Historisch Archief 1877-1940
il
?i \'%
?: v*
*:'J
j.'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR
laten handelen, mtt Frankrijk op den beiten voet
verkeerde en geeo plan had te Tripoli
verovering«n to maken.
De haliaaniohe consuls doen van zich preken.
Thans heeft weder die te Tunis hevige
ouaangeaaamhedon gehad met de Fiansche autoriteit
alduur. De «aak a nog niet geschikt.
In Spanje gaan steeds de anarchistische onlusten
*oort. Het geheele land it in onrust. De hoofd
punten der beweging ztin behalve Xeres, ook
Madrid «n Baroeluna, In het Zuiden van Portugal
il mede eene vertakking ontdekt
In de Spaaiuohe Kamer legde de minister van
financiën ae begrooting over. De ontvaugiten zijn
796.488 peseta's hooger geraamd dan de uitgaven.
M de bejfrooting voor buitengewone uitgaven be*
dVagen de ontvangsten 6,603,654 p. meer dan de
uitgaven. Blyft te dekken; voor de conversie der
3 pCt Biuuenlandsche schuld en spoorweg-obli
gaties peseta's 12.014,800 en voor de conversie
der 3jpOt. Buitenlandse!* schuld 60.981',860 pese
ta's. De minister «egt, dat de dienst 1882/83 een
overschot sal opleveren van twee millioen. De
minister van openbare werken tpreekt tegen, dat
^ene leening voor «on departement zal gesloten
worden. In het budget der gewone uitgaven is
d* volledige betaling van den coupon der 4 pCt.
schuld begrepen.
GriekuuiHuU leed een verliet door den dood van
den verdienstelijken staatsman Kouruoundouros.
Rusland verloor zijn giijzen rijkskauselier, Gort'
schakoff, die op 82-jarigen leeftijd nog door
phosphorus vergiftigd moest sterven. Eeu ander
rjissisoh oud-minister, MakofF, bracht zich zelf oin
Bet leven.
Be Forte had in don Libanon onaangenaam
heden met FraökriJk, en gag zich genoodzaakt
Karen gouverneur aldaar, Rustem-Pucha, terug
te roepon. 2{jn opvolger is nog niet benoemd.
Allerlei.
De reconstructie van het ministerie-Van
L\jnden ii mislukt; het optreden van een
KabinetHeemskerk is onmogelijk gebloken, zelis aan de
weinigen, die nog aan de mogelijkheid geloofden.
Donderdag heeft de hoor Van Lijnden aan de
Eerste Kamer meegedeeld dat een staatsman
buiten het ministerie met de samenstelling van
een nieuw Kabinet is belast.
Het kostte den premier moeite het te vertellen.
Het een zichtbaar gevoel van smart sprak by
over het laatste wetsontwerp, dat h\j
waarschyul|k tou verdedigen.
Maar zoozeer was hn toch niet aangedaan of
fajj wierp den heer Gleichman eenige nydelingsehe
ierwüten naar het hoofd en wreekte siich op
fibrdyk door ronduit te zeegen, dat deze er de
schuld van droeg dat zya bvlastiugplauuen niet
reeds bij de Kamer waren.
Men zal het hem zeker vergeven, dat bij in
ayn niet te verbergen spijt zichzelf aog eens op
één voetstuk plaatste eu anderen critiseerde.
Dit onschuldig genot zal niemand hem mis
gunnen, ?'mits hy slechts niet verlnnge dat men
er een rechtvaardiging in zie van zyn veronge
lukt tweedo miuuterie.
Mr. J. Heemskerk Az. is dan toch nog eenmaal
als politiek man herrezen.
De heer Van LQcdcu wist hem door den Koning
te laten ontbieden, ? misschien wel met de be
doeling om, als zijn missie was mislukt, te kunnen
verklaren, dat er geen anderen uitweg meer was
dan eeu Kabinet-Van Lijnden III.
De rayn is verkeerd gesprongen,
Wel heeft Heemskerk by nl zyn oude vrienden,
bij alle eerzucutigen van do rechterzijde en bij
alle door hem gepolste conservatieven,
antirevolulionaireu, katholieken en liberalen het
hoofd gestootcn, zoodat hy wanhopig de beken
tenis heeft moeten afleggen, dat hjj overal aan
geklopt heeft, maar nergens ia opengedaan, ?
doch de Koning .heeft daarop nog eeu anderea
uitweg gevonden dan die van den heer Van Lijnden.
De neer Van Rees is met de samenstelling van
een nieuw ministerie belast! j/?
Juist wat de lieer Van Lijnden totaal overbodig
rekende.
De heer Pynacker Hordijk verscheen Woensdag
en Donderdag nog eren in de Eerste Kamer.
Vroolijker gestemd dan ooit te voren.
Men kun 't hem aanzien hoe gelukkig htf zich
gevoelde in het hcerlyke vooruitzicht van terug
te koeren, naar het stille studeervertrek.
Of was zy'u uiterlijke tevredenheid de afspiege
ling van de innige zelfvoldoening, o.ver 't wel
slagen van zijn proces tot zuivering der politieke
atmosfeer?
't Was hard, bitter hard, dat de heer Van
Lfinlen in den laten avond van zij a politiek bestaan
ipg een lesje in de parlementaire
welvoegeljjkieid moest ontvangen.
; Do heer Van de Putte kwam er tegen op, dat
Ie minister de lecningswet meer bestreed dan
,'erdedigde, om-de daarin gebrachte wijzigingen,
vaarin hy toch geen aanleiding had gevonden
om de svet in te trekken. . ?
?Ik heb mijn bezwaren meegedeeld," ant
woordde de minister, maar de wet is onmisbaar;
hut geld moet er zijn, al ia de wet slecht."
Dat WHS nu Van Lyudens politiek.
B.ginselen: byzaak.
Overzicht der Per».
OXZE DAGBLADEN.
De mtnistei iëele crisis is een stap tot haar op
lossing genaderd. Nadat verschillende geruchten
hadden geloopen over een reconstructie van. het
Kabinet-van Lijnden, kwam het meer definitieve
bericht, dat de heer mr. Heemskerk, het welbe
kende hoofd van het conservatieve Kabinet van '6C
met de opdracht was belast. De pogingen door
hem b'J onderscheiden personen aangewend moch
ten echter niet slagen, en hij zag zich verplicht
de opdracht neder te leggen. Daarop werd Mr.
O. v. Rees, Voorzitter der Tweede Kamer,
tiitgenoodigd zioh met Je samenstelling te belasten,
? sen tutnoodiging die door hem werd aangenomen.
Da beschouwingen in den loop dor week dooi
de verschillende maden ten beste gegeven, verlie
zen door de voorloopige oplossing' veel van hun
gewicht. De meeste kwamen hierin overeen dat
iet Kabinet- Van Londen zich onmogelijk bod
ge. maakt of althans onmogelijk geworden was; dat
bet optreden van een nieuw liberaal Kabinet het
meest waarschijnlijk was te achten; en dat oen
spoedige oplossing zeer in 't belang van bet land
zou zgn. l)e zeldzame verrassingen, die
ministen'eele crisissen somwijlen met zich brengen, waren
echter oorzaak, dat men in zijn oordeel niet al
te stellig was.
De voorloopige oplossing doet het Ham?, den
wensch uiten, dat dia heer van Rees een krachtig
Kabinet tot stand zal brengen en de liberalen
hun persoonlijke veeten en geschillen zullen ver
geten. De Stand, verheugt zich, dat althans
Mr. Heemskerk weder van de baan is, maar doet,
naar aanleiding van eenige mededeelingen van
on* Dagblad, uitkomen, dat de heer van Rees er
in zal moeten slagen de Kappeyciaonsche club
£e contenteeren,
De Arnh, C*, nam de gelegenheid, die de crisis
'aanbood, te baat om een beschouwing te wijden
ton de inrichting van ons kiesstelsel "en de Vraag
,; fe bespreken op welke wijze het parlementaire
, stelsel in de omstandigheden, waarin ons land
, verkeer^ behoort te irorden ingericht ; of men
; vertegenwoordigers wenscht van het land In do
i Kamer, om mef !,de regeering mede te werken,
dan w$ een krachtig, geheel op zichzelf staande
mnementure rtgeenng: ? De Standaard nam
onze Eerste Kamer A faire en wees op de nood
zakelijkheid om haar U veranderen. Wil mea
dit doel bereiken dan moet op de Provinciale Sta
ten worden gewerkt Zy moeten om. .Ons Volk"
? wjj gebtutken bier de woorden in den «n dien
?e Stand, er aan hecht, ? zal echter nog een
?jaar of 10 geduld moeten hebben, zelfs bff ern
stige en goed volgehouden pogingen.
Het Vaderland besprak het Muntstelsel ra
deed zich daarbij niet kennen als een verdediger
van het middel d^or den Minister van Lijnden
aanhangig gemaakt. Mede wijdde het blad naar
aanleiding der beslissing deae week door de Frov
Staten van Z.-Holland genomen, een beschouwing
aan den waterweg van den Hollandschen IJse.
naar de Oouwe.
Voorts zette prof. Opaoom er in 't Bdbl zijn
beschouwing over onze Grondwet, naar
aanleiding van het werk van prof. Buys voort, en
deed Mar$ uitkomen hoe krachtig het
voorstelSebefiel ? m zake de beperking der verdediginj
van het land tot Amsterdam ? dcie week in de
vergadering dor Voreeniging ter Beoefening van
Krjjgswetetischap te Den Haag werd aangevat.
De Tijd gaf wederom eenige belangwekkende
beschouwingen over de buitenlandsche ? meest
Fransche ? politiek, terwijl De Maasbode haar
reeks van artikelen over ?Vrijhandel of bescher
ming" voortzette en hot Solt, NU. een be
schouwing over ?Eergevoel" te berde bracht. De
Wertmansbade gal' eea tweede en laatste artikel
over ?begrafenisfondsen."
EENIGE KANTTEEKEXINGEN OP EEN
STUK OVER VOORUITGANG.
Aan Mej. Etisc A. Ifaighton.
De ffoschiadenis is zeer zeker Icerryk, maar ol
allen dio dit zeggen en herhalen, er inderdaad
leeriag uit trekken, dat is zeer de vraag.
Is het bcsto middel, om een goed pessimist to
eijii, ccn slecht historicua te wezen, optjmisme is
in nog hooger mate geschikt, om weinig nut te
trekken uit de geschiedenis. Optimisten toch flad
deren meestal over de o vervlakt e heen, nemen
den schim voor het wezen, en zy'u gauer met alles
klaar. Pessimisten dringen meestal iets dieper
door in hot wezen der dingen, en zoeken meer
naar de oorzaken der verschijnselen.
Onder pessimist verstaat gy iets anders dan ge
woonlijk geschiedt. Dat is uiet weuschely'k met
hot oog op spraakverwarring. Een pessimist zal
niet liever van da'ig dan morgen ee/n revolutie
zien losbarsten. Want hy meent dat bet kwaad
zich hoogstens verplaatst, maar niet wordt op
geheven.
De vraag loopt echter hierover: zijn er gegevens,
die ons recht geven tot de meening, dat wij voor
uitgaan V Is de toestand nu beter dan voorheen?
Ik zou niet graag behoeven aan te toonen, dat
wij in de lantsto jaren zün vooruitgegaan; gü
maakt n echter heel gemakkelijk van de zaak at,
door den tegenspreker op te roepen, het bewys
te leveren van 't tegendeel. Zeker, er werd vroe
ger veel geleden, maar het zou geen moeite kosten,
om tegenhangers daarvan te leveren uit onzen
tyd. Indien Danto onze fabrieken gekend had,
hy had diu kunnen teekenen als de hel. Nog
steeds wordt het volk behandeld niet als mensc/iew,
maar als iraarddouec dieren. Tweeërlei soort van
machines zyn er tegenwoordig, namelijk: de ijze
ren machine en de vleeschmachine-meusch, beiden
deelen vaa den inventaris des fftbrikants. Wordt
er verbetering vercischt in de ijzeren machine,
men getroost zich daarvoor de kosten. Eveuzoo
toet de vleeschmachine. Voldoet de machine ter
productie (raensch) niet meer aau de eischen van
oen tyd, men voegt er zooveel aan ontwikkeling
by, dat dit bezwaar verholpen wordt. Zietdaar
de mate van ontwikkeling, die ten deel valt aan
do arbeidende klasse en aio overblijft na het ver
wijderen van de gewone praatjes vau ontwikke*
ling enz. Is dit nu vooruitgang'?
In den regel beoordeelt men de zaak onjuist.
Zeker, de arbeiders hebben tegenwoordig allerlei
dingen, die vroeger zelfs weelde waren voor den
rijk«, manr dat ts geen zuivere vergelijking. Men
moet de vraag aldus stellen: gegeven de arbei
dende klasse een eeuw geleden en daarnaast de
andere klassen, iu dien zelfden tijd, was toen de
klove dieper of minder diop dan zij is tusschen de
arbeidende klasse en de ovcrire klassen der
maatsifbappü van nu r1 Laat de gegoede burgerij do
inrichting van haar huis, haar levenswijze, enz.
eens vergelijken met die liorer grootouders, welk
een hemelsbreed onderscheid! En uu zou ik wil
len vragen: is het onderscheid tusschen het huis*
houden van den arbeider nu en dat zijner groot
ouders in evenredigheid even groot?
Ikzouraecneu, dat de klove uu dieper is, het onderscheid
grooter. Waar blijft nn de vooruitgang voor de
arbeidende klasse? Betrekkelijk zijn ze dus ach
teruitgegaan.
Och, hoe fraai klinkt het: ?op verstand komt
het aan!" Maar hoe komt hot dan, dat de
verstandigen zoo zeldzaam vooruit komen? Neen, de
oude spreakdichter had gelijk, toen hij reeds als zijn
ervaring kenbaar maakte: wysheid is goed, maar
met een erfdeel. Dus wijsheid is goed, als er een
zak guldens bijkomt. Verstand is slechts zeer
zelden de voorwaarden, waardoor de mensen het
ver brengt in de wereld. Andere eigenschappen
moeten bet doen, meestal vau laag allooi. ?Nog
altijd komt het neer op dit éóne beginsel:
Dwingt wien gij kunt, kruipt waar ge moett
Eerst slaaf ? en dan tyranr
Vroeger kon men misschien lomper de wereld
vooruitgang aan, maar in het wezen der 'zaak is
het uiet zoo, is het verandering van vorm en niet
van wezen
Zeker, de ontwikkeling der arbeiders laat veel
te wcnschen over, maar aan wie n de schuld'? De
meerderheid groeit in 't wild op. Leerling wezen
bestaat by ons niet, behoorlijke opleiding in een
vak komt niet voor, de mate van ondorwyt waar
mede de meerderheid wordt afgescheept, is zoo
ireiuig beteekenend dat het niet veel moer dan
nul; is ?'maar kan daarvan den arbeider eon
verwijt worden gemaakt, verstoken als hij is van
eiken invloed op den gang van zaken? Den sla
ven een verwijt te maken, dat zij slaven zijn, na
dat eeuwenlang een elavengeslucnt is opgekweekt,
noen dat gaat niet aan. L venzoo is het met de
vrouwen, evenzoo met de arbeiders. Door het
misbruik, dat meer bevoorrechten maakten van
hun kracht of verstand, is het volk verstompt nn
nadat het eeuwenlang verstompt is, wordt uit die
verstomping eea argument getrokken, om het
volk te laten zooals net is; ? dat was en is de
gewone tuktiek van «He regeeringen, om zelven
te bleven heersenen, pet anderen die handelwijze
iu bescherming nemen en verdedigen, ? dat acht
ik opk geen teeken van vooruitgang.
Natuurly'k warea allé arbeiders bekwaam en
verstandig, begrepen zy' allen hun belangen, de
onderdrukking, waaronder zij gebukt gaan, zon
geen dag duren, maar in zooverre U het werk
der onderdrukkers geslaagd, dat het volk is af
gestompt en uitgeput en daarom ?berust nit
zwakte?' Noemt men dat vooruitgang; ja dan is
er sprake Tan grooten vooruitgang!
G{) komt er tegen op, dat gebrek de oorsprong
zou wezen Van dien slechten toestand, en vraagt
of d* arbeider al voldoende deed en doet om zich
en zijn gezin op te heffen. Maar gQi cjjfèrt de
ekpnomisehè. verhoudingen weg', en töcB de«v
zjjn de hoofdzaak. Elke nieuwe machine, maakt
eenifre personen overbodig; de sterke verdeeling
van den arbeid is oorzaak
beiden maar ?rokken, wn:
alleen, bruikbaar sffa' fotf e«t,
eea vak, maar die das te eerder ten prooi * _
aan ellende of wel zioh moeten overgeven op ge
nade of ongenade aan den werkgever, die zeer
goed weet, dat de arbeider slechts bruikbaar iiog
enkele plaatsen. Kan hij daaraan iets veranderen*
Stond de bekwame werkman, die zijn vak kende,
in de Tcrige eeuw niet veel onafhankelijker
tegeno ver de maatschappij dan de bekwame werkman nu?
Prullen en stumpers gaan dik w$jls voor en zy'anoj
bruikbaar genoeg, waar aU sich|aanbieden voor min
der geld. Het ofjakkeren, het aangenomen werk, het
op stuk werken ? niet ten onrechte stukwerken ge
noemd ? maken, dat bekwaamheid veel minder
waard is dan handigheid. Laat de bekwame ar
beiders hieromtrent maar eens getuigenis afleggen.
Misdaad en prostitutie zjjn aan armoede zoc
van lichaam als van geest toe te schrijven. Uit
vrees dat ik te lang woid, moet ik my bekorten,
anders zou ik daarvan bewy^en kunnen aanhalen
van mannen, die dit onderworp speciaal
beatudoeren. Hoe komt hot anders, dat het grootste
aantal geprostitneerden voortkomt uit die takken,
waarin de loonen het laagste zyn? De industrie
is de vooraadschuur, waaruit de prostitutie
gerecrureerd wordt, en naarmate de industriè'ele be
weging aan jacht op het geld deelneemt, naar die
mate wordt dat magazijn gevuld. Ducpëtiaux
noemt de prostitntie het supplement van het loon.
GÜ «ijt geneigd te geloovcn, dat er geen geluk
kiger stand in ae maatschappij is dan de dienst*
bare stand. Welnu, neem de proef op do som
geloof zonder werken is in dezen dood. Gemak
kelijk kunt gij dau hit grootste goluk smaken en
wie zou niet graag gelukkig zgn? Maar hebt
g\j dan nooit medelijden gehad voor die arme
zusters, die eigenlijk dag en nacht in dienst zjjn,
die het voorrecht bobben weggestopt te worden
op den dag in een keuken en 's nachts op een
zolder, die de voetvccg zün van meneers grillen
scu van mevrouws luimen? Meiischen, die zelvon
teeds uitgaan, maar klagen over het oeuwign
uitloopen der meiden, vergeten dat loeringen wek
ken, maar voorbeelden trekken.
En aan welke verzoeking staan zij niet bloot
op straat, in huis, ja overal. Voor fatsocnlyko
meisjes is het haast ondoenlijk om op straat te
gaan. Als de keus gegeven wordt, om op
gemakkelyke wijze en met voldoening van allo
begeerten te leven, gekamerddoor dezen of genen
heer, dan wel om werkende in ondergeschiktheid
zyn kost op te loopon ? dan is het my zeer
verklaarbaar, dat zoovele meisjes vallen.
Gebrek zou de oorsprong zrjn van de groote
kindersterfte onder de volksklasse. Ja, dat is zool
En de domheid, waarop gy wijst, is reeds een
secundair verschijnsel, een gevolg van gebrek.
Of hoo zij u de armen opgevoed f Is er iets ge
daan om beu te ontwikkelen? Znn zy niet ge
dwongen vroeg wat te verdienen ? Werken is het
parool, en alle gelegenheid om kennis op te doen,
is afgesneden voor verreweg de meesten. De raad
gevingen zijn ook zoo verschillend. Roep twee
doctoren en gij ontvangt tweeërlei raadgevingen.
Het vertrouwen in doctoren is, niet zonder reuen,
niet groot. Me u rangschikt zo onder de kwakzal
vers, de eenen mot en de anderen zooder titel.
Buitendien, aan welke behandeling stnau de
busklanten dikwijls bloot? Waarlijk, (?ij kent de
keerzijde vau de medaille uiet; gij verkeert mot
't volk niet als gelijke, maar als iemand togen
wie het opziet. O, er wordt binnen eu buiten de
muren gezondigd, ik weet het; maar wie kan zich
daarover verwonderen, die ziet hoe het volk op
groeit ? Als een ware paria wordt het behandeld
vau do vroegste jeugd tot op don sterfdag toe.
l» de citroen uitgeperst, voort er mede,
weggaworpen; duizenden .staan klaar om zich weder to
laten uitpersen'
Gy spreekt van eeu wekeUjksche verdienste van
f 14 bif oen dagelijksohen werktijd van 14 uur.
Wie dat heeft, raag van geluk spreken. Maar is
dat een werktijd voor een mensch ? Wat blijft
er na 14 uur arbeid over voor ontwikkeling, voor
menschzy'n? DezoUcen zjjo. werkmochines en meer
niet. Een paard zal men zoolang niet laten1 werken.
Gij wilt bewijzen door enkele verbalen, dat de
zedelijkheid niet lager staat. Maar dau toch
vooral niet hooger. Zulke geraffineerde gemeen
heid van gebloueerde wellustelingen, zulke tegen
natuurlijke zonden als er nu nog gepleegd wor
den, ? eu dat zeker niet minder aan voorheen,
? ze getuigen niet voor uw bewering. De onlangs
overleden Sarei van Pruisen, ? we zullen ons
veiligheidshalve bepalen tot buitenlandsche vor
sten, ? doet niet ouder voor vroegere vorsten l
Waarlijk, wie by bekendheid met het eigenlijke
leven der maatschappij nog durft te spreken over
beterschap, hij of zy is een onverbeterlijk optimist.
Naïef zijn de beweringen dat de werkman ook
verstand kan bezitten, dat hy daardoor kapitaal
zal verwerven en zoo genoeg inkomen kan heb
ben om binnen een census te vallen. Binnen den
tegenwoordigen census? ? Maar die arbeiders moe
ten nog gebakken worden, wutrt als zij het zoover
gebracht hebbeu, dan laten zjj reeds lang voor
zich werken en zien zij toe hoe anderen werken.
Zal algemeen stemrecht belangstelling brengen
en algemeene welvaart? Het eerste zeer"zei:e', en
voor het tweede opent zij don weg. Algemeen
stemrecht kau de sleutel zyn van de broodkast on
daarom moet er de nadruk op gelegd worden. Niet
dadelyk, maar toch eerder aan dat men het niet
heeft Niemand wenacht een staatsomwenteling,
maar als men niet komt tot de noodzakelijke her
vormingen, dan kan zij uiet uitblijven. Wie niet
hooren wil, moet voelen. Haar te betreuren is
even dwaas als te jammeren over hot onweer,
omdat, het iemand schade berokkende. Neen, de
atmosfeer werd gereinigd en dat herstelde het
evenwicht in de natuur. Zoo ook in 't Ie vou der
volkeren. De revolutiemakers ziju zy, die her
vormingen tegenhouden, dus de machthebbers.
Zoo was het en zoo zal hot zy'n!
Beschouw deze opmerkingen als
kanttcckeningen op uw iudfukkcu, want Rij gaafc te velerlei
om alles te weerleggen,
Gegroet door uw medeburger,
F. DOMEL.V NIÉDWEWCTS.
KUNST.
HET AMSTERDAMSCH TOONEEL.
Fauni: Publiek en kritiek. ? Fédora -**?
Salon des Variétèa, ? Dirk de Porder.
Het gerucht loopt, dat de Kaning den wensch
geuit heeft, in.de Kezidcntie geentooneelrtukken
fan Dultschen oorsprong meer to zien vertoonen.
[k hoop niet weinig, dat hot gerucht waarheid
»vat. 't Is koren op mijn molen, en 't zou den
Smaak van onzen vorst eer aandoen zoo een
energiek besluit genomen te hebben. Natuurlijk
wordt hier onder .stukken van Doitschen oor
waarmede de mislukte poëten onzer naburen ?
verhollandscuten, ons tooneel z$p komen
beheerscfaen. Men bedoelt niet de weinige voortreffelijke
werken van Heden, en de te-recht Beroemde van voor*
leon, die Duitochfcnd in-der-daad oplevert, in weer
wil van het antUdraniatische charaktor der bewo
, welke
ner», men baübeK die met, wan
men hier te lande1 over 't hoo
net bek
laar Ee
tallte niet onner z$n veto
ieafj de IsiUel ?<?£?.
jraarlHi over. $ algemeen
m-_ "' mi L__*^' ^-i_ _
_?- slechte
vertolBngQr. Th,-geie'bob»p?i'Mea.ïeeft «r.'"
Biets meer van gezegd dan mea over «Ik ander
stuk m gelijke omstandigheden te berde soft ge
bracht hebBen! En toch was de uftvoerihg van
Faiut een buitengewone, kordate en alleszins een
lofwaardige onderneming. Het publiek verscheen
echter nieten bleef verre van zioh te verdringen langs
de stoelrjjeu des Heeren van Lier. Goed; dat be
wijst o. a. hoe weinig de kritiek de lesws onder
haar macht heeft, hos gering baar invloed is op
de komediegangen van 't publiek. Dit is, dunkt
me, voor een gedeelte hieraan te wijten, dat de
kritiek haar taak niet geheel en al juist opvat
De kritiek onthoudt zich vaak van er fijn en diep
voelende organen op na te houden, da kritiek huist
niet zelden in wat de Beer v. d. Goos zoo juist ?gro
vere" naturen noemt De kritiek is niet warm voor
de zaak. ?dat is de fout. Wanneer «U bewondert
dan bedient zij zich van zulke matige, dikwerf
magere termen om haar geestdrift uit te drukken, ?
dat de goede menigte haar voor slechts tamelijk
voldaan moet houden. Nooit bfjna kent zy het
vuur dat het vuur ontsteekt, de vlam die de vlam
opwekt, die ontstaat in het hart van den beoor
deelaar, ? après tont mensch gely'k de lezer ?
en overslaat naar het hart van deu lezer. Want,
nietwaar, niets is aanstokelijker dan waarlyke
hartstocht, en bewondering, dat is hartstocht( die
natuurlijk, o lettorvitters, door de rede gelouterd
moet zy'n).
Wat is het doel der kritiek hier in Holland,
waaróm wege zij, als.'t geldt eens geestdriftig
te zy'n, hare woorden zoo naauw niet, waaróm zy
ze niet bevreesd er eea zinsnede te veel aan te
wagen, een woordtjon binnen haar proza te laten
staan, dat den lezer een oogeublik misschien te
sterk tegengloeit, hem, wie weet, doet glimlachen?
Waarom? Om dit die glimlach zal verkewen in
den lust de bewondering van den kritikus te deelen,
om dat men zoodoende oorzaken stelt tot komedie
gangen, en aldus tooneelleven opwekt. Men geesBle,
men hekele zooveel men wil, hoe harder hoe
beter, als ons repertoire staat bedorven te worden
of ontcierd door welk dramatiesch prul ook, ? doch
men verkondige luid van de daken zyn aanbeve
ling en zyn lof, zoo de bewondering aanwezig is.
Men zy in 's Hemels naam soldaat. Men vechte
in dienst der kunst. Die vecht, leeft en wekt leven.
Als ik daaraan denk, ? wat prachtig arbeidsveld
voor do tooneelkritiok! De lieden op te winden
tegen de middelmatige on vóór de groote kunst!
Heel een gekrioel te doen ontstaan van Heertjens
en Dametjens nit den fatsoenlijken burgersfaud,
wien de zaken der dramatische kunst belang
inboezemen, die zich daarmee in-der-daad bezig
houden ! In eon woord, ik herhaal, een leven,
een passie te doen ontstaan, ons land een stap
verder te brengen in schooiiheidsliefde, ? als ik
daaraan denk, dan is 't om bedroefd tn worden;
want zoover zyn wij nog lang niet Wij kunnen
er zelfs ter nauwernood op zinnen. Het publiek
slaapt; vóór wij het in eeu wakkere, in een zich
interesseere!)de schare omgeschapen hebben, zullen
nog heel wat hoorns in het Kamp der kritiek in jube
lende en weeklagende toonen te ber*ten moeten ge
blazen worden. En er ontbreken zoo veel jagers! Och,
of we het elkaar instampeu konden: toch vooral
onze organen niet te sparen en ons hart rechtuit
te spreken! Faust ware dan beter bezocht, dau
al dio avonden, zoo weinig aanmoedigend voor
de artiesten, met leêge plaatsen om hen toe te
juichen, /ooals b.v. Woensdagavond, toen ik, met
een Mijnheer en twee jonge Dames naast mi), die
? en dat het zielroerende «oord van Gretchcn
?dat... waren,.. gelukkige... tijden l" hen niet
weerhield!" ? vóór den laatsten akte, den
boeyendsten, vetrokken, ? toen ik nog eens, met
textboek
15 tafereelen hob gevolgd. Ik heb toen allerlei
kantteekeniuRen gemaakt, waarde lezer, met het doel
u er de bloem vau aan te bieden, doch ik zal ze
EU maar voor mij houden tot beter gelegenheid,
want wij verkeeren, hoop ik, beide op 't oogen
blik in een zacht-melancholische stemming, 'die
ik slechts wil afbreken, door uw aandacht nog
maals op Ftdora te vestigen, dat nn Maandag
voor 't eerst ?gaat".
Ik zeg al wederom, dat 't heel en heel mooi zal
zijn, lezer, en ik wed, ? om u aan te sporen, ? dat
gy niot aarzelen zult te gaan. 't Vriest zoo buiten,
gaat u wat warmen aan den schoopheidshaard,
daar ginds. Sardou en Mevr. Frenkel, ? 't is geen
kleinigheid. Ecu overweldigend stuk is Féaorn,
vol ontzaglijke passie, hevige scènes, zoo uit het
aktueela leven gegrepen,
Do Heer de Groot slijt zijn uren ondertus;chen
ook niet in ledigheid. Hij monteert k Bigaine vau
X. de Mpntépin, door Peypers bewerkt. Zijn ver
dienstelijkste kunstenaars en kunstenaressen ver
vullen de hoofdrollen, terwijl het geheele perso
neel medewerkt.
Deze onderneming van den Heer De Groot moge
met een druk bezoek begunstigd worden, dat hem
een blijk er van zij, met hoe weinig onverschil
ligheid men hem als direkteur van den Salon
ziet abdikeeren, met hoe een hartelijk vaarwel
men afscheid van hen neemt. Vooral is het niet
te hopen, dat de heele Salon ophoude te bestaan,
want in het voordeel der kunst en van ons volks
bestaan is dit gezellige lokaal zeer wel te ge
bruiken. Do kluchten van Breerö b. v. halden
ste-ds lang daar, zij 't in nieuwe omw'erkiug,
een vertolking moeten vinden. Maar daar praten
we later nog wel eens over, wanneer wellicht een
nieuwe direktie de leiding m handen neemt, van
literaire syrnpathiün vervuld.
Voorloopig ecjiter wenscb ik Xavier de
Montóping De Minnares van den Alchimist stijf bevolkte
Balen tóe, wat zou ik anders, sinds Busken Hüët,
hy', de meest kritische ziener onder ons, zich ver
waardigde ccn hoek van do Montépin te vertalen,
genaamd de Komng der Eeuw?
Arnt. 17 Maart, '83. T. DeysseL
LE TRIBUT DE ZAMORA.
Men schrijft ons nit de residentie:
Dat de BTaagsdhe Opera sedert do heer van
Hamme aan het roer kwam, veel is vooruitgegaan,
stond reeds lang vast in do openbaro meeding;
maar die overtuiging is nog versterkt door de
opvoering van Góuuods jongste opera ?Le Tribut
de Zamora." Een directeur is uit den aard der
zaak nidt altjjd even gelukkig in de keuze zy'uer
artisten: hij U daarbij vantalvanomstandigheden
afhankelijk, en ook hier is toeval of geluk een
groote factor. Niemand zal het in zyn hoofd
irijgen het tegenwoordige opera-personeel ?hors
Igne" te noemen, maar welke riemen de heer
van Hamme ook heeft, tey weet daarmee uitstekend
te roeien. Er zit gang in de machine, die hy be
stuurt; de hoer van Hamma is niet aHeen een
handig, hij is ook eea werkzaam man en allen
die met hem in aanraking komen ondergaan den
nvloed van zy'n frerkzaamheia. $00 met. steeds
?por ench-intomeni'1 klopt atfeSj vlbt alles goed
en het resultaat van wijdten lange inspanning,
zooals by het monteeren van ?Le Tribut ra
Zamora", is dan ook oen stoma.
Het is begrtfpeljjk,, étftt t&maal ais de heer van
lamme, die de koert 'Verstaat vaak met massas
te werken en dié 05 efrajrapnisöh gebied
¥red' vertrouwd to, awh dpg£ een opera als
rib* ut de Zam«ra" aangetrokken gaf c
waarin h$ zjfn went «ET ?metteur-en-scène'
»n»ri|i uy £yu imcuii «10 .uiebUBur'Da-BuiiJO
ton tem toon spreiden, DA heer van Hamme.
s een ie goed musicus «a heeft te veel goeds'
(«noord, om niet in tb zien, dat d> opera van
ïounod, nit wn zuiver muzikaal
meer ia dan een décodurn van «Ta.._..
en dat d&-muziek, waarattletaandërs
' i, pmi.jik lamelyk «jaspannen ~
_j telutaibhter weer. Te, .gaven J
enpüft wordtrDe F<ranl«fiëjB,'§i«|ieT
?en moet
ten
oqsJif...
>r ?T/pont,
"
Vöoop
?LisléSweetdat
imenteel,
is.
rmo
veroer ae tekst van < ,,
dratoatUt, juist draiaatisöh'e', "sterk «_
muziek; vandaar dat Gonnod ais* to .
schoot Toeg daarbij, dat de inspiratie met l
klimmen van de jaren niet is versterkt, dta
men bet niét vreemd vinden, dat de musie* i
?Le Trihut de Zamora11 wekte tot ?u?'
vau Gouaods reputatie bedraagt ,
behoeft een componist, die reeds «wveel schoon
sohreef, niet naar nieuwe lamraren te hunbere
een decoctum kau toch aog meerwaarde hebb
dau menig eerste product «u «en minder b
toonkunstonaar. Dit is dan ook het gev ?
?Le Tribut de Zamora", waarin men geen nieu*
vindt, niet door blondere harmonische of m '
disobe grepen wordt verrast, maar die den
hoorder veelal aangenaam bezig houdt,
men met genoegen luistert naar een "
nun, al is niet alns wat bil aegt oor
ofgeestig.
De oritiek kante geruster deze meentog «05
omwegen uitspreken, omdat zij niet beuoe
vreezen daardoor den ijverigen directeur tel?
doelen. Zoo niet alleen om de muziek, men
toch ?Le Tribut de Zamora" willen leeren kenn*
De heer van Hamme heeft gezorgd dat het
te gast gaat; de costumes ay n keurig, de < '
ten voortreffelijk geregeld; het ballet is
geheel, maar dan toch voor een groot deel brji
fraai gearrangeerd; van de decors van Plaat is \.
goeds to zeggen; vooral dat van de 2e acte
fraai; het beviel ons nog beter dau de Moorsch
zaal. Ook de uitvoering is zeer verdienste^'
Voor Seguin is de rol van Ben-Ssïd als
en mine. Appia's temperament maakt haar l
geschikt voor de belangrijke party van l
die ze met vuur zingt en speelt en waarvan
de groote moeilijkheden ten volle beheerscht *
toaux heeft eeu minder zware party, evenals m
de Renckly; de kleinere rolletjes worden goé
vervuld.
Het is een verblijdend feit, dat een zoo moeilü
op te voeren opera als deze, op een kleinen soh
burg als ds onze, zoo bevredigend kon wc
gemonteerd. In de annalen van de opera zal _
10e Maart 1883 eeu gedenkwaardige datum blij
ven. Het is te hopen, dat deze noviteit vruchtoi
zal afwerpen, goëveuredigd aan do opofferingen^
die men zich daarvoor getroostte. DT
ϻE AMSTERDAMSCHE CONCERTEN. ^
On de vijfde soiree voor kamermuziek, gegeven
in Felix MeriUs op Zaterdag 10 Maart II, werd
het volgeude tco gchoore gebracht:
1. Kwartet (op 18, No. 2, G. majeur) Beethoven*'
2. Kwartet (op 29 A. mineur) Schuboit. ?
3. Kwintet (op 88, Brahm?. f
Do uitvoering van No. l, het kwartet van Beet
hoven, mag gerust genoemd worden: niet zoet gun»
Ktig, iu aanmerking gonomuu de hoogo eisenen;
die ik aan de hoogst bekwame musici, die dit
strijkkwartet uitvoerden, stel. De Heer Cramer
(Iu viool) had te worstelen met Biecht
nanspre!kende snaren; de Heer Kcs (alt) deed zijn best
den hoorders niet te laten hooren, dat zy'n
instru,ment wat te hoog stemde; een en ander was do
aanleiding, dat aan dit schuone werk van Beet
hoven met die uitvoering te beurt viel, die ik
mij auders denk als ik de namen Cramer, Hof
meester, Kcs, Bogmans, op een programma
vérmeld zie.
By* de uitvoering van No. 2 van het programma
waren de hierboven genoemde stoornissen ver»
dwencn; meu stemde goed, geen fluitende sparen,
zoodat dan ook Schubert's kwartet uitstekend
weergegeven werd. Jammer dat dit werk w#E
erg Tang is, vooral het eerste deel. De compo
nist heelt dit eerste deel in tw.oo stukken verdeeld,
waarvan het eerste stuk herhaald moot worden;
Stliubart heeft hier óT een bedooling mede gehad
of misschien wel de traditie gav.olgï en alhoeSrel
ik als principe aanneem, dat een werk gemaakt
moet worden, juist zooara de óomporiüft het
neergeschreven heeft, tóch geloof ik dat de alge'-'
meene opinie omtrent dit kwart* gupstigei a&-,
weest zoude zyn, als men deze reprise niejb
gemaakt had; ik vóór m'y had, in dtispecials
geval, het met miju principe *$b nauy fiieÉ
genomen ; de eenige aanbaerlAn^; dia me,u maaRtó
-ja, mn-ar 't is te Ja,ng.l" was dan v^yvajlpn. V.oop
dat ik ovor ga op het volgende nummer wU ilÉ
den heer Cramer eea woord van lof 'brengen vopz
de wijze waarop hij l!"jue.narïij in hqt audantB
voordroeg; Schubart gebruwt deze zelfde melodie^
in t'öu der ?enti-e-actcs zn Rosaraundo".
En nu het Kwintet van Btahins: coije eerste
uitvoering; voor my eene eerste kennismaking:
? Ik heb genoten, volop g^uoteii! Do schooiid
melodicüii(men deiikeondr.randerenaau he.AwqeJffi
thema in het Ist c allsgro doof den Heer Kes zra
wonderschoon ingezet), debrcede, ?meiaterftafr^
bewerking, men weet niet wat moer te
bewOnei$ren. Het vyital dit dit werk ten gehoore bripht
was blijkbaar ook door de Éehoónhedèh der
compositie gviiisuircerd.
De aanhct van het tweede deel gaf den hepr
Bosmaus gelegenheid zijn schooH.bn toon' te döefl
bewonderen, iet) wat in Üè^eji art i si bizoBder
gewaardeerd mott wor&en, dnov hy blijkbuar een
inatrututiiit bespeelt, dat de werkplaats va«
Straduarius of Guarnerius nooit ge/ien hééft';
des te meer verdienste vóór den kuustuuftati y
De heer Hofmeester toonde wieder'door de be
schaafde, delicate' wy'ze waai:oj> hij zyaê partij
in dit werk vervulde) een dpgèlyk kunstenaar
te zijn. ? .
Aan allen een woord van dank dat zij ons met
t werk hebben doen kennismaken; spoedig Koop
hot nog eens te hooren
Het programma van het Caecilia-concert in den
Stadsschouwburg gegèfen op Donderdag 15 Maart,
was aldus samengesteld:
Sinfonie, D dnr, op::60 . . . A, Dvorak.
flirten sinfonie Fttstóralg, uit
het Weilmaohts-firatonum . Bach.
Balletmuziek', uit fifi*'"«na .
Hefèna . . Gltiok.
Ouverture ^Miohel Angelo" . N. W. Gade.
Sinfonie No 7. . .... I Beethoven.
De Sinfonie van Dvordck maakte op de talrijke
hoorders een overweldigenden indruk. Breed
npgezet, schitterend uitgewerkt, electriseert dif werk
de hoorders. De schcijfwy'ze van dczun
llongaarsclien componist, doet aan d,i'u vnii I),;»Iu .3
denken, bepaaldelUk het 1ste allegro en do luiilryf'
van het Finale. Het scherzo doet ons d«n
coiuSonist in zijnalgeheeleoorsproukelykhtiikciiUfii;
e geheele sm'fonte vordert knapueexoccutnutKii,
«on knappe directeur en veel studio. Keu en :ui.lcr
was hier volledig aanwezig; de uitvoering vnixiit
kunstwerk bewwi dit De ?Sinfonischer nut^"
.uit hét wethnaclite oratorium van J. S. Bach, Imd
weinig succes en ten onrechte; dit mindere miccej
is, geloof ik, grooten^eek toe to schrijvtu aan de
plaatsing van dit nummer op het. programma; liet'
.volgde onmiddelttk op de vol
geiustrumenteerdosinfóme van Dvoack en viel door zjjn vcol eenvoudiger
iuitrupiBntotie wél wat af, ongetwijfeld voldoet dit
Dümmer veel beter ui het oratorium zelf; het
werd zeer goed weergegeven. Ditzelfde geldt
ook van het bieraanvölgende werk van Gluck,
dat nieuw geïnstrumenteerd, (door Reineuke ?) een
zeer gunsïigen indruk maakte. De ouverture
?Michel Angelo" van'Gade, werd met gloed wefir*
gagaven en vormde een schoon slot vaa hot.
eerste deel. Na de pauze, Beéthovens. nooit vol»
prezen ^eeveitde"; hier waren de werkende .leden
«an Cqccilia in hua.lcraoht, hoe dikwerf is dtizt
.gïpfonie opk al mei in data maatsohapptj uitga* *
"vo'erdl'De uitvoerln», was over bet algemeen'zcer
?goed, jammer dat &i. finale wat«rg snel genomen
word; dit bedierf eenigizïns den goeden indruk
van het geheel; het was of men luwt had naar
huis te komen*
di
?ik
. 299
PE AMSTERDAMMER,
TOOR ïf fi-J) JB S^ïi A K
die
haar
na de JooL
van Prof.
Academie
aing van
gehelen én
D.ivereud «pjiLuii aan bot «jido van uut
ounc it bewees hue ii eu genoten bud.
Stiicte.
EEN KIJKJE hN DE PANORAMA-ZAAL
\\.\i in dit ougenMik het eerst onze
blikk u roept, h de schilderij van fólX&t Iswls:
tAlletn aj) de iw:«b(',. !>;} sotUldtir.ij h» meer
tive<.lt<J«n hooj?, en geplautst te midden der
ïiwl. ia het volle dj^ljclit:
Wij bovinüon ons in de woning van een
arme, een nauki binnenverlrekja, waar rechts
(M- > vnu den loeschouwer) aeii vaal
dagtiriit door vuil-ijroeae ruiten dringt, langs
hel opensuando grijs-bruin luik. Oader het
vuiislei'ije is eeu luw tafoJijc goschovon, van
ivn zi.'11'le kleur als liet luik, waarop een kan.
ïii don auhlei'gionct, builen den lichuu-aa!,
siaut een ledikant, zonder overhuiving. Eeu
gestorven vrouw ligt er in, met blaauw-witiu
lumilen, over elkaar gcslu^n boven het delf,
eu blaauw-\vit gelaat. Zij draagt een
visschorsv.'ouweu-inuts. Op een bankje, vóór hul beu,
zien wij eeu nion zilte», haar man, de oogeu
sprakeloos nam1 dun grond gurkht; tcnvijl
ziju pet naast hem op de vloer is gevallen,
omvat hy met tl B handen zijn kniün. Links
in het verirc!;jc, in de hoek bij het ledi
kant, ontwaren we nog een mond en voorts
de zweem van een klok, legen de muur
hangende. Anders niets, ni^ts. . .
in zijn fieileiidaagtcftó Sc/iildtrs yet'iioalt
de hr. Vosmaor, hoe Duraiity van dit doek
getuig Je: »c'est peinl d'ombrc et de douleur.1'
Deze sympaHiische woorden vun liom, die
reeds iu '50 het weekblad .Réalisme stichtte
en zijn naturalistische meeningen verder in
de welbekende brochure La nouvelle
zoo onomwonden uitte, zij geven
meer te kennen, dau de haastige
medeifrbeider aan de Gaxetlv den Deaux Arts et
ft heelt willen leggen. Die een weinig ver
trouwd is met de geschiedutiis van Israols
nagaat, hoe die k-unel, na
velervleugelen uitgestrekt te hebben,
che tempclscènc CD de afbeelding
Goudsmit, ua de Aiusterdamsclic
en meester Picot, nu de
'oofeden wickenslag in de meeste
gallerijen van Europa,
liimlek te Sandvuort vrede on heil heelt
gevondaar, aan hel zecstrand ? niet opgevat
.als eindeloosheid van bleeke blauwe lucht,
zilvej'ej) golven en ruige duinvlakten, doch
als yisscherstreek, als woonplaats van een
voudige zeoluehtige en bries-d issciie vreugde
E even eenvoudige zware smart, van
wanop, zoo diep aïs die zee-zelve, van stielen
ensvfeëe, en gemoederen, verruimd door
den aanblik van den onmeetbaren horizont, ?
aan hel zeestrand, en in de hut van den
vissehe_r eea onuitputtelijke bron heelt aange
troffen, welke mild vloeit, ? zij ook alleen ?
voor Rel talent van den kunstenaar, ? die dat
jbedenkt en weet: Israels heeft daar zijn
gading gevonden, want zijn hart en al zijn
eigene gevoelens vondea daar weerklank, in
hun eenvoud, in hun diepte, in hun smart, ?
hij is het eens met den Heer Duranty.
Droefheid en schaduw, dus is deze schil
derij. Noch de kleuren, noch de lijnen zijn
'l meest met zorg bewerkt. Beschouwt eens
naast elkaèr het luik en de tafel en den vloer,
of de vleeschkleur der vrouw en haar jak
en het kussen, waarop haar hoofd rust; be
schouwt de verschillende gedeelten van den vloer
in onderling verband, met betrekking tot het
licht, en gij zult op nieuw overtuigd worden, dat
ile hoofdverdienste van Israels niet in de poëzie
dur details moet gezocht worden, die het eijjonlijit
looneel omgeven, maaralleen in dat tooneel, in
dat onderwerp-zelf, met een vlagen snmboruu
indruk van du voorwerpen in de rondte op
den koop toe. En hier trcl't mij \vci}r het
schctsaclitigc, liever hot dramatische van Umüls
impressionisme, dat ho:n j'uist ^t'-'n^i^lt tot
een man' van onzen lijd. t lij is voorinj uen
.yisschershiit gewandeld, .hij heeft er eon blik
in geworpen, en ziedaar fle echo van 'dien
blik in zijn dichtor-gernocd verwerkt.
Üci/,o schilderij is heel en n l hfuiils, hij
moest die zoo maken, J)e Engelschinaj), rlic
uitriep A can 't resisi an Uraiils", zou 't
zeker na deze scfiildcrij niet minder luide
verklaren, dan aa Huwlijk leed of den &?/«>?
breukeling. Laat uw oog eens rustig op dien
armen man turen, die daar zit bij zijn gade, zij,
voor altijd doof en stom op zijn woord, hem
voor ahijd ontvaren. Wanneer men dien
weduwnaar, verpletterd van smart, wezenloos
van droefheid bij den slag, die hem trof,
goed bekeken heeft, goed in zyn starende
oogen gestaard en zijn grove, doorwerkte
handen, hopeloes zoo even van bet ziekbed
afgetrokken waarschijnlijk, bezien, ? dan be
grijpt men dat daar achter, in de duisternis,
wel een voor hem ontzettend ongeluk moei
hebben plaats gehad.
Een groote eigenschap van Israels, eene,
waardoor hoofdzakelijk hij een meester is
van goeden rang, ea die zich in deze schil
derij bizonder handhaaft, beslaat hierin, dat
hij de sterkst mogelyke uitdrukking weet te
vinden, die een gemoedsaandoening, welke
ook, bij een bepaald soort mensch
ie-weegbrengt. Wij aanschouwen namelijk, de smart, de
felste smart, door een zoo van nature
beBerkt temperament als deie man te gevoelen.
Wij zien niet het leed van een heldenziel,
geen theatrale droefenis, maar het leed van
een kleine ziel, een treurigheid, welke heel
die kleine ziel vervult,
Een oude man heelt zijne bejaarde gade
verloren, zty, die de eenige was om hem lief
Ie hebben, om bezorgd te wezen voor zijn
)bu het Itidea, mei die konditiön, tol zyn
hoogste p*rf verheven.
Israels is geen wereldburger, h» bWft een
Hollander in merg en been. rffi schilde"*!,
Bolloudscbe smart, te middan oer viachéra
waai geaocaen, ea dat «kwt ha buitengewoon.
" wijs er dra niet op, dit de «cWldertj
te eeat^dig somber «, dat om den wHte
idee de naliuir eigenlek niet aldus op
üen achtergrond mag worden geschoven, ik
oem den linkerarm der vrouw niet, die
mialeekend i?, ? ik dank deji schilder, dat hy mij
een indruk va^j HoHondsehe, eeav.oudige, dofte
dco£fgcestighetd heeft gegeven, ik ga voorbij
en denk er aan, hoe eea zwart ebbenhouten
lijst beier zoo $» voorstelling: omkadert, dan
een breed vergulden, ? en zal zyn stuk niet
spoedig vergeten zijn.
Van Isruels stappen vve over op de beeltenis
var. ttlaus Groth, door Mej. Sthamer. Deze
kunstenares heefl Kiel tot vaste verblijfplaats,
waar haar vader woont en de Heer Grolh,
zoo als men weet, hoogleeraer is. Mej. Stha
mer is een schilderes, die zich veel geoefend
heeft. In verschillende voorname Europeesche
gallonjen studeerde zij, (op 't oogenblik ver
toeft zij te Rome.) Hiervan draagt, dunkt mij,
dit portret van Prof. Groth de duidelijke
sporen. De compositie verraadt vertrouwdheid
met de behandeling van het penscel. Terstond
doet dit reeds b. v. de keus der poze. Voor een
roo J-bruinen fond, zit, terwijl zijn pels van zijn
schouders is gegleden, op een antieken fauteuil,
met weidegcoon bekleed, rechtop tegen de
leuning, de rechterzijde 't meest naar den
toeschouwer gekeerd, het gelaal naar voren,
de handen op de armen des fauteuils rusten
de, eon zachtaardig, kalm-ei'nslig,
vriendelijk-goedhartif; bnjaard man. Een opengesla
gen boek li£t in de rechterhand, de linker
steunt, van den arm des fauteuils at, op
zijn andere knie. Hij heeft een nieuw
zwart kostuum aan. Zijn hoofd te rondom
den kalen schedel, begroeid met zljig zilver
haar, in lange lokken. Een klein gr'rjs baardje
oinki-aast zijn kin. De oogen zijn blauw en
spreken van gemoedelijkheid en vasthoudend
heid aan een eenmaal vastgestelde overtuiging,
van nadenkheid en geestdrift voor het vader
land, enz. Dit is wél de dichter van
QwLborns.
Aan een afbeelding als deze, vaneenmnn,
een lieer, die bo/ig is te lezen, dient msjn,
dunkt mó, den ei-'ch te stellen, dat eenigszins
zichtbaar zij, welk gevoelen de lectuur bij
hem wakker roept. Het boek, hier op zijn
school, schijnt Klaus Grolh van een bcd'iurd
welgevallen te vervullen en hem een blik van
aangename tevredenheid te ontlokken. Moge
lijk is het wel een bundol van Pol de Monf.
waarvan de dichter op'tpunl is te schrijven:
?Dat ia ilo Ton, wona ik söcht,
dat sür.d de Lecder, tru un echt,
dat ia de Klang, aa ik era hui',
do ik as Kind bi Mbiler weer."
Ik verwijt Mej. Stliamer, dat, wanneer ik,
haai- stuk beschouwende, achterwdarts wijk,
de figuur des dichters niet in^ei' en meer
uitkomt in den schijn van ronde bosse. Be
figuur is mij wat automaatachlig,
eenigsztns bouterig, vooral het lijf. De nieuwheid
der stol', waaruit 's dichters klecdij bestaat,
voegt zich hierbij en geeft aan het lichaam
min of meer het voorkomen van een lede
pop, welke men met zware en te wijde
lakensche-kleedingstukken, uit een
gemaaktekleéren-winkel afkomstig, heeft behangen,
wijl de dichter geen tijd had om voor hel
llji' te zitten'.
De kop is goed; de wangen zijn van een
warme vleeschkleur, misschien te warm,
want het voorhoofd, de slapen en de neus
vormen hierbij een te sterk contrast. De
grijze haren zijn geïdealizcerd, al te zijig,
het rechter oor is totaal onaf. De zeer
flpdderige en flossige baard laat goed h?t witte
linnen van den halsboord doorschemeren.
Zelden zag ik op één portret zooveel ver
schil tusschen de tweo. handen. f)e rechter
hand, waarin het boekdeel rust, is prachtig,
waiiiiijk uitnemend gesluagd, dd g'ji,.'ii)pe<'de
bruine kleur, dfl bewerking der vin^r? en
knoiiUels, ? zcei' goed, maar de .linkcrluml
is' tolir.il mislukt. Ten eui'ste, is de
houdirij; i)iïa:ir en onnatuurlijk, ten tweede, zou
ik tiet ia 't minst noch voor de 'leekening,
nocli voor de khsur op willen nemon: akelig
wit en akulig blauw door elk,.ür, en het
blauw van vuJkoiiiün vulsch efTocl, een vlekje
blauwsel, dat aderen moet verbeelden.
Trouwens, dit waterige blauw, dut we ook
in de baard terug vinden, is nog hier en
daar bij vlokjes verspreid: op de jaskraag,
in den fond,, op den pels.
Wanneer men dit doek verlaat, luidt de
slolgedachte : deze dame heelt Lemckes
Aenthetic en Krauses Vorleaungcn bestudeerd
misschien, zij bezit een flair van de ware
proportie der omtrekken; zij geeft ons in
Prof. Grolhes portret, een studie, welke
van bokvvaamheid getuigt, qn, wanneer zeer
zich op toelegt om vóór alles de natuur, het
leven waar te nemen en in eigen frisschen
indruk te herscheppen, zonder, ja zonder op
dat oogenblik te stnrk aan de meesters te
denken, dan kan men iets goeds van haar
verwachten.
Laten we nu de aantrekkelijke schilderij
des Hoeren N. van der Waay eens in
oogensChouw nemen. Dit onderwerp is verrassend,
en charmant gedacht. Maar ik zie op eens,
dat ik te veel over Israels en Mej. Slhamer
heb uitgeweid en -dus mijn grenzen reeds
overschreden ben.
JU 8:S.'83. F. Hovius.
Uit floeda bron wrfdt gemeld, daj; op het
Ned«pr|jnVohe muziekfeest. Hetwelk dit jaar te
Keulen, gei^k immer qp Pinksteren, «11 worden
gevierd, -de volgende werken «uilen worden
uitóevoerd. Eerste dag: B8ympbonie Eroïca" van
Beethoven en .De Ööhepping" Tan Uaydn. Tweede
dstg! Brabms, tweede klavierconpert, met orkest;
Üach, cantate: 7öott« Zeit ist die allerbeste
Zeit"; Mendelsohn, Mbtitammige psatm (?Ah
IsraeH; Ferd. y~BO«-, ?ÏUcSnd E«iwoh*»i»,
yoor bariton-soloi koor ejB orkest; Maz Bra«D,
?Sohön Ellen", vaar sqowsm en>nsritOB-solQ, koor
en oikest; Handel, »
" '
.SMee
?Vatbtoo vaa
ten; koren nit
van den heer Pierre. D
niet véél aanspraak ej>
maar bèrat eeinJianSil &
De gemeents«t«|t van
Flouty, pwoBter Van het
een moeiel^jk geval Op voqrs
ives Qoyot heelt men bealot»B den
dag ook te latejp tomedié spelen. De directeur
heeft dit met iyn artisten met afeesprolen, ep
deze, vooral 4e Italiaunsohe daasereasen, dis in
La Queue du Chat optreden, wejgewn tesppl^n;
de heer Floury heelt hen bij. nét a^ga'^n vau
het contract met gewaarschuwd en iy beroepen
zich op het recht der gewoonte.
De kunstkritieken v au Verlat becokkenep den
Pfvcnrseur heel wat last. Do radtkalo schilder
heeft in de twee of drie nummers, diu li\j schreef,
tul van personen en beginselen gekwetst, en het
blttd 19 uu wél verplicht ook eeuigon uit do
aangotosto Bohildei-jwt>i-eld hot woord te guuma.
Rusland als Staat koopt thans ook schilderijen;
lüou meldt uit Florence, dat dé keizarliiko regeoring
45,000 lire betaald heelt voor een Fra A&xeYico
vit de kerk van San l)oineuico di Fiesule. Eon
j'i-ftuia LÜUU della Itobbia is vóór htt Now-Yorkach
museum uaugekouht.
eoft,van den hcei1
Mulvillan, een rijk groiidei^cnaai' te Gras^e, ia hot laad
der pii'fumerioa, üyue ODgcüvennarde vcrzame*
liog sclulileistukktiii van F/ayfoxifd gbkycht.
Du prus die gonoemd wordt, is 400,000 francs: do
zal in het bezit vuil dan heer
vilUn blijven tot .aan dieus dood, metste liopuling
dat zy eenmaal 's weok-i voov het publiek to
beztchiigea moet zyn.
Roinhold üe^as vol eindt het voetstuk voor het
ttiuidhteld vun Alexau'lor von fluiiiholdh dat,
tegelijkertijd niet het stuudbueid van Wilhelm
vou Humboldt, duur Otio te Itomu varvawilijjd,
den 22atcn dezer, op 's Kcuera verjuavdag, te
Uerfiju zal worden- onthuld.
De Ameriktvmscho beeldhouwer Paul W.
Bartlett, Zoon van deu '>o. oemden T, H üartletr,
l)üetsf;wt twe-' pnürdcn N nn rfcasaïhtjxe {U'Ootte,
diu hij waarfcliijiityk op oiuo iutCi Uutiouale expo
sitie U\i ttll tUUll
iiadon 17 Jluarf cxpu-.oert Bidft ziju volledige
werken in de Mirlituns.
De voriie week ovo.icctl, in zijn woning der
line Pi^alle, de hoer baron U!».irlej'i)avillier, e^n
der ijverigste en kandigjte oudhedc:i-vorzuidu!aar!>
iugh
etn onverzoenlijke hiat. toüdivcg. Eens stelde
hij zyti vriend i'l(lmo:id Ijuunufó voor, süinen eeu
gt-ïührifc te vai-ya.irdi^eu, dat tot titt-1 zou he!>
ben: VorhamMirig occi- de tumnak, behelzende
?'on oiiyuce <(c>' namen, voo, namen vit adressen
vna ft/i. verealahcn, hoc si] te u\rk guit*, Kun
hantltil, '«(w handlttHfirrs, gevolyd ntn de t^t
dcf voofieerpcn vun b'ertenkelffien isor.'prong, die
gevonden worden in ulla openbare en jjarticnliere
verzamelingen in Franttrffk en den vrcemtlc.
Terwijl uien ia de saloni vau Davitlier de
uitnuraend-to kunsteuoara, gelcei'den en letterkun
digen aantrof, bestund zijne verzameling
hoofd2atcel|jk uit bronzen voorwerpen van Padua,
kleinqdiën in geëroa&cerd gJHd en posteleinen
vun de groote Italiaansclie ou öpnauitche werk
plaatsen, uit met goud en zijde opgemaakte
tapijtwerken, zeldzame Veneti$ansche smalten,
ivoor- en marmerwerken, stüffeu en glazen
kunststukjes.
DaviHiet was ook auteur. Zijn meeste werken
hebben Spanje in de een of 'andere betrekking
tot onderwerp. Zoo begon hy met Histoir des
faienees Mspano~ niauresquea a retlets inctalliques
(18(51), gaf in 1879 nit: Les arts dtcoratift de
i,£»pag)M, en do tekst van het door Doru met
30Ü teekenincon opgeluisterd werk VEapagne is
aan hem te danken.
UIT BELGIË.
XI.
Alwoei'Massanet. ? De prins
vau VVuUi". ? Volkscoi-cert,
enz. ? Vrye verkieziugeu.
Aan. muzikale ?festivals", éuz., i-i noi; altoos
geen gebrek, Zoo stil als 't in het begin des
winters was, z.io levendig is sedTirt December de
muzikale werald, Nauulijk* hebben Brassel en
Antwerpen1 uuifcenffewuiio uitvoi-ringiiu gegeven,
ter eero vau Masseuct, Liazt, Guuiiod enz., ot'
Gent bere'dt een ?testival-Massenet11 voor, ahv'tiar,
ouder andero werken, ziju ?Maria Magdulemi'',
ecu soort orMoiiura, zal worden uitgevoerd,
wiuirvau het ons boktinde gedeelte vooi'üokur van deu
go^Uüti wil des toonztrers getuigt, ducti muzikaal
eneden het onderwerp blijtV.
Wy willen evenwel niet te snel oordeelon en
ons daarentegen verheugen dat do componist als
't ware eenfn tegenhanger leverde vaa zyua
?Hérodiade'1. In dit werk wordt eeu der heiligst e
en edelste figuren der geschiedenis tot eenen vrij
alledaagichen tooneolUeld gciuoakt, eu bitter
wordfc er tegan de historischa waarheid in gezon
digd. De toonkunstsnoar heeft hier sjju oiulenverp
uit de hoogte tot zich afgetrokken, terwyl
hij in ?Maria Magdalena" tcu minste eeue poging
doet om zich tot züo oadei'wet'p te verheft'un.
Iu hoe verre hem dit gelukt is bespreek ik iu
eenen volgeuden .brief.
Iu Brussel gaf het Conservatorium nog ?op
hoog bevel'' een concert ten beste ter eere vau
den prins van Wallis. Hiiir worden eenvoudig
gedeelten uitgevoerd der werken (Bach, Haydn,
Beethoven) welke vrij in. don loop dos winters
veedu hebben gehoord. Een der schoonste uit
drukkingen vau het nmzikail leven iu onze hoofd
stad zijn de kwartetuitvoeringen van tweeërlei
gezehchappen (Oollyii', Hnbay, Jacobs, enz.) waar
van 't eene onder byzondeio bescherming staat
van de gravin van Vl;v;in ioren. Qaartetspel is wel
de bloem, la fine fleur (wij vreezen geene tegen
spraak) van alle rein muzikaal genot.
Meer nieuws bood ons het ?C->ucert pppuUivo
de musiqno elossique" door de uitvoering van
?Les Erinnyes" nlweei vau Maasenet, het
?Schioksalslied" van Brabms en eene onuitgegeven
Symphonie van Huberti.
Deae toonzetter ziet er niet tegen on, zoo min
als Berlioz, de hevigste hartstochten, dé wanhoop,
de woede, en geertverschflningcn to schilderen.
Na eene enkele uitvoering willen wU een uitvoerig
oordeel nog terughouden, 't Ztt alleen gezegd,
dat in 't gedeelte van 'ttoonstttk, ?Consotation"
getiteld, de componist het beat geslaagd is. Eene
wilde mengeling van toonen is nog niet b\j machte
hevige gevoelens te schilderen. De ?Erinnyen"
van Massenet ? tijn evenmin bazelen van eenen
balf-goddeljjken toocn. Massentt is een
iustrumentist van waarde, en schildert met talent het
kermis- en vastenavond-nejoel vaa Rome en
Napels, maar beeft, ondanks dra b^val die hem
gawerd, «igenUjk palmen op ander gebied, nog
niet verdiesd. De kltrige compositie voor koor
van Hralras is meer popnlair dan diefininnig,
o&ohoon hot sj»d«FWWQ) daartoe niet eigenaardig
Ite stot>WMMea van bet g«dichtie van
JWD tétotom «Mmfiea faQw in
IriaaV, «Un, a» twüüfen-dir
stemTOPT cs*siT*oo te
om
««s, door
toi)k voorkomt.
niet b*doeW,
Senar djè dën'heïr Bi
gen, vond men daartoe
Ban mojt weten dat in Brussel, Antwerpen,
Leuven enz. loogenaamiÉte ?jflunes. garèajl" of
n vlaamsohe wachters" bestaan, om fejj
veAaesingeu de stenibussen te bewikqn. Bg genosoide
verkiezing, stonden op de verschillëndo punten
van het slagvelfl 10 of 12 dier iongeliugen om
den minlsteriêelen kandidaat, Bisenofilieini junior
?te ondersteunen. Tw.ee jongeneereu bevonden zich
geheel in de nabyheid der slembut, waar de namen
der kiezers alphabetisch afgelezen worden. Een
jonge man had daarvan tevens eone Ih'st, waarop
bij eiken naam de letter B (bon) of D (doutenx,
twijfelachtig), of M (maavah, slecht) is gevoegd.
Zoodra een naam werd opgeroepen, die met B
is aangeduid, en de kiezer verscheen niet, springt
een van het twaalftal in eon der rytuigen die ter
beschikking waren gesteld, haaldo den kiezer af,
en ulo'jpte hem naar de stembus. 840 rijtuigen
fjjü dea Cden Vaart op die w^jze naar alle zijden
der stad gerend, en nebben minstens 3 tot 400
kiezers gedwongen hunne stem af te geven. Pa
Kressisten stellen 't algemeen stemrecht voor,
dit misbruik te koeren Of hot belpen zal 'i
Brussel, 15 Maart, 1883. M. A.
UIT PAUIJ8.
De krooojnweelen. ? Soirees. ?
Heudrik do Achtste. ? Peau-NeHve.
? Le Il-H dea Gttes. ? Les
Effroittcs. ? Zola. ? Au lottti'eur des
dames. ? Andere nieuwe boeken.
in geen stad volgen de gebeurtenissen elkaar
sneller op dau te Parjjs. en nergens ook ziju ZQ
spoediger vergeten. In de veertien dagen,
wóaromïicut ik u weev verslag g» geven, terwijl er
eon gyoote oporn werd opgevoerd, een boek dat
HL'Ujatiu maakt uitkwam, noörtJe men op straat
de kreten vau eea opstnnd, byna van een
omwenteling.
Na do diamanten van de tooncelkoningin,
Sar.ih Uernhnrdt, zullen wij nu den verkoop dar
kroonjuwoelen aanschouwen.
Er is uu ouherrot p^lijk besloten, dat die tegen
Apiil plaats zal hebben. Intusschen zullen eenige
historische reliquien worden liehouden. Het
ovei ige zal aau den uieestbiedende verkocht worden
en zoo ztiiieu met de tuiuea der Tuilerien, die
vlijtig afgebroken worden, de laatste sporen van
het koningschap uit Parijs verdwenen verdwijnen.
W:j ^aan de Heilige week en ue laatste
avondpiuiijen to gemoet. Zij zjjn niet talrijk en niet
üruk bezocht geweest, wegens de politieke crisis
waai'or.der wy sedfirt G,;iubetta^ dood verkeei-eti,
en ook wf -,'eus da vroege Paschen en daardoor
vervroegde Vasten. De schitterendste soirees zijn
die VAU het Elyaée geweest, twee bals die ik
b\jycMvoond hob. Iu het wonderschoon paleis,
behaugen met üohelioE, gevuld met kunstvoorwerpen,
iu de onafzienbare rij salons met spiegels en
bloemen vers.crd, bewogen zioh vijf a zeeduizend
memchen uit de diplomatieke, ünancieele, mili
taire en kunst wereld^ tot zes uur in don morgen.
De heer Jules Qrévy ontvaugt met eenvoud, met
welwillendheid, zouder de ceremoniën en overdreven
hotielgkheid der vorstelijke receptieu.
Een aangename salon Ook i» steeds die van
Mad. Aiiam, de schoone en dapper* republikein-'
eohe, waar iederen Vrijdag eeu stoet elegante
vrouwen en e -n vereenigiog van mannen van naam
komen luisteren naar muziek en verzen.
De groote goüeurtonis der laótsto veertien da
gen op kunstgebied, is de eerste voorstelling
vau Ifcnri F/ïr, groote opera, tekst van de
E. H. Détroyat en Öilvestre, muziek van
BaintSaëus. Het is inderdaad een gebeurtenis iu vele
opzichten; het nionteeren. bq voorbeeld, heeft
300.000 francs gekost, en de muziek heet het
manifeat eener nieuwe school in de muziek.
Saiut-5tU:ni behoort volstrekt niet, zooals men
beweerd heeft, tot de richting van W&gner, zyne
müOitcrs ïija veeleer Mozart en Gluck. Jammer
dat Vie eentonige Jer recitatieven, by dezen laat
ste d'ior de macht van het genie vergoed, onzen
niuuwen mcastei1 te zsvaar is gebleken,
Gddeeheiyk is het libivto ontleend aan het drama
vau Shiikespcare. Het schjoiiste gedeelte der muziek
is uet nuatuorder vierde acte. De algemeene indruk
is, ilut tltnri VI f/geen meesterwerk i s, maar
opmnrkelijke gedeelten bcv.it. Decoratiel' en cos uum
nyu zeer historisch', de uitvoering- was
onvorbete'.-lyk. Lassiüle \yas priisutig iu de rol _ van den
K .in i, g eu ouzc KtMUs ia dia v.in de Kouin^in,
was dram itiso.iei' <l;ui uoi" Mlle. RicH ird heeft de
paitü van Auna d« Du'cyu zeer goed gezongen.
Nog iia'n ik u tü sp re keu van t\vaa premières,
die ongelukkig beide mislukt zij').
In het Tiioitrc du Palaij Il^yü was het een
blijs el iu drie hedrijvoa van oeu debutant, met
uaui'u Dobrit. onhandig in olkaur gozet door een
man v,m \eolondervin linff, Gjndiubt. Het
gronddenkbeeld vau Pcnu .Yenw was grappig genoeg.
De bejd 'n euu bediende in eeu der
nacutrestauraut«, La 3Iuison d'Or, Gormaiu, die r\jk is ge
worden door 20 j n.ur gedicustigbeid en atten
ties voor de habitués der cabinets
particaliers. De heldin, eene dame, bezoekster van
duze cabiucts, is ongoveer op dezelfde wgüe
rgk geworden. Z(j ontmoeten el kaar in het hartje
vau Auverune, waai* zij, ieder van z$n kunt, het
eeuigo willea verkrijgen wat bon tot nog toe
ontbroken heeft, achting; een goeden naam, en
een futsoeulyk hur/elijk. Een gewezen losbol,
tlmus onderprefect, die met buide kennis ge
maakt heeft in de vrooljfke nachten van zjjn
Parysch leven, herkent beiden, maar bewaart
hun geheim. In een 'zeer vermakelijk tuoaeel
komen zy er toe. elkaar te vertellen wat ieder
van hen eigenlijk is, en niettegenstaande dit
alles, trouwen z\j samen. De derde acte is
allervrooiük<t, maar by de twee eersten sloopt
men iu.
Le rai des Qrecs van Adülpbe Belot, naar zjjn
zeer goeden roman bewerkt en in de Goité
ojigevoerd, heeft geen grooter succes beleefd.
Ecu zeer eerlek boekhouder heeft een broeder,
die om een speelsohnld te betalen 100.000 francs nit
zy'ne kag bteelt. De dief wordt cerod door aQn broe
der, dio do geheefó schuld op üch neemt, en tot zes
jaar gevangenisstraf veroordeeld wordt. Driejaar
later echter komt de ware schuldige zich van de
misdaad aanklagen; hy U genezen van >Qne
speelzuoht! In twee tooneeieu die nevens elkander
gespeeld worden, ziet. men deu wandelplaats eener
gevangenis en men woont eene voordracht b$
over Tiet dieven-argot ; benevens eene scène in
eene sociëteit, waar een bekeerd valsoh speler aan
zijn slachtoffers bekent, dat hy hen bestolen heeft.
Hot stuk zit in 't geheel slecht in elkaar en is
niet interessant. ...
In het The&tre Francais heeft Emile Augier
met eene wyaiging sy'n Jüffrontfy weer laten op
voeren, een zgaer beste stukken; graond, fraai
protm, krachtig en eenvoudig als dat van Molière.
Laat ons nn spreken over een letterkundige
bekeering, Zola, profeet van h«t naturalisme,
heeft, zonder aÜne methodo van onderzoek ,
van overdreven beschrijving en van bet overal
nasporen van ?documonts humains" te laten
vatan, ditmaal een b«hoo*li|k onder werp gekoaan,
eene kaisehe heldin, eene reine UefdesgeeohisjoV
nis. Be handeling in den roman is zeer don;
AM *to»heur 4w OMHsr-k «Me tiyüt, een een
voudig aich ontwikkelend, in«enoarnuMf
b)js»nd«i». en prachtig baechreren oo»ge ving, die van
eea groot nodeuagMtfn. itfosdc.w thans drie of
te P*r* bssftaan. VooMtj, Dkst wien w$ i»
Pot-Sottttlf kennis
u bet
Okric
sykbb
een
geeft zich alleen over unAftvenaaaE
EensBaps komt in die «aak, alk winkejju
«J» Klem mei*je uit zyne fuavhwte, eea '
Jflk suud, met nuoi, maar heel verstane.
merkt haar op; b| gewent aaa haar;hij kon» v
toe, haar te Eeminuea, haar to begeerea. BÜnisa
echter « deugdzaam, zti weerstaat hem; wel bemjnt
zy hem, maar eerst den dag dat de almaohtiga
patroon haar tot zijn vrouw aal maken, zal zU
hem dat doen blijken.
Zola heeft er uitstekend verstand vu, al de
détails van de bijzondere ambachten weer te geren;
hy heeft alles bestudeerd; kent van alles detec.hr
nische termen; zijne schitterende beachrjfvirigea
moeten de dames doen watertonden. Het meester:
lijke zijner beschrijving ki dezen roman echter js
nog meer die van het langzaam opsJur&en van
don ouden handel, van de oude mooezakou, vaa
geheelo wijken, in dea nieuwen.
Veet ruimte blijft mU Qi«t over om nog over
andere werken te spreken, fk kan «r n alléén ia
der haast eenige aanwy'zen. By de gebroe
ders Charavoy wordt uitgegeven een
JMUothegut d' Edttcaiion moderne, waarin ik
eenige fraaie stukken opmerk, als Jht bonfyur
au vilttiye, van den heer Barracaud, Premenadès
au Palaif, van den heer Ar mond Lelionx, ejêp
soort van onderricht in rechtszaken, béreitbaar
geiteJd voor da jeugd.
Ik zou n nog vele boeken kunnen noemen;
ik eindig met Les represailles de la tye TÏB'
Edonard Delpit (uitgegeven by Lévy); hét is een
aaugj-ypend drama, misschien ieta te vol
fèr^en beweging, maar waarin men al het vuur
voelt ceaer jeugdige pen en va» een "?
talent
IETS OVER KRITIEK EN IETS OVER POEZffi.
H.
Men weet waarlijk niet, wat de heer fioedesmet
zijn publiek voor had, toen hij het noodig aclitte",
ons de bekentenissen zijner jeugd, dat wH bies
zeggen, de geschiedenis aöner twee .amouretten"
mede te deelen. Hield hu die geschiedenis voor zod
belangrijk, of vond hy de verten, die hu et qa
gemaakt had, zoo mooi? Ondanks de bliadueiar,
waarmede sommige schrijvers voor de get>c.ekui
van hun eigen werk behebt zyn, zon men er hasjlij
toe komen, om het eerste te verpnderstelloB;wanl
die. geschiedenis is inderdaad het beste in " "'~ '
Laat mü haar dau, zoo k.ort m^geiyk, o>-erv_.
IJoeiUs wordt verliefd, en hét meisje zijner kë
Bmint" hem weêrJ
Zij, der Jongelingea.roem,
WU zifa mebje z(|ni (bltte.
6)
Doch het was in den raad der goden
schikt, dat Doedes' geluk niet duren zou
de reden was, dat zij scheidden, weet ik niet,
kunnen wij uit het versje Wensch n
waarschijnlijkheid gissen, dat tü haar
en te eenzelvig was. flWas ik maar
letje,"zegt bij daar, ?dan beschouwde
als een vermakehjk spelletje," maar,
Nu Terkle» it in d' «eiuuuunbeid,
OnbövraOlgd en tre&itg:
«ia ik auur »r«4er B«u)g!.. (bU<^c. S)
Dat ?kniezen" doet hem natuurlek geen
by' zijn ?meisje:" zij begint wat af <
dat werkt ook* op zijn genegénhe
hy eindelijk uitroept
Is liefde dan een haraajuehlin?
En zon mijn dierbaar :
Kieü méér dan al haai zuatreu zijn? (bllidz. 10)
Nn hut zoover gekomen is, wordt natni
?rozenLaud" ?ruw van één gereten": en
beten verwen loodkleurom (beider)<b)eekej
Wat dit laatste zeggen wil, weeib ik ni
zeker is het, dat, ara ? de lente" komt, .
weer in zy'n eentje zit. De bladzijden 14
bevatten dan een 8 tal klachten over ?
liefde," die ?nimmer wederkeert" en
is de eerste periode van Doedes' leven.q%eli
Op bet einde leeren wij den heer Daad
even kennen, zooals hij to voorspoediger ,^?
;ewoon was zich aan demenschenvoorte doen, ft
?eer >jing ia wel het rechte woord:
Dan zou 'k weer juichend springen,
Züoila in lang Tfrvlogen tyj,
Ea blijde liedrco zingen,
Bestond er een kruid vërgotellieJil! (tiladz. li.)
Dit rijmt wel niet met het bovengenoemd*
-kniezen maar wie zal er den man om ha'rd"Va>
len. dat bij zichielven nog niet kent?
Een gelukkiger tyd breekt nn aaa. Op bladz' 21
ten minste krygen wq den lof van den ?Levehaius^J
en op de volgende pagina vinden wij Doedes pein
zende over den toestand van zyn hart: (
't Seüijnt toch niet zoo mei te breken/
- Als'k Mnvftabljjk hoopte en dioht.
Hij doet nn ook een examen, dat by na lan
redeneeren, maar ?een onvermijdelijk kwaad" st
?noemen
?en. Of h\j ei' door komt, hooran wij ni«
doch kunnen het daaruit afleiden, dat h|f vprv(
gen« wat aan den rol schijnt gegaan to "
blade. 32 toch dost hij iets, wat hjjnog
daan heeft en ook nimmer weer sial o
lijk pruttelen tegen
dle(n) dwiügeknd,
Dia fry» tlQKiid bmt
'litthutig domme woord:
?ömait het zoo be&oert."
Nog eens drie bladzijden verder, lp hij we
het werk, én doet nog wel uibtapjes Ja 't bol
den nacb<t" maar aHeen dan -als de
macht giert over wegen en velden;" «n
De donder teelt,
Het flikkerilelit gloetl,
Eenrurdije benken be-ren.
Dus, beter gezegd, ahih«t«euw.eêr is, ora er |
hond of kot door to jagen. ?Waarom ?" ?"?
de eene of andere lezer verwonden, ?wai,
geen vigilante voor dien man to krijgen?"'
maar... de dichter moge zelf in zyn -:
Hollandsch het antwoord gïreh:
?k Voel my gesteld
(t is dan inderdaad «aak, zioh goed op zijn
beenen to ?stellen")
JU» een renzige holJ,
In ion kimp met de rtzondo vlagen.
Of aün mede-inwoners dat zoaderiiag It
gaan met beviel ? op bladz. 39 mcwtbij
zen, «n deze verandering, «evoegd »ij een
in Gelderland, (bladz. 40) knapt hem gel»
al op: hy erkent, dat ?het leven schoon if
al .zijn ook d'illnsies ton deêle vervlogen'':
luid en dougd" né, daar kan Mj nog altijd
^streven". Bier zet de heer D. een pont a
zün tweed*, levensperiode. .
De derde treedt Mj in met de verzeksrlag:
hart i» nu geheel betiteld,
b«n weer big te moede....
tel -vmrnitl 'net nWow» knefat,
Toor twaw, wkoon» «n goedel (Uz.119)
Achter .'die . fraaie pionnen Utf** echter
ai»tsand«rsteaitUn,daaeenh -'