Historisch Archief 1877-1940
"t
f
i
f:
DE AMSTERDAMMER, W.E EKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 265
K-pens de intniiilingen ter Int riixlionale k
>!oni«le Uiitoonstelling melden du dugbi.uleu hut
ei,-ii uu ander, dat hoop geeiV op slagen.
Kngi'lacutt, framclie, sjmsiischo
regeerinff*peraonen bevorderen de iuiöiidnigcu hunner uyveren.
lluitaohlaui, 100 woidt ber.i'lit, staat uan het
hoofd wat bet getal anuvui^en voor de klussen:
werktiiiykimde, inuubele-s nnizink en
vordingsmidd>-leu botruft. Celgiache inzenUers zoudon reeds
l^.i'UO mettr* b<-8piüken hfbbm.
Mot vcnoAgon zal men <)at a-es vernemen.
Do lioofdvraa.4 echter U, hod staat Ne Ierland iu
ve.houding tot de overigo mogendheden? liet
zou zoo to bejammeren zun> ftl* ^Üop »ua eigen
terrein totaal verslagen werden. Do schadn zou
groot kunnen wezen.
Zgu er ook blijken d*r de Nedorlandsche
rrgee1, ring aan de eer der nedeiliuid-ohe uy verheid in
dexe zich iets gelegou laat liggen?
UIT DE HOFSTAD.
No. 103.
De Icgra/ettis van Iu tenant Borci.
?? Voor miju open mam gezeten 't ia 9 uur on
vuurwerk te-Scueveniugva zie ik iu do verte
«en vuurpijl opgaan. Welk een treurige herin
nering moet zulks bij oua nllen opwekken. Op
den on dezer toch xat( een' schipper ook eer
vuurpijl, a*t by zuelieilen bekende Doodsigunn!
ointdlaten door d» rampzalige bamauniug van
dt Adtler. Do kerel zag hut en bood geon hulp
of maakte onmiddelijk rapport!
Laten we over 7.00 ieiuanit zwij?pn; hij ver
dient geen druppel inkt. Er zijn inen-chelyke
adders, die 't dood trappen niet waard z(|n.
EU het ter aai-di) bestellen van het ttotTelyk
overschot van den zrcolïicier Uorel, kwam on
willekeurig de gedachte by my op: liet bloei
van hem en de G'2 andere sUchti ffor» vau het
vreesselyk drama, spat iu het aangezicht der nat ie
en wy mogen vegen, wasschen en boenen, de
vlekken, door dat bloed veroorzaakt, zijn on
uitwischbaar zoolang als.onze herinnering itrekf,
aooUng onze geschiedenis spreekt. Slachtoü'ers zijn
het! nicii moge zooveel commi^iou van onderzoek
naar de oorzaak van de i:»mp benoemen als mcuwil,
men moge zooveel vei'schoonbaars voorwcmien als
uien kan, het blijft echter ecu feit dat deze 3
landsdicuaren niet uit vryen wil zee kozen, dat zij niet
voor hun genoegen van IJ muiden naar llellevoet
sluis gingen, maar ala afhankelijke mannen gecom
mandeerd werden om deze zeereis te maken. En nu
is de Adder niet gestrand, niet lek ficstooten
niet overzéild, neen zu is gezonken, omdat lut
schip niet zeewaardig w»s. Al moge nu ook be
weerd worden dat dergelijke schepen, en ook dat
schip reeds meer dan eenmaal zulk ceno reis ge
maakt hebben, het kan hen, die wisten of kunden
weten dat de monitors tiiet gebouwd zijn om de
volle zee te kiezen, niet vrijpleiten van de schuld,
die on hen drukt 63 jonge en ervaren wannen
te hebben gewaagd aan een ouzekerru tocht.
Laat het een les zyn, onvergeet baar voor hen,
die de macht er toe hebben, om in het vervolg
het leveu van onze zi nen en broeders niet roe
keloos op 't spel te zetten.
Welk een naamloos leed werd er door d»ze
ramp niet besohoren'over de hoofJen van familie
betrekkingen en vrierden van do verongelukten!
Wat atond die ongelukkige vader vau den
veelbelovenden liorel, als d^or smart verstomd, we
zenloos van onuitsprekelijk zielvulued te staren
op de baar, die bet stoffelijk overschot van zijn
lieveling bevatte, en 'wn die het atih«chou«deu,
?wij leden met hem, deelden zijne smart en werden
tot tranen toe bewogen over zooveel blijken van
liefde en vriendschap, die uit den bloemenschat
spraken, waarouder de kist begraven werd.
En om ona heen, was 't anders gesteld en
't strekt 't volk tot Bcbaiide, Jat het iu
uog>mblikken, waarop ene plechtig» stilte te
virwuchten zou zijn, xich ouder, het voorwendsel vau
belangstelling durft gedragen zooala htt d«ed.
Welk uut toch, ik vraag het allsn a'', die op
t kurkhof tegenwoordig -waren, heeft do tegen
woordigheid van den huL-'fücominissaris van politie
als zijne maatregelen zoo slt-clit genomen worden,
dat l niet mogelijk was om tchaiidelyke tooneelen
te voorkomen. 5'.et enkel dat het. volk dermate
om 't g i', i i' geii'Ongeu was, dat officiereu iu
unifuim, die l>üden stuet behoordrn, de groeve iiiet
kuilden bereiken, maar de oneerbiedige menigte,
waarouder een groot aantal airautji>ngeui, ontzag
zie!) uiet om veciitauJo eene godtiu plaats te
ver01 eren en op de impeiïaala vutt de volgkoetsen
te klimmen.
Neen, mijnheer van Schermbeek, gühebt u
alweer vr\j onhandig vau,.uwe taak, die echter
Uwe tuak niet ia, gekwofeii. ? Een commissaris
yuu liohtie, die bewijst zoo weinig pouvpii' over
'tvoik te hebben su m geb^vke wa* omiich door
-eeu ? vohloüud aantal iigeirttn , te laten bijatnin,
deed beter om stil on zijn bureau te blijven en
m-t het ordo houden by zulk eene
menselieuope'iihoopii;g liever eeu ferm inspecteur van politie
te belasten.
Nog schandelijker was de hun-y aan 't station
vau du llollandache SpoorwegiuaatachAppij. liet
duurde d*il ook geruimcii tij t eer de
begrafenisstoet zijn droeven tocht nuar do laatste ruatplaata
kon uaiiVuiiguu. Spoorvigelantes, ti-amwug-'n-,
h^ndookarmu en kalkwagcus schenen om strijd
deu. doortocht te willen beletten eu de
slippen. Oragei-a-zeeofdcierên in uniform, koude'n met
1 moüitu nabij de lijktoet' btyven,
't Was in een woord M& jeba&deiyk tooneel
. van wanorde eu oneerbiedighuid. De politie ver
mag daartegen niets, als zühare maatregelen
. uiet te vnreu neemt on met overleg eu doorzicht
handelt
Op 't kerkhof lag de groote fout daarin, dat
tiet publiek'eerat slechts b(j troepjes de toegang
werd verschaft, terwijl by 't aankomen van den
stoet, honderden tegelijk binnenstroomden en uit
nieuwsgierigheid ooi de groeve te zien een
achandulyk gedi-ag veroorzaakten. Had men d* hekken
steeds opengehouden, dan waren de tooneelen V4ii
verwarring zeker voorkom h. Hoge da
hoofdcom. midsaiij van politie uit d«?ïe waaiauhynlykheidpanij
i rekken voor de toekomst en doordrongen wor
den van het voldoeud bewezen feit. dat al was
zyn oranjesiienstliüt nog 'drieinaal breeder, dit
enkel geen baudelooza mënijfte in toom houdt,
als de drager van dut lint goen ontzag weet in
'te boetcmm ol eerbiod afdwüigt door de waar
digheid zyner handeliageu.
'nllage,. J, A. de Bèrgh.
20 Juli 1082.
UIT DE BISSCHOPSTAD.
We zjin in de volle kermia, 't is van daag de
uitga»n»dag van de chique lui. Maandag de
hoveuieis, Zaterdag de meiden en knechts, Donderdag
de fijne familie.». De kermis is zoo besmettelyk
Jat zy ieder aanpakt Birounen en baronessen,
joukheeren en jonkvroawen, ly' waren van avond
uit als lUandag d« groenvrouwen en de
groenboeren. Een bepaald onderscheid aan te wijzen
tnas'-hen Maandag en Donder.log, tuischen Don
dei d -g eu Zaterdag is niet mogelyk. 't II altijd
hol z -li Je, omdat ziob otider de hoveniers ook jonk
heeren, en onder de jonkheeren ook boeren
mengen, t Is voortdurend een geschreeuw, een
een gebrul om hooren en zien te
verlezen, waut bn alles beeft bet volk den boventoon,
011 hut vulk heeft geen pleiiier ali hot geen l*wwu
maakt. Ons volk heeft geen pleizior als het niet
mag zingen. Zinjren ia een zeer slawht voord
vuor )ietge»u no« vont
norm t h«t zoo. Uet kermiagezang is altot
beh>lv« wat welluidr, maar en dat is
ojmerkehet kormiageung heeft -ieder jaar iet*
Vuiwdeu jaar had ieder e«n oude taote
dio met kranten liep. Er schijnt ouder die oude
tiintes eeu gioote tterfte plaats geliad te hebl>cu;
een heel enkile heeft uu nog maar xoo'u tante.
D.t jn;ir «vertelt iedereen dat hy een wandeling
g'iiit doen, al in het jeugdig groen met een mvUje
vau fatsuen. Dat jeugdig groeu sc'uyut alleen
tp liet Yreebiu'g te bo taan, waar uu-u meorla.it
hevi'c vau Hof en iiofTorgeur ditu vuu juug >ig
groen. Ook tio nuü^jea van fatsoen zien er, wat
latsocn buiivft, h. el apokrief uit, on all ik eea
wanuehug iu het j»iigüig groen moest guau doen
uu ik tiiiiur liever coii iueisj« hebtien zonder
fatabeu, dan een die haar fatsoen zoo luid den
volke verkondigt.
Natuurlijk ia op de kcrm!s van alles te zien en
belialve ii» kennin hebben wy nog de tentoon*
btolling van nijvorhoid. Dio tentoonstelling U klein
maar lijn. Art, l van het programma zi'j(t dat
alleen t-.ntoonpe-trld zullen worden voorwerpen
van nijverheid uitsluitend in de provincie Utrecht
vervaardigd. Ik heb nu wel gezien dat eene spe
ciale Utrecht-cbtt nijverheid met b.-staat. \an
Uirechtsche iheórniuljcs mng men b.ijveu spreken,
maar uiet van Ulrei-lrsche i.y'verhuid. Het maken
VHU thec'rsiuljos schijnt ni-'t tut de uijvei-lie.d te
behoomt, uithing er ia op de eutoonatelling geen
theeiaudje to bekennen. Trouwen* wij mi-Beu op
di« tentoonstelling zeer veel dat wij er verwacht
hadden, on wij vonden er Kaken tentoongesteld
die aan alle* bohitlve aan nijverheid doen deuken.
l'oatiegolrnozalk ia zek-r ten zeer vreemde nij
verheid; en iu welk opzicht geweren met
nijvurhtiiti iu verb. n l rtaan is my ook niet iluuielyk.
uier ia vertegcnwuoiiliffd duor 8 halve il-sebjes;
sigaren door cv n iuzeuauijr; boeken vu dat in
eeu aciidemiest ><1 z.ig ik er totaal zeven, die
aU proeven uvu uitgave zijn inge/.ondeu. Utrecht
heelt zulke voorti-i H'elyku dru'Kkeijjcu, men ziet
er niets vnn op die tentoonstelling dun de uit
gave .het Nieuws.
E«n Utree itsoho uitgever wions ui'gaven her
haaldelijk gero md v,'i-rdon door letterkundige
tijdïcliiil'ten sch.iut vuu do tunroonatelliug ver
dwaald te zyn naar den Ii.terijli0fk,d:o ook al in
hetzelfde gt-bouw wordt gehouden. Ouder dn
tentoongestelde, boekeu zag ik een boe'; getiteld
een Onberaden btnp en ik moest erkennen dat
het eeu onberaden stap wns om zulk ee.i boek
ala Proeve van uitgave ten toon te stellen.
Ik klaag over h< tgeeu er niet is, maar dan zou
ik het moeit moeten k!a^en over het gebrek aan
menscheu. IJy van Koppen verdringt men zich
iu e»n onmogelijk warm vertrek, o:n onmogelijl;
Jeelijküir.iuiek te genieten ouder het genot van een
glas latiw en duur b:er. Op do tenloouatelling »g
ik in er oppassen dau nu-uscheu. En al nvst er
veel, er u tocli zo weel mooU on nuttigs en
fraai* to Ifijif. En volgende waek <leel ik eeuL'o
hjjxo: dcrh-fiU-b mede, maar nu iejds wil ikied'-r
aaniadeu de tentooiis'ellhig t n gaan zinu 't Ia
j*ecn wereldtentoonstelling, zelfs geen nationale
tentoon-telling: maar op velerlei gebied is er veel
fraais. Een wat mij vooral trof w^ de fraaie etalage
m schikking. Tentoonstelling, vau Nijverheid ia
teen titel om meii^htju te tre-Kken; dekermislui
verstaan dit beter. Pak de teuning! Z'tdna-riets
i echt kennis:ichtigs, iets nieuws, iets
nautntkkeiijks, w.iursrliijnlijk omiiU iiicm ind h-'t begrypt-.
JLn die leuuiiiKpakkerij hoeft zjo'u suco^ dat, ik
my' heden verbausd« hoe ied r zich beijverde om
dia leuuiucr te pakken. De directeurs v:»n de
leuuingpalikerijeu zagen er allen zao opgeruimd
uit, dat HH-II het hen kon aanzien, dat zj tevre
den waren dat zij het Utivchtsche publiek zoo
inpakten. Trouwens een kermis brengt m«dei
dat ieder er tevreden uirziet. leder scliy at slechts
voor zyn pleizier op de wert-ld te 2;in, -r- 'tisoi
er ge^-n ougu!nkkigon meer zijn. Alles doet men
voor zijn pleiz er of voor bet j'lt^iiinr van eeu
ander, llalub reken de toeren doet men met een
iipnuiirinig lachje; men guat ia het hok van een
l er u w met eeu glimlach; men zweint onder water;
mou kraipt d-or leuningen van stutlen, men doet
allerlei onmogelijke eu onnoniiije dingen, ollea
met het pleizierigite gezicht t»r wereld.
Vertooijei-s eu kijker*, geen van uilen hebben z >i gen,
schijnan zorgen te kennen of ooit gekend ie
hebben ... Scliijnen, ja! 't is alles schijn ,? 't ia alles
koortsige opwinding. Die glimlachen zyn wellicht
nog onnatuurlijker dau al de sprongen eu kun
sten. Achter dat tentje zit een moeder met eeu
ziek kind. Een woonplaats kan men bet niet
heéten, nl doen die planken eu dat zeil ook al
w»t zij vermogen om er een woonplaats van te
maken. D.ifc diep bedroefde gelaat van die moeder,
dat ziekelijke gezichtje van dat kind ziedaar
natuur, die zich tracht te verschuilen achter pen
vuil zeil. Een woeste horde komt nla razcndeu
aanrennen, onder het brullen van:
Kom laten wij ecni vroo'iüjijijk wezen,
Kom laten wij eens vruolyijijyk zijn.
Met ondenkbaar vele ij'a.
Als do kermiakoorts voorbij is daiïmoge die
moeder weer vro<>lijk zijn bij een'hersteid k'nd,
dau mogen ook dia zangers en zangeressen
vroolijke gezichten kunnen vertoonen. Dat zij zoo!
Jan de .bisschop.
Leeuwarden is vooruitgegaan, het is een or
gaan11 rijker. Wy' kunnen i;«; int iu dien zin nog
wat tn««r georgnn'seerd woid-n, wniit voor hut
bv-prekon -van 'gemeentezaken h<liheu wc reen
enkel blad. De Lwutviirder (Jounittt, uus dagblad,
houdt zich tloohts met n:eunsb«ricbten
«naJverliea op; dtfl»at>tüu kriigi xeu:t. geheel Friesland
in ruime inate toegezonden, want niemand iu de
provincie wordt geb.>reu, trouwt, sterft, verkoopt
of verhuurt ieia, of htjr. moot oeniga malen iu de
Lecitwtinler te lezen staan. Do enkele weekbla
den die Itier vcrs-jliijneii worden zeker ui-t door
overvloed van advertentiea gedrongen de b«>pre
king der gemeentcbu'iingen to laten ruitun;
een enkele maal ook wordt wel eens eeu gemeente
raadszitting er in besproken, ninar het is eeu
zeldzaamheid. Of nu dit r.ieuwi Idad 0/i<
}f»nrden anderi zal handelen? J'e drio thans
vcr^clienen uumm-irs wnkken in dit. opzicht n et, -veel
iwachlingnp. Uni hoorden wil ^yn
eennNieuwseu advertentieblad voor ('« Nourd'lijke
piMviui's en orgaan van den Frieschen Kutholicken
bond". Wint onze gfiueent^ niet. door h«t blad,
wie wret hoc de kat.liolieke partij t-r dcor- 't-.t
oatiecualuiting gebracht, wordt. J Iet jrn-i t ile belij
der» vaji dien goda.fter.st in onze «tod toch inden
laatiten tijd bij^')Dd-r coetl. Ken kerk ia elanic-.
rgk vergroot, de andero wordt dour een groote
nieuwe vervangen; een monumentaal arm- «n
weeshuis il pas geopend, tot. d« oprichting vau
een roomsehe jong/JiiaRcbool i<beslote«, de i'ooulsclie
meiajeasohool i« «enigen t d geleden belangrijk,
uitgebreid en nu. terwijl de andere bladen bun
bureau op weinig bezochte nloati-on hebben; prijkt,
malden in de stad, op de Vlee-olnurtrk', een groot
bord met: De Nieuwe Drukk«ry, Ijureau van
Ons Noorden dat ly kt iets.
Do eerste nummers van het blad versch|jn*n
iufat iu de kermis, een tyd waarin de
Leetiwarlen het vrij zeldzame genot, hebben van tiet
xjoneel te kunnen genieten;'maar Ons NonrdM
vil daarvan niet weren, en spreekt, by
geleyenleid-van do vermelding van een
schouwburg3 rand, over: de onschuld en zeden verwoestende
uit»p>ittingen .van het veelal zedeloos slechte
tooneel." Miaachien vibdt men het niet geheel over-'
eenkoraatig de tradities dat het bind na een
schouwhurgbrand niot ala een straf Goch
be?chouwt, manr vooratelt om nde tallooze wetten
lis, in onze'dagen-uitgevaardigd, heéten bestem:!
;e zyn tot'heil van het menachdom, met n te
vermeerderen, waardoor rameen als de hier
beSULJKSSW S593SSC (Dt3{ni^& worflea voorKomen."
Doen coniequent is deze nieuwe «ourant toch,
want terwijl het juist n» gemakkelijk zou zijn
een reeks van kermisvermakelykhodett te krijgen,
wordt bericht: .Behalve van concerten en muziek
uitvoeringen worden in deze courant geene
advortentiéu of verslagen opgenomen van publieke
vermakelijkheden." Zulk een, iu strijd wet
geldely'ke belangen volgehouden begüu«lvastheia is
helaas niet ulgemeeu!
Ous gemseuti-btstuur h inachikkoly'ker voor het
tooueel. \'au Zuyleu hoeft de mooislo plaats die
te viüdeu ia, juut voor het paltr.a de* Kouiugs
thans de wouuig van Z. Jl.'s CommUüaria, en
opdat het geraas der lytuigeu by de
voorstelItugfU uiet zju liindereu, \t de «traat rondom
de tent met ecu dikke laag. and boJukf, Jammer
dut hot uu juist, vAcautio voor (Ie eclioleu itt, uiiJeis
zoui^ft «jiker de udürwyzeressen vuu de iu de
ouuilMtyltke naby'hfeid gulegen meisjesschool, wel
zoozser do btilte roemen on het bevryd zyu
.vau hut huteluke geratel, dut het gemeentebe
stuur besloot het zimd er altyd te Utttu liggen,
of een klein en:dje houtbeatratiug tea gerieve
vuu het oudtrwya te scheukt.'u.
Grout aoudon du kosten daarvoor niet zyu eu
het opbreken vau de straat zou kunueu
a.oneuvallen uiet hoc vorwy'deuderga>biuzeu dat
tegeuwoordiüop roesv «.:au ceno plaats auu do orde
is. Wiuit ouüe genu'futclijkög:wt'abriek bloeit,
dooi' do ateods vormuerdorde cunaumiie vau haar
product; maar 't uchyut dut .Burgemeester eu
\Vetliuuiici-a het maar hall goedkemen dat uit
zoo zoiiiier huimo directe b .mociing geschiedt.
Want vurledeu jnarkwameuzy, maar te vergeefs,
met h«t voorstel voor oen, geheel onnoydige,
eu uu oulanga wilden ?.y°dat iu do
^uiimatiie voor Ue labntk buu collega iu
vun door n lid, ala voorzitter, duortweu
leden vertegenwoordig J -/Mu z\ju. JMuitr de li^ad
vond duzcn nooit eldi-r<i vertoonden m.mtruxel zoo
d waan, dut het voorstel uiet 15 tegen 'jstemmeu
verworj-eu werd. . 011 \V. nullen nu dau toch
wel overtuigd zijn dat zij niet. btner Uuuueu doen,
dau <lo gajcouimiasa) op liair gewone wya t
laten vuoriwerken ea de gemeente rustig do
voordellen van da fabriek te luteu genieten.
On.Ier du voordüoUu dio Le^uwaiden vau de
dnnikwet geniet, bohouit dat we nu
hatddrav «u ij u n zonder jen--va' bobben. Miiandug j 1.
weid dat voor Lüt ei-rst goed gewaardeerd.
Op de weide n.iast de liardaraverabaiiu waren
een viertal tentjea eu tnleltjea met kuur vuu
diank; melk, bier, sptiitwaier enz., muar
zouder jenever en bi-audetvy'u, zoodut ook de
jollge.ua ontbraken die mul ecu ileseh en een
uiiuvi<ju roudloü[ end de liiugsdo baaugüschaaïdo
buerrii op duu sciioudtJ!' tikten uiet eeu: eeu
borreltje baa-;? liorrel'ijua weiden dus uiet
verkocht, maar toch Wel hier eu daar
geachimken, want enkele boeren h,tddea eeu Um ilcijhje
klurtó' of bf.-jjüii" nirêvuu nuis guiiomeii on
ni.iaktKii het de goed veivtigüiiwooniigde jjolitia
in^eielyk om h«t vei'guude van het u.ct ver
gunde te onderscheiden. Maar het uut vuu do
draiikwet blijkt duidelijk zoowel daar uls in
do (?oll'üiti' ski-aiutii], waar uu geeu al'i;<kkertje.i
? tökfy'^en xiju; 't. ia er op ouze kermis
miud«r vrcolijk eu druk om.
L1T GRONINGEN.
Het verontrelukkon vnn de Adder heeft in onze
ffemeentüeen zeer drotviyen indiuk trwoeg
gebrachtr omdat zich ouder ite. vei-iuoedelijk
\-crclronkcnen ook een aehteinwnardig eu veelbelo
vend stadgenoot bc vindt de heer A. LoAcrs,
ofriu. vau goi. 2u klasse.
Natuiiriyk wordt or thans veel over de
waarsclüjnlijko novzatik van da ramp gesnrokrii.
Vergun Myuheer de Hedacteur! ook uweu
.correspondent daarover eou woordje, dat emige.
aandacht waardig is, omdat hy, 5 n 6 jaren ge
leden, met genoemd vaartuig de Aaiter, een
rei-je op de, soord Zee heel'c meegemaakt.
Wy' b-vonden ons mat pracliiig zoe-weêr voor
de ree vaÉTrssel, ea licluten het anker, om van
on» reisje" verder huiswaarts te kcere'u, zynde
Kiuuwediup! Op daC bel.ichelyk kleine toclitje
kwam crn gifiiuge storm opzetten. Doch hoe
klein ouk de reii en boa gering ook do storm
do Adder was er ellendig aan toe!
Vau koersZ'-tton \vtis geen spraak! Uoeronboeg
waren by Mwusoiing vóór. AVtinhopigo middelen
warden aauuoxvetid om ter bestemder plaats te
komen ? wat ten laatste zoudor belangrijke
schade g^schiodde.
Onderwijl lmi> ik toen nauwkeurig waargeno
men, hoe de bümnnning zich had moeten redden,
indien de Addt-r liet er minder goed had
al'gebnicht. Het bleek mij toe», dat van redding,
zonder Indp van tindwn, gei'üppraak kou zy».
Dij e^n vaartuig aU du Adder n het grootsto
d<*ol van de bemanning gewoonlijk ondci-dek.
Men weet, dat bn eeu uion tor alle beweging
tusschen dek ge-cliiedt. Zelfs de stuuratoel be
vindt zich beneden : hoewel er ook een nood
hulp Etuuratoet aan dele ij. Ho mur.scuap be
vindt zich dan grooreiideela in eu rond den toren.
U in ich vau ihiar naar d;;k te begeven, zijn
sleclils twee geringe opRUingeii bratt-md.
Uewooiiüjk 'vooral in de vnart ia er maar
n open. Bij gowouo verrichtingen a»n boord,
ontstiiat er dan uok niecsitijda, »i aniiöar de
niuuRüliiip- yi'ni <>1 naar dek most, groote veia'oppin?,
omdat n man, hoogatena tivAa, tegelijk door
do opening kunnen. Ala wij im nog weten, dat
di.i opitiiini( moet bertikt worden, met een
vyfsport ij/.M-en tmpjn van rondatanrijxer, don ia
het, dunkt me, duidelijk, dat bij paniek aan
doorkomen gcefi denken is.
"Wnt nu verder de redding aan boord betreft,
dat het nncltltoïk zwmngorile s il raagt, zoo als
het Vailerliinif b'ewe.rd liecl>, i* my
uooitgeblok>ui on yimit ook' iiiüeril u>d nimiuor plaats.
Mi.i'ehien is 't w«-l vuorgeschruvcn, doch in
werkriijki.eii lic') ik het nimmer zien tuuna-son.
Wrl U het mij bek-iii-l, d*t A:t zwüigordelszich
ook onder, in do t. reu bevinden eu ila.ir scoo
uanltpurik' zi;n i;èl)i<ra^n, tu-ec'ieii i!e $/, ren
i amen Viin den to.eu,.'tat uien ten y;ueile 15 min u-,
t PU noDiliif lien t, urn e.- n^n n;t to trekken. In
mijn .tijd "(i'< b.-do«!"d«. tijil toen ik nog aan do
Mniine Vörboridt.'n w;*s» «-Are» «lio awniüjordels
zoo gomt in urdi», rlut. eon otutroiH die dtarvau
eeiH gebruik m.takto OHI z\vemtuou te lecren,
iAimneilijk vunl'-iiijlc,
Vfl^etl* Sommi^o berichten »ehijijt het volk
te- kooi g«*reest ie zijn, te o n-iltt.jlen n»ar den
toestand, waai in enkelu der i>ng-.-lukki|{eu
evonden xijn. Indien dit wnar i', ij 't ung meer
be^ry'póiijlt «il.it. alio miwschrtp vurdrouken ia.
Hut iifiFchicten ''er kooien tui.'h lielennneit by
de Addrr nlle [>af.si»^u! Vt'ant (i»ar het,eigenlijk*
Miiin «f tuxtclic-i.dfk v«.-el te kl«iu ia, sluarit >ïe
bemntining vtral, Xoowol r«i'd den toren ala in
do dborgWugen. Hier- cti rinir bnindHii dan oeu
paar lAn'iiama (k.iir.-.en) oin"te'voorkomen, dat
men niet* kui z-en.
lui nu iets! over de r-M linglmoten! Booten ei/n
er, en goed'tiok. Zee-waanti^pr iii f ... geval dun
d^ Adder., Sfuar er dient l»ij vnnurid t o 'worden,
dat' ze gewoonüik zoo geir.tikkc'l'jY \ei'pla:itabair
zijn, dit 'ir rfozy'u mamteu een kwart uur no.nlii;
liublien om allea klu.r''?ikt ia: g^'.:e.l oui.
noi-r te laten te dom zijn. Ecu cc'iiiiilanilin^,
indertijd door ona beproeft met trcn/icuide h<>o'uu.
duurde circa 'n halfuur voor wij t* wnter waren!
Iiituaxchon blijifc het nog abij-l bóvrevmdend,
hoi*, bij vewnntf xee-rimi;). du ullit-iei-on van de
Adder ook nllen zyu om^ekoinoi). De^e toch, vin
den in hunne onniiJ lelijke onigHvin^ oneindig
botern en liieurdefe mi.ldulell tut It'diliug dau «ld
manachap!'_ ?
Eon onderzot-k, en het vinden van hot wrak,
zou hierop nader antwoord kunnen geven!
Den Sater, dezer'ia alliiwr een litad'besluit
genomen, strekkende om DS,UOO gulden te
beatederi (nog dit jnor) voor aarling van r>ieawa
at rata n op de doniamg ronden. Veel woorden zijn
in den luad over d«^o kweatio verbruikt, hu
met veel grond tot waarheid ia o. a. beweerd,
dat dit werk te haastig werd uitgevoerd, waar
door kapitaal ouuut renteloos werd gemaakt.
Kostbare straten aan te leggen, zonder net
vooruitzicht dat daar spoedig huizen zuilen gebouwd
worden, ja zelfs Kouder do wetenschap, dat de
domeingroudeu binnen kortereu of Untjerau tyd,
zoudeu worden verkocht, dit (zoo ->verd beweerd)
gaat uiet aan! Men had evenwel ook kunnen
zoggen dat het niot aan" ging, veel kapitaal te
besteden aan toekomstige straten, ala het onder
houd van vele bestaande straten looveel te
weuschen overlaat l
Straten van den derden rang en soms ook van
den tweeden ? «ion er verregaand slecht wit.
Men denkt zeker: de lasten eu moeiten, welke
de bewoners van zulke straten moeten verdragen,
zal hun hier-uamaals duizoudmalen vergoed
worduu! Althans, anders, ia iets dergelyks vau ons
(anders zoo ijverig) gemeentebestuur, niet ver
klaarbaar.
Er wordt hier nog niot eens de slechte bestrating
op zich zelf bedoeld, meer in het bijzonder de
afvoer van huis- en hemelwater, riekende
uiodDesalniettemin gaan wy Groningers, In opge
ruimdlioiddenjaarlijk aclmu foe-tda? (28 Augustus)
ontctt dayl te gemoed. Het schynt dat met)
ditmaal d«u ouden Barend, bisachop van Utrecht
(1U72) 1103 eeus toonen wil, dat wy ook in het
leo?tvieren nog niet zyn uitgeput, teu minste,
er is sprake vnn vorjougde feurt vreugde l Mocht
daaronder bMiooreu (er ia sprake van) oen groot
concert, in do open" lucht, dan ware het
wensclielijk eenigaziu* af te wykea van do minder
poëtiacho gewoonte, bij de Zoudugscha concerten
ni hat bterrebo<ch in zwang om n.l. den
eersten raugtoe te konnsn aan diverse zanglustige
kooplui iu ,,fuur, m~lfi, nottin, koek" kortom
alles wat onmisbaar noodi:; ij voor hen, die by
cca concert gcwoonly c het best g:mi<>t kunnen
worden! Men vindt zeer dikwyls proiatnpoSzie
in een band," maar zM hinderlijk a!s in dit
geval is 't my nog nooit voorgekomen. liet
gebeurt uiet zelden, dat de laatste tonen van
een liefolyke Fantaisie wegsterven in een
zangryk: twee voor 'n tsent zuur oclit noten
voor 'u taent 'u taeut zoo'n brok!" enz.
ALVAST.
SATAXIELLA.
"Uitvoering in Frascati.
II.
Oj) bet tijdstip dat Satamëlla" door het
wondorlyk .\rusiitbaar Iweiu Uoj Heeren. De
Saint(rüorffcj gebaard werd, eii in 1852 du Of cru
JVoiioiiui btiur exploitatie ondeniam, luidden 30
jnar van rustelooiun arbeid haren schepper reods
ten uropto bekendheid^ als romansclirjjvei1 en
vaudeviliist verworven. Van het zedige 12°-tjen
c]«r Suits terribles, een aensatie-romannetjanuit
dat in 1821 weinig opgang vond en waarvan do
sciu-iklijkln:.ien door do geesten dio zich aan
Delille, Geoffroi, Dussault, Foutauei, Kiiynouard
en L:iucival verzadigden, die Chateaubriand on
Meviomv de SUel tot s ten u hadden en wacht
ten op de romantiek, niet genoten werden,
tot Le Val dAndorre, mot U«l«vy bewerkt, in
1875, ligt voor De Saiut-tteorges cun halïe eeuw
Van vermnak-verschafting nan een publiek dat
sterk gekruidde letterkundige spijzen vorderde,
wilde het toegevend zyn. en 't welk dezen dra
maturg het weer in eert) brengiiüyan döu utiam
oplei, dien qofts Saint Ueor^e", de valacho Kapi
tein der Hertogin de jtfjintesson, doorziju
luuzikalo toeren en ffjiuaastisch*j oefa.iin^eüde
opvroolyker der silous van 1770, in allerlei
hemelsblaauwe en schril trillende romancen van dien
tyd, had doen bezingen.
Sataniëlla" biedt een weinig bevredigend
dramaüesdi geheol aan, doch heeft zich in een schellen
tne!odntniatitchen tint te verheugen. Het stuk
bestaat uit een samenflaDaing en
goed-te-rechtkoming van geen onaardige-elementen,
waaranngaande het voor de hand ligt te verklaren dat
er, door een omvangrijker talent dun dat des
auteurs, heel iets beters van gemaakt had kunnen
worden. Want men yindt er in-der-daad treffende
elementen: De jonge Graaf Frederik verspeelt zijn
vermogen en het «lot zijner vaderen, niet oen
kokette aktrico, die hem van haar vleierijen om
ringt. Een boerenmei-'jeii, ssyie zoogzuster, biedt
hem, dair zij hem zeer lief héft, heur kostbaar
heden ter redding. Ily weigert en aanvaardt
fcleclits een rcueukrana, die, naar hij beweert,
hem geluk geven zil.
Uoodarm ala hy ia, blijft hem tot huisvesting niets
dan een oude akelige duivelstoren" over,welken
hij met zijn goeverneur betrekt. Hiel" roept. Inj,
door den nood gedrongen, den vorst der
duisterteri)i*3o (urn, die hem oen als paadje geklueden
vrouweüjken hehcheu geast leent om hem te
dielift». Jl.»e 01 k vaardig in .het beroep, als (-ca
mannelijk bediende, en een zich sterk doende
gelden toovei mucht bezitterige, is toch de
vrouwtnnutuur Satauii'lla zo» b(j gebleven, dat zij weldra
Imar meester hartstochtelijk gaat beminnen en zij er
behagen in schept zich in een jonge schoone
vrouw als weleer" to metamorfoseereu en zoo
hem in zijn droom te omzweven en tn ku*sen..
Do pnadje toovert Frederik weder in 't bezit van
't verloren geld en goed, zij doet hem zien, hoo
'tPhoebe, eón veinzendevi'ouw.slechtspm'slleei-eu
geld t9 te doen on, hoaw.-l in weerwil van haur
zeli', komt hjj ook door haar te weten w«lk oen
ruin en braaf kind Lilia. zyn zoogzutter, is. Deze
besluit hij te huwen. Er wonle» echter door
Plio -be r.eeroo vers omgekocht, d>e Lilia t e schaken
eu naar de slnviniienmarkt iu Tunis te voeren
hebbui. De paadjo doet Phoebe nu ook schaken en a\j
vergezelt, iu boeien geklonken, Lilia l>üden
Rchatiner. Hierop . doscüt Je vrouiv-pnadje zich
in bruidsgewaad, met een sluier bedekt, en h
?Fmlerik op 't punt. haar als Lilia te huwen.
\Yitiuieor 7.\\ de kerk zullen bionnngaan, komt er
hevige donder en blikiem op, de priester schrikt
?te-i-u.^, de vrouw oolf, als z(j flka&r aanzien, want
zij is d« booze geest en'hy de oiU?a;ant. Ue
kiAi-.-cn wa»ien utf, de deurun d"r kerk aliivn
tóe en Frt-dmik merkt.dat hij be<lrogen wordt.
Te midden der onUtelroiiis onder de aanwezigen,
wbi'ilt Sataniülla door den bliksem getroffen en
zinkt, onder do uarde. Fredorik scheept zich in ooi
lift r.-ov(*rs te vervolgen," en zijn Lilia te redilen."
Uieiiui zien vty, op ecu kerkhof, ]JCKlscbnth"zyn
ontrouwe dienare* oprorpen en wordt haar
aange'xondi.-d d;it zij, na c-en maand, wederom een
prooi der ho'sche vlammen gunt: worden. p de
K\Uveiniiuikt. te Tunis koopt-do Sultan Lilia, hoe
Fred-rüc. die dnat- ook is aangeland, ook
tecenb 'f d'. Nu va «clignt Satjiniëlla wér, en biedt hem
ei-n Icoiitriilct Van zielüverkonpiug tf'r' tf-ekening,
op v.jürwna dedat zijheni LÜii terugbezorgt. 'Zoo,
zi.''-t zij, zul zijn zie! eenwig met de uiyoe in de
hel ven-eiiijfd- zyn^
Dij tofkent het, napier (of perkament.) metzUn
bl<>tj.l. Ken oo{enhlik later komt SA>a'ni«1lanogmaals
op, ia dex<*il»anio van f*p-nllei'l>ekoorlük«te vrouw,
die dcumjltmi het hoof J >ziVo pliol inar,kt, dat de
zieke mnn",anilcr« gewoon slcehti te bevelen hoezijn
tei'iiil vermem-üeid zal worctfcn.al bevend voor haar
op de kiün zinkt en haar smeekt de ?gno'te worden.
Zy stemt toe, doch oiacht «Int Lilia' op vi\j-i
voeten wor.ln itesteld. Dit cewluedtBldusenLiliavalt
in Frederikju'uieu. Eindelijkzalhijhanrdan kunnen
huwon! Maar neen, züwillen lich in den echtaoan
verbinden, «IsSataniëlla weer-optreedt,eu Frederik
?jnikondigt dat het u»r'VflorTiet'in'W'i'king ko
men v au 't koutvakt gealogeu ii. Lilia bemint
h»ar brulwra echter 100 hevig, dat zy zich zelf
niet een uolk wil doorsteken ten einde hem, alt
zulfmoordtmavM, in bet helsche vuur te volgeu.
Door soo Mn liefde getiofi'eu. oi>twiukt
Sniuuillaaigroote bart en «ij verbrandt de overe*ukotu»t,
waardoor züooge&blikkelük ktorl't en de heltulie
Tlauimeu ten prooi valt. Frederik eu Lilia hangen
haar uit dankbaarheid den rozenkrans om.
£aUuiella ligt iu de hel. lieülzebuth" io«pt ha .r op
ten einde do straffen te beginnen eunUle duit«l«n
dauseu rondom haat; zy holt den rozeukraug in
de hoogte en d» duivel deinst te-rug voor. da
wacht van het Kruis. De vlammen der hol schei
den zich eu t1) luidden van lint gejuich der
cng«lon, wordt Salaniclla iu den hemel opgenomen,
terwgl Frederik en Lilia vol vreugde eu
oijtroeting tot staren.
Over 't algemeen zgn do pasdua te weini* uitge
werkt en treedt het «chitterpunt, do
opoffcringadrad, niet genoeg iu al zyn grootheid op den voor
grond. Ik weet «iet of m«i den oorsprüulculijk. u
test hoelt gekoitwiekt, raonr de laatbte (afwoeien
volgoa elknar niet te duixeliugw^kkende VBHI t op.
Ook zijn Lilia en Satnniëlla te weinig in kontakt
nit-t elknar geweest. Maar men Icau dai' operette"
niet de hoogste eitehen stellen! Hut is een
galüethaar ttuk, mot tallooze boeien.lo tooneeleu
doorweven en niumand eal niet reden zijn avond
verloren kunnen achten, die hem gebruikt tot
bgwotiing van dit zangspel. De goede smaak on
kiesohtieid worden hier niet batodigd. Alon
treft noch boeikulades aan, die op grove lach
spieren bestemd zijn invloed te oefeuen, noch
valpartyen, noch iet» onvoegzaam*. De rnuaiek
is verdienstolyk. Men denkt «iet aan het
au-hiOulijk gdlaat van den toch weemoedigen Ottcuhach,
met z(jn pela en lorgnet, evenmin aan den leukea
Lecocq niet zyn brilleljeii, stijven iJomsd-t-kuiJ'en
geknoopte stropdas; er bestaat eoii kiltclingvau
originauieit iu deze melodie», die met
vroolijkbeid ruischen, met liefde suizen, met woede
bruischen. De heer.tirUar is outegcuzeggelyk
oen komponigt van eenig talent.
Jleu zal zich herinneren, hoe ons Amslerdam
reeds vroeger op uitvoeringen van SutantiiUat
een» ook IriMe betiteld, onthaald werd.
Len woord ov*r do rpelera van thands. Mevr.
Buderiuan,S<ttaniëlla,levcrde al wat menmaurverwiirli*
ten kon. Iu haar spel huwde zioh du zuiverste gratie
aan de innemendste schalkschheid; liaar oiviian
ia vol, rnk en een broii van harmoiiische tooueu,
voor ieder die maar hooren wil. Zi,j bezit een
ongetwijfeld zeer benijde stem.. Ook wanueer
zg eenvoudig spreekt. Daar is een klank,
eenwelluidendheid iu! geene thands lovende Neder
landsche schouwnpeelstcr, kan zich over een steui
ala de hare verheugeu.
Mejufvr. Coersen, Lilia. speelde met Jenzelfdcn
zachten en zedigen gloed, die zij in dun Jongen
llertog ten-toon-sproidt.
Mevr. Bouwmeester heeft weer ferin gezongen,
maar zümoet niet zoo onrustbarend gr»';i-us
haar handen doon manoeuvreren in het Ie tafej col.
Do lieer Kreeft, Graaf Fiederik, .kan op een
plooibaar talent roem drngen. Ongeëvenaard
als komiek, wist hjj ook deze rol met gematigd
heid eu natuur te verruilen. Bij de hooge tonen
scheen hij verkonden. Wanneer hij, 't geen ik ,
niet durf verzekeren, met verw zy'ne oogcu heeft
behandeld om zo de ware expressie to doen
nauiietnen, dan Jatp h(j dit in V vervolg na; 't
flatteert hom niet.
De Heer Kelly, och! de H.'er Kelly, hij staat
ala 110. 2 op 't programma aangegeven en ttch
zvvco^ ik zoo gaaruii over hem l hij spreekt
goed uit wat hy te debiteeren heeft, maar hjj ia
min ah komiek, te overdreven voor een soleren
komiek, te matig voor een karikatuur. Hjj
grimeirt zich te grof.
De Heer Doró had gelegenheid' zij
luid goed te doon uitkomen; mea n
itig in hem deu verliefden boerenpt
MasKotta. De'Heer' Andréheelt
niet vaardigheid vervuld.
Men vond bij al de spelers en flpei
nig beweging, te weinig cntrain, te
maar dit wil het noodlot eenmaal, s
dag, bij allo premières der Hoeren Pröt. Het
libretto gewangt soms van 't cca of ander stil
spel", waar niets van gekomen is. Ja, het spel
ala apel" verhief zich by de meesten, evenals (iet
samenspel, niet veel boven het middelmatige. Men
speelde alsof men geen tyd had to verliezen. Dit ia
glad verkeerd. De pauze, en entre-uMen had
den van korter, de tafereelen van lauger duur
kunnen zijn.
Wij willen hopen dat dit alles, zoo ook de
chanyemenis a vue, de apotheose, du .verlichtingen,
enz. met meer gemak eu minder stoornis bij latere
voorstellingen gehanteerd zullen worden.
Apropos der verlichtingen, hierover liggen
raütwee bedenkingen op het hart. Vooreerst heb
ik mij tevergeefs afgevraagd en mij or moe over
gcpeif.st wanneer nu eigcnlyk gezegd de
HydroOxygeen," wanneer de lilectio-Dynamische* ver
lichting aan 't woord was Mij is niet ou'gaan
a«t bij zekere indrukwekkende voorvallen op ee»n
van uit de zolJering of vau uit de wulkeu een
zilveruchtige schyn straalde, veel gelijkeuia aan
biedende m t lautaarntJAns, waarmede inch nog
steeds, ziilfa b'J kouinklyke tooneoltroepen, do
maan, op h-t goweuachte oog<>iiliiik. met haar
kuisch geziuhtjen door het venster laat kijken,
om haar ier?tond, ua de uitwerking op het pu- .
bh'ek, weer voor- a!t(jd te doen verdwijnen,
iriaar wss dit nu Hydio-Oxygone" of
Electrohet program la» ik: . . . verlicnting door M.
Schakel." Ik zei tot niy zeiv*n :j:v, af! Schakel/'
M. dat z^gt eigenlijk nog nicti. Is 't nu
Manfred, Marinuf, Manrits of Jlai-tinus?- Duai- viel
m»n oog op 's textboekjenatitel: lUuriuüa Sclia'
kei," Goddank! (ieen Alnrtiuui, niaitr Marinus.
Iteze naauwkeurighe\d is in geenun det-le
IieluuheIjjk. Vraagt er da ware genealvgen, uit n stuk,
en de noeste familielietrckking-ua-paurv'ttrd msiar
een» na, ficMjk I)r. Schaepman.
Over d» ko-turuen kan uien,zonJer veel mociie,
djt oordnel vellen:. ..sy zijn zoo eu zo», gelijk
uien dat van den lieer Prot gewouu ii", iu»ar
om de lezers nu niet. het genoegen te geven i\ut
hier ter plaatse voor de twintigste m»al onder
déoogen te ki gen, waar alle dagbladen er zich
steeds zoo precizceiend over uitlatrn, be
grens ik-m ij liw? i-toe;. De haudelui;; heeft plaats
o_p 't eind der IRe eeuw in llonauriio, du Il^ereu
Ivjrenkniet eu Sulmttöro en l'iot & Zn. vertegen*
woordigen onze stad loffelijk op h^t veld der
koftuuuikunde."
De vnerzen van tien neer J: Both JJzn., (ot
leverde hy slechts het prozagedeelte dor vertol
king?) gaan zoover aUt) grenzen van .wat nog
maar eenigmni op t n al en stijl aiufpritnk Wl'N
te buitet), dftt zij wellicht van den anJjren kiviit
aan het' sublieme grenzen.
D* nanm die de Heeren Prot ah
H.-koratie«childura bezitten, wordt dóór deze hunne laat
ste proeven slechts op de liechtute groudïla^rn
bevestigd. Dat deze twee lleeren om te In-dan
ken, inatf ik met deze lieHiiging mijn veel to
lang gepraat eindigen??met oiituloote handen,
i u huiselijk toilet, verschenen, ia zeer goed ge
voeld. Zu namelyk dienen er. met op verdacht
te zijn ten toonrele te wordeti gci-oepen; maar
de regisseur,?'foei!
. L. v. Dfyssel.
DRIE TOONEELUITVOERINGE3S":
Richai'd Moor", De p]f>cme»1ieU",
' b« 't?NeJ(irl. Touoaol".
Prins Serge Panimi",
bjj de Orout £ Comp.
.Vóór de uitgave, in 1851 van the ino t
attacked of hU prote works" vorachenen, sjhreef
Lord Lytton;
Ia point of coraposition Eugcc* Aiam , I
. 1882,
WEEKBLAD
!? i i ui-^nM^^^^^^c^s^J^i 'i
Verschijnt icderen Zondagochtend.
t«Ye«:^BLLEHMAN, HARM8 & C».
: Rokin 2.
UitgeNHOÜDt
IA OOBZJULK DKB ASABCHTB, door Aotonlo.
KHK BVMBiraMBOBFR'JUkZ,, door Dr. A. a» Boer
Ver»*orn. 8TAATKUNDIO OVBBZICHT. ALLBE'
LBL aBMEBNTBZAKKN:KolonlaUT»Btoojui4«lUng.
Uit d* Bofstad. Uit de BlMohopitad. Tan Zuiden
van dra JtottA&t, door Enniin. EUNBT: uit de
KotUrd«macb« TooneelweraH, door a V. E.
TerBotterd»m»obe Tentoowitalllng, (itet), door Prof.Alb.TbtJm.
LBTTEBKUNDB: Gntlika n. De adlecttv» In het
Gotisch en hunne «ufflian, door Dr. J. H. Q»llóo,
b«ooidMld door Dr. J. 8. SpeUer. EattW» Burgen.
NoT^lle door Ann» v»n Hoge, b«o»rd«eld door V. H.
MÜITAIIUE ZAKZN : Iet» over het retnltatt der oefe
ningen bfl do Inflmtorie, Dravende B»ttertJen, door
8. N»J»re-llMio«nvr««. BibUograpie. MuUtiën,
ena. BCSHAAKPBOBLEEït FEUILLETON: Mfln
geheim, door Eunlna, filol). ALLERLEI.
BRIEVENBUB. OVEBZICHT VAN DE EFFECTENMABHT.
AKW kwinaohe Sporen, door J. v. d. Burg. Veilin
gen. Bnrgerljjte stuud. Te hnnr «ijnde Woningen.
VaMadaiiogea.?AWTERTENTIEM: Schouwburgen,
enz' f' ' .
De oorzaak, der anarclile»
Het is waarschijnlijk, dat de toekomstige
geschiedschrijver der Nederlandsche parle
mentaire geschiedenis, althans wanneer hij
aan zijn werk een meer systematische indee
ling zal ten grondslag leggen, dan in de be
langrijke Geschiedenis van Nederland na 1830"
van mr. de Boseh Kemper te vinden is, bij
het jaar 1866 een tijdperk zal afsluiten, om
er een nieuw aan te vangen.
Van dat jaar dagteekent de onbetwiste
almacht van het Parlement, door de uitge
breide opvatting der ministerieêle verantwoor
delijkheid in den strijd over de benoeming
van mr. Myer tot. Gouverneur-Generaal en de
motie Keuchenius in- de Kamer gehuldigd.
Want al moge de Kamer-ontbinding van
1866 deze nieuw bloed en het ministerie
Baar de opmerking
..__.. , .
dagen T), het feit, dat zooweF Thorbecke, als
Groen van Prinsterer een motie ondersteun
den, welke de zelfstandigheid der kroon
wederstond, heeft op de praktijk van ons
staatsrecht een beslist .democratischen invloed
uitgeoefend.
Sedert telt het parlementarisme een zóó
groot aantal volgelingen, dat men verlegen
slaat, wanneer men geroepen wordt tot het
aanwijzen van' politieke kringen, in welke
ten allen tijde, ook wanneer het met hun
belang zou strijden, de souvereiniteit der
?kroon metterdaad zou worden erkend en
(reöerbicdigd. De overtuiging, dat de
minislerieüle portefeuille in de handen behoort van
hen, die of deel uitmaakten der Kamer-meer'
derlieid of, buiten haar staande, met hare
richting volkomen overeenstemmen, is feitelijk
de ovjj luiging van alle partijen en zoo alge
meen, dat de vorst, die zich bij de keus
zijner ministers om de Kamermeerderheid
niei zou bekreunen, door iedere, mits door
's Konings -wil in het ongelijk gestelde richting,
ccn incunstitulioneel monarch zou genoemd
worden.
v'porzcker mr. Heemskerk 2) noemt het
pailemenlarismc een kwaad en hij vervolgt,
»<>m het te breidelen, behoeft de Soeverein
vasiheid van wil, indruk makende en
inneme.idc vormen [sic!] voortdurende aandacht
op de «erschljrisolen van het open bnre leven,
bovenal eenparigheid m«t zich zeil" maar
het mag gevraagd worden hoe de pnrtlj, als
welker tolk mr. Heemskerk rang beschouwd
worden zich zou gedragen, wanneer do in
drukmakende en met innemende vormen
begaafde vorst een beslist socialistisch bewind
UD's vertrouwen schonk. Trouwens de hoog
geachte schrijver zelf schreef » de invloed der
Sinten-Generaal zat op het ontslaan en he
rnemen der Ministers altijd zeer groot blij
ven ; want, zoo de Grondwet hun elk dwang
middel tegenover den Koning ontzegt, staat hel
echter in hunne macht de ministers in het
bflsiuur van 'slands zaken zoo te
bemoeieli k m, dat dezen zich genoopt vinden hun
VUL -lag te verzoeken."
Met de macht van het Parlement hangt het
bewustzijn van het gewicht der publieke opinie
r, nu w t a 'nen. Vandaar, dal het parlemenlarisme
ondanks al zijn feilen, door alle partijen tegen
woordig wordt gesteund» Zonder een machtig
phrlemcnt, geene machtige publieke opinie.
En ofschoon deze laatste zich ten onzent nog
maar te zelden uitspreekt, verdient het toch
de aandacht hoe beslist zjj zich doet gelden,
zoodra zij zich eenmaal iets heeft aangetrok
ken. Om bij n voorbeeld te blijven, aan
de geschiedenis van den dag ontleend. Wie
heelt het onderzoek in zake de Adder bevo
len? Wie anders dan de publieke opinie-,
zich uitsprekende, het werd ergenp uitdruk
kelijk gezegd, namens de thans niet verga
derde Kamer? De stem van het recht, die
uit het volk opgaat, is gewend om te wor
den gehoorzaamd en het is geene te ge
waagde stelling, dal deze gewoonte is aange
leerd, in d» school van het parlementarisme.
Wien deze zegen van een ontwaakt
volksen rechtsleven niet ontgaat, voelt niet zelden
?enigen wrevel opkomen, wanneer hty deiolfde
organen en deselfde personen, die het
parleraentarisme hebben binnengehaald en het
tot de zuivere toepassing der constitutioneel
monarchie hebben verheven, zoodra het met
hel parlementarisme niet langer vlot gaat,
met een deftig gezien! oud-constilutioneele
theoriön hoort verkondigen, welke men nu
reeds lang tot de antiquiteiten mocht rekenen.
Oeze verkondiging der oude leer geschiedt
dan niet zelden met de woorden van Thor
becke, d. w, z. van den schrijver der
aanteekeningen en* den redenaar bij de
begrootiogsdiscussiön van 184üen 1847, die de volle
vrijheid der Kroon tot het benoemen en ont
slaan van Ministers gehandhaafd wcnschtc en
de zelfstandigheid der Kroon opgeheven oor
deelde, wanneer zij moet regeren met Mi
nisters, die men haar geeft. Het gaat ech
ter, DU de tijden der Thorbecke-vereering
met die der. Thorbecke-vrees voorbij zijn,
niet langer aan, dezen staatsman voor te stel
len als een profeet, die zichzelven zijn
gangche leven door is gelijk gebleven. Thor
becke was een mensen, die hoe uitstekend
ook, aan de wet der menschelijke ontwikke
ling niet heeft kunnen ontsnappen. Opge
treden als kampioen voor de zelfstandigheid
der Kroon, is Thorbecke heengegaan als de
stichter en handhaver van hel meest besliste
parlementarisme.
Maar al ware het anders en een feit, dat
het geslacht, dat op Thorbecke gevolgd ia,
zijnen meester ontrouw is geworden, >des
wel en uitdrukkelijk neen", dit zou niet be
letten, dat men onder de nu levenden ter
nauwernood nog iemand aantreft, die in leer
maar ook in wandel onbesmet kan worden
geacht van parlementarislische begrippen. De
politieke moraliteit eischt de erkenning1 dezer
toestanden. Maar ook het politieke belaag. Want
in de miskoutina BW waarheid, dat het
' , ^.J,_,l_^i_|_!^.» . _Jfcl_ J.^.tJ&^-'^^^'fc.j. -.-fa^gJMÏJ -_Aj^-^a. t*.i^tf
f~. .vlUUBfBB HWBBBp»'iBrwWBBTB(WtTÏ~UB»7
wel beschouwd, de oorzaak der
regeeringloosfaeid, d. i. van de politieke ellende, die m ons
vaderland de gemoederen verbittert en. de
hoofden verbijstert
AVat beteekent de stelling, het parlement,
niet de kroon regeert en hoe openbaart zij
zich in de praktijk? Het antwoord geve de
nauwkeurige Thorbecke: >De kroon regeert
met de ministers, dio men haar geeft. De
vertegenwoordiging brengt het recht van be
noeming en ontslag van ministers in het
wezen tot zich over."
Zoo is het. Het ministerie is als niets
anders aan te merken dan als een delegatie
van hel. parlement. Hier-uit volgt, dat een
strijd tusschen ministerie en parlement on
denkbaar is, behalve in twee gevallen. Al
lereerst wanneer de Koning, die door zijne
keus de delegatie tot een ministerie stempelt,
zich omtrent den wil der kamer vergist
heeft. Deze strijd berust dnn op een mis
verstand, dat zeer spoedig kan worden op
gehelderd, zoodat er namvlijks van strljil
sprake kan wezen. . Hel ? andere' geval is van
ernstiger narcl, 'sKonings keus berustte op
den gebleken wil der meerderheid, maar de
meerderheid verplaatst zich na verloop van
tijd en de oude delegatie is niet langer die
dei mtuiee meerderheid. Voordat zich deze
nieuwe toestand in een dadelijk herken baren
vorm vertoont, zal een parlementaire strijd
moeten voorafgaan, welke normaal en nood
zakelijk, heilzame vruchten zal opleveren.
Wie den gang der redencuiing tot dusver ge
volgd heelt, zal toestemmen, dat iedere
andere bestrijding van haj, ministerie door
de kamer ongerijmd en daarom ongeoorloofd
is. Nu kan men natuurlijk in het belang
des.lands niet eisenen, dat de kamer iederen
maatregel die het ministerie voorstelt, steune
alteen om niet met haar in conflict te komen,
maar toch kan men vorderen, dat zoo vaak
een voorstel der delegatie moet worden ver
worpen, de bedoeling van het votum boven
eiken twijfel worde verheven, hierin gelegen,
dat slechts de maatregel desnoods nog zijn
individueele, misschien onbekwame voorsteller,
maar niet het ministerie er door getroffen wordt.
Daar hel de kamer is, die > de ministers geeft"
beteekent ministerieel dan ook niets anders,
dan ordelijk en getrouw aan de eenmaal
door de kamer zelve gegeven en bij gemis
van geldige redenen van ontslag, gehand
haafde volmacht .
Onder vigueur van het parlementorisrne ia
het behalve in de zoo even genoemde ge
vallen doodeenvoudig onzin de i ministers in
hel bestuur van 's lands zaken zóó te be
moeilijken, dal deie xich genoopt vinden,
hun ontslag te verzoeken." Deze woorden
van Mr. Heemskerk betroffen het laatst»
koninklijke ministerie. En nu moge men
over de bemoeilijkende houding der Kamer
tegenover een ministerie denken, gelijk
men wil, zoolang een koninklijk mi
nisterie zich aan het roer bevindt, is
deze houding althans logisch op zichzelf
ZONDAG 30 JULI.
niet ongerechtvaardigd. Wanj dan staat de
Kamer tegenover een macht buiten haar, die
haar vriend, maar ook baar vijand kan we
zen. Ia dit niei hel gevtl, «n i» hel Minis
terie bij gebreke eener aoiilfUttaar moer
getrouwe, toch nog altijd de delegatie der
Kamer, dan ia die rtryd redeloos, omdat hij
zich niet keert tegen eea macht daarbuiten,
maar in eigen boezem woedt. En ziedaar
de toestand van den dag en de reden van
het gevoel vnn onrust dat ellen vervult, die
van onze politieke toestanden kennis nemen.
De Kamer voert een strijd met zichzelve,
maar schaamt zich over deze waarheid en
tracht voortdurend >hel air aan te nemen«
van een Parlement, dat nog tegenover een
zelfstandige kroon staat, want deze strijd is
even eerlijk en opwekkend, ais de andere
schandelijk en afmattend is.
De Kamer meet met twee maten. Thor
becke zeide: »De Kamer moet in haar eigen
belang geen invloed willen hebben op de
samenstelling van het ministerie. Zij neemt
anders dt aantprakelijklttM op zich vooreen
der gewichtigste deden van net bestuur, dat
{'list, ten einde haar owdeel volkomen vrij
lijve, onafhankelijk van haar moet worden
geleid."
De verantwoordelijkheid dezer uitspraak
blljve voor rekening van dezen staatsman, maar
toch is zij voor een deel inderdaad m onze dagen
treffend toepasselijk. De advocaat der Kamer,
de hcwr Diameter, vroeg of het parlement bij
zijn wtÉm niet vrij behoort te blijven en.
eiken maatregel op zichzelf moei beoordeelen,
niet aansprakelijk als het is voor het leven
of den val van het ministerie. Hel antwoord
is: een pariemenlarislische kamer benoeft
w«I niet in alles met hare delegatie mee te
gaan, maar blijft wel deugdelijk aansprakelijk
voor het lot van hel ministerie. Wanl
indien niei op haar, op wien dan berust de
aansprakelijkheid? Toch niet op de Kroon?
Want deze regeert niet m$ de ministers,
Indien men das vraagt, waar ligt de oor
zaak van het politieke malaise, zoo luidt de
oplossing, voor een goed deel in de
halfalacliligheid, in het gemis aan logica, ia de
onzedelijke gemakzucht der kamer, welke
aan een verouderde sleur vasthoudende en
met het doel zich van een zware, maar een
maal aanvaarde aansprakelijkheid te ontslaan,
de ministerien, die voor haar verschijnen,
behandelt als koninklijke ministerien.
Het geneesmiddel legen de kwaal ligt dan
ook niet in groote weltelyke maatregelen,
ofschoon de mode medebrengt, alles van her
vorming op wettelijk gebied te verwachten.
De kamer moet leeren inzien, dat iedere
politieke crisis ten onzent is een parlementaire
crisis. Zij behoort derhalve aan oude veeten
in haren boezem het stilzwijgen op te leggen
en hoe vernederend haar dit schijne, zoolanw
zij geen belere delegatie kan aanwijzen, de
beslaande te steunen, indien al niet in het
belang van het vaderland dan toch uit eer
bied voor haar zelve.
Deze redeneering wordt zonder twijfel
alledanfüsch geacht, omdat haar slotsom is, do
noodzakelijkheid van krachtiger plichtsbesef
en het herstel'der verbroken orde. Ook is
het waarschijnlijk, dat men van een aan
sporing tot discipline op grond der ervaring
weinig heil mag verwachten. Wat hiervan
echter zij, dit ne staat vast, dat do halve
toepassing van het parlementarisme en de
verloochening van dit stelsel, zoodra het
lasten oplegt en zelfbaheerschipg eischt, tot
zijne mislukking ' en misschien tot zijnen
ondergang zal leiden.
Want het is nauwlijks te ontkennen, dat
wanneer de kamer zich niet spoedig be
keert, de staatsman, die moed aan bekwaam
heid parende, als formeerder van een
koninglijk ministerie zou durven optreden,-zich van
de instemming en den steun zal kunnen ver
zekerd houden van velen, die betrekkelijk
nog kort geleden, als waardige volgelingen
van Thorbecke de tweede, het
parlemenlaristne ais den dageraad eener heilr(jke toe
komst hebben begroet.
Antonio.
Abonnement pw S/m / 1.?. fr. p. p. / l.lSr.
Afzond. Nammera aan d» Kiosken Terkrggbiwr k » 0.10*
Advertentiënvwal?wgds/l.?i*d*r* regel meer » 0.1 i»
1) Mr. J. HoouMkerk Azn.
wet I blz. 86.
3) T. s. p. I, bis. 103.
De PnlLt\jk onzer
GrondEen Sp<M»rwegliosFptta«K
. (Redevoering nlfgesprokén door Dr. A. de
Boer Verroorn, ter opening va» de 8§t«
algemeens Vergadering van Spoorwegartoen,
gehouden den 27 Juli alhier.)
M. M. Ik heb- wederom de eer u een
hartelijk welkom te mogen toeroepen; ook
ditmaal wil ik nUt afwijken van mijne ge
woonte en zal deze vergadering Qpenen met
eene korte reda, de belangen van den spoor
wegdienst betreffende, belangen waaraan wy
allen onze beste krachten wijden. In de
vergadering van Oestetr. Eisenbahnbearabte
bracht Dr. Grosamann den 17n April '79 een
nieuw onderwerp ter sprake, van zeec groot
jewicht, namelijk het oprichten «on een
tpoorwegtofpitaaL Hieromtrent wenschte ik u eentge
mededeelingen te doen, waarom ik u. beleef
delijk voor eenige oogenblikken uwe wel
willende aandacht verzoek.
De verwezenlijking van zulk een schoon
>lan laat ik over aan autoriteiten n
menichenvrienden; voor mij zelven heb ik echter
iet troostrijke bewustzijn de aandacht ge
vestigd te hebben op eene zaak, die pp over
tuigende wijze voor zich zelven pleit, want
van de liefde tot den naasten, de edele op
offerende zorgen voor onzen armen en lij
denden medemensen, het diepe gevoel van
medelijden mei ongelnkkigen, den innigen
wenscii om te helpen, te troosten en te
redden, werden in geen andere tijden rijker,
jelangloozer en treffender bewijzen geleverd.
De spoorwegwereld vormt eene
vereeni;ütg van zeer groote beteekems en groot
aanzien; de rijke middelen die haar ten
dienste staan, de groote en zegenrijke invloed
dien zij op bijna alles uitoefent, doen haar
eene waardige en welverdiende plaats inne
men; tevens berusten, op haar groote ver
plichtingen om met macht en kennis het
ilgemeen welzijn krachtig te bevorderen.
Onder de schoonste en edelste verplichtin
gen telt men de zorgen voor ongelukkigen
of aan het ziekbed gekluisterde beambten en
nimmer werd ook hier te lande bij onze
spoorwegdirectien daarvoor die hulp te ver
geefs ingeroepen.
De geneesheer heeft het treurige voorrecht
in de levensomstandigheden van zijnen mede
mensen een diepen .blik te. kunnen slaan en
kommer en ellende te kunnen waarnemen.
Zoo ook meer in 't bijzonder bij
spoorwegbeambten; daardoor wordt eea zeker recht
ftrfcngw onM0 kunnen ,oordeda|uo«er jda
meer of mindere doelmatigheid der bestaande
inrichtingen.
? De eerlijke beambte zal bij het geringe
inkomen voor het onderhoud zijner huishou
ding zich zoo lang staande houden, als
daarbij geen ziektegevallen plaats hebben.
Bezield met de hoop dat er betere dagen
zullen komen, maakt zulks zijne ontberingen
dragelijker; maar eene onverwachte ziekte
slaat op eens die goede verwachtingen den^
bodem in en ellende en armoede staan voor
de deur. In zulk eene ramp leniging aan
te brengen is de plicht van ieder
menschenvriend en zij die bekend zijn met den
ellendigen toestand van vele beambten in tijden
van ziekte, zullen zeker gaarne medewerken
de kiem dier ellende uit te roeien en op te
ruimen. Men zal kunnen beweren:
ondersteunings- en ziekenfondsen zijn er om in die
gevallen hulp te verleenen; gedeeltelijk is
dat zeer waar en wij geneesheeren van
zie'kenfondsen der verschillende spoorwegmaat
schappijen zullen dat volgaarne toestemmen,
maar aan een ieder kunnen zij niet geven eene
geschikte ziekenverpleging; zij kunnen hel
vochtige, slecht geventileerde kamertje, dal
tegelijk keuken, kinder- en ziekenkamer is
niet verbeteren, zij kunnen niet de noodige
voeding en verkwikking verschaffen, welke
de zieke tot herstel dikwijls zoo hoog noodig
heeft en bij minvermogenden, ontbreekt meest
alles wal de genezing kan bevorderen en op
hartverscheurende wijze komt dan het niet
keiben lot bewustzijn.
Alle krachten worden ingespannen om den
zieke te geven wat hem toekomt, de ge
zonden getroosten zich daarvoor de grootste
ontberingen; meubelen, kleedmg, zelfs het
armoedige kleedingsluk dat de verkleumde
lichamen der hongerige kinderen nog tegen
kou-Ie beschermt, dat alles wordt te gelde
gemaakt om den zieke nog iets te geven
tot lafenis en versterking; hieruit blijkt, dat
de bestaande zoo nuttige en doelmatig inge
richte fondsen meer van palliatieven aard
zijn. Een dergelijk huisgezin wordt door eene
langdurige ziekte lol eene armoede gevoerd,
welke zij niet meer kan te boven komen.
Dat lot is niet alleen den lageren beambten
beschoren, maar hangt ook den hooger ge
plaatsten ambtenaren baven hel hoofd; hun
inkomen is evenmin toereikend om bij eene
ernstige en langdurige ziekte te voorzien ra
buitengewone uitgaven, wanneer zij van zich
zelven geene middelen bezetten.
Waarom ^aan zulke zieken niet naar. het
ziekenhuis, kan mea met aJi« recht vragen?
Wij alfen kennen, hoe verkeerd htj ook ia,
den groolen afkeer van velen om naar n
ziekenhuis te gaan, niettegenstaande de uit
stekend* behandeling die zij dan» genieten.
Wat is het dat zt} tegen een ziekenhuis heb
ben? Zij vinden het onaangenaam met een
dozijn zieken vaa verschillende beroepen de
zelfde ziek«nk«n«r t* moeten eeten; afe de
nood aan defl maft is, ate alle middelen
uhgeput,.zijnr afa; g«ea aoderett,.uitweg meer
overblijft, dan besluit de ladtagmeester, ma
chinist, stoker, ja zelfs de minste arbeider,
hoewel nog ongaarne,, met een gedrukt ge
moed tot het ziekenhui* z^ne toevlucht t*.
nemen. Ook mogen w(i niet vergeten, dat
de meeste fondsen der spoorwegmaatschap
pijen niet toelaten, dat hunne beambten
geruinen tijd ia ziekenhuizen verpleegd wor
den, ook dat voor ambtenaren, die niet ver
plicht zijn lid der ziekenfondsen te zijn bij
aan ernstige ziekte hunnft behandeling al spoft^ <
dig hnnne finamieele krachten te boven gaat.
, Geheel anders zoude bet zijn. indien dfr
spoorwegmaatschappijen een eigm hosp/Uaal
bezaten, dat alle gemakken en voordëelen.
eener private behandeling opleverde, dal door
ieder spoorwegbeamble beschouwd werd als
een familiehuig, een waar tehuis, waartoe
hij gaarne bij eene ernstige ziekte of ver
wonding zijne toevlucht zoude willen nemen;
want daar zou hij zijn in- de onmiddelijk»
omgeving zijner ambtgenooten en takenden*
daar zou hij geneesheeren vinden die ver
trouwelijk en hartelijk met hem omgingen.
Veel kommer en ellende zou daardoor
kunnen voorkomen worden en stoffelijk zon
de door het noodlot getroffene er niet door
lijden. Alle voordëelen, welke zulk eene
inrichting aanbiedt, u op te sommen, zon
mij te ver voeren, slechts op enkele misschien'
wat verwijderde gezichtspunten wil ik toch'
uwe aandacht vestigen.
Een ziekenhuis voor spoorwegbeambten,
voorzien van alle moderne hulpmiddelen der
kunst en wetenschap, zal ongetwijfeld veel
bijdragen tot het welzijn en heil van zieken
en gewonden, die binnen zijne muren zi]n
opgenomen; het zou waarlijk een groot werk.
der humaniteit zijn. De weldoende
menschheid, die voor zulk eene inrichting zorgt,
zal er met trots op kunnen neerzien. Neemt
aan, dat er bij de hoogere beambten, dia
vrij goed kunnen leven, een ernstig ziekte
geval plaats heeft of eene gecompliceerde
operatie moet geschieden, die de vruchten
van jarenlange vlijt en spaarzaamheid ver
zwelgen, dan biedt zulk eea hospitaal groote
voordëelen aan, daar «oodoende menig
nuttiglid der maaischappy kan gered worden en
menig huisgeiin voor ondergang wordt
bewaard.
Wat baten in zulke treurige omstandig
heden de geringe bijdragen die zieken en
ondersteuningsfondsen kunnen verschaffen;
hoe geheel anders, als de man in het zieken
huis verpleegd wordende, de vrouw bij
het geheele of gedeeltelijk traktement, zoo
noodig nog eene uilkeering kreeg van het
ondersteuningsfonds, dan werd zulk een ge
zin, dat geene buitengewone uitgaven had te
doen, voor armoede bewaard.
In de zachtste kleuren heb ik slechts die
treurige toestanden geteekend; zij verdienen
echter de grootste aandacht en warmste deel
neming en v< ij mogen niet ten achteren
blijven om ons het lot van dat gedeelte der
menschelijke raaaUcliappij ten zeerste aan te
trekken.
Het middel, dat leidt tot bereiking van
dat humane doel, bestaat eenvoudig hierin,
dat de spoorwegwereld, doordrongen van
de noodzakelijke behoefte en overtuigd van
de gemakkelijke uitvoerbaarheid, besluit tot
oprichting van een spoorweg-hospitaal in
eene der groote steden van Nederland. Het
algemeen welzijn der. beambten wordt daar
door bevorderd, de gezondheidstoestand van
vrouwen en kinderen zal er bij welvaren,
daar zij in staat zullen zijn zich beter te
voeden, waar zij anders uit hun mond moes
ten sparen voor hnn zieken echtgenoot en
vader; en zulk een hospitaal zal bok zeker
voor de spoorwegmaatschappijen eenegroole
besparing van uitgaven ten gevolge hebben.
Die uitgaven, hoe mildelljk ook ver?!rekt,
konden niet voorzien in de ware behce'ten
en zullen dan de grootste voordëelen aan ge
zondheid ea welzijn der beambten en huis
gezinnen aanbieden. De toekomst zal tec
gevolge van de thans reeds plaats hebbende
overbevolking der gewone ziekenhuizen er
van zelf toe leiden om een eigen Spoorweg
hospitaal'te stichten.
Ik acht het ondenkbaar, dat er iemand kan
gevonden worden die de doelmatigheid en
het groote nat van een zelfstandig spoor
weghospitaal m twijfel zal trekken. Ik beweer
ook dat het ondenkbaar zoude zijn, dat wij
niet spoedig zouden kunnen beschikken over
toereikende hulpmiddelen tot de uilvoering
van het plan en, dat alles aangenomen zijnde,
ia bij de tegenwoordige groole uitbreiding
van het spoorwegnet de tijd aangebroken,
on met vereende krachten, bezield met bet
edele gevoel om wel te doen, alle mogelijke
pogingen aan te wenden om aan zulk eene
zaak !«vei»vaibaarheid te geven.
Wanneer het geldt wel te doen, zijn
spoorwegdirectien en ambtenaren iramer in
de eerste rijen en wanneer jaarlijks door ieder
lid van het spoorwegpersoneel n gulden
beUtM werd, zouden die bijdragen uker van
jr-tegeu
ezonde
. tt licht
??:;Ü!kt »ou
' > Pit
?vod pa
ften, dat
fl'ewerd
i' ren
be' cal de
t
groot aanbelang worden; zulk een hospitaal