De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 18 maart pagina 2

18 maart 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

il ?i \'% ?: v* *:'J j.' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR laten handelen, mtt Frankrijk op den beiten voet verkeerde en geeo plan had te Tripoli verovering«n to maken. De haliaaniohe consuls doen van zich preken. Thans heeft weder die te Tunis hevige ouaangeaaamhedon gehad met de Fiansche autoriteit alduur. De «aak a nog niet geschikt. In Spanje gaan steeds de anarchistische onlusten *oort. Het geheele land it in onrust. De hoofd punten der beweging ztin behalve Xeres, ook Madrid «n Baroeluna, In het Zuiden van Portugal il mede eene vertakking ontdekt In de Spaaiuohe Kamer legde de minister van financiën ae begrooting over. De ontvaugiten zijn 796.488 peseta's hooger geraamd dan de uitgaven. M de bejfrooting voor buitengewone uitgaven be* dVagen de ontvangsten 6,603,654 p. meer dan de uitgaven. Blyft te dekken; voor de conversie der 3 pCt Biuuenlandsche schuld en spoorweg-obli gaties peseta's 12.014,800 en voor de conversie der 3jpOt. Buitenlandse!* schuld 60.981',860 pese ta's. De minister «egt, dat de dienst 1882/83 een overschot sal opleveren van twee millioen. De minister van openbare werken tpreekt tegen, dat ^ene leening voor «on departement zal gesloten worden. In het budget der gewone uitgaven is d* volledige betaling van den coupon der 4 pCt. schuld begrepen. GriekuuiHuU leed een verliet door den dood van den verdienstelijken staatsman Kouruoundouros. Rusland verloor zijn giijzen rijkskauselier, Gort' schakoff, die op 82-jarigen leeftijd nog door phosphorus vergiftigd moest sterven. Eeu ander rjissisoh oud-minister, MakofF, bracht zich zelf oin Bet leven. Be Forte had in don Libanon onaangenaam heden met FraökriJk, en gag zich genoodzaakt Karen gouverneur aldaar, Rustem-Pucha, terug te roepon. 2{jn opvolger is nog niet benoemd. Allerlei. De reconstructie van het ministerie-Van L\jnden ii mislukt; het optreden van een KabinetHeemskerk is onmogelijk gebloken, zelis aan de weinigen, die nog aan de mogelijkheid geloofden. Donderdag heeft de hoor Van Lijnden aan de Eerste Kamer meegedeeld dat een staatsman buiten het ministerie met de samenstelling van een nieuw Kabinet is belast. Het kostte den premier moeite het te vertellen. Het een zichtbaar gevoel van smart sprak by over het laatste wetsontwerp, dat h\j waarschyul|k tou verdedigen. Maar zoozeer was hn toch niet aangedaan of fajj wierp den heer Gleichman eenige nydelingsehe ierwüten naar het hoofd en wreekte siich op fibrdyk door ronduit te zeegen, dat deze er de schuld van droeg dat zya bvlastiugplauuen niet reeds bij de Kamer waren. Men zal het hem zeker vergeven, dat bij in ayn niet te verbergen spijt zichzelf aog eens op één voetstuk plaatste eu anderen critiseerde. Dit onschuldig genot zal niemand hem mis gunnen, ?'mits hy slechts niet verlnnge dat men er een rechtvaardiging in zie van zyn veronge lukt tweedo miuuterie. Mr. J. Heemskerk Az. is dan toch nog eenmaal als politiek man herrezen. De heer Van LQcdcu wist hem door den Koning te laten ontbieden, ? misschien wel met de be doeling om, als zijn missie was mislukt, te kunnen verklaren, dat er geen anderen uitweg meer was dan eeu Kabinet-Van Lijnden III. De rayn is verkeerd gesprongen, Wel heeft Heemskerk by nl zyn oude vrienden, bij alle eerzucutigen van do rechterzijde en bij alle door hem gepolste conservatieven, antirevolulionaireu, katholieken en liberalen het hoofd gestootcn, zoodat hy wanhopig de beken tenis heeft moeten afleggen, dat hjj overal aan geklopt heeft, maar nergens ia opengedaan, ? doch de Koning .heeft daarop nog eeu anderea uitweg gevonden dan die van den heer Van Lijnden. De neer Van Rees is met de samenstelling van een nieuw ministerie belast! j/? Juist wat de lieer Van Lijnden totaal overbodig rekende. De heer Pynacker Hordijk verscheen Woensdag en Donderdag nog eren in de Eerste Kamer. Vroolijker gestemd dan ooit te voren. Men kun 't hem aanzien hoe gelukkig htf zich gevoelde in het hcerlyke vooruitzicht van terug te koeren, naar het stille studeervertrek. Of was zy'u uiterlijke tevredenheid de afspiege ling van de innige zelfvoldoening, o.ver 't wel slagen van zijn proces tot zuivering der politieke atmosfeer? 't Was hard, bitter hard, dat de heer Van Lfinlen in den laten avond van zij a politiek bestaan ipg een lesje in de parlementaire welvoegeljjkieid moest ontvangen. ; Do heer Van de Putte kwam er tegen op, dat Ie minister de lecningswet meer bestreed dan ,'erdedigde, om-de daarin gebrachte wijzigingen, vaarin hy toch geen aanleiding had gevonden om de svet in te trekken. . ? ?Ik heb mijn bezwaren meegedeeld," ant woordde de minister, maar de wet is onmisbaar; hut geld moet er zijn, al ia de wet slecht." Dat WHS nu Van Lyudens politiek. B.ginselen: byzaak. Overzicht der Per». OXZE DAGBLADEN. De mtnistei iëele crisis is een stap tot haar op lossing genaderd. Nadat verschillende geruchten hadden geloopen over een reconstructie van. het Kabinet-van Lijnden, kwam het meer definitieve bericht, dat de heer mr. Heemskerk, het welbe kende hoofd van het conservatieve Kabinet van '6C met de opdracht was belast. De pogingen door hem b'J onderscheiden personen aangewend moch ten echter niet slagen, en hij zag zich verplicht de opdracht neder te leggen. Daarop werd Mr. O. v. Rees, Voorzitter der Tweede Kamer, tiitgenoodigd zioh met Je samenstelling te belasten, ? sen tutnoodiging die door hem werd aangenomen. Da beschouwingen in den loop dor week dooi de verschillende maden ten beste gegeven, verlie zen door de voorloopige oplossing' veel van hun gewicht. De meeste kwamen hierin overeen dat iet Kabinet- Van Londen zich onmogelijk bod ge. maakt of althans onmogelijk geworden was; dat bet optreden van een nieuw liberaal Kabinet het meest waarschijnlijk was te achten; en dat oen spoedige oplossing zeer in 't belang van bet land zou zgn. l)e zeldzame verrassingen, die ministen'eele crisissen somwijlen met zich brengen, waren echter oorzaak, dat men in zijn oordeel niet al te stellig was. De voorloopige oplossing doet het Ham?, den wensch uiten, dat dia heer van Rees een krachtig Kabinet tot stand zal brengen en de liberalen hun persoonlijke veeten en geschillen zullen ver geten. De Stand, verheugt zich, dat althans Mr. Heemskerk weder van de baan is, maar doet, naar aanleiding van eenige mededeelingen van on* Dagblad, uitkomen, dat de heer van Rees er in zal moeten slagen de Kappeyciaonsche club £e contenteeren, De Arnh, C*, nam de gelegenheid, die de crisis 'aanbood, te baat om een beschouwing te wijden ton de inrichting van ons kiesstelsel "en de Vraag ,; fe bespreken op welke wijze het parlementaire , stelsel in de omstandigheden, waarin ons land , verkeer^ behoort te irorden ingericht ; of men ; vertegenwoordigers wenscht van het land In do i Kamer, om mef !,de regeering mede te werken, dan w$ een krachtig, geheel op zichzelf staande mnementure rtgeenng: ? De Standaard nam onze Eerste Kamer A faire en wees op de nood zakelijkheid om haar U veranderen. Wil mea dit doel bereiken dan moet op de Provinciale Sta ten worden gewerkt Zy moeten om. .Ons Volk" ? wjj gebtutken bier de woorden in den «n dien ?e Stand, er aan hecht, ? zal echter nog een ?jaar of 10 geduld moeten hebben, zelfs bff ern stige en goed volgehouden pogingen. Het Vaderland besprak het Muntstelsel ra deed zich daarbij niet kennen als een verdediger van het middel d^or den Minister van Lijnden aanhangig gemaakt. Mede wijdde het blad naar aanleiding der beslissing deae week door de Frov Staten van Z.-Holland genomen, een beschouwing aan den waterweg van den Hollandschen IJse. naar de Oouwe. Voorts zette prof. Opaoom er in 't Bdbl zijn beschouwing over onze Grondwet, naar aanleiding van het werk van prof. Buys voort, en deed Mar$ uitkomen hoe krachtig het voorstelSebefiel ? m zake de beperking der verdediginj van het land tot Amsterdam ? dcie week in de vergadering dor Voreeniging ter Beoefening van Krjjgswetetischap te Den Haag werd aangevat. De Tijd gaf wederom eenige belangwekkende beschouwingen over de buitenlandsche ? meest Fransche ? politiek, terwijl De Maasbode haar reeks van artikelen over ?Vrijhandel of bescher ming" voortzette en hot Solt, NU. een be schouwing over ?Eergevoel" te berde bracht. De Wertmansbade gal' eea tweede en laatste artikel over ?begrafenisfondsen." EENIGE KANTTEEKEXINGEN OP EEN STUK OVER VOORUITGANG. Aan Mej. Etisc A. Ifaighton. De ffoschiadenis is zeer zeker Icerryk, maar ol allen dio dit zeggen en herhalen, er inderdaad leeriag uit trekken, dat is zeer de vraag. Is het bcsto middel, om een goed pessimist to eijii, ccn slecht historicua te wezen, optjmisme is in nog hooger mate geschikt, om weinig nut te trekken uit de geschiedenis. Optimisten toch flad deren meestal over de o vervlakt e heen, nemen den schim voor het wezen, en zy'u gauer met alles klaar. Pessimisten dringen meestal iets dieper door in hot wezen der dingen, en zoeken meer naar de oorzaken der verschijnselen. Onder pessimist verstaat gy iets anders dan ge woonlijk geschiedt. Dat is uiet weuschely'k met hot oog op spraakverwarring. Een pessimist zal niet liever van da'ig dan morgen ee/n revolutie zien losbarsten. Want hy meent dat bet kwaad zich hoogstens verplaatst, maar niet wordt op geheven. De vraag loopt echter hierover: zijn er gegevens, die ons recht geven tot de meening, dat wij voor uitgaan V Is de toestand nu beter dan voorheen? Ik zou niet graag behoeven aan te toonen, dat wij in de lantsto jaren zün vooruitgegaan; gü maakt n echter heel gemakkelijk van de zaak at, door den tegenspreker op te roepen, het bewys te leveren van 't tegendeel. Zeker, er werd vroe ger veel geleden, maar het zou geen moeite kosten, om tegenhangers daarvan te leveren uit onzen tyd. Indien Danto onze fabrieken gekend had, hy had diu kunnen teekenen als de hel. Nog steeds wordt het volk behandeld niet als mensc/iew, maar als iraarddouec dieren. Tweeërlei soort van machines zyn er tegenwoordig, namelijk: de ijze ren machine en de vleeschmachine-meusch, beiden deelen vaa den inventaris des fftbrikants. Wordt er verbetering vercischt in de ijzeren machine, men getroost zich daarvoor de kosten. Eveuzoo toet de vleeschmachine. Voldoet de machine ter productie (raensch) niet meer aau de eischen van oen tyd, men voegt er zooveel aan ontwikkeling by, dat dit bezwaar verholpen wordt. Zietdaar de mate van ontwikkeling, die ten deel valt aan do arbeidende klasse en aio overblijft na het ver wijderen van de gewone praatjes vau ontwikke* ling enz. Is dit nu vooruitgang'? In den regel beoordeelt men de zaak onjuist. Zeker, de arbeiders hebben tegenwoordig allerlei dingen, die vroeger zelfs weelde waren voor den rijk«, manr dat ts geen zuivere vergelijking. Men moet de vraag aldus stellen: gegeven de arbei dende klasse een eeuw geleden en daarnaast de andere klassen, iu dien zelfden tijd, was toen de klove dieper of minder diop dan zij is tusschen de arbeidende klasse en de ovcrire klassen der maatsifbappü van nu r1 Laat de gegoede burgerij do inrichting van haar huis, haar levenswijze, enz. eens vergelijken met die liorer grootouders, welk een hemelsbreed onderscheid! En uu zou ik wil len vragen: is het onderscheid tusschen het huis* houden van den arbeider nu en dat zijner groot ouders in evenredigheid even groot? Ikzouraecneu, dat de klove uu dieper is, het onderscheid grooter. Waar blijft nn de vooruitgang voor de arbeidende klasse? Betrekkelijk zijn ze dus ach teruitgegaan. Och, hoe fraai klinkt het: ?op verstand komt het aan!" Maar hoe komt hot dan, dat de verstandigen zoo zeldzaam vooruit komen? Neen, de oude spreakdichter had gelijk, toen hij reeds als zijn ervaring kenbaar maakte: wysheid is goed, maar met een erfdeel. Dus wijsheid is goed, als er een zak guldens bijkomt. Verstand is slechts zeer zelden de voorwaarden, waardoor de mensen het ver brengt in de wereld. Andere eigenschappen moeten bet doen, meestal vau laag allooi. ?Nog altijd komt het neer op dit éóne beginsel: Dwingt wien gij kunt, kruipt waar ge moett Eerst slaaf ? en dan tyranr Vroeger kon men misschien lomper de wereld vooruitgang aan, maar in het wezen der 'zaak is het uiet zoo, is het verandering van vorm en niet van wezen Zeker, de ontwikkeling der arbeiders laat veel te wcnschen over, maar aan wie n de schuld'? De meerderheid groeit in 't wild op. Leerling wezen bestaat by ons niet, behoorlijke opleiding in een vak komt niet voor, de mate van ondorwyt waar mede de meerderheid wordt afgescheept, is zoo ireiuig beteekenend dat het niet veel moer dan nul; is ?'maar kan daarvan den arbeider eon verwijt worden gemaakt, verstoken als hij is van eiken invloed op den gang van zaken? Den sla ven een verwijt te maken, dat zij slaven zijn, na dat eeuwenlang een elavengeslucnt is opgekweekt, noen dat gaat niet aan. L venzoo is het met de vrouwen, evenzoo met de arbeiders. Door het misbruik, dat meer bevoorrechten maakten van hun kracht of verstand, is het volk verstompt nn nadat het eeuwenlang verstompt is, wordt uit die verstomping eea argument getrokken, om het volk te laten zooals net is; ? dat was en is de gewone tuktiek van «He regeeringen, om zelven te bleven heersenen, pet anderen die handelwijze iu bescherming nemen en verdedigen, ? dat acht ik opk geen teeken van vooruitgang. Natuurly'k warea allé arbeiders bekwaam en verstandig, begrepen zy' allen hun belangen, de onderdrukking, waaronder zij gebukt gaan, zon geen dag duren, maar in zooverre U het werk der onderdrukkers geslaagd, dat het volk is af gestompt en uitgeput en daarom ?berust nit zwakte?' Noemt men dat vooruitgang; ja dan is er sprake Tan grooten vooruitgang! G{) komt er tegen op, dat gebrek de oorsprong zou wezen Van dien slechten toestand, en vraagt of d* arbeider al voldoende deed en doet om zich en zijn gezin op te heffen. Maar gQi cjjfèrt de ekpnomisehè. verhoudingen weg', en töcB de«v zjjn de hoofdzaak. Elke nieuwe machine, maakt eenifre personen overbodig; de sterke verdeeling van den arbeid is oorzaak beiden maar ?rokken, wn: alleen, bruikbaar sffa' fotf e«t, eea vak, maar die das te eerder ten prooi * _ aan ellende of wel zioh moeten overgeven op ge nade of ongenade aan den werkgever, die zeer goed weet, dat de arbeider slechts bruikbaar iiog enkele plaatsen. Kan hij daaraan iets veranderen* Stond de bekwame werkman, die zijn vak kende, in de Tcrige eeuw niet veel onafhankelijker tegeno ver de maatschappij dan de bekwame werkman nu? Prullen en stumpers gaan dik w$jls voor en zy'anoj bruikbaar genoeg, waar aU sich|aanbieden voor min der geld. Het ofjakkeren, het aangenomen werk, het op stuk werken ? niet ten onrechte stukwerken ge noemd ? maken, dat bekwaamheid veel minder waard is dan handigheid. Laat de bekwame ar beiders hieromtrent maar eens getuigenis afleggen. Misdaad en prostitutie zjjn aan armoede zoc van lichaam als van geest toe te schrijven. Uit vrees dat ik te lang woid, moet ik my bekorten, anders zou ik daarvan bewy^en kunnen aanhalen van mannen, die dit onderworp speciaal beatudoeren. Hoe komt hot anders, dat het grootste aantal geprostitneerden voortkomt uit die takken, waarin de loonen het laagste zyn? De industrie is de vooraadschuur, waaruit de prostitutie gerecrureerd wordt, en naarmate de industriè'ele be weging aan jacht op het geld deelneemt, naar die mate wordt dat magazijn gevuld. Ducpëtiaux noemt de prostitntie het supplement van het loon. GÜ «ijt geneigd te geloovcn, dat er geen geluk kiger stand in ae maatschappij is dan de dienst* bare stand. Welnu, neem de proef op do som geloof zonder werken is in dezen dood. Gemak kelijk kunt gij dau hit grootste goluk smaken en wie zou niet graag gelukkig zgn? Maar hebt g\j dan nooit medelijden gehad voor die arme zusters, die eigenlijk dag en nacht in dienst zjjn, die het voorrecht bobben weggestopt te worden op den dag in een keuken en 's nachts op een zolder, die de voetvccg zün van meneers grillen scu van mevrouws luimen? Meiischen, die zelvon teeds uitgaan, maar klagen over het oeuwign uitloopen der meiden, vergeten dat loeringen wek ken, maar voorbeelden trekken. En aan welke verzoeking staan zij niet bloot op straat, in huis, ja overal. Voor fatsocnlyko meisjes is het haast ondoenlijk om op straat te gaan. Als de keus gegeven wordt, om op gemakkelyke wijze en met voldoening van allo begeerten te leven, gekamerddoor dezen of genen heer, dan wel om werkende in ondergeschiktheid zyn kost op te loopon ? dan is het my zeer verklaarbaar, dat zoovele meisjes vallen. Gebrek zou de oorsprong zrjn van de groote kindersterfte onder de volksklasse. Ja, dat is zool En de domheid, waarop gy wijst, is reeds een secundair verschijnsel, een gevolg van gebrek. Of hoo zij u de armen opgevoed f Is er iets ge daan om beu te ontwikkelen? Znn zy niet ge dwongen vroeg wat te verdienen ? Werken is het parool, en alle gelegenheid om kennis op te doen, is afgesneden voor verreweg de meesten. De raad gevingen zijn ook zoo verschillend. Roep twee doctoren en gij ontvangt tweeërlei raadgevingen. Het vertrouwen in doctoren is, niet zonder reuen, niet groot. Me u rangschikt zo onder de kwakzal vers, de eenen mot en de anderen zooder titel. Buitendien, aan welke behandeling stnau de busklanten dikwijls bloot? Waarlijk, (?ij kent de keerzijde vau de medaille uiet; gij verkeert mot 't volk niet als gelijke, maar als iemand togen wie het opziet. O, er wordt binnen eu buiten de muren gezondigd, ik weet het; maar wie kan zich daarover verwonderen, die ziet hoe het volk op groeit ? Als een ware paria wordt het behandeld vau do vroegste jeugd tot op don sterfdag toe. l» de citroen uitgeperst, voort er mede, weggaworpen; duizenden .staan klaar om zich weder to laten uitpersen' Gy spreekt van eeu wekeUjksche verdienste van f 14 bif oen dagelijksohen werktijd van 14 uur. Wie dat heeft, raag van geluk spreken. Maar is dat een werktijd voor een mensch ? Wat blijft er na 14 uur arbeid over voor ontwikkeling, voor menschzy'n? DezoUcen zjjo. werkmochines en meer niet. Een paard zal men zoolang niet laten1 werken. Gij wilt bewijzen door enkele verbalen, dat de zedelijkheid niet lager staat. Maar dau toch vooral niet hooger. Zulke geraffineerde gemeen heid van gebloueerde wellustelingen, zulke tegen natuurlijke zonden als er nu nog gepleegd wor den, ? eu dat zeker niet minder aan voorheen, ? ze getuigen niet voor uw bewering. De onlangs overleden Sarei van Pruisen, ? we zullen ons veiligheidshalve bepalen tot buitenlandsche vor sten, ? doet niet ouder voor vroegere vorsten l Waarlijk, wie by bekendheid met het eigenlijke leven der maatschappij nog durft te spreken over beterschap, hij of zy is een onverbeterlijk optimist. Naïef zijn de beweringen dat de werkman ook verstand kan bezitten, dat hy daardoor kapitaal zal verwerven en zoo genoeg inkomen kan heb ben om binnen een census te vallen. Binnen den tegenwoordigen census? ? Maar die arbeiders moe ten nog gebakken worden, wutrt als zij het zoover gebracht hebbeu, dan laten zjj reeds lang voor zich werken en zien zij toe hoe anderen werken. Zal algemeen stemrecht belangstelling brengen en algemeene welvaart? Het eerste zeer"zei:e', en voor het tweede opent zij don weg. Algemeen stemrecht kau de sleutel zyn van de broodkast on daarom moet er de nadruk op gelegd worden. Niet dadelyk, maar toch eerder aan dat men het niet heeft Niemand wenacht een staatsomwenteling, maar als men niet komt tot de noodzakelijke her vormingen, dan kan zij uiet uitblijven. Wie niet hooren wil, moet voelen. Haar te betreuren is even dwaas als te jammeren over hot onweer, omdat, het iemand schade berokkende. Neen, de atmosfeer werd gereinigd en dat herstelde het evenwicht in de natuur. Zoo ook in 't Ie vou der volkeren. De revolutiemakers ziju zy, die her vormingen tegenhouden, dus de machthebbers. Zoo was het en zoo zal hot zy'n! Beschouw deze opmerkingen als kanttcckeningen op uw iudfukkcu, want Rij gaafc te velerlei om alles te weerleggen, Gegroet door uw medeburger, F. DOMEL.V NIÉDWEWCTS. KUNST. HET AMSTERDAMSCH TOONEEL. Fauni: Publiek en kritiek. ? Fédora -**? Salon des Variétèa, ? Dirk de Porder. Het gerucht loopt, dat de Kaning den wensch geuit heeft, in.de Kezidcntie geentooneelrtukken fan Dultschen oorsprong meer to zien vertoonen. [k hoop niet weinig, dat hot gerucht waarheid »vat. 't Is koren op mijn molen, en 't zou den Smaak van onzen vorst eer aandoen zoo een energiek besluit genomen te hebben. Natuurlijk wordt hier onder .stukken van Doitschen oor waarmede de mislukte poëten onzer naburen ? verhollandscuten, ons tooneel z$p komen beheerscfaen. Men bedoelt niet de weinige voortreffelijke werken van Heden, en de te-recht Beroemde van voor* leon, die Duitochfcnd in-der-daad oplevert, in weer wil van het antUdraniatische charaktor der bewo , welke ner», men baübeK die met, wan men hier te lande1 over 't hoo net bek laar Ee tallte niet onner z$n veto ieafj de IsiUel ?<?£?. jraarlHi over. $ algemeen m-_ "' mi L__*^' ^-i_ _ _?- slechte vertolBngQr. Th,-geie'bob»p?i'Mea.ïeeft «r.'" Biets meer van gezegd dan mea over «Ik ander stuk m gelijke omstandigheden te berde soft ge bracht hebBen! En toch was de uftvoerihg van Faiut een buitengewone, kordate en alleszins een lofwaardige onderneming. Het publiek verscheen echter nieten bleef verre van zioh te verdringen langs de stoelrjjeu des Heeren van Lier. Goed; dat be wijst o. a. hoe weinig de kritiek de lesws onder haar macht heeft, hos gering baar invloed is op de komediegangen van 't publiek. Dit is, dunkt me, voor een gedeelte hieraan te wijten, dat de kritiek haar taak niet geheel en al juist opvat De kritiek onthoudt zich vaak van er fijn en diep voelende organen op na te houden, da kritiek huist niet zelden in wat de Beer v. d. Goos zoo juist ?gro vere" naturen noemt De kritiek is niet warm voor de zaak. ?dat is de fout. Wanneer «U bewondert dan bedient zij zich van zulke matige, dikwerf magere termen om haar geestdrift uit te drukken, ? dat de goede menigte haar voor slechts tamelijk voldaan moet houden. Nooit bfjna kent zy het vuur dat het vuur ontsteekt, de vlam die de vlam opwekt, die ontstaat in het hart van den beoor deelaar, ? après tont mensch gely'k de lezer ? en overslaat naar het hart van deu lezer. Want, nietwaar, niets is aanstokelijker dan waarlyke hartstocht, en bewondering, dat is hartstocht( die natuurlijk, o lettorvitters, door de rede gelouterd moet zy'n). Wat is het doel der kritiek hier in Holland, waaróm wege zij, als.'t geldt eens geestdriftig te zy'n, hare woorden zoo naauw niet, waaróm zy ze niet bevreesd er eea zinsnede te veel aan te wagen, een woordtjon binnen haar proza te laten staan, dat den lezer een oogeublik misschien te sterk tegengloeit, hem, wie weet, doet glimlachen? Waarom? Om dit die glimlach zal verkewen in den lust de bewondering van den kritikus te deelen, om dat men zoodoende oorzaken stelt tot komedie gangen, en aldus tooneelleven opwekt. Men geesBle, men hekele zooveel men wil, hoe harder hoe beter, als ons repertoire staat bedorven te worden of ontcierd door welk dramatiesch prul ook, ? doch men verkondige luid van de daken zyn aanbeve ling en zyn lof, zoo de bewondering aanwezig is. Men zy in 's Hemels naam soldaat. Men vechte in dienst der kunst. Die vecht, leeft en wekt leven. Als ik daaraan denk, ? wat prachtig arbeidsveld voor do tooneelkritiok! De lieden op te winden tegen de middelmatige on vóór de groote kunst! Heel een gekrioel te doen ontstaan van Heertjens en Dametjens nit den fatsoenlijken burgersfaud, wien de zaken der dramatische kunst belang inboezemen, die zich daarmee in-der-daad bezig houden ! In eon woord, ik herhaal, een leven, een passie te doen ontstaan, ons land een stap verder te brengen in schooiiheidsliefde, ? als ik daaraan denk, dan is 't om bedroefd tn worden; want zoover zyn wij nog lang niet Wij kunnen er zelfs ter nauwernood op zinnen. Het publiek slaapt; vóór wij het in eeu wakkere, in een zich interesseere!)de schare omgeschapen hebben, zullen nog heel wat hoorns in het Kamp der kritiek in jube lende en weeklagende toonen te ber*ten moeten ge blazen worden. En er ontbreken zoo veel jagers! Och, of we het elkaar instampeu konden: toch vooral onze organen niet te sparen en ons hart rechtuit te spreken! Faust ware dan beter bezocht, dau al dio avonden, zoo weinig aanmoedigend voor de artiesten, met leêge plaatsen om hen toe te juichen, /ooals b.v. Woensdagavond, toen ik, met een Mijnheer en twee jonge Dames naast mi), die ? en dat het zielroerende «oord van Gretchcn ?dat... waren,.. gelukkige... tijden l" hen niet weerhield!" ? vóór den laatsten akte, den boeyendsten, vetrokken, ? toen ik nog eens, met textboek 15 tafereelen hob gevolgd. Ik heb toen allerlei kantteekeniuRen gemaakt, waarde lezer, met het doel u er de bloem vau aan te bieden, doch ik zal ze EU maar voor mij houden tot beter gelegenheid, want wij verkeeren, hoop ik, beide op 't oogen blik in een zacht-melancholische stemming, 'die ik slechts wil afbreken, door uw aandacht nog maals op Ftdora te vestigen, dat nn Maandag voor 't eerst ?gaat". Ik zeg al wederom, dat 't heel en heel mooi zal zijn, lezer, en ik wed, ? om u aan te sporen, ? dat gy niot aarzelen zult te gaan. 't Vriest zoo buiten, gaat u wat warmen aan den schoopheidshaard, daar ginds. Sardou en Mevr. Frenkel, ? 't is geen kleinigheid. Ecu overweldigend stuk is Féaorn, vol ontzaglijke passie, hevige scènes, zoo uit het aktueela leven gegrepen, Do Heer de Groot slijt zijn uren ondertus;chen ook niet in ledigheid. Hij monteert k Bigaine vau X. de Mpntépin, door Peypers bewerkt. Zijn ver dienstelijkste kunstenaars en kunstenaressen ver vullen de hoofdrollen, terwijl het geheele perso neel medewerkt. Deze onderneming van den Heer De Groot moge met een druk bezoek begunstigd worden, dat hem een blijk er van zij, met hoe weinig onverschil ligheid men hem als direkteur van den Salon ziet abdikeeren, met hoe een hartelijk vaarwel men afscheid van hen neemt. Vooral is het niet te hopen, dat de heele Salon ophoude te bestaan, want in het voordeel der kunst en van ons volks bestaan is dit gezellige lokaal zeer wel te ge bruiken. Do kluchten van Breerö b. v. halden ste-ds lang daar, zij 't in nieuwe omw'erkiug, een vertolking moeten vinden. Maar daar praten we later nog wel eens over, wanneer wellicht een nieuwe direktie de leiding m handen neemt, van literaire syrnpathiün vervuld. Voorloopig ecjiter wenscb ik Xavier de Montóping De Minnares van den Alchimist stijf bevolkte Balen tóe, wat zou ik anders, sinds Busken Hüët, hy', de meest kritische ziener onder ons, zich ver waardigde ccn hoek van do Montépin te vertalen, genaamd de Komng der Eeuw? Arnt. 17 Maart, '83. T. DeysseL LE TRIBUT DE ZAMORA. Men schrijft ons nit de residentie: Dat de BTaagsdhe Opera sedert do heer van Hamme aan het roer kwam, veel is vooruitgegaan, stond reeds lang vast in do openbaro meeding; maar die overtuiging is nog versterkt door de opvoering van Góuuods jongste opera ?Le Tribut de Zamora." Een directeur is uit den aard der zaak nidt altjjd even gelukkig in de keuze zy'uer artisten: hij U daarbij vantalvanomstandigheden afhankelijk, en ook hier is toeval of geluk een groote factor. Niemand zal het in zyn hoofd irijgen het tegenwoordige opera-personeel ?hors Igne" te noemen, maar welke riemen de heer van Hamme ook heeft, tey weet daarmee uitstekend te roeien. Er zit gang in de machine, die hy be stuurt; de hoer van Hamma is niet aHeen een handig, hij is ook eea werkzaam man en allen die met hem in aanraking komen ondergaan den nvloed van zy'n frerkzaamheia. $00 met. steeds ?por ench-intomeni'1 klopt atfeSj vlbt alles goed en het resultaat van wijdten lange inspanning, zooals by het monteeren van ?Le Tribut ra Zamora", is dan ook oen stoma. Het is begrtfpeljjk,, étftt t&maal ais de heer van lamme, die de koert 'Verstaat vaak met massas te werken en dié 05 efrajrapnisöh gebied ¥red' vertrouwd to, awh dpg£ een opera als rib* ut de Zam«ra" aangetrokken gaf c waarin h$ zjfn went «ET ?metteur-en-scène' »n»ri|i uy £yu imcuii «10 .uiebUBur'Da-BuiiJO ton tem toon spreiden, DA heer van Hamme. s een ie goed musicus «a heeft te veel goeds' («noord, om niet in tb zien, dat d> opera van ïounod, nit wn zuiver muzikaal meer ia dan een décodurn van «Ta.._.. en dat d&-muziek, waarattletaandërs ' i, pmi.jik lamelyk «jaspannen ~ _j telutaibhter weer. Te, .gaven J enpüft wordtrDe F<ranl«fiëjB,'§i«|ieT ?en moet ten oqsJif... >r ?T/pont, " Vöoop ?LisléSweetdat imenteel, is. rmo veroer ae tekst van < ,, dratoatUt, juist draiaatisöh'e', "sterk «_ muziek; vandaar dat Gonnod ais* to . schoot Toeg daarbij, dat de inspiratie met l klimmen van de jaren niet is versterkt, dta men bet niét vreemd vinden, dat de musie* i ?Le Trihut de Zamora11 wekte tot ?u?' vau Gouaods reputatie bedraagt , behoeft een componist, die reeds «wveel schoon sohreef, niet naar nieuwe lamraren te hunbere een decoctum kau toch aog meerwaarde hebb dau menig eerste product «u «en minder b toonkunstonaar. Dit is dan ook het gev ? ?Le Tribut de Zamora", waarin men geen nieu* vindt, niet door blondere harmonische of m ' disobe grepen wordt verrast, maar die den hoorder veelal aangenaam bezig houdt, men met genoegen luistert naar een " nun, al is niet alns wat bil aegt oor ofgeestig. De oritiek kante geruster deze meentog «05 omwegen uitspreken, omdat zij niet beuoe vreezen daardoor den ijverigen directeur tel? doelen. Zoo niet alleen om de muziek, men toch ?Le Tribut de Zamora" willen leeren kenn* De heer van Hamme heeft gezorgd dat het te gast gaat; de costumes ay n keurig, de < ' ten voortreffelijk geregeld; het ballet is geheel, maar dan toch voor een groot deel brji fraai gearrangeerd; van de decors van Plaat is \. goeds to zeggen; vooral dat van de 2e acte fraai; het beviel ons nog beter dau de Moorsch zaal. Ook de uitvoering is zeer verdienste^' Voor Seguin is de rol van Ben-Ssïd als en mine. Appia's temperament maakt haar l geschikt voor de belangrijke party van l die ze met vuur zingt en speelt en waarvan de groote moeilijkheden ten volle beheerscht * toaux heeft eeu minder zware party, evenals m de Renckly; de kleinere rolletjes worden goé vervuld. Het is een verblijdend feit, dat een zoo moeilü op te voeren opera als deze, op een kleinen soh burg als ds onze, zoo bevredigend kon wc gemonteerd. In de annalen van de opera zal _ 10e Maart 1883 eeu gedenkwaardige datum blij ven. Het is te hopen, dat deze noviteit vruchtoi zal afwerpen, goëveuredigd aan do opofferingen^ die men zich daarvoor getroostte. DT Ï»E AMSTERDAMSCHE CONCERTEN. ^ On de vijfde soiree voor kamermuziek, gegeven in Felix MeriUs op Zaterdag 10 Maart II, werd het volgeude tco gchoore gebracht: 1. Kwartet (op 18, No. 2, G. majeur) Beethoven*' 2. Kwartet (op 29 A. mineur) Schuboit. ? 3. Kwintet (op 88, Brahm?. f Do uitvoering van No. l, het kwartet van Beet hoven, mag gerust genoemd worden: niet zoet gun» Ktig, iu aanmerking gonomuu de hoogo eisenen; die ik aan de hoogst bekwame musici, die dit strijkkwartet uitvoerden, stel. De Heer Cramer (Iu viool) had te worstelen met Biecht nanspre!kende snaren; de Heer Kcs (alt) deed zijn best den hoorders niet te laten hooren, dat zy'n instru,ment wat te hoog stemde; een en ander was do aanleiding, dat aan dit schuone werk van Beet hoven met die uitvoering te beurt viel, die ik mij auders denk als ik de namen Cramer, Hof meester, Kcs, Bogmans, op een programma vérmeld zie. By* de uitvoering van No. 2 van het programma waren de hierboven genoemde stoornissen ver» dwencn; meu stemde goed, geen fluitende sparen, zoodat dan ook Schubert's kwartet uitstekend weergegeven werd. Jammer dat dit werk w#E erg Tang is, vooral het eerste deel. De compo nist heelt dit eerste deel in tw.oo stukken verdeeld, waarvan het eerste stuk herhaald moot worden; Stliubart heeft hier óT een bedooling mede gehad of misschien wel de traditie gav.olgï en alhoeSrel ik als principe aanneem, dat een werk gemaakt moet worden, juist zooara de óomporiüft het neergeschreven heeft, tóch geloof ik dat de alge'-' meene opinie omtrent dit kwart* gupstigei a&-, weest zoude zyn, als men deze reprise niejb gemaakt had; ik vóór m'y had, in dtispecials geval, het met miju principe *$b nauy fiieÉ genomen ; de eenige aanbaerlAn^; dia me,u maaRtó -ja, mn-ar 't is te Ja,ng.l" was dan v^yvajlpn. V.oop dat ik ovor ga op het volgende nummer wU ilÉ den heer Cramer eea woord van lof 'brengen vopz de wijze waarop hij l!"jue.narïij in hqt audantB voordroeg; Schubart gebruwt deze zelfde melodie^ in t'öu der ?enti-e-actcs zn Rosaraundo". En nu het Kwintet van Btahins: coije eerste uitvoering; voor my eene eerste kennismaking: ? Ik heb genoten, volop g^uoteii! Do schooiid melodicüii(men deiikeondr.randerenaau he.AwqeJffi thema in het Ist c allsgro doof den Heer Kes zra wonderschoon ingezet), debrcede, ?meiaterftafr^ bewerking, men weet niet wat moer te bewOnei$ren. Het vyital dit dit werk ten gehoore bripht was blijkbaar ook door de Éehoónhedèh der compositie gviiisuircerd. De aanhct van het tweede deel gaf den hepr Bosmaus gelegenheid zijn schooH.bn toon' te döefl bewonderen, iet) wat in Üè^eji art i si bizoBder gewaardeerd mott wor&en, dnov hy blijkbuar een inatrututiiit bespeelt, dat de werkplaats va« Straduarius of Guarnerius nooit ge/ien hééft'; des te meer verdienste vóór den kuustuuftati y De heer Hofmeester toonde wieder'door de be schaafde, delicate' wy'ze waai:oj> hij zyaê partij in dit werk vervulde) een dpgèlyk kunstenaar te zijn. ? . Aan allen een woord van dank dat zij ons met t werk hebben doen kennismaken; spoedig Koop hot nog eens te hooren Het programma van het Caecilia-concert in den Stadsschouwburg gegèfen op Donderdag 15 Maart, was aldus samengesteld: Sinfonie, D dnr, op::60 . . . A, Dvorak. flirten sinfonie Fttstóralg, uit het Weilmaohts-firatonum . Bach. Balletmuziek', uit fifi*'"«na . Hefèna . . Gltiok. Ouverture ^Miohel Angelo" . N. W. Gade. Sinfonie No 7. . .... I Beethoven. De Sinfonie van Dvordck maakte op de talrijke hoorders een overweldigenden indruk. Breed npgezet, schitterend uitgewerkt, electriseert dif werk de hoorders. De schcijfwy'ze van dczun llongaarsclien componist, doet aan d,i'u vnii I),;»Iu .3 denken, bepaaldelUk het 1ste allegro en do luiilryf' van het Finale. Het scherzo doet ons d«n coiuSonist in zijnalgeheeleoorsproukelykhtiikciiUfii; e geheele sm'fonte vordert knapueexoccutnutKii, «on knappe directeur en veel studio. Keu en :ui.lcr was hier volledig aanwezig; de uitvoering vnixiit kunstwerk bewwi dit De ?Sinfonischer nut^" .uit hét wethnaclite oratorium van J. S. Bach, Imd weinig succes en ten onrechte; dit mindere miccej is, geloof ik, grooten^eek toe to schrijvtu aan de plaatsing van dit nummer op het. programma; liet' .volgde onmiddelttk op de vol geiustrumenteerdosinfóme van Dvoack en viel door zjjn vcol eenvoudiger iuitrupiBntotie wél wat af, ongetwijfeld voldoet dit Dümmer veel beter ui het oratorium zelf; het werd zeer goed weergegeven. Ditzelfde geldt ook van het bieraanvölgende werk van Gluck, dat nieuw geïnstrumenteerd, (door Reineuke ?) een zeer gunsïigen indruk maakte. De ouverture ?Michel Angelo" van'Gade, werd met gloed wefir* gagaven en vormde een schoon slot vaa hot. eerste deel. Na de pauze, Beéthovens. nooit vol» prezen ^eeveitde"; hier waren de werkende .leden «an Cqccilia in hua.lcraoht, hoe dikwerf is dtizt .gïpfonie opk al mei in data maatsohapptj uitga* * "vo'erdl'De uitvoerln», was over bet algemeen'zcer ?goed, jammer dat &i. finale wat«rg snel genomen word; dit bedierf eenigizïns den goeden indruk van het geheel; het was of men luwt had naar huis te komen* di ?ik . 299 PE AMSTERDAMMER, TOOR ïf fi-J) JB S^ïi A K die haar na de JooL van Prof. Academie aing van gehelen én D.ivereud «pjiLuii aan bot «jido van uut ounc it bewees hue ii eu genoten bud. Stiicte. EEN KIJKJE hN DE PANORAMA-ZAAL \\.\i in dit ougenMik het eerst onze blikk u roept, h de schilderij van fólX&t Iswls: tAlletn aj) de iw:«b(',. !>;} sotUldtir.ij h» meer tive<.lt<J«n hooj?, en geplautst te midden der ïiwl. ia het volle dj^ljclit: Wij bovinüon ons in de woning van een arme, een nauki binnenverlrekja, waar rechts (M- > vnu den loeschouwer) aeii vaal dagtiriit door vuil-ijroeae ruiten dringt, langs hel opensuando grijs-bruin luik. Oader het vuiislei'ije is eeu luw tafoJijc goschovon, van ivn zi.'11'le kleur als liet luik, waarop een kan. ïii don auhlei'gionct, builen den lichuu-aa!, siaut een ledikant, zonder overhuiving. Eeu gestorven vrouw ligt er in, met blaauw-witiu lumilen, over elkaar gcslu^n boven het delf, eu blaauw-\vit gelaat. Zij draagt een visschorsv.'ouweu-inuts. Op een bankje, vóór hul beu, zien wij eeu nion zilte», haar man, de oogeu sprakeloos nam1 dun grond gurkht; tcnvijl ziju pet naast hem op de vloer is gevallen, omvat hy met tl B handen zijn kniün. Links in het verirc!;jc, in de hoek bij het ledi kant, ontwaren we nog een mond en voorts de zweem van een klok, legen de muur hangende. Anders niets, ni^ts. . . in zijn fieileiidaagtcftó Sc/iildtrs yet'iioalt de hr. Vosmaor, hoe Duraiity van dit doek getuig Je: »c'est peinl d'ombrc et de douleur.1' Deze sympaHiische woorden vun liom, die reeds iu '50 het weekblad .Réalisme stichtte en zijn naturalistische meeningen verder in de welbekende brochure La nouvelle zoo onomwonden uitte, zij geven meer te kennen, dau de haastige medeifrbeider aan de Gaxetlv den Deaux Arts et ft heelt willen leggen. Die een weinig ver trouwd is met de geschiedutiis van Israols nagaat, hoe die k-unel, na velervleugelen uitgestrekt te hebben, che tempclscènc CD de afbeelding Goudsmit, ua de Aiusterdamsclic en meester Picot, nu de 'oofeden wickenslag in de meeste gallerijen van Europa, liimlek te Sandvuort vrede on heil heelt gevondaar, aan hel zecstrand ? niet opgevat .als eindeloosheid van bleeke blauwe lucht, zilvej'ej) golven en ruige duinvlakten, doch als yisscherstreek, als woonplaats van een voudige zeoluehtige en bries-d issciie vreugde E even eenvoudige zware smart, van wanop, zoo diep aïs die zee-zelve, van stielen ensvfeëe, en gemoederen, verruimd door den aanblik van den onmeetbaren horizont, ? aan hel zeestrand, en in de hut van den vissehe_r eea onuitputtelijke bron heelt aange troffen, welke mild vloeit, ? zij ook alleen ? voor Rel talent van den kunstenaar, ? die dat jbedenkt en weet: Israels heeft daar zijn gading gevonden, want zijn hart en al zijn eigene gevoelens vondea daar weerklank, in hun eenvoud, in hun diepte, in hun smart, ? hij is het eens met den Heer Duranty. Droefheid en schaduw, dus is deze schil derij. Noch de kleuren, noch de lijnen zijn 'l meest met zorg bewerkt. Beschouwt eens naast elkaèr het luik en de tafel en den vloer, of de vleeschkleur der vrouw en haar jak en het kussen, waarop haar hoofd rust; be schouwt de verschillende gedeelten van den vloer in onderling verband, met betrekking tot het licht, en gij zult op nieuw overtuigd worden, dat ile hoofdverdienste van Israels niet in de poëzie dur details moet gezocht worden, die het eijjonlijit looneel omgeven, maaralleen in dat tooneel, in dat onderwerp-zelf, met een vlagen snmboruu indruk van du voorwerpen in de rondte op den koop toe. En hier trcl't mij \vci}r het schctsaclitigc, liever hot dramatische van Umüls impressionisme, dat ho:n j'uist ^t'-'n^i^lt tot een man' van onzen lijd. t lij is voorinj uen .yisschershiit gewandeld, .hij heeft er eon blik in geworpen, en ziedaar fle echo van 'dien blik in zijn dichtor-gernocd verwerkt. Üci/,o schilderij is heel en n l hfuiils, hij moest die zoo maken, J)e Engelschinaj), rlic uitriep A can 't resisi an Uraiils", zou 't zeker na deze scfiildcrij niet minder luide verklaren, dan aa Huwlijk leed of den &?/«>? breukeling. Laat uw oog eens rustig op dien armen man turen, die daar zit bij zijn gade, zij, voor altijd doof en stom op zijn woord, hem voor ahijd ontvaren. Wanneer men dien weduwnaar, verpletterd van smart, wezenloos van droefheid bij den slag, die hem trof, goed bekeken heeft, goed in zyn starende oogen gestaard en zijn grove, doorwerkte handen, hopeloes zoo even van bet ziekbed afgetrokken waarschijnlijk, bezien, ? dan be grijpt men dat daar achter, in de duisternis, wel een voor hem ontzettend ongeluk moei hebben plaats gehad. Een groote eigenschap van Israels, eene, waardoor hoofdzakelijk hij een meester is van goeden rang, ea die zich in deze schil derij bizonder handhaaft, beslaat hierin, dat hij de sterkst mogelyke uitdrukking weet te vinden, die een gemoedsaandoening, welke ook, bij een bepaald soort mensch ie-weegbrengt. Wij aanschouwen namelijk, de smart, de felste smart, door een zoo van nature beBerkt temperament als deie man te gevoelen. Wij zien niet het leed van een heldenziel, geen theatrale droefenis, maar het leed van een kleine ziel, een treurigheid, welke heel die kleine ziel vervult, Een oude man heelt zijne bejaarde gade verloren, zty, die de eenige was om hem lief Ie hebben, om bezorgd te wezen voor zijn )bu het Itidea, mei die konditiön, tol zyn hoogste p*rf verheven. Israels is geen wereldburger, h» bWft een Hollander in merg en been. rffi schilde"*!, Bolloudscbe smart, te middan oer viachéra waai geaocaen, ea dat «kwt ha buitengewoon. " wijs er dra niet op, dit de «cWldertj te eeat^dig somber «, dat om den wHte idee de naliuir eigenlek niet aldus op üen achtergrond mag worden geschoven, ik oem den linkerarm der vrouw niet, die mialeekend i?, ? ik dank deji schilder, dat hy mij een indruk va^j HoHondsehe, eeav.oudige, dofte dco£fgcestighetd heeft gegeven, ik ga voorbij en denk er aan, hoe eea zwart ebbenhouten lijst beier zoo $» voorstelling: omkadert, dan een breed vergulden, ? en zal zyn stuk niet spoedig vergeten zijn. Van Isruels stappen vve over op de beeltenis var. ttlaus Groth, door Mej. Sthamer. Deze kunstenares heefl Kiel tot vaste verblijfplaats, waar haar vader woont en de Heer Grolh, zoo als men weet, hoogleeraer is. Mej. Stha mer is een schilderes, die zich veel geoefend heeft. In verschillende voorname Europeesche gallonjen studeerde zij, (op 't oogenblik ver toeft zij te Rome.) Hiervan draagt, dunkt mij, dit portret van Prof. Groth de duidelijke sporen. De compositie verraadt vertrouwdheid met de behandeling van het penscel. Terstond doet dit reeds b. v. de keus der poze. Voor een roo J-bruinen fond, zit, terwijl zijn pels van zijn schouders is gegleden, op een antieken fauteuil, met weidegcoon bekleed, rechtop tegen de leuning, de rechterzijde 't meest naar den toeschouwer gekeerd, het gelaal naar voren, de handen op de armen des fauteuils rusten de, eon zachtaardig, kalm-ei'nslig, vriendelijk-goedhartif; bnjaard man. Een opengesla gen boek li£t in de rechterhand, de linker steunt, van den arm des fauteuils at, op zijn andere knie. Hij heeft een nieuw zwart kostuum aan. Zijn hoofd te rondom den kalen schedel, begroeid met zljig zilver haar, in lange lokken. Een klein gr'rjs baardje oinki-aast zijn kin. De oogen zijn blauw en spreken van gemoedelijkheid en vasthoudend heid aan een eenmaal vastgestelde overtuiging, van nadenkheid en geestdrift voor het vader land, enz. Dit is wél de dichter van QwLborns. Aan een afbeelding als deze, vaneenmnn, een lieer, die bo/ig is te lezen, dient msjn, dunkt mó, den ei-'ch te stellen, dat eenigszins zichtbaar zij, welk gevoelen de lectuur bij hem wakker roept. Het boek, hier op zijn school, schijnt Klaus Grolh van een bcd'iurd welgevallen te vervullen en hem een blik van aangename tevredenheid te ontlokken. Moge lijk is het wel een bundol van Pol de Monf. waarvan de dichter op'tpunl is te schrijven: ?Dat ia ilo Ton, wona ik söcht, dat sür.d de Lecder, tru un echt, dat ia de Klang, aa ik era hui', do ik as Kind bi Mbiler weer." Ik verwijt Mej. Stliamer, dat, wanneer ik, haai- stuk beschouwende, achterwdarts wijk, de figuur des dichters niet in^ei' en meer uitkomt in den schijn van ronde bosse. Be figuur is mij wat automaatachlig, eenigsztns bouterig, vooral het lijf. De nieuwheid der stol', waaruit 's dichters klecdij bestaat, voegt zich hierbij en geeft aan het lichaam min of meer het voorkomen van een lede pop, welke men met zware en te wijde lakensche-kleedingstukken, uit een gemaaktekleéren-winkel afkomstig, heeft behangen, wijl de dichter geen tijd had om voor hel llji' te zitten'. De kop is goed; de wangen zijn van een warme vleeschkleur, misschien te warm, want het voorhoofd, de slapen en de neus vormen hierbij een te sterk contrast. De grijze haren zijn geïdealizcerd, al te zijig, het rechter oor is totaal onaf. De zeer flpdderige en flossige baard laat goed h?t witte linnen van den halsboord doorschemeren. Zelden zag ik op één portret zooveel ver schil tusschen de tweo. handen. f)e rechter hand, waarin het boekdeel rust, is prachtig, waiiiiijk uitnemend gesluagd, dd g'ji,.'ii)pe<'de bruine kleur, dfl bewerking der vin^r? en knoiiUels, ? zcei' goed, maar de .linkcrluml is' tolir.il mislukt. Ten eui'ste, is de houdirij; i)iïa:ir en onnatuurlijk, ten tweede, zou ik tiet ia 't minst noch voor de 'leekening, nocli voor de khsur op willen nemon: akelig wit en akulig blauw door elk,.ür, en het blauw van vuJkoiiiün vulsch efTocl, een vlekje blauwsel, dat aderen moet verbeelden. Trouwens, dit waterige blauw, dut we ook in de baard terug vinden, is nog hier en daar bij vlokjes verspreid: op de jaskraag, in den fond,, op den pels. Wanneer men dit doek verlaat, luidt de slolgedachte : deze dame heelt Lemckes Aenthetic en Krauses Vorleaungcn bestudeerd misschien, zij bezit een flair van de ware proportie der omtrekken; zij geeft ons in Prof. Grolhes portret, een studie, welke van bokvvaamheid getuigt, qn, wanneer zeer zich op toelegt om vóór alles de natuur, het leven waar te nemen en in eigen frisschen indruk te herscheppen, zonder, ja zonder op dat oogenblik te stnrk aan de meesters te denken, dan kan men iets goeds van haar verwachten. Laten we nu de aantrekkelijke schilderij des Hoeren N. van der Waay eens in oogensChouw nemen. Dit onderwerp is verrassend, en charmant gedacht. Maar ik zie op eens, dat ik te veel over Israels en Mej. Slhamer heb uitgeweid en -dus mijn grenzen reeds overschreden ben. JU 8:S.'83. F. Hovius. Uit floeda bron wrfdt gemeld, daj; op het Ned«pr|jnVohe muziekfeest. Hetwelk dit jaar te Keulen, gei^k immer qp Pinksteren, «11 worden gevierd, -de volgende werken «uilen worden uitóevoerd. Eerste dag: B8ympbonie Eroïca" van Beethoven en .De Ööhepping" Tan Uaydn. Tweede dstg! Brabms, tweede klavierconpert, met orkest; Üach, cantate: 7öott« Zeit ist die allerbeste Zeit"; Mendelsohn, Mbtitammige psatm (?Ah IsraeH; Ferd. y~BO«-, ?ÏUcSnd E«iwoh*»i», yoor bariton-soloi koor ejB orkest; Maz Bra«D, ?Sohön Ellen", vaar sqowsm en>nsritOB-solQ, koor en oikest; Handel, » " ' .SMee ?Vatbtoo vaa ten; koren nit van den heer Pierre. D niet véél aanspraak ej> maar bèrat eeinJianSil & De gemeents«t«|t van Flouty, pwoBter Van het een moeiel^jk geval Op voqrs ives Qoyot heelt men bealot»B den dag ook te latejp tomedié spelen. De directeur heeft dit met iyn artisten met afeesprolen, ep deze, vooral 4e Italiaunsohe daasereasen, dis in La Queue du Chat optreden, wejgewn tesppl^n; de heer Floury heelt hen bij. nét a^ga'^n vau het contract met gewaarschuwd en iy beroepen zich op het recht der gewoonte. De kunstkritieken v au Verlat becokkenep den Pfvcnrseur heel wat last. Do radtkalo schilder heeft in de twee of drie nummers, diu li\j schreef, tul van personen en beginselen gekwetst, en het blttd 19 uu wél verplicht ook eeuigon uit do aangotosto Bohildei-jwt>i-eld hot woord te guuma. Rusland als Staat koopt thans ook schilderijen; lüou meldt uit Florence, dat dé keizarliiko regeoring 45,000 lire betaald heelt voor een Fra A&xeYico vit de kerk van San l)oineuico di Fiesule. Eon j'i-ftuia LÜUU della Itobbia is vóór htt Now-Yorkach museum uaugekouht. eoft,van den hcei1 Mulvillan, een rijk groiidei^cnaai' te Gras^e, ia hot laad der pii'fumerioa, üyue ODgcüvennarde vcrzame* liog sclulileistukktiii van F/ayfoxifd gbkycht. Du prus die gonoemd wordt, is 400,000 francs: do zal in het bezit vuil dan heer vilUn blijven tot .aan dieus dood, metste liopuling dat zy eenmaal 's weok-i voov het publiek to beztchiigea moet zyn. Roinhold üe^as vol eindt het voetstuk voor het ttiuidhteld vun Alexau'lor von fluiiiholdh dat, tegelijkertijd niet het stuudbueid van Wilhelm vou Humboldt, duur Otio te Itomu varvawilijjd, den 22atcn dezer, op 's Kcuera verjuavdag, te Uerfiju zal worden- onthuld. De Ameriktvmscho beeldhouwer Paul W. Bartlett, Zoon van deu '>o. oemden T, H üartletr, l)üetsf;wt twe-' pnürdcn N nn rfcasaïhtjxe {U'Ootte, diu hij waarfcliijiityk op oiuo iutCi Uutiouale expo sitie U\i ttll tUUll iiadon 17 Jluarf cxpu-.oert Bidft ziju volledige werken in de Mirlituns. De voriie week ovo.icctl, in zijn woning der line Pi^alle, de hoer baron U!».irlej'i)avillier, e^n der ijverigste en kandigjte oudhedc:i-vorzuidu!aar!> iugh etn onverzoenlijke hiat. toüdivcg. Eens stelde hij zyti vriend i'l(lmo:id Ijuunufó voor, süinen eeu gt-ïührifc te vai-ya.irdi^eu, dat tot titt-1 zou he!> ben: VorhamMirig occi- de tumnak, behelzende ?'on oiiyuce <(c>' namen, voo, namen vit adressen vna ft/i. verealahcn, hoc si] te u\rk guit*, Kun hantltil, '«(w handlttHfirrs, gevolyd ntn de t^t dcf voofieerpcn vun b'ertenkelffien isor.'prong, die gevonden worden in ulla openbare en jjarticnliere verzamelingen in Franttrffk en den vrcemtlc. Terwijl uien ia de saloni vau Davitlier de uitnuraend-to kunsteuoara, gelcei'den en letterkun digen aantrof, bestund zijne verzameling hoofd2atcel|jk uit bronzen voorwerpen van Padua, kleinqdiën in geëroa&cerd gJHd en posteleinen vun de groote Italiaansclie ou öpnauitche werk plaatsen, uit met goud en zijde opgemaakte tapijtwerken, zeldzame Veneti$ansche smalten, ivoor- en marmerwerken, stüffeu en glazen kunststukjes. DaviHiet was ook auteur. Zijn meeste werken hebben Spanje in de een of 'andere betrekking tot onderwerp. Zoo begon hy met Histoir des faienees Mspano~ niauresquea a retlets inctalliques (18(51), gaf in 1879 nit: Les arts dtcoratift de i,£»pag)M, en do tekst van het door Doru met 30Ü teekenincon opgeluisterd werk VEapagne is aan hem te danken. UIT BELGIË. XI. Alwoei'Massanet. ? De prins vau VVuUi". ? Volkscoi-cert, enz. ? Vrye verkieziugeu. Aan. muzikale ?festivals", éuz., i-i noi; altoos geen gebrek, Zoo stil als 't in het begin des winters was, z.io levendig is sedTirt December de muzikale werald, Nauulijk* hebben Brassel en Antwerpen1 uuifcenffewuiio uitvoi-ringiiu gegeven, ter eero vau Masseuct, Liazt, Guuiiod enz., ot' Gent bere'dt een ?testival-Massenet11 voor, ahv'tiar, ouder andero werken, ziju ?Maria Magdulemi'', ecu soort orMoiiura, zal worden uitgevoerd, wiuirvau het ons boktinde gedeelte vooi'üokur van deu go^Uüti wil des toonztrers getuigt, ducti muzikaal eneden het onderwerp blijtV. Wy willen evenwel niet te snel oordeelon en ons daarentegen verheugen dat do componist als 't ware eenfn tegenhanger leverde vaa zyua ?Hérodiade'1. In dit werk wordt eeu der heiligst e en edelste figuren der geschiedenis tot eenen vrij alledaagichen tooneolUeld gciuoakt, eu bitter wordfc er tegan de historischa waarheid in gezon digd. De toonkunstsnoar heeft hier sjju oiulenverp uit de hoogte tot zich afgetrokken, terwyl hij in ?Maria Magdalena" tcu minste eeue poging doet om zich tot züo oadei'wet'p te verheft'un. Iu hoe verre hem dit gelukt is bespreek ik iu eenen volgeuden .brief. Iu Brussel gaf het Conservatorium nog ?op hoog bevel'' een concert ten beste ter eere vau den prins van Wallis. Hiiir worden eenvoudig gedeelten uitgevoerd der werken (Bach, Haydn, Beethoven) welke vrij in. don loop dos winters veedu hebben gehoord. Een der schoonste uit drukkingen vau het nmzikail leven iu onze hoofd stad zijn de kwartetuitvoeringen van tweeërlei gezehchappen (Oollyii', Hnbay, Jacobs, enz.) waar van 't eene onder byzondeio bescherming staat van de gravin van Vl;v;in ioren. Qaartetspel is wel de bloem, la fine fleur (wij vreezen geene tegen spraak) van alle rein muzikaal genot. Meer nieuws bood ons het ?C->ucert pppuUivo de musiqno elossique" door de uitvoering van ?Les Erinnyes" nlweei vau Maasenet, het ?Schioksalslied" van Brabms en eene onuitgegeven Symphonie van Huberti. Deae toonzetter ziet er niet tegen on, zoo min als Berlioz, de hevigste hartstochten, dé wanhoop, de woede, en geertverschflningcn to schilderen. Na eene enkele uitvoering willen wU een uitvoerig oordeel nog terughouden, 't Ztt alleen gezegd, dat in 't gedeelte van 'ttoonstttk, ?Consotation" getiteld, de componist het beat geslaagd is. Eene wilde mengeling van toonen is nog niet b\j machte hevige gevoelens te schilderen. De ?Erinnyen" van Massenet ? tijn evenmin bazelen van eenen balf-goddeljjken toocn. Massentt is een iustrumentist van waarde, en schildert met talent het kermis- en vastenavond-nejoel vaa Rome en Napels, maar beeft, ondanks dra b^val die hem gawerd, «igenUjk palmen op ander gebied, nog niet verdiesd. De kltrige compositie voor koor van Hralras is meer popnlair dan diefininnig, o&ohoon hot sj»d«FWWQ) daartoe niet eigenaardig Ite stot>WMMea van bet g«dichtie van JWD tétotom «Mmfiea faQw in IriaaV, «Un, a» twüüfen-dir stemTOPT cs*siT*oo te om ««s, door toi)k voorkomt. niet b*doeW, Senar djè dën'heïr Bi gen, vond men daartoe Ban mojt weten dat in Brussel, Antwerpen, Leuven enz. loogenaamiÉte ?jflunes. garèajl" of n vlaamsohe wachters" bestaan, om fejj veAaesingeu de stenibussen te bewikqn. Bg genosoide verkiezing, stonden op de verschillëndo punten van het slagvelfl 10 of 12 dier iongeliugen om den minlsteriêelen kandidaat, Bisenofilieini junior ?te ondersteunen. Tw.ee jongeneereu bevonden zich geheel in de nabyheid der slembut, waar de namen der kiezers alphabetisch afgelezen worden. Een jonge man had daarvan tevens eone Ih'st, waarop bij eiken naam de letter B (bon) of D (doutenx, twijfelachtig), of M (maavah, slecht) is gevoegd. Zoodra een naam werd opgeroepen, die met B is aangeduid, en de kiezer verscheen niet, springt een van het twaalftal in eon der rytuigen die ter beschikking waren gesteld, haaldo den kiezer af, en ulo'jpte hem naar de stembus. 840 rijtuigen fjjü dea Cden Vaart op die w^jze naar alle zijden der stad gerend, en nebben minstens 3 tot 400 kiezers gedwongen hunne stem af te geven. Pa Kressisten stellen 't algemeen stemrecht voor, dit misbruik te koeren Of hot belpen zal 'i Brussel, 15 Maart, 1883. M. A. UIT PAUIJ8. De krooojnweelen. ? Soirees. ? Heudrik do Achtste. ? Peau-NeHve. ? Le Il-H dea Gttes. ? Les Effroittcs. ? Zola. ? Au lottti'eur des dames. ? Andere nieuwe boeken. in geen stad volgen de gebeurtenissen elkaar sneller op dau te Parjjs. en nergens ook ziju ZQ spoediger vergeten. In de veertien dagen, wóaromïicut ik u weev verslag g» geven, terwijl er eon gyoote oporn werd opgevoerd, een boek dat HL'Ujatiu maakt uitkwam, noörtJe men op straat de kreten vau eea opstnnd, byna van een omwenteling. Na do diamanten van de tooncelkoningin, Sar.ih Uernhnrdt, zullen wij nu den verkoop dar kroonjuwoelen aanschouwen. Er is uu ouherrot p^lijk besloten, dat die tegen Apiil plaats zal hebben. Intusschen zullen eenige historische reliquien worden liehouden. Het ovei ige zal aau den uieestbiedende verkocht worden en zoo ztiiieu met de tuiuea der Tuilerien, die vlijtig afgebroken worden, de laatste sporen van het koningschap uit Parijs verdwenen verdwijnen. W:j ^aan de Heilige week en ue laatste avondpiuiijen to gemoet. Zij zjjn niet talrijk en niet üruk bezocht geweest, wegens de politieke crisis waai'or.der wy sedfirt G,;iubetta^ dood verkeei-eti, en ook wf -,'eus da vroege Paschen en daardoor vervroegde Vasten. De schitterendste soirees zijn die VAU het Elyaée geweest, twee bals die ik b\jycMvoond hob. Iu het wonderschoon paleis, behaugen met üohelioE, gevuld met kunstvoorwerpen, iu de onafzienbare rij salons met spiegels en bloemen vers.crd, bewogen zioh vijf a zeeduizend memchen uit de diplomatieke, ünancieele, mili taire en kunst wereld^ tot zes uur in don morgen. De heer Jules Qrévy ontvaugt met eenvoud, met welwillendheid, zouder de ceremoniën en overdreven hotielgkheid der vorstelijke receptieu. Een aangename salon Ook i» steeds die van Mad. Aiiam, de schoone en dapper* republikein-' eohe, waar iederen Vrijdag eeu stoet elegante vrouwen en e -n vereenigiog van mannen van naam komen luisteren naar muziek en verzen. De groote goüeurtonis der laótsto veertien da gen op kunstgebied, is de eerste voorstelling vau Ifcnri F/ïr, groote opera, tekst van de E. H. Détroyat en Öilvestre, muziek van BaintSaëus. Het is inderdaad een gebeurtenis iu vele opzichten; het nionteeren. bq voorbeeld, heeft 300.000 francs gekost, en de muziek heet het manifeat eener nieuwe school in de muziek. Saiut-5tU:ni behoort volstrekt niet, zooals men beweerd heeft, tot de richting van W&gner, zyne müOitcrs ïija veeleer Mozart en Gluck. Jammer dat Vie eentonige Jer recitatieven, by dezen laat ste d'ior de macht van het genie vergoed, onzen niuuwen mcastei1 te zsvaar is gebleken, Gddeeheiyk is het libivto ontleend aan het drama vau Shiikespcare. Het schjoiiste gedeelte der muziek is uet nuatuorder vierde acte. De algemeene indruk is, ilut tltnri VI f/geen meesterwerk i s, maar opmnrkelijke gedeelten bcv.it. Decoratiel' en cos uum nyu zeer historisch', de uitvoering- was onvorbete'.-lyk. Lassiüle \yas priisutig iu de rol _ van den K .in i, g eu ouzc KtMUs ia dia v.in de Kouin^in, was dram itiso.iei' <l;ui uoi" Mlle. RicH ird heeft de paitü van Auna d« Du'cyu zeer goed gezongen. Nog iia'n ik u tü sp re keu van t\vaa premières, die ongelukkig beide mislukt zij'). In het Tiioitrc du Palaij Il^yü was het een blijs el iu drie hedrijvoa van oeu debutant, met uaui'u Dobrit. onhandig in olkaur gozet door een man v,m \eolondervin linff, Gjndiubt. Het gronddenkbeeld vau Pcnu .Yenw was grappig genoeg. De bejd 'n euu bediende in eeu der nacutrestauraut«, La 3Iuison d'Or, Gormaiu, die r\jk is ge worden door 20 j n.ur gedicustigbeid en atten ties voor de habitués der cabinets particaliers. De heldin, eene dame, bezoekster van duze cabiucts, is ongoveer op dezelfde wgüe rgk geworden. Z(j ontmoeten el kaar in het hartje vau Auverune, waai* zij, ieder van z$n kunt, het eeuigo willea verkrijgen wat bon tot nog toe ontbroken heeft, achting; een goeden naam, en een futsoeulyk hur/elijk. Een gewezen losbol, tlmus onderprefect, die met buide kennis ge maakt heeft in de vrooljfke nachten van zjjn Parysch leven, herkent beiden, maar bewaart hun geheim. In een 'zeer vermakelijk tuoaeel komen zy er toe. elkaar te vertellen wat ieder van hen eigenlijk is, en niettegenstaande dit alles, trouwen z\j samen. De derde acte is allervrooiük<t, maar by de twee eersten sloopt men iu. Le rai des Qrecs van Adülpbe Belot, naar zjjn zeer goeden roman bewerkt en in de Goité ojigevoerd, heeft geen grooter succes beleefd. Ecu zeer eerlek boekhouder heeft een broeder, die om een speelsohnld te betalen 100.000 francs nit zy'ne kag bteelt. De dief wordt cerod door aQn broe der, dio do geheefó schuld op üch neemt, en tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld wordt. Driejaar later echter komt de ware schuldige zich van de misdaad aanklagen; hy U genezen van >Qne speelzuoht! In twee tooneeieu die nevens elkander gespeeld worden, ziet. men deu wandelplaats eener gevangenis en men woont eene voordracht b$ over Tiet dieven-argot ; benevens eene scène in eene sociëteit, waar een bekeerd valsoh speler aan zijn slachtoffers bekent, dat hy hen bestolen heeft. Hot stuk zit in 't geheel slecht in elkaar en is niet interessant. ... In het The&tre Francais heeft Emile Augier met eene wyaiging sy'n Jüffrontfy weer laten op voeren, een zgaer beste stukken; graond, fraai protm, krachtig en eenvoudig als dat van Molière. Laat ons nn spreken over een letterkundige bekeering, Zola, profeet van h«t naturalisme, heeft, zonder aÜne methodo van onderzoek , van overdreven beschrijving en van bet overal nasporen van ?documonts humains" te laten vatan, ditmaal een b«hoo*li|k onder werp gekoaan, eene kaisehe heldin, eene reine UefdesgeeohisjoV nis. Be handeling in den roman is zeer don; AM *to»heur 4w OMHsr-k «Me tiyüt, een een voudig aich ontwikkelend, in«enoarnuMf b)js»nd«i». en prachtig baechreren oo»ge ving, die van eea groot nodeuagMtfn. itfosdc.w thans drie of te P*r* bssftaan. VooMtj, Dkst wien w$ i» Pot-Sottttlf kennis u bet Okric sykbb een geeft zich alleen over unAftvenaaaE EensBaps komt in die «aak, alk winkejju «J» Klem mei*je uit zyne fuavhwte, eea ' Jflk suud, met nuoi, maar heel verstane. merkt haar op; b| gewent aaa haar;hij kon» v toe, haar te Eeminuea, haar to begeerea. BÜnisa echter « deugdzaam, zti weerstaat hem; wel bemjnt zy hem, maar eerst den dag dat de almaohtiga patroon haar tot zijn vrouw aal maken, zal zU hem dat doen blijken. Zola heeft er uitstekend verstand vu, al de détails van de bijzondere ambachten weer te geren; hy heeft alles bestudeerd; kent van alles detec.hr nische termen; zijne schitterende beachrjfvirigea moeten de dames doen watertonden. Het meester: lijke zijner beschrijving ki dezen roman echter js nog meer die van het langzaam opsJur&en van don ouden handel, van de oude mooezakou, vaa geheelo wijken, in dea nieuwen. Veet ruimte blijft mU Qi«t over om nog over andere werken te spreken, fk kan «r n alléén ia der haast eenige aanwy'zen. By de gebroe ders Charavoy wordt uitgegeven een JMUothegut d' Edttcaiion moderne, waarin ik eenige fraaie stukken opmerk, als Jht bonfyur au vilttiye, van den heer Barracaud, Premenadès au Palaif, van den heer Ar mond Lelionx, ejêp soort van onderricht in rechtszaken, béreitbaar geiteJd voor da jeugd. Ik zou n nog vele boeken kunnen noemen; ik eindig met Les represailles de la tye TÏB' Edonard Delpit (uitgegeven by Lévy); hét is een aaugj-ypend drama, misschien ieta te vol fèr^en beweging, maar waarin men al het vuur voelt ceaer jeugdige pen en va» een "? talent IETS OVER KRITIEK EN IETS OVER POEZffi. H. Men weet waarlijk niet, wat de heer fioedesmet zijn publiek voor had, toen hij het noodig aclitte", ons de bekentenissen zijner jeugd, dat wH bies zeggen, de geschiedenis aöner twee .amouretten" mede te deelen. Hield hu die geschiedenis voor zod belangrijk, of vond hy de verten, die hu et qa gemaakt had, zoo mooi? Ondanks de bliadueiar, waarmede sommige schrijvers voor de get>c.ekui van hun eigen werk behebt zyn, zon men er hasjlij toe komen, om het eerste te verpnderstelloB;wanl die. geschiedenis is inderdaad het beste in " "'~ ' Laat mü haar dau, zoo k.ort m^geiyk, o>-erv_. IJoeiUs wordt verliefd, en hét meisje zijner kë Bmint" hem weêrJ Zij, der Jongelingea.roem, WU zifa mebje z(|ni (bltte. 6) Doch het was in den raad der goden schikt, dat Doedes' geluk niet duren zou de reden was, dat zij scheidden, weet ik niet, kunnen wij uit het versje Wensch n waarschijnlijkheid gissen, dat tü haar en te eenzelvig was. flWas ik maar letje,"zegt bij daar, ?dan beschouwde als een vermakehjk spelletje," maar, Nu Terkle» it in d' «eiuuuunbeid, OnbövraOlgd en tre&itg: «ia ik auur »r«4er B«u)g!.. (bU<^c. S) Dat ?kniezen" doet hem natuurlek geen by' zijn ?meisje:" zij begint wat af < dat werkt ook* op zijn genegénhe hy eindelijk uitroept Is liefde dan een haraajuehlin? En zon mijn dierbaar : Kieü méér dan al haai zuatreu zijn? (bllidz. 10) Nn hut zoover gekomen is, wordt natni ?rozenLaud" ?ruw van één gereten": en beten verwen loodkleurom (beider)<b)eekej Wat dit laatste zeggen wil, weeib ik ni zeker is het, dat, ara ? de lente" komt, . weer in zy'n eentje zit. De bladzijden 14 bevatten dan een 8 tal klachten over ? liefde," die ?nimmer wederkeert" en is de eerste periode van Doedes' leven.q%eli Op bet einde leeren wij den heer Daad even kennen, zooals hij to voorspoediger ,^? ;ewoon was zich aan demenschenvoorte doen, ft ?eer >jing ia wel het rechte woord: Dan zou 'k weer juichend springen, Züoila in lang Tfrvlogen tyj, Ea blijde liedrco zingen, Bestond er een kruid vërgotellieJil! (tiladz. li.) Dit rijmt wel niet met het bovengenoemd* -kniezen maar wie zal er den man om ha'rd"Va> len. dat bij zichielven nog niet kent? Een gelukkiger tyd breekt nn aaa. Op bladz' 21 ten minste krygen wq den lof van den ?Levehaius^J en op de volgende pagina vinden wij Doedes pein zende over den toestand van zyn hart: ( 't Seüijnt toch niet zoo mei te breken/ - Als'k Mnvftabljjk hoopte en dioht. Hij doet nn ook een examen, dat by na lan redeneeren, maar ?een onvermijdelijk kwaad" st ?noemen ?en. Of h\j ei' door komt, hooran wij ni« doch kunnen het daaruit afleiden, dat h|f vprv( gen« wat aan den rol schijnt gegaan to " blade. 32 toch dost hij iets, wat hjjnog daan heeft en ook nimmer weer sial o lijk pruttelen tegen dle(n) dwiügeknd, Dia fry» tlQKiid bmt 'litthutig domme woord: ?ömait het zoo be&oert." Nog eens drie bladzijden verder, lp hij we het werk, én doet nog wel uibtapjes Ja 't bol den nacb<t" maar aHeen dan -als de macht giert over wegen en velden;" «n De donder teelt, Het flikkerilelit gloetl, Eenrurdije benken be-ren. Dus, beter gezegd, ahih«t«euw.eêr is, ora er | hond of kot door to jagen. ?Waarom ?" ?"? de eene of andere lezer verwonden, ?wai, geen vigilante voor dien man to krijgen?"' maar... de dichter moge zelf in zyn -: Hollandsch het antwoord gïreh: ?k Voel my gesteld (t is dan inderdaad «aak, zioh goed op zijn beenen to ?stellen") JU» een renzige holJ, In ion kimp met de rtzondo vlagen. Of aün mede-inwoners dat zoaderiiag It gaan met beviel ? op bladz. 39 mcwtbij zen, «n deze verandering, «evoegd »ij een in Gelderland, (bladz. 40) knapt hem gel» al op: hy erkent, dat ?het leven schoon if al .zijn ook d'illnsies ton deêle vervlogen'': luid en dougd" né, daar kan Mj nog altijd ^streven". Bier zet de heer D. een pont a zün tweed*, levensperiode. . De derde treedt Mj in met de verzeksrlag: hart i» nu geheel betiteld, b«n weer big te moede.... tel -vmrnitl 'net nWow» knefat, Toor twaw, wkoon» «n goedel (Uz.119) Achter .'die . fraaie pionnen Utf** echter ai»tsand«rsteaitUn,daaeenh -'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl