De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1882 24 december pagina 3

24 december 1882 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ho. 287 Blauohe. Neen, vaarwel!.. Qod, waar ik hem ontvlied1? Ha, deze deur t De Koning. Wol aan.... Ach arme l... t b m\Jn kamer?! De gleutel heb ik hier ............ Quintus Clatidiu». Een roman uit den tyd der Uomeiniche Keizers. Uit bet HOOJduitsth van Ernst Eekstein. Arnhem. B. van der Zande. 1683. 2 Doelen. »Ün vol geestdrift voor hetgeen zy' als waar hebben Icerru kennen en liereid voor vaderland of godsdienst moedig den dood to gamot-t te gaan. Yaudaar dat dit boek sulk ren weldudigcn indruk achterlaat. Dut da helduimoed dier christen martelaren niutovordivveuis voorgesteld, leert de gosc'niedeuis. Na hut bovoustatmtie behofft het geeu nad«r betoog, dat ik allen, die iu den jongsten tyd duor llauierling, Ebi*rs rn Dahn den nistorischeu roman, wa iriu de grijze oudlieid t»n tooneelo wordt gevoerd, hebben liei gekreg«u, het lezen aanbeveel van Eckstein'd roman, welks vertaling uitntimend is geslaagd, tent ijl ook de uitgever zich met veel zorg van ciju tank heeft gekweten. W. P. U. K. ?an woi dun ? De laatste regeeringsjnren van keizer Domitianus staan met een zwarte kool aangeteekend in de RMoIri di-nis vau het Romeinsche Ruk. Heer*chzuchtig en wreed voeddo hy vooral tegea do hoogere standen senatoren on ridders welke by herhaling aau 's Kuilers willekeur waren blootgen'eld. De Senaat tuiste de kracht om zich tegen de keizerlijke maatregelen te verzetten. Een uit gebreid spiuuneii-syst-em verspreidde schrik om zich heen en moest den Keizer tegen mogelijke aai.slagen beveiligen. Ter wille zijner veiligheid vas Domitianus «r ook steeds op uit het füger, Vooral de Prnetorianen, en h«t mindere volk duur groote vrijgevigheid, graanuitdcelingen en open bare feestfTijkheden voor zich te winnen. Ten laatste kwam hy door een «araeniweeriiig om het leven. Met de zedelijkheid was het in die dagen treurig gesteld. Nwt meer bevredigd door dun volkugodsdirust en niot by' machte iets anders daarvoor iu de plaats te stellen, zochten velen in een voortilureuaen roes van zingeuot troost of liever bedwelming. Toch volgden niet uilen dezen weg. Daarvoor pleit bet steeds toenemend aantal Christenen dier dagen; daarvoor pleit ook zoo menige eeredienst, die desty'ds te Rome blooide of zich een plaats wist te veroveren. Eeu dezer va-i de Isis-dienst. Vooral vrouwen voelden zich aangetrokken tot de*en met allerlei geheimzin nigheden verbonden «eredienst «n zochten daar verlossing van hare nooden. Dit is met enkele woorden de lijit, waarin de roman van Ernst Eckstein is vervat. Met zeer veel talent heeft de schrijver genoemde bizonderheden iu zijn boek verwerkt. Het is dan pok niet alleen als roman dat dit werk aanbeveling ver dient, maar ook omdat het op aangename wijze een beeld geeft van het leven te Rome tegen het einde der eerste eeuw van onze jaartelling. Met zorg heeft de schrijver de bronnen, die hem daar toe ten dienste stonden, bestudeerd; dat bewyBen de belangrijke aanteekeningen, die aau het einde van ieder deel den weetgierigen lezers naar die bronnen verwijzen en hen in do gelegenheid stellen de juistheid te beoordeelen van hetgeen de auteur hun in den tekst over het Rome dier dagen te lezen geeft. Het gcheele verhaal beweegt zich om twee feiten: de overgang tot het Christendom van Quintus Claudius en de samenzweering togen Domitianns. Quintus Claudius is do type van den beschaafden r yken Romein uit 't einde der eerste eeuw, die, ofschoon oogenschy'nlyk in 't bezit van al wat zijn hart begeeren kan, toch onbevredigd is wijl hg, het vertrouwen op de waarheid van den volksgodsdienst verloren hebbende, evenmin in de verschillende wjjsgeerige stelsels troost kan Tinden. Levensmoede in den vullen zin des woords, ofschoon den manuelyken leeftyd nauwelijks in getreden, komt hij in aanraking met een christen ?laaf, wiens eenvoudig maar vast geloof, dat hem de felste smarten met gelatenheid doet dragen, wiens vertrouwen op den eenigen God: die het Al beheomht en met gelijke liefde allen houdt omvat, pp den naar zivlevrede dorstenden Romein diepen in druk maakt. Hij zoekt dientengevolge het gezel schap der Nazareners en vindt by hen wat hy elders te vergeefs had gezocht. Wat het in 'die dagen zeegen wilde, zich bij de Christenen of Nazareners aan to sluiten, duet de schrijver goed uitkomen. Daartoe brengt hy den lezer op de hoogte van de meeniugen, welke onder do Romeinen omtrent deze godsdienstige sekte in omloop waren Inden Jnpiter-jmester Titus Claudius, den vader van !deu hoofdpersoon, zien wij de denkbeelden be lichaamd van hen, die in het steeds aanwassend getal Christenen een gevaar voor den Staat zagen, niet alleen wegens het ondermynen van den staata, godsdienst, maar ook omdat naar hun oordeel ' de Christenen streefden naar omverwerping van het staatsgezag. Derhalve achtten zij strenge maatregelen tegen deze sekte als door net staats belang voorgeschreven. Anderen in dezen rornnu door den sei.ator Ciuna verte^enwoord gd zagen mat minachting neder op menschen, die lu-t kruis kustun en eeu ter dood gebraclit'.n roisdadigur ajld hun heer erkenden en dos 'slechts bespotting verdienden. Het ooi deel der beschaafden werd er niet beter op do»r de bizondcrheid, dit de Nezarenera bijna uitsluitend hunue aanhangers vonden onder de laagste klassen der maatschappij, slaven, vrijwel den :u en handwerkslieden. Iu hot leekenen dei- Christenen is do schrijver, naar ik meen, goed gedaagd. Eenvoudig» lieden, die ouder allerlei uuod en druk in hun gelouf' troost vonden en voor dit geloof wet waven heldenmoed den smartelijk* n dood tusschen de klauwen der wilde dit ren tegemoet gingen-Treedt de slaaf Eurymachus als vertegenwoordiger dier geloovigen op, ook de communistische trek, -welke aan sommigen der oudste Christenen eigen moet zy'u geweest, vindt in dit boek zyn woordvoerder in d«n persoon van Tbrax Uarbarus. De vergaderingen der Nazaroners zijn keurige. hoofdstukken. Is Quiutus Claudius eenmaal voor het Christendom gewonnen, dan is ook geen macht ter wereld, noch de innige vcreering voor zijn vader, noch de vurige liefde voor sün bruid in staat hem ontrouw te doen worden. Wel heeft by' een oogenblik van zwakheid, maar dit is niet van langen duur. De tooBeetau tussolion vader en zoon zijn fraai ge?chreven al is het onderwerp, verdeeldheid tuiscben de leden van n gerin ten gevolge van Bcloofsverschil niet uieuv. Men heelt déopmer king gemaakt, dat de bekeering van Quintus Clau dius suel wat heel wel in baar werk gaat. Ik kan ? de juistheid van die opmerking niet toegeven. Reeds iu de eerste hoofdstukken treedt Quiutus ons tegen als rijp voor die omkeering. Vóorper?ohen als de held vau dit bonk, in een gemoeds toestand als hier wordt beschreven, is dikwyls de indruk van n oogenblik beslissend voor hun leven. . Ik kan hier niet bij alle fraaie tooneelen van dezen -werkelyk schoonen roman verwijlen; ik zou dan moeten stil staan b\j het gastmaal der hetaere Lykori*, de Senaatsvergadering, den dag te Ostia, de tuoueelen in het ampuitheatèr, de gevechten met de wilde di.-ren, enz. enz. Wellicht heb ik mij wat - uitsluitend bezig gebonden niet het aan de Chris tenen gewijde gedeelte. Men vergete echter met dat de toetreding van den hoofdpersoon het eigen* lyice thema van het boek is, vaar omheen zich al het andere groepeert. Onder de verdere personen van het boek verdienen nog genoemd te vorden Quintus Claudius1 bruid Cornelia, een dier aan, zienlijke dames, welke in de mysteriën van den IsU dienst troost zochten. In haar gebed tot Isis doet de schrijver ons zien, vat in dien eeredienst door velen werd gezocht. Verder Cajni Aurelins, de flinke Batavier, die krachtig medewerkt met mannen als Cocoojnt Nerva, Ulpius Trajanus, Cinna enz., om Rome te bevrijden van de tyrannie van een Domitianus. Zijn vrijgelatene Herodianut, de onvermoeide driokebroer u een aardige figuur «u de tooneelwn, waarin hy optreedt zijn «en Ernst JEokstein wuardig. Ook de sehalksche Lucilias is llefgeteekenden vormt, een gelukkige tegenstelling met de meer '10 'zV^ ? ernstige Claudia. i ? !?? U WaMezen roman ook vooral aantrekkelijk maakt il m ?B^l *"? *** *k meMto nooMpenonea IBfeke karakten '.'?\BIC7: ' Gids op het strand, door Dr. T. C. Wiuklcr. prijs f l .00. Onte huisdieren, door douztlfdon scliryver, prijs f 1.00. Uitgever: Erven Loosje. Als er zich in de laat-te j uren eene pmotero belangstelling beeft geopenbaard voor de kennis van 'planten en dieren uing men, nuar mijne meeuing, de oonuuk zoekeii in de verschijning vau populaire werkjes op imtuiir-hiatoiiacli gebied, waarvan wy ir eeu paar uun de lcze:s van tic wenacueu vour te Wgen. In het eeiste de-ser buekjei wai<delt de ver mot «y'ne lezers lungs het strand en ver t. -U hun al wandelende de meest wetinawutirdig» by zonderheden van de zee," van het s'ruud" en vu u de duinen" en door hen kennis mukuu uu-t du planten der vee" en de dieren van ht-t dtrauü," liet een en ander is gvillustivcid door over het algemeen tamelyk geslaagd» ul'bec d.ngen. Is de Btyl onderhondend en prettig en laut. zich hut. boekje daarom gemakkelijk lezen, ik m,i£ dn op merking niet acuteiwrgüluteu, dat du Si'lirijvttr lijn jonge en Uesgraage gemalin vereerd, DU ? _ bouia is 't, als werden'» lieei«ni toen» citiiei su;iren door ten «!? kt rieken vingri druk aun 't ti-illfu g-zet, T.: o in zy'ue liuzieliiig , ui syn Nnbetrachting", ook iu zijn Uoeden Herberg , maar de illusie daaromtrent vurluat on» spoe.lig. Uit de verialiijffu oiitwuwt menduidelyk, dut t den Heer Co»-ns niet. auu woordeukeus. faalt Verder ftcloof ik, uat de Heer Coeas uituiuut m 't schilderen; wam- zijn lyriek verdunt en hy 't peuce.4 ter hand ue^mt, daar vraagt hy met r.dit de a nd.icht. Lemt b. v. het buiten gewone Na dun storm", dat naar meer doet verlangen. De lauw out>lotou armen' tt*r Zwoi later" en het warm omvatten", op een uiidfic plaats, di>huru on eëreu met deu overigen inhoud van dvzen zoo weiuiünKturalistischpn bundel. liet spyt my, dat do dichti-r niet een weinig meur ongemeen was iii zy'n lieAie, iu züu stuurt, het doet run" leed, dnt er zoo bezwaarlijk nivuwo géth.diteu iner t« vinden zijn. Wanneer .jlleeten Coens iiupre^iouiMie-cli tichildcrtaleut Bieb n^'t ontwikkelt en ui bri'idt, is zijn plaats helaas, onder de anderu t -ei-Uur» op het tijdvak, dat wy achter den rug tirblien, die onze heduudaaguche nare dicht puriudd illnstietren. Jacuues PÖI k is uoi>tnrv.'u; v.y'bezitten tham's, naart talutitvolli' bellenen en «rchi-kosmppoliten, werki-lyk eren gering aftiital middelmatige dichtors iu XederUi. i \Viwr Myft, v;-iar b'ü't de man, liio zijn tijd en .-yu Neê:l»nd ln'gry'pt, waar zal do echo gubortv, wordrn. <lie, in do tnal der naaten \an d4>u l(olori-t Rjinbraudt t-n vanden held de Ruyt-r. de ecuwkn.-et, doet schallen m de la«t> lauden l j do wild- Z'e? A., 11 Dcc. T. Deyssel. Do h-or VnK* opende Dinsdag 19 Decnmber . r __.!.< .!._ I,,H ...Irlltl, i» merking niet acnteiwege hier «n daar minder op de hoogtH gcliijrit te ijn; zoo worden de wieren norfstueds door h.'in onder scheiden in zwitrte, rood- of purperen ea groene wieren en is in het algemeen b.jdeCrypto^iitueu de voorstelling der suxiieelu voor: pi uiting zeer Kebrekkiu, ja, wordeu de sporen der blunswifren by Kaadkorrels ver«ulul«en. EUlers vind ik dat, de Schryver ons niet duidelijk verklaart hoe ooi.e kwal br«udt_ of netelt. Kn nog undora kleinere aanmerkingen zou ik kunnea maken indiun ik wilde vitten en niet begreep,, dat hot errate bumanuin est. L»at ik er aau toevoegen d:it ile tekst wurdt afgewisseld door verzen vau Tcu Kitte en Beets, Lpugfellow 011 IJosvtel waardoor do aan gename indruk van het geheel woidt verhoog I. Indien eeu rujtn debiet deu Uitgever in ^aal stelt spoedig een herdruk te he^iuueu, dau hoop ik dat de illustraties etmu groote verbetering zullen ondergaan, ik wijs bijv. op de afbeeldmi/ van Sepia oi'ücinnlis, die verre vau mooi is eu weinig gelykt op bet dier. In den loop van liet vorige jaar verscheen van de hand van deuzeldlen sein ijver eu by denzelfden uitgever eene reeks van opstellen over onze huis dieren waarin hunne verschillende rassen eu slagen wordeu beschreven en de bezoekers van diergaarden eene beknopte handleiding wordt ge geven om beter op de hoogte te komen vau ouze huisdieren. Kan het vorige boekje geacht worden te zyn gemaakt uit een stuk. misschien nadat by den schryver, door de voorafgaande verschijning van een fransen of duitsch boekje het denkbeeld had postgevat, met de huisdieren is dit niet het geval. Uit den aard der zaak is het schrijven van zoo'n werk compilatie en is het enne kunst om de beste en nieuwste bronnen machtig te worden en die te gebruiken op kritischen grondslag. Tenzij en dit is zeker het gemakkelijkst men verkieze het een of ander buitttnlaudsch werk als leiddraad te nemen en dit meer of minder slaafs te volgen. In bovengenoemd boekje worden achtereenvol gens het paard, de egel, het muildier en de muikzel, het tict/n, het schaap en de geit, het rund, bet konyn, de Aa u eu het haaa-konijn, de kat en de hond besproken. Maar iu elk dezer hoofdstukken doet zich ook de groote leemte van bet werk gevoelen, til. dat het niet geïllu streerd ii. Beschrijvingen, zy mogen zoo' nauw keurig zijn als het kan, zy kunnen ons rroei«lyk een beeld voor- den geest brengen van de eene of andere diersoort, tenzy' men deze reeds Vroeger gezien heeft. Ik vond het daarom zeer jummcr, dat de uitgever niet getracht heeft cliché'» van de verschilTunde slagen of althans van do voor naamste te verkrijgen, 't Doekje zou er wel duurder, maar zeker ook ve-'l bruikbaarder door geworden zyn. Heb ik over het geheel genomen met venl ge noegen kenuti) gemaakt1. uu:t da huisdieren, de Schrijver zal mg zeker niet ten kwade duiden als ik zijne nartdauhr, vestig op enkele zak>:n, die verbetering behoeven. Ik noem als zoodanig de ouderdomskcnmcikeu van het paard, voorzoover die zijn uf te leiden uit de tanden. 't Schyut dat Dr. W. bi> d«i bespreking van de rassen van het tamme zwyu hoofdzakelijk A'athuStUS is gevolgd, hut waru m, i. niet ondienatig geweest ook k«nnis te n'<m?n van de werken van l >r. Itnhde, W. Baumeixter en zuker van Dr. Fittinger'3 opstellen. ? By' het ruud geldt dezelfde opmerking als ik voor het paard maakte, nl. dat de bepaling van don leeftijd door middel van het gebit minder juist is. Hier bad kunnen geraadpleegd vorden Dr. O. Roltde en O. F. Mitlter Die Rindviehzucht nach ihren rationellèn Standpnnkte 1875. In het hoofdstuk over den bond had ik tevens de afstamming gaarne iets meer uitvoerig behan deld gezien, hetgeen betrekkelijk gemakkelijk was omdat dit veld reeds vroeger m den T$dspiegel, jaargang 1878 door mij ontgind is en d bronnen van litteratuur zyn opgegeven. Ziedaar enkele opmerkingen, die echter, naar ik hoop, zullen dienen om de belangstelling vau den lezer dezer regelen op te wekken en hem te nopen, beide boekjes aan te schaffen en zorg vuldig te doorlezen. Dr. J. Th. Cattie. DE DICHTER M. COENS. Onder den titel Tienden van den Oogst", zyn b|j A. Akkeringa, de gedichten verschenen van den Heer M. Coens. Al werpt de Heer Lütkebuhl der kritiek de zinsnede tegen: -Keur alles goed of alles af, 't Is voor de kunst om't even", toch blijft de taak der kritiek den voortbrengselen der Kunst haar plaats iu de letterkunde aan te wy'zen. Zy 't een ondankbare, 't ia een vaardige taak en daarbij een zware, vaut een kritikua maakt zich altijd kvade vrienden: of van den schrijver en uitgever, of van de lezers, die zyn uitge sproken gevoelen niet doelen. Een fatale vet, maar een vet Ik veet niet, of het middelmatige recht yan bestaan heeft Ik twyfel er zeer aan. De kritikus kan zich echter bepalen tot het op treden als geschiedschrijver: hy geeft een exposé. van 't geen hy vaanuhn. Alsdan heeft hij over boven aangeroerd netelig vraagstuk niet te be slissen. Wanneer ik nu zeg: de Heer M. Coens ii een middelmatig dichter, dan andwoorden belang hebbenden, dat ik bly'k geef niets vau dèrffelUke zaken af te veten, dat zoo iets- vel gemakkelijk te beweren, doch niet te bewijzen valt, enz. En buitendien, wie zou den Heer Coens kwalijk kunnen nemen, dat hij verliefd is geveest en veel TOD buiten houdt, vie er zich tegen verzetten, dat onze hoUaudsohe taal In dazen bronzen rijm vorm vordt gedreven, vin het betreuren, dat deze vriendelijke en fatcoenlyke dicht a i ukken door tantes aan blozende niohtjens, door voogden aan ?Urk ijToejead^fiojailUn, door «w j(ehu«d mu *"-' 1AT-UI ? t..l .. v ff t. 1IV*. w.'iU-r Ky'ne roni.i i'nursover l''i lu.auhe lettarkuniie iu FeLx. l>e tiwe volöen>!e zullen plant» hublicn op 2 Jan'iari -.n 10 Fe;>ninri. Niuttei;i>nop staande _ bet vtl ? dat iri Auisterii;ir.i to hoort n i1 n ti> zit n is, bliiven di'/.o c-infért-uci's' duor het. en gi',;s'i^ cttns' urHtaicnt van duu ., «teeds een uit(,'i Iri-cn publiek vrreenigvn. OiiiJc Hii.iffric.nd, wanrv»n wy' <)!ili\n(Ts de pescliictifnis in lieiiniiorinp hrachton, is thatls door d?n tiitgevci', dt;n ho«-r l'yttoisen te Si, «uk, bi'lan -r\flc uitgfbroM. Het zal in wekeljjksrhe numn^-rs tiit.i<iiiu«*n, otidnr reilnotin van den heer lloonl -hivüon; ofschoon dm de heer Gouverneur foiti-yk aftreedt blijft, nog tu<schm heul en het. tij,l.ii'hiil't. die band be»tn'«n dut «-on Pfoilci'l'o der wi''*t h"ni nl» pen^iofn '/al di»nen. HU d» velen die om deztredwri-n znllp'n intöekonpn voegen zich ot-ac^vijfd d vele onderen, die de houd zal loVken. No. l lievat: Een word front langer te maken, en de flanken van den vijand te kunnen oiuvalhm. In dei« ioriuatie zga tal van govechteu geleverd. , , , Ook de Frannch-Ihiitache enRusatcli-Tuiksche oorlog hebben doen zien, dat door de vwselgke uitwe.kiug dor to«u in gebruik 8|Jiide geweren, de gitkluUu formatie der infanterie, binnen net bereik van dit vuur onmogelUk werd; ippdrt de veispitide orde, zijnde een stelling on een gelid met tus:-chenruimte,deeigenly'kegei-echtsTorm was. Iu toekomstige oorlogen zullen vuurwapenen gebezigd woi'den, die eon nog moorddadiger uitweiking bobben dan de toen en thans in gebrnik zijnde gewt ren. Men donke slechts aan het repetet-r-geweer Spencer-Lee, waarmede men snel achtereen kan schieten, terwijl het steeds in den aanleg legen den schouder blijft. Met des te meer recht zal daarom de iufooterie voortaan op wil gelid strüdun. Ecrly'ds rekende men dat kracht ontwikkeld kon worden door de zoo volledig mogeluke samenvoeging tot een geheel der verschillen ie krygslieden. Thans is t juist tegenovergesteld; men eikent dat dit nadeelig is. Hoe meer men zich aaneensluit des te wieder kwaad kan men doen, en des te meer kaus loopt men verhezen te zullen lyn>n. Du mecning, dat onder alle omstandigheden de meeste vuur-uihvf-rking wordt verkregen, en de minste verliezen wo'den geleden, als men de niaiifchnppt'ii op e^n gelid plaatst, is door den Helgisoheu Generaal BrMmoitt, .in zy'n bekend wcik: Tactiqne dn combat des trois armes', op du volgende wy'ze b«fctrcdi-ni Een troep op n gelid kan liggende, knielende of staa'ide rcliii-teu; terwijl deze troep, op twee gelederen geschaald, slechts in beide laatstge noemde hmidiiifteu kan vuren. De hoogte van «en lixgeude.n, knielcuden en stanndcu troep bedraugt lespoctievelyk ongeveer 0,5, l en 1,65 nieter. De verliezen, die tro4 pen ondergaan, ver houden zich als hunne hoogten; hier dus als l, 2 eu 3,3. Fen troop op twee gelederen lylt dubbel zooveel verliezen ais een van dezelfde lengte, die op n gelid geschaard is. In geheel oiion terrein zullen dus de verliezen eent?r lig gende linia uu n gelid, tot die eener knielende of staande linie, van dezelide lengte, op twe« gelederen, zich verhouden als l tot 4 en l tot (>,5; hicrby aanneraeudu dat beid* partijen zich in een oven dichten kogelregen bevinden. Een linio op twee fjolederen kan in denzelfden tyd dnl>bel zooveel suhoten doen als een linie op eon gelid, eu by juvolg dubbel zooveel vertezen toebrtnjen. Stiyden beide troepen tegen elkander dan ;illen in geheel open terrein de verliezen o . . vooriif; J". Scpp, Buiten de besch'aalilo wereld of hi-t tr> dt-poi-teenle; Jlrét Hurte, rtüftld door Fiore delta ariiivt'i'Rorsnig; Jun be. o; Mr. ir. G. T. A. van vun door ! enz. voorts beloofd v.in Mevr. Pout, Louise Stratt<nu» en een tydelyke toelage ot «ene ondewteu niog in Oeus versUekt. In het overzicht wordt nader aangetoond, oa welke oordeelkundige en onpartijdige wy'«> het toekor-nen der ondersteuningen is geregHld aan hulpbehoevende gepensionneerden, diu zich tegea een geringe jairlgksc'jo contributie als lid dtf vereeniging hebben doen inschrü*en. Als antwoord op de vraag: Sticht de door H (donateurs cm.) geschonken bijdragen inderdaad nut, en renacht «e werketyk kvt»t*er en leed r wordt een aantal treuiige en deerniswaardigsj omstandigheden vermeld, waarin vele oud-gepen sioneerden zich bevinden. In een slotwoord aan de Kern der Nederlandsche Natie" doet het bestuur by hernieuwing en met aandrang eon beroep op de Ilollandsohe vrijgevigheid, opdat bij gehrek aan blijvende el toenemende belangstelling, de tot nog toe ver* strekte toelagen niet verminderd of geschorst zouden moeten worden. Integendeel noopt bet bestuur door meerdere en krachtige hulp hare ondersteuning op ruimer schaal te kunnen ver-. leenen. Het overzicht eindigt aldus: De overtuiging, dat de regceriug en de natie den oud-soldaat belangstelling blyft betoonen, ook dan wanneer zy'ne krachten vervlogen zyn en hij niet meer tot het actieve leger behoort, werkt gunstiger op do bevordering van 's landt weerbaarheid, dan elk ander middtJ dat met daartoe aanwendt. Dtt is onze overtuigiug, dit wellicht door meer uwer zul gedeeld worden. Dat wy dan weldra met Prof. Buy B Ballot (tf het dan ook op een ander terrein) mogen uit* roepen: De eer van Nederland U aereïl!" Dl natie alleen heeft er voor gezorgd, <tat in Noden land geen oud-gedionde meer gebrek lijdt-. En de regeering? Zal die niets afzonderen te» behoeve vau hen, die hunne beste krachten aan den dienst van het vaderland ten offer gebracht hebben? vroeg ons iemand, die toevallig even vóór het afdrukken (van het overzicht) het bovenstaande las, Hflaasl was ons antwoord, tot heden nïe's, doch binnen kort zullen wjj andermaal eerbiedig* vertoogen tot do volksvertegenwoordiging richten, om den oud-gepensioneerden een bijslag op hnn pensioen te verle-nen of wel onze vereeniging tq Eubsidiceren. Meer dan n volksvertegenwoor diger gaf ons ten deze zeer bemoedigenden troost. De belangen der oud-gepensioneerden in het algemeen, en die onzer vereeniging in het bijzon der, bïy'ven dus iu de welwillende bescherming aanbevolen van Z. M. onzen gcëerbiedigden Koning, van Z.Exc. den Minister van Oorlog en van de Leden der beide Kamers der StatenGeneraal. , '* i ]pvon v.in i kitnli'rsehip, er. Sut suti», si s fit Sortien, Zij r.y'ii < Novellen wor-len Frank, Sally, Mej. anduren. J>f Dtififi-ftad vnnr I)f-c ouber 1SS2 bevat o. &.: Dr. B. Ifftrtnyït //'f/* rttn Ztjutt'i'fcii, Do oorL-4p"Ont^ <lcr podsdii-natiR» ilonkbWlili'n. -- (itnfift ('enttri/, Ovor-proiluctin. imilrm F. O., Xrooat? '?IK, -UVti;/, Oiitwaait, (jij die «lnr.pt. Dt fïi'rf* ro'ir if-ii Oiiiift-ifljitr No. 10 bevut o. s.: J. Gfhtk, Over hot onctorwtfa in lozen en'pchriiven b<j de Gripkcn en Boinplnan. L. LfapaH, O?crbywoorden run mniUUteit. Dr. J. Uitictnn Boi, De verueoHng T»n svbaid in de organische vrcruld. Tonlttniir, vier .In ]mrRnnR No. 9, barst: Dr. Sfrleriny Viiirktr*, Engllnh Otymolosies: C. H»ymjn, Childo HnroM; r. Sloffri. Shall and NVill; B. C. Iti-nnn», Certifieitte B. j C. Hekman, Th» literary Rcmler; J.fl.Kramtr», Convergencea en A.; f. D. Kabltt, Le Dictionniire historiciae de l» Ungue frtüQaiue. De Fatnilirtiadr Na. 26 en 27 bevat: Mezerdindezoeroovür; De <IraM»ni.1e steen; De Rono van Jorii'lio; De vloek der Kstatulkun of een vreest»! |jke kerstaacht, enz. Ons' ralkütaal No. 3 be'at o. ». Lnuh P. ruil, BibHogttipliio der Ned. Dinlceten; Prof. Dr. J. H". GaWt, woordenlijst van de taal vrelko in de Snknlsehe streken van Nederland Besproken wordt; DialectentnSchouwen, Oostelijk Noord-Brabant,, Twentó, de Zaanstreek onz. De Jongste »fl. van De Ifninaaitl bevat: Troorondorvindclijke Zielkunde; De Theorie v»n Malthus, door Dr, H. J. Bolz; Het ABC van het Ncdorlandaelie Staatsrecht of het Algenfon Stemrecht, door'Mr. H. L, O. Lot»;;. Ben nl'm#erwetsch-kri«tel<Jk Schriftgeleerde; Drogredenen en Wenscheo omtrent Grondwetsherziening; Herleving der Vaderlaudoche Bouwkunst. De Vareeniging Arehittctura et Amicilta zal Woensdan 27 Dec. hare 978ste B[jeenkom*t honden in hot Nntsgebonir. Op de agenda staan: Bedragen van den Heer J. A. van der Blnijs Veer, Constructieleer. Kunatbegchonwinft. awceboden door den Heer Jan Springer; bebouwing Willomspark; inlererinK 2d« PrtJnTiaag; Rap port over de drie laatste pryavragen. - Nienwe uitgaven: Dr. JAN TEN BRINK, Llttoi-arisohe «ihetsen en kritioken. ? 1.90 FRA.SCE8 H. BURNETT, Johinn» Lowrie. f 8 85 ROBEHT HAMEBLINO, Lord LIcifer. Blijspel, f 1.20 JAN HOLLAND, All de oeae hand do andere wasoht f 0.35 Dr. H. O. MULTiEB, Een .woord ov« Malt&toll. Opgedraifön aan de Vereontcing .De Dageraad". f 0.95 PRÜDENB VAN DüSE's nagelaten gedichten, f l.BO militaire Zaken. DE STELLING DER INFANTERIE OP EEN GELID. Er bestaat een nauv verband tuischen het aantal gelederen waarop men de infanterie stelt, en de vnnrsnelheid en trefkans der geweren waarmede zy bewapend is. Door Prins Maurits werden de mosketiers eerst op hoogstens tien, later op acht gelederen ge plaatst. De Rchutters van hét voorste gelid trok ken zich toen, na het afvuren van hun mu*ket, telkens snel achter het laatste gelid terug, om zoodoende het tweede gelid niet m het schieten 8GÜtaaf Adolf stelde zijn masketiers op zes en OD drie gelederen. Op drie gelederen geplaatst konden zo te gelijk schieten: dewijl het voorste gelid knielde, het tweede aich yooroverboog, «n het derde rechtop stond. Om deze opstelling te kunnen aannemen moest echter voorafeen musket ingevoerd vorden vaarmede men «neller kon vuren, en dat tevens minder zwaar vas, dan het geweer tot dien tijd in gebruik. Volgens onze tegenwoordige zienswijze liet die vuursnelheid evonwel veel te wenschen over. Hiervan een voorbeeld aanhalende: de Zweedsche mnsketiers ?choten by Kinzingen, in 'tiaar 1636, met bewoftderenswaardige snelheid; de minst vlugge van hen vuurden zeven maal in acht uur. De vraag of de infanterie op drie of op twee gelederen moet vorden gesteld was in't begin dezer eenv, in militaire kringen, een onderwerp van den dag. Thans wuoht ons veder een andere qnaestie, numenlük of men haar op tvee of op n gelid moet plaateen. ....... De stelling op n gelid vordt, in theorie, tot duikt nis l tut 2 óf 3,3. In sommige gevallen echter zullen beide par tyen zich kunnen dokken tot ter hoogte harer schouders; dan wogen dn meerdere vcrhVzen, die de linie op twee gelederen lijdt, juist op tegen rie iiifi'idcie verliezen die zy, door haar dubbel uiiiutchappeu, ann d« linie op n gelid gt. Op den langen duur zal thans de troep op ón gelid, dour zyn mindere sterkte, liet onrlerstut moeien delven. Bij htt lezen dezer berekeningen van den Ge.m'riMil lirialmont holiben we de volgende opmeiking gcmonkt: Wanneer een mnn gednod ot' gewond wordt, heeft dit zoowel ten gevolge, dut by niet langer aun t gevecht deelneemt, als dit Dumtiiige zijnen nevcuneden, gedurende korteren of Inngeren tyd, ophnuden te btrijtlen. De gesloten troep op twee geloderen zal dit tterlcer ondervinden dan de liuie op n gebied; zoo doende zul eerstgenoemde troep ook niet juist dubbel zooveel schoten doen als zijn tegenpartij. Wy1 vermeenen daarom, dat onder alle omstandmlieden, do troep op twee gelederen meur ver liezen zal lyden dan die op n gelid. Hiermede willen wy echter geenszins beweren dat laatst genoemde linie opgewassen is tegen baren vijand op twee gelederen. Aannemende, dat de pas gebonden beschouwin gen waar zijn, dan bestaan er geen beletselen om de opsteling der infanterie op n gelid als do normale Aan te netnen; aangezien men buiten het werkzame vuur, twee of meer rijen manschap pen op n Relin achter elkander Kan plaatsen, op de wijze als thans in gesloten kolonne de ondcrafdeelmgen elkncder volgen. Volgens onzo tegenwoordige excercitie-rcglementen is de gesloten opstelling der infanterie op twee gelederen, als normale aangenomen; doch, zooals boven vermeld is, gebruikt men deze opstelling uiet meer in het eigenlijk»- gevecht. De exci'rci'iën worden tlmns zoodanig geleid, dat men de coiupagnii', de tacti.^ceho (jeveclitseenheid ab geolotüii" geheel beschouwd, m de eerste plaats zoo geoefend mogelijk tracht te kryxen. l)e oefeningen in de verspreide vechtwy'ze volgen daarentegen, in de tweede plaats. Men .vangt zoodoende aan met den rekruit voel te leeren waaraan hy in 'teigenlyk gevecht niets heeft; terwyl mep later, voor tal van wellicht nuttiger oefeningen geen t n l kan vinden. By den korten diensttyd onzer militie, ia 't van belanghaar niets te leeren dan wat bepaald noodig is. ^Vij gelooven daarom, dat vroeg of laat, de opstelling der infanterie op n gelid als de normale zal aan genomen worden; en in vorband hiermede de eerste opleiding van den soldaat een groote wij ziging zal oudergaan. J.R.C. VEREENIGING VAN GEPENSIONNEEBDE ONDER-OEFIOIEREN EN MINDEREN VAN HET NEDERLANDSCHE LEGER. Dezer dagen verscheen van die vereeniginff de rekening en verantwoording van het boekjaar 1831-1882 (l Maart uit. Febr. en het overzicht tot ultimo Angustos 1882. Het hoofd-bestuur vangt dit overzicht aan met een woord van hartely'ken dank aan allen, die de vereenigintt moreel en stoffelijk hebben gesteund. Op den l Juli 1.1. waren 2300 Nederlanders tot de vereeniging toegetreden es vel verdeeld in de volgende categoriën: 13 beschermvrouwen, 106 beschermers, 1) 89 donatricea, 620 donateurs, 2) 23 schenkingen voor ns (dames) 256 idem idem (heeren), 6 beschermers, actief dienende officieren, 190 donateurs idem 42 schenkingen voor ns, idem. 1020 donateurs, actief dienende onder-officieren. De rekening en verantwoording van het afge sloten boekjaar is door de eere-commisiie (in hoofdtaak belast met het toezicht op het finantieel beheer) onderzocht en goedgekeurd. DOM commissie (waarvoor A. Engelvaart, gep. luit.* generaal en H. J. Enderlein gep. generaal-majoor Eet proces-verbaal hebben onderteekend)verkh\art, dat dit beheer met groote zorg en veel zaak* kennis U gevoerd, dat door het verstrekken van geldelyke ondersteuning veel leed is kunnen ver zacht worden, en dat z\j met ingenomenheid kan wy'zen op de groote sympathie, welke de ver leg heeft mogen ondervinden. . eindigt met een woord van lof en dank aan de leden van het.hoofd-bestuur en &an die der afdeelingen voor hunne belangelooze bemoei* Ingen om het lot van zoovele onder zorgen ge bukt gaande oude kameraden te verzochten. t) Beschermer Is men, als men jaarlijks minstens f 18, of in eens minstens f 25 bijdraagt. 9) Donateur wordt men duor het schenken eenerja»r. lijkache bedrage van minatena BO ccaU. BIBLIOGRAPHIE. Militair Blad. No. 22 en 23. De ontwerp-sohutterywetten beoordeeld door een oud-commandant der dienstdoende schutterij. Onzekerheid door Str. Nog eenmaal over dopütn by' de veldartillerie. Het rapport der Commissie in zake de Adder." Do voorgesteld» sol4iy\Hihouging der onderofficieren. Schril vers by de Hoi uscn enz. De toestand onzer Marine. Zwem* cfeningen by de Russische Cavalerie. Ouiichüi^ van instructie-peletons in Frankryk. Hunuaaische paarden. De Russische voorpustenhaniUii. Nieuwe schietinstructie in Frnnkryk. Nieuw c (ui gaven van den Duitscheii Geiieralen staf. Veischenen boekeu aan de K. M. A. wederinvuering der kurassen in Frankryk. Shelter carts iu liu geland. De.Maatre Spectator. No. 12. Over de uitvoering van kadermanoeuvrps, door L. de Vlaming, Kapt. by het ode reg. infanterie. (Met Plaat); Opmerkingen omtrent en naar aan leiding van de oefeningen on de forten in het jaar 1882; Een nuttige zxak, dooi A. Kool; Iets over batterijen van n kanon en van twee ka nonnen en over tirailleerende vestt'ngartillerie, door C. D. H. Schneider- nogmaals de ordonnansdienst, door G. A. Meindersma, late Luit. der infanterie; De zaak van den Luitenant Kleij in de Tweede Kamer der Staten-Generaal,-door X; Een nationaal herinnerrngsfeest; Het ecrclid der vereenigiug ter beoefening vau dekrijgsweteuKohap; De aardrijkskunde als leervak by het militair onderwijs, door A. L. de Blauw, 1ste Luit; Boekaankoudigin^en; Overzicht van Buitenlandsche tijdschiften. MUTATIËN BIJ HET LEGER. van 15?22 December 1882, In activiteit hersteld: b(j het Ie reg. huz. de Ie luit. E. J. Gelderman. Overgeplaatst de luit kol. J. C. E. Graaf van Lijnden der cav, naar Deventer en de majoor G. J IJdsel de Schepper naar Zutpheu; de Ie luit. T. E. M. van Liluar van het Ie re«. huz. te Zutpben by het 3e reg. van het wapen; de Ie luit K. K. de Jong van hot 3e reg. inf. by het 4e reg. inf.; de Ie luit. J. B. G. Brassard, van het 5e reg. inf. by het 7e reg. inf. SCHAAKSPEL No. 51. . Van Eroile Pradignat (Lnaignan); Bekroond met den rsten prijs in het BaHImor» Tournool. (t'rte frtnt). ZWABT. nog toe door slechts enkele militaire specialitei ten verdedigd; zij-U pchter, in de wrkalijkheid, . .»,?..,!?. , __ (P;:J?;. jJI! reeds herhaaldelijk voorgekomen. Tydi>ns den Amttiikounachen burgerour^ig werden de man< schappen op n gelid ? gu^ltutst, zoowel om aiüdt» veduMu te HJden, ata om Jtti D« ondflrstminirjgi-kas, in ontvangst en uitgaaf f4293.04 en d« cuutributie-kas'in ontvangst en uitgaaf t'yTtt.Iti1^, sluiten met Imttge saldo s van B uitgaat i- res peui, ? Aan 4 lUnche ttr jk 1U7Ï2.Ï/H uu I UJO.791/8. Aan 52 oud-Reük-in^n wrdt een vaste wekeva n*n onderacheideas anderen d e WIT. Wit speelt voor en geert ia 3 zetten mat. (Wit IQ, «n «watt 8 stokken met K B 8), Oplossing vu Sehaikprobliui Ho. 49, l A 8 A 41 C 7 D 8 (? 3 F 9 F 8 Kof PipMli. 8 A 4 E t mat l ...'..' *07-D6i> 9 F. a F 4 + E sp««lt 8 G 8 ? nut. (b) l K of Pip S F S F l >4 Ubltux* ^, 0 Dame set nut F E V11* I* E T O W. GARDE DU CORPS. Vit het Hoogduüteh KA*» 8AMABOW BOOB A.. B. 7) Snel verliep de tyd en de dag iaderde, waarop de gardes du corps hunne kwartieren zouden verlaten eu naar de kazerne te Uaunover terugkeeren. Hendrik Kraul was de lieveling vau het huis en van het geheele dorp geworden. Hy hielp ly'n gastheer by diens bezigheden op bet veld, begeleidde Juffrouw Friedemann naar de stallen, sti'ods wist hij gooden raad te geven, eu de be hulpzame hand te bieden. Zijne voortdurende otigiTuimdheid verdreef al de kleine wolken, die zich aan den huiselykeu hemel vertoonden en vroe ger wel eens voor langen tijd de vrede en het geluk iu de familie verstoord hadden. De oude Friedemann vel klaarde sedert lang zulk een prettigen tjjd niet beleefd te hebben en allen dachten met spijt aan het afscheid, dat steeds nader kwam. Met Louise was de jonge man op een voet al of zij broer en zuster waren en Juffrouw Friedemauo had op die verhouding nooit iets tegen gehad, daar ze geheel overeenkwam met de plauta diti de gast in huis innam. Du beide jonge lieden gingen m«t elkuuder óm,.abt hadden ui) elkandervan der jeugd af aan gekend eu alsof zy nnoit zouden scheiden. Beiden wisten dat zy genegenheidvoor elkander hadden opgevat; ei) voelden het door een blik, een handdruk of een enkel woord, dat skch<s zij begrepen maar voor ieder ander onver staanbaar was. /y doorleefden dien beerlijken bekoorlijken tijd, waarin men elkander begrijpt, zouder een bepaalde verklaring te hebben uitge sproken, een tyd die voor twee gelieven is, geluk de morgenschemeritig, die aan het heldere daglicht voorafgaat en welke misschien tchoouer is dan dit, daar het schelle licht bier op aarde helaas altüd vergezeld gaat van donkere schaduwen. Frans Lahmeyer sloeg geeu aobt op de ver trouwelijke verhouding die tusschen de beiden was ontstaan. De beslissing omtrent zy'ne ver houding tot Louise was een jaar uitgesteld en het wachten viel hem, die geeu hartstochten kende, gemakkelijker dan het misschien voor het meisje geweest zou zyn, wanneer zij in den jongen boer ooit iets anders KC^ieu gad dan een vriend uit de kinderjaren. Zijne bewondering voor den onder officier steeg met den dag, hU nam hem in alles tot voorbeeld en de gardes du corps konden niot met meer nauwgez tlieid de bevelen van hunnen supérieur opvolgen dan Frans Lahraeyer den raad van zijn vriend. Eindelijk kwam de dag van vertrek. Het was avond geworden; juffrouw Friedemaan was naar de melkery gegaau eu de oude boor was op het veld bezig, daar het hem in huis te benauwd werd, by de gedachte dat het leren nu weer tot de gewone oude eentonigheid zou torugkeeren. Hendrik Kraul was in deu stal aau het pakken EU Louise zat in de woonkamer. Zy had net niet over zich kunnen verkrijgen de kamur to verlaten, want ty' was bedroefd en treurig by de gedachte tan het afscheid nemen, dat ay zich tot uu tóe zooveel mogely'k uit het hoofd had gezet, om ongetitoord haar geluk te kunnen genieten. Mot tranen iu dn oogen itag zy door het venster naar de gouden wolken aan den avondhemel, die hoe schoon ook in baar kleurenpracht, toch steeds doi.kerder en donkerder moesten worden tot ze deu volgenden dag misschien het gansene uitspan sel met eeu droefgeestig grijs kleed bedekten. liet was ccn beeld van haar eiuen leven, dat nu immers ook al zijn glans en licht verloor en zij kon niet vatten, hoe het zou moeten wordeu, wanneer hy er niot meer waa, die plotseling zulk eeu helderen schyn om haar heeu verspreid had; hoe zy het dragen zon, zonder hem te leven, dien zy toch gedurende zoo vele gelukkige en tevre dene Jaren niet had gekend. Steeds banger klopte haar hart, steeds heriger zwoegde haar borst Biuilr'iy'k kon zy den tranen vloed niet langer weer? houden zacht Snikkende bedekte zy' naar ge licht inct de handen. Zy hoorde de voetstappen niet die door de gang da open deur naderden, zij 7,ng ni-'t dat Ileudrik op den drempel verBchoL-u en een oogenblik stil staande haar met tcedere blikken gadesloeg. Toen naderde hy' haar snel, tivk luar huudi-n van het gezicht en vroeg mtt bevende stem: Weent gij, Louise?" Zy keerde baar hoofd naar het venster, hy trok echter zucht haar gezicht uaar zich toeenzeide: Gy \veeut. Waarom V zeg het mij ik wil ik móet het wtten. Wij hebben geen tijd meer, de dagen v:yn geteld, morgenochtend moet ik ver trekken." Zij sloi'g haar betraande oogen tot hem op droelhtid en liefde lagen in dien blik. O, myn God, my'u God," sprak zy' zacht, hoe cal hut alloopen." .Uoe bet afloopen zal V riep by jubelend, ter wijl hij haar iu zyu armen nam en aan zijn hart drukte, Koed zal het afloopen hoe kan het andura met twee jonge lieden, die zielaveel van elkander houden?" Zy bloosde sterk en wilde zich uit zijne armen los tnaken, maar hy hield haar vast en zeide: Neen, Louise, neen, hier is uw plaat<; ik weet immers dat ge my bemint, ik heb u immers zoo lief, dat het niet anders zy'n kon en het is goed dat wy' moeten scheiden het doet zeer, maar brengt de zaak ook in het reine, Voor myn vertrek zult ge myn verloofde zfin, niet waar Louise 'f Het Kan niet anders; het moet zoo zyn!" . , Bedeesd zag zij tot hem op, helder straalden naar oogen onder tranen en met een liefelyk lachje op de Tippen herhaalde ze zijn voorden: Het kan niet anders." Hij drukte haar vast in zijn nrmen, boog zQn hoofd tot hnar neder en drukte een langen, vurigen kus op haar mond. Sapperioot, Louisa onderofficier l" riep Frans Lahmeyer, die, ongemerkt de kamer vas binnen getreden. Mot verwonderde, wyd geopende oogen en een pijnlykcn trek op zyn breed goedig gelaat, zag hg beiden aan. Louise wendde zich blozend af en verborg haar gezi'iut in de handen. Ook Hendrik Kraul vas esn oogenblik verlegen en sloeg de oogen, voor de verwijtende blikken van den jongen boer, ter aarde. Louiie, Lonise," zeide Frans Lahmeyer, m >°gt ge, dat ik een jaar moet wachten en nu hier o, dat is niet goed van je dat hadt je nii-t moeten doen." De ouderofficier naderde Frans en legde de hand P zyn schouder. .Frans", zeide hy, hem open en vr(j aan-Jende, -het ia niet haar se huid, ik vu ket die het woord sprak, dat toch eenmaal ge sproken moest .worden en ik geef n myn voord van eer, dat het eerst op dit oogenblik gebeurde en dat zij u geen onwaarheid zeide, toen zQ a Terüoiiht haar antwoord op nv vraag een jaar te mogen uitstellen. Zy vilde «ich zelven leeren ?enne i 011 nu beeft haar hart. antwoord gegeven. tk hèi haar lief en zU mH en daar il niets aan t* veranderen; waarlijk ik Jteb u niet villen venken, maar gij zult zalf inzien, dat, wanneer \ tvee mentenen voor elkander geschapen zrjn, de hemel het zoo heeft gewild en menschen daaraan niets veranderen kunnen. Beken 't zelf maar, een zoo innige warme liefde hebt gy toch nooit voor haar gekoesterd. Gij houdt van ba*r, gij zoudt haar getrouwd hebben eu gy hadt naast elkander voortgeleefd, waart samen oud gewor den maar dac gaat nu niet meer, want rf zou toch aan mij deuken en ik aan haar en dat kan niet niet waar, dat ziet ge in?" Ja, dat zie ik in," antwoordde Frans, terwijl hy Hendrik strak ainkeek, maar hy schudde daarby hst hoofd en lijn lippen trokken kramp achtig samen, als of bet hem toch nog niet zoo duidelijk was, als de ondorofücier het wel meende. Het is waar Frans," voegde Louisa er by, insgelUks naar hem toekomende, het is vaar, ik bad u getrouwd en zou ook een goede huis vrouw voor u geworden ann, maiir uu gaat het niet meer want " sy bleef steken. Hendrik sloeg zyn ann om haar middel. Want nu ben ik er tusschen gekomen en nu behoort zy my'! Zoudt gij liever willen vroeg hij den jongen boer op de vangen kloppende, dat ik niet gekomen vas, dan had ik immers ook zulk een goeden vriend als gij zyt niet ge vonden. Dat ton jammer geweest zijn, want ziet Re, gy zyt myn be»te vriend; wat ge ook van my verlangt, ik zon het voor u doen > maar Louise aan u nfvtiian, dat kan ik niet; zoo als ik haur bemin zoudt gij haar nimmer kunnen lief hebben." Louise leunde aan de borst van dun soldaat, ook zy klopte Frans vleiend op de wangen en beiden zagen hem smeekend aan. Frans schudde nog eenmaal zyn groot dik voor hoofd. Een oojrenbllk scheen het, als zou er een traan in zyn oog opwellen, maar toen helderden zyue trekken op; welgevallig zag by naar het mooie jonge paar, dat in teedére omarming voor hem stond. Het mo«st gebenren," zeide hy, eon diepen zucht slakende, ja, ja, gU past toch bettr hij elkander en het is ook goed. dat ik het nu inzie en niet een jaar later." Hy strekte aijn sterke armen uit, sloeg za om beiden en zeide: Zoo nu is alles in orde, maar wij blüven goede vrieuden, niet waar? Voor altoos l" Voor altijd en eeuwig," antwoordde Hnndrik Kraul, .geef hem een kus, Lonise, een hartelyken, ilinkcn kus, ik ben op hem niet juloersch en zijn vrouw zal my ook eenmaal dien kus terug geven." Halt' scbalks lachende en half verlegen blozend richtte Louitte het gezicht tot. hem op en Fraus drukte eeu kus op haar lippen, dat het klonk. Maar," zeide hij toen bedenkelijk het hoofd schuddende, dat is nllos goed en wol, wat gy daar zegt, maar wat zal je moeder er van zeggen f Loui-e verbleekte. Moedfer," «prak zy' angstig, o, mijn God ~ja zy, die nooit iets vaneen Roldaat wil weten, die zoo streng aan haar geloof vast houdt och, zy zal het nooit toegeven!" Moe<t Behouden, Louiie" riep Hendrik, hoewel ook zyn ge'nat een zekere angstige ongerustheid _ » 3 ... .j i ji. :i _:: u..~r.. ....*, verried, moeder houdt van my, zy' heeft «fn goed hart; ze zal wel een beet je brom m«n maar," vervolgde by yu kleinen knevel ttrijkende, een Hink kavallerist mag eon vy'andig carréniet vree zen, wüzuilen ook wel nv-t uw moedor kluar komen." Louise zuchtte zy scheen het vertrou wen van haar beminde niot te declen. Hoor eens, Frans" zeide llendr k na eenig na denken, .gij hebt van mij verlangd, dat ik voor U om d« hand van Louise zoude vragen en ik heb u wel is waar gezegd dat men dat zelf moest doen, maar, weet gtf, in dit £eval zonde het. toch misschien goed zün, wanneer gij mi} den dienst wildet bewijzen, dien gy toen van mij verlangd hebt. Baar moeder heeu u voor Louiso gekozen, zy zal eerder haar toestemming gev.-n, wanneer gij haar voorspraak zyt, wanneer gij haar zelf zegt, dnt gij geen nausprs.uk meer op de hand van Lonisa maakt. Wel," zeido Frans, terwyl lm zich achter htt oor krabde, dat ia geen gemakkeljjkn taak, maar voor n beiden wil ik het toch doen, ik wil u toonen, dat ik uw vriend hen en dat ge op tay kunt rekenen- Ik heb vrouw Friedemann in den stal ffezien, wacht hier, ik zal de zaak in orde bren gen." Hy ging naar buiten. Hendrik en Lonise ble ven alleen achter en wat zy elkaar te vertellen hadden in deze eerste zalige ure van het pas ge sloten verbond hunner harten, dat behoorde tot die geheimen, die voor derden onbegrijpelijk zyn en dikivyls slechts door de lippen worden medegedeeld, zonder dat het oor daarbij dienst behoeft te doen. Hun kwam het voor dat er slechts een kort oogenblik verloopen was toen Frans met juffrouw Friedemann weder binnen kwam. Lly zng er treurig en terneergeslagen Uit en wierp den jongen Eedec schouderophalend een bedroefden blik toe. Het gelaat der oude vrouw wns streng en ern stig «n toen Hendrik en Louise haar hand aan hand tegemoet kwnmen, trad zy' tusschen de bei den in en sprak zonder drift, maar op een toon die van een vast en onherroepelijk gen urnen be sluit getuigde: Gij zyt my Hef en waard, heer onderofficier, en ik hob alle achting voor u, maar wat Frans mij daareven gezegd heeft, kan nint gebeuren. Ik had wel geluk toen ik geen inkwartiering in mijn huis wilde hebben; de militairen bezitten een lioht ontvlambaar hart eu daarom ontstaat altijd verdriet en oneenigheid, wanneer er jonge meisjes in huis zijn," Och! juffrouw Friedcraann," zeide Hendrik treurig, spreek niet van oneenigheid, wy willen immers jni^t gaarne allen in vrede te samen levon ' en wanneer myn hart licht ontvlambaar was, zoo ' zal het nu des te vaster en getrouwer aan Louiae hangen." De oude vrouw schudde het hoofd. Ik geloof wel, dat gij het meisje Oprecht be mint en ik neem het haar imrnerd ook niet kwa lijk, wanneer zU van u houdt, maar wat zal er van worden? Als gij iets anders waart, dan kon het er nog door, maar een soldatenhuwely'k deugt niet; daar kan nooit iets goeds yan komen en ik zal daartoe nooit mijn toesremming geven." Mf-ar mijn God, juffrouw Friedemann," zeide Hendrik, terwyl Louise, die den taaien wil harer moeder kende, treurig het hoofd liet hangen, ik ben nu eenmaal soldaat en kan niets anders wor den. Myn tijd moet ik uitdienen. Verlof tot het aangaan van een huwelijk krijg ik zeker en menig flink onderofficier trouwde en werd een goed en" vervolgde hy glimlachende: ook een gehoorzaam man." Neen, neen," zeide de oude vrouw, er kan niets van komen, ik weet er alles van, wan neer het eenmaal goed gaat, draait het tien keer op ongeluk, armoede en ellende uit. En dan," vervolgde t|j ernstig, neem mij niet kwalijk, onderofficier, ik heb u reeds eenmaal gezegd, dat ik u acht en eer ofschoon gij van een ander ge loof zot, maar een huwelijk, waarin man en vrouw verschillende kerken bezoeken, kan geen zegen aanbrengen, Louise zal haar geloof niet veran deren en van u zal ik dat waarlijk ook niet vergen, maar dat past niet te zamen en ik zal er nooit amen op zeggen.". Loniso snikte* Maar moeder, moeder," riep Hendrik, be denk toch...." Dring er niet verder op aan viel hem Juf frouw Friedemann in de reden, mfln besluit is genomen; go weet dat ik overleg wat ik zeg en nooit van meening verander, spreek er dos niet meer over, het bluft er bjj. Lonise tal later wel inzien, dat ik gelijk had en ?uit het vergeten en mij misschien ook nog eens dankbaar zyn, dat ik u er voor bewaarde u aan banden te l?g«en, die voor een noldaat niet deugen. De oude FriedVmann keerde terug en zag ver wonderd al die eenstige gezichten. Hendrik verklaar de Tiem hiuujtiff wat er voor gevallen was en verzocht hem een goed woord voor hem to doen. Kom! moeder," zeide Friedemann tot züne vrouw, berunt er maar in j zühebben elkander eenmnal gevonden, op den onderofficier hebt gq toch niets aan te roei Ken," en vervolgde hij met eeu zekeren trots, God heeft ons immws genoeg gegeven, dat wy de jongelieden een flinke toe lage kannen geven, xoodat zy ook in de stad geen nood b hoeven te lijden." Neen," zeide Juffrouw Friedeman kort au be paald," ik weet het, een soldutenhuwoljjk deugt niet en verschillende godsdienst nog minder. .Hadt gij naar my geluisterd en gcon onderofficier in uis genomen, dun zon alles niet gebeurd sün. Mnar nu laat er ons iiiot verder over spreken, wy' willen van ouzen gast in vrede afscheid ne men en ons de lants'e uren niet verbitteren. Kom, Louiae, laat ons voor het avondeten zor gen, zeide zy op een toon, die duidelijk bewees, dat zij de zauk al» afgedaan beschouwde en dat ieder woord meer haar toorn zou kunnen op wekken. De onderofficier beet aü-h oj> de lippen, ver metele vastberadenheid hlmik uit zün oo^en. Loui*e," sprak hy, terwijl hy het weenende tnui.«ja de hand reikte, thans moeten wy schei den, droog ju tranen, zie, zoo afo ik, moedig de tüL'komat te oemoet hier voor je ouders en den braven Frans zweer ik iffl, dat ik je niet ontronw zal wonli-n, wat er ook gebeuren moge. Wij zyn jong en kunnen wiichten en het ha t vnu je mueder kan niet nlty'd onvermurwbaar blijven. Ja, schud het boufd maar Juffrouw Friedemau, ik wt-et toch dat gij nog eens van gediichto zult verandeien. ^Yllt gy my beloven mij trouw te bly'ven, LouUe ?" Trouw tot in d*n doud," antwoordde het nu'iije zy'iip huud drukkende. Juffrouw Friedernnnn" riep Frans Lahmeijor, hoe kunt gij het nanxien?" D» oudt) vrouw frousde de wenkbrauwen. Een onweer i-choen op haar voorhoofd ssautgetiokkon; zij nnm Louisc bij de hand en wilde baar naar buiten brengen. Mynhecr Fiieduuunn," riep Frans, spveok toch eens een krachtig woord mede, gy zijt toch baas in huis." l)e oude Friedemann haalde de schouders op en /.eide hut unotd schuddend»: (TIJ weet, onderofficier, de wachtmeester is do wachtmeenter...." Welnu," zeido Hendrik, wel is waar bleek en met bevende stem, maar trotsch het) horfd ophef fende, ,laat ons wachten, mijnheer Friednunn, ook een wachtmeester word', wel eens Vfr-chalkr, laxt ons wachten, kom: tyd, komt raad, en een goed soldaat moet op zyu geluk vertrouwen!" Treurig Ring de laatste avondinaaliyd in het huis van Friedemann voorhy' Niemand sprak over hetgeen aller gedachten bozig hield. Hendrik hlraiüleidde het ge-piek met een uiter y'k k.ilm zjlfs 'vergenoegd g'laat, maar niettegenstaande de betuouda zelfbeheersching, waartoe hij de kracht vond in een onwrikbaar zelfvertrouwen, gleed er toch dikwijls een smartelijke trek om zy'n gelaat. De oude Fnedemann zat; er zeer mistroostig uit. Hy gevoelde thnns m*er dan ooit, dat hy' zich d» teugels der rcgeering in huis had lat»n ont wringen en dacht met weemoed aan den schoonen tyd van zy'n vroolyk soldatenleven Juffrouw Friedemünn zat streng, ernstig en mot waardigheid aan den disch. Wel gevoelde zy in de diepte van haar hart medelijden met haar dochter en den flinken jongen man, dien ook zy had leeren liefhebbeo, maar zij waa te zeer do ordrongen van da juistheid harer beginselen, t« vast overtuigd dat. zg handelde in h«t lielanz der jonge lieden, dan dat de gedachte by haar had kunnen opkomen om haar besluit te veranderen. Louise kon haar snikken niet alty'd onderdruk ken en menige traan viel op haar bord. De liefde had met al haar lust en al haar last dit jonge hart voor de eerste maal gevangen genomen en het verzette zich vruchteloos tegen de overmacht van het gevoel, dat zoo veel zaugheid en zooveel' ellende over de menschan uitstort. Frans Lahmeger bromde nu en dan zacht voor zich heen eu «loog misnoegd met de hand op de tafel, rüraar zyn mistroostigneid deed geen afbreuk aan zijn eetlust en hij was de eenige, die de kook kunst van Juffrouw Fnedemanneer aandeed en zyn bord herhaaldelijk vulde, als wilde hy'ay'n verdriet op de kruimige aardappelen, de sappige peren en het heerlijke spek wreken, die heden zeker voor de eerste maal door de anderen nauwly'ks geproefd Werden. Den volgenden morgen trokken de gardes dn corps af; kort en overhaast was bet afscheid, de uude Friedemann sprak geen woord. Zyn vrouw reikte Hendrik de hand en zeide: Vergeet ons niet, onderofficier, en wanneer gy eenmaal goede vrienden noodig;hebt, denk er dan om, dat wij er zyn. En wat die vrijery' betreft, laat dat slechts aan den tyd over, dat gaat voorbij, als by zoo vele meos<<hen en ik herhaal het, gy Milt er ray nog eenmaal voor bedanken, dat ik u van dien ondoordachlen stap heb teruggehouden." Hendrik schudde stilzwijgend het hoofd, nader de Loui«e, die er niet. aan dacht haar tranen te verbergen eniriep: Vaarwel, Lonise, zoo waar de morgenzon aan den hemel prijkt, zullen wy elkan der weerzien l" Snel had hy eon kun op do lippen van het bevende meisje gedrukt, toen sprong by in den zadel en galoppeerde weg, terwyl hq nog eenmaal met de hand wuifde. In menig ander huis vloeiden ook nog tranen, toen de mooie ruiters uit het dorp trokken. De jeugd begeleidde hen nog een eind weegs; tosn commandeerde de onderofficier diaf en spoedig waren du blinkende hulinen in de verte verdwenen en het léven te Seelzenatedt keerde weer tot zijne oudo rustigo kalmte terug. (Wordt vervolgd.) BELGISCHE CORRESPONDENTIE. Wanneer deze regelen verschyoen, zal waarscViynlyk het vonnis geveld zijn in net berucht Peltzer-proces. Onmogelijk zich voor te (stellen tot welken graad van harUtocbtelyke Opgewon denheid deze, reeds drie weken lange debatten onze bevolking gebracht hebben. Indien men op de Vox-Popuu steunen kon, dan gewis Vttre.de veroordeeling ge-u oogenblik onzeker: de uit barsting der volkswoede tydens het bezoek van het gerechtshof in het hui» vaar de misdaad gepleegd verd, vas wezenlijk iet* vreeselyks, en hadden de voorzorgsmaatregelen te wenschen gelaten, geen twy'fel of de beschuldigden zonden niet levend er afgekomen zyn. Intusschen ia het een gezegende tyd voor dag en nieuwsbladen: de meeste BrnsseUche oouranten verschijnen tvee, driemaal daags en vorden met tienduizenden verkocht En de oopie vordt kosieloos geleverd door magistraten, be schuldigden, getuigen en advokaten. Dat alles sohünt my vel vat overdreven, en ik ' van een kiek brein op het terrein der verkeiykbeid over te brengen. Maar dat vil niemand bekennen, want niemand is vrij van kleine menschelyke zwakheden. Het publiek vil romaneske gebeurtenissenen beschonwthetali een buitenkansje m het verkeltjk leven terug te vinden, wat het tot heden slechts op de tooneelpla-ikvn te ge nieten kreeg. De couranten prijzen natuurlijk de vaar hemelhoog en Gujsts' discipelen zou den ook niet giaag de vaarde van die reprenentution a grand tpecla'le verkleinen. Edoch, spreken vy Van vat anders: van het toon»el. Do overgang: is gemakkelijk, helaas! De laatste nieuwigheioT velke in den Muntschouvburg voor het voetlicht kwam, was eene misrekening. Jiroft dt Nivtllet tan L*o Delibes is op verre na g*en succes. De pen tracht vwgeeff de taak te verbloemen; Jean deNivtlltslaat het publiek koud en zal gewis voor de kas der Di rectie niet die winsten opleveren welke Mastenet's ttirodiade verleden jaar'afgeworpen heeft. Eu nogthani! Die HéroaiaJe, velke teleurstel ling! maar ook welke meesterlijke gemonteerde sauiitnzweiiug ten behoeve der opera. Maanden lang werd in heel de Brnsselsche, zoow l als in de Parysche drukpers, de groote trom geroerd. Het heette dat Massenet'u stuk, (inbegrepen d>'corati>-n, co»tumen( enz.) alles over trof wat nog ooit te Brus-el gezien was. Van alle provinciën stroomden weken lang de toeschouwer* naar den Brusselschen schouwburg. En hoewel ieder van daar kwam met een gevoel vau oneindige verveling, niemand dorst het oponiyk bekennen. Want de samenzwering Riold stand niet alleen voor- manr ook na de première, Eu een eenvoudig toesclY uwrr kan toch niet waar? zich niet verstouten protest aan te teekonen, wanneer al de groote bollen der kritiek het eens zyn om hem te verongelijkt n. Helaas l oüsont les roses d'antan? Ditmaal heelt men gemeerd niet zyn toevlucht te moeten nemen tot dit hiiismidd«ltj«; de reclame is achterwege gebleven; het publiek, aan zich selven overgelaten, heeft geslapen en Jeun de Nieelles is... gevallijn. Meu zegt dnt het bestuur der Munt than» hoopt dien negatieven uitslag weer goed te ma ken met iu «lier haast dtn Mcp/ustofde van den italiaanschen componist Bolto te mouteeren. Buit o wordt de*er dagen verwacht om de re^iititiüu te leiden': de eerste opvoering.zal rond hult' Januari onder zy'^e leiding plaats hebben. Nog et-u paar kutufcinUAtjes vau belang: Op het einde van den winter zal te Brussel uitge voerd worden: liéd'ittptton, het. oratoiio'vanCh. Gounod, waarvoor hy zelf de woonien schreef en dat VL-rleden 2om~r voor dn eerste maal werd ten geho^re gel,; acht tydens het festival van Uirniiugham. Uier ook zal de meester de uit voering be-turen. Jan lilockz, een d-r boste leerlingen van Peter Beuoit, zal tu Antwerpen met de Paaacht esten y'ünieuw oia'orio, Een dfOnm valt het l'arariy.i. aan bet oordeel van liet Autwerjische publiek onderwerpen. Itecds is heel du kunstwereld der ScUeldestad in rep en roer voor die plechtigheid. Een komitpit is gevormd om al de voorhanden zijnde krachten te treeuigen en dt Antwerpsche biirgei vtvi-rs zelven hebben blijk van belangsteifing gegeven door eene som tan 2500 (rai k-i be-cliiEbaai' te btelleii. De t,.-kot van liet oratorio B van Jan vau Baers, t-n verscheen, meen ik, .-ooreeiiigeu t ij i in De G idi. Van den cu topu nist. koestert men gruuie verwachtingen; men hoopt dat Een droom vun het Paradijs Jan Bluckx ten bepaald ho >t;e plaats tus>cheu onze toondichtcrszal verwerveu. Zyno voornaam^e werken zijntor heden: Ie t i vergeten, een zangapel dat te Antwerpen eeuig<< malen ge speeld werd en de sjmphoine Een Kermisdny, welke met veel byT.il te Hamburg en meen ik te Dordrecht uitgevoerd werd. Maar wat hem vooral cun goeden naam verschaft heeft, zyn zyne vele Vlaam'cheliederen, tiuteleud.vanfn'soh gevoel en levenslust. Die liederen zijn spoedii populair geworden en een onaf*cheidb.iar deel van elke muziekuitvoering ten ouzeat. . Wjj hopen van harte dat her. nieuw ora'orio, waarop wy later terugkomen, de grocte verwach tingen yervulle, welke men van den eymptitbieken componist koestert. Weinig beweging op letterkundig gebied. Een tweetal laatst verschelen verken moeten wy ech ter aanstippen als bvhoorende tot h>:t beste dat sed-rt IH.UK iu het licht kwam. Eerste ;s een bun del novellen uit het leven van ons volk, deor Teirlinck-Styns. Het boek rechtvaardigt ten volle zijnen titel. Het zyn fri-ch gepenseelde, warm gekleurde typen en toestduden uit onzen boeren stand. Het werk werd met buitengewone zorg uitgege veu'by De sey n* Verhougstraete teKueselaere Van Virginie en Roialie Lovoling verscheen te Gent. bij floste, Polydoor en Thcoduor en andere novellen en schetsen. Het boek geeft eeniife al lerliefste fy'ne s"het«jes van Rosalie Loveling te genieten, maar de.uitgebreide novelle (vau yirRiniu) Waaraan het werk zyn titel ontleent, schijnt my niet op de hoogte van het talent der begaaide schrijfster. Zegber. moet onvrijwillig glimlachen wanneer ik de' ijse lijke doortniptheuL de alles overschaduwende be hendigheid der betichten hemelhoog hoor ver heffen en dan terugdenk aan hunne in den grond naïeve intcenirung van een een of ander bloedroman van Gaborian of Belot Die verbalende boosdoeners zyn eigenlijk slechts kinderen, in dien zjj slch verbeeld hebben dat hunne veiliggevrijwaard lijn net dit oomhiaatien 1 bekoorde Donderdag avond hield de Vereeniging de Dageraad" haar tweede openbare vergadering in Odeon onder presidium van ilen heer J. J. Seveitjn, oud kapitein van het O. I. leger. Onge veer vyfhonderd leden en belangstellenden, waaronder etn aantal dnmes, wai-en tegenwoor dig, zoodüt alle zitplaatsen varen ingenomen en velen zich met een stamplaats moesten varge noegen. Ais spreekster trad op Mej. Elise Haighton, die als onderwerp had gekozen: de rechten der vrouw in Nederland. Heeft de Noderlandtthe vrouv onzer dagen, aldus ving spreekster hare voordracht aan, redenen om tevreden te zy'n over zich zelf? Het antvoord op die vraag moest ontkennend luiden eu hut was eene bydrage tot de verklaring van <lat feit, van het minder be nijdenswaardig lot dat nog steeds het deel der vrouv is, waarmade spreekster haar aandachtig auditorium bezig hield. Na het optreden van Buckle en Stuurt Mill in Engeland als bescher mers van de rechten dar vrouv, waren er elders vele .mannen opgestaan en in dezelfde, richting aan bet werk getogen. Toen aldus aan de vrouw de oogen varen geopend, vas het aan.haar te toonen vasrdeering voor hetgeen «r gedaan was etCdaarin bleef zü, volgens spr., nalatig. Zy vilde niet en stelde zien zoodoende beneden den kleur ring, die de vrybeid boven alles liefheeft. Die vryneid werd de vrouw aangeboden, althans niot onmogelijk gemaakt had zy die begeerd dan was zy na reeds lang in 't bezit diarvan. Mejuffrouw Haighton bepaalde zich daarop meer in 't by zonder tot du Nederlapdsche vrouw en besprak achtereenvolgens de hinderpalen velke deze zich zelf in den we? legt om tot de Vtrheifiog te geraken die haar werkelijk tot vrouv zal mak«n. De domheid en bekrompenheid die men vaak, zelfa in de hoogere standen, aantreft, verden met den geesel der satire duchtig gekaatUdj de inbeelding van den middenstand, de stand OM ziohxelf verdeelt in sohakeeringen naar mate de winkel in het voorhuis, in 't achterhuis of in een andere woning zien bevindt, verd eveneens over den hekel gehaald alles om te bewijzen dat de dochters uit alle kringen zich liefst geen moeite geven oa zich aan haar engen kring te onttrekken en -een ruimer ar beidsveld te kiezen. En dat niettegenstaande bij velen een volslagen gemis aan fortuin een aan sporing te meer moest zijn om den veg die haar tot ontwikkeling verd opengesteld naar vaarde te schatten. op te roeien vaders «n broeden afin niet zel den machtige tegenwerkt. On Ier die ooutau* digheden meen m de moesten al ve*l te doen door als ondorvijceres op t« treden, een keuze die, volgens spreker, alsmede retuigt van zeken» gemakzuchr, omdat die taak zoo scherp is afgobsy kend en net tracterrent zoo va«t is. BU de ach ting die mej. Haighton ouderwijiereisen m 't alge meen toedraagt, geeft >|j als hare mecning tt kennen dat er door t« veinigen getrac'it wordi om een verkiaam aandeel te krijgea in de onder» vy'ezaak relve een gevolg alweder van de vr«e* om op de tong te kunnen. Toeb vu er eene aanleiding voor de Neder* landtohe vrouv om te trachten niet langer uitge sloten te biy ven van het toezicht op bet ondervgi: de Engelschc school* board is voor een groot ge» deelte uit vrouvcn samengesteld. Hier schuwt ai samenwerking, trekt zien t>.-rug en weet hst groote niet van hnt kleine te o derschcideu." Kan de vrouv, zoo eindigde spr., door de n*> tuur beutemd zjja tot slaverny? NMU. driewerf neen! aan de mannen is niet de schuld dat de vrouv nog niet de plaats inneemt die haar toe komt; maar »ij moeten zien, dat de vrouv op prijs stelt de vrijheid die men haar aanbiedt, dat «ij zelve de handen uit de mouw steekt, dat zij toont den moed te beaitten harer over* tuiging. Uaar zal vrijheid gegeven wordtin, ook al vraagt «y daarom niet; zij verruime haar werkkring naar aanleg en ln->t elke arbeid adelt die op edele w\jte wordt verricht! Heeft zij eenmaal deze richting gekozen, dan volhard* zg tot het einde toe, zouder vrees dat zy zich in de maatschappij niet eene plaats kan ver* overen naast den man. Aldus zal de vrouv zich eindelijk kunnen vet heugen in een heerlijke loU> verbetering. Mej. Haighton verd gedurende hare voordracht die op niets minder geleek dan op een philippie* tegeu de mannen, herhaaldslijk en mét warmte toegejuicht. Na de pauze trad op de beer W. Meng van Rotterdam. Hij si rak over Twtffel en be^on met een Idee van Multatnli te citer ren; men moet twijfelziekte niet verwarren met geoorloofden «n |/lichtmatigen twijfel; na twy'fel komt iemand door onderzoek tot weten; twijfelziekte leidt echter van weten zonder onderzoek tot niets. Zich aan deze onderscheiding houdende, legde spieker nadruk op het bestaan van een geoor loofden en plichtmatigen twy'fel en stond da*ra» stil by verschalende graden van twyfel Eigen aardig was het, op te merken, hoede heer Meng, die later terecht op ziahzelfjyn aandrong on wenschte dat ean vrijdenker toch vooral dt)tt grooteu baanbreker der vrije gedachte in Neder land, Multatuli, niet naprate in betoogtrant en wyze van spreken geheel en al MultatuU volgde, altoos echter zonder in het minst tot couieerèn te vervallen. Herinnerde zijn toon reedl aan dien van Uouwes Dekker, evenals deze putte hij n uit den Bijliel n uit zijn etymologische kennis stof. Den eersten grond vau twijfel voud hy in M.ittheus 21 -vors 21 genoemd, waar de gewone vertaling luidt turi/felen volgens het Grieksch van onderscheiden,, oordetltn ge sproken, en den mensen die niet twijfelt de macht tot het verzetten van bergen V-loofd w.udt. Met verwijzing naar Rom. 24 en naar den zendbrief van Juda*. zag Spr. dus dezen twyt'el reed< door den Bijbel veroordeeld. Echter w.irdt nergens de weg atngew zen om het mo gelijk te maken dat men den twijfel voorkomt. In Joh. 13 vers 22 wordt van twy'fal gesproken, voor welken Spr. groote verlegenheid las: de twe de «tap op de baan der vrije gedactre, het oogeublik dat m-n ontwaart: er is nog een andera ? weg tot geluk dan die welke my altoos als de eenig ware ia aangewezen. Spr. weet uit erva ring, welk een strijd dat oogenblik baart. Ac'jt en dertig jaren- beeft hij in het geloof gcvanduld" toen heelt ook hij bet geluksmonopolie aan de hem altpos voo: gehouden ^zaligheidsleer* ontzegd. Ut' hij echter eigenlijk niet altoos ge twijfeld heeft? Spr. gelooft het wel. Bitter is die strijd, d'ich nmtig tevens; men krijgt er een wiideren blik door. In Hand. 10 vers 17 leest spr. deu derden graad van twyfel, daar Petrus on Ier het bidden t n tich tel f in fa-grootste ver legenheid werd g-bracht, doordien God hem ' beval, tegen het Joodsehe gebod in, onrein vleeaoh te eten, een bevel, dat spreker even inconse quent voorkwam als het gebod aan Abraham om zijn zoon te vermoorden, hoewel de Bybel het doodslaan verbi-.dt. . Dergelijke incoi^qnenties doen volgens spr. lichtelijk twyïelen airi «rat hèn vroeger zoo dier baar was, doen wankelen in het geloof! Eu dau de exces?es van dat geloof Spr. herinnert aan een algemeeneu schrik, welke in 999 in Europa geheerscht heeft tengevolge van een voorspel ling, dat de wereld vergaan zon, en welke de oor zaak is geweest vau een vrees-lgken hongersnood, die Frankrijk de helft zgncr bewoners heeft ontrö.fd. Ziedaar, roept spr. de gevolgenvan het beslist g. loof! En dat dergelijke gebeurtenissen n >g nie* geheel onmogelijk zijn, dat m°n nog met alle macht te waktn heeft tegen bedrog en jacht op by'gölüof, bewucs ?pr, door mee te duelun, dac er te Amsterdam een' geheime secte be staat, die hét vergaan der wereld leeraart en .zegt dat de wereld 2000 jaren zouder, 2000 jaren onder de vet en 2000 juren ouder het Evangelie bestaan heeft en dus met het zevende duizeud een tydpcrk van rust" zon tegemoet gii au: De hoogste graad van tvijfol ligt voor spreker in het verhaal von Petrus (Mutth. 14) die door Je*ua was uitgenoodigd op het water te wande len, doch eenmaal er op, by den eersten tegen«poed wankelde. Zoo winkelen er velen, die op dtn tweesprong staan. Velen l)Uje>:n dan ook op den tweesprong, vaak ook uit onverschilligheid. Des» benadeelt de vry'B gedachte: rusteloos voorwa*rf«streven is het kenmerk van een gegund levan. Omzichtig rond >m zich zien, vorschen (di verta* liug van Scepticisme), ziedaar het profane woord voor twyfel, dat spreker aanbeveelt. Twijfel, tvee, twrist, al die voorden hebben met den (w klunk, het begrip van verdeeldr haid in tich; twijfel is inn rliike verdeelheid, en vat die innerlijke verdeeldheid al nuttig* heeft gevekt staaft spreker met eene herinne ring aan vat uit het twijfelen van een GalilSi, een Eepler, een Newion, een Darwin en anderen. is voortgevloeid. En geestig bewjjst hij uit een bybeltekst, die der vrouv het wyg-in in verga» deringen oplegt, dat het publiek aan mej. H.iighton's twijfelen pas nog eeue fraaie rede te dan ken heeft gehad. Of de twijfel veld vint? Zeer zeker! In een gedicht .gal spreker ten slot ie etn antwoord op deze vraag. Verscheidene malen door toejuichingen in de reda gevallen, ontving spreker aan hut einde van de voordracht, in een daverend applaus den dank voor zyn keurige, welgemeende taal. Acht personen toekenden in als nieuwe uden vu de vereeni^ing De Dageraad. Dinsdag 26 Deo. 1882 aal te 's Hage eene- uit voering plaat! hubben, ten voordeele der Loviaa itichting te '? Hage. In het gebouw voor Kun sten en Wetenschappen zal het Oratorium Buni?ten en Wetenschappen facins van W. F. G. Nfeolal verdun opgevoerd onder leiding van den componist. De directie der Holl. Spoorveg-My. zal den ?WHHMW. , trein velke 11.8 's avond* uit 's Hage vertrekt «n Spreekstererkeode gaarne, dat er geestkracht toe ] anders slechts tot Leiden gaat, nu tot Amatrthoorde om in zalke kriagea tegu den stroom l dam laten doorloopen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl