Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ho. 287
Blauohe.
Neen, vaarwel!.. Qod, waar ik hem ontvlied1?
Ha, deze deur t
De Koning.
Wol aan.... Ach arme l... t b m\Jn kamer?!
De gleutel heb ik hier ............
Quintus Clatidiu». Een roman uit den tyd
der Uomeiniche Keizers. Uit bet
HOOJduitsth van Ernst Eekstein. Arnhem.
B. van der Zande. 1683. 2 Doelen.
Ȇn vol geestdrift voor hetgeen zy' als waar
hebben Icerru kennen en liereid voor vaderland
of godsdienst moedig den dood to gamot-t te
gaan. Yaudaar dat dit boek sulk ren weldudigcn
indruk achterlaat. Dut da helduimoed dier
christen martelaren niutovordivveuis voorgesteld,
leert de gosc'niedeuis. Na hut bovoustatmtie
behofft het geeu nad«r betoog, dat ik allen, die iu
den jongsten tyd duor llauierling, Ebi*rs rn Dahn
den nistorischeu roman, wa iriu de grijze oudlieid
t»n tooneelo wordt gevoerd, hebben liei gekreg«u,
het lezen aanbeveel van Eckstein'd roman, welks
vertaling uitntimend is geslaagd, tent ijl ook de
uitgever zich met veel zorg van ciju tank heeft
gekweten.
W. P. U. K.
?an
woi dun ?
De laatste regeeringsjnren van keizer
Domitianus staan met een zwarte kool aangeteekend in
de RMoIri di-nis vau het Romeinsche Ruk.
Heer*chzuchtig en wreed voeddo hy vooral tegea do
hoogere standen senatoren on ridders welke
by herhaling aau 's Kuilers willekeur waren
blootgen'eld. De Senaat tuiste de kracht om zich tegen
de keizerlijke maatregelen te verzetten. Een uit
gebreid spiuuneii-syst-em verspreidde schrik om
zich heen en moest den Keizer tegen mogelijke
aai.slagen beveiligen. Ter wille zijner veiligheid
vas Domitianus «r ook steeds op uit het füger,
Vooral de Prnetorianen, en h«t mindere volk duur
groote vrijgevigheid, graanuitdcelingen en open
bare feestfTijkheden voor zich te winnen. Ten
laatste kwam hy door een «araeniweeriiig om het
leven. Met de zedelijkheid was het in die dagen
treurig gesteld. Nwt meer bevredigd door dun
volkugodsdirust en niot by' machte iets anders
daarvoor iu de plaats te stellen, zochten velen in
een voortilureuaen roes van zingeuot troost of
liever bedwelming. Toch volgden niet uilen dezen
weg. Daarvoor pleit bet steeds toenemend aantal
Christenen dier dagen; daarvoor pleit ook zoo
menige eeredienst, die desty'ds te Rome blooide
of zich een plaats wist te veroveren. Eeu dezer
va-i de Isis-dienst. Vooral vrouwen voelden zich
aangetrokken tot de*en met allerlei geheimzin
nigheden verbonden «eredienst «n zochten daar
verlossing van hare nooden.
Dit is met enkele woorden de lijit, waarin de
roman van Ernst Eckstein is vervat. Met zeer
veel talent heeft de schrijver genoemde
bizonderheden iu zijn boek verwerkt. Het is dan pok niet
alleen als roman dat dit werk aanbeveling ver
dient, maar ook omdat het op aangename wijze
een beeld geeft van het leven te Rome tegen het
einde der eerste eeuw van onze jaartelling. Met
zorg heeft de schrijver de bronnen, die hem daar
toe ten dienste stonden, bestudeerd; dat
bewyBen de belangrijke aanteekeningen, die aau het
einde van ieder deel den weetgierigen lezers naar
die bronnen verwijzen en hen in do gelegenheid
stellen de juistheid te beoordeelen van hetgeen
de auteur hun in den tekst over het Rome dier
dagen te lezen geeft.
Het gcheele verhaal beweegt zich om twee
feiten: de overgang tot het Christendom van
Quintus Claudius en de samenzweering togen
Domitianns. Quintus Claudius is do type van den
beschaafden r yken Romein uit 't einde der eerste
eeuw, die, ofschoon oogenschy'nlyk in 't bezit van
al wat zijn hart begeeren kan, toch onbevredigd
is wijl hg, het vertrouwen op de waarheid van
den volksgodsdienst verloren hebbende, evenmin
in de verschillende wjjsgeerige stelsels troost kan
Tinden. Levensmoede in den vullen zin des woords,
ofschoon den manuelyken leeftyd nauwelijks in
getreden, komt hij in aanraking met een christen
?laaf, wiens eenvoudig maar vast geloof, dat hem de
felste smarten met gelatenheid doet dragen, wiens
vertrouwen op den eenigen God: die het Al
beheomht en met gelijke liefde allen houdt omvat, pp
den naar zivlevrede dorstenden Romein diepen in
druk maakt. Hij zoekt dientengevolge het gezel
schap der Nazareners en vindt by hen wat hy elders
te vergeefs had gezocht. Wat het in 'die dagen
zeegen wilde, zich bij de Christenen of Nazareners
aan to sluiten, duet de schrijver goed uitkomen.
Daartoe brengt hy den lezer op de hoogte van
de meeniugen, welke onder do Romeinen omtrent
deze godsdienstige sekte in omloop waren Inden
Jnpiter-jmester Titus Claudius, den vader van
!deu hoofdpersoon, zien wij de denkbeelden be
lichaamd van hen, die in het steeds aanwassend
getal Christenen een gevaar voor den Staat zagen,
niet alleen wegens het ondermynen van den
staata, godsdienst, maar ook omdat naar hun oordeel
' de Christenen streefden naar omverwerping van
het staatsgezag. Derhalve achtten zij strenge
maatregelen tegen deze sekte als door net staats
belang voorgeschreven. Anderen in dezen rornnu
door den sei.ator Ciuna verte^enwoord gd zagen
mat minachting neder op menschen, die lu-t kruis
kustun en eeu ter dood gebraclit'.n roisdadigur
ajld hun heer erkenden en dos 'slechts bespotting
verdienden. Het ooi deel der beschaafden werd
er niet beter op do»r de bizondcrheid, dit de
Nezarenera bijna uitsluitend hunue aanhangers
vonden onder de laagste klassen der maatschappij,
slaven, vrijwel den :u en handwerkslieden. Iu hot
leekenen dei- Christenen is do schrijver, naar ik
meen, goed gedaagd. Eenvoudig» lieden, die ouder
allerlei uuod en druk in hun gelouf' troost vonden
en voor dit geloof wet waven heldenmoed den
smartelijk* n dood tusschen de klauwen der wilde
dit ren tegemoet gingen-Treedt de slaaf Eurymachus
als vertegenwoordiger dier geloovigen op, ook de
communistische trek, -welke aan sommigen der
oudste Christenen eigen moet zy'u geweest, vindt
in dit boek zyn woordvoerder in d«n persoon van
Tbrax Uarbarus. De vergaderingen der Nazaroners
zijn keurige. hoofdstukken. Is Quiutus Claudius
eenmaal voor het Christendom gewonnen, dan is
ook geen macht ter wereld, noch de innige
vcreering voor zijn vader, noch de vurige liefde voor
sün bruid in staat hem ontrouw te doen worden.
Wel heeft by' een oogenblik van zwakheid,
maar dit is niet van langen duur. De
tooBeetau tussolion vader en zoon zijn fraai
ge?chreven al is het onderwerp, verdeeldheid
tuiscben de leden van n gerin ten gevolge van
Bcloofsverschil niet uieuv. Men heelt déopmer
king gemaakt, dat de bekeering van Quintus Clau
dius suel wat heel wel in baar werk gaat. Ik kan
? de juistheid van die opmerking niet toegeven.
Reeds iu de eerste hoofdstukken treedt Quiutus
ons tegen als rijp voor die omkeering.
Vóorper?ohen als de held vau dit bonk, in een gemoeds
toestand als hier wordt beschreven, is dikwyls de
indruk van n oogenblik beslissend voor hun
leven. .
Ik kan hier niet bij alle fraaie tooneelen van
dezen -werkelyk schoonen roman verwijlen; ik zou
dan moeten stil staan b\j het gastmaal der hetaere
Lykori*, de Senaatsvergadering, den dag te Ostia,
de tuoueelen in het ampuitheatèr, de gevechten met
de wilde di.-ren, enz. enz. Wellicht heb ik mij wat
- uitsluitend bezig gebonden niet het aan de Chris
tenen gewijde gedeelte. Men vergete echter met
dat de toetreding van den hoofdpersoon het eigen*
lyice thema van het boek is, vaar omheen zich al
het andere groepeert. Onder de verdere personen
van het boek verdienen nog genoemd te vorden
Quintus Claudius1 bruid Cornelia, een dier
aan, zienlijke dames, welke in de mysteriën van den
IsU dienst troost zochten. In haar gebed tot Isis
doet de schrijver ons zien, vat in dien eeredienst
door velen werd gezocht. Verder Cajni Aurelins,
de flinke Batavier, die krachtig medewerkt met
mannen als Cocoojnt Nerva, Ulpius Trajanus,
Cinna enz., om Rome te bevrijden van de tyrannie
van een Domitianus. Zijn vrijgelatene Herodianut,
de onvermoeide driokebroer u een aardige figuur
«u de tooneelwn, waarin hy optreedt zijn «en Ernst
JEokstein wuardig.
Ook de sehalksche Lucilias is llefgeteekenden
vormt, een gelukkige tegenstelling met de meer
'10 'zV^ ? ernstige Claudia.
i ? !?? U WaMezen roman ook vooral aantrekkelijk maakt
il m ?B^l *"? *** *k meMto nooMpenonea IBfeke karakten
'.'?\BIC7: '
Gids op het strand, door Dr. T. C.
Wiuklcr. prijs f l .00.
Onte huisdieren, door douztlfdon
scliryver, prijs f 1.00.
Uitgever: Erven Loosje.
Als er zich in de laat-te j uren eene pmotero
belangstelling beeft geopenbaard voor de kennis
van 'planten en dieren uing men, nuar mijne
meeuing, de oonuuk zoekeii in de verschijning vau
populaire werkjes op imtuiir-hiatoiiacli gebied,
waarvan wy ir eeu paar uun de lcze:s van tic
wenacueu vour te Wgen.
In het eeiste de-ser buekjei wai<delt de
ver mot «y'ne lezers lungs het strand en ver t. -U
hun al wandelende de meest wetinawutirdig» by
zonderheden van de zee," van het s'ruud" en
vu u de duinen" en door hen kennis mukuu uu-t
du planten der vee" en de dieren van ht-t dtrauü,"
liet een en ander is gvillustivcid door over het
algemeen tamelyk geslaagd» ul'bec d.ngen. Is de
Btyl onderhondend en prettig en laut. zich hut.
boekje daarom gemakkelijk lezen, ik m,i£ dn op
merking niet acuteiwrgüluteu, dat du Si'lirijvttr
lijn jonge en Uesgraage gemalin vereerd,
DU ? _ bouia is 't, als werden'» lieei«ni toen»
citiiei su;iren door ten «!? kt rieken vingri druk aun
't ti-illfu g-zet, T.: o in zy'ue liuzieliiig , ui syn
Nnbetrachting", ook iu zijn Uoeden Herberg ,
maar de illusie daaromtrent vurluat on» spoe.lig.
Uit de verialiijffu oiitwuwt menduidelyk, dut t
den Heer Co»-ns niet. auu woordeukeus. faalt
Verder ftcloof ik, uat de Heer Coeas uituiuut m
't schilderen; wam- zijn lyriek verdunt en
hy 't peuce.4 ter hand ue^mt, daar vraagt hy
met r.dit de a nd.icht. Lemt b. v. het buiten
gewone Na dun storm", dat naar meer doet
verlangen. De lauw out>lotou armen' tt*r
Zwoi later" en het warm omvatten", op een
uiidfic plaats, di>huru on eëreu met deu overigen
inhoud van dvzen zoo weiuiünKturalistischpn bundel.
liet spyt my, dat do dichti-r niet een weinig
meur ongemeen was iii zy'n lieAie, iu züu stuurt,
het doet run" leed, dnt er zoo bezwaarlijk nivuwo
géth.diteu iner t« vinden zijn. Wanneer .jlleeten
Coens iiupre^iouiMie-cli tichildcrtaleut Bieb n^'t
ontwikkelt en ui bri'idt, is zijn plaats helaas,
onder de anderu t -ei-Uur» op het tijdvak, dat wy
achter den rug tirblien, die onze heduudaaguche
nare dicht puriudd illnstietren.
Jacuues PÖI k is uoi>tnrv.'u; v.y'bezitten tham's,
naart talutitvolli' bellenen en «rchi-kosmppoliten,
werki-lyk eren gering aftiital middelmatige
dichtors iu XederUi. i \Viwr Myft, v;-iar b'ü't de man,
liio zijn tijd en .-yu Neê:l»nd ln'gry'pt, waar zal
do echo gubortv, wordrn. <lie, in do tnal der
naaten \an d4>u l(olori-t Rjinbraudt t-n vanden
held de Ruyt-r. de ecuwkn.-et, doet schallen m
de la«t> lauden l j do wild- Z'e?
A., 11 Dcc. T. Deyssel.
Do h-or VnK* opende Dinsdag 19 Decnmber
. r __.!.< .!._ I,,H ...Irlltl, i»
merking niet acnteiwege
hier «n daar minder op de hoogtH gcliijrit te ijn;
zoo worden de wieren norfstueds door h.'in onder
scheiden in zwitrte, rood- of purperen ea groene
wieren en is in het algemeen b.jdeCrypto^iitueu
de voorstelling der suxiieelu voor: pi uiting zeer
Kebrekkiu, ja, wordeu de sporen der blunswifren
by Kaadkorrels ver«ulul«en. EUlers vind ik dat,
de Schryver ons niet duidelijk verklaart hoe ooi.e
kwal br«udt_ of netelt. Kn nog undora kleinere
aanmerkingen zou ik kunnea maken indiun ik
wilde vitten en niet begreep,, dat hot errate
bumanuin est. L»at ik er aau toevoegen d:it ile tekst
wurdt afgewisseld door verzen vau Tcu Kitte en
Beets, Lpugfellow 011 IJosvtel waardoor do aan
gename indruk van het geheel woidt verhoog I.
Indien eeu rujtn debiet deu Uitgever in ^aal stelt
spoedig een herdruk te he^iuueu, dau hoop ik
dat de illustraties etmu groote verbetering zullen
ondergaan, ik wijs bijv. op de afbeeldmi/ van
Sepia oi'ücinnlis, die verre vau mooi is eu weinig
gelykt op bet dier.
In den loop van liet vorige jaar verscheen van
de hand van deuzeldlen sein ijver eu by denzelfden
uitgever eene reeks van opstellen over onze huis
dieren waarin hunne verschillende rassen eu
slagen wordeu beschreven en de bezoekers van
diergaarden eene beknopte handleiding wordt ge
geven om beter op de hoogte te komen vau ouze
huisdieren.
Kan het vorige boekje geacht worden te zyn
gemaakt uit een stuk. misschien nadat by den
schryver, door de voorafgaande verschijning van
een fransen of duitsch boekje het denkbeeld had
postgevat, met de huisdieren is dit niet het geval.
Uit den aard der zaak is het schrijven van zoo'n
werk compilatie en is het enne kunst om de
beste en nieuwste bronnen machtig te worden
en die te gebruiken op kritischen grondslag.
Tenzij en dit is zeker het gemakkelijkst men
verkieze het een of ander buitttnlaudsch werk
als leiddraad te nemen en dit meer of minder
slaafs te volgen.
In bovengenoemd boekje worden achtereenvol
gens het paard, de egel, het muildier en de
muikzel, het tict/n, het schaap en de geit, het
rund, bet konyn, de Aa u eu het haaa-konijn,
de kat en de hond besproken. Maar iu elk dezer
hoofdstukken doet zich ook de groote leemte
van bet werk gevoelen, til. dat het niet geïllu
streerd ii. Beschrijvingen, zy mogen zoo' nauw
keurig zijn als het kan, zy kunnen ons rroei«lyk
een beeld voor- den geest brengen van de eene
of andere diersoort, tenzy' men deze reeds Vroeger
gezien heeft. Ik vond het daarom zeer jummcr,
dat de uitgever niet getracht heeft cliché'» van
de verschilTunde slagen of althans van do voor
naamste te verkrijgen, 't Doekje zou er wel
duurder, maar zeker ook ve-'l bruikbaarder door
geworden zyn.
Heb ik over het geheel genomen met venl ge
noegen kenuti) gemaakt1. uu:t da huisdieren, de
Schrijver zal mg zeker niet ten kwade duiden
als ik zijne nartdauhr, vestig op enkele zak>:n, die
verbetering behoeven. Ik noem als zoodanig de
ouderdomskcnmcikeu van het paard, voorzoover
die zijn uf te leiden uit de tanden.
't Schyut dat Dr. W. bi> d«i bespreking van de
rassen van het tamme zwyu hoofdzakelijk
A'athuStUS is gevolgd, hut waru m, i. niet ondienatig
geweest ook k«nnis te n'<m?n van de werken van
l >r. Itnhde, W. Baumeixter en zuker van Dr.
Fittinger'3 opstellen.
? By' het ruud geldt dezelfde opmerking als ik
voor het paard maakte, nl. dat de bepaling van
don leeftijd door middel van het gebit minder
juist is. Hier bad kunnen geraadpleegd vorden
Dr. O. Roltde en O. F. Mitlter Die
Rindviehzucht nach ihren rationellèn Standpnnkte 1875.
In het hoofdstuk over den bond had ik tevens
de afstamming gaarne iets meer uitvoerig behan
deld gezien, hetgeen betrekkelijk gemakkelijk
was omdat dit veld reeds vroeger m den
T$dspiegel, jaargang 1878 door mij ontgind is en d
bronnen van litteratuur zyn opgegeven.
Ziedaar enkele opmerkingen, die echter, naar
ik hoop, zullen dienen om de belangstelling vau
den lezer dezer regelen op te wekken en hem
te nopen, beide boekjes aan te schaffen en zorg
vuldig te doorlezen. Dr. J. Th. Cattie.
DE DICHTER M. COENS.
Onder den titel Tienden van den Oogst", zyn
b|j A. Akkeringa, de gedichten verschenen van
den Heer M. Coens. Al werpt de Heer Lütkebuhl
der kritiek de zinsnede tegen:
-Keur alles goed of alles af,
't Is voor de kunst om't even",
toch blijft de taak der kritiek den voortbrengselen
der Kunst haar plaats iu de letterkunde aan te
wy'zen. Zy 't een ondankbare, 't ia een vaardige
taak en daarbij een zware, vaut een kritikua
maakt zich altijd kvade vrienden: of van den
schrijver en uitgever, of van de lezers, die zyn uitge
sproken gevoelen niet doelen. Een fatale vet,
maar een vet Ik veet niet, of het middelmatige
recht yan bestaan heeft Ik twyfel er zeer aan.
De kritikus kan zich echter bepalen tot het op
treden als geschiedschrijver: hy geeft een exposé.
van 't geen hy vaanuhn. Alsdan heeft hij over
boven aangeroerd netelig vraagstuk niet te be
slissen. Wanneer ik nu zeg: de Heer M. Coens ii
een middelmatig dichter, dan andwoorden belang
hebbenden, dat ik bly'k geef niets vau dèrffelUke
zaken af te veten, dat zoo iets- vel gemakkelijk
te beweren, doch niet te bewijzen valt, enz. En
buitendien, wie zou den Heer Coens kwalijk
kunnen nemen, dat hij verliefd is geveest en veel
TOD buiten houdt, vie er zich tegen verzetten,
dat onze hoUaudsohe taal In dazen bronzen rijm
vorm vordt gedreven, vin het betreuren, dat
deze vriendelijke en fatcoenlyke dicht a i ukken door
tantes aan blozende niohtjens, door voogden aan
?Urk ijToejead^fiojailUn, door «w j(ehu«d mu
*"-' 1AT-UI ? t..l .. v ff t. 1IV*.
w.'iU-r Ky'ne roni.i i'nursover l''i lu.auhe lettarkuniie
iu FeLx. l>e tiwe volöen>!e zullen plant»
hublicn op 2 Jan'iari -.n 10 Fe;>ninri.
Niuttei;i>nop
staande
_ bet vtl ? dat iri Auisterii;ir.i to hoort n
i1 n ti> zit n is, bliiven di'/.o c-infért-uci's' duor het.
en gi',;s'i^ cttns' urHtaicnt van duu
., «teeds een uit(,'i Iri-cn publiek vrreenigvn.
OiiiJc Hii.iffric.nd, wanrv»n wy'
<)!ili\n(Ts de pescliictifnis in lieiiniiorinp hrachton,
is thatls door d?n tiitgevci', dt;n ho«-r l'yttoisen
te Si, «uk, bi'lan -r\flc uitgfbroM. Het zal in
wekeljjksrhe numn^-rs tiit.i<iiiu«*n, otidnr reilnotin van
den heer lloonl -hivüon; ofschoon dm de heer
Gouverneur foiti-yk aftreedt blijft, nog tu<schm
heul en het. tij,l.ii'hiil't. die band be»tn'«n dut «-on
Pfoilci'l'o der wi''*t h"ni nl» pen^iofn '/al di»nen.
HU d» velen die om deztredwri-n znllp'n intöekonpn
voegen zich ot-ac^vijfd d vele onderen, die de
houd zal loVken. No. l lievat: Een word
front langer te maken, en de flanken van den
vijand te kunnen oiuvalhm. In dei« ioriuatie zga
tal van govechteu geleverd. , , ,
Ook de Frannch-Ihiitache enRusatcli-Tuiksche
oorlog hebben doen zien, dat door de vwselgke
uitwe.kiug dor to«u in gebruik 8|Jiide geweren,
de gitkluUu formatie der infanterie, binnen net
bereik van dit vuur onmogelUk werd; ippdrt de
veispitide orde, zijnde een stelling on een gelid
met tus:-chenruimte,deeigenly'kegei-echtsTorm was.
Iu toekomstige oorlogen zullen vuurwapenen
gebezigd woi'den, die eon nog moorddadiger
uitweiking bobben dan de toen en thans in gebrnik
zijnde gewt ren. Men donke slechts aan het
repetet-r-geweer Spencer-Lee, waarmede men snel
achtereen kan schieten, terwijl het steeds in den
aanleg legen den schouder blijft. Met des te
meer recht zal daarom de iufooterie voortaan op
wil gelid strüdun.
Ecrly'ds rekende men dat kracht ontwikkeld
kon worden door de zoo volledig mogeluke
samenvoeging tot een geheel der verschillen ie
krygslieden. Thans is t juist tegenovergesteld;
men eikent dat dit nadeelig is. Hoe meer men
zich aaneensluit des te wieder kwaad kan men
doen, en des te meer kaus loopt men verhezen
te zullen lyn>n.
Du mecning, dat onder alle omstandigheden
de meeste vuur-uihvf-rking wordt verkregen, en
de minste verliezen wo'den geleden, als men de
niaiifchnppt'ii op e^n gelid plaatst, is door den
Helgisoheu Generaal BrMmoitt, .in zy'n bekend
wcik: Tactiqne dn combat des trois armes', op
du volgende wy'ze b«fctrcdi-ni
Een troep op n gelid kan liggende, knielende
of staa'ide rcliii-teu; terwijl deze troep, op twee
gelederen geschaald, slechts in beide laatstge
noemde hmidiiifteu kan vuren. De hoogte van
«en lixgeude.n, knielcuden en stanndcu troep
bedraugt lespoctievelyk ongeveer 0,5, l en 1,65
nieter. De verliezen, die tro4 pen ondergaan, ver
houden zich als hunne hoogten; hier dus als
l, 2 eu 3,3. Fen troop op twee gelederen lylt
dubbel zooveel verliezen ais een van dezelfde
lengte, die op n gelid geschaard is. In geheel
oiion terrein zullen dus de verliezen eent?r lig
gende linia uu n gelid, tot die eener knielende
of staande linie, van dezelide lengte, op twe«
gelederen, zich verhouden als l tot 4 en l tot
(>,5; hicrby aanneraeudu dat beid* partijen zich
in een oven dichten kogelregen bevinden. Een
linio op twee fjolederen kan in denzelfden tyd
dnl>bel zooveel suhoten doen als een linie op eon
gelid, eu by juvolg dubbel zooveel vertezen
toebrtnjen. Stiyden beide troepen tegen elkander
dan ;illen in geheel open terrein de verliezen
o . .
vooriif; J". Scpp, Buiten de besch'aalilo wereld of
hi-t
tr> dt-poi-teenle; Jlrét Hurte,
rtüftld door Fiore delta
ariiivt'i'Rorsnig; Jun
be. o; Mr. ir. G. T. A. van
vun door ! enz.
voorts beloofd v.in Mevr.
Pout, Louise Stratt<nu» en
een tydelyke toelage ot «ene ondewteu niog in
Oeus versUekt.
In het overzicht wordt nader aangetoond, oa
welke oordeelkundige en onpartijdige wy'«> het
toekor-nen der ondersteuningen is geregHld aan
hulpbehoevende gepensionneerden, diu zich tegea
een geringe jairlgksc'jo contributie als lid dtf
vereeniging hebben doen inschrü*en.
Als antwoord op de vraag: Sticht de door H
(donateurs cm.) geschonken bijdragen inderdaad
nut, en renacht «e werketyk kvt»t*er en leed r
wordt een aantal treuiige en deerniswaardigsj
omstandigheden vermeld, waarin vele oud-gepen
sioneerden zich bevinden.
In een slotwoord aan de Kern der
Nederlandsche Natie" doet het bestuur by hernieuwing en
met aandrang eon beroep op de Ilollandsohe
vrijgevigheid, opdat bij gehrek aan blijvende el
toenemende belangstelling, de tot nog toe ver*
strekte toelagen niet verminderd of geschorst
zouden moeten worden. Integendeel noopt bet
bestuur door meerdere en krachtige hulp hare
ondersteuning op ruimer schaal te kunnen ver-.
leenen.
Het overzicht eindigt aldus:
De overtuiging, dat de regceriug en de natie
den oud-soldaat belangstelling blyft betoonen,
ook dan wanneer zy'ne krachten vervlogen zyn
en hij niet meer tot het actieve leger behoort,
werkt gunstiger op do bevordering van 's landt
weerbaarheid, dan elk ander middtJ dat met
daartoe aanwendt. Dtt is onze overtuigiug, dit
wellicht door meer uwer zul gedeeld worden.
Dat wy dan weldra met Prof. Buy B Ballot (tf
het dan ook op een ander terrein) mogen uit*
roepen: De eer van Nederland U aereïl!" Dl
natie alleen heeft er voor gezorgd, <tat in Noden
land geen oud-gedionde meer gebrek lijdt-.
En de regeering? Zal die niets afzonderen te»
behoeve vau hen, die hunne beste krachten aan
den dienst van het vaderland ten offer gebracht
hebben? vroeg ons iemand, die toevallig even
vóór het afdrukken (van het overzicht) het
bovenstaande las,
Hflaasl was ons antwoord, tot heden nïe's,
doch binnen kort zullen wjj andermaal eerbiedig*
vertoogen tot do volksvertegenwoordiging richten,
om den oud-gepensioneerden een bijslag op hnn
pensioen te verle-nen of wel onze vereeniging tq
Eubsidiceren. Meer dan n volksvertegenwoor
diger gaf ons ten deze zeer bemoedigenden troost.
De belangen der oud-gepensioneerden in het
algemeen, en die onzer vereeniging in het bijzon
der, bïy'ven dus iu de welwillende bescherming
aanbevolen van Z. M. onzen gcëerbiedigden
Koning, van Z.Exc. den Minister van Oorlog en
van de Leden der beide Kamers der
StatenGeneraal. , '*
i
]pvon v.in i
kitnli'rsehip,
er.
Sut suti», si s fit
Sortien, Zij r.y'ii <
Novellen wor-len
Frank, Sally, Mej.
anduren.
J>f Dtififi-ftad vnnr I)f-c ouber 1SS2 bevat o. &.: Dr.
B. Ifftrtnyït //'f/* rttn Ztjutt'i'fcii, Do oorL-4p"Ont^ <lcr
podsdii-natiR» ilonkbWlili'n. -- (itnfift ('enttri/,
Ovor-proiluctin. imilrm F. O., Xrooat? '?IK, -UVti;/, Oiitwaait,
(jij die «lnr.pt.
Dt fïi'rf* ro'ir if-ii Oiiiift-ifljitr No. 10 bevut o. s.:
J. Gfhtk, Over hot onctorwtfa in lozen en'pchriiven b<j
de Gripkcn en Boinplnan. L. LfapaH, O?crbywoorden
run mniUUteit. Dr. J. Uitictnn Boi, De verueoHng
T»n svbaid in de organische vrcruld.
Tonlttniir, vier .In ]mrRnnR No. 9, barst: Dr.
Sfrleriny Viiirktr*, Engllnh Otymolosies: C. H»ymjn, Childo
HnroM; r. Sloffri. Shall and NVill; B. C. Iti-nnn»,
Certifieitte B. j C. Hekman, Th» literary Rcmler;
J.fl.Kramtr», Convergencea en A.; f. D. Kabltt, Le Dictionniire
historiciae de l» Ungue frtüQaiue.
De Fatnilirtiadr Na. 26 en 27 bevat:
Mezerdindezoeroovür; De <IraM»ni.1e steen; De Rono van Jorii'lio; De
vloek der Kstatulkun of een vreest»! |jke kerstaacht, enz.
Ons' ralkütaal No. 3 be'at o. ». Lnuh P. ruil,
BibHogttipliio der Ned. Dinlceten; Prof. Dr. J. H". GaWt,
woordenlijst van de taal vrelko in de Snknlsehe streken
van Nederland Besproken wordt; DialectentnSchouwen,
Oostelijk Noord-Brabant,, Twentó, de Zaanstreek onz.
De Jongste »fl. van De Ifninaaitl bevat:
Troorondorvindclijke Zielkunde; De Theorie v»n Malthus, door
Dr, H. J. Bolz; Het ABC van het Ncdorlandaelie
Staatsrecht of het Algenfon Stemrecht, door'Mr. H. L,
O. Lot»;;. Ben nl'm#erwetsch-kri«tel<Jk Schriftgeleerde;
Drogredenen en Wenscheo omtrent Grondwetsherziening;
Herleving der Vaderlaudoche Bouwkunst.
De Vareeniging Arehittctura et Amicilta zal
Woensdan 27 Dec. hare 978ste B[jeenkom*t honden in hot
Nntsgebonir. Op de agenda staan: Bedragen van den
Heer J. A. van der Blnijs Veer, Constructieleer.
Kunatbegchonwinft. awceboden door den Heer Jan Springer;
bebouwing Willomspark; inlererinK 2d« PrtJnTiaag; Rap
port over de drie laatste pryavragen.
- Nienwe uitgaven:
Dr. JAN TEN BRINK, Llttoi-arisohe «ihetsen en
kritioken. ? 1.90
FRA.SCE8 H. BURNETT, Johinn» Lowrie. f 8 85
ROBEHT HAMEBLINO, Lord LIcifer. Blijspel, f 1.20
JAN HOLLAND, All de oeae hand do andere
wasoht f 0.35
Dr. H. O. MULTiEB, Een .woord ov« Malt&toll.
Opgedraifön aan de Vereontcing .De Dageraad". f 0.95
PRÜDENB VAN DüSE's nagelaten gedichten, f l.BO
militaire Zaken.
DE STELLING DER INFANTERIE OP
EEN GELID.
Er bestaat een nauv verband tuischen het
aantal gelederen waarop men de infanterie stelt,
en de vnnrsnelheid en trefkans der geweren
waarmede zy bewapend is.
Door Prins Maurits werden de mosketiers eerst
op hoogstens tien, later op acht gelederen ge
plaatst. De Rchutters van hét voorste gelid trok
ken zich toen, na het afvuren van hun mu*ket,
telkens snel achter het laatste gelid terug, om
zoodoende het tweede gelid niet m het schieten
8GÜtaaf Adolf stelde zijn masketiers op zes en
OD drie gelederen. Op drie gelederen geplaatst
konden zo te gelijk schieten: dewijl het voorste
gelid knielde, het tweede aich yooroverboog, «n
het derde rechtop stond. Om deze opstelling te
kunnen aannemen moest echter voorafeen musket
ingevoerd vorden vaarmede men «neller kon
vuren, en dat tevens minder zwaar vas, dan het
geweer tot dien tijd in gebruik. Volgens onze
tegenwoordige zienswijze liet die vuursnelheid
evonwel veel te wenschen over. Hiervan een
voorbeeld aanhalende: de Zweedsche mnsketiers
?choten by Kinzingen, in 'tiaar 1636, met
bewoftderenswaardige snelheid; de minst vlugge van
hen vuurden zeven maal in acht uur.
De vraag of de infanterie op drie of op twee
gelederen moet vorden gesteld was in't begin
dezer eenv, in militaire kringen, een onderwerp
van den dag. Thans wuoht ons veder een andere
qnaestie, numenlük of men haar op tvee of op
n gelid moet plaateen. .......
De stelling op n gelid vordt, in theorie, tot
duikt nis l tut 2 óf 3,3.
In sommige gevallen echter zullen beide par
tyen zich kunnen dokken tot ter hoogte harer
schouders; dan wogen dn meerdere vcrhVzen, die
de linie op twee gelederen lijdt, juist op tegen
rie iiifi'idcie verliezen die zy, door haar dubbel
uiiiutchappeu, ann d« linie op n gelid
gt. Op den langen duur zal thans de
troep op ón gelid, dour zyn mindere sterkte,
liet onrlerstut moeien delven.
Bij htt lezen dezer berekeningen van den
Ge.m'riMil lirialmont holiben we de volgende
opmeiking gcmonkt: Wanneer een mnn gednod
ot' gewond wordt, heeft dit zoowel ten gevolge,
dut by niet langer aun t gevecht deelneemt, als
dit Dumtiiige zijnen nevcuneden, gedurende
korteren of Inngeren tyd, ophnuden te btrijtlen. De
gesloten troep op twee geloderen zal dit tterlcer
ondervinden dan de liuie op n gebied; zoo
doende zul eerstgenoemde troep ook niet juist
dubbel zooveel schoten doen als zijn tegenpartij.
Wy1 vermeenen daarom, dat onder alle
omstandmlieden, do troep op twee gelederen meur ver
liezen zal lyden dan die op n gelid. Hiermede
willen wy echter geenszins beweren dat laatst
genoemde linie opgewassen is tegen baren vijand
op twee gelederen.
Aannemende, dat de pas gebonden beschouwin
gen waar zijn, dan bestaan er geen beletselen om
de opsteling der infanterie op n gelid als do
normale Aan te netnen; aangezien men buiten
het werkzame vuur, twee of meer rijen manschap
pen op n Relin achter elkander Kan plaatsen,
op de wijze als thans in gesloten kolonne de
ondcrafdeelmgen elkncder volgen.
Volgens onzo tegenwoordige
excercitie-rcglementen is de gesloten opstelling der infanterie
op twee gelederen, als normale aangenomen;
doch, zooals boven vermeld is, gebruikt men
deze opstelling uiet meer in het eigenlijk»- gevecht.
De exci'rci'iën worden tlmns zoodanig geleid,
dat men de coiupagnii', de tacti.^ceho
(jeveclitseenheid ab geolotüii" geheel beschouwd, m de eerste
plaats zoo geoefend mogelijk tracht te kryxen.
l)e oefeningen in de verspreide vechtwy'ze volgen
daarentegen, in de tweede plaats. Men .vangt
zoodoende aan met den rekruit voel te leeren
waaraan hy in 'teigenlyk gevecht niets heeft;
terwyl mep later, voor tal van wellicht nuttiger
oefeningen geen t n l kan vinden. By den korten
diensttyd onzer militie, ia 't van belanghaar niets
te leeren dan wat bepaald noodig is. ^Vij
gelooven daarom, dat vroeg of laat, de opstelling der
infanterie op n gelid als de normale zal aan
genomen worden; en in vorband hiermede de
eerste opleiding van den soldaat een groote wij
ziging zal oudergaan. J.R.C.
VEREENIGING VAN GEPENSIONNEEBDE
ONDER-OEFIOIEREN EN MINDEREN VAN
HET NEDERLANDSCHE LEGER.
Dezer dagen verscheen van die vereeniginff de
rekening en verantwoording van het boekjaar
1831-1882 (l Maart uit. Febr. en het overzicht
tot ultimo Angustos 1882.
Het hoofd-bestuur vangt dit overzicht aan met
een woord van hartely'ken dank aan allen, die
de vereenigintt moreel en stoffelijk hebben gesteund.
Op den l Juli 1.1. waren 2300 Nederlanders tot
de vereeniging toegetreden es vel verdeeld in
de volgende categoriën:
13 beschermvrouwen,
106 beschermers, 1)
89 donatricea,
620 donateurs, 2)
23 schenkingen voor ns (dames)
256 idem idem (heeren),
6 beschermers, actief dienende officieren,
190 donateurs idem
42 schenkingen voor ns, idem.
1020 donateurs, actief dienende onder-officieren.
De rekening en verantwoording van het afge
sloten boekjaar is door de eere-commisiie (in
hoofdtaak belast met het toezicht op het
finantieel beheer) onderzocht en goedgekeurd. DOM
commissie (waarvoor A. Engelvaart, gep. luit.*
generaal en H. J. Enderlein gep. generaal-majoor
Eet proces-verbaal hebben onderteekend)verkh\art,
dat dit beheer met groote zorg en veel zaak*
kennis U gevoerd, dat door het verstrekken van
geldelyke ondersteuning veel leed is kunnen ver
zacht worden, en dat z\j met ingenomenheid kan
wy'zen op de groote sympathie, welke de ver
leg heeft mogen ondervinden.
. eindigt met een woord van lof en dank
aan de leden van het.hoofd-bestuur en &an die
der afdeelingen voor hunne belangelooze bemoei*
Ingen om het lot van zoovele onder zorgen ge
bukt gaande oude kameraden te verzochten.
t) Beschermer Is men, als men jaarlijks minstens f 18,
of in eens minstens f 25 bijdraagt.
9) Donateur wordt men duor het schenken eenerja»r.
lijkache bedrage van minatena BO ccaU.
BIBLIOGRAPHIE.
Militair Blad. No. 22 en 23.
De ontwerp-sohutterywetten beoordeeld door
een oud-commandant der dienstdoende schutterij.
Onzekerheid door Str. Nog eenmaal over dopütn
by' de veldartillerie. Het rapport der Commissie
in zake de Adder." Do voorgesteld»
sol4iy\Hihouging der onderofficieren. Schril vers by de Hoi
uscn enz. De toestand onzer Marine. Zwem*
cfeningen by de Russische Cavalerie. Ouiichüi^
van instructie-peletons in Frankryk.
Hunuaaische paarden. De Russische voorpustenhaniUii.
Nieuwe schietinstructie in Frnnkryk. Nieuw c (ui
gaven van den Duitscheii Geiieralen staf.
Veischenen boekeu aan de K. M. A. wederinvuering
der kurassen in Frankryk. Shelter carts iu liu
geland.
De.Maatre Spectator. No. 12.
Over de uitvoering van kadermanoeuvrps, door
L. de Vlaming, Kapt. by het ode reg. infanterie.
(Met Plaat); Opmerkingen omtrent en naar aan
leiding van de oefeningen on de forten in het
jaar 1882; Een nuttige zxak, dooi A. Kool; Iets
over batterijen van n kanon en van twee ka
nonnen en over tirailleerende vestt'ngartillerie,
door C. D. H. Schneider- nogmaals de
ordonnansdienst, door G. A. Meindersma, late Luit.
der infanterie; De zaak van den Luitenant Kleij
in de Tweede Kamer der Staten-Generaal,-door
X; Een nationaal herinnerrngsfeest; Het
ecrclid der vereenigiug ter beoefening vau
dekrijgsweteuKohap; De aardrijkskunde als leervak by
het militair onderwijs, door A. L. de Blauw, 1ste
Luit; Boekaankoudigin^en; Overzicht van
Buitenlandsche tijdschiften.
MUTATIËN BIJ HET LEGER.
van 15?22 December 1882,
In activiteit hersteld: b(j het Ie reg. huz. de
Ie luit. E. J. Gelderman.
Overgeplaatst de luit kol. J. C. E. Graaf van
Lijnden der cav, naar Deventer en de majoor
G. J IJdsel de Schepper naar Zutpheu; de Ie
luit. T. E. M. van Liluar van het Ie re«. huz.
te Zutpben by het 3e reg. van het wapen; de Ie
luit K. K. de Jong van hot 3e reg. inf. by het
4e reg. inf.; de Ie luit. J. B. G. Brassard, van
het 5e reg. inf. by het 7e reg. inf.
SCHAAKSPEL
No. 51. .
Van Eroile Pradignat (Lnaignan);
Bekroond met den rsten prijs in het BaHImor»
Tournool. (t'rte frtnt).
ZWABT.
nog toe door slechts enkele militaire specialitei
ten verdedigd; zij-U pchter, in de wrkalijkheid,
. .»,?..,!?. , __ (P;:J?;. jJI!
reeds herhaaldelijk voorgekomen. Tydi>ns den
Amttiikounachen burgerour^ig werden de man<
schappen op n gelid ? gu^ltutst, zoowel om
aiüdt» veduMu te HJden, ata om Jtti
D« ondflrstminirjgi-kas, in ontvangst en uitgaaf
f4293.04 en d« cuutributie-kas'in ontvangst en
uitgaaf t'yTtt.Iti1^, sluiten met Imttge saldo s van
B uitgaat
i- res peui,
? Aan
4 lUnche
ttr
jk 1U7Ï2.Ï/H uu I UJO.791/8.
Aan 52 oud-Reük-in^n wrdt een vaste
wekeva n*n onderacheideas anderen
d e
WIT.
Wit speelt voor en geert ia 3 zetten mat.
(Wit IQ, «n «watt 8 stokken met K B 8),
Oplossing vu Sehaikprobliui Ho. 49,
l A 8 A 41 C 7 D 8 (?
3 F 9 F 8 Kof PipMli.
8 A 4 E t mat
l ...'..' *07-D6i>
9 F. a F 4 + E sp««lt
8 G 8 ? nut.
(b)
l K of Pip
S F S F l >4 Ubltux*
^, 0 Dame set nut
F E V11* I* E T O W.
GARDE DU CORPS.
Vit het Hoogduüteh
KA*»
8AMABOW
BOOB
A.. B.
7)
Snel verliep de tyd en de dag iaderde, waarop
de gardes du corps hunne kwartieren zouden
verlaten eu naar de kazerne te Uaunover
terugkeeren.
Hendrik Kraul was de lieveling vau het huis
en van het geheele dorp geworden. Hy hielp
ly'n gastheer by diens bezigheden op bet veld,
begeleidde Juffrouw Friedemann naar de stallen,
sti'ods wist hij gooden raad te geven, eu de be
hulpzame hand te bieden. Zijne voortdurende
otigiTuimdheid verdreef al de kleine wolken, die
zich aan den huiselykeu hemel vertoonden en vroe
ger wel eens voor langen tijd de vrede en het
geluk iu de familie verstoord hadden.
De oude Friedemann vel klaarde sedert lang
zulk een prettigen tjjd niet beleefd te hebben en
allen dachten met spijt aan het afscheid, dat steeds
nader kwam.
Met Louise was de jonge man op een voet
al of zij broer en zuster waren en Juffrouw
Friedemauo had op die verhouding nooit iets tegen
gehad, daar ze geheel overeenkwam met de plauta
diti de gast in huis innam. Du beide jonge lieden
gingen m«t elkuuder óm,.abt hadden ui) elkandervan
der jeugd af aan gekend eu alsof zy nnoit zouden
scheiden. Beiden wisten dat zy genegenheidvoor
elkander hadden opgevat; ei) voelden het door
een blik, een handdruk of een enkel woord, dat
skch<s zij begrepen maar voor ieder ander onver
staanbaar was. /y doorleefden dien beerlijken
bekoorlijken tijd, waarin men elkander begrijpt,
zouder een bepaalde verklaring te hebben uitge
sproken, een tyd die voor twee gelieven is, geluk
de morgenschemeritig, die aan het heldere daglicht
voorafgaat en welke misschien tchoouer is dan
dit, daar het schelle licht bier op aarde helaas
altüd vergezeld gaat van donkere schaduwen.
Frans Lahmeyer sloeg geeu aobt op de ver
trouwelijke verhouding die tusschen de beiden
was ontstaan. De beslissing omtrent zy'ne ver
houding tot Louise was een jaar uitgesteld en
het wachten viel hem, die geeu hartstochten kende,
gemakkelijker dan het misschien voor het meisje
geweest zou zyn, wanneer zij in den jongen boer
ooit iets anders KC^ieu gad dan een vriend uit de
kinderjaren. Zijne bewondering voor den onder
officier steeg met den dag, hU nam hem in
alles tot voorbeeld en de gardes du corps konden
niot met meer nauwgez tlieid de bevelen van
hunnen supérieur opvolgen dan Frans Lahraeyer
den raad van zijn vriend.
Eindelijk kwam de dag van vertrek. Het was
avond geworden; juffrouw Friedemaan was naar
de melkery gegaau eu de oude boor was op het
veld bezig, daar het hem in huis te benauwd
werd, by de gedachte dat het leren nu weer tot
de gewone oude eentonigheid zou torugkeeren.
Hendrik Kraul was in deu stal aau het pakken
EU Louise zat in de woonkamer. Zy had net niet
over zich kunnen verkrijgen de kamur to verlaten,
want ty' was bedroefd en treurig by de gedachte
tan het afscheid nemen, dat ay zich tot uu tóe
zooveel mogely'k uit het hoofd had gezet, om
ongetitoord haar geluk te kunnen genieten.
Mot tranen iu dn oogen itag zy door het venster
naar de gouden wolken aan den avondhemel, die
hoe schoon ook in baar kleurenpracht, toch steeds
doi.kerder en donkerder moesten worden tot ze
deu volgenden dag misschien het gansene uitspan
sel met eeu droefgeestig grijs kleed bedekten.
liet was ccn beeld van haar eiuen leven, dat nu
immers ook al zijn glans en licht verloor en zij
kon niet vatten, hoe het zou moeten wordeu,
wanneer hy er niot meer waa, die plotseling zulk
eeu helderen schyn om haar heeu verspreid had;
hoe zy het dragen zon, zonder hem te leven, dien
zy toch gedurende zoo vele gelukkige en tevre
dene Jaren niet had gekend. Steeds banger klopte
haar hart, steeds heriger zwoegde haar borst
Biuilr'iy'k kon zy den tranen vloed niet langer
weer? houden zacht Snikkende bedekte zy' naar ge
licht inct de handen. Zy hoorde de voetstappen
niet die door de gang da open deur naderden,
zij 7,ng ni-'t dat Ileudrik op den drempel
verBchoL-u en een oogenblik stil staande haar met
tcedere blikken gadesloeg. Toen naderde hy' haar
snel, tivk luar huudi-n van het gezicht en vroeg
mtt bevende stem: Weent gij, Louise?"
Zy keerde baar hoofd naar het venster, hy trok
echter zucht haar gezicht uaar zich toeenzeide:
Gy \veeut. Waarom V zeg het mij ik wil
ik móet het wtten. Wij hebben geen tijd meer,
de dagen v:yn geteld, morgenochtend moet ik ver
trekken."
Zij sloi'g haar betraande oogen tot hem op
droelhtid en liefde lagen in dien blik.
O, myn God, my'u God," sprak zy' zacht, hoe
cal hut alloopen."
.Uoe bet afloopen zal V riep by jubelend, ter
wijl hij haar iu zyu armen nam en aan zijn hart
drukte, Koed zal het afloopen hoe kan het
andura met twee jonge lieden, die zielaveel van
elkander houden?"
Zy bloosde sterk en wilde zich uit zijne armen
los tnaken, maar hy hield haar vast en zeide:
Neen, Louise, neen, hier is uw plaat<; ik weet
immers dat ge my bemint, ik heb u immers zoo
lief, dat het niet anders zy'n kon en het is goed
dat wy' moeten scheiden het doet zeer, maar
brengt de zaak ook in het reine, Voor myn
vertrek zult ge myn verloofde zfin, niet waar
Louise 'f Het Kan niet anders; het moet zoo
zyn!" .
, Bedeesd zag zij tot hem op, helder straalden
naar oogen onder tranen en met een liefelyk lachje
op de Tippen herhaalde ze zijn voorden: Het
kan niet anders."
Hij drukte haar vast in zijn nrmen, boog zQn
hoofd tot hnar neder en drukte een langen,
vurigen kus op haar mond.
Sapperioot, Louisa onderofficier l" riep Frans
Lahmeyer, die, ongemerkt de kamer vas binnen
getreden.
Mot verwonderde, wyd geopende oogen en een
pijnlykcn trek op zyn breed goedig gelaat, zag
hg beiden aan.
Louise wendde zich blozend af en verborg haar
gezi'iut in de handen. Ook Hendrik Kraul vas
esn oogenblik verlegen en sloeg de oogen, voor
de verwijtende blikken van den jongen boer, ter
aarde.
Louiie, Lonise," zeide Frans Lahmeyer, m
>°gt ge, dat ik een jaar moet wachten en nu
hier o, dat is niet goed van je dat hadt je
nii-t moeten doen."
De ouderofficier naderde Frans en legde de hand
P zyn schouder. .Frans", zeide hy, hem open
en vr(j aan-Jende, -het ia niet haar se huid, ik vu
ket die het woord sprak, dat toch eenmaal ge
sproken moest .worden en ik geef n myn voord
van eer, dat het eerst op dit oogenblik gebeurde
en dat zij u geen onwaarheid zeide, toen zQ a
Terüoiiht haar antwoord op nv vraag een jaar
te mogen uitstellen. Zy vilde «ich zelven leeren
?enne i 011 nu beeft haar hart. antwoord gegeven.
tk hèi haar lief en zU mH en daar il niets aan
t* veranderen; waarlijk ik Jteb u niet villen
venken, maar gij zult zalf inzien, dat, wanneer
\ tvee mentenen voor elkander geschapen zrjn, de
hemel het zoo heeft gewild en menschen daaraan
niets veranderen kunnen. Beken 't zelf maar,
een zoo innige warme liefde hebt gy toch nooit
voor haar gekoesterd. Gij houdt van ba*r, gij
zoudt haar getrouwd hebben eu gy hadt naast
elkander voortgeleefd, waart samen oud gewor
den maar dac gaat nu niet meer, want rf zou
toch aan mij deuken en ik aan haar en dat kan
niet niet waar, dat ziet ge in?"
Ja, dat zie ik in," antwoordde Frans, terwijl
hy Hendrik strak ainkeek, maar hy schudde
daarby hst hoofd en lijn lippen trokken kramp
achtig samen, als of bet hem toch nog niet zoo
duidelijk was, als de ondorofücier het wel meende.
Het is waar Frans," voegde Louisa er by,
insgelUks naar hem toekomende, het is vaar,
ik bad u getrouwd en zou ook een goede huis
vrouw voor u geworden ann, maiir uu gaat het
niet meer want " sy bleef steken.
Hendrik sloeg zyn ann om haar middel.
Want nu ben ik er tusschen gekomen en nu
behoort zy my'! Zoudt gij liever willen vroeg
hij den jongen boer op de vangen kloppende,
dat ik niet gekomen vas, dan had ik immers
ook zulk een goeden vriend als gij zyt niet ge
vonden. Dat ton jammer geweest zijn, want ziet
Re, gy zyt myn be»te vriend; wat ge ook van
my verlangt, ik zon het voor u doen > maar
Louise aan u nfvtiian, dat kan ik niet; zoo als ik
haur bemin zoudt gij haar nimmer kunnen lief
hebben."
Louise leunde aan de borst van dun soldaat,
ook zy klopte Frans vleiend op de wangen en
beiden zagen hem smeekend aan.
Frans schudde nog eenmaal zyn groot dik voor
hoofd. Een oojrenbllk scheen het, als zou er een
traan in zyn oog opwellen, maar toen helderden
zyue trekken op; welgevallig zag by naar het
mooie jonge paar, dat in teedére omarming voor
hem stond.
Het mo«st gebenren," zeide hy, eon diepen
zucht slakende, ja, ja, gU past toch bettr hij
elkander en het is ook goed. dat ik het nu inzie
en niet een jaar later."
Hy strekte aijn sterke armen uit, sloeg za om
beiden en zeide: Zoo nu is alles in orde, maar
wij blüven goede vrieuden, niet waar? Voor
altoos l"
Voor altijd en eeuwig," antwoordde Hnndrik
Kraul, .geef hem een kus, Lonise, een
hartelyken, ilinkcn kus, ik ben op hem niet juloersch
en zijn vrouw zal my ook eenmaal dien kus terug
geven."
Halt' scbalks lachende en half verlegen blozend
richtte Louitte het gezicht tot. hem op en Fraus
drukte eeu kus op haar lippen, dat het klonk.
Maar," zeide hij toen bedenkelijk het hoofd
schuddende, dat is nllos goed en wol, wat gy
daar zegt, maar wat zal je moeder er van zeggen f
Loui-e verbleekte.
Moedfer," «prak zy' angstig, o, mijn God
~ja zy, die nooit iets vaneen Roldaat wil weten,
die zoo streng aan haar geloof vast houdt
och, zy zal het nooit toegeven!"
Moe<t Behouden, Louiie" riep Hendrik, hoewel
ook zyn ge'nat een zekere angstige ongerustheid
_ » 3 ... .j i ji. :i _:: u..~r.. ....*,
verried, moeder houdt van my, zy' heeft «fn
goed hart; ze zal wel een beet je brom m«n maar,"
vervolgde by yu kleinen knevel ttrijkende, een
Hink kavallerist mag eon vy'andig carréniet vree
zen, wüzuilen ook wel nv-t uw moedor kluar
komen." Louise zuchtte zy scheen het vertrou
wen van haar beminde niot te declen.
Hoor eens, Frans" zeide llendr k na eenig na
denken, .gij hebt van mij verlangd, dat ik voor
U om d« hand van Louise zoude vragen en ik
heb u wel is waar gezegd dat men dat zelf moest
doen, maar, weet gtf, in dit £eval zonde het. toch
misschien goed zün, wanneer gij mi} den dienst
wildet bewijzen, dien gy toen van mij verlangd
hebt. Baar moeder heeu u voor Louiso gekozen,
zy zal eerder haar toestemming gev.-n, wanneer
gij haar voorspraak zyt, wanneer gij haar zelf
zegt, dnt gij geen nausprs.uk meer op de hand
van Lonisa maakt.
Wel," zeido Frans, terwyl lm zich achter htt
oor krabde, dat ia geen gemakkeljjkn taak, maar
voor n beiden wil ik het toch doen, ik wil u
toonen, dat ik uw vriend hen en dat ge op tay kunt
rekenen- Ik heb vrouw Friedemann in den stal
ffezien, wacht hier, ik zal de zaak in orde bren
gen."
Hy ging naar buiten. Hendrik en Lonise ble
ven alleen achter en wat zy elkaar te vertellen
hadden in deze eerste zalige ure van het pas ge
sloten verbond hunner harten, dat behoorde tot
die geheimen, die voor derden onbegrijpelijk zyn
en dikivyls slechts door de lippen worden
medegedeeld, zonder dat het oor daarbij dienst
behoeft te doen.
Hun kwam het voor dat er slechts een kort
oogenblik verloopen was toen Frans met juffrouw
Friedemann weder binnen kwam.
Lly zng er treurig en terneergeslagen Uit en
wierp den jongen Eedec schouderophalend een
bedroefden blik toe.
Het gelaat der oude vrouw wns streng en ern
stig «n toen Hendrik en Louise haar hand aan
hand tegemoet kwnmen, trad zy' tusschen de bei
den in en sprak zonder drift, maar op een toon
die van een vast en onherroepelijk gen urnen be
sluit getuigde:
Gij zyt my Hef en waard, heer onderofficier,
en ik hob alle achting voor u, maar wat Frans
mij daareven gezegd heeft, kan nint gebeuren.
Ik had wel geluk toen ik geen inkwartiering in
mijn huis wilde hebben; de militairen bezitten een
lioht ontvlambaar hart eu daarom ontstaat altijd
verdriet en oneenigheid, wanneer er jonge meisjes
in huis zijn,"
Och! juffrouw Friedcraann," zeide Hendrik
treurig, spreek niet van oneenigheid, wy willen
immers jni^t gaarne allen in vrede te samen levon
' en wanneer myn hart licht ontvlambaar was, zoo
' zal het nu des te vaster en getrouwer aan Louiae
hangen."
De oude vrouw schudde het hoofd.
Ik geloof wel, dat gij het meisje Oprecht be
mint en ik neem het haar imrnerd ook niet kwa
lijk, wanneer zU van u houdt, maar wat zal er
van worden? Als gij iets anders waart, dan kon
het er nog door, maar een soldatenhuwely'k deugt
niet; daar kan nooit iets goeds yan komen en ik
zal daartoe nooit mijn toesremming geven."
Mf-ar mijn God, juffrouw Friedemann," zeide
Hendrik, terwyl Louise, die den taaien wil harer
moeder kende, treurig het hoofd liet hangen, ik
ben nu eenmaal soldaat en kan niets anders wor
den. Myn tijd moet ik uitdienen. Verlof tot
het aangaan van een huwelijk krijg ik zeker en
menig flink onderofficier trouwde en werd een
goed en" vervolgde hy glimlachende: ook een
gehoorzaam man."
Neen, neen," zeide de oude vrouw, er kan
niets van komen, ik weet er alles van, wan
neer het eenmaal goed gaat, draait het tien keer
op ongeluk, armoede en ellende uit. En dan,"
vervolgde t|j ernstig, neem mij niet kwalijk,
onderofficier, ik heb u reeds eenmaal gezegd, dat
ik u acht en eer ofschoon gij van een ander ge
loof zot, maar een huwelijk, waarin man en vrouw
verschillende kerken bezoeken, kan geen zegen
aanbrengen, Louise zal haar geloof niet veran
deren en van u zal ik dat waarlijk ook niet
vergen, maar dat past niet te zamen en ik zal
er nooit amen op zeggen.".
Loniso snikte*
Maar moeder, moeder," riep Hendrik, be
denk toch...."
Dring er niet verder op aan viel hem Juf
frouw Friedemann in de reden, mfln besluit is
genomen; go weet dat ik overleg wat ik zeg en
nooit van meening verander, spreek er dos niet
meer over, het bluft er bjj. Lonise tal later wel
inzien, dat ik gelijk had en
?uit het vergeten en mij misschien ook nog eens
dankbaar zyn, dat ik u er voor bewaarde u aan
banden te l?g«en, die voor een noldaat niet deugen.
De oude FriedVmann keerde terug en zag ver
wonderd al die eenstige gezichten.
Hendrik verklaar de Tiem hiuujtiff wat er voor
gevallen was en verzocht hem een goed woord
voor hem to doen.
Kom! moeder," zeide Friedemann tot züne
vrouw, berunt er maar in j zühebben elkander
eenmnal gevonden, op den onderofficier hebt gq
toch niets aan te roei Ken," en vervolgde hij met
eeu zekeren trots, God heeft ons immws genoeg
gegeven, dat wy de jongelieden een flinke toe
lage kannen geven, xoodat zy ook in de stad
geen nood b hoeven te lijden."
Neen," zeide Juffrouw Friedeman kort au be
paald," ik weet het, een soldutenhuwoljjk deugt
niet en verschillende godsdienst nog minder. .Hadt
gij naar my geluisterd en gcon onderofficier in
uis genomen, dun zon alles niet gebeurd sün.
Mnar nu laat er ons iiiot verder over spreken,
wy' willen van ouzen gast in vrede afscheid ne
men en ons de lants'e uren niet verbitteren.
Kom, Louiae, laat ons voor het avondeten zor
gen, zeide zy op een toon, die duidelijk bewees,
dat zij de zauk al» afgedaan beschouwde en dat
ieder woord meer haar toorn zou kunnen op
wekken.
De onderofficier beet aü-h oj> de lippen, ver
metele vastberadenheid hlmik uit zün oo^en.
Loui*e," sprak hy, terwijl hy het weenende
tnui.«ja de hand reikte, thans moeten wy schei
den, droog ju tranen, zie, zoo afo ik, moedig de
tüL'komat te oemoet hier voor je ouders en
den braven Frans zweer ik iffl, dat ik je niet
ontronw zal wonli-n, wat er ook gebeuren moge.
Wij zyn jong en kunnen wiichten en het ha t
vnu je mueder kan niet nlty'd onvermurwbaar
blijven. Ja, schud het boufd maar Juffrouw
Friedemau, ik wt-et toch dat gij nog eens van
gediichto zult verandeien. ^Yllt gy my beloven
mij trouw te bly'ven, LouUe ?"
Trouw tot in d*n doud," antwoordde het nu'iije
zy'iip huud drukkende.
Juffrouw Friedernnnn" riep Frans Lahmeijor,
hoe kunt gij het nanxien?"
D» oudt) vrouw frousde de wenkbrauwen.
Een onweer i-choen op haar voorhoofd
ssautgetiokkon; zij nnm Louisc bij de hand en wilde
baar naar buiten brengen.
Mynhecr Fiieduuunn," riep Frans, spveok
toch eens een krachtig woord mede, gy zijt toch
baas in huis."
l)e oude Friedemann haalde de schouders op
en /.eide hut unotd schuddend»:
(TIJ weet, onderofficier, de wachtmeester is do
wachtmeenter...."
Welnu," zeido Hendrik, wel is waar bleek en
met bevende stem, maar trotsch het) horfd ophef
fende, ,laat ons wachten, mijnheer Friednunn,
ook een wachtmeester word', wel eens Vfr-chalkr,
laxt ons wachten, kom: tyd, komt raad, en een
goed soldaat moet op zyu geluk vertrouwen!"
Treurig Ring de laatste avondinaaliyd in het
huis van Friedemann voorhy' Niemand sprak
over hetgeen aller gedachten bozig hield. Hendrik
hlraiüleidde het ge-piek met een uiter y'k k.ilm
zjlfs 'vergenoegd g'laat, maar niettegenstaande
de betuouda zelfbeheersching, waartoe hij de
kracht vond in een onwrikbaar zelfvertrouwen,
gleed er toch dikwijls een smartelijke trek om
zy'n gelaat.
De oude Fnedemann zat; er zeer mistroostig
uit. Hy gevoelde thnns m*er dan ooit, dat hy'
zich d» teugels der rcgeering in huis had lat»n ont
wringen en dacht met weemoed aan den schoonen
tyd van zy'n vroolyk soldatenleven
Juffrouw Friedemünn zat streng, ernstig en mot
waardigheid aan den disch. Wel gevoelde zy in
de diepte van haar hart medelijden met haar
dochter en den flinken jongen man, dien ook zy
had leeren liefhebbeo, maar zij waa te zeer do
ordrongen van da juistheid harer beginselen, t« vast
overtuigd dat. zg handelde in h«t lielanz der jonge
lieden, dan dat de gedachte by haar had kunnen
opkomen om haar besluit te veranderen.
Louise kon haar snikken niet alty'd onderdruk
ken en menige traan viel op haar bord. De liefde
had met al haar lust en al haar last dit jonge
hart voor de eerste maal gevangen genomen en
het verzette zich vruchteloos tegen de overmacht
van het gevoel, dat zoo veel zaugheid en zooveel'
ellende over de menschan uitstort.
Frans Lahmeger bromde nu en dan zacht voor
zich heen eu «loog misnoegd met de hand op de
tafel, rüraar zyn mistroostigneid deed geen afbreuk
aan zijn eetlust en hij was de eenige, die de kook
kunst van Juffrouw Fnedemanneer aandeed en zyn
bord herhaaldelijk vulde, als wilde hy'ay'n verdriet
op de kruimige aardappelen, de sappige peren en
het heerlijke spek wreken, die heden zeker voor de
eerste maal door de anderen nauwly'ks geproefd
Werden.
Den volgenden morgen trokken de gardes dn
corps af; kort en overhaast was bet afscheid, de
uude Friedemann sprak geen woord. Zyn vrouw
reikte Hendrik de hand en zeide:
Vergeet ons niet, onderofficier, en wanneer gy
eenmaal goede vrienden noodig;hebt, denk er dan
om, dat wij er zyn. En wat die vrijery' betreft,
laat dat slechts aan den tyd over, dat gaat voorbij,
als by zoo vele meos<<hen en ik herhaal het, gy
Milt er ray nog eenmaal voor bedanken, dat ik u
van dien ondoordachlen stap heb teruggehouden."
Hendrik schudde stilzwijgend het hoofd, nader
de Loui«e, die er niet. aan dacht haar tranen te
verbergen eniriep: Vaarwel, Lonise, zoo waar de
morgenzon aan den hemel prijkt, zullen wy elkan
der weerzien l"
Snel had hy eon kun op do lippen van het bevende
meisje gedrukt, toen sprong by in den zadel en
galoppeerde weg, terwyl hq nog eenmaal met de
hand wuifde.
In menig ander huis vloeiden ook nog tranen,
toen de mooie ruiters uit het dorp trokken. De
jeugd begeleidde hen nog een eind weegs; tosn
commandeerde de onderofficier diaf en spoedig
waren du blinkende hulinen in de verte verdwenen
en het léven te Seelzenatedt keerde weer tot zijne
oudo rustigo kalmte terug.
(Wordt vervolgd.)
BELGISCHE CORRESPONDENTIE.
Wanneer deze regelen verschyoen, zal
waarscViynlyk het vonnis geveld zijn in net berucht
Peltzer-proces. Onmogelijk zich voor te (stellen
tot welken graad van harUtocbtelyke Opgewon
denheid deze, reeds drie weken lange debatten
onze bevolking gebracht hebben. Indien men op
de Vox-Popuu steunen kon, dan gewis Vttre.de
veroordeeling ge-u oogenblik onzeker: de uit
barsting der volkswoede tydens het bezoek van
het gerechtshof in het hui» vaar de misdaad
gepleegd verd, vas wezenlijk iet* vreeselyks, en
hadden de voorzorgsmaatregelen te wenschen
gelaten, geen twy'fel of de beschuldigden zonden
niet levend er afgekomen zyn.
Intusschen ia het een gezegende tyd voor dag
en nieuwsbladen: de meeste BrnsseUche
oouranten verschijnen tvee, driemaal daags en vorden
met tienduizenden verkocht En de oopie
vordt kosieloos geleverd door magistraten, be
schuldigden, getuigen en advokaten.
Dat alles sohünt my vel vat overdreven, en ik
'
van een kiek brein op het terrein der
verkeiykbeid over te brengen. Maar dat vil niemand
bekennen, want niemand is vrij van kleine
menschelyke zwakheden. Het publiek vil romaneske
gebeurtenissenen beschonwthetali een buitenkansje
m het verkeltjk leven terug te vinden, wat het
tot heden slechts op de tooneelpla-ikvn te ge
nieten kreeg. De couranten prijzen natuurlijk
de vaar hemelhoog en Gujsts' discipelen zou
den ook niet giaag de vaarde van die
reprenentution a grand tpecla'le verkleinen.
Edoch, spreken vy Van vat anders: van het
toon»el. Do overgang: is gemakkelijk, helaas!
De laatste nieuwigheioT velke in den
Muntschouvburg voor het voetlicht kwam, was eene
misrekening. Jiroft dt Nivtllet tan L*o Delibes
is op verre na g*en succes. De pen tracht vwgeeff
de taak te verbloemen; Jean deNivtlltslaat het
publiek koud en zal gewis voor de kas der Di
rectie niet die winsten opleveren welke
Mastenet's ttirodiade verleden jaar'afgeworpen heeft.
Eu nogthani! Die HéroaiaJe, velke teleurstel
ling! maar ook welke meesterlijke gemonteerde
sauiitnzweiiug ten behoeve der opera.
Maanden lang werd in heel de Brnsselsche,
zoow l als in de Parysche drukpers, de groote
trom geroerd. Het heette dat Massenet'u stuk,
(inbegrepen d>'corati>-n, co»tumen( enz.) alles over
trof wat nog ooit te Brus-el gezien was.
Van alle provinciën stroomden weken lang de
toeschouwer* naar den Brusselschen schouwburg.
En hoewel ieder van daar kwam met een gevoel
vau oneindige verveling, niemand dorst het
oponiyk bekennen. Want de samenzwering Riold
stand niet alleen voor- manr ook na de première,
Eu een eenvoudig toesclY uwrr kan toch niet
waar? zich niet verstouten protest aan te
teekonen, wanneer al de groote bollen der kritiek
het eens zyn om hem te verongelijkt n.
Helaas l oüsont les roses d'antan? Ditmaal
heelt men gemeerd niet zyn toevlucht te moeten
nemen tot dit hiiismidd«ltj«; de reclame is
achterwege gebleven; het publiek, aan zich selven
overgelaten, heeft geslapen en Jeun de Nieelles
is... gevallijn.
Meu zegt dnt het bestuur der Munt than»
hoopt dien negatieven uitslag weer goed te ma
ken met iu «lier haast dtn Mcp/ustofde van den
italiaanschen componist Bolto te mouteeren.
Buit o wordt de*er dagen verwacht om de
re^iititiüu te leiden': de eerste opvoering.zal rond
hult' Januari onder zy'^e leiding plaats hebben.
Nog et-u paar kutufcinUAtjes vau belang: Op
het einde van den winter zal te Brussel uitge
voerd worden: liéd'ittptton, het. oratoiio'vanCh.
Gounod, waarvoor hy zelf de woonien schreef en
dat VL-rleden 2om~r voor dn eerste maal werd
ten geho^re gel,; acht tydens het festival van
Uirniiugham. Uier ook zal de meester de uit
voering be-turen.
Jan lilockz, een d-r boste leerlingen van Peter
Beuoit, zal tu Antwerpen met de Paaacht esten
y'ünieuw oia'orio, Een dfOnm valt het l'arariy.i.
aan bet oordeel van liet Autwerjische publiek
onderwerpen. Itecds is heel du kunstwereld der
ScUeldestad in rep en roer voor die plechtigheid.
Een komitpit is gevormd om al de voorhanden
zijnde krachten te treeuigen en dt Antwerpsche
biirgei vtvi-rs zelven hebben blijk van
belangsteifing gegeven door eene som tan 2500 (rai k-i
be-cliiEbaai' te btelleii. De t,.-kot van liet oratorio B
van Jan vau Baers, t-n verscheen, meen ik,
.-ooreeiiigeu t ij i in De G idi. Van den cu topu nist. koestert men
gruuie verwachtingen; men hoopt dat Een droom
vun het Paradijs Jan Bluckx ten bepaald ho >t;e
plaats tus>cheu onze toondichtcrszal verwerveu.
Zyno voornaam^e werken zijntor heden: Ie t i vergeten,
een zangapel dat te Antwerpen eeuig<< malen ge
speeld werd en de sjmphoine Een Kermisdny,
welke met veel byT.il te Hamburg en meen
ik te Dordrecht uitgevoerd werd. Maar wat
hem vooral cun goeden naam verschaft heeft, zyn
zyne vele Vlaam'cheliederen, tiuteleud.vanfn'soh
gevoel en levenslust. Die liederen zijn spoedii
populair geworden en een onaf*cheidb.iar deel
van elke muziekuitvoering ten ouzeat. .
Wjj hopen van harte dat her. nieuw ora'orio,
waarop wy later terugkomen, de grocte verwach
tingen yervulle, welke men van den eymptitbieken
componist koestert.
Weinig beweging op letterkundig gebied. Een
tweetal laatst verschelen verken moeten wy ech
ter aanstippen als bvhoorende tot h>:t beste dat
sed-rt IH.UK iu het licht kwam. Eerste ;s een bun
del novellen uit het leven van ons volk, deor
Teirlinck-Styns. Het boek rechtvaardigt ten volle
zijnen titel. Het zyn fri-ch gepenseelde, warm
gekleurde typen en toestduden uit onzen boeren
stand. Het werk werd met buitengewone zorg
uitgege veu'by De sey n* Verhougstraete teKueselaere
Van Virginie en Roialie Lovoling verscheen te
Gent. bij floste, Polydoor en Thcoduor en andere
novellen en schetsen. Het boek geeft eeniife al
lerliefste fy'ne s"het«jes van Rosalie Loveling te
genieten, maar de.uitgebreide novelle (vau
yirRiniu) Waaraan het werk zyn titel ontleent, schijnt
my niet op de hoogte van het talent der begaaide
schrijfster.
Zegber.
moet onvrijwillig glimlachen wanneer ik de' ijse
lijke doortniptheuL de alles overschaduwende be
hendigheid der betichten hemelhoog hoor ver
heffen en dan terugdenk aan hunne in den grond
naïeve intcenirung van een een of ander
bloedroman van Gaborian of Belot Die verbalende
boosdoeners zyn eigenlijk slechts kinderen, in
dien zjj slch verbeeld hebben dat hunne
veiliggevrijwaard lijn net dit oomhiaatien 1 bekoorde
Donderdag avond hield de Vereeniging de
Dageraad" haar tweede openbare vergadering in
Odeon onder presidium van ilen heer J. J.
Seveitjn, oud kapitein van het O. I. leger. Onge
veer vyfhonderd leden en belangstellenden,
waaronder etn aantal dnmes, wai-en tegenwoor
dig, zoodüt alle zitplaatsen varen ingenomen en
velen zich met een stamplaats moesten varge
noegen.
Ais spreekster trad op Mej. Elise Haighton,
die als onderwerp had gekozen: de rechten der
vrouw in Nederland. Heeft de Noderlandtthe
vrouv onzer dagen, aldus ving spreekster hare
voordracht aan, redenen om tevreden te zy'n
over zich zelf? Het antvoord op die vraag moest
ontkennend luiden eu hut was eene bydrage tot
de verklaring van <lat feit, van het minder be
nijdenswaardig lot dat nog steeds het deel der
vrouv is, waarmade spreekster haar aandachtig
auditorium bezig hield. Na het optreden van
Buckle en Stuurt Mill in Engeland als bescher
mers van de rechten dar vrouv, waren er elders
vele .mannen opgestaan en in dezelfde, richting
aan bet werk getogen. Toen aldus aan de vrouw
de oogen varen geopend, vas het aan.haar te
toonen vasrdeering voor hetgeen «r gedaan was
etCdaarin bleef zü, volgens spr., nalatig. Zy vilde
niet en stelde zien zoodoende beneden den kleur
ring, die de vrybeid boven alles liefheeft. Die
vryneid werd de vrouw aangeboden, althans niot
onmogelijk gemaakt had zy die begeerd dan
was zy na reeds lang in 't bezit diarvan.
Mejuffrouw Haighton bepaalde zich daarop meer
in 't by zonder tot du Nederlapdsche vrouw en
besprak achtereenvolgens de hinderpalen velke
deze zich zelf in den we? legt om tot de
Vtrheifiog te geraken die haar werkelijk tot vrouv
zal mak«n. De domheid en bekrompenheid die
men vaak, zelfa in de hoogere standen, aantreft,
verden met den geesel der satire duchtig
gekaatUdj de inbeelding van den middenstand, de
stand OM ziohxelf verdeelt in sohakeeringen naar
mate de winkel in het voorhuis, in 't achterhuis
of in een andere woning zien bevindt, verd
eveneens over den hekel gehaald alles om te
bewijzen dat de dochters uit alle kringen zich
liefst geen moeite geven oa zich aan haar
engen kring te onttrekken en -een ruimer ar
beidsveld te kiezen. En dat niettegenstaande
bij velen een volslagen gemis aan fortuin een aan
sporing te meer moest zijn om den veg die haar
tot ontwikkeling verd opengesteld naar vaarde
te schatten.
op te roeien vaders «n broeden afin niet zel
den machtige tegenwerkt. On Ier die ooutau*
digheden meen m de moesten al ve*l te doen door
als ondorvijceres op t« treden, een keuze die,
volgens spreker, alsmede retuigt van zeken»
gemakzuchr, omdat die taak zoo scherp is afgobsy
kend en net tracterrent zoo va«t is. BU de ach
ting die mej. Haighton ouderwijiereisen m 't alge
meen toedraagt, geeft >|j als hare mecning tt
kennen dat er door t« veinigen getrac'it wordi
om een verkiaam aandeel te krijgea in de onder»
vy'ezaak relve een gevolg alweder van de vr«e*
om op de tong te kunnen.
Toeb vu er eene aanleiding voor de Neder*
landtohe vrouv om te trachten niet langer uitge
sloten te biy ven van het toezicht op bet ondervgi:
de Engelschc school* board is voor een groot ge»
deelte uit vrouvcn samengesteld. Hier schuwt ai
samenwerking, trekt zien t>.-rug en weet hst
groote niet van hnt kleine te o derschcideu."
Kan de vrouv, zoo eindigde spr., door de n*>
tuur beutemd zjja tot slaverny? NMU. driewerf
neen! aan de mannen is niet de schuld dat de
vrouv nog niet de plaats inneemt die haar toe
komt; maar »ij moeten zien, dat de vrouv op
prijs stelt de vrijheid die men haar aanbiedt,
dat «ij zelve de handen uit de mouw steekt,
dat zij toont den moed te beaitten harer over*
tuiging. Uaar zal vrijheid gegeven wordtin, ook
al vraagt «y daarom niet; zij verruime haar
werkkring naar aanleg en ln->t elke arbeid
adelt die op edele w\jte wordt verricht! Heeft
zij eenmaal deze richting gekozen, dan volhard*
zg tot het einde toe, zouder vrees dat zy zich
in de maatschappij niet eene plaats kan ver*
overen naast den man. Aldus zal de vrouv zich
eindelijk kunnen vet heugen in een heerlijke loU>
verbetering.
Mej. Haighton verd gedurende hare voordracht
die op niets minder geleek dan op een philippie*
tegeu de mannen, herhaaldslijk en mét warmte
toegejuicht.
Na de pauze trad op de beer W. Meng van
Rotterdam. Hij si rak over Twtffel en be^on met
een Idee van Multatnli te citer ren; men moet
twijfelziekte niet verwarren met geoorloofden
«n |/lichtmatigen twijfel; na twy'fel komt iemand
door onderzoek tot weten; twijfelziekte leidt
echter van weten zonder onderzoek tot niets.
Zich aan deze onderscheiding houdende, legde
spieker nadruk op het bestaan van een geoor
loofden en plichtmatigen twy'fel en stond da*ra»
stil by verschalende graden van twyfel Eigen
aardig was het, op te merken, hoede heer Meng,
die later terecht op ziahzelfjyn aandrong on
wenschte dat ean vrijdenker toch vooral dt)tt
grooteu baanbreker der vrije gedachte in Neder
land, Multatuli, niet naprate in betoogtrant
en wyze van spreken geheel en al MultatuU
volgde, altoos echter zonder in het minst tot
couieerèn te vervallen. Herinnerde zijn toon reedl
aan dien van Uouwes Dekker, evenals deze putte
hij n uit den Bijliel n uit zijn etymologische
kennis stof. Den eersten grond vau twijfel voud
hy in M.ittheus 21 -vors 21 genoemd, waar
de gewone vertaling luidt turi/felen volgens
het Grieksch van onderscheiden,, oordetltn ge
sproken, en den mensen die niet twijfelt de
macht tot het verzetten van bergen V-loofd
w.udt. Met verwijzing naar Rom. 24 en naar
den zendbrief van Juda*. zag Spr. dus dezen
twyt'el reed< door den Bijbel veroordeeld. Echter
w.irdt nergens de weg atngew zen om het mo
gelijk te maken dat men den twijfel voorkomt.
In Joh. 13 vers 22 wordt van twy'fal gesproken,
voor welken Spr. groote verlegenheid las: de
twe de «tap op de baan der vrije gedactre, het
oogeublik dat m-n ontwaart: er is nog een andera
? weg tot geluk dan die welke my altoos als de
eenig ware ia aangewezen. Spr. weet uit erva
ring, welk een strijd dat oogenblik baart. Ac'jt
en dertig jaren- beeft hij in het geloof
gcvanduld" toen heelt ook hij bet geluksmonopolie
aan de hem altpos voo: gehouden ^zaligheidsleer*
ontzegd. Ut' hij echter eigenlijk niet altoos ge
twijfeld heeft? Spr. gelooft het wel. Bitter is die
strijd, d'ich nmtig tevens; men krijgt er een
wiideren blik door. In Hand. 10 vers 17 leest
spr. deu derden graad van twyfel, daar Petrus
on Ier het bidden t n tich tel f in fa-grootste ver
legenheid werd g-bracht, doordien God hem '
beval, tegen het Joodsehe gebod in, onrein vleeaoh
te eten, een bevel, dat spreker even inconse
quent voorkwam als het gebod aan Abraham
om zijn zoon te vermoorden, hoewel de Bybel
het doodslaan verbi-.dt. .
Dergelijke incoi^qnenties doen volgens spr.
lichtelijk twyïelen airi «rat hèn vroeger zoo dier
baar was, doen wankelen in het geloof! Eu
dau de exces?es van dat geloof Spr. herinnert
aan een algemeeneu schrik, welke in 999 in Europa
geheerscht heeft tengevolge van een voorspel
ling, dat de wereld vergaan zon, en welke de oor
zaak is geweest vau een vrees-lgken hongersnood,
die Frankrijk de helft zgncr bewoners heeft
ontrö.fd.
Ziedaar, roept spr. de gevolgenvan het beslist
g. loof! En dat dergelijke gebeurtenissen n >g nie*
geheel onmogelijk zijn, dat m°n nog met alle
macht te waktn heeft tegen bedrog en jacht op
by'gölüof, bewucs ?pr, door mee te duelun,
dac er te Amsterdam een' geheime secte be
staat, die hét vergaan der wereld leeraart en
.zegt dat de wereld 2000 jaren zouder, 2000
jaren onder de vet en 2000 juren ouder het
Evangelie bestaan heeft en dus met het zevende
duizeud een tydpcrk van rust" zon tegemoet
gii au:
De hoogste graad van tvijfol ligt voor spreker
in het verhaal von Petrus (Mutth. 14) die door
Je*ua was uitgenoodigd op het water te wande
len, doch eenmaal er op, by den eersten
tegen«poed wankelde. Zoo winkelen er velen, die op dtn
tweesprong staan. Velen l)Uje>:n dan ook op den
tweesprong, vaak ook uit onverschilligheid. Des»
benadeelt de vry'B gedachte: rusteloos
voorwa*rf«streven is het kenmerk van een gegund levan.
Omzichtig rond >m zich zien, vorschen (di verta*
liug van Scepticisme), ziedaar het profane woord
voor twyfel, dat spreker aanbeveelt.
Twijfel, tvee, twrist, al die voorden hebben
met den (w klunk, het begrip van verdeeldr
haid in tich; twijfel is inn rliike verdeelheid, en
vat die innerlijke verdeeldheid al nuttig* heeft
gevekt staaft spreker met eene herinne
ring aan vat uit het twijfelen van een GalilSi,
een Eepler, een Newion, een Darwin en anderen.
is voortgevloeid. En geestig bewjjst hij uit een
bybeltekst, die der vrouv het wyg-in in verga»
deringen oplegt, dat het publiek aan mej.
H.iighton's twijfelen pas nog eeue fraaie rede te dan
ken heeft gehad.
Of de twijfel veld vint? Zeer zeker! In een
gedicht .gal spreker ten slot ie etn antwoord op
deze vraag.
Verscheidene malen door toejuichingen in de
reda gevallen, ontving spreker aan hut einde van
de voordracht, in een daverend applaus den dank
voor zyn keurige, welgemeende taal.
Acht personen toekenden in als nieuwe uden
vu de vereeni^ing De Dageraad.
Dinsdag 26 Deo. 1882 aal te 's Hage eene- uit
voering plaat! hubben, ten voordeele der Loviaa
itichting te '? Hage. In het gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen zal het Oratorium
Buni?ten en Wetenschappen
facins van W. F. G. Nfeolal verdun opgevoerd
onder leiding van den componist.
De directie der Holl. Spoorveg-My. zal den
?WHHMW. , trein velke 11.8 's avond* uit 's Hage vertrekt «n
Spreekstererkeode gaarne, dat er geestkracht toe ] anders slechts tot Leiden gaat, nu tot
Amatrthoorde om in zalke kriagea tegu den stroom l dam laten doorloopen.