De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 20 augustus pagina 3

20 augustus 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

ANTWOORD OP DE MEDEDEEUNQ*. Men behoefde waarlijk gewi profeet te rfnom met groote kans van wuarsobijnUkbeid te kunnen ?voorspellen, dat de uitgever of d« Redactie, of belden, van Fama na mijne Kktrp« (ntet grove} Teroordeeliog van dit Weekblad bet antwoord Biet zouden schuldig bUjven en misschien wel met BMnooniyke aanvallen zouden vergoeden, wa.t iu MUI argumenten zouden te kort schieten. Schreef ik niet in mijne kritiek dat de Redactie misschien den moker des gezags op mijn hoofd zou laten neervallen ? ZooaU elke zaak heeft ook mijne kritiek een klein gesehiedenisje, waaraan zich mijn brief van S Juli jl. vastknoopt. i Afgaande op de loffelijke vermeldingen" van de pers, bestelde ik voor het bestunrs-leesgezeltohap van de Arnhemsebe Vereeniging tot be scherming van dieren de Fauna. Na zeer vluchtige inzage van enkele nummers ondekte ik eenige grove onjuistheden en schreef toen aan den uitgever een briefje, waarin ik vroeg óf bet onbescheiden wa» de namen der Redacteurs van de Fan f a to willen weten, dewijl het blad door grove onjuistheden in hooge mate ontsierd werd. Spin voornemen was de Redacteur* attent te maken op die grove fouten en dat met hen per brief af te doen. Ik ontving daarop van den heer Brouwer het «brijven, dat bier volgt Met verwondering heb ik kennis gemo gen van uw schrijven vau 2 Juli. Indien inderdnad Fauna, volgens uw beweren door tal van grove onjuistheden in hooge mate wordt outsierd". zou het mij aangtmamer geweest zijn van u te vernemen, waarin dit tal van grove onjuijt,heden bestaat. Mocht u dit alsnog willen doen, dan zal ik uw autwoocd oumiddelijk ter kennis van de Redactie brengen." Dit antwoord gaf mij stof tot nadenken over het wezen der Redactie van de Fauna, die ik min of meer begon te identificeerden met den uit gever vau de Fauna. Vervolgens, dacht ik na over do verwondering van den uitgever die niet kon begrijpen, dut er grove onjuistheden door de Redactie waren neergeschreven. Kortom, ik be gon nu de .Fauna-nummers die ik voor mij had, door te lezen, en toen ik er in vond, wat ik in mijne kritiek heb neergeschreven, eoovele grove Onjuistheden en andere narigheden, gevoelde ik geen roeping meer dit confidentieel aan eene on bekende Redactie te doen. En dit te minder, omdat deze redactie in haar wat wij willen" lich zelve op Zoo'n piédcatal bad gezet. Na deze korte inleiding zal ik de bovenstaande mededeeling van de Redactie" vau de Fauna alinea voor alinea beantwoorden, omdat dan de lezer gemakkelijk vergeleken kan. Ik begin mst alinea 3. Gewogen en ? (plus. 8 andere vraagteekens) 2lt voer geen polemiek onder dezen titel. Er staat Gewogen en (negen punten) t geen wil zeggen: dat ik het nog vuorloopig in 't midden laat. Zou de Redactie geen bril uoodig nebben? Is polemiek gelyk critiek? Waar vraag ik aan de Redactie van de Fauna ?waarom ik onder de dagbladen de beoordeeling nis van de Amsterdammer. Ik schreef: Ik heb voor mij liggen enz. Onder de Amtterdamtcbe bladen mis ik cUn,4ro«/«/-dammer. Waarom? Is die vraag aan u gericht, o Redactie van de Fauna? Oh die brul Ik maak de Purtnerender Courant geen liefe lijk compliment, maar dacht hier aan bloedver wantschap of dikke vriendschap en of er een en ander bij die aanbeveling in 't spel was. Gelukkig dat de Redactie van de Fauna mjj het recht Reeft mijn ontleed mes tn zetten in u o. l, maar zij verwijt mij dat ik spot en hoon door een meng. Waar die boon is, weet ik uiu, dat ik spot wél. Of die sput na de snoevende toe?pronk van de Redactie niet-gewettigd is? De vraag: boe komt de Redactie er toe den naam vau *chelpdieren te vertalen door ccmcliyliën ? ilier zyu plaatkieuwigo weekdieren bedoeld enz. Eüwat antwoordt de redactie in hare bo venstaande mededeeling: Schelp is concba. ^r& n wil my mijn 'Latjin en Grieksch eens doen opfriMchen. Beste redactie, weet ge dan niet dat g|j van schelpdieren de volgende bepaling geeft: (pag. elf). JJe schclpdieren zyn koplooze weekdieren, wei ier uitwendig bekleedsel tteeda min of meer ge spleten en in twee platen Bescheiden is. en welke door een tvreeschalige schelp bedekt worden. Zon der op de juistheid dezor definitie thans af te dingen, blijkt er uif, ik herbaal nog eens dat gij ? de i^ameUi branchiotae bedoelt, en dan ia Cuuchvliën onjuist. Is het nu begrepen? Gfl spreekt vaa ap/cu/arnargarisifera en beroept o op l)r. vau d. Hoeven en Dr. BurgersdijK, Prof! v. d. Hoeven kan helaas, geen nerdruk meer bezorgen, maar indien mijn vriend Dr. B. dit van «in werk zal doen, twijfel ik er niet aan of LU zal ook het geslacht Melcayrina Lnm. aanueuiiJD. Most eene Kuiactie zoo maar kliikkeloos naschrijven uithoeken, die wat nomenclatuur betreft, uiet nieuw meer zyn, en op verschillende plaatsen verouderd. Vele geslachten, o, beste nedac'ie zijn thans in talrijke ondergeslachten verdeeld, die, toen bovengenoemde geleerden ?chroven, niet algemeen waren. Waarom maakt de- Redactie niet gewag hier van bare oester»studiën. Is het juist wat *ij sjclireef in da Fauna, of ik in mrjne critiek ? Ik vro*?' aan de Redactie, wat. voor diereu opaalzteenen zijn ra triomfantelijk wordt mij tongeroej-en: Lees Bwgtr^di/k maar eetis daarover n» etc. Laat ik eewt Fauna eens na. lezen; op bh 11 vind ik: Doch de oesters liebbtn niet alleen den mentcli tot vijand, déopaaliteenen met hunne lafige onvcrbiJdelykc klauwen nemen hcLoogeitblik Kanneer de otster ej/n schelpen o±ent, te taal «m hem er uit te rukken. ? O Redactie, Gij verwy»t mij naar de Opaliita. ea vertaalt dit door opaalsteenen l!, verwijst iuij ? Hittckel, zeker naar zyu Protütènreich" en ... thans aan -achtig, .Lezer, wat volgt. Do Opalinidat met bet geslacht Opalina zijn mikroskoj-ische Infusoriën zonder mond- en aal-jopening, wier lichaam over de gebeele opper vlakte uiet fijne triJharen is bedekt die in lougitadinale rijen schijnen te staan. Zij leven in bat darmkanaal van Nalaten en Idkvorschen en dezer larven enz. enz. En die kogel- of ellipsvormige psrasitiiche Infusoriën zonder ledematen of organen, wier lichaam door de jongere zoölogen eu ook door mij als eoe cel worden beschouwd, die alleen bil zér sterke vergrooting zichtbaar zyn, die Opaaltteencn of Opalina, (och!) welke door Haeckel wordt be?ebouwd als een der levende naaste verwanten" der dierlijke vooronders van den mensch" zy namen met hnnne lange, onverbiddelijke klauwen liet oogenblik, wanneer de oester zjjne schelp opeet, te baat om hem er nit te rukken. O Redactie, van Fauna, spreken is zilver, maar KwQgen goud, maar hier was fwflgen diamant «m het helderste wit er. De. Redactie schrijft: Dr. Gattie heeft nooit van de miooMBperiode: de tertiaire of bruinkoolvorming gehooid 'etc. ?Lieve, iMvte Redactie,-die een doctoralen bul -k»t, overleggen, die ouder is dan ik, en reeds werken over dieren en planten in 't licht gaf, ,. torn ik nog in d« windsels lag. gij moogt mU verwijlen naar Dr. Zimmerman't boek, 1 spijt mfi het n te moeten zeggen, maar ook hier dwaalt . «ijen stelt dingen aan elkaar gelijk die niet gelp z\|n. Hamer tooh niet met uwen moker van -gezag" en breng toch nfot bwkerpraatie* voor o*n dug. Ik lag m geea.nindteteom, als ik wat *: D« nuoceenvonaiug M een deel van de tertisJreperiode. Men spreekt van Irufalïoollagtn In de mioceenV0rmi*ff. Haar behalve mioceen zijn er immers nog Ffioceen, Oligooéen en Eoceeu en al deze vormingen >Ün te samen de tertiaire periode. Oh, alwetende Redactie, hoe kunt go dit alles t och door elkaar b*spel&o. De twee volgende alinea's sla ik maar over en kom op de Ttlmea Is dat alles 7" Waar heeft d» redactie de drukfout: ciaada hersteld? Ik heb het niet gevonden, trouwens releveerde het slechts als eene hardnekkige druk fout. Wie do goedheid wil hebben de tweede ko.'om van bis. 14 na te lezen, tal my toestem men dat fömoeielük van onrechtvaardigheid kan beschuldigd worden. Daar staat om zulk een zwaar hoofd te kannen dragen is de rug der apen buitengewoon sterk gespierd. Derhalve hebben hun halswervels uitwassen, die aan het menscbelijk skelet geheel ontbreken." Ik schreef in myue oritiek: ik wist nl. niet, dat aan de halswervels van den mensohgeene uit was sen voorkwamen voor de haLupieren. Is het kwaadwilligheid als ik hier de bals spieren" tusschrn vroeg? Over hare rookdiertjes deed de Redactie beter stilletjes te zwijgen: dergelijke teere diertjes, die als zwart stof alt eenvallen moet raou niet ver der aanraken. Dnt de engelsche kolonisten het eendvogel bekdier **n watermol noemen, bewust niets voor de mededceliug der Redactie, jlat. bet een soort van mol is. Een jongoa noemt de een of andere soort uit do familie der LibdliiU dac een glazenmaker, is bet daarom een 0?a*enmaker ? Omtrent het Hertezwtfu hebben, volgens do Redactie, de laatste onderzoekingen u»n het licht gebracht, enz tot overeenkomt. Wat doet dit praatje nf tot de onjuistheid dat het hertezw\ju overeenkomst heeft wet net hert. Wi*t men somtijds vroeger nwt dut liet een be trekkelijk kleinen kop had eu hoe groot het was? Allez douc! De redactie wijst mff op drie bokjes, die ik zelf zou gemaakt hebben m mijno critiek. No. 1. Bruinkool-formatie. Hfrt bokje is van de redactie en dy't uit tot eeu grooteren bok in hare bovenstaande regelen. No. 2. De niwve vrnag vnn de.reductie over coijcbyliëu: adre; aan do Redactie terug. No. 3. Een drukfout nurvali», be^te redactie, die ik gecorrigeerd heb in de proef maar tot ulijn spijl ia bUjven staan. Een nart'al is mij nooit nog in m\jn droom ver schenen, misschien komt later eeu tiarteal! Die Bril! Over «en enl'tle drukfout bon ik niet gevnljeu in mijne kritiek, ook niet ever eene enkele kleine fout, maar over eene miwsa groote, die ik mis schien nog met velen zou kunnen vermeerderen, adres uwe bepnling van schelndieren en anderen. En «U des Paaels Kern. Leste Redactie, wat oeno lieve insinuatie! Gy wilt mij de Redactie laten aanvaarden. Hoe vergevensgezindl en gij ?belooft niy humaner te behandelen dan ik u Redann iteb. Uliannant!.., maar ik bedank voor die vereerende opdracht. Is dio taak niet bij uitstek goed toevertrouwd aan hare tegenwoordige handen, die reed» een doctoralen bul (in de rechten?) ontvangen had den tocu ik nog in de windsels lag. Beste Kedactie, gij verwacht dat ik in 't ver volg, meer bezadigd, u mot myncn raad z»l voor lichten. Hoe gaarne zou ik dat willen doen, maar ik durf niet, gij tchryft van mij geteogcn en te licht geschat en ik zal u rand geven. Ik, dio niet wist wat voor diereu opaalsteenen waren aan u, die ze door opnlina vertolkt! l Ik, die een loopje nam met uwe rooMiertjes en niét wist dut mioceen-lertiair bruinkool formatie was, zoodat dit bokje, dat ik schoot tot een bok uitgroeide, voor u ni., uiet voor mij. U is wel vriendelijk, maar ik durf die taak niet aan. Toch betwijfel ik, in alle bescheidenheid ge zegd of ik wel het dubbel jtetal zulke fouten voor my'ue rekening zou hebbeu en vau zoo'n afmeting als ik heb aangewezen. Al had ik er slechts de helft, dan zon ik verdiend hebben dat in eene desnoods nog scherpere kritiek over mijne wijze van redactie eeu nog scherper oordeel werd uitgesproken dan ik deed in myn opstel van 13 Aug. Arnhem. Dr. J. Tb. Cattie. Ebtrs. De schrijver van Homo Stim en der Kaistr klaagt er over, in het 'Mayatin f. d. L. dis In- und Auslandes, dat thans reeds zonder zijn toestemming drie zijner roman^ tot tooneelstukken verwerkt,- op verschillende tooneetan van Duitschland worden opgevoerd. De Uui'sche wet giieft geen voldoenden waarborg danrteaen; er is echter een adres van den Ryksdag in Omloop om hierin verbeteting te vragen. Tictor Hugo. Nauwelijks is Torquemada ver spreid en besproken of de oude bard heeft weder iets. andera ter pene. Het :s een drama, in den tijd van Mazarin spelend en getiteld Le< Juttieauz. Het eerste ontwerp er van werd door Ilugo onge veer 40 jaar geleden gevormd. Japan. Volgens een bericht in de Jnpan Mailheelt de brei- B. M. Clmmbei l«in in dn vei^ade, r i n R der Japansche afdveling van lift Aziutiscli genootschap eert zeer interessante voordracht. gehouden over ' ' ^ -?- -- -' 1 = ? toesUudeu en Hij onderscheidde .. ... , leHcndeu, die vnn Idzuuiï, Yrt.mito tn ieder waarschijnlijk overoenkomeud met ecu staat kundige verdcrjing. Voor zoovar inuu Icau n»i<aau. lioul't er nooit een vulkom»ue ficliniJiny vin h«t vattelnnd bestnan; van drt <jud»te tijiirn af 1>«speuit meu bctiekkiiiifen diurrhindc, oftne li<*ch.itving van uit' Japau zelf ia ook ui<*t n» f e giuiu. lïetroiiwbate bronnen vóór 4'X) v. C zijn nmt aan te wijzen. Het veel genoemdo'Shintvis niet een eijenlyk jfodtdifnHlfitBlsol. niMr utt} eonvvrzameliug van gemengde en dikwijls elkaar tegen sprekende legenden. Ettgelsche spelling. Da hervorming; in de spel ling der Engelsche taal wordt hoe langer hoorneer een zaak van algetneene belangstelling DA voor naamste Araerikaan»che v.ere»nigingen hebben z ch thani met de Engiinh Philol»gicit Society ol'ticieel in verbinding gesteld en men is het erover eens geworden elkanders eischen aan tn vullen en over te nemen. De Partial Corections" der laatitü, de vyf regels' der eerste zullen de ^rondJagen vormen waaróp men gemeenschappelijk zal voort-werken. De leden der Amerikaansche vereenigingen, waaronder Prof. Whitney van Yale college, hebben zich verbonden goene audoi e dan de nieuwe spelling te g-bruikeu. Aan een der leden is btst vormen eener lyat van twyfelachtiue pun ten opgedragen, waaromtrent men zich zul trach ten te verstaan. . De H**r Scuorer, da uitgever van het zoo vonrtrefUJIc Deutoch*» Familimitlatt, zal ts Beriyn oprichten een Dnltsch Weekblad, g8w(jd aan Stiat-, Letterkunde, EuDst en Wetenschappen. ? ' Van de LltttrarlteTu Faxiaiien t» Krtiltkt* door Od. Bosten Haet, Uitgave van Tjeenk Willink téHaar lem, vemclieon afl. 35?37. Hierin komon voor: Erneit Banan, Edwanl Bnlwer, Kart Hase, Tictor Hago, «Alceatts", Louis* von francais, Charlea-Paul dt Kook, rlaobvr Katoeh, Louise AcVormann, Wilhelmlo* voa Hillorn, QusUv* Droz, Do DorpsTerWlllng. "Van FOH '( Jvo*ni>n «ow 'l Zuidm. aeh*ts«n an ladnkkMi vat» d* 7*rainic«i flUUo van Noord-Amerika, ' BoUstvala, is an. U v«r*al>*Mn. ) een zeer interessante voordracht. >yer de podsdienntigu en staatkundige en begrippen in Iitt oud tl H Jaiittit. beidde drie eyi'len vnn m>raprorttclt>k» lie vnn Idzuuis. Yrt.ma.to en Kiiisliuu. D« !? afl. van d «n tv«ecl«n Jurgaajt tan tydtclirifl tvor ondtrw\jtiri, uitg»got»üdoor A. Akkring*, is verschenen en bohel«l oj. bedragen OVM tftd. 'faal in LtUtrkmidt van W. Gorter sn Martino; over Gnekifdixti van Kruiron, Kr«bb«n «a Dr. Bpkvna, (1001 «igen atudie), over A<n'<lrl}Mundt. over Zaoff door W. H. de Groot, oplottinffi* ra* Ktktitoegatt*, ffamtH ofganH, botpre«kt tragi» taH iMtenatr» «n goeft tMrdnlttlittytn, nic/a, ktric/ittn Hit dl tthooltttrtli «n Botkaanh>H<lifing.(V<} lorende taal van A.W, 8t*lw»g*n). Van Dt Xahiuf bevat aflevering 8 o. a.: De «leVtrioiteU in hniselykan dienst; De kleuren d«r dlenn ; De aooun»uator«n van Faure, toegepast in d« praktik; De g«brotdors Biemena; De »nelb«id d«r spoortreinen in de verschillende landen; Watenro'.oron voor klein» bevsegkrachten; Iel» over het Inslu-.n van don bliksem In boomen; D« AdJor; Kataorkaaa on knnstmatlge kaas; Gewijzigde ])eU-ttlef»nei>. Telefb»»D van Ader, Qny, Trouvéen Phalps; De tottlo eonoklips van 17 liet 1882; Een nieuw bewrj» voor don bolvorm der aarde; Laud en volkenkunde. II. Afrik»; Nieuwe accainnlatoreD; lin»l(fm!icUt; raat rel« itbeebliugta ea e*n kaart VOD Afrika. Nfenire nttgsren: GEO11OE* OHNKT, Do Industrieel vin fnnt-Aveineii. Kaar hot Frnnscli, (Als feuilleton verschonen in Het NiouwB van den D&K, Maart?Mei 1882.) LOU1SE BÏKATESUS, Hwigmoea. Oorspronkolp tuonenlüiK.l in 3 b<?i1l-ljvö:i, f 0.50. TEIUL1XCK-8TIJXS, Kruidkunde. Een handboek vo<vr oiiderwyzers en kwcekellngen. f 1.50. \Vet tnt rogoling van hot llnogcr Ondenrys, door L. N', Bchuunu&n ou F. II. Jordeni. Gratis. !UiII«nire Zake». ^DESERTIE. De z*sde titel van het Criminrcl Wetboek voor het krffyxróllc te lande, handelende over het mili taire mis-drijt' desertie, buv at 05 artikpleu, waar in do strnifeu zy'u aangegeven, welke door den militairen rechter moeten wordon opgelegd aan den krijgsman, die dat misdrijf pleegt onder een of mwv der daarin voorkomende omstandigheden. Opmerkelijk is het, dat in dien titel goen pnkel artikel voorkomt, omschrijvende wat men dooi1 het woord -desertie" heeft te verstaan, niette genstaande net wetboek in de Artt. 107 115 behandelt de desertie naar den vijund, in de Artt. llü131 ilio uit het leger te vel'ic, of uit eeno vesting in de nabijheid van don vijand, zou der tot de^eu óver te ginn, in Art. 132 die in tyd van oorlop, uit ftn tfaniizpen binnenslands, en in d« Artt. 133--170 die in tyd vnn vrede. Het ontbreken van znlk eene onifcbrijving heelt ten gevolge Rehud, dat. er ccnc is moeten wor den aangenomen, nfgeleid uit dr D inhoud der velschillende nitikels, en zoo verstaat men thans volgens de tepenwooidige jurisprudentie ondor desertie: alle opzettelijke veriri/aering van het korps, kantonncment of gnrnieoen, verder dan n uur n/stand, tonaer behoorlijk verlof, geplveyd door een militair aan dat korps, tunton«cnicnf of tjarnisotn verbonden. Uil de "tegen woordi? uoff van kracht zynde Miu. nan«hr. van 31 Dec. li-tiö, No 61 S., gfgeven door den toenmaligen Min. v. O. J. J. vivu Muikeu blijkt, dat het voornaamste kenmerk deidesertie bestaat in verwfticring, ronder verlof, op meer dan n uur afstand vanhet !)<trnieoen, daar, zoodra de commandeereudo officier zich persoonlijk heeft overtuigd, dat de beld.inpdf, die ingevolge Art. 13 van het Reglement van kry'g&tucht (1) meer dan n uur buiten garni zoen is geweest, disciplinair: moet worden gestraft in het strafregister de redenen der opgelegde straf aldus moeten worden ingeschreven: eerste desertie in tijd van vrede met vrijwillige terug komst of aangifte, binnen vier weken, door zondev verlof zich meer dan e?n uur van zijn korps te verwijderen." Dit kenmerk nu wordt afgeleid uit Art, 157 van het Crimineel Wetboek. Eene aandachtige lezing van dit artikel, waarby tot recht begrip de beide voorgaande artikalen moeten worden geraadpleegd, doet echter zien, dat de wetgever daarin heeft willen om schrijven, wanneer de poging tot desertie be staat, en wanneer het nusdrfff van desertie als volbracht moet worden beschouwd. Dat artikel toch zejjt, dat de straf, bepaald in het voorgaande artikel voor den onderofficier of soldaat, die in tyd van vrede gepoogd heeft te descrtceren, (2) van toepassing is wanneer een militair binnen een uur builen het garni zoen of kanlonnement in tjl><e desertie (2) ii verhinderd of gestoord; zoodra hy' zich verder heelt yerwijdi-rd, zil de misdaad Voor volbracht worden gehouden." Uit deze omschrijving volgt al/.oo, dat, indien de voltooiing va» het misdrijf', door van de* daders wil onufaaukülijke omstandig heden, butten de door den. wetgever gestelde urens. wordt- verhinderd, het do.or hem gfjilee^de niet meer uls poging majïwoi den aangemerkt. Zij bu'vat dus i-ene beporking ten opzichte van hetgeen, vullens de t-ppalirigeu vau bet gemeene ?rccnr, als pfiyiny tot mtsdr'j/f wordt beschouwd. Immers, vo'gen.s ai t. 45 van het nieuwe Wetboek v«n Sti-üfrwht is pojfiug tot misdrijf stratbaar, liet VOO) fientin (2) des daders zich door een hCtlin ivm uitvoering (2) heeft geopenbaard en du uitvoering alluen ten gevolde v»u oni tan<liglie:l«n viii' »yu wil onafhaukulijk nirt is vol tooid '' Ui-t' misdrijf kon dui o^rst dhn geacht AV.IIdun <)-'i->'fi uitgevoerd te x.ijn,' indien alles, vin. ,1...'..,':.-;. w l iifhatikelfjk of' niet, heelt ' '?? ; tot bet bestaan van betbnpaul.?. ? .' i.'f-voi-d-ïid. Wa»riu bestaat nu il-- mis'? lu-.t' i. ? i l^ij-. 1)1 'l K;.. Hlul-t .. ?"i?iti«". afkorastift van het ?.: : ,ileicrlw'' (het verlaten) -^ 7- K n»», dat er in de eerst e pbwts i>d.clit a*n 01 n verlaten, een -. v*u hè', korps, garnizoen of kunt(j<,i4}im ,t,A«n Je wacht qTden post, en wel, zal do.,.> hin-.ii',-''üi« strat'liaiir zjju, eene ongeoorloofde ., rtrlitling. nut opzet of moedwillig gepleegd. m«t lint. ilüfl om zicit te ontfrekktri aan 's-lands of 'H iConn,;.,'* ctir.nsf. wimrtoe, de kry^sman zich bij Kijno iiniiMi-tl.ix-ilLn^ htid verbonden* En dut deze bHt«inkiHii< ook aan dit woord wordt, gepuven in hei )IKU»-H Wttboek van Strafivcbt, bliikt o. a. uit .!« Aitt. 391. 302 en 393, waai in, onder Tilel XXIX vnn het. Tweede Boek, handelende Over de ,S«:lwepvaartini«J-rjjven" wordt gezegd: Art. oi)l. De gchupeling die opzctteliyk en wnlei rechtxlijk eene rei-, WHorvoor bjj zich op een Nederlai.dsuh schip' verbonden bedt, niet medeuiuakt, wordt als schuldig aan desertie (K) vóór den aanvang der reis, gestraft, met gevan genisstraf van teu hoogste drie maanden. Ait. 392. \Voi-flt «wtrnft, als schuldig aan desertit (2) gedurende de reis: lo. Mot gevangenisstraf van ten boosrste een jaar. de schepeling die opzettelijk en wederrechtflijk eene reis, waarvoor bij zich op een Nederlantlsch schip verbonden heeft, niet verder medemitakt; Art. 393. De schepeling van een Nederlandsen schip die, na afloop der reis en vóór het einde zijimr verbintenis, zich opzettelijk 'door weder rechtelijke alweüjibeid aan zijn* verdere dienst verrichtingen onttrekt, wordt, als schuldig aan desertie (!) nu den afloop der reis,, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden.'* Doch ook in het Segkment van Krf/gaturM of Crimineel Witboek voor de Muitte van den Staat van 1799 en in de ontwerpen van wet, vervaar digd onder de regeering van Koning Lodewijk Napoleon van 1807 en 1806, uit welke de tegenwoouüm 'lepaliogen «ijn afgeleid, viiidt men het zelfde boginwl gehuldigd. In art, I van het vierde Capittel der Tweede Aftiteling van h'et RëgTementNan 1799 leest men: .DesertÜB-irerte moedwillig» verlat ing van den dfentt van «n /.and'e, wsjrto* do Militaire- Persoönea tkh» van den Koogsteu tot den laagsten to», in oVrieTve onderscheidene betreJtkiDgenJhebben verbonf»n-.'r Eyenzoo luiden de Arft. l van bet Vptev rwpectievelük vierde, kapittel van de. ontwerpen v*n 1807 en 1808, met uitzondering, datln KeiNsBrstgenoemde gesproken wordt van h«t verlaten 9van 's Konings dienst1', en in het laaist» varj^ortg^oorloofde" in nlaats van nmoedwiriige'rvé«ating. Van zelve r$<tt thans de vraag, op, waarom Ae wetge\-ei- van 1815, d. i. van het viceertnde CV*?mtneel Wetboek een zoodanig artikel niet in de wet beeft opgenomen? Heeft hrj het vergeten, of heeft hij het met opzet weggelaten? Hef ant woord op dio vraag is niet met zekerheid te geven. De Isto luitenant der infanterie G. J. W. Rbole* mans Beijnen, leeraar in het militair recht, enz. aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda, vermeent in zijne onlangs uitgekomen militairrechterly'ko tudie: De kenmerken van desertie", dat de wetgever opzettelijk die omschrijving heeft achterwege gelaten en toont verder aan, dat, met behoud der vroeger aangenomen beteekenis van het woord desertie", tal van de bij de tegen woordige jurisprudentie ontstane anomaüfin zullen verdwijnen. Een rmtu- staaltjes (zie blz. 22 en 23). Art. 133 zegt: Een officier, die in t\jd van vrede deserteert, zal worden gecasseerd en verklaard te zijti eerloos; edoch wanneer liij ciob binnen den tijd van veertien dagen vrijwillig in arrest begeeft, zal bij van zijne militaire charge worden gecansefird." Volgens de tegenwoordige leer dus, is:opzette» l ijk e verwijdering zonder verlof op n uur af stand van hrt korp* of garnizoen eene etrloexe 'laad. Do officier, die. deze handeling gepleegd hebbende, nnnr z^jne kamer gaat en zijn korpscommandant meldt, dat hij zich vrijwillig in arrest heeft begeven, heeft liet vooruitzicht van te wor den ontslagen uit zijne betrekking. Wie zal zoo dwaas Krjn dit te doen? Maar heeft de jurisprudentia het voorschrift dan niet bespottelijk gemaakt ? liij de oude leer is verwijdering, met bet voor nemen om d«n dienst te verlaten^, voor Hen officier Sfhcndirtg fan tt}n ccd, en verdient, deze dus nis eerlooze Bestraft, te worden; komt hij echter bin nen epn bepaalden tijd van zijn voornemen terug en onderwerpt, hij zich aan de gerechte straf, dan is doze handeling voor den rechter eene verschoonende orastandij;Heid. Art. 1G2. .Ken officier, die in tijd van vrede een anderen waüitnir in liet plegen van desertie behulpzaam ii ... zal worden verklaard te zijn eerloos." M. n. w. een officier, die aan een kameraad voor eenige uren zijn paned Reeft, om hem in de ffclcgeiihpid te stellen spoedig een bezoek af te leggen in pene naburige plaats, welke verder dan Oüh uur afttund verwijderd is, moet nis eerlooze worden jjeca'seml. Art. 104. Een officier, die in gebreke blyft, van eene voorffunoiuen of volbrachte desertie kennis to geven, of aan te geven de plaats, w«ar een deserteur zich ophoudt, wanneer de zelve l>em is bekend ffeworden, zal wordeu gocassoenl met inhabÜHeit." Alzoo indien een officier, wetende dat eenige zijner kameraden erii uitstapje zijn gaan maken naar eene op meer d»n een uur afstand gelegen plaats daarvan, niet terstond kennis geeft, dan wicht hem cassatie wet inhaliliteif. En de officieren, die dit uitstapje zijn gaan mnken, moeien volgens Art. 168 nitt uen dood worden gestraft. Zoo moet o. a., volgen* de tegenwoordige leer, een onderofficier, die 's winters zonder verlof naar een naburig garnizoen gaat, OD 'meer dan n nur afstand, om zijne l araeraden v korps een bezoek te brengen, bijv Greertruidenbeiy, en, om beter teae beschermd to ijn. een tweede hemd trokken, indien hy' in dat garnizoen gfihouden, ingevulsie Art. 141, als schelm H'ordrn tccgarjangd. Had hu hemd niet aangehad, dan wachtten l Art. 134. slagen,'.M afnemen der detr.ntie, (thans militaire detentie vai den tot een jaar). En zoo zijn er meer bespottelijk! wijzen. '(Wordt v (l) A»n oreHredingen tegon da kry" zich gcliuldij;: 18. Allo ondornfflciaren en soldnian, vrede voor de «er»to maal gedeserteerd nen vlc-r waiitn vrijivüli^ on zonder acht terugkomen of zich aangaven (2) Wil curaiveoran. BRIEVEN UIT DE NIEUWE 110 ?WATERLINIE IIL Amice l Op nieuw {tn. ik bezinnen n een'kort overzicht te peven van'de oefeningen op de forten, gedu rende de at(reluopen weck. 'l'oen ik taijn vorigen brief eindiffdo w.-i» lift den vijand R«!ukt rmze voorpnstt'nilct«ob»ir;entpii nit het voorterrein te verdrijven en.bad hij inch in d« di)rp*n llunnile, Odyk en' SfiJuilkirftk '«««Mteld. Van uit dio plaat sen, waar vóór hi.i nat nui'liikzün voorpostenketen had uitgezet, vcniühlte li\j na <l«n 7en en 80^1 Augustus pflweld:i<list.i v^rkennineen tegenover do forten. De/* v';vkennti>!ït'n, door infanterie en velil-aitilltvi" uitgfvo«rd hadden alleen ten doel zich, vo«r . a^oveel mogelijk, óp de hoogte van de gesri-ldli.'iJ ori do bewaponiog onztr sterkten t« »teUe.n."-II>-t resultaat dezer verken ningen is geweest, dut de vijamllwaloot zijn hoofd aanval tegen lift fort bij Vechten te richten. Zulks b«let evenwel niét dat W 'dooi- her haalde aUrmecrin-jpn, vooral gedurende den na ebt, ook de bezettingen der. andere forten voortdurend in KpanmnR houdt. De taak onzer jongn milicien» is dan ook verre van gemakkelijk, itat verzeker ik u. Onervaren als Bij nog ztfn in allps wat. wachtdii>n«t neet, voelen zij zich alles behalve op hun gemak en gaven de officieren-wafhl-commandanten. aan hnnne verzeke ringen pchuor, dan brachten zij eik oogenblik het fort, in rep en ro'sr. voor een vijund, die al leen in de verhitte verbeelding, van dra jeugdigen en onervaren schildwacht aanwezig is. De eer lijkheid gebied «venwei op te merken, dat de taak der wachtdoende manschappen, buitenge woon bemneielijlct wordt door de bewoners van den omtrek, verlangend om een» tegenwoordig te zijn. bi) eene alarmeerinrsluipen>0 gedurende den 'gebeelen nacht, om de forten,, en maken daar door een» jui-t* waarneming zeer lastig. Tracht «ven wel de vijand werkelijk de waakzaamheid der bezetting te verschalken, dan kan ik mii voorstollrn dat zich voor een ooggetuige een interewant schouwspel ontwikkelt. De punten waarop htj tracht, door t« drineen worden dan onraiddellyk met lichtfakkels of Holmes-lichten, verlicht ten einde de aanwezigheid des vijands. werkelijk te constateeren en over zijne sterkte ,,te kunnen oordeelen. Bijna op hetzelfde oogenbük doen do flankvaurmonden Kun stem booren a» wordt bet signaal alarm" geblazen. De reserven, snellen naar hunne wachten, de officieren begeven zich iwar -huuue bustions. Binnen, een pa»r minuten is abi^o ?)!? hr«lft 'ii r uC7,^ititt; -'>D 't" wai'^j '."? wl «* ? "-idwe liülft Zifb S'-'»"1 uwidr. on 'iit voorbeeW t W«ür "de f01 Tn den i kt te WOJS>?D,' afc fttano. «CMI wat-ia ^__ daht vmn Ronswïjfe fct om Se BUd'fertl 4M vnnnnfind;eB'WB».I5i elk ih bran'd te schilt Ik; mtó dTeit nJQRHJba^t^tprjttna sne'otfeuin^ vop de' officieren oBi irBt vrxBf oBt'ih. de duisteT te leiden n voor den troep om,3e vurfrifiondeu 'dnffllrrdie omitnaiËgBetd t* bedienen. Toch drong' tictt.'« vraajp bij. möop of'ook ih*tlen. werkel^kên oorlog een' offiefw dVn tast zou verstrekken om een sUd ih brand te lebieten, alleen om het feit ? J.t ^S _M._ J- .- .:.k L i r rk __,r_ mii heb iwJ dagen gelast, om een der stolen vuurmondeol van 15 M. gedurende den nacht van den hoofdwU buiten het fort te brengen. De onderstelling was daarbij dat zri bestemd waren, om in een« neven- of tnnehenbatterij gebruikt te worden" Hoewel de tyd voor dit werk noodig m» bétr kkeJijk niet tegenviel, geloof ik toch als zeker te mogen aannemen, dat het noodig aal zijn, do vuunnonden, voor de genoemde batterijen bv stemd, nooit in de forten te brengen, rnajr tn parken achter de linie bijeen te houden. Nu ik toch over vuarroonden bezig beo, nog een enkel woord over onze remise viiurinbuHen. De officieren, die deze manoeuvres bijwoomleh en 's avonds voor het invallen der duisternis getuigen zijn geweest van den tijd benoodigd om da kanonnen van 12 M. K. A., uit déremises in batterij te brengen, zullen «eker allen toestem men, dat deze vuurmonden, voor bun doel »e»l te zwaar zyn. T is dan ook te hopen, dat de vunrmondcn van 10,5 M. die nu worden aange maakt, veel lichter zijn. Sedert den lOen Augustus wordt er aangenomen, dat aanvoer van levensmiddelen, niet mner mogelijk is, en wordt voor de voeding der manschapjjttd grootendeels van verduurzaamde levensmiddelen gebruik gemaakt, 't Schijnt evenwel dot onzo manschappen het groote voorrecht der blikjes" nog niet beseften, want de erwten- en bruiue bnonen-aoep valt alles behalve in hun smmk. Voor een gedeelte zal dit zeker aan de bereiding moeten peweten worden, wixnt het eten ziet er, als men de blikken opent, uitstekend uit. Alge meen is echter het verlangen om maar spoedig weder bet gewone voedsel te krijgen. Aangezien de gezondheid der manschappen evenwel, nictie«enstaande zij hard moeten werken, uitstekend i', mag men gerust besluiten, dat de voeding voldoende is, en de verduurzaamde leveiidiniddo* len, voor tjjdea van nood, eeuo hooge waarde bobben. Over genomen proeven om de sterkte der tfOmaakte blindeeringen enz. na te gann, over het met dier blindeeringen zelven, schrijf ik u d.e voi«en4o weck, om u nu nog even op de hoogte te «tellen van den tiand der zaken. D.i vijand is uit zijne oorspronkelijke stelling vooruitgegaan en bezet op dit oo«enblik eene lijn, die aan den LeJulljl: bij den Groencnwcg (zia stafkaart) aanvangende, Jangs dien weg en den Achtcrdt/k naar den Siesbossc/icn Korenmeten gaat, om zich van af dat punt in noordelijke richting nnav VtcMen te wenden. Bij dit' lort beeft hij zich zcll's op liet glacis eenesteld cu is h\j wn.«rBchijnlyk bezig eene afdaling naar de gracht te maken. Eene. spoedige beslissing laat zich dus daar voorzien. En nu adieu; ik hoop op een rustigen nacht» Zijt kameraadschappelyk gegroet door .... 13 Aug. '82. T. a V,' BJHET LEGER, van 9-46 "Augustus. '" "" Gedetacheerd voor 3 jaren bij het wapen an ?ie in Ned. Indiëde Ie Jnit. Jhr, U. W. . de Mnurcgnault van het Ie reg. hussaren. nuuHctiviteit gesteld, -in afwachting van j beschikking, de Ie luit. J. E. Jurling]van 3 reg. inf, i-geplaatst b9 het reg. Grenadiers en Jagers njour J. E. Simóu van het 8e reg, inf. SCHAAKSPEL. No. 34. Tan den Ond-Iicdaotcor van tsss» ZWART. Wit speelt voor en geeft In 4 zetton mat. Cplossing van Schaakprableim No. 32, E 8 o 71 C l ut E 3 F S ,- E-7 mat. W . ? ? . ? O' l '?D l + D l D i mat. W ? 'si * ' * ?' O I nt E S + F 5 E 7 mat. (1) ? ? ? * ? B a O 4 mat. (U) V B B 7 mat (3) . . ? ? « « B 6 D 8 raat. B 8 C 6 (a O « D 4(1 B 8 D 7 (b. D 6 E 8 (H D 5 E B B 9 D 8 (SB 5 - B * (4 D B -O 6 . ES 7e 9 ..... P 7-P P (9 8 E 8 - E 6 mat. ,.;.-,.'??»??*-«???' S E a 7 3 mat. i'trfste oploaaingtn ontvingen wrj van Mr. P. A.L. K,} W, d. T.; J. J. B. B.; O. H.; Ean paar liefliebbers an Proetl qartot allen ta Amsterdam; L. H. ta lltppal; O. M. ta Borgerbrug; W. t. H. op Taxal en 8. v. W. ta ?Otdambnrg begint de oplossing wit mat F S E 1 of O l at £ 3, tsnrljl de bedoelde zet is: Z 8 O 7. Da korten tyd welke ons voor de controle beschikbaar is, laat niet toe ta betiissen of werkelrjk novenoploailngen werden gevondaa, dan wal minder juist teganapat van zwart da redan i*. Wy vamoadan't laatste op grond van da groota vardlenstaa da* ptpblbemdtehten. Kat i'n Tieren te Amsterdam haaf t Atjuitit oploMing aangaduld, ook vu No. 83. (Wa ontvingen twee brievan (H*!,i::.!!;.> J?. P. te B. an W. v.'.H. te D. zawn'» i,.,. i.., «m,,.| Tan'zwa'rl voorbtt.-'Om da eibdfpali ftj.lü- ,.-.- <???:'? naaren O. K. ta B. koman w(j laterterag, ? il-. »| -i-'cori: Haast n langiaam" l* mat 't oog ' No. 26» BE A tt $ TÉBDAMMEB, WEEKBLAD VOO B RED T» IV AND, Herinneringen uit bet Dorpsleven» door POL DE MONXPASTOOR OF SOLDAAT? Onder de beelden die mi], uit die jaren, t$n bijgebleven. onderscheidt bet oog der herinnering er uog enkel een in zQne algeheelheid : 't U dal vau onzen Onderpastoor. Zijne Eerwaerde, mijnheer TUD Swjjgenhoven, was een jeugdig geestelijke van vooraan in ,d< twintig, dien h«t spotzielce geboorte om zijne uiteril kleiue gestalte bet kleine Heerken" htd bjjgenaamd, terwijl de schoolmeester, destijds nagenoeg de oenige anti-curévan het dorp, en die met mijn Vader samen op de Etoilc Beige was ingeschreven, hem Pierre Ie Grand gedoopt had, wat coo niet juister tooh veel voornamer klonk, en eene heele vracht geschiedkundige wetenschap liet veronder' ellen. Meer algemeen echter stond z^jne Eerwaerde" Jtend onder den eeretitel van den gelukiligen Joonnes Berohmaos", en wel om eene dub9)0 reden. Tasschen den nitgemergelden, ascetach-bleeken gelukzaligen Diestenaar, met langwerpig, kortge schoren hoofd, groote verstorven oogen, magere handen en lange dunne vingeren, en ons Hei» Ilerrkcn," bestond er stellig oreer dan eene ge lijkenis. Nu had het toeval, of beter wellicht de par ticuliere devotie des onderpastoors, gewild, dat de lieer van Swügenboven met blijkbare voor liefde. in zijne Sermoenen, van de deugden _en de heiligheid van den nog maar onlangs verklaarden" Berchmans gewaagde, zoodanig, dat op zekeren keer, toen .klein Heerken" wederzQn ge liefkoosd onderwerp behandelde, een schalke boer half binnensmonds zijn oordeel lucht gaf: Ge EU ga zelf de schoonste Berchmans van allen ! Luid genoeg was echter, in volle kerk 't woord gesproken, opdat, twee drie rijen rond den spre ker, tal van boeren het zouden gehoord hebben . . . Van toen af was dan ook zijne Eerwaerde gedoopt. Kond dat tijdstip was het, dat men op de Brabantsche dorpen voor 't eerst begon te sproken van het werk der Heilige Kindsheid, tot voort planting van 't ware catholiek en apostolisch ge loof en de bekeering der heidenen." Men ver kondigde op den predikstoel den fjver ^er eendelingen, die in 't ruk van den grooten Mongol, zooals ome Pastoor zulks heette, ia Sina.Japsu de past oor cegdeJaponië"?en elders, denst andaard van het eemg, waar geloof' gingen planten ; men perste de moeders en jonge meisjes de tranen uit de oogen, door 't verbaal der onrnenschelyke wreed heid der Sineczen, die hunne kinderen ter dood brachten, om ze niet te meeten voeden, en de arme schepaelkens ter prooi lieten aan de zwij nen en aan 't ongedierte l" Die arme zieltjes moes ten de geloevigen uit Europa helpen red den! Daarom moest men, met milden harte, bet werk der Sineesche zendelinge* gedenken, en ondersteunen door eenige penningen. Berchniani" vooral scheen met eenen grooten ijver bezield voor bet werk der Heilige Kinds heid! ' Op zekeren Zondag bekloeg hu het, van op den stoel der Waarheid, dat alle omlig gende dorpen reeds hun broederschap van de Heilige Kindsheid" bezaten, terwijl Wambeke alên, hu drukto op dat woord nog immer ten achter bleef. ... Diezelfde week werden in zijnen naam, in de voornaamste huizen der gemeente, kleine boekjes in groenen omslag, annalen van de voortplanting des geloofs en van tiet broederieJittp der H. Kinds heid rondgedeeld, en weldra opgevolgd door een bezoek vnn zijne Eerwaerde zelven, waarbij de schoolmeester niet naliet ondeugend op te merken, dat het rónddeolen van die boekjes hem vrij welde gestereotypeerde aanbeveling der wijnhandelaren m den geest riep : mon représentant aura l'avantagc de se présenter chetwus, et de prendre vos ordres . . . ." Kort, er was. quaestie van mrjn geboortedorp op zijn beurt ds zegening en de benediotis" te vcrleenen, een broederschap van de H. Kindsheid" te bezitten, immers: gelijk dat al reeds bestond op al de omliggende parochien..." De welhebbende boe ren en pachters zouden een hunner zoontjes laten inschrijven, en integendeel alle maanden de -annalen" ter lezing ontvangen ; de ingeschreven kinderen zouden daarenboven, in herdertjes ver kleed, ter eere van don gotden herder, in de processie optreden en zich scharen rond een door fienzelven gedragen beeldje van 't kindje Jezus !" Het bei derskleedje dat de ouders zelven zouden bekostigen, deed menigen boer bedenkelyk het voorhoofd rimpelen. . . . Doch de moeders zagen mot zooveel verlangen den dag te gemoet, waarop hun spruit, in schitterend gewaad, in deu stoet KOU verschijnen; en het Heerkeu"wist degroote eer, ilie een dergelijk voorrecht ook aan de ouders berokkenen, zou, zoo welsprekend te doen gelden, da', a'.ltsüzich lit ten gezeggen.'' Ook «7; en hot zoontje der schoolmeesters wer den, na een p-iar theologische woordenwisselingen tnsjchnn Berchmani en onze beide vaders, bjj 't Ee e-korps", tot opze overgroote vreugd, inge lijfd ... en nog voel ik mn 't herte vau zalig heid orérloopen. als ik denk aan het splinter nieuw costuuinl" Herder zijn! ... In de processie eene plaats bekleedeu !" waarlijk, wij werden er een heele boel ? .grooter- door l My scheen bet, dat ik zienbaar groeide, telkens ik maar even aan de processie dacht, Maar ook wien zou 't verwonderen, als tnen bedenkt dat de tenue van mijn korps zon bestaan, Uit een bloedrood wambuis, met goudgalonnen ordel, eene sneeuwwitte; broek, schoentje! met. imfeunde geipen, kanten sluier met gouden fran jes, en..., lest best l een herdersgaffeltju" nier rooden of blauwen strik 1... Kuch de herders van Watteau, noch de herders van Grssner, waren ooit kieskeuriger.... Ik dweepte met mijn herdersgaffelf je, met mijnen sluier, met nüa bloedrood buis ... Ik was trottch als eene godheid, waneer ik de processie mocht vergezellen: ik ging, met het zoontje de» school meesters en dat van den burgemeester, den dik ken brouwer Hnüghens, op den eersten rang, en dacht mij onwillekeurig een géneraal, aan 't hoofd van zijnen staf! Is bat te verwonderen dat Moeder my.nidt lang genoeg, elknn avond, uit de annalen" kon voor lezen, en dat ik weldra, in mijn kind*rlyke «nthusiasme, naar de pen greep, om aan de zen* delingen in Sina te laten weten, dat ik hun al het geld van mijnen spnarspot geworden liet, met verzoek ook voor my een van die arme Sineesjes «an te koopen, en daar ik noch zatter noch broeder beaat l m(j dat olrjfkletirig broêrken af te zenden, franco, op onderstaand adres? . . ," *** Cedant arma togae?' zegde de LatQnschèrede naar by uitstek. Ik echter heb die spreuk reeds vroeg omgekeerd, en baar al was 't ook niet in 't latjjn! r doen luiden: Cedat ar mis toga F' Door toga ventond ik natuurlijk de lange zwarte, pastoorsrok ? Op zekeren dag verloor de mooie papieren kuuifel al zijne aantrekkelijkheid; kelk, remonatrancie en kandelaren bleven onaangeroerd op hun plankje; en geane begeerlijke vingerleen* raak ten net JJetrocha woordenboek hetmissaël nog langer aan i .YrMgt d« jaJÉttBuuuutihe Dnrhun De wind Wiet nn tril «en ander cardinaal-punt .t. en wai «wanger van krijgiinchtige verlangen! l Wat daartoe aanleiding h>d gegeven? WQ hadden deitüds eenen jongen dienstknecht, met name Seghu. Sefhet wa» een goeie, dikke, domme jongen, met grUs-groene kattenoogen en spierwitte, rechtopstaande naren en wenkbrauwen van dezelfde kleur, en hield bttzoudtr veel van «pataten met de kawkken." Ik herinner mij nog steeds dexe wondere voorliefde, als de bizonderite trek van zfln karakter! Waneer hij soms, als de meid wat al te veel overlast was door hare eigen taak, desa een handje con' toesteken," en met de «ware madam" of stampstok", de voor de zwjjnen bestemde aerdappels m de kaip zou plet ten, dan liet hu nooit na, eerst en vooral, een der dikste aerdappéien uit te kleien, die op zone hand te pellen", en gloeiend ea dampend m den breeden mond bij boet dien zeil lijn oventje" te doen verdwijnen, niet «onder de koddigate tronies «? zetten l Ik ook kreeg dan wel eens lust zijn voorbeeld te volgen. Doch my viel die gloeiende bol veel te beet, en hem van de eene band sidderend in de andere rollend, kermde ik aldus luid op: -Oeil Seghes! Het brandt...l" Eu het onveranderlijke antwoord luidde dan altijd: Ge moet blazen! jongen! Heeft uw Moeder n dat dan niet geleera l"... Seghes had daarenboven tal van uitstekende" talenten, en ik had ei hem niet weinig lief om. In den uitkomen" of den .tnoeit^d" («inde dei winters) sneed hu my fluitjes uit een wilgen stokje, of vlocht karwatsen" uit jonge buigzame twijgen; by was het die mijn zakmes, eenen overgrooten lierenaar, sluiter geheeten omdat men hetzelve, met eene springveer deed openblijven". in de weide «lijpte, die mijne musschenpotten op den grooton notelaar, ia de vroege lente klom vastmaken, en er toeu rond balt' zomer tijd, als ze jongskens hadden, we.lor uithaalde l Was hH het niot die m\j soms, gauw, fjiuw,... dat Vader nat niet zien zou", in den fruittüd om den middel nam en omboog stak, opdat ik met de hand aan de blozend-rype colbassen zou reiken kunnen? Seghes was ook nog teckcnaar op den koop toe, en in mijne oogen een zeer kundig meester in zijn vak, \y*nt hy had zijn tcine sedert lang gevonden. Zijne specialiteit bestond in het lee kenen van spinnekoppen". HU teekende ze met meesterband l N»g zie ik hem met zijne reeds vereelte kneukels het potlood zoo ferm mogelijk vasthouden ... Eerst trok h\j een cirkeltje van eene redelijke -grootte, dat is het lijf, zei hij daaraan kwam zich weldra oen tweede, doch kleiner voegen, dat hy den kop" biet, en eindelijk werden links eu rechts een viertal sclireefjes aangebracht om de pooten te verbeel den en, daar is 't volmaakt," zeide Segbers. Ik kreet het uit van pret, wuifde met beide handen tegelijk, riep Vader en Moeder toe: Komt ziet toch! £en. twee, dry spinnekoppen!" En besloot al die vreugde met te bevelen: Nog Segbers! nog!" Ik haa inderdaad eeneu zeev diepen eerbied voor een zoo groot kunstenaar-, die stellig in zijn vak een Paul Beckmnnn evenaarde l Beglier telde nu negentien jaren en zou weldra moeten loten": de krijgsdienst riep ook hem dit jaar) op; hy was reeds op het gemeentehuis verschenen om te meten te g.inn, en toen de secretarie, met de pen achter de ooren, zijne lengte, op eeo groot ingebonden boek, ciet blauwe omslag, had opgetekend, bad hu luidop gezegd, eerst in 'tFraimca en dan in 't Vlaamsen: UD mètra Beplante cinn centimètres l Een meter en vijf en zeventig! Alboneurj Segbers Da's ne grenadier!" Seghers was, toea .hij dien avond thuis kwam, een weinigje bfj drank",- -srtmt- liet viel hem wel eens meer voor, op zon* en feestdagen in den wijngaard des Heeren te werken, ondanks het verbod van den Grooten Mechelscn Cathtchismua dien Seghers, zegde hy, nog op z\jn duimken van buiten leende, zoo goed nis toen by zijn eerste communie had gedaan; en toen kende hij partans al zoo goed de vragen al» de antwoorden, ea kon de Pastoor, ge went wel, den blinden Heer d'Haenens, zei hy, hem niets vragen dut hy niet wist ' Veel wist dien avond de iongen te vertellen?wie de grootste van al de lotelingen, wie te klein, eu wie van allen de kleinste bevonden waren. Doch 't woord van de sikkertaris" herhaalde hij, met zelfvoldoening onophoudelijk: Een meter vijf en zeventig! Alboneur! Seghers! Da's ne gerrcnadierr Di«n avond klom de thermometer mijner achting voor den teekenaar-dienstknecht-loteling, in eens van tempéró". tot vers a eoie" Dat woord grenadier klonk mij als tooverklank inde ooren, misschien wel omdat ik het minder ver stond. Ik stelde ml) Seghers reeds voor, geheel in 't rood, met gele strepen over »yna borst, ;ouden koorden op zijne armen en rond zijnen lals, en vooral met eenea reusachtig grapten hoed, als die van den Suisse, dien ik erw inde'kerk ?an eene naburige gemeente bewonderd had. Waarlijk, om gerrenadier te \vorden, moest Seghers wel een hoile kerel zyn. Van dien das nf spookte mij voortdurend een soldaat in bet hoofd f.... Dingen, waarop ik tot nu toe, nauw ncht had g slagen, kregen nu voor my' eene beteekenis... Ik berlnnpr mij nog den ouder schaapherder, z(jn naam wa-i Adiva in R >gjemaan, doch men kend« hem niet ander* dan ouden deu bijnaam Jannt Pup, omdat men dien nau nooit 'anders te zien kr<*èg, dan uiet een cort baardbrnnderkfn in lïeu mond, Janus ?yp nu was een bejaurd man, ze.ir aamb^rslij van aart, en'draag steeds in ds'koeld morgenen avonduren eenan afgedragen, vroeger groenen loldateumantel, waarop nog hier eu da ir een topi^ren knoop zichtbaar was. Die. mantel was voldoend* om ook van Janus Pijp ceu voorwerp mynar achting te maken! Vergastte ik vroeger al eens .den man op h«t sp«tliedje: ,8ohe«por, fldieepér loerentop, Van waar kooit de maan op l" nn zou ik mi) voor ztaHce gultenstreken wél ge wacht hebben. Ik zag in Jauu» eoneu held, een«n gewezen held, oen oud-grenadier natuurlijk, en had ik gedurfd, ik had hem stellig eeneu der toperea kuoopen zjjn»' minu-h gevraagd, tot aandenken. -??? 't Viel meerty.'ls voor,- dat de gendtrmen, die om de veertien dareu op' het dorp verschenen eu een ambtelijk b»zoek brachten aan de:i burgeaeestei', de/en eerbiedwaerdigen ambtenaar by zomertijd vooral, als bi) met zijne paerdenop 't veld moest arbeiden niet te buij troffen. Dan hielden zU stil voor onea" deur, ea ver zochten Vader, als raadslid, hun rapport te teekenen". Tot mr toe hadden de harenmannen, ook wel eens pakke-mannen ge doopt door bet geboorte, mij maar zeer weinig sympathie ingeboezemd. Zty joegen, mij veeleer eenen schrik op Iwt jyf,vooraf., om die vreeseltfke berenmutsen! Nu eohter had Saghera mQ uitgelegd, dat de gvrnadiem geïii xuisjenoed, naar wel een gendarmentned droegen" eu dit lad inümot de hftrenmannen" volkomen verE0»nd. Nu ging ik niet meer op de vlucht, toen k van verre bun pairoön op de kalzijdöachter iet huis, hoorde trippelen; stoutwog. met fier opgeheven hoofd, IDOOa ik my aan om bun paerden vast te -houden," eb ik voelde 't aan 't Klopien mijner borst, ik wkt er het dubbel om waerd, lat zoo voorname lieden mij enn dergelijke gunst wilden toestaan l" Wrtfr voetde ik my ver hoven mijne maatjes verheven,'aan wier woning de be> reumntsen nimmer aJltkptèn, en die nooit het nig voorrecht becitten 2oUd«n .... gendarm«npa«rden b^den toom u honden, alsoi 't maar gewone werkpaerden waren." '? Ander» daagt, na zulk een .geste" moest heel de school mijne gmreniajen weten! pOeil zeide dac wel eens Mn m\jner gezellen, Zijt je dan niet vervterd van de pakkemans ?'' Vervaerd? klonk mijn antwoordt Ik bib hunnen ?abel reeds mogen uit de scheed» trekken! Ik heb hunnen hoed reeds mogen opzetten! Ik ben er zoo familiair mede als met u en met oniua Seghers l" Dat woord familiair had ik eenige dagen te voren door Vader hooren uitspreken l Nu was er wel een en ander op mijne grootspraak aau te mer ken l Den degen had ik niet uitgetrokken; den hoed niet opgezet! Doch dat legde ik zoo maar, omdat ik het zoo innig verlangde ... en coo innig, dat ik dien stond wel celf geloofde... 7J« e'élait amW/" Intusjchen was de groote dag der loting ge naderd. Van zeer vroeg in den morgen waren de jongelieden, met burgemeester en secretaris aan t hoofd, uit het dorp vertrokken. Nu was het reeds in den valavond, en nog waren de Warabeekscho lotelingen niet torug. Meer dan wie ook, stelden WTJJ de jolige schooljeugd in den uitslag bcl*ng Wfl besloten den weg, die hen moeit ter.igbrengeu, in te slaan, en ben te gemoet te trekken. Uier en daar, op de uitkanten des dorps, sagen wij eenen Vader, eene Moeder, eenen broeder of eene zustor op de:i drempel in dezelfde richting uitzien, of zij" nog niet naderden Niemand klopte het hart van inniger verwachting dan »n//. Zou Scgher* er zich hebben in getrokken ? Dat was voor mij de groote vraag waarvan bet to be or not l o be afliiug! Ik herdacht het woord van deu secretaris: Een meter vijf en zeventig! Da's ne grenadier l" en 't scheen my toe, dat het wraak zou hebben geroepen tot den hemel, zoo een kerel, die een me'.er vijf en zeventig lengte bezat, en wieu een mm als de lecretam een a Ja bonbeur" bad waardig bevonden, vrij van dienst" moest teruggekomen! Ik wenschte in den grond mijns herten Scghers het beruchte nummer l, teppe" geheeten, toe, en meende hem reeds in grenadiers-livrei te zien wederkeeren. Arme jongen! Vergeef het my, zoo mijn naïef wensuhen er iets heeft toe bijgedragen! Niet nummer l, maar nummer 4 haaldo hij uit de urne. Bots er in!" zeida hy, toen hy; eindelijk te huis, zijne nieuwe laken muts, waarop hy'tusschon twee bloadroode papieren bloemen zijn nummer had vastzehecht, met rechtmatige fier heid vertoonde! En, met de vuist OD de borst slaande, voegde bij er met trotschheid bij: alboneur! Da'j ne grenadier l Een meter en vijf en zeventig!" Doornik. tl de Mant 1) Greef =: Graaf 3) 2Jniiilnus TOliscum! Et eum ipirllu tuot PANOPTICUM-REVERIR Ik heb 't Pnnopticnm bezo-kt en moo Werp ik mij iii ui ij a schommolstoel ter neder* Ik had daar alles wel gezien, maar hoe? Wat voerden mij de damgj heen en weJer! Dan links, dan naar de rechtergroepoa toe Ach, zonder cours gelyk de lichte veusr, En komt men eindlijk thuis dan zijgt men neer Giilijk een halve doode in de easy-chair. Ik liep den oataloog half slapend door. Wio zelf haast dut wil tooh nog critiseren. Wat in deez' ty'd het oog streel' of het oor. Geen raensch kan enkel op bewondrin;; teren. Wie speelt er graag de rol van reinenThor V 1) Neen knap te heeten is thans elk* begeeren. Wie zeil niet scheppen kun, kan toch nog iets Eu wordt maar recensent, licht..-. meer dan nleti.' Neen, in dat boek is lang niet alles goed, Of heelt men? Liüi Park in 't was gegeven? Wie Göthe's werk in Kaulbach's beeld ontmoet Ziet Lilli in haar park waar voo#'len zweven. Ook is dat biezen kistjen op den vloed Aan de la Croix verkeerdlijk toegeschreven, Het is door de la Roche's hand gewrocht Die ons de Martlares ook schenken mocht. 2) Zoo is een keizer (is dat niet wat kras Zelfs voor zoo'n vorst?) al lang gehuwd voor dat hij ('k Meen zijne majesteit) geboren was. In achttienhonderd een-en-veertijj had bfl Zijn gade, in vijf-en-veertig 'tienen pas' Een ander leefde niet eu toch betrad bij Den troon. ZfS jaren later zag het wicht (Dat is wat heel voorspoedig) 't levenslicht! S) Is dit een fianwiteit? Och, Is steedi de vrucht van zulk een droog register. Geen levsndooveud vocht mij toebereid, Geen dreuntoon van ceu ouderwetsch magi<ter, Dat z')J mij in den arm van Morpheu» leidt. 'k Lag' roerloos in myn schomrnelstoel en wist er Nieis meer v.in groep of beeld of-cataloog Daar 'k, zelf een beeld gelijk, m\j niet bewoog. De menschelyke geast leeft altijd voort En alles wat hij, wakker, heeft verhogen, Iletzij het hem geschokt heeft óf bekoord, Zal vaak, wanneer hij slaapt,-w«er t'ot hem koman. 't Verschil v<in mrnsch eu l eeU ligt in dit woord: 3cen enkel beeld, allean dümenscu kan droomen. Eu nunigseii die leeft tot niemands nut lt rnooglijk holderzieüd... wanneer h\j dut, En ja, zo., .'jinz liet in den schoaimelstoel met m|j. [k Z&K eeu breed Panoptioum verrijzen,. Hoe, zien?... neen voor het ooif lierleefdenzy Wie iedereen nllo eeuwen door zal prijzen, Wie 't volk verlosten van de aUvernlj Der domheid, al da dapprcn eu de Wijzen. Dun- prijkt voor my uls in een'breeden boog \Yat in mijn laud zich stout en Vrij bewoog l .Wat zyn die groepen allen schdon en breed I Ik zie eeu brug, in 't midden afgebroken. 'Hij die den itomer jaren siddren deed, \Yieuu woord raak t vuur heeft, in zijn volk -'-.'' ' (ontstoken, Staat thans als vrcdestiohter daar gereed, Want Cereaal heeft 't vricndjohapswoord ge? (sproken. Klaits nurgei'h^rt, zoo krachtig, trouw en braaf, Aaa 't hoofd" des volks, wel buudgonoot, nooit (slaaf l 4) 'k Zie m\j op eens bij Heilo's put verplaatst: O mocht ik \villebrordus stemme hooren! Waar «nkel wr.tak an bloeddorst heeft geraasd, Verkwikken lieldeklankon nu hnnne ooren. Man, vrouw on kind, zij luisteren verbaasd, Terwijl de zon. komt .door het loof er ijloren Kn Willebrordus wezen sohittren doet, Dat spreekt, schuim zwügeud, van zijn lief(degloedl 'k Zie Chulemagne by zijn soboolbezoek, raste bl,k vertoont een wil van ijzer, schoon bejaard, zoo statiif hoff en kloek, Zijn vaste bl.k vertoont een wil van ijzer. Hu, schoon bejaard, coo statiif h»>(( en i . Maakt in de jeugd het heel» menschdom wijzer l Is -'t nirtt de groep, geworpen op' het doek, [Die .kléenen voor den grooten, ({rijzen keizer) Gelijk men rea l» 'in Arli's ralen vond, Waar eeus Alari ten Kale 't heenen zond? ) 'k Zie groepen uit den grafolyken tijd. 'kZio Ad* vóór het burcht raam neef gezeten," 6) De jeugdige gravin die toeft en lijdt Omdat zit onbemind van Loon moet heeten. 'k Zie lUamstee metsu n dappre n. Hoe hij strijdt l Wie zal zich mot zijn heldenarm nog mitten ? Jaoeba met baar hartsvriend op 't kasteel: De kroon viel af, de liefde bleef huur deeL TtZie Willem die, getroffen door het lood, Daar nederllgt. Ei, wil z(ju beeld bewaren Mijn volk l HU die voor ons viel in den dood Verdiende wel de kroon der martelaren. Wat wa* de smart van Neerlaad'a volk toen groot l Maar w\j die frank eu vrij in 't ronde stsran, W« zien vol dankbaarheid op 't marmergraf, HU waj 't die aan het volk de vrijheid gif. Te Zie Maurits op het glanzend witte paard; Hij gaat zyn leger voor op Nieuwpoorts Telden, Bij heeft den gamschen staf om zich vergaard, De Spanjaard vliedt voorNeevlands pui k der helden. Hendoza die wanhopig naar hem staart Zal Neerlands roem in Spanje zelf vermelden, Zoo wast bet rijk dat Willem heeft gesticht Daar waar de vreemdliog voor zijn zouen zwicht t 'k Zie Fredrik Hendriks open, fraai gelaat, Zyn «ga voor eeu rij van kuustenaren, Geleerden ook en mannen van den Raad En belden, die den roem der zeeën waren. WaarRembrandt naast Jan Steen en Potter staat, Waar wa op de Groot en Hooft en Vondel staren, Een Sohurmans, Tesselschade ons tegenblikt ttij nog zoo velen, wordt ons oog verkwikt. 7) En ook de Derde Willem zie ik daar. H|i heeft als knaap den man een les gegeven, En sprak: geen vijandschap meer, steunt elkaar. Alleen door eendracht zal mijn land herleven! Tromp legt de hand in die vnn Bestevaer, O was die geest van eendracht hier gebleven! Dan kibbelde men niét om nietigheên Maar dacht aan 't heil van 't vaderland alleen! Wat is die gallery toch breed en groot! 'k Zie mannen, vrouwen waar mijne oogen dwalea. Wat mij historie in haar doode letters hooi Dat^zie ik bier, als levend, mij omstralen. Wie leefde voor zyn volk ts nimmer dood Al moet hy der natunr baar tol betalen. O helden, die reeds hier zijt, toch nog leeft, Ziet hoe gy na uw dood ons uiet begeeft l Want o, naast onze Koning staat by fier Wien heul het Vaderland zal blyven eeren, Prins Hendrik, uwe plaats is heilig hier, Waa niet het heil van Meerland mv wijeeren? Uw vader zwierde ah held de kriji?sbamer, Deed onze vanen iromer triomfeeren; Diens vader heeft men eindlijk niet verzaakt, (8 Door hem is 't slapend Nedoiland ontwaakt. Herrozen Amsterdam, g'rj zi]t de stad' Waar monumenten staan langs gracht en haven Door hem gesticht; vóór gij dien vorst vergat, Gij, die uw heil zoekt in kanalen graven, Bedenk eerst goed boe weiniif g'rj bezat Vóór \Villem schonk zijne allerbeste gaven. Niet enkel hij die 't zwaard houdt m de hand, De vredevorst dient ook bet vaderland. 't Is alle» holland'cb! Gmw'lea zie ik niet, Waar is die troep, dat vreemd gespuis gebleven! Men zond ze vast naar Eng'laud want duar ziet De Lady graag naar 't schouwspel haar gegeven Wanneer de man, die and'ren nederstict Aan 't galgenhout verliest zijn treurig leven . Men zond d*arom die vreemde romoielzóó, Gepakt in duiven veeren naar Tusiaud. (9 H. Tb. Doelen. 1) Reiner Thor", rin»pelin? op VTajrner's rerclfal. Hier genomen als jongeling, dia nog geen wereld-erva ring heelt. 2) In den Catalogns *tjn verscheiden fouten, b.v. Lilli 1 Paft, InpIaaU vaa LillP* park. Het kindiki Moset in ' dtn jVy/ wordt aan de la Croix toe;e»cbroven, tenryl het, evenals liet daarop volgende: de Martelarti (waarbij niets vermeld staat) van Paul de 11 Boeha is. 3) Ik Toni ia den Catalogus: .Fr a n* Joitpli I Ttelgtf vati Oostenrijk, geboren IS Augustus 1830. Hij kwam 2 December 1821 op den troon" ea daaropvolgende: , Altxandtr III, geboren 10 Maart 1843..., HU trad J ovember 1841 in bet .huwelijk, enz. 1) Klaas Burgerhart of, Tacitos volgende, Claudios Civilis. 5) Htor wordt natanrljjlc de «chi'ldcrjj bedoeld, die de kunstenaar voor da Nationale galcr^ van Ajrti heoft ver vaardigd. Waarlijk een* zoodanige historische galerij, maar grootendeels in beelden, worde eenmaal ons uu reeds zoo epmorkelyk Panopticnm. De geestige en graciettso pbantaslevoorstaUingen zonden daarom niet verweerd be hoeven te worden. Is 't Fanopticnm voor zulk een plan na nog niet groot genoeg, wie zal van te voren zeggen hoever 'l zich uitbreiden kan, misschien in weinige jaren? G) Voor het borchtraam neergezeten." Aanhaling nit de Ada van Holland van Beet». Al ware het slechts om dit schoono gedicht nog rens bij dr natie in herinnering te brengen ware deze voor den kunstenaar zeef dank bare voorstelling aan te prijzen. 7) Het tydvak van Frederik Hendrik ts bat rijkst aan groota mannen en vrouwen ia Nederland. B) Het la my een ergernis dat Koning Willen de lst« geregeld vergeten wordt, zelfs in Amsterdam do sUd ?waar het groot Noord-Hóllandach kanaal, de drie dotken on wat niet al ons moesten herinneren aan alles wat lilj waariyk niot zonder vracht gedaan heeft om onzen handel ta doen herleven. Als vertegenwoordigend een ander tydvak van herleving zon in het Amsterdamsen Fanopticum ook Sarphati bohooren. 9) Het is Jamm?r dat wij tegenwoordig zoo weinig initiatief hebben, dat wjj alles Ij» bundeling) navolgen uit den vreemde.- Dat Madame Tuasand voor vela jaren in Engtland een grawelkamer stichtte la wel zoo begrifpelyk als dat nu nog in Xederland zoo iets wordt nage volgd! HANUJEI* VERSLAG VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEK H N TE AMSTERDAM OVER 1881. Na de lezing van dit verslag moet men Antonip" (die in een vorig nummer van dit blad daarover schreef, onjretwyleld toestemmen, dat hei: eqn ma ger beestje" is. V Daarby dient echter niot over het hoofd gezien. te worden, dat heb een verslag i$ over deu toesi and VAD den handel enz. in 1881 en dj>t deze. ook. veel te wenschen overliet, D»t jair was niet nlleen in het algemeen onbelangrijk, maar voor den Amsterdamschen handel «eer teleurstellend en zelfs schadelijk, daar jn plaats van het noodige R'ÜnvadrtkanMl in Oostelijke richting de wet Klerck aangenomen werd tot nnnVg van een Kanaal naar de Merwede. De oude Keulsehe vaart Kal dus wat op ;elapt en verbeterd worden, doch daardoor verkrijgt onze Rijnvaart wel een beteren weg naar het Zuidwesten waar züniets noodig beeft, doch niet den kortst.en en minst kostbaren weg naar den Bovenrijn dien z^ noodig heeft om te kunnen concnrreercn. ' Nn inoge .Antonio" vinden dat de AmsUrdamsehe handel zich blind tuurt op den transitohandel; maar zonder e MI kanaal in Oostelijke richting waardoor tydverlin voorkomen en lagere vrachten verkregen zouden worden, kan de traniitfihandel zich niet ontwikkelen. Deze zon niet alleen leven aan de scheepvaart en brood aan velen geven, maar óók door de meerdere sch^epiffelejjenheden den eigen handel moeten vergrooten. Ia vele artikelen zon dus de handel vooruit gaan, wanneer Amsterdam door een beter runkanaal met Daitschland verbonden en daardoor de ontwikkeling van den transitobandel verkre gen werd. Het protectiestelsel in Duitscbland moge dien handel benadeelen, toch bljjft er naar en van Duitschland een belangrijk goederenverkeer be staan en bovendien zal dat stelsel niet altyd stand houilen. ? ? . De handel zal arjne behoeften beter kennen dan de Regeerinir. en zrj allen die buiten den handel sUan, en het, adres der Kamer van Koophhndel van 25 Februari 1881 MUI de, Tweede Kamer vond ter beur «e algemesne inst trr. en verdient nog in diiver.laghtrlezentu worJeu. _ Nu de geweuschte goede vei-biuding uiet den Ryn nog niet tot stand komt, is bet i atuurljjk dat de /Kamer van Koophandel iu dit v«r*Ug hare teleurstelling uit en nogmaals ah bare over tuiging to kennen geeft, dut bet vroa^dtuk van een goede verbinding tusscben het NoorctzerkanHul en oen Ryn niet opgelost is en andermaal aan de orde zal moeten gesteld worden. Tevens wijst het verslag op de vertraging, welke de overname van het Noordzeekanaal door den Staat ondervindt Het beeft inderdaad a!l«n schijn «Is of men op hot Binnenhof deukt, dat daarby toch geen haast is nu hst complement van dat kanaal bluft ontbreken. Over den goederenhandel had ongetwijfeld meer gezegd kunnen worden. Wunneer echter geconstateerd [wordt, dat de handel in de meeste etapelartikelen gedrukt was en groote teleurstelling opleverde, is er ffe-m direkte aanleiding om te v rage a: of dan do aandel a l» baisse ter Amsteraamsche beurze ten eeneumale onbekend is? In granen, tin, katoen en petroleum is die handel er evenzeer bekend als elders. Doch in koifie, rtyit, huiden, verfwnrcu, specerijen en tabak is geen bundel a l» baüu*. daar deze artikelen alleen op. monster verhandeld kunnen worden. Het verslag spreekt speciaal van artikelen als koffie eif' jryst, welke aanhoudend daalden, en waarin dui alleen verloren en niet* a la baisss gedaan kon worden. By hetgqen in het -verslag gemitt wordt laat zich voegen, dat d«arin niets over de ondernemin gen op handelsgebied van de Handel-Maatschapplj gezegd wordt Alleen bljjkt uit de meegedeelde cijfers hoe klein deze waren, terw\jl dat lichaam over een tpcot kapitaal beschikt en de handel b. v. met China en Engelsch-IcUie. Noord- en 2uid-Amerika zeer zou kunnen bevorderen. Als op een lichtpunt mag in het verslag op de vermeerdering der scbeepvaartl ewe^ing, in bet bijzonder der stoonmart, gewezen worden. Toch z^n de cüfers der in en uitgeklaarde schepen nog zeer bescheiden, on bij vergelijking uiet naburige zeehaven* voor groote vermeerde ring vatbaar.' Lit de rubriek Extract nit de handelingen" verdient oog de aandacht, de missive, welke da Kamer van Koophandel den 12 Maart 1831, be trekkelijk de ondervonden «tering in het telegra fisch verkeer, aan den minister vnn Waterstaat gericht heeft. Die storing was zeer groot en voor den handel in goederen en fondsen zeer schadelijk, daar daardoor belangrijke vurlitzen geleden en vele transactiën veranderd werden. De Kamer van Koophandel ncht bét terecht hoogst noodzakelijk, dat eindelijk het telegrafisch verkeer tuscchen de voornaamste handelsplaat-sen van ons land onderling en tusschen hanr en het buitenland onafhankelijk gemaakt wordt van de weersgesteldheid , van storm of ijzel. Dezelfde minister, die mtllioenen in bet water wil werpen voor een niets afdoende verbetering der Keulsehe Vaart naar Goriuchem, wil echter niet eenige tonnen gouds uitgeven voor de noodige verbin dingen onder den grond b.v. met Rotterdam eu de kust. De missive had dus EOZ geen gevolgen eu zoo blijft ook deze voor de handelsbelangen gewichtige kwestie nog aan de orde. Ten sJotte moet met genoegen gereleveerd wor den, dat de Kamer van Koophandel weigerde deel te nemen aan de poging van enkele Kamers (meestal uit het Zniden en instellingen van nij verheid), om ook hier te lande weder over te gann tot een protectiestelsel. Al doet men dat onder de schoonk linken de leus van reciprociteit, feitelyk weqsclien degenen, die daartoe beproefden een be weging op touw te zetten, slechts besclierming: welke gnnstig moge werken voor de zakken van enkele industrieelen of producenten, maar steeds nadeelig is voor de groote massa van consu menten. Men spiegele zich in deze aan Duit-ehland, waar de klachten en ontevredenheid over bet ingevoerde protectiestelsel sterk en toene mende zijn! Alles is er duurdtr geworden, zonder dat het blijkt dat de betrokken industrie er veel heil bij vindt. Voor de handelsbelangen is elke heffing van inkomende rechten nadeelig, wyl daardoor de invoer en dientengevolge ook de uitvoer vermin dert. Door anderen uit ons land te sluiten, zou men slechts zijn eigen débouchéafsluiten f n de algemecne belangen benadeelen, welke vorderen m alle behoeften zoo goed jeu goedkoop mogelijk to kunnen voorzien. Waar de vrije handel in bet algemeen belang is en de gevolgen van. een protectiestelsel ons bekend genoeg zijn, moet met dit verslag gezegd worden, dat bet beter U dan daarnaar Gen onder zoek in te stellen nieuwe bronnen vau volks welvaart te scheppen en eitjen' kracht en energie te ontwikkelen. Het Bestuur van De Dageraad", Vereeniping tot bevordering der vrjje gedachte tot zedelijke en verstandelijke ontwikkeling vau den mensch; daartoe Bemachtigd door de Algemeene \Vrgade-r ring. gehouden den Oen Juli j.i. te Amsterdam, beett aan de Tweede-Kamer der Staten-Generaal een adres gericht, waarin het zegt: Dat het met groote belangstelling kennis heeft genomen van het Wetsontwerp tot het tegengaan van overmatigén arbeid en vcrwaarloozing van kinderen, door de Reneèring bjj. Uwe Kamer ingrdiend, voornameiyk omdat daarin het beginselis weggelegd dat het niet -alleen bet recht maar ook de plicht van den staat is, zpoviiel mog«>l|fk hen te oescheranm die zich xelven niet beechermen kunnen ,* ? , Dat het, schoon gaarne erkennende dat dit WetsoQtw«rp «en schrede nader is op den goedea weg, echter met volkomen instemming ontwaard heeft dat de Regeerinir zelf het slechts een be scheiden stap acht, daar zy in hare Memorie spreekt van rapporten, door inspecteurs in te dienen, die de grondslag zullen zyn voor latere wetten betreffende den arbeid; ?? ? Dat het daarom aan den wensoh, dat dit Wets ontwerp door Uwe Kamer fander eenige beperking tot wet worde verheven, het dringende verzoek vattk'noopt: . Dat Uwe Kamer, bovenal het oog houdende op de toekomst, de gelegenheid openlare om ge- . wensebte uitbreidingen op gemakkelijke wnw achtereenvolgens te kunnen aanbreng*»», en dat zy vooral, niet- karig zg in het vaststellen van coldóind toezicht, voor eene goed» uitvoering der wet "onmisbaar. In dezen tyd, nn het doorgraven vanlandeng* ten aan de orde van den dag is, .komt het 01» niet te onpas voor om eens te Wijzen op de tra-. gische verandering, door het Sust-Kanaal in de wereld der visspuen teweeggebracht. Voordat nit den Atlantische-Ooeaan, door dn straat van Gibraltar daarheen verdwalen. De Middellandsohe Zee was dus voor de visschera een onuitpn-teujlte bron van ryken buit. Nu de weg door het Kanaal hun open stond, kwamen de haaien mot ganiche. scharen uit de Roöde-.en Indische Zee aitniëtten en vermenigvuldigden zich .sedert, op onrust» barende w^jio. Het gevolg- daacwi. is dat^ de visoli in de Middellandsche zee ieder jaar varmindert. De .visi»avs.«an d».kust vau Fn de diep UadwaarU liggende perx- P?"?- ,. ; Hees,. -' groot), y| IvïkfhT "| .?' >f toe- l \ . t:.. >-? . 'j harc '??'.' * voor . .v klaren s?r' tioveni et flo

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl