvan iu hét
begin van 1873 reeds een vijfde druk. 53 vel en
1500 exemplaren, was verschenen. In dat jaar
voltooide mevr. Hartmann haar werk. Der
Pessimismus und seine Gegner." Chopiu was hnar
lievelingscompoöist; zy had zijn werken iuroode
banden eu wilde dat ook haar boek iu eeu
rooden omslag zou verschijnen en züschreef daar
over aan Heymons, Het bloedroode papier past
spreken eu het spreekt van zelf dat de hoeren
ouder die omstandigheden het zeker niet eens
werden.
Resds in 1870 was de eerste uruk van de
Philofophie des Unbewuszten" uitverkocht. Het
werd druk besproken ook in dameskringen, men
icoest het als het ware om zyn fatsoen gelezen
hebben. Uit Leipzig, Gottingen eu van het
Pruisische Ministerie van Eeredienst kwamen
aanbiedingen voor een professoraat, die Hartmann
echter afwees. In September verscheen de tweede
druk, vermeerderd tot 46 vel en 1250 exemolareu.
Hartmann bracht in den zomer te Panko w door
en hield zich toen reeda druk bezig met een on
derwerp waarover hy eerst in 1881 zyn denk
beelden uiteenzette, namelijk in het werk Das
religiCse Bewusstsein der Menschheit im
Stufengang seiner Entwickelung." Inmiddels gaf by
kleinere werkjes uit in 1871 en in October van
dit jsar moest Heymoni tot een derden druk van
de Philosophie des Unbewuszten" overgaan, 52
vel en 1500 exemplaren. De naam van den
auteur werd in Engeland, Rusland en Holland
weldra algemeen bekend en toen de oorlog, dien
Hartmann had immer geëindigd was. ook in
i'rankry'k. Velen echter die aanvankelijk hun sympa
thie met Hartmann haddeu betuigd, bevonncH
zich terug to trekken; sommigen »«H'H v, w den
verbitterde tegenstanders, theologen, pLilb*<'!.>hx-i.
en natuuronderzoekers gingen den uuHui u
Ij/f. Ook van de pers bad Hurtmuuu vele o^n
vallen te verduren en er verschenen \vekelyks
pamfletten vol persoonlijkheden. Hartmann weerde
zich dapper in tijdschriften en werkte intnsneben
verig door. Volgens Plumacher verschenen van
868 tot 1880 niet minder dan 750 werken, bro
chures en verhandelingen over Hartmann. De
vraag naar de Philosophie des Unbewnszten"
weróT door al dat geschrijf natonriyk nog ver
meerderd, maar HejjFmonB merkt op dat in de
eerste jaren na de Frausch-Dnitechen oorlog de
vraag veel sterker waa dan later, toen de om
standigheden in Daitschland minder gnnsüg wer
den en hy trekt daaruit de conclusie dot pes
simistische lectuur veel aftrek vindt, wanneer het
den mensch goed gaat
In December van het jaar 1871 ontving Heymoni
een klein manuscript van een dame, die zich A. T.
teekende. Hartmann had hem de toezending
aan;ekondigéen den wensch uitgesproken dat het
onder den sclüjn van God» zaak te zoeken, hetz
bewust óf onbewust. Ia uw Facit" meen ik een
staalkaart te zien Tan alles wat bet papisme
doodzonden noemt. De bespeur daarin njjd op
Hartmanns succes, en de foon dien güaanslaat
il geen die een geestelfike past. Paapsch is uw
hoogmoed tegenover alle beschaving en taal, die
niet vin Kanaan is. Gfl noemt onze eenw
-wortsebg, verbildet, denkfa.ul". Aan wien dacht gij,
toen gy dit achreeft? Het ii waar. dat alle voor
uitgang sedert 200 jaren ten spijt Tan de dragen
Tan het kerkelyk geloof werd verwezenlijkt...,
Natnurüjk is een eeuw, die geen duivel wil vree
zen, een eeuw dei duivelal Is bet niet paapsch,
dat ge zoo drukt op de vrees yoor den dood?
In plaat* Tan den menscben Christus' voorbeeld
TOOT oogen te houden, tracht gy ben door de hoop
op zaligheid tot blinde geloovigheidte verlokken.
Ii bet niet paapsch, tegen bet vrije onderzoek
een dim te willen ojjwerTcen!.....
Over de waarde van uw argumenten knnt go
alleen n illusiön maken. Hartman behoeft waar
lijk geen reclame te weucben. Wanneer hu
aangevallen wórdt op zulk een wijze als dit door
n geschiedde, moet net publiek wel denken dat
let* ateeKt in ign werkt In uw stand zyt gij
nog de ergrte niet Gy gaat een beeKeind mede
met d» romt*rjaUiUp en ttaat niet op den
peroonlyken GoC" We rullen elkander nog wel
nt moeten en deie reaelea lullen niet «onder
rocht M^ven TOOT uw '
~" " Vjn" flrflV TM i>"jj>tif1.?*'tnt't*
Unbewuszten" de zesde verscheen op het
uiiule vnu 1873 werden nioirwe aanvnllou tegeu
llnrtmauu gericht. De bekende dr. Diihrtn^
besveerüo dat Heymons op verlangen va»
Hartmnnn de eseiiijjlaren vau de twee ensio ui'j,'ttven
l;yiia oJleu aau ofliciertn had cadeau gegevuu!
Van onzen i.it reeds nvcrleHcn landgenoot llartsen
ontving Ileytnoiia een biief waarin hy Hartmann
trachtte 1« bekecnui. Ueymons zouil deu brief
u.in AK»I", <?)! llartinaini t-cbieef hem tcrujj:
,Myti vn.-uw dAnkt u zeer voor het eenden van
UurtKus brief. Do katholieke prosoliet zul zijn
antwoord kiy'on'Y (Meu w t e t dat llurtseu van
protest and kuthcliek is geworden), llurlseus
Die Moral das Pessinusuius'' was ecu critiek op
A. Tiuibei t's werk.
\Vij zullen lloytnon* umt volgen in Ju opsom
ming vau til de geschriften van lliiitniiijii, din
iliinkt mij eyen Koed bij het pes'.siim«m'1 aU by
deu i'essiiiiJstisi'hi-n componiitt ChojjJn". Hf yuions
had iets tegen bloedroode omslagen vu Ajjnes
moest aieli met pessimistisch grauw
tevredeinttelieu. Haar werk vei scheen onder bnnr naam A.
Tanbert en ondcrst-heiddn zich dcor don heftigen
toon wanrop de teg»nstaiHleiH vnu Uurtniann
woidi-n g»Kii]>iitcld. Do philosootih en pastoor
Kiiftucc, uio kort ie vuren <.-cn werlcjt) i:ih«tli(Jht
had gezonden. Facit aus Ivl. von llartmanus
Philosophiu des ulH'wusten", gevoelde zich dooi
de woorileu van A. Tnubuit Bg«intiga K'ihheit
des 1'1'iill'enthuuis" zoo gekivnkt, dat hy van dr.
Taubert, nanr hu meende, categorisoh een ver
klaring i'isclilo. Mevr, llivitmanu liet hi'm daarop
niet lang waohtHii, IL vnunisder-it deii brief mede,
dien v.y Knauer zon J; het is een uierlcwiv^rdig
epittel, maar te Ituig cm in i-ij" Rib t-1 hier
«certegevcii. Dat llurtmHuns gaio get-Ji katjo
wus om zonder handschoenen ixantepakken.
kuu uit de volgende pmssnpes bly'keu.
Over uw oirdeel over llaitmaniis werk zal ik
niet k\vistv)\. Met ecu Katitianer vnu uw stug kan
men daarover uiet niet vrucht disoussieereu"
cchryft zij o. a ..... Ook bij u meende ik
sporen van geestelyko ruwheid van hof. rmti
waar te nomen. Al dadelijk verklaar ik, dut ik
niet vnu plan ben die uitdrukking in te trekken.
Ten ppjit vnn alle verlichting zou liet evungelio
nog wel fceloof vinden, wanneer men niet zag hoe
het CreJo «l» praalbed dient, wiiaropdevlve
chelijku wcreldzin zich beha^elijk uiMrekt, hot? juist
Uu aanmHtifrt-ndo geloovi^bu'd fouten en zondeu
uitbroedt, die zich lij de zoogenaamde oux
loovigf'n n'et. kunnen ontwikki-ion. Ken Roede boom
ntvct goeile vruchten dragen; dunden de vruchten
r.iet dau moet d« boom verbrand worden. . . .
Men preekt ons loHtvtturdigheid 111 xij die dat,
precken zyn door en door iwimuitiK^nd en
onvciuraujKzaam, lleu verlangt ootmoed op het
voutspoor van Christus on barst van hoogmoed, meu
roemt de znchtmoodigen i>u maakt zich aan ruwe
nanvnllen v»n toorn schtiliti;?, men predikt
ver.achting der wereld en streeft uanr bekendheid,
ja naar stoffelijke, bezittingen .... Gij zult het
vreemd vinden dat dn leek dcu biechtvader den
boetespicgel voorhoudt. Maar gij hebt mij daartoe
uitgedaagd.
Do evaugche-verkondiser behoeft acen panpte
zyn. Hy wordt het door »iü!i '/eli te zoeken,
hy uitgif. Uit die opsomming blijkt dut llartmaun
niet stil zat; iu 1877 vurlottr hy z in Rado, die in
de laatste Uren dikwijls hnd gesukkeld, hem een
dochter nciitorlatend, Hij verloor in baar veel,
ook «m trouwe Iielpster in zyn wetcnschappclyken
nrbeid die op zijn styl onmiskenbaar invloed
uitoefende. Wet haar, zegt Heymons, ging ook
een ttuk poeztöverloren van Hurtroanns werken
en streven. Deu zomer van VS77 bracht Hartmann
wederom te Driburg door.1 Men kon hem daar
geregeld eiken dsg in de concertzaal bij de piano
vinden, en liederen of aria's hooren zingen met
een krachtige burytonstem, eu onder do joiiyo
dames Qie den zanger omringden, was er eeu,
Alma Lorenz, uit Breinen, wier moeder zeer
bevriend was geweest met Agnes Taubert, en die
ruim een jaar later llartnvnnns tweede vrouw
werd. Inmiddels was in Ib75 il? zevende druk
van de Philosophie des Unbewuszte n" verschenen
en wel tot twee deelen uitgebreid en in 1700
exemplaren; de achtste zag iu 1878 het licht;
daarvan werden 1250 exemplaren gedrukt. In
1877 had daarvan een fransche vertaling het licht
gezien te Pary's eu Tiübner te Londen vatte het
plan op een engelsche vertaling van het beroemde
werk uit te geven. De eerste vertaling was iu
het russiich verschenen, terwyl een zweedsche
tegelijktijdig met de Fraiische het licht had gezien.
In November 1878 werd Hattmitnns tweede
huwelijk voltrokken ; den volgenden zomer werd
hem een zoon geboren, die echter een paar jaar
later stierf; een tweede zoon bleef gelukkig in
leven en groeit goed op.
De gezondheid van Hartmann waa In de laatste
jaren veel verbeterd, maar in September 1881
deed hy een val, tengevolge waarvan hij ook aan
de tweede knie een gewrichtsontsteking kreeg,
wel niet zoo hevig als aan de eerste, maar toch
zoo, dat beterschap uiet spoedig to wachten is.
Dit helene Hnrtmann niet steeds ijverig met
werken voort te gaaiven Heymons zegt, dat meu
in den herfst vau 1882 Wederom een werk vün
gijn pen kiin verwachten, onder den titel: .?Die
Ruliuion des Geistes". Waarschijnlijk zal ook in
uit jaar een negende druk van de .Philosophie
de.» Uiibfwus-tMi'' noodig zijn. Op zulk een debiet
'.?a,d Ltattaiaun zelf misschien niet gerekend.
J.
9111ttalre Zukeii.
EBN OUD, DOCH NIET VEROUDERD ADVIES.
L '
Onder de hoofdpunten om te dienen als leid'
draad bjj de algemeene beschouwingen in de
afdeelingen omtrent de ontwerpen vau wet tot
regeling van de Nationale Militie eu tot regeling
der Schutterijen komt onder O II 11 voor:
Het al of niet doeltreffende van de algemeene
beginselen in het ontwerp gehuldigd, betreffende
AD handhaving der krjjgstucht (hij
de schutterijen).
Niet ondienstig mag het geacht worden, daar
omtrent in herinnering te brengen een advies,
dat dertig jaren geleden gegeven werd niet door
een militair, uaar door een burger in
een zeker to weinig bekend geschrift: Proeve
van een eersle boek van een miutair Strafwetboek
door Mr. A. M. de Bouville, advocaat te Brielle,
lid van de Provinciale Staten van Zuid-HoUaud,
('sGraveuhage, Gebroeders £eluuante, 1851.) lui
dende als volgt:
.Men zegge niet: de schutter ia burger, geen
militair; de schuttery ia n staats-lastpost".
Zeker verdedigt dat wel de wet niet; maar daarin
ligt een Terzet tegen de bedoeling, om den schut
ter met den militair geluk te stelled en aan de
zelfde strafwetten te onderwerpen.
Doch op de tegenwerping, dat de schatter^
een staats-laetpost is, antwoord ik, door aan de
nationale militie dezelide benaming te geven.
En wat de eente tegenwerping l>etrel;tt ik ver
oorloof mjj de stelling te ontkennen.
De schutter, in dienst of ouder de wapenen, is
militair, even als elk Ander krjjgsman. Htf mott
jpïlïf^p ziin,
De sohutterg maakt een voornaam deel der
Nedertands«he nijgijnacht uit De aard van den
sohnttermken dienst ii een militaire dienst. Da
vormen, de wapening, alle* ia in woord is mi»
litair. Bovendien is net, naar ik meen, bfl
deskunéigen aangenomen, dat voor ons land thans
alleen een de&ntlef oorlogi-fyiteem voegt. If dat
sjsteem als het eenige veeisame xoor ons laad
kracht:, voor zooveel de landmacht betreft, in den
burger-soldaat gelegen *ijn. Mnar tot de
onlwikkeling dior kracht is yoor Rites ooodig, dat hy,
die een dei l daarvan uitmaakt, zich, oud«r do
wulienen, kiijgriinau govoole. l)edrieg ik my uiet,
dau w.ta bet gemis aau bet besef dnaiviin tuinier
uen der grootste gebreken vnn onze schutter)ijko
ivrmec, uu kou duaiiti ceist door inubilisoei ingen
daarmede uoodzakulyk gepaard gaaudu uieerdcre
militairo tucht, na zeker tijdsverloop te gcuioet
gekomen worden.
Wiinneer ik, voor de stelling van de
noodzakelyklu'iil, dat de schutter zich iu dixnat. soldnnt
acht e, du ondervinding vun voor weinige jnreu
wilde inroepen, dau zou zy die stelling bevestigen;
innar dau ook Kelyktydig het hooge nut onzer
scbutterlyke mac.it, w»mieer die goed georgani
seerd is, nantooneii.
En de aaugeuomen stalling omvat niet do be
wering, dat du schutter, luiten ilien»t, geen bur
ger zou zjju eu niet vóór altenburger moet bly ven.
liet zy verre van my to nitenen, dat Nideilauil
in cun mil;taiien burgerétiiat moet worden
herrctiape». Ik beweer sleed:s, dat do schutter moot
bcai-tlen, dat hij, onder de wapciiA niCBi' coldaat
(ian bnrL'«r en, voorzoovetl zyu dieust betreft,
alleen soldaat oit geen burger Ji.
Welaftir, men noecno deo schutter burger. Mftar
dit «l toch wel erkend Biin, d<t het gü/ag in
den f-cluitterlijkon dienst behoorlijk moet beves
tigd 7, ij n. Uit tloe-l kan, naar ik nieec, alleen
Joor kiiiditigo en gestrenge wettenbereikt worden.
Do suklant pn de sseemau zien in dengcrien,
dio hoven hen gesteld is, onveranderlijk den
superieur, wiens bovolen zij moeten uakomen.
Hét militair gezag te erkennen leurt hun de ge
woonte moor iiog dnn de wut. Uij den schutter
is niet zelden htt omgekeerde waar. Die heden
superieur i^, staat morgen, zooal niet in onder
geschikte dau toch dikwerf in eeue
maatschappelyk lajferu betrekking. Zeker bestaat er m
ivict -.'nu burgerlyke betrekking zoodanige
ondergeschiktheid als in de militaire en ook even
xi-er de schuttcrly'ködienst vordert die. Hier
moet du», wanneer het iioodig i», esn ander
gozug dun dat der dugelykschu gewoonte eil (Ier
voorbeelden gelden. D.it gezag raoot in de
baudbaving door de wet gelegen zijn.
luutg overtuigd vau de waarde onzer
scbuttorlijke macht en van do verhoogde waarde, die,
by eeno nicuwa wet op do fchuttertf, dnnraan
verleend kan worden, ook hniton bet geval van
mobiliseoring; niaar, ouk diep doordrongen van
de uoüdzakflijklii-id, dat die macht door
kl«mmoude wetten geregeld en georganiseerd b!«ve,
zou ik deu schutter wegens handelingpu m dienst
of ter ake van zijn dienst bectaan. ondor
deiuilitafre strafwetten weiisehen gesteld te zien.
Kaar het mij voorkomt, zou daarin een der
eerste middelen gevonden worden, om aau de
schutterij meer waardigheid by te zetteu; ja een
der eerste middelen, om deu schutter aau zyne
grondwettelijke bestemming te doen
beaiitwoorileli (1). Men vergere het niet: de schutterijen
dienen in tijd van gevaar en oorlog tot verdedi
ging des vaderlands."
Zeker aull-'u in die lijden de schutters wel
<;eheel militairen moeten zijn, en aau alle plichten
vitu den soldaat onderworpen; maar (lm is de
nood dringend eu de behoefte eischeud Moeten
zij zich dun nog aan die plichten loeren gewen
nen V Wellicht is het t6 Iaat. Niet altijd bieden
de omstandigheden evenals m 1830, n jaartijds
tot voorbereiding. Tjjd van gevaar en oorlog,
God geve bef, blyve uitzondering; doch vordert
niettemin voorziening. Maar volgens de aange
haalde bepaling, dienen de schutterijen ook ten
allen tijde tot behond der inwendigo rust "
Inderdaad, de nakoming van die taak eischt
niet in m dei- dan 's lands verdediging militair gezag.
Men denke aan gestoorde inwendige rust, aan
oproer, aau *ainenrotting, enz.
G\j roept uwe schutters lujeen. Tegen wien?
Tegeu hunne medeburgers. Tegen huune broeders
en bloedverwanten.
Proletansken en capite-censi vereenigt gij met
de blo*m der bevolking; maar de laatste is nu
meriek de Ewakste. Gy hebt hen van wapeuen
voorzien. Gij wilt dat zij die. wordt bet gevor
derd, zonder aarzeling tegen de rustverstoordera
gebruiken zullen.
Vergeet niet, dat het gros uwer schutters en
bet gros dergenen, die eproer stichten of daartoe
gebruikt worden, nauw aan elkander verbonden
is; niet alleen door banden des bloeds eu der
vriendschap; maar ook door die van denkwyze,
van opleiding, van moatschappelykbestaan. Waar
vindt men nu genoegzaam gezag, om bet doel te
bereiken? Waardoor belet pij, dat zy hunne
wapenen tegen u keereu ? Alleen door de mo
raliteit vau den Schutter zelven en door het ge
zag der wet.
Die moraliteit is geene andere dan Uet geves
tigd besef van den plicht van onvoorwaardelijke
gehoorzaamheid; het besef van den plicht van
soldaat, door zich zelven soldaat te gevoelen.
Uet gezag der wet is niet anders dau de
gehjkstelliDff tusschen den schutter en den soldaat;
gelijkstelling in overtreding, en dat alles met die
gestrengheid, welke het militaire strafrecht keu-.
merkt. Mij is slechts ne tegenwerping bekend,
die nchynljiw gezag h»elt, zij is gelegen iu de
VOO' den milrair -ojna geheel exceptioneele straf.
Maar 'Ie be-loel-io f>elijkatelhng bevat nog
geeut> volkoiubne. gelykstelliug ook teu aanzien
der gevolgen.
In dun regel stel ik, dat, waar de soldaat
overtreedt, de schutter, hetzelfde doende. aU
soldaat overtreedt; dat is, dat de aard en de
mate der overtreding gelijk zyu voor deu soldaat
en voor deu schutter. Hiermede worden echter
uitzonderingen nog niet uitgesloten Is nu in
het algemeen de ontwikkelde theorie der
gelykstelling in de overtreding asnnemehjk, zoodanig
dat men ten dien aanzien >n den regel bet on
derscheid tusschen soldaat en schutter wil ter
.do stellen, dan bly ft het hier aan den wetge
ver over, zoowel om de uitzonderingen ta bepa
len, ala om, met bot oog op den verschillenden
toestand, van beiden, verschil in straf te veror
denen, waar eene straf op beider toestand niet
geüjk paisen zou. Wanneer de wet dan voor
den militair byzondere straffen' verordent, die
alleen toepasselijk zoo kunnen op den militairen
stand, zy" zal zich zelve niet ontrouw worden,
wanneer zy voor den schatter eene andere straf
bepaling bevat; mits slechts het gehalte d er straf
in evenredigheid sta tot de overtreding."
Tot zoover het advies betreffende het mate
rieel strafrecht. WQ* willen bier alleen nog
btfvoegen, dat dit beginsel niet alleen is aange
nomen in Daitscliland yoor de landweer en in
Frankrijk voor het territoriale leger, maar zelfs
in Engeland, waar de vrees voor militarisme zoo
groot 13, dat bet Parlement elk jaar slechts voor
den loop van dat jaar sanctie verleent aan de
militaire strafwet. Behalve officieren en ?man
schappen van het staande'legerzynaande,,Army
Discipline and Hegulatiou Act" onderworpen:
Officieren van de Militia ten allen tjjde.
Alle personen over het algemeen niet aan de
militaire wet onderworpen, doch die in eene
officiiele betrekking optredende, op denzelfden voet
worden bekandèld als officieren, zooals officieren
van de Ytomanry .of de Vöhtnteera en personen,
welke troepen m actieven dienst vergezellen en
met officieren gelgk gesteld worden.
Manschappen van de Army Reserve of Ae Mi
litia Reserve Force, wanneer zy opgeroepen zyn
tot voortdurendsn dienst ter oadersteunuig van
het burgeiiyk gezag, voor oefening of vanneer
zy vrüwfllig ia dienst gebleven zfln.
Militia gedurende de eerste oefening, jaar»
Hjksche oefening of vereeniging tot korpsen.
Ycomanry ea Vóluntoert, wanneer z(J opge
roepen zijn tot oefining en wanneer z$ in
aotu_^U_ -... tt~I fcff? n J tATt*fc jl»|_- ,?^ J* ^F^AM "'
eiiboven, wanneer z\j opgeroepen zjju ter onder*
steuning van het burgerlek geiag.
_ De pernmnontüstaven van de auxiliary farces
zyn alty.1 aan du militaire wet ouderworpen,
Iu eeu volgend stuk huopeu wy het advies
medo t e dtclcu met betrekking tot het i o r m e e l
strafrecht eu daaraan eeuige opmerkingen
too te voogeu ton opzichte van do mogelijkheid
(1) Om hot bcoogJo doel to bereiken, zoa ik betielis
l>olangri)k uiliteu, d»t, b(J oono iii»uwe vrutcoving op d»
niilitiu «n de »cliutt«ry, de laatstö» een*
iK der ccruto wiurd vti/ordinid. Ik mettn, dat
ilunruou, uit vale oo(fiiuuteu, belangrijke voordoelan »?»?
bondon zoudou zyn. (de Hoilvülx.
HET IN8THDCTIE-DATAILLON.
Aiyitheer de Hedaeteiir.
VeJorlül inaatregolrn wordon er voortdurend gcnotnca,
tur ri'urjfauioatio va» bot legvr. DuargeUten of dl»
zenuwachtig wyziyiofjszucliValiijd vcrbsturtugmubryugt,
zuu ik tliana cou uorsttsl willen Joon', »an welks
mogAlijklii'id van tisUati uien niet eens icLjjut to denken,
dut altlüinn door pnntnlon- en kngeii-iiuavatles tot nog
toe overvleugeld U. Hut bet oog nl. up Uo nadeelen,
Oio To»r liet instructie-llataUlon aao hut verbluf «a
Kampen vurboiulua zyn, is eene verandering van
?Uudplaata zcor guweiigclit.
Dio nadoclou itijn aldn» te rósnmoeren: Tooreoret il
Kampen duur *y»« liggingen don bodem o«ne uufrezoado
plaats, teugevolgo iraarvan liet hoepiUal K»wöunlHk vol
koortulydere i», on er betrekkelijk veel sterfgevallen bH
hut uataillon voorkomen. De nadeelou van hut klimaat
wuntan nog vorboogd door het «lechte dritikwator en
ilour de ongelukkige plaats en conatructie der kazerne,
die, f;vuiials da tnd, open en bloot uaar hot Noorden
gekeurd en zeer tochtig ia. Talrijk zijn dan ook do
gevallt'ii, waarin uiouwaangakometiaii bijtja tentond ziek
worden.
Vel o ondon hebben tegen dezen toestand bezwaar,
omdat zy hunne zonen aan oen dorgcl\]k gevaar niet
gtarna bloot «tullon, «ii ongotw(jfo!d zou er nog Teel
meer vnu de gelegenheid iot'oplvlding gebruik worden
gumaakt, by deze overigens boogHt nuttige uuieUiiig,
vranneer zy onder andere omstandigheden word aan
geboden.
liicrby komt dat to Kampen niet eens oone goede
golagnnheid tot hot honden van oot'onlnjïC'H bu»ta»t, wjjl
allo» zect beperkt en cffon terrein i». Byn» alle
oefuuiiigon worden er guhouden op de Ktindberg" con vier
kant Htnkja land, iu wolk» onmiddolijke nabijheid eene
begraafplnats ligt Exerceert uien er hvoeuur, danxlet
mon vier h vijf beRTafoaiageu passeeren, zeker geen
onnckkeudo decoratie vi>n het laud^chap vour
dojungeImeenl
Wel is hot eindelijk geen groot nadeel, dat Kampen
aan oen zjjl\ju ligt. maar een nadeel ia het.
Amorsfuort zon naar veler gevoelen voor het
instmctlobataillon de aangewezene plaats nyo. Vooreerst ligt
bet gezond en hoog. Ten tweede ia do jongeling or
beter in de gelegenheid, eeu ruimorcn blik in het mi
litaire te krijgen, en ten derdo i* do omtrok uit
stekend geschikt tot het honden van allerlei
oofoningen, 200018 relddienst, tirailleeren, het gehalten van
afstanden, achietoefvnlagen. enz.
Grhicl btlatigtoot bob ik oud leerling dez?r militaire
school dezo opmerkingen gemaakt, tnki-1 uit
belasgatellmg in den toealanüvan militairen, die tot de kern
v.in on* leger getold mogen wortlen. Ik ben zeker, dat
vclon. waarscluinliili allen, het gesclirevvne zullun beamen.
Mocht mijn artikel do ocRen der bevoegda macht op
deze zeer gowii'htigo zamk gevestigd hebben, dan is het
doel bereikt
Te laug kijken is in dezen hnnaoh niet irenacholijk,
wnnt de Kamper militairen verlangen gezonde oorden
en beters terreinen I
DA tranen vin hen dio het vertrek betreuren kunnen
gebalsemd, en op bet etnjlmi» voor genioodehjke lul
ter bezichtiging worden gestold.
De hoogste belangen hebben ook de hoogste aan
spraken,
U dankzeggende voor do plaatsing, heb lic dn eer Ie zijn
Dwdw.
. B. B,
MDTATIEN BIJ HET LEGEE VAN 1-^3 JUNI
Gesteld op nonnctiviteit: do -'e. luit. J. A.
Kleinenberg vau de cavalerie ; Verlengd met twee jaren
de tyd van duur der dataoheeriug bij bet leger
in Ned. ludiüvoor deu Ieu luit. A. W. II. K. van
Bothuia Andreae van de cavalerie hipr te lande,
eerst op vyf jareu bepaald,
SCHAAKSPEL.
No. 31.
Tan den OuJ-RodactoUr v»n Sissa.
2WAHT.
. ?. .
k. b. c. d. e. L g, h.
WIT.
Wit speolt roor as geoft In 3 zetten mat. (?
Oplossing van Schaakprebleem He. 21.
l H 7 O 81 O 8 O 6 (»
3 P 7 - ? 8 Pd + D T O 8
3 B 7 nt D 6 + + mit.
(a)
l '.;.... C 8 F 8 -ft»
3 A 8 B 5 + Pd nt B ot E O 8
O O 8 O « of- B 7 nt D fl mit.
(b)
l ..... 09 01 (O
3 G 6 nt D O + D 7 08
8 D fl D 8 mat.
(c)
l ..... T of D nt B of P (d
2 G 6 E 6 + G 7 nt fc G
9 F 6 nt E 6 intt.
(d)
l D 8 nt Pd of P 5 (*
3 7 F 8 Pd+ O 8 , V 8
a G 6 O 8 nut.
(e)
!.>.,. G 7 E 8
of
D 6 ut F 7
l 6 E 6 of G C nt I? 7 mat.
INGEZONDEN OPLOS91NÜES.
Juiste oplossingen ontvingen wij vin No, 22, Mnt
Tieren; Mr. P. A. L U.; Toni, Henn en J. J. D, II:. <
beide liaUtgenoemdan No. Hl; allen ta Amsterja
T. H. op T»i»l.«D W. r. H. te Delft gavnii uuvuilo'l
eene Juiit» utvénoplosting TM No. 22 iaet lu z»t ??
H 7 nt. G 7. D* probl*«iudlcbter«s buougda yu«n»/i
eene pl»tte oplossing, zoutle liier bovvn blykt.
BBIEFWISSELIKO.
T. D. te H. Niet du «loclitslo maar de beate lo .?.
moest u nemen
J, J. B. H. In hoofdzatlc «oed.
Torn. B d d l te plaatsen op d 5, ktn bot Tour «.x
boUtche flgtmr dieneii?
In sommige afdrukken Ttn Na. 93 t« de zwarte T...1
a 7 ondnidel^k afgedrukt en Jjaeft tot'mis vattin.; Aoi.
ERRATUM.
BoliukpartO No. 3. Na wit 30ste zot i» uttKo.iU
Zwart- geeft in weinige tetten ast.
*) B|j gelegenheid eensr ontmoeting, zei Jan (VO.M
.Vraagt men o, of gy een n«as hebt, buvonl !?..?»!
nog eens TÓ6r gij ja zegt." Wy aohlen <lex«n nij i. r
bt) dit probleem geenszins overbodig, d»»y' -<-±.
gen* oplosMT nvaar kan loopen.»1 ta speedig do.. L.
reep! .ojunogelük" *i«h te laten ontvallen.
259
DE AMSTEK D*A MME K, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND*
FEUILLETOHT.
Uit het leven van een twijfelaar.
frj/ naar kei Engelse^
door
U JL.I
III.
Een ongeluk komt nooit alleen. Nauwelijks was
de onaangename boodschap van den hertog van
Midlothiau n>üReworden, of ik werd per telegraaf
ontboden nflfcr het ouderlijk huis. Vader had een
val met een paard gedaan, waardoor zyn leven
in gevaar vei koerde. Ik kwam, boewei terstond
afgereisd, te laat om hem nog levend te zien;
maar vroeg genoeg om te veonemen dat hjj rojj
onterfd had bij testament, en dat hij zijn fortuin
tuaschou tune vrouw en neef Frank verdeeld had.
Aldus verkreeg ik te mijnen koste het bewüs
van ruyu* bloedverwantschap. Wanneer werkelijk
de afkeer vnn den overledene vóór *\jn broeder
hem verleid had een ondergeschoven kind als het
«yiie op te voeden, waarom zou hu dan de helft
van zijn fortuin aan deti verfoeiden tak hebben
nagelaten 't
Als tweede bewys kon dienen de goedertieren
heid van uooedei- mQwnarts. Toeu zühoorde
dat ik bereid was aaii de waarheid der bande t
die ons bonden te geloovcn, vergaf z\j tny nien
alleen mUn ophebbelijken twijfel, maar z\j wilde
zelfs met mij haar erfenis deelen, die zü(als de
mijne beschouwd», terwijl aÜD1\i de verzekering
gaf dat de erfenis haar gelaten wus als fideicommu
door vader, die als hy mg vuur zyu dood had
kunueu zien, müzonder eenigtm twijfel geheel
vergeven EOU hebben.
Ik nam haar aan uit liefde voor Vivia; moeder
stond mij een aardig buitentje af dat zij bij het
strand bezat. Ik besloot er met mijne
toekomstigo echtgenoote te paan wohou, en er mi} aan
m^jn lietde eu aan mijne philosophische studiën
te wijden.
Mijne verhouding met Golham was na de laatste
gebeurtcniseon niets veranderd. De Spencuru
Fanfaron beschouwden hun fauüehoofd niet nis hei
lig. De hertog en ik waren het niet eeus geweest,
zy moesten en wilden er niot meer vau weten, en
waren overtuigd dat ik geluk had.
Vivia drong my in de teederste bewoordin
gen om mij te haasten naar RMham te komen
waar ik met ongeduld verwacht werd. Ik zwichtte
Toor haar aandrang en ging met Frank, dien
men vriendelijk genoodigd had, naar haar toe.
Het sprak van zelf dat h\j bekoord werd van
Vivia. Gave God dat hy wat meer zy'ue bewon
dering had kunnen onderdrukken! HU boezemde
die uit in dogmatische verklaringen dio my' ver
veelden en onaangenaam aandeden, want zy her
innerden müdat ik die in 't tfog loopende aan
trekkelijkheden als werkelijk bestaande had aan
genomen, zonder eenig critisch onderzoek.
Den eersten avond kwam hy mijne kamer binnen
in een staat van niet te melden opgewondenheid.
Weergalooze, zeide hij, ik feliciteer je. Ver
duiveld; welk een boffer zijt ge! Onmogelijk kan
men een liever familie verlangen. Wat je meisje
betreft.... züzal je ruimschoots al de onrecht
vaardigheden vergoeden die gij hebt moeten ver
duren. Ik weet zeker dat zij een engel van goedheid
is; maar wat onwederlegbaar in, is: dat zy' de
mooiste oogen en de fijnste tint van de heele
wereld heeft. En beur haar? wel, daar is geen
mooier.
Al die betuigingen vleien txls hagel op my neer.
Ik had den mond van dien.opgewonden jongen
wel willen stoppen, maar hy moest en hy zon
praten.
Zet een van de eerste Bchconheden van
Londen naast haar en dan heb je koper naast
goud.
Schei toch uit, als 't je belieft, fluisterde ik.
Wat is er, vroeg Frank, stom van verbazing.
01 niets. . ' . ?
Mag ik niet herhalen wat ju* beter dan
iemand anders weet, namelijk, dat je meisje de
schoonste vrouw is die men zich kau voorstellen t
Ik verbeeld me dat dit je niet bclocdigen kan.
Ik ontkende het natuurlijk, manr verscheidene
nachten bracht ik slapeloos door. De duivel der
wysbegeerto had Jtljn invloed op my h«rw. nueu
eu liet my niet los. Vuil toen at ru»tlu mijn b ik
niet meer op do heerlijke gestalte va» Vivia, op
haar zachten oogopslag en oj| hare prachtige
haren of ik vioeg mijzelf uf of alles wel natuur
was; een tutviK verlangen muuktu zich van mij
meester dat alles unn c-cii prooi te onderwerpen
wanrdoor vijj du wiinrbuid zou blijken.
Keus op e<?n middag WAS ik alicou in de
b-bliOtheek met Vivia. Da rest vau de familie waa
uit; ook Frank, die oen beutju Uut Ivof iMgoti to
maken aan de j u^nre zuster vau Vivia, u[> wie
hy verliefd wus. Zy haakte en ik 7.:\i nitar li:mr
te kgke-n Hare tij n o iit, de kluui- uurur bun'»,
hare sierlijk gub.'gen wenklirouveu, dat miva
scheen my zou i.atuui-lyk; muur hou zou ik uu te
weti-n knnuen kuuicn djt dat ui lm echt wa»?
Do kunst bootst d>> natuur zt/o uitwekend na.
Ik keek haar 'zoo strak uau dat atj er verle^-u
van werd en mij vroeg, precies «ils l!'i nuk gedaan
had:
Wat is er?
. Niet*i antwoordde ik op nioutt.
Ken oognnbitk later hield Vivia op met
baaiwerk. Wij gingen den tuin in, waur wy op eeu
bank gingen 7.it,t«n. H.iar pri-.tiig ge&u.tp ver
dreef spoedig mijne spuiburc onrust.
Myn meisje wus niet sentimenteel; maar dien
dag was zy zoo teutler eu mtuhaukplijk dnt ik
meende te droomen. Waarom .kon ij dar toon
nii^t luten ? Waarom was zy nier ti:vredén niet
halve woordjes en blikken, uiu w ij naitat i
Ika.,d«r gezeten, wisselden, mut de handen in elkan
der r Ongemerkt werd hare tong lussor, huw
taal krachtiger.
Zoudeün op de wereld wel twoo menschen
zijn die gelukkiger zyn ilnn wij 'f vruug zij my
lacbecde. Ik zou niet gjuirue met oi-nb uudérv
vrouw willim ruilen, H! wus ze ook' kutiingm.
Denk je er ook z»o uiet over?
Lief kind! antwoordde ik, je vertrouwen is
wel wat overdreven! Zulk con yertruuweu kon
Óns op een dwotilapoor brnngeii.
Zy dacht dat ifc gekheid maakte, en begon
hartelijk te Jachttn, terwijl ik müverdiepte in
mijne geliefd» bespiegelingen.
Wat bpfeefceut die Kekheid, zeide zij tcrwy'l
2$ haar klei» tongetje tfgau mij iiitstnk or, luntr
handje op my'n n>oud lei. Wat beteektnt die
onzin, wanneer vetio xauk bepaald zeker is?
Welke? fluisterde ik bevond. ' .
Diggoryl vraiigt ge welkt)?
Ik zweeg, daar ik vieesdu haar te wel te be
grijpen.
Het betekent dat wij veel van elkandni
honden, zeide zy, hnai munHjo lij mijn oor bren
gende. Houd je vau me, ])iggoty? . . . . Bemin
je roe, herhaalde zij levemlig, toen ik zweeg. .
Ik kon met d' n be»ten wil dei- wereld ni< t
langer zwüg.'n. Schuchter antwoordde ik:
Ik geloof hét.
Je .... je gelooft hét? Jo zegt dat om
me te pUigcn hu? Uiggory. ik wil hebben dat. je
we eerbjk, ronduit en zunder omwegen zegt uf
je v»n me houdt,
J» weet niet wat je me vraagt, zeide ik
Welke vraag it eenvoudiger dan de mijne V
_ Laiittt1 eeu» even, Vivia i Ieder onzer meent
ia den luider enkele hoedanigheden te ontdekken
die bty ons zekere gevoelens als de liefde, de
sympathie, de bewondering, het vertrouwen, op
wekken. Doch de wy'sgeereu hebben ons bewe
ren dat die gevoelens slechts het resultaat kun
nen zyn van valsche voorstellingen.
Ik begry'p geen woord van 't geen je me
daar vertelt.
Laat mQ het je uitleggen. Ous voorstellings
vermogen is evenals onze zintuigen onderhevig
'aan dwaling. Wanneer wij een «tok in het water
steken, ichy'nt liet dat hu gebroken it. Wanneer
wy in een trein zitten, schynt het dat de hoornen
loopen en dat wy stil zitten.
Ja wel, maar wy zy'o niet de dupes van die
verkeerde inbeeldingen.
Omdat \vy de middelen by de hand hebben om
de waarheid na te sporou; maar by geestelyke
zaken missen w\j die middelen. Gy vraagt m\j of
ik vun je houd. Ik antwoord u: Ik geloof het
zoo zeker als iets; maar vraag geeue bepaalde
bevestiging van my', want dat guat boven myne
krachten.
Ik staak hier dit vreemde liefdesgcgprek, waarby
ik ol de argumenten te berde bracht die de lezer
müreeds heeft zien ontwikkelen bij twee vorige
gelegenheden, maar die, iu dit geval, waarbij myu
geluk op het spel stond, iets bijzuudur pikante
hadden.
Nadat wy een balt' uur in dien geest gesproken
hadden, stond Vivia ten eiude rauil op eu zeitie:
Dan gelooft ge ook uiet weer aan uiyno
liefde?
Waarop ik weder myn hcolo wijsgeerige kraam
uitpakte; doch Vivia verschoot ploUuliug vau
kleur, zy werd doodelyk bleek.
Ik merkte die verandering op, on werd er
innerlyk zeer verheugd over cu riep onwillekeurig uit:
Gy verbleekt, Vivial gy verbleekt! Hoe ge
lukkig! Die blanke tint wanrop ik zoo trotsch
ben, is dus wel uwe eigeno klenrl
Van ruy, riep zy ontsteld; van wie zou zij
dan zyu?
Wy keken een oogenulik elkaar aan zonder te
spreken; zij, bevende van ergernis, ik, beschaamd
als eeu vos, die op heeterdaad betrapt is,
diiudubbele zot dio ik wat, vau uiet geraden te heb
bon dat er vermoedens zyn die eeue schooue
vrouw nooit vergeeft.
Dus je geloofde dat... te vergeeft trachtte
ik myne onhandigheid to herstellen; niets hielp.
Ten einde raad wilde ik bare band grijpen; zij
stootte müterug.
Ga heen, zeiita zy, alles is tusschen ons uit.
Eeno zenuwaandoening volgde, die met eeu
tranenvloed eind'gde. Al rayue pogingen om
haar tot bedaren te brengen, mislukten, Zij
smeekte my haar te verloten. Ik deed bot, iu
de hoop' dat het onweer den volgeudeu dag be
daard aou scijn.
Ik vergiste mij, Vivia zeide H>y den volgeuden
morgen dat ons engagement uit wn». Niemand
dan ik, ze;de zij, moest de beweegredenen van
dit verbreken weten. Zy stemde er liever in toe
voor wispelturig, valscb of veranderlijk aangezien
te worden dau de pchandolijka en ergerlijke
woorden te herhalen dio ik, ellendig slachtoffer
vnn een bedroevend systeem, baar toegevoegd had.
Al m^jn wijsbegeerte was, ik bekeu liet uiet., in
staat mij over dit verlies te troosten, dnt veel
smartelijker was dan al mijne andere opoöeringdi.
Vivia wilde do mogelijkheid eener rechtvaardiging,
die ik baar logisch niet aanbieden kon, uiet eens
in overweging nemen. Ik had wul het recht mij
voortaan uls een martelaar vau m ij u systeem te
beschouwen.
IV.
\Vat kon ik nog meer verliezen dan mfln
vaderiyk erfgoed, myue betrekking en mijn meisje ?
Deze ervaring waa mij voldoende. Ik besloot mij
iu in ij 11 eenvoudig buitentje bij Deveushire terug
te trekken en er de rest myner dagen door te
brengen met mijn wy^gecrig systeem te over
peinzen en te ontwikkelen.
Ik zucht eenige vrienden om mijn ballingschap
te deelen; ik wna zoo gelukkig, er cl r ie te vinden,
allen meer of min teleurgesteld in hunne
verwuchtiugeu of geschokt ia huuue overtuigingen,
en dientengevolge nUen goede lui yoor de ont
wikkeling mi.juer thei-iiën over d* nietigheid der
meiischelyko kundigheden. De een was eeu jongste
zoon, dio na met aoti'o in de kolonie een klein
f.trtuiutje byeKDgesaard te hebban, dit in de han
den vitu eeuige tfelukzüekws had -avu verdwijnen.
De tweede, een bekwaam inguniiu^hail ziuh door
allerlei uitvindingen uu in 'i byzonder door eeue
die eeu omkeer in de wereld gebracht zou heb
ben, als zy uiet toianl mislukt was, geruïneerd.
Ut) dorde wat" niemand «mie r a dun Frank, die
wijsgeer uit. liufd-KWHt'huop wus geworden; waut
hij wa*, even ouuuiukki;,' tu* iit, ni waa het dun
ook om nudero redenen, d»or Soj.hie, de zuster
vau Vivia verstootten. \V!j vormden m«t uns
vieren een ii>onui)fi*iiorijFV wuarruu ik
.aisvoorzitter, w»"d. gitlurdi d ('u- reglement,
volgens Imtwtf'li wij li'vt-u '» >??' ? w.i.i
liiiitetigCAUOU :'lC' ..t! O /i.' Il: i>r- !i .-{l!tl «II Oll'/.O l
studiten liejjei'sti'L e-i -ti- :,.t. . r g'-hied vnn
oua obj''vl c f': dn ulgi-iiin- 4 i-. .-»?. Uj ourbtcld
's moi'Ufilx iii«'l(t «?<'» i>n,:i ? *n li'-'i>'t,<, 't /,j o\vr
ili) logij-L-Iiu oiitui'l'vk n -mi!.-:.i J^r vei'lo.Jinp,
't zy over In jji-u ..f. lüiui-i, d.-i- hi'tnim-be
/ekfti beid,. V /.ij in 't a^ mum osvr ac
oodssakelijkli'i<l vnn i.i sjii.r--. x<-i ???ntt lo IIIMUUU dat
nii't we'i- Kui>:i:>iivi^k ? «wi'iX'n 13 KM torn, het
was fceue vuriiilitt u, <le ii.-lio'i-l d-r positivisten,
dlfe ZOO v.in xicll h it Iritrti, p'rvken. Lich;i-ïO
utiderwi'i'ii. n, ::ls ilu iu r?: .BH viill l'tt g'-lu'Ujittii,
vnn du nintuutn ut' \.ni df, vc-be. IJug waren
ut lütci li.-wimnl. II t gprerikt vuu xeil dat het
tffloof umi-ie' t'oveun itutu iy'cnvunons programma
g«>chiapt was.
7.eH nia.-niileii ijii'p <? ? p 'U-a ? w^ise voorbij;met
vreiijfdo ziij k 'iis k'fürt jjemfcnte bot idi'fMvl
bereikrn w.fi'iian' ik zn-> vuiig vurlAugde,
Jittnurlijk dnt vuii aan u ets tfg.-Joüven, tuen lift gebouw
myner faut»is« ineei»iintto door dn de?enie vau
i.e dn« l ti?i noóti-n do een na di-n under.
Op een t>o d n moruC' zaï; i't den cudfii kolonist
mm ftlle ici-ktitiüh van erm- on^cke:.d« vruolijkheid
nuar my to komun. Il; daclit dat. Jhy oen
nieuw uiituineiit ten. ctin-to vmi Oi s sy t«e'n ge
vonden hud; maar hou (rtoot wa* uujie
teleuintclllng t Hen j]c de reden vitn /.ijue lilijdschup ver
nam. EHU oud vriend scbiL'rf hem uit Jamaica
eu stelde htnii een aud el iu c>:iie urootu
plantiigo voor, alleen op .oonvanrdu dar liy
dadeluovw zon l<oni. bit was een onverwacht gelnk.
Dienteiig^viilg» had hij .0111 ccne jilauts op d«
norste .u; 1-e't.rn boot, naar Liverj oi>l p
tuli-graf<erd. Zijn hfn'uit HHM il-j'lmra onwnKbaar. Ik
hoogde t.em IT te \<rgfeis af te bieugou door
liein voor to hotvlen dat zulk coin' ,iverhiuu>tiiig
tt-gen om xy-ti-em \\as. IJad hij we), vvunats
vuor ieder monsthelyk. huUij atulfelijk of geeste
lijk feit, duxe iiniil'i' dina oiidcrwoipeu uan den
t';<-ta van eeu biieiiK uiUlrrzu^k ? tiad hij wel
nauwkeurig de b.'wo nhrgon vau den brief over
wogen, Diigüli-jtoii en n.ivcplo^eii ? Wie ttond
hom' iu voi,r tio upriü-htiieid vau im vrieud ? Was
hij wel xeker, wel liuj>H;ild ^l<i'i' vun hul baShiAii
van JniiiaicaV Alles u:u vrnchteloo.s; hy Kcholil
mij uit voor gek i-u ik niaukte hum hetzelfde
comiil ment.
\\ij scheidden, na clkfirnler bijna bij de haren
te hulilii-n gehad, un.lc:r hot evenwel zoover te
laten komen, 't geen een geluk wus vuor de eer
der wi) begeerte.
Teisti.nd itoi-ht ik de beide andere leden der.
ueme^nte op,'om hun zijne afvalligheid hekend
te mflken. Den ingenieur vond ik op zyne kamer
met het hoofd tussuhnu de handen, zondereenigen
twijfel bezig roet de voordracht te propareeren
di» bij de/en rt»g moest, houden, ik verhaalde
hem net «ebeurde, waurduur wij e«a broeder
gingen verliezen; maar h(j was zoo afgetrokken,
dat hy müniet scheen te hooren. Ik zweeg er
daarom niet over, maar weidde met verontwaar
diging uit over zulk eeue selundelgke verbreking
eener gelofte. Toen ik uitgesproken was soeide
hy nog. Plnt«elipg stond by op, nam m\j by dg
handeu en riep uit:
Ik bob het! Ik heb het! Zy hadden van
achteren bekeken gelyk. De uitvinding bad geen
waarde. Er ontbrak een rad un de machine,
daarom kon zy niet werken. Ik heb dat gebrek
ontdekt en nu ga ik hot verbeteren. Thans ben
k zeker van miju uicces.
Arme dwaas! ik begreep dat hy met iyn oud
idee fixe bezig was. Mijne ontnuchtering was zoo
vreeselijk, dat ik goeno woorden kou vinden om
myne gedachten uit to drukken.
IK ga naar Londen, vervolade bij, waar ik
een nieuw brevet ga nemen. Do onkosti-u die
ik moet maken zulluu my wollieht tot den bedel
staf brengen maar wat geeft dat? Dat is slechts
eene kwestie vau tyd, want ik heb ecu
nababsfoi-tuin iu mijne banden.
Wanneer ik al de ti'^euwfirpingen wilde
me;letleelen waarmee ik zijne dwaliug bestreed, dau
zou ik in herhaling vervallen vau vroegere
«oSprekken, liet zal voldoende zyiv te 7eg;;eu dnt
ik weder vorgecf&cha moeito djted.' De
ongulukkige kerel wildo naar niets luisteren, Diiu ei^Rn
avoud rei!*d« bij naar Londen om zijn eeuwig»
hersenschim na te ji'^fu.
Frank alleon bleef mij over. Hij ten minste
zou mij niet verlaten, d>iar was ik zeker van.
Daar hy uiet to huis was, ging ik hem zoeken
en vond b»m iu het park, waur bij hard uuar
mij toe kwam lüopcn.
Toen ik onder 't borc-ik zijoer stem war begon
hij to schreeuwen te wijzen, en £eluren to maken
als een telegraaf van het oude ivsleoni.
Ik h«b hoar gezien! ik heb baar gezien!
Een oogenblik geleden was zy hier.
Wie hebt gij gczieu 'i vroeg ik, toen hij bij
mij was,
Sophis en ... Viviüook. Zijxija, tenminste
als ik )iet goed begrepen heb, met een jacht
van Torquay gekomen. Zij zyu hier in de buurt
uitgestapt en lieljben den heuvel beklommen
expres om hut, huis te zien. Ik heb zo gezien
en bespied tuasclien i!e hoohien. Sopliie is lift
lang.'t gebleven; tot n bracht zy hitar zakdoek
voor hare oogva eu liep den heuvel af om
wér iu do boot to stappen, m ij u bovluit is
ueuomen. Ik ga uaur Torijuny eu zal mijn
best doen of ik nog niet ceni^e kans heb buiu1
hand te krijgen ; mifsehien ben ik wel *jc-u bentjo
yoorbarip geweest toen ik er voor bedankte. Al»
je wel wilt doen, ga dun mot mij mee. Vivia boeit
wellicht haar laatste woord uog ni,et gezegd.
Wat vertel je mo daar, ge zy't zeker aan 't
droomen pewce»t !
Kn ik heb zp gezien, zeg ik je, evenals ik
jou zie. Ik kan j« zdft zapgun welk t<nlri zij
aan hadden ; licht blauw met witte kant eu een
strooboed.
Niets dan cene dwaling van je zintuigen.
Die soort van visioenen komt meer voor, wanneer
nieu onder den iiuliuk eener p*ssie verkeert.
Frank antwoordde o|> zulk eeue
nuti-philosophische wijze dat ik my niet vernederen z»l dit
op te teekenen.1 Hij keerde mij zyu rug too on
ginc; zynu koü'crs pakken.
Hot eiude WAS dat ik d i en 2 el f d en avond de
eenige vertegenwoordiger onzer school was, maar
ik werd gesterkt door de overtuiging dit bet
isolement het lot is vau alle groote geesten.
Nu meet ik, ten einde opreebt tétlln,
dat de gebeurtenissen mijne theorie niet hebben
bevestigd. Uit Jamaica krijg ik brieven, waarin
ik zie dat de zaken van my'n planter boven ver
wachting gaan. De ingenieur is bezig met zijn
machine fortuin te maken; men pry'st het ais eene
schoone uitvinding. En behalve dat alle* lees ik
daar in d« Times dat Frank cu Sophie Spencer
van Golham getrouwd zijn.
Vivia. ia nog ma.igd. Bemint zij mij noa? Het
zou my niet verwonderen; iemand inet zulk eeue
zielskracht maakt die veronderstelling
zeerwaarschüuiyk.
Kadeukcude over alles wat het strikt, vasthou
den aan mijne principes mij gekost heeft, vraag
ik iny vaak af of voor onv levensgeluk en voor
onze zielsiust gelooven uiet beter voldoet dan
twijfelen.
Eu toch, hetzij eigenliefde in 't spel is, hetzij
we hier met eeu ingekoukeidc gewoonte te doeu
hebben, ik geloof dat ik iu bet vel van een
twyfeloar zal sterven. >
DE DOOD VAN DEN BOER,
.dr.or Eiuile Zo!a.
Jeao-Louis Lacour is zeveutig jaar oud. Tfij
is geb ren en opgegroeid te Courteiite, ven goliucin
van hnudinilvuitig zielen, vor'scholuüff^v^a !>?
eeu land vao wolven. Eens.jn x.iju levnn ia t-ij
te Angera gawct:st, dat vyfticu mijlen ver is. MLI >r
hy' was toen zoo j^ng, dat bij zich daarvan n ? is
m-i-r heiiuuert. llij h«eft drie kimWen, -w«e
zon'.-u, Antoitieen Josuph, en >en dochtpr,
C»t"c'mie. Dezu luutütc was getrouwd; to«-u luai- mii;.
gestorven wns keerde zy wct.'i' in by luiar vuii.-r
met. een jonguU vau twaalf'jaar, Jacquin^t. II."
gezin leefde op een klfjn ftuk gn*t>d«, juist
groot genoeg om hun deu kost te «evc-u *u v in
het nouóige te voorzien, /jj behooren n\«t tot
de behoeltigen, maar zo moeten hurd wcrke...
Ze verdienen hun. soep . mot. spide eu houweel
en wanneer zo ecu giua wijn drinken, !iebbmi
ze daarom g"ZWt:et.
L» Courteille ligt in een dal, a»n alle kanten
omringd door bneichen waarin het verscholen is.
Een kerk is er niet, want de stemeei^H is te arm,
do pastoor vnn Cormicrs komt de mis le-im eu
da^r by twee nijW moet ollejjg«n, k -mt hij slechts
etuis in do ve«rtieu dagen. IJe hui^^ii, «.-en twin
tigtal bouwvnllige butsen, staanongi'retreM lan^s
den weir. Vo<ir de d«ureu pikken-d» kippen in
den mest, Wanneer feu vrenm ioiing voorbij
gaat is dat zoo iets byV.onders, dat alle vrouwen
Hem nakijken, terwijl de kinderen die zich in de
zou willen gann bradeu, gillend wegloopen als
verschrikte beesten,
Jean-Louif is nooit ziek gewoo-t. Hij is lans;
en knoentig ah e«n fik. De zou lie*ft hem
KUlijnlccrd en gegroefd eu heeft hem dékli'ur, de
?luirdheid en de kalmte vnn do hoornen gegeven.
Toen Jjüouil werd, hei-ft hij zijn tunjf verloren..
llij fipreckt niet meer eu vindt h«t ounpoilig to
«preken. Hij kijkt «aar den irroiid en zijn lijf U
gebogen i» hu hniuling waarin hij w-rkt.
Het vorige jiuf was hij nóg sterker!..dau zijn
zoni-n; hij hield l»:t xware w«rk voor zich en het
veld scheen hem te kennon en hiing voor hem
to zijn. Maar op zekeran dag, dat is twee maan
den geleden, vM' hij en bleet' bij twee uren dwars.
over oen vore ligsfen, evenals oen 'gevelde
boomutam. Den anderen dag g-jng hij weer »«n h«t
werk. Maar eeu»klupa-weigcnlen K\jn armen hun
dienst, de grond gehoor/aamd» hum niet meer.
Zyn zonou schudden bedenkelijk het. hoofd, zyn
dochter 'wilde hem thuis houden. De oudo is
koppig en men geeft liern Jaquinet mede, opdat
hot kind om hulp zou roopeu, als grootvader
soms viel. ? ? , ?
Wat voer je daar uit, luilak", zout Jeivn-Louis
tot den knaap, die hem overal volgt. Toen ik
zoo oud was als jij verdiende ik myn kost".
Grootvader, ik móet op u passeu", antwoordt
het kind.
Die woorden doen den ouden man ontstellen.
Hij zegt niets meer. 's Avonds als hy thuis ge
komen b, gaat by liggen en hy staat niet weer
op. Den volgenden morgen komen cjjn ionen ,
en dochter, voordat zy naar bet vel3 ga»D, na
hun vader k(jken, dieu zy niet hoorden btwegei Zy
voudeji hem op het bed uitgestrekt, met de oogen
open eu uiot wen gezicht altof hy uadïcht. Zqn
huid is zoo hard «n leerachtig, d»t men niet eens
kou gisten wat hem schort. ... ^
_\VeI vader, is er wat aan de band?*'
Hu bromt ieU en schudt neen" roet het hoofd.
U gaat dus niet met om? Moeten wy zon*
der u we«(?a»n?"
Ja, hy wy'st dat ze zonder hem moeten ver
trekken. De oogst is begonnen, alle handen zyn
noodig. Als meu een ochtend verzuimde, zou er
misschien een onweer losbarsten en het koren
vernielen. Zelfs Jacquinet volgt zijn moeder en
ooms. Vader Lacour bly'ft alleen. Als de kinderen
's avonds terug komen, vinden zühem op dezelfde
plaats, nog alth'd liggend op zyn rug, de oogen
open, met hetzelfde peinzend gelaat.
Nu vader? la het niet wat beter?"
Neen, hot is uiet beter, bromt hij tn schudt het
hoofil. Wat zou men aan hem kunneu doen?
Cathcrine komt op een inval, wat wijn met krui
den voor hem te laten trokken. Maar het is te
sterk; het scheelt uiet veel of hy gaat er dood
van. Joseph zegt dat men ? den volueudeu dag
zal afwachten, en iedereen gaat naar Ded.
I)ea andercu dag, als meu naar het veld gaat,
blijven de zonen en do dochter een oogenblik
voor bet bed btann. Do oude i* ziuk, dut lijdt
geen twyfel. Zoo op zyu rug is hjj uog nooit
jly'von lix-'cn. Misschien zou het toch wel goed
zyn don dokter to laten komen. Het vervelende
is dat men daarom uuar KougemoDt moet gaau;
zei mijl heen en zes' myl terug, dat maakt twaalf.
Ken geheel e dag zou daarmede heengaan. De
oude, die do kiuderen hoort, wordt ernstig eu
schijnt boos te worden II y heeft geeu dokter
noodig. -Dat is veel te duur.
Wilt ge geen dokter?" vroeg Autoine. sDus
wit kufcuen a»u het werk gaan?"
Wolzcker kunnen zij ^aan werken. Wat zon
het hem baten uls za bleven? De grond heeft
meer hulp noodig dau hij. Als hy doodging, dan
ia dat eeu zmik tusschen hem eu Uiucn Lieven
Heer, torwyl iedereen er by zou lyden ab de wijn
verloren giug. En dria dagen verloopc-n, de kin
deren gaan eiken morgen naar het veld ;
JanLouia roert zich alleen wanneer hy dorst heeft
om uit zijn kruik te drinke». Ii«t gaat inet hem
als niet do oude paarden, dia vnn vermoeienis in
eeu hok neervallen en d: e men laat sterven. Hij
heeft zestig jaar gewei kf, hij kan nu WK! gaan,
daar hy toch tot niets meer in nut is daurmiutu
iu te nemen en den kinderen tot la*t te zijn
Itcdonkt mon zk'h om boomen die gespleten ziju
te. vellen? Ho kinderen zelf gevoelen gee:i groote
smart. De aarde beeft hen met die dingen
v«rz(iv\\(\. Zij zijn te dicht bij de aarde om bet baar
kwalijk te nemen dut zy dat oude weer opeischt.
Zij kijken 's morgeus en 'n avonds naar hera om,
me* r kunneu ze niet doen. Nu, ah vader er
boven op kwam, dan was hij van eeu kras gtjstel!
Als hij xtcrt't, dau is het oiudat hij dcu dosd in
zijn lijf heeft «n iedereen weet dat als men utn
dood in liet lyf heeft niets diwu wei? kan jaffeu,
het kruis evenmin als da medicijnen. Een koe,
dat is wat anders, men verzorgt die, want aU
men ze in het leven houdt heelt men minstens
vierhonderd franks gewonnen.
's Avonds vraagt. Jea:i-Louia met een blik aan
de kinderen hoe het met den .oogst gesteld is.
Wanneer hy' hen de schoven hoort teilen en boort
spreken over het mooie weer dat bet werk be
gunstigt, knipt hy met de oogen. Eeus was er
sprakevan deu dok er to gaau halen, maar heusch
bet was te ver: Jacquinet zoa te lang uitblijven
en de mannen kunnen uiet van huis gaan. De
oude laat alleen vragt-n of de veldwachter,
een oude kameraad van hem, eens bij hem kon
komen. Nikolaas is ouder dan hij, want. bij is
reeds vijf en zeventig geweest: maar hij is uog
recht als een populier, lly komt naast
JeauLouis zitten en schudt het hoofd. Jean-Loui?,
die sedert deu morgen niet meer spreken kar,
ziet hem roet zijn kleine Uuuwe oogen nn.
Nicolaas. die van «ard weinig spraakzusiu is, kykt
hem ook aan, want hy heeft, hetn niets te zegg.--n.
Zoo blyven do beide 'ontijen een uur bij elkander,
zonder een woord te spreken ; ze zijn blijdn
elkander te zien, zonder twyfel herinneren zij z'ich
vele dingen, laug gelfden. Denzelldcn avond
vonden 00 kinderen bij hè! thui-Kom-u van den
oogst, vader Lacour dood, op zijn rug liggend,
stitt' en met de oogen open.
Ja, de ouda man is gestorven, zonder een vin
to verroeren. Hij h<;eft zijn la.'itsten ad.>m uitge
blazen, eeu ailemtoclu; te meer iu het ruime veld.
Even als de dirtivii. dl* zich vc-rbereen en in bun
.
lot schikken, is hij de buren niet. lastig gevallen,
liij heet't zijn zu.'ihj » g*-heel alleen u t gedaan en
het mi; schicn b« ivnnl ,:at zyn kmdercu last
hebneu \an zijn lijk.
I.ie oude is d :od" zr-gt de oudste Antoiue,
to'wijl hij de anderen -oept.
Eu de rest, Josduh: Cal, rine, ja zelf» Jacquinet
De, oud* is
Liet verandert, beu ei t J^cquinet rekt
nieuwsgiori;! zyn bals uit, A- ilo.-h<cv iravlt hnai- zakdoek
uit. do zoons loop' u xond-r ie'» te e2<«n heen
eu wetir, met cv u In- 'iu^' ic-liuvt, verbleekt, onr
diinks bet gebruind i< inor^le zou. Hij ne^ft. het
lust dat al toch airtuïlang volgehouden; hy «M
uog kras, dn 6u<.ic ! En de kindc en troosten zich
op dio iredachte; /.e xijn iimsch <«p hun kmsse
i'amilie. 's Avciyls waakt inen rot tien uur bij h^t
Ijjk. dun gaat iedereen Magenen Jean Louis blijft
an iermaal alleen, m 't de o"gi-n open Zoodra de
schemering is gukouien, giiat Jo>eph naar
Cormiors om deu pa«t tor van het stüifgeval t« ver
wittigen. Inmiddels g «.a n Ai toiiio en Catherinc
toch s morgena naar het veld, daar «r nog scho
ven moeten ingehaald warden n zy laten het
lijk aan Jacquinet* hoede over.
Het kind verveelt zich by zijn grootvader, die
zich niet eeuu meer verroert' en nu en dau loopt
hij dt< dorpstraat, op, werpt met nteenen naar de
miisjchen eu kijkt naai een marskramer die bézi*
is doeken te kten zien aai) twee vrauwen uit de
buurt. Maar dun herinnert hy zich weer zijn
taak, hy loopt arhieliikv n»ar huis, vergewist zich
dut het lijk uog altyd roerloos is eu loopt weer
heen om twee honden met. elkander te zie.n
vechten. Divir hij de deur open laat, loopen de
k ppen uaar binnen, en wandelen bedaard om
her bed heen, terwijl zij in deu grond pikken.
Een bain gaat op zyu pootén sfain, rekt zijn
nek uit, tenvyl zyn vurig o»g rond wordt m
ZQII ongerustheid over dit lijk, waarvan hij zich
d'- aanwezigheid niét kan verklaren. Het is een
voorzichtig en schrandere haan, die weet dat de
oude niet gewoon is to blijven liggmi als de zon
is opgekouiun. Ten slottt» liet liy zijn schel crakr/vai
hooren; misschien bevrüpt hy alles «n bezingt
aldus den dool van den oude. terwijl de kippen
een voor n heen gaan, klokkend en iu aan
grond pikkend. . ?
De pastoor van Gorraiera laat weten dat hij
eerst tegen vier uur kun komen. Van 'a mor
gens af hoort tn«u den wagenmaker hout zagen
«u npy'cera inslaan. . Zy die het nieuws nog niet
hoorden, zeggen -kijk, Jean- Louis is dood/' want
du menseden van Courteille weten wat dat zagan en
spijkers inslaan bul erkent Antoitie en Catherine
zyu thuis gekomen, de oogst is afgeloopen, ze
kunnen niet zeggen dat zy niet iu hun schik
zijn, want in. jaren zagen ze niet zulk mooi koren.
Hot geheele gezin wacht op den pastoor en om
den tijd. te korten hoideu.zich allen bezig.
Catherine zet den soeppot op het vuur, Joseph
pompt water. Men zendt Jacquinet naar het
kerkhof om te zien of de kuil gegraven is. Eerst
te vijf uur komt de pastoor eindelijk in een wa
gentje, met een jongen die ham tot koster dient.
de deur van de Laoöora houdt h]) stil, haalt
m «tooi en een kó'orhemd uit" een «tuk papier
en kleedt zich, «eggend:
.Haast Q, ik moet te zeven nar weer thuis zyn.*
loon naast ziob niemand. Men is verplicht d*
beide buren te gaan halen, die bereid «y'n de
baar te dragen. Sedert vy'ftig jaren doen dezelf Je
baar en hetzelfde zwarte laken dienst, opgegeten
door de wormen, versleten eu verkleurd. Bét zijn
de kindereu die den oude in de kilt leggen die
de wagenmaker heeft gebracht, een ware kist om
brood in te kneden, zoo dik zijn de plauken.
AU men op het punt staat te vertrekken, komt
Jaqninet aanloopen en schreeuwt dat de kuil nog
niet geheel U gegraven, maar dat men toch wel
komen kon.
Nu gaat de pastoor voorop, hardop latUn lezend
uit een boek. De kleine koster volgt hem met
een oud koperen wywaterbak iu de hand, waarin
een wykwast ii gedoopt. Eerst wanneer men
midden ia bet dorp is gekomen komt een ander
kind te voorschijn uit de schuur waarin om de
veertien dagen de mis wordt gelezen en gaat den
stoet vóór, met een groot kruis aan de punt van
een stok. Don volgt het lyk op d e baar gedragen
door twee boereu en daarna de familie Alle be
wonen van het dorp voegen zicli gaandeweg by
den stoet; een staart van jpugeus, blootshoofds
rumoerig en ongeschoold, sluit dien.
Het kerkhof is aan het ander eind van
Courteillo. De boeren zetten dan ook tweemaal de
baar neer midden, op den weg: zij blazen een
oogenblik uit, spuwen in de handen, terwijl de
stoet stil houdt, dan vervolgt men zyn weg en
men hoort het stampen van de klompen op den
harden grond. Op het kerkhof gekomen blijkt
het dat de kuil inderdaad nog niet geheel gegra
ven is; do doodgraver is iu de diepte uog bezig
te werken; men ziet hera dan eens verdwijnen
en dan weer voor den dag komen, terwijl hy
scheppen aarde werpt.
Hoe vreedzaam is het kerkhof, gestoofd door
de felle zon! Het is omgeven door een heg,
waarin de nachtegalen hun nesten maken; braam
struiken zyu daar opgeschoten eu de jongens ko
men daar m September bramen eten. Het it
als het ware een tuin, midden in het veld, waar
alles op goed geluk groeit. Groote bessenboomen
op den achtergrond, in den hoek een pereboom
zoo groot als een rik, in htt midden een
lindenlaan die heerlijk lommer geeft, waaronder de
oudjes in den zomer hun pijp komen rooken. Op
dit onbebouwd terrein staan hooge grasten,
fiksche distels, bloeiende perken waarop zwermen
witte vlinders komen neerstrijken. De zon brandt,
de sprinkhanen doen hun kuettercud geluid hoo
ren, goudt-n torren gonzen iu de bil te. Het is
een stilte die vau leven trilt; men hoort de laatste
vreugde der dooden, en do vette grond zwelgt in
bet bioed der kkprozen.
De doodkist is uoast den kuil gezet, tcrwj)l de
doodgraver voortgaat m*-t graven. De jongen dia
het kruis droeg steekt dat m den grond aan het
voeteneinde vau het lijk en de pastoor, die -aan
het hoofdeinde staat, gaat voort laty'u uit zyn
boek te lézen. De aanw z'tgen stellen vooral
beIrtug in den arbeid van den doodgraver; zij om
ringen du kuil eu volgen deo schop met de oogen
En als ze zich onikearen, blijkt het dat de pastoor
u-et de twen jongens is heengegaan; de 1'amiUi
alli'nu bleef wachten.
Eindelijk is het graf gegraven.
U e t is nu diep genoeg", roept een der boeren
die het lijk droegen. En iedereen helpt om de
kist te la'en zakken. Nu, vader Lacour zal het
in dit gat goed hebben. Hij kent de aarde en de
aai de kent hem. Zy zullen .samen goed huishou
den. Het is reeds me*r dan vijftig jaar geleden
dat zy hem dit rendez-vous" gaf, op den dag
toen hy voor het eerst zyn spade hanteerde. Hun
liefde moest zoo eindigen; do aarde naoest hem
tut zich nemen en in haar schoot bergen. -En
welk eeu diepe rust zal hij daar vinden! Hy zal
alleen den lichten tred der vogelen op hét gras
hooren. Niemand zal over hem heen loopen; hy
zal jaren in zyn hoek blijven zonder dat men
hem komt storen, wnut er sterven geen twee
racuschen in een jaar te Courteille en de jongen
kunnen oud worden en op hun beurt sterven,
zonder dat de ouders behoeven te worden ge
stoord, Het is een vreedzame dood, eeu zonnige
dood. eeu shinp zonder einde op het kalme veld.
Do kinderen treden n.i ierbij. Catherine, Joseph,
Antoine nemen een schop aarde en werpen die
over de kist. Jacquiuef, die klaprozen heeft ge
plukt, werpt die T l y'. Dnarca gaat ieder naar
buis, het vee keert terug van het veld, de zon
gaat onder en bet dorp slaapt in den warmen
ouieruacbt in.
De Heer H. G. Bom _zal Maandag 12 Jun i en
volgende dagen in de NYiinmiewtnuit 33, een
driehonderdtal schilderijen verkpopen, Loikert,
te Gempt, Koekkoek'^, Huik, Ules, Bosboom, S,
r.nger, Pleg^ier, Schflfhout enz.?? Voorts
teukeumueu, .pivnten, pl.-a,twerken, Atlas vau Amster
dam, portretten, Utliotjiaphica enz.
De Onderlinge Au»terd;im3cho Scherm cursus"
heeft tbgc-u .15 Juni «.-n volgendo d.igen een
internationale schermwedatryd georganiseerd, die.
iu het Paleis van Voiksvlyt zal gehouden worden.
De pleelitUe ontvangst der mededingende ver»
eenigingen heeft Doiidenlag 15 Jüui te 4 ure.in
bet lokaal P Jan ei na plaat a. ;
Het bestuur van de Avondschool voer volwas
senen, door de Auisterdamsche nl deeling der
Vereaniging voor F>brit<Ks- eu
Uamiwi-rksnyverheid opgericht, heeft over den cursuslödl?1882
een zeur bevredigend verslag uit te brengen.
liet aantal iusclirijviu>»e.ii, 342. was lioogèrdon
ooit te voren; de percentage van wegblüvers uU
gew.oonlyk, zoodat et-n aanziei.liik aantal tot hut
einde den cursus genoten, liet . antal vrouwen
was zeer giopt, eeno onder deze was 51 jaar «n
kwam trouw iederen .avond. Ook het oautul
werkbD, uit de bibliotheek ter li-ziug Revinagd,
nam toe. Des te erger was het dat c<*uige dona
teurs ophielden en het subsidie vnn de stad over
eenkomstig de bepaliuRea der wét ,o;i het l^ger
Onderwijs mettertijd vervallen zal; wie dus f ,
voor een >eer goud doel wil b>'Steden, zeude ie
aan het bestuur; President 'n Dr. liarnonw,
penningmeester de heer C. Perk, secretaris Mr.
0. Bakker, lid de heei' A. C, Jousteu.
Da HIL Frederik Muller £ Co. zullen de kost
bare bibliotheken van wy'lwn Prof. C. J. Mut t hes
en van den Oad-hoogleernar Dr. F. J. Stamkart
niet in veiling brengen, maar volueus catalogus
te koop sMleu. "et staudaiirdwoi-lc Archw der
Mathemntik und l'hysik van Gninert eu Hoppe
Sciences, 1G6G?17d() voor 300 gulden; maar ook
vele kleinere werk.jtw. als J. yun Loghem, Theorie
der Transversalen v*n f2.50 voor l' i.?.
Het Comitévan Uitvoering der .Willem
Barentz"-Vereeniging heeft aan dn leden en dona
teurs doen uitreiken een belangryken bundel ver
slapen, omtrent den vierden tucht van bet schip
naar de IJszee in den zomer van 1881. Uet boek
.is 148 bladzijden groot en zeer boeiend gesWId.
een-beknopt overzicht slechts te geven van den
inbond valt geheel buiten de ons beschikbare
ruimte; een aantal platen naar ithotourapliieu ea
drie kaarten illustreeren den tekst. Het lidmaat»1
?!
'J
. . in den be*
zich reeda wei-1' *", |
versoud ge-'
een of nwr
C del vtnasselde
.r artilcelen niet
is ten voordeele
worden
uitgegej bi-bbeo dit
UOTKaapwbe
vri-nirgerstalrbkge*
er 1881?tegea
op bet gezonde
[tnaak het licbt
H de vrucht zoa
«n deuken. Dit
JJ het lesend
pu. fat te koopen, dat
. -is ter pene werd
<Aemberg even
be«uitendien Bal de
, 'f^ldaau laten. ZQ
; "jor en snedige
niet kernacntig,
daar met Kanjw»-..'
lie er iets schik, '
L en dan ITdeVj
?ohrjjvers her- ."?
l raakeis dat bet
Bieb, dat de kerk.
ifje dorp en leven
KOns dorp. Dat ':
ijlt verbaal loopt, L
:yo di»putem>nde f
./, valt uiet te \
?'fp Burgers, waar \
\ breed.pr(»kig. [
truft. In zyn {
in zyntepke- >
tenatel(jk rijn ij
,) ouderling-, .
^ne.; terwyl »0.
?r talent is. t.
gedachte gebod
.t onn to bic/len,
a aan te
veran5i kende en fris*
?vekking om
ve:oopen is er uiet
t met een dur
hall' vfcrslotet.
dragen* hoed,
;nken o&u eeue
die alt^Jivjl
lit nllea gepaala
? . ,tyd in de bana
: *at een hand doek
^n kotter. l
e:. . op het, gehcele
V werelS of ' "
? 'm ko.ter. '
?I ? >ltijd de koster
'. Ily leidt den
leidt hem de
^?>ze namen het
n hfl ook pUiatit
eeu wonder dat
ooit van
bfge.rt de cëdai-Hte
'.ezer dagcu »al
in." Liieu
perok eerlang zal
? gÜoverlede/^
»ds holldood 'rt*
. jen koster zied,
' 'in dat hg komt
?Hebt gij al ooit
, intact weet
aj gaat immers
: wis andercu, en
\ ??: niet toevallig:
. do kranke heui
"* En toch, er
,'? lykbeid in den
, -^..51*1 ,
aet komt, maurf^,
l door iets ge-V
| vooral als dit 'j
il wat
g«fhcimieu ivgeut van
ip de grenzen
Zoo komt het.
j «k krijgt; want
J «oor aJloa
veriJfM weerwil van
rsoon.
lo zeer de m ai.
Dan eu daaj
:': n gtihoorznmen
.' -. <en, eori ieder
J soowel als kindr
jl ?] Zif ^r een t'e
. .'.'; ontwaakt hij,
,'iht hu, beu-au1
,jll's da mo«i!eis
poneer hè; kini
* koster we
. Eer ku
in den kosTtit-,
naar de kerk,
i EJjn, wia
be. voorkomt dat
.fttte dre. (juik)
r aar t e verj-wf»
't» zorgt dat de
allo pleclitijr
' in wanotd.*
perioon dnu
iijj een voor- '
ligliuid «n
iCéordcu laten
"" doch'wilt
d*U of:
vool,
;er onvero
Historischwykvae
van Reesi
18S2
boekdeel*
den groot).
sn maidka*
heb ik br
rolle
ichryfde of toe*
eninderciaaÏK j
,-chts voor
verklaren ?
tjir
Beetboven','4.aau het,