Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 276
t1
lili
i il
tl'
WeeV zyn de net geteekende produkten van
den Uuer Alox. Robert (1138?1139. De
levensgro >to Dood vajt tenen putgraver door Emile
Bacró w den schilder van het prachtige portret
van Me v. S. waardig.
Aardig U Het rouwbeklag in de sakrista, van
FranoMco Satoron te Rome, Wanneer ik by
mijne taxatie niet bijvoeg, dat teekening of kleur
gebrekkig t(jo, dan wil dit stilzwijgen leggen,
at ik ze voor voldoende hond.
De tme portretten aan een tafel, waarvan ik
gewaagd heb was van den Dnsseld. Ed.
SohuliTkiïsen (No. 1207), die ook een Hink
herberggevecht heeft bijgedragen.
Aug. S*rrure, van Brussel, ia ook als schilder
v«n het lichte genre seer te waardeeren (1230
?Op uwe gezondheid") en Aug. Siegert, van
Diissahtorf, met zijn fijne blonde kopjen op
No. 1211 niet minder. De Brnsielaar, Eoa.
Slittgeueycr, levert een goeden ?wapensmid" 1246.
Lvdpold Speekaert bootst de oude schildenjf n n».
Under den titel ?De duiven" van Jos. Stallaert
(Ii75) zou men geen naakte vrouw vermoeden;
't is mooi van kleur, wat ruw van behandeling.
De Heer Lod. Stracké van Amsterdam heeft
tjjn verdienitelijke schilderij Spelende Jongen» in
lut bad (uit de rom. kei Kerstijd) gezonden.
Ik kan het Spelevaren van Jan van Beera niet
coo afkeuren als men 't gedaan heeft. Het ie
zeker vreemd een vaarpanü op een water, dat
opklimt tot aan den bovenkant der schilderij,
zonder ook naar eon handbreed lucht.
Droefgeestigheid van den zelfde is heel vreemd
ge«ncadreerd. fheatraal-armoedig, naar J. v. B. bluft
een groot kunstenaar.
De KrankMinnighcid van Gretchen is theatraal;
's Heeren van den Bussches Monteiievrynsch meisje
wat blaauw in de tchaduwen. De Heer Edw. van
Hove imiteert, 1432, Quinten Mtssy's.
De 2 Dames van Frans Verhat roet htt
Snüdsklced van de Grootmoeder zijn heerlijk van
teekeiiing en kleur; toch wel wat bleek. Of er veel
zulke mooye ?vulliakrabsters" z\jn als de door
Th. vau der Beek v. Dosteldorf geschapene, durf
ik in twijfel trekken.
De Heer Gust. Werthtitner te Parijs expozeert
eene in de lengte uitgestrekte Dame, gaïntituleerd:
2>e kus der Sirene. De vischstaart ontbreekt haar
echter, ofschoon zU met de Dames van Makart
gemeen heeft, dat de lang gestrekte onderbeenen
wel wat livide worden. Ruben» liet zijne
ftamandes zulke kunsten dan ook niet doen. Dat was alles
gezonde en eerlijke natuur, zonder patchónli-genr.
Ik heb, ongetwijfeld, vele genre-schjlders over
geslagen, die melding verdiend hadden, 't Was
dan niet ?uit arghofliit". Ik had bijv. van onzen
landgenoot E. J, Bokten zijn dien en fijn humor
moeien spreken ; maar te Rotterdam had ik hem
reeds te woord gestaan, en op andere werken
van hem kom ik te-rug.
Prof. J. Alb. Tb,
Ten genoege van het publiek en ter meerdere
verscheidenheid zal de Koninklijke Yereeoiging:
?Het Nederlandsen Tooneel" dezen winter iedere
week haar Rotterdamsche afdeeling in den Stads
schouwburg doen optreden. Woensdag 11 en Don
derdag 12 October nebben de eerste
voorstelling«n plaats, bestaande uit De Zoon van Coralie
?'ea Aivhonse. De arüsten welke er in opkomen
zijn. de aaien Catb. Beersmans, Burlage?Ver
voert enz.; de Heeren D. Haspels, J. flupels,
Faauen, enz.
DE UITGAVE VAN HÜYGENS.
Nadat de Heeren J. G. Frederiks in den
Sptctator en Dr. J. ten Brink in het Zondagsblad de
uitgave van Huygens aangekondigd en aanbevolen
hadden, verscheen in den Spectator eene critiek
van dr. George Penon.
Reeds het opschrift: ?De eerderNederlandtche
pkilologie en de nieuwe Huygens-uitgaye" geeft
niet veel goeds te verwachten', en zoo is bet ook.
Op een hatelijkcn, scherpen toon geeft dr. P. hier
eene reeks van aanmerkingen, zóó, dat de twijfel
bij uns opkomt of er niet iets meer achter steekt
dan de eer onzer philologie.
Dr. Penon valt, om t« beginnen, over de wijze
van uitgaaf. 1) Hfl wil eene uitgave, zooals van de
Latijnsche en Gneksche schrijvers gegeven wordt,
d.w.z. een tekst, waarin alle fouten van Hs. en der
gelijke verbeterd worden. O f de philologio hiermede
gebjat zon zijn, ik geloof het niet. In allen gevalle
is zulk eene uitgave voor de gedichten van
Hnyge-ns al de allerongeschiktste. Van eene uitgave
naar' het lis. zou dan getne sprake kunnen zijn,
wnrit Unygcns bekommerde zich weinig om do
?«peiling, zoodat bij dikwijls in hetzelfde gedicht
hetzelfde woord verschillend «pelde. Een voorbeeld
biervan' vindt men op bl. 33 van de nieuwe
uitg*ve. ?
Wiit Dr. Penon dit niet, of zou hij de spelling
van U. geluk willen makeu aan de tegenwoordige
of aan do «peiling van dien lyd. Mnar wie zou
dan beslissen, welke «peiling uit dien tijd. We
zien, b. v. ook, dut Hooft zyne «pelling dikwijls
verai.derde, of-rclioon deze na iedere verandering
ze streng volhield, terwijl Huygens slordig was
op zijne spelling.
Ik .geloof dat dr. P. weinig voorstanders voor
snik eene wijze Van uitgeven vinden zon en hu
heelt, dunkt mij, eene vreemde opvatting van de
uitdrukking: ?eer der Nederlandsen* philelogie"
als .hij dit verlangt.
Verder vertelt dr. P. dat hier eene eclectische
methode gevolgd wordt. Daarvan is echter geen
sprake. Wel bli|kt uit de uitgave niet, welke tekst
hier gegeven wordt en is mfl daar meermalen
naar gevraagd, maar als men eene critiek schrift,
mag die niet berusten op gissingen en als dr. P.
de Keuze vac des tekst nad willen bespreken wan
?ene enkele briefkaart voldoende geweest en ik
? bad" hem daaromtrent de noodige inlichtingen ge
geven, dia anders thuis behooreo in de inleiding,
die-later zou volgen. Om alle verdere
misver?hmdon te voorkómen, zal ik ze hier laten volgen.
Wat wil deze uitgave? Eene volledige uitgave
der- gedichten vnn Huygens nanr tvjdsorde gerang
schikt. Gedichten z\jn kunstwerken, die men ge
niet door ze t» lezen. Het grootste genot heeft
men er van, wanneer men M ia hun beften vorm
leest, dat ii wanneer men den besten tekst voor
tic.i heeft.
Waf is nu de beate tekst? We laten den dich
ter relven oordeolen en dan is het antwoord: de
laattte. Daarom' wordt hier de tekst gegeven der
Korenbloemen uitg. 1|)"2. Maar ook de philologie
heeft hare eischen. Zij verlaugt de veranderingen
t» kennen, die <ie dichter in zfln werk genuakt
he;ft, en daarvoor worden aan den voet der
bladzijden du afwekende lezintren der vroegere
uitgaven en van hét Hs. opgegeven. Ook de wflze
van ipellitig van den dichter is voor de philologie
van belang en daarom worden bier de gedichten
gewen .in de spelling van het Hs. Wie dan de
?p-Huig fan den dichter in verschillende tijdper
ken wil nagaan kan de verschillende uitgaven
n»* mkaoder vergelUken.
?' Atnteekeningeu worden, om het werk geen te
groo'on omvai>g t« geven 2) coo weinig mogvlflk
oe'en, zoodat b v. woordverklaringen geheel
wegê bleven. Hierom worden ook de
gedieh4. in vreeiude talen slecbta dan opgenomen,
.iniit-er een HoUaudwh gedicht eene vertaUag
? van 'u.
Dr. P. *wt vtrro]0>Bl dat de tekst Mer on
nauwkeurig is en bewytt dit op de volgende
manier. In de» uitgave van H. komen ooi een
paar gedichten voor van Hooft en nu zun er ver
schillen tustchen deze uitgave en de vroegere door
mijnen vader bewerkte uitgave van Hooft. HU
haalt hierin 18 verschillen in spelling aan.
Vit iUn l ; in plaats van :
9 , en l afkortingsteken die wegge
vallen lijn
l verbiudingsteeken te veel
l Y in plaats vwi fl .,,,,.
l hoofdletter in plaats van kleine letter
?a 2 letter* die weggevallen zijn,
wat de andere vier c{ja heb ik niet kunnen
vinde», maar dat weet Dr. P. zeker wel. Dit ztfn
fouten die bjj de correctie over het hoofd gezien
zijn. Het vermeden van dergelijke foutep i* iets
dat in eene uitgave als deze zeker «oer moeieluk
is, al mogen ze niet voorkomen. Maar een Igst
van Errata is gewoonlijk voldoende om die fou
ten te verbeteren. Dan haalt Dr. P. als voorbeeld
van vreeseljjk slechte correctie aan, dat men hier
zelfs gewaar vindt voor gewoon «dat in alle uit
gaven' van Hooft en Huygens gevonden wordt,
en fttellig goed is."
Wanneer men spreekt van gemis van bibliogra
fische nauwkeurigheid en eer der nedorlaudsclie
philologie in alle uitgaven van Hooft en Hujgeus
dient men «elf goed op de hoogte te zyn. En heeft
dr. P. dan nooit de uitgaven der Korenbloemen
van 1658 en 1672 gezien. Hier zou hij kunnen
lezen ge>caer} zooals ook alle latere uitgevers het
overgenomen hebben.
In het Hs. van Hooft leeit men op d?ze plaats
<7«tw>n, doch de drie laatste letters zijn dikker
geschreven dan de andere en bij nauwkeurige
beschouwing ziet men dat daaronder geotaer heeft
gestaan. Gewoon a dus eene latero verandering
van Hooft en het is niets te verwonderen tKt
Huygens de lering getvaer, die hier beteren zin
levert, gehandhaafd heeft.
Ook vergelijkt dr. P. deze uitgave van Hnygens
met eenige vroeger door Dr. Beets medegedeelde
verzen van Hnygens en maakt daaruit ook nlweer
de gevolgtrekking dat de uitgave slecht i*.
Om na vergelijking van twee uitgaven, die geen
van beide grondig onderzocht itjn een dergel gk
oordeel te vellen is op zijn minst g.-Domon
onvoorzichtig, tenzij men nan onfeilbaarheid gelooft.
Maar ook groote geesten kunnen dwalen ?n
daarom j» hier slechts zekerheid te verkrijgen uit
eene vergelijking roet de handschriften zelve, en
dan kan er geoordeeld worden en eerder niet.
Ook klaagt dr. Penon dat by de stukken, die
volgens het Hs. gegeven worden, niet opgegeven
wordt waar zich het Hs. bevindt. Van do bibli
ografische nauwkeurigheid van Dr. P, zou
men kunnen- verwachten, dat hij wist, dat de
meeste Hss. van Huygens zich bevinden in de
Bibliotheek der Komoklijke Akadcroie van We
tenschappen op den Klovcniersburgwal te Am
sterdam. Voor htt geval dat hij het niet wist kan
luj het nu vernemen. Wanneer het Hs. zich ergens
anders bevindt, wordt dit opgegeven, terwyl nadere
inlichtingen natuurlijk in de Inleiding thuis
behooren.
Over de wijze van critiseeren van dr. P. behoef
ik niet veel te zeggen. Men leze de critiek. Slechts
een ding nog.
Dr. P. tracht nog zoo ter loops de- uitgave der
gedichten van Hooit te doen wniitrouwen. Al» bü
echter meent, dat iemands goede naam op weten
schappelijk gebied tusscVieu twee haakjes kan
weggenomen worden, vergist h (j zich. Daartoe
dient hU feiten te noemen. Kan hij dut niet, dan
bederft hij er slechts zijn eigen naam tnec.'
Ik had liever op zulk een aanval niet geant
woord, docb daar hierin ook personen buiteb mij
betrokken :ün, ben ik er, ofschoon met tegenzin,
toe overgegaan, en hoop dat ik niet weer ge
dwongen zal zijn op zulk eene critiek te ant
woorden. Als dr. Penon nog ra eer dergelijk) te
zeggen heeft, behoeft hij ook niet op antwoord
te rekenen.
Dit artikel was door mij aan den Spectator
gezonden ter plaatsing, doch de redactie van dit
tijdschrift heeft, (op welke gronden, is mij niet
recht duidelijk) gemeend het niet te moeten
plaatsen.
Hoe die redactie deze handelwijze rijmt met
onpartijdigheid, begryp ik niet, of wil ze par
tijdig zynV
In den tijd, die verloopen is tusichcn het aan
bieden van dit stuk aan den Spectator on het
weigerend antwoord van de reJactio ia door het
Algemeen Bestuur der Holl. Maattch. eene com
missie benoemd, om de nagelaten papieren mijn»
vaders te onderzoeken en daarover verslag uit te
brengen.
.Verkoop de huid niet, voor de beerg«vangon
is, soliij n t bij die Maatsch. een onbekend spreek
woord te zijn.
Vertrouwde roeu mijnen arbeid niet, en wilde
men dien laten onderzoeken, dat zou gaan. Ik hen
iiog jong, en heb nog niets geleverd om op te
kunnen wijzen.
Maar de arbeid mijni vaders te willen onder
zoeken U eene beleediging aan zijne nagedach
tenis, en ik heb hem te zeer liefgehad en geacht
out daaiioe mede te werken. De nagelaten
papieren mijns vaders zQn mijn eigendom en ik
sta zo voor zulk een doel niet af. /« zullen duo
nirf. onderzocht -worden en ze worden ook niet
uande Holl. Mnatsch, ter verdere uitgave afgestaan.
Iii dien zin is door mij een antwoord ge 20 uden
aan het A l ff. Hestuur.
Ik heb gemeend dit op'enbaar te moeten maken,
daar ook liet besluit vim het Alg. Bestuur dour
verschillende bladen is openbaar gemankt. Do
bladen die het wedegedreld hebben, zulleo wel
doen ook mijn besluit ia drzen nindü te cieeléa.
U daiik zeggende voor de pUaUiug.
Met achting uw Dw.
P. Leende i tz J r.
]) HI»rb(J ralt lij} niet tll«en da bewerken Ata,
ook de Hollandione M*»t«cli»ppy vroor Fraaie Kun
sten «D W«t«Dsch»ppen, op wier Jtoiten do uitgave
geschiedt. Ltton wjj dn> meteen bet' iUadpunt dor
HMUohappi) ontwikkolon.
W»l heoil da M«Uoh»ppü gewild?
EenToadlg te holpen zorgen, dat de onttitgtgtctn
gedlohten van Hnjrgenii, berustoudo lo d« bibliotheek van
d» Kon. Ak. T»n Woteoschtppen, «lodclijk toch een» bot
lloht moobten zien. Dkarroor wt* geld noodlg; nocli
'sluds. rogwrinjr, noch 'lotterfcnndfge maaUclmppfjeo,
noch btjzondera pononon hadden durroor hunne pen
ningen voü.
WolimldeHolUndicheMtfcUobapptJ.onauigoiien den allo* bohalre bloeleadoa «Uit biror
finnnol«a, deed wat de anderon nilletou on «telde uit bwo
kaa «one toot besoblkbtar, waardoor bet doel der uitgave
koo woidan boreikt,
En wat U v«rd<r ta dien olnd» door baar god»»»?
W»tr de uitgave der handacbriden, te i»mcn met de
overige reeds Troegor uitgegeren godlohton wenscheljjlt
sebeoD, beeft tij wjlen mynen r»d«r opgedragen om voor
Httjeeni to doen, wat hy met zoo goeden nltslaR voor
Hoon gedaan bid, eene n,tgȕo dor voilodigo dichtwer
ken van Snfgeat t«. bezorgen. Boodi vroeger bad h(J
eene nauwgezette stadlo vftn'Haygoni gemaakt en wai
daardoor In itaat In bot korte tydsrorloop taischen dozo
opdracht on «te pJotseUoge» dood, met dleo arbeid
ongiTeer gereed te komen.
Na dit onTorwicbt vorlios wilde de Alg. Terg, der
H. M. toob'gaanK do uitgave voortzetten en turn aüjn
aanbod aan om den arbeid mtjn» vaflon, xooals ik dis
vond, verdor uit to goren. ZÜ verzocht borondien hot
lid Tan verdlonilo fir. NloolaM Beots om oror mUnen
arbeid bot oog t* laton gaan. Doce vorklaaido zich
durtoo bereid met dien rontando, dal door bom goono do
ndmte vorantwoordolHkbold voor hetgeen bot werk van
mijnen vader was oa bltf ren moest, word aanvaard. Vracht
daarna is do uitgave dor tot dusver IA, bot liobi
Tersobonon aftoveringon dor BuTgons odltie.
Ia dozo ToonteUlng inu don loop d»r zaak hoeft m»n
d* «Mirondig* Mttorfa Itbri. Van ditetandpnnt moot de
aUow» nU«ato worden boslra. Niemand aal ontkennen.
dat «r ook -nog wol ioto aadén, i*U moorden, iet* botors
te daon ware, oareawla aU dat, wasouwc de nitfave op
don togcawootdlgoa root gorood U, voor latoran
aoilhotisuboa en ortti»oh«n arbeid na d*io groot* ralntto
ororbl(jn en do nagolatoa «anUokooicgon ran mijnen tader
bowilion dat ook hy dit «oor good bogropon hééft. Kaar
do Traag i», wat men nu heeft willon g*Ton. ütjn or, aio
dit onvoldoend» kenroo, bot soa doaaiettomln ondank.
baar s|Jn to ontkonnon. dat ro«di bot nu gegotene op
sichtelf groot* waard» hoeft, hetgeen dan ook van
onderecheideno kautoa gonoogxaani Is orkood.
?Van dit ttnnduant moetca Uo HolUnJicho M»aUcliapp(J
oa do tegenwoordige uitgave beoordeeld worden.
2) Dit U eon» bepaling van do uitgevers. Mijn vader
bad nog vele aaoteekeDiaxen, dio hier mo**ton wegblij
ven en dl* hl) later io *«n afzonderlijk deel hoopt* t*
g«VOD.
In het strijdperk, door Jos. Giese, uitgave
J. F. van Druten. Sneek 1832.
Mejuffrouw Giete heeft tic h in het boekjo:
?Licht en Schaduw", dut in de Guldtns-E'Utie
v«rsulieen, doen keuuen, als eene liove, talentvolle,
echt vrouwelijke schrijfster. Het is dan ook niet
veel bdaiig.telltng dat wij ?In het strijdperk"
open slaan. Men wordt niet teleurgesteld als men
vooral dat zoekt waniin haar tuie'nt eigenaardig
uitblinkt, namelijk: hot sclu*ppen van iijtio
poëtisohu beulden; het voet vour voet volgeu van
gevoelens dio zich ontwikkelen in ecu
gnchtyrouwelgk gemoed; Kelfs litt opmerken en beschrijven
van kieino uiterlijke onutuudighcden die den
algemccncn indruk van personen eu zaksn tot
zuu recht doet komen; dit alles schildert zij mot
tij n penseel. Als ik de kracht van jufl'. GICSA'S
tulent ia buveugenuomde karakteristieke
kenteekencu aook, üïb wil ik daarmede zoggen dat zy
uiei-r du-Mor dan wel novdtiste is.
Ik zcide dat haar heelden frimi waren, tor
rechtvaardiging twee vooiljeoldcn: ?Zoo was dun
de lente over dit sluimerende aarde opi'egnan,
en tuea zij haar wit Lloesemkleod or over had
uitge-preid, torf" was voor Aunie de tijd gekomen
zich 111 baar bruids#cwuad te tooien." In ecu
ander gedeelte van bet liook vinden wij de heldin
viin bet verbaal na u liet doodsbed btvars minnaars:
?Uuar gelaat zouk dicpei- en hair lippnn raakten
zijn voorhoofd nun, Züo vond hen da utille genius
dus doods, en zachter dan gewoonlijk legde hu
de hand op het hart van den aterveude en deed
het stilstaan."
De tnal der schrijfster is zeer vloeiend en be
schaafd. Uitmuntend schetst zij hoe de ware
trouwe liefde de overhand krijgt boven de ro
mantische droomen in het jonge meisjesleven;
do strijd tui?o!ien deze beide gevoelens is mees
terlijk itopr het geheele bock gevuurd. DO vrouwen
typen zijn dm ook geheel uit het leven met
blondere opinerking'igavD bes'udüard; zoowel
de heldin, Annio v. 13., al i hnre tante, aijn tast
bare werkelijkheden op het gebied der memachen»
kennis.
Do mannen zijn minder gelukkig, omdr.t zij
minder \\aargchijulijk zijn; hun liel'de ii geheel
vrouwelijk. Een echtgenoot zuonla van Eibersma
en een aktour rouau Paul.... c'est trup leun.
liet is ook bevreemdend te ziou dat Anuiè eigen
lijk het hol' maakt aan Paul en hria hare l:ef'd j
dekLu eert zonder dat zij weet of bij haar gevoel
deelt; later aan de smait die Paul uit nis Arm i e
voor hem verloren blijkt, wordt uit pus duidelijk.
Dit is misschien ceu lichte schaduw op hot
\va:irlijk ziclsverheftendc verhaul. Niet nlleoa liu^ite
schaduwen ma»r vooral donkere doen op eon
doek de schetterende plaatsen des to bet-r uit
komen ....
Do kritiek is een gevaarlijk wapen, dat
niet zildon eigenaardige talenten op e.'ü
dwaalspoor brengt; 200 vind ik twee donkere
sohaduwplekken in het. w«rk van juffrouw Uiese,
die stellig Het gevolg zijn van ondoordachte
kritiek die door do lieve sciirüfslcr gietig
anngenomen werd ten overvloedigm bewijze dat zij, gelijk
ieder werkelijk begaafd m-iitsch... aan zicli zelf
twijfelt. Zoo ik m\j niet vergis, heeft wen haar
verweten in het algemeen te rnelankoliek ta ziju
en te weinig daden mcê te deeleu; men inoet
haar Rezcgd hebben: ?Uw me s hei leven wél,
.maar handelen niet"?en ?luat uw lezers eens
lachen!" ? Om aan dezen wenscli gevolg te geven
valt de schrijfster in banaliteiten. B.v.: zij laat
paarden op hol gaan en degeen die zich voorde
paarden werpt, verliefd worden op de jongo daiue
m bet rijtuig; zij laat in de comedia de heldin
van het boek flauw vallen, als de akteur, haar
minnaar, hartstochtelijke woorden uit, die als het
wnro tot haar gericht zijn. Deze beide themas
zyn zeer oud. Zoo vinden wij ouder de would be
aardigheden: ?hij omhelsde zijn vrouw met zooveel
blijdschap en vuur, dat baar elegante hoed ter
zijde helde en baar neus de sporen droeg ran in
aanraking te zijn gekomen met een barden
knoop. ? Daarentegen vinden wij diep pathos
in het afleggen van Annie'u bruidstooi voor den
grooten spiegel, waarbij zy het hoofdje buigt en
zegt: .ik ben zoo moe,'! terwijl de gasten bene
den ?boezee! hoezee! hoezeer' zingen i ? te
meer daar do lezer weet waarom zij ?moe" is.
Ik deel ds n inhoud van het gansche stuk niet
mede, vreezende den lezer het genot te bederven.
C.
OUD-HOLLAND.
Van dit tijdschrift verscheen deze week de
eerste aflevering.dio een alleraangenaamst en indruk
ni;i:ikt. De iuhoud ia zeer belangrijk. Mr. A. de
Vries Az., deelde belangi ijko bizonderheden mede
nnvrent de begrafenis vau den zeeheld M. A. de
Ituytcr, waaruit; o. a. blijkt dat Conttantijn
lluygrns, door den Stadhouder Willem Hl opge
dragen om de weduwe van de Ruyter namens
Zijne Hoogheid een bezoek van rouwbeklag te
brengen, de goode vrouw niet te spreken Icon
krijgen,'Omdat, zooals de familieleden hem zeiden:
?wxidtr niet heel wel en was, dase haar, vermits
dit ffroote gewoel daer mede lust lutl htiys lesett
««.+,? boren i» een klein on/atioenlyck kamertjen
had f/eretirea-t." Later geeft Huygens de ware
oorzaak op. De vrouw had een val gedaan ?m e t
haer b Ia au we voorschoot te droe
gen op te hangen." Huygens merkt ver
der op: Uwe hoogheid kan oordeelen wat een
soort aouarière het moet fijn, die nog na den dood
van haar man gewoon bleef ielf naar de markt
fa gaan met een mand aan haar arm,
Andere belangrijke hoofdstukken zijn: Het
oude Doolhof te Amsterdam door D. C. Meijer,
den schrijver van Hooft's jongelingsjaren;
£$dragen tot de geschiedenis van de
Amsterdatnsche Potten- en Plaleelbakkerfjen, door Mr. N.
de Roever enz. Aanstaande week zal het geheele
tijdschrift uitvoerig worden besproken. Een woord
van waardeering aan den heer Binger over de
uitgave, die van grooten «maak getuigt. Hollandsen
oiiafgestteden papier, een mooie letter, een fraaie
kleur van omslag; «er goed gekozen randver*
cieringen enz., doen in hem den verdienstelijken
?itgever van Vondel'* werken erkennen, een
reazenwerk, waarbij zün naam naast dien van Jacob
v. Lennep niet vergeten dient te Worden.
De prut ran Oud-Holland is ondanks dit alle»
goedkoop. ,Voor een rijksdaalder een heel boek
deel l J. JB. R.
Van allerlei tlag door Justus van Maurik Jr.
beleeft een tweeden druk. De heer Tj. Tan
Holkema bezorgde een uitgave met platen van Joh.
Braakensiek, die uitmuntend zyn geslaagd.
Nl»nw» UHf»v«n!
P. BA7BBKORM VAK BIJBSWIJE, De oude
EotUrduaieh* Schouwburg. f 7.60
Kr. M. KEE8, K*a «a ander over htt sttMl van
UMbenainc. t OM
JOHAtTOBAK, Baar tm«d« nun. Bltfspel ta. «te
b«drHr. t O M
KAÏJDABA, Daosens «a Zoolas;, Xalavika »a
mltn. TooDMbtok «U Ml ?aaabÜ.TeiiaaU
Bitfjave op [_J..v»a d»t. Ylirt.
.,
~V44t
Mr. A. K. HAAS OKE8TEBANU8, Af «n aan. Bil .
la één b*drflf. f 0.40
P. RECODBT, Do UeMo van era Klbillst. Dram» ia
drie tafertelon. f O.M
VIOTORIEN SARDOU, Het KatUnbelletJen. BlQ*p*l la
dri* b«dr(Jren, naar .Lo« Patt** d* IfoUCho", door Dr.
Jan ton Brink. t 0.7»
militaire Zaken.
MILITAIRE TIJDSCHRIFTEN.
IL
In verband nu met de vorige beschouwingen
zonde het, naar onze meening, voor ons land
voldoende wezen, indien er, zoowel in Kederland
al» in Oojt-Indie, slechts één tijdschrift bestond,
beide bestemd als het orgaan voor de land- ea
zeemacht in die gewesten. Maandelijks twee tijd
schriften voor het Nederlandsche krügswezen, d. i.
nog al wel: abonneert men zich persoonlijk op
het tijdschrift, dat bestemd is air orgaan van die
categorie van het leger, waart «t men behoort,
en leest men met anderen of in !? bibliotheek
het andere tijdschrift, dan voorteVer sullen alle
mogelyke wenschen bevredigd worden. Op den
voorgrond sta evenwel, dat de Redactiën hare
tijdschriften beschikbaar stellen voor iedereen en
zoi g draden, dat de artikelen zioh kenmerken door
goeden stijl, gepastei) en beschaafden toon. Hoe
meer nu uit den inhoud dier artikelen biykt, dat zij
de uiting zijn van bet gevoelen der leden van het
leger of dé vloot en dat daarby het streven merk
baar is, om verbetering aantebrengen in toestan
den, welks verkeerd zijn, desttmeer zal bet tijd
schrift worden beschouwd als het orgaan van de
land- on zeemacht en als zoodanig worden ge
bezigd, zoowel door do Kegeering en de
Volksvertegenwoordiging als dour het volk, hetzij dit
al of niet onder de wapenen is.
Een hoofdvereüchte is echter, dat er geest,
leven en hart zit in de artikelen; dat do taal,
waarin zij geschreven zijn, niet
schoolmeesteruchtig. niet te beschaafd, maar manne
lijk, krachtig, verheffend is. Op deze wijze
nlleon wordt de belan.^s'elling van den lozer op
gewekt; de kordate uiting eener critiek boeit,
vooral als raeu d.iarbü gedwongen wordt to er
kennen: ?Het ia krna, maar toch waur" Eene
nteei' populaire behandeling van de onderwerpen
is verder verre te verkiezen boven eene zooda
nige, wanraan een schoolttuestersluclltje hangt;
(ie schrijver moet spreken, niet doceoren,
hij behoort ronduit te zeggen waar bet op staat;
dit alle.i maakt het zout, waarbij alleen een mi
litair tijdschrill lieven kan.. Maiiv daartoe is het
ook noodiz, dut do Heikel is niet bestait uit al
te beschaafde mannen, die gewoonlijk of te koud
bloedig ofte vreesachtig zyn; zy moeten diiroen,
d:tt boezemt vertrouwen in. Aan zoo'n reductie
zal dn zoo onontbeerlijke steun niet worden ont
houden; de buitengewone vermeerdering, gedu
rende de drie laatste jaren, van het aantal
abonnó'a van het ?Indisch Militair Tijdschrift," levert
voor dezo stalling hut meest overtuigende bewijs.
Onze beschouwingen resumeereudo, komen wij
tot het besluit, dat een militair tijdschrift moet
bevatten :
1. Beschouwingen over de bestaitnda inrichting
van ons kiijgswezcn (leger, vloot, schutterij, weer
baarheid).
2. Verhandelingen over onderwerpen, met bet
doel om dé vorderingen dor krügswetenschap
mcdctodeelen en tevens de aandacht te vestigen
op zakeu, die voor ons krijgswezen van nut kun
nen ?zijn. .
3. Mededeelingen omtrent hetgeen in de om
ringende Staten op militair gebied plaat* grijpt.
4. Een politiek overzicht op militair gebied.
5. Een resumé van da verschillende organen der
pers betreffende militaire .toestanden.
6. Verslagen van hetgeen door de Volksver
tegenwoordiging en do Itegeering omtrent het
krijgswezen wordt gezegd «n beslist..
7. Wetten, besluiten, voorschriften, enz., zoo
wol die op militair gebied gegeven, als die welke
hierop van invloed zijn.
8. Statistieke mededeelingen omtrent de land
en zeemacht.
9. Eene biblio^raphie, vermeldende den inhoud
van militaire tijdschriften, eu aangevende de ar
tikelen over militaire onderwerpen in andere
tjjd«chriften opgenomen.
10. Eune aankondiging van boekwerken,
kaarten, enz.
Üehal ve voor deze verschillende rubrieken zonde
het, naar onze meening, aanbeveling verdienen
om, in navolging van andere tijdschriften, ook
eene plaats in te ruimen voor advertentiëti, waar
door de gelegenheid wordt aangeboden om te
vernemen waar, btf wien en voor welken prijs
ver«cliillondn artikelen zü'n te verkrijgen, terwijl
bovendien dit. middel Van publiciteit zeer diecstig
is tot bestrijding der kosten, aan de uitgave ver
bonden.
Moge wellicht in de voorgaande classificatie
der verschillende rubrieken eeuiga wijziging
wenrclielijk zijn, of bebooren rioz meerdere daaraan
toegevoegd te worden, als leiddraad kan zij eenigen
dienst ba wijzen en als zoodanig Wenschen wij
haar dan ook beschouwd te zien. Uit een en
ander zal o. i. voldoende blijken, welke do eischen
zijn, die wij aan een militair tijdiclmft stellen.
Keue vergelijking van don iuhoud der bestaande
militaire tijdschriften zul doen zien, dat gern van
allen geheel daaraan voldoet; zoude deze omstan
digheid ook niet eene der oorzaken zqn, dat er
in de laatste jaren telkens pogingen in 't werk
worden gestela om naast het bestaande nog ieta
nieuws in het leven te roepen?
Wij gelooven, ja vyö zijn overtuigd, dat, indien
het tijdschrift^ ingericht ware in den door ons
aangegeven zin, m. a. w. werkelijk liet orgaan
voor het leger en de vloot kon worden genoemd,
het ook door met-militairen zonde worden geraad
pleegd, omdat men alsdan daarin alles kan vinden,
wat men wenscht te weten. WenscheUtjk is het
dus, dat de Redactie streve naar concentratie der
intellectueele krachten en voor elke aideeling één
of meer vaste medewerkers aan haar tijdschrift
verbinde; zoo aoude zij bijv. de hulp behooren
in te roepen van hen, die door hunne betrekking
geroepen zijn zich op de hoogte te stellen van
e wijzigingen, die) het krf/gstceten ondergaat,
het«rj i*1 't algemeen, hetc\j in Kederland of de
omringende stoten in 't bijzonder en evenzoo van
die der krtfgstoetensehap en der op militair gebied
van invloed zijnde wetenschappen.
Te verlangen, dat alleen in bet militaire tijd
schrift opstellen over militaire onderwerpen be*
hooreu te worden opgenomen, zonde een over
dreven eisen zijn; de actualiteit, de beperkte
plaatsruimte, de wetenschap, dat het tijdschrift
slechte voor een beperkten lering van lezers be
staat, brengen mede, dat men de toevlucht zal
blyven nemen tot andere tijdschriften, tot week
en dagbladen.
Maar juist daarom i> het van belang, dat «l
dia verspreide artikelen worden verzameld en
zoo al niet in hun geheel dan toch in extenso
worden medegedeeld; kan ook dit niet, dan
worden alleen de -titels vermeld en verwezen
naar de bron, waaruit zQ zrjn geput, zoodat
de belangstellende lezer in het betrokken or
gaan zelf met den werkelijken inhoud kan
kennis maken. Het doel, met de plaatsing in
zoo'n locaal blad of tijdschrift beoogd, namelijk
publiciteit, wordt alsdan des te beter bereikt.
Achten wjj voor ons land en zijne koloniën
twee maandschriften voldoende, een weekblad
daarnaast komt ons wel gewenicht voor, mits op
eene geheel andere wflié ingericht dan het vroe
gere .Militair Weekblad en het bestaande
?MiDtair Blad," dat na eigenlijk gezegd, een
ver., , memd tttasohrift is. Ifaar onze zaeepiag
JL.no*fe ** dMl daarna ajin d* TtzMUlkad»
oaia weeic neooen piais genaa in eiice
piaav*' een garnizoen of een marinestation
aanJ is, alsook waar bijv. esn sohip of etn trans*
militairen zioh bevindt In verband hier*
derdeelen van het leger en de vloot ? ZOOWM
hier te lande, als in Oost- «a Weit-Indie en el
ders ? met elkander in contact te brengen,
d. w. z. hen op de hoogte te honden van all*
meldenswaardige voorvallen, welke in de afg*>
loopen week hebben plats gehad in elke plaat'J
waar c? -? -? -- -?< ???-- - ?
wezig
port n __
mede behooren in dit blad de benoemingen,
verplaatsingen, decoratien, krUg*r«A<lzaken, enz.
te worden opgenomen en kan net voornamelijk
als advertentieblad dienst doen, bijv. yoor de aan
kondiging van huwelijken, geboorten,
sterfgevalv-nji TerS*d*riDgen, examens, wedstrijden;
nanbiedingen van en aanzoeken nsar betrekkingen;
aanbestedingen; plaatsvervangers en
nommerverwisjelaars; kennisgevmgen van te koop aangeboden
of gevraagde paarden, haraachement, wapens;
kleeding, ent.; oproepingen van deserteurs,
vermuten, belanghebbenden in nalatenschappen;
nieuwe boekwerken, reglementen, Bedrukten, in
een woord voor alles, wat den militair van dienst
kan ziin. Voeg daaraan toe een ?hoofdartikel",
behandelende een of ander onderwerp van den
dag. ter aansporing tot plichtsbetrachting, t»r
aaokweeking van krUgsmantgeest, enz.; een kort
en begrijpelijk ?geschiedkundig overzicht" (Egyptt
en ylye/Hevereü thans daarvoor tal van gegevens);
.mededeelingen uit het buitenland
>> l:_r.i. L:.- ? j i..:?i..
eenige
en een
.allerlei", liefst hier en daar opgeluisterd door
eene ?illustratie", dan ontstaat op deze wijze een
orgaan, dat o. i. vooral bU den onderoflicier en
minderen militair veel aftrek zal bobben, en door
de groote oplage zeer laag vau prijs kan wezen,
bijv. f L? per jaar, d. i. nog geen 2 cent por
nommer. Wordt daarin ook eene rubriek open
gesteld voor de schutterden en de
weerbaarheid»korpsen, dan geloovon wij, dat er kans bestaat
om niet alleen deze onderdeden der krijgsmacht,
maar ook de burgers, wier zonen, broeders of
familiebetrekkingen in dioust zijn, of wel die
leveranciers zijn of willen worden van de land
en zeemacht, belang to doen stellen in hetgeen
in zoo'n weekblad wordt opgenomen ea velen een
exemplaar te. zien koopen. ia zelfs zich op het
blad te abonneeren, om zich van do geregeld»
toezending der opvolgende nummers te verzekeren.
Kaar onxe meening is het juist in ons laud
nuttig ook voor den militair beneden den rang
van officier «en dergelijk orgaan in het licht te
doen verschynen; in den tegcnwoordigen tijd vooral
is het niet ondienstig, den «oldaat esn woord toe te
spreken, dat hem aanspoort met lust, ijver eü
toewijding voor de zaak züne moeilijke plichten
te vervullen. De ondervinding leert, dat de sol
daten aan dergelijke toespraken een gewillig por
vorlcenen, in 't bijzonder aU «y in korte, bondige,
bevattelijke taal worden geuit: worden deze alsnn
opgenomen in oen blad, dat zaken vermeldt, welke
over het algemeen zeer hunne belang^telliDjj
trekken,, zooals wat, er in een ander garnizoen
of met hunne kennissen gebeurt, dan voorzeker
zullen zy ook het overige lezen en het beoogd»
doel wordt bereikt.
Een dergelijk militair weekblad heeft, voor
zooverre ona bekend, nog niet het licht gezien;
mogen onze beschouwingen er toe leiden, dat
het tot staud kome, en moge in de practijk wor
den verwezenlijkt hetgeen vvy ons er vau voor
stellen. Are».
Wellicht eerder dan de schrijver van voren
staande beschouwingen had durven verwachten,
is reeds een gedeelte van zgn wensch vervuld,
door de uitgave van: ?De Militaire JW, cor
respondentie- en advertentieblad voor het Leger,
de Marine, de Schutterijen en de
Weerbaarheidsvoreenigingen," w a ir van h-r, eerst* nummer den
Ie October jl. het licht heeft gezien te Breda, bij
den Heer C. J. Langandam. [RipJ.
BIBLIOGRAPHIE.
Utilitair Blad Nr. 18.
Iets omtrent de najuarimameim'öï, gehouden
door de troepen dor Ie Divisie Infanterie. Depots
by de Veldurtjllerie. De oprichting eener
N«3erJatidsche Vereenigiog tot kosteloos verschaffen
van Kunstledematen. De ?Armee d'Afrique".
Iet* omtrent de ontwikkeling der Franscbe
pnntservloot. BezToptingen voor Oorlog en Marine
voor 1883. Wijziging in de yizierkleppen van het
geweer klein kaliber. Anti-dienstvervangingsbond.
Verschenen boeken aan de Kon. Mul. Academie.
Benoemingen enz.
De Militaire Spectator Nr. 10.
De Fransche wet van 16 Maart 1882 op de
administratie van het leger. Hot besluit van don
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië van
2 Juni 1832, No. 10, door W. J. Havengn, Oud-chef
over den topographiachen dienst in Ned, Indië,
Da ?bespreking" van de brochure: de zaak van
den .Luitenant Klei), enz. door a + b. in het In»
ditch Militair Tijdschrift No. 7 van dit jaar, be
sproken door Th. KIe i j, Kapitoin-kwartienneestet
bvj het Nederl. Indisch leger. Critiek over
vredesmanoeuvred, door W. F. Rapp.trd. Dn oorzaken
vau het onheil in de legerplaats op d«
Oldebro-ksche luide, Boekaankondigingen. Overzicht van
Huitenlandscho tijdschriften.
SCHAAKSPEL
So. 41.
Vin J. Uiases,
(D.Sch.Ztg.)
ZWABT.
a b a de / j h
? WIT.
Wit speelt voor en geeft In 9 Katten m*t
OplMsing van Schaakproblesm No. 39,
l O B ? O II B 7 ? B 01 (»
3 P 8 ? B i ?*- Tntof »nd»rs.
8 Paard of Dame «et mat.
l ..... * B 7 nt A 7 (b
a P 8 ? B 4 + W»t zwart wil.
8 Dune of Ptird zet mat.
P>)
l A4-B6
3 F 8 ? B * +? Ad llbitam.
8 B i nt 0.4 of Paard of Dam» «t nut.
Hos; ontvingen wU jnlate oplouingwi vin No, 89 raa
J. X. F. «n J. L. ook 10, beld.a U Au»Urd*m an V. H.
op T«x*l. ?
Van Ho. 40 van 8. v. W. U CaUmborg; W. r, n. U
Dtlfti'J. B. O. d. P. teBruMl; Prtoo«? Dalft; W. d, V.|
Bftai; frotü» QurUt; H. N. d. V.; O. £ O. Mr. F. A.
jk JLj Jfet^aiièni^aUM te Asutardan, aUuswle J. X X.
No. 276
DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
FEUILLETOff.
tsaük in 't Panopticum.
AMSTERDAMSGHE SCHETS,
door
Justus van Maurik Junior.
II.
Met de catalogus in m\Jn hand, ben ik
verder gekuierd. Ik kan je met een woord
van waarachtigheid verzekeren, dat je hoe
langer hoe meer verwonderd staat over al
do pracht, 'k H«b nog nooit zooveel keizers
en koningen by elkaar gezien.
Eers'. onze geëerbiedigde Koning Willem III,
gezegend zal hij zijn, in zyncostuum als Ridder
van den Kousenband. Wat een pracht I wat een
pracht van een kousenband I 'k Heb onzen
Wittern heel dikwijls gezien op den Dam,
als Z. .M. naar de Arlis reed of in de balcon
van 't Paleis kwam, maar zóó fijn en kostelijk
aangekleed was hy nooit. Wat een kaap
man l en' wat een heerlijke mantel, 't goud
Icit er een half duim dik op en een hoed
met pluimen; in één woord «keurig l" 'k Was
eerst heeleraaal in de stilte over dat mooie
beeld, maar 'n mensen wil zijn hart toch wel
eens lucht geven en daarom zei ik tegen een
dame die naast me stond, altijd heel beleefd
hoor l »\Vat zeg je er van juffrouw? Is 't
niet overbeheerlljk, dat is nog eens een maje
steit om groolsch op te wezen." De juffrouw
draait hanr hoofd om, kijkt me aan en zegt
niemendal. »Zeg je niks" vraag ik; ze draait
baar hoofd naar de andere kant en toen
weer naar my, maar ze zei nog niemendal.
Zie je, daaraan merkte ik dat 't een
wassenbeeld is, want een mensen van vleesch
én bloed kan toch niet stom blijven als hij
voor zijn Koning staat; ik ten minste niet,
ik riep inwendig; Leve Willem IIII
'k Heb met medelijden gekeken naar de
Jongeheer Napoléon, tLocloe!" noemden ze
hem 'in de wandeling eu weet je wat ik
dacht? »Loeloe! jij bent gedochte door een
Zoeloe!" Och mensch! wat hebben ze hem
te pakken gehad, die arme jongen,
hardstikken dood hebben ze hem gemaakt, met de
ussagaaien. Zijn moeder, de Ex-Keizerin
Eugenie, staat er bij in den rouw, met een zuur
gezicht. Wat een wonder dat 'tgoeie mensen
beiinuwd kijkt, want al is ze keizerin, ze is
tocli moeder ook, verstaié! Een heer die
negens mijn stond, zei: dat ze zoo'n landerig
gezichl zet, omdat er in diezelfde zaal zooveel
Duitschers staan en dat, ze ronduit gezegd
aan de PruUsen een broertje dood heeft,
omdat zy hen de kool niet kan vergeven die
ze haar en haar man zaliger in Ao 1870
ge"sroófd hebben; nou 'k moet zeggen voor haar
S leizier is zij in dien tijd niet uit geweest.
ajr ik wou, dat ze nog eens aan den gang
gingen v,in wegen de extratijdingen, daar heb
ik destijds een goeie massel mee gemankt.
Over haar zit Z H. Paus Pius IX zniiger;
daar heb ik ook men pet voor
algenotnin, want de goeïgheid staat op zijn ge
zicht te lezen. Zijn portret zou me een boel
beter bevallen, dan dat van meneer
RocheJbrt, de man van de lantaren. BOT!l wat
een tronie, wat een oogen, een echt gezicht
om de kinderen mee naar bed te jagen.
In de catalogus staat, dat hij verbannen is
geweest als oproermaker. Of ze gelijk had
den, die Franschen. Oproermakers moeten de
laan uit. Je kunt duidelijk zien dat
Garabelta, Thicrs en Gcévy die vlak bij hem staan,
niets met hem te maken willen hebben.
Ze houden met zijn drieCn een buurpraatje.
Uochefort staat er achter, en kijkt ze inden
nek. Nou! misschien hebben ze hem vroe
ger' ook wel eens in den nek gezien! Dat
's dan 11 er om leer.
De Keizer van Duilschland is een mooie
ouwe man, hij staat tusschen Frans Joseph I,
Keizer van Oostenrijk eu Alcxnnder III, Czaar
uil.u- Russen. ? Daar had ik pleizier in;
drie groote potentaten bijeen, wat een
machlighcid, en wat hebben ze hier weinig
in ie brengen. Als ze mekaar altijd zoo
goed verdragen als in 't Panopticum, krijgen
we nooit oorlog. En Isaük wenscht ze ge
zondheid en lang leven. De Czaar mocht
willen dat hij 'thuis zoo gerust kon staan,
als hier in de Amstelstraat, maar daar scheelt
een boel aan. ? Hoor eens! al heeft, hij
nog zoo'n mooi pnkjc aan en een pracht van
oen helm op, Isaük wil niet met hém ruilen.
Liever een kelder met water, dan een puleis
inet Dynamiet l
De Koningin van Engeland is een
iat-soenljjk dik vrouwtje, en haar zoon de
prins van Wales een knappe man.. Ze
kijken echt op zijn Engelsen, dat is te
zeggen(, t ver velend". Wonder is 't niet, want
't is'me een baan'je om altijd dóór't publiek
te worden aangegaapt. 'K heb waarachtig
medelijden met de Koningen en Vorsten, ze
bennen om zoo te zeggen eeuwig en altijd
te kijk. Iedereen heeft wat over hen te
zeggen, zij maken het nooit naar de men
seden hun zin; ze mogen doen wat ze willen.
In dat _opzicht heb ik't beier, waarachtig!
zeit iemand legen mij: iJsaak je poetst men
schoenen slecht, en heb ik 't naar mijn idee
heel goed gedaan, dan zeg ik: >Ben j'e niet
tevreden, poets dan zeil! Dat kunnen zijlui
niet eens doen. Verbeeldt je eens dat een
majesteit zeggen kon: > Regeer jij zelf".
Godbcwa irme, wat een huishouden zou dat geven.
Over Cismarck, die een eindje verderop
staat, wij ik maar niet spreken; 'k ben niet
dol op hem. 'k Vind de Oude Frits veel
aardiger, zooals hij daar op zlln stoeltje zit
en schuins weg alles bekijkt, de beelden en
de menschen. Dat 's een erg natuurlijk beeld,
je zou zweeren dal de man daar even is
t;aan zitten om uit te rusten. Alexander de
J l, de dooie keizer van de Russen, staat naast
dé Généraal Loris Melikoff, No. 85, de her
vormer T» bet nissische rtfk. ? Ik dacht
zoo bU men eigen: wat een aardige naam
»Loris T' daar lut veel in. ? Waarom? dat
zal ik je zeggen: Hervormt hij goed, dan
zeggen de menichen: één Loris Melikoff,
boor je! Hervormt hu slecht, zullen ze roe
pen: »een lor is Melikoff t ? Begrepen?
Weet ie wat jammer is? ze hadden een
paar nihilisten naast hem moeten zetten, dan
had je de grap beleefd, dat hy ben en zy
hem niks maken konden,
'k Had non in die groote zaal zoowat alles
gezien; raUn boertjes zaten nog maar
trouw in de glaasjes van de kijkkasten te
speculeereo. ? Ik dacht: Blijf gezond t ver
maak je er mee, ik ga de kleine zaal in,
waar 't Koninklijke buis bij mekaar staat ?
'k had al uit de verte gezien, dat daar wat
fijDs te kijken viel, maar 'k wou 't beste voor
't laatst bewaren.
Voor dat ik binnenkwam stuitte ik op een
heer met een chocolaadkleur. 'k Zocht in
mijn boekje op, om me de explicatie te ge
ven. No. 57. Ceichwayo, ex-koning van de
Zoeloe's. ? Grootmogendste liefde! wat een
vent, bruingebakken hoor je! en lippen, zes
paar gewone kunnen er uit. Hij kijkt erg
verliefd, zoo uit de hoekjes van zijn oogen.
Ik heb ereis in de krant gelezen dat hij een
zoon is geworden van Koningin Victoria en
dat hij zoo'n voorstander van de afschaffing
is. Wat zal die koningin blij geweest zijn
met zoo'u zoontje, 'k Heb hem eens eventjes
op zijn hoofd gevoeld. By mijn leven! hij
heeft piardenhaar. »'t Is een groote liefheb
ber van de vrouwen," zei een heer, die er
ook voorstond ? hij heeft zelf gereclameerd
bij zijn moeder Victoria dat hij er maar vijf
had, ea hij vroeg om vijf anderen voor de
variatie, omdat 't eerste stelletje hem begon
te vervelen. Lieve vader wat een man! 'k
Heb hem nog eens goed hekeken en toen
zag ik dal hij wel een stuk or vier trouw
ringen draagt en een dubbelde ketting op
zyn vest. 't Is zeker zijn trouwpak dat hij
aan heeft. Jongens! Jongens! wit een goeie
klant voor de burgerlijke stand!
Kijk! daar rijm ik, dacht ik, dat komt
zeker omdat ik eerst bij die Duitsche Dich
ters heb gestaan aan de overkant. Schiller
ea Goethe heeten ze; waarom zetten ze
Meijer van den Dam er niet bij, dan was er
tenminste ook een Hollandsche dichter in 't
Nederlandsche Panoplicura. Afijn! ? mis
schien komt hij er ook nog in als hij »za
liger c is.
Mei eerbied ben ik toen de kamer in gegaan
waar het Koninklijk gezin staat. ? Zoo iets
heeft Isaflk nog nooit gezien, dat is mooi, bij
mijn gezond! dat 's prachtig? Geloof je wel?
d&ar ging Isaflks hart open. Onze go^ie ko
ning, de lieve koningin en dan 't kleine Prin
sesje. God laat ze allemaal gezond bij
mekanderen. 't Is een heerlijk gezicht. De koning
kijkt zoo vriendelijk en pleizierigdaljc merkt
dat hij in zijn schik is; de koningin steekt
haar armen uit naar haar kindje, 't Prin
sesje ? heb je ooit zoo'n lief schepseltje
gezien. Wal zitten ze daar huiselijk bij elkaar,
je zou zweeren dat 't gewone menschen wa
ren, 'k heb heel diep mijn pet afgenomen en
ze gezegend. Gezond zullen ze blijven, geze
gend zy zijn regeering en dal hun dagen
verlengd worden, amen!
Ik bleef er wel een kwartier voor staan
en als er iemand was gekomen, die iets ten
nadeele van hen zou gezegd hebben, 'k.had
me zoo waar, zal ik levend blijven, voor
haarluï dood gevochten hoor je! Ik kon er
maar niel van daan komen, ik heb in mijn
eigen gezongen: >Dp koning leev!" en toen
ik 'teerst couplet uit had ? heeft Isaük nog
eens goeien dag gezeid aan 'l kleine prinsesje
en stiekem geroepen illoezee voor de heelo
familie!"
Toen heb ik me omgedraaid en bij mijn
ziel, 'k werd er bedroefd van, toen ik at die
vorsien zag die »zaliger" bennen. Koning
Willem II zaliger Prins Froderik zaliger,
wat een goed oud'..gezicht heeft die Prins,
Prins Hendrik zaliger, 'n best mensch ge
weest voor de arme lui ? "n boel gedaan
voor iedereen. Onze kroonprins zaliger, 'k
kreeg de tranen in men oogen toen ik hem
aankeek, wat één schoon man,
wateenpleizieiig gezicht; God! wat een jimmcr dat hij
zoo vroeg is gestorven, Dt* tegenwoordige
Kroonprins, heb ik ook eens niet ntlenlie be
keken en hem voortdurende gezondheid
pewenscht ? wnnt als 'l God blieft wur.lt hij
eens mijn Koning en 'k heb eerbied voor
alles wal Oranje heet. Kijk toen ik dnnr voor
hem stond ducht ik. 't is toch allljd voor
ons volk een goed Vorstenhuis geweest en
onwillekeurig zont; ik: »\Vij leveu vrij. wij
leven blij!"
Of je me" nou gelooft of niet, die koninglniner
vindt Iziiflk de mooiste van nllemnnl, en wat
een pakjes ? wat een overbeheerlijke
kleeren ? ik geef stuk voor stuk voor ieder
costuum vijf rijksdaalders en voor sommige
nog een paar dubbeltjes meer.
De generaal Ver?pyck taxeer ik alleen aan
goud enz, op 25 gulden; hij staat voorover
van al de ridderorden. Wui een keurige
uniform ? en dan van S wielen, dito dito,
fijn! die heeft heel wal aan 'lPanopticum
gekost maar aan 't gouvernement nog meer,
afijn! ze mochten willen dat hij maar weer
in Atchin was om die zwarte rakkerts mores
te leeren want als je de kranten gelooven
kunt, is 't daar niet alles goud wat er blinkt.
Generaal van der Ileydcn slaat tegenover
Z. M. de koning. Zijn linkeroog is naar de
maan, maar hij kijkt met zijn andere oog
naar Zijne Majesteit als of hij zeggen
wil ? «Sire, als je 't kommandeert dan
heb ik mijn andere oog ook nog voor je
over!" Hy beeft een beetje een stijve nek,
wat een wonder, als je halve huissluiting
hebt, doet je hals bepaald ook pijn. Aan
de eene kant naast hem, slaat een Arabier,
Ilabib Abdul Rachman, een chocolaad vent
met een blauwe sanuar aan, stijf van 't goud.
Hy heeft knapjes rusie gehad met generaal
Tan der Heyden, maar toen by goed op zijn
tabbaard had gekregen, zei;h^j: t Generaal ik
kan tegen de HoUandsche jongens niet op
en hij onderwierp zich even als Panglima,
die aan den anderen kant zit en ook na
lang vechten is beginnen te begrijpen dal
Generaal van der Heyden hem den baas af
werd. Hit is er by gaan zitten omdat hij
moe van rt bakkeleien was.
In den boek bij Traam slaat do Prins von
Wied. Zijn hoogheid'kijkt achter zijn bril om
naar Prins Frederik en Isaak dacht daarbij
in zyn eigen ? God geve iedereen zoo'n
schoonvader. Naast den Prins von Wied
moest eigenllljk zijn gemalin, de Prinses, staan,
maar ze was er niet en toen ik aan den
oppasser vroeg hoe of dal kwam, zei hij:
dat 't beeld niet in orde was. Wat een
wonder! 'l Slaat voortdurend op den tocht
van 't raam; dat kan zelf een wassenbeeld
niel uithouden.
Weel je waar ik me over verwonderd heb 7
Over ,de lijf^renadiefen van Z. M. de Koning,
dat ze met bun rug naar de Majesteiten
staan, zie je dat zou ik onmogelijk kunnen
uithouden. Als ik de Koning zie, bij mijn
moeders leven! ik maak dadelijk front! ?
haak is toch ook soldaal geweest en weel
hoe 't hoort.
'k Was door al 't moois wat ik zag
heelemaal aan men bocnjes vergeten en 'k dacht
'k zal ze op gaan zoeken, ze zullen nog wel
bij de kijkkasten zitten. Morgen brengen
hoor! ze waren weg; nou dacht ik, mijn een
zorg! ik zal zonder jullie er ook wel komen
en ik sukkelde de trap op naar boven.
Mensch! Mensch! wat een gezicht als je
boven komt vóór de Mnrkerkamer. Je zoudt
meenen dat je op 'teiland zelf was. Daar
heb je geen uitlegging bij noodig, je zift
duidelijk dat die visscher binnenkomt, met
de woorden: »Jongens! de schuit is kapores!"
Is me dat netjes gemaakt l 't Is geen wonder
dat de meoschen zich verdringen om 't te
zien. En dan die martelares, die juffrouw
daar naast, die op baar rug feit in 'i water
in den maneschijn. Jammer! jammer! van
die mooie meid! dat ze 7.00 ellendig ver
dronken is. Wal een zonde dat er in dien
tijd geen maatschappij lot redding van dren
kelingen wos.
i-e M l ioencn Juffrouw heb ik daar ook
gezien, Jannetje Struijk, ze staal vlak bij de
üruwelkamer. Dat ia een fcic.il iüéd geweest
van de directie, om haar duur te zetten, want
nu is ze er stibiet in als 't blijkt dat ze een
oplichtsler is. Is ze geen oplichtster dan gaat
ze er toch in omdat ze zoo gruwelijk veel
geld heeft.
Ze heeft een gezicht net als een fatsoen
lijk mensch, alleen zijn haar schouders een
beetje uit 't lood, zotrals de timmerlui 'i noe
men. ? Dat komt door 't voortdurende geld
lellen van de rechterhand in de linker. Op
'toogenblik zit de Millioenedame in de doos.
Daar zoekt ze misschien erwten en boonen
uit ? 't is zindclijker dan geld tellen, maar
niet zoo profijtelijk.
(Wordt vervolgd.)
DE CHAMPAGNE-WIJN.
Naar het Zvreedscb van Frans Hikael Franzón.
Drinkt! Zij vervliegen de luizend»
Parelen ; drinkt l
Hangt; a! Het fijnste, het eélst zal ontglippen,
't Vlucht met den geest weg, die vonkelt en blinkt.
Water, slechts water bevochtigt de lippen
Van wie, verdwaasd, hangt aan 't schuim dat
venlinkt.
Arme, ze ontvliên de zoet ruüchende
Uren; geniet!
Lach en gevoel in hun hoogte verfijning
Prikklen, maar gaan in »erdoovioff te niet.
Grijpt in de vlucht iedre vreu^anverschijning:
't Hoogst «tint de vuurpijl, juist als hjj verschiet.
Stiel vliedt op narde de biuischende
Vreugde, ach zuó «nel!
'» Joufïmffs ^c'paunen vmvnclitinff bepalend
Nu hy den boker, den zang of het spel,
Dun bij een mondje als een rozeknop pralend,
Wijkt ze, al te ras.' weer voor zorg en gekvel.
BEETIIOVENS SEÜNSÜCHTS-WALZEB.
Naar het Zweedsch van Zach. Topeliu»
Hoe vliedt gij mijn blikken 200 smachtend en teeder?
llue lukt. en verjrukt gü me e» ftpecltgijmet mjj ?
D« hcrfdtlmivn uees'lt-n de bloemokena neder,
Wie kan w.-êr de lente ons herscheppen als gij?
J)ekicten, vertfefen,
Vervolg ik vermeten
O zaligheid u! maar kom nooit n nahjj l
Ik dronk uwen ncktar io tchittrende zalen,
Ik lisple der maagd uw verrukkelijk lied,
Ik ademde 11» grur in de hloeiomle dalen,
Vergeefs! dnar gij «Ua* rayn' omhelzing ontvliedt.
Als tievelheeld zweeft «y,
Van't tranendal streeft gtf
Weer opwaarts naar 't eeuwige «Urrengebied.
C. E. Broffls.
DE NEÜERLANDSCHE CENTRAAL
SPOOUWEG-MAA-TSCliAPPlJ.
De bonafide inschrijvers in het kapitaal van de
Nederlandscho Centraal Spoorweg Maatschappij
hebben tot nu toe gwen reden guhad om er zich
over te verheugen, dat de coucessie voor het
bouwen van eeuo I^n van Utrecht naar'Zwolle
in 18üO roet Listen «n lurten is overgenomen.
Up de a pari geplaatste aandeelon ia het kapi
taal van fB.OUO.OOU werd van 31 October 1863 tot
heden-slechts eenmaal één klein dividend betaald.
Evenmin hebben de houders van de 3
j<Ct-obligatiën, die iu 1863 door de Maatschappy voor
40 pCt, ongeveer zijn afgegeven, lang genot ge*
?maaJit van hunne goedkoope geldbelegging.
Reeds in 1S64 moeit ona verschillende reuenen
de schuld woiden vergroot en volgde eene nieuwe
uitgifte van f 3,024,635, nog Iraneden dea koer*
der eerste emissie. ,
Zoo begon de Maatschappij, die bestemd wai,
?Om eene eervolle plaatst onder de groote onder
nemingen in ona vaderland in te nemen1', hare
werkzaamheden met een AandeelenkapiUal groot
f 5.000.000 en eene tchuld van fr. 24.600.000 of
f 11,615.000 (Annuïteit f 875.000).
Al spoedig bleek, dat de slecht gebouwde weg
de iwue luten nog niet dragen kon; ruin een
i van ptrooht naar
moeit de
eonponn*> de opening van de !
pen, den Itten Juli 18<
betaling achterwege bliiv«n.
De bekende schikking van 14 Februari 1867 met
de gioete meet derheid der Obligatiehouders
volgde: het zuiver* bedrag der wio»t en zou wor
den aangewend lo. tot aflossing van Obliga
tie» volgens Ubel: 2o. tot betaling der twee
laatst verschenen nalf-jarige coupons. Ingeval
het luiver bedrag der winsten niet toereikend
mocht i(jn tot volledige betaling KOU het worden
aangewend tot betaling van een gedeelte daarvan
op rekening en het verschil worden bjjgepait
met uitgestelde rentelooze schuldbew\ji«n. De
helft van de winsten boven de volledige betaling
van de rente en de afgeloste OblijcatiSn zou wor
den aangewend tot deining der uitgestelde schuld
by loting; de andere 'helft zou onder de aan
deelhouders worden verdeeld.
Kaar het geveelen van vele Obligatiehouderi
werd dit accoord niet behoorlijk nageleefd; zij
beweerden dat verbeteringen en vernieuwingen
werden bekostigd uit bet surplus der ontvangsten
boven de exploitatiekosten en dus de
obligatiehouders werden benadeeld in het belang der
aandeelhouders.
De beweging, dio op touw was gezet om hier
in verandering te brengen werd wel ii waar niet
genoegzaam gesteund, maar bleef toch niet zon
der gunstige gevolgen.
Immers i(jn tedett 1878 de nitkecriogen aan
obligatiehouders gtooter geworden; in het jaar
verslag van 1880 werd de hoop uitgesproken,
dat de serie van jaren gesloten cou kunnen
worden, waarin de Maatschappij genoodzaakt
wai gebruik te m^kén vau het uitgeven van
uitgestelde schuld voor een deel der verschul
digde rente en inderdaad kon uit het op 31 Mei
1832 gesloten boekjaar niet slechts de uitloting
en afloteing volgens tabel, maar ook de volle
rentebetalmg op de obligatiün plaats vinden, ja
zelf* aan de OAiideelliouders eenig dividend, hot
eerste iu twintig jaar, worden uitgekeerd.
EinJelgk zoo meende mm zouden dan toch de
pbUgntiehouders de hun verschuldigde rente ont
vangen en do houden van uitgestelde schuld
worden afbetaald ; eindelijk zou ann de aandeel
houders iets ten goede, komen van hetgeen op
onbillijke W\JM d«u obligatiehouders was ont
houden.
Aandeelhouders en obligatiehonders, gij hebt
n schromelijk vergist, u gevlt-id met ijdele hoop.
Geheel onverwachts, zonder dat de directie der
N. O. er zelf t erg in had, dreigt eene concurrentie
de ontvangeen uwer maatochappü te verteren;
een paar ton zijn in de eerste jaar of wat wederom
voor vernieuwingen dringend noodig ; in 't kort de
omstandigheden styn plotseling ?bedenkelijk" ge
worden. zoc. bedenkelijk, dat de raad vau admini
stratie der N.C. een gewillig oor leende aan de u
bekende voorstellen van de Maatschappij tot.
ExC' 'Utie vau Staats:poorwcgen, die de beleefdheid
Imar op de gevaren te wijzen en van wier
onpartijdigheid? in deze zaak ieder doordrongen is.
Vermoedelijk heeft dia onpartijdige raadgever
haar ouk gewezen op de voordeelen aan deze
iud«rd-ind ingewikkelde voorstellen verbonden.
Het is echter zeer twijfelachtig of de obligatie
houders en aandeelhouders van sommige dier
voordeelen wel willen weten, ja, ik houd my ver
zekerd, dut de pas benoemde commissie uit de
oblit'aüchonderii rolle rentebetaling znl blyven
eischen en protesteeron cal tegen de maatregelen,
welke de positie der gerepresenteerde
«cbuldeischers zouden kunnen verzwakken.
L)e aandeelhouders zijn, het moet erkend wor
den, «enigszins gewaarborgd tegen de gei aren
waarop de Exploitatie M,u zoo. .loijnal wits te
wijzen; by aanneming van net ontwerp-contract
ontvangen zy tiooit minder dan niemendal, eteeds
opklimmende, totdat zjj_ in 1915, dus reeds over
een 30 jaar, bijna 2 pCt. kunnen ontvangen, ja
irt 1950, na aflossing van alle obligatiën zou het
dividend misschien tot 6 pCt kunnen «tijgen.
Waarlijk ?de toestand zoowel van aandeel- ah
van obligatiebouders zal op den (langen) dnttr
belangrijk verbeteren."
Volgens de bij het ontwerp- contract gevoegde
berekeningen zouden de aandeelhouders in 1383
niets, in 1804 ruim f4000, in 1889 / 37.000 kunnen
ontvangen, ten minste zoo de ontvangsten der
Exploitatie My. met G pCt. van 1883 op 1884 en
tut 18S9 gemiddeld met 4 pCt. 's jaars toenemen.
Gesteld uu, dat b(j eigen exploitatie de Cen
traal wezens de zoo gevreesde concurrentie in de
jnren 1882 tot 1889 niet meer ontving dan in
1881, zegge pi. m. / 867.000 en dat na aftrek van
uitgaven voor de exploitatierekening, na betaling
van huur voor gemeenschappelijke stations enz.
van wagenhuur en wagen-réparatiën, van
bijdrag n tot liet pensioen- en onderstenningsfonds, enz.
daarvan overbleef pi. m, f 4(13,000 of 52 pCt,
evenals dit in 1081 het geval waa; stel dat tot
1882 voor vernieuwingen bovendien f 200.000 of
pi. m. ( 30.000 's jaars wordt uitgegeven, dan
nog ziin de uitkomsten in die zeven jaar veel
beter dan b|j de exploitatie door de
Exploitatie.
eigen exploitatie is bovendien de bezitting
met / 200.000 vnrmeerderd: b\j exploitatie door
de Exploitatie-Maatschappij blijft deze eigenares.
Maai* welke ook de. opvatting moge wezen over
de onderdeden van bit contract, in hoofdstrek
king geeft de N.C. hare onaf hankelykheid geheel
prijs. Zij geefr. de kans op, om bij oudere
ilaatBchappijt-u betere voorwaarden te bedingen en stelt
zich nu vrees voor concurrentie, waarvan het groote
gevaar door velen niet wordt anngeno'meu, geheel
in handen van eene andere Mij. die tegen eene
goede belooning ^lleronbeduidendita waarborgen
ann obligntitjn wil geren en die voor de
aandeelhouders geen enkele verplichting op zich neemt.
Het behoeft geeu betuog, dat de aandeelhouders
onder deze bedenkelijke omstandigheden geen
?gewillig our zullen leenen aan de voorstellen bun
door den Raad van AdminUtratie gedaan en dat
een voorstel om het bestuur der N ederl. Centraal
Spw.MiJ. jaarlijks eenvoudig / 20.000 en vrij reizen
te geven, met liehoud van titel, evenveel kans van
?lagen zou nebben.
AULEHLÜI.
RAMP ADDER.
Het Centraal-Comité tot het inzamelen Tan
gelden voor de nagelaten betrekkingen der be
manning vnn Zr. Ms. Rammonitor Adder en het
ytrdeelen dier gelden, bericht dat bedoeld comité
in xüne jongste vergadering zioh heeft
samengerteld als volgt: :
Vice-Admiraal R, L. de Haet te Willemioord,
President; Uurgemeester van Amsterdam Mr.G.
van Tienhoveii. Vice-President; Durgemeester
van Rotteidam Mr. S. A. Vouiiig Meinesz j Our-.
gemeestcr van 's-Gravenhag.i Mr. J.. G. Patyn.
Luitenant-Generaul N. van Willet te 'f
Gravenhnge. Secretaris-Generaal b. h. Dep. v. Marine
L. J. T. Broekboff te 't-Gravenhage; Jbr C.
Harten te Amsterdam, 1ste Penningmeester;
Mr. E. N, Rahiuen te Amsterdam, 2de Penning
meester; J. v. d. Ven, Griffier bjj de Directie der
Marine te Amsterdam, Secretaris.
Het comité verzoekt beleefd aan de
Sub-Commissiën en andere corporatiën die zich met het
in ontvangst nemen van (relden voor dat doel
bobben belast, da gelden die tot dot verre hij
haar zijn ingekomen, wel aan den heer Jhr. C.
Hartten, Frederiksplein No. 84 alhier te willen
inzenden.
Namens het Centraal-Comité,
J. VAN DB VEN, Secretaris.
Amsterdam, 26 Sept
-fili-fNa de Intornatlonale Tentoonitolting in 1683,
de Landbonw-Tentoon>telling in 1881, zal hivt
in 1886 het Vde congres voor blindenondciwiji
gebonden worden. Het I Vde had dezen zomer te
ï'rankfoit plaats, waar Amsterdam, indien het dit
werschte als volgende plaats van bijeenkomst werd
aangewezen. Amsterdam nam ann, eu al dadelijk
mocht men «ich in de meest geweuschto mede
werking verheugen en had de Commissaris dae
Konings in deze provincie,' jhr. mr. J. W. M.
Schorer, de welwillendheid het eere-voorzittertcbnp
te aanvaarden, terwyl-verder tot eere-led»n YPÜ
het bestuur benoemd werden de bh. jhr. mr. C.
J. A. den Tex, eere-voorzitter der vereeniglng;
Jh. Fock, voorzitter en mr. Th. Schiff, secretaris
van bet bestuur over het Instituut tot onderwijs
van Blinden; W. Hovv, bestuurder van de Werk
inrichting voor Blinden alhier; dr. W. M. Gun mug,
hoo^Iecraar-directenr van het gesticht voor oog.
lyders; L. P. van Son en F. J. W. II. Sobmita,
bestuurden van de .Prins Alexander Stichting"
te Bennekom; mr. W. W. van Lennep, wethou
der van onderwj|i te Amsterdam; dr. 1). J.Steun
Parvé, inspecteur van het middelbaar onderwij* te
's üi-avenhage; dr. A. Moen», inspecteur v«n het
l«ger onderwyi te Amsterdam; dr. W. B. I. van
E\jk, Suhoolopzieber in het district Haarlem; Dr.
J. van Gean», Geneesheer aan het Instituut en
aan de Inrichting voor Volwassen Blinden: J.
Matthcs, Algemeen Thesaurier van de nfdeeling
Nederland en medcsopriohter dnr Internationals
Vereenijjing, te Breukelen; D. IIir»ch, Directeur
der Inrichting voor Doofstommen te Rotterdam;
Mr. J. G. de Witt Hamer, Voorzitter va-i het
Comité Leeuwarden, meda-oprichter
derVereeuiging; Mr. W. van Weideren Baron Renners, Uur*
gemeestor van Leouwardeu, lid van het. Comité
aldaar; Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet,
lid van het Hoofdbestuur te Opstkapelle,
meerendeels allen leden der Afdeeling Nederland der
Vereeniging.
Voor de eigenlijke leiding der voorbereidend»
werkzaamheden, als regeling* commissie, waaraan,
volgens bestaande gewoonte, later waarschijnlijk
ook bet Bestuur van 't Congre' zal wordeu
opfedragen, werden benoemd do HU. Professor Dr.
'. C. Donders te Utrecht alt Eere-President, J.
H. Meyer. Directeur van het Instituut tot Onder
wij) van Blinden en algemeen-Secretaris der Af*
deeling Nederland als Voorzitter, E. U.
LavanchyClurke re Parijs en W. Meeker, Directeur der
Pro». Rliein. Blinden Anstalt te Duren, Hoofd
redacteur der Blinden'Freund, als
Oi<der-Voorzitters, A. C. Wcriheim als Penningmeester en
M. A. Perk, Voo. zit ter der afdeeling Nederland,
als algemeen Secretaris.
Aan het congres zal verbonden worden eene
internationale Tentoonstelling van leermiddelen
voor en handwerken vervaardigd d»pr blinden.
Kosten van allerlei aard maken buitengewone
bijdragen zeer gewenscbt; do heer A. C. Wertheim
alhier, Penningmeester der Nederlandsche afdee
ling zal sich gaarne met de ontvangst belast n.
Naar wfl vernemen heeft de nieuwe zwem- ea
bad-inrichting-aan deRuj terknde niettegenstaande
den cnguustigen zomer zooveel succes gehad, dat
de Directie van plan is, bet buitenbad voor de
dames ta verffrooten en ook aan dn
heerenafdeeling meer kleedkamers aan te brengen.
Een instelling van welbegrepen liefdidighe'd
is de maatBcbappij tot opvoeding van weezen in
het huisgezin, die haar 8ste jaarverslag deed
verschijnen. Reed< lüö weezen heeft zy een
huiselijk leven bezorgd, en van verreweg da
meeftten hiervan de beste resultaten gezien. Ha>r
weikkrinar strekte zich" uit Over verschillende
belijdenissen. Zy telde onder hare pupillen l' 2
Hervormde, 35 R.Kath., 6 Doopsgezinde, 12
Israëlitische, 8 Luthersche en 2 Reinpnstrant-cbe
weezen. Slechts 4 kinderen zyo in die 8 j" r ge
storven, een bewijs dat niet alleen fj'-^tM.k,
maar ook lichamelijk de tnatlanhiipptj geluk ig
in hnre keus van yerplegingsoorden ge...ut is.
Dat zü Laren werkkring nog zou knnneu uitbrc den
eu dit gaarne zou doen, indien hare financiën het
toelieten, spreekt van zelf. Voorzitter is l/r. D.
J. Tideman, dir. ster. de heer M. W. Scheltema.
De piano's Ascherberg, waarvan de heer C. L>.
Mattern, Gelderschekade, agent is, worden stet dl
me.T gewaardeerd en bekend, liet jongste pro
spectus bevat aanbevelingen van Saint-Saëns,
Scbulhoff, Gernsheini, Sarasate, Ignaz B rul l en
andere autoriteiten. Voor de muziek-avoiidoa van
het Conservatorium te Drwden werden
Ascherberg-vleugels gebruikt.
Maandag 16 Oct 1882 en volgende dagtn zat
een rijke verzameling vun boeken over alle vak
ken verkocht worden bij den heer LI. G. Bou;t
Warmoesstraat bij de St Olofsuoort 35
Een arbeid waartoe, behalve het talent en de
gegevens, eeuo ontzaglijke mate van geduld en
toewijding noodig i?, werd door den oud-hoog*
leeraar t-vers in >yn werkzame rust ondernomen,
eene Statistiek, economisch, Iiygieni<ch, staatkun
dig, als Ei/drogt 'tot de levr.liiingsleer van
Nederland. Het is van zulke bijdragen voorzien
dat de mannen die wetten vinden en zy dia
Hf.tren maken, althans met eenig zelfvertrouwen
kunnen voortschrijden.
Des oud-hpogleeranra studie van den loop der
ziekten sedert het begin dezer eeuw, geelt aan
de sterfte-tabellen eena bijzondere waarde. Een,
drietal graphsche kaarten ryn aan het werk
toegevoegd.
De heer Arn. Jansen heelt in het ttaatk. en
gtaatbuiih. jaarboekje voor 1882 eene
Poststatistiek van ae Europeesche staten over 1860 ge
leverd, die vooral omdat zy eenigzins beredeneerd
is, wuarde heeft. Zooall de heer Janken doet
opmerken, geven de statistiekeu der verschillende
landen nog lang niet al wat men zon kunnen
wenschen, daar de tabellen niet alle op dezelfde
grondslagen en om dezelfde perioden worden
Of gemaakt; toch zyn de opffaven die bet stuk
bevat over hut aantal poshnriohtiugen, ambte
naren, brievenbussen, in verhouding tot de dicht»
heid der bevolking, de verzending van. brieven,
dag- en weekbladen' en de finautiëele inkomsten,
zeer wetenswaardig.
Het onderwerp, waaraan da heer Bientjes to
Utrecht zijn naam verbonden heeft, dat van het
->eter ?evenwicht tusschen geest- en
lichaamioefeniog" voor onze jeugd, lieeft aanleiding ge
geven tot een zeer opmorkeiyic artikel van Dr.
Vit ui Bruinsma, in de Vragen des Tf/ilt, De titel
is: Ll/dtn lof) daaraan? en. de concliuie van
Dr. Brninsraa i», dat wij inderdnad niet zóó erg nan
de ?Ueberbüfdung" In'ion, als de heer Bicntjs»
meent en dat in uilen gevalle de ingrijpende ver
anderingen diede mannen der Olywpia- Vereeniging
voorstellen, al zeer gering z\jo. De gymnasiasten
in de noordelijke steden alt ham, schrijft de heer
Brninsma, drinken op bun 14e jaar nog geen
Beiersch en de meisje* rennen er liever door den
tuin dan dat ze er nuffig op kransjes zouden
zitten. En de voorgestelde veranderingen in da
school-programma'i zt)n niet ingrijpeud, vooral
omdat jui»t de vakken, die het i eist door den
heer Bientjes geschrapt zonden worden,?Ëngehoh
voor de jongens, Engelsen, handwerken en tang
voorde meisjes,? niet zoo geheel overtollig «tin.
?Twee vragen raakt Dr. Vitus Bruinsma slecht»
even aan, die eene nadere besprOKing van ïflnï
kant zeer zonden doen wensohen: het streven
om aan de kinderen juist alles door de school «e
doen geven, en het voorbijzien van het nit dat
voor velen het privaat-onderwijs zou knuuen
hebben. .
m
i;.
jv
il
j
! t
« *
:??*