Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 263
Telen heeft, en e*n* reek* Terdedigingsliniën be
zet, houdt, die by Keu «cheti aanval groóte
krachtiin>p«"iiii'g v*n d« Engelschen zullen vorderen.
Ook suug'nt men uit d* houding van Arabi na
?0001. v» u het voorpostengevecht te moeten af
leiden, dat xyn leger ioplaats van terugtiekken,
nog Meed* voorwaart* dringt on rekeut op eau
bloedigen strüd.
I» Alex*n<!ri$ kteren de bewonen terug en
worden de za'cen h«rvat; branden komen er nog
?f en toe voor en aan plunderanra ontbreekt het
niet. Te Bani'ch werden een dertigtal door de
i<;n *l*chen gevangen genomen. De vrees voor
watergebrek neemt toe, Nog maar eukelo Jageu
na i hut kauaal in de bahoefte voorzien; reeds
werden de Alexandrie'rs op rantsoen gesteld, dat
rnnt-ccn verminderd en men betwijfelt het, of <lc
tluus gevulde reservoirs water genoeg zullen
bergen om <1« toenemende bevolking gedurende
Weken te drenken.
To Konstantinopel i» men, in' schijn althans,
heel wat gevorderd. Turkge moet de identieke
nota der. mogendheden «onder verder voorbehoud
hebben aangenomen, en de Sultan heeft beloofd
Arabi rebel te «uilen noemen, zoodra turkiclie
troepen in Egypte zullen zijn geland. Dezo
proklomatio werd reed» in koncopt nan Lord
Dufferin ter hand gestold. De overeenkomt
tusichen Engeland en TmkUe betreffende de
uitr.e.iding van troepen en het bezetten vnn Egypte
king .
v*rtegei»voordiger wildo aan Turkye de bewa
king der onvers toevertrouwen. Corti besti'eed
dit omdat d t elke bezetting door onderen zon
buitensluiten; de konferectie zal over dit punt
r.ekcr «101 verder beraadslagen na de modedeeling
Tau Dufferin, dat z. i. Corti's voordeel weinig
g-.vol g zou hebben, nu het kanaal door bngcland
bezet is. Volgens een bericht a«n de Times zou
d> konferentie voor oiibepaaltlen tyd verdaagd
z'ia Zooals do staken thans staan, zal zy don
ook gorust zich kunnen ontbinden.
Inmiddels heet het, dat Italiëen Rusland
eich wapenen en Spanje onder het rumoer v uu
hui? weuscht te gaan om in. troebelwater te
visfichen. Het moer. 't op een annexatie van
Maro'.ku gemunt hebben.
BÜa Jea, wat weifelt of draalt is Tewfik, die
Khedivc L e.-t to zy'n, de man van handelen. HU
heeft, in engelschen dienst staande, nogmaals
Arabi tot rebel verklaard en nllen, die hem
helpeu roet strenge straften bedreigd.
Do Engelüchen bezetten Ismaila en zoowel uit
Imlio als uit Engeland zyn troepen vertrokken
tot versterking van het leger. Aan den anderen
kant blijkt dat Arabi een versterkt kamp heeft
opgericht op zekeren nfstand van Suez om een
Rsuval van het Engelsch-Iodisch leger af te keereu.
Het nieuwe fransche kabinet ouder
voorzitterBchiip van Dnclerc is voor de kamer verschenen.
In een toespraak zette de minister de bcteekenis
n!: eeu, die het ministerie aan het jongste
besluit der kamer, tot weigering der kredieten
voor het bezetten van het Suez-kanaal hechtte.
Het heeft daarin gezien den wensen der kamer
om voorzichtig ten opzichte dezer kwestie to
handelen, ze zal zich dan ook onthouden van eeiiig
voorstel tot inmenging zoolang er in Egypte
.niet* plaat* grijpt, waarbij de eer en de belangen
Tan Frankrijk zijn gemoeid. De nieuwe
Kegeering, acht het vooral haar roeping de groepen
der meerderheid tot eendracht te leiden. De
zitting is gesloten geworden, nadat de Senaat een
ontwerp betrekkelijk belaiting-hcfütig ha l goed
gekeurd.
Het Lagerhuis heeft de amendementen door
het Hoogerhuis in de pachtwet gebracht weder
daaruit gelicht en enkele bepalingen door andere
vervangen. Men zag met spanning het besluit
der- L--rds over deze op&ieuw gewijzigde wet
tegemoet. Het is echter-gebleken, dat bet
Hoojgerhuis den strijd niet durfde voortzetten.
SalisJmry'.H aanhang in het liuis der Lords boog voor
do omstandigheden. Bij dien strijd heeft Salis
bury zeker meer geleden dan Gladstone. De
eerste ediyrit, er over te denken aan andere lau
den de leiding der oppositie toe te vertrouwen.
Het zou «en al te gewaagd stuk geweest zyn
om middju in de Egyptische kwestie een minis
terie omver 1éwerpen.
Gladstone heeft nopens de plannen der
engelgehe regeering met Egypte herhaald, dat een
vaste bezetting van het Nylland niet het doel
i). Europa zou dat niet willen en de beginselen
der regecring dulden zulk een streven niet.
De Keizeis van Oostenrijk en Duitschland
hebben elkaar weder te Ischl ontmoet; de
hartelykheiiMiet niets te wcnschen over.
Do Keizer aller Rus=en zal een bezoek aan
Kopenhagen brengen, daarna reist hu naar Weenen.
'Int groóte verbazing der duitsche liberalen heeft
de bisschop van Brenlau alle pastoor», die ker
kelijke iirabteu van staatswegen hadden ontvan
gen, gelaat hunne betrekking neder te leggen,
i>Üweigering zullen zy in den ban gedaan worden.
Allerlei.
BET ARTIKEL-MODDERMAN.
Liefde tot den eed, het kerkgenootschap en de
duif, schijnen de d n'e merkteekenen te zy n, waar
aan da Minister Modderman déwaro staatsbur
gers herkent. Deze drie staan hooger. dan elke
wet, hooger zelfs dan do .grondwet. Wie hen
makt, raakt het leven vau den Staat en des Hee
ren Moddermans hart.
Wij Nederlanden achten het duivenschieten een
onw.iardig vermaak voor den nederlandscllen adel
en wie rast hem verkeeren. De Heer Modderman
k-.'nrt het met ons af maar Z. Ex. gaat als
een ware duiven-zeloot oneindig verder. Hij roept;
het va Ierland .i» in gevaar.... geen wet die deze
snoodüeid keeron kan.... maal1 Gode zjj dank,
hier is meer dau de wet, Ik.... Modderman!
Da rumoerige historie van het verhinderen der
duivenschietery' kan alleen verdedigd.worden op
grond van het artikel-Modderman.".
Schier dn geheele Nederlandiche pers, (eere der
Nidddb. Ct. voor haar flinke veroordeëling) heeft
dut artikel-Modderman, in bescherming genomen,
eu al de nederlundscbe wetboeken doorgezocht
om te staven, dat dit vleesch geworden artikel
ook in den codex beschreven staat. Maar te ver
geeft. Mop zou alleen zijn doel kunnen bereiken,
door op de wtyte van don advokaat voor kwade
ea'cen, allerlei wetsartikelen by te brengen die
op nieU zoo weinig slaan als op het onderhavig
yecal.
Het behoeft niet gezegd te worden dat het
; artikel-Moddarman een vieemdo vertooning maakt
in onzen modernen konstitutioneelen Staat. Het is
daar geheel misplaatst en geduld, zonder protest,
Kun liet spoedig gevaarlijk worden. Van zoo'u
levend, onueschreven artikel kent niemand den
juisten inhoud, en het ergste van de geheele zaak
i* nog wel, dat wie er door getroffen wordt in
net minst geen kans heeft zich'recht te kunnen
?verschaffen. Het U vroeger in ons blad bij don
Btry'd over de kohieren reeds opgemerkt, wu mis
sen een puUtek-reohtelüke rechtspraak.
Indien do heer Modderman minister blijft zal
h n er wel aan doen een wet aan te bieden, waarbH
.het duivensehieten voor de pret" verboden wordt.
Maar de Kamer zal enkel haar plicht vervullen,
wanneer zij Z. Ex. zonder omwegen te kennen
?;eeit, dat het artikel-Modderman1^ in geen geval
Te.-J-jr moet worden toegepast. Vooruit teloopen
op 'k- Wtttgeving behoort, voor zoover wij weten,
n 10' onder de voorrechten Tan «enig ministerie of
niüiiate.'.
Amsterdam, 10 Aug. 1832.
Ifgnheer de Redacteur!
GÜkunt mij uit era groóte verlegenheid red
den gij, die zoo vau alle» weet, zult mij ook
wol willen raden. GÜmoet dan weten, dat ik
gedurende meer dan vy'ftig jaren het poeliersvak
uitoefen. lu al die jaren heb ik menige duif en
ander gevogelte gedood, maar nu heeft me die
proclamatien en de andere dingsighedt* over de
duivenschieters erg ongerust gemaakt. Wan^ iic
dood erg veel duiven, Ummen en wilden, en dat
wel aan den oprnbareu weg, dat wil zeggen in
myn winkel, meestal met open deur (om de lucht,
weet u) en in gezelschap van wal 9 knecht», allen
gewapend met messen eu ander moordt uig.
Mag ik dit nu niet val ik nu ook om zoo
to zegceu m de jachtwet of in da wet op de
voreenigiugen, of in ccne andere wet ? En daar
komt nog bü, dat ik buiten de stad een klein
lapje grond heb eu daar houd ik ook kippen
en kalkoenen tin och, ik zal 't u maar
eerly'k erkennen, ook duiven en konynen. En als
wij nu vele bestellingen hebben, dan g.i ik en
wy'ne zoons en mijn knechts er wel heen en dan
maken we daar dio dieren dood. Is dat
lapje nu jachtveld? jagen wo daii of zyn we dan,
om 't zoo maar eens te zeggen, to zamen tegen
do wet in vëreenïgd? Eu mag ik annonceren
dat ik alty'J vefiL-h geslachte duiven heb en
dat men, om dam- zeker van te zyu, bij dat
dooden bij mag wezen?
Ziet u, Mynheer do Redacteur, dnt wilde ik
nou wel eens van u vreten. Geloof niet, dat,
omdat mijn beroep meebrengt om dieren
tednoden. ik voor die duivenschietery -partij trek. In
tegendeel ik ben het eens mot den Mini-M1
vnu Oinnenl. Zaken die met een profetischen blik
reeds voor eeu paar maanden uitriep: Men moet
geen groots partij leed doen," l«at het nou een
groóte partij raenschuu of een grooto party die
ren zyu dat doet er niet toe, ja men moet
zelfs niet n duif leed doen, wanneer dit alleen
geschiedt uit pleizicv.
Ik begrüp ook best, dat de Regeer! ng die
Echietorij nie' wilde maar waarom heeft, zij dan ook
niet eerÜjk en rond gezegd, dnt. zg het zou
teg<-ngaan, omdat het tegen de overtuiging van do
natie was? Dat had iedereen begrepen en dan
was ik en de andere poelicrs gerust geweest
maar r.u er alle mogelijke wetten brjgehaald zijn,
die er toch eigenlijk niets mede te maken hebben
eu daarvoor uiet gemaakt zijn, nu schijnt het
wel voor ons menschen dat de Minister zelf niet
zeker is, dat hy' eiKcntly'lc wel recht heeft.
En dan die l'roclaniatieu! Ik herinner me noff
die van Willeiu I by de lielgiiche revolutie! Nu,
tof-n was dat' natuurlyk maar nu over een
duivenschietery! de kool wns de sop niet waard.
Waarom vooraf zooveel drukte met veldwachters,
gewapende macht, procureur-generaal, officier van
justitie, .burgemeester, geladen karabynen! had
die dnivenschietors stilletjes hun gang laten paan
en had dan na het eerste schot een veldwachter
procesverbaal opgemaakt en het verdere schieten
verboden, dan was . dat immers genoeg. Nu zou
best een oploop van volk hebben kunnen komen
maar dan was die niet door de
duivenschiem.iar door die proclamatie en die beweging
ontstaan. Die duivenschifters op zich zelven
nu die zij u waarlijk zóó schuldig uiet.
Zie mynheei- de redacteur, ik ben maar een
domoor, maar als ik toch eens zou meenen, dat ik
recht had iets te doeu en ik had dat zoo openlijk
gezegd, dau had ik me anders gehouden: ik had dan
door gezet, of nog beter, ik had na de proclamatie
van den minisier op mijn beurt ook geproclameerd,
dat ik nu niet zou schieten om me niet tegen de
overheid to verzetten, maar tegelijk gevraagd aan
den Minister met welk recht ny het verbood en
er op gewezen, dat in ons vrya landje niets ver
boden mag worden door den Minister, wat de
wet niet verbiedt, -Want dat, zou ik zoo zeggen,
is nog meer waard dau het leven van 500 duiven.
En zoo zou ik nog kunnen doorgaan. Myn
buurman de boeliverkooper zegt, dat de Minister
van Justitie er eigenlijk niets mede te maken had
en dat de burgemeesters moeten waken tegen
onzedelijkheid en dat ala do justitie 't alleen ge
daan heeft, niet omdat zy deduivenschieterümet
de wet strijdig acht, maar omdat zij bang wai
voor oploop bij do duivenschieterij, maar den op
loop had moeten tegengaan.
Nu dat alles weet ik niet, maar wat ik non
eigenlijk wel van u wilde weten mijnheer! mag
ik voortaan nog poelieren?
Uw dienstwillige,
«n.»
PS. Als ik het recht heb, dan is by die
geheole geschiedenis niemand er goed afgekomen,
behalve de duiven.
Wümeenen den geachten inzender geen beteren
raad te kunnen geven, dan, zoodra de ministrieele
strike" geëindigd is, eens op audiëntie te gaan.
Bet,
De dagbladen beratton:
Het Handtlsblad: -De exploitatie vin Tandjlng Prlok.
Eon kijkje in onze O.-I. Bezittingen.
Nituict Rotttrdaintelit CuuraM: Bsdiling t(J bwnd.
Het zwaartepunt van Je geschiedenis Tak."
Htt Vaderland: Een noodzakelijke herziening (regis.
ment van orde in do Kamer).
Midtltlburgtche Courant: Het Indische strafrecht.
jiinêlerdaniiclit Courant: Hot ondonteuninxahnda van
het Ned. Ondènr. Genootschap. Het T«stinjalel»el.
O fflciOele duisternis (in regeeriogszaken). De
Ecdaquaestle.
Dagblad van Ziiid-lIoUaiid: Tborbecka en de parle
mentaire miniitories. . .
Di Tijd: Over echryver» en goseuriftcn. Aphoriamcn
over de krisisson.
GlütsUBEJVTJEZ AH.EHT.
11ET YEHSLAG VAN DE KAMER VAN
KOOPHANDEL EN FABRIEKEN
TE AMSTERDAM.
>Wij staan wér aan het einde Tan een
vrij onbelangrijk jaar, waaraan in de geschie
denis een zeer bescheiden plaats mag worden
toegekend."
Aldus de aanhef van een verslag, dat ten
einde gelezen, tot een soortgelijke ontboeze
ming noopt, i Wij staan wér voor een ver
slag van de Kamer van Koophandel van de
eerste koopttad des Rijks, dat weinig zal
bijdragen om op de geschiedrollen van den
wereldhandel aan de daden van den
Amsterdamschen handel een eervolle plaats te ver
zekeren."
De oogst der feiten, ons in dit boekske
geboden, is schraal. Eén getrouwe
courantenlezer zal er niets nieuws in ontdekken. De
vraag rijst; wie leest zoo'n verslag.
Ongerijmd ware de andere: wie herleest het?
Tocli zyn er vele feiten, waaromtrent men
gaarne werd ingelicht. Men sla het tweede
hoofdstuk op (hel eerste worde aanstonds
besproken), de titel is, »Handel" en uit de
opsomming blijkt, dat men den goederen
handel bedoelt. Want dit staal op den voor
grond, eigenlijke handel is alleen de goederen
handel, die in geld of fondsen is slechts een
bijlooper. Deze nu mag er ook wel wezen,
maar slechts dun bestaat er reden lot
verheu^ing in zijn bloei, wanneer hij zich leent
ten behoeve van instellingen, welke werkziam
zijn op het gebied des i bundels." Men hcbbe
vrede met deze opvatting, o,'schoon het niet
duidelij'i is, waarom men zou moeten juichen,
wanneer de »handelaar" gelukkig is in zijne
transactie bijv. gebaseerd op du oogden en
voorraden van katoeu en onverschillig blijven,
wanneer zijn naluurlyk slechts genadiglijk op
de beurs getolereerde collega in eftoclen, zijn
slag sloeg in Aniarikaan-clie
spoorwegwaardon toiïgevolge van zijn goed! inzicht juist ook
met betrekking tot het vervoer van katoen
over do lijnen, tielker schuldbrieven hij aan
kocht.
Een andere bedenking immers van ernstiger
anid doet zich voor. De Kamer van Koop
handel is over de meeste artikelen zeer on
tevreden. Reeds in hel Eerste Hoofdstuk
las men: ».Met uitzondering van een paar
artikelen als tin, huiden en graan, waarvan
de prijzen een opwaartsche beweging volgden,
was de handel in de meeste stapel-artikelen
gedrukt en leverde hij groóte teleurstelling
op" en de overtuiging, die uit deze opmerking
spreekt, wordt successievelijk bij alle nrtikelen
herhaald. Zij schijnt wel deze, slechts wan
neer da markt rijst is er reden van juichen,
wanneer zij daalt., zoo bestaat er reden van
beklag. Niet, dat aan de juistheid dezer uit
spraak mag worden getwijfeld, de Kamer zal
wel gelijk hebben, het ongeluk is maar, dat
zij voor oningewijdcn totaal onbegrijpelijk
klinkt. Immers, blijven reeds dadelijk deze
vragen onbeantwoord: hoe kan een artikel
eeuwig rijzen, brengt een groole voorraad,
waarover toch geen schepsel zich mag be
klagen, niet noodzakelijk diling mede, ol
staat het belang des handels in zoo omge
keerde verhouding tot hel olgemeene belang
der gezamenlijke verbruikers 'l En naast deze
algemeene, staat de praktische vrajg, is dan
de handel u la baisse len eenenmale onbe
kend ter Amsterdamsche beurze?
Egyptische fondsen (men vergeve de voor den
«handel' misschien profane vergelijking) heb
ben een exemplairen druk ondervonden op
hunne prijzen en toch leest men in de
beursberichten van iQvendigen handel bij dalenden
prijs. De bedenking tegen het verslag van
den handel" is dus deze, dat men er niet
uitteert, waarom in 1881 niet rijker geoogst
werd. Trouwens van de handelsverbindingen
van den Amsterdamschen groothandel, dat
gene waarop ht£ toch eigenlijk aankomt, leest
men in het verslag niets hoegenaamd. Er is
gekocht en verkocht, door het Kanaal inge
voerd en uitgevoerd, maar voor wie, waar
heen en met welk doel?
Kortom, de Kamer zelve zal niet durven
beweren, dat zij in haar verslag eene geschie
denis van den Amsterdamschen goederenhan
del in 1881 heeft neergelegd. Wie het ver
slag leest z-ju, wanneer hij niet beter wist,
moeten gelooven, dat de groothandel bestaat
uit eenige speculanten in onderscheidene ar
tikelen, hierin overeenkomende, dat zij uit
sluitend a la hausse gestemd waren en dien
tengevolge onaangename teleurstellingen on
dervonden.
Hetzelfde bezwaar betreft het verslag van
den geldhandel. Hoe men over dezen handel
denke, niemand zal ontkennen, dat hij te
Amsterdam heel wat te vertellen heeft. Het
ware niet onbelangrijk geweest, wanneer de
Kamer had meegedeeld met welk cijfer het
aantal firma's in effecten gedurende 1881
vermeerderd is. Ook wanneer het verslag ons
had ingelicht omtrent het aantal posten door
de kassiers der groole firma's afgeleverd. Door
deze gegevens ware ons een blik gegund in den
ongetwijfeld verbazenden omzet in effecten. In
slede hiervan wordt ons alleen bericht, dal
de Kasvorecntging hare ontvangsten in Reke
ning-Courant maandelijks van 08 lot 84
milioen zag stijgen. Van de overige kassiers wordt
gezwegen, alsof de Kasverceniging een monopo
lie had. Daarentegen wordt ons als een nieuwtje
opgedischt, dat .de Bank difficieler was dan de
Beurs bij het aannemen van in beleening ge
geven fondsen. Alsof men het tegendeel ge
loofde, en niet veeleer had uitgezien naar een
overzicht der fondsen, welke bij voorkeur
in prolongatie-posten voorkomen. Spreekt
hel gerucht waarheid, zoo vormen de
Amerikaansche spoorjvegwaarden grootendeels de
in prolongatie gegeven onderpanden en heb
ben deze de staalsfondsen bijna geheel ver
drongen. Wie weet, oi wanneer dit feit in
het verslag ware vermeld geweest, de oplet
tende lezer niet in deze omstandigheid de
verklaring zou hebben gevonden van het hem
thans bevreemdende feit, dat in een verslag
over den geldhandel op een zoo levendige
beurs als de Amsterc^msche, de kolossale
Fransche crisis 200 goed als onvermeld bleef.
Of misschien was de lezer reeds gewend aan,
het geïsoleerde standpunt, waarop van het*
standpunt der Amsterdamsche kamer gezien,
zich de Amsterdamsche handel bevindt. Het
is alsof voor dit achtbare collegie de wereld
stad aan het wereldverkecr geen deel neemt
en wie niet wist, dat Nederland koloniën
heeft, een bezit misschien juist voor den
handel niet ten eenenmale onbelangrijk, zou
het uit het verslag der Amsterdamscüe kamer
niet leeren.
Naast misschien tengevolge van de onoor
deelkundige en schrale mededeeling der fei
ten biedt het verslag niets, wat zweemt naar
een belangrijke waardcering der gegevens
en onthoudt het wenken en raadgevingen,
welke den handel zouden kunnen te statte.
komen en zeker niet misplaatst waren geweest
in een verslag, dat zich over den
tegenwoordigen toestand beklaagt. Ten voorbeelde.
Men leze of liever late gerust ongelezen wat
in het verslag voorkomt omtrent
tweequestions vitales, de muntkwestie, die »het on
derwerp is van de voortdurende zorg" van
allen, die over het handelsverkeer nadenken
en de kwestie der exploitatie van een haven,
die tonnen gouds uit de Amsterdamsche
schatkist heek gevorderd.
Toch telt de Amsterdamsche Kamer te
veel intelligente mannen, dan dat het in haar
midden zou hebben ontbroken aan denkbeel
den, welke vcrwezenlljlH, den bloei van den
Amsterdamschen handel zouden kunnen be
vorderen. Waarom deze dan achterwege
gehouden? Bedriegt men zich niet, dan is
hiervan voor een deel schuld, dat de kamer,
in dezen de uitdrukking van eene door be
langhebbenden op het dwaalspoor gebrachte
publieke opinie, voor niets anders oog of oor
heeft dim voor het kanaal door de
Geldersclie vallei. To Amsterdam domineert nu
eenmaal hel noodlottige denkbeeld, dut het
zijn of niet zijn van den handel tusschen Y
en A m s t el aduingl van het al of niet graven
van een kanaal naar den Rijn in oostelijke
richting. Do boven aangehaalde eersle zin
snede vnn het verslag wordt door een tweede
en dorde gevolgd, welke het feit, dat het
jaar 1881 nop geen enkele grootsche en
liksche daad zijn stempel heeft gezet" aan
de aanneming van het wetsontwerp Klerck
toeschrijven.
Behoudens allen eerbied voor deze over
tuiging, schijnt toch de conclusie, waartoe
zij blijkt aanleiding te geven, en waaraan
zich het verslag medeplichtig maakt, onop*
recht en onverantwoordelijk. Onoprecht,
want het is duidelijk, dat de handel in lang
niet a'le artikelen zou vooruitgaan, wanneer
Amsterdam al door een beter Rijn-kanaal
met Duilschland ware verbonden. En wel,
omdat de hendel m;t Duitschland door hel
daar heerschendo protectie-slelsel wordt ge
drukt, getuige hetgeen op blz. 20 van het
verslag zelf voorkomt omtrent de tabak, als
omdat het gemis van een goede waterver
binding met Duitschland toch nooit meer dan
den handel en wel hoofdzakelijk den
transkohandel met Duitschland kan bcnadeelen. Mis
schien werpt men tegen, dat de Nederlandsche
handel voor een groot gedeelte
uillransito-handel bestaat. Maar juist deze feitelijk niet onjuiste
bedenking leidt tot nadere aanduiding vnn wal
een onverantwoordelijke methode in het verslag
der Amslerdamsche Kamer verdient téheeten.
Indien hel waar is, dat de Amslerdamsche
handel grootendeels doorvoerhandel en de
aanneming van het wetsontwerp van den
minister Klerck een blijvende belemmering
voor zijnen bloei is, dan wordt het hoo»
tijd, dat zij, die het met den handel goed
meenen, plannen beramen en denkbeelden
opperen, ten einde dien handel in eenander
meer vruchtbaar spoor te leiden. Niet aldus
de Amsterdamsche Kamer. Hare gemelijke
opmerkingen over de Kanaahvet besluit zij
met den raad en do belofte een afwachtende
houding aan te nemen.
Dit oordeel over den arbeid der Amster
damsche Kamer kan geen aanspraak maken
op nieuwheid. Reeds meer dan eens werd
het over de jaarlijksche vrucht der Kamer
uitgesproken. Laat ons hopen, dat de uit
nemende mannen, die Amsterdam en hare
Kamer van Koophandel telt, niet langer vrede
zullen hebben met een verslag, dat veel kans
loopt, op geen anderen grond door zijne
stellers te worden verdedigd, dan deze, dat
geen zijner voorgangers er beter heeft
uilpezien. Laat de wensen niet ijdel blijken,
dat de Kamer van Koophandel van»de" stad
waar toewijding aan 's lands welvaart de edelste
en besle krachten in hare dienst heeft, zich
eindelijk eens aan de spits stelle eener krach
tige beweging ter opsporing der middelen,
welke kunnen strekken om den vaderlandschen
handel te bevorderen. Wij tellen in ons land
vijf Universiteiten. Aan juristen, theologen en
wat dies meer zij, za! het voorloopig niet
ontbreken, maar waar zijn in ons
handelsland de kweekscholen, om iets te weten te
komen omtrent de zoo schromelijk ten onzent
verwaarloosde wetenschap van den handel?
Wij kennen bonden van theologen, tien voor
n, waar jaarlijks godsdienstige vraagstukken
worden verhandeld. Ook komt op gezette
tijden de Juristenvereniging samen om ter
verbetering der codificatie den wetgever het
spoor Ie wijzen. Maar waar vergadert de
handel? Waar wordt de materie bijeenge
bracht, welke zij niet kunnen ontberen, die
middelijken of onmiddelijken invloed op den
bloei des handels moeten uitoefenen? Waar
worden de mededeelingen verstrekt of de
wenken gegeven, welks benuttigd of opge
volgd belemmering van den handel voorko
men en hem een betere toekomst zouden
verzekeren dan van het zich blind turen óp
den transito napdel met Duitschland Ie
wachten is? ?
Wie aan de laatste stelling nog twljfele,
neme bijv. de Engelsche Economist van 29
Juli jl. ter hand. Daar leest men een en an
der omirent den handel mei China. Hel be
drag van de tonnenma.at der schepen, welke
gedurende het jaar 1881 in de traktaat-havens
zijn binnengeloopen en uitgeklaard wordt
aldaar opgegeven 16,640.278 Engelsche ton
nen te beloopen, terwijl dit cijfer in de laatste
jaren voortdurend geklommen in 1876 niet
hooger was dan 10,226.421 tonnen. Het aan
deel der nationaliteiten wordt mede in dien
staat opgegeven en volgens dezen neemt de
Engelsche vloot voor 6^1/4 pCt. aan deze
tonnenmaatdeel. De resteeretrde percenten £ljn
verdeeld over Amerika, China,
Frankrijk,Duilschland, Japan en andere volken. Deze
andere volken verschijnen er voor + n/^pCt.
Welk deel de Nederlandsche vloot in dit
treurige restantje heeft, wordt niet gemeld.
Toen wordt de.mededeeüflg besloten met
de opmerking, dat er in China nog gelegen
heid bestaai lot handel drijven, daar het ge
zamenlijke bedrag der in- en uitvoeren er
nog geen 2 shilling per hoofd bedraagt op
een cijler van 450.000.000 Inwoners.
Dit voorbeeld ware met ettelijke te ver
meerderen, want wie zal loochenen, dat er
voor den vaderlandschen handel, mits de blik
onzer handelaren verruimd en hun onder
nemingsgeest door geene verkapte bescherming
langer worde uitgedoofd, op Gods groole
wereld nog heel wat te doen en heel wat te
verdienen vall?
Do Kamer van Koophandel to Amsterdam
politieke rancune ter zijde stellende en ver
gelende wal achter haar is, make voortaan
haar jaarlijksch verslag dienstbaar aan de door
mededeeling van feiten overtuigende verkon
diging van dit handelsevangelie.
Anlonio.
In het jongste No. vnn de Spectator, komen
voor onderstaande Amstelodamiaoa.
Elodoa Amstelodamonsis.
Geen Cnnadaa«cho waterpest,
Bedierf, o Awstelstud, uw grachten!
Maar 't waubeheer zóó lang te wachten
Tot enkel modder rest,
En ce in verstrooidheid vau gedachten.
Uesluit: Ja, nn ia dempen 'tbeit!
Do Veroordeelde Hoogesluis.
Breek af uw eentje Hoogesluis,
Bederf uw fniaiate stadsgezichten,
Zoo Itnn u eens de nazaat richten:
Hoe blind ge waart voor 't schoone in eigen buit)
1882, Palainedcs van Aematol.
UIT DE MAASTAD.
Ik zou mijn geachten collega, den gewonen
schrijver der brieven uit de Maasstad. kuoDen b 'Dij
den, om zyn goed gcstarnte dat hem oen wijle
een uitstapje naar buiten vergunt, ware het niet,
dat mU daardoor de vereeronde taak te beurt
valt tijdelijk zyn plaats in te nemen. Zoo
goed mogelijk meld ik u dus een en ander
omtrent de handelingen vnn onzen gemeen
teraad. Werkelijk heeft die achtbare verga
dering ook heden weer heel wat afgehandeld.
lu de eerste plaats stelde zij de instructie vast
voor de speciale commissie geroepen om 3. en
\V. bij te btaan in, het beheer der
pcmeenteciKendommen op Feijeuoord. Volgens het
voorEtel van O. en \V. zal die commissie tot taak
hebben B. en W. te dicneii van advies ' rutrent
nlles wat betreft het in gebruik geven, verhuren,
verkoopeu en exploiteereu van do inrichtingen en
het toezicht uit te oefenen op het beheer van die
inrichtingen; tevens zal zij bevoegd zijn om uit
eigen beweging voorstellen te doen. Verder kan
naar de meening van B. en W. zich de werkkring
van die commisiio niet uitstrekken. Volgens art.
54 toch dor gemeentewet konden B. en W. het
hun ongedragen beheer over
gemeente-eigendommeu niet overdragen en kon dus aan de commis
sie geen zelfstandig beheer worden toevertrouwd.
Over de vraag naar de bevoegdheid der
commi-ie liep in hoofdzaak het korte debat, hetwelk
de ongewijzigde aanneming van het voorstel vau
B. en "YY. voorafging.
Onmiddeiyk daarna werd tot de benoeming van
de leden der commissie overgegaan. Daartoe wer
den gekozen de heeren van der lloevon.Phüippi,
C. M. Viruly en Van Stolk. Voorzitter van de
commissie is een lid van het Dagelyksch Bestuur.
En daarna, het aangename aan het nuttige pa
rende, zette de Raad den eersten stap op het gebied
van kuusrprotectie. Met nlgemeeue stemmen op
ilc'üua schonk hij napieljjk goedkeuring aan het
voorstel tot de uitgifte vau grond in erfpacht
ten behoeve van den bpuw van een nieuwen
schouwburg, 't Moet gezegd worden, dat de
eerste stap een inke stap is, want niet slechts
dat de afstand van den grond in erfpacht een
waarde vertegenwoordigt vau f 100,000 maar bo
vendien U er in de voorwaarden, waaronder die
afstand plaats heeft, ook voor gezorgd, dat de
schouwburg waarlyk blijvo een plaats van
gewenschte uitspanning voor het volk. Ik hnb daarhy
het oog op het voorstel vnn den heer Ebeling om
te bepalen dat jaarlijks doorliet aan deu
Schomvbuig verbonden llullandsch Tooneelgezelschap
zes volksvoorstellingcn zouden moeten gegeven
worden tegen in overleg met B. en \V. vust te
stellen Inge entreeprijzen.
B. en W. hadden dat denkbeeld overgenomen.
Toch was er een groóte onbillykheidaan verbon
den;.- hoe aanbevelenswaardig op zich zilve, zal
die voorwaarde zeker dvukken op do eventueele
Directie van het Hollandsen tooneel, terwijl toch
ook de Duitscho opera, voor welke bovendien
veel grooter behoefte aan ruimer lokail bestaat,
van de nieuwe stichting profiteert. Dtzs nu geheel
van dat servituut te ontheffen ware onbillijk, zooals
in een ingezonden artikeltje*!» de N. Iï. Ct. van
heden werd aangetoond. Geheel in den geest
daarvan deed dun ook de heer Ebeling het voor
stel om de bedoelde voorwaarden zoodani" te
wijzigen, dat niet het Ilollandsch Wioneelgezel-chap,
maar de aan den schouwburg verbonden
tooneelgezelschappen die volksrooi'ttcllmgcn zouden
hebhen te geven. Uit do toelichting vin don heer
Ebeling bleek boveudicu dat het de bedoeling
i?, dat. het, Hollandsen tooiieolgezelschap zoowel
als de Duitache opera in geljke ma o tob dit
middel tot volksuitspanning zullen bijdragen.
B. en W. namen dit voorstel over evenals et*u'
ander van den heer van Slolk om in art. G
uitdrukkelyk te bepalen, dat het gebouw steeds het
karakter van openbaren schoiuybnrg moest behou
den. Gelieve op die byvoeaing wel te letten;
de heer van Stolk toch was beducht dat do
Vereeniging BotterdamiclièSchowclturg eenmaal in
den gelukkigen toestand zou kunnen komen, dat
ze baar ledental zjó z'et toenemen, dat ze het
niet meer noodig acht voor het publiek voorstel
lingen te geven, maar dat haar ledcu er zich toe
kunnen bepalen onder elkaar te spelen".
Dezelfde vrees dat de schouwburg liet karakter
van openbare, voor ieder toegankelijke instelling
zou verliezen, gaf den heer Van Stolk tot een
ander voorstal aanleiding.
HH wilde namelijk bepaald zien, dat zoolang
de Jilott. Seh. Ver. het voordeel van een
goedkoope erfpacht zou genictjn, zij zich voor haar
leden en obligatie houders geen bizoudere
voordeelen mocht voorbehouden tegenover het groot
pnbliek betrekkelyk; het be-prekcu vau plaatsrn.
Daar echter juist dit als ecu 'der voorrechten
van die obligatielening werd beschouwd )i«r> men
gevaar, zooals de Voorzitter en de heer Ehcling
aantoonden, dat de ioschiijveiB dier leening zich
zouden terugtrekken en dan kan men weer vau
meetaf beginnen. De heer van Stolk duchtte echlvr
dat govaar 'niet, do iiHchrijvers van die Icenintf
waren -de veteranen <! u' kunst" en Inveiilicn
had de Sch. Ver. verklaard met wijziging lor voor
waarden genoegen te zulltii nemen.,
Slechts leden wareu het echter met deu heer
van Stolk eens, 19 verklaarden er zich tegen.
waarna het geheel werd aangenomen met. 2J
stemmen tegen l, die van den heer vnn Stuik.
Ware ik niet beducht te veel van uw
p'aa'sruimte te vergen, dan deelde ik u uitvoerig rnue
hoo dr. Sleurs het onvoldoende aantoonde v.in
het onvolledige voorstel van B. en W. tot ver
meerdering van de reddingsmiddelen bij brand.
H| wees op het veranderd karakter der
No. 968
branden; die, fflser»nde«l« door pttrofaun ont*
?gaande, meer rfevaar voor wstiMking. d4n voor
verbranden opleveren, wurbjf, door den petro
leum walm, in de m*este gevallen de trap niet
te Beniken was. Daarom moesUn spoedig rappe
gisten met denö<xUger*ddingsmidd«l«naanw«iJg
KÜu om da uiet verstikking bedreigd* bewonen
lang* daE of veoiter In de open luchtte brengen.
ion dien ejson kon door bel dei naohU op het
Kerkplein te itutloneertn wagentje met paard «o
manschappen en reddingsmiddelen niet volkomen
worden voldaan meende dr. Sleurs terecht. Toch
wilde hy z^jnsteui aan dat voorstel niet onthouden,
uit dan ook werd aangenomen, nadat over en
weer voor délooveelite maal de activiteit en de
goede geest onzer brandweer was geconstateerd.
Zooaïs ge weet wachten we hier nog altijd de
oplossing der oaa-quaeatie. Mogeiyk dat een be
den by den Baad ingekomen venoek van een
te Amsterdam gevestigde electrioiteits-maatscbappU
weer wat gang in die «aak brengt In elk geval
kan het door B. en W. uit te brengen
praeadviea op het verzoek van overgang tot d«n aanleg
vnn ouderaordsohe geleidingen in gemeentegrond,
aanleiding xtyn tot een vriendschappelijke inter
pellatie ; zoodoende kon bet electrisch licht ons
mogelijk eeeig licht verschaffen omtrent bet
ga»licht. ? H. Y. I?«
Rott. 10 Aug. 1883.
(UIT DE HOFSTADi
Ko. 105.
H Uitgaan, doeh niet van Glanor; t
Toorloopig thuisbleven van Flanor, rn
tusschen do droppels over koetjes en kalfjes.
Och! we moeten hot er maar voor houden,dat
wu in een zachte wintermaand zijn, in plaats van
oab(j de bondsdagen. Welk eene rchsxie of dat
ongunstig weder, vooral aan Scheveninffen berok
kent, merkt men bühet eerste bezoek aan die,
EOO hard ah oen hollend paard kan loopen,
nchteruitKaando badplaats op. Een blik in den PeM
Courier de Schcveningguc toont oau hoe klein
het getal voorname vreemdelingen is, en pynlnk
is 't zeker dat Het Vaderland ons 't bericht
bracht, dat de hertog en do hertogin vnn Coburg,
benevens de prins van Coburg en de Prinses van
Coburg, geb. hertogin van Orieans niet te
Scheveniuuen maar te Zandvoort waren aangekomen.
't IR inderdaad to wenschon, dat er geen
buitenlandscho liefhebbers-badhiiiskoopers in dezen
treurigen tijd en ellendige badhuis-exploitatie
opdageu.... zy zouden spoedig medelijdend over
zooveel verwaarloozing van groóte belangen, af
trekken met de hand op den zak.
De Gemeenteraad schijnt een vnurwerkje om
de 14 dagen voldoende te-vinden .... de vreem
delingen, dio er andera over denken, worden een
volgend saisoen niet meer dufcs, waarschuwen
bun vrienden en zoo zal en die tijd is niet
ven o meer het met de badplaats gaan.
ovennis met haar wandelpier in zee .... men hoort
er niet meer over praten. Een ding is jammer,
dat do plichtvergetondo raadsleden door de bad
huis dépréciftVie niet geldelijk getroffen wordea,..
geen aandeelhouders zyn. maar do toch reeds pp
zware belastingen zittende, neringdoende ingeze
tenen en ambtenaren. Zij, die equipagea hebben
en lusthoven buiten, verlaten de gemeente,
vrfvgen toruggnvo van hoofdelijken omslag en genie
ten des winters met volle teugen van opéra en
comedie, waaraan zij. door tusschen de naden
van het net door te kruipen, gebruik makende
van een wetaonvoUedighcid slechts over. een tijd
vak van enkele maanden betalen. Jhr. Mock,
geef dun strijd niet op, en toon u by vernieu
wing weer kampioen m 's Raadsvergaderzaal,
tegen die grove onbülijkheidl
De eenige goede dag welken deze maand nog
opleverde, kwam, omdat het da tweede was,
Bcheveningoüdes avouds niet ten goede, want de
duizenden en duizenden, door groóte aankondi
gingen verlokt, van heinde en verre toegesneld
begaven zich naar 't Haagsche boscli, om van de
illuminatie ter eere vau Hare Majesteit ontstoken,
met open oog en volle longen te genieten, met
vatwalm en benauwende vergunningsdampen in
cluia.
Welk een zich' naar d« Koniogtbrag voortbe
wegende menachènmpfsa! Hoe kom ik er door!
Zijn ze dat non w?" hoorde ik een niet-Hagenaar
aan een tochtgenoot vragen, terwijl hij in stomme
verbazing stil stond voor de beruchte
opschbruglantarens. Ja Kees, maar ze willen óók mee doen
in de limmenatio, want 'k heb gelezen dat de
stad de twee earsto en het Domein bestuur de
verlichting van de twee achtersten betaalt, die
nooit anders als met groóte feesten worden aan
gestoken, 't Lnnd moet op de klfintjes passen!"
Lachend verdwenen diu twee ooi ly ken uit het
bereik van mijn, oor... En zoo worden we steeds,
zelfs door weinig ontwikkelden uitgelachen om
de flaters, bepnan door beu, die meenen tot de
neer ontwikkelden to bohooren. Ijdelheid der
ijdelheden l
Atv n 't einde der breede laan trok een Chinecsehe
of .lapanscho . tempel aller aandacht, en de
ontvirevper ruo'-ht voldoening smaken van zijn pagode,
vrnmtoe do Chineesclie tuin van Mnassuii bcm
ongetwijfeld itiBpireei de, en sterk verdenk ik hem
dttaruit. eeui#e lantarens geleend te hebben, liet
LVemelsuhi wapen zag er zoo verschrikkelijk uit,
rtat 'c zelfs voor eeii groot men«h was om bang
te worden van al die draken-poten, armen,
klauwen en becrien. 't Geleek evenveel op 't
Uernelcche Rykswnpen nis het
poffertjeskrnamprantjtt op 't catalogus titelblad van
Amstulstiiuioijticum zulks doet x>p dat van onsen Koning.
\Veteu déraenfchen dau niet beter of houden ij
zicli van de gekken V De verlichting van de
SocicteUtent was inderdaad prachtig. Een tegen
'c zwaar geboomte afstekend vlammend paleis
met zijn coquctte torens, nissen en kanteelen wns
nangriipeüd schoon, en 't verwondvrt: rna niot,
dat de van de 'vijver-omwandcling vermoeide
lcd«n van de Tent, lot namiddernacht in de
nabijheid bleven van deze, met smaak en verstand,
ontworpen feestverlichting.
De vau Stads , alias Gcmeente-wege gemaakte
illuminatie in 'c Bosch zelf. was op verre na niet
zóó mooi of sierlijk als büvorige gelegenheden.
In plaats van, zooals vroeger, de duizenden
vetpotje' bpogggewijze lanzs den waterspiegcil van
de vijvers te bobben 'aangebracht, door een
beweegbaren spiegel als cirkels, weerkaatst, had men
nu langs de wandelpaden guirlandes geslingerd,
die alles behalve 'teifcct muak>en, 't welk men er
iich van had voorgesteld. 'tPièce de résistance
van 't feest moest een gezicht verbeelden op de
IJszee; bij 'on- 'of maanlicht, dat weet ik niet,
omdat ik het tiiet zag en velen met mij.
\Vel stuud ik in twijftletid hoofdknikkend to sta
ren op een breedea verlichten gordel... zoo iets
als de^dierenrietu net een grooten uitwas, maar
van ijsbergen met beeren er op zagen we niet*.
Later hoorde ik dat nl die verlichting om de 8
of 10 minuten nog erger verlicht werd, en dat
men wd verzuimd had snilks vooruit bekend te
maken, doch dut zH dio zich niet spoedig' van de
brugleuningen konden losmaken, 't erg mooi
hebben gevonden. . ? ' .
Verleden jaar wees ik «r in dit blad van den
7den Augustus op, hoe men by de illuminatie
vnn toen de brngleuningen een paar dagen te
voren had geverfd. Na had men te mteerd,
hefteen terecht door het Dagblad een laffe kwa
jongens streek werd genoemd. We hopen ter
wille 'van 'heeren- en dameskleederen, dat bat
Domein bestuur zich dan ook bjj verdere feesten
onthouden /Ml van dun val wat-ml U kra-wn
maatregel, om net volk het pak de leuning" of
te leeren. { , % v*
Uet zoo beleeft gedwui verwek onr.rwWr en
Unit» te wandelen, werd, }>oeveel moeite de t)vV
nae, aan" oe brwuren aepkatite agenteg,
daar«oor
'k Zon ook wénichan voor te stellen dat bet
gemeenUbestuur ter wüle vin hen, die de f 1500
en BOB wat koctende illnminaüe betalen, en de
vreemdelingen, die V*n de Schelde tot de Aa over
kwamen, niet meer op verrostlngen cal onthalen
en in 't -vervolg bekend «al maken, dat men
om het mooie stuk" te zien, zicb eenige minu
ten getroosten móét om in VB gedrang op de been
te bhjven.
"k Sta voor de waarheid niet In, maar men n!
me, dat onse begaafde ytechuder Apol zich reedi
dagen te voren op 't voorurtiioht verlekkerde, om
nagemaakte ijsbergen, die 't hem geveven wuop
zijn tocht met de Wiüem Barendu m natura to
zien, bier in 'tBoecb, fantastUcb verikhtnagebootet
terug te vinden. Ook luj zag, even als zooveel
duizenden die den «teerden leuning mei hadden
gepakt, niets van al dat moois.
En .wat 't zon 'tl" zegt men in Alkmaar en
omstreken. Kunnen al die teleurgesteldon zich
niet verlustigen op z(jne schoone Winters, waar
van het konikljjk genootschap van Ned. Aquarel
listen, op d« thans in de Gotbisehe zaal gehouden
tentoonstelling er twee te aanschouwen geeft?
'k Stel me voor op deze verzameling van kunst
producten de catalogus telt 199 nummers
gepenseeld door waardige beoefenaars van de
beroemd gebleven oude school, later terug te
komen, wier richting door ware kunstkenners zal
blijven op prijs gesteld, trots de pogingen door
of vanwege bet tegenovergesteld genre, de Im
pressionisten" aangewend, om to blijven getuigen
afbrekend te zgn ten einde eigen roem to erceeren.
De N. R. Ct. en het Dagblad gaven over die
tentoonstelling ' reeds een verslag. Over 't
eeritgenoemde spreek ik later, terwijl het Vaderland
die belofte onmogelijk maakt. Van dien kant
zult gy ze heerlijk op zien dagen" en ook Flanor
stelt zgn oordeel uit en draagt het over aan
Spectator. In bet no. van den 5n dezer toch zegt
hu onder zone Vïugmarcn: 199 teekeningen,
zeer uiteenloopend van voorstelling en behande
ling, fraai, in'croMant. Ik laat daarvoor verder
het woord aan do Spectator, op het oogenblik
is het de zaal, waar zij tentoongesteld eyn, die
de aandacht ceer trekt.
Oh! Groóte Arabi! Oh! MahomedüAls of
men niet wist dat Flanor" even goed Vosraaer"
was, als de kunst Criticus in Spectator" Flanor l
Akelig naïf, maar kinderachtig tevens! I Nn, en
gij zult 't zien en ondervinden" dat Spectator"
spoedijj deze tentoonstelling bespreken en in
vergelijking brengen zal met den heden
geopendon dubbelganger (was 't maar zoo !) in 't Gebouw
der Academie van beeldende kunsten alhier,
waarin de godinnen in 't frontespies te groot zijn
en niet anders als bukkende door de te kleine
deur het Heiligdom kunnen binnengaan,' waarin
de muzen trooncn willen l
Hier cal hom warmte van toon *? lekker
gepenseelde beelden breed opgevatte
insniratien verkwikken, ginds in do Gothische zaal
mets van dat allos -- knutzehuirs, toekenaars
-- b ud op, dat !> reeds te mooi!:
En hoo vat Ftanort do kunstcriticus, zQn taak
op? HU zegt oVer eene Aquarellen-tentoonstel
ling niets anders als hetgeen hierboven werd
aangehaald, en levert daarna eene beschouwing
over de zaal, haar betimmering, vensters en be
toogt verder de wenschelijkheid om den tuin,
waarin zich die Gothiiohe zaal bevindt, te be
stemmen voor openbare wandelplaats. Ingenieus
gevonden, maar niet nieuw l
't Spreekt van zelf, dat ik mij hoogst vereerd
moet cevoelen, eu 't ook doe, dat eene sommiteit
als Flanor, wel zoo vriendelijk was om Juist
datgene van mij, niotigen Pcnkrasser, in zijne
Vltiymaren over te nemen, maar in andere woor
den als ik reeds weken geleden in die
Vlngschriftjes voorstelde, gevolgd door do bepaling
yan B. en W. waardoor die tnin reeds des Zon
dags opengesteld werd voor 't publiek, maar
en de heer Flanor houde 't mij ten goede -en
zal naar ik hoop m(j ook do opmerking niet in*
peperen," dat als hij met zulk een oud«n kost
de Spectators lozers gaat trachten to voldoen.
dat 't don ook beter is om zijne Vlugmaren,"
die eon maand te laat komen en meer, maar na
te laten of voortaan Laat ma r en" te noemen.
Met belangstelling ziet het kunstliovend publiek
de critiek van Spectator te gcmoct.
liet -Vaderland van hedenavond zegt er bij
voorbaat reeds van dat alle genres bc/talce
'tslech'e jsyn vertegenwoordigd. Verstaat men
b, v. door 't nleclito genre" dat der niet
impressionnisten? Dat zou te kras zijn !! Bles, Apol,
Verveer, Deatrée, v. Deventer, 11. ca M. teiiKuto,
de Ranitz, Stroebel, Vrolyk en zooveel aud^rcu,
met Rochussen voorop, toonden ons 't tegendeel,
door den roem dit) hun deel reeds werd in nooit
meer kan ontnomen worden, nitnurlijk niet dom1
hen die reeds eindigden waar zij eerst begonnen.
Eon ding tlechte betreur ik in dozen tij. l van
adntiration mutuellu", namelijk dat or op de
tentoonstelling der nieuwa richting uiet een tweede
.Won werman is vertegenwoordigd, met de voor
stelling eener Anweonc. We zouden itnn kannen
oprdeelen of zo door Flanor of Sjtepttttor al dan
niet op of over het paard werd getild.
'sUaSe, 10,8 'A J. A. de Bergh.
KIJKST.
SERGE PANINE.
oelinff van den schrijver met dit drama
il etalüulijk Mevrouw l)e* varennen U het beeld
eener vrouw, aan wie het leven tot taak 'heeft
gesteld, wat .in den regel door muntten wordt
volbracht. Z\j ontwikkelt kracht. n<iar krui*. Eon
zaakje in meel en graan en de verbeelding der
toeschouwer heeft vr\jheid dn jonggehu wJe nchter
een winkelraain vol krentebollen en ka-latjes ie
plaafaen haar nagelaten door een
vro*ggaitorven echtgenoot, boeit zij uitgebreid tot van ha*r
naam een roep van rijkdom is nitoagaan, die
doordrong tot ae ooren van een adelylten schurk;
en baar aldus ten vloek werd. Geen hinderpaal
dien zij niet wist te vellen; en naarmate haar
schatten toevloeide, steeg ook in aanzien en ach
ting haar naam. Met al den trotschen en
ferbiodwaardigen hartstocht waarmede mea mannen
verkleefd ziet aan een naam, dien t$ tot
roemvolle vermaardheid hebben gebracht, ie Mevrouw
Desvarennes gehecht aan den hare. Dikwijls is
de kamp haar zwaar gevallen, maar de vrucht
der zegepraal, de pnbesmette en gevierde naam,
baar slechts te dierbaarder. Uet leven s voor
haar geweest een oefenperk van deugden : een
scherp verstand, een alomvattende en diepdoor*
dringde blik en een stalen wil.
Haar ook ie tij onovertroffen in goedheid en
milde witheid in haar eigen geslacht, gelqk z#
de schoonste gaven vereenigt van het andere.
Haar geestkracht is in volsehoonen samenklank
met i/elijker deugden. De- moeder leeft naaet
de- vrouw van taken. De belangen van honderden
gaan haar !?* harte ; maar voor haar kind kiept
dat luwt er jiiet minder laide-om. Het H M&S
'
bet nimmer ultgebluscht* vaar dern
edefde w»jtennn«iliK-Ma edele «n *"*"
gavea<op.3en pkot* léft doea melten, «a haar
" eèta wóndbtre pftk gelaten, waardoor
-brt leren »If w«rdtbedre4*
n iwrkbeid is baar deel: gepbutt
_ ..,_ hare dochter Si sQ de mindere; de
kracht van een wil die lieeds allen te sterk bleek,
ind tegen «ene bede Tan boor
twintigHaar tegénétu^ wordt opgelost door
,w?HMH, THte en wel óterwogen plannen
uitgewiwht door een kut, Dit stelt de vruchten
fan een reren, ala er «een beter besteed kan
worden, in gevaar: ajj m buiten machte de
toeJcomBt te Tetzekeren Tan haar Und. Wat hebben
'jaren arbeiden*, wat een opvoeding, waaraan
geen schatten Tan toewijding en zelfverloochening
zjjn gespaard, gebaat, wanneer in de beslissende
ure de bond, die deze kostbare levenibulk ge
stuurd heeft door branding en stormwind, te
zwak blg'kt om tot in de veilige haven bet roer
te blüven omklemmen?
Micheline, van Mevronw Desvarennes de aan
gebeden dochter, U zoo goed als verloofd met
den man, die ook de keise is barer moeder.
Zonder geld, besluit hu «etensehappeljjken roem
na te jagen, om Mich<dÏD« banaan te
kann**aanbiedenTdie den ban watrdltf ie. Ht>*tt»«t in
zyn verlangen, want hij ondencbeidt zwh op een
gevaarvolle ontdekkingsreis. Zijne lauweren legt
by aan de Toeten der geliefde, om een heerhjker
belooniog te ontvangen.
Doch do wól-vcrdiende, zaligende beker wordt
hem uit de handen geslagen vóór hjj hem aan de
lippen heeft gezet; en gespild de pry*looze in
houd door een ellendige: Prins Serge Panine.
Panine i« eeu dior verataudelooze menschon wier
blik slechts de oppervlakte der verschijnselen be
schouwt, en wieu armoede derhoivo die aroobte
ramp en rijkdom bet hoogste geluk dankt. Om
«ion, dit geluk te verschonen dingt hij naar de
hand van Micheline, de erfgename der miflionnaire.
En hy is zeker vnn zyn zaak: want van zyn per
soon gaat een betoovering uit, waaraan geen
vrouw kan ontsnappen, eu waartegen grijiheid
een onvoldoend wapen is. De eerste minnaar
wordt uit bet hart der ma-vgd verbannen, en keert,
to laat gewaarschuwd-, alloen terug om den ander
op het toppunt zijner weuschen te zien.
Men dioni toctegeven dat een Eerste Bedrijf
hetwelk ons met deze personen in kennis stelt
en van deze gebeurtenisten de voltrekking te
aanschouwen geeft, de voorbereidende taak niet
licht opvat.
Toch is dit bedrijf zeer mat en maakt het 'een
onbevredigender! indruk. Bjj de eerste voorstel
ling, tóén slechts aan een enkele het verhaal
bekend wai, werd het eerste bedryf zeer koel
ontvangen en de stemming van het publiek op
een, gevaarlijken proef gesteld.
De reden is niet ver te zoeken.
Wij K! - da handeling, die ryk ia aan inciden
ten, plaiun-grijpon zonder dat onzehejangvtelling
voor de betrokken personen beboorlgk is opge
wekt. Wat zij doon en zegge a is ons volmaakt
onverschillig, want zy zyn ons geheel on al on
bekend. Hot is ons alsof wij door eon kijker
eenige groepen begluren die mst levendige ge
baren «ich Tjowegen, maar waarvan wg de
gepprekken niet kunnen verstaan. Evenals voor
een doove het algemeen* onderhoud verloren
gaat en slechts het koude spel der gebaren
overblgft, veroorlooft dit bedrgiden toeschouwer ZQD
onpartijdig standpunt in bezit to houden, en waar
geen aandoening wordt gezaaid kan de
tooneelschrijver niet hopen belangstelling te oogsten.
Uit enkele woorden en uit sommige trekken in
de Utere bedrijven "blijkt'fcet doel van een
diohter zooals bet .kortelgk is geschetst, en bet is on
danks de onvolkomenheid waarmede dat dool
wordt bereikt, dat de opgang van het stuk ten
onzent schier even groot is, als te Parijs. Immer»,
hoe rgk ook aan gebeurtenissen, aan toelichtende
voorbereiding ia het eerste bedrijf zeer schraal
De ongelukkige vrijer naar Micheline, Pierre
Delarue, wordt met een uiterst onbetcekenende
verklaring door haar aan den dijk gezet; in een
oogwenk Mevrouw Deavarennes, die hier voor
het eerst handelend, zy het Igdelgker wijze,
optreedt, bewogen zich in de zooeven plotseling
tot a._nd gekomen verandering te schikken niet
alloen, maai 3Y»n snel hare toestemming te geven
tot het huwebjk met d<"n prins. De laatste treedt
te voorschijn en drukt K'cheline in zyn armen.
Een oogenblik daarna beduidt L.M e,on pleegkind
vau Mevrouw Devarennes, voor wiot..J«'i eOu be
antwoorden haitstocht koestert, dat rgnOpmbem
een voldoende vergoeding dunkt voor haar
grenz*looze liefde; en dat het denkbeeld een vrouw te
huwen die hem onverschillig is, ruimschoots wordt
vergoed door het vooruitzicht in haar bruidschat
zijn levensdoel te zullen bereiken. Door deze
mededeeling tot wanhoop gebracht schenkt de
versmade, Jeanne Cernay, hare hand aan een oud
achtig heer, een vriend harer pleegmoeder, Deze
korte inhoud doet ten duidelijkste zien.wat aau
de zoo onmisbare voorbereiding ontbreekt.
Is mevrouw Desvarennes inderdaad het1, beeld
van geestkracht., die enkel tegenover haar dochter
te kortsehiet? Wat -wij er vau gewaar worden is
alleen de laatste zwa'<heid; dat wij haar te be
schouwen hebbeu nli de eenige, blijkt uit weinige
verspreide volzinnon, die fen eenenmale
onvoldooude zijo. om den indruk, door do handeling
teweeggebracht, te wgzigen. .
Is ficrgc Fiinin*, wezenlijk de tooverprins"?
Ja, Jeanne ea Miclieline betwisten hem elkaar
mot grenzcloozcn hartstocht. Doch is dit genoeg?.
Ja, hu het ft den Imud verbroken tu^schcn de
laatste en Pierre, Miuir wat weten wij \an dien
hand? Wy hebben niet gezien hoa hij werd ge
logd; niet in welke mate hij werd toegehiald
alleen dut, eu uiet op welKe wijze, hy werd
verbroken.
liet eiffenlijke, het ware eerste bedryf ontbreekt
aan dit drauia. De Bchrgvcr heeft zijn tic l willen
verhaasten, om ons te dwiugen hem tu volgen,
maar lüj heeft bijna den nek gebroken over zju
cifrun snelheid. :
Ik heb reeds aangegeven w.it het eigenlijke,
bet. ware eerste bedrijf zon moeten zyn:
Mevrouw Desvarennos aan haiir uraotschen
arbeid; voorteekeiiBn hurer tot zwakheid over
slaande liefde voor JlicluUinc; (leze laatste nog
verloofd a» n Delwue, en iu s t rij i gewikkeld met
dun outkiemendeii hartstocht voor ticrqi PitniiM,
Eu eindelijk de tooverprins" niet de
wonder.roede in de hand rondgaande, njtrvnllende ivin
de vopteti van- HicMme, ilocli in hut liart. het
beeld |vau Jennne, dat tevergeefs don gouddorat
zoekt ta .verdrijven.
Welbeschouwd zoudon twee bo.lryven met.de
ontwikkeling van de«i gdjtevens kunn-n
heenpaan; het derdo zou oiue bt-lang-tti-Uing hut
toppunt zien bereiken: de door Fr. Sarcey be
doelde scène & faire. De inhoud zon antwoord
moeten geven op deze vragen ; .
Zal Mevrouw Dtmareanei, zo, die hot beste
van d*n m»a en het beste van de. vrouw in zich
vereenigt, ? zal zy het geluk harer lieveling, tot
dusverre door haar betracht met al haar .geest
kracht en. aoedlmd «n wijsheid, en dat op bet
punt staat, door het huwelijk met Pierre Delarue
voor altyd te worden bevestigd, zal zy de laatste
en voornaamste verplichting van haar leven op
de schonden laden van een man, wiens bijnaam
haar voorzichtigheid zal aanraden, zoo geen ge
ruchten van zgn'aard en levenswijze haar af
keer zullen inboezemen? En dat uit louter vreee
vóór den wil van het meisje? Of zal de
tooverprine ook de eerbiedwaardigste en ontwikkeldste
der vrouwen orattrikken met tUn netten? En
Jeanne, keert -zy zich vol verachting af van deu
horteloozen hniehelaar? Of blijft ook zy fladderen
in den noodlottigen kring?
Men aiet dot Ik in hoofdzaak- den inhoud van
bet eerste bedrijf naar-het derde zon willen over*
als ik d* tchraalheid bedenk, waaraan »M
Tier overifébedr9ren te Hfden Se&ben. De^e
?itie ontbreekt ea de groote'gebenrteniseên
bet eerste bedrtt die eetit goed Toorbereid d&n
bedoelden indnut kadden kunnen maJten, eteOen
ons den toetUnd zoo volledig TOOT het oog, .dat
wQ geen kam meer zien ome belangstelling te
Terdeelen over Tier bedj^rea, welke uien de lot
gevallen zullen behelzen van lieden, die ons on
bekend en dnt onvenobiUig sAn; daarenboven
lotgevallen, beheerteht door een toestand, ontijdig
geboren en onvoldrageo. Wütien al te doidelük
dat na het eerste bedrijf geen verandering in den
toestand mogelijk is, en dat de Traag naar de
wijze waarop de ellende, nit hes bnweujk tnseehen
Micheline en Qeorge Panine ontstaat, zfeb baan
zal breken, de eenige is, die voortaan onze aan
dacht nl kunnen trekken.
De beide bedrijven die, n* het zooeven
geeehetste derde bedryf, zich net deze vraag zon
den kannen bezighouden, zonden zeer wol in
staat zijn haar te beantwoorden, en de gebeur
tenissen kunnen bevatten thans over vier verdeeld.
Zy zonden te minder ruimte behoeven naarmate
de personen ons beter bekend waren.
niettegenstaande de gebrekkig oeeonomtecbe
Terdeeling onzer belangstelling, waarin de kunst
Tan den tooneelscbrvTer ligt opgesloten, en die,
moewlük in regelen te brengen, büelk stuk
afzonderbjk moet worden ontworpen, niettegen
staande door deze belangrijke font het geheel een
zek«ro onbevredigde stemming, een matten in
druk achterlaat, is de opgang grootendeels te
danken aan enkele afzonderlijke tooneelen die
met zeer veel geluk zijn aangelegd en den aan
dacht onweerstaanbaar tot zich trekken.
Het welslagen dankt men verder in geen ge
ringe mate aan het optreden van mevrouw Kleine
in de rol van mevrouw Desvarennea. Het was
een groot genot haar terug te zien, na een be
trekkelijk lang tijdsverloop, m een rol, baar noe
steeds jeugdige krachten ten volle waardig. Welk
een onwnardeerbaren steun zij aan het
mh«emsebe tooneel blyft verlcenen, springt vooral in
bet oog als zy door leden van het jongere ge
slacht wordt omringd. Velen van de laatste
dagteekenen van een tijdperk, waarin men in
Nederland meende komedie te kunnen spelen,
zender het geleerd te hebben. De kunst van
zeggen en yan bewegen, het gebaren-spel en de
voordracht is mevrouw Kleine ten volle meester.
Er zijn sommigen, die de mceniog schijnen
toehedaan, dat mea een en ander uit de mouw
schudt; ja zelfs de moeite van bet schudden
schijnt dikwijls te groot. De heer Schoonhoven
dient na mevrouw Kleine genoemd. In een rol
geheel buiten zijn emplooi gaf ing veel
voortreffeiyks.
Amst., 10 Aug. *82. F. T. d. G.
MAGDALENA",
roorstcÜing bg De Groot £ Cotnp.
Een enkel woord over Magdalena, of de af
grond by Bessac", het drama, naar het Fransen
der t'ijdgenoten van Soribe, Anicet Bourgeois
ea Albert, in de laatste week door het gezelschap
van den Schouwburg-loge uitgevoerd.
Edooard Turqaety zegt in zgu Primavera
L'Ardente poésio *vee MS gnmls rayon»,
Bat récUlr qui H'*llune *n ohoo des pualons.
De Poëzie nu, waarvan bier sprake ie, de
gloeyendo» de brandende Poërói heeft Mevr. Fronkel
Bouwmeester on« in de titelrol van bovengenoemd
tooneelstttk te aanscnonweMteffeven. Haar spel
was vuur en leven, ware liefde en ware 'Onpeil
bare smart Het gevoel trilde in hare stem ea
sprak uit haar oog. Een groóte ziel is noodig
om dusdanig een hjdon te kunnen begrijpen eu
schilderen. Het optreden dezer kunstenares
boeit on verovert. Geen hartstochtelijk
vrouwencharakter, vernederd en verheven, onder 't lijden
bedolven en opgebeurd uit de' smart, zou een
meer ware vertolkster vinden dan haar. In haar
heeft de natuur zich geleend om der Kunst ele
menten tot meerdere volmaaktheid aan de hand
te doen. ?
Het stuk op zich zelf bcteekent verder weinig,
moor 't wordt goedgespeeld : Mevr.Götz-Schops, ala
Hivr.dïFianclKville, had wel beter kunnen zon,
de Ue«r Tortoud, Victor de FranclteviUe, stond
Mevr. Frenkol waardig ter zijde, maar vooral in 't
laatste bedrijf was meer hevigheid noodzakelijk ge
weest. Do, Heer van Hilten, als pastoor Latnbert,
sprak al te plechtig, nu en dan; anders kalm,
liefdenik eu braaf naar bohooren. Deofergang van zgn
Selaat in de pruik was te veel merkbaar. De lieer
laaser h? d een goed kop jen voor zoo'n wit
gopruikt Heer, hij .speelt geaifekteard, zyn miue
waa dikwijls goed; hy was niet oud genoeg. De
Heer Pothnrst verdient lof, zijn oog werkto naar
wensch. Movr. van Rossum was een gelukt
tantetjen als Marianne, en Mevr. Fuchs Barbiers
een geslaagde brutale meid, als Mathttrine. Men
herkent haar als het Ifd eener kunatenaarsfaniilitf.
De zaal was natuurlijk niet zeer bezet, want
wie derangeert zich gaarne om, wanneer bijrede
nen van mode of opvoeding het niet noodzake
lijk maken, weldoende en roeronde indi ukken op
te doen? Wat gast dor wnereld een geniale kun
stenares aan, waar men liog riet bepaald over
moet kunnen spreken V Do -ware artiest bekom
mert zich rchW niet om do quuli- of qnanüteit
van zijn gehoor. Uu Bpeelt voor en om zijn
Kunst, en vindt zijn voldoening in de werking zelvo
vau zijn talent. Zóó scheen het gezelschap van
de' Groot & Comp. er ook over te denken.
A. 9 Auij. '02. - L. van Deyssel.
EEN WOOED,
naar aanleiding dor voorspelling van Magdalcna"
in de Schouwburg-loge.
Het is eon niet gewoon kunstgenot, dat de
rieeren d« Groot ons bei cid hebben, door het
vertounen VHII de Madeleinn", die -in 1843, door
Anicet lïourgeois eu Aug. -Franc,. Thiry, gezegd
Albert, ten tooneele werd gebracht.
Men houdt mij waarschijnlijk niet voor een bewon
deraar vun het melodrama-</c«rc ; moiir het ia toch
wel interessant weur e«ns een cffekt-utuk uit het
tijdperk der draiontiscïie romantiek vanden
tweodeu rang, vrij goed, iu eenüjen deele uitstekend,
te zien spelen. .
De Mwdelrine" U, als andere stukken van den
veelschrijver Anicet-üourgeoi», in der haast
samenfféatcld. B|j laiiger overweging van het plan, zou
den do auteurs het veel vereenvoudigd hebben
en daardoor aan bet ontknoping»! ooneel een
sterker indruk hebbeu verxekerd. Het derven Tan
rof rende krucht in oogenblikken, die door de
schrijvers bestemd zyn de gantoche zaal mee te
sleepen, kan niet verhinderen, dat mindere
tooneefun een treffenden indruk maken.
De uitvoering wai goed; de party
r&nMagdalena werd door Mevr. Fr«nkel-Uouwmeester m«t
veel fijnheid ei diepte genuanoewd.
Ondanks de weinige talrijkhekl der toeschou
wers gaven z«lf» dn figaranton eich de moeite in
de aktie te zijn. Dat verdient allen lof.
Ik kan niet nalaten mHn leedwezen vit te
spreken, dit de verdienstelu'ke kunsttnaan», dia
do rollen van Victor de FrancltemUe en Andr
vervulden, het niet de moeite waard gerekend
hebben hunne knevels af te scheren. Erger
kostuumkettery dan een paar snorren bfl een
poederpruik Louis XVI is hotst niet denkbaar.
Daar zyn in de kunst geen kleinigheden.
De kostnmén der Hoeren wcre>jater genomen
dan 1786?89. Men heelt er zlUuiog £«011 in laten
optreden; zeker waren ze van jba de revolutie.
10 Aug, 'WL ' Alb. Th.
danig, dat men van de eenvoudige, korte «n nette
operette, die thands wondt uitgevoerd, boort
mompelen: Die -PrttsbeW', met veel t**ka".
De veronderstel dat d« Prgebeker" niet onder
de neett gewilde zangspelen. die de Betren
Prot tengenoore brengen, tal kannen gerekend
worden. Drie betrekkelijk korte bedreven, onder
eenvoudige dorptbewoners spelende, «onder te
veel pronk en praal, ttamgeboodra door een
?HèreenTondiinte intrigue, dit b telde»,
wat bet publiek verlaagt. Ik ben er verre van
te meenen. dat onvoorwaardelijk dienaangaande
het publiek in 't gelijk «on moeten worden ceetekL
Haar het pnbliek blyft alt$L~ het publiek, d. i.
en fin de compte, de oppento beslisser over den
opgang Ton een «tuk. Doch, het i« «oner en
Fmeaiiea habrtoée xffn wellicht dankbaar voor
een weinig lichte spijs, hun aangeboden te midden
der hartige en neer «ware gerechten, die d«n
disch der zangepelgastronoraen mental nmemm.
Het ligt niet ia mttne bedoeling, den ,Pi
*beker" al* drauatieeeb kwetwerkte'bwiUdetren.
Het rajet ii niet verrassend nieuw; aan de hoogere
hnmorutiek wordt hier minder geofferd. Kan da
schijnbare des te meer, (in het mareen!'* van do
xanglee b. v.); een enkelen maal treft men ook
iets onvoegzaamz aan; sommige tooneoltjens
daarentegen zgn lief en genietbaar, zoo hit
trio in t Ie bedrijf, tnsschon Muller, Saab en
Pronck, soo de daoos tusschon Muller en Jfolda
zoo het einde des 2en akte, de aubade (piet
.serenade", gelijk Tabarin te-recht opmerkte) en
het gevolg daarvan, met veel entrain voorgesteld.
De Heer Doré. als Saab, treedt hier op in een
dor emplooyen des Heeren Krneft. De Heer Dor
voldoet m. v, minder in 'karikatnurrolleD. Wan
neer hy sprak, klonk ly'ne «tem raauw; hy had
zich, in 't gelaat, weinig fraai toegetakeld. De
Heer Dorébezit een goede stem, die in deze rol
ook te weinig wordt geëxploiteerd. De Heer
Doréis oen leerling van Driesseni, men
misbrnike hem niet.
De Heer Kelly, Pronck, was beter gegrimeerd,
de wenkbraauwen pasten by den schedel. Zjjn
spel had in matigheid gewonoen.
Mevr. v. Geytenbeek en Mevr. Boderman zQn
twee sterren , dio men gaarne eens gexatnentljjk
blinken ziet. Hun spel verdient toejuiching;
die duoos mag men uitnemend noemen. Men
ziet Mevr. y. Geytenbeek liever in den Jongen
Hertog; zy is echter in staat, ook in dezo rol,
nog meer spel, nog meer hartstocht te brengen.
Haar stem heeft niets verloren. Mevr. Bvderman
maakt veel werk van het stil spel, met dcoogen
vooral ; ook in momenten dat de aandacht der
zaal niet hoofdzakelijk voor haar wordt gevraagd;
dat ia het ware. Haar liederen ter bruiloft, 2e
akte, vooral het eerste, eischen den lof dnrgroote
bekoorlijkheid. De iugeoulteit vindt in haar een
bekwame vertolkster. Zij spreekt een bizonder
klare en klankrijke taal.
MIJ. Coersen, FicMct, was goed; heel aardig met
de pijp, in 't 3e bedrijf.
De muziek beteekent niet veel; meest «a&tngelapt
werk. De dekoratiën zijn werkehjk ongemeen
geschilderd en in-een-gezet. De penpektief
van het Tyroohch gebergte] Ie bedrijf, laat
niets te wenschen over, de bnuloftezaal, 2e akte,
is zeer wel geslaagd, ook de vensters in het ach
terdoek. Het aanbreken van den dag heeft men,
met langzaam scheller wordende Uchtcffektén,
juut weergegeven. Men had de Heeren schilders
waariyk wel eens op mogen roepen l
Wij kunden deu~£rrQtbeker" grasten alr*n
aangename verpozing
koude zomeravonden*
5 Ang. '62.
Naar wfl vernemen houdt de Heer Alberdingh
Thym zich bezig met eene vertaling van Molière's
Misantltrope. wy mogen ons dus vleien dit
meesterstuk van fijne psychologie nog dezen win
ter ten tooneele te zien komen.
Toontel in Londen. Met l Augustus sluit, wat
het tooneel betreft, de Londensche Season. Da
laatste voorstelling in het Lyceum Theatre was
ten benefice van den directeur Henry Irvinff, en
d> ze, als naar gewoonte bij die gelegenheid een
kleine toespraak houdend, behandelde ook een in
den 'lontsleu tgd veel besproken onderwerp. Hy
verdedigde .namelijk de lange reeksen van voor
stellingen van hetzelfde drama, waartegen in de
pers stemmen waren opgegaan, lïomeo and
Julist in 130 avonden achtereen gespeeld, eene
ontzagljjke inspanning van geett en hart vorderend
van de hooiUpertonen, vooral Miss Ellen Teny.
Irving gaf dit toe; zulk eene taak waa dan ook
zeldzaam, en het speet hem dat BOO ieta gevergd
moest worden maar ty die leven om te beha
gen moeten behagen om te leven. Dit was de
practische z\jde,.-van het vraagitnk, en op den
langen duur do eenige, te meer daar, on dit
geeft de gcheele pers toe, Miss Terry's geest
of gaven uij de reeks van voorstellingen volstrekt
niet schenen geleden te hebben, en de
honderddertigste vooratelling een juist even volmaakte
en indrukwekkende waa, als de eerste kou zijn.
Toch is er veel tegen de verdediging te zongen.
Do groot e ' acteiui zijn er aan blootgesteld liun
lust tot studie, de buigzaamheid van hun talent
te verliexen ; b|j velen zom eorgoloosh«id of ge
maaktheid het gevolg kunnen zgn. £en der
redonen daarenboven, bet coedmakeii van de koa'en,
moest niet kunnen gelden; Itomeo and Jnlict
moest niet als een pantomime met kracht van
decoratief en cokttmm worden opgevoerd, die aan
deze tekst concurrentie aandoeo. Eenvoudie maar
behoorlek vertoond, zonder buitengewone kosten,
zon het meer genoten worden door degenen voor
wie Shakespeare bestemd is.
En ff. Onder de nagelaten toonwerken van den >
componist Raff noemt men twee opernV een
oratnrinm, DornrSscltM en een rjuphonie,
de Winter.
Oitie Jurkmutlék, Don JoséFloree I>»fEtu>a te
Saotingo de Comppttella in G*lieie, h e^ inwnbafd.
een ntuk gewjjde muziek uit de twaalfde* eeuw te
outcüferen en te arrangeeren. Uet is de Lofzang,
der Vlaanuche pelnims die na»r S4ntia«o trokken.
Na vele eenwen cal htf thans weeroezongen worden
bij het aanstaande beaoek der Fraiuctw jKilarim»
aan het graf Tan dan heilige. De styl U
Grcgoriaansch.
voor de tegenwoordige
T. DeytocL
FAUNA. Weettlad mor poptüain \Dier~
leunde. Orgaan der Diergaarden- in Neder
land. .
GEWOGEN EN.
D»
Ik heb TOOT mfl Itopn niet minder dan 19
nummers Tan het weekblad, welks titel kierboren
il neêrgescbreven en daarMj 8 paciatt'e, waarin
men vindt de beoordeelüigtt der ««lerland-cu»
pen vau dit .orgaan." Onder de AiutenUuaciM
dagbladen mis ik de Amrierdmmmtr. Waarom?
Merkwaardig u het .oordeel Tam de Neder*
landacao -Penr OTer da uitgave de« fleeren Ja*
D. Brouwer. De meeste dagbWtn begr«ete&
.het orgaan" .met de meert»
schenken aan het plan
?D,de
««0*5
S$
n * A
n Ce
i
AI % a
..thjB,l;
' U'ttiu: "
.,11 «lei» *
. | 'kiiiTl c
,i!«uft {
'??? unecl l
,,stert£
i keek,
>;[»be. .
.Uit dut J
?ïi r iv
??i[|!j5«ffs £
Vat Q
. ..htig' -*
i ii.iid.
.' '.h* ^ .
V.jfjd enJP"
"dflatenjeit
_ op u»
j voorrt»
: uver-ld,
ijroot
iil?u*ika-'u8.«l
't» ik
he«»en4J.»;J' baret
1 ,,,'ta voor
? ,&3 klaren
? ? ?;; ffthoven- «T,
' i: et (.lortum.