Historisch Archief 1877-1940
L'
DE A* M S T E-R D AM MER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 270
DE AM
STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
«fro. 270
geraadpleegde bronnen van bewerking
rechtvaarijïw» de uitdrukking historisch." Doch waarom
renantisch"? Welk aandeel beeft de fictie a»a
deren arbeid? Waar is de knoop, die in dit werk
ffeleod en weder ontward wordt? 'Waar iQn de
psychologische prob.'emen, die het on» helpt op
lossen ?
BÜgebrek aan zekerheid op dit punt, zoek ik
bet antwoord op deze Tragen allereerst in de
outtaadigbeid, dat de talrijke, meer of min be
kende personen, die Beethoven'! omgeving vorm
den iu de verschillende perioden sQns levens,
v»le malen «prekende worden ingevoerd en daar
door e«B aantal voorvallen uit '? mansleven in een
dramatisch kleed wordt gebald. Inderdaad is de
?chryfetor er door dit middel ingeslaagd, aan
baar verhaal eene groote mate van levendigheid
bij te zetten; of echter de juistheid der
karakterteckeainx daarbjj onder alle omstandigheden be
houden bleef, meen ik te mogen betwyfelen.
In de tweede plaats komt het m\j voor, dat
de schrijfster ons in de uitvoerige schildering
van lleethomi's vrengdelooze jeugd on van de
i4c«di toenemende kwalen, die uit zijne latere
'?ofheid ontsproten, den sleutel heeft willen ge
en ter verklaring van de vele irinder
anntwfj»me e'genscbBppeü, die bem ontsierden en die
?; «t Jobsjjednld zijner beste vrienden en
vereer»ri ouophoudriyk op de zwaarste proeven stelden.
Die Hfhwtuwiijd* van Beethoven* karaktertracht
schrijfster geenszins, galyk zyue trouwe
riêndrn dit deden, met den mantel der lieide
.e bedekken. Integendeel, de bewijzen voor 'a nians
lordigbeid, lompheid, korzeligheid,
wantrouwendheid «s opvliegendheid zijn rijkelijk, mijns inziens
al te rijkelyk voorhanden. Indien de fnntasie van
Mrj. vuu Kees ons geeno parten speelt, moeten
wy ons verbazen over den kunstzin en do
knnstliefdo der hoogst beschaafde Weener aristokraten,
die ruik oen ongclik'cn beer met eerliewyzingen
.n weldaden overlaadden. Do overtuiging, dat
Jyiethoven, by nl zya onhebbelijkheid, ecu machtig
. nie was en een hart van goud had, kon hen
.\.A .over hut hoofd doen zien. Maar er is een
groot onderscheid tusichen bewondering van net
genie en geraeenznroen omgang met zulk een
wonderlijk Muzenkiud. Dat eene ganscho reeks
raii aait*hcrtogen, vorsten, graven en baronnen
Beethoven hoog eerde, hem op vorstelijke wijze
ondersteunde en zyue kuren ter wille van zijne
geheel ecnige gaven, door de vingers zoy, kan
ik my voorstellen. Doch dat dia zelfde personen
«ooals Mej. van Rees ons veittlt dag op dag
?' «) grofhedeu slikten, er geen bezwaar in
1
-------- , - geen
'en, dat b\j achtereenvolgens aan al hunne
dochters, zusters of uichten het hof mankte,
?fc uit-t den meesten ijver als zijn
kamerptiUtt» en loopjongens fungeerden dat komt
S tamdyk ou.wimrfchiji.lijk voor. Ferdiuand
Bler's Ondeugende conjectuur, dat het
echtJuhvndsdhe fan Beethoven de Weener edellieden
j »den_ )*>aan zou hebben gebracht, als waie.de
t>Lfponist met even blauw bloed als het hunne
bedeeld, zal wel door niemand in ernst voor eene
vaïklariag voor deze zonderlinge verhouding wo.
den geliMudeu.
'_ Beetboven's vader, do loszinnige tenorist, neemt
in de levensbeachryvitig van zijn grooteli zoon
«ene ruime plaats in. Maar welk eeno pbats!
In het eerste hoofdstuk is hij walgelijk dronken.
In het tweedu loopt, bij, terwijl zijne brave,
maar zwakke vrouw op het punt is, aan
deu held van het boek het leven te schenken,
dei mooie boerinnetjea op de markt na. In het
derde brast en zwelgt hy, ter eere van den
ioüggeborene. In het vietdo is bij alweder dron
ken en verkoopt zjjn inboedel, zelfs het portret
van zijn overleden vader. Iets later vinden wo
fiern op het iiaamfoefit zijner vrouyr zóó
buschonlen, dat by door deze en zijn zoon nnar bed ge
bracht moet worden. En zoo gfiat het voort,
u aan zijn onzalig uiteinde. Waarlijk, in
de4en zou een weinig soberheid i te spreek
bier niet van den tenorist, maar van de sc
iyfyter der hutorisch-roniantuche levensschets
niet geschaad hebben!
Ook de onaangenaamheden, die Beethoven in
latnr jaren vau de zijde zijner familie te verduren
Bad en die welke beu. zijne eigene, verregaand
slordige huishouding opleverde, worden door
jrnej. v. K. breed uitgemeten. Ik stel daartegen
over de uitspraak van Ililler : So weit eiaei-nstes
Küustlerleben ein gluckliches seiiikann, würedie
Laufbabn Beethoven's, Alles iu Allem, eine
vuragkweiae be^ünstigte zu nennen. Er durfte frei
.eihen Arbeireu Lebcn, fatid schnell dieHüchste
Aiierkennung, und die Miseren einer etwas
ungercgelten Junggcgellenwirtbschafl-, wie die,
welchemm ans sciiier liebuvolleu Suhwaclie für Brüder
and Nrficu erwuchsen, dilrfen schUeszlich nicht
tu li och angeichlagen werden."
"ïeer terecht legt echter de schrijfster groot
vicht op de ramp, die Beethoven in het midden
jer kunstenaarsloopbaan trof en dia hem de
t zyns leveus vergalde, zijne steeds
toenemendoof beid. Meer -nog dan die kwaal zelve
rten hem do pogingen, om hatvr gedurende
e reeks van jaren verborgen te houden, tot
ie voortdurende mai teling zijn geworden. In
, schilderen van de kwellingen, die Beethoven
liordoor ondervond, ia mej. T. U. tutuecjteud
gelaaüd.
Da naam Lodcirgk klinkt ons voor den grooten
otnpomst vr> emd. Wie spreekt ooit van Willem
(iükenpeare en wat moeteen N'ederduttsch purist
aif fffaite Pascal maken? Gelukkig Is de
schryf?r|- iitconsequent genoeg, om de meeste eigen
-«en ouvcrU*ld te laten.
!? hot ook pui-isme, als zy het gebreken Duitsch
w Maestro S<ilirri of van Signora Caro door
iradbraakt Nederlandach vervangt? Zelfs in eeno
>mantischt lev<>n«schet<i klinkt het
onwaarschijnk, als men eene Itoli^ansche in Wtenen hoort
'gen : Hoe dio arme rorstln nog ooit weer
l, Jjjk nu? Mi pcaca (7?) enz. Beter ware het
^.ekt, als d« schrijfster gezorgd had/dat de
en elkander niet mat verwezen" blikken
aan'
het bovMinangeyoenlo, kan ik mijna meening
'jr dea arbeiil van Mej. ?au Heen in enkele
«orden samenvatten. '
Wie van Beethoven niets weat en niefi kent,
. xiclvyrees ik, na do lezing van dit werk n
«angenjMtn en een onjuist beeld van dan. grw.
? man vormen. t
)oeb dit verwet treft de schrijfster slechts io
inge mate.
'dj tchryft immeri voor muzikale lezers en deze
iaën Beethoven'* waarde beter,daneonig
biogra«h«t in woorden kan uitdrukken. Niet als menscb,
ar als hoogepriestnr in don tempel der kunst moet
etlioveti beoordeeld worden. En .wie Beethoven
imaal heeft leeren kennen uit zijne werken,
ift hem ook leeren bewonderen en vereeren;
ti ui het steed* welkom (jn, iets te vernemen
l de lotgevallen van den meester, aan wien hu
menig genotrol en verheffend oogenblik te
lk«n beeft; hem zullen de zwakheden van den
iMh niet blind maken- voor het genie van den .
Mteoaar en .wanneer de studio der bronnen
* hom niet moelijk i», cal hy gaarno zyne
?nis vermeerderen aart de hand eener leidsvrouw,
?r warme bewondering en liefdevolle
ingenonheid uit eiken regel van haar werk spreken.
Dr. E. D. PtfzeL
iMreater, Aug. 1832.
*\tn dagen in Portugal, door A. O.
C. van DaJjL Guldensedilie, no. HO.
- 11 w»t men over een land leeat, geeft nog
; z«lk een duiddyk begrip als een oogenblik
4", cegt d* Hchrijver op p. 97, na vooraf aan
Batik MD motto ontleend te lulitwn -t- voor
reisbeschrijvingen een onontbeerlijke versiering,
naar t ichtynt! waarin ongeveer hetzelfde ge
zegd werd. De beer Van Duijl heeft het echter
niet over zgn boek, waar h\j loo'n bescheiden
opmerkittg maakt, maar over wat hy vroeger van
Portugal gelezen had.
Natnurhjk «feldt de bewering echter ook het
werkje dat ik het genoegen heb, bier ietwat
laat, tot mön spijt aan te kondigen. Doch al
u, yoor wie Portugal op en d'op wil kennen, een
reisje er heen uoodïakelük, wie alleen zoodoende
?ijn land- «o volkenkennis wat vermeerdert, heeft
daartoe door dit boek een uitnemende gelegen
heid. Jammer alleen, dat de heer Van Duft! zoo
kort op reis is geweest; hy heeft in die weinige
dagen hél wat gezien, en goed gezien obk, doch
ware Wj langer op rei» geweest, hQ had niet too,
om cyn boekja klaar te krijgen, zijn toevlucht
behoeven te nemen tot kunstmiddelyes als daar
?Un, landihistorie, zoo... objectief mogelijk
meftgedeeld, en het oprakelen van nietige
gebeurtenissen, welke door de gave van den schrijver o«
breed, belangwekkend op te zetten, iets
interesaant* krijgen, maar tegenvallen. What you (uil
sentiment, ontbreekt aan deze beschrijving; do
heer Van Duijl reisde te vlug, om tüd te hebben
voor mijmeri) of pbilosunbJe." Alleen op zee
maakte nu enkele opmerkiugen, welke... zijne
***«« aan het philosophedrcu konden brengen'.
Keeds de vrees, schreef hu, stoomendo door het
zilte nat, dat men zeeziek wordeu zal, is een
voortreffelijk middel om het icetenlffk te tj)n.n
Wie hier niet verward raakt in het probleem van
onwezenlijk zjjn, wordt door den heer Van Duül
onwillekeurig voor de oude quaestio gesteld, hoe
a« gedachten in de wereld komen en of een
kinnebaklyder die bedenkt dat )>i| wel weer eeim
kiespün kon gaan krijgen, eigenlijk niet reeds
kiespijn heeft, ja dan neen ...
AU een uitstekend reporter, die in zijn hoofd
zoowel als in zijn koffer de iioodlgo
geschiodbiotuien voorradig" heeft, heeft de heer Van
Duyl het reJsjo volbracht en uls een flink, soms
amusant causeur eeft hy 't ons ovcrverteld.
Rotterdam. y'{ ?
Ten voprdeelo von de nagelaten betrekkingen
der omgekomen bemanning vau Z. M.
Karamoaitor de Adder", zal bij Schelteina & Holkema's
IJoeklmndel (K. Groesbeek) worden uitgegeven:
r«»«won's Henoch Arden, bewerkt door J. L.
\Vortlieiru. met teekening van Jozef Israels. Pi'ys
iugenaiiid f B.?Geb. f 4.50.
De nette uitvoering, d* schoone vertaling van
Tennysons wereldberoemd gedicht door een helaas
reeds overleden dichter, wiens laatste wensch wa?
zijn medemenschen het leed te helpen verzachten,
een praohtuitgave, beguuttigd door de kunst
vaardige hand vnn deu crooteulsraeli en bestemd
um ougeluktiigen te heipon, behoeft by het
letterlieveud Nederlandsen publiek zeker geen aan
beveling.
Slinktfenre, Over Shakespoaro als over het Corpti» Juris
en het OuJe Testament zal men nooit doondokwostien
als genopf; bespraken beschouwen. DcnSdeu Juni woder
in do vurgajeriag di>r Ke\r Shnlie»pe»ro Society w >rJ
pono voordrauht gehottdna wns Hmulut kaank/.inn:^1?"
Dr. Nlcholsiin, d» upraker, be»nt»oorilJo Jo vraag
boveitigend. In het daarop rollend t.leb»t werJ Jo spreker
hovig nan£«>T.tllen, vooral duor J-.'U praaülent NurnTiall,
en eindelijk stumde men mot .den. uitslag dat slnulit» 2
«temmen vóór do kraukzinnigheid iraron.
Do thans verschenen 4/5 aflevering van het
Iffrtf MtirjnzijH bevat: Dr. O. Ltobo, Eenifjf opinfrkiiigfn
ovfi' dt trrarinyrn in tlt prnrtijk opyrdaan, nmlrfnt ilt
liuHsthr JltifliK-ciriljirafKit-ortinunff; Mr. \V. L. P. A.
Molengraaff, l)f otrrrtnkntHSt van rrrztktring II; Dr.
Edwin Katz, D!» Vnltiirtckbarkfit nmlilniiiicltfr Urthrit
in DtHlfflilaiid; CSO, C. f. O. tn Botkbeiehoutcinyen,
Opmerkingen tn Medtileelingtn, en:.
In de 4e «n 5e ifleverina ran Aftrra komt o. a. eene
novelle Voor van Cornelis Iliiii^ou», Op <ie htlliHy, en
eeno stndie van M»x Ilooses in-cr de Jonyiite'fiittoriitrlie
roman* in Duitsthlanil. Terilof bohamlolt Goslor het
trcnrapel Vfitttle fjtred, oudoi- don titel: Ern
Anachronitme'/ F. Smit Kleine, Torn rn nu on Ktrstvrrtfllingen
van H. de Veer en H. Wolfgang v. d. Mejj, Mimfrfi,
F. L. Hemkes, O. Waaltier en O. L. Lütkebüfcl
en W. Kloo«, Sonnetten ten besto gaven.
Nieuwe uitgaven:
M. J. A. LAKS. Eeradiensi en toonlninnt. Reden,
g«hondcn vdor do St. Grcgorius-Vureeniging te
Aiitworpon. f 0.50.
J. J, VAN OOSTEP.ZEE. Wyabegosrte van den
god»dlenat Schetn der lea-tcn, f l,?.
Majoor 1T. F. H. PEUELAER. De houding vun een
oerlflk man. Laatste woorl aan den Luitonant-Genoraal
J. van Swieten, naar aanleiding van het haadwei^eron
door den beur C. C. E. van Baaien aan den beer J.
LüudüD. f O.BO. ?
H, DE RAAF. De beginselen der Zielkunde, op eon
aanschouwelijk» wgzo tan dienite van het ondorwija
ontwIkMd. fl.TO. ?
Dr. THOMAS FllANfOIS BÜBGEHS. Toonoclon nit
aas dorp, t 1.50.
militaire
DESERTIE.'' "~~
Opmerkelijk 'a het, dat de Minister van Oorlog-,
Baron Fontner van Dombenny, ond«r
dagtcclrening.vau den 2üSeptember Itf5:>, fo. 5 A, eeno
aanschrijving ter zake heeft getKiven, opgemaakt
in overleg met den Advocaat-Fiscaal voor '«Ko
ning* zee- en landmacht, die geheel gesteld is in
den geënt van de oude boteeksni» van desertie.
Daarin komt o. a. voor, dat hut niet is aan to
nfmen, dat elke verwijdering uit het garnizoen
of kantounernent du misdaad van desertie
daarstelt, maar dat daartoe twee vereischten
1100dip ai;n: ?
lo. dat de verwijdering h ebbe pl.-vits ge!'ad "p
meer dan .oen uur afttaudi! buiten het garnizoen
of kantonnoraent, Kullti op grond van de ftrtt.
155 en 157 van het Crimmmeol Wetboek;
? 2o, dat het voornemen om te deserteeren
atinwoeig zij geweest.
Wat-wordt hier verstaan ondor voomemen
on te deserteeren ?" vr*agt de achrüver. Het
kan.m. i. niet ander* «Un. dan het voornemen om
'?lands dienst te verlaten'V geeft hy op die vraag
ten antwoord, waarmede wij volmondig instemmnn.
In die ntudie, door den ««Vrijver opgedragen
aan jvlle», die .reebtmiacht bezitten orer do mili
tairen, wt hy ftUnu op o. i, overtuigende wijin
duidelyk oiteén, hoeecer alle dik wijl i in scherpe
bewoordingen door beroegdn personen gewraakte
bepalingen van den zesden titel van ons
Criinioexl Wetboek vry loginch en onderling in
yerhaöd kunnen worden geacht, wanneer de hi-tor
rische beteekeni» van liet woord -desertie" op
die bepalingen wordt toeg*pa*t en dat de onmo
gelijke bepalingen eerst door de jurisprudentie
zjjn in het leven geroepen, tengevolge T»n eene
verkeerde lezing vnn art. 157. En w»t u het
gevolg daarvan? Dut sedert 1815 tal van
pcrsoren het slachtoffer zijn geweest .vnn eene ver
keerde'toepawing der wet en dat op dit ooganhlik
nog meer dan honderd militairen van hunne
" 'ssfln berooft!.
'olffens de Statistiek van het gevangcnisitesen
over 1680 toch ztyn in d<m loop van 'lat jaar
320 miliUL-en veroordeeld voor desertie;
IIOB.velen ti)ii er in 1881 e» in den loop van dit
jaar op nieuw waderrechtèljjk van hunne
vrylieid beroofd V Het is ons onbekend, mnar met
den- schr. achten wy het plichtmatig pogingen.
aan te wenden, om de vigeerende jarisprurlentie
te wUïigen, de oude beteekenis van desertie op
nieuw te doen aannemen «n daardoor honderdm
den kerker te betpsren. IIetwaieenegoeder2a/id
van den heer Koolemans Bennen zijne heic
iouwingen over dezo zaak het lioht to doen zi«n;
dsardoor ontstaat de gelegenheid dit onderwerp
aandachtig na te gaan en t* onderzoeken, of de
tot na toe gevolgde interpretatie der wet juist,
ir, al dan met. wtf officieren, die «*njww««n
ome ondergeschikten te oordeelen, w|j vooral
bfuporen van die beschouwingen kennis te nemen
en, indien w(j er o as medo Kuuneu veivenigen
onzerzydi reeds dndelgk uiedo te werk«n om het
beoogde doel te bereiken. Mocht onse muening
evenwel in strijd zijn met die van den schr., dan
ia het tevens onze plicht een nader onderzoek
in te stellen, opdat, indien wügeroepen worden
in een krijgsraad zitting te nemen, wij met volle
overtuiging, overeenkomstig de wet, ons gevoelen
kunnen uitspreken, on niet in meerdere of min
dere mate afhankelijk behoeven te zijn vau dat
vau den Auditenr-Af/litair.
Bekend is het trouwens de heer Koolernans
Peijnen vermeldt het iu zijne genoemde studio
dat het ontvangen onderwijs in het militair recht
zeer beperkt is geweest en ook thans nog niet
voldoende is te achten; openhartig zullen de
moestnn onzer moeten erkennen, ditt z\j niet ten
volle berekend zyn voor de gewichtige t«ak vnn
militair rechter; noodzakelijk is het du» het ont
brekende aan te vullon en elko gelegenheid daar
toe Min te grüpnn. Eono zoódunigo gelegenheid
wordt ons door den heer Koolemans lïeünen aan
geboden; hu wijst om tev-us het middel aan,
waarmede wij eene betere interpretatie dor wet
kunnen bereiken.
In het bolanit fler militairen, niet allenn voor
do ondorgt'schiktpji, thaar ook voor ons relveti,
hopen w\j, dat do Auditeurs-Militair on
deAdvokaut-Fiscaal voor 's Koninj»s zee- rn landmacht
ons hun machtigen steun zullen schenken en dat
weldra eok het Hoog MiliUir Gerechtshof de
vonnissen, iJoor de krijgsrndon gewezen
overeenkoruotig de oude k-er omtrent'desertie, zal be
krachtigen.
Misschien zal de publieke opinio ons hanr
t«un wel willen schenken!" Alnua bpsluit. do
Schr. zijne belangrijke, doorwrocht* studie.
Volgaarne voldoen wil nan zijn wonwh, door mnt
bebnlp van dit blinl het. besproken onderworp in
ruimer kring bekend t« maken, ilnn wellicht
door hot geschrift op zich zelf zal geschieden
de ondervinding gefft ons het recht aldus te
spreken te meer, nu w\j ons geheel met zline
beschouwingen vereenigon. Wcllioht zal het
vorpnstaftndo er toe kunnen leiden, dat o.ok de
publieke opinie zich uit over, en aandringt op
opbel'üng van, de volgende niet meer in dezo
eeuw to huis behoorende omstandigheden: (zie
blndz. 27 vnn: De kenmerken van desertie. )
Ie. dat onze roilitnirc reeb t cpl e ui n u geheim is ;
2o. dnt de Ncderlatidüche soldaat nog steeds
verstoken is van het recht, van verdediging;
Se. dat. .ian het onderricht in het militiir straf
recht tot nog toe onvoldodude zorg wordt bestood,
UIT DE LEGERPLAATS VAN MILLIGEN.
II.
Amice! Sedert mfln vorjg gchrüven, heb ik we!
menige .stof gevonden om ju nopens de ktunpee
rende troepen alhier iets niedtf to dceleo. Voorn.
moet ik echter, getrouw aan mijne gedane be
lofte, je mijno opmerkingen omtrent dn
ziekenwagens eu da «oldy der mau«happen doen
ktniieu.
Zoo alg je bekend is, was het detachement,
tot het i a g-TPedlieid brengen vnn het knrup be
stemd, ruim 2UO man sterk. Door die manschappen
moesten vele en vermoeiende diensten, dilcwtjb
bg het opwerpen van de koffclfangers, tot op
een uur afataud vau dn ambuunce, worden ver
richt, Waarbij zich allicht oeuig ongeluk of we
ziektetjovalleu hadden kunnen voordoen.
Gelukkig zijn we voor beide omstandigheden gespaard
gebleven, want ofschoon we wel eon dokter
luidden, was dezo toch niet ia staat geweest de
noodigo hulp aan te brengen, eu wel omdat hij
gedurende ? de eerfct» tien dagen zonder eenig
personeel en tijdrna het gcheelo voorkamp, zon
J?'tuiinstii middel vau zieken-vervoer
(ziekender
woeden ^^
yver
i
ea Itvtn vau J,
wagens of brancards) geweest is. Misschien vindt
ge zulks, oppervlakkig beschouwd, nu zoo heel
erg niet, doen wanneer ge weet, dat, hier ia den
gehceleu omtrek Elecl.ts n geschikt wagentje
te vinden is om guzondeu, mits ze stevige longen
hebben, te vervoeren, behoef ik je niet to ver
tellen in welke ongunstige omstandigheid zich
byv. een beeiilirciiklijder of een ernstige zieke
r waarvnn hec ovw'brengon naar hot hospitaal
te Harderwijk noodzakelijk was geweest zou
hebben bevonden. .
Maar waarom, vrangt ge natuurlijk, konden dan
de door my bedoelde patiënten niet in di ambulance
in h«t kamp worden verpleegd V' Om de dood een
voudig-) reden, mijn waarde, dat de dokter geen
personeel te zijnur beschikking hnd. Vervoer naixr
Harderwijk zou dna noodzakelijk zijn gdweest,
terwijl de middelen daartoe, in de magazijnen
ruimschoots voorhanden, bier, waarschijnlijk door
gnhrek aan Iiykspaarden ontbrakeii. Ik geloof
Kck-r, dat dit laatste de oorzaak van de door
mij bedoelde omstandigheid is, want ik kan je
p.irust vurzekcren, dat wanneer zooals nu iie
divisio nvinoeuvrecreu moer, alle bereden korpsen
vun hunni! paarden worden beroofd. Maar ik
hoor je hier.iilwecr vragen: Uae is dat moge
lijk; wauiiocr ik de organisatie nuga, dan is er
toch v«n alles in overvloed?" Ja wel, op papier
boor, wo f preken duar later wel eens over, want
ik zou xnn voortgaande van mijn tweede onder
werp soldij1' afdwalen.
Xuoal.i ge weer, bestaat hu Ons leger nog de
gebrekkigH bepaling, dut do soldaat uit zijne auld
/ijne vuedin" moet, bckostiucn en, omdat de soldij
klein is on de voeding veel kost, schiet er bodroef u
weinig tot het doen vun de noodzakelijkste uitga
ven voor den man ovur. liet legorbestunr heeft
fiat ih^exicii, en daarom bepaald, dat, indien nan
den man in ir dor dau 10 cent, aU overschot, van z|jn
inlng in <l« mfrMfto" knri worden uitbetaald, d»t
minderAal»d«udoorhiit Kjjk wordt gesuppleerd, tig
het 4e re.so went in f.intwie bedraagt bedoeld o
vorfchot in de vt>r»ehillundo g»rnir,oonon p. m. 6 a 7
cent per man en per dag, zoodat voor i«dcr sol
daat 4 a, 3' cent daiffs als bijslag op de s-,ldg"
(üuo noemt mftn diu verhoogiug) vau Rijkswege
wordt bygepntt. ?
Hij knmpeerende troepen wordt
waarschijnluk omdat de man, il;o evenals elk ander, in
r.oodatiigen toestand verkcerende, meer nopdig
heeft, en de ménage bovendien veel duurder is
12 cents per dag wegens nkamptoe]age" toege
kend. Nu zoudt (re dus denken, dat de soldaat
10 en- 12 dm 22 cent per dag aan zakgeld
f noot, maar dan vergist go u;ny ontvangt 11
ll'/g cent per dag, dtu voor zijm* meerdere en
vermoeiende diensten l a l Va cent meer dan in
zyn garnizoen.
Gn merkt dus, dat de kamptoelage nog niet
feu volle aan den soldaat wordt uitbetaald, en
dnt, wanneer men den bijtlftff die in her garnizoen
genoten wordt, zooals hoven in vermeld, op 4 k 3
cent per hoofd en per d*cc rekent, de
kamptoeIttug geen 12, maar slechts 8 a 'J cent per man
diiaccs beloopt. ? ?
Vindt ge zulk een wijze van belooning niet
voordenlig voor de schatkist V Ongetwijfeld, m«ar
ook zeker r.eut onvoordeolig voor de opwekking
vun den militairen geest. ?
Weut ge op welke wÜzo men hier den militairen j
geest tr.icht a» n te wakkeren? Misschien hebt
ge b- 1 reeds gehoord, maar voor 't geval het zoo
niet i", geloof ik dtt> ge er vroerad van zult staan
te kijken; welnu: .door een militairen marsch
van 's morgens 6'& tot 's namiddags 4'/g uur,"
en dat nog wel met grootendcels ongeoefende
miliciens, waarvan er heden ongeveer 40 in 'c
hospitaal moesten worden opgenomen.
Over de oefeningen, die, met uitzondering van
de laatstvermeld*. gaed worden geleid, zal ik je
in een volgend icbrqveu het een en ander
mededeelen. '? .Adieu,
. 16 Augustus 1862.--1' Z,
De
.Durbams
?ollad» *lgannh*4id«lur» h«bb«B dl
in voorraad," . .
BBIEYEN UIT TE NIEUWE HOLLAN0SCHE
WATERLINIE,
IV.
Amioet
De vorige week eindigde Ik met n mede te dee*
Ion, dat de vijand zich o. a. te Vechten op het
glacis bevond; de tijd outbrak my toen om u wat
uitgebreider to vertellen, hoe h{f coover gekomen
was. Dfwrom ga ik beden een paar dagen terug.
Den lOen Augustus was het zware gesehut op
hot fort bij Vechten en dat op het Hemeltje,
voor zoover het tot de verdediging van eerstge
noemd fort kon medewerken, tot zwegen gebracht.
De vijand bevond zich toen op ongeveer 100 M.
van het glacis. Met dit. succes natuurlijk met
tevreden, bleef de vijand de forten met zijn vuur
teisteren en den llen Augustus waren dan ook
alle ilank-kazematten van Vechten tot zwijgen
gebracht; de aanvaller naderde nu tot den voet van
hut glacis en inoestda verdediger den bedekt en weg
ontruimen. Toch was het verdedigingsvermogen
van het fort blijkbaar nog niet uitgeput en toeu
do aanvaller dan ook een parlementair zond met
een brief, waarin hij, den verdediger allen lof
brengendüvoor zijn helfdhaftig gedrag, hem
voorsteldüverdere noodulooze verliezen te voorkomen
door zich over te geven, kon de commandant van
Vechten, getrouw aan, zijn j.licht, met zelfvoldoe
ning antwoorden, dat het oogenblik, waariu hu
ssich genoodzaakt zou achten, tot eeiio overgave
to besluiten, nog verre WAS.
Door dit antwoord teleurgesteld, trachtte de
vijand door geweld to verkrijgen, wat hem langs
den parlementairen weg" geweigerd was. In den
nacht vun 11 op 12 Augustu* deed h\j een
hevigen aanval op Vechten en later op etneltje,
bolden evenwel met oven weinig succes.
De 12e uu 13o Augustus gingen rustiger
voorbij, althani schijnbaar. De vyaud, die zich op
het glacis genesteld liad, begon vau daar zjjna
afJahug naar de gracht. Voet voor voet, zich
steeds duor fchanskorven dekkende tegen het
geweervuur des yijauds, werd dunrbij vooruitge
gaan. Rechts eu liuks van do afdaling, waren op
het, glacis schutters nchtor dekkingen opgesteld.
Kik hoofd, dat zich dan ook even boven de borst
wering v»n het fort waagde, werd onmiddttlijk
met Infanterie-vuur begroet.
Den I-Jen Augustus werd door de bezetting van
het flcmeltji', een uitval tegen de vjjandelyktt
aan vals werkou gnwasgd. Bij dezo zeer goed ge
slaagde onderneming, gelukte het tot op het. glacis
van Vechten door t o iTriiigen, en's vgands arbeid
gedeeltelijk te vernielen. Zooals te voorzien was,
zag men zich evenwel spoedig genoodzaakt, voor
Overmacht terug te gaan.
liitussclien was voor Honmeyk Z. M. rivier
vaartuig 'Itala verschenen. Als bewijs van samen
werking tiissclien marinu cti landmacht, mag deze
gebeurt enis zeker met vreugde worden begroet,
vooral omdat do oefeningen der volgende dagen
ruimschoots gelegenheid gaven om het hooge ge
wicht dier sumenvrerking te doen beseffen. Uy
een paar dier oefeningen «telde dn Isnltt een
vijnndciyk vaartuig voor, dat, vnn de brtü» van
Kuilenburg naderende, het vaarwater trachtte to
iorceeran. Do artillerie bezetting van Honswi/k
werd daardoor in de gelegenheid gestold na te
gaan, hoo zij haar vuur moest rogi»len, en welke
maatregelen zij moest nemen, om den vijand het
meest nfbmik te doen. Hij ccnc nndero oefening
ondersteunde de Isala evenwel den verdediger.
In don avond van den 15en AuguHus nl. deed
de bezetting van Honsiri/k een uitval naar 's vyands
zijde. De onderstelling wai dairby als volgt:
'a Middngs ongeveer half vyf, rukte de
infanteriebezetting van tle batterij aan do Waalselui
Watering op tegen een vjjandehjke veldwucht,
b(j de Kt&iuosscM Korenittoftn geplaatst en drong
den vijand tot bij Schalkwijk terug. Dit was
evenwel slechts eene schijnbeweging om de aan
dacht des vijands af te leiden. Ongeveer 5 uur
toch rokte de infanterie van Honsicitik Innjjs deu
Lekdijk vooruit, daarbij op zijn rechter ? vleugel
gedekt door de Inala. De vijandelijke veldwucht,
aan den Groenenivep opgesteld, werd terugge
drongen, en verclor m de richting van Kuilenburg
voor uitgegaan, om een vijandelijk park, dat
men achter den spoorwegdijk onderstelde, te
vernielen. Op dit punt bad de vijand evenwel
al zijn krachten verzameld en werden de rollen
omgekeerd. Onzo troepen zagen zich alsnu ge
noodzaakt terug te gaan. Steeds door den vijand
vervolgd, werd du terugtocht rechts door de
Isal/t, links door het geschut van de lunet aan
(Ie Snel «edakt, volbracht. Zeer interessant was
het daarbij de manoeuvres van nns riviervaartuig
gade te slaan. Zeker heeft zich bij ieder van
ons de ovcrlnjging gevestigd dat, mochten wij
ooit de onderstelling in werkelijkheid moeten uit
voeren, eene ondersteuning, als ons nu werd
goschonken, hoogst gewonscht is.
Wat was er iiitiis^chen te VeeJtten gebeurd ?
De vijand was, nadat de afdaling voltooid was,
met den grachtsovergang begonnen. In non on
bewaakt oogenblik gelukte het evenwel den ver
dediger zich van hot vervaardigde vlot meester
tu maken. Het werd de volgende dagen, door
hem in de kenl van het fort gebruikt als pont,
naast de afgebroken of opgehaalde bruggen. Ik
zal nu niet behoeven te zeggen, dat dit do ge
moederen cenigszins verbitterde en wel in die
mate, dat ik geloof niet ver van de waarheid to
zijn, als ik beweer dat men, om ontmoetingen
tusschen beide partijen te voorkomen, den voorge
nomen grochtsoverganff niet ten uitvoer heeft
gebracht. Waarschijnlijk, een. wyze voorzorgs
maatregel.
Deu 13en en den Ifien Augustus werd aan alle offi
cieren van zee- en landmacht de gelegenheid ge
geven om du in ^staat van verdediging gebractite
i'orten te bezichtigen. Vun die geregenbeid werd
druk gebruik gemaakt- In don middag van
laatstgenoemden dag kwam uit het hoofdkwartier hefc
telegram, ons meldende, dat de vredestoeitand
weder was ingetreden.
De eigenlyko oefeningen z(Jn daarmede
afgviloopen; de overige da^en werden besteed urn
alles zooveel mogelijk in den toestand terug te
waarin w\j het by onze aankomst vonden. Waarom
al dien arbeid weder vernietigd, zult ge vragen,
niet. waar?
Ziehier een der redenen Tot het vervaardigen
der noüdige schuilplaatsen, gedekte geschutstanden
iiiisen, enz. is van houten blindeeringen gebruik
gemaakt. Deze zouden, wanneer zy op hunne
plaateen bleven, spoedig verrotten en moeten
daarom weder worden uitgebroken en opgeborgen.
Ik voor' mij kom evenwel door deze oefeningen
tot bet besluit, dat het wenschelijker zou/.ijn ib-ze
houten bliudeeringen door gemeUelde of in beton
gegoten te vervangen. Want al is hot waar, dat
men als blijvend nut der gehouden oefeningen
kan constateeren, dat de uitgravingen voor de
blindeeringen blijven Bestaan, en de grond tot
bare dekking noodig, onmiddeljjk by hare plaats
aanwezig is, toch komt de tjjd voor het opzetten
en dekken noodig mij zóó groot voor, dat het
einstig de vraag is, of ons die wel geschonken
zal worden.
En nu mijn besluit. Ik aarzel niet te verklaren,
dat ik by deze oefeningen veel heb geleerd, en
ik geloof, dat dit met de meesten onzer het geval
is. Wel heeft de geest van kritiek, die helaas,
vooral in het jongere gedeelte van on»
officierskorps veel te stxrk doordringt, ook nu getracht
veel af te breken eu hoort men een menigte op
en annmerkingen, maar ik geloof, dat Ui daarvan
zeer gemakkelijk te weerleggen zijn. Ge zult wel
begrnpen dat ook hier het spreekwoord de beste
stuurlui staan aan wal," van toepassing ia.
It weet niet of ik te midden der drukke dagen,
. iife we beleefden, u een voldoend overaicht onzer
oefeningen gaf. Mocht ge op eeu of ander puut
nader ingelicht willen worden, dan beu ik daartoe
gaarne bereid.
Woensdag morgen vertrekken wU van hier.
Ge ziet ons dus spoedig in ons g.irm oeu terug.
Ontvang in afwachting daarvan een
kauieraadschappetyken handdruk van
19 Aug. '82. T. 4. V,
VELPMANOEÜVRES DER CAVALERIE.
Van omstreeks 4 tot 16 September a. s. zullen
in een gedeelte van Overhel en Gelderland, ouder
leiding van d«n Inspecteur <*sr Cavalerie,
veldoefeningen op groote fcbaal worden gehouden
door;
den staf en vier veldescadroni (het Ie, 2e, 3e
en 4e) van bet Ie, en den staf en vier
voldescadrons (het Ie, 2e, 3e en 5e) van het 2e Regiment
Huzaren;
eene batterjj (de 2e) van het korps Rijdende
Artillerie;
een peloton van het escadron ordonnansen, ter
sterkte van 20 troepenpaarden;
een detachement trein:
een detachement hospitaalaoldaten, «tuk 12 rann,
het kader diUrin begrepen; eu
een detachement mnréchivusBues.
De eskadrons worden, door aanvulling uit het
regiment, op de grootst mogelijke (dus niet de
oorlogs-?) sterkte gebracht, waarbij de paarden,
die jonger dau 7 jaar ?.yn, ia de garnizoenen ach
tergelaten moeten worden, met uitzondering
evenwel van de volkomen op kracht z\jude jui'ige
pairdnn.
De batterij zal uitrukken met eeno sterkte VAU
G vuurmonden, 3 caisson» l voorraadaffuit, l
gtmdswageu eu l bagagewagen.
BIBIOGRAPIIIB
Militair £lad. No. 15.
De verdediging vnn Amsterdam aan de Zu!«
dcrzeozijde. Cavaleristische ftphorUmen. Belangen
van den soldaat. Dooracbijnendo kaartenfoeara«
l«u. Nnjaarsmanoenvros der Ie Divisie Infanterie.
Indisch Militair Tydschrift. No. 7. Eenige
be;ehouwingen omtrent het voorloopig onder
zoek, in verband met de procedure, voorgeschre
ven in do Militaire Reclit<ipltging (Art. 7?14
van do Rechtspleging b g' da Landmacht).
Ceschouwingen over het artikel: De behandeling
van hot cavalericpaard in Indio". Eenige
boschouwingen over d» gi'anaatkartcts tot 8 c5I.
Nog eens: Het inschieten dor Artillerie te velde.
Uoekbescbouwing. Varia.
In tijdschriften. De tegenwoordige toe
stand onzer weermiddelen door W. Rooseboom.
(Gids. Aug.)
In de dagbladen. Nog eens en altijd w(>pr:
Het Sinister van de Adder , door Elinsoll Bata»
vus. liet Sinister van de Adder. De toestand,
der torpedobooten tuascheu dejaren 1879 en 18SO.
(N. li. C. 5, 8 en 9 Aug.). Torpedobootketelï.
(11 Au^.). Torpedobooten, (13 en 15 Aug.).
Vau do forten. Nog eens en alweer -bet Sini
ster van de Adder". (N. B. O. 18 Aug.). Een
bezoek vau 8cbutterijofficieren aan het fort
Ilonsu-yl: en nan do bij dat fort geankerde
kauoiiuiei-boot Isalti, (20 Aug.).
MUTATIËN BIJ HET LEGER,
van 18?25 Augustus.
Weder ingedeeld en wel bjj het 2e reg. inf. de
Ie luit. J. C. U. (3r. van Deun, gedetacheerd ge
weest bij het leger in Ned.-Indie
Op pensioen gesteld: do kap. I. R. Keucheniua
vau liet De reg. inf. (f 1495 'a jnarsj; de
generaalmajoor F. A. Vaillant, inspecteur der genie, op
zijne aanvrage, (f2700 'a jafti-s) HII is aiui genoem
den opperofficier 'a Koning dank betuigd voor do
vtlo en «fowichtiga diensten door h
en dt-n lande bewezen.
Benoemd: bij het wapen der g .
raal-rtmjoor on inspecteur van n
kolonel P. Stolk, commandant d>
7e verdodiifinKsstelliiitf; tot off. v.
d» lundmucht de arts P. Adriani, e<. ?
off. v. pez. der landmacht in
Xed.Overgoiilaatst: by het reg. gron
kap. L. Scheltu* van I.jBsüldijk van
Op 'nouactiviteit gesteld: de h
Perponcher thans a I:i suite . vm
huzaren, de kap. kwartiermeester
van het 5e en de Ie luit. L. L. P.
4e rog, inf. en de 2e luit. C. Al
lo reg. huzaren. .
SCHAAKSPEL.
No. 35.
\an J. O.
ZWABT.
mtm $mm mm
O d. ^ e
W H'.
\71t speelt voor en g«efl in 3 zotten mat.
Oplossing van SchaaHprobleim No. 33.
l H 8 H 71 D 5 nt E* + (»
3 D 8 F 6 mat.
(»l
l . . . . . G 8 F O + (b
3 D B nt O mat.
' (b)
l ..... E 3 F 5 (o
3 D 6 nt F 5 mat
(c)
I ...... O 8 E 7 (d
9 D 8 H 8 mat.
(d)
l1' ......... C 5?.0 4 (i '?
3 D 8 D 6 mat.
. (o)
l ...... A O A 5
3 D B R S mat.
INGEZONDEN Ol'LOSfllNGES.
Julit wann de oplomlnfttn van Nu. 33 van O. N. te
Bt. Paneras; v. H. op Toiel; W. v. H. teDttlft 83 A 31 j
J. v. W, tfl Culcmborg 34 ; L. S. te M«ppcl; Friio t» ?,
33; U. O. U. ta Delft, 34; W. d. V.. 33 en 34; Mom J.
J. B. H.; Proetio qartat; Huurt; Mr. P. A. L. H.; «B
Het z'n vloren 84, allen to Am»lnrdam. Do oplosDiiigtm
van No. 34 van 8. v. W. en van 32 en 33 van C. II. D.
kunnen w(j niet als Julit verklarrn.
BBlEPWiaaELIifO.
Beleefd ToraMk om to wlltso nxcn«ér«n dat w(j dnor
c«ér treffando aterfgoV*lt*D, mladdr aan eorr«ipond«aU*
ooi hsliben knnnen UiuwijJen.
quartat. Uut zal gttoetat- vordtu.
De Hond van den blinde,
TJ1T HET ITALIAAN80H,
naar
BER3EZIO.
Hét was In waarheid een afschuwelijke hond;
vnn een zoo treurig ras dat de beste
getlaohtkennen het zouden hebben moeten opgeven om
zijn afkomst uit te vorrchen, al kenden ie ook
alle kruisingen der ruien. Te laag op de
achterte hoog op de voorpooten, met een spitsen neus
waarop eeuige toornige haren, met een zieke
huid, mager om medelijden mee te hebben, en
zulk een vervelend gehuil, dat h|j overal schrik
on ontstelteuii verspreidde. Maar, boven dien
onbetoekeneudtn snuit, onder twee wenkbrauwen van
onbepaalde kleur, had het arme dier twee oogen,
die, als ze in de uwo zagen, u vreemde gedachten
inboezemden Deze buitengewone oogen hadden
een uitdrukking van verstauds van verdriet en
onderwerping; z(j schenen u al WAS hty maar
leelyke houd een geheel leven van smart
1 ' ' " "? -!-' -* » «~!t 1>«K|. nnm.
een leeiyicöiiuuu vcu H«U«<>. »..».. .-..
te verhalen: Ik .weet niet of gij ooit hebt opge
merkt, hoo de oogen dezer dieren, die vleiers en
aanbidders van deu mensch, kunnen lachen ter
wijl de staart zich vrool\jk beweegt. Welnn, de
oogen van den ongelukkige van welken w\j spre
ken lachten nimmer, evenmin als zich ooit met
vroolykeu tover dat treurige stompje bewoog, dat
hem tot staart diende.
Atanasio, de blinde bodelaar, zHn meester, cat
meeot altijd op do trnp van het kerkportaal ter
zjide in de schaduw tegenover twee oude olmen,
dio met hun takken boven de fontein ruischend
die in hun midden stond, het gemurmel der
waterStranl zuchtjes begeleidden. Ihiar, met den langen
stok naast xich, waarmede hu onder het loopen
den weg zocht, legde hij de ellebogen die uit zün
gescheurde mouwen te voorschijn kwamen, op de
lompen die zijn knieën bedekten, streelde mot t wee
grove, beenderitje, ruwe, zware handen, een half
witten onordelyken en ruigen baard en, een lange
Spitse neus ontrekkende, vestigde hij, met
plechtigon ernst don blik van twee oogen voor zich
mt. wier witte oogappels niets zagen en wier ge
zicht ieder pijnlyk aandeed. Azor de blinde
gaf dit monster op vier pooten dezen klassieken
hondöiinaaffl Azor znt plechtig op zijn
BtoartBtompje en terwyl bij zeer ernstig een versleten
houten bakje tusschen de tanden geklemd hield,
keek bij de voorbijgangers aan. Tusscheu den
hond en zijn meester had een oppervlakkig toe
schouwer ook een zonderlinge overeenkomst kun
nen opmerken. Men had kunnen zeggen dat de
wijze waarop de hond zich bewoog, die van den
man copioorde en dat de neus van dezen even spits
en puntig was als de snuit van den hond.
Zuo stonden z^j daar lange, lange uren, in
afwachting, dat m dit bakje eeniff geld mocht
geworpen worden, ieta wat echter uech'B zelden
gebfurde.
Soms spraken z\j samen, daar de man tot den
hond een ni van gesprekken richtte, ryk aan
praktische, filosofische lessen en hot dier dan
weer antwoordde, in onderworpen tonen dio
uit zijn schorre keel te voorschijn kwamen, en
meer op gebrom gelekeu. Eenmaal per dag
maakte de blinde den knoop los, waarmede het
koord dat hij alt.Jjd in de hand hield, aan den
halsband vnn den hond bevestigd was en zeide
op den toon van grootache edelmoedigheid als
tot een ondergeschikte:
Ge zyt vrij Azor, ga nu, maar pas op l niet
langer dau eeii half uur l
l)o hond lekte dan eerst de hnbd van den
meester nis om hem te danken, strekte zich
daarna eens goed uit, gaapte en zuchtte om het
hardst, schudde zich tweemaal dat de haren uit
de huid dreigden te vliegen, keek naar alle kanten
? met rchuwen angstigen blik, scheen zich even
te bedenken en verwijderde zich daarop
langftain, langs den muur neen strijkende, met han
gende ooron. en zoo traag en ilaperig, alsof hu
ransel had gehad. Het arme dier ging dan, ook
eeu zeker .gevaar te gemoeh in den vorm van
onverbiddelijke en onvermoeide vervolgers. Dit
wurcn do jongens van het dorp. Of do raensch
Van nat.imr goed of slecht is, is een vraag waar
men over strijdt en nog wol eenigen tijd over
«{rijden zal. Zeker i<r het, dat deze jongens, die
kleine volmaakte egoMun, die in dögeheele wereld
niets erkennen dat boven hun eigen persoontje
2U -hun eigon grillen gaat, gewoonten n een
nniinUt hebben, zoo wreed, dat dikwijls de
hond-n, die voorgangers in aangeboren goedheid
v-n ons gedacht er dtm neus voor op zouden
trrkl.-cn.
De nrmo Azor had. nooit iets kwnads gedarvn
vo'OTul niet aau dez-j scha.ii1 straaUciheudors, die
lau^s de stoffige dorpswu^en speelde.
Hij waa 'Otlylf, schurftig, kunadamio;, nrm a.n.n
baar «n rijk am honger: maar d mr o m hadden
zij noggeon recht hemvoote misbandrlcn. En be
stond hierin run billijke roden om hem tut het
mikpunt to maken van de wreedheid on kwaad
willigheid dnzrr straatschenders?
DB waarheid is, dat, zoodra zij' hem zagen
aankomen uls gids vun den armen blinde,
'. ileziMi mnt ernstige schreden vooruitstappende
ZH h^m niet durfden aanvullen; zij uteidei
zich dun tevreden mot hem uit de verte ver
uchtclgko blikk u toe te werpen, die hij met de
mees*, liloüofiscbe nnver-chillifflieid beantwoordde;
ofiia ha<l eon der. stout moed gaten hem met een
koolstniik durven gooien, maar toen was dr) blinde
muir dien kant gesprongen met zulk een ontzet'
tonden blik in zijn kleurlooze oogappels, toen
had hij zulke vreeaelijke vloeken mtgettootcu,
cooaln men ze nimmer van hem had gehoord, en
had hij mot zijn langen stok zoo hevig op den
grond genlagen, dat de geheele hoep jongens
ver-ichnkt op de vlucht ging, zoo»U een 7.w*rm
vogels die het groen van het veld. oppikken by
do komst van den landman haastig wegvliegen:
m.tar, wanneer zij hem alleen z&^en aankomen
ili »i nrmnu Azor, kwamen ook eensklaps al die
b xvH.loouers uit alïo hoeken en gaten te
vOors>chUii «n schreeuwden en tierden tegen dien
ellend^en hond on wierpen hem met modder en
vuil, mét schillen en sternen, om hrttn dan wan
hopig iuet r.ij u c-llendiue baron op 'de ribben ge
kleefd, to zien wi>gdraven. Azor hnd ioh gaarne
de smort dn/.er beleedigingen en den jongens het
vermaak dezer schanddyke hundelwij^fl gespaard,
? muur bet wan bet eonige halfuurtje dat hy had
om voor zich Zflven te zorgen, en net uitgehon
gerde dier zocht dan in de' uitwerpselen langs
den weg, nog eenicM versmade lekkernij, door
d«n e*n of anderen Lucullus weggeworpen.
Nt-g viiór don tijd van zijn verlof vei-streken was
vfrvoegdo Azor zich wefir bfl zijn meester, terwijl
l'ij zijn tviugkomut door een gewryf tegen diena
liceue.i Hankondigde; de blind» legde dan even
du band op zijn kop, maakte het koord weer vast
en dan nameu beiden hun gewone nadenkende
houding weer ann.
Als het avond geworden was, rekte Atanosïo
Kielt in zijn volle lengte uit want h'üwai zoo
((i oot al« een tamboer-majoor van het regiment
eu hij had vierkante schouders als een krumr van
bet fuvenlioofd. mnar bij liep nltijd in gebukte
houding en had steeds het hoofd op de bortt
geb"gcn ??n.iwn in zyn beeniire rechterhand den
kno^tigcn b,;clel»arsstuk. met zijn linkerhand het
triiiw van d"n hond, en don grond «oekende met
de ijwren punt waaün de stok uitliep, ging hu
wist het lelf niet, onder h»t strooiendak van een
hooiberg, naar het itroo van den een of anderen
stal, onder het portaal van een, huis of kerk of
onder het eenvoudige dak TU de bladeren van
den een of anderen boom onder den blooten hemel
Wie wa» deze ma»? Niemand wist het. Hij en
>Un hond hadden een verleden achter Bieb dat
niemand in het dorp kende. Zy waren daar voor
vier of v(jf jaren «hl uit de tucht komen vallen
en hadden deze leefwjjze aangenomen,
ionder eenig verschil, altijd met dezelfde eenvormig
heid, soodat de inwoneu er spoedig aan gewend
waren geraakt en het hun toescheen alsof z^ al
sinds lang hier ingeburgerd waren.
Eerst had er groote meuwsgierigheid geheenoht
om alles wat' hen betrof te weten. Zy hadden toen
gehoord dat de man Atanasio heette en de hond
Azor. Uit gjju pas, die in volmaakte orde bevon
den werd, had de overheid gezien dat d* man een
oude smidsgexel was, geboortig uit een verafge
legen plaats, dat hy het gezicht verloren had b\j
een hevigen brand, dia m de groote werkplaats
uitgebroken was, dat hy by deze noodlottige ge
beurtenis een waren heldenmoed had betoond ter
wijl hu oemge slachtoffers uit den brand redde en
dat er sinds dien tijd tien jaren waren verloopen.
Deze bedelaar, zooall wij hem nu aan onze
lezen voorstellen was niet onder dan vijf-en-voertig
jaren; maar als men hem zag, zou uien er hem
zeker zeventig gegeven hebbeu. Ongeschikt voor
eenig werk, was hy gaan bedelen, terwijl hu met
afschuw allo gestichten en hospitalen vermeed even
als de arme Azor de stompen en stokslagen der
dorpaieugd. Maar van dozen had men dan ook
niet het Kolfde dokument, dat het beste bewija
leverde van zü'rt burgerlijk, staatkundig en moreel
gedrag en van een gunstig verleden.
De burgemeester was eenigen tyd in twyfel ge
weest of hu hem niet, in zijn hoedanigheid van
ijverig en getrouw voorganger der gemeente, door
.gebruik te maken van z\jn macht, uitziju gemeente
kon verwijderen, volgens do wetten der nlgetneeno
veiligheid, daar hy geheel zonder middel van be
st nan was. Hg meende deu bedelaar naar den on
derprefect to verwgzeu, opdat deze hem weder
naar den prefect kon zenden, die hem dan weer
naar de proviucio zou kunnen verplaatsen waar
hy geboren was. Maar die plaats was zoo ver
weg. Maar de armo man gaf zooveel afkeer voor
opsluiting te kennen, dat h\j den dood uog daar
boven zou voortrekken. Maar, in deze gemeente
waren nu juist, geen bedelaars eu n by uitzon
dering zou niet zooveel schade of last veroorzaken.
Maar de dorpelingen waren nu eenmual gewend
geraakt aan dien langen blinde en hadden de
gewoonte aangenomen hem nu en dan eenig geld
of een bord Soep te geven. Maar do hond was
zulk een goed apeeltuig ceworden voor de zonen
der leden van den achtbaren raad. Maar ander
het pantser waarmede hij plechtig zijn sindicale
waardigheid bedekte bezat het brave gemeente
hoofd zulk een warm hart. Al deze mnren waren
oorzaak dat men deu blinde in vredesnaam liet
big ven waar hy was, zonder hem verder iets iu
dun weg tn leggen,
De nieuwsgierige menigte had een tijdlang
verwacht dat men den blinde dronkenschap zou
kunnen ten Inste lesgen. Hot schoen onmogelijk,
voor wie hem zag, dat deze^reus niet de herbergen
zou bezoeken en oen \jvcrig en hevig gebruik
van alcohol zou maken, en toch bleek deze on
mogelijkheid 'werkelijkheid te zijn. Atanatio zette
nooit een voet in do herberg, noch zocht hij
gezelschap vnn drinkvbroërs; bij scheen reeds een
afkeer te gevoelen als hij de lucht van dronk
maar rook. Als men hem voorsloeg een glas bran
dewijn of een halve fleach wijn mede te gaan
drinken, stampte btj met de ijzeren punt van zijn
stok hard op den grond, verhaastte zijn schreden,
riep met toornige stem Azor en verwijderde zich
woedend. Na deze proef gaven de nieuwsgierigen
wanhopig elke verdere poging op; overigens scheen
de geschiedenis vnn zulle een bede-laar ook niet
merkwaardig genoeg om haar na te vorschen.
Men berustte er iu, verder niets van deu armen
blinde to vernemen dien allen kenden en vrien
delijk behandelden.
Nu had Azor wel nlles of bijna de geheele
geschiedenis kunnen vertellen, maar als een brave
getrouwe hond zwaeg hij onverbeterlijk; en w\j
kunnen van zulk een vertrouweling nog veel leeren,
als wU geheimen to hewaron hebben.
Toch was de geschiedenis van dien eenvoudigen
werkman wetenswaardig genoeg1, en ik, die haar
weer vernam van d»n zielzorger aan wien hy haar
op zyn sterfbed meedeelde, ik zal trachten ze u
kort en eeuvoüdig te vertellen.
welkeiüvoorgeven wetenschappelijke waarhed«nte
?tin. Hfl was de soon van een ouden werkman nit
deze zelfde fabriek. Zün vader itierf door een
ongeluk nog vóór zyn geboorte, Etn 70:iüJJ\?t
gloeiend metaal gevuld, was gesprongen en hy
had daardoor eeu gruwoljjken dood geleden.
Pietro's vader, vol medelijden mot het treurige
geval en den toestand der arme weduwe, die op
net punt itond, moeder te worden, nam deze
laatste in zyn huis op «n beloofde steeds voor
haar en den zuigeling, 't ctt jongen of meisje te
zullen zorgen. Nu gebeurde het dat op dien
zelfden dag den chef ook een zoon geboren werd,
dezelfde Fietro van wien hierboven sprake was.
Zes maanden na de geboorte van Pietro en
den dood van «yn vader, kwam de zoon van den
overleden werkman ter wereld. Zyu slecht ge
sternte had nog niet geheel cyn boozen invloed
uitgeoefend, want toen de ongelukkige moeder,
na zooveel geleden te hebben, na ook stierf, bleef
hy waarlyk als wees achter alleen op de wereld
en beroofd van eiken steun, behalve dien van den
heer Frangia.
Deze kwam echter getrouw zyn 'belofte na; de
zoon van den werkman werd opgevoed in het
huis van den patroon te zamen met den zoon
van den laatste. Atanuiio, was vroeg ontwikkeld
en stond in niets ten achteren by zyn kameraad.
In het eerst beschouwde hy Pietro als zijns
gelyke, en hoewel zes maanden jonger stond hy
toch boven hem in kracht, handigheid en ijver;
maar langzamerhand begon toch bet verschil in
stand tusschen hem en den anderen knaap op
den voorgrond te treden. Niet zoozeer de chef,
maar do ondergeschikten lieten hem dit verschil
duidelijk gevoelen. Pietro was de zoon van den
ry'ke, hy was slechts een bodelaar. De eerste
bezat kapitaal en eigendommen,, bij kon niet» het
zijne noemen; ieder voorrecht werd zijn makker
als een recht toegestaan, hem slechts uit guust,
of om het harde woord te noemen: uitmedelydenl
Atanasio -vermoeide zijn kinderbrein om zich
hiervan rekenschap te geven. Het nog zwakke
verstand van deu wees stiet, zoo te zeggen, van
zijn vroegste jnren, op dit vre«$elyke
ruaatschsppejüke vraagstuk, dat eiuds eeuwen de
menst;hheid in beweging brengt en iu bewoging zal hou
den tot het einde der dagen. Zijn cgoïsmn stijfde
hem in deze dreigeudiv vrang die het brandpunt
1 '-'-"? .1:.. 1V?_?,
IL
voort, voorafgegaan door Azor... Waarheen i
Het 'was een schoone ijzergiotcrij, die van den
heer Frangia. Een groote labrick, ruime werk
plaatsen, onmetelijke labara'orinms, fornuizen en
machine» volmnnkt van uitvinding, nlles volgens
het laatste verbeterde fystcem. Een honderdtal
werklieden was er aan verbonden; nlles ging er
ordelijk on peregeM tne nis de nmlj«n van een
uurwerk., eu dat. dl les, d;nik xij de worküUUnheid,
het vcruult, dn geestkracht, eu deu onvermoeide»
ijver viyi den oud»t«ii zoou des eigenaars, don
boei- Piul.ro.
Dezo tflJn toen ongeveer dertig jarftn : bij was
knap van uiterlijk, i>[)eiiliartij{ ? vriiiiiiiulijk,
vwrstoiul do l;iin»t van tn linvcluii eu U; yohoorzniwii
en wa< Hink in besluit en woord, in daad en ge
dachte. Hij liail oen w*-imLj V;HI alles 'j-leord
ten minste vu u alle.», wat eeu hi>m-li*afd in n u
noodig hflei'r. te wet'-n'?*?iets va:i litteratuur, veel
vnn Bt.a.'iÜiiiisboudkundi*. ru vau Iwndela- en
industrico'e'on'd'Tnemingrn en g>bruik<*n. Hij wi-t
ovevalle* mee te praten voornl vmt zijn vnkimigïng
«n hij bezit do venlioüste er nietineêtopronken,
tnrwyl hij ff Eich tocli op toelegde in alle zitkcn do
meest mo^ulyke bekwaamheid en nauwgezetheid
te betooncn. IIy «af bevelen zonder ruwheid,
trots of zwnklibid a»n den da? t» lepgen, en de
werklieden (zuhoorzonnutcn en bewonderden hem,
ook zonder het te wilton. Zij levfdtm iu eerbie
dige gemeenscliap met hem, zopals met iemand
die pnzo gelijke «n toch onze meerdere is.
Niemand verwonderde er zich dan o.uk over
dak de oude heer Frangin, vermoeid van' den
arbeid en naar niut hakende, zyn zoon, de
cohoelu verantwoording- vnn,bestuur en adminis-.
t rat ie in handen guf 0:1 dat onder diens degelijke
leiding de zaken zoo gord gingen, dat moo het
niet. bfitcr zou kunnen wonschen.
De heerl'itttro scheer» cu wn« in werknJJjklieid
de gclultkigsto' man ter wereld; wat hy onder
nam gelukte hem en hot schton ook niet dat or
iemand w.is die 'hem zijn groot geluk en den
zegen dien hy om zich heen verspreidde zocht te
beoyden.
fin tóch WAS de benyder aanwozig: en wel een
die zich zorgvuldig verborg, die zich mi scliien
wel voor zich zelvon had willen verbergen, miar
die het danrom des tu ornitigcr meende, dair
zyn nyd reeds pp het punt stond van in hiat
over te gaan. En deze was do werkman, waarin
Pietro het meeste vertrouwen stelde die ook da
grootste gehechtheid voor hem'hnd behoorcn te
hehben alsook voor do familie Frangia, omdat hy
tegenover deze .en Piotro de meeste redenen tot
dankbaarheid bad.
Zün naam wns Atanaiio. Hij was de bekwaamste,
sterkste, moedigste en vlijtigste onder de Werk
lieden. . ? . ..
NVjinneer Pietro nu en dan op reis moest, liet
hy hem zijn pin a s innemen, hij vertrouwde hem
dan nlles toe en had zich nooit in hem teleur
gesteld gevonden. DB familie Frangia beschouwd
hem dan ook geheel als een der hunnen. Maar
hy b*d ? een hevig karakter, vurige hartstochten
en had zyn boofa opgevuld met de verderfeiyVe
'. lectuur van zekers boeken, die terwyl züde sociale
kwesties behandelen, op ellendige wijze de weinig
edele gevoelens der armen met drogredenen vleien,
Hum iu UI;AD ui CI^GMUV ,».*.*A *.*?»
..~van eiken opstand onder hot gepeupel is: Waarom
heeft hy alles eu ik niets?" Ilij vond hierop geen
antwoord, kwam tot hot gewone besluit het een
onrechtvaardigheid te noemen, dio den n of
anderen tyd weer ingetrokken zou worden, en zoo
werd hy met de jaren somberder, moest hij steeds
trachten zijn ware gevoelens te verbergen, en
voedde hy, meer en meer verbitterd, den bedwon
gen hartstocht, die hem lanczamerhiiad overmees
terde en oen onuitsprekelijke baat in zijn borst
deed opwellen.
En toch zeide alles rondom hom terzelfder tyd
dat'hy onrecht pleegde en dat zijn geheime ge
voelens schuldig waren. Allen noemden hem ge
lukkig dat hij z.oaveel weldaden ontving vau de
ryken, die hij zoo benijdde; en ieder zeide hem
dat bij dankbaar behoorde te zyn voor al hun
goedheid, maar van jaar tot jaar werd bem die
dankbaarheid meer tot last, eu werd het
doukerdfr in zyn ziel.
Pietro leerde intusschen velo dingen. IIJj was
vroolijk en trotsch op zijn keunis; zij u geest, door
studie verrijkt, had eensklaps een hooge vlucht
genomen.
Atanasio die zoowel in pliyneke kracht als in
verstand tot nu tot de eerste" scheen, en dni boven
zijn makker bleek te staan, voelde zich nu door
dezen voorbngestreefd. De zoon van den werkman
werd natuurlyk voor de fabriek opgeleid, men liet
hem leeren lejson, schrijven en rekenen, en daar
hy daarbij zijn vak goed verstond, meende men
dat dit voldoende voor hem Was. Maar tengevolge
zijner overdreven opvattingen, beschouwde bij het
als een onrechtvaardigheid dat hij niet alles mocht
leeren eu vroeg hy zfch telkens af, waarom zoo
veel goeds hem ontzegd werd. En met dit alles
o mysterie van het menschelijk hart beminde
Atanasio zyn weldoeners en bovenal Pietro den
makker zijner jeu?d. Van Pietro's zyde. was de
openhartige en vriendelijke welwillendheid, die hy
voor allen betoonde en die hem zoo bemind maakte,
jegens Atanasio weinig minder dan een broeder
lijke genegenheid. Ook vermeed Pietro, zoowel als
zijn ouders, ieder woord, iedere toespeling, die een
verwijt of liever gezegd een herinnering aan de
weldaden, den wees betoond, konden bevatten,
maar- deze waardeerde die fijne tact volstrekt niet;
en terwijl hy de vriendelijkheid zyner patroons
aannam, richtte zich al zijn haat tegen de be
staande toestanden, tegen de noodlottige werke
lijkheid, t o een de maatschappelijke instellingen en
nam hij den vloek vau dit alles in zijn
onbeteugelden geest op. '
Hy las met woedenden ijver de volksvoordrach
ten van socialisten en communisten, hy las in 't
geheim zich als een schuldig* verbergende, met alle
vervoering die verboden dingen met zich brengen,
en, hij durtde daarbij niemand ook «tachts. vluch
tig deelgenoot maken van zijn gevoelen», daar hy
be^ropp en ieder zou h>jt hem toegeroepen
hebben dat, wanneer bij bet communisme
nnuprocs, opstond tegpn de rijken, en v«rdeou'ng vau
kapitaal, hij, die alles aan zyn patroons verschul
digd wns, dit, eone Ri-oote omlunkbnarheid KeuvoM.
zou zijn en bij gevoelde dan woer de groote »ch:uidn
om zulk een z#are schuld op zich ta laten rusten.
Maar uu kwam er een tijd wnarindio grooto barts'
tocht, door een nog groolere. werd Terilrnngnu,
on dat was toon de ware liefde in zijn hart
uut.-...kte. .
(Wordt vervolgd.)
STILTE.
Uit het Zweedsch van Kar! August Nicander.
Heilige stilte!
Dood in het Leven'
Leven in.'t Sterven l
Moeder der vpraching,
Bronne der dfchtkunst,
Schenk intf uw' vrftol
Redt mijne ziele '
Van uit het ledig,
Woelig gewemell
Spreidt uwe warme
Sneeuwwitte vlcngien
Over wyn Imrto,
Dat hut boiln.ni1,
Dat bo!-. moot; zwijgen,
Dat het moog ruxtcn.
Zwijgen, nis t golfje,
Zwijgt in de ttilte:
Kusten, nis 't kindje
Itmt zcekt na 't dansen.
Ilcilice stilte l
Dood in bet. Leven,
L.'-ven in't Sterven!
Schenk my uw vree!
Zwijgend was 'tonrste
Menscheliike denken,
Zwijgend- des eersten
Menschen gobed.
Zwijgend de zaalife
Vrede in het Eden
Daar dtonk do bloeme
Dauwdrop en lichtstraal,
Dauwdrop en lichtstraal ..
Vielen er zw^jmnd
Neer van den 'h»tnel.'
K-J m eu rol trotachheid
Streefden de boomeu
Opwaarts naar 't blauw;
Door 't eeuwig reine,.
? , Zwijgende zonlicht
Heerlijk gekroond.
Toen b de wereld
't Eerste geluid klonk.
Stierf er alle oisohulo.
Yahjch was het eerste
Koeltje uit bet Westen.
Dat voorbedacbtiyk
't Bloemetje ontroerde,
Joligheid lisplend;
Eu ook der boomen
Tak eu gebladert'
Praatziek doorklonk.
Valsch en verleidiyk
Glom daar der «lange
Sissende tong:
Zoo stierf alle onschuld
Weg in der wereld
Eerste geruisen.
Grimmig was de eerste
Noordewind; opwaarts,
In vuile golven,
Joeg hy der zeeën
Spieglende ruimte.
Wil J was pok de eersta
Donder, die de
eikenkroonen versplintert,
En nog veel woester
Galmt door de rotsen,
Menschenvernioler,
Bronne des onhoils,
Zoon van den afgrond. ?
't Eerste gedruisch reeds
Doodde in de wereld
D' edele' Olympische
Gee^t van don Vree.
't Reinst is de Liefde,
Eer zy zal sproken:
't Schoonst z^n de zangen
Ali ze nog sluiroren
Diep in des dichters
Gloeiende borst.
't Edel-t de dengd, die
Nooit van zichzelf spreekt:
Zwijgende handleed .
Maubtig en stil:
't Lijden is 't edelst
Als het niet weeklaagt «?*
Haar, zwijgt en sterft.
Heilige stilte!
Liefliiko Pelgrim
Uit. der gezalfden
Heerlijk verblijf!
Zi.it gij een vreeiildling
Hier in deez' wilde
Stormzwangre wereld,
Zijt gij veracht door
't Men-ichlyk geslacht1/
Ulijf toch, o blyf toch!
Zet u stilzwijgend
Neer aan mijn leger,
Geet mij e«n denkbeeld,
Geef mij een heerlijk
Beeld van 't verwachte
Eeuwige leven!
Heilige stilte!
Dood in het Leven,
Leven in 't Sterven,
Schenk tuy uw' vreet
C. E. Bromt.
AIXEBLKI.
EEN GEPLEEGDE MOORD
TOEGESCHREVEN AAN REDENEN DIE
NIET BESTAAN.
Verscheidene maanden reeds worden de
Remoederen m Honjjaryo in beweging gehouden
door een moord, die op eene geheimzinnige wijza
zou, gepleegd yn aan een Protestantsch ruci.«je,
Mej. Est her Solimosig genaamd en waarvan eenige
Israëlieten worden beschuldigd. Dat nu die moord
geschied is, kan treurig worden genoemd, maar
behoort niet tot de onmogelijke gebeurtenissen,
i'i zelfs dat die moord, bij uitzondering dooreen
araëliet i* gepleegd, maar de redenen die men
zegt, dait aanleiding tot het plegen van die daad
hebbeu gegeven zijn zóó belachehjk en als uit de
lucht gegrépen, dat men moet vragen, waar gaan
wij henen? liet Nieuws van den Dag, neemt uit
een buitenlaudsch blad over, dat de acte van be
schuldiging tej>en drie Israëlieten inhoudt, dat
gezegde moord is geschied voor er n ritueel doel.
Onbegi-ypelijk is het, dat eon rechtbank in het
beschaafde Europa er toe kan komen om eeue
dergelijke acte op temaken! Als de overige ledon
van die rechtbank niet meer ontwikkeling hebben,
dau is het treurig gesteld, niet al!een met die
beschuldigden, maar met ht-t geheel e n jodendom,
want dan zal die beschuldiging, gesteld dat zy
natuurlijk op omgekochte getuigenis door een
verourdeeler.d vonnis wordt gevolgd, oorzaak zijn,
dat dergelijke on/in ingang vindt en de herha
ling van die daad overul elders mogelijk wordt
geacht. En, wie kun, wie zal daarvan de gevolgen
voorspellen. Kon Stouter, e^n Henrici.etuttiquanti
zullen er munt uitslaan. Zy hebben slechts de
({Aschiedenis tn raadplegen ctl op de gevolgen te
zien die dezelfde beschuldiging heeft oelmd voor
de Christenfii, die daarom liij duizanden door de
heideucn, met nnme de Romeinen, zijn vermoord,
uu dan verheugen die edele mannen zich reeds
in het vooruitzicht dat aan hnnnen hartewensah,
jodenuioord, kon worden gevolg gegeven.
De eenvoudige lieschulatging reeds is genoeg
gewetst om do volktwoede tegen de Israëlieten
iu Hongarije met den da? te doen toenemen,
zoodut ue Ri'7.:iuiciilijke rabbijnen aldaar, die het
aanvankelijk benednu hunne waardigheid achtten
om zich tegen dergelyke laffe en kwaadaardige
beschuldigingen te verdedigen, het noodig oor
deelden de volgende verklaring op te stellen en
afteleggen:
Voor God en de memchen leggen wy de plech
tige verklaring af, dat in geen onzer wetboeken,
noch' in eenig werk vau Joodsche letterkunde een
voorschrift voorkomt om tot eenig godsdienstig
doel menschcnbloed te gebruiken.
Om deze hatel'yke beschuldiging af te weeren,
znllea wy ons dan ook tot alle geleerde Acade
miën van het Oosten en tot" allo Theologische
Faculteiten van Europa wanden om een uitspraak
van niet Joodsche geleerden uitttlokken. Met
gerustheid wachten wy de uitspraak van een der
gelijk gericht van geleerden af!
.Tot onze gelooragebooten richten wy de bede:
geduld te oefenen, zich bedaard te honden en
uiet waardigheid het oogenblik aftewachten, dat,
met de hulp van God, do toestand opgehelderd
zal zyn, de waarheid zal blijken, «n het rechten
de rechtvaardigheid de overwinning zullen
weggedrngeh hebben. '
Wy vn-znekeu in bet bijzonder onze
geloofegenooten elke nuttelooze en aanhitsende polemiek
te vermijden, zich voor bitterheid te wachten,
bescheiden te zijn, bewy» van «ielsverhefflng te
gffVen en zelfs jegens hun vy-inden liefdadig te
zyn, dan zal het ons gelukken, onze vijanden te
ontwapenen en hen in vrienden te veranderen.
Gegeven te Buda-Pesth in het Sanhedrin, dea
Ben Juli 1882."
Het is wenschelyk, dat genoemd» vorkbvnm
onder de oogen worde gebracht v*n ostenrttkscfi
verlichten keizer, die trouwen* scherpen blik- ge
noeg bezit om de redenen te doorgronden; dia
eene zekere fractie er toe leidt om dergelyke
onzinnige, ja oninogelyke beschuldigingen
optewerpen.
's G. B.
De Ned. jachtver.eeniging «Nimrod" houdt den
127 sten dezer te Zand voor t een schietwsdstrgd. op
ghuen ballen en kunstmatige duiven.
Een Franteh ingenieur is op een zonderling
denkbeeld gekomen. Hij wil van den ondeneeschen tele
graafkabel gebruik maken, teneinde een geregeld
verkeer met de schepen op zee te kunnen onder
houden. Volgens den Monitevr de lo. Ftolte wil
by aan den op den bodem der te» liggende hoofd
kabel, op afstanden van 60 Mtr.eenloodrechten
kabel bevestigen en dezen boven water houden
door middel van een ankerboei. Deze boeten
moeten zoo dicht by elkander liggen, dat een
schip er minstens n per dag tegen kan komen.
Deze signaal-stations lullen van Hommers TOOT*
zien, des nachts op de eene of andere wy«« ver»
lioht of geluidgevend gemaakt moeten wordtin,
en soo ingericht dat men ze met het schip in
electrische verbinding kan brengen. Op deia
wyze BOU men voortdurend op de hoogte kun
nen biy ven van den stand van zaken op bet sehip,
aan de schepen op zee gewichtige mededeelingen
kunnen doen, en menig ongeluk voorkomen. Do
ontwerper van het plan gelooft dat er aan da
uitvoering geen onoverkomelijke moeioly'kheden
verbonden zonden zyn, en wie zou durven
twyfelen aan den goeden uitslag van een proef,
in een tyd, waarin men dagelijks het schijnbaar
onmogelyke mogely'k ziet worden i*
De vervaardiging van bet standbeeld van Datv
win, dat in het natuur-historisch
South-Kensington Museum geplaatst zal worden, is aan den
beeldhouwer Boehin opgedragen. Joseph Edgan
Boehin is in 1834 te Weenen geboren en woont
sedert 1862 te Londen. Van zyne talrijke werken
noemen wy slechts een kolossale in Windsur op
gerichte beeldzuil van zyn hooge beschermster,
Koningin Victoria van Engeland, de standbeelden
van Carlvle, van den Prins van Wales (te
Bonabay) eu bet grafmonument voor de groothertogin
Ahce van Hessen?Darmstadt.
Een ware Spookgeschiedenis. In juli 1766 wor
den eenige wandelaars te Berlyn, die des avonds
lang.) het Koninklijke slot gingen, doodelnk ver
schrikt gemaakt, door een spookachtige, dofte stem,
die telkens riep: Wee, wee over Berlijn! NVe*
over de vervloekte stad!" Het onheilspellend ge
luid scheen uit het straatplaveisel te komen, inde
buurt van het slot, misschien uit de
keldergewelvcn. De voorbijgangers bleven staan, er kwamen
meer menschen en al spoedig had zich een ver
bazende oploop gevormd. Daar begon de stem
weer van voren af aan haar Wee, wee!" t e brul
len. Al de aanwezigen konden het duidelijk ver
staan, en de opgewondenheid nam steeds toe.
Officieren en politieagenten trachtten te vergeefs
het volk tot bedaren te brengen; de
slotbedjenden en de wacht werden gewaarschuwd, alle kel
ders doorzocht, maar hot spook bleef onzichtbaar.
De zaak begon hoe langer hoe onbegrypelyker
te worden, vooral toen de stem zich nogmaals
verhief en een akelig hoongelach deed hooren.
Daarna zweeg hn, hoewel de menigte nog uren
lang op de been bleef. Den volgenden avond, on
geveer ten zeven ure, begon het spektakel opnieuw;
wederom^werd Berlyn door de geestenstem ver
vloekt. Nieuwe .onderzoekingen bleven, evenals
den vorigen dag, zonder gevolg. Toen het geroep
den derden avond weer tal van nieuwsgierigen
had vereenigd, ontdekte een officier van de wacht,
hoog boven op het dak iets rood», dat zich be
woog. *Aha!" dacht hy, misschien zit het spook
op het dok in plaats van beneden in den kelderl"
Zonder iemand een woord van zyn vermoeden ta
zeggen, klom bij naar boven en jawel daar lag
het «pook" plat op den buik! Het had zyn met
ein roode muts bedekten kop in een van
delooden pypen gestoken, waardoor het regenwater
n^ar binedeu werd geleid, en begon juist zijn
We?, wee!" te roepen, toen de officier hem een,
kscben slag op zijn broek toediende. Een ont
zettend qehuil, dat het benedeastaando publiek
het bloed in de aderen deed stollen, volgde; daarna
pakte de officier het monster bij den kraag, duwde
bem de trappen af, naar buiten, liet hem aan de
verbaasde Berlijnerj kijken, en stelde hem daarna
onder de hoede van eon politieagent. Het spook»
dat drie dagen lang de harten der residen
tie-bewoners met schrik en angst vervuld had,
was «en loodgietetejongen, die, toen hij alleen
achterbleef om de gereedschappen van de knechts
' sreekbuis
*l brtMJUVIC iu b<? u».u«, n~...
en, op een arm gelegd en stevig
vastgei. Verschrikt keek zij op en zag aan haar
:n onberispelijk gnkleeden, maar baar
geop te bergen, voor de grap die pijp als spreekbui»
gebruikt eu eerst toen hij merkte dnt de mensohen
bleven stilstaan, zijn spookachtig weegeroep voort
gezet had. Hij werd voor zyn ondeugcnden inval
zoo voorbeeldig bestraft, dat do lust om spookje"
te spelen hem voor goed verging.
De ontvangst aan entree'* by de wedrennen
op Ulingendaal, 17 Aug*., heeft /16003 bedragen.
Goed overlegd. Toen een in Marseille wonende
dame onlangs des morgens uit de mis terugkeerde,
hoorde zij achter zich pp het trottoir haastige
voetstappen. Voor dat zy den tyd had om te zien
wie buar trachtte in te halen, werd haar hand
gegrepen,
houden. \ ,
zijde een onberispelijk n?-"~^..,
heel onbekenden beer. Zy trachtte haar arm uit
den zijnen los te maken, maar vruchteloos. De
vreemdeling bleef haar vasthouden, maar f prak
pp uiterst beleefden toon: Vrees niets, mevrouw,
ik ben geen minnaar, maar de politie zit uiij
op de hielen. Aangezien niemand hier in de stad
my perwonlyk kent, bon ik boven iedere ver
denking verheven, als men my in gezelschap van
zulk een deftige, achtenswaarüigedame
ziet''.Deslimme schelm had gelijk, want de politieagenten
stormden .het boog»t fatsoenlijke paar rakelings
voorbij. *Iet een hoffelijke buiging euvriendeiyke
dankzegging nam by afjcheid van zyn mister
tegen wil eu dank.
Een alligators-fokkerij. In de laatsto jaren.'
bet mode _geworden om allerlei weelde «rtikele.
?als: portefeuilles, (.igarenkokers. tasschon, cenw>
res, pantoffels, jachclaar-sen zelfs te vervaardigeu
van alugatonleaer.. Toen de vraag na»r ttluga- ?'
tpnuuiden soo verbazend toenam, hebben d» .
jagen van. beroep, aich, aangelrkt door de groot»
winst, op bet vangen van deze dieren toegelegd,
en langs de oevers van den Missinipi eeu
geweidia bloedbad aangericht. Het aooden .van de
aliiRntors geschiedde pp zoo groote schaal, dat
het oogenbtik te vojrzion was. waarop bet geheele
[eskclit vernietigd zou zyn. Toen de vraag naar
nuiden bleef aanhouden, zy'u eenige jager* op het
denkbeeld gekomen, dat het raiwchien beter zou
zgn om alligators aan te fokken, dan om niet
'eigen hand die rijke bron van inkoiiuttu te ver
nielen, eu weldra kwamen de Alligatorfarmt"
tot »tand.
De alligators-fokkerij is a-ker wel de
gemakkelykste, die bestaat, want veel sorg hebben de
lieve diertjes niet noodig l Deze reusachtige hage
dissen, die soms v$f of zes meters lans worden,
leren in troepen .on brengen een gedeelte vaa
ten tyd iu den modder liggende door' aan do
oever* van de Noord-Amerikaansche rivieren. Hun
bruin* kleur en onbeweeglijke houding duet hen
?veal gelyken op aan land gespoelde boomstammen.
Op het droge zyn hun bewegingen uitent lang*
zaam, maar in het water des te vlugger. Met
blikjemsnelheid werpen zy zich op het dier, dat
aan den oever komt drinken eu liepen het uoar
de diepte.
.D» Ducham CigttttVan wórden geïmporteerd door
JOHUt KOOPMANS * Co., Amitctdam ón'Botlerdam.
f'