De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 24 december pagina 2

24 december 1882 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

1; E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ne. 18? W: 'J' Zij vragen dus roet vertrouwen deiuellden steun voor den Nederlaodscheo bandtjl, welke eventueel aan <ie Nederlandsche Industrie mocht worden toegwtaau. Be Zegelwet. De uitvoering dor met 1 Januari a. s. in werkingtredende zegelwet geeft aanleiding tot enkele opmerkingen. Ik ga stilzwijgend het zonderlinge feit voorby, dal op den 20slen December, dus nog slechts enkele dagen vóór den datum, waarop de gewijzigde wet in werking treedt, do nieuwe zegels slechts. schaars of in het geheel niet te verkrijgen waren en dat de met de uitgifte der zegels be laste ambtenaren, die men in do eerste plaats zou achten aangewezen als de persot »«j, die voor het ontwetende publiek tovr.tagbtak moeten dienen, blijken gaven van n'ct voldoende bekend te zijn met verschei dene vraagpunten, die de uitvoering der u'euwe wet raken. liet is mogelijk dat de tijd nog te kort is geweest om hen behoorlijk van instructie» te voorzien, doch dergelijke verontschuldiging kan niet dienen bij de beoordeeling van de uitvoering zelve, ik bedoel het technische gedeelte. Het zegelrecht op kwilantién, cheques etc., allen onderhevig aan een vast recht van 5 ets, kan voldaan worden door gebruik making van een plekzegel of door het in omloop te brengen papier vooraf ter zego)in* (stempeling) bij een zegelkantoor aan te bieden. Men kan derhalve gebruik maken van een plakzegel. Daarbij denkt dus ieder deskundige direkt aan het formaat van Let in Engeland gebrui kelijke penny-zegeltje: klein en daardoor ge makkelijk in het gebruik; doch onzo Regee ring acht' het doelmatiger daarvoor aan te bieden een vrij lange strook papier, zóó lang, dat de eerzame burger, die er ge bruik van wil maken, op zijne gewone kas sierskwitantie eerst na passen en meten kan besluiten op welke wijze de kwitantie er mede te versieren. Tol overmaat van ramp worden de zegels verstrekt in groote lappen van 100 stuks en zijn zij alleen met behulp van mes of schaar van elkander te scheiden; de uitvinder onzer doelmatige? plakzegels heeft dus klaarblijke lijk nooit opgemerkt op welke eenvoudige wijze de postzegels, die ook in tappen wor den uitgegeven, aan elkander zijn gehecht en gemakkelijk zonder behulp van een snijdend instrument zijn af te scheuren. Nu de andere wijze van zegelen: men kan het te gebruiken papier vooraf doen zegelen (stempelen). Alweder roep ik mij voor den geest het elegante, kleine, engelsche penny-stempelije, dat onze slempelfabrikaDt kon hebbeu waar genomen op de eerste de beste uit Engeland getrokken cheque. Doch ook in deze wenschte onze regeering den kooper vooral veel te geven voor zijn geld Instede van een weinig plaats innemend stempellje wordt tot hiertoe gebruikt gemaakt van den zoogenaamden Halten stempel: een groot rond met stempelinkt (dus vettig) aange bracht Nederlandsen wapen, waarvoor later, doch dan nog maar uitsluitend te 'sHageen te Amsterdam, de zoogenaamde drooge, maar even omvangrijke zegelstempel kan in de plaats treden. Ik weet niet of de kosten te groot zijn om verandering te brengen in de thans vastgestelde wijze van zegelen; zoo niet,dan is het de bedoeling dezer regelen om de bevoegde machten dit vooralsnog in ernstige overweging te geven. Waarom moet men in Nederland steeds beginnen alsof men geheel onbekend is met de voortreffelijke voorbeelden die het buiten land geeft? ? ' ?? ? X. Am. 21 Dec. 1882. Staatkundig Overzicht. Nog steeds financieele discusaiSn namen al de jjittingen van de Fransche kamers in beslag. De heer Kibot, de rapporteur, waarschuwde nogmaals tegen overdreven uitgaven, een aanUl sprekers zich in verschillenden zin hooren; do oudLeon 807, dóór wiens artikel in de Revue es Economistes het eerst da bezorgdheid over de financiën gewekt is, trachtte door eene rede btf den Senaat goed te maken wat hy bedorven had; hfl betoogde daar, dat de financieele toestand veel beter was dan men meende, en nchtte de voltooiing der. openbare werken noodzakelijk, ook door bui tengewone uitgaven. Nieuwe belastingen achtte lig niet noodig. De Senaat nam de begrootingen voor justitie en financiën aan. ' De kamer keurde de buitengewone begrootingr-n voor Openbare Werken, Posterijen, Telegrafie en Oorlog goed. In de commissie óver do begroo ting verdedigde de minister yan Bnitenlaudsche Baken een crediet van 25 millioen voor de organi.atie van Tunis, hetwelk ook door de commissie weed overgenomen. In den ministerraad werd de vraag van een crediet voor eene expeditie uaar Tonkin behandeld. De admiraal Janréguiberry, minister van koloniën, los een wets-ontwerp voor en toen de president Grévy en eenige ministers zich met dit ontwerp niet verseoigden, wierp h\j het in het vuur. Toch heeft de admiraal zjjn ontzag niét genomen, zooals eerst gemeld werd. Dd ebineesche regesriug intussohen heeft hare troepen uit Tonkeu teruggel rokken; de regeering z il nu naar het laatste bericht de expeditie voor. stellen en er een crediet vau 11 millioen voor aanvragen. ? Nog nam de begrootings-commissie een regeerin^svoorstel oAn, om f20 millioen te verleenen aan het verhoogen der toelage van lycées en colleges en tot oprichting van gemeentescholen. . In net proces der Union-géuérale zgn Bontoux en Féder veroordeeld tot vtyf jaren gevangenisBtraf. Het proces tegen de oproerigen te MontceauIn-Mines valt in zooverre tegen dat geen der beschuldigden iets bekent, bQna geen der getui ' gpn «oh iets herinnert. B(j prins Krapotkin den nihilist is huiszoeking gedaan en htt daarna ge* v*a| en genomen, . TT . ?? ':. Generaal Menabre.;., da nieuw benoemde TuHaauscli* geïout, herik r>y het o verkondigen gtynar geloufsbrieveu eeu buitengewoon vrwnacaappvltyk onder.ioud gebild niet den beer Grcvy. Uu iuiuiat«i' va i financiën iu België verklaarde d tl het tekort over It&l op vgf inillioen, dat uvcr 1-82 op veertien millioen te schatten is. IletdetiVit over 1883 zal 26 millioen bedragen, ten ge volge van grootere uitgaven vojr ouderwye «ut mindere opüreug*t der apooi wegen. De voyrgeuuineu verauderiugen in bet engelsch ministerie zyu ediigszius gewijzigd doorgegaan; tiiaus is Lord Drriiy minister vau koloniën ge werden, Lord Kimbml'-y minister van Indië, de markies vun llulin^toa van Oorlog, en de heer UliilUers vau fuiai.oiéu. Men laat do gezanten J T Hova's, van Madagascar, nog steeds iliuecrcn; maar Lord Granville heeft ook ovrr hen briefwisseling gevoerd met de Kranschc regeorinii, eu daar me u betoverde Vooiwa-irden van protectoraat ot' bezetting, en oudo tractaten niet eens kon worden U de kwestie nog niet uit den wi>g geruimd. Er wordt verwacht dat met Calewayo's terug komst opnieuw eeu oorlog in Zuid-Afrika zal uitbarsten, Te N at al lieeit men «ijtie landing gevvapeuJer hand willeu verhinderen. De boeren atiyMun iutusscheu utet ufwiuttlemle kaus tegen de Kaffers. De Pruisische Landdag besloot het Re geeringsontwerp tot afschaffing vau de vier laagste klossen der Klassen-tcuei eu viTuooging vau Uu tabakseu draukbula ting iu bandun UI-UIT caminissio te geveu. De mi-ter Sehólz verdedigde liet ontwerp, de heer von Benningseu (nationnal-liüeraal) l>e-? prak een amendement, twee klas-eu vuor vier, w.iHrmedc de fiegeering echter geen genoegen zal uemeu. De Italiaan-cue Kamer heeit het ontwerp der Regeering, om afgevaardigden die don eed wei geren, als Fttlleroni, vtin huu zetel vervallen te verklarun, aangenomen. Do afgevaardigde Maffi, lottorgieter yan beroep, heeft eeue interpellatie tot de regueritig gericht over de concurrentie die de arbeid der gevangenen aun den werkman aandoet. Hij had veel succes. De ministers Maticiui ou Deprt-tis beloofden ant woord; do zaak z*l ge-jn kabinets kwestio wor den. De paus benoemde twee colleges, ieder van drie bisschoppen, tot het lieoordeelen van bur ger :y'ke delicten, in het ressort van hctVatikaan gepleegd. Van de cene rcch bank is appel op de andere, van iedere op be.Jm «ezaméulyk. Men verwacht op het Vatiknan ook den kc ztr van Oostenrijk, ou door bemiddeling van dezen, cene toenadering met de Italiaansche rcorerring. De maarschalk Sertauo in Spanje ondergaat telkens nieuwe nederlagen. De neer Linares IliVHH, hoofd eener fractie zyner party, verklaarde ook de Grondwet vau 1S(J9 niet to willen, wel de thans geldende, in lil.'eralcngee-t gewijzigd. Daarna verwierp de kamer met 216 tegen 68 stemmen oen voorstel der minderheid tot laking van het ministerie Ssgnsta, L'ene redevoering van den heer Becerra, een partijgenoot van Serrano, werd slecht ontvangen. De Spaansche bisschoppen onrvÏDjreT) eene ency cliek van den Paus, hen vermanende zich van politiek te onthouden. Het is de vrnag of niet als indertijd iu België, deprivaut-corresnonduntie hiervan alwykt. Tusschen Turkije en Montenegro wordt pene schikking voorbereid. In Egypte is Lord Dufferin bezig eene rechtelijke organisatie te beden ken; het wetboek der internationale gerechtsho ven zal voor Egypte omgewerkt worden; ook eeu stelsel van vertegenwoordiging :H in overwe ging genomen. Van een conferentie zal wel niets komen. Generaal Sir E velijn Wood heeft zich naar Egypte ingescheept. Wel zal te Londen eene Duiiau-Conierentie gehouden worden. De reis van baron vun Giors uaar Italië', meent de Debat?, heeit dit onvoorziene gevolg gehad dat »ü geleid heeft tot openbaarmaking van het Dnitsoh-Oostenrijksche verbond, welks bestaan wel vermoed werd, maar waaromtrent na deze inlich tingen, allerlei bijzonderheden bekend worden, die een dieper inzicht iu de politiek der twee lan den geven. In Rusland m.takt men zich niot on gerust en ook al de oorlogstoebereidsolea die de bladen meldden, worden tegengesproken. Allerlei. Met groote gestrengheid maar zeer waardig, beeft de heer Viruly de onbehoorlijke handelingen en gebeurtenissen van dezen zomer, in het Kamp van Milligen voorgekomen, ter sprabe gebracht. Met een moed, die waaraeering verdient, heeft die spi'i k n' voor de eer van het koninklijk gezag, deu M.ulster van Oorlog verantwoordelijk;gesteld voor de bevolen, diu du Koning ten aanzien van dat Kamp uitvaaidi^de. Met nadruk deed de Korterdamsche afgevaar digde uitkomen, dat de Koning oppergezag ? geen -opper!.a-ui over leger «-n \loot. voert. De bezwa ei worden dom den Minister wegge cijferd, maar de coDStitutioueule kwestie liet h U onaangeroerd. Of neen ? erger. De Minister durfde iu 's lands raadzaal het argument te be zigen, dat men, als de Vorst in het Kamp komt, de wet en de reglementen wel ter zyde moet zetten om hem genoegen te geven. Pour que Ie Roi a'amuse. De Heer Pruys 7. d. Hoeven maakt plaats voor den Heer Tobias als civiel bestuurder van Atjeh. De uatie zal met ingenomenheid zien dat de eerst genoemde zijn betrekking nederlegt. De Heer v. d. Hoeven móge een uitmuntend msn zijn, voor de bevrediging van Atjeh was hij niet de rechte man. Zal de Keer Tobias als civiel-bestuurder het doel bereiken'/ Men weet het niet; maar dit is zeker: de Regeering laadt «-en zware verantwoor delijkheid op zich, als zy ten tweede male onstaat iu de keus van een persoon voor zulk eeu ge wichtige betrekking, ttelttkkig zijn do antece denten van deu heei Tobia* zeer gunstig. De dagbladen bevatten: Het Uantielêblad: ifSeevsart- en m.chlnistensctiolon. ?? Hei Merwede-kinmol. ? Het Bllliton-kontnkt, tfieuivt RoUerdamtflte Courant: De Oaz-zuk to Rot terdam. Uit VadtrJand: Opon brief aan d«a heer Bcbopel van W. Booseboom. Het KHUHH van itn Dag; Een monument voor Indische krijgsbedrijven. ? Een r*i.indruk tegenover jMurbvrlouton van bankinstellingen Arnhrnwcln Courant: Een incidenteel deb»t over eene boginulkwvitie van ?tat.tsneb.t (Dr. ttc&Mpman}. ütrtehtiehi Courant: De militaire opleiding van d« jeugd ia Fiaokr)fk. Jmtt*riamten* Courant: Uit de Kamer. Hiditlburgtekt Courant: Het ideaal van een Ideoloog (openbare achool). Dagblad «KM Zuid-Eollanit «M 't Qromthage: Verzwiring van den beUnÜng-ulrok, ? ParUkulisro korae-kultuar. De Standaard: Kinderarbeid. Di Ti>4; Een veroordeelde wet (ondnrwtjs). ? Donkere voornitsiclitim (belastingen). ~ Het Handelsblad over bet Merwedo-kanaal. ? Uettscben en dieren. GemeenteEaken. SCHILDERACHTIG AMSTERDAM. Die een weinig aan teathetika gedaan heeft (en welk beschaafd Nederlander laat ? ondanks het jongste votum der Tweede Kamer ? die wetenschap geheel ongeoefend?) hueft allicht ge hoord, dat de Kunst o. a. onderscheiden wordt in eene typische en eene dramatische. Wanneer aan beeldhouw- en schilderkunst ieder "en verrijst voor onze prgon d< codes di r bewldhou wei s in typische Ftal-ilitMt, die dei pvncttit'OeitJrra tr« edt up «fram'itisth liVcgt, ZOOH!« ouae denkende oostelijke n iburen dat i;o«nten. ledor voelt, uut bet typische met het monumentale saniciihiitigt, d*t het ui*ui»ti.-chö on» iutu oiVUselrude licht«chiti«triuR doet deukeu. Wanu«ur de «xlilitt-it ons«r deftige «tod van AuittriJuu) er op bedocKt ia de dramatische Uotei mai kt meer en meer tot eeu typieich RcmbrBodtsplriu om te scheppen, dan trekt «U een nieuwe (teoufri-fce)nionuint>utale rooilyu van Mast naar de Amsielstra.it, en ou.e uogen, onze geesten wordeu gekweld met een schrikbarend bouwsel, dat z\jn blinden muur naar de ftegulienbree>tr».at keert, in stilte verzekerend, dat hn eerlang prijken zal mat d« interessantste reklames van noerin^aieke winkelboud»». lu 't algemeen kan mtm niet outkennen, dat hut stonWren vau muren met opsohrtt'teo l«vdiidiglieid byzet aan een i>t«d; maai- evon als er be palingen bestaan ten aanzien \an de hoogte, die men aan tuinhuizen eni mag geven, moest het ook verliodeu zyn koopwaren aan te kondigen met zulke «roote letters, dat de rustige burger iiiet kun nalaten er naar te kijken, .en daardoor, in het maatschaplijk leven, aan die koopwaar eene belangrijkheid toe te kennen, die z\j niet heeft. Maar het alignfnient syateom, ook afgescheiden vau de brutale muur- en üchut;int;vlakten, die zijn toepassing soms doet. ontütiian, vet dient wei nig oaubevpluiff. liet (im-tordiim-ciie loven beeft meer een dramatie ch ui' avhilduraclitig, dan een typicsth of plast ieüdi chnrakier, eu danroai moet U» botte vereeiiug vau de rechte Jij n niet in be scherming word«n goiionwn. Waarom, als niJii dagelijks het weldoend pitto reske van de Kiüvrrstraatkrommingen en het sta tig omwrndei da van de Heeren- eu Keizersgrach ten guniet, onthoudt men zich (Jan vau, bij den aanlog van nieuwe stuiten, op dit ver?cluin«el beducht to z^ln eu levendigheid t« zoeken in plaats vun monotonie? liet is hut fanatisme voor het monumentale of typist hè. My duukt ik hoor een half dozyu Monsieur Jourdnins mij verbaasd al vragen: ?Conitneur, c'est doüc de Ia prose, que je fTiis? Geon haar op ons hoofd, dat zich van zoo iets bewust was. Wij dachten eenvoudig: vecht U natuurlijk mooyer dan krom of schuiu, en _daarom vulleu wc, zoo veel mogelijk, alle hoekjens aan, no men alle uitstekken weun, verbieden kuipers, slagers, apthokers, enz. luui be-lrijf op Je sti.iat uit te oelenen, en maken alle.ï zoo veel mogelijk glad Cn ettVn. Het vlakke U mooyer dan het getjogtuie, het va-te dau het spelende, het ma'te dan het glinsterende, het droge dan het natte, eu daarom, onder anderen, dempen wy de grach ten, of althauds verheugen er ons in, dat xekere konsideratiën ons dat dempen afdwingen." Neen, Heeren, uw axioma, dut vlak mooyer is dan krom, schijnt aan bedenking ouderhevi/. Die theorie is verouderd. Zy kraaide triomf in de tijd der Restaumüe, toen men de dramaas deiRevolutie en van het Ctt/arismo tnuó was. Do reaktie, d:e onze vaders met de meubel», schilderylijsteu en kost urnen van 1815 heell opge scheept, heeft lang uitgewerkt; niaar toch, zoo als ik zeide, gehoorzaamt gij aan een beginsel met uw niveleerdrift: het is net beginsel van samenvatting, gelükmukiutf, veralgemeeuing. Men kan daar echter te ver in gaan; en ik beb het woord genomen, om u geluk te wenscheo, dat gij er eenigsuins van te-rug-komt. Daar is een t{fd geweest, dat men in onze stad overal de oude hoornen door jonge deed vervangen. T bands, in tegendeel, staan er groote rijen ft aaye hoornen, die hunne deftige kuiven niet veel zelf gevoel tegenover de hui/en in het zonlicht heffen; men legt vele lommer-belovende rost- en wandelplaatsen aan, ? men huldigt dus het landschap, en bet lendschap is van oen dramatische, pitto reske natuur: landschap is niet monumentaal, en kan slechts by kon vee t ie (gtstylizeerd) eeue typi sche roeping vervullen. Daar is nog eene andere huldiging van het pittoreske, waarin ik my vei houg. Het zijn die leelijke rechthoekigeparallelogrammen, die men van den gevel uit laat gaan, om samen een hoek vau 30 graden te vormen, en dao, iu sprekend rood eu wit, te laten Ic/en, welke artikelen in het aldus geneusde winkelhuis te koop zvjn. ' Juren geleden was er een tijd, dat alle uithang borden verdwenen. Het was ter-naauwer-nooti, dat een'onnoozol verliuurbor .itjen|verlof kroeg voor den gevel uit te steken. Wat. uitstak, zoo vreesde men, kon de voorbijganger wel eens op zij n hoofd kryRen, en zóó werd hetfwet en zeide alle gevels vlak te maken. lutusscheii men hoeft de stadsgezichten vau de XVIIe en XVIlIe Eeuw maar ouder de oogen te nemen, om op te merken, hoe veel fraayer, levendiger, schilderachtiger oen straat, gracht, markt, er uitziet, wanneer er vliegende gevels, luifels, pothuizen en anUere uitstekken zon. Die accident» de .construction z|ju leveruvertalingen, uitdiukkiugen van eeu gnzo'nd, inaat? schappelijk leven (ón'dtt) ook guen accidenten in den zin van toeval, of DO£ veel minder van ongeluk); het zijn de zichtbare ademhalingen vuil de burgtirü, en ik zegen de beide mannen van den Haarlemmerdijk, die, na dat alle andere vier kante uithangborden verdwenen waren, de hunnen aan de cierlgk gekompoueeerde ijzers gehand haafd hebben. . En nu verbeug ik mfj in de smakeloze uit steeksels, bovengenoemd, om dat het mü een voor spel schijnt van de wederiuyoeiinff der wappe rende uithangborden. Misschien keert men ilan ook wel tot de gewoonte te-rtig, om er nittloutar woorden op te bchrijveu, maar zete begcUildereu met voetRteIling,<n, oan hiïtorio, prnktyk, ot'emblematiek ontlmnd. . ; Nu men ons, op vele plaaUen, het spie gelende, vrolijke water ontneemt, nu al vele traoye brugboog.'n verdwenen, /yn, die, zelf in scbftduw, auo ki'Aoluig .afkwamen op de verlichte gracht, .die er schuins achter lag, ? nu man zoo vele huizon vau den .onderhouw berooft, dia in den walkuut te vinden wns, en daardoor den huizen het voorkomen geeft vau burgers, wien de moed in d<t üchocuen zinkt, ? nu moet men ons ten minste den troost -ge vonder pa voizeering van de huiznn met uithang'nprdeu ; en niet alleen borden, maar allerlei uithaiig-teokens, allei wat. in zinrijk beeldschrift, van het leven eu den arbeid d-r burgnrU getuigt, zon .er op tyrannieke wy>.ö onze aandticht voordit of dat handelsartikel met L-roote onvoegzaamheid in beklag te nemen. 10 Deo. '82. Alb. Th. Ten slolle heeft toch een mildere geest in den gemeenteraad gözegnvierd. De politie verordening is aangenomen, maar de Raad is met de kommissie voor de strafverordeningen medegcg'tan en heelt het rijden met hand« karren door de Kalverslrant, mits dat geschiedt ten dienste van de bewoners, toegestaan. Evenzoo werd een amendement van den Heer Dijkers aangenomen, hetwelk ten doet had de straf van verbeurdverklaring der krui wagens bij overtreding van hen die deze be.xturen fakuliatief ie stellen. Het Handeltblad deelt het volgende mede: i Gisterenavond brachten Burgemeester en Wethouders, curatoren der Universiteit en de leden van den Gemeenterest! een bezoek aan de bibliotheek der Universiteit. Dit be zoek, waartoe het denkbeeld van den Rurgcmeerter uitging, strekt om de genoemde autoriteiten in staat te stellen om met de intïchütjg en den toestand der Bibliotheek door eigen aanschouwing meer van n iblj be kend te worden, en om zich persoonlijk met den rijken schat van boeken, plaatwerken en handschriften, daar voorhanden, in kennis te stellen Er werd heel wat lijd besteed om dit kijkje in deze zich steeds uitbreidende en steeds meer belangstellenden vindende, in vele opzichten merkwaardige boekenverzame ling te nemen en geen der aanwezigen, die zoomin uit het oogpunt van rangschik king, als uit dat van het belangwekkend ge halte der verzameling, (onvoldaan?) dit ge bouw onzer Universiteit verliet." Hel zal de burgerij genoegen doen te ver nemen, dat onze Univernteits-curatoren en Gemeenteraadsleden eindelijk eens naar de bibliotheek getogen zijn om zich »persoon lijk met den rijken schat van boeken, plaat werken en handschriften, daar voorhanden, in kennis te stellen." Toch gelooven wij dat zulk een bezoek, van een veertigtal belang stellenden tegelijk, zijn schaduwzijde heeft. Ons dunkt, om een bibliotheek te leeren ken nen, is het beter geheel alleen of twee aan twee den ontdekkingstocht te.ondernemen. Inmiddels het bewijs van belangstelling moet gewaardeerd worden. Men weet het, vooral de eerste stap kost moeite. Wij hopen dat dit begin door een reeks van bezoeken ge volgd zal worden, niet alleen aan de boekerij, maar ook aan andere in stedelijke inrichtin gen waar iets te leeren valt. Waarschijnlijk liggen de gasthuizen aan de beurt en niet hel laatst de stadsschouwburg. Hel zou wezen 11 ij k geen kwaad kunnen als onze autoriteiten eens duidelijk toonden, dat zij ook in den bloei onzer looneelspeelkuhst belang stellen. En een kornediebezoek heeft dit vóór, dat de lülrljkheid van het gezelschap geen afbreuk doet aan het nut en genot. Integendeel, hoc meer ziel hoe maer vreugd. H.UXST. ZWARTE GRIET. D:ana in 5 bc'lrijvcn (6 tafreelen) door Rosinr Vaassen. Stads-fscltauwlurg, 20 December Ifeïtè. Zich drie achteiveuvolgontle malen de taak ge steld zien, tot de lezers van .dit weekblad te i-fkfcii over ourapi onkulijkeii di'AinatUuheu arbeid, hoewel iu sommigen opzichten geen gnnsch onvermengd genoegen, toch eeu verschünsel, dat iedereen vriend vun het vadrrlaudsche tuoueel stof tot vreugde behoort te geven. Fijne Beschuiten, Zonaar naam, Zwarte Griet: drie stukken waarvan de opgang onloochenbaar i». Al zal het nageslacht, dat in' de eerste pla »ts n.iar letterkundig gehalte vraagt,1 aeen dezer wei ken ouder du blyvende vooi-tbrenjjselen der Nedciiandache literatuur een jilaats uamvyzcn, toch zal het de opaetogciiheid ve.klaarbaar vindun, waarmede het publiek onzer dagen, wn de pon isuuer tndgeuoteu weiniggeiiiettmarx gewoon, de ie en andere werken hueit begroet; zonder twijfel, bjj de beschrijving der tooneolbeweginR van deze .jaren, de daad/.nak niet vergeten, dat elk welgeslaagd oorspronkelijk spel ccn aankuoopingspunt te meer heeft opgeluverd tuaschenhet dram* en de letteren, die tot beider schade een langdurige sctieidius hadden duorkefd. Het komt ni\j voor, dat. z\Ja M' ? schoon duor de erkennig van het laatst genoemde feit in ifeen gunn^c niate besteed ? zich daarbij zal btsferltttn. Geen t^jdtak, zóó tcliaara met eigen tooneelivei-fc bedeeld, dut hut geen spelen heelt zien ont staan, waaraan do liainl niet routine en de kennis van do uiturlukc vormenvertrouwdniet te bespeuren viel. litt bespotting vau sommige maatschappelijke zwakheden: de tentoonstelling cnkeler jjluatsulijkc eigenaardigheden ui zudun of karakter: de boliandeliuR vau eeuige algemeen menschclijke baitatochteii. of iumdouijiugen ? uit deze elemeuteu zijn steedt «?eu uautal stukken geboren, waarvan nu vaders den n:iam vun handigo tooneelschryvers allezins verdienden, maar nog als satirUten, nog als niouschkundige denkers, nog als stnaaltvollo penvoeidars ? en het allcrmiust als dichters kunden wovdoa begroet. Zoolang geen welgemeende en uit onbevoor oordeeld gemoed voortgesproten lofliederen de nauwiust van literaire tooneelspelen verkondigen, zóólnng is do wedergeboorte van ons drama een liefelijke «n bekoorlijke onderstelling, waarvan te droomen een uiterst streeleude ervaring kan zijn, maar die men bij het ontwaken dient te erkennen als verre van verwezeUjkt, wil men by de toe hoorders als geen slaapwandelaar te boek staan. Do aungeuame begoocheling, waarin sommiffen schijnen te verkeeren, tot een vurig begeerde wei kelykheid te maken, is den auteur van Zwarte Griet niet. gelukt. De taal, die züue personen voeren, khnkt slechta by uitzonderingen als uit bun eigen mond; al te duidelyk hoort men meestal de vr|j eentonige stem van den- schrijver, tusschen de schermen gezeten eu met de koorden zijner marionetten in de handen, de rollen opzeggen voor hen bestemd. Deze omstandigheid veroorzaakt den indruk als werd ons een vertelling gedaan. En, even als'een verbaler de beweegredenen tot de handeling, de karakters der optredenden zijnen toehoorders zal trachten dnideujk te maken met al het plastisch vermogen, al de overredingski-acht die hjj bezit ? even zoo legt de beer Paassen met «en zekere naïveteit op de lippea zöner per sonen telkens en telkens een omstandige beschrHving van hunnen gemoedstoestand en van de driffvoeren hunner daden. _ . Zyne personen spreken noch handelen zelf; zy zyn de tolken van .eenen zoovele andere ik-heden: zü leveren één uitvoerig en duidelijk betoog van hetgeen >n Luune omstandigheden, lieden van hun ütumpcl zonden ondersteld mogen wordeu te verrichten. Een bfc'geloovige vrouw Iaat ons geen rust mee haar babbelen over btigeloof: het ia de auteur die ons vertelt alle staaltjes van deze krankheid, uit den volksmond óf de boeken vernomen. Een braaf en verlicht geestely'ke houdt niet op met bravo en verlichte redeneeringen te houden: het is de auteur, die on» op het hart wil drukken, dat hy een braaf en verlicht priester wenscht te schilderen. . Eén voorbeeld: .' Vrouw ? «preekt bjj tot ?zwarte Gmet" ?j vrouw, wat zyt RU slecht! wat cal ik nog veel voor a moeten bidden. _ Deze ain ia voor de taal dei Heeren Foowen inderdaad kenschetsend. Immers, wat is de bedoeling? Van zwarte Qriet de slechtheid en van den pastoor den liefderijken ernst de schilderen; hf) grieft de zondares met geen verwijten, b$ bestraft zonder toorn: hy bidt voor haar. Klinkt het niet abof w^j dro heer Faasien hoorden verbohn: ,Bwarte «riet wa» een zeer slechte vrouw. Dit deed den vromen dorptfeevtetyVe gf»ei leed, eu hjj beproefde door vurige g«t*<iea, hoii bekeu-ing en begenadiging te verwervea." Gaarne «oudeu w<j ilen auteur op «jn woeel gelooven ; moor door te groote oprechtheid wor den «qne personen ongeloofwaardig. Al te onomwonden, en te beredeneerd korne» ?|j uit voor hunne gevoelens en gedachten. Daar» door wordt hun taal kinderachtig en plat De eenvoud is hier grofheid. Er is te weinig kunst aan de t «al besteed da* dat «ü uatnurlyk ion kunnen schenen. Het ijjn vooral de ernstige gedeelten v«a Zwaite Öriet die, door het l*aUtgenoemile g». brek groote schade lijden. Echter brengt due omstandigheid aan het geheel niet het ?elfde nadeel, te weeg. dat Zonder Naam er van onder vond. Immers, belangrijker dan in het vorin werk van den heer Foassen is in Ztcarle ffrtet de schildering der plaatselijke toestanden nonde» twjjfel het. beste van beide stukken. En het ë zeer duidelijk waarom de «wakke ztyde zich U die gedeelten het minst doet gevoelen ; dm heer Faassen een onopgesmukt verhaal te hoorea gaven van de eigenaardigheden uit het Brabant» Bche landleven is een genot, terwjjl wy hen alle» doajftohe pntboezemiogenover wraakzucht en haal^ edelmoodixbeid en vroomheid, wanhoop en berouw gaarne «ouden schenken. De bedoelde schildering heeft de stof geleverd voor eenige zrer aautrekkeUjke t af ëreelen; waar toe ik reken: het onderhoud tusschen don pastoor en den kippendief; het damspelletjetenbuise.van Moorman en de tooneelen in de kroeg van Griet De voorstelling van het grensdorp waar bijgeloof de verwildering voltooit, door smokkelarq en wilddievery in de gemoederen aangevangen, ik een voortreffelijk uitgevoerde scheU en dringt den ernst der verwikkeling in de schaduw. Met geheel is daardoor gebaat: 'tgren vooral blijkt uit de laatste tafereelen, waarin de zede schildering uit het oog wordt verloren, en ter willo der intrige, de personen alleen van hurne onbeduidenste zijde te voorschyn komen: niet all Urabantsche dorpelingen maar als mensohen, die zeer atledaaxsch keuvelen over hartstochten en sentimeiiteo, buiten zoo niet boven hun geda«htenkring. Hun taal eou niet in die mate Ue conventtoneele platheid ademen, indien zü het ge wicht verstonden hunner eigen woorden. Misschien heb ik grooter nadruk gelegd op de fouten van Zu'aite Griet, dan men billijk zal oordeelen. Zuker is het dat hu breeder bespre king der komieke tooneelen, ruimer lorenstof te vinden zou zijn, dan ik mü zelf in de gelegen heid stelde op te merken. Toch heeft de betrekkelijke uitvoerigheid, waarmede ik meende te moeten stilstaan b|) ds rareniug, dat bet literaire gehalte van het nieuwe spel hoogut ger.iug is, een groote be teekenis: niet het streven tegen den Heef Faassen tot. grief te doen strekken de omstandigheid, dat liij zich in dit opzicht boven geen zyner let» terkundige broeders verheft ? maar de verklaring van het eindoordeel, dat evenmin als -Zonder Naam en Fynv Beschuiten, Zwarte ff r iet eeu literair kunstwerk is. Dé kritiek, welke haar arbeid ern stig opvat, dient in de eerste plaats te onderzoe ken of het aangeboden voortbrengsel inderdaad behoort tot de werken, die men aan een ernstige beschouwing kan onderwerpen: tot'de kunstwerken. Zij n de uitkom ten van dat onderzoek onbevredi gend, dan is met het te bpekstellen van die uit komsten, de taak der kritiek volbracht. Am, F. v. D. (}. JONGSTE TOONEELIXDRÜKKEN. 19 De*.: De Heer Vales. Fmu-Frott. 21 Deo. : Ha tfttgment rail Koningin Elitabetk. (Qrtnd-Théatre). Maandagavond, 18 Dec., traden de Heeren Br. Jan ten Brink eu Taco H. de Beer op voor de hoorderen der Hollandsche Maatschappij in t Nutsgebouw. Terwijl de laatste een door hem ver taald gedicht van Dante Gabriël Roaetti ten gehoon bracht had de eerste de ?Vlaamsche beweging" tof onderwerp gekozeu. En in diu rede werd met geen eukui woord over het toooeel in deze ?beweging" ge rept. Er bestaat geen tooneel vaa de Vlaamsche beweging! Dit valt o.a. hieraan te wijten, dat er te weinig gedaan wordt om talenten die Neder landsche of Vlaamsche tooiieelfchry'vers koude» word n, aan te moedigen en te doen rijpen. Ds ItüKeermg bemoeit zich niet genoeg met den ?publieke vermakelijkheid". Men weigert zel& gulden voor tooueéUcbolun. Arme regeel ing t Denkt gy er niet aau wut Frankrijk voor zijn Cuinédie^runnnise doet ; ontwaart gij niet dcu stroom van onzen tijd, die den dramotiichen meer en mttt als een der voornaamste kunstvormen huldigt? Waarom h<-bt gij, IHusdax 19 Dec., in Felix MUI itis de reduvoering van Ds. Vales over Le tliédtre d 1 1 comèdion niet bijgewoond? Zonder veel nieuws te leveren, sprak hy met nadruk ten voordeel* der tooneelkunst, ?qui elève vers Ie b*»u!" UK E rees het tooueel aau als de heerlükste eu lu.oust oeyende kuustopcnbanng. En ofschoon hij st.eedi liedre en l'olyeuctc in den mond had, en, hier ?pour Ia grands vloeide hem toch in Pliedre naast, slechts een woord Van lof cotuüdie de Moljèr»", zoo vloeid gemeenzamen trant Je namen der eerste frausuhi akteurs onier dogen van de lippen en wees bj op hun vlekkelozen Icvonswandel. Uit bg'niv niets dan Dames bestond zijn gehoor. Van ben is 't ook, dat wij alle heil verwachten. In de hoogere standen mogen zü hun echtgenoten bewegen wat meer 's avonds naar da komedie te gaan. Dan zien wy ze weer 200 rijkelijk veitugumvoordigd aU bjj de IGe en laatste voorstelling vun FrouFr ou. De Hr. van Kuyk had aons mouten hooren, hoe een paar Belgen, ter dier gelegenheid, aan mq zich over hem uitlieten! ?Il a t'ailfi être directeur a Anvcis,... Ah, c'est un bon coraédien, u» excellent acteur!..,. Ah, nousleregretton.ibien!..Et ah, lui, qui joue si admh"ablementlenBos!iul Ie et ?Docteur noir." Ik dacht: hoe gelukkig, dat daarin niet de eeniae verdienste des Heertó van Kuyk steekt, dat hu goed den QelocMdt speelt, een rol «aar slechts eenig sclireeuwge» mak voor den ridder, eu eenig piepgelnid voor Etopus toe benoodigd is. Maar ook als Hcnry Sartorus bad de Hr. v. Kuyk veel &aete. De direktie van 't Grand Thédlre heeft onge twijfeld haar uitmuntende redenen om, wanne* een fraai «tuk, als Frou-Frov, haar 10 goei bezette zalen opschaft, niet te beproeven het aantal vertooningen tot Üö te doen stijgen, mast plotseling de sene af te breken om voor leoge *»? Ion een nietswaardig stuk, d» liet testament v f* Koningin Elisaleth, uit te voeren. Dat zfl, of schoon 't thands duidelijk gebleken is , hoe meester stukken de beste recetten geven, er genoegen ui vindt nu eenige avonden veel geringer recetUa te innen is hare zaak en 't behoort mot tot mi)«J bevoegdheid, haar dienaangaande reohtiü-eeks met raad lastig te vallen. , . t Uaar wel mag ik konstateeren, op dat niemaBt zich een te-leur-stelling berokken», dat het Tetf* ment niet behoort tot eene kategoiio dramatliok* scheppingen, waarvan de uitvoering geschikt il aan min of meer ontwikkelde toeschouwers eenig» oren van edele genieting te verschaffen. Het stuk ia een drama in 7- tafereelen; men sou er van kannen lispelen: het U een prul «ameDf** flanst door de nulliteit Eugèue Kus. (1867, Gy*" nase). De Hr. Yeltman en Mev. EUeiiberger, bei« artiesten van het oude rigimt, vcelin zich steeoi volkomen thuis in dergelijke rawende, whietende, dolkstekende en vergiftoedietcna» r;d«r4rake«, doch het i« van een twSfekwfctite» takt, taJiaten van den rang van Mevr. IPresAul, deer UM in zulke melodramaas op te dn»n tre4en, ka» ea hatf tet de riteê te maken «W joaeÜtOcn, d» in de ataUea hebben yloaU IT«»»»«'». ia dit kmuttnfe «etttfi jïkwwf MhaterUehjeu om de kaken van balkon m stalke. En al waren koatuum en dekoratie gog twintig maal nieuwer en blinkender. al had4«o er SM vergiftigingen plaata voor één, ai werden «r tachtig ««noten gelost voor drie, al weren er 96 taf< reuen voor 7, toon zou het lachen gewet tigd Uuvea. Ik heb «enter op enkvle verhengepde fsr«ab8n«elen te wtyrao, ne*r aanleiding hiervaa. Yooreerit op het feit, dat het publiek, volgenda den tiülieteergs vermoedende waarschijnnik,balkon «o itollM vejnig bezette, waar bet zicbtyj de neestar tuikkan in t geheel ni«t liet wachten; ten 2e, verlieten sommige «talles-bezoekers den ?chouwburg na de eerste tafereelen, om niet te-rog te i»aren, ten 3e ? en dit tehftat m{j een even kiesch «voelde al* waardig behandelde demonstratie,? Tertcheneii. na ik weet niet welk bedryf v»n muord en kabaal, op het losbarsten der eagelenb»k-applauaen, de konstenaars niet ten tooneele, M dat het scherm voor hen was opgehaald, tut ten tooneele, om, quasi als hulde aan htin talent en spel-de voldoeningsbetaigingen te aanrftirden, die slechts het bevreditcd reehts-bewuatiyn aan de menigte ontlokt*. Wanneer er toch reel slechter geakteerd, dook luider .geschreeuwd en meer gesenoten was, bij dat tooneel, tonden de bijvalskreten met meer geweld nog weerklon ken hebben. Onder ons gezegd, zou ik, indien ik durfae, bat ««n «ohande willen noemen, dat in eene woning der Kunst waar een der glorito vaa 't mderfandsch tooneel met baar talenten woekeren kon, aan de door afgezaagdheid triviale dramamethode wordt gedaan. Wanneer de direktie lelve aan de reputatie van Mev. Frenkel, van bet h'd, waardoor hoofdzakelijk haar gezelschap blosyen kan, geen afbreuk wil doen, gev« ey meesterstukken te «jen, alleen in staat om eene kunstenares door ieder naar waarde te doen ichatten. Ik bedoel: kunstig be&rbeidde tooneelverken, waar groote fijn genuanceerde en harts tochtelijke vrouwenrollen in voorkomen. A. 22 Deo. v. D. EEN PROTESTJE. .Ik n«em de vrfllwid tllen, die hunne OOgOtt op dit schrijven listen Tallen, uH t* noodlgcn i» jetagenhoid t» «oeken Boocicdo to xi*n vertooiMD. ZJ) «uilen »ch (nik ?? 17 Dio.) v. D»y»wl. Gehoor gevende aan de roepstem dea heeren T. Dey>-sel, nen ik naar Prot & Zoon gegaan, om a, helaas l met geheel andere indrukken dan hij meebracht van terug te- komen. Het zü my" ver oorloofd die indrukken in een even beknopten vorm te gieten als de heer v. Deyssel gebruikte. Myn oordeel over Boccacoio, eu ik bedoel uit buitend d« uitvoering, atoat bqna lijnrecht tégeoorer het z\jne; byna. want gaarne erken ik, dat er in het decoratief zeer veel te prijzen valt. Haar ? de zang van de .dames, die m deze ope rette optreden, vei dient m. l, geen lof; zij brengen ten reeks van on-welluidende klonken ten gehoore en worden dotubq begeleid door een orkest dat almede geen onderscheid kent tusschen zuiver en onzuiver. De zang der heeren ia treurig, maar trettjiger nog ia hun spel. De potseu die zü te zien geven voor rekening latende van de tómjvers, hebben we alleen hun spel te beoordeelen; welnu, deze heeren spreiden niet meer Uleuten ten toon dan de clowns op de eatrade wn de voorzijde van een kermisteiit. Volgens den heer v. D. lijjd ik nu .aan pedan terie en fatuïteit; het xy' zoo. Maar na al het onschoone dat ik in Fraacati hoorde en zog kan ik niet anders dan dezen Autaterdwnschen tempel der kunst (sit vent» verbo) schouderophalend voorbijgaan. Dit *py't mü meer daa dn beer v. D, wellicht denkt; niemand gaat zóó gaarne naar ten aardige, goed vertoonde operette als Minor. Bat de Heer Minor nu jaist het leelijke zinnetjcn, met al die tt's, tot motto kooa, was niet mensehlievend tegenover mij. Verder prsetendter ik in dfze niets te zijn don een der klappende liand<-np Ten vaa Frascaties parterre en redetwist ?k iiev-T niet over vraagbtukjens vaa smaak. 22 Deo. v. D. .Men bericht ons dat te Leeuwarden en te Groniugen de aideeiina Amsterdam der Vereeniging het Nederlandse/t Tooneel op hare voorstellingen bijzonder groot succes gehad heeft. Men gat in beide steden de Fourckambaults. Na de vooritelling iu do Harmuniecoal te Leeuwarden werd MD de artiaten eau suuj/er aau^ebodeo door het bestuur dezer sociëteit. Uok bet bestuur der af. -dee'ing van het Taoneelm-bond ea da Burgemwster van Leouwai-den waren tegenwoordig. In Groningen werd Mevr. Kleine met vierspan tn «erewnc!it af«eJiaald en outving bonijuutteji en toespraak. Den heer .Bouwmeester werd 'i avonds een lauwerkrans vereerd, aan Mevr. Kleine nog meer bouquett^n, ook uau Mevr. Hüsaiug?babluirolles. Mevr. Kleine dankte met eeuige hartelijke woordeu het publiek. FfiANSCHE OPEHA. .Hamlet" Het standpunt waarvan eenigen de opera's «Ja Faitxt, Svtneo, iJamltt, beoordeelen geelt hun ?ibder genoegen don zjj zouden kunnen smaden. net moest tuch niet de vraag zijn of geen enkele bijzonder beid, dm de dichter tut uitwerking enken ?chttting van personen eu toestanden gebruikte, fa de nieuwe kunstuiting verloren gegaan is; ?el of hetgeen de componist in zyne vertolking Uubrauht van de beste soort en gerechtvaardigd u- De librettist en componist nemen het type *eer op, nadat zy het tot op een zeker hoogte J*n de versievingen van o.e dichter ontdaan «ebben, en ontwikkelen het op hunne eigene Banier. Veel meer dan echter Goanod's .Fattafmet UB van Gothe, komt de Uatnlet van Thomas in «n indruk die laugs geheel verschillenden weg verkregen wordt, met oüe van Shakespeare overKb, «u vooral buiten den librettist om, door den Wmponiat. Dit billet vooral uit de orkertpartjjeu; J de derde acte by: Maurir t dormtr l rever yeut«ft, geeft het orkest geheel den indruk weer dk» aaolela all«en«praak bjj Sbakeapeare, maar niet « trkst vott het libretto moadct l«j d« «trodnetie nn hut tweede table*n, de geeatvencfayhing-, AUa ?aiu un doltre, Ophtiie, bil Opneln'i krauluiit-igbéid en de doodgnvenscène voit hetzelfde «P te merken. ? £enigziua jammer was het daarom dat het in» mrameuUal gedeelte, vooral a> het begw, niet on ? : waa; deze- opera toch ia zoo ryk aan. hladaijden voor het orfceat dat mj «11» ^ v*rdiende. Wat de zangen betreft, d* «vond WM geheel 'DW Seqnin, (Hamlet); al wat voor de party ge vorderd wordt, beth deze zanger in heoge mate, ?«Uuidend", buigzame, krachtige, stem, niet te 5«ek en nooit raw, het taetT«JÏ« en intelligente ui voordracht en Relaat; daareaboven een zeer goed voorkomen; alleen bod mQn gelaat iets blee*?* kunnen zyn. De Ofkéüt van Mei. Mineur waa nlat zoo zwak - ...vu. *nu «BAMI w.» UHUVJUJF fjaj mafc BWU VUUQ* pnutend, maar werd wet goed te pa* gebracht; -are geboren waren allee Behalve koBinklUk* Jjbeteekenend, te «nel of te zwak, poaten zQ ?*wr voor een onhandig boerent ? -'.-^ -ip hè* woneel dan voor de moed» vaa %u!k eer. r.oon ?ja Hamlet, en de vrouw van zrïh. «u ra..-. !«,«ger ?!» ClMMÜne. Oe stem van dür '- -j> t.*rJv*e ia steeds Jrreehtig en we)b:<h>iii, <*?& heer Oabannea had wemif r-K'f ?«?)< van te doen hooren. De heer Palmaro, ala de «chim van Hamlet* veder, ? waarom heeft men in de opera Shakeepeare niet kunnen verbeteren en de «col» alleen door gebaren doen spreken? ?> .*>?> *<* gewooulQk de beete-flheBtaate, niet «oo indrukwekkend als een doede koning weien mocht Eenige der koren Wenken Utonder goed Het ballet der landBedea wat versierd met een keurigen eu geestigen pat dv touytut, éoor Mme Tiale ra deTüleTaweiter «irgevoerd. Op het Concert van de Haatsohanpy ter be vordering van Toonkanat, Donderdag « Decem ber gegeven, ia de David van Richard Hol nuGvoerd, onder directie van den CompoBiit. Voor t bespreken van het ontzaglök werk, van zQn vele ochoonneden en enkele «waikheden, ook van de vraa» in hoeverre de grens ia *t oog gehouden ia tusschen een heilzaam vermyden van efiWbejag en het versmaden van noodiaketyk relief, oatveekt hwr de ruimte. Genoeg ii| gezegd dat lauweren bouquetten en toejuichingen getuigden vanwaardeenog voor den Nederlandaohen Compouiat en dat een aantal van do fraaie solo'e heerlijk ge zongen werden door Mej. van RöawBck-Biemanf de B.H. Messchaert, Rognani en Blanwaert. De fraaie volle stem van Mej. Johaaaa Pkters deed betreuren dat aan di alt eene zoo kleine party; u toebedeeld; «eer verdienstelijk weerden zich ook de dilettanten tenoren en Daaaen, in hunne kleine ensemble». Wat de groote koren betreft, werd er minder met volle kracht gezonnen dan in het Paleis van Volksvlijt wel wönschelyk schijnt Sterker forto'a «ouden misschien ook de «ochture partyen beter hebben doen uitkomen. De instru mentatie van het oratorium getuigt vooral, hoezeer de Heer Hol het orkest met al zijne hulpbronnen kent en er gebruik van weet te maken, GESPREK TUSSCHEN EEN WAGNERIAAN EN EEN ANTI-WAGNEBIAAN. Laatst, in den Tram. bevoud ik m(j in gezel schap van een Wagnerioon en een Anti-Wagnerioan; dit althans begreep ik uit het gesprek, dat zij voerden. Met het oog op de aanstaande voor stellingen van Der Ring dea Nibelungen hier ter stede meen ik, dat het om verschillende redenen zijn nut kan hebben, dit gesprek, voor zoover ik hét mjj herinner, mede te deelen, en ik hoop, dat de beide heeren, zoo «ü deze regelen onder de oogen mochten krijgen, het my niet kwalijk zullen nemen, dat ik er toe overgegaan ben. ? JU zult zeker wel in je nopjes wezen? ? IkV hoe zoo? ? Hoe zoo? Vraag je dat nog, onverbeterlijke Wagneriaan? Wel, omdat je vriend hierheen komt met zyn troep. ? Welken vriend bedoel je? ? Nu, houd je mnar niet zoo dom; ik bedoel den ?meester" ? zooals jy hem noemt ? van Bayreuth. ? Riehard WagnerV Je vergist je: die komt niet bier. Wat zou hy hier doen r Hy brengt dezen winter in Italiö door, om uit te rusten van de vermoeienissen der ParsV/riI-uitvoeringen en keert tegen den. zomer naar Bayreuth terug. ? Zoo. Uaar zijn troep komt stellig hier. ? Vnn welken troep spreek je toch? ? Wel, natuurlijk van het operagezelschap uit Bayreuth. ? Je bent heelemaal in de war! Er bestaat jeen operagezelschap te Bayreuth. ? En dan die menschen, die in 1876 en dezen zomer in het zoogenaamde ?Fertspielhaus" gezon gen hebben? ? Dat waren zangers, die Wagner voor beide gelegenheden uit verschillende steden van Duitaeh[and had bijeengebracht Maar zQ vormen geen vaat operagezelschap, eu z\j zijn na de uitvoerin gen te Bayreuth weder naar hunne haardsteden teruggekeerd. ? Als je m$ dan niet gelooven wilt ? hier . de courant. Leest Wat staat hier? ?Paleis voor Volksvlijt, Gastspiel des Richard WagnerTheatera unter der Direction dea Herrn Augelo ? O, bedoel je dat? Maar dat heeft met de onderneming van Bayreuth niets te maken. - Niet? ? Wel neen. De energieke impresario Angelo faumaun, overtuigd, dat. er voldoende over Wag ners laatste werkengeschreven en gekeven is, om de nieuwsgierigheid der geheele wereld gaande te moceu, heef t terecht ingezien, dat het ge«n slechte zaak zouzyn, om eeuige zangers en een orkest bijeen te brengt-n cu daarmede de voornaamste plaatsen van Europa te bezoeken, ten einde enkele dier werken ton gehoore to brengen. ? Maar zyn gezelschap tiestaat toch uit de zelfde zaogern, diu te Bayreuth opgetreden ryn? ? liet beataat nu eeni uit deze, dan eens uit gene zangers. Te Londen was het anders samen gesteld dan te Berlijn eu te Leipzig. Welke zan;eis wn hier zullen hopreu, is nog niet bekend. Llleeu Aleyr. Reicher-Kiudermann ia geuoeiud. ? Heb je al pbiats genomen? Anders wou ik e voorstellen, er samen heen te gaan, d. w. a. laar één of twee uitvoeringen. ? Jij? Eu je houdt niet van Wagner, heb je y alijjd gezegd! ? Dat is ook zoo, maar ik era er alleen heen uit nieuwsgierigheid, evenals ik naar Louise Michel en naar Judic ben gegaan. I te beb tot nog toe Ike nieuwe opera trouw bijgehouden: Carmen, 'ja Mascotte e. a.; nu wil ik ook iets van de Vibelurtgen tien, anders kan ik er niet over meepraten. Maar ze zeggen, je moet eerst het ibrettp lezen. Dat is immers niet noodig? ? Libretto!? De trilogie der N i belangen, een libretto? O, heilige godent ? Wat scheelt je? Ik heb altyd gehoord, dat het tekstboekje van een opera ^Libretto" werd genoemd. ? Tekstboekje!? Opera!' ? Ia dat ook al niet goed? ? Beate vriend, het werk van Wagner, dat men zich voorstelt eerstdaags hier te vertoonett, is Reen opera; het ia een drama, of liever een cyclus van drie drama's en een voorspel. In dit drama wordt echter niet gesproken, maar gesonoe*. Wat men in de opera als bijzaak pleegt te beschouwen, nl. het woord, ia hier hoofdzaak. Wfl je do.s genot hebben van den Nibelvngencyclus, dan moet je beginnen met het gedicht ? of het ?libretto, looala jij het met een IUUaansche-opera-temt noemt; ? van A tot Z door te lezen. ? ? Dank je hartelijk! daar heb ik geen tgd voer» en het 'u ook niet noodig. dat ik het geheek gedicht Ie»»; want ik ga slechts jen of twee gedeelten hooren, en natuuriyk niet dien, heele* Nihelungen-circua. ?^ Cyclna, wü ja aeffgen* ? Juist: cyclnT;lTdacht daar onwillekearig aan Carré, bS wien ik een paar Jaar geleden de Nibetttttgen als ballet heb genen; je begrijpt dut, dat ik niet onbekend ben met het sujet Daarenboven herinner ik mg uit mjjn schooljaren de geiohiadeni» van den hoornen Swgfiried en van dea smid HUM. Eca en ander zal wel voldoende ?Un om Waoper'a werk te begrijpen. ? Neen, dat ia met voUoenda, Wat > in je «chocbaren gelezen e& wat je hfl Carré genen hebt s% fragmenten vaa het Dnitsehe Nibelungenh'ed. Wagner echter heeft de «toffe voor attn Ring des NtbtHmoen uit de oudate Skmdinaviache bronnen, mtt de Edda, geput Hy heeft do Siegfried-sage in verband gebracht met de WoteDgtn-aage. me* de ««fle van het Ryügond, met ?J'» «*go v--» .. '? O biunel, >.*t ?>>??. ?ageat En dat aftel aou ik u)o«t«n Irittzt r .<«-.(iv> dank je. Zooall gezegd, ik »* tvn of hoogfif^rj twee avonden naar da a tw, a^^aeiii te lito., «at.liet.il. -M ? .Ik dacht, dat Je een drama wildet sien, wmana poesie, mnstek, acHe M schilderkunst Mmenwtrke* tot Mn schoot geheel. ? Keen, dat was m|jn bedöeüng ttttt. Alt ik behoefte heb aan poesie ? wat me niet dikw^a «?beurt - neem ik een bundel gediohtm ter tand; schilderkunst hoort «p de tehtoonstellmg tnu>»; wil ik een drama zkn, dan ga & naar het Hederlandseh Tooneel; maar ia de opera kom ik om de fiata tacbiag boem boess. ? Zoo, meneer d* aesthetieos; a is derhalve tegea de vereeniging der kunsten ia het Drama? Nn, er ?$» er neer. ? Juist. Alles apart Je kunt toch niet alle* te gelijk doen? Verbeeld je wat een inspanning : booren, k$ken ea denken tegeJiJkl en dat yoor je amosement! Die zoogenaamde vereeniging der kn&*ten is weer een van de malle nieuwe theorieën. ? Niet zoo nieuw al* je denkt: reeds het (meksche drama bestond uit da vereeniging der kunsten. ? Hoe het bfl de iGrieken was, weet ik niet, maar in de dagen van mijn vader en van mijn grootvader ging men naar de opera alleen om de muziek. En sou ik dan rettter la foi d» me» pertal Opera is opera, en zoo hoort het te ? Hoor eens, het is hier de plaats niet om te rede twisten over de enchen der dramatische muziek. Ik wou je alleen dit vragen : als de opera uitsluitend om de muziek bestaat, waartoo dan bet tooneal met jsyn decoratief? Waartoe dan de costnmes? Ja, waartoe dan eigenlek de tekst? ? Dat alles is ook eigenlijk overbodig, want dat leidt de aandacht maar van de muziek af. ? Jy vindt dus het oratorium beter ? Daarin vervallen decoratief, historisch coatnum en ooi ie. ? Oratorium! SamoMit Jonaf Dat heb ik op Toonkunst gehoord. Heerlük, hoor l ? AU historische miuiek, ja ; maar ik heb nu meer bet oog op het dramatische in een orato rium. Hindert je dan dat koor in hedendaagrcche kleeren niet, dat de Filistijnen moet voorstellen? ? Ik kan mij best Filistijnen in hedendaagscho kleeren voorstellen. ? En dan held Samton, gerokt en witgedast, en Dolila in negentiende-etuwsch bftltoilet, die zelfs bjj de hartatoobtelykgte ontboezemingen zoo stuf als bono^taken op het orkest bliivon staan, Is dat natuurlek? ? Je doet je oogen dicht, don zie je niet, of Samson een rok aan heeft. ? De oo^en dicht? Dan kanje den tekst niet lezen. ? Dat is ook niet noodig , dien lees je vooraf, als je er behoefte aan hebt ; op elke zes woorden zingen ze een koor van tien minuten. ? Ja, en die woovden worden op verschillende wijzen omgezet, evenals het ?Belta marquise, TOS btaux . yeux me font mourir d'araour ? ' in Le Bourgeois Gentilhomme. ? Juist. Je luUtert dus met gefloten oogen; ' dat heelt het dubbele voordeel, dat je beter liourt en dat je nu en dan eens kunt ii dutten, want de muziek gaat van het begin tot het einde geleidelijk voort, en je behoeft niet bang te zijn, met schrik wakker gemaakt te worden door een paar valache akkoorden, zooals bjj Wsgner. ? Valschq nkkoorden ! ? Hrbje in Wagners werken, als ze goed uitgevoerd werden, vaische akkoorden gehooid? \Veet je wel eons, wat een goed akkoord is? ? Ja wel: minstens tien pereent ? Geen flanwiteiten, asjeblieft! Ik vraagje, of de muziek van Wagner sjpeht klinkt; of zjj . e, uit Ver fliegenae TannMwer en het matrozen koor uit Lohengrin. ? Je bent goed op de hoogte, merk ik : je verwart TannMuser, Lohengrin en Der fliegenae Hollander met elkaar l ? Wie kan ook al die namen onthouden? Ko men er in de Nibeltmgen ook mooie airs voor? ? Er komen in het geheel geen airs in voor. ? Duetten dan? ? Ook niet. . ? Of quartetten? ? Evenmin. ? Dan toch wel een jachtkoor of een drinklied? ? Volstrekt niet. ? Maar wel een ballet ? ? Wel neen. ? Wat? Zelfs geen ballet? Maar dan is het ook geen opera t ? Dat heb ik je al tienmaal gezeid. ? Wat is het dan ? ? Een drama. ? Een drama ! En er wordt uitsluitend in ge zongen ? ? Ja. Het woord wordt door de muziek tot zijn hoogste uitdrukking gebracht, maar is overigens op dezelfde wijze behandeld als in een gespro ken drama. De rede loopt onafgebro- ken voort, zonder herhaling. H«t orkest verkon digt de gevoelens der handelende personen : gewaarwordiogen, herinneriugen; voorgevoel, enfin alles wat niet in woorden uit te dnkken is. ? Ik bejfryp het nog niet best ? Weetje wat: ga eerst Der Bing dei Nïbelungen zien, en al* de uitvoering goed is zul je misschien uitroepen, evenals Grimm na de uit* voering van GlnckVt Iphigénie c* Tattride: ?Je au sais si o'est la dn chant, maïs pent-étre est-ce beauconp mieux. J'oublie l'opéra et me trouve dans uue tragédie grecque." ? Dat zal ik zeker met uitroepen, want ik heb nooit eeae Grieksche tragedie geiien. En jg ook niet. ? Zooals het b{j de Grieken werd uitgevoerd, neen; maar we weten toch uit de overleveringen, van welken aard het Grieksche drama geweest is. Uit die berichten kunnen wty afleiden, dat de laatste werken van Wagn*r, natnurlyk mutatis mutandis, denzelfden geist ademen. ? 't Is me ook wat fraais, dat Grieksche drama t Wat een gruwelen l Wat een nwmlia-rerhondingent Oedipas en Jokastel Be sonderen van dat laar, die elkaar doodslaan, en*, rnx, ? Ja, besta vriend, all ik mg niet beroepen mag op de Grieken, waar moet ik don het Jileaal der kunst zoeken? ..... * Da Condnoseor: ,T<eMs«hepUia, Heeren T Hier stopte ik uit. Ik weet niet, of de heeren iet nog eens *ijn geworden, maar ik geloof het niet Mocht 9c aw weder ontaneaten, dan zal ik bet bon eens vragen. 12 December 1882: Trtmpammgitr. LB BOI 8'AHÜSB. Br fe iniMuoMn piinnmr om WNM voo fnUfo*baar althans) redd«k>os- gwvaDen ah»: LelM S"Amute voor vQflag jarètt. Door bet pnWSek dapper nagefloten, werd bet barteadie», na d» ?ants) voorateOmg, dbov de regering; \ De tc(enspoed tehtsr vsriamt .met 3e haehU» van bat genie, maar verdubbelt «et rwdv Vy ifna vr dat a* velen waren, Hago bad pingen verfoeiden, naartaraw ?Una drama's sich toch op de p konden boaden. Daar ÏÊ in Frankxyit e«t telïstandig publiek, dat wel vifóig d» periodieke m leest, maar zich aaardoor Biet iaat k*D bat daar Mttv«ada« aas drama begint met te vallen en zich weder ver heft doordien het publiek beter vertrouwd word* ?et wat de sohrijver heeft gewild, en het ver» ?ooala lij ona, dat het opgetogea pu., . «k derde veorsteUiag axU» (wemt eeae prtmfirf bewjjet hier al zeer weinig) de performer* M «Ut tafereel, «tj het ook «even B«)M, teragroept en aieh toeh «kor wettig waardeercade ot afbrekende kritieken laat beheeraehen ia daar, veraaeen ik, haaet ondenkbaar. Het w*e dut een groote ramp voer Hvge dat mem a$a drama den MJd niet liet ota de harten te veraverett. ea daarom bepleitte hö «jjn goed recht awtwelvoer «to volk ali voor de Trihemal de eommerte. Leat oa» echter eet» nagaan of dan dat pu bliek zoo volkomen ongeluk had. De noofoViebreken van Victor Hogo'« drama's ?vn: onnatuurlijkheid en gebrek aan «maak. Laat ona zien ia hoeverre dit op Le Roi t'amuse van toepassing i». Reeds heb ik er op gewezen dat het hoofdthema diep uit het menachelijk hart ia gegrepen en de hoofdkorakten althans zeer waar «ijn. Welnu, op de bijfiguren U datzelfde van toepassing. Mitscbien kon het offer door Blamcho gebraeht wat aterkcr gemotiveerd a^n; het ia olthana nogal kraa, dat het meiije voor ren geheel on-waardig minnaar, met «ich zelve, ook haar liefhebbeaden, ongelnkkiffen vader opoffert, maar overigens «Qn de oude verontwaardigde edelman de Saint-Vallier, de eerlyk getinte doch echt achnrkoehtige Saltabadil Jde ondeugende moor toch lief hebbende Maguelonne, de joloersche de Coaaé, enz, alten zeer goed geteekend, zoodat ovewl de handeling tinteleud ia van leven en geeat Het ia er dua verre van af dat hier aprake «on zijn van een onnatuurlijk drama. Zeer zeker, dexe ontzettende handeling ia verre van alledaags, en men ia maar al te vaak geneigd om heel bijzondere, zeldzaam voorkomende feiten onnatuurlijk te noemen. De zaak ia dat in de wereld, die door den auteur geschapen wordt, de fdten dan woorschijnlyk <&tyn, ala xe zich logisch laten afleiden uit de eenmaal gegeven toestanden in verband met de eenmaal gegeven karakter* en uit dat oogpunt gezien ia Le Hoi a'amuse haast onberispolijk. Wil dit nu echter ze«rg«n dat overal de na tuurlijkheid, laat ons liever een ander woord kiezen, de waarschijnlijkheid ia in acht genomen? In geenen deole. Men stelle zich voor. Het geheele hof is bijeen. Daar . treedt onaangediend de heer de Saint» Vallier vooruit. De koning wenacht, althana laat zeer gemakkelijk toe, dat de grijze ridder wordt aangesproken, ja op gemeene wy'ae wordt beleedigd door Tribpufet. Zyne majesteit zelf staat kompleet met zyn mond vol tanden, zoo zelfs dat de Saint Vallier hem allerhande verwytiagen doet, «ouder eerder don na den tachtigsten alexandryn één woord daartegen in te brengen. Ik zon dergelijke grepen, aantoonéode hoezeer Hugo de natuui lykheid aan hdt effekt opoffert, met velen kunnen vermeerderen. Laat ona echter nooit vergeten dat, hoe men ook over de waar heid in het drama denken moge, de wereld die men zich ia zoo weinige uren «iet voortooveren, altyd meer of minder cuuventionneel blij ven moet, dat bet abaolunt ware hoost ondenkbaar ia en iu zekere opzichten zelf* niet wenschelnk zou zijn. Maar nu de kwestie vau smaak. De mannen dio met Ponsard, de vaan van het clasasisme (dat wil in Frankryk zeggen Comeille, Racine en Molière) verdedigden, beschuldigden do romantie ken, en vooral Hugo, van waaamaak en dit ia misschien de meest kwestbare plek. Neen, de klassieken waren waorlgk niet natuurlijker dan de romantiek»», maar stellig waar is het, dat de vereeniging van bet verhevene met de platate werkel$cheid, boewei niet zelden Imiaoriatiach en treffend, zeer dikwgls tot den wansmaak leidt Dit don ook ia, naar mijne wgze van zien, de zwakke z$de vaa dit drama. Ia het het krach tigste, het natuurlijkste gewrocht van dezen dramaticns, het ia tevens (althans hier en daar) het wansmakelykste van al zyne scheppingen. Reeds ia ar iets hinderlyka in om den gansenen avond de avonturen van den onwaardigen, ja walgely'ken koning voor oogen te zien; reeds was het voor het franache publiek kras genoeg om de hoofdrol te uien vervullen door een gedrochtelük schepsel, terwijl men gewoon was in de tragedie ook de fraaie, ja strenge vormen gehul digd te zien, maar dat alles wordt nog verergerd door sommige Ufereelen, die waarlyk afzichtelijk moïen wovden genoemd. Men zegt dat de voor stelling in 1832 geschaad werd doordien onder anderen de zak, waarin hét lyk ia geborgen, op Imksche wijze, immers met het houfd uaar ou deren, werd opgebracht, maar ik hecht daar niet veel aan. Urn m een ernstig drama, in een tragedie ?une espèce de paquet de forme oblougae," waarin een dood licEham is geborgen, te doen naar voren sjouwen, is zoo niet al to gruwelijk, iets zoo beltobelijka (want hier geldt: de l'horrible au ridicule il n' y a qu' un pas) dat het baast oubegïijpclyk ia, dat een waarachtig dichter iets zoo wafgbly'Ica doet zien! Waarlyk, wy zijn nu.sinds jaren uiet de het-rlijke taal van dit drama vertrouwd, maar men moet zich in. de plaats stellen van het Parijadie publiek van 1832 en dan maj mon vragen, is het wonder dat derge lijke wanatalti)fheden in staat waren zoodanig te ontstemmen dat het waarachtig geniale er, voor een deel althans, door verloren moest gaan? Maar dat was de reden niet waarom de reE\g de vertooning van dit monsterwerk isterwerk in meer dan eene beteekenis) ver. \Va» het om politieke redenen? Reeds de voorstelling vaa zulk een vorst zou dat misschien in een tyd dat de nieuwe koning vaa den troon bod bestegen, wettigen en zulks te meer omdat er sprake waa van eene zinspeling op het huis Orleaus. Wie weet alken men gaf deze reden niet op. Men beweerde dat het om de zedelijk heid was, en .dit gaf Hugo aanleiding tot twee pleitredenen, een voor het publiek en een voor de rechtbank, beiden tintelend van waarheid, ironie en waardigheid. Werkelijk ia het verwijt van onzedelijkheid geheel onzinnig. Aangenomen dat men dergelijke gewrochten met jaist schrijft voor jonge meines, die pas de kostschool verlaten hebhen, zon ik niet weten welk stuk genade zal hebben in de oogen eener vaderlijke regeering, ala dit werk veroordeeld wordt en zelfs de rol yaa Blanehe ia (en dit is bepaald eene lichtzode in. dit vrij sombere drama) zoo kiesch en zuiver Van opvatting dat zelfs Göthe's Gretchen er nauweHjka bij halen kan. Ik wil, om dit te ataven, en te vens, nadat ik in het eerste stuk Tribonlet gaf, om oek de beide andere hoofdpersonen te doen optre den, eindigen met een fragment dat voor aicE zelf tprekea. amgel De Konintj, Blaaehe. De. Koning, OBUuwhe! . Blancbe. God! Gaaeher Mahiert Pa ïoaisg (ia lachen aiti»r«*eadeX Nu, op taSp. eer. t Hoog toeval B$I of nut, dia trek henaagt mij zoert Of bJatp ntva eagtlinL o Blanehe t Bravaeb» Gtf... Boe "' BetetAf.TT eauaher Oek, laatmt Siro! Hoaaït gfihet dio ia(jn JilahW . . . Wi* gf ook aiet... bas» kmielam me«gt,beb neeo, Do Koaing. Mat ? a% ik boawa ah ao sog GtBchar boaft ilwhte vertolkt wat Fraai l GJ miat »«aaikm»sida*oMa]sr«e*«ï Wie ooit waar min regeert naar andro kroaost Hef kind t saagt f» tam ia Wat asheelt het dan of man Van dat ik 't leven tag! I Beeft gU voor nuj temjnfu ikwrtteo JMBwaar t een ongeluk ooi hoog te ?jjugeborwl BIanohe(tar zSde). Wat vroeada lach! O God, walk laed ir ffr bosohoron!> De Koning (altgd st«k«r ia lachen urb- 1 barstende). ^ Ha» feestao. dan on spel, tornooien vol vsav _ pratht * Dan aianokaMrg U middon van den nachtT 3 Als wf op 't tachte nu» der wonde» nafcgoatta» Allasn va» 't aoot genot der teerste liafiieweteoi O, laat oa« minaaars agn, twee asal'fon. ma* - ,. on vrouw t ; Bene wordt men oud; dan paart aan zwakheid Al» mon aiet 'sleveat stof sohakeering hóeft Door liefde-atarretjes. die in het n O dto paiUotton.pracht behoeft ons voleklood1! 'k Heb, Blanohe, vaak gedacht aan al dio _ ,, . taken. Weet -. Dat's menschen wfrheid ligt in Gade te vereerenJ Maar verder 'snossttn vreugd met de onze té vwiuseiaat ^, Blanehe (ter nedorgealagen en teragwökende)J O had ik dat vermoed'/ Is dit dezelfde man 2 De Koning. Beeft g8 voor mfl terug? maar kind, wat dacht _ ? go dan ? < Ben ik een mtansar die geen gloed heeft maap _. . al zuchtend i Zich nauwlflks tonnen durft, Omdat hH, oltQcr _ ? duchtend ( Wat vw te zullen gaan, steeds op een afstond bfij Ia hope dat de min het liefje tot hem Blanehe (hem terngstootende). Loat BUJ rampzalige! De Koning. En kent gg ons vermogen? Heel Frankrijk, t genscha volk zien mg & oi A* , naar de oogsi*. H D rijkdom, eer, vermaak, 't valt alles a ten deeU Al wat de staat bezit behoort aan mg geheeïl En gtf, beheencht uw vorst, o voorwerp vaa mün minne l Waar ik de koning ben zij t gij m$n koninginnflj Blanehe. En uwe gade dan? Do Koning. Och zwjg toch, haar gebied ? Is elders. In nuj'n hart, neen, daar regeert cfft niet l ' Go ajt m$n liefje! Blanehe. O schond! Do Koning. Wat is zij fier, de kleine! Blaache. Neen, vader, *k bhjf u trouw, neen nooit word ik de De Koning. Uw vader ? Etö ? De gek ! Mijn hofnar Tribonlet ! Uw vader hoort mij toe, wordt naar mijn hand gezet Tindt goed wat ik verkies. Blanohe. (bitter weenande) O God, nnjn arme vader! Hoort alles a dan toe? (Zjj zucht Hjj werpt zich aan hare voeten omhaar te troosten.) . * De Koning, (zeer teeder) Ik treed vol liefde n nader, Uaar schrei dan, Blanehe niet! Kom aan tnjin hart, mijn kind l Blanehe. Keen, neen .... De Koning. Herhaal toch eens dat gg mij wel bemint Blanehe. Neen, nimmermeer l De Koning. Ach, 'k heb . . . . toch wilde ik u niet grieven; Schrei niet! Wat aou 'k niet doen om Blonche te believen! Zie 'k tranen in dat oog? en wel door none schuld? Zie aan hoe dit mya hart mét bitter heeft vervuld. *k Waar liever nog alom in Frankrijk nagewetsea Als ridder «onder moed, door heel mijn volk misprezen, Don dat ik u, o Blanehe, een traan ontlokken zon! Wat laagheid L. Ween toch niét... mishandelde ik een vrouw l Blanohe (in verwarring en diep bedroefd.) Och, 't was maar spel niet waar? O heer s(jt gö de koning Noen, laat mjj dan, hfe* schreit en wacht my ia gnjn woning, H&B vader! ... o gjj weet, hg woont in 't huia GoeseJ... God, wie attt gfl!... kat mg, och, laatmütoob; met vreek Dz ben hierheen gelokt door pracht en fisèathjkhedon! Hoe woelt het in myn hoofd! Xoe, klister naw mtJn bedonl (Schreiende.) Dz weet na zelf met meer of ik n wel bemifll (Terwijl ie vol angst terugdeinst). Aab, sta ik dan voor u» m^jn. koning.... De Koning (die baar arm wil Foei» siddert fg voor «8? Blonche. As», laat nu? De Koning. (hoar'nadereadeT Toe, vorMoniwl n Ü av| ganoag:l Odt, «baak n^ diaBlaaebe. Neen, o neen! De Ke>Bi»fr. Hae- vreemd toeh! Wil lij * .#1

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl