De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 27 augustus pagina 3

27 augustus 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

L' DE A* M S T E-R D AM MER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 270 DE AM STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. «fro. 270 geraadpleegde bronnen van bewerking rechtvaarijïw» de uitdrukking historisch." Doch waarom renantisch"? Welk aandeel beeft de fictie a»a deren arbeid? Waar is de knoop, die in dit werk ffeleod en weder ontward wordt? 'Waar iQn de psychologische prob.'emen, die het on» helpt op lossen ? BÜgebrek aan zekerheid op dit punt, zoek ik bet antwoord op deze Tragen allereerst in de outtaadigbeid, dat de talrijke, meer of min be kende personen, die Beethoven'! omgeving vorm den iu de verschillende perioden sQns levens, v»le malen «prekende worden ingevoerd en daar door e«B aantal voorvallen uit '? mansleven in een dramatisch kleed wordt gebald. Inderdaad is de ?chryfetor er door dit middel ingeslaagd, aan baar verhaal eene groote mate van levendigheid bij te zetten; of echter de juistheid der karakterteckeainx daarbjj onder alle omstandigheden be houden bleef, meen ik te mogen betwyfelen. In de tweede plaats komt het m\j voor, dat de schrijfster ons in de uitvoerige schildering van lleethomi's vrengdelooze jeugd on van de i4c«di toenemende kwalen, die uit zijne latere '?ofheid ontsproten, den sleutel heeft willen ge en ter verklaring van de vele irinder anntwfj»me e'genscbBppeü, die bem ontsierden en die ?; «t Jobsjjednld zijner beste vrienden en vereer»ri ouophoudriyk op de zwaarste proeven stelden. Die Hfhwtuwiijd* van Beethoven* karaktertracht schrijfster geenszins, galyk zyue trouwe riêndrn dit deden, met den mantel der lieide .e bedekken. Integendeel, de bewijzen voor 'a nians lordigbeid, lompheid, korzeligheid, wantrouwendheid «s opvliegendheid zijn rijkelijk, mijns inziens al te rijkelyk voorhanden. Indien de fnntasie van Mrj. vuu Kees ons geeno parten speelt, moeten wy ons verbazen over den kunstzin en do knnstliefdo der hoogst beschaafde Weener aristokraten, die ruik oen ongclik'cn beer met eerliewyzingen .n weldaden overlaadden. Do overtuiging, dat Jyiethoven, by nl zya onhebbelijkheid, ecu machtig . nie was en een hart van goud had, kon hen .\.A .over hut hoofd doen zien. Maar er is een groot onderscheid tusichen bewondering van net genie en geraeenznroen omgang met zulk een wonderlijk Muzenkiud. Dat eene ganscho reeks raii aait*hcrtogen, vorsten, graven en baronnen Beethoven hoog eerde, hem op vorstelijke wijze ondersteunde en zyue kuren ter wille van zijne geheel ecnige gaven, door de vingers zoy, kan ik my voorstellen. Doch dat dia zelfde personen «ooals Mej. van Rees ons veittlt dag op dag ?' «) grofhedeu slikten, er geen bezwaar in 1 -------- , - geen 'en, dat b\j achtereenvolgens aan al hunne dochters, zusters of uichten het hof mankte, ?fc uit-t den meesten ijver als zijn kamerptiUtt» en loopjongens fungeerden dat komt S tamdyk ou.wimrfchiji.lijk voor. Ferdiuand Bler's Ondeugende conjectuur, dat het echtJuhvndsdhe fan Beethoven de Weener edellieden j »den_ )*>aan zou hebben gebracht, als waie.de t>Lfponist met even blauw bloed als het hunne bedeeld, zal wel door niemand in ernst voor eene vaïklariag voor deze zonderlinge verhouding wo. den geliMudeu. '_ Beetboven's vader, do loszinnige tenorist, neemt in de levensbeachryvitig van zijn grooteli zoon «ene ruime plaats in. Maar welk eeno pbats! In het eerste hoofdstuk is hij walgelijk dronken. In het tweedu loopt, bij, terwijl zijne brave, maar zwakke vrouw op het punt is, aan deu held van het boek het leven te schenken, dei mooie boerinnetjea op de markt na. In het derde brast en zwelgt hy, ter eere van den ioüggeborene. In het vietdo is bij alweder dron ken en verkoopt zjjn inboedel, zelfs het portret van zijn overleden vader. Iets later vinden wo fiern op het iiaamfoefit zijner vrouyr zóó buschonlen, dat by door deze en zijn zoon nnar bed ge bracht moet worden. En zoo gfiat het voort, u aan zijn onzalig uiteinde. Waarlijk, in de4en zou een weinig soberheid i te spreek bier niet van den tenorist, maar van de sc iyfyter der hutorisch-roniantuche levensschets niet geschaad hebben! Ook de onaangenaamheden, die Beethoven in latnr jaren vau de zijde zijner familie te verduren Bad en die welke beu. zijne eigene, verregaand slordige huishouding opleverde, worden door jrnej. v. K. breed uitgemeten. Ik stel daartegen over de uitspraak van Ililler : So weit eiaei-nstes Küustlerleben ein gluckliches seiiikann, würedie Laufbabn Beethoven's, Alles iu Allem, eine vuragkweiae be^ünstigte zu nennen. Er durfte frei .eihen Arbeireu Lebcn, fatid schnell dieHüchste Aiierkennung, und die Miseren einer etwas ungercgelten Junggcgellenwirtbschafl-, wie die, welchemm ans sciiier liebuvolleu Suhwaclie für Brüder and Nrficu erwuchsen, dilrfen schUeszlich nicht tu li och angeichlagen werden." "ïeer terecht legt echter de schrijfster groot vicht op de ramp, die Beethoven in het midden jer kunstenaarsloopbaan trof en dia hem de t zyns leveus vergalde, zijne steeds toenemendoof beid. Meer -nog dan die kwaal zelve rten hem do pogingen, om hatvr gedurende e reeks van jaren verborgen te houden, tot ie voortdurende mai teling zijn geworden. In , schilderen van de kwellingen, die Beethoven liordoor ondervond, ia mej. T. U. tutuecjteud gelaaüd. Da naam Lodcirgk klinkt ons voor den grooten otnpomst vr> emd. Wie spreekt ooit van Willem (iükenpeare en wat moeteen N'ederduttsch purist aif fffaite Pascal maken? Gelukkig Is de schryf?r|- iitconsequent genoeg, om de meeste eigen -«en ouvcrU*ld te laten. !? hot ook pui-isme, als zy het gebreken Duitsch w Maestro S<ilirri of van Signora Caro door iradbraakt Nederlandach vervangt? Zelfs in eeno >mantischt lev<>n«schet<i klinkt het onwaarschijnk, als men eene Itoli^ansche in Wtenen hoort 'gen : Hoe dio arme rorstln nog ooit weer l, Jjjk nu? Mi pcaca (7?) enz. Beter ware het ^.ekt, als d« schrijfster gezorgd had/dat de en elkander niet mat verwezen" blikken aan' het bovMinangeyoenlo, kan ik mijna meening 'jr dea arbeiil van Mej. ?au Heen in enkele «orden samenvatten. ' Wie van Beethoven niets weat en niefi kent, . xiclvyrees ik, na do lezing van dit werk n «angenjMtn en een onjuist beeld van dan. grw. ? man vormen. t )oeb dit verwet treft de schrijfster slechts io inge mate. 'dj tchryft immeri voor muzikale lezers en deze iaën Beethoven'* waarde beter,daneonig biogra«h«t in woorden kan uitdrukken. Niet als menscb, ar als hoogepriestnr in don tempel der kunst moet etlioveti beoordeeld worden. En .wie Beethoven imaal heeft leeren kennen uit zijne werken, ift hem ook leeren bewonderen en vereeren; ti ui het steed* welkom (jn, iets te vernemen l de lotgevallen van den meester, aan wien hu menig genotrol en verheffend oogenblik te lk«n beeft; hem zullen de zwakheden van den iMh niet blind maken- voor het genie van den . Mteoaar en .wanneer de studio der bronnen * hom niet moelijk i», cal hy gaarno zyne ?nis vermeerderen aart de hand eener leidsvrouw, ?r warme bewondering en liefdevolle ingenonheid uit eiken regel van haar werk spreken. Dr. E. D. PtfzeL iMreater, Aug. 1832. *\tn dagen in Portugal, door A. O. C. van DaJjL Guldensedilie, no. HO. - 11 w»t men over een land leeat, geeft nog ; z«lk een duiddyk begrip als een oogenblik 4", cegt d* Hchrijver op p. 97, na vooraf aan Batik MD motto ontleend te lulitwn -t- voor reisbeschrijvingen een onontbeerlijke versiering, naar t ichtynt! waarin ongeveer hetzelfde ge zegd werd. De beer Van Duijl heeft het echter niet over zgn boek, waar h\j loo'n bescheiden opmerkittg maakt, maar over wat hy vroeger van Portugal gelezen had. Natnurhjk «feldt de bewering echter ook het werkje dat ik het genoegen heb, bier ietwat laat, tot mön spijt aan te kondigen. Doch al u, yoor wie Portugal op en d'op wil kennen, een reisje er heen uoodïakelük, wie alleen zoodoende ?ijn land- «o volkenkennis wat vermeerdert, heeft daartoe door dit boek een uitnemende gelegen heid. Jammer alleen, dat de heer Van Duft! zoo kort op reis is geweest; hy heeft in die weinige dagen hél wat gezien, en goed gezien obk, doch ware Wj langer op rei» geweest, hQ had niet too, om cyn boekja klaar te krijgen, zijn toevlucht behoeven te nemen tot kunstmiddelyes als daar ?Un, landihistorie, zoo... objectief mogelijk meftgedeeld, en het oprakelen van nietige gebeurtenissen, welke door de gave van den schrijver o« breed, belangwekkend op te zetten, iets interesaant* krijgen, maar tegenvallen. What you (uil sentiment, ontbreekt aan deze beschrijving; do heer Van Duijl reisde te vlug, om tüd te hebben voor mijmeri) of pbilosunbJe." Alleen op zee maakte nu enkele opmerkiugen, welke... zijne ***«« aan het philosophedrcu konden brengen'. Keeds de vrees, schreef hu, stoomendo door het zilte nat, dat men zeeziek wordeu zal, is een voortreffelijk middel om het icetenlffk te tj)n.n Wie hier niet verward raakt in het probleem van onwezenlijk zjjn, wordt door den heer Van Duül onwillekeurig voor de oude quaestio gesteld, hoe a« gedachten in de wereld komen en of een kinnebaklyder die bedenkt dat )>i| wel weer eeim kiespün kon gaan krijgen, eigenlijk niet reeds kiespijn heeft, ja dan neen ... AU een uitstekend reporter, die in zijn hoofd zoowel als in zijn koffer de iioodlgo geschiodbiotuien voorradig" heeft, heeft de heer Van Duyl het reJsjo volbracht en uls een flink, soms amusant causeur eeft hy 't ons ovcrverteld. Rotterdam. y'{ ? Ten voprdeelo von de nagelaten betrekkingen der omgekomen bemanning vau Z. M. Karamoaitor de Adder", zal bij Schelteina & Holkema's IJoeklmndel (K. Groesbeek) worden uitgegeven: r«»«won's Henoch Arden, bewerkt door J. L. \Vortlieiru. met teekening van Jozef Israels. Pi'ys iugenaiiid f B.?Geb. f 4.50. De nette uitvoering, d* schoone vertaling van Tennysons wereldberoemd gedicht door een helaas reeds overleden dichter, wiens laatste wensch wa? zijn medemenschen het leed te helpen verzachten, een praohtuitgave, beguuttigd door de kunst vaardige hand vnn deu crooteulsraeli en bestemd um ougeluktiigen te heipon, behoeft by het letterlieveud Nederlandsen publiek zeker geen aan beveling. Slinktfenre, Over Shakespoaro als over het Corpti» Juris en het OuJe Testament zal men nooit doondokwostien als genopf; bespraken beschouwen. DcnSdeu Juni woder in do vurgajeriag di>r Ke\r Shnlie»pe»ro Society w >rJ pono voordrauht gehottdna wns Hmulut kaank/.inn:^1?" Dr. Nlcholsiin, d» upraker, be»nt»oorilJo Jo vraag boveitigend. In het daarop rollend t.leb»t werJ Jo spreker hovig nan£«>T.tllen, vooral duor J-.'U praaülent NurnTiall, en eindelijk stumde men mot .den. uitslag dat slnulit» 2 «temmen vóór do kraukzinnigheid iraron. Do thans verschenen 4/5 aflevering van het Iffrtf MtirjnzijH bevat: Dr. O. Ltobo, Eenifjf opinfrkiiigfn ovfi' dt trrarinyrn in tlt prnrtijk opyrdaan, nmlrfnt ilt liuHsthr JltifliK-ciriljirafKit-ortinunff; Mr. \V. L. P. A. Molengraaff, l)f otrrrtnkntHSt van rrrztktring II; Dr. Edwin Katz, D!» Vnltiirtckbarkfit nmlilniiiicltfr Urthrit in DtHlfflilaiid; CSO, C. f. O. tn Botkbeiehoutcinyen, Opmerkingen tn Medtileelingtn, en:. In de 4e «n 5e ifleverina ran Aftrra komt o. a. eene novelle Voor van Cornelis Iliiii^ou», Op <ie htlliHy, en eeno stndie van M»x Ilooses in-cr de Jonyiite'fiittoriitrlie roman* in Duitsthlanil. Terilof bohamlolt Goslor het trcnrapel Vfitttle fjtred, oudoi- don titel: Ern Anachronitme'/ F. Smit Kleine, Torn rn nu on Ktrstvrrtfllingen van H. de Veer en H. Wolfgang v. d. Mejj, Mimfrfi, F. L. Hemkes, O. Waaltier en O. L. Lütkebüfcl en W. Kloo«, Sonnetten ten besto gaven. Nieuwe uitgaven: M. J. A. LAKS. Eeradiensi en toonlninnt. Reden, g«hondcn vdor do St. Grcgorius-Vureeniging te Aiitworpon. f 0.50. J. J, VAN OOSTEP.ZEE. Wyabegosrte van den god»dlenat Schetn der lea-tcn, f l,?. Majoor 1T. F. H. PEUELAER. De houding vun een oerlflk man. Laatste woorl aan den Luitonant-Genoraal J. van Swieten, naar aanleiding van het haadwei^eron door den beur C. C. E. van Baaien aan den beer J. LüudüD. f O.BO. ? H, DE RAAF. De beginselen der Zielkunde, op eon aanschouwelijk» wgzo tan dienite van het ondorwija ontwIkMd. fl.TO. ? Dr. THOMAS FllANfOIS BÜBGEHS. Toonoclon nit aas dorp, t 1.50. militaire DESERTIE.'' "~~ Opmerkelijk 'a het, dat de Minister van Oorlog-, Baron Fontner van Dombenny, ond«r dagtcclrening.vau den 2üSeptember Itf5:>, fo. 5 A, eeno aanschrijving ter zake heeft getKiven, opgemaakt in overleg met den Advocaat-Fiscaal voor '«Ko ning* zee- en landmacht, die geheel gesteld is in den geënt van de oude boteeksni» van desertie. Daarin komt o. a. voor, dat hut niet is aan to nfmen, dat elke verwijdering uit het garnizoen of kantounernent du misdaad van desertie daarstelt, maar dat daartoe twee vereischten 1100dip ai;n: ? lo. dat de verwijdering h ebbe pl.-vits ge!'ad "p meer dan .oen uur afttaudi! buiten het garnizoen of kantonnoraent, Kullti op grond van de ftrtt. 155 en 157 van het Crimmmeol Wetboek; ? 2o, dat het voornemen om te deserteeren atinwoeig zij geweest. Wat-wordt hier verstaan ondor voomemen on te deserteeren ?" vr*agt de achrüver. Het kan.m. i. niet ander* «Un. dan het voornemen om '?lands dienst te verlaten'V geeft hy op die vraag ten antwoord, waarmede wij volmondig instemmnn. In die ntudie, door den ««Vrijver opgedragen aan jvlle», die .reebtmiacht bezitten orer do mili tairen, wt hy ftUnu op o. i, overtuigende wijin duidelyk oiteén, hoeecer alle dik wijl i in scherpe bewoordingen door beroegdn personen gewraakte bepalingen van den zesden titel van ons Criinioexl Wetboek vry loginch en onderling in yerhaöd kunnen worden geacht, wanneer de hi-tor rische beteekeni» van liet woord -desertie" op die bepalingen wordt toeg*pa*t en dat de onmo gelijke bepalingen eerst door de jurisprudentie zjjn in het leven geroepen, tengevolge T»n eene verkeerde lezing vnn art. 157. En w»t u het gevolg daarvan? Dut sedert 1815 tal van pcrsoren het slachtoffer zijn geweest .vnn eene ver keerde'toepawing der wet en dat op dit ooganhlik nog meer dan honderd militairen van hunne " 'ssfln berooft!. 'olffens de Statistiek van het gevangcnisitesen over 1680 toch ztyn in d<m loop van 'lat jaar 320 miliUL-en veroordeeld voor desertie; IIOB.velen ti)ii er in 1881 e» in den loop van dit jaar op nieuw waderrechtèljjk van hunne vrylieid beroofd V Het is ons onbekend, mnar met den- schr. achten wy het plichtmatig pogingen. aan te wenden, om de vigeerende jarisprurlentie te wUïigen, de oude beteekenis van desertie op nieuw te doen aannemen «n daardoor honderdm den kerker te betpsren. IIetwaieenegoeder2a/id van den heer Koolemans Bennen zijne heic iouwingen over dezo zaak het lioht to doen zi«n; dsardoor ontstaat de gelegenheid dit onderwerp aandachtig na te gaan en t* onderzoeken, of de tot na toe gevolgde interpretatie der wet juist, ir, al dan met. wtf officieren, die «*njww««n ome ondergeschikten te oordeelen, w|j vooral bfuporen van die beschouwingen kennis te nemen en, indien w(j er o as medo Kuuneu veivenigen onzerzydi reeds dndelgk uiedo te werk«n om het beoogde doel te bereiken. Mocht onse muening evenwel in strijd zijn met die van den schr., dan ia het tevens onze plicht een nader onderzoek in te stellen, opdat, indien wügeroepen worden in een krijgsraad zitting te nemen, wij met volle overtuiging, overeenkomstig de wet, ons gevoelen kunnen uitspreken, on niet in meerdere of min dere mate afhankelijk behoeven te zijn vau dat vau den Auditenr-Af/litair. Bekend is het trouwens de heer Koolernans Peijnen vermeldt het iu zijne genoemde studio dat het ontvangen onderwijs in het militair recht zeer beperkt is geweest en ook thans nog niet voldoende is te achten; openhartig zullen de moestnn onzer moeten erkennen, ditt z\j niet ten volle berekend zyn voor de gewichtige t«ak vnn militair rechter; noodzakelijk is het du» het ont brekende aan te vullon en elko gelegenheid daar toe Min te grüpnn. Eono zoódunigo gelegenheid wordt ons door den heer Koolemans lïeünen aan geboden; hu wijst om tev-us het middel aan, waarmede wij eene betere interpretatie dor wet kunnen bereiken. In het bolanit fler militairen, niet allenn voor do ondorgt'schiktpji, thaar ook voor ons relveti, hopen w\j, dat do Auditeurs-Militair on deAdvokaut-Fiscaal voor 's Koninj»s zee- rn landmacht ons hun machtigen steun zullen schenken en dat weldra eok het Hoog MiliUir Gerechtshof de vonnissen, iJoor de krijgsrndon gewezen overeenkoruotig de oude k-er omtrent'desertie, zal be krachtigen. Misschien zal de publieke opinio ons hanr t«un wel willen schenken!" Alnua bpsluit. do Schr. zijne belangrijke, doorwrocht* studie. Volgaarne voldoen wil nan zijn wonwh, door mnt bebnlp van dit blinl het. besproken onderworp in ruimer kring bekend t« maken, ilnn wellicht door hot geschrift op zich zelf zal geschieden de ondervinding gefft ons het recht aldus te spreken te meer, nu w\j ons geheel met zline beschouwingen vereenigon. Wcllioht zal het vorpnstaftndo er toe kunnen leiden, dat o.ok de publieke opinie zich uit over, en aandringt op opbel'üng van, de volgende niet meer in dezo eeuw to huis behoorende omstandigheden: (zie blndz. 27 vnn: De kenmerken van desertie. ) Ie. dat onze roilitnirc reeb t cpl e ui n u geheim is ; 2o. dnt de Ncderlatidüche soldaat nog steeds verstoken is van het recht, van verdediging; Se. dat. .ian het onderricht in het militiir straf recht tot nog toe onvoldodude zorg wordt bestood, UIT DE LEGERPLAATS VAN MILLIGEN. II. Amice! Sedert mfln vorjg gchrüven, heb ik we! menige .stof gevonden om ju nopens de ktunpee rende troepen alhier iets niedtf to dceleo. Voorn. moet ik echter, getrouw aan mijne gedane be lofte, je mijno opmerkingen omtrent dn ziekenwagens eu da «oldy der mau«happen doen ktniieu. Zoo alg je bekend is, was het detachement, tot het i a g-TPedlieid brengen vnn het knrup be stemd, ruim 2UO man sterk. Door die manschappen moesten vele en vermoeiende diensten, dilcwtjb bg het opwerpen van de koffclfangers, tot op een uur afataud vau dn ambuunce, worden ver richt, Waarbij zich allicht oeuig ongeluk of we ziektetjovalleu hadden kunnen voordoen. Gelukkig zijn we voor beide omstandigheden gespaard gebleven, want ofschoon we wel eon dokter luidden, was dezo toch niet ia staat geweest de noodigo hulp aan te brengen, eu wel omdat hij gedurende ? de eerfct» tien dagen zonder eenig personeel en tijdrna het gcheelo voorkamp, zon J?'tuiinstii middel vau zieken-vervoer (ziekender woeden ^^ yver i ea Itvtn vau J, wagens of brancards) geweest is. Misschien vindt ge zulks, oppervlakkig beschouwd, nu zoo heel erg niet, doen wanneer ge weet, dat, hier ia den gehceleu omtrek Elecl.ts n geschikt wagentje te vinden is om guzondeu, mits ze stevige longen hebben, te vervoeren, behoef ik je niet to ver tellen in welke ongunstige omstandigheid zich byv. een beeiilirciiklijder of een ernstige zieke r waarvnn hec ovw'brengon naar hot hospitaal te Harderwijk noodzakelijk was geweest zou hebben bevonden. . Maar waarom, vrangt ge natuurlijk, konden dan de door my bedoelde patiënten niet in di ambulance in h«t kamp worden verpleegd V' Om de dood een voudig-) reden, mijn waarde, dat de dokter geen personeel te zijnur beschikking hnd. Vervoer naixr Harderwijk zou dna noodzakelijk zijn gdweest, terwijl de middelen daartoe, in de magazijnen ruimschoots voorhanden, bier, waarschijnlijk door gnhrek aan Iiykspaarden ontbrakeii. Ik geloof Kck-r, dat dit laatste de oorzaak van de door mij bedoelde omstandigheid is, want ik kan je p.irust vurzekcren, dat wanneer zooals nu iie divisio nvinoeuvrecreu moer, alle bereden korpsen vun hunni! paarden worden beroofd. Maar ik hoor je hier.iilwecr vragen: Uae is dat moge lijk; wauiiocr ik de organisatie nuga, dan is er toch v«n alles in overvloed?" Ja wel, op papier boor, wo f preken duar later wel eens over, want ik zou xnn voortgaande van mijn tweede onder werp soldij1' afdwalen. Xuoal.i ge weer, bestaat hu Ons leger nog de gebrekkigH bepaling, dut do soldaat uit zijne auld /ijne vuedin" moet, bckostiucn en, omdat de soldij klein is on de voeding veel kost, schiet er bodroef u weinig tot het doen vun de noodzakelijkste uitga ven voor den man ovur. liet legorbestunr heeft fiat ih^exicii, en daarom bepaald, dat, indien nan den man in ir dor dau 10 cent, aU overschot, van z|jn inlng in <l« mfrMfto" knri worden uitbetaald, d»t minderAal»d«udoorhiit Kjjk wordt gesuppleerd, tig het 4e re.so went in f.intwie bedraagt bedoeld o vorfchot in de vt>r»ehillundo g»rnir,oonon p. m. 6 a 7 cent per man en per dag, zoodat voor i«dcr sol daat 4 a, 3' cent daiffs als bijslag op de s-,ldg" (üuo noemt mftn diu verhoogiug) vau Rijkswege wordt bygepntt. ? Hij knmpeerende troepen wordt waarschijnluk omdat de man, il;o evenals elk ander, in r.oodatiigen toestand verkcerende, meer nopdig heeft, en de ménage bovendien veel duurder is 12 cents per dag wegens nkamptoe]age" toege kend. Nu zoudt (re dus denken, dat de soldaat 10 en- 12 dm 22 cent per dag aan zakgeld f noot, maar dan vergist go u;ny ontvangt 11 ll'/g cent per dag, dtu voor zijm* meerdere en vermoeiende diensten l a l Va cent meer dan in zyn garnizoen. Gn merkt dus, dat de kamptoelage nog niet feu volle aan den soldaat wordt uitbetaald, en dnt, wanneer men den bijtlftff die in her garnizoen genoten wordt, zooals hoven in vermeld, op 4 k 3 cent per hoofd en per d*cc rekent, de kamptoeIttug geen 12, maar slechts 8 a 'J cent per man diiaccs beloopt. ? ? Vindt ge zulk een wijze van belooning niet voordenlig voor de schatkist V Ongetwijfeld, m«ar ook zeker r.eut onvoordeolig voor de opwekking vun den militairen geest. ? Weut ge op welke wÜzo men hier den militairen j geest tr.icht a» n te wakkeren? Misschien hebt ge b- 1 reeds gehoord, maar voor 't geval het zoo niet i", geloof ik dtt> ge er vroerad van zult staan te kijken; welnu: .door een militairen marsch van 's morgens 6'& tot 's namiddags 4'/g uur," en dat nog wel met grootendcels ongeoefende miliciens, waarvan er heden ongeveer 40 in 'c hospitaal moesten worden opgenomen. Over de oefeningen, die, met uitzondering van de laatstvermeld*. gaed worden geleid, zal ik je in een volgend icbrqveu het een en ander mededeelen. '? .Adieu, . 16 Augustus 1862.--1' Z, De .Durbams ?ollad» *lgannh*4id«lur» h«bb«B dl in voorraad," . . BBIEYEN UIT TE NIEUWE HOLLAN0SCHE WATERLINIE, IV. Amioet De vorige week eindigde Ik met n mede te dee* Ion, dat de vijand zich o. a. te Vechten op het glacis bevond; de tijd outbrak my toen om u wat uitgebreider to vertellen, hoe h{f coover gekomen was. Dfwrom ga ik beden een paar dagen terug. Den lOen Augustus was het zware gesehut op hot fort bij Vechten en dat op het Hemeltje, voor zoover het tot de verdediging van eerstge noemd fort kon medewerken, tot zwegen gebracht. De vijand bevond zich toen op ongeveer 100 M. van het glacis. Met dit. succes natuurlijk met tevreden, bleef de vijand de forten met zijn vuur teisteren en den llen Augustus waren dan ook alle ilank-kazematten van Vechten tot zwijgen gebracht; de aanvaller naderde nu tot den voet van hut glacis en inoestda verdediger den bedekt en weg ontruimen. Toch was het verdedigingsvermogen van het fort blijkbaar nog niet uitgeput en toeu do aanvaller dan ook een parlementair zond met een brief, waarin hij, den verdediger allen lof brengendüvoor zijn helfdhaftig gedrag, hem voorsteldüverdere noodulooze verliezen te voorkomen door zich over te geven, kon de commandant van Vechten, getrouw aan, zijn j.licht, met zelfvoldoe ning antwoorden, dat het oogenblik, waariu hu ssich genoodzaakt zou achten, tot eeiio overgave to besluiten, nog verre WAS. Door dit antwoord teleurgesteld, trachtte de vijand door geweld to verkrijgen, wat hem langs den parlementairen weg" geweigerd was. In den nacht vun 11 op 12 Augustu* deed h\j een hevigen aanval op Vechten en later op etneltje, bolden evenwel met oven weinig succes. De 12e uu 13o Augustus gingen rustiger voorbij, althani schijnbaar. De vyaud, die zich op het glacis genesteld liad, begon vau daar zjjna afJahug naar de gracht. Voet voor voet, zich steeds duor fchanskorven dekkende tegen het geweervuur des yijauds, werd dunrbij vooruitge gaan. Rechts eu liuks van do afdaling, waren op het, glacis schutters nchtor dekkingen opgesteld. Kik hoofd, dat zich dan ook even boven de borst wering v»n het fort waagde, werd onmiddttlijk met Infanterie-vuur begroet. Den I-Jen Augustus werd door de bezetting van het flcmeltji', een uitval tegen de vjjandelyktt aan vals werkou gnwasgd. Bij dezo zeer goed ge slaagde onderneming, gelukte het tot op het. glacis van Vechten door t o iTriiigen, en's vgands arbeid gedeeltelijk te vernielen. Zooals te voorzien was, zag men zich evenwel spoedig genoodzaakt, voor Overmacht terug te gaan. liitussclien was voor Honmeyk Z. M. rivier vaartuig 'Itala verschenen. Als bewijs van samen werking tiissclien marinu cti landmacht, mag deze gebeurt enis zeker met vreugde worden begroet, vooral omdat do oefeningen der volgende dagen ruimschoots gelegenheid gaven om het hooge ge wicht dier sumenvrerking te doen beseffen. Uy een paar dier oefeningen «telde dn Isnltt een vijnndciyk vaartuig voor, dat, vnn de brtü» van Kuilenburg naderende, het vaarwater trachtte to iorceeran. Do artillerie bezetting van Honswi/k werd daardoor in de gelegenheid gestold na te gaan, hoo zij haar vuur moest rogi»len, en welke maatregelen zij moest nemen, om den vijand het meest nfbmik te doen. Hij ccnc nndero oefening ondersteunde de Isala evenwel den verdediger. In don avond van den 15en AuguHus nl. deed de bezetting van Honsiri/k een uitval naar 's vyands zijde. De onderstelling wai dairby als volgt: 'a Middngs ongeveer half vyf, rukte de infanteriebezetting van tle batterij aan do Waalselui Watering op tegen een vjjandehjke veldwucht, b(j de Kt&iuosscM Korenittoftn geplaatst en drong den vijand tot bij Schalkwijk terug. Dit was evenwel slechts eene schijnbeweging om de aan dacht des vijands af te leiden. Ongeveer 5 uur toch rokte de infanterie van Honsicitik Innjjs deu Lekdijk vooruit, daarbij op zijn rechter ? vleugel gedekt door de Inala. De vijandelijke veldwucht, aan den Groenenivep opgesteld, werd terugge drongen, en verclor m de richting van Kuilenburg voor uitgegaan, om een vijandelijk park, dat men achter den spoorwegdijk onderstelde, te vernielen. Op dit punt bad de vijand evenwel al zijn krachten verzameld en werden de rollen omgekeerd. Onzo troepen zagen zich alsnu ge noodzaakt terug te gaan. Steeds door den vijand vervolgd, werd du terugtocht rechts door de Isal/t, links door het geschut van de lunet aan (Ie Snel «edakt, volbracht. Zeer interessant was het daarbij de manoeuvres van nns riviervaartuig gade te slaan. Zeker heeft zich bij ieder van ons de ovcrlnjging gevestigd dat, mochten wij ooit de onderstelling in werkelijkheid moeten uit voeren, eene ondersteuning, als ons nu werd goschonken, hoogst gewonscht is. Wat was er iiitiis^chen te VeeJtten gebeurd ? De vijand was, nadat de afdaling voltooid was, met den grachtsovergang begonnen. In non on bewaakt oogenblik gelukte het evenwel den ver dediger zich van hot vervaardigde vlot meester tu maken. Het werd de volgende dagen, door hem in de kenl van het fort gebruikt als pont, naast de afgebroken of opgehaalde bruggen. Ik zal nu niet behoeven te zeggen, dat dit do ge moederen cenigszins verbitterde en wel in die mate, dat ik geloof niet ver van de waarheid to zijn, als ik beweer dat men, om ontmoetingen tusschen beide partijen te voorkomen, den voorge nomen grochtsoverganff niet ten uitvoer heeft gebracht. Waarschijnlijk, een. wyze voorzorgs maatregel. Deu 13en en den Ifien Augustus werd aan alle offi cieren van zee- en landmacht de gelegenheid ge geven om du in ^staat van verdediging gebractite i'orten te bezichtigen. Vun die geregenbeid werd druk gebruik gemaakt- In don middag van laatstgenoemden dag kwam uit het hoofdkwartier hefc telegram, ons meldende, dat de vredestoeitand weder was ingetreden. De eigenlyko oefeningen z(Jn daarmede afgviloopen; de overige da^en werden besteed urn alles zooveel mogelijk in den toestand terug te waarin w\j het by onze aankomst vonden. Waarom al dien arbeid weder vernietigd, zult ge vragen, niet. waar? Ziehier een der redenen Tot het vervaardigen der noüdige schuilplaatsen, gedekte geschutstanden iiiisen, enz. is van houten blindeeringen gebruik gemaakt. Deze zouden, wanneer zy op hunne plaateen bleven, spoedig verrotten en moeten daarom weder worden uitgebroken en opgeborgen. Ik voor' mij kom evenwel door deze oefeningen tot bet besluit, dat het wenschelijker zou/.ijn ib-ze houten bliudeeringen door gemeUelde of in beton gegoten te vervangen. Want al is hot waar, dat men als blijvend nut der gehouden oefeningen kan constateeren, dat de uitgravingen voor de blindeeringen blijven Bestaan, en de grond tot bare dekking noodig, onmiddeljjk by hare plaats aanwezig is, toch komt de tjjd voor het opzetten en dekken noodig mij zóó groot voor, dat het einstig de vraag is, of ons die wel geschonken zal worden. En nu mijn besluit. Ik aarzel niet te verklaren, dat ik by deze oefeningen veel heb geleerd, en ik geloof, dat dit met de meesten onzer het geval is. Wel heeft de geest van kritiek, die helaas, vooral in het jongere gedeelte van on» officierskorps veel te stxrk doordringt, ook nu getracht veel af te breken eu hoort men een menigte op en annmerkingen, maar ik geloof, dat Ui daarvan zeer gemakkelijk te weerleggen zijn. Ge zult wel begrnpen dat ook hier het spreekwoord de beste stuurlui staan aan wal," van toepassing ia. It weet niet of ik te midden der drukke dagen, . iife we beleefden, u een voldoend overaicht onzer oefeningen gaf. Mocht ge op eeu of ander puut nader ingelicht willen worden, dan beu ik daartoe gaarne bereid. Woensdag morgen vertrekken wU van hier. Ge ziet ons dus spoedig in ons g.irm oeu terug. Ontvang in afwachting daarvan een kauieraadschappetyken handdruk van 19 Aug. '82. T. 4. V, VELPMANOEÜVRES DER CAVALERIE. Van omstreeks 4 tot 16 September a. s. zullen in een gedeelte van Overhel en Gelderland, ouder leiding van d«n Inspecteur <*sr Cavalerie, veldoefeningen op groote fcbaal worden gehouden door; den staf en vier veldescadroni (het Ie, 2e, 3e en 4e) van bet Ie, en den staf en vier voldescadrons (het Ie, 2e, 3e en 5e) van het 2e Regiment Huzaren; eene batterjj (de 2e) van het korps Rijdende Artillerie; een peloton van het escadron ordonnansen, ter sterkte van 20 troepenpaarden; een detachement trein: een detachement hospitaalaoldaten, «tuk 12 rann, het kader diUrin begrepen; eu een detachement mnréchivusBues. De eskadrons worden, door aanvulling uit het regiment, op de grootst mogelijke (dus niet de oorlogs-?) sterkte gebracht, waarbij de paarden, die jonger dau 7 jaar ?.yn, ia de garnizoenen ach tergelaten moeten worden, met uitzondering evenwel van de volkomen op kracht z\jude jui'ige pairdnn. De batterij zal uitrukken met eeno sterkte VAU G vuurmonden, 3 caisson» l voorraadaffuit, l gtmdswageu eu l bagagewagen. BIBIOGRAPIIIB Militair £lad. No. 15. De verdediging vnn Amsterdam aan de Zu!« dcrzeozijde. Cavaleristische ftphorUmen. Belangen van den soldaat. Dooracbijnendo kaartenfoeara« l«u. Nnjaarsmanoenvros der Ie Divisie Infanterie. Indisch Militair Tydschrift. No. 7. Eenige be;ehouwingen omtrent het voorloopig onder zoek, in verband met de procedure, voorgeschre ven in do Militaire Reclit<ipltging (Art. 7?14 van do Rechtspleging b g' da Landmacht). Ceschouwingen over het artikel: De behandeling van hot cavalericpaard in Indio". Eenige boschouwingen over d» gi'anaatkartcts tot 8 c5I. Nog eens: Het inschieten dor Artillerie te velde. Uoekbescbouwing. Varia. In tijdschriften. De tegenwoordige toe stand onzer weermiddelen door W. Rooseboom. (Gids. Aug.) In de dagbladen. Nog eens en altijd w(>pr: Het Sinister van de Adder , door Elinsoll Bata» vus. liet Sinister van de Adder. De toestand, der torpedobooten tuascheu dejaren 1879 en 18SO. (N. li. C. 5, 8 en 9 Aug.). Torpedobootketelï. (11 Au^.). Torpedobooten, (13 en 15 Aug.). Vau do forten. Nog eens en alweer -bet Sini ster van de Adder". (N. B. O. 18 Aug.). Een bezoek vau 8cbutterijofficieren aan het fort Ilonsu-yl: en nan do bij dat fort geankerde kauoiiuiei-boot Isalti, (20 Aug.). MUTATIËN BIJ HET LEGER, van 18?25 Augustus. Weder ingedeeld en wel bjj het 2e reg. inf. de Ie luit. J. C. U. (3r. van Deun, gedetacheerd ge weest bij het leger in Ned.-Indie Op pensioen gesteld: do kap. I. R. Keucheniua vau liet De reg. inf. (f 1495 'a jnarsj; de generaalmajoor F. A. Vaillant, inspecteur der genie, op zijne aanvrage, (f2700 'a jafti-s) HII is aiui genoem den opperofficier 'a Koning dank betuigd voor do vtlo en «fowichtiga diensten door h en dt-n lande bewezen. Benoemd: bij het wapen der g . raal-rtmjoor on inspecteur van n kolonel P. Stolk, commandant d> 7e verdodiifinKsstelliiitf; tot off. v. d» lundmucht de arts P. Adriani, e<. ? off. v. pez. der landmacht in Xed.Overgoiilaatst: by het reg. gron kap. L. Scheltu* van I.jBsüldijk van Op 'nouactiviteit gesteld: de h Perponcher thans a I:i suite . vm huzaren, de kap. kwartiermeester van het 5e en de Ie luit. L. L. P. 4e rog, inf. en de 2e luit. C. Al lo reg. huzaren. . SCHAAKSPEL. No. 35. \an J. O. ZWABT. mtm $mm mm O d. ^ e W H'. \71t speelt voor en g«efl in 3 zotten mat. Oplossing van SchaaHprobleim No. 33. l H 8 H 71 D 5 nt E* + (» 3 D 8 F 6 mat. (»l l . . . . . G 8 F O + (b 3 D B nt O mat. ' (b) l ..... E 3 F 5 (o 3 D 6 nt F 5 mat (c) I ...... O 8 E 7 (d 9 D 8 H 8 mat. (d) l1' ......... C 5?.0 4 (i '? 3 D 8 D 6 mat. . (o) l ...... A O A 5 3 D B R S mat. INGEZONDEN Ol'LOSfllNGES. Julit wann de oplomlnfttn van Nu. 33 van O. N. te Bt. Paneras; v. H. op Toiel; W. v. H. teDttlft 83 A 31 j J. v. W, tfl Culcmborg 34 ; L. S. te M«ppcl; Friio t» ?, 33; U. O. U. ta Delft, 34; W. d. V.. 33 en 34; Mom J. J. B. H.; Proetio qartat; Huurt; Mr. P. A. L. H.; «B Het z'n vloren 84, allen to Am»lnrdam. Do oplosDiiigtm van No. 34 van 8. v. W. en van 32 en 33 van C. II. D. kunnen w(j niet als Julit verklarrn. BBlEPWiaaELIifO. Beleefd ToraMk om to wlltso nxcn«ér«n dat w(j dnor c«ér treffando aterfgoV*lt*D, mladdr aan eorr«ipond«aU* ooi hsliben knnnen UiuwijJen. quartat. Uut zal gttoetat- vordtu. De Hond van den blinde, TJ1T HET ITALIAAN80H, naar BER3EZIO. Hét was In waarheid een afschuwelijke hond; vnn een zoo treurig ras dat de beste getlaohtkennen het zouden hebben moeten opgeven om zijn afkomst uit te vorrchen, al kenden ie ook alle kruisingen der ruien. Te laag op de achterte hoog op de voorpooten, met een spitsen neus waarop eeuige toornige haren, met een zieke huid, mager om medelijden mee te hebben, en zulk een vervelend gehuil, dat h|j overal schrik on ontstelteuii verspreidde. Maar, boven dien onbetoekeneudtn snuit, onder twee wenkbrauwen van onbepaalde kleur, had het arme dier twee oogen, die, als ze in de uwo zagen, u vreemde gedachten inboezemden Deze buitengewone oogen hadden een uitdrukking van verstauds van verdriet en onderwerping; z(j schenen u al WAS hty maar leelyke houd een geheel leven van smart 1 ' ' " "? -!-' -* » «~!t 1>«K|. nnm. een leeiyicöiiuuu vcu H«U«<>. »..».. .-.. te verhalen: Ik .weet niet of gij ooit hebt opge merkt, hoo de oogen dezer dieren, die vleiers en aanbidders van deu mensch, kunnen lachen ter wijl de staart zich vrool\jk beweegt. Welnn, de oogen van den ongelukkige van welken w\j spre ken lachten nimmer, evenmin als zich ooit met vroolykeu tover dat treurige stompje bewoog, dat hem tot staart diende. Atanasio, de blinde bodelaar, zHn meester, cat meeot altijd op do trnp van het kerkportaal ter zjide in de schaduw tegenover twee oude olmen, dio met hun takken boven de fontein ruischend die in hun midden stond, het gemurmel der waterStranl zuchtjes begeleidden. Ihiar, met den langen stok naast xich, waarmede hu onder het loopen den weg zocht, legde hij de ellebogen die uit zün gescheurde mouwen te voorschijn kwamen, op de lompen die zijn knieën bedekten, streelde mot t wee grove, beenderitje, ruwe, zware handen, een half witten onordelyken en ruigen baard en, een lange Spitse neus ontrekkende, vestigde hij, met plechtigon ernst don blik van twee oogen voor zich mt. wier witte oogappels niets zagen en wier ge zicht ieder pijnlyk aandeed. Azor de blinde gaf dit monster op vier pooten dezen klassieken hondöiinaaffl Azor znt plechtig op zijn BtoartBtompje en terwyl bij zeer ernstig een versleten houten bakje tusschen de tanden geklemd hield, keek bij de voorbijgangers aan. Tusscheu den hond en zijn meester had een oppervlakkig toe schouwer ook een zonderlinge overeenkomst kun nen opmerken. Men had kunnen zeggen dat de wijze waarop de hond zich bewoog, die van den man copioorde en dat de neus van dezen even spits en puntig was als de snuit van den hond. Zuo stonden z^j daar lange, lange uren, in afwachting, dat m dit bakje eeniff geld mocht geworpen worden, ieta wat echter uech'B zelden gebfurde. Soms spraken z\j samen, daar de man tot den hond een ni van gesprekken richtte, ryk aan praktische, filosofische lessen en hot dier dan weer antwoordde, in onderworpen tonen dio uit zijn schorre keel te voorschijn kwamen, en meer op gebrom gelekeu. Eenmaal per dag maakte de blinde den knoop los, waarmede het koord dat hij alt.Jjd in de hand hield, aan den halsband vnn den hond bevestigd was en zeide op den toon van grootache edelmoedigheid als tot een ondergeschikte: Ge zyt vrij Azor, ga nu, maar pas op l niet langer dau eeii half uur l l)o hond lekte dan eerst de hnbd van den meester nis om hem te danken, strekte zich daarna eens goed uit, gaapte en zuchtte om het hardst, schudde zich tweemaal dat de haren uit de huid dreigden te vliegen, keek naar alle kanten ? met rchuwen angstigen blik, scheen zich even te bedenken en verwijderde zich daarop langftain, langs den muur neen strijkende, met han gende ooron. en zoo traag en ilaperig, alsof hu ransel had gehad. Het arme dier ging dan, ook eeu zeker .gevaar te gemoeh in den vorm van onverbiddelijke en onvermoeide vervolgers. Dit wurcn do jongens van het dorp. Of do raensch Van nat.imr goed of slecht is, is een vraag waar men over strijdt en nog wol eenigen tijd over «{rijden zal. Zeker i<r het, dat deze jongens, die kleine volmaakte egoMun, die in dögeheele wereld niets erkennen dat boven hun eigen persoontje 2U -hun eigon grillen gaat, gewoonten n een nniinUt hebben, zoo wreed, dat dikwijls de hond-n, die voorgangers in aangeboren goedheid v-n ons gedacht er dtm neus voor op zouden trrkl.-cn. De nrmo Azor had. nooit iets kwnads gedarvn vo'OTul niet aau dez-j scha.ii1 straaUciheudors, die lau^s de stoffige dorpswu^en speelde. Hij waa 'Otlylf, schurftig, kunadamio;, nrm a.n.n baar «n rijk am honger: maar d mr o m hadden zij noggeon recht hemvoote misbandrlcn. En be stond hierin run billijke roden om hem tut het mikpunt to maken van de wreedheid on kwaad willigheid dnzrr straatschenders? DB waarheid is, dat, zoodra zij' hem zagen aankomen uls gids vun den armen blinde, '. ileziMi mnt ernstige schreden vooruitstappende ZH h^m niet durfden aanvullen; zij uteidei zich dun tevreden mot hem uit de verte ver uchtclgko blikk u toe te werpen, die hij met de mees*, liloüofiscbe nnver-chillifflieid beantwoordde; ofiia ha<l eon der. stout moed gaten hem met een koolstniik durven gooien, maar toen was dr) blinde muir dien kant gesprongen met zulk een ontzet' tonden blik in zijn kleurlooze oogappels, toen had hij zulke vreeaelijke vloeken mtgettootcu, cooaln men ze nimmer van hem had gehoord, en had hij mot zijn langen stok zoo hevig op den grond genlagen, dat de geheele hoep jongens ver-ichnkt op de vlucht ging, zoo»U een 7.w*rm vogels die het groen van het veld. oppikken by do komst van den landman haastig wegvliegen: m.tar, wanneer zij hem alleen z&^en aankomen ili »i nrmnu Azor, kwamen ook eensklaps al die b xvH.loouers uit alïo hoeken en gaten te vOors>chUii «n schreeuwden en tierden tegen dien ellend^en hond on wierpen hem met modder en vuil, mét schillen en sternen, om hrttn dan wan hopig iuet r.ij u c-llendiue baron op 'de ribben ge kleefd, to zien wi>gdraven. Azor hnd ioh gaarne de smort dn/.er beleedigingen en den jongens het vermaak dezer schanddyke hundelwij^fl gespaard, ? muur bet wan bet eonige halfuurtje dat hy had om voor zich Zflven te zorgen, en net uitgehon gerde dier zocht dan in de' uitwerpselen langs den weg, nog eenicM versmade lekkernij, door d«n e*n of anderen Lucullus weggeworpen. Nt-g viiór don tijd van zijn verlof vei-streken was vfrvoegdo Azor zich wefir bfl zijn meester, terwijl l'ij zijn tviugkomut door een gewryf tegen diena liceue.i Hankondigde; de blind» legde dan even du band op zijn kop, maakte het koord weer vast en dan nameu beiden hun gewone nadenkende houding weer ann. Als het avond geworden was, rekte Atanosïo Kielt in zijn volle lengte uit want h'üwai zoo ((i oot al« een tamboer-majoor van het regiment eu hij had vierkante schouders als een krumr van bet fuvenlioofd. mnar bij liep nltijd in gebukte houding en had steeds het hoofd op de bortt geb"gcn ??n.iwn in zyn beeniire rechterhand den kno^tigcn b,;clel»arsstuk. met zijn linkerhand het triiiw van d"n hond, en don grond «oekende met de ijwren punt waaün de stok uitliep, ging hu wist het lelf niet, onder h»t strooiendak van een hooiberg, naar het itroo van den een of anderen stal, onder het portaal van een, huis of kerk of onder het eenvoudige dak TU de bladeren van den een of anderen boom onder den blooten hemel Wie wa» deze ma»? Niemand wist het. Hij en >Un hond hadden een verleden achter Bieb dat niemand in het dorp kende. Zy waren daar voor vier of v(jf jaren «hl uit de tucht komen vallen en hadden deze leefwjjze aangenomen, ionder eenig verschil, altijd met dezelfde eenvormig heid, soodat de inwoneu er spoedig aan gewend waren geraakt en het hun toescheen alsof z^ al sinds lang hier ingeburgerd waren. Eerst had er groote meuwsgierigheid geheenoht om alles wat' hen betrof te weten. Zy hadden toen gehoord dat de man Atanasio heette en de hond Azor. Uit gjju pas, die in volmaakte orde bevon den werd, had de overheid gezien dat d* man een oude smidsgexel was, geboortig uit een verafge legen plaats, dat hy het gezicht verloren had b\j een hevigen brand, dia m de groote werkplaats uitgebroken was, dat hy by deze noodlottige ge beurtenis een waren heldenmoed had betoond ter wijl hu oemge slachtoffers uit den brand redde en dat er sinds dien tijd tien jaren waren verloopen. Deze bedelaar, zooall wij hem nu aan onze lezen voorstellen was niet onder dan vijf-en-voertig jaren; maar als men hem zag, zou uien er hem zeker zeventig gegeven hebbeu. Ongeschikt voor eenig werk, was hy gaan bedelen, terwijl hu met afschuw allo gestichten en hospitalen vermeed even als de arme Azor de stompen en stokslagen der dorpaieugd. Maar van dozen had men dan ook niet het Kolfde dokument, dat het beste bewija leverde van zü'rt burgerlijk, staatkundig en moreel gedrag en van een gunstig verleden. De burgemeester was eenigen tyd in twyfel ge weest of hu hem niet, in zijn hoedanigheid van ijverig en getrouw voorganger der gemeente, door .gebruik te maken van z\jn macht, uitziju gemeente kon verwijderen, volgens do wetten der nlgetneeno veiligheid, daar hy geheel zonder middel van be st nan was. Hg meende deu bedelaar naar den on derprefect to verwgzeu, opdat deze hem weder naar den prefect kon zenden, die hem dan weer naar de proviucio zou kunnen verplaatsen waar hy geboren was. Maar die plaats was zoo ver weg. Maar de armo man gaf zooveel afkeer voor opsluiting te kennen, dat h\j den dood uog daar boven zou voortrekken. Maar, in deze gemeente waren nu juist, geen bedelaars eu n by uitzon dering zou niet zooveel schade of last veroorzaken. Maar de dorpelingen waren nu eenmual gewend geraakt aan dien langen blinde en hadden de gewoonte aangenomen hem nu en dan eenig geld of een bord Soep te geven. Maar do hond was zulk een goed apeeltuig ceworden voor de zonen der leden van den achtbaren raad. Maar ander het pantser waarmede hij plechtig zijn sindicale waardigheid bedekte bezat het brave gemeente hoofd zulk een warm hart. Al deze mnren waren oorzaak dat men deu blinde in vredesnaam liet big ven waar hy was, zonder hem verder iets iu dun weg tn leggen, De nieuwsgierige menigte had een tijdlang verwacht dat men den blinde dronkenschap zou kunnen ten Inste lesgen. Hot schoen onmogelijk, voor wie hem zag, dat deze^reus niet de herbergen zou bezoeken en oen \jvcrig en hevig gebruik van alcohol zou maken, en toch bleek deze on mogelijkheid 'werkelijkheid te zijn. Atanatio zette nooit een voet in do herberg, noch zocht hij gezelschap vnn drinkvbroërs; bij scheen reeds een afkeer te gevoelen als hij de lucht van dronk maar rook. Als men hem voorsloeg een glas bran dewijn of een halve fleach wijn mede te gaan drinken, stampte btj met de ijzeren punt van zijn stok hard op den grond, verhaastte zijn schreden, riep met toornige stem Azor en verwijderde zich woedend. Na deze proef gaven de nieuwsgierigen wanhopig elke verdere poging op; overigens scheen de geschiedenis vnn zulle een bede-laar ook niet merkwaardig genoeg om haar na te vorschen. Men berustte er iu, verder niets van deu armen blinde to vernemen dien allen kenden en vrien delijk behandelden. Nu had Azor wel nlles of bijna de geheele geschiedenis kunnen vertellen, maar als een brave getrouwe hond zwaeg hij onverbeterlijk; en w\j kunnen van zulk een vertrouweling nog veel leeren, als wU geheimen to hewaron hebben. Toch was de geschiedenis van dien eenvoudigen werkman wetenswaardig genoeg1, en ik, die haar weer vernam van d»n zielzorger aan wien hy haar op zyn sterfbed meedeelde, ik zal trachten ze u kort en eeuvoüdig te vertellen. welkeiüvoorgeven wetenschappelijke waarhed«nte ?tin. Hfl was de soon van een ouden werkman nit deze zelfde fabriek. Zün vader itierf door een ongeluk nog vóór zyn geboorte, Etn 70:iüJJ\?t gloeiend metaal gevuld, was gesprongen en hy had daardoor eeu gruwoljjken dood geleden. Pietro's vader, vol medelijden mot het treurige geval en den toestand der arme weduwe, die op net punt itond, moeder te worden, nam deze laatste in zyn huis op «n beloofde steeds voor haar en den zuigeling, 't ctt jongen of meisje te zullen zorgen. Nu gebeurde het dat op dien zelfden dag den chef ook een zoon geboren werd, dezelfde Fietro van wien hierboven sprake was. Zes maanden na de geboorte van Pietro en den dood van «yn vader, kwam de zoon van den overleden werkman ter wereld. Zyu slecht ge sternte had nog niet geheel cyn boozen invloed uitgeoefend, want toen de ongelukkige moeder, na zooveel geleden te hebben, na ook stierf, bleef hy waarlyk als wees achter alleen op de wereld en beroofd van eiken steun, behalve dien van den heer Frangia. Deze kwam echter getrouw zyn 'belofte na; de zoon van den werkman werd opgevoed in het huis van den patroon te zamen met den zoon van den laatste. Atanuiio, was vroeg ontwikkeld en stond in niets ten achteren by zyn kameraad. In het eerst beschouwde hy Pietro als zijns gelyke, en hoewel zes maanden jonger stond hy toch boven hem in kracht, handigheid en ijver; maar langzamerhand begon toch bet verschil in stand tusschen hem en den anderen knaap op den voorgrond te treden. Niet zoozeer de chef, maar do ondergeschikten lieten hem dit verschil duidelijk gevoelen. Pietro was de zoon van den ry'ke, hy was slechts een bodelaar. De eerste bezat kapitaal en eigendommen,, bij kon niet» het zijne noemen; ieder voorrecht werd zijn makker als een recht toegestaan, hem slechts uit guust, of om het harde woord te noemen: uitmedelydenl Atanasio -vermoeide zijn kinderbrein om zich hiervan rekenschap te geven. Het nog zwakke verstand van deu wees stiet, zoo te zeggen, van zijn vroegste jnren, op dit vre«$elyke ruaatschsppejüke vraagstuk, dat eiuds eeuwen de menst;hheid in beweging brengt en iu bewoging zal hou den tot het einde der dagen. Zijn cgoïsmn stijfde hem in deze dreigeudiv vrang die het brandpunt 1 '-'-"? .1:.. 1V?_?, IL voort, voorafgegaan door Azor... Waarheen i Het 'was een schoone ijzergiotcrij, die van den heer Frangia. Een groote labrick, ruime werk plaatsen, onmetelijke labara'orinms, fornuizen en machine» volmnnkt van uitvinding, nlles volgens het laatste verbeterde fystcem. Een honderdtal werklieden was er aan verbonden; nlles ging er ordelijk on peregeM tne nis de nmlj«n van een uurwerk., eu dat. dl les, d;nik xij de worküUUnheid, het vcruult, dn geestkracht, eu deu onvermoeide» ijver viyi den oud»t«ii zoou des eigenaars, don boei- Piul.ro. Dezo tflJn toen ongeveer dertig jarftn : bij was knap van uiterlijk, i>[)eiiliartij{ ? vriiiiiiiulijk, vwrstoiul do l;iin»t van tn linvcluii eu U; yohoorzniwii en wa< Hink in besluit en woord, in daad en ge dachte. Hij liail oen w*-imLj V;HI alles 'j-leord ten minste vu u alle.», wat eeu hi>m-li*afd in n u noodig hflei'r. te wet'-n'?*?iets va:i litteratuur, veel vnn Bt.a.'iÜiiiisboudkundi*. ru vau Iwndela- en industrico'e'on'd'Tnemingrn en g>bruik<*n. Hij wi-t ovevalle* mee te praten voornl vmt zijn vnkimigïng «n hij bezit do venlioüste er nietineêtopronken, tnrwyl hij ff Eich tocli op toelegde in alle zitkcn do meest mo^ulyke bekwaamheid en nauwgezetheid te betooncn. IIy «af bevelen zonder ruwheid, trots of zwnklibid a»n den da? t» lepgen, en de werklieden (zuhoorzonnutcn en bewonderden hem, ook zonder het te wilton. Zij levfdtm iu eerbie dige gemeenscliap met hem, zopals met iemand die pnzo gelijke «n toch onze meerdere is. Niemand verwonderde er zich dan o.uk over dak de oude heer Frangin, vermoeid van' den arbeid en naar niut hakende, zyn zoon, de cohoelu verantwoording- vnn,bestuur en adminis-. t rat ie in handen guf 0:1 dat onder diens degelijke leiding de zaken zoo gord gingen, dat moo het niet. bfitcr zou kunnen wonschen. De heerl'itttro scheer» cu wn« in werknJJjklieid de gclultkigsto' man ter wereld; wat hy onder nam gelukte hem en hot schton ook niet dat or iemand w.is die 'hem zijn groot geluk en den zegen dien hy om zich heen verspreidde zocht te beoyden. fin tóch WAS de benyder aanwozig: en wel een die zich zorgvuldig verborg, die zich mi scliien wel voor zich zelvon had willen verbergen, miar die het danrom des tu ornitigcr meende, dair zyn nyd reeds pp het punt stond van in hiat over te gaan. En deze was do werkman, waarin Pietro het meeste vertrouwen stelde die ook da grootste gehechtheid voor hem'hnd behoorcn te hehben alsook voor do familie Frangia, omdat hy tegenover deze .en Piotro de meeste redenen tot dankbaarheid bad. Zün naam wns Atanaiio. Hij was de bekwaamste, sterkste, moedigste en vlijtigste onder de Werk lieden. . ? . .. NVjinneer Pietro nu en dan op reis moest, liet hy hem zijn pin a s innemen, hij vertrouwde hem dan nlles toe en had zich nooit in hem teleur gesteld gevonden. DB familie Frangia beschouwd hem dan ook geheel als een der hunnen. Maar hy b*d ? een hevig karakter, vurige hartstochten en had zyn boofa opgevuld met de verderfeiyVe '. lectuur van zekers boeken, die terwyl züde sociale kwesties behandelen, op ellendige wijze de weinig edele gevoelens der armen met drogredenen vleien, Hum iu UI;AD ui CI^GMUV ,».*.*A *.*?» ..~van eiken opstand onder hot gepeupel is: Waarom heeft hy alles eu ik niets?" Ilij vond hierop geen antwoord, kwam tot hot gewone besluit het een onrechtvaardigheid te noemen, dio den n of anderen tyd weer ingetrokken zou worden, en zoo werd hy met de jaren somberder, moest hij steeds trachten zijn ware gevoelens te verbergen, en voedde hy, meer en meer verbitterd, den bedwon gen hartstocht, die hem lanczamerhiiad overmees terde en oen onuitsprekelijke baat in zijn borst deed opwellen. En toch zeide alles rondom hom terzelfder tyd dat'hy onrecht pleegde en dat zijn geheime ge voelens schuldig waren. Allen noemden hem ge lukkig dat hij z.oaveel weldaden ontving vau de ryken, die hij zoo benijdde; en ieder zeide hem dat bij dankbaar behoorde te zyn voor al hun goedheid, maar van jaar tot jaar werd bem die dankbaarheid meer tot last, eu werd het doukerdfr in zyn ziel. Pietro leerde intusschen velo dingen. IIJj was vroolijk en trotsch op zijn keunis; zij u geest, door studie verrijkt, had eensklaps een hooge vlucht genomen. Atanasio die zoowel in pliyneke kracht als in verstand tot nu tot de eerste" scheen, en dni boven zijn makker bleek te staan, voelde zich nu door dezen voorbngestreefd. De zoon van den werkman werd natuurlyk voor de fabriek opgeleid, men liet hem leeren lejson, schrijven en rekenen, en daar hy daarbij zijn vak goed verstond, meende men dat dit voldoende voor hem Was. Maar tengevolge zijner overdreven opvattingen, beschouwde bij het als een onrechtvaardigheid dat hij niet alles mocht leeren eu vroeg hy zfch telkens af, waarom zoo veel goeds hem ontzegd werd. En met dit alles o mysterie van het menschelijk hart beminde Atanasio zyn weldoeners en bovenal Pietro den makker zijner jeu?d. Van Pietro's zyde. was de openhartige en vriendelijke welwillendheid, die hy voor allen betoonde en die hem zoo bemind maakte, jegens Atanasio weinig minder dan een broeder lijke genegenheid. Ook vermeed Pietro, zoowel als zijn ouders, ieder woord, iedere toespeling, die een verwijt of liever gezegd een herinnering aan de weldaden, den wees betoond, konden bevatten, maar- deze waardeerde die fijne tact volstrekt niet; en terwijl hy de vriendelijkheid zyner patroons aannam, richtte zich al zijn haat tegen de be staande toestanden, tegen de noodlottige werke lijkheid, t o een de maatschappelijke instellingen en nam hij den vloek vau dit alles in zijn onbeteugelden geest op. ' Hy las met woedenden ijver de volksvoordrach ten van socialisten en communisten, hy las in 't geheim zich als een schuldig* verbergende, met alle vervoering die verboden dingen met zich brengen, en, hij durtde daarbij niemand ook «tachts. vluch tig deelgenoot maken van zijn gevoelen», daar hy be^ropp en ieder zou h>jt hem toegeroepen hebben dat, wanneer bij bet communisme nnuprocs, opstond tegpn de rijken, en v«rdeou'ng vau kapitaal, hij, die alles aan zyn patroons verschul digd wns, dit, eone Ri-oote omlunkbnarheid KeuvoM. zou zijn en bij gevoelde dan woer de groote »ch:uidn om zulk een z#are schuld op zich ta laten rusten. Maar uu kwam er een tijd wnarindio grooto barts' tocht, door een nog groolere. werd Terilrnngnu, on dat was toon de ware liefde in zijn hart uut.-...kte. . (Wordt vervolgd.) STILTE. Uit het Zweedsch van Kar! August Nicander. Heilige stilte! Dood in het Leven' Leven in.'t Sterven l Moeder der vpraching, Bronne der dfchtkunst, Schenk intf uw' vrftol Redt mijne ziele ' Van uit het ledig, Woelig gewemell Spreidt uwe warme Sneeuwwitte vlcngien Over wyn Imrto, Dat hut boiln.ni1, Dat bo!-. moot; zwijgen, Dat het moog ruxtcn. Zwijgen, nis t golfje, Zwijgt in de ttilte: Kusten, nis 't kindje Itmt zcekt na 't dansen. Ilcilice stilte l Dood in bet. Leven, L.'-ven in't Sterven! Schenk my uw vree! Zwijgend was 'tonrste Menscheliike denken, Zwijgend- des eersten Menschen gobed. Zwijgend de zaalife Vrede in het Eden Daar dtonk do bloeme Dauwdrop en lichtstraal, Dauwdrop en lichtstraal .. Vielen er zw^jmnd Neer van den 'h»tnel.' K-J m eu rol trotachheid Streefden de boomeu Opwaarts naar 't blauw; Door 't eeuwig reine,. ? , Zwijgende zonlicht Heerlijk gekroond. Toen b de wereld 't Eerste geluid klonk. Stierf er alle oisohulo. Yahjch was het eerste Koeltje uit bet Westen. Dat voorbedacbtiyk 't Bloemetje ontroerde, Joligheid lisplend; Eu ook der boomen Tak eu gebladert' Praatziek doorklonk. Valsch en verleidiyk Glom daar der «lange Sissende tong: Zoo stierf alle onschuld Weg in der wereld Eerste geruisen. Grimmig was de eerste Noordewind; opwaarts, In vuile golven, Joeg hy der zeeën Spieglende ruimte. Wil J was pok de eersta Donder, die de eikenkroonen versplintert, En nog veel woester Galmt door de rotsen, Menschenvernioler, Bronne des onhoils, Zoon van den afgrond. ? 't Eerste gedruisch reeds Doodde in de wereld D' edele' Olympische Gee^t van don Vree. 't Reinst is de Liefde, Eer zy zal sproken: 't Schoonst z^n de zangen Ali ze nog sluiroren Diep in des dichters Gloeiende borst. 't Edel-t de dengd, die Nooit van zichzelf spreekt: Zwijgende handleed . Maubtig en stil: 't Lijden is 't edelst Als het niet weeklaagt «?* Haar, zwijgt en sterft. Heilige stilte! Liefliiko Pelgrim Uit. der gezalfden Heerlijk verblijf! Zi.it gij een vreeiildling Hier in deez' wilde Stormzwangre wereld, Zijt gij veracht door 't Men-ichlyk geslacht1/ Ulijf toch, o blyf toch! Zet u stilzwijgend Neer aan mijn leger, Geet mij e«n denkbeeld, Geef mij een heerlijk Beeld van 't verwachte Eeuwige leven! Heilige stilte! Dood in het Leven, Leven in 't Sterven, Schenk tuy uw' vreet C. E. Bromt. AIXEBLKI. EEN GEPLEEGDE MOORD TOEGESCHREVEN AAN REDENEN DIE NIET BESTAAN. Verscheidene maanden reeds worden de Remoederen m Honjjaryo in beweging gehouden door een moord, die op eene geheimzinnige wijza zou, gepleegd yn aan een Protestantsch ruci.«je, Mej. Est her Solimosig genaamd en waarvan eenige Israëlieten worden beschuldigd. Dat nu die moord geschied is, kan treurig worden genoemd, maar behoort niet tot de onmogelijke gebeurtenissen, i'i zelfs dat die moord, bij uitzondering dooreen araëliet i* gepleegd, maar de redenen die men zegt, dait aanleiding tot het plegen van die daad hebbeu gegeven zijn zóó belachehjk en als uit de lucht gegrépen, dat men moet vragen, waar gaan wij henen? liet Nieuws van den Dag, neemt uit een buitenlaudsch blad over, dat de acte van be schuldiging tej>en drie Israëlieten inhoudt, dat gezegde moord is geschied voor er n ritueel doel. Onbegi-ypelijk is het, dat eon rechtbank in het beschaafde Europa er toe kan komen om eeue dergelijke acte op temaken! Als de overige ledon van die rechtbank niet meer ontwikkeling hebben, dau is het treurig gesteld, niet al!een met die beschuldigden, maar met ht-t geheel e n jodendom, want dan zal die beschuldiging, gesteld dat zy natuurlijk op omgekochte getuigenis door een verourdeeler.d vonnis wordt gevolgd, oorzaak zijn, dat dergelijke on/in ingang vindt en de herha ling van die daad overul elders mogelijk wordt geacht. En, wie kun, wie zal daarvan de gevolgen voorspellen. Kon Stouter, e^n Henrici.etuttiquanti zullen er munt uitslaan. Zy hebben slechts de ({Aschiedenis tn raadplegen ctl op de gevolgen te zien die dezelfde beschuldiging heeft oelmd voor de Christenfii, die daarom liij duizanden door de heideucn, met nnme de Romeinen, zijn vermoord, uu dan verheugen die edele mannen zich reeds in het vooruitzicht dat aan hnnnen hartewensah, jodenuioord, kon worden gevolg gegeven. De eenvoudige lieschulatging reeds is genoeg gewetst om do volktwoede tegen de Israëlieten iu Hongarije met den da? te doen toenemen, zoodut ue Ri'7.:iuiciilijke rabbijnen aldaar, die het aanvankelijk benednu hunne waardigheid achtten om zich tegen dergelyke laffe en kwaadaardige beschuldigingen te verdedigen, het noodig oor deelden de volgende verklaring op te stellen en afteleggen: Voor God en de memchen leggen wy de plech tige verklaring af, dat in geen onzer wetboeken, noch' in eenig werk vau Joodsche letterkunde een voorschrift voorkomt om tot eenig godsdienstig doel menschcnbloed te gebruiken. Om deze hatel'yke beschuldiging af te weeren, znllea wy ons dan ook tot alle geleerde Acade miën van het Oosten en tot" allo Theologische Faculteiten van Europa wanden om een uitspraak van niet Joodsche geleerden uitttlokken. Met gerustheid wachten wy de uitspraak van een der gelijk gericht van geleerden af! .Tot onze gelooragebooten richten wy de bede: geduld te oefenen, zich bedaard te honden en uiet waardigheid het oogenblik aftewachten, dat, met de hulp van God, do toestand opgehelderd zal zyn, de waarheid zal blijken, «n het rechten de rechtvaardigheid de overwinning zullen weggedrngeh hebben. ' Wy vn-znekeu in bet bijzonder onze geloofegenooten elke nuttelooze en aanhitsende polemiek te vermijden, zich voor bitterheid te wachten, bescheiden te zijn, bewy» van «ielsverhefflng te gffVen en zelfs jegens hun vy-inden liefdadig te zyn, dan zal het ons gelukken, onze vijanden te ontwapenen en hen in vrienden te veranderen. Gegeven te Buda-Pesth in het Sanhedrin, dea Ben Juli 1882." Het is wenschelyk, dat genoemd» vorkbvnm onder de oogen worde gebracht v*n ostenrttkscfi verlichten keizer, die trouwen* scherpen blik- ge noeg bezit om de redenen te doorgronden; dia eene zekere fractie er toe leidt om dergelyke onzinnige, ja oninogelyke beschuldigingen optewerpen. 's G. B. De Ned. jachtver.eeniging «Nimrod" houdt den 127 sten dezer te Zand voor t een schietwsdstrgd. op ghuen ballen en kunstmatige duiven. Een Franteh ingenieur is op een zonderling denkbeeld gekomen. Hij wil van den ondeneeschen tele graafkabel gebruik maken, teneinde een geregeld verkeer met de schepen op zee te kunnen onder houden. Volgens den Monitevr de lo. Ftolte wil by aan den op den bodem der te» liggende hoofd kabel, op afstanden van 60 Mtr.eenloodrechten kabel bevestigen en dezen boven water houden door middel van een ankerboei. Deze boeten moeten zoo dicht by elkander liggen, dat een schip er minstens n per dag tegen kan komen. Deze signaal-stations lullen van Hommers TOOT* zien, des nachts op de eene of andere wy«« ver» lioht of geluidgevend gemaakt moeten wordtin, en soo ingericht dat men ze met het schip in electrische verbinding kan brengen. Op deia wyze BOU men voortdurend op de hoogte kun nen biy ven van den stand van zaken op bet sehip, aan de schepen op zee gewichtige mededeelingen kunnen doen, en menig ongeluk voorkomen. Do ontwerper van het plan gelooft dat er aan da uitvoering geen onoverkomelijke moeioly'kheden verbonden zonden zyn, en wie zou durven twyfelen aan den goeden uitslag van een proef, in een tyd, waarin men dagelijks het schijnbaar onmogelyke mogely'k ziet worden i* De vervaardiging van bet standbeeld van Datv win, dat in het natuur-historisch South-Kensington Museum geplaatst zal worden, is aan den beeldhouwer Boehin opgedragen. Joseph Edgan Boehin is in 1834 te Weenen geboren en woont sedert 1862 te Londen. Van zyne talrijke werken noemen wy slechts een kolossale in Windsur op gerichte beeldzuil van zyn hooge beschermster, Koningin Victoria van Engeland, de standbeelden van Carlvle, van den Prins van Wales (te Bonabay) eu bet grafmonument voor de groothertogin Ahce van Hessen?Darmstadt. Een ware Spookgeschiedenis. In juli 1766 wor den eenige wandelaars te Berlyn, die des avonds lang.) het Koninklijke slot gingen, doodelnk ver schrikt gemaakt, door een spookachtige, dofte stem, die telkens riep: Wee, wee over Berlijn! NVe* over de vervloekte stad!" Het onheilspellend ge luid scheen uit het straatplaveisel te komen, inde buurt van het slot, misschien uit de keldergewelvcn. De voorbijgangers bleven staan, er kwamen meer menschen en al spoedig had zich een ver bazende oploop gevormd. Daar begon de stem weer van voren af aan haar Wee, wee!" t e brul len. Al de aanwezigen konden het duidelijk ver staan, en de opgewondenheid nam steeds toe. Officieren en politieagenten trachtten te vergeefs het volk tot bedaren te brengen; de slotbedjenden en de wacht werden gewaarschuwd, alle kel ders doorzocht, maar hot spook bleef onzichtbaar. De zaak begon hoe langer hoe onbegrypelyker te worden, vooral toen de stem zich nogmaals verhief en een akelig hoongelach deed hooren. Daarna zweeg hn, hoewel de menigte nog uren lang op de been bleef. Den volgenden avond, on geveer ten zeven ure, begon het spektakel opnieuw; wederom^werd Berlyn door de geestenstem ver vloekt. Nieuwe .onderzoekingen bleven, evenals den vorigen dag, zonder gevolg. Toen het geroep den derden avond weer tal van nieuwsgierigen had vereenigd, ontdekte een officier van de wacht, hoog boven op het dak iets rood», dat zich be woog. *Aha!" dacht hy, misschien zit het spook op het dok in plaats van beneden in den kelderl" Zonder iemand een woord van zyn vermoeden ta zeggen, klom bij naar boven en jawel daar lag het «pook" plat op den buik! Het had zyn met ein roode muts bedekten kop in een van delooden pypen gestoken, waardoor het regenwater n^ar binedeu werd geleid, en begon juist zijn We?, wee!" te roepen, toen de officier hem een, kscben slag op zijn broek toediende. Een ont zettend qehuil, dat het benedeastaando publiek het bloed in de aderen deed stollen, volgde; daarna pakte de officier het monster bij den kraag, duwde bem de trappen af, naar buiten, liet hem aan de verbaasde Berlijnerj kijken, en stelde hem daarna onder de hoede van eon politieagent. Het spook» dat drie dagen lang de harten der residen tie-bewoners met schrik en angst vervuld had, was «en loodgietetejongen, die, toen hij alleen achterbleef om de gereedschappen van de knechts ' sreekbuis *l brtMJUVIC iu b<? u».u«, n~... en, op een arm gelegd en stevig vastgei. Verschrikt keek zij op en zag aan haar :n onberispelijk gnkleeden, maar baar geop te bergen, voor de grap die pijp als spreekbui» gebruikt eu eerst toen hij merkte dnt de mensohen bleven stilstaan, zijn spookachtig weegeroep voort gezet had. Hij werd voor zyn ondeugcnden inval zoo voorbeeldig bestraft, dat do lust om spookje" te spelen hem voor goed verging. De ontvangst aan entree'* by de wedrennen op Ulingendaal, 17 Aug*., heeft /16003 bedragen. Goed overlegd. Toen een in Marseille wonende dame onlangs des morgens uit de mis terugkeerde, hoorde zij achter zich pp het trottoir haastige voetstappen. Voor dat zy den tyd had om te zien wie buar trachtte in te halen, werd haar hand gegrepen, houden. \ , zijde een onberispelijk n?-"~^.., heel onbekenden beer. Zy trachtte haar arm uit den zijnen los te maken, maar vruchteloos. De vreemdeling bleef haar vasthouden, maar f prak pp uiterst beleefden toon: Vrees niets, mevrouw, ik ben geen minnaar, maar de politie zit uiij op de hielen. Aangezien niemand hier in de stad my perwonlyk kent, bon ik boven iedere ver denking verheven, als men my in gezelschap van zulk een deftige, achtenswaarüigedame ziet''.Deslimme schelm had gelijk, want de politieagenten stormden .het boog»t fatsoenlijke paar rakelings voorbij. *Iet een hoffelijke buiging euvriendeiyke dankzegging nam by afjcheid van zyn mister tegen wil eu dank. Een alligators-fokkerij. In de laatsto jaren.' bet mode _geworden om allerlei weelde «rtikele. ?als: portefeuilles, (.igarenkokers. tasschon, cenw> res, pantoffels, jachclaar-sen zelfs te vervaardigeu van alugatonleaer.. Toen de vraag na»r ttluga- ?' tpnuuiden soo verbazend toenam, hebben d» . jagen van. beroep, aich, aangelrkt door de groot» winst, op bet vangen van deze dieren toegelegd, en langs de oevers van den Missinipi eeu geweidia bloedbad aangericht. Het aooden .van de aliiRntors geschiedde pp zoo groote schaal, dat het oogenbtik te vojrzion was. waarop bet geheele [eskclit vernietigd zou zyn. Toen de vraag naar nuiden bleef aanhouden, zy'u eenige jager* op het denkbeeld gekomen, dat het raiwchien beter zou zgn om alligators aan te fokken, dan om niet 'eigen hand die rijke bron van inkoiiuttu te ver nielen, eu weldra kwamen de Alligatorfarmt" tot »tand. De alligators-fokkerij is a-ker wel de gemakkelykste, die bestaat, want veel sorg hebben de lieve diertjes niet noodig l Deze reusachtige hage dissen, die soms v$f of zes meters lans worden, leren in troepen .on brengen een gedeelte vaa ten tyd iu den modder liggende door' aan do oever* van de Noord-Amerikaansche rivieren. Hun bruin* kleur en onbeweeglijke houding duet hen ?veal gelyken op aan land gespoelde boomstammen. Op het droge zyn hun bewegingen uitent lang* zaam, maar in het water des te vlugger. Met blikjemsnelheid werpen zy zich op het dier, dat aan den oever komt drinken eu liepen het uoar de diepte. .D» Ducham CigttttVan wórden geïmporteerd door JOHUt KOOPMANS * Co., Amitctdam ón'Botlerdam. f'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl