De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 8 oktober pagina 3

8 oktober 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 276 t1 lili i il tl' WeeV zyn de net geteekende produkten van den Uuer Alox. Robert (1138?1139. De levensgro >to Dood vajt tenen putgraver door Emile Bacró w den schilder van het prachtige portret van Me v. S. waardig. Aardig U Het rouwbeklag in de sakrista, van FranoMco Satoron te Rome, Wanneer ik by mijne taxatie niet bijvoeg, dat teekening of kleur gebrekkig t(jo, dan wil dit stilzwijgen leggen, at ik ze voor voldoende hond. De tme portretten aan een tafel, waarvan ik gewaagd heb was van den Dnsseld. Ed. SohuliTkiïsen (No. 1207), die ook een Hink herberggevecht heeft bijgedragen. Aug. S*rrure, van Brussel, ia ook als schilder v«n het lichte genre seer te waardeeren (1230 ?Op uwe gezondheid") en Aug. Siegert, van Diissahtorf, met zijn fijne blonde kopjen op No. 1211 niet minder. De Brnsielaar, Eoa. Slittgeueycr, levert een goeden ?wapensmid" 1246. Lvdpold Speekaert bootst de oude schildenjf n n». Under den titel ?De duiven" van Jos. Stallaert (Ii75) zou men geen naakte vrouw vermoeden; 't is mooi van kleur, wat ruw van behandeling. De Heer Lod. Stracké van Amsterdam heeft tjjn verdienitelijke schilderij Spelende Jongen» in lut bad (uit de rom. kei Kerstijd) gezonden. Ik kan het Spelevaren van Jan van Beera niet coo afkeuren als men 't gedaan heeft. Het ie zeker vreemd een vaarpanü op een water, dat opklimt tot aan den bovenkant der schilderij, zonder ook naar eon handbreed lucht. Droefgeestigheid van den zelfde is heel vreemd ge«ncadreerd. fheatraal-armoedig, naar J. v. B. bluft een groot kunstenaar. De KrankMinnighcid van Gretchen is theatraal; 's Heeren van den Bussches Monteiievrynsch meisje wat blaauw in de tchaduwen. De Heer Edw. van Hove imiteert, 1432, Quinten Mtssy's. De 2 Dames van Frans Verhat roet htt Snüdsklced van de Grootmoeder zijn heerlijk van teekeiiing en kleur; toch wel wat bleek. Of er veel zulke mooye ?vulliakrabsters" z\jn als de door Th. vau der Beek v. Dosteldorf geschapene, durf ik in twijfel trekken. De Heer Gust. Werthtitner te Parijs expozeert eene in de lengte uitgestrekte Dame, gaïntituleerd: 2>e kus der Sirene. De vischstaart ontbreekt haar echter, ofschoon zU met de Dames van Makart gemeen heeft, dat de lang gestrekte onderbeenen wel wat livide worden. Ruben» liet zijne ftamandes zulke kunsten dan ook niet doen. Dat was alles gezonde en eerlijke natuur, zonder patchónli-genr. Ik heb, ongetwijfeld, vele genre-schjlders over geslagen, die melding verdiend hadden, 't Was dan niet ?uit arghofliit". Ik had bijv. van onzen landgenoot E. J, Bokten zijn dien en fijn humor moeien spreken ; maar te Rotterdam had ik hem reeds te woord gestaan, en op andere werken van hem kom ik te-rug. Prof. J. Alb. Tb, Ten genoege van het publiek en ter meerdere verscheidenheid zal de Koninklijke Yereeoiging: ?Het Nederlandsen Tooneel" dezen winter iedere week haar Rotterdamsche afdeeling in den Stads schouwburg doen optreden. Woensdag 11 en Don derdag 12 October nebben de eerste voorstelling«n plaats, bestaande uit De Zoon van Coralie ?'ea Aivhonse. De arüsten welke er in opkomen zijn. de aaien Catb. Beersmans, Burlage?Ver voert enz.; de Heeren D. Haspels, J. flupels, Faauen, enz. DE UITGAVE VAN HÜYGENS. Nadat de Heeren J. G. Frederiks in den Sptctator en Dr. J. ten Brink in het Zondagsblad de uitgave van Huygens aangekondigd en aanbevolen hadden, verscheen in den Spectator eene critiek van dr. George Penon. Reeds het opschrift: ?De eerderNederlandtche pkilologie en de nieuwe Huygens-uitgaye" geeft niet veel goeds te verwachten', en zoo is bet ook. Op een hatelijkcn, scherpen toon geeft dr. P. hier eene reeks van aanmerkingen, zóó, dat de twijfel bij uns opkomt of er niet iets meer achter steekt dan de eer onzer philologie. Dr. Penon valt, om t« beginnen, over de wijze van uitgaaf. 1) Hfl wil eene uitgave, zooals van de Latijnsche en Gneksche schrijvers gegeven wordt, d.w.z. een tekst, waarin alle fouten van Hs. en der gelijke verbeterd worden. O f de philologio hiermede gebjat zon zijn, ik geloof het niet. In allen gevalle is zulk eene uitgave voor de gedichten van Hnyge-ns al de allerongeschiktste. Van eene uitgave naar' het lis. zou dan getne sprake kunnen zijn, wnrit Unygcns bekommerde zich weinig om do ?«peiling, zoodat bij dikwijls in hetzelfde gedicht hetzelfde woord verschillend «pelde. Een voorbeeld biervan' vindt men op bl. 33 van de nieuwe uitg*ve. ? Wiit Dr. Penon dit niet, of zou hij de spelling van U. geluk willen makeu aan de tegenwoordige of aan do «peiling van dien lyd. Mnar wie zou dan beslissen, welke «peiling uit dien tijd. We zien, b. v. ook, dut Hooft zyne «pelling dikwijls verai.derde, of-rclioon deze na iedere verandering ze streng volhield, terwijl Huygens slordig was op zijne spelling. Ik .geloof dat dr. P. weinig voorstanders voor snik eene wijze Van uitgeven vinden zon en hu heelt, dunkt mij, eene vreemde opvatting van de uitdrukking: ?eer der Nederlandsen* philelogie" als .hij dit verlangt. Verder vertelt dr. P. dat hier eene eclectische methode gevolgd wordt. Daarvan is echter geen sprake. Wel bli|kt uit de uitgave niet, welke tekst hier gegeven wordt en is mfl daar meermalen naar gevraagd, maar als men eene critiek schrift, mag die niet berusten op gissingen en als dr. P. de Keuze vac des tekst nad willen bespreken wan ?ene enkele briefkaart voldoende geweest en ik ? bad" hem daaromtrent de noodige inlichtingen ge geven, dia anders thuis behooreo in de inleiding, die-later zou volgen. Om alle verdere misver?hmdon te voorkómen, zal ik ze hier laten volgen. Wat wil deze uitgave? Eene volledige uitgave der- gedichten vnn Huygens nanr tvjdsorde gerang schikt. Gedichten z\jn kunstwerken, die men ge niet door ze t» lezen. Het grootste genot heeft men er van, wanneer men M ia hun beften vorm leest, dat ii wanneer men den besten tekst voor tic.i heeft. Waf is nu de beate tekst? We laten den dich ter relven oordeolen en dan is het antwoord: de laattte. Daarom' wordt hier de tekst gegeven der Korenbloemen uitg. 1|)"2. Maar ook de philologie heeft hare eischen. Zij verlaugt de veranderingen t» kennen, die <ie dichter in zfln werk genuakt he;ft, en daarvoor worden aan den voet der bladzijden du afwekende lezintren der vroegere uitgaven en van hét Hs. opgegeven. Ook de wflze van ipellitig van den dichter is voor de philologie van belang en daarom worden bier de gedichten gewen .in de spelling van het Hs. Wie dan de ?p-Huig fan den dichter in verschillende tijdper ken wil nagaan kan de verschillende uitgaven n»* mkaoder vergelUken. ?' Atnteekeningeu worden, om het werk geen te groo'on omvai>g t« geven 2) coo weinig mogvlflk oe'en, zoodat b v. woordverklaringen geheel wegê bleven. Hierom worden ook de gedieh4. in vreeiude talen slecbta dan opgenomen, .iniit-er een HoUaudwh gedicht eene vertaUag ? van 'u. Dr. P. *wt vtrro]0>Bl dat de tekst Mer on nauwkeurig is en bewytt dit op de volgende manier. In de» uitgave van H. komen ooi een paar gedichten voor van Hooft en nu zun er ver schillen tustchen deze uitgave en de vroegere door mijnen vader bewerkte uitgave van Hooft. HU haalt hierin 18 verschillen in spelling aan. Vit iUn l ; in plaats van : 9 , en l afkortingsteken die wegge vallen lijn l verbiudingsteeken te veel l Y in plaats vwi fl .,,,,. l hoofdletter in plaats van kleine letter ?a 2 letter* die weggevallen zijn, wat de andere vier c{ja heb ik niet kunnen vinde», maar dat weet Dr. P. zeker wel. Dit ztfn fouten die bjj de correctie over het hoofd gezien zijn. Het vermeden van dergelijke foutep i* iets dat in eene uitgave als deze zeker «oer moeieluk is, al mogen ze niet voorkomen. Maar een Igst van Errata is gewoonlijk voldoende om die fou ten te verbeteren. Dan haalt Dr. P. als voorbeeld van vreeseljjk slechte correctie aan, dat men hier zelfs gewaar vindt voor gewoon «dat in alle uit gaven' van Hooft en Huygens gevonden wordt, en fttellig goed is." Wanneer men spreekt van gemis van bibliogra fische nauwkeurigheid en eer der nedorlaudsclie philologie in alle uitgaven van Hooft en Hujgeus dient men «elf goed op de hoogte te zyn. En heeft dr. P. dan nooit de uitgaven der Korenbloemen van 1658 en 1672 gezien. Hier zou hij kunnen lezen ge>caer} zooals ook alle latere uitgevers het overgenomen hebben. In het Hs. van Hooft leeit men op d?ze plaats <7«tw>n, doch de drie laatste letters zijn dikker geschreven dan de andere en bij nauwkeurige beschouwing ziet men dat daaronder geotaer heeft gestaan. Gewoon a dus eene latero verandering van Hooft en het is niets te verwonderen tKt Huygens de lering getvaer, die hier beteren zin levert, gehandhaafd heeft. Ook vergelijkt dr. P. deze uitgave van Hnygens met eenige vroeger door Dr. Beets medegedeelde verzen van Hnygens en maakt daaruit ook nlweer de gevolgtrekking dat de uitgave slecht i*. Om na vergelijking van twee uitgaven, die geen van beide grondig onderzocht itjn een dergel gk oordeel te vellen is op zijn minst g.-Domon onvoorzichtig, tenzij men nan onfeilbaarheid gelooft. Maar ook groote geesten kunnen dwalen ?n daarom j» hier slechts zekerheid te verkrijgen uit eene vergelijking roet de handschriften zelve, en dan kan er geoordeeld worden en eerder niet. Ook klaagt dr. Penon dat by de stukken, die volgens het Hs. gegeven worden, niet opgegeven wordt waar zich het Hs. bevindt. Van do bibli ografische nauwkeurigheid van Dr. P, zou men kunnen- verwachten, dat hij wist, dat de meeste Hss. van Huygens zich bevinden in de Bibliotheek der Komoklijke Akadcroie van We tenschappen op den Klovcniersburgwal te Am sterdam. Voor htt geval dat hij het niet wist kan luj het nu vernemen. Wanneer het Hs. zich ergens anders bevindt, wordt dit opgegeven, terwyl nadere inlichtingen natuurlijk in de Inleiding thuis behooren. Over de wijze van critiseeren van dr. P. behoef ik niet veel te zeggen. Men leze de critiek. Slechts een ding nog. Dr. P. tracht nog zoo ter loops de- uitgave der gedichten van Hooit te doen wniitrouwen. Al» bü echter meent, dat iemands goede naam op weten schappelijk gebied tusscVieu twee haakjes kan weggenomen worden, vergist h (j zich. Daartoe dient hU feiten te noemen. Kan hij dut niet, dan bederft hij er slechts zijn eigen naam tnec.' Ik had liever op zulk een aanval niet geant woord, docb daar hierin ook personen buiteb mij betrokken :ün, ben ik er, ofschoon met tegenzin, toe overgegaan, en hoop dat ik niet weer ge dwongen zal zijn op zulk eene critiek te ant woorden. Als dr. Penon nog ra eer dergelijk) te zeggen heeft, behoeft hij ook niet op antwoord te rekenen. Dit artikel was door mij aan den Spectator gezonden ter plaatsing, doch de redactie van dit tijdschrift heeft, (op welke gronden, is mij niet recht duidelijk) gemeend het niet te moeten plaatsen. Hoe die redactie deze handelwijze rijmt met onpartijdigheid, begryp ik niet, of wil ze par tijdig zynV In den tijd, die verloopen is tusichcn het aan bieden van dit stuk aan den Spectator on het weigerend antwoord van de reJactio ia door het Algemeen Bestuur der Holl. Maattch. eene com missie benoemd, om de nagelaten papieren mijn» vaders te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen. .Verkoop de huid niet, voor de beerg«vangon is, soliij n t bij die Maatsch. een onbekend spreek woord te zijn. Vertrouwde roeu mijnen arbeid niet, en wilde men dien laten onderzoeken, dat zou gaan. Ik hen iiog jong, en heb nog niets geleverd om op te kunnen wijzen. Maar de arbeid mijni vaders te willen onder zoeken U eene beleediging aan zijne nagedach tenis, en ik heb hem te zeer liefgehad en geacht out daaiioe mede te werken. De nagelaten papieren mijns vaders zQn mijn eigendom en ik sta zo voor zulk een doel niet af. /« zullen duo nirf. onderzocht -worden en ze worden ook niet uande Holl. Mnatsch, ter verdere uitgave afgestaan. Iii dien zin is door mij een antwoord ge 20 uden aan het A l ff. Hestuur. Ik heb gemeend dit op'enbaar te moeten maken, daar ook liet besluit vim het Alg. Bestuur dour verschillende bladen is openbaar gemankt. Do bladen die het wedegedreld hebben, zulleo wel doen ook mijn besluit ia drzen nindü te cieeléa. U daiik zeggende voor de pUaUiug. Met achting uw Dw. P. Leende i tz J r. ]) HI»rb(J ralt lij} niet tll«en da bewerken Ata, ook de Hollandione M*»t«cli»ppy vroor Fraaie Kun sten «D W«t«Dsch»ppen, op wier Jtoiten do uitgave geschiedt. Ltton wjj dn> meteen bet' iUadpunt dor HMUohappi) ontwikkolon. W»l heoil da M«Uoh»ppü gewild? EenToadlg te holpen zorgen, dat de onttitgtgtctn gedlohten van Hnjrgenii, berustoudo lo d« bibliotheek van d» Kon. Ak. T»n Woteoschtppen, «lodclijk toch een» bot lloht moobten zien. Dkarroor wt* geld noodlg; nocli 'sluds. rogwrinjr, noch 'lotterfcnndfge maaUclmppfjeo, noch btjzondera pononon hadden durroor hunne pen ningen voü. WolimldeHolUndicheMtfcUobapptJ.onauigoiien den allo* bohalre bloeleadoa «Uit biror finnnol«a, deed wat de anderon nilletou on «telde uit bwo kaa «one toot besoblkbtar, waardoor bet doel der uitgave koo woidan boreikt, En wat U v«rd<r ta dien olnd» door baar god»»»? W»tr de uitgave der handacbriden, te i»mcn met de overige reeds Troegor uitgegeren godlohton wenscheljjlt sebeoD, beeft tij wjlen mynen r»d«r opgedragen om voor Httjeeni to doen, wat hy met zoo goeden nltslaR voor Hoon gedaan bid, eene n,tg»ïo dor voilodigo dichtwer ken van Snfgeat t«. bezorgen. Boodi vroeger bad h(J eene nauwgezette stadlo vftn'Haygoni gemaakt en wai daardoor In itaat In bot korte tydsrorloop taischen dozo opdracht on «te pJotseUoge» dood, met dleo arbeid ongiTeer gereed te komen. Na dit onTorwicbt vorlios wilde de Alg. Terg, der H. M. toob'gaanK do uitgave voortzetten en turn aüjn aanbod aan om den arbeid mtjn» vaflon, xooals ik dis vond, verdor uit to goren. ZÜ verzocht borondien hot lid Tan verdlonilo fir. NloolaM Beots om oror mUnen arbeid bot oog t* laton gaan. Doce vorklaaido zich durtoo bereid met dien rontando, dal door bom goono do ndmte vorantwoordolHkbold voor hetgeen bot werk van mijnen vader was oa bltf ren moest, word aanvaard. Vracht daarna is do uitgave dor tot dusver IA, bot liobi Tersobonon aftoveringon dor BuTgons odltie. Ia dozo ToonteUlng inu don loop d»r zaak hoeft m»n d* «Mirondig* Mttorfa Itbri. Van ditetandpnnt moot de aUow» nU«ato worden boslra. Niemand aal ontkennen. dat «r ook -nog wol ioto aadén, i*U moorden, iet* botors te daon ware, oareawla aU dat, wasouwc de nitfave op don togcawootdlgoa root gorood U, voor latoran aoilhotisuboa en ortti»oh«n arbeid na d*io groot* ralntto ororbl(jn en do nagolatoa «anUokooicgon ran mijnen tader bowilion dat ook hy dit «oor good bogropon hééft. Kaar do Traag i», wat men nu heeft willon g*Ton. ütjn or, aio dit onvoldoend» kenroo, bot soa doaaiettomln ondank. baar s|Jn to ontkonnon. dat ro«di bot nu gegotene op sichtelf groot* waard» hoeft, hetgeen dan ook van onderecheideno kautoa gonoogxaani Is orkood. ?Van dit ttnnduant moetca Uo HolUnJicho M»aUcliapp(J oa do tegenwoordige uitgave beoordeeld worden. 2) Dit U eon» bepaling van do uitgevers. Mijn vader bad nog vele aaoteekeDiaxen, dio hier mo**ton wegblij ven en dl* hl) later io *«n afzonderlijk deel hoopt* t* g«VOD. In het strijdperk, door Jos. Giese, uitgave J. F. van Druten. Sneek 1832. Mejuffrouw Giete heeft tic h in het boekjo: ?Licht en Schaduw", dut in de Guldtns-E'Utie v«rsulieen, doen keuuen, als eene liove, talentvolle, echt vrouwelijke schrijfster. Het is dan ook niet veel bdaiig.telltng dat wij ?In het strijdperk" open slaan. Men wordt niet teleurgesteld als men vooral dat zoekt waniin haar tuie'nt eigenaardig uitblinkt, namelijk: hot sclu*ppen van iijtio poëtisohu beulden; het voet vour voet volgeu van gevoelens dio zich ontwikkelen in ecu gnchtyrouwelgk gemoed; Kelfs litt opmerken en beschrijven van kieino uiterlijke onutuudighcden die den algemccncn indruk van personen eu zaksn tot zuu recht doet komen; dit alles schildert zij mot tij n penseel. Als ik de kracht van jufl'. GICSA'S tulent ia buveugenuomde karakteristieke kenteekencu aook, üïb wil ik daarmede zoggen dat zy uiei-r du-Mor dan wel novdtiste is. Ik zcide dat haar heelden frimi waren, tor rechtvaardiging twee vooiljeoldcn: ?Zoo was dun de lente over dit sluimerende aarde opi'egnan, en tuea zij haar wit Lloesemkleod or over had uitge-preid, torf" was voor Aunie de tijd gekomen zich 111 baar bruids#cwuad te tooien." In ecu ander gedeelte van bet liook vinden wij de heldin viin bet verbaal na u liet doodsbed btvars minnaars: ?Uuar gelaat zouk dicpei- en hair lippnn raakten zijn voorhoofd nun, Züo vond hen da utille genius dus doods, en zachter dan gewoonlijk legde hu de hand op het hart van den aterveude en deed het stilstaan." De tnal der schrijfster is zeer vloeiend en be schaafd. Uitmuntend schetst zij hoe de ware trouwe liefde de overhand krijgt boven de ro mantische droomen in het jonge meisjesleven; do strijd tui?o!ien deze beide gevoelens is mees terlijk itopr het geheele bock gevuurd. DO vrouwen typen zijn dm ook geheel uit het leven met blondere opinerking'igavD bes'udüard; zoowel de heldin, Annio v. 13., al i hnre tante, aijn tast bare werkelijkheden op het gebied der memachen» kennis. Do mannen zijn minder gelukkig, omdr.t zij minder \\aargchijulijk zijn; hun liel'de ii geheel vrouwelijk. Een echtgenoot zuonla van Eibersma en een aktour rouau Paul.... c'est trup leun. liet is ook bevreemdend te ziou dat Anuiè eigen lijk het hol' maakt aan Paul en hria hare l:ef'd j dekLu eert zonder dat zij weet of bij haar gevoel deelt; later aan de smait die Paul uit nis Arm i e voor hem verloren blijkt, wordt uit pus duidelijk. Dit is misschien ceu lichte schaduw op hot \va:irlijk ziclsverheftendc verhaul. Niet nlleoa liu^ite schaduwen ma»r vooral donkere doen op eon doek de schetterende plaatsen des to bet-r uit komen .... Do kritiek is een gevaarlijk wapen, dat niet zildon eigenaardige talenten op e.'ü dwaalspoor brengt; 200 vind ik twee donkere sohaduwplekken in het. w«rk van juffrouw Uiese, die stellig Het gevolg zijn van ondoordachte kritiek die door do lieve sciirüfslcr gietig anngenomen werd ten overvloedigm bewijze dat zij, gelijk ieder werkelijk begaafd m-iitsch... aan zicli zelf twijfelt. Zoo ik m\j niet vergis, heeft wen haar verweten in het algemeen te rnelankoliek ta ziju en te weinig daden mcê te deeleu; men inoet haar Rezcgd hebben: ?Uw me s hei leven wél, .maar handelen niet"?en ?luat uw lezers eens lachen!" ? Om aan dezen wenscli gevolg te geven valt de schrijfster in banaliteiten. B.v.: zij laat paarden op hol gaan en degeen die zich voorde paarden werpt, verliefd worden op de jongo daiue m bet rijtuig; zij laat in de comedia de heldin van het boek flauw vallen, als de akteur, haar minnaar, hartstochtelijke woorden uit, die als het wnro tot haar gericht zijn. Deze beide themas zyn zeer oud. Zoo vinden wij ouder de would be aardigheden: ?hij omhelsde zijn vrouw met zooveel blijdschap en vuur, dat baar elegante hoed ter zijde helde en baar neus de sporen droeg ran in aanraking te zijn gekomen met een barden knoop. ? Daarentegen vinden wij diep pathos in het afleggen van Annie'u bruidstooi voor den grooten spiegel, waarbij zy het hoofdje buigt en zegt: .ik ben zoo moe,'! terwijl de gasten bene den ?boezee! hoezee! hoezeer' zingen i ? te meer daar do lezer weet waarom zij ?moe" is. Ik deel ds n inhoud van het gansche stuk niet mede, vreezende den lezer het genot te bederven. C. OUD-HOLLAND. Van dit tijdschrift verscheen deze week de eerste aflevering.dio een alleraangenaamst en indruk ni;i:ikt. De iuhoud ia zeer belangrijk. Mr. A. de Vries Az., deelde belangi ijko bizonderheden mede nnvrent de begrafenis vau den zeeheld M. A. de Ituytcr, waaruit; o. a. blijkt dat Conttantijn lluygrns, door den Stadhouder Willem Hl opge dragen om de weduwe van de Ruyter namens Zijne Hoogheid een bezoek van rouwbeklag te brengen, de goode vrouw niet te spreken Icon krijgen,'Omdat, zooals de familieleden hem zeiden: ?wxidtr niet heel wel en was, dase haar, vermits dit ffroote gewoel daer mede lust lutl htiys lesett ««.+,? boren i» een klein on/atioenlyck kamertjen had f/eretirea-t." Later geeft Huygens de ware oorzaak op. De vrouw had een val gedaan ?m e t haer b Ia au we voorschoot te droe gen op te hangen." Huygens merkt ver der op: Uwe hoogheid kan oordeelen wat een soort aouarière het moet fijn, die nog na den dood van haar man gewoon bleef ielf naar de markt fa gaan met een mand aan haar arm, Andere belangrijke hoofdstukken zijn: Het oude Doolhof te Amsterdam door D. C. Meijer, den schrijver van Hooft's jongelingsjaren; £$dragen tot de geschiedenis van de Amsterdatnsche Potten- en Plaleelbakkerfjen, door Mr. N. de Roever enz. Aanstaande week zal het geheele tijdschrift uitvoerig worden besproken. Een woord van waardeering aan den heer Binger over de uitgave, die van grooten «maak getuigt. Hollandsen oiiafgestteden papier, een mooie letter, een fraaie kleur van omslag; «er goed gekozen randver* cieringen enz., doen in hem den verdienstelijken ?itgever van Vondel'* werken erkennen, een reazenwerk, waarbij zün naam naast dien van Jacob v. Lennep niet vergeten dient te Worden. De prut ran Oud-Holland is ondanks dit alle» goedkoop. ,Voor een rijksdaalder een heel boek deel l J. JB. R. Van allerlei tlag door Justus van Maurik Jr. beleeft een tweeden druk. De heer Tj. Tan Holkema bezorgde een uitgave met platen van Joh. Braakensiek, die uitmuntend zyn geslaagd. Nl»nw» UHf»v«n! P. BA7BBKORM VAK BIJBSWIJE, De oude EotUrduaieh* Schouwburg. f 7.60 Kr. M. KEE8, K*a «a ander over htt sttMl van UMbenainc. t OM JOHAtTOBAK, Baar tm«d« nun. Bltfspel ta. «te b«drHr. t O M KAÏJDABA, Daosens «a Zoolas;, Xalavika »a mltn. TooDMbtok «U Ml ?aaabÜ.TeiiaaU Bitfjave op [_J..v»a d»t. Ylirt. ., ~V44t Mr. A. K. HAAS OKE8TEBANU8, Af «n aan. Bil . la één b*drflf. f 0.40 P. RECODBT, Do UeMo van era Klbillst. Dram» ia drie tafertelon. f O.M VIOTORIEN SARDOU, Het KatUnbelletJen. BlQ*p*l la dri* b«dr(Jren, naar .Lo« Patt** d* IfoUCho", door Dr. Jan ton Brink. t 0.7» militaire Zaken. MILITAIRE TIJDSCHRIFTEN. IL In verband nu met de vorige beschouwingen zonde het, naar onze meening, voor ons land voldoende wezen, indien er, zoowel in Kederland al» in Oojt-Indie, slechts één tijdschrift bestond, beide bestemd als het orgaan voor de land- ea zeemacht in die gewesten. Maandelijks twee tijd schriften voor het Nederlandsche krügswezen, d. i. nog al wel: abonneert men zich persoonlijk op het tijdschrift, dat bestemd is air orgaan van die categorie van het leger, waart «t men behoort, en leest men met anderen of in !? bibliotheek het andere tijdschrift, dan voorteVer sullen alle mogelyke wenschen bevredigd worden. Op den voorgrond sta evenwel, dat de Redactiën hare tijdschriften beschikbaar stellen voor iedereen en zoi g draden, dat de artikelen zioh kenmerken door goeden stijl, gepastei) en beschaafden toon. Hoe meer nu uit den inhoud dier artikelen biykt, dat zij de uiting zijn van bet gevoelen der leden van het leger of dé vloot en dat daarby het streven merk baar is, om verbetering aantebrengen in toestan den, welks verkeerd zijn, desttmeer zal bet tijd schrift worden beschouwd als het orgaan van de land- on zeemacht en als zoodanig worden ge bezigd, zoowel door do Kegeering en de Volksvertegenwoordiging als dour het volk, hetzij dit al of niet onder de wapenen is. Een hoofdvereüchte is echter, dat er geest, leven en hart zit in de artikelen; dat do taal, waarin zij geschreven zijn, niet schoolmeesteruchtig. niet te beschaafd, maar manne lijk, krachtig, verheffend is. Op deze wijze nlleon wordt de belan.^s'elling van den lozer op gewekt; de kordate uiting eener critiek boeit, vooral als raeu d.iarbü gedwongen wordt to er kennen: ?Het ia krna, maar toch waur" Eene nteei' populaire behandeling van de onderwerpen is verder verre te verkiezen boven eene zooda nige, wanraan een schoolttuestersluclltje hangt; (ie schrijver moet spreken, niet doceoren, hij behoort ronduit te zeggen waar bet op staat; dit alle.i maakt het zout, waarbij alleen een mi litair tijdschrill lieven kan.. Maiiv daartoe is het ook noodiz, dut do Heikel is niet bestait uit al te beschaafde mannen, die gewoonlijk of te koud bloedig ofte vreesachtig zyn; zy moeten diiroen, d:tt boezemt vertrouwen in. Aan zoo'n reductie zal dn zoo onontbeerlijke steun niet worden ont houden; de buitengewone vermeerdering, gedu rende de drie laatste jaren, van het aantal abonnó'a van het ?Indisch Militair Tijdschrift," levert voor dezo stalling hut meest overtuigende bewijs. Onze beschouwingen resumeereudo, komen wij tot het besluit, dat een militair tijdschrift moet bevatten : 1. Beschouwingen over de bestaitnda inrichting van ons kiijgswezcn (leger, vloot, schutterij, weer baarheid). 2. Verhandelingen over onderwerpen, met bet doel om dé vorderingen dor krügswetenschap mcdctodeelen en tevens de aandacht te vestigen op zakeu, die voor ons krijgswezen van nut kun nen ?zijn. . 3. Mededeelingen omtrent hetgeen in de om ringende Staten op militair gebied plaat* grijpt. 4. Een politiek overzicht op militair gebied. 5. Een resumé van da verschillende organen der pers betreffende militaire .toestanden. 6. Verslagen van hetgeen door de Volksver tegenwoordiging en do Itegeering omtrent het krijgswezen wordt gezegd «n beslist.. 7. Wetten, besluiten, voorschriften, enz., zoo wol die op militair gebied gegeven, als die welke hierop van invloed zijn. 8. Statistieke mededeelingen omtrent de land en zeemacht. 9. Eene biblio^raphie, vermeldende den inhoud van militaire tijdschriften, eu aangevende de ar tikelen over militaire onderwerpen in andere tjjd«chriften opgenomen. 10. Eune aankondiging van boekwerken, kaarten, enz. Üehal ve voor deze verschillende rubrieken zonde het, naar onze meening, aanbeveling verdienen om, in navolging van andere tijdschriften, ook eene plaats in te ruimen voor advertentiëti, waar door de gelegenheid wordt aangeboden om te vernemen waar, btf wien en voor welken prijs ver«cliillondn artikelen zü'n te verkrijgen, terwijl bovendien dit. middel Van publiciteit zeer diecstig is tot bestrijding der kosten, aan de uitgave ver bonden. Moge wellicht in de voorgaande classificatie der verschillende rubrieken eeuiga wijziging wenrclielijk zijn, of bebooren rioz meerdere daaraan toegevoegd te worden, als leiddraad kan zij eenigen dienst ba wijzen en als zoodanig Wenschen wij haar dan ook beschouwd te zien. Uit een en ander zal o. i. voldoende blijken, welke do eischen zijn, die wij aan een militair tijdiclmft stellen. Keue vergelijking van don iuhoud der bestaande militaire tijdschriften zul doen zien, dat gern van allen geheel daaraan voldoet; zoude deze omstan digheid ook niet eene der oorzaken zqn, dat er in de laatste jaren telkens pogingen in 't werk worden gestela om naast het bestaande nog ieta nieuws in het leven te roepen? Wij gelooven, ja vyö zijn overtuigd, dat, indien het tijdschrift^ ingericht ware in den door ons aangegeven zin, m. a. w. werkelijk liet orgaan voor het leger en de vloot kon worden genoemd, het ook door met-militairen zonde worden geraad pleegd, omdat men alsdan daarin alles kan vinden, wat men wenscht te weten. WenscheUtjk is het dus, dat de Redactie streve naar concentratie der intellectueele krachten en voor elke aideeling één of meer vaste medewerkers aan haar tijdschrift verbinde; zoo aoude zij bijv. de hulp behooren in te roepen van hen, die door hunne betrekking geroepen zijn zich op de hoogte te stellen van e wijzigingen, die) het krf/gstceten ondergaat, het«rj i*1 't algemeen, hetc\j in Kederland of de omringende stoten in 't bijzonder en evenzoo van die der krtfgstoetensehap en der op militair gebied van invloed zijnde wetenschappen. Te verlangen, dat alleen in bet militaire tijd schrift opstellen over militaire onderwerpen be* hooreu te worden opgenomen, zonde een over dreven eisen zijn; de actualiteit, de beperkte plaatsruimte, de wetenschap, dat het tijdschrift slechte voor een beperkten lering van lezers be staat, brengen mede, dat men de toevlucht zal blyven nemen tot andere tijdschriften, tot week en dagbladen. Maar juist daarom i> het van belang, dat «l dia verspreide artikelen worden verzameld en zoo al niet in hun geheel dan toch in extenso worden medegedeeld; kan ook dit niet, dan worden alleen de -titels vermeld en verwezen naar de bron, waaruit zQ zrjn geput, zoodat de belangstellende lezer in het betrokken or gaan zelf met den werkelijken inhoud kan kennis maken. Het doel, met de plaatsing in zoo'n locaal blad of tijdschrift beoogd, namelijk publiciteit, wordt alsdan des te beter bereikt. Achten wjj voor ons land en zijne koloniën twee maandschriften voldoende, een weekblad daarnaast komt ons wel gewenicht voor, mits op eene geheel andere wflié ingericht dan het vroe gere .Militair Weekblad en het bestaande ?MiDtair Blad," dat na eigenlijk gezegd, een ver., , memd tttasohrift is. Ifaar onze zaeepiag JL.no*fe ** dMl daarna ajin d* TtzMUlkad» oaia weeic neooen piais genaa in eiice piaav*' een garnizoen of een marinestation aanJ is, alsook waar bijv. esn sohip of etn trans* militairen zioh bevindt In verband hier* derdeelen van het leger en de vloot ? ZOOWM hier te lande, als in Oost- «a Weit-Indie en el ders ? met elkander in contact te brengen, d. w. z. hen op de hoogte te honden van all* meldenswaardige voorvallen, welke in de afg*> loopen week hebben plats gehad in elke plaat'J waar c? -? -? -- -?< ???-- - ? wezig port n __ mede behooren in dit blad de benoemingen, verplaatsingen, decoratien, krUg*r«A<lzaken, enz. te worden opgenomen en kan net voornamelijk als advertentieblad dienst doen, bijv. yoor de aan kondiging van huwelijken, geboorten, sterfgevalv-nji TerS*d*riDgen, examens, wedstrijden; nanbiedingen van en aanzoeken nsar betrekkingen; aanbestedingen; plaatsvervangers en nommerverwisjelaars; kennisgevmgen van te koop aangeboden of gevraagde paarden, haraachement, wapens; kleeding, ent.; oproepingen van deserteurs, vermuten, belanghebbenden in nalatenschappen; nieuwe boekwerken, reglementen, Bedrukten, in een woord voor alles, wat den militair van dienst kan ziin. Voeg daaraan toe een ?hoofdartikel", behandelende een of ander onderwerp van den dag. ter aansporing tot plichtsbetrachting, t»r aaokweeking van krUgsmantgeest, enz.; een kort en begrijpelijk ?geschiedkundig overzicht" (Egyptt en ylye/Hevereü thans daarvoor tal van gegevens); .mededeelingen uit het buitenland >> l:_r.i. L:.- ? j i..:?i.. eenige en een .allerlei", liefst hier en daar opgeluisterd door eene ?illustratie", dan ontstaat op deze wijze een orgaan, dat o. i. vooral bU den onderoflicier en minderen militair veel aftrek zal bobben, en door de groote oplage zeer laag vau prijs kan wezen, bijv. f L? per jaar, d. i. nog geen 2 cent por nommer. Wordt daarin ook eene rubriek open gesteld voor de schutterden en de weerbaarheid»korpsen, dan geloovon wij, dat er kans bestaat om niet alleen deze onderdeden der krijgsmacht, maar ook de burgers, wier zonen, broeders of familiebetrekkingen in dioust zijn, of wel die leveranciers zijn of willen worden van de land en zeemacht, belang to doen stellen in hetgeen in zoo'n weekblad wordt opgenomen ea velen een exemplaar te. zien koopen. ia zelfs zich op het blad te abonneeren, om zich van do geregeld» toezending der opvolgende nummers te verzekeren. Kaar onxe meening is het juist in ons laud nuttig ook voor den militair beneden den rang van officier «en dergelijk orgaan in het licht te doen verschynen; in den tegcnwoordigen tijd vooral is het niet ondienstig, den «oldaat esn woord toe te spreken, dat hem aanspoort met lust, ijver eü toewijding voor de zaak züne moeilijke plichten te vervullen. De ondervinding leert, dat de sol daten aan dergelijke toespraken een gewillig por vorlcenen, in 't bijzonder aU «y in korte, bondige, bevattelijke taal worden geuit: worden deze alsnn opgenomen in oen blad, dat zaken vermeldt, welke over het algemeen zeer hunne belang^telliDjj trekken,, zooals wat, er in een ander garnizoen of met hunne kennissen gebeurt, dan voorzeker zullen zy ook het overige lezen en het beoogd» doel wordt bereikt. Een dergelijk militair weekblad heeft, voor zooverre ona bekend, nog niet het licht gezien; mogen onze beschouwingen er toe leiden, dat het tot staud kome, en moge in de practijk wor den verwezenlijkt hetgeen vvy ons er vau voor stellen. Are». Wellicht eerder dan de schrijver van voren staande beschouwingen had durven verwachten, is reeds een gedeelte van zgn wensch vervuld, door de uitgave van: ?De Militaire JW, cor respondentie- en advertentieblad voor het Leger, de Marine, de Schutterijen en de Weerbaarheidsvoreenigingen," w a ir van h-r, eerst* nummer den Ie October jl. het licht heeft gezien te Breda, bij den Heer C. J. Langandam. [RipJ. BIBLIOGRAPHIE. Utilitair Blad Nr. 18. Iets omtrent de najuarimameim'öï, gehouden door de troepen dor Ie Divisie Infanterie. Depots by de Veldurtjllerie. De oprichting eener N«3erJatidsche Vereenigiog tot kosteloos verschaffen van Kunstledematen. De ?Armee d'Afrique". Iet* omtrent de ontwikkeling der Franscbe pnntservloot. BezToptingen voor Oorlog en Marine voor 1883. Wijziging in de yizierkleppen van het geweer klein kaliber. Anti-dienstvervangingsbond. Verschenen boeken aan de Kon. Mul. Academie. Benoemingen enz. De Militaire Spectator Nr. 10. De Fransche wet van 16 Maart 1882 op de administratie van het leger. Hot besluit van don Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië van 2 Juni 1832, No. 10, door W. J. Havengn, Oud-chef over den topographiachen dienst in Ned, Indië, Da ?bespreking" van de brochure: de zaak van den .Luitenant Klei), enz. door a + b. in het In» ditch Militair Tijdschrift No. 7 van dit jaar, be sproken door Th. KIe i j, Kapitoin-kwartienneestet bvj het Nederl. Indisch leger. Critiek over vredesmanoeuvred, door W. F. Rapp.trd. Dn oorzaken vau het onheil in de legerplaats op d« Oldebro-ksche luide, Boekaankondigingen. Overzicht van Huitenlandscho tijdschriften. SCHAAKSPEL So. 41. Vin J. Uiases, (D.Sch.Ztg.) ZWABT. a b a de / j h ? WIT. Wit speelt voor en geeft In 9 Katten m*t OplMsing van Schaakproblesm No. 39, l O B ? O II B 7 ? B 01 (» 3 P 8 ? B i ?*- Tntof »nd»rs. 8 Paard of Dame «et mat. l ..... * B 7 nt A 7 (b a P 8 ? B 4 + W»t zwart wil. 8 Dune of Ptird zet mat. P>) l A4-B6 3 F 8 ? B * +? Ad llbitam. 8 B i nt 0.4 of Paard of Dam» «t nut. Hos; ontvingen wU jnlate oplouingwi vin No, 89 raa J. X. F. «n J. L. ook 10, beld.a U Au»Urd*m an V. H. op T«x*l. ? Van Ho. 40 van 8. v. W. U CaUmborg; W. r, n. U Dtlfti'J. B. O. d. P. teBruMl; Prtoo«? Dalft; W. d, V.| Bftai; frotü» QurUt; H. N. d. V.; O. £ O. Mr. F. A. jk JLj Jfet^aiièni^aUM te Asutardan, aUuswle J. X X. No. 276 DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. FEUILLETOff. tsaük in 't Panopticum. AMSTERDAMSGHE SCHETS, door Justus van Maurik Junior. II. Met de catalogus in m\Jn hand, ben ik verder gekuierd. Ik kan je met een woord van waarachtigheid verzekeren, dat je hoe langer hoe meer verwonderd staat over al do pracht, 'k H«b nog nooit zooveel keizers en koningen by elkaar gezien. Eers'. onze geëerbiedigde Koning Willem III, gezegend zal hij zijn, in zyncostuum als Ridder van den Kousenband. Wat een pracht I wat een pracht van een kousenband I 'k Heb onzen Wittern heel dikwijls gezien op den Dam, als Z. .M. naar de Arlis reed of in de balcon van 't Paleis kwam, maar zóó fijn en kostelijk aangekleed was hy nooit. Wat een kaap man l en' wat een heerlijke mantel, 't goud Icit er een half duim dik op en een hoed met pluimen; in één woord «keurig l" 'k Was eerst heeleraaal in de stilte over dat mooie beeld, maar 'n mensen wil zijn hart toch wel eens lucht geven en daarom zei ik tegen een dame die naast me stond, altijd heel beleefd hoor l »\Vat zeg je er van juffrouw? Is 't niet overbeheerlljk, dat is nog eens een maje steit om groolsch op te wezen." De juffrouw draait hanr hoofd om, kijkt me aan en zegt niemendal. »Zeg je niks" vraag ik; ze draait baar hoofd naar de andere kant en toen weer naar my, maar ze zei nog niemendal. Zie je, daaraan merkte ik dat 't een wassenbeeld is, want een mensen van vleesch én bloed kan toch niet stom blijven als hij voor zijn Koning staat; ik ten minste niet, ik riep inwendig; Leve Willem IIII 'k Heb met medelijden gekeken naar de Jongeheer Napoléon, tLocloe!" noemden ze hem 'in de wandeling eu weet je wat ik dacht? »Loeloe! jij bent gedochte door een Zoeloe!" Och mensch! wat hebben ze hem te pakken gehad, die arme jongen, hardstikken dood hebben ze hem gemaakt, met de ussagaaien. Zijn moeder, de Ex-Keizerin Eugenie, staat er bij in den rouw, met een zuur gezicht. Wat een wonder dat 'tgoeie mensen beiinuwd kijkt, want al is ze keizerin, ze is tocli moeder ook, verstaié! Een heer die negens mijn stond, zei: dat ze zoo'n landerig gezichl zet, omdat er in diezelfde zaal zooveel Duitschers staan en dat, ze ronduit gezegd aan de PruUsen een broertje dood heeft, omdat zy hen de kool niet kan vergeven die ze haar en haar man zaliger in Ao 1870 ge"sroófd hebben; nou 'k moet zeggen voor haar S leizier is zij in dien tijd niet uit geweest. ajr ik wou, dat ze nog eens aan den gang gingen v,in wegen de extratijdingen, daar heb ik destijds een goeie massel mee gemankt. Over haar zit Z H. Paus Pius IX zniiger; daar heb ik ook men pet voor algenotnin, want de goeïgheid staat op zijn ge zicht te lezen. Zijn portret zou me een boel beter bevallen, dan dat van meneer RocheJbrt, de man van de lantaren. BOT!l wat een tronie, wat een oogen, een echt gezicht om de kinderen mee naar bed te jagen. In de catalogus staat, dat hij verbannen is geweest als oproermaker. Of ze gelijk had den, die Franschen. Oproermakers moeten de laan uit. Je kunt duidelijk zien dat Garabelta, Thicrs en Gcévy die vlak bij hem staan, niets met hem te maken willen hebben. Ze houden met zijn drieCn een buurpraatje. Uochefort staat er achter, en kijkt ze inden nek. Nou! misschien hebben ze hem vroe ger' ook wel eens in den nek gezien! Dat 's dan 11 er om leer. De Keizer van Duilschland is een mooie ouwe man, hij staat tusschen Frans Joseph I, Keizer van Oostenrijk eu Alcxnnder III, Czaar uil.u- Russen. ? Daar had ik pleizier in; drie groote potentaten bijeen, wat een machlighcid, en wat hebben ze hier weinig in ie brengen. Als ze mekaar altijd zoo goed verdragen als in 't Panopticum, krijgen we nooit oorlog. En Isaük wenscht ze ge zondheid en lang leven. De Czaar mocht willen dat hij 'thuis zoo gerust kon staan, als hier in de Amstelstraat, maar daar scheelt een boel aan. ? Hoor eens! al heeft, hij nog zoo'n mooi pnkjc aan en een pracht van oen helm op, Isaük wil niet met hém ruilen. Liever een kelder met water, dan een puleis inet Dynamiet l De Koningin van Engeland is een iat-soenljjk dik vrouwtje, en haar zoon de prins van Wales een knappe man.. Ze kijken echt op zijn Engelsen, dat is te zeggen(, t ver velend". Wonder is 't niet, want 't is'me een baan'je om altijd dóór't publiek te worden aangegaapt. 'K heb waarachtig medelijden met de Koningen en Vorsten, ze bennen om zoo te zeggen eeuwig en altijd te kijk. Iedereen heeft wat over hen te zeggen, zij maken het nooit naar de men seden hun zin; ze mogen doen wat ze willen. In dat _opzicht heb ik't beier, waarachtig! zeit iemand legen mij: iJsaak je poetst men schoenen slecht, en heb ik 't naar mijn idee heel goed gedaan, dan zeg ik: >Ben j'e niet tevreden, poets dan zeil! Dat kunnen zijlui niet eens doen. Verbeeldt je eens dat een majesteit zeggen kon: > Regeer jij zelf". Godbcwa irme, wat een huishouden zou dat geven. Over Cismarck, die een eindje verderop staat, wij ik maar niet spreken; 'k ben niet dol op hem. 'k Vind de Oude Frits veel aardiger, zooals hij daar op zlln stoeltje zit en schuins weg alles bekijkt, de beelden en de menschen. Dat 's een erg natuurlijk beeld, je zou zweeren dal de man daar even is t;aan zitten om uit te rusten. Alexander de J l, de dooie keizer van de Russen, staat naast dé Généraal Loris Melikoff, No. 85, de her vormer T» bet nissische rtfk. ? Ik dacht zoo bU men eigen: wat een aardige naam »Loris T' daar lut veel in. ? Waarom? dat zal ik je zeggen: Hervormt hij goed, dan zeggen de menichen: één Loris Melikoff, boor je! Hervormt hu slecht, zullen ze roe pen: »een lor is Melikoff t ? Begrepen? Weet ie wat jammer is? ze hadden een paar nihilisten naast hem moeten zetten, dan had je de grap beleefd, dat hy ben en zy hem niks maken konden, 'k Had non in die groote zaal zoowat alles gezien; raUn boertjes zaten nog maar trouw in de glaasjes van de kijkkasten te speculeereo. ? Ik dacht: Blijf gezond t ver maak je er mee, ik ga de kleine zaal in, waar 't Koninklijke buis bij mekaar staat ? 'k had al uit de verte gezien, dat daar wat fijDs te kijken viel, maar 'k wou 't beste voor 't laatst bewaren. Voor dat ik binnenkwam stuitte ik op een heer met een chocolaadkleur. 'k Zocht in mijn boekje op, om me de explicatie te ge ven. No. 57. Ceichwayo, ex-koning van de Zoeloe's. ? Grootmogendste liefde! wat een vent, bruingebakken hoor je! en lippen, zes paar gewone kunnen er uit. Hij kijkt erg verliefd, zoo uit de hoekjes van zijn oogen. Ik heb ereis in de krant gelezen dat hij een zoon is geworden van Koningin Victoria en dat hij zoo'n voorstander van de afschaffing is. Wat zal die koningin blij geweest zijn met zoo'u zoontje, 'k Heb hem eens eventjes op zijn hoofd gevoeld. By mijn leven! hij heeft piardenhaar. »'t Is een groote liefheb ber van de vrouwen," zei een heer, die er ook voorstond ? hij heeft zelf gereclameerd bij zijn moeder Victoria dat hij er maar vijf had, ea hij vroeg om vijf anderen voor de variatie, omdat 't eerste stelletje hem begon te vervelen. Lieve vader wat een man! 'k Heb hem nog eens goed hekeken en toen zag ik dal hij wel een stuk or vier trouw ringen draagt en een dubbelde ketting op zyn vest. 't Is zeker zijn trouwpak dat hij aan heeft. Jongens! Jongens! wit een goeie klant voor de burgerlijke stand! Kijk! daar rijm ik, dacht ik, dat komt zeker omdat ik eerst bij die Duitsche Dich ters heb gestaan aan de overkant. Schiller ea Goethe heeten ze; waarom zetten ze Meijer van den Dam er niet bij, dan was er tenminste ook een Hollandsche dichter in 't Nederlandsche Panoplicura. Afijn! ? mis schien komt hij er ook nog in als hij »za liger c is. Mei eerbied ben ik toen de kamer in gegaan waar het Koninklijk gezin staat. ? Zoo iets heeft Isaflk nog nooit gezien, dat is mooi, bij mijn gezond! dat 's prachtig? Geloof je wel? d&ar ging Isaflks hart open. Onze go^ie ko ning, de lieve koningin en dan 't kleine Prin sesje. God laat ze allemaal gezond bij mekanderen. 't Is een heerlijk gezicht. De koning kijkt zoo vriendelijk en pleizierigdaljc merkt dat hij in zijn schik is; de koningin steekt haar armen uit naar haar kindje, 't Prin sesje ? heb je ooit zoo'n lief schepseltje gezien. Wal zitten ze daar huiselijk bij elkaar, je zou zweeren dat 't gewone menschen wa ren, 'k heb heel diep mijn pet afgenomen en ze gezegend. Gezond zullen ze blijven, geze gend zy zijn regeering en dal hun dagen verlengd worden, amen! Ik bleef er wel een kwartier voor staan en als er iemand was gekomen, die iets ten nadeele van hen zou gezegd hebben, 'k.had me zoo waar, zal ik levend blijven, voor haarluï dood gevochten hoor je! Ik kon er maar niel van daan komen, ik heb in mijn eigen gezongen: >Dp koning leev!" en toen ik 'teerst couplet uit had ? heeft Isaük nog eens goeien dag gezeid aan 'l kleine prinsesje en stiekem geroepen illoezee voor de heelo familie!" Toen heb ik me omgedraaid en bij mijn ziel, 'k werd er bedroefd van, toen ik at die vorsien zag die »zaliger" bennen. Koning Willem II zaliger Prins Froderik zaliger, wat een goed oud'..gezicht heeft die Prins, Prins Hendrik zaliger, 'n best mensch ge weest voor de arme lui ? "n boel gedaan voor iedereen. Onze kroonprins zaliger, 'k kreeg de tranen in men oogen toen ik hem aankeek, wat één schoon man, wateenpleizieiig gezicht; God! wat een jimmcr dat hij zoo vroeg is gestorven, Dt* tegenwoordige Kroonprins, heb ik ook eens niet ntlenlie be keken en hem voortdurende gezondheid pewenscht ? wnnt als 'l God blieft wur.lt hij eens mijn Koning en 'k heb eerbied voor alles wal Oranje heet. Kijk toen ik dnnr voor hem stond ducht ik. 't is toch allljd voor ons volk een goed Vorstenhuis geweest en onwillekeurig zont; ik: »\Vij leveu vrij. wij leven blij!" Of je me" nou gelooft of niet, die koninglniner vindt Iziiflk de mooiste van nllemnnl, en wat een pakjes ? wat een overbeheerlijke kleeren ? ik geef stuk voor stuk voor ieder costuum vijf rijksdaalders en voor sommige nog een paar dubbeltjes meer. De generaal Ver?pyck taxeer ik alleen aan goud enz, op 25 gulden; hij staat voorover van al de ridderorden. Wui een keurige uniform ? en dan van S wielen, dito dito, fijn! die heeft heel wal aan 'lPanopticum gekost maar aan 't gouvernement nog meer, afijn! ze mochten willen dat hij maar weer in Atchin was om die zwarte rakkerts mores te leeren want als je de kranten gelooven kunt, is 't daar niet alles goud wat er blinkt. Generaal van der Ileydcn slaat tegenover Z. M. de koning. Zijn linkeroog is naar de maan, maar hij kijkt met zijn andere oog naar Zijne Majesteit als of hij zeggen wil ? «Sire, als je 't kommandeert dan heb ik mijn andere oog ook nog voor je over!" Hy beeft een beetje een stijve nek, wat een wonder, als je halve huissluiting hebt, doet je hals bepaald ook pijn. Aan de eene kant naast hem, slaat een Arabier, Ilabib Abdul Rachman, een chocolaad vent met een blauwe sanuar aan, stijf van 't goud. Hy heeft knapjes rusie gehad met generaal Tan der Heyden, maar toen by goed op zijn tabbaard had gekregen, zei;h^j: t Generaal ik kan tegen de HoUandsche jongens niet op en hij onderwierp zich even als Panglima, die aan den anderen kant zit en ook na lang vechten is beginnen te begrijpen dal Generaal van der Heyden hem den baas af werd. Hit is er by gaan zitten omdat hij moe van rt bakkeleien was. In den boek bij Traam slaat do Prins von Wied. Zijn hoogheid'kijkt achter zijn bril om naar Prins Frederik en Isaak dacht daarbij in zyn eigen ? God geve iedereen zoo'n schoonvader. Naast den Prins von Wied moest eigenllljk zijn gemalin, de Prinses, staan, maar ze was er niet en toen ik aan den oppasser vroeg hoe of dal kwam, zei hij: dat 't beeld niet in orde was. Wat een wonder! 'l Slaat voortdurend op den tocht van 't raam; dat kan zelf een wassenbeeld niel uithouden. Weel je waar ik me over verwonderd heb 7 Over ,de lijf^renadiefen van Z. M. de Koning, dat ze met bun rug naar de Majesteiten staan, zie je dat zou ik onmogelijk kunnen uithouden. Als ik de Koning zie, bij mijn moeders leven! ik maak dadelijk front! ? haak is toch ook soldaal geweest en weel hoe 't hoort. 'k Was door al 't moois wat ik zag heelemaal aan men bocnjes vergeten en 'k dacht 'k zal ze op gaan zoeken, ze zullen nog wel bij de kijkkasten zitten. Morgen brengen hoor! ze waren weg; nou dacht ik, mijn een zorg! ik zal zonder jullie er ook wel komen en ik sukkelde de trap op naar boven. Mensch! Mensch! wat een gezicht als je boven komt vóór de Mnrkerkamer. Je zoudt meenen dat je op 'teiland zelf was. Daar heb je geen uitlegging bij noodig, je zift duidelijk dat die visscher binnenkomt, met de woorden: »Jongens! de schuit is kapores!" Is me dat netjes gemaakt l 't Is geen wonder dat de meoschen zich verdringen om 't te zien. En dan die martelares, die juffrouw daar naast, die op baar rug feit in 'i water in den maneschijn. Jammer! jammer! van die mooie meid! dat ze 7.00 ellendig ver dronken is. Wal een zonde dat er in dien tijd geen maatschappij lot redding van dren kelingen wos. i-e M l ioencn Juffrouw heb ik daar ook gezien, Jannetje Struijk, ze staal vlak bij de üruwelkamer. Dat ia een fcic.il iüéd geweest van de directie, om haar duur te zetten, want nu is ze er stibiet in als 't blijkt dat ze een oplichtsler is. Is ze geen oplichtster dan gaat ze er toch in omdat ze zoo gruwelijk veel geld heeft. Ze heeft een gezicht net als een fatsoen lijk mensch, alleen zijn haar schouders een beetje uit 't lood, zotrals de timmerlui 'i noe men. ? Dat komt door 't voortdurende geld lellen van de rechterhand in de linker. Op 'toogenblik zit de Millioenedame in de doos. Daar zoekt ze misschien erwten en boonen uit ? 't is zindclijker dan geld tellen, maar niet zoo profijtelijk. (Wordt vervolgd.) DE CHAMPAGNE-WIJN. Naar het Zvreedscb van Frans Hikael Franzón. Drinkt! Zij vervliegen de luizend» Parelen ; drinkt l Hangt; a! Het fijnste, het eélst zal ontglippen, 't Vlucht met den geest weg, die vonkelt en blinkt. Water, slechts water bevochtigt de lippen Van wie, verdwaasd, hangt aan 't schuim dat venlinkt. Arme, ze ontvliên de zoet ruüchende Uren; geniet! Lach en gevoel in hun hoogte verfijning Prikklen, maar gaan in »erdoovioff te niet. Grijpt in de vlucht iedre vreu^anverschijning: 't Hoogst «tint de vuurpijl, juist als hjj verschiet. Stiel vliedt op narde de biuischende Vreugde, ach zuó «nel! '» Joufïmffs ^c'paunen vmvnclitinff bepalend Nu hy den boker, den zang of het spel, Dun bij een mondje als een rozeknop pralend, Wijkt ze, al te ras.' weer voor zorg en gekvel. BEETIIOVENS SEÜNSÜCHTS-WALZEB. Naar het Zweedsch van Zach. Topeliu» Hoe vliedt gij mijn blikken 200 smachtend en teeder? llue lukt. en verjrukt gü me e» ftpecltgijmet mjj ? D« hcrfdtlmivn uees'lt-n de bloemokena neder, Wie kan w.-êr de lente ons herscheppen als gij? J)ekicten, vertfefen, Vervolg ik vermeten O zaligheid u! maar kom nooit n nahjj l Ik dronk uwen ncktar io tchittrende zalen, Ik lisple der maagd uw verrukkelijk lied, Ik ademde 11» grur in de hloeiomle dalen, Vergeefs! dnar gij «Ua* rayn' omhelzing ontvliedt. Als tievelheeld zweeft «y, Van't tranendal streeft gtf Weer opwaarts naar 't eeuwige «Urrengebied. C. E. Broffls. DE NEÜERLANDSCHE CENTRAAL SPOOUWEG-MAA-TSCliAPPlJ. De bonafide inschrijvers in het kapitaal van de Nederlandscho Centraal Spoorweg Maatschappij hebben tot nu toe gwen reden guhad om er zich over te verheugen, dat de coucessie voor het bouwen van eeuo I^n van Utrecht naar'Zwolle in 18üO roet Listen «n lurten is overgenomen. Up de a pari geplaatste aandeelon ia het kapi taal van fB.OUO.OOU werd van 31 October 1863 tot heden-slechts eenmaal één klein dividend betaald. Evenmin hebben de houders van de 3 j<Ct-obligatiën, die iu 1863 door de Maatschappy voor 40 pCt, ongeveer zijn afgegeven, lang genot ge* ?maaJit van hunne goedkoope geldbelegging. Reeds in 1S64 moeit ona verschillende reuenen de schuld woiden vergroot en volgde eene nieuwe uitgifte van f 3,024,635, nog Iraneden dea koer* der eerste emissie. , Zoo begon de Maatschappij, die bestemd wai, ?Om eene eervolle plaatst onder de groote onder nemingen in ona vaderland in te nemen1', hare werkzaamheden met een AandeelenkapiUal groot f 5.000.000 en eene tchuld van fr. 24.600.000 of f 11,615.000 (Annuïteit f 875.000). Al spoedig bleek, dat de slecht gebouwde weg de iwue luten nog niet dragen kon; ruin een i van ptrooht naar moeit de eonponn*> de opening van de ! pen, den Itten Juli 18< betaling achterwege bliiv«n. De bekende schikking van 14 Februari 1867 met de gioete meet derheid der Obligatiehouders volgde: het zuiver* bedrag der wio»t en zou wor den aangewend lo. tot aflossing van Obliga tie» volgens Ubel: 2o. tot betaling der twee laatst verschenen nalf-jarige coupons. Ingeval het luiver bedrag der winsten niet toereikend mocht i(jn tot volledige betaling KOU het worden aangewend tot betaling van een gedeelte daarvan op rekening en het verschil worden bjjgepait met uitgestelde rentelooze schuldbew\ji«n. De helft van de winsten boven de volledige betaling van de rente en de afgeloste OblijcatiSn zou wor den aangewend tot deining der uitgestelde schuld by loting; de andere 'helft zou onder de aan deelhouders worden verdeeld. Kaar het geveelen van vele Obligatiehouderi werd dit accoord niet behoorlijk nageleefd; zij beweerden dat verbeteringen en vernieuwingen werden bekostigd uit bet surplus der ontvangsten boven de exploitatiekosten en dus de obligatiehouders werden benadeeld in het belang der aandeelhouders. De beweging, dio op touw was gezet om hier in verandering te brengen werd wel ii waar niet genoegzaam gesteund, maar bleef toch niet zon der gunstige gevolgen. Immers i(jn tedett 1878 de nitkecriogen aan obligatiehouders gtooter geworden; in het jaar verslag van 1880 werd de hoop uitgesproken, dat de serie van jaren gesloten cou kunnen worden, waarin de Maatschappij genoodzaakt wai gebruik te m^kén vau het uitgeven van uitgestelde schuld voor een deel der verschul digde rente en inderdaad kon uit het op 31 Mei 1832 gesloten boekjaar niet slechts de uitloting en afloteing volgens tabel, maar ook de volle rentebetalmg op de obligatiün plaats vinden, ja zelf* aan de OAiideelliouders eenig dividend, hot eerste iu twintig jaar, worden uitgekeerd. EinJelgk zoo meende mm zouden dan toch de pbUgntiehouders de hun verschuldigde rente ont vangen en do houden van uitgestelde schuld worden afbetaald ; eindelijk zou ann de aandeel houders iets ten goede, komen van hetgeen op onbillijke W\JM d«u obligatiehouders was ont houden. Aandeelhouders en obligatiehonders, gij hebt n schromelijk vergist, u gevlt-id met ijdele hoop. Geheel onverwachts, zonder dat de directie der N. O. er zelf t erg in had, dreigt eene concurrentie de ontvangeen uwer maatochappü te verteren; een paar ton zijn in de eerste jaar of wat wederom voor vernieuwingen dringend noodig ; in 't kort de omstandigheden styn plotseling ?bedenkelijk" ge worden. zoc. bedenkelijk, dat de raad vau admini stratie der N.C. een gewillig oor leende aan de u bekende voorstellen van de Maatschappij tot. ExC' 'Utie vau Staats:poorwcgen, die de beleefdheid Imar op de gevaren te wijzen en van wier onpartijdigheid? in deze zaak ieder doordrongen is. Vermoedelijk heeft dia onpartijdige raadgever haar ouk gewezen op de voordeelen aan deze iud«rd-ind ingewikkelde voorstellen verbonden. Het is echter zeer twijfelachtig of de obligatie houders en aandeelhouders van sommige dier voordeelen wel willen weten, ja, ik houd my ver zekerd, dut de pas benoemde commissie uit de oblit'aüchonderii rolle rentebetaling znl blyven eischen en protesteeron cal tegen de maatregelen, welke de positie der gerepresenteerde «cbuldeischers zouden kunnen verzwakken. L)e aandeelhouders zijn, het moet erkend wor den, «enigszins gewaarborgd tegen de gei aren waarop de Exploitatie M,u zoo. .loijnal wits te wijzen; by aanneming van net ontwerp-contract ontvangen zy tiooit minder dan niemendal, eteeds opklimmende, totdat zjj_ in 1915, dus reeds over een 30 jaar, bijna 2 pCt. kunnen ontvangen, ja irt 1950, na aflossing van alle obligatiën zou het dividend misschien tot 6 pCt kunnen «tijgen. Waarlijk ?de toestand zoowel van aandeel- ah van obligatiebouders zal op den (langen) dnttr belangrijk verbeteren." Volgens de bij het ontwerp- contract gevoegde berekeningen zouden de aandeelhouders in 1383 niets, in 1804 ruim f4000, in 1889 / 37.000 kunnen ontvangen, ten minste zoo de ontvangsten der Exploitatie My. met G pCt. van 1883 op 1884 en tut 18S9 gemiddeld met 4 pCt. 's jaars toenemen. Gesteld uu, dat b(j eigen exploitatie de Cen traal wezens de zoo gevreesde concurrentie in de jnren 1882 tot 1889 niet meer ontving dan in 1881, zegge pi. m. / 867.000 en dat na aftrek van uitgaven voor de exploitatierekening, na betaling van huur voor gemeenschappelijke stations enz. van wagenhuur en wagen-réparatiën, van bijdrag n tot liet pensioen- en onderstenningsfonds, enz. daarvan overbleef pi. m, f 4(13,000 of 52 pCt, evenals dit in 1081 het geval waa; stel dat tot 1882 voor vernieuwingen bovendien f 200.000 of pi. m. ( 30.000 's jaars wordt uitgegeven, dan nog ziin de uitkomsten in die zeven jaar veel beter dan b|j de exploitatie door de Exploitatie. eigen exploitatie is bovendien de bezitting met / 200.000 vnrmeerderd: b\j exploitatie door de Exploitatie-Maatschappij blijft deze eigenares. Maai* welke ook de. opvatting moge wezen over de onderdeden van bit contract, in hoofdstrek king geeft de N.C. hare onaf hankelykheid geheel prijs. Zij geefr. de kans op, om bij oudere ilaatBchappijt-u betere voorwaarden te bedingen en stelt zich nu vrees voor concurrentie, waarvan het groote gevaar door velen niet wordt anngeno'meu, geheel in handen van eene andere Mij. die tegen eene goede belooning ^lleronbeduidendita waarborgen ann obligntitjn wil geren en die voor de aandeelhouders geen enkele verplichting op zich neemt. Het behoeft geeu betuog, dat de aandeelhouders onder deze bedenkelijke omstandigheden geen ?gewillig our zullen leenen aan de voorstellen bun door den Raad van AdminUtratie gedaan en dat een voorstel om het bestuur der N ederl. Centraal Spw.MiJ. jaarlijks eenvoudig / 20.000 en vrij reizen te geven, met liehoud van titel, evenveel kans van ?lagen zou nebben. AULEHLÜI. RAMP ADDER. Het Centraal-Comité tot het inzamelen Tan gelden voor de nagelaten betrekkingen der be manning vnn Zr. Ms. Rammonitor Adder en het ytrdeelen dier gelden, bericht dat bedoeld comité in xüne jongste vergadering zioh heeft samengerteld als volgt: : Vice-Admiraal R, L. de Haet te Willemioord, President; Uurgemeester van Amsterdam Mr.G. van Tienhoveii. Vice-President; Durgemeester van Rotteidam Mr. S. A. Vouiiig Meinesz j Our-. gemeestcr van 's-Gravenhag.i Mr. J.. G. Patyn. Luitenant-Generaul N. van Willet te 'f Gravenhnge. Secretaris-Generaal b. h. Dep. v. Marine L. J. T. Broekboff te 't-Gravenhage; Jbr C. Harten te Amsterdam, 1ste Penningmeester; Mr. E. N, Rahiuen te Amsterdam, 2de Penning meester; J. v. d. Ven, Griffier bjj de Directie der Marine te Amsterdam, Secretaris. Het comité verzoekt beleefd aan de Sub-Commissiën en andere corporatiën die zich met het in ontvangst nemen van (relden voor dat doel bobben belast, da gelden die tot dot verre hij haar zijn ingekomen, wel aan den heer Jhr. C. Hartten, Frederiksplein No. 84 alhier te willen inzenden. Namens het Centraal-Comité, J. VAN DB VEN, Secretaris. Amsterdam, 26 Sept -fili-fNa de Intornatlonale Tentoonitolting in 1683, de Landbonw-Tentoon>telling in 1881, zal hivt in 1886 het Vde congres voor blindenondciwiji gebonden worden. Het I Vde had dezen zomer te ï'rankfoit plaats, waar Amsterdam, indien het dit werschte als volgende plaats van bijeenkomst werd aangewezen. Amsterdam nam ann, eu al dadelijk mocht men «ich in de meest geweuschto mede werking verheugen en had de Commissaris dae Konings in deze provincie,' jhr. mr. J. W. M. Schorer, de welwillendheid het eere-voorzittertcbnp te aanvaarden, terwyl-verder tot eere-led»n YPÜ het bestuur benoemd werden de bh. jhr. mr. C. J. A. den Tex, eere-voorzitter der vereeniglng; Jh. Fock, voorzitter en mr. Th. Schiff, secretaris van bet bestuur over het Instituut tot onderwijs van Blinden; W. Hovv, bestuurder van de Werk inrichting voor Blinden alhier; dr. W. M. Gun mug, hoo^Iecraar-directenr van het gesticht voor oog. lyders; L. P. van Son en F. J. W. II. Sobmita, bestuurden van de .Prins Alexander Stichting" te Bennekom; mr. W. W. van Lennep, wethou der van onderwj|i te Amsterdam; dr. 1). J.Steun Parvé, inspecteur van het middelbaar onderwij* te 's üi-avenhage; dr. A. Moen», inspecteur v«n het l«ger onderwyi te Amsterdam; dr. W. B. I. van E\jk, Suhoolopzieber in het district Haarlem; Dr. J. van Gean», Geneesheer aan het Instituut en aan de Inrichting voor Volwassen Blinden: J. Matthcs, Algemeen Thesaurier van de nfdeeling Nederland en medcsopriohter dnr Internationals Vereenijjing, te Breukelen; D. IIir»ch, Directeur der Inrichting voor Doofstommen te Rotterdam; Mr. J. G. de Witt Hamer, Voorzitter va-i het Comité Leeuwarden, meda-oprichter derVereeuiging; Mr. W. van Weideren Baron Renners, Uur* gemeestor van Leouwardeu, lid van het. Comité aldaar; Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, lid van het Hoofdbestuur te Opstkapelle, meerendeels allen leden der Afdeeling Nederland der Vereeniging. Voor de eigenlijke leiding der voorbereidend» werkzaamheden, als regeling* commissie, waaraan, volgens bestaande gewoonte, later waarschijnlijk ook bet Bestuur van 't Congre' zal wordeu opfedragen, werden benoemd do HU. Professor Dr. '. C. Donders te Utrecht alt Eere-President, J. H. Meyer. Directeur van het Instituut tot Onder wij) van Blinden en algemeen-Secretaris der Af* deeling Nederland als Voorzitter, E. U. LavanchyClurke re Parijs en W. Meeker, Directeur der Pro». Rliein. Blinden Anstalt te Duren, Hoofd redacteur der Blinden'Freund, als Oi<der-Voorzitters, A. C. Wcriheim als Penningmeester en M. A. Perk, Voo. zit ter der afdeeling Nederland, als algemeen Secretaris. Aan het congres zal verbonden worden eene internationale Tentoonstelling van leermiddelen voor en handwerken vervaardigd d»pr blinden. Kosten van allerlei aard maken buitengewone bijdragen zeer gewenscbt; do heer A. C. Wertheim alhier, Penningmeester der Nederlandsche afdee ling zal sich gaarne met de ontvangst belast n. Naar wfl vernemen heeft de nieuwe zwem- ea bad-inrichting-aan deRuj terknde niettegenstaande den cnguustigen zomer zooveel succes gehad, dat de Directie van plan is, bet buitenbad voor de dames ta verffrooten en ook aan dn heerenafdeeling meer kleedkamers aan te brengen. Een instelling van welbegrepen liefdidighe'd is de maatBcbappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin, die haar 8ste jaarverslag deed verschijnen. Reed< lüö weezen heeft zy een huiselijk leven bezorgd, en van verreweg da meeftten hiervan de beste resultaten gezien. Ha>r weikkrinar strekte zich" uit Over verschillende belijdenissen. Zy telde onder hare pupillen l' 2 Hervormde, 35 R.Kath., 6 Doopsgezinde, 12 Israëlitische, 8 Luthersche en 2 Reinpnstrant-cbe weezen. Slechts 4 kinderen zyo in die 8 j" r ge storven, een bewijs dat niet alleen fj'-^tM.k, maar ook lichamelijk de tnatlanhiipptj geluk ig in hnre keus van yerplegingsoorden ge...ut is. Dat zü Laren werkkring nog zou knnneu uitbrc den eu dit gaarne zou doen, indien hare financiën het toelieten, spreekt van zelf. Voorzitter is l/r. D. J. Tideman, dir. ster. de heer M. W. Scheltema. De piano's Ascherberg, waarvan de heer C. L>. Mattern, Gelderschekade, agent is, worden stet dl me.T gewaardeerd en bekend, liet jongste pro spectus bevat aanbevelingen van Saint-Saëns, Scbulhoff, Gernsheini, Sarasate, Ignaz B rul l en andere autoriteiten. Voor de muziek-avoiidoa van het Conservatorium te Drwden werden Ascherberg-vleugels gebruikt. Maandag 16 Oct 1882 en volgende dagtn zat een rijke verzameling vun boeken over alle vak ken verkocht worden bij den heer LI. G. Bou;t Warmoesstraat bij de St Olofsuoort 35 Een arbeid waartoe, behalve het talent en de gegevens, eeuo ontzaglijke mate van geduld en toewijding noodig i?, werd door den oud-hoog* leeraar t-vers in >yn werkzame rust ondernomen, eene Statistiek, economisch, Iiygieni<ch, staatkun dig, als Ei/drogt 'tot de levr.liiingsleer van Nederland. Het is van zulke bijdragen voorzien dat de mannen die wetten vinden en zy dia Hf.tren maken, althans met eenig zelfvertrouwen kunnen voortschrijden. Des oud-hpogleeranra studie van den loop der ziekten sedert het begin dezer eeuw, geelt aan de sterfte-tabellen eena bijzondere waarde. Een, drietal graphsche kaarten ryn aan het werk toegevoegd. De heer Arn. Jansen heelt in het ttaatk. en gtaatbuiih. jaarboekje voor 1882 eene Poststatistiek van ae Europeesche staten over 1860 ge leverd, die vooral omdat zy eenigzins beredeneerd is, wuarde heeft. Zooall de heer Janken doet opmerken, geven de statistiekeu der verschillende landen nog lang niet al wat men zon kunnen wenschen, daar de tabellen niet alle op dezelfde grondslagen en om dezelfde perioden worden Of gemaakt; toch zyn de opffaven die bet stuk bevat over hut aantal poshnriohtiugen, ambte naren, brievenbussen, in verhouding tot de dicht» heid der bevolking, de verzending van. brieven, dag- en weekbladen' en de finautiëele inkomsten, zeer wetenswaardig. Het onderwerp, waaraan da heer Bientjes to Utrecht zijn naam verbonden heeft, dat van het ->eter ?evenwicht tusschen geest- en lichaamioefeniog" voor onze jeugd, lieeft aanleiding ge geven tot een zeer opmorkeiyic artikel van Dr. Vit ui Bruinsma, in de Vragen des Tf/ilt, De titel is: Ll/dtn lof) daaraan? en. de concliuie van Dr. Brninsraa i», dat wij inderdnad niet zóó erg nan de ?Ueberbüfdung" In'ion, als de heer Bicntjs» meent en dat in uilen gevalle de ingrijpende ver anderingen diede mannen der Olywpia- Vereeniging voorstellen, al zeer gering z\jo. De gymnasiasten in de noordelijke steden alt ham, schrijft de heer Brninsma, drinken op bun 14e jaar nog geen Beiersch en de meisje* rennen er liever door den tuin dan dat ze er nuffig op kransjes zouden zitten. En de voorgestelde veranderingen in da school-programma'i zt)n niet ingrijpeud, vooral omdat jui»t de vakken, die het i eist door den heer Bientjes geschrapt zonden worden,?Ëngehoh voor de jongens, Engelsen, handwerken en tang voorde meisjes,? niet zoo geheel overtollig «tin. ?Twee vragen raakt Dr. Vitus Bruinsma slecht» even aan, die eene nadere besprOKing van ïflnï kant zeer zonden doen wensohen: het streven om aan de kinderen juist alles door de school «e doen geven, en het voorbijzien van het nit dat voor velen het privaat-onderwijs zou knuuen hebben. . m i;. jv il j ! t « * :??*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl