De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 14 januari pagina 3

14 januari 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

i\i ? f v ; L i» ..oh;*: aaccs «cherner, getrouwer enpikanter teiichildwen, «Is hïdit in do Troi Mou»queta»re* en de verbolgen daarop, doet, - of eon meer naar het leven geschilderd beeld TM het verfijnde, wraakzuchtige en wreede hoüeren onder deUaiste ValoU t'j ontrollen, als dU, in de Dame deMonsereau met den zich daaraan knoopenden cyklus vau Duuin» geschiedt. .... i I)oeh, hoo hoog «k D ima», all schrgver, ook ?tel, hoezeer ik overtuigd len, dat de door hem zelf ontworpen en vervaardigde werken onstorfelyk in da Fran'chs- en- wereldlitteratuur znllen ^oortli-vin, «oo was toch de eigenaardige, bctooTorende imieruendheid, dio hy als mensch uit oefende, veel giootcr dan het genot dat zyn werken on» bereiden. Uy va» om zoo te zeg«en een Zondag-kind, er was niets klem» of «V.hts in of. «ou hem. HU beunt do kracht van den leeuw, veremiigtl met de onbwvangenheid van het kind. HU verkreeg on vorkwiitio groote lykdommtn, m*ar zun ver kwist ii,g was niot dartel of weelderig, maar kiudcr.yk en geniaal te ««Hik. H(j had volstrekt jjeeu begrip van d« w»ardo vau het geul, (lat voor hem etoedn nis middel tot bevredig mg zyner luimen diende, meer nuf: dun tot voldoening van hetgrei hy noodig ImJ, wai't by was matig eu kemta gcenfl behoeften in materieelen ui» slecht < duldde zijn natuur geen dwang, lichamelijk tiox g<fstelijk ??"ij kon evenmin een onaemakk.'lyk klWdinastule voldragen, al» ten bon mot terughouden, zelfs wanneer hem dit laatste «oras in verl «^-nln-id ken brengen. Zoo bracht hem dit in Miidiid r«-n* in eon hoogs-t pijnlijken toestand, toen nanieiyk, hy gelegenheid ymi liet hnwe'ijk van den hertog van Moiitjiensiei-, een schttt-i end gezantschap naiir het hot van Spanje werd gezonden, wist AU'Jtauder IJunna* die door het rleaniütiseh hof, sterk werd voorgetrokken, sich onder do officü-eic afdeeling der Misiion Scieiititiquöder Fiauaciio ambassade to doen opneme u. llij veneneen ann hot hof te Mndnu onder zyn familienaam: Marquei de la Pnill.teno dion zyu giootvader gcdiireudo de revolutie n:ul afgelegd, eu dicii zijn vadtr, die ouder den naam Duraits fipneift.il geworden was, niet weer had wüli-n aannemen! De groote fran«che schryvor was het voorwerp der aljjetnenrc op merkzaamheid en wist er zich in de hoocvte m*1»» populair t* maken, waartoe zijn vorstelijke mildhtiil niet weinig bij U-oeg. Zoo is hot bij voorleid gebruik, dat men Lij sli^rgevochteu, den Mntadoren als teeken van bijvul, niet slechts ornages en bonbons, maar ook nndeie geschenken in do brena werpt. Al? x:<ndrr Dumas wierp op ? een goudstuk «m in te wisselen. Oogenbhkkelylc ontrukte de hötelhouder hem daarop den kostbaren emmer, wee» het geld terug en nep woedend: Gy hebt mij bedrogen, - gU komt niet van Alesandor Dinnas, want... Alexander Dumas be taald nooit!" Droevig keerde de dwnaar tot zijn meester terug, de gasten van graalU.^,. werden, voor het Ui dat op hun tafel ontbrak, ruimichoot» tchadeloos gesteld, door het grappige verhaal van do mislukte list van hun gastheer, dat dadelyk in «oW Pan!'rondgingen waarom " schrijver der M u «uetuires het hartelijk t* terwijl hy ond«r hot klurpen van'zyu "' "?-'?Ah coluido lachte, v. -, heerlyk, gekoelden Champagne uitriep: la conait ! , . TT Zün weldadigh»id kende geen paal of perk. Btf 'chuddo de inkomendo goudstukken in ccn groote lade van z^jn schrUftafcr. Wanneer dan een arme kuu&tenaav of sohr(jver tot hem kwam, eu hem ryn nood klaagde, opon^e hu «uu sclu-üftafcl en deeldo den inhoud met hem. Daar men hem zeer dikwijls lastig kwam valUn, kwam hot wel eeus yoor, dat hij op een voormiddag al zijugelaweg a.\t on eindelijk niets roftr overhield voor agu eigen gebruik. DaarbU deed h\j nimmer eemx on derzoek naar de armoede dergonen, die hem om geld vroegen, en zier dikwijls wertl zyne steeds tot hulp bereid en kinderlijk geloc.vigo goedmoe digheid misbruikt, waartoe hij, wanneer aijii ngen middelen nittfcput waren, zich nist ontzag xun ? - - Ik herinner, my dat komcr.de, een door nieuwsgierigen omringd rytuig vcor miiu dcui z«g s'uan. Uanrin zat Alexander Dumas, naast hem een jon -c dame, die men op ecu mü'l ulstanda de di'iivmonde aan zag. Eindelijk komt gij dnu toch", riep hy, toen hy m(\ zag verschynen ik heb hier gewacht om u niet mis tn loi'pen nat i* piinsts Mrtüikiuska, een Foolsoho da-ne, wii^r «oedei on in bcshtf ziju genomen, xy wil in Du-.tschland concerten goven eu nu heeft z|j toisucld en aanbeveling nooUig zouilt gülay duizend fiauken willpM geven en een paar brieven aan uw vrien den willen schromen, opdut wan deze ongelukkige dochter van Polen hulp wordo verscbaft ! Ik verontschuldigde uiii, i'-t Beide, dat ik op 't oogfin,,., j, ? t ,.-j ,: i,..i?..f.i?*. tr,,on vrienden te hulp te roepen ik op zckoicn dng tehuis mii vechter toe het pevulg wa», dat hij overal ; waar hij verscheen, door' budelHars was omgeven cri steeds con oploop onder het volk veroorzaakt e. i Maar oen scheits, die hy niet terug kon houden, deed hem zijn populariteit verliezen. De bewoners van Madrid zyn bizomler trotich op hun riviur, de Manzauarès, die in het boete jaargetyde sterk uitdroogt; nu neemt echter elk bewoner van Madrid het; als eene persoonlijke beloediging op, wanneer een vreemaeling dit gebrek «an water van den Spaanschen kouincsvloed bemerkt of zelfs bespottelijk maakt. y een groot stieren gevecht, liet Alexander Duraus zich nu een g.as swater brengen, hy nam «T een teug uit cu gaf de rest onn den dieuair lenig, met de woorden: ^Portez ctja en ManzanarO* il en a besoin! Uit woord werd bekend en bmcht onder bet volk van Madrid zooveel opschudd i\g te weeg,Édutne marquis de la Poilietaire spoedig zyn reis naar Parys weder aanvaardde. Alusander Dumas bleef overigens nltSd getrouw iu zyn sympathie en pcnoóiHyke gehechtheid van het huis Orlcans, hoewul hij zich nimmer in politiële verdiepte. Zfl'n instinkt deed hem monarciialo beginsej,on aanhangen, dat wil zeggen, beginselen in denzin van het woord koningschap, tn ali hij honderd of twee hondeul jaar vroeger goboren was, zou hij ongetwijfeld zyn leveii hebban gegeven voor zy'n leLjieticmen koning, even als ijn muikefiers, als de Ghevulier ile la Mension rouge oldo graaf de Chevmj-. Maar het ouilo koningschap mot zyn nddcrlijkcn glans bestond niet ui eer en zoo werd^dan Alexaudcr Dntnia met zijn idrahi wereldbeschou wing, republikein. Keizvr Napoleon hcilccndo hy' echter nimmer, zonder evenwel vijandig tegen Kern op te treden, llij noc^-d . t.cm in het gcsjuek steeds munsieur Bonap^te, en toen hij een» eau boek uit de privaat-l>ib!i<'!!isfl: van don K ui/.er noodig had, nchvcf l:ij nan de:i nnttsur Au la vin de Cfsar" e:i sprak hem ann met M-'n illuslre Cqufn'-rc." I>o Koizor zond bet, boek dadelyk aan KJJUJ Cóübru Confvéie'', ou tOüde een grooto belnn.T.'.ielliu^ in het leit, dat Jcttad den uu oudtr v.oi'dciidauiiicbturecijcüre-.iieiisiueji wilde Verlcoiiepj. dat d-j;e echter van hanr toch nooit aan hu>t willen nctsctt. Do z»ak ou juist haar beslag kry^cn, tucu do dood den groot on fbmanicl.rijrer vnn alle zorgen bcvrüildc. Hy xag de 'OU', wikkeling, der nieuwe Republiek en de Bloedige gruwelen der Cummuno niet mser, en misschien wai hij, indien hij luiigor g<-lo.-fd l had, weder tot de royalistischc instincten zijner , natuur teruggekeerd. . Hy wa.-, zuoals ilt reeds opmerkte, volkomen onverschillig voor de waarde van het geld, en jrifct uit deze onverschilligheid ontstond het snella verbruik der ontzettende 'lommen, die hy verwierf. Hij had op VOB! grooter voet kunnen leven dan hij deed, en toch nog een ryk man Kunnen worden en blyven, wanneer hy zich slechts een weinig van dio scherpe rekenkumt had weten eigen lo maken, die zyn zoon in zoo . hooge mate bezit. Maar hy dacht er nimmer aan, dat het geld iet» anders kon zyn, als een middel ter bereiking van ieder doel hy volgde eiken inval van fantasie en luim, -i- allereerst dat dar weldadigheid. Eens trad bdj by my binnen terwyl ik juist aan bet ontby't at. Beste vriend, zeide hy, ik ben geheel platzak en moet nog ec-nigo inkoopen doen, wee» zoo goed my Vflitig franken te leenen." Hij ging zitton en pvaa:to cn n(|tf uurtje on s#n innemende wyze en* prbiuikto eenige cotmtnrcn dia zóó in z'y'n ?maak vielen, dat hy mij om een pakje daarvan verzocht. Toen nam hij de vyfiig franken, di» ik hem gaf, eu vertrok. Myn knecht roikts hem . de couüuiren oven aan het rytuig. Een half unrtjülater kw^m hy teing. .A propoV zeide hy op naïven toon, ik vergat daar straks geheel, dat ik cigouiyit bier kwam, om u vijfl-ig franken te leen te vragen." Tiali niet, nntwoordd-s ik glimlachende, gy deed mij reed- Let genoegen die som bty ;uy te kónen leenen." . Hy zocht in al zyn zakken, sloeg zich voor het VOwhoold en aeide: Juut i.u lerinner ik het müweer ik had net. ai weer vrrgetcn, ik ichunk dat geld 'aan een bediende di<< my uw hejriyke confituren nan hét ry'uig bracht. Ja, ja, zoo wa- het, geef my nn maar spoedig nog eens vyftig franken, diiniaal zal ik niets meenemen en het geld be houden."' . ' . Eon zeer warmen zomer bracht hy te Montmorency door. liet (j» wa» ei zeer zeldzaam. Eon enkel hotelhouder had er nog een zeer kleinen voorraad van, hy wilde er daarom piot van vertoopcn en bewaarde het voor zUn eigen gakten. Alexinder Dumas wa» de eenige,die dagelijks zoo verf kon kri gen als hij verkoos. Dit wai T>eke; d geword'n en de g' aaf van O, die ook zyn buitenplaats $ton morency bewoonde en dien dag vrienden tflt Parijs to dinenren wachtte verzon daarom een ~ t. Hy zond rijn knecht naar den hotelhouder, liet -uit naam van Aletaneer Duoia» om y* eken. Deze vulde bereWwillig den vroeg de knecht mar den^rjj» en vonden. Zo o wol ouder de keukenarbeid, al» dingen hun plaats laaUto bezorgingen van zya . onder het diner eelf, dat hy met een volmaakte be valligheid presideerde, praatte hu op altijd nieuwe, 01 wekkende, dikwijhi ichalkgch-spotachtige, ocbter beleedigeuan wyzo, h\J verstond Wik die som niet had liggcsi, beloofde te w ut ik kon, on Alt-xundcr iuuaa reed met zyu Poolscho princcs verder. Spoedig daarna, kwam zijn dochter Maria my oen bezoek brengen, om mij te ver/ofken toch vooral voorzichtig to zyn, baar vader was door zekcro juffrouw Machineon Kooriste drs Variétés «Ber gei'.upcerJ, rajin Hanhevolitigftbrieveu waren niet meer noodig; ik behoefde uok niet zoo erg; voorzichtig tn zyn want Princcs Masikinska liet zich niet wuër by ?/ien, en Alexaudcr Uiiinits zweeg over alles. »> win dan van do groote rijkdommen, di ontden. niets meer overgebleven, eu by Icefle van ilo hand in den tand, zonder zich ooit bezorgd te ronken voor deu dag van morgen. Zijn dochter Made verwierf zich in de laatste jaren zijns levens, groot j vurdi'.-nstcn want ofrchoou* hij toen weinig meor schreef en zeer w<-ii;:'g mft zijn feuille'ous en litterarisehcn rbtid meer verdiende gevoelde hij zich toch indehuishoiidclüke bemo<.'iiugen zijner dochter beter cn bchagolijker, dan in geheel Ky'n vroeger leven. M.uie Dumas, dio voor kuiten tijd zeer ongeluk kig gelui.id was geweest met een Spanjaard, namens Olindo Pctel. wijdde zich, na de scheidirg van hanr gemaal, geheel mm do taak, de laatste levensdagen van naar yadcr' met alle mogolijko comfort te omgeven, Zij wa? een in a'le opzich ten talentvolle dniuu; ny beminde en beoefende alle kunsten, haar saluu was met gioute medail lons versierd, die de door haar op goudgrond uitstekend vervaardigde sc'r.ilderijcu naar Kaulhacha Faustacènea vooi stolde; tsaar al haar onvertnoeido ijver op elk g«hied van wetenschap en kunst, hield haar niet af, een voortreffelijke gast vrouw te zyn en eono voorbeeldige orde en net heid in haars vaders huishouding door te voeren. In do laatste jaren zy'ns levens ging Dumas weinig meer uit, maar in zyn huis vond men alles, wat in het litterimschi vak wel het politieke leven eenig belang kon inlioezeroea.Uij huisde in een mHi?e achterkamer, dio geheel met prachtige bladplanten versierd wa? en voor wier Benig venster zijn i-chiijftüfel stond. Daarboven hingen vier, door den koning van-Holland mot meer dan diltettantisme, vervaardigde aquarellen, die vier scènes uit srijn Mousqii'.'tnii'ea voorstelden., Bizonder 'schoon en bevallig in zijn kleurenpracht en figureni-i;l;dom was een van dio schilderijen, die de (lichter van zijn koninklyken vereerder ten geschenke ontvangen had, uitgevoerd. Het stelde uut tafercel voor, waarin Lady Winter op een gi-out bal den strik mot de diamanten gesp van liuckiiigtnuu los snijdt, de glan.i der lichten, de pnuht'der toiletten, de groepen dei-dames en cavaliers, (Ut alles was prachtig weergegeven; Altxiiudcr Dumas was buitengemeen trutsch op deüe scbilflerijun en livt ze gaarna aan de weinige vei trouwde vrienden zien, die tot zyn kleine werkkamer werden toegelaten. Hier zat by dan bijna altyd.in een wijd gemakkelijk Nanking kos tuum gekleed, op zyn breed bed, dat de helft di r kamer innam, en praatte op de hem eigen bevallige wijze, die door do vonken van zyn genie al tyd verraste, terwyl do kinderlijke onbevangen heid Kyncr wereldbeschouwing en de zachtheid van ziju oordeelvellingen, over anderen, iedereen iuuam; hij sprak nimmer met bitterheid, zelfs niot: over x$n scherpste tegenstanders, cn liet zich tegen niemand tot pcrsooiilyke belcedigingen ver leiden. . O u bekenden ontving hy in den salon zijner dpohter, waar een reusachtige neger ze binnenleidde, die de schrijver eens, ik we^t niet by welke gelegenheid, een weldaad had bewezen eu dio hem met een onbegrcncde dankbaarheid en gehechtheid was toegedaan. Hier kon men de merkwaardigste personen uit de allerverschillendste kringen der maatschappy Itcrcn kennen. Rochefort dcklatneerde hier zijn tirado tegen het Keizenyk cn gevoelde er dikwy Is den fijnen Attischen spot van uencélèbrcconfrère deNapolconlH. Gambetta, die toen arm was en in zijn xvczpn en verschoning den stempel vau het vie bohémienna droeg, zat er droomcrig, den blik ter aarde gericht, en deed in d« droevige onderwerping, dio t>y bij iedere gelegenheid uitte, nauwelijks ver moeden, dat ae drobmcn xyner yloeicndo eerzucht, dia Iiy diep in zyu biuuctist bewaarde, en die slechts uu cn dan in plotseling opstijgende vlammen uit zyn woorden opschoten, zoo spoedig werkelijkheid zouden worden. Hier za# men de oude gravin Dath, waarmede Aloxaüder Diima» als marquis de la Paillerie babboldej de schuoue princes Nrrischkin, die onder deu naam Siuo Paoli een debut nan de opera waagde, manr op bevel van het Russische hof, waaraun zy verwant was, haar muzikale loopbaan niet voort mocht zetten, en bizonder talryk waren ook do vreemde diplomaten van alle landen, zoo al» ook tourütcu van naam en de buitcnlaadsche schryver» verte genwoordigd do oude Dnmu wist ieder op zyn gemak te zetten, ieder moed in te 'preken en uit ieder bet beste te voorschijn te roepen, de hoogsten en voornaamkten imponeerden hem nier, eu ook de onbekendsten en oubeduidendsten achtte hu een vriendelijk woord en een harttlyken handdruk waardig. Onwedërstaanbaar en beminnelijk vertoonde sich züu onnavolgbaar talent der oud-fransche cauterie by de knine diners die hy nu en dan gaf en waarby by eiln gasten steeds passend naast elkaar plaatste. Hy versobeen dan in de hem ander» zoo lastige salonkleedïng en ontving het gezelschap soms in de keuken, waar hy onophoudelUk doorpratende roet omgeslagen)manchetten de laatste hand legde tei' volmakiug van het door hem verzonnenMeuUjdathy dan soms met.Alexander Dumas, cuisinier," placht t e ouderteef enen, en l nooit ««..w. -i,?. de vporsnykunst uioesieriyk, en er bestond niets sierlijker, dan wanneer hij een getruftelde kol koen volgens de rvgelen der kunit sneed cu voordii>ndo, en daarbg aan elk stuk vnn den prachtigeu vogel, dat hy zyn gasten reikte, een allerliefste anekdote of een geestige aanmerking knoopte. 4 Do kleine diner», bij welke de romanschrijver zich als cuisinier-cv.isent, vertoonde, zullen zeker een ieder ouvergetelyk blijven, die ooit in de eet zaal aan den Boulevard Malenh^rbo» de gast was van don ouden en toch altijd weer jongen Alexander JDumas, cn vau zijn bonnnuenswaardige dochter, dia nu ook ree la hanr vatlér, wion *ij haar Iov?n w'y'ddc, in het ryk der dooden gevolgd is, hetgeen voor haar, de strenggoloovigu Katho lieke , hot ryk vun den vrede en do verlossing van al het aardscho lood bcteckendo. Een in haar soort niet minder merkwaardige en origiaeclo \vrschyning in du littcrarucho wereld wa» Leo Leapöj, die oud»r deu naam de plume Timath^e Trinnnu, hot Petto joarüal" door znn feuilletons tot ccn ongokcrde uitbreiding bracht en liijun de laat^tu vertegenwoordiger \v:.vs van dien E'prit Giiuloia, die bij zyn pikunto tcherpte een onbevangen iiütiiurlijkhpid bewaart ea heden byna giiheel dooi- dvii gobliico^rdon t"on van politickis eu sociale OYcropnunirg vcrdroii.vcu is. Was Alexander Duiuus in den grond vnn zija wezen een nristokratisch i'id lerlijkc verschijning, oo behooida Timnth;'-e Trimmj geheel in het vio bcihtui'eiiiiütehuis, dat wil 7.e^i>cn geheel onder dio kla-so van libarn'en, dio hun leven op de straat en in Cafés slijten, die- verkwisten zondra zy iets bezitten, ho:igor lijiïon en werken wanneer zy ^hun liUUU'ii sou hebben uitgegeven, en als do Zigeuners waar v.y hun naam van hebben vau den eeuen dai; op dm anderen loven, terwijl EÏJ zorgeloos als de kapel intr de bloemen des levcus heou fladderen i-n ich in cm donkeren hoek tegen storm en koude zoeken to besehutten. Uit Iti'.lero armocvl had Tiniathéo Tiimtne zich plotseling door het gioot sticcci zijnor feuilletons tot betrekkelijk grootcu rijk.lom verplaatst gi-xicu, want hij verdiende nut ziju werk voor het IWfV Journal geregeld veertig tot vijftigduizend frank in het jaar. Niettegenstaande dat, bleet hy iu zyn manier van leven c» zijn gewoonten, even e«nvoudig cn hujpbehcoveud als vroeger, hij leefde zoig.iloos in don kring zijner vrienden, dio hij oriiu; moedii; byvtotid en de van oude bokendo Oafós maukt'jii bijii!» zijn uitsluitend verblijf uit. Het koslto muuite Jwm to leuren kennen wanneer men niet iu do cigounardi^a en dltijl moeilijk beschikbare diepten' van het vio Bohémienne wilde afstygen, vanuit do kostbare panrlen van zyn gfost to voorschijn traden. Hy koesterde eeno onoverwïnnclykcn afkeer on ceu diep wantrouweu t ogen de groote wereld en haar palons. Toch w,n het ecu 7Jjner vrienden ecus gelukt heni tot. het aannemen van een diner to ducn overgnan. Men had hot ieder der pasten dringend aanbevolen, zich in het geheel ntct cm den groote fèuületonnist to bekommeren of op zij» ^rcoiiute mam; ren te lettf/n, da:ir hy anders onniid lelijk zou vertickken. Natuurliik was de verwachting der gasten, Vooral dio der dames zeer hoog gespannen, Timathée Trimme kwam den Salon binnen, waar het geheele gczchchap reeds byceu was; men had den bediende streng ver boden volgens hot voorschrift der Fransche wellevcudhcia, zijn naam by hei binnenkomen luide af te roopen. IJij droeg eene rolt, dieklanrbiykclyk niet voor hom .gemaakt was, een kanten das mot reusachtig grobten strik en ontzettend groot o witte handschoenen. Hij was bepaald grotesk komiek in zyn onbeholpen verlegenheid en nam, nadat ik hem met een Korten groet de har.d had gedrukt, dadelyk op n vlak naast do deur staanden tteel plaats met zijn hoogen hoed tnüflchen de knieën gedrukt, en mét angstig ge vouwen handen, zag hy onbeweeglijk naar zich uit. Niemand sprak hem aan en niemand t chcen notitie van hem te nemen hoewel de blikken vnn allen nienwsgierijr en ter sluik voor hem frerioht waren. Toen bet diner op tafel stond geleide ik hem alleen vooruit naar de eetzaal dl Kette hem bijna mechanisch op zyn pliiafs neder. U ij at zwijgend en zonder de oogen op to slaan, de soep, daarop dronk hy een puur plazen madera rn be^on toen oerst langzamerhand den loop vnn het, «rcspi-elc to volgen, dat ik zoa levendig cnntcretiiï-on mogt-Iijfe trachtto te maken. Terwijl hiTnUll.i3 hijra vijfminuten lang altijd ojl tfin-J/v, s:v t. j'.'.iijd hel derder stralende oo^-on en r',t.;*di k-vtindiKür *'"wogen gebaren had tof^'i-iirstt::,'. ir.iinkto hij eindelyk ee>i korte, inair »(!»Lc-,';;:'i.dr- opuii.':'kiiig, waarop men van al!« aijd- n untniiordd ?> 'het. ys was gebroken, hij sjimk nirti-v' cn iiict-r, cei'tt. m afgebroken, puntig» guzogdcn, daarop' sleed» vlpeiendoi- volzinnen en na verin p dtr volgende vyf minuten varen de rollen gewisseld; het gcheelo gnzelschap Iiiiaicrde zwijgend toe, nu eens bewoudfrend. dan iu een ll'tmcri^tch gelnch uitharrtcnd hij sprak alleen PU leMd» het gesprek uitsluitend tot steeds toenemend genot en gonoa"cn van allo a'imvé^ig?, tot nan het. dussort. Alle dwang was -van nnm geweken, hij bewoog zich zoo vrij en natuurlijk, alrof hij zich in zyn gewoon cafébevond, cn men vergat geheel het. Zonderlinge on origineel^ van zyn uitwcndigo verüchyiiing, door do bevallige vlugheid van zijn Re.cst un het vuur van r, ij n onuitputtelijk genie. HIJ govoel'le zioh geheel te hnia en hl'-oT nog tot laat in den nncht. by een glas punch hat middenpunt van een klein gezelschap, dat, nadat do dames lang vertrokken waren, niet tnoedo werd iinar hem te luisteren. Allen waren de beste vrienden. geworden cn, bleven dat ook maar toch gelukte het mij nimmer weder hem tot het aannemen oener nieuwe uitnoodlging to bo-A'oge.n. Ook hy is hccngegain, zyn rusteloos leven en de koortsachtige werkzaamheid van zijn geest heb ben zijn knichtcn vrofg uitgeput; oole hy was bij al zyn scherp bytcnde *pot een goed mensch, een trouw vriend met een groot e'iel hart, nen kinderlijk liefderijk gemoed, cn t rot i r.ijn uitct-iyk Zigeunerleven in zijn reiii«irzin orieindig verheven boven de cymucho r-chtinff, die nu in do Franacho litteratuur haar intocht heeft gehouden cn slechts in het nlyk der gemeenheid nog een be dwelming voor de afgestompte zinnen zoekt. Ik v eet niet of zijn graf onsfcschondcn voor hst nageslacht. U aandenken zal gehouden wor den. Allen, die hem gekenU hebbon, zullen hem echter steker deu lauwer- cn cypresseukraui tot vriendeiyke herinnering wildon. Noch menige andere gestalte, staat my levendig vcor den geest, die eenmaal tot de litterarische en journalistieiche wereld van het vroolyk stra lende tout Paris behoordq en nu in de donkere aaide ruit; misschien zal ik cpoedig eens weder van die weemoedig gelukkige herinneringen ver tellen, die lang» myn ziel daarheen zweven ah de avondwind door décyprcssen-takken boven de graven Archipel nagaan en meer in het byzoudor letten op de verwikkelingen, die vroeg of laat een militaire expeditie nmr een of ander luud hebben noo(rziikelyk gemaakt, dau is het opval lend hoe dikwijli menige handeling van bepaald verzot door de \ing«rs is gezien, omdat het leger j elders een tank te vervullen had, dio te iwtmr \vai om ook op andere punten den wil van hut Gouvernement te sleuren. Deed zich zulk een geval herhaaldelijk voor in het tijdperk dat de organisatie van 185JJ vooraf ging, ook na dieu iyd is het, helaas, maar al te dikwy Is to coustatoeren, dat er tydaliik geschipperd werd uit ge brek aan (fl'ensievo krucl.t van het leger. Do npodwerdijje gevolgen daarvan konden uiot anders zyn dan minachting vau het oppergezag, tyd winst voor de tegenpartij cn vergrooting van den later tn ondervinden tegenstand. Met de gesohiodenis in de hand valt hut ii'el moeilijk aan te taonon, dat het loger ook ua ]8">3 de. noodige oücnsieve kracht tcïcnovcr Inlaudsche v<jmden miste. De uitbreiding van om grondgebied en het sedert 1850 verlaten van het ctelscl vau onthouding in de regeling der nang^lcjjc'uhcdcn onzer Buitcnbezitüngen hcblcn UMI ivorldtring van het Guiivcriiejiiuut, en d:iari<iodo de taak van het leger, merkbaar uitgebreid en niets zou daar om natuurlijker rijn, dan dat ook dat leger thans, nu do fonuntin herzien is, iu dezelfde reden ware versterkt Om to onderzoeken iu hoe verre dit gcsdhied ij, treedt de schryver vnn het opstel in rfïIndi?cheüi<ls in uitvoerige beschou wingen, toetst do nieuwe Icgcrsterkte arm die van 1853 cu Iaat eindelijk do cijfers, dio waiulyk niet ovordrevfii z\jn, uitspraak doen en die uit spraak luidt: het naiitulc<rab;ittanteu i»vermin derd mc't 170 officiercu en l.'i) mimlereii, terwyl du non coinbittniiten ren vcrmo mloruig hebben ondergaan van DUS ofüciiavn en 80 !3 miud?rcn. Ziedaar, met h*t oog op oflcnsievo kracht tegen In'andsche vijanden, het verschil tusschcn do in li<53 noodzakclyk goout dealde eu do in 1882 vastgosreldöforraa'le. Na d?zs algctiv.'enn besMionwingen, dio van veel doorzicht, en veel itiidte getuigen, neemt do sclu-yviu- het Hou. Uosl. vau H Jauuaii 18S2 afzonUrriyk iu behandeling, Kouder critiok to loveren op do daarby vastgestelde legerformati*?, om dat, met dit besluit niet ds legei-formatio. maar het geheim Kon. Besl. van Augustus 1853 herzit-» in. Onder de talryko vorandnringen stipt by aller eerst die aan, welke ook zijii'j inziens ah nuttig moetea worden erkend, cu maakt daarby tevens van de gelegenheid gebiuik om roet klem te " 'Y u op do vele gebreken, die zijn blyven be st u. Hy toont duide.iyk aan, hoe dio gohrekeu ???iniirMing geven lot verzwakking vnn de inwendige kracht vau hel leger. ])o oorzaken opsporende van clc.- ashternjtgnng van dat leger, gaat tchry ver niet oppervlakkig te werk, n:aar vat het be.vst hij de hoorupn. 't Is bezuiiitgingfcwoc-Jo en nog eons beiMvnijzingswceda, die uorzaak is van alle kwaad, en die in praktyk gebracht, wordt, z;-lfi met ver krachting van de vastgestelde Koninklijke Be sluiten. AU (Uu beide" (oefening en tucht), zegt do schrijver o. a.: sedert jaren veelte wenselien overlaten, ivijto men dit niet zooals wol cen« gchian is aan do agressieve poli'iok iu Atjeh, maar enkel on alleen aan het feit, dat het oppcrb'ïstuur gedurende zoo vele jaren, uit vrees van door legoruithreiding de eiscli vnn eiken oor log en vanelkeuitbreiding van grondde' ied d e uit gaven voor het legei1 to rtoen stijgen, voor do btectting van At joh gebruikt hoeft een groot gedeelte van licivcldlff/cr van Java en Sumatra,ditals een citroen heeft uitgeperst en thans geheel uit zijn verband gerukt." Tin werkelyk, zoo is bet. hctloger wordt uitgeput ter willa van do bozniniging; het onder gaat telkci» veranderingen, raaor nooit ui thrciditu, daarentegen wel inkrimping, cn dat allos schyriba%r ton bat o vnn do schalt ist. Het geraakt, in een toestand waaruit het niet meer op te hellen zal zyn, in den toestand waarin namelijk eenmaal de citroen zal vorVceron, dio dan iiiets meer waard ii dan woggeworpen te ^yol?den?, en nl mogn nu dezo voorstelling eonigszins. overdreven zijn, zoo is het toch zeker, dat de minste verstoring van de orde in onze Indische bezittingen, ons ".veer znl verplaatsen in do bango dagen, die ons opperbestuur doorleefde by liet begin van Diepo Nofforo'a onstand. Met den schryver achten wy Ncgoro'a het Militaire Znketi. waarop vaak de-wonaerlükete, nog nooit ver- j Indische maw ?!««« voortr«ff«Mik «wungertelde l Wanneer -Srt.*^ DE NIEUWE FORMATIE VAN HET INDISCHE LEGER. ?{Ovorgedrukt uittfc Indische Gids. October 1882.) IL Een tweede punt, waaraan de schryver z|jn rundaeht wydt, i» de offensiere kracht van het ever »3 d . tegenover lïaudsche vijanden. de geiohiedeaii van den Indi»ohen :hry' daarom tot plicht o z- stom krachtig t togen die siicfmoederlykc behandeling vau het Indische leger, ou;dat die behandeling tot niets anders Ican lei len dan tot ondermijning van ons gezag ten aanzien van don Inlander. Het ii tijd, cu meer dan tijd, dat daaraan een einde gemaakt, worde cu dat onze volksvertegenwoor diging deze k<:s!hare belangen vau onnoTtoloniün eu MUI ons vollighestniui aan «en nauwgezet ondtiv.i ek onderwerp'! cn hare afkeuring nitepreke ver een le^eeriasjsbeleiil, dat ons niets dun on.cil in d-j toekomst in de naaste wellicht creiilt. I-t het geen spotten mot onze fioo duur ge;ochte rcch'on en onzo nog duurdere verplichingon, do belangen van het Tndiache leger zóó n vcrwaurloozeii, dat een Minister van Koloiüu uu ruim ccn,jaar geleden durfiio zeggen: Mij dunkt, dat wij in Indiüui les zoodanig moeten rganisecren, dat wij aan ccn binnenlandschen irijand met succes het hoofd kunnen bieden?" Twyl zelfs de vrees voor do minste verwikkcing ons eooüftnig moet benauwen, dat de generaal van S wieten hot by da Atjehscho expeditie geraden achtte een deel z'y'ner troepen acuter te laten, om Java niet geheel te ontblooten. En dun da buitcnlandsche vyand? O, dio vy*»nd, is door den vorigcu Minister met eenzeker soort gerustheid in een onzer musea opscborgen. Wat zou eenvoudiger zyn geweest dan zijn zwarte collega ccn eereplaats naast hom aau te wijzen. De zaak zou dan zoo eenvoudig mogelijk ssyn geword«n; maar wacht n voor -dien eenvoud en toont u wakker, gy volksvertegenwoordigers, beImrtigt do belangen .van de schatkist,maar wa«kt tevens voor onze belangen ook aan geno zijde van den Oceaan; want waarlijk het lot van onze kobniën w?rdt niet in de Hollaudsche waterlinié'n vt, maar op Java alleen, en uitsluitend door ons Indische leger, gesteund door de zoo noodign .verdedigingsmiddelen. Hiermede nemen wjy afscheid van den ons onbekenden sclu yver, maar ni t zonder hulde te brengen aan zyn werk, dat wy hier bespreken en dit wy in gemoedo den balangstellondou lezer cn iu het byzonder onze kamerleden aanbevolen. « X. ANTWOORD VAN IJ AAN DEHRITMEESTER J. VAN DER WEDDEN. Zooal» te vei wachten was heeft de ritmeester J. van dor Wedden de pen opgevat om vol ver ontwaardiging over .onze meening; voor behoud en uit' re ding d< r cavalerie te "pleiten. Zelf zal hij voelen, ayn (beweren, dat al kan men aau el keu kant vau het paard n been houden, dit niet do bevoegdheid geeft om over het nut der cavalerie te oordeelen, geen argu ment is: anders zou hy toch geon oordeel over de bereden artillerie uitspreken. Nederland, ritmeester, hooft de Hiouwellollandsche Waterlinie tot zya slagveld gekozen, daar verhoogen kunst en natuur de kansen van den stry*d; t>y dien strijd i», omdat hot terrein het niet toelaat, weinig cavalerie noodig. Welk nut hadden de Russen en Turken by Plewna van hunne cavalerie de uitstekende rus?itche cavalerie kon geen enkel bericht omtrent Plewna geven; deed de Fransche cavalerie binnen Pary», Straatsburg enz. in 1870 eenig nut? Maar roept gy uit, wilt gij uwe mobilisatie niet rustig voltooien, geen sohaüen en hulpmiddelen uit do buitenprovinclen bergen?. ' Goachte riimee ter, wy' hopen dat demobilisatie zoo geregeld k, dat de nulnieni bwoen SM uren (qereltend van het oogtinblik dat de order tot mobilisatie gegeven wordt) hunne wootïp'antsen moeten verlaten en voldoend* vaicrlav.d-ti fdo en pliohtbeaef hebben om nan de «,'Li'O.phitf g'-hoor te govon; is de «aak zoo gci'ertelil d.m komt dt cavalerie a*n de gi-onxen u» het vurtrck der militiciis. _ Aan het opjagen van trage en onwillige militieus, ge'oovei) wy evenmin als aan he^ bergen van scnattea ui hulpiTii'ldvIen uit de buitmtrovincien; werkelyk, rirmvo ter, do hoevei-lhtid de gij soudt bergbu, zou u niet meevallen. Wat de schutten betreft, wij vertrouwen dat da betaalmensters, ontvanger» enz. vooi-rcliriften hebben oaitrent het in veilighvid nre-^su der hun toevertrouwde gelden bij het niUr.-kvn v*tt oenen oorlog. Dut men sedert 1870 in Bulgit1 niet op vermmdcriug der cavalürio hooft nnnguilrongcn btw'jst niets; slaan wij Tover Lat o.ig op de Dceuscha cavalerie van 1861. Denemarken komt volijoni Stieltje, dm het n» den oorlog hozocht, wat'z'jn grootte, ziin zitlental, den aard van zyn tcrreiu, zün bevolking en». betrrft, zeer veel met OQS land overeen. De cavalerie was diiar «teetls aau het stelsel van inkrimping ontsnapt, »ij telde in den oorlog 38 eseadrons van 1HO paarden, het kadftr \vu voldoende, de et-rste oefoi)iii','stijd tWi'ft jaren. Onmiddeliyk by het nitbrcktm van den oorlog kwanifln 80 goed bereden cu geoerende esc ulruno to velde; lee» Iliigtow do bt-s^honwingon van ponerofll Booms eu die v«n den heer Stieltjes over dien veldtocht, en gy Bult my toogeven dat: al» de Denen, do meeste voor de cavalerie bosteode gelden a-in de vestinjf-artillme en infanti-ria hadden ten koste gelogd, do uitilag van den Btrljd veel gunstiger voor hen lud bunnen zijn, Voor de alles in do wargnoiende en alle zenuwen overprikkclendo vijandelijke cavalerie gavoeleu wij, zoo de overgangapunten van IJsel en Waal door zwakke infaüterie-afdeelingen bezet zyu, ook niet, dio grooto vrees; zeker kun nen wij gedurende den o;.m >rsch van den vyana d-in steun der cavalerie nio«iolijk ontberen, maar de taak der cavalerie is in Nt-dorland to klein om dat wapen niet tot een minimum te beper ken, het geld kan betor aan vesting-artillerie en infanterie besteed worden. Wat uw beweren bctrelt, dat wy geroepen kunnen worden om naast een ander to strijden en daar voor me«r cavalerie, noodig hebbon; geachte rit meester, wy behoeven toch geen cavalerie ter wille van oen nnderrn staat to onderhouden. Ik laat geheel nog daar of het aannemen van con dergelijke invitatio in 's lands belang is. Nu nog eene vraag, ritmeester: z|jn onder de 73 t.roeponp.iarden, waarmede güby oorlogsge vaar naar de grenzen zoudt moeten trekken, wel de paarden begrepen die vau uw escaaron by het depot ter instructi» van de recruten zyn gedetacheerd; bovendien zijn er_misschien^onder uw remontc-paardeo, die nog by het depot zyn, wel eenigen gnschikt voor de vclddienst, hebt ge soms nog gedutachesi-do paarden? Ten slotte, er kent gy dat er malaise ny de cavalerie bestaat; ware zij een gevolg van opstellen als hot onze; wees verzekerd, ritmeester, dat wy ze, indien gij dit bewyst, gaarne voortaan in de pen houden; de oorzaak lijft echter dieper. Voldoet n byv. de wijse waarop deoofeningfln, de wt.tenscliappelyke byeenkomsien enz. by de cavalerie gehouden worden; hoeveel dagen van het afgeloopen jaar zoudt gij goed besteed ach ten, indien u een lijst van do dagcliikscbe ocfe.ningen werd voorgelegd? Ik twijfel niet of gy zult erkennen dat htt Herzie u zelf' zeker op onzo cavalerie van toepassing is. Hoe gaarne wfl voor bewüen zwichten, blyven wij nog «teeds overtuigd, dat minder uitgaven voor o»valerié, wer voor vesting-artillerie en infanterie do weerbaarheid van on» vaderland zullen vorLoogen. Xt BIBLIOGRAPHIE. Wliiatr Blad. No. 24. Onzekerheid. Iets ovor de ZwmÜirifl. AphoriBmen, bijeenverzameld door Sfr. Altijd nog geen depots. Een order van Totleben. Repetcergeweren in Franlcryk. Landtorpedo's van Zubovit. Vostingartillerie in Frankrijk. Springen vau vuurmonden. Telematers Lo Boulengé, Wetsontwerp van den heer Schepel. Soekbeschouioing, Correspondcnlic, Senocmtngeit, enz. De Militaire Spectator. Ivo. 1. Zvincr Mnjesteits Rainmonitor Adder." Op merkingen omtrent, en naar aanloiding van de oefeningen op de forton in het jaar 1882, door W. Iloogenboom. (Vervolg en slot van No. 12.) Een woorrt over stallingen in Friesland, door O. Een beroep op de keru der Nederlandsche natie, door H. J. Steenbergen, Voorzitter en L. Zeiler, Alg. Secr. Proeven genomen door de firma Krnpp. Een'geschiedkundig Museum voor 't leger. M ihtaire Snrokkelmgen, door Sprokkelaar, Boekaankonnigingen. Overzicht van buitenlandsche tijdsobrifteu. SCHAAKSPEL. tfo. 2. Via Met z'n vloren t« Amsterdam. ZWABT. e _ d ? WIT. Wil speelt voor on geeft In .3 letton m»t (Wit B, on rwtrt fl «tukken mot K F B). Oplossing van Schaakprebleem No. 52. l F 3 - G 41 E 5 nt D 4 (» 3 O » G 8 +' T of K ip. 8 a B Eet m»t op E fl of 1) 8. n 6 (b Juist 3 D * B 5 +? DS DS 8 G 3 G B mit. (b) l ...... D S ntD 4 9 Dwno mt mftt. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. varen dia vin Frlso te Ueltl 61: fdom in Tftuto te uem oi; laoui .Vel" to AmutenUni; vun Xo. S3. door L. B. U IKeppal; V. T. II. to Dc.lrt; 9. v. W. to OoloDtburg; Adjud O. te UoHtt 51 eu 5J. Voum C3 Anot W. d, V. j Mr. P. A. L. IC.' Prmiti qnirtet; TTtnri; liet 7.'n vioran on 51 va* " d. V. to A'.u«rt«nUm. t» t GARDE DU COEPS. het Hoogduütch VAil «BEGOR 8AMABOMT DOOB A. 11. Rceil» vroeg des anderen daag» was het MOAil.on iu de irunègo venameld, om nog eens de oel'eninpoii doji- te maken, die later m tegenwoovdijjlteid van vorst Windisobgrütz xouden l>Uut» vimlon. l>c manscliappen waren in groot [enne inut den Lohu op eu net kuras aan. De von Kreucken liet achtrreenvolgen» do iunde ryoefuuingen doen alle» ging voorti efl'clgk eu de onderofficier Eraul blonk buyen allen uit, door zyn buitengewone zeker heid AII behendigheid. Toon werd er een groot paard in de renbaan gebracht, de oefeningen in r et voltigeurou zouden beginnen. Nadat dv manschappen de verschillende spronV\\\ eoudor fout. gedaan hadden, nam Hendrik Kwul, terwijl de overste van Hendrik met de andere difii-iervn in gesprek was, een aanloop en r,:it, zor.'lt-r zich niet de hand te steunen, met ?'?'?u cnkelvntiiiroiigiii di'U zadel, zoodat hot paai d i i"itpMen4:iiuule xyu stevig gebouwde leden een v. rinig iluorboog. GuklifiJ, gekheid," riep de overal c, dut is ecu ^ovaiirlijke eproiig eu ceti broodeloozn kunst, ti. uu' hun vei.'l te liciit een ongeluk l<y gebeuren, i ie hul) u irnmcis leetls verboden, dien sprong te I.UOII." Blk heb het ook niet ineer gedaan," anUvoorddi' d.; ii'ip.Liflicier, dio in ouberijpolyke houding iii ileu zndfl zat, maar heden moeten wütoch aait i-,o ostetnijksi.'lie ofiiciereu hot beste laten zien, \uit wy kuiaicu en ik geloof niet dat zjj onder hun kuvalh'rie iemand hebben, dio hot mij na zou iK>un; misschien wel in do lichtere huzaron-uni iurra, umar ekoi- niet niet kuras ou helm. Du over^ti- schudde brommend het hoof l, maar voor dat hy uogkouaiitwuorden.lioordomcu buiten de wnclit omUr bet geweer treden, men vernam ?teranion en de chtff vau het regiment verscheen met zyu adjudanten aan den ingang der rnanjW, op den voet gevolgd door clo kracbti^o ge-tulte van vorst \Vindwchgrtitz in de uniform vau Oüslcuiyksch veldmaarschalk, den bood met groene jjluim on hut forsche hoofd, dat door de heldere, schei pzicudu oogen, de voomitsuringonde naus eu den uitzon knevo' cim echt krijgshaftig uitzien had. fly was omringd door den gchcclcu lliumoverschen gencralen staf eu werd gevolgd docr den majoor von obleuz, een rijïig jonnman, elegant officier van wion niemand toeii nog kon vermoi deu, dat hy ceuiinal zulke lauweren voor het Oustenrijkscho leger zou oogsten. J>o veldmaarschalk begroette de olncicron van 1i o t regiment gardes du corps, die hem door den t: li o t werdi-n voorgoatuld cu de oefeningen boyonneu. De vorst en alli aanwezige ut'liciercn volgden ze met de grootste aandoohr, De vcldinaarachalk kuikte bij do mieilyke, met zekerheid ivtgevocrdc evoluticn, die het crcadron to paard doea, herhaaldoiyk tevreden met het hoofd, ool< (iu jongere Oostenrykscho officieren gaven blykcit vuu liyval ; zij scheneu hier zulk een volmaaktli'-i'l in do kunst van ryden niet verwachtte hebben. i >u oefouingen in het voltigocren begonnen en n.i<j; meer verrast dau by tic exercities te paard. scheen de veldmaarschalk te zyn, over de zekerh-.-id en gcmakkelijkheid, waarmede de moeil^kstt evolutien worden uitgevoerd. ? Eindelijk, na een panzo van een oogenblik, nam Ucudiik Kraul een aanloop om zijn grooten sprong te doeu. Bnel en gemakkelijk vloog hy omhoog en zat in don zadel zonder zijn handen gebruikt te hebbeu cu zouder een oogenblik te waggelen, HU wendde zi<:U half ter zyje, salueerde deu veldmaarschalk eii de generaal» en een algemeene kreet van be )Ton>loriux sïeeg uit do rij der toeschouwer» op. Uiavo, bravo l" riep do veldmaarschalk, .dat H a» een flinke sprong voortreffelijk gelukt.'1 Ik vraag om verschooning, Hoogheid," zeide i!c ciief, vuu htt regiment, het was geen toeval, IJÓ.'LI bijzonder geluk, de onderofficier doet It:uii sprong telkens met dezelfde zekerheid." Do veldmaarschalk boog beleefd, maar scheen toch eenigen twijfel to koesteren. Onderofficier Krunl'', nop de chef, herhaal den sprong, toon dut go telkens even vaat in den zadefzit. De nu-Jei officier sprong van het paard, ging terug pn nam op nieuw een aanloop, lle sprong gelukt c juut zoo goed als de vorige maal on zondereen »piur te verroeren zat Hmiderik weer ojj het paard Bi' ware hy aan den zadel vns'gogroeid. In der daad, dat is bewonderenswaardig", KriJs d>) veldmn^irachallc, ik heb zulk een sprong iu de zware wapenrusting rog niet gezien.1' De chef van het regiment, gaf Ilc-uilerik eeu wenk, do onderofficier «iirong van h«t puord cu nam voor do dcrdo maal fciju aanloup. Do vorst von Windiscligriilz giuy iets nader lui het paard staan, um den sprong nog nauw ki:urigt>r gade te kunuuu s:;i,in ou do officieren vulgdeu hem. liet paard, verschrikt door de onmstifrp. bewe ging dV.r toeschouwers, deed ccn stap nchtoniit. juist op 'liet oogenblik dat llondchk Kraul zijn ?prong deed en do onderofficier kwam op deu Mtlelknop to zitten. liet paard maakte iiog'cei; nngstige zijdelingsche- beweging, snel wildo hy W, «1. V. Wo /.iirL-n Iml tm>U*n. cicli langs het dier op den grond laten glyden, tnaar het paard was cenmaalonrustig geworden, hij was niet meer meester over zyn bewegingen EU viel kletterend in de zware wapenrusting op dun grond. _ ? Do veldmaarschalk liep 'zelf haastig op hem toe en reikte hem de hand, om hom behulpzaam te ziju by hot opstaan. Kenderik richtte zich op een knie op, maar zakte spoedig weder op den End, hy beet de tanden op elkaar en ofschoon moeite deed te glimlachen zag men evenwel hij hevige pon leed. Myn God*', riep de veldmaarschalk, welk een ongeluk, die arme vent. wat sp^t het my dat hot ora mijnentwil gebeurd is. De overige generaals naderden nu ook met de overste von Krencken en vroegen deelnemend, wat den gevallene overkomen waa. Er is iet» niot in orde" zcideHenderik.terwyl hy, op den grond liggend, zich op den elleboog steunde en met mooite een vroolyk gezicht trachtte te zetten, ik kan den rechtervoet niet bewegen." . Heb ik n niet verboden, den sprong te doen?" reide op berispenden toon de overste von Kreacken. Dat komt van die roekeloosheid. Allah! mannen, draagt hem naar bovon en haalt den dokter, opdat hy nazie, wat het is." D» oefeningen waren door dit voorval gestoord, de veldmaarschalk betuigde aan de officieren a\j n dank en verliet met da géneraal» de kazerne. Hendrik Kraal werd in de dekenaat! gebracht, flo dokter kwam ipoedig en vond dat de onderuhenkel gebroken wai. Hendrik werd te bed gebracht, net been werd, naar alle regelen dor nutst gezet, ook de regimentsdoctor verscheen, troostte den jongen man en beval, dat de patiënt onbeweeglijk moeit bltyren liggen, in e* '" ?eken zon dan de zaak geheel weer in orde ,In eenige weken," zede Hendrik miitroc «och, dat bet iobt na moest gebeuren, ik Bever op ee* anderen tfld alle arnren en beenen bnken. maar labt nm mag & besoek ont» vroeg n>j aaa den doctor. de kooit» niet te hevig wordt," antDe oogen van den jongen soldaat itraalden van vreugde, hy scheen al ttfn pfjn vergeteu te hebben en nauwelyki had de doctor het vertrek verlaten of by beval den ordonnani den wacht meester Knoop te ha'en. Toen deie veriobeen verzocht hem Hendrik den ouden Friedemann in Böttcher'» Hotel op te Boeken, dezen mededeling te doen van het ongeluk dat hem getroffen had eu hem te verzoeken aan ityn ziekbed te komen. De wachtmeester beloofde aan zijn verzoek te zullen voldoen en liet er nog oeuige krachtige verwytingen over de roekeloosheid van den jongen man op volgen. Ook do overste von Krencken verschoon, evenzoo nog verscheidene officieren en de oiideroffier wa» niet weinig in «yu schik over de algomeene deelneming z(jnor Huporicurpn. Hy BUU zich over do licuamaiyku pü'\ weinig bekommerd hebben, wanneer hy dour dit onge val niet verhinderd waro geworden, Louiso weer te zien en den luatsteu heslissanden aanval op het moederlijk hart van juffrouw Fiiojouianu te ondernemen. Eiudelijk vench' ncn de oude Friederaann en Frans Labmeijor geheel ontsteld iu d» zieken kamer. ileuderik «telde hen gerust, verzekerde dat er volst rok t geen gevaar bij was, dat hy byna geen pyn had en verzocht hou, hem gedurende den avond gezelschap to huilden. De oude man spoeddu zich terug naar zyn vrouw eu Louise om hen de geruststellende tijding te brongen, mnar Frans was niet te buwoguuhet ziekbed van zijn vrieuil te verlaten en werd niet muude wet aaudoeulyku zorgvukliulioid, nicttcffentaando :iju LaiJe handen, de Uusseui te schikucn un de dckotis glad to strijken. LJU:SU was bg het bericht van deu val den jungen raaus, dut een .loor don w.iulitmeester »!)jC2undun soldaat gobrarht had, sn kkei.de op uen stoel ineen gezonken. Ouk jufl'ruuw Friodemann was bleek gnworden cu haar oogon ivarcn vu' tiaocu gi.scliutcu. Daar ziet ja tnu wtcr," zcide zy, hoc het ruet dtn soldaat gesteld is, geen oogchblik zyn .:y vau hun gezoiule lbdem»i«n steker; wat zou het een ongeluk zijn, zulk eon man te hebben l" voegde zij er met een half strengen, huif mede lijdenden blik op haar dochter bij. De ouile Fricdomuu kwam terug eu al berichtte hij OL-k dut het gebroken been wter terecht zou komen en er geeu gevaar voor htt loven of' do gezondheid van llcndiik to vrezen v.-us, Louiit» kou toch haar tranen niet teruguoudun. t,Ach inuedur, moeder," rk'p zij, niiu li^t hij daar in dn kttzeruu w uur mmiiaud hcui^üed vei plegen kan, weken zal liet. duren eu wfl moeten wee.r \crtrekkeu ?*- wy zullen hoiu niet ecumaul kunnen zit n, niet vaarwel mogen zeegen!" RNu met de verpleging zal het wel zuo erg niet zijn,1' zeido duoudo Friudouiuun, dnarzullcii ijn kuiuernilun wel voor zorgen, maar dut wy zonder ;ii'-ii heid van hem te nemen, zul!i::i vt>itrekkeu, vij kunnen toch al die \vcken niet h.cip hlijveti, (Ut zal hem zeer doen. Wat zuud: gy er van zcgfrcu, vrouw," vroeg, liij aaiyvlcnd, wanneer gij beiden hem eens opzocht, htt zou hem Keker {.-ouopgen doen en wat opvrjolijken." Juffrouu- FricJemiiijn ivierp ccn blik op liaar dochter, die opgesprongen was en dai.kb.iar do hand T:IU haar vader drukte. Wat zou hst helpeu?" vroeg zij lioofdsuhuddiiud, er kan toch nooit iets vua komen en nu t.erst i echt niet. Och moeder, mooder," riep Loui*e, spreken wij daar nu niet over, l fiat ons er tlcchts om denken, dat hij ziek ia, dat hij lydt en dat het liem toch goed zal doen, wanneer «ij hem eens opzoeken en hy ziet, dat zijn vrienden deel nemen in &yu ongeluk. Ik bid u, moeder, ik zal nimmer over iets andera sproken, wanneer gy hot niot hebben wilt, maar hut ons naar hem toe gaan, ik geloot niet eerder, dat hij buiteu gevaar is, voor dat ik het zie." Welnu," zcide Juffrouw Friedcmaiin- ik zelve zou hem wel gaarne willen zien, dieu armeu drommel, on ik wil ook voUtrckt niet hardvoch tig oi onvriendelijk tégen hem zyn, ??wanneer gij meent, dat het gaat, vader " Ik zal hot vragen," riep de oude boer ver heugd, ik ben ei- zeker van dat het gaat, dat do docter ziju toestemming geeft. De oudo wacht meester Ki:oop zal met u meegaan, wanneer gy hem opzoekt en niemand kuu er immers iets achter zoeken, dat gij een aimcu zieken Vriend ten bezook brengt. Als hot kan, zult gy er morgen heen gaan en dan vertrokken wg weer naar Scelzenstedt, de vreugde hier is ons uu toch vergald. Hy dee:l met /.ijn vrouw nog eenige noodzake lijke boodschappen, terwijl Louise wecnende en vol uii''it eu zui's in hot llütel achterbleef. IlcnJrik had Hes aviuda een tafel voor zya l,ed l.iteu metten, die n ini voorzien was van hot noodige 'voor een tlink livondcreu en de oude Friedemann, Frans LahmeijBr en do wachtmees ter Kuui>p hielden bom gezuUchup. llcndiik had nog cc.-iun.ial ziju manschappen btrcng auubcvoleu nauwkeurig deu dienst by het toneer dor officieren te vervullen en tot l i» t in den a.vond anten do drie vrienden om ziju bed, tcnvijl uit de eetzaal beneden bet kliukmi van glazen en het geluid, van steeds luider jubelende stemmen iiaar uoven drong. Eindlijk verscheen de regiment» docter en be val, den zieke alleen to laten. De oude Friede mann had hem het bezoek van zijn vrouw en dochter voo.- den volgenden da» aangekondigd, en de. oude wachtmeester had bclool'd do dame» zelf door de kazerne naar do ziekenkamer to brongen en niettegenstaande zijn pyu, vervulden aangenamo lief olijke droomen den slaap van den ZEVENDE HOOFDSTUK. Het kostte vry wat moeite, Hendrik den vol genden morgen er toe je bewogen ia de voorge schreven rustige houding te bïven liggen. Hy liet door de dienstdoende soldaten de kamer aanvegen, de stof van de tafels en stoelen verwyderen, de vensters reinigen en drong er op aan dat men een schoono witte deken over zün bed spreidde. Frans Lahmeijer, die hem reeds vroeg* opgezocht had, moest hem het haar kap pen en hem een zwarte breede das om den hals doen; in n woord al het mogelyke in het werk stellen, zoowel de ziekenkamer als do persoon van den patiënt waardig op het te wachten bezoek der dames voor to bereiden. Al die drukte bracht Hendrik in zulk een toestand van onrust en opge wondenheid, dat de ziekenoppasser hom niet genoeg aau de strenge voorschriften van den docter kon herinneren cn dat deze, toen hQzjln morgen-visite maakte, het bloed in een koortsachtige beweging vond, die hem noopte, ieder bezoek m de zieken kamer ten strengste te verbieden, wanneer Hendrik niat onbewegelijk in dezelfde hou ding zou blijven liggen. Deze bedreiging nielp de zieke verroerde zich niet meer, maar zyn oogen Ringen heen en weer, z'y'n ademhaling was gejaagd en ieder oogen blik liet hy zich door Frans Lahtneyer zy n horloge toonen, 'om sich met een zucht er van te over tuigen, dat de wQzerslechti een klein onmerkbaar streepje verder wa» vooruitgegaan en onbegrijpe lijk langzaam het uur van tienen naderde waarop z§n vrienden uit SeeUenitadt hun bezoek bepaald hadden. De tyd echter, die, of ontembaar ver langen hem ook vleugelen zon willen vcrleenen, of bange vrees hem gaarne zon terughouden, toch kalm en Onophoudelijk met onveran' "" " uur ilaan, al had het He op zijn horloge stil Nog eenmaal liet Hendrik Kraul zjjn blik door de kauw* Rtum, om zich te overtuigen, dat het scherpe oog vau Juffrouw Fiieiloiuanu nergens wanorde en itof kon ont dekken, nog ecnmual verzocht hy Frans Lahmi ijitr bom een kleinen handspiegel te geven, cm uaar zyn haar en de zwarte da» te zien, die hy met een guudeu doekspeld had vast gemaakt: toon hoorde men stemmen voor de deur, ze werd wyd geopend en de pude wachtmeester Knoop trud binnen, terwijl hy zich half omkeerde en aan zijn verweerd strong gelaat een beleefde, galante uitdrukking trachtte te geven. Hij werd gevolgd door den ouden Friedemann en zyu vrouw, dio door aandoening en medeiyden overstelpt een zakdoek voor de oogen hield, maar Uoudiik zag noch het trotscbe gelaat van den oudtii Fiiedemaun, dio er zicb zeer door vereerd gevoelde, dat de wachtmeester hem zelf door de kazerne geleid had, noch de bewogen trekken der oudu vrouw, want zün blikken, waariu hy zyn gahecle lücl uitstorto, hingen aan Louise, die achter haar ouders de kamer binnen trad en inderdaad was dit beeld wel geschikt, al het andtrc in de schaduw te stellen. Het zonlicht viel door het venster op do ranke gestalte van het j >nge meisje, dat met den don keren gang ali achtergrond in do geopende deur stond. Keu kleine hoed met eenvoudige bloemen bedekte de dikke haarrlechten, haar gezicht was bk-ck rn vertoonde de sporen van een onrustig doorgcbrachten nacht, maar toen zij nu in de ziekenkamer trad, toen y.y den jongen man op zu'ri bod 7.0.3 liggen, terwgl llij, tegen het verbod vau den dik er in, zich op zyu elleboog steunde en haar do hnud tegemoet strekte, toen bedekte een donkere blos baar wangen en haar ganscbe ziel scheen in haar wy'Jgeopeude, sU'ivluude oogen te weerspiegelen. Met otii gelukkig lachje snelde zühaar ouders vooruit, op het bed toe, greep de hand van Hendrik en drukte ze aan h*ar nai t, terwijl haar gelaat straal in van zalige vreugde. l>a beiilo junge lieden vergaten voor een oogenbliek alles om zivh heen, zij zagen slechts elkan der, zij gevoelden alleen het geluk in elkaar» oogeii to lezen. Plotseling ccbecn Louiso zich weer harer umgovitig bewust te wordeu, zy zag verschrikt op, zag hoe haar moeder streng de wenkbrauwen fruiisde, boe de oude wachtmeester Kunup glimlachende zijn kuovel streek en blozende trad zij i.aar het voeteneinde van htt bed terug. LUI vuor haar moeder plaats te maken. Ddze boog zich over Heudrilc heen, raakte CVLI: zya vourhoufd aan, za^ hem oplettend in de uo^eüen Ecidn toen: liet zal wcf goed afloopeu , ge hebt tlccht» weinig kiorts, ik ken dat cu wauucer go u maar i4(iïd houdt, dau zal allej spoedig weer in orde ziju." lin dan," zaido Hendrik, terwijl hij de liand der oude vrouw greep eu haar niet smcekeudcu blik aanzag, uiag ik dan niet naar celmistcdc koaiciiV Wilt EC injj dau niet een v/e-nig verpl'jgen, tot ik geheel en al \\eer hersteld b-mV' Juffrouw Fi iedemaiiu schudde eiiibtig het hoofd. Lait ons daar nu niet over spreken, onderof ficier," zc-ido zy, van het plunncii makeo komt ongeluk cu tegen den tyd, dat uw voet genezen is, is het Winter en zult ge hier beter weer op uw; vei ha il kunnen komen, dan in Scelzecstcdt. Wy ija tdcchts gekomen, om n nogmaals te bcd.Tnkeii voor de vrieudelykheid dio go voor ons gehad hebt eu om u vaarwel te zegden, daar wy tucii niet zonder afscheid te nuiaeu wilden ver* trekken." Om vaarwel te zeggen l" sprak Hendrik, zyt go dan nog altyd zoo hard vochtig, juffrouw Frie demann, kunt ge nu nog zoo xtreug zün, nadat de goede God mij zoo wonderbaarlijk bcEchermd beeft? Zoude hot u niet een weinig spy'ten, wan neer ik nu eens by mijn val iu plaats van mijn voet, mij D hala gebroken had? Louiso bedekto haar gezicht met de handen. Moeder," zeide de oude Friedemann, berust er in; zie het is toch eenmaal zoo als het is zij houden van elkander en Frans wil immers van Louise ook niets meer weten.*' Dat 13 tegen onze afspraak", viel hem de oude vrouw bits en scherp in de rede, ik ben hierheen gekomen, om den onderofficier, ouzeu vriend, op te zoeken en afscheid van hem te ueuien, gij hebt my beloofd dat over niets anders zou ge sproken worden. Vaarwel, llondrik, het wordt tyd dat v.y gaan, wij mogen u niet opwinden en geen onrust veroorzaken. Zy strekte den jongen niau de hand toe, die deze treurig en met een diepen zucht vatte en een oogenblik in de zyne ?hield, terwijl hy de oude vrouw met een smee kenden blik aanzag, Juffrouw Friedcmalm keerde zich echter om en zeide bits en. bevelend tot haar man; Wy moeten gaan kom Lonise!" Lonise ging met wankelende schreden naar het bed, Frans scheen na ir woorden te zoeken , ora ook van zyn kant iets ten gunste der jongo lie den te zeggen, toeu men plotseling Ia 't ge weer" hoorde roepen eu luid trompetgeschal naar boven klonk. Hendrik Kraul hief luisterend het hoofd op, do wachtmeester eindelijk zeide: Zijno Majesteit de Koning rijdt vcorby, komt sucl aan het vunsfcr, wanneer ge hem zien wilt!" Do oude Friedemann trok zyn vrouw naar het raam. ? de wachtmeester volgde. God bewaar mij," riep hy, .hot rijtuig houdt voor de kazerne «til, Zyuo Majesteit stapt uit ? en komt binnen, wat heelt dit te bodui den V" Allen stonden ecu oogcnblik als versteend. Da oude Friedemann en zyn vrouw beefden by de gedachte, zich met Zijne Majesteit onder een dak te bevinden men hoorde haastig menschen in de gangen heen en weer loopen luide stem men kwamen nader en nader. Eensklaps werd do deur geopend, de overste von Krencken stormdo binnen, terwyl hy nog bezig was zijn sabel om te gespen en riep ten hoogste opgewonden: nZyne Majesteit de Koning komt Uier, is de Kamer in orde?" Daarop spoedde hij zich weer weg, terwyl het gansche gezelschap in de ziekenkamer als ver* steend, sprakeloos bleef staan. Hendcnk Kraul werd bleek al» een lijk, Louite fetond bevend aan het voeteneinde van het bod en waagde nauwlyks adem t* halen. Juffrouw Friederaann leunde, voor de eerste maal sedert vele jaren, haar band op den arm van haar man; Iran» Lahmeijer verborg zich angstig achter hun beiden. . (Slot volgt.) Leiden 9 Jan. 1883. Heden avond (rad alhier in de zoogenaamde Stads Gehoorxaal" voor ceu zeer talryk publiek de heer Ds. U. Picrson, uit Zetten op. De bokendo voorstander der anti-revolutionaire leer had tot onderwerp gekozen: Gezag on Yryhoid", en zich voorgesteld: onder dit motto «voor ryk en arm, voor man eu vrouw, een woord te «preken over de sociale quaestic". Door van deze rede voering, die tot het einde toe'met groote aandacht werd gevolgd, een kort verslag te geven, meenen wy de lezers, ook buiten Leiden, geen ondicust te belzen. Na op den voorgrond te hebben gesteld dat hfl, na reeds eens te dezer stedo een welwillend gehoor te hebben gevonden by het behandelen van het prostitutle-vratvgstuk zich nn meteenige vrijmoedigheid durfde bewegen op een terrein, niet behoorend tot e*Jn dageiykiohe werkzaam heden, ging de heer Fierson over tot het uiteen zetten van zfj&e meening omtrent de begrippen, Gezag en V^eid. H? stond daarttf geheel op anti-i evolutionair standpunt, ja wilde aeH» worden aangemerkt als vertegenwoordiger van de partty, omdat deze, enkele verschilpunten van onderge schikt belang daargelaten, in hoofdzaken althani geheel zgne meening deelt Het doel was niet, uittewyden over hetgeen men in den tegenwoor» digen tüd meestal verstaat onder de .sociale quaestie', de verhouding tUMohen den werkgever en den werknemer". De heer Flereon «on zioh bepalen tot de vragen: I» in t algemeen het bestaan van Qeng wensoheUtk: Wat is gezag; u gezagbestaanbaar naaitwer* keiyke vrgheid, en wat is de leer der antkevolutionaire party ten opzichte van het gezag van den Staat? Terwijl in onzen ttid zoovelen van het begrip gezsg zich zoo afkeerig gevoelen ter wyl het met-geiooven op gezag «au de orde van den dag is, wenwht de neer P. daartegen op te komen. Zonder gezag is wan vrühéW niet denk baar. Overal, ten alle tyde en onder alle vr r men wordt gezag uitgeoefend. Doch men behoort te onderscheiden. Er is tedelyh gezag, dat tot vrij heid leidt, en er is niet-zedelyk gezag, dat leidt tot dwang on onvrijheid. Het eerste berust op de geestenjke meerderheid, het tweede heeft met de zedelijkheid al» zoodanig niets te maken, is niet onzedely'k in zich zelf, maar berust op physieke kracht, op dwang. Met groot talent werden voorbeelden gekozen tot illustratie. De geestelyke meerderheid open baart zich in het feit dat het gehoor wordt ge boeid door eene redevoering; het gehoor wordt door kracht van redenen, door pbysieken dwang er toe gebracht den spreker te volgen en zich door dezen te laten overtuigen, De phyaieke meerderheid, het nietiedelyk gezag vindt men by den politie-agent, maar pok by rooven. Het zedeiyk gezag zal niet alleen thans, maar nooit, onnuodig worden. Het bestaan daarvan i» het noodzakelijk uitvloeisel vau de beperktheid dor menscheiyke natuur. En ouk hot niet-iedelyk gezag zal nimmer geheol verdwyneu. En dit ia gotd, mits het zijn grond vinde in het eigenlijk zedelijk gezag. Waarop nu steunt dit? Op de ordening Gods door alle anti-revolutionaircn erkent, welke onge lijkheid der menschen wil. Dit openbaart zich overal, ook in den grond waarop het staategezag bteuut. De tegenwoordige staat i» reed» .eeuwen oud, geen ooggetuige kan bewijzen dat hy steunt op een contract. Evenmin vindt hij zün rechts grond in den vu.kswiL Deze zou zyn de wil van do helft plus een van een zeker aantal menschen, en die wil behotft uitt htt uitvloeisel te zyn van ftr.cstdykc meerderheid. Slechts dan heelt het staatsgezag een goeden grond, als de staat boren do metjschen i* geplaatit, als hun geestelijk meerdere. En dat U hy inderdaad op velerlei gebied, lo. omdat de staat, bet werk vau eeuwen, veel meer ondervinding heeft dan de enkele mensch, o. omdat hij een blik heeft over het gehcclo lutid, terwyl de enkele mensch slechts i een beperkt deel kaïi overzien. En ten 3o omdat du etaut eene eenheid is. Overal nu vaar aan eeubeid behoefte is, kan de staat beter optreden dun het op zich zelf staand individu. Van daar dat een ieder het goedkeurt dat do staat zorgt voor veidediging en waterstaat, voor postery en rechtswezen, enz. Evaumin als aan den staat kan aan iemand het grzag worden gegeven, 't Is do groote fout. van de Franschen dat zij dit niet in het oog houden. Men kan alleen het gezag erkennen. Van daar dan ook dat bu ons de titel des konings by de gratie Gods' wel degelijk eene goede betcekeuis heeft. Het gezag van ouzeu koning rust pp het geestelijk. gezag, dat hij ontleent aan zijne voorvaderen. Ue Koning zelf kan daaraan nietd doen", zyu gezag is hem niet opgedragen door ons, of door liem zei ven. I!y dit beslaan vun gezag speelt vooral de traditie een zeer groote rol. Met die traditie mag, maar kan ook niet worden gebroken. Hoe kan nn het gezag leiden tot do vrijheid? Op vierdorloi wijze. In de eerste plaats is het noodig het gezag to erkennen. Dit is reeds eeue daad van vrijheid, die niet mogelijk lf, wanneer men .zelf niet reeds een vrij hoog standpunt in neemt. JÜoor die erkenning verheft de mensch zich zjikV wordt hy krachtiger en meer vry. De bewering .dat alle meuscheu gelyk zyu U onwanr. l'iersou doukt by hot hooren daar>an steeds aaa het gezegde van een eenvoudig man, dio hem in deu tijd waarin hy zelf de gelijkheid niet ont kende, vaak toevoegde een kalf kan niet togen eene boo bulken." In de tweede plaats leidt gezag daar tot vrij heid, waar zy aio Let door hunuo geestelijke meerderheid knhnen uitoefenen, er steeds op uit zijn zicli mi t tig Ie maken voor de maatschappij, voor het lagere volk iu 't bijzonder. Die veel voorrechten gcuiot, heeft ook vele verplichtingen, en mag eist als ccn duodcter" vadsig neerzitten. Iu dit opzicht gctft Engeland, met mjn krucbtig opUcdeudu arutcciatio ecu uitnemend voorbeeld. In de derde pLuits zijn. vrijheid en gezag nauw niet elkaar verbor.dta, waar ieder op zjne beurt in de- gelegenheid kan kóiurn gezag uit te oefenen. Dit ia gelukkig hij otis wel het geval. Daardoor wordt de bettekctis van het gezag beter begre pen. Alaar toveus volgt hieruit, naar des heereu i'iersous meoniug, dat het vi-y dwaas i», zoo zeer aan t o dringen op algemeen stemrecht als men heden ten dage ziet gebeuren. De auti-revolutiomiire richting heeft, ook zonder algemeen stemrecht crooten invloed gekregen, dank zy hare geestelyke meerderheid. Ditzelfde versehynsc-L doet zich voor by de Katholieken. Het komt er slechta op aau do gecitulyk meerdere te zyu. Dat do anti-ruvolutikinairea dezo los betrachten blijkt, uit de wijze waarop zij hun geld overheb* ben voor de by zondere school. In de vierde plaats eindelyk is het gezag de bron van de vrijheid, omdat het uit den aard der zaak beperkt is. Slechts dat van God is on beperkt. Daaruit volgt dat de staat zich bcmoeie met waterstaat on verdediging, rechtswezen en postery en dergclykcn. Maar laat hij niet komen op het ftebied van wetenschap oi kunst, van godsdienst en opvoeding, van handel en armen zorg! Bovenal niot op dat van ondcrwy». Dat do staat een slechte ondevwyzor is, blykt immer» voldoendo nlt het feit dat de vetten (op dit stuk) hoe langer hoe slechter worden l Daarom i» het een onrcdelyke cuch dat men den staat zou geUoorzamon, wanneer hy alle» een bepaalden godsdienst wil opdringen of allen zonder onderscheid wil dwingen in eene richting. In dezen zin zUn de anti-rcvolutionairen revolu tionair. Zy ontlcenen hun naam aan hun verzet tegen de beginselen der frantohe revolutie van 1789. Zy teekenen verzet aan togen het niet er kennen van eenig gezag. En dut was het groote kenmerk der fransche revolutie die niet den Staat eene bepaalde plaats wilde aanwijzen, maar hem Sihcel van het tooueel wilde doen verdwenen. o anti-revolutienairen erkenntn den Staat, in eoover als hy con noodzukoiyk uitvloeisel is van de ordonnantien Gods. Wat zy slechts immer en met nadruk den staat zullen voorhouden b: dat hy zyn gezag niet misbruike, het niet over alles uit breide. Want wie waariyk gezag wil uitoefe nen moét het spaarzaam gebruiken. Nadat op bovenstaande wyzo gehraideld was over bet zedelijk gezag, kwam na dn Pauze het niet-zedelyk gezag aan de beurt Wanneer, zoo vroeg de heer P,, wanneer het zudelijk gezag niet gemist kan worden, mag dan ook atoang gebruikt worden, om het te handhiven ? Ja en neen; dit hangt af van de instelling waarmede men te "doen heeit. De Staat mag wél, de kerk geon phvsieken dwang uitotfenen. ? De kerk, de wetenschap en de kunst worden door dwang niet vooruit, maar achteruit gebracht Dij de kerk bohoort tueht, maar physieke kracht moet, volgen» de leer dor anUrevolutiooairen, bitten ipel Moren. Daarom geen brandttapesl meer. Inttuiohen hond* men in liet oog dat de dwang alleen dan moet worden uitgeoefend, wasntesi ?onder dat het gezag «heel verdwenen zmde. Het is eene grove onbillykheid dat de liberale» H steeds doen voorkomon alsof de antirevolnt onairen niet van dwang af keerig zBn. Te mee» daar zjj uit het bedende.Program" het tegende4 kunnen leereu. Dat de uberalen de hoeren Pi»» ?on en partygenooten M] voorkeur «ekriealen1' schelden, w^t hoe weinig af| het itandputtt van hun tsgenstanders kennen. De gemeent* beheerscht den predikant, en niet omgekeerd, em dit zon toch zoo moeten zfio, ware de naam dericaal juist. Uit niets bhjkt dit duideblker dan uit art. 20 van het Program, dat verbiedt «ek Staatskerk, hier te lande of in IndieV onder wat* keu vorm of welken naam ook. De leer der Ge reformeerden is: des mensehen zaligheid hangt alleen af van eene daad van Gods «ouvereinen wil." Daarmede is de instelling eener Staatskerk niet te rgmen. Trouwens, ook art 8 van het Program leert dit, waar het uitgaat van het denkbeeld dat de Staat wel gebonden is aan Gods wil, maar alleen zooals deze zich openbaart langs den weg van het geweten der overheid»personen. Dezen hebben dus, zonder tnsschen* komst eener Staatskerk, onmiddellyk God» wit te vcnvezeniyken door hunne handelingen. Wan* ne;r nu intuuchen de Staat dwang zal uitoefe nen, dau moet by onze geestelyke meerdere zyn. liy moet derhalve op een beginsel «leunen, waar* uit deze eigenschap logisch voortvloeit. En na vraagt Pierson: dit beginsel, ia net de Volkswil?. Immers neeu: ccn Staat die daarop berust is een rooveratoat, Moet by dan steunen op het atheïsme? Dit nog minder. Atheïsme toch is niets, is eene negatie. Dau eindelijk op het uiilismt, op de leer dat wat nuttig i», ook recht is ? Ook dit niet Het auti-revolutionair programma zegt: D* Staat moet stennon op (ïodt woord en zyn eeuwi ge beginselen. Nu blnft evenwel de vraag, op welk deel dan van dat Woord, het antwoord hierop ia eenvou dig. Op de 10 geboden. Deze toch zijn de door God zelf gegeven wat. De 10 geboden ayn of gemaakt door God, of in elk geval 3000 jaar ge» leden, door Mozes. Wanneer men nu ziet hoe korten tyd de wetten van onzen tegenwoordigen tyd het uithouden, (in deze eeuw hebben wy reeds S schoolwetten gehad; want de 3e ia reeds byna versleten), en in 't oog houdt dat wy hoogstens wetten vóór ons eigen volk, niet voor anderen, kunnen maken, dan zouden du X geboden moe ten zyn gegeven door een nienscli met zulke boveii-menschelyke eigenschappen, dat Piereen zich hem niet denken kan. Jbrgo: niet van een memcli, derhalve van God. Hoe zouden zy andere zulke meesterstukken kunnen zyn? Dat de men schen dit trouwen» gevoelen blykt uit het feit dat hun geweten onrustig is, bij het overtreden van_ten dier heilige geboden. Welnu die X gebuuen behooren, meer dan tot nu toe, to worden erkend en den grondslag te vormen van het staatsgezag. Dit is mogelyk.iu zoover als de staat juist van 5 daarvan (n.l. het De Ce To &c eu 'Je) de navolging door dwanfr kan verzekeren. Ehulelijk weid mot voorbeelden uiteengezet hoe de staat in v clo .opzichten werkelyk ook uu nog de X geboden in t oog houdt en op welke pttn>ou hij dit sterker behoort te doeu. Hoo meer hy naar dit laatste streeft, des to krachtiger zal de bcstaanbaarheid van gezag naait vry"heid blykcn. Laat een ieder blyven binnen zyne eigene grenzen, laat eeu iedsr zijne rechten kennen, maar daarby ook zijne verpUchtigen voor oogen hou den! Dat de X geboden uieer uog in eere komeu en dan zal .Nederland, op God steunende, eea viy land z^jiien bUjvenl ?NAMEJf VAN STftATEN EN GRACHTEN. 't Is jammer, dat bet stelsel, waarnaar de namen aan do nieuwe straten in de steeds zich uitbrei dende groota nedtriandsche steden gejreven wor den, zoo weinig regelmatig en volledig geformuleerd werd, eer men het toepaste. Is er iets onredelijkere dau, in een vlaag vau dankbare welwillendheid, twee derden van den ouden noord'-! ijken buitenkant" onzer stad den naam van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik by te leggen. Het is de IJ-kant: dat men dus onzon Zoeofticier vau ko:vnklijk« bloede tot patroon stelt over een deel daarvan hinrmeó kan men vrcdrt hebben: maar dat men in 't geheel de ge denkschriften der Anisterdamsche Admiraliteit en onzer Koopvaardij niet opgeslagen heeft, om te zien, of wellicht nog andere namen uit de waei cld der zeevarenden aanspraak op dorgclyke onderscheiding hadden i? betreurenswaardig. ? De Marnixkade beslaat de geheelo westelyke en zuid westelijke schans der stad; do Nassaukade heeft geen einde. Dat i» niet rationeel. Welke bizondere betrekking bestaat er tusschen Amsterdam en den Heer van bint Aldegondc? Men bad die gracht even goed Egmont-en-Hoorne-kade of Montigry-kade of, per varios casus, Hertog-van-Alva-kade, kunnen noemen. I» het omdat sommigen zeggen, dat Marnix het Wilhelmus gedicht heeft, de poëtische' apologie vanden Zwyger, die nogen tienden onzer beschaafdste Nederlander» nooit gelezen hebben, een volkslied (!), waarvan niemant een koepiet zingen kan, waarvan men naauwiijks de wy», ontleend aan een jarhtlisd van Karel den Vijr'ite, kan opdrcunen? Is het om dat Marnix de Bt/tneorff heeft geschreven? Laat.men hem als' zoo danig liever in Utrecht of Dordrecht huldigen. Nassankade past kwaiyk in het systeem. Wij hebhen de lieerengracht ter huldiging der Hreren" de oude Regenten;- de Keizersgracht, om liet keizerlijk wetboek, waaruit tyden» de repu bliek nog recht gesproken werd, en om de kroon van den Koomsch-kouing, die men keizerlijk afbeeldt: de Princengracht, om dat Amsterdam . van oordeel was, dat men ook aan deu Prins wel een beleefdheid mocht bewijzen. Behalve deze, Princengracht hebben wy nn (opdat Atn-terdom ? toch niet vergeten zou, hetay den eoup d'état van Blanrits in 1018. hetsjy dat het de Stadhouders altijd in de wielen heeft gereden) ook oen Stadhouderskade. Maar ook dit was niet genoeg, en in plaats van' het ingel zyn naam van Koning/gracht te-rug te geven, heeft men een. kompLlm*nt aan het Hm» van Nassau willen maken, door onze Weit- «n Zuidwestgiens diiar naar to noemen. Orauje komt er slecht af, met ?ijn zedigo Oranjestraat. . Dezer dagen had de Heer Wethouder Bergima het gelukkig denkbeeld om de «traat die van het uokin naar het nieuwe plein, vooi raalig Spul, loopt den naam van Bind- of Beiidwykerstraat ?te geven, om de oude herinnering der bunrt aan het Oi»otlnivqnartier (e blyveu verbinden.' De Vroede" mannen hebben zich hier echter'. niet. mee veroenigd. Ze noemen het il-un en deze straat gezamendiyk htl &pui. Die dus woont In de straat tussohen Kalverttraat en Rokin, woont o» het Spui; want i'« het Spul kan (om de beteekenis van het wqord) niet goed gezegd worden; men «oüaan een drenkeling denken. Dat is zeer jammer: want het volk voelt zoo goed, waarom men woont op de Loidschestraat (hoofdweg naar de poort) en in de Kalvflrstiaat eng ea besloten; op den Nieuwendyk, ftp de Noordermorkt, aan den Buitenkant. Denken en voelen zyn zeer aanbevelenswaardige fnuktita voor Vroedschappen en dergeiyken. 12 Jan.'83 Alb. Th. l- i ?'i. i" i m

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl