De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 13 augustus pagina 2

13 augustus 1882 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 263 Telen heeft, en e*n* reek* Terdedigingsliniën be zet, houdt, die by Keu «cheti aanval groóte krachtiin>p«"iiii'g v*n d« Engelschen zullen vorderen. Ook suug'nt men uit d* houding van Arabi na ?0001. v» u het voorpostengevecht te moeten af leiden, dat xyn leger ioplaats van terugtiekken, nog Meed* voorwaart* dringt on rekeut op eau bloedigen strüd. I» Alex*n<!ri$ kteren de bewonen terug en worden de za'cen h«rvat; branden komen er nog ?f en toe voor en aan plunderanra ontbreekt het niet. Te Bani'ch werden een dertigtal door de i<;n *l*chen gevangen genomen. De vrees voor watergebrek neemt toe, Nog maar eukelo Jageu na i hut kauaal in de bahoefte voorzien; reeds werden de Alexandrie'rs op rantsoen gesteld, dat rnnt-ccn verminderd en men betwijfelt het, of <lc tluus gevulde reservoirs water genoeg zullen bergen om <1« toenemende bevolking gedurende Weken te drenken. To Konstantinopel i» men, in' schijn althans, heel wat gevorderd. Turkge moet de identieke nota der. mogendheden «onder verder voorbehoud hebben aangenomen, en de Sultan heeft beloofd Arabi rebel te «uilen noemen, zoodra turkiclie troepen in Egypte zullen zijn geland. Dezo proklomatio werd reed» in koncopt nan Lord Dufferin ter hand gestold. De overeenkomt tusichen Engeland en TmkUe betreffende de uitr.e.iding van troepen en het bezetten vnn Egypte king . v*rtegei»voordiger wildo aan Turkye de bewa king der onvers toevertrouwen. Corti besti'eed dit omdat d t elke bezetting door onderen zon buitensluiten; de konferectie zal over dit punt r.ekcr «101 verder beraadslagen na de modedeeling Tau Dufferin, dat z. i. Corti's voordeel weinig g-.vol g zou hebben, nu het kanaal door bngcland bezet is. Volgens een bericht a«n de Times zou d> konferentie voor oiibepaaltlen tyd verdaagd z'ia Zooals do staken thans staan, zal zy don ook gorust zich kunnen ontbinden. Inmiddels heet het, dat Italiëen Rusland eich wapenen en Spanje onder het rumoer v uu hui? weuscht te gaan om in. troebelwater te visfichen. Het moer. 't op een annexatie van Maro'.ku gemunt hebben. BÜa Jea, wat weifelt of draalt is Tewfik, die Khedivc L e.-t to zy'n, de man van handelen. HU heeft, in engelschen dienst staande, nogmaals Arabi tot rebel verklaard en nllen, die hem helpeu roet strenge straften bedreigd. Do Engelüchen bezetten Ismaila en zoowel uit Imlio als uit Engeland zyn troepen vertrokken tot versterking van het leger. Aan den anderen kant blijkt dat Arabi een versterkt kamp heeft opgericht op zekeren nfstand van Suez om een Rsuval van het Engelsch-Iodisch leger af te keereu. Het nieuwe fransche kabinet ouder voorzitterBchiip van Dnclerc is voor de kamer verschenen. In een toespraak zette de minister de bcteekenis n!: eeu, die het ministerie aan het jongste besluit der kamer, tot weigering der kredieten voor het bezetten van het Suez-kanaal hechtte. Het heeft daarin gezien den wensen der kamer om voorzichtig ten opzichte dezer kwestie to handelen, ze zal zich dan ook onthouden van eeiiig voorstel tot inmenging zoolang er in Egypte .niet* plaat* grijpt, waarbij de eer en de belangen Tan Frankrijk zijn gemoeid. De nieuwe Kegeering, acht het vooral haar roeping de groepen der meerderheid tot eendracht te leiden. De zitting is gesloten geworden, nadat de Senaat een ontwerp betrekkelijk belaiting-hcfütig ha l goed gekeurd. Het Lagerhuis heeft de amendementen door het Hoogerhuis in de pachtwet gebracht weder daaruit gelicht en enkele bepalingen door andere vervangen. Men zag met spanning het besluit der- L--rds over deze op&ieuw gewijzigde wet tegemoet. Het is echter-gebleken, dat bet Hoojgerhuis den strijd niet durfde voortzetten. SalisJmry'.H aanhang in het liuis der Lords boog voor do omstandigheden. Bij dien strijd heeft Salis bury zeker meer geleden dan Gladstone. De eerste ediyrit, er over te denken aan andere lau den de leiding der oppositie toe te vertrouwen. Het zou «en al te gewaagd stuk geweest zyn om middju in de Egyptische kwestie een minis terie omver 1éwerpen. Gladstone heeft nopens de plannen der engelgehe regeering met Egypte herhaald, dat een vaste bezetting van het Nylland niet het doel i). Europa zou dat niet willen en de beginselen der regecring dulden zulk een streven niet. De Keizeis van Oostenrijk en Duitschland hebben elkaar weder te Ischl ontmoet; de hartelykheiiMiet niets te wcnschen over. Do Keizer aller Rus=en zal een bezoek aan Kopenhagen brengen, daarna reist hu naar Weenen. 'Int groóte verbazing der duitsche liberalen heeft de bisschop van Brenlau alle pastoor», die ker kelijke iirabteu van staatswegen hadden ontvan gen, gelaat hunne betrekking neder te leggen, i>Üweigering zullen zy in den ban gedaan worden. Allerlei. BET ARTIKEL-MODDERMAN. Liefde tot den eed, het kerkgenootschap en de duif, schijnen de d n'e merkteekenen te zy n, waar aan da Minister Modderman déwaro staatsbur gers herkent. Deze drie staan hooger. dan elke wet, hooger zelfs dan do .grondwet. Wie hen makt, raakt het leven vau den Staat en des Hee ren Moddermans hart. Wij Nederlanden achten het duivenschieten een onw.iardig vermaak voor den nederlandscllen adel en wie rast hem verkeeren. De Heer Modderman k-.'nrt het met ons af maar Z. Ex. gaat als een ware duiven-zeloot oneindig verder. Hij roept; het va Ierland .i» in gevaar.... geen wet die deze snoodüeid keeron kan.... maal1 Gode zjj dank, hier is meer dau de wet, Ik.... Modderman! Da rumoerige historie van het verhinderen der duivenschietery' kan alleen verdedigd.worden op grond van het artikel-Modderman.". Schier dn geheele Nederlandiche pers, (eere der Nidddb. Ct. voor haar flinke veroordeëling) heeft dut artikel-Modderman, in bescherming genomen, eu al de nederlundscbe wetboeken doorgezocht om te staven, dat dit vleesch geworden artikel ook in den codex beschreven staat. Maar te ver geeft. Mop zou alleen zijn doel kunnen bereiken, door op de wtyte van don advokaat voor kwade ea'cen, allerlei wetsartikelen by te brengen die op nieU zoo weinig slaan als op het onderhavig yecal. Het behoeft niet gezegd te worden dat het ; artikel-Moddarman een vieemdo vertooning maakt in onzen modernen konstitutioneelen Staat. Het is daar geheel misplaatst en geduld, zonder protest, Kun liet spoedig gevaarlijk worden. Van zoo'u levend, onueschreven artikel kent niemand den juisten inhoud, en het ergste van de geheele zaak i* nog wel, dat wie er door getroffen wordt in net minst geen kans heeft zich'recht te kunnen ?verschaffen. Het U vroeger in ons blad bij don Btry'd over de kohieren reeds opgemerkt, wu mis sen een puUtek-reohtelüke rechtspraak. Indien do heer Modderman minister blijft zal h n er wel aan doen een wet aan te bieden, waarbH .het duivensehieten voor de pret" verboden wordt. Maar de Kamer zal enkel haar plicht vervullen, wanneer zij Z. Ex. zonder omwegen te kennen ?;eeit, dat het artikel-Modderman1^ in geen geval Te.-J-jr moet worden toegepast. Vooruit teloopen op 'k- Wtttgeving behoort, voor zoover wij weten, n 10' onder de voorrechten Tan «enig ministerie of niüiiate.'. Amsterdam, 10 Aug. 1832. Ifgnheer de Redacteur! GÜkunt mij uit era groóte verlegenheid red den gij, die zoo vau alle» weet, zult mij ook wol willen raden. GÜmoet dan weten, dat ik gedurende meer dan vy'ftig jaren het poeliersvak uitoefen. lu al die jaren heb ik menige duif en ander gevogelte gedood, maar nu heeft me die proclamatien en de andere dingsighedt* over de duivenschieters erg ongerust gemaakt. Wan^ iic dood erg veel duiven, Ummen en wilden, en dat wel aan den oprnbareu weg, dat wil zeggen in myn winkel, meestal met open deur (om de lucht, weet u) en in gezelschap van wal 9 knecht», allen gewapend met messen eu ander moordt uig. Mag ik dit nu niet val ik nu ook om zoo to zegceu m de jachtwet of in da wet op de voreenigiugen, of in ccne andere wet ? En daar komt nog bü, dat ik buiten de stad een klein lapje grond heb eu daar houd ik ook kippen en kalkoenen tin och, ik zal 't u maar eerly'k erkennen, ook duiven en konynen. En als wij nu vele bestellingen hebben, dan g.i ik en wy'ne zoons en mijn knechts er wel heen en dan maken we daar dio dieren dood. Is dat lapje nu jachtveld? jagen wo daii of zyn we dan, om 't zoo maar eens te zeggen, to zamen tegen do wet in vëreenïgd? Eu mag ik annonceren dat ik alty'J vefiL-h geslachte duiven heb en dat men, om dam- zeker van te zyu, bij dat dooden bij mag wezen? Ziet u, Mynheer do Redacteur, dnt wilde ik nou wel eens van u vreten. Geloof niet, dat, omdat mijn beroep meebrengt om dieren tednoden. ik voor die duivenschietery -partij trek. In tegendeel ik ben het eens mot den Mini-M1 vnu Oinnenl. Zaken die met een profetischen blik reeds voor eeu paar maanden uitriep: Men moet geen groots partij leed doen," l«at het nou een groóte partij raenschuu of een grooto party die ren zyu dat doet er niet toe, ja men moet zelfs niet n duif leed doen, wanneer dit alleen geschiedt uit pleizicv. Ik begrüp ook best, dat de Regeer! ng die Echietorij nie' wilde maar waarom heeft, zij dan ook niet eerÜjk en rond gezegd, dnt. zg het zou teg<-ngaan, omdat het tegen de overtuiging van do natie was? Dat had iedereen begrepen en dan was ik en de andere poelicrs gerust geweest maar r.u er alle mogelijke wetten brjgehaald zijn, die er toch eigenlijk niets mede te maken hebben eu daarvoor uiet gemaakt zijn, nu schijnt het wel voor ons menschen dat de Minister zelf niet zeker is, dat hy' eiKcntly'lc wel recht heeft. En dan die l'roclaniatieu! Ik herinner me noff die van Willeiu I by de lielgiiche revolutie! Nu, tof-n was dat' natuurlyk maar nu over een duivenschietery! de kool wns de sop niet waard. Waarom vooraf zooveel drukte met veldwachters, gewapende macht, procureur-generaal, officier van justitie, .burgemeester, geladen karabynen! had die dnivenschietors stilletjes hun gang laten paan en had dan na het eerste schot een veldwachter procesverbaal opgemaakt en het verdere schieten verboden, dan was . dat immers genoeg. Nu zou best een oploop van volk hebben kunnen komen maar dan was die niet door de duivenschiem.iar door die proclamatie en die beweging ontstaan. Die duivenschifters op zich zelven nu die zij u waarlijk zóó schuldig uiet. Zie mynheei- de redacteur, ik ben maar een domoor, maar als ik toch eens zou meenen, dat ik recht had iets te doeu en ik had dat zoo openlijk gezegd, dau had ik me anders gehouden: ik had dan door gezet, of nog beter, ik had na de proclamatie van den minisier op mijn beurt ook geproclameerd, dat ik nu niet zou schieten om me niet tegen de overheid to verzetten, maar tegelijk gevraagd aan den Minister met welk recht ny het verbood en er op gewezen, dat in ons vrya landje niets ver boden mag worden door den Minister, wat de wet niet verbiedt, -Want dat, zou ik zoo zeggen, is nog meer waard dau het leven van 500 duiven. En zoo zou ik nog kunnen doorgaan. Myn buurman de boeliverkooper zegt, dat de Minister van Justitie er eigenlijk niets mede te maken had en dat de burgemeesters moeten waken tegen onzedelijkheid en dat ala do justitie 't alleen ge daan heeft, niet omdat zy deduivenschieterümet de wet strijdig acht, maar omdat zij bang wai voor oploop bij do duivenschieterij, maar den op loop had moeten tegengaan. Nu dat alles weet ik niet, maar wat ik non eigenlijk wel van u wilde weten mijnheer! mag ik voortaan nog poelieren? Uw dienstwillige, «n.» PS. Als ik het recht heb, dan is by die geheole geschiedenis niemand er goed afgekomen, behalve de duiven. Wümeenen den geachten inzender geen beteren raad te kunnen geven, dan, zoodra de ministrieele strike" geëindigd is, eens op audiëntie te gaan. Bet, De dagbladen beratton: Het Handtlsblad: -De exploitatie vin Tandjlng Prlok. Eon kijkje in onze O.-I. Bezittingen. Nituict Rotttrdaintelit CuuraM: Bsdiling t(J bwnd. Het zwaartepunt van Je geschiedenis Tak." Htt Vaderland: Een noodzakelijke herziening (regis. ment van orde in do Kamer). Midtltlburgtche Courant: Het Indische strafrecht. jiinêlerdaniiclit Courant: Hot ondonteuninxahnda van het Ned. Ondènr. Genootschap. Het T«stinjalel»el. O fflciOele duisternis (in regeeriogszaken). De Ecdaquaestle. Dagblad van Ziiid-lIoUaiid: Tborbecka en de parle mentaire miniitories. . . Di Tijd: Over echryver» en goseuriftcn. Aphoriamcn over de krisisson. GlütsUBEJVTJEZ AH.EHT. 11ET YEHSLAG VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE AMSTERDAM. >Wij staan wér aan het einde Tan een vrij onbelangrijk jaar, waaraan in de geschie denis een zeer bescheiden plaats mag worden toegekend." Aldus de aanhef van een verslag, dat ten einde gelezen, tot een soortgelijke ontboeze ming noopt, i Wij staan wér voor een ver slag van de Kamer van Koophandel van de eerste koopttad des Rijks, dat weinig zal bijdragen om op de geschiedrollen van den wereldhandel aan de daden van den Amsterdamschen handel een eervolle plaats te ver zekeren." De oogst der feiten, ons in dit boekske geboden, is schraal. Eén getrouwe courantenlezer zal er niets nieuws in ontdekken. De vraag rijst; wie leest zoo'n verslag. Ongerijmd ware de andere: wie herleest het? Tocli zyn er vele feiten, waaromtrent men gaarne werd ingelicht. Men sla het tweede hoofdstuk op (hel eerste worde aanstonds besproken), de titel is, »Handel" en uit de opsomming blijkt, dat men den goederen handel bedoelt. Want dit staal op den voor grond, eigenlijke handel is alleen de goederen handel, die in geld of fondsen is slechts een bijlooper. Deze nu mag er ook wel wezen, maar slechts dun bestaat er reden lot verheu^ing in zijn bloei, wanneer hij zich leent ten behoeve van instellingen, welke werkziam zijn op het gebied des i bundels." Men hcbbe vrede met deze opvatting, o,'schoon het niet duidelij'i is, waarom men zou moeten juichen, wanneer de »handelaar" gelukkig is in zijne transactie bijv. gebaseerd op du oogden en voorraden van katoeu en onverschillig blijven, wanneer zijn naluurlyk slechts genadiglijk op de beurs getolereerde collega in eftoclen, zijn slag sloeg in Aniarikaan-clie spoorwegwaardon toiïgevolge van zijn goed! inzicht juist ook met betrekking tot het vervoer van katoen over do lijnen, tielker schuldbrieven hij aan kocht. Een andere bedenking immers van ernstiger anid doet zich voor. De Kamer van Koop handel is over de meeste artikelen zeer on tevreden. Reeds in hel Eerste Hoofdstuk las men: ».Met uitzondering van een paar artikelen als tin, huiden en graan, waarvan de prijzen een opwaartsche beweging volgden, was de handel in de meeste stapel-artikelen gedrukt en leverde hij groóte teleurstelling op" en de overtuiging, die uit deze opmerking spreekt, wordt successievelijk bij alle nrtikelen herhaald. Zij schijnt wel deze, slechts wan neer da markt rijst is er reden van juichen, wanneer zij daalt., zoo bestaat er reden van beklag. Niet, dat aan de juistheid dezer uit spraak mag worden getwijfeld, de Kamer zal wel gelijk hebben, het ongeluk is maar, dat zij voor oningewijdcn totaal onbegrijpelijk klinkt. Immers, blijven reeds dadelijk deze vragen onbeantwoord: hoe kan een artikel eeuwig rijzen, brengt een groole voorraad, waarover toch geen schepsel zich mag be klagen, niet noodzakelijk diling mede, ol staat het belang des handels in zoo omge keerde verhouding tot hel olgemeene belang der gezamenlijke verbruikers 'l En naast deze algemeene, staat de praktische vrajg, is dan de handel u la baisse len eenenmale onbe kend ter Amsterdamsche beurze? Egyptische fondsen (men vergeve de voor den «handel' misschien profane vergelijking) heb ben een exemplairen druk ondervonden op hunne prijzen en toch leest men in de beursberichten van iQvendigen handel bij dalenden prijs. De bedenking tegen het verslag van den handel" is dus deze, dat men er niet uitteert, waarom in 1881 niet rijker geoogst werd. Trouwens van de handelsverbindingen van den Amsterdamschen groothandel, dat gene waarop ht£ toch eigenlijk aankomt, leest men in het verslag niets hoegenaamd. Er is gekocht en verkocht, door het Kanaal inge voerd en uitgevoerd, maar voor wie, waar heen en met welk doel? Kortom, de Kamer zelve zal niet durven beweren, dat zij in haar verslag eene geschie denis van den Amsterdamschen goederenhan del in 1881 heeft neergelegd. Wie het ver slag leest z-ju, wanneer hij niet beter wist, moeten gelooven, dat de groothandel bestaat uit eenige speculanten in onderscheidene ar tikelen, hierin overeenkomende, dat zij uit sluitend a la hausse gestemd waren en dien tengevolge onaangename teleurstellingen on dervonden. Hetzelfde bezwaar betreft het verslag van den geldhandel. Hoe men over dezen handel denke, niemand zal ontkennen, dat hij te Amsterdam heel wat te vertellen heeft. Het ware niet onbelangrijk geweest, wanneer de Kamer had meegedeeld met welk cijfer het aantal firma's in effecten gedurende 1881 vermeerderd is. Ook wanneer het verslag ons had ingelicht omtrent het aantal posten door de kassiers der groole firma's afgeleverd. Door deze gegevens ware ons een blik gegund in den ongetwijfeld verbazenden omzet in effecten. In slede hiervan wordt ons alleen bericht, dal de Kasvorecntging hare ontvangsten in Reke ning-Courant maandelijks van 08 lot 84 milioen zag stijgen. Van de overige kassiers wordt gezwegen, alsof de Kasverceniging een monopo lie had. Daarentegen wordt ons als een nieuwtje opgedischt, dat .de Bank difficieler was dan de Beurs bij het aannemen van in beleening ge geven fondsen. Alsof men het tegendeel ge loofde, en niet veeleer had uitgezien naar een overzicht der fondsen, welke bij voorkeur in prolongatie-posten voorkomen. Spreekt hel gerucht waarheid, zoo vormen de Amerikaansche spoorjvegwaarden grootendeels de in prolongatie gegeven onderpanden en heb ben deze de staalsfondsen bijna geheel ver drongen. Wie weet, oi wanneer dit feit in het verslag ware vermeld geweest, de oplet tende lezer niet in deze omstandigheid de verklaring zou hebben gevonden van het hem thans bevreemdende feit, dat in een verslag over den geldhandel op een zoo levendige beurs als de Amsterc^msche, de kolossale Fransche crisis 200 goed als onvermeld bleef. Of misschien was de lezer reeds gewend aan, het geïsoleerde standpunt, waarop van het* standpunt der Amsterdamsche kamer gezien, zich de Amsterdamsche handel bevindt. Het is alsof voor dit achtbare collegie de wereld stad aan het wereldverkecr geen deel neemt en wie niet wist, dat Nederland koloniën heeft, een bezit misschien juist voor den handel niet ten eenenmale onbelangrijk, zou het uit het verslag der Amsterdamscüe kamer niet leeren. Naast misschien tengevolge van de onoor deelkundige en schrale mededeeling der fei ten biedt het verslag niets, wat zweemt naar een belangrijke waardcering der gegevens en onthoudt het wenken en raadgevingen, welke den handel zouden kunnen te statte. komen en zeker niet misplaatst waren geweest in een verslag, dat zich over den tegenwoordigen toestand beklaagt. Ten voorbeelde. Men leze of liever late gerust ongelezen wat in het verslag voorkomt omtrent tweequestions vitales, de muntkwestie, die »het on derwerp is van de voortdurende zorg" van allen, die over het handelsverkeer nadenken en de kwestie der exploitatie van een haven, die tonnen gouds uit de Amsterdamsche schatkist heek gevorderd. Toch telt de Amsterdamsche Kamer te veel intelligente mannen, dan dat het in haar midden zou hebben ontbroken aan denkbeel den, welke vcrwezenlljlH, den bloei van den Amsterdamschen handel zouden kunnen be vorderen. Waarom deze dan achterwege gehouden? Bedriegt men zich niet, dan is hiervan voor een deel schuld, dat de kamer, in dezen de uitdrukking van eene door be langhebbenden op het dwaalspoor gebrachte publieke opinie, voor niets anders oog of oor heeft dim voor het kanaal door de Geldersclie vallei. To Amsterdam domineert nu eenmaal hel noodlottige denkbeeld, dut het zijn of niet zijn van den handel tusschen Y en A m s t el aduingl van het al of niet graven van een kanaal naar den Rijn in oostelijke richting. Do boven aangehaalde eersle zin snede vnn het verslag wordt door een tweede en dorde gevolgd, welke het feit, dat het jaar 1881 nop geen enkele grootsche en liksche daad zijn stempel heeft gezet" aan de aanneming van het wetsontwerp Klerck toeschrijven. Behoudens allen eerbied voor deze over tuiging, schijnt toch de conclusie, waartoe zij blijkt aanleiding te geven, en waaraan zich het verslag medeplichtig maakt, onop* recht en onverantwoordelijk. Onoprecht, want het is duidelijk, dat de handel in lang niet a'le artikelen zou vooruitgaan, wanneer Amsterdam al door een beter Rijn-kanaal met Duilschland ware verbonden. En wel, omdat de hendel m;t Duitschland door hel daar heerschendo protectie-slelsel wordt ge drukt, getuige hetgeen op blz. 20 van het verslag zelf voorkomt omtrent de tabak, als omdat het gemis van een goede waterver binding met Duitschland toch nooit meer dan den handel en wel hoofdzakelijk den transkohandel met Duitschland kan bcnadeelen. Mis schien werpt men tegen, dat de Nederlandsche handel voor een groot gedeelte uillransito-handel bestaat. Maar juist deze feitelijk niet onjuiste bedenking leidt tot nadere aanduiding vnn wal een onverantwoordelijke methode in het verslag der Amslerdamsche Kamer verdient téheeten. Indien hel waar is, dat de Amslerdamsche handel grootendeels doorvoerhandel en de aanneming van het wetsontwerp van den minister Klerck een blijvende belemmering voor zijnen bloei is, dan wordt het hoo» tijd, dat zij, die het met den handel goed meenen, plannen beramen en denkbeelden opperen, ten einde dien handel in eenander meer vruchtbaar spoor te leiden. Niet aldus de Amsterdamsche Kamer. Hare gemelijke opmerkingen over de Kanaahvet besluit zij met den raad en do belofte een afwachtende houding aan te nemen. Dit oordeel over den arbeid der Amster damsche Kamer kan geen aanspraak maken op nieuwheid. Reeds meer dan eens werd het over de jaarlijksche vrucht der Kamer uitgesproken. Laat ons hopen, dat de uit nemende mannen, die Amsterdam en hare Kamer van Koophandel telt, niet langer vrede zullen hebben met een verslag, dat veel kans loopt, op geen anderen grond door zijne stellers te worden verdedigd, dan deze, dat geen zijner voorgangers er beter heeft uilpezien. Laat de wensen niet ijdel blijken, dat de Kamer van Koophandel van»de" stad waar toewijding aan 's lands welvaart de edelste en besle krachten in hare dienst heeft, zich eindelijk eens aan de spits stelle eener krach tige beweging ter opsporing der middelen, welke kunnen strekken om den vaderlandschen handel te bevorderen. Wij tellen in ons land vijf Universiteiten. Aan juristen, theologen en wat dies meer zij, za! het voorloopig niet ontbreken, maar waar zijn in ons handelsland de kweekscholen, om iets te weten te komen omtrent de zoo schromelijk ten onzent verwaarloosde wetenschap van den handel? Wij kennen bonden van theologen, tien voor n, waar jaarlijks godsdienstige vraagstukken worden verhandeld. Ook komt op gezette tijden de Juristenvereniging samen om ter verbetering der codificatie den wetgever het spoor Ie wijzen. Maar waar vergadert de handel? Waar wordt de materie bijeenge bracht, welke zij niet kunnen ontberen, die middelijken of onmiddelijken invloed op den bloei des handels moeten uitoefenen? Waar worden de mededeelingen verstrekt of de wenken gegeven, welks benuttigd of opge volgd belemmering van den handel voorko men en hem een betere toekomst zouden verzekeren dan van het zich blind turen óp den transito napdel met Duitschland Ie wachten is? ? Wie aan de laatste stelling nog twljfele, neme bijv. de Engelsche Economist van 29 Juli jl. ter hand. Daar leest men een en an der omirent den handel mei China. Hel be drag van de tonnenma.at der schepen, welke gedurende het jaar 1881 in de traktaat-havens zijn binnengeloopen en uitgeklaard wordt aldaar opgegeven 16,640.278 Engelsche ton nen te beloopen, terwijl dit cijfer in de laatste jaren voortdurend geklommen in 1876 niet hooger was dan 10,226.421 tonnen. Het aan deel der nationaliteiten wordt mede in dien staat opgegeven en volgens dezen neemt de Engelsche vloot voor 6^1/4 pCt. aan deze tonnenmaatdeel. De resteeretrde percenten £ljn verdeeld over Amerika, China, Frankrijk,Duilschland, Japan en andere volken. Deze andere volken verschijnen er voor + n/^pCt. Welk deel de Nederlandsche vloot in dit treurige restantje heeft, wordt niet gemeld. Toen wordt de.mededeeüflg besloten met de opmerking, dat er in China nog gelegen heid bestaai lot handel drijven, daar het ge zamenlijke bedrag der in- en uitvoeren er nog geen 2 shilling per hoofd bedraagt op een cijler van 450.000.000 Inwoners. Dit voorbeeld ware met ettelijke te ver meerderen, want wie zal loochenen, dat er voor den vaderlandschen handel, mits de blik onzer handelaren verruimd en hun onder nemingsgeest door geene verkapte bescherming langer worde uitgedoofd, op Gods groole wereld nog heel wat te doen en heel wat te verdienen vall? Do Kamer van Koophandel to Amsterdam politieke rancune ter zijde stellende en ver gelende wal achter haar is, make voortaan haar jaarlijksch verslag dienstbaar aan de door mededeeling van feiten overtuigende verkon diging van dit handelsevangelie. Anlonio. In het jongste No. vnn de Spectator, komen voor onderstaande Amstelodamiaoa. Elodoa Amstelodamonsis. Geen Cnnadaa«cho waterpest, Bedierf, o Awstelstud, uw grachten! Maar 't waubeheer zóó lang te wachten Tot enkel modder rest, En ce in verstrooidheid vau gedachten. Uesluit: Ja, nn ia dempen 'tbeit! Do Veroordeelde Hoogesluis. Breek af uw eentje Hoogesluis, Bederf uw fniaiate stadsgezichten, Zoo Itnn u eens de nazaat richten: Hoe blind ge waart voor 't schoone in eigen buit) 1882, Palainedcs van Aematol. UIT DE MAASTAD. Ik zou mijn geachten collega, den gewonen schrijver der brieven uit de Maasstad. kuoDen b 'Dij den, om zyn goed gcstarnte dat hem oen wijle een uitstapje naar buiten vergunt, ware het niet, dat mU daardoor de vereeronde taak te beurt valt tijdelijk zyn plaats in te nemen. Zoo goed mogelijk meld ik u dus een en ander omtrent de handelingen vnn onzen gemeen teraad. Werkelijk heeft die achtbare verga dering ook heden weer heel wat afgehandeld. lu de eerste plaats stelde zij de instructie vast voor de speciale commissie geroepen om 3. en \V. bij te btaan in, het beheer der pcmeenteciKendommen op Feijeuoord. Volgens het voorEtel van O. en \V. zal die commissie tot taak hebben B. en W. te dicneii van advies ' rutrent nlles wat betreft het in gebruik geven, verhuren, verkoopeu en exploiteereu van do inrichtingen en het toezicht uit te oefenen op het beheer van die inrichtingen; tevens zal zij bevoegd zijn om uit eigen beweging voorstellen te doen. Verder kan naar de meening van B. en W. zich de werkkring van die commisiio niet uitstrekken. Volgens art. 54 toch dor gemeentewet konden B. en W. het hun ongedragen beheer over gemeente-eigendommeu niet overdragen en kon dus aan de commis sie geen zelfstandig beheer worden toevertrouwd. Over de vraag naar de bevoegdheid der commi-ie liep in hoofdzaak het korte debat, hetwelk de ongewijzigde aanneming van het voorstel vau B. en "YY. voorafging. Onmiddeiyk daarna werd tot de benoeming van de leden der commissie overgegaan. Daartoe wer den gekozen de heeren van der lloevon.Phüippi, C. M. Viruly en Van Stolk. Voorzitter van de commissie is een lid van het Dagelyksch Bestuur. En daarna, het aangename aan het nuttige pa rende, zette de Raad den eersten stap op het gebied van kuusrprotectie. Met nlgemeeue stemmen op ilc'üua schonk hij napieljjk goedkeuring aan het voorstel tot de uitgifte vau grond in erfpacht ten behoeve van den bpuw van een nieuwen schouwburg, 't Moet gezegd worden, dat de eerste stap een inke stap is, want niet slechts dat de afstand van den grond in erfpacht een waarde vertegenwoordigt vau f 100,000 maar bo vendien U er in de voorwaarden, waaronder die afstand plaats heeft, ook voor gezorgd, dat de schouwburg waarlyk blijvo een plaats van gewenschte uitspanning voor het volk. Ik hnb daarhy het oog op het voorstel vnn den heer Ebeling om te bepalen dat jaarlijks doorliet aan deu Schomvbuig verbonden llullandsch Tooneelgezelschap zes volksvoorstellingcn zouden moeten gegeven worden tegen in overleg met B. en \V. vust te stellen Inge entreeprijzen. B. en W. hadden dat denkbeeld overgenomen. Toch was er een groóte onbillykheidaan verbon den;.- hoe aanbevelenswaardig op zich zilve, zal die voorwaarde zeker dvukken op do eventueele Directie van het Hollandsen tooneel, terwijl toch ook de Duitscho opera, voor welke bovendien veel grooter behoefte aan ruimer lokail bestaat, van de nieuwe stichting profiteert. Dtzs nu geheel van dat servituut te ontheffen ware onbillijk, zooals in een ingezonden artikeltje*!» de N. Iï. Ct. van heden werd aangetoond. Geheel in den geest daarvan deed dun ook de heer Ebeling het voor stel om de bedoelde voorwaarden zoodani" te wijzigen, dat niet het Ilollandsch Wioneelgezel-chap, maar de aan den schouwburg verbonden tooneelgezelschappen die volksrooi'ttcllmgcn zouden hebhen te geven. Uit do toelichting vin don heer Ebeling bleek boveudicu dat het de bedoeling i?, dat. het, Hollandsen tooiieolgezelschap zoowel als de Duitache opera in geljke ma o tob dit middel tot volksuitspanning zullen bijdragen. B. en W. namen dit voorstel over evenals et*u' ander van den heer van Slolk om in art. G uitdrukkelyk te bepalen, dat het gebouw steeds het karakter van openbaren schoiuybnrg moest behou den. Gelieve op die byvoeaing wel te letten; de heer van Stolk toch was beducht dat do Vereeniging BotterdamiclièSchowclturg eenmaal in den gelukkigen toestand zou kunnen komen, dat ze baar ledental zjó z'et toenemen, dat ze het niet meer noodig acht voor het publiek voorstel lingen te geven, maar dat haar ledcu er zich toe kunnen bepalen onder elkaar te spelen". Dezelfde vrees dat de schouwburg liet karakter van openbare, voor ieder toegankelijke instelling zou verliezen, gaf den heer Van Stolk tot een ander voorstal aanleiding. HH wilde namelijk bepaald zien, dat zoolang de Jilott. Seh. Ver. het voordeel van een goedkoope erfpacht zou genictjn, zij zich voor haar leden en obligatie houders geen bizoudere voordeelen mocht voorbehouden tegenover het groot pnbliek betrekkelyk; het be-prekcu vau plaatsrn. Daar echter juist dit als ecu 'der voorrechten van die obligatielening werd beschouwd )i«r> men gevaar, zooals de Voorzitter en de heer Ehcling aantoonden, dat de ioschiijveiB dier leening zich zouden terugtrekken en dan kan men weer vau meetaf beginnen. De heer van Stolk duchtte echlvr dat govaar 'niet, do iiHchrijvers van die Icenintf waren -de veteranen <! u' kunst" en Inveiilicn had de Sch. Ver. verklaard met wijziging lor voor waarden genoegen te zulltii nemen., Slechts leden wareu het echter met deu heer van Stolk eens, 19 verklaarden er zich tegen. waarna het geheel werd aangenomen met. 2J stemmen tegen l, die van den heer vnn Stuik. Ware ik niet beducht te veel van uw p'aa'sruimte te vergen, dan deelde ik u uitvoerig rnue hoo dr. Sleurs het onvoldoende aantoonde v.in het onvolledige voorstel van B. en W. tot ver meerdering van de reddingsmiddelen bij brand. H| wees op het veranderd karakter der No. 968 branden; die, fflser»nde«l« door pttrofaun ont* ?gaande, meer rfevaar voor wstiMking. d4n voor verbranden opleveren, wurbjf, door den petro leum walm, in de m*este gevallen de trap niet te Beniken was. Daarom moesUn spoedig rappe gisten met denö<xUger*ddingsmidd«l«naanw«iJg KÜu om da uiet verstikking bedreigd* bewonen lang* daE of veoiter In de open luchtte brengen. ion dien ejson kon door bel dei naohU op het Kerkplein te itutloneertn wagentje met paard «o manschappen en reddingsmiddelen niet volkomen worden voldaan meende dr. Sleurs terecht. Toch wilde hy z^jnsteui aan dat voorstel niet onthouden, uit dan ook werd aangenomen, nadat over en weer voor délooveelite maal de activiteit en de goede geest onzer brandweer was geconstateerd. Zooaïs ge weet wachten we hier nog altijd de oplossing der oaa-quaeatie. Mogeiyk dat een be den by den Baad ingekomen venoek van een te Amsterdam gevestigde electrioiteits-maatscbappU weer wat gang in die «aak brengt In elk geval kan het door B. en W. uit te brengen praeadviea op het verzoek van overgang tot d«n aanleg vnn ouderaordsohe geleidingen in gemeentegrond, aanleiding xtyn tot een vriendschappelijke inter pellatie ; zoodoende kon bet electrisch licht ons mogelijk eeeig licht verschaffen omtrent bet ga»licht. ? H. Y. I?« Rott. 10 Aug. 1883. (UIT DE HOFSTADi Ko. 105. H Uitgaan, doeh niet van Glanor; t Toorloopig thuisbleven van Flanor, rn tusschen do droppels over koetjes en kalfjes. Och! we moeten hot er maar voor houden,dat wu in een zachte wintermaand zijn, in plaats van oab(j de bondsdagen. Welk eene rchsxie of dat ongunstig weder, vooral aan Scheveninffen berok kent, merkt men bühet eerste bezoek aan die, EOO hard ah oen hollend paard kan loopen, nchteruitKaando badplaats op. Een blik in den PeM Courier de Schcveningguc toont oau hoe klein het getal voorname vreemdelingen is, en pynlnk is 't zeker dat Het Vaderland ons 't bericht bracht, dat de hertog en do hertogin vnn Coburg, benevens de prins van Coburg en de Prinses van Coburg, geb. hertogin van Orieans niet te Scheveniuuen maar te Zandvoort waren aangekomen. 't IR inderdaad to wenschon, dat er geen buitenlandscho liefhebbers-badhiiiskoopers in dezen treurigen tijd en ellendige badhuis-exploitatie opdageu.... zy zouden spoedig medelijdend over zooveel verwaarloozing van groóte belangen, af trekken met de hand op den zak. De Gemeenteraad schijnt een vnurwerkje om de 14 dagen voldoende te-vinden .... de vreem delingen, dio er andera over denken, worden een volgend saisoen niet meer dufcs, waarschuwen bun vrienden en zoo zal en die tijd is niet ven o meer het met de badplaats gaan. ovennis met haar wandelpier in zee .... men hoort er niet meer over praten. Een ding is jammer, dat do plichtvergetondo raadsleden door de bad huis dépréciftVie niet geldelijk getroffen wordea,.. geen aandeelhouders zyn. maar do toch reeds pp zware belastingen zittende, neringdoende ingeze tenen en ambtenaren. Zij, die equipagea hebben en lusthoven buiten, verlaten de gemeente, vrfvgen toruggnvo van hoofdelijken omslag en genie ten des winters met volle teugen van opéra en comedie, waaraan zij. door tusschen de naden van het net door te kruipen, gebruik makende van een wetaonvoUedighcid slechts over. een tijd vak van enkele maanden betalen. Jhr. Mock, geef dun strijd niet op, en toon u by vernieu wing weer kampioen m 's Raadsvergaderzaal, tegen die grove onbülijkheidl De eenige goede dag welken deze maand nog opleverde, kwam, omdat het da tweede was, Bcheveningoüdes avouds niet ten goede, want de duizenden en duizenden, door groóte aankondi gingen verlokt, van heinde en verre toegesneld begaven zich naar 't Haagsche boscli, om van de illuminatie ter eere vau Hare Majesteit ontstoken, met open oog en volle longen te genieten, met vatwalm en benauwende vergunningsdampen in cluia. Welk een zich' naar d« Koniogtbrag voortbe wegende menachènmpfsa! Hoe kom ik er door! Zijn ze dat non w?" hoorde ik een niet-Hagenaar aan een tochtgenoot vragen, terwijl hij in stomme verbazing stil stond voor de beruchte opschbruglantarens. Ja Kees, maar ze willen óók mee doen in de limmenatio, want 'k heb gelezen dat de stad de twee earsto en het Domein bestuur de verlichting van de twee achtersten betaalt, die nooit anders als met groóte feesten worden aan gestoken, 't Lnnd moet op de klfintjes passen!" Lachend verdwenen diu twee ooi ly ken uit het bereik van mijn, oor... En zoo worden we steeds, zelfs door weinig ontwikkelden uitgelachen om de flaters, bepnan door beu, die meenen tot de neer ontwikkelden to bohooren. Ijdelheid der ijdelheden l Atv n 't einde der breede laan trok een Chinecsehe of .lapanscho . tempel aller aandacht, en de ontvirevper ruo'-ht voldoening smaken van zijn pagode, vrnmtoe do Chineesclie tuin van Mnassuii bcm ongetwijfeld itiBpireei de, en sterk verdenk ik hem dttaruit. eeui#e lantarens geleend te hebben, liet LVemelsuhi wapen zag er zoo verschrikkelijk uit, rtat 'c zelfs voor eeii groot men«h was om bang te worden van al die draken-poten, armen, klauwen en becrien. 't Geleek evenveel op 't Uernelcche Rykswnpen nis het poffertjeskrnamprantjtt op 't catalogus titelblad van Amstulstiiuioijticum zulks doet x>p dat van onsen Koning. \Veteu déraenfchen dau niet beter of houden ij zicli van de gekken V De verlichting van de SocicteUtent was inderdaad prachtig. Een tegen 'c zwaar geboomte afstekend vlammend paleis met zijn coquctte torens, nissen en kanteelen wns nangriipeüd schoon, en 't verwondvrt: rna niot, dat de van de 'vijver-omwandcling vermoeide lcd«n van de Tent, lot namiddernacht in de nabijheid bleven van deze, met smaak en verstand, ontworpen feestverlichting. De vau Stads , alias Gcmeente-wege gemaakte illuminatie in 'c Bosch zelf. was op verre na niet zóó mooi of sierlijk als büvorige gelegenheden. In plaats van, zooals vroeger, de duizenden vetpotje' bpogggewijze lanzs den waterspiegcil van de vijvers te bobben 'aangebracht, door een beweegbaren spiegel als cirkels, weerkaatst, had men nu langs de wandelpaden guirlandes geslingerd, die alles behalve 'teifcct muak>en, 't welk men er iich van had voorgesteld. 'tPièce de résistance van 't feest moest een gezicht verbeelden op de IJszee; bij 'on- 'of maanlicht, dat weet ik niet, omdat ik het tiiet zag en velen met mij. \Vel stuud ik in twijftletid hoofdknikkend to sta ren op een breedea verlichten gordel... zoo iets als de^dierenrietu net een grooten uitwas, maar van ijsbergen met beeren er op zagen we niet*. Later hoorde ik dat nl die verlichting om de 8 of 10 minuten nog erger verlicht werd, en dat men wd verzuimd had snilks vooruit bekend te maken, doch dut zH dio zich niet spoedig' van de brugleuningen konden losmaken, 't erg mooi hebben gevonden. . ? ' . Verleden jaar wees ik «r in dit blad van den 7den Augustus op, hoe men by de illuminatie vnn toen de brngleuningen een paar dagen te voren had geverfd. Na had men te mteerd, hefteen terecht door het Dagblad een laffe kwa jongens streek werd genoemd. We hopen ter wille 'van 'heeren- en dameskleederen, dat bat Domein bestuur zich dan ook bjj verdere feesten onthouden /Ml van dun val wat-ml U kra-wn maatregel, om net volk het pak de leuning" of te leeren. { , % v* Uet zoo beleeft gedwui verwek onr.rwWr en Unit» te wandelen, werd, }>oeveel moeite de t)vV nae, aan" oe brwuren aepkatite agenteg, daar«oor 'k Zon ook wénichan voor te stellen dat bet gemeenUbestuur ter wüle vin hen, die de f 1500 en BOB wat koctende illnminaüe betalen, en de vreemdelingen, die V*n de Schelde tot de Aa over kwamen, niet meer op verrostlngen cal onthalen en in 't -vervolg bekend «al maken, dat men om het mooie stuk" te zien, zicb eenige minu ten getroosten móét om in VB gedrang op de been te bhjven. "k Sta voor de waarheid niet In, maar men n! me, dat onse begaafde ytechuder Apol zich reedi dagen te voren op 't voorurtiioht verlekkerde, om nagemaakte ijsbergen, die 't hem geveven wuop zijn tocht met de Wiüem Barendu m natura to zien, bier in 'tBoecb, fantastUcb verikhtnagebootet terug te vinden. Ook luj zag, even als zooveel duizenden die den «teerden leuning mei hadden gepakt, niets van al dat moois. En .wat 't zon 'tl" zegt men in Alkmaar en omstreken. Kunnen al die teleurgesteldon zich niet verlustigen op z(jne schoone Winters, waar van het konikljjk genootschap van Ned. Aquarel listen, op d« thans in de Gotbisehe zaal gehouden tentoonstelling er twee te aanschouwen geeft? 'k Stel me voor op deze verzameling van kunst producten de catalogus telt 199 nummers gepenseeld door waardige beoefenaars van de beroemd gebleven oude school, later terug te komen, wier richting door ware kunstkenners zal blijven op prijs gesteld, trots de pogingen door of vanwege bet tegenovergesteld genre, de Im pressionisten" aangewend, om to blijven getuigen afbrekend te zgn ten einde eigen roem to erceeren. De N. R. Ct. en het Dagblad gaven over die tentoonstelling ' reeds een verslag. Over 't eeritgenoemde spreek ik later, terwijl het Vaderland die belofte onmogelijk maakt. Van dien kant zult gy ze heerlijk op zien dagen" en ook Flanor stelt zgn oordeel uit en draagt het over aan Spectator. In bet no. van den 5n dezer toch zegt hu onder zone Vïugmarcn: 199 teekeningen, zeer uiteenloopend van voorstelling en behande ling, fraai, in'croMant. Ik laat daarvoor verder het woord aan do Spectator, op het oogenblik is het de zaal, waar zij tentoongesteld eyn, die de aandacht ceer trekt. Oh! Groóte Arabi! Oh! MahomedüAls of men niet wist dat Flanor" even goed Vosraaer" was, als de kunst Criticus in Spectator" Flanor l Akelig naïf, maar kinderachtig tevens! I Nn, en gij zult 't zien en ondervinden" dat Spectator" spoedijj deze tentoonstelling bespreken en in vergelijking brengen zal met den heden geopendon dubbelganger (was 't maar zoo !) in 't Gebouw der Academie van beeldende kunsten alhier, waarin de godinnen in 't frontespies te groot zijn en niet anders als bukkende door de te kleine deur het Heiligdom kunnen binnengaan,' waarin de muzen trooncn willen l Hier cal hom warmte van toon *? lekker gepenseelde beelden breed opgevatte insniratien verkwikken, ginds in do Gothische zaal mets van dat allos -- knutzehuirs, toekenaars -- b ud op, dat !> reeds te mooi!: En hoo vat Ftanort do kunstcriticus, zQn taak op? HU zegt oVer eene Aquarellen-tentoonstel ling niets anders als hetgeen hierboven werd aangehaald, en levert daarna eene beschouwing over de zaal, haar betimmering, vensters en be toogt verder de wenschelijkheid om den tuin, waarin zich die Gothiiohe zaal bevindt, te be stemmen voor openbare wandelplaats. Ingenieus gevonden, maar niet nieuw l 't Spreekt van zelf, dat ik mij hoogst vereerd moet cevoelen, eu 't ook doe, dat eene sommiteit als Flanor, wel zoo vriendelijk was om Juist datgene van mij, niotigen Pcnkrasser, in zijne Vltiymaren over te nemen, maar in andere woor den als ik reeds weken geleden in die Vlngschriftjes voorstelde, gevolgd door do bepaling yan B. en W. waardoor die tnin reeds des Zon dags opengesteld werd voor 't publiek, maar en de heer Flanor houde 't mij ten goede -en zal naar ik hoop m(j ook do opmerking niet in* peperen," dat als hij met zulk een oud«n kost de Spectators lozers gaat trachten to voldoen. dat 't don ook beter is om zijne Vlugmaren," die eon maand te laat komen en meer, maar na te laten of voortaan Laat ma r en" te noemen. Met belangstelling ziet het kunstliovend publiek de critiek van Spectator te gcmoct. liet -Vaderland van hedenavond zegt er bij voorbaat reeds van dat alle genres bc/talce 'tslech'e jsyn vertegenwoordigd. Verstaat men b, v. door 't nleclito genre" dat der niet impressionnisten? Dat zou te kras zijn !! Bles, Apol, Verveer, Deatrée, v. Deventer, 11. ca M. teiiKuto, de Ranitz, Stroebel, Vrolyk en zooveel aud^rcu, met Rochussen voorop, toonden ons 't tegendeel, door den roem dit) hun deel reeds werd in nooit meer kan ontnomen worden, nitnurlijk niet dom1 hen die reeds eindigden waar zij eerst begonnen. Eon ding tlechte betreur ik in dozen tij. l van adntiration mutuellu", namelijk dat or op de tentoonstelling der nieuwa richting uiet een tweede .Won werman is vertegenwoordigd, met de voor stelling eener Anweonc. We zouden itnn kannen oprdeelen of zo door Flanor of Sjtepttttor al dan niet op of over het paard werd getild. 'sUaSe, 10,8 'A J. A. de Bergh. KIJKST. SERGE PANINE. oelinff van den schrijver met dit drama il etalüulijk Mevrouw l)e* varennen U het beeld eener vrouw, aan wie het leven tot taak 'heeft gesteld, wat .in den regel door muntten wordt volbracht. Z\j ontwikkelt kracht. n<iar krui*. Eon zaakje in meel en graan en de verbeelding der toeschouwer heeft vr\jheid dn jonggehu wJe nchter een winkelraain vol krentebollen en ka-latjes ie plaafaen haar nagelaten door een vro*ggaitorven echtgenoot, boeit zij uitgebreid tot van ha*r naam een roep van rijkdom is nitoagaan, die doordrong tot ae ooren van een adelylten schurk; en baar aldus ten vloek werd. Geen hinderpaal dien zij niet wist te vellen; en naarmate haar schatten toevloeide, steeg ook in aanzien en ach ting haar naam. Met al den trotschen en ferbiodwaardigen hartstocht waarmede mea mannen verkleefd ziet aan een naam, dien t$ tot roemvolle vermaardheid hebben gebracht, ie Mevrouw Desvarennes gehecht aan den hare. Dikwijls is de kamp haar zwaar gevallen, maar de vrucht der zegepraal, de pnbesmette en gevierde naam, baar slechts te dierbaarder. Uet leven s voor haar geweest een oefenperk van deugden : een scherp verstand, een alomvattende en diepdoor* dringde blik en een stalen wil. Haar ook ie tij onovertroffen in goedheid en milde witheid in haar eigen geslacht, gelqk z# de schoonste gaven vereenigt van het andere. Haar geestkracht is in volsehoonen samenklank met i/elijker deugden. De- moeder leeft naaet de- vrouw van taken. De belangen van honderden gaan haar !?* harte ; maar voor haar kind kiept dat luwt er jiiet minder laide-om. Het H M&S ' bet nimmer ultgebluscht* vaar dern edefde w»jtennn«iliK-Ma edele «n *"*" gavea<op.3en pkot* léft doea melten, «a haar " eèta wóndbtre pftk gelaten, waardoor -brt leren »If w«rdtbedre4* n iwrkbeid is baar deel: gepbutt _ ..,_ hare dochter Si sQ de mindere; de kracht van een wil die lieeds allen te sterk bleek, ind tegen «ene bede Tan boor twintigHaar tegénétu^ wordt opgelost door ,w?HMH, THte en wel óterwogen plannen uitgewiwht door een kut, Dit stelt de vruchten fan een reren, ala er «een beter besteed kan worden, in gevaar: ajj m buiten machte de toeJcomBt te Tetzekeren Tan haar Und. Wat hebben 'jaren arbeiden*, wat een opvoeding, waaraan geen schatten Tan toewijding en zelfverloochening zjjn gespaard, gebaat, wanneer in de beslissende ure de bond, die deze kostbare levenibulk ge stuurd heeft door branding en stormwind, te zwak blg'kt om tot in de veilige haven bet roer te blüven omklemmen? Micheline, van Mevronw Desvarennes de aan gebeden dochter, U zoo goed als verloofd met den man, die ook de keise is barer moeder. Zonder geld, besluit hu «etensehappeljjken roem na te jagen, om Mich<dÏD« banaan te kann**aanbiedenTdie den ban watrdltf ie. Ht>*tt»«t in zyn verlangen, want hij ondencbeidt zwh op een gevaarvolle ontdekkingsreis. Zijne lauweren legt by aan de Toeten der geliefde, om een heerhjker belooniog te ontvangen. Doch do wól-vcrdiende, zaligende beker wordt hem uit de handen geslagen vóór hjj hem aan de lippen heeft gezet; en gespild de pry*looze in houd door een ellendige: Prins Serge Panine. Panine i« eeu dior verataudelooze menschon wier blik slechts de oppervlakte der verschijnselen be schouwt, en wieu armoede derhoivo die aroobte ramp en rijkdom bet hoogste geluk dankt. Om «ion, dit geluk te verschonen dingt hij naar de hand van Micheline, de erfgename der miflionnaire. En hy is zeker vnn zyn zaak: want van zyn per soon gaat een betoovering uit, waaraan geen vrouw kan ontsnappen, eu waartegen grijiheid een onvoldoend wapen is. De eerste minnaar wordt uit bet hart der ma-vgd verbannen, en keert, to laat gewaarschuwd-, alloen terug om den ander op het toppunt zijner weuschen te zien. Men dioni toctegeven dat een Eerste Bedrijf hetwelk ons met deze personen in kennis stelt en van deze gebeurtenisten de voltrekking te aanschouwen geeft, de voorbereidende taak niet licht opvat. Toch is dit bedrijf zeer mat en maakt het 'een onbevredigender! indruk. Bjj de eerste voorstel ling, tóén slechts aan een enkele het verhaal bekend wai, werd het eerste bedryf zeer koel ontvangen en de stemming van het publiek op een, gevaarlijken proef gesteld. De reden is niet ver te zoeken. Wij K! - da handeling, die ryk ia aan inciden ten, plaiun-grijpon zonder dat onzehejangvtelling voor de betrokken personen beboorlgk is opge wekt. Wat zij doon en zegge a is ons volmaakt onverschillig, want zy zyn ons geheel on al on bekend. Hot is ons alsof wij door eon kijker eenige groepen begluren die mst levendige ge baren «ich Tjowegen, maar waarvan wg de gepprekken niet kunnen verstaan. Evenals voor een doove het algemeen* onderhoud verloren gaat en slechts het koude spel der gebaren overblgft, veroorlooft dit bedrgiden toeschouwer ZQD onpartijdig standpunt in bezit to houden, en waar geen aandoening wordt gezaaid kan de tooneelschrijver niet hopen belangstelling te oogsten. Uit enkele woorden en uit sommige trekken in de Utere bedrijven "blijkt'fcet doel van een diohter zooals bet .kortelgk is geschetst, en bet is on danks de onvolkomenheid waarmede dat dool wordt bereikt, dat de opgang van het stuk ten onzent schier even groot is, als te Parijs. Immer», hoe rgk ook aan gebeurtenissen, aan toelichtende voorbereiding ia het eerste bedrijf zeer schraal De ongelukkige vrijer naar Micheline, Pierre Delarue, wordt met een uiterst onbetcekenende verklaring door haar aan den dijk gezet; in een oogwenk Mevrouw Deavarennes, die hier voor het eerst handelend, zy het Igdelgker wijze, optreedt, bewogen zich in de zooeven plotseling tot a._nd gekomen verandering te schikken niet alloen, maai 3Y»n snel hare toestemming te geven tot het huwebjk met d<"n prins. De laatste treedt te voorschijn en drukt K'cheline in zyn armen. Een oogenblik daarna beduidt L.M e,on pleegkind vau Mevrouw Devarennes, voor wiot..J«'i eOu be antwoorden haitstocht koestert, dat rgnOpmbem een voldoende vergoeding dunkt voor haar grenz*looze liefde; en dat het denkbeeld een vrouw te huwen die hem onverschillig is, ruimschoots wordt vergoed door het vooruitzicht in haar bruidschat zijn levensdoel te zullen bereiken. Door deze mededeeling tot wanhoop gebracht schenkt de versmade, Jeanne Cernay, hare hand aan een oud achtig heer, een vriend harer pleegmoeder, Deze korte inhoud doet ten duidelijkste zien.wat aau de zoo onmisbare voorbereiding ontbreekt. Is mevrouw Desvarennes inderdaad het1, beeld van geestkracht., die enkel tegenover haar dochter te kortsehiet? Wat -wij er vau gewaar worden is alleen de laatste zwa'<heid; dat wij haar te be schouwen hebbeu nli de eenige, blijkt uit weinige verspreide volzinnon, die fen eenenmale onvoldooude zijo. om den indruk, door do handeling teweeggebracht, te wgzigen. . Is ficrgc Fiinin*, wezenlijk de tooverprins"? Ja, Jeanne ea Miclieline betwisten hem elkaar mot grenzcloozcn hartstocht. Doch is dit genoeg?. Ja, hu het ft den Imud verbroken tu^schcn de laatste en Pierre, Miuir wat weten wij \an dien hand? Wy hebben niet gezien hoa hij werd ge logd; niet in welke mate hij werd toegehiald alleen dut, eu uiet op welKe wijze, hy werd verbroken. liet eiffenlijke, het ware eerste bedryf ontbreekt aan dit drauia. De Bchrgvcr heeft zijn tic l willen verhaasten, om ons te dwiugen hem tu volgen, maar lüj heeft bijna den nek gebroken over zju cifrun snelheid. : Ik heb reeds aangegeven w.it het eigenlijke, bet. ware eerste bedrijf zon moeten zyn: Mevrouw Desvarennos aan haiir uraotschen arbeid; voorteekeiiBn hurer tot zwakheid over slaande liefde voor JlicluUinc; (leze laatste nog verloofd a» n Delwue, en iu s t rij i gewikkeld met dun outkiemendeii hartstocht voor ticrqi PitniiM, Eu eindelijk de tooverprins" niet de wonder.roede in de hand rondgaande, njtrvnllende ivin de vopteti van- HicMme, ilocli in hut liart. het beeld |vau Jennne, dat tevergeefs don gouddorat zoekt ta .verdrijven. Welbeschouwd zoudon twee bo.lryven met.de ontwikkeling van de«i gdjtevens kunn-n heenpaan; het derdo zou oiue bt-lang-tti-Uing hut toppunt zien bereiken: de door Fr. Sarcey be doelde scène & faire. De inhoud zon antwoord moeten geven op deze vragen ; . Zal Mevrouw Dtmareanei, zo, die hot beste van d*n m»a en het beste van de. vrouw in zich vereenigt, ? zal zy het geluk harer lieveling, tot dusverre door haar betracht met al haar .geest kracht en. aoedlmd «n wijsheid, en dat op bet punt staat, door het huwelijk met Pierre Delarue voor altyd te worden bevestigd, zal zy de laatste en voornaamste verplichting van haar leven op de schonden laden van een man, wiens bijnaam haar voorzichtigheid zal aanraden, zoo geen ge ruchten van zgn'aard en levenswijze haar af keer zullen inboezemen? En dat uit louter vreee vóór den wil van het meisje? Of zal de tooverprine ook de eerbiedwaardigste en ontwikkeldste der vrouwen orattrikken met tUn netten? En Jeanne, keert -zy zich vol verachting af van deu horteloozen hniehelaar? Of blijft ook zy fladderen in den noodlottigen kring? Men aiet dot Ik in hoofdzaak- den inhoud van bet eerste bedrijf naar-het derde zon willen over* als ik d* tchraalheid bedenk, waaraan »M Tier overifébedr9ren te Hfden Se&ben. De^e ?itie ontbreekt ea de groote'gebenrteniseên bet eerste bedrtt die eetit goed Toorbereid d&n bedoelden indnut kadden kunnen maJten, eteOen ons den toetUnd zoo volledig TOOT het oog, .dat wQ geen kam meer zien ome belangstelling te Terdeelen over Tier bedj^rea, welke uien de lot gevallen zullen behelzen van lieden, die ons on bekend en dnt onvenobiUig sAn; daarenboven lotgevallen, beheerteht door een toestand, ontijdig geboren en onvoldrageo. Wütien al te doidelük dat na het eerste bedrijf geen verandering in den toestand mogelijk is, en dat de Traag naar de wijze waarop de ellende, nit hes bnweujk tnseehen Micheline en Qeorge Panine ontstaat, zfeb baan zal breken, de eenige is, die voortaan onze aan dacht nl kunnen trekken. De beide bedrijven die, n* het zooeven geeehetste derde bedryf, zich net deze vraag zon den kannen bezighouden, zonden zeer wol in staat zijn haar te beantwoorden, en de gebeur tenissen kunnen bevatten thans over vier verdeeld. Zy zonden te minder ruimte behoeven naarmate de personen ons beter bekend waren. niettegenstaande de gebrekkig oeeonomtecbe Terdeeling onzer belangstelling, waarin de kunst Tan den tooneelscbrvTer ligt opgesloten, en die, moewlük in regelen te brengen, büelk stuk afzonderbjk moet worden ontworpen, niettegen staande door deze belangrijke font het geheel een zek«ro onbevredigde stemming, een matten in druk achterlaat, is de opgang grootendeels te danken aan enkele afzonderlijke tooneelen die met zeer veel geluk zijn aangelegd en den aan dacht onweerstaanbaar tot zich trekken. Het welslagen dankt men verder in geen ge ringe mate aan het optreden van mevrouw Kleine in de rol van mevrouw Desvarennea. Het was een groot genot haar terug te zien, na een be trekkelijk lang tijdsverloop, m een rol, baar noe steeds jeugdige krachten ten volle waardig. Welk een onwnardeerbaren steun zij aan het mh«emsebe tooneel blyft verlcenen, springt vooral in bet oog als zy door leden van het jongere ge slacht wordt omringd. Velen van de laatste dagteekenen van een tijdperk, waarin men in Nederland meende komedie te kunnen spelen, zender het geleerd te hebben. De kunst van zeggen en yan bewegen, het gebaren-spel en de voordracht is mevrouw Kleine ten volle meester. Er zijn sommigen, die de mceniog schijnen toehedaan, dat mea een en ander uit de mouw schudt; ja zelfs de moeite van bet schudden schijnt dikwijls te groot. De heer Schoonhoven dient na mevrouw Kleine genoemd. In een rol geheel buiten zijn emplooi gaf ing veel voortreffeiyks. Amst., 10 Aug. *82. F. T. d. G. MAGDALENA", roorstcÜing bg De Groot £ Cotnp. Een enkel woord over Magdalena, of de af grond by Bessac", het drama, naar het Fransen der t'ijdgenoten van Soribe, Anicet Bourgeois ea Albert, in de laatste week door het gezelschap van den Schouwburg-loge uitgevoerd. Edooard Turqaety zegt in zgu Primavera L'Ardente poésio *vee MS gnmls rayon», Bat récUlr qui H'*llune *n ohoo des pualons. De Poëzie nu, waarvan bier sprake ie, de gloeyendo» de brandende Poërói heeft Mevr. Fronkel Bouwmeester on« in de titelrol van bovengenoemd tooneelstttk te aanscnonweMteffeven. Haar spel was vuur en leven, ware liefde en ware 'Onpeil bare smart Het gevoel trilde in hare stem ea sprak uit haar oog. Een groóte ziel is noodig om dusdanig een hjdon te kunnen begrijpen eu schilderen. Het optreden dezer kunstenares boeit on verovert. Geen hartstochtelijk vrouwencharakter, vernederd en verheven, onder 't lijden bedolven en opgebeurd uit de' smart, zou een meer ware vertolkster vinden dan haar. In haar heeft de natuur zich geleend om der Kunst ele menten tot meerdere volmaaktheid aan de hand te doen. ? Het stuk op zich zelf bcteekent verder weinig, moor 't wordt goedgespeeld : Mevr.Götz-Schops, ala Hivr.dïFianclKville, had wel beter kunnen zon, de Ue«r Tortoud, Victor de FranclteviUe, stond Mevr. Frenkol waardig ter zijde, maar vooral in 't laatste bedrijf was meer hevigheid noodzakelijk ge weest. Do, Heer van Hilten, als pastoor Latnbert, sprak al te plechtig, nu en dan; anders kalm, liefdenik eu braaf naar bohooren. Deofergang van zgn Selaat in de pruik was te veel merkbaar. De lieer laaser h? d een goed kop jen voor zoo'n wit gopruikt Heer, hij .speelt geaifekteard, zyn miue waa dikwijls goed; hy was niet oud genoeg. De Heer Pothnrst verdient lof, zijn oog werkto naar wensch. Movr. van Rossum was een gelukt tantetjen als Marianne, en Mevr. Fuchs Barbiers een geslaagde brutale meid, als Mathttrine. Men herkent haar als het Ifd eener kunatenaarsfaniilitf. De zaal was natuurlijk niet zeer bezet, want wie derangeert zich gaarne om, wanneer bijrede nen van mode of opvoeding het niet noodzake lijk maken, weldoende en roeronde indi ukken op te doen? Wat gast dor wnereld een geniale kun stenares aan, waar men liog riet bepaald over moet kunnen spreken V Do -ware artiest bekom mert zich rchW niet om do quuli- of qnanüteit van zijn gehoor. Uu Bpeelt voor en om zijn Kunst, en vindt zijn voldoening in de werking zelvo vau zijn talent. Zóó scheen het gezelschap van de' Groot & Comp. er ook over te denken. A. 9 Auij. '02. - L. van Deyssel. EEN WOOED, naar aanleiding dor voorspelling van Magdalcna" in de Schouwburg-loge. Het is eon niet gewoon kunstgenot, dat de rieeren d« Groot ons bei cid hebben, door het vertounen VHII de Madeleinn", die -in 1843, door Anicet lïourgeois eu Aug. -Franc,. Thiry, gezegd Albert, ten tooneele werd gebracht. Men houdt mij waarschijnlijk niet voor een bewon deraar vun het melodrama-</c«rc ; moiir het ia toch wel interessant weur e«ns een cffekt-utuk uit het tijdperk der draiontiscïie romantiek vanden tweodeu rang, vrij goed, iu eenüjen deele uitstekend, te zien spelen. . De Mwdelrine" U, als andere stukken van den veelschrijver Anicet-üourgeoi», in der haast samenfféatcld. B|j laiiger overweging van het plan, zou den do auteurs het veel vereenvoudigd hebben en daardoor aan bet ontknoping»! ooneel een sterker indruk hebbeu verxekerd. Het derven Tan rof rende krucht in oogenblikken, die door de schrijvers bestemd zyn de gantoche zaal mee te sleepen, kan niet verhinderen, dat mindere tooneefun een treffenden indruk maken. De uitvoering wai goed; de party r&nMagdalena werd door Mevr. Fr«nkel-Uouwmeester m«t veel fijnheid ei diepte genuanoewd. Ondanks de weinige talrijkhekl der toeschou wers gaven z«lf» dn figaranton eich de moeite in de aktie te zijn. Dat verdient allen lof. Ik kan niet nalaten mHn leedwezen vit te spreken, dit de verdienstelu'ke kunsttnaan», dia do rollen van Victor de FrancltemUe en Andr vervulden, het niet de moeite waard gerekend hebben hunne knevels af te scheren. Erger kostuumkettery dan een paar snorren bfl een poederpruik Louis XVI is hotst niet denkbaar. Daar zyn in de kunst geen kleinigheden. De kostnmén der Hoeren wcre>jater genomen dan 1786?89. Men heelt er zlUuiog £«011 in laten optreden; zeker waren ze van jba de revolutie. 10 Aug, 'WL ' Alb. Th. danig, dat men van de eenvoudige, korte «n nette operette, die thands wondt uitgevoerd, boort mompelen: Die -PrttsbeW', met veel t**ka". De veronderstel dat d« Prgebeker" niet onder de neett gewilde zangspelen. die de Betren Prot tengenoore brengen, tal kannen gerekend worden. Drie betrekkelijk korte bedreven, onder eenvoudige dorptbewoners spelende, «onder te veel pronk en praal, ttamgeboodra door een ?HèreenTondiinte intrigue, dit b telde», wat bet publiek verlaagt. Ik ben er verre van te meenen. dat onvoorwaardelijk dienaangaande het publiek in 't gelijk «on moeten worden ceetekL Haar het pnbliek blyft alt$L~ het publiek, d. i. en fin de compte, de oppento beslisser over den opgang Ton een «tuk. Doch, het i« «oner en Fmeaiiea habrtoée xffn wellicht dankbaar voor een weinig lichte spijs, hun aangeboden te midden der hartige en neer «ware gerechten, die d«n disch der zangepelgastronoraen mental nmemm. Het ligt niet ia mttne bedoeling, den ,Pi *beker" al* drauatieeeb kwetwerkte'bwiUdetren. Het rajet ii niet verrassend nieuw; aan de hoogere hnmorutiek wordt hier minder geofferd. Kan da schijnbare des te meer, (in het mareen!'* van do xanglee b. v.); een enkelen maal treft men ook iets onvoegzaamz aan; sommige tooneoltjens daarentegen zgn lief en genietbaar, zoo hit trio in t Ie bedrijf, tnsschon Muller, Saab en Pronck, soo de daoos tusschon Muller en Jfolda zoo het einde des 2en akte, de aubade (piet .serenade", gelijk Tabarin te-recht opmerkte) en het gevolg daarvan, met veel entrain voorgesteld. De Heer Doré. als Saab, treedt hier op in een dor emplooyen des Heeren Krneft. De Heer Dor voldoet m. v, minder in 'karikatnurrolleD. Wan neer hy sprak, klonk ly'ne «tem raauw; hy had zich, in 't gelaat, weinig fraai toegetakeld. De Heer Dorébezit een goede stem, die in deze rol ook te weinig wordt geëxploiteerd. De Heer Doréis oen leerling van Driesseni, men misbrnike hem niet. De Heer Kelly, Pronck, was beter gegrimeerd, de wenkbraauwen pasten by den schedel. Zjjn spel had in matigheid gewonoen. Mevr. v. Geytenbeek en Mevr. Boderman zQn twee sterren , dio men gaarne eens gexatnentljjk blinken ziet. Hun spel verdient toejuiching; die duoos mag men uitnemend noemen. Men ziet Mevr. y. Geytenbeek liever in den Jongen Hertog; zy is echter in staat, ook in dezo rol, nog meer spel, nog meer hartstocht te brengen. Haar stem heeft niets verloren. Mevr. Bvderman maakt veel werk van het stil spel, met dcoogen vooral ; ook in momenten dat de aandacht der zaal niet hoofdzakelijk voor haar wordt gevraagd; dat ia het ware. Haar liederen ter bruiloft, 2e akte, vooral het eerste, eischen den lof dnrgroote bekoorlijkheid. De iugeoulteit vindt in haar een bekwame vertolkster. Zij spreekt een bizonder klare en klankrijke taal. MIJ. Coersen, FicMct, was goed; heel aardig met de pijp, in 't 3e bedrijf. De muziek beteekent niet veel; meest «a&tngelapt werk. De dekoratiën zijn werkehjk ongemeen geschilderd en in-een-gezet. De penpektief van het Tyroohch gebergte] Ie bedrijf, laat niets te wenschen over, de bnuloftezaal, 2e akte, is zeer wel geslaagd, ook de vensters in het ach terdoek. Het aanbreken van den dag heeft men, met langzaam scheller wordende Uchtcffektén, juut weergegeven. Men had de Heeren schilders waariyk wel eens op mogen roepen l Wij kunden deu~£rrQtbeker" grasten alr*n aangename verpozing koude zomeravonden* 5 Ang. '62. Naar wfl vernemen houdt de Heer Alberdingh Thym zich bezig met eene vertaling van Molière's Misantltrope. wy mogen ons dus vleien dit meesterstuk van fijne psychologie nog dezen win ter ten tooneele te zien komen. Toontel in Londen. Met l Augustus sluit, wat het tooneel betreft, de Londensche Season. Da laatste voorstelling in het Lyceum Theatre was ten benefice van den directeur Henry Irvinff, en d> ze, als naar gewoonte bij die gelegenheid een kleine toespraak houdend, behandelde ook een in den 'lontsleu tgd veel besproken onderwerp. Hy verdedigde .namelijk de lange reeksen van voor stellingen van hetzelfde drama, waartegen in de pers stemmen waren opgegaan, lïomeo and Julist in 130 avonden achtereen gespeeld, eene ontzagljjke inspanning van geett en hart vorderend van de hooiUpertonen, vooral Miss Ellen Teny. Irving gaf dit toe; zulk eene taak waa dan ook zeldzaam, en het speet hem dat BOO ieta gevergd moest worden maar ty die leven om te beha gen moeten behagen om te leven. Dit was de practische z\jde,.-van het vraagitnk, en op den langen duur do eenige, te meer daar, on dit geeft de gcheele pers toe, Miss Terry's geest of gaven uij de reeks van voorstellingen volstrekt niet schenen geleden te hebben, en de honderddertigste vooratelling een juist even volmaakte en indrukwekkende waa, als de eerste kou zijn. Toch is er veel tegen de verdediging te zongen. Do groot e ' acteiui zijn er aan blootgesteld liun lust tot studie, de buigzaamheid van hun talent te verliexen ; b|j velen zom eorgoloosh«id of ge maaktheid het gevolg kunnen zgn. £en der redonen daarenboven, bet coedmakeii van de koa'en, moest niet kunnen gelden; Itomeo and Jnlict moest niet als een pantomime met kracht van decoratief en cokttmm worden opgevoerd, die aan deze tekst concurrentie aandoeo. Eenvoudie maar behoorlek vertoond, zonder buitengewone kosten, zon het meer genoten worden door degenen voor wie Shakespeare bestemd is. En ff. Onder de nagelaten toonwerken van den > componist Raff noemt men twee opernV een oratnrinm, DornrSscltM en een rjuphonie, de Winter. Oitie Jurkmutlék, Don JoséFloree I>»fEtu>a te Saotingo de Comppttella in G*lieie, h e^ inwnbafd. een ntuk gewjjde muziek uit de twaalfde* eeuw te outcüferen en te arrangeeren. Uet is de Lofzang, der Vlaanuche pelnims die na»r S4ntia«o trokken. Na vele eenwen cal htf thans weeroezongen worden bij het aanstaande beaoek der Fraiuctw jKilarim» aan het graf Tan dan heilige. De styl U Grcgoriaansch. voor de tegenwoordige T. DeytocL FAUNA. Weettlad mor poptüain \Dier~ leunde. Orgaan der Diergaarden- in Neder land. . GEWOGEN EN. D» Ik heb TOOT mfl Itopn niet minder dan 19 nummers Tan het weekblad, welks titel kierboren il neêrgescbreven en daarMj 8 paciatt'e, waarin men vindt de beoordeelüigtt der ««lerland-cu» pen vau dit .orgaan." Onder de AiutenUuaciM dagbladen mis ik de Amrierdmmmtr. Waarom? Merkwaardig u het .oordeel Tam de Neder* landacao -Penr OTer da uitgave de« fleeren Ja* D. Brouwer. De meeste dagbWtn begr«ete& .het orgaan" .met de meert» schenken aan het plan ?D,de ««0*5 S$ n * A n Ce i AI % a ..thjB,l; ' U'ttiu: " .,11 «lei» * . | 'kiiiTl c ,i!«uft { '??? unecl l ,,stert£ i keek, >;[»be. . .Uit dut J ?ïi r iv ??i[|!j5«ffs £ Vat Q . ..htig' -* i ii.iid. .' '.h* ^ . V.jfjd enJP" "dflatenjeit _ op u» j voorrt» : uver-ld, ijroot iil?u*ika-'u8.«l 't» ik he«»en4J.»;J' baret 1 ,,,'ta voor ? ,&3 klaren ? ? ?;; ffthoven- «T, ' i: et (.lortum.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl