Historisch Archief 1877-1940
?&?:
i
..,.
'ml
?»?" i
DE AMSTERDAMMBR» WEEKBLAD VOO» NEDEELAND.
begeerte naar den echteden staat. Doedee
geToelt mwendig zijn boezem weèV blaken", en het
«nd* ?pelUt^rBegint van , voren af.
Al ipoedig hiioren w\j nu van een klove" :
«ant Jïnaar) geloof en (zjjn) geloof «on
onverWndbaar;" en Doedee vindt die kloof zoo groot,
dat zelfs de hefdo" haar niet nveiwinnen'rkan.
.Een huwlUksband ion hun dan ook voorwaar
men t*g»n brengen.1' Iiy doet cyó geliefde"
daarom het voorstel, zich te verbinden" niet als
.echtfffnooten", maar als vrinden", en wel meer
bepaald met het doel om samen naar waarheid
te zoeken." Een onbevooroordeeld lezer zou den
ken, dat zU zich die moeite wel konden sparen,
want dat v* el knappere mensohen dan do heer
Doodes haar toch met hebbeu kunnen vinden,
en het ook bij geloofszaken, in het algemeen,
niet zoozeer op waarheid, als wel op gelooven
aaitkomt. Doch dan kent de lezer den baor
Doedes nog niet, die nooit «egt, wat hu op het
oogenblik meent, maar steeds een by bedoeling acuter
»yn woorden legt, of ten müu>te eeu slag om den
arm houdt. Zoo ook hier. liet is onzen dichter
niet om de waarheid, maar om de vrouw te doen,
en het aapje komt op het einde uit de mouw, als
hjj zegt:
k, J»t óonnnal de «troont v«n nw leven
Giosch mei deu mijae tcxtmtn nog vloeit. (,bl£. 50)
Al dat zoeken'' is er das slechts op toegelegd,
dat EÜn vriendin nog eens van 'de meerdere
voortreffelykheid van vgn geloof overtuigd zal worden.
Deze veiwachtin'g mocht echter niet worden
vervuld: de juffrouw houdt trouw aan het geloof
harer vaderen vast (of zy Roomsch was, dan wel
Lnthersch, veniemen wy niet), en mijnheer «iet
daarom van <le waarheid" at', en pioboert, haar
Op een andero marierto vangen. Uu cnat op hanr
gemoed werken, zooals men net noemt, maar de
onhandige manier, waarop hu de zaak aanimkt,
ia alleroiimerkelijkrt. HS belooft haar niet
haar eeuwig trouw te blijveo, al zouden zij
bok nooit verbonden1' worden, zooals iedor ander
minnaar in zijn geval zou doen: neen; bij zegt
slechts, dat h'|j zal trachten hsar trouw te
WijTen" en vpogt er ter verontschuldiging van do
gematigdheid dezer verzekering by:
Ik ireer liet niet: ik weet t»
Hoe kort ziüko otdcn doorga^nd9 duvfn,
Zelf» ala men z'in ge moe de doet. (bladi. 91)
Verstandiger en bezadigder kan het niet, on
taae vriend schijnt er zoi'f iets vau te gevoelen,
dat z\jn positie, aU hij zno voortgaat, oninogelyk
moet worden. Onmiddellijk toch, als om een pleis
ter op de wonde te leggen, vervult hy in tien
gedoen, om zijn gevoel vnn eigenwaarde ten
ro te redden, en h^ weet dua do ijdelheid
nor liefste en die van zichzelf tevens te strcelen,
óór te eindigen:
Mijn tiffile :yt y!j <7»M,-7 uzari;
\Vant lictrr, liever, tromver rosiske,
Beataat er altlliy mot op aard.
Niettemin, sjjn wei-overwogen vleierij mist hare
uitwerking niet: twee bladzijden verder krijgt hij
het ja-woord". Maar uu eer: t, o verrassing,
schiet de waro Doedcs uit den houk: endezelfde
man, die nog onlangs zoo opzag tegen dat
gelodïsvcrschil, dat geen liefje verwinnen" kon,
overvalt ons op eens met de liberale .uiting, dat:
Innige echte liefde ga&t
- ' " - 'l to boveal
(blaas. 50)
Bi zoo, mijnheer Doeden! en waarom hebt ge
dat dan niet dadelijk gezegd?
Alles gaat un van een leien dakje, voor den
dichter, wel te weten: met den le^er is het
eenigsxins anders gesteld. Want een oogwenk later
waden wij de beide verloofden in een ernstig"
gesprek laad eens wan rover! ik'geef bet n in
drieën: niet over hun geluk en ook nietoverhun
toekomstige huiselijke inrichting, zelfs niet over
den bruiaskorf. dingen, waarover andere jonge
pai-en een tgd lang het zoo druk plegen te heb
eer van den Doedes moet ik erkennen, dat er
niet de minste reden voor die vraag bestond, eu
dat hu veil g nog eon jaar ermee had kunnen
wachten, liet was maar om het geloof, weet u. Dat
heet ik met overleg handelen. Kn de heer Doe
des toon' al wedor, dat hij toch eigenlijk een
verlicht man is, door zijn'aanstaande op de vol
gende, wel o n ge hoor J-deftige, maar niettemin
vrijKuiuigc, wijze toe te spreken:
\v"»t mjj betreft, mot vertrouwen
Bejjecf ik Uen ondi-r uw lund;
" KVrcckt £' cdule rusunen en Trouwen, (bladz. 57)
Zoo is dan alles eindelijk geschikt, eu de tijd
^an het huwelijk nadert, m«t echter voor dat elk
van hen nog eens een reisje heeft gedaan,
waurachvjnlyk om de toestemming hun u er reapeetie.i
Oatters te gaan vragen. NVel mompelen de men'
?chen," oiu hen, nog altijd wat van dat goloufs
verschil, maar nu hot eenmaal zóó ver is, staat
Boedus op zyn stuk, en zeer cordaut zegt hy:
JLaat de mciischen praten!" wat iuder, geloul
qt, een besten raad zal vmden. Up het
bruiloltsLed" volgt dan de trouwdag, dia ons echter
beapaard worat, en das zeker in optima fotuia
aljgeloopeii is, waarna wij een sprongetje- vau eenige
?baanden moeien maken, om de beide
echtgunoo$en opuiuuw in een hoppvo^an toestand te
oat' 'toeten. Telken avond, in de schemering, 2 ij n zy
an bezig met hot niet van licillijkneid ontbloot»
" aofeeren" 01 de te verwachten kleine nu
heu3<.heljjk kind! een jongen dan wel een
ije zal iju. Zy Deinzen eu jtsseii" maarzyu
o*g om te bekennen, dat er ook kan»
genoeg U oin te missen." On elukkig heeft de
dichter du uïtfumeuten, die beide paityen voor
Bnnue meerling konden aanvoeren, achterwege
ten. Wellicht ware dan, met eenige gage
t publiek nader by do waarheid gekomen dan
echtelingeo Doedes: die weten toch na al hun
cuisie* tot geen slotsom te gm aken, en maken
aicu met een Jautje van Lwden at:
't Wordt gewis oen aardig ding! fbltdz. 78)
Of evenwel de toekomstige wereldburger be
ouden net daglicht heeft gezien, verut-uien wg'
'lua> weer niet, zooals reeds zoovele oudere
diuan, «u liet eenige, wat ons tot troost m deze
Icerhui'i gegeven wordt, is dat dit huwelijk,
og na verluop |van een jaar, een gelukkig hu
Dut uohten op »»rdo zotovolen:
Och wu ik m»*r nimmer getrouwd t"
Wy kuniion dleu klaagtoon niut doelen;
ns.iiooft hot nóg 'tooit bcruuwd. (bladz. 71)
Hier eindigt het leven des heeren N. D.
Doedes (d. w. c. in zooverre het der wereld ter ooren
is Bekomen).
SEBA8TIAAN SENIOR.
(Slot volgt.)
STIJL EN TAAL VAN EEN
NATUURKUNDIGE.
Zelden wordt de inhoud van tijdschriften aan
kritiek oude worpen, en in zooverre als de
plaatsing van eon stuk het gevolg is van een
gunstig oordeel der reductie, kan men hiermee
Trede hebben, wanneer deze blijken geeft, voor
hare taak berekend te cUn.
Zoo afin in den regel de stukknn in Eigen
Baard boeiend, onberispelijk van vorm,
belangwekkend au degelijk van inbond. Juist daarom
wordt men onaangenaam getroffen bQ het lezen
van: De «toomtwtrMf en chemische wusGher$
van ebr. Pulthe te Almelo," door Dr. E. van
der Ven, ten dtr redacteuren, tn ffo. C van a<m
loopexden jaaroatiff.
Dat stuk schijnt meer geschikt om voor
kakographie te dienon, dan om den lezers genotvolle
eu leerrijke uren te verschaffen. Doch 't is want,
't is niet voor de leien boitetnd, voor hen zou
Dr. van der Ven misschien wat beter» geleverd
hebben. HU zegt uitdrukkelijk (bl. 70, lo kolom)
dat by zich uitsluitend tot de Interessen wendt,
waaronder natuurlijk begrepen zy'n de dames
medewerksters Bosboom -Touasaint, Cornolie
Huygens, M. van \Valcheven, M. W. Madame
Pont, Geertruida Carelsen, JosepUine Oiese enz.
Maar Dr. van der Ven, hoe stolt ge n toch de
lezeressen voor van bet tijd»3}"»' waarvan gi)
de eer hebt mede-redacteur zynV Hot begin viia
nw stuk is in loopmeisjes- of bakerstljl. Dacht
ge misschien dat alleen looprneisjoa, werkvronwen
kenkenmwden en bakers uw stuk onder de oocen
zouden krijgen? Wees toch zoo nederig niet!
Of is uw stuk wellicht een proeve, om zeker deel
van don volksloou weer te geven? Maar neen,
dat is uiet mogeujk, want m dat geval deugen
do volgende zinnen weer niet.
Ge ziet, Zeer Geleerde Heer, uw artikel brengt
me in verlegenheid; ik kiiu er manr niet achter
komen, welk doel go met hot schrijven er van
gehad hebt. En zonder doel schrijft een verstan
dig mensch toch niet.
Een oogcublik dacht ik. dftt de onaangename
indruk, dien uw stuk op m\j «pakte, eeu guvol({
was van munt* oubevattelgkhoiil; dnnrom ocgou
ik het met de grootste oplettendheid te herlezen,
eu zie, reeds de eerste zin hielp mij uit mijne
dwaling. Uit dion zin toch blijkt duiddyk, dat
gij zelf niet weet. wat ge zegt.
Er staat: rEr is zek.T geen tak van
mcusoliolijke ngverheid ter wereld en als crmccrdcre
^zijn, dnn behoort ook deze ertoe in zoo hooge
mate als Ue bovengenoemde gewaardeerd door
r;illen die, hetzy uit lU-fliebliei-y, hotzy door deu
nood-gedrongen, elk dubbeltje^ omkeeren eer het
rwordt uitgegeven; icttarwce il; meen (tfie<iil te
hebben 1), dat er iu alle lugon onzer
hedeudaigscbe maatschappij talloozen zyn, die zich verplicht
gevoelen ai»n dezen tak van nijverheid, omdat hij
liuu op een viitgestrokt gobiad der dagolük.-iche
nbuhoclten krachtig bijshuu in den rustoloo/.en
^strijd tegen plke vcrafetigiug vnn kai>it.ial."
Oef! welk een zin, welk eena puucttutiie!
Ik «isc» 1) ge/.c^d te hebben!' Ala i -i
gc'uryver en een Zeer Geleerde nog Wi-1, niet \vi<etwitt
hy egr, hoc zal dan do lezer, neen, de lezeve»,
weten, wat zij er uit op motten maken? Do
tuscheuziii op den twocden regel uinakt eeu dwms
liguur; eerst w^rdt er gezegd: Er is zeker geen
tuk van mensekelyhe nyvcrheid ter woreld iii zoo
hooge mate'nis d'.i bovcngenoenulu gewaardeerd",
enz.; do tusschenzin zept: ,.en nis l) er moerde:e
(rneei') zijn, dan behoort ook deze er toe." Kan
lint wel oubejmuldcr 'i
Vorder bemerkte- ik (onderaan op pap. (!!». 2c
kol.), dat -ieti no>; rfJkOiHCH -düns! o" 1) k;ui
;:iju j,voor het doel, waartoe het is aangesrhafi" eu
toch niet langer d-iartoe knn dienen".
liet st-'at er, i)i om ds beschuldiging of de
vei'dvuking te vcoikouicn, dat 'k de z»kvii uit
haar vcrtiaud ruk, zal ik den r.in ol'st'hrijvi-n.
Nadat do sulirijyer gezegd heeft,, dat het >uiets
anders dnn kij.itnalvei'nk-tiainf; is, wanneer hut
in twee kleuren gaat schitteren, ola een ouhitndigo
bediende een kop koflie ui<stort over de lichte
japon van mevi'uuw, of eigen ouvoorzichii^ueid
op dergelijke wijzo n elders toet'ikeltj 1) schrijft
hy: iSc/wjyn voor het doel, waartoe fy etjii a n
gextfiuft, nog volkomen dienstig, kunnen ei in
'dim tos^nnd u daartoe niet la»ger dienen." 1)
Daarna wui'dt er gezegd: de onhandigheid
vau mot uw avm tegen een paa geverfde
dturiiost te loapen,.» l) eeu niet minder groote
verkwièting", enü.
Doch de volgende zin zegt ons: -Ten minste
dit alles sou too eijn 1), muien niet'' enz.
Onhand gbeid, die verkwisting is of sou z'yn,
komt mij ui heel vreemd voor. '
Eeuige regels verder beweert de schrijver, dat
er verband bestaat tus^chcn ndmininigtratiet talent
en ecno japon en dat hij, die dit duidelijk wil
maken, meer bekendheid niet het meei'j,'ei;oea](l
kloedingdtuk moet 'verraden 1), dan bij de heereu
oirliaar woidt geacht."
Dat iemand, diu iets verklaren wil, er in allen
deela moe bekend iiioct ^iju, viinlr ik voliti-ukt
niet jammer, zouals de tchrijver, docli niet meer
dan natuurlijk, zelis al is dut iets dan m;uir eeu
ja]ion.
Wat zou do scliriiver er van zoggen, wanneer
ik mot mijne oppervhikki^o kennis vandcsterrvu
oen werk schreef over hei zonnestelsel eu de vast.e
sterren, en mij dn.ir hij uitihiiteul wendde tot
/iterrekundigeuy En dan te nuehcn, myn baan
L>ühen zoo goed m'^tlijk schoon geveegd tu
nebben door de plechtige verklaring, dut wat
ik er van wout, ik om de f lezers wille heb
goIcerd; dat verder mijne kennis van do sterren en
van hut zouue-teltul waar oppei-vlakkig is en er
dus allo Icuns bestaat, dat ik er binueukurt niets
moer van na! wt-icu."
Hoe in 't iiio^eiykzoo iets te meenen,niet waarV
Dr. Van der Ven cciitor, arl't het o vorige wel ann
uwe toegevendheid toevertrouwen, waa dolezura,
<ils lijf onderstellen gaat, dut 'jij ven japon betit,
die ag, om welke rttkn dan ook wilt laten ver
ve». 1) (la wn fichun mo voldoende?
cn eindo het -,"<?«* de hatul loopcn" 1) van
het werk to voorkomen, Zullen zo gowis den
goeden raad vau den Bcln ijver niet iu d< u wiiid
s'Kiau (zie blz. 72) zelfs al zijn ze niet inoot
bezig" 1) geweest, zich to laten meesleuren door
het aantrekkelijke, dat er in gelegen m:hijnt 1)
wijze leasen nit te denlcn.
Op bladz. 71, eerste kolom, hubbeu we een nog
steeds onleicucn verband," frwijl '?dal beit-ijn
revtt» geleverd <s," en do conclus.o nog
mamontbreekt. En deze hobt gij (lezeressen) voor
mögemaakt." (Hoe Hof, vau do lezeiwen!)
Dan ook meent 1) do schrijver nog iets opge
merkt te hebben," en CÜK nu nog veel kunnen
vertellen van zuodanigo gediiantevcrwisselingen,"
waagt hij zich aan do nomauclatuur der
uiudeklfcureu," hoewel "die hem te machtig is," puloot
'
hoeft gehad." Is bet hier weer de nederigheid.
dn den achrUver parten speelt, en ion .mevrouw
hem bedankt hebben voor het voordeel, dat zQ
heeft getrokken uit des doctors gezolsebap?
Och, dat raadseltje is niet de moeite w»ard,ott
op te loraen. De doctor wilde zeker door een
voorbeeld duidelijk maken, hoe men niet moet
schijven. In dat geval heeft Dr. E. van der Ven
aioh uitmuntend van zijn taak gekweten on ver
dient hu vooral bewondering voor de consequentie,
waarmee hy zyn plan heeft uitgevoerd.
Groningen, l Maart '83. Titia van der Tuut
Hier >t»»t kot btintn voor de mestte ll'urtit (1)"
tegenover hot twirfii van «rol on halftrol (1).
(1) Ik cursiveer
DE JONGSTE POËZIE IX FRANKRIJK.
Les Néfroses, dooi- Maurice Rolliuit.
ijs, Charpeuticr,
De aan het bock Uwb ontleondo spreuk, waar
mede de dichtbundel van Maurice Kolliuat, op
eerste bladzydo, ]>rü'kt, moet by den lezer ut
dnilelyk do ReiluchU- doen oprijsou, dat hu hier
zal te doen hebben mot een wü^eerig boek, met
do ontboezemingen van oenen vol^eüiig van
Schopenhuuer of llartina:u>. meteeneudiclitcr van het
somber denkend geslacht, waaruit Lcopardi's,
Schelley's, cu de Shusefs gebovou werden; met
eeii gomoed is ecu \vJord, dat van alles
outen thans nau alle voi trouwen iu het
aardache ijdel, de onvoldaanheid z\jns hnrten uit
stort in htu-t verscheuren i io kivtfii, eu in ver
zuchtingen naar het immer onbeztitcne beil.
itiv.: Valjr men* c«;
IÜCA ui »mw Wc», vi-riuibu».'1
Sommigen hebben d;m ook het boek van
Maurieti Rullinut, waarover, xeli's ivcds vóór de
verschijning vau hetxel.e, sommige dagbladen vrij
veel rumoer hitddcn goimia'xt, van het staudpiuit
der payuholugie bcüciiouwd, eu iu voiion ernst ge-.
zocht, 'i.'nar eene fcrtmuil, die do
wereidbiischunvmiK, het pes->imi^inu vu.i don jongen dichter zou
duidelijk maken. Zoo la/eu wij in een dor laatste
nummers vau la r ie nwi'crnv" eon jiaar koloinmeu,
opgeluisterd, met eene plant, luillinat zijn klavier
l>>!>pelen:l, voorstellende, eu wniu'iu uien veel weer
den (leuker, du u ilcn (lichter eu den kunstenaar
op het oog houat.
>Vij Kouden hef, er voor, cndiuiks al wat Wulff,
die z'ch, op aandrang vau Sarah lioiuhardt, aU
besü!.enntr van llolünat iu f en der groote l*ai'
zerkranten aanstelde, bevoeren mii;.', wij honden
het er voor, dnt la iiitviw-'.'s, ilimii» daargelaten hun
kuuslKih.tlto veel me ?r vnn l» t standpunt, dor
p.itluil'jyie, dnu der ivij.<b»gocrte moeten Leschouwd
worden. n twee bcv.'e??gcedeiiuii Zftt'jn uus tut
deze- boweoring aan: du (er-u<, dat de gelitfele
jtliilosuHhiL' van hek, buelc i,ieli laat samenvatten
iu een uweupeu met UovSden van dood & verrotting,
zoi'dci' ooii tor o; u th.'iiric, tut «ene stellige over
tuiging te kuineii, j:i, onder zelfs in do verste
verte aan de (l:(>jite, Uv. a.in eesien Suily
Pruilhommc «n t'«nen swinburne figen, te doen'denken';
de tweede, dat wij vrüu'itcloos li-bben
toegeluistrivi, om liii-r tv'iióa ruiihtuu touu, dio uit het hart
tut het hart su-eekt, töiiu.g<*n vc'i-iieinou, «n
wais van alle (l-'clanutie en gi'Zoditln.'id, da
wcrkuii dnr pesiimisien vau het rcchto boddc, in
zoo huugu matu iMumc'.'kt.
Evenmin ah zg ge'?«''' hebben, die zich den
eigeii.uirdigen dichtei \Milu Clmnson des GiiCux
als ecu soort van oliènvt of nog erger, voor
stellen, daar de uormaliëu, Joan Richepin, integen
deel een zeer bezadigd, on buminuenswaardig
meusch is, zoo deftig burgeriylc alj een deftig
burger zijn kan, evenmin kau men den nagui
op don kop treffen, als men in Uujliiiat nog iets
ouders wil ontmoeten, dan eeueu dillitant, dan
eenen dichter, dia, overtuigd van deze (jrpoto waar
heid, dat de gruote kunstgroep, urn zijn baamje
to uia.keu, bestaat in eene eigen i-cine tu ontgin
nen, in eene mindere of meerdere eigenaardigheid,
er zich heeft op toegelegd zich umler* voor te
doen dan Jan «n KJlcman, zcit's, al moest hij
daai toe een paiir pistoolschoten doen knillvii, of
zich voor ai to veel buiten spoov-loopcry, doen
u|> Ac kueukeU kloppen.
Voor een vurig bewonderaar vau Poe en
Uaude.laire. cu zulk een is stellig Uollinat, zooals menig
piiyina uit zijnen bundel mag bewijzen, behoorde
zaïks niet.tot het onrr.ogoh.ke. Zo;j \vijliemc-ene
l ite i arische verwantsuhap KOI k en moesten, dun
zouden wy hem tot het geslacht der tvveo
voornoemden turiig br'eugeii. Met den gce?t van dett
fantast, dio the Havo dichtte, heelt do Parij/.er
n'fi'riijtatlie, zuoals men hem heet., wel meest
golijktfiiis. Ue spmbero beelden,^ in het schetsen
w.iarvnn hy ziofi verlustigt, r.ijn gcene stoffeli
liei'sch'"'i)pii.gf.'n( objcciieve voorstellingen, van i..
iju ei^eii itetlect ontstane ideeën; niet uit do
rede,uit ilen denkenden geest
'uaaruitdeverbeeldinf;, iüdtv.ftu arbeid wellicht, ja! geholpen door
l!hysi"lotfitehi; vut baarbeden en gewoonten zyna
!:ar.iliters, uiaar toch altijd uil. do verbeelding,
Kc-iijncn tiiij siijue meeste, zoo niet alle gedachten
te ^ijn ontstaan.
E(.no dergelijke far.Uzio behoort dan ook tot
de i>ri:i,erkóii5\v:mrdiga verachijnsolen, al is het
nog tent- andere vraag, of eene dergelijke kunst
veel van do toekomst tp verwachten heeft.
Verb old u, ie/.er, oen ka!cido«coop, waarin R\j
beurtelingd al de horrors, waaraan de boroemde Tussaud
huren naam hechtte, zoudet v:ien voi schijnen;
verbuuld u de droomgezichten, aan sommige
kooi-t*iydc-r« bekend, een reeks snookgeslalten
als de lickoring van Antonius" plegen te
vergezi;ll«n, en ^ij zult u ecu nitit oagetrouw
gouaclit hebben gevormd vau do zonderlinge per
sonaliteit van djüfln dichter. Of beter nog, Rülliiiat
zelf leverde ons hot duidelijke beeld van den in
item levenden dichter, naar hy liet volgende sonnet
schreef:
Jo ri;'a na pay» rouge et mant In caroage,
Iló:ibau d'arbrca verte on fortüo d'utclgnoir,
DL» onlvnirea aatonr, «t dana lo voifcimigo
Un L-tunjj uu iiivotc un Uarrlblv cntbnnoir.
F.ironcho et raffolnnt de» donjons mijTpn-ÓRc,
J'lriiU tn'ensevelir nn iond d'ttn vloux man»ir:
C'nmnin je hnmcrni» lo my^tèro (jni naga
Entro du raste» raura ti-nJua do volourn nuir!
Ponr JarJlus, Ja vnadraU deux on trotüclmctiur«»,
Ou jo tiourraln tont scul roder dal naltu cntièroj;
Ja ui'}' proménorxli layubro ut triompliant,
'déverschillende deelen der japon hunne reia door
de falirirk doen, waarbij aan het meest kapitale
een gé'eidebriefje wordt meegegeven enz.
Op blad J. 72 eindigt do curste kolom met dezen
zin: En bij de hoogo prijzen van de thans
eoitsttf in zwang soogenuamdc kooltcerklcureii kan
het resultaat vaii zoodanige spaarzaamheid uiet
onbelangrijk zijn."
Op bla.lz. 73 wordt ons verteld, dat de stoffen
eene bewerking moeten oudorgaan, beitsen" ge
noemd, dia haar vatbaar maakt om do verlangde
kleur aan te nemen." Maar wat beitsen" is.
vernemen we niet; wél, dat elke kleur haar eigen
Iwi'a heeft" en dat van deze voorbewcrking, die
bijna nog belangrijker is dau het verwen zelf,
alles afhangt mot betrekking tot de echtheid' en
de gelijkheid der kleur; dat dit beitsen(\)vnot
do moeste kleuren in kond, het vertcen (I) van
wol en halfwol daarentegen (1) steeds in zeer
heet wa<er geschiedt."
't Iu meer dan vreemd, dat .het beitzon, .de
voorbewerking, die byna nog belangrijker is aan
bet verven zelf", niet verklaard wordt.
AU er sprake is -?vnn het opgeven van soms
vermakelijke raadseltjes" (de pag. 72) dan dnnkt
mi}, dat, Dr. vau der Ten het vau «de dames"
wint. Hu geeft raadseltjes op in stijl, ia pnnot- , , ,-.., =-- . -.--?
uatie, In verklaring», kortom, >üno eauserie is stokken die op maWudec volgen, van bL
raadMlKhto^M'tbegtototibstsïide.wasa'hö^ tot 883? " ? i
dra dank a/wtjst, voor het voontoel* «lat UèmÜ\ Ziehier, tenande*s, Utaienwbewjjs, hetatokje,
tüilo U;z.irda gros comme coiix dn Tlgro.
Oh! fumcr rupiam dan» un crSnu d'enfant,
Lóu iiicda noacbütammant appnyós «ar un tlgro.
Op welke bladzijden wij dan ook het 400 pagina's
dikke boelc opslaan, overal vinden wij even ver
gezochte onderwerpen, even zonderlinge, met de
onloochenbare zucnt om zonderling to zijn ge
kozene, fantasie». Op blz. 255 keert het doode
lief, te middernacht;, wodcr en bespeelt,
moedernaakt, hot klavier; bla, 262 laat hij de beminde
balsemen; blz. 265 beschrijft hij eeue bibliotheek
zaal, met 13 lampen, 13-zetels, 13 portretten en
eon uurwerk dut.... 13 uren «laat; hls. 96?» eenen
slaapwandelaar, op het hoogste van het dak,
^chupcaw sar. la tête et la oanne a la Moin....;
blu. '278 cenen levend begraveue; blz. 284 laat hij
Troppmann de geschiedenis van zijnen
aehtvoudigen moord verhalen; bl. 293, klaagt de beul over de
afschatüng der doodstraf; enz... enz. Ia het
niet voldoende eenige titels af to schrijven: I' enr
teoeliisement, ia bëre (doodkist), te margue, ks
glas, ballade du cadavrt, Ie sMw eet-mort», la
putréfacHon, l'enfer, rondom dtr
pag, 296, Ie monrtre:
Eu f»o« d'nn mlrolr «it TUM f«mm« «buig»
Qul Ure UB* p»rniqu« on l or Krule a loisoD,
Et «on orine tpp*r»it jinne oomma nne oraa
Et tout gr« dra puram* de M <knss« tolsoa,
8uns de» Umpea jeUut une elarti
EUe «ort da st bouoho un r&tolier djio»!
Et de l'orbHo gkuelie »rr»cli« nn ooll da v«rr*i
Qu'eUe m«t sreo soin dans on psut ItocaL
EUe ut* nn nes de clr« et deos gros lelnV d'ooaU,
Qu'elle jotte en grincant dtns une rlohe bolt*,
Et murmiue: ,Co iolr, Je l'tppolais mon cbon;
n me tronvalt chnnutnte i traven ma vollttiet
Et nsalntcnant cetto Er«, «pre et vlvtnt tquellett*,
Va déskrlictüet s* jamb« en caoutcbouz,"
liet gedeelte dat on« meest beviel, want het
boek is iu vijf rubrieken verdeeld, is les
rcfuges, eene lange reeks van der natuur
outleendo beschry vingen en tooneelen, waarvan mor
gen on avond, zon en maan, haas en nachtegaal,
sprinkhaan cu mier, rozen en mos, de stol uit
maken. Vele dezer stukjes doen zich opmerken,
óf door verzorgden vorm, óf door nieuwheid vau
opvatting, óf door fijnheid van teekening. £eu
groot plastisch talent is hier vaak niet te
imskennen: sedert lang lazen wij niets krachtiger
voorgesteld ia de Franscbo taal, dan het gedicht,
bl. 170, la vache au taureau, dat tovoiis
UIIJ-Pmeen stout van denkbeelden is. 1^3 p'ii(i<:l<<:?,
bl. 1GC, les atrpcnts, bl. 194, fes lémrJ.* c *.
hl. 193, les pctits fauteuils, en lebaby\ op h Vs-r
daiul betrapt hu hst leren in alle deze ummMri-..
Kchte prullen zijn en dit zcggan wu vt'<;;-«
met het oog op den vorm zijne trioletten ?': ( '
santcrcltc, do ilauwiteit la petite rose et Ie jtelit
blucl, en hit belach -lijko (a MortjueT' en nog
meer andere.
De, vorm waarin Rollinat mot voorliefde ^ijno
verzen giet, zijn do iu de lautsto vüftien of twintig
jaren wcdor in ocre pobrachte ballade en het
n>n<hl, benevens hot sonnet en enkelo
tillanclles- Met veel vaardigheid bewerkt hij deze
verschillige foorton, al moet het ons vau het hart,
dat de eerste- rubriek, les Ames, wat vorm be
treft, aanleiding geeft tot zeer ernstige critiok.
Men herinnert, zich do gebreken, waaraan, ten
t'iidütoen liet zoogezegdo farnasie nog in vollou
bloei WAS, de jongere Fnwsche poëzie mank ging.
Wij willen enkel aan een paar herinneren:
gneigen gebruikt epitheta; zeldzame, gezochte,
onfransclio ineervuudsvoraien, als tfa bonheurs, les
tórpcitrs; onvorstaajibaw eii met het haar-ge
trokken uietonymiën; gebruik van het abstracto
woord voor liet concrete: b. v. ««c blanchcur de
ciel voor del blain'hitnant, enz.
Dij Uolliuat trefian >v\i, vooral in de eerste
ruItri.'k', voorbeeldLii bij da vleet van dcrgolijke
misbruiken. Men spreekt duar van een problèiao
insoluble et /o»" van la peur qui est Ie frisson
ttüir dl lit i>eiisi'e, aveu* ratdus plus trcmMéii,
liciirc <ló<:o'u>'c{', mon funèbro cocur oüse
sontinstullés lts liiboitx des Hélds, un anye de
c'iforfiitc, voiv de 8«rnaiurelh amante ventrilotiut,
«» wrajthüta QUI serait physinue, dcitx >/cux
wc'iküzyn anioureux lixir de la flamme et de
Vüadc, rct/ards baisers bh'US, onz. Mon hoort danr
zeggen vüschoenen, dat hun vptivenir bn<de
sur mon cocur Imr silhonelte exquise" watvalxch
ia in den hoogstcn graad, en van den nacht, dat
zij commaiicncc a faire son trient.
Voorts: Les aquilons raqeurs so»t d'invisibk*
fous, qai /oiicttent sans lanière et qui liurlent
sans bouclwrs.
, Bl. 14 hebben wö«t» parfum qui cnante! Noi?
iets dat wij Uollinat verwijton ia, dat hij wel eens
den passenden toon kwijt, geraakt, eu ??hèin
blijft het echter volle ernst caiicaturen levert
in plaats van getroffen beelden. Zoo schijnt het
ons het geval, waarbij zekere stem (la V'ix), hij
soms vernoemt, en welke hem als die eens engels
klinkt, verklaart, dat zy is:
Tres basso pa^ instants, mais jamais ent-outt.
of ook, waar hu ineeue
hartstocuteLykeontbottzemening uitroept;
Oh! COMIU» nonH nlons ce» mïi.'rfques Byltal)o».
Dana U cliure socondo ou, pour mioux s'eulacor,
Xoi janilct ft 'Mi traa soul des ? p!i,ef» <te cratiti.
'dn is toepasselijk op do acht of tien
tants'o verzen van het stuk la nuit da Jfoeembre,
dio niet enkel een gedacht in zioh besluiten dat
er van verre wordt Ijy'sro^ourd, en niet uit het
e'neel gi'nnit, maar ons ala eeue volalagen parodie
in 'fc oor klinken.
Ken gcv.tar voor zuüte... zwnrtzienerspoëzie
is clun oo!c iicf, liclacholijkéof het plomp-prozaïscbe.
Dat Uollinat ei' ni«t a'-.m ontsnapt, bou-y^cn meer
dan cono Rtrojilm, o. u. uit In sotiloyitc de
Troninann waar \vij onder meer hot volgende treffen:
Je fus lol ntltinil? \n «are,
' lt;m* 11 unit {ruide, Ban» uiantsan,
J'nvnij u In biui'lio 11:1 e!i,-ari',
13t ilunb i.in i'Oflio un lonj cuuteaa,...
Li' trüin d» Soi'il mo les apporte,
Kt umi, riuiiuiuo anx projnU hidcnx,.
MystóriéiDi tv.mnip nn clojiorto,
Je no .cltaru uu ilcvftut U'eux.
Wie andere bewijzen van onbeduidcnhcden
hebben wil, lezo b. v. Ie chant du cogt bl. 203, notre
dame la 'mort, bl. 38-1, Vêpitaphe. bl. 337, ^n Lu
p&ir, voor ac-n ruim dc-el eene aaneenschakeling
van ongerijindluiden, bl. 244). '
Vatten wij uu onze versehillige indrukken samen.
dan kamen wij tot de slotsom, dat wij hier te
doen htjbbun mot een dio les rtfuges en andure
stukken meer getuigen xulks zyne- taal enkel
dient te ontdoen vau biziirrcrks wolke wy hoo jer
besfiraken, en zijno ingevingen meer in den kring
van 't ware en meti<tchelijke te putten, om met
do vaardigheid, waarmede hij nu reeds zijne ver
zon bouwr., eerstdaags voort te brengen wat mon
hi zijn vnderlund iieet: une page durable. Moest
hij uclitci- voortgaan op deu thans ingeslagen w«g,
dun zonden \vy met recht vrrezen, dat liij us
natuur voor oliën, waarlijk-poüti»chen indruk zou
onvatbaar maken, en schipbreuk lijden tegen deze
vcrnnjtlelijke klip: onverscuilligheid, misschien spot.
Antwerpen. P. d. M.
BERICHTEN EN MEDEDEÉLINGEN.
Dezer dagen stond ineen veel gelezene courant:
In Zwitserland komt leven en beweging op
viscligebied." Wat is: dit? Niet op het gebied-der
vissclicn d.i. minder verheven: in het water,
blQk<ms de volgende woorden: De bondsraad mank!
goede wetten ten opzichte van at vMcncry, d. i
Voor of over. Waartoe dis omhaal? In Zwit
serland ontwaakt weder belangstelling in de
vissolierij," zoude oen eenvoudig HoHander zeggen.
Doch hut misbruik van aetoitf is epidemisch.
De heer fiovgeaittt heeft böPion (Parijs) uit
gegeven eeu Etutle sur Vaat mental de J..J
lt</u*aeau, waarin hu tot de slotsom komt, dal
Rouescau krankzinnig was of ten minste aan
monoraanift leed. Ce tfest pas jnrcr gros. Wie wil
kau hetzelfdo van nagenoeg alle kunstenaar*
eu poëten bewijzen, in zooverre nl. de toestand
van hun geest afwijkt van de normale1'
zielsgesteldheid van allen, die geen poëten en kunste
naars zyn.
Robert Broicnings nieuwe dichtbundel
focoseria," wat men ten onzent, ee.n kwart eeuw ge
leden zou vertaald hebben, door Ernst en Luim
is thans verschenen.
Aurora Ltlgh,
ter perse.
t* Haarlem, hy Tjeenk Willink,
De brieven van Oarlylt's Trouw tallen, voorii«i
vaa aanteekeningen door haar man en véftamej|l
door Frou.de. Carlvle's vriend «n biograaf, g»
Pasohen het licht uen.
Den len Maart-1.1. was de dag, wauroj voor
honderd laren RosêeUPt v«|er, de Italiaanscbi
republikein en dichter, Qabriel Rossetti, geboren
werd. De inwoners zijner geboorteplaats Vaste,
iu de Abruizen, hebben daartm verleden Dinsdag
op den verjaardag des Konings, zijn nagedachte
nis gevierd door muziek, illuminatie en een
tooueelvoorstelling in het Rosietti-theater; ook werd
er ter eere van dien grondlegger der Italiaausohe
eenheid, een marnieren plaat ingewUd, die later
op het in bewerking zy'nae monument zal worden
bevestigd. Aan de familie Rossetti in Engeland
werd eeu adres vau deelneming gezonden.
Spoedig zullen de eerste twee deelen het licht
zien van «rn uitgebreid werk over de evolutie van
het uodHdienstitje leven, van den beginne af tot
de laatste ontwikkeling toe. De schrijver Forlong
heeft er zeveu jaar ovor gewerkt
Het laat-te deel (XVI), der Russische vertaling
van Hmnes compleete werkett zag het licht. Reeds
iu 18UU is het eerste deel verschenen.
Oe hoer Fhuupnt, die reeds in de Dietsclie Wtf
i-i?'?><? een vertaling vau Sophoklos' drama
PAt' ' ?'< t*n" <;af,lK'i*ft nn bij de liruia Petit en Sikken, te
isi.'n!,nn, een*- overzetting van Eunpides'Mcdea
?r ^ci'se, waarin zoo gftruuw mogelijk de
vorsu.ï:t mn het Oiirspronkelyke is behouden. De
s i''de -'er nitirave wordt vurhoogd door do inle
rnii '/u de a'i r:t<.:fkettingen, die de schrijver er aan
oev'^xt, uu t ovens door een voorbericM van
lo ha'id des hooien Mr. C. Yosmaer.
Sinds eenige \wken bfhfti.delt de heer Bn«k«l
Tuet, de Rt-Ji" htcn van Vi'rgilius in het Dag*
\lifl vin N.-fndiS. l*it stuk zal, naar wjj hopetL
weid'a ouk iu oen ouzer Hollandichetydschnftea
ertichijiieu.
Naar
nieu t
l'r !>? r.»l,>;)j-- in Engeland eeu belangrijke
iittT.rn! onfiii k!;ing irolaan, zooals er eene iA
r <_re clredr. De heer A. II. Bullen,
t;, .v.i't u bet luudschrift van een tet
\\\ V-vn geacht treurspel, getiteld Sff
'/' 'eu'-irncveU. Uit officieele besohw
! h.'t, lit het rendn voor 1622 bestond,
t M! «lor vervaardiging binnen dejv-en
^ vilt. Do onMokker is van ' "
No. 389
AM8T1ED AH H BE, W K E K B H A D
NEDERLAND,
Yan ttejoff.
,e die in de
artikel over
rtai' i:ion verneemt heeit men uitzicht op een
>\i it i'iu.un v;m A. S. C. Wallis(Mej. Opzo m«)
?j iioiiii'ir
??fit i:t.
} i i/..*; 'i>;
1-;: l:'i!ls!
,001 ;i 'i'.'
11.!- - l
Ut .Ir
Ie ;ii'*i
.
,'?;. i,de (Irnniatioi ('letcher en
Int
di r
er vau ztyii, hatgc^n door anderen
!t ontkend, lloe dit zij, zeker is het,
<,'.>lsi'l>a litteratuur, met deze vondst,
in Veit l rtentir opzicht, een belangrijke
aan
.1 -tiglT l'ovendien de dichter Swinbnrne, in
voritf ? nummer van het Alhetiaeum, de
aani; op ;en regel in het stuk:
Desire of Glory,
That liiat infirmity of noble minds,
dio ook in Lur.idas (1G37) voorkomt en die^m ds
1( -/.'-r \ :.n ,\1 ii'ton zich nullen Herinneren. Swinbui-i^
'bii'.uit at, niet dat die regel door Mtltou
?n is daar bet rtuk niet gsdrnkt wasj
i» ei;, vi-y onwaarschijnlijk maar dat besdb
n nit. hut Itajiaansch hebbeu vertaaldk
«ver ilit oii'lrrweip en tevens over deu
vermoode'ijken ,itit.>!iir vun -Tolian van Oldenbarnwelf
belooft Swinlmnie later uitvoeriger te zullbn
INHOUD VANTDSOHRIPTEN.
}?,?/! 't ltiit(l;t;}ir, Spectator. Inhoud van het
minipv tlf7.fr weck:
Noor f"i)- het llaa^ache bosch, door Arnold
ini;; Uu ken H net als geschiedschrijver, IV,
(slot), door Dr. W, Doorenbos; De ,couspraken"
v m de !(iinin!?in der nardo op de Koloniale
Tentoon-itel:irig, dw<»r S. B. W. Roorda vanEysinga;
Pluknel; Ifi-iefwisseling.
liet xevnntiende deel vanRuskenHuets?Fanta
sie i in Kritieken," uitgekomen bijden hoer H. D.
Tj. ctick Willink, behandelt Chénier, Napoléon,
lïyron.
In de !:ia*ste aflevering van de Aarde en Ita,r6
7ol!-'i , !<.onwn vour con beschrijving van Weeneu
en v.n !'"ri«sland met tal van illu^traticu.
NIEUWE~ÜTGAVE;N.
FU1KPHICH VON HELLWALD'S
natnur!.!."? u'eschiedeni» van den mensch . . . 0.25
A. . KIUIJENHOFF VAM DE L^UR.
Kou schema van de landsverdediging. . 1.
SCHAAKSPEL
No, 10.
Van W. d. V. to Amsterdam.
ZWABT.
a b o d o f 6 u
WET.
tflt apeolt voor on gcoft ia 3 zetten mat
(WU 7, Zwart G etutoon met K K 7.)
Oplossing van Schaakproblaem Ho. 8,
' A "
l B 2 B 4 ?(? O i D 3.
3 P 8 D l mat.
D
l D 7 -? F 5 + E 5 DO.
3 l' B E O mat,
O
l O l A 3 f K n f! of C 5
3 B 3 D i + D7ntD*mab
D
l D 7 P & ?*? E 5 DO
3 F 5 D S -i- F3ntD5 raat,
INOEBOSDEN OPLOB8INOEN.
Jnlst wnrcn da oplnonin&cn van Ernnt no. 8 en J, '.
B. H,, 7 ou 8 beidon te AmstenUm. No, 9 door W. T. a
t« Dolft on Honrl to Amutordam. Do o?«rii;nn
novoffoplonlngeu van \V. d. V.: M"t z'n vioren on da dr»
en da Juffrouw te Amsterdura.
NAGEKOMEN OPBOS8IVOBN.
Kog ontvingen Jnlste opiMsin^sn v»n No. R vin vJrt
op Tszel; ». te Heldor; (t) *'*. 7 v»n Joetoy t«
A\astardum. . -i
(t) In No. O mo«top2!8DOK'Aetk'wlttonptoo(:evoogd;\
daaraoUMii ha» p»»rt O «-Verrtllan, om n«venoptoS"j
stesjwT* vertiindvna.
tra «sktwl tam.
KAAk
TITTOftlO BKBSB2IO.
xxa.
De nicht was verrukkeiyk schoon, 3e mwm
echwn zoo helder ala ooit. Ik besteeg haa*ig
dea berg. De natuur was vol van
ffehetmzionige zuchten; duiiend insekten deden bun
onbcschryfel^kQ geluiden hooren; de bladeren
hiischten ia den nachtelijken wind; de vogels
lispelden vrieDdetyk door de takken, de nach
tegaal zong haar zwaarmoedig lied, en over
dit «lies heerschte een kalmte, een vrede die
men rust kan noemen. De vrede der buiten*
wereld bracht mtyn ziel lot kalmte. Uet ver
langen naar volslugen rust werd weer levendig
door de aanraking met den vrede der natuur.
Ka verscheiden uren gaans was ik op een
lioogen bergtop gekomen, {k ging daar zitten
«n sloeg den blik op alles om mij heen.
Baar in het dal lag de stad, prachtig verlicht
door ztya duizend lantarens, als een lichtpunt
(u de doodsche velden die slechts door de
nia»n onzeker beschenen werden.
Daar heerschten de kwelUngen en bezwaren
der raenschheid, in de groote eenzaamheid
waar ik mty bevond, ondervond men de plech
tigheid van het oneindigen, de verhevenheid
der natuur; men was er Gode nader en
daardoor vond ik er vergetelheid en vrede.
ft vleide mg aan den boezem der scheppende
jnmoeder der natuur en vond bij haar sterkte
6n troost.
Wanneer ik u alle gedachten wilde
beschryven die toen mijn ziet bestormden, zou
gt te zeer moeten uitwyden; ik zou het ook
wel kunnen, zoo veelzijdig waren zij, want
P omvatten mijn toekomst en mijn verleden,
en de diepste geheimen van het menschelljk
leven, het lot van den mensch en der schepping.
Ik was doodeftjk afgemat, zwak en ver
moeid. De zoele nacht noodigdc mij tot rust.
Ik vleide my aan de voet van een boom,
met het gelaat naar de schkierende sterren
gekeerd, die mij met zalige kalmte vervulden,
<fn een gevoel van ongedoopte zaligheid liep
mij door de leden. Yan gedachte op gedachte
overgaande, vatte ik eindelijk den slaap.
De eerste straal der zon, die aan den
horizon verscheen, deed mij ontwaken. Het
^chouwspel van den dageraad scheen mij
scbooner dan ooit. Ik begon mij dan ook
een ander measch te gevoelen. Ik viel op
de knieën en aanbad den schepper.
T- »Mijn God I?smeekte ikuit het diepst
mijner ziel. Geef dat ik een vergeten onbe
kend teven feides maar laat het goed en
deuftdzeam zijn, en afkeerig van het kwade!
Ik vraagde niet meer om den dood, ik
wilde leven en zooveel mogeujk vrede hebben.
He was genezen. Ik stond op met een vast
besluit, met nieuwen moed bezield; vervuld
Van hoop, en hervatte mijn weg. Ik was be
sloten mijn naam af te leggen, mijn eerzuchtige
droomen en mijn dwaas verlangen naar roem
te vergeten. Ik ontzegde mij nu en voer
altijd den lauwerkrans des dichters.
In een kleine herberg gebruikte ik eenig
voedsel en voorzag mij van hetgeen over
schoot voor den verderen dag; zonder den
wen; dien ik Jnsloeg verder te kennen en te
«ycion waar ik den volgenden nacht mijn
hoofd zou neerleggen, besteeg ik het bergpad.
ik bad een uur gewandeld, zooder eenig
spoor van mensehen te ontdekken,, toen ik
niet ver voor mij uit een schot hoorde vallen.
Ik bleef verschrikt slaan, mijn eerste gedachte
was te ontvluchten, maar ik bedacht mij.
Ik meende dat er misschien eenig
nood^ttg ougeluk plaats greep en dat wellicht
efca slachtoffer mijn hulp noodig kon hebben.
K haastte mij in die lïcJuing voorwaarts.
Ongeveer honderd schreden verder, daar
waar de afhang van den berg een soort van
amüthealre vormt, dat exini gemankt scheen
ojn hel scliupae gezicht in het d-«l ie
bowondfercn, Ing in een vlakte vul bloemen. < en
man uitgestrekt met twee rookende pistolen
m de hand.
Het was een der liefelijkste plukjes, die
it ook gezien had. De helling van het dal
^jös met struikgewas bedekt; meer nnar
teven op de bergtoppen, stonden als zooveel
grenadieren in slagorde geschaard de donkere
«renge cypressen, de lucht, was helder; de
zon, die met haar stralen dnt jonge groen
bescheen, verspreidde de rijkste tinten en
Kfchteffecien voor het oog van den
aanrehouwer. Het geleek eerder een decoratie
v^or een idylle voor een rendez- vous dan voor
een zoo droevig drama.
Ik naderde den stervende. Hij had de wa
penen op zijn gelaat gericht en had zich
Kuwelljk verminkt, zoozeer zelfs, dat men
%n trekken niet kon herkennen. ZynHchaam
was nog warm, maar de ziel was toch reeds
ontvloden.
Ik dacht een oogenblik na, hoe ik mij
hierin moest gedragen. Naast den doode lag
i^n hoed en op den rand zag ik een stuk
r>ier vAsigespeld en daarop lag een steen.
aarzelde een oogenblik; nam daarop het
Aartje ró handen en las het; daarop waren
wohls enkele woorden in de Engelsche taal
geschreven die ik gretig las.
, lig zeide daarin, dat wie zgn lyk mocht
Vttden tooh vooral aan geen moord moest
wnken, daar WJ zich zelf van het leven dacht
*? beroovea.
Hg was de menschen en het leven moede,
weeaid in deze streek, en wüde hier onbe
kend stei ven zonder door gehuichelde trenen
fewcend te worde»; daarom zou hty ztin
naam dan ook niet zenen, mea beaoetóe
verder geen oadenMek naar tifa
ORMtente does, daar by vaa v«we kwam
apeor weneetee achter te Uien.
ging naast dat d**de in het gras
lil-Iw, ik te W kaïln Int kwrtj* «a
, u
het leven; ook nfe
«W HM wvuia goweot nn haal vooraf
medmewch, ook ik had er aan gwtaohtm|
In d» araen dev doodt te werpen. Maar,
Goddank, de Heer had »y nog niet vedatea;
4oen mfin wanhoop het hoogate punt had
bereikt, verleende IWiaQ een goede gedachte,
dfe mg weder tot inzicht had gebracht en
tot de kennis van den plicht jegens den mensoh
op aarde....
Plotseling maakte een vreemde inval zich
van mfln geheete ziel meester.
Ik wilde na voor goed eindigen met dit
leven van ydelheid, van haat en van schuld;
ik wilde dood z(jn voor deze oppervlakkige
en bedorven, huichelachtige en spelzieke
wereld, waaraan ik mijn geheel ongeluk ver*
schuldigd was. Wanneer ik, om definitief
met alles te breken, tusschen haar en mty
nu eens dit luk plaatste?
Wanneer ik aan den vreemdeling die ge
heel onbekend wenschto te blijven, nu eens
mijn naam gaf? Wanneer mijn geheele ver
leden nu eens met de overblijfselen van
dezen ongelukkige ten grave word gebracht?
De geheel door het schot verminkte gelaats
trekken, de tyjna gelijke grootte maakte de
verwisseling mogelijk. Ik scheurde een blad
uit mijn notitieboekje en schreef daarop een
laatst vaarwel aan het leven; ik zeide een
woord van vergiffenis aan allen die mij
beleedigd hadden, terwijl ik vergeving vroeg
aan allen die ik baleedigd mocht hebben.
Ik ondertekende mijn naam; spelde het
blaadje op den hoed van den doode en legde
er den steen weer op. De zelfmoordenaar
had geen portefeuille of iets anders in den
zak; ik legde er eenige voorwerpen in die
mij behoorden en eenige brieven die mijn
adres droegen.
Daarop knielde ik weder en bad vurig voor
den doode en voor mij zelvcn. Toen keerde ik
naar de herberg terug waar ik iets gebruikt
had, en zeide daar dat ik den doode daar
ginds gevonden had. Men begaf er zk'h heen,
men waarschuwde de politie; men deed alles
wat men in zulk een geval pleegt te doen,
eu werd als zelfmoordenaar op het naburig
kerkhof begraven; rnon plaatste een eenvou
dige steen met mijn naam op het graf.
Ik wilde mijn graf zien. Het kerkhof is
eenzaam en afgelegen, vol schaduw en
inelankolie. Hel hooge gras golft er geheimzinnig,
door den wind bewogen.
Hier en daar staat een houten kruis, lialf
verbrokkeld door den hand des tijds; zooals
de herinnering der dootlen die er onder slui
meren. Daar zou ik in vrede kunnen slapen!
Veertien dagen later spruk men niet meer
van mij; op dit oogenblik is er niemand
meer op de wereld, die zich herinnert dat
He ooit bestaan heb; ik, die in de d waasheid
mijner jeugd, van onyergankclljkcn roem
droomde!
Langs altyd onzekere wegen maar slechts
my verwijderende van myn geboortestad,
bereikte ik dit dorpje, waar de natuur mij
toelachte, de zachte lucht en de rust en vrede
der bewoners mij deden besluiten, mij met
der wóen te vestigen.
Sedert dertig jaren woon ik nu hier, ik wil
niet zeggen gelukkig, maar toch zonder wroe
ging, zonder haat eu zonder kwaad te doen;
niet vreezende maar ook niet verlangende
naar dien grooten dag, waarop mijn ziel,
bevrijd van alle zorgen en miskenningen tot
de zaligheid der eeuwige liefde zal ingaan.
Hier zweeg meester Ambrosio; ik bleet in
oen diep stilzwijgen verzonken, nog geheel
verdiept in de duizend kdiukkeu die zijn
verhaal in mijn geest hadden opgewekt.
Een poos later hernam hij:
Verlang dus verder niets van mij. De dichte
sluier dia mijn verleden bedekt, is mij
lieiligor dan de eer en dierbaarder dan het'leven.
Poog niet hem op te htifien. (ja heen en ver
geet mij, Uuc uw voordeel met de leoriag
die mijn vsrhuul iu zich sluit.
Wiel in hol gedruisch der wereld vindt men
de vvaic voldoening der ziel; niet op. het
vernedereiidij looneci der eerzucht wordt de
mensen beur en {relukkig. Alle vorm is ijdel;
de wereld verstokt hel hurt, stemt de ziel
treurig eu doet slechts egoümo .welig tieren.
Ik ben oud, mijn dagen zijn geteld; de
gedachlo dal ik niet veel kwaad meer kun
verticliten is mij aangenaam. Ik heb de waar
heid steeds liefgehad en zou haar niet weer
willen beleedïgen. En toch hoe ouder ik werd,
des te meer verheugde ik mij ovar mijn besluit
Wel verhiet zich het genie dikwijls in mij en
wilde het mij mijn tegenwoordig leven als een
laagheid doen beschouwen als een tekortko
ming van mijn eigenlijken plicht.
Ik zeide u reeds dat ik een hevigen strijd
streed, dat ik leed, maar dat ik eindelijk
overwon. Indien gij eens wist hoeveel vorsen
ik schiep uit die slapeloose nachten! Ik had
den moed alles te vernietigen. Ik dwong mijn
ziel tevreden te zijn ra het beoefenen der
onbekende deugd, Aan den drempel der eeu
wigheid zal niet de ziel die door de menschen
met roem werd overladen, maar die welke
de grootste verdienste had voor God, schoon
en aangenaam worden bevonden.
Hij zweeg; daarop reikte hij mij de hand
en zeide treurig:
Vaarwel! Gij zult binnen weinige dagen ver
trekken, niet waar? Bet is beter, indien wij
elkander niet weder zien. Laat dit onze laat
ste afscheidsgroet zga. Ik heb u "alles gezegd
wat ik u had mee te deelen. Bewaar myn
geheim. Ik wewch onbekend en vergeten te
sterven. Haar wanneer gy raoogt hooren, en
dat aai zeker spoedig zyó, naar ik hoop, dat
ik deze aarde verlaten hak, wanneer gij het
nuttig en feenBgk raoeht vladen, maak dan
anderen met OCUJB geeofuedenis bekend.
xm
Twee dag» bttr vefttet-* het dorp; ik.
mg wwtw rmbrafo ?ta^w^his^ütww
jmo howd» ft Au *iiiMt
vo«s i#<m mtta frttni d» «Map* «B
voor nken HMrtiryii, 1| &m>M tikt) ta&
beioek.
>Ht bluf »lechtó^eai««d8g«a hier," «kfe
? - «daarop ga He dltwrntar hob tenig.
. indien ik kon iwde & mot een
zucht, wij styn bier wroorëeeM tot een
Sisihuarbeid .... Maar boe gaat tet mee»'
ter Ambrosio ?"
flet gelaat van m#a rriend introk.
»De arme Ambrosio, «We hy. HU is
niet meer. Wy hebben hem verleden week
faegravei.
Ik Het mij de bljaonderheéen van ztyn dood
verhalen. It^ was slechts weinig dagen riek
geweest. Voelende, dat hy niet meer beier
rou worden, had by den priester vaa het
dorp bij lich doen ontbieden, en had het
geheele dorp door zlja vroom sterfbed gesticht
evenzeer als Uoor de reinheid en den een
voud van z(jn leven. Op zijn graf is een
houten kruis geplaatst, dat zijn leerlingen met
bloemen willen laten begroeien. Zijn weasch
was dus vervuld. Hij stierf kalm, onbekend,
beminnende en hopende! Veldbloemen be
dekken zijn graf heuvel; maar ik, die hem
nimmer vergeten zal, heb gemeend nu van
zijn verlof gebruik Ie moeten maken en u
treurige, geschiedenis te mogen vertellen.
SCHOOL.
DIDASKALIA.
X.
Ik begin ditmaal met de opmerkzaamheid te
yeetigeu op <;cne nieuwe, of' liever vernieuwde
instelling op't RuhieiJ vnn Ilooffci- onderwye; arm
de Vrye Universiteit namelijk is door do directeuren
besloten tot du oprichting vnn een hoapitium voor
studenten en tot voorbereiding vaa die» maatregel
ii al vaat Dr. A, II. de Ilartog tot dusver curatoi'i
en thans benoemd tot hoog'eeraar-titulair,
uaugtateld tot regent over zulk eenu te tticlitcn
inrichting.
Ik zi.ido dat het eeoe -vernieuwde" instelling
was. uu iu zooverre riiucu ik in dit' qunliiicatiu
Rciijk te heb V en a's ik wijs »p de Cursiile»;'1, of
in gemceinclmppe ijke wouiiigen ónder toezicht
Rc'.misvecto fctadcnteu. zooals men dat in do 17e
tot zeil» in do eer&te helft der Ib'e eeuw te Leiden
nai.Jrol'; meu' ziet het: hnitts uieuiya onder de
. zcn'1. Do vraap is echter niet luoei.'ijk Ie
beant| woorden of zulk eene instelling niet hcilznniu is
01» Kiju kan voorjonsalicdcn, dien het a^n middelen
oi-.tbreekt om zich zoo gemakkelijk in de studen
tenwereld te bewegen als 't mcereudeel hunner
makkere, en thans de academische lessen niet
konnen bijwonen omdat vrouw Fortuna niet naast
hunno wieg stond. Men moge daartegen zeggen
dat zulke minder bevoorrechte Muzenzonen bij
bun makkers weinig in tel zouden n, omdat zij
niet met bea kunnen meedoen", docïi ik verbeeld
m^, en heb daarvoor te veel Whting voor onze
academische jongelingschap, dat alt die minder
gefortuneerden door ontwikkeling en geestesgaven
uitmunten, zy even Pgezieu" en mbtohieu hooger
geacht zouden worden, dan menige jeugdige Piet"
of Croesua.
In oea vroeger academfeploateje, een stad van
negotie, waar men verkocht bokking, blauwbesscn
en bullen voor promotie, zit men in zak en
assche; nu da rector van 't progyomftsium zyn
ontsla? te^ea l Mei gevraagd heeft, wordt er bij
den Raad van Harderwijk gepetitionnevad en
daartegen geijverd, om die instelling te veranderen
in oen Hoogere Burgerschool met Sjarigen cursus,
of haar te vercemgen met de school vau IL L. O.
of haar geheel op te heffen. Wat het etude er
van z\jn zal is nog onbekend en onbeslist, doch
mij dnnkt, een plaats welke op Hooger
OnderwiJBgebied zulke antecedenten heeft, zal men niet
vau 't laatste ovcrblyfacl daarvan aans phrase
berooven!
De taak van den Directeur te 'slïage is
uu aan 't einde. Dr. Koppeschanr kreeg de
vorige week vnn den gemeenteraad met
algemeene stemmen", eervol ontslag, en eene
pereonccle toelage boven zyn lesraaratractement. Het
schijnt dus dat de leden van den gemeenteraad
wel begrepen hebben, dat hji net ontslag trilde
hebben, 't Is niet moeilijk te rttden wie in dezen
een raal itguiiv hoeft Beslagen, en ik vermoed
. dat do sympathie vo ir Dr. k. door deze geschie
den is eer vermeerderd dan verminderd is.
In de residfntie gebeuren wel meer zonder
linge zaken; zoo las ik dat B, en W. hebben
voorgesteld om eoae meisjesschool op te richten
nier een schoolgeld vnu / 60, en nu zya de
byKondcre neutrale scholen, en de zoogenaamde
junuPJuftVouwen-in-statuten, waar ook zulk een
scliooiftold geheven wordt, ijverig aan het
petitio ueeren l'ij dun Itaad om van overheidswege zulk
een concurrentie niet ia het leven te roepen.
In dozclfd^ itad hield Dr. I. van Vloten in de
ftideeling Vrlksonderw\js" eene redevoering over
art. 1!H der grondwet: hy gaf daarbij gelegen
heid tob discussie, waarvan ijverig gebruik gemaakt
wjïd docr cl.'n heer Debutante en Mr. D. van
Eek: do vergadering werd geleid door Mr.
Goefnan Borgesins. In weikeu geest do sprekers li°t
woord voerden, zal er wel niet bjjgevoeffd
LyOf «r ia gd>iéfc aan
cal kouut, ii t» hopen ea
t» vOTwaoktm, «ani de nornaaüedMn tijn OVMW
ing«t*ld an uitgtbieid. M worden dr ok batooU
?ooinl door maaneHj* »h vrovwemk pertoneel.
Bfl 't apreluu over de normaalletten vumdd
ik nog dat ZBx. de M«Mer tan
Zaken, duer dagen een vooriohrift ua de
voorhm ia bedsnking gegevea werd om voortaan IL
ia plaats vaa 10 oancüdaten tegelgit op te roepen;
met bet vergroeien der groepen wordt du duur
vaa 't geheel» examen korter; als sulks b$ alle
egasMiM » toepassing werd gebracht, zott de
schatkist er aardig wat by profiUeren.
De concept-statuten van Olympia zijn ook ver
schenen, geteekend door Mr. fl. E. C. Van
Eerokhoff en twee andere heeren, die als comuiiasie van
redactie waren gokozoa. Het tweede artikel
omschrüft het doel der Voreeaiging; zij wu a ver
meerdering en verbetering vun tiymnastisch
onderwgs, ft. verbetentig van ondenri/smethoJen,
gepaard met besnoeiiug en concentratie van
onderwniprogramma's on leerstof, C. verminderiag
van deu tyl voor het onafgebroken zitten op de
fiehooHjaDKen, en d. beperking der examens tot
het noodzakelijke. Do vereemging wil dat doel
bereiken door een tijdschrift, prijsvragen, maar in
de eerste plaats door zich iu verbinding to (tel
len roet personen en instellingen, die in gelijke
richting arbeiden. Al is lift t strcvtn van Olympia
prijzenswaardig, zoo cal 't toch heel wat moeite
Kosten om aan de ouder letters & eu d omschre
ven punten veel te doen, of allo staats- en
gemeentu ambtenaren, welke met het samenstellen
van programma's, uitschrijven van examens enz.
belast, zijn, zonden leden of begunstigers der
vereaniging moeten zijn of worden, liet zal er helaas,
wel meao gaan als uoet zjovefo andere zrtken, men
zal mi en dan luide de wou.sc'iciyklieid" tot ver
andering uitspreken, en die in geschriften verde
digen, doch werkelijk veranderen is geheel wat
ander».
lic eindig met een strophc uit de v*rmalcelykc
spraikkunst: Er wordt overal iu het rnk van
overhei Jswego voldoend opunbaar lager onderwijs
gegeven" 'jgt do grondwet, rouar de katholieken,
a'.ti-revolutionairen, conservatieven enz. zeggen
dat onderwijs voldoet ons niet, derhalve ia net
niet vcldocnd en dus... in strijd met de grond
wet. Men heeft er zelfs officiiiele staatsstukken
by gehaald, zei i'al van 't jaar 1Ï67; doch het blijft
toch een fraaie vu-klaring.
Geloof mij steeds,
12 Maart 'S:j. Q. N.
EXAMEN' VOÜR BEWAARSCHOOL.
HüERESSEN.
Hst rcetls lang fjekonsterd plan om vanwege
de Jlwiticlia)'i>ütot Jfut run 't Algemeen een]
oxami-'U te dueu houden, waarby de Slftatschapp
uftj de geslaagduii een tiipioina uitreikt van
bevoesclUeia om aua het hootd eener bewaarschool te
staan, wordt tluiiis uitgevoerd. Het programma
ia opgesteld en op een nader te bepalen dag zal
het examen p!a',ts hebben. Tegen betaling van
f6.?kuimeu adsrm anten die den leeftyd van 19
jaren beieikt hebben, er aan deelnemen. Niet
verplicht is de kennis van nuttige handwerken en
de bekwaamheid om ze klassikaal te onderwazen,
alsmede het lezen en verstaan vnn een vreemdo
taal. Op de diploma's der adspiranton die deze
zaken wel machtig zijn, zal daarvan afzonderlijk
melding worden gemaakt.
liet verplichte, gedeelte van hut examen zal
zich bepalen tot:
lo. Lez«n en ficln-ijveu, waarmede wordt bedoeld
een beschaafde uitspraak en duidelijke voordracht,
het verstaan \an het gelezene, alsmede oefening
om zoo tvei mondeling aU schriftelijk zijn gedachten
uit te drukken.
2o. Kennis van de Xederlacdsche taal, vooral
vau den volzin, en de belangrijkste regels voor
verbuiging, spelling en woordvoeging, hoofdzake
lijk met bet oug op de toepassing der taalkennis
bij het schriftelijk uitdrukken van gedachten.
3o. Rekenen en vormleer voldoende kennis
van ons talstclsol, het metrieke stelsel en de
hooftire^cli in gcheele en gebroken gatallen,
beredencord oplossen van eenvoudige
rfkcuvoorstelien; keniiiïv.i» de hoofdvormen der lichamen
en vlakken, e\\ bukwHainbcid om de denkbeelden
van hoeveelheid, uitgebreidheid en vorm voor j
kinderen ilji.ie! ijk to maken. !
4o. (Ti'scliit-'Ji'jiis en aardrijkskunde eenige
kennis van de \Mrk-rIaiidselie geschiedenis :n
hoofdtrekken, e^nvüiijj^e aai drij!cakun;iige begrippen,
zoi.iil» die door a >irchoawing van de naaste
omgpvin-; wovilou v-rkicgen, kenuis van de
aard5o. i
Tier mee;
UIT iviiuur kennis van eenige
i-kvuundu pluntun, diedfo en del
v.-.mii: voji uttamsta vuSSbiJuselen
in lïe UiitiiUiwo.«r/oo.v.-r dia ouder de aandaclit
vau. jo;i^e kiijiU'i'sii te li.en#en zijn.
o. Zi.iitvn lEiuïiki-.iil gehoor, bedrevenheid
in hut i-.utvji; Kiugen v.tu Juuderliederen, eo be
kendheid niet tlie, wolke voor de bewaarschool
zÜnatuurlijk hunne mccniug onder aeen stoelen
of banken stuken, doch het «do doen, dat z\j
elknnder na afloop met vnsndschnppcJüko
hartelijkhoid nog do hand kannen reiken. Sprekers
wuran de hoopleerarenr Qunninff, Bellaan, Sprnyt,
en de hoo^donderwiizcr J. N. Seulijn. Deze laatste
beweerde dat men het opvoedend element by het
openbaar onderwijl geheel miste, omdat men er
den Christus buitouBioot, on dat verzekerde h|j
omdnt do inleider de openbare school genoemd
had hot kostbaarste kleinood dor modern»
maatschappU. 't Is voed, dat mannen van zeer
uiteenlouponcle richtingen elkander Op dat gebied na
en dan eens ontmoeten; 't is vrij wat beter d&a het
elkander in de bladen grof heden en liatelljkheden
naar 't hoofd werpen.
Wat worden die klachten over het verminderen
onderwiizerspersoneel tooh talrijk
aangehe! Te Srailde ontbreken NB. 12 van de U
onir&sers, te Ridderkerk waren er voor de be<
trekking van hpofd der school (? 1100 met woning)
slaoliU 6 aolliataatön, te Maastrkdkt ontbreken
tal van onderwjjieu*, en zoo gaat het .overal;
waaraan ligt bet^ Voor 'tmeereadeel aan
Jetraotemmtsn, geloof me; 'tmmimum dat wordt
uttgelould is fJSKQ «n wie gemeenten hoa£an iUb
dMt'au, ,mst fSO of /100 oiibir TOOT MA of
van
ven
7o. Teekcnen .vaardigheid om eenvoudige af
beeldingen van vericliillunde voorwerpen op het
bord co Kiihetsun, ton eindt) dnurvan bfl het
oaderwjjs gebruik te maksu.
80. Gymnostiok kennis van de eenvoudige
lichaamsbewegingen, die men met kleine kinderen
kan uiiyoereii, om hun heerschappij te geven
>ver hun ledematen ; kennis van kiudenpelen en
,'cacliilaheid om dia t<j leiden.
Oo. Opvoedkunde: a. eenige kennis van de
ichamclijke en guestelüke ontwikkeling vaa een
ind tot den Tjarigeu leeftOd, inzoover die door
/aarneming van het kinderleven ii te verkrijgen
n in voorbeelden aan te wijzen; 6. kenau van
e methode, die men bty de verschillende
oefenincn ' in do bewaarschool volgt, van de
hulpmidelon, die or b\j te pas komen, en van het getrnik,
at daarvan te maken ia ; c. bedrevenheid in de
eziglicdenj die men met kleine kinderen kan
L-rnchten tot oefening van hun alnnan, tot het
. armen van denkbeelden naar aanleiding Van zin
nelijke waarneming; vooral geschiktheid om
eanschouwingsoefeuingen, naar aanleiding van voor
werpen uit het dagelyksch leven, op doelmatige
wijze to loidon ; d. eenige kennis vau de geschie
denis, do inrichting en het besturen der bewaar
school,
Voor trouwhaligc Amerikaanaehe damei.
Volgens do berichten van Amerikaansche bladen
lijdt de welvarende en bloeiende «treek van Idato
in de Veroenigde Staten aan een gebrek, dat by
jeugdige pionientaten niet schaars voorkomt,
er heerscht namehjk een groot» nood in de
«ehoone elementen der schepping of zooaU de
VirgMa Chroniclt zich uitdrukt: De voorraad
Trouwen ii niet in overeenstemming met d»
navraag eer jonggeaeKea, en ifj coepen om
meiajes .die komen om ben te huwen;" Door
deu omatandig&eden getroffen, hebben eenige on
het dwMlafoor gebrachte bladen vaa Kew-ïorE
en Kaw-Ennikad, op lick aelve lete*de joffronwen
nltganoodlgd om Mar remectwr» wooanjaatMa
te verbtea-«n uur het WóitenUiélaïipsi
luiii.«»:._
. haar eenle ottmaf
ihgMBaal waohfc ,Hfl wftekH
bas* aankomst al bH iMJk
het
Oomopofltiultl
foor d«M bttiondere «Weaheid heeft hfi «M
Bieaw pak rieh aangeeaha^ dat aog met de
Moed der nmwheid prjjkt. m heeft ook de
barbier een betoek gibracht. ZQa gelaat glia
en «ijn van oUe dnipende haren, i^n van vore
over bet voorhoofd naar beundeo en van aehter« ,
tegen den schedel gekamd en geplakt Ztta hoe
heeft een beveiligen deuk, en staat seheef op zga
hoofd, en zijp. sware steveb gummen van senAr
nenvet. In m oogen van de bewoners van bet
Moordenaarshol, die met bewondering zich o»
hem vestigen, is dn jongeling «en toonbeeld val
bevalligheid. Htf bent een m$n of een veestapel
op een afstand van BO mijlen van het
Hoordeosarsnol gdegen en eens per maand rijdt h|
naar dit middelpunt der besohavinp; om ziea
eens te versetten, dat wil zeggen, ih|j komt out
zich eens flink te bedrinken. Farao te roeien, en
eens duchtig te veohtan, andere vermakclijkhedea
niet meegerekend. Als het meisje uit Massachuseta
aankomt, en net een lichte beweging hare kl- wliug
van het stof bevrgdt, spuwt de Idato-jongeling eea
laatste straal tabakssap op de verand»,»trukt daar na
met den rag van zijn hoornachtige hand over
den mond, roept een galant grijnsje op zijn lippen
en treedt naar voren om zijn bruid te begroeten.
jj ziet hem aan, verbleekt, en smoort slecht»
met moeite een uitroep van schrik, vat sidderend
de haar links aangeboden arm en trippelt het
hotel binnen. Daar staat reeds de geesteljjke tf
wachten. Als c\j een Idato-jongeling huwt, ba*
zwykt het meisje uit Massacnusets in den regel
na een tienjarige echtvereeniging aan de gevolgen
van een harden arbeid, en laat eene talrijke familie
na, waarvan de knapen waarschijnlijk op hun
vader zullen gelijken en in hun stevels sullen
sterven. Na deze verschrikkelijke schets, komt
het blad tot de gevolgtrekking, dat geen ver»
besldingskracht hoe stout ook, in staat is, het
verschrikkelijk lot, dat een jong meisje wacht,
die een Idato-jongeling huwt, to schilderen.
Baron Rothschild te Parijs ging. gaarne te voet
nit en beleefde dikwijls de kostelijkste avonturen.
Zoo had hij eens een lange wandel! n a gedaan in
bet gedeelte der stad acuter het Panstion, waar
hij geen weg wist. Hij wandelde vergenoegd ver»
der en Hing op ontdekking uit; want deze wijk
der stad Pirys was hem even onbekend als Amerika,
voordat Columbus het ontdekt had, aan de Enro>
praiien. Hij staat voor een uitdragerswinkel stiL
bekijkt de verschillende voorwerpen en Outdektp
eensklaps een barometer nit den tijd van
Lodewijk XVI, die wel geen spoor meer droe# va^
vroeger verguldsel, maar waarvan het beeldhouw*
werk nog onbeschadigd was gebleven. De baron
is eca groot liefhebber van dergelijke curiositeiten
en besluit dadelijk den barometer te koopen. De
prijs is vijf gulden! Gelukkig over zün koopje
grijpt hij in zijn zak, maar o wee! hQ heeft ayn
portemonaie vergeten.
rNu dat doet «r niet toe, in elk geval neem
ik den barometer," zegt hij tot de uitdragers vroaw;
zend hem aan mün hotel, ik ben baron RoUn
schild, men cal u daar het geld wel geven."
Den naam en het adres ken ik niet mijnheer,"
antwoordde de vrouw, en bovendien zend ik nie
mand artikelen die niét vooruit betaald zijn.
De baron zag zeer op zgn neus. want hy l
niet gedacht, dat er iemand in Parus zou r
die zijn naam niet kende; daar kjj echter)
geluimd was, amuseerde hem het gevat en «
hij juist verklaren wie h$ was, toen hy op atrs
een kruier zag voorbygatn. Hjj wenkte deze
vroeg glimlachende: Kunt (rij ook iets nade
vaujbaron Rothschild zeggen V"
Nu, dnt is ook een vraag, hij is immers onn
gcldkoniug. Waarom vraagt gij mij dat?1'
Daar de juffrouw hier hom geen crediet van
? 5 vericenen wü," zeide Rothschild op de vrouw
wijïend.
I* dat werkelijk zoo juffrouw Duclos?" riep
de kruier ten hoogste verwonderd.
-Ja, zie je Piet, je kunt toch niet verlangen
dat meu iedereen cal kennen," riep de uitdrager*
vrouw verlegen. Ik keu jou wel en als j(j oorg
wilt blijven ....''
Bij deze woorden brak de baron in een scha
terlach nit.
Na. Piet, het is goed, wilt gij myn borg zijn,
haal dan spoedig een vigelante en breng dan dexen
barometer naar mijn huis."
De kruier liet zich dat geen tweemaal zeggen.;
hij groette eerbiedig den baron, bezorgde new
spoedig een rijtuig en snelde toen met den barfl*
meter naar bet hotel van deff geldvorit, die hem
voor het gedragen risico," zooals Rothschild ziói.
uitdrukte, njkelj!c beloonde.
Minerale plAnten'. Wèdèwfn*nienwe'ch"Snüsc£^
proef, die on? wd waard schudt, onder de aaa»
dacht vnn hrt publiek gebracht te worden. Mea
bedekt den bodem van een belder witten ulasefl
schotel met een laag schoon zand, strooit duar
een weinig chroonunre kali overheen, legt daarop
eenigc kriitallen ijzer- en kopervitriool en giW
er na zeer voorzichtig, opdat hat zand nieti
boven komt, met water verdunde kiczelzure
op. Spoedig zal ziuh daarop een schijnbare pi
tefcgroei van de kristalten nit beginnen to.i
w.kkelen, naar gelang van de verdunning ,
kiezelznre kali zullen verschillende vormen vak
groene of blauwe rechte stammen en geboge&
ukken ontstaan, dio door de koper- of
flzerzo*tea verachillende kleuren verkrijgen. Na verloob
van een tut twee dagen, is er een geheel mhtéV
raal bo*uh op dea zandgrond gegroeid, dat een
aardig gezicht oplevert. Uien moet er Vooral o&
letten dat men niet aan den kristallen schotel
stoeten mag, daar bij de minste sehtuUfatf de
n»tuurtyk op de wetten d«f kristatlisatto banntenM*
zonderlinge plantengroei, dadelijk in elkander zon
storten.
Aan liet strand; Jan, dio oetterl smaken
naar niets. ' ?
Wat zal ik a zeggen, menheer, er il onl*ng»
zooveel regen gevallen, dat de zee haar
«outsmaak heeft verloren. .
Caüna die geheel kaal is en een pruik draagt,
laat onophoudelijk zijn valschen haardos knippen»
De kapper doet hem opmerken dat zün praik
?ienderoogen kleiner wordt, waarop CaOna ant*
K
L
i d
Ik ben kaal geworden omdat ik mijn baar nloji
genoeg liet knippen. Bc hoop nn mijn nieuw ?*??..
haartooi te behouden door haar zoo dikwQb mo- ?
geüjk te laten knippen. ' ' ?, ;.'
Het vieren van den Zondag i» *gela*$. . ,,
Een moordenaar versohijnt voor het geret&t«Bof. ?
Evenah zQn confrères in HoHand beweert bil d«t
h^ honger had eu dat Mj nwerktsw"
Het hoofd der Jury U diep verontwaardigd.
BÜMevrouw D. ia een schoorsteenbrand
braken.
Jan, vol overtuiging;
Br is generlei gevaar Mevroow, niet het
tnJDste ge vaar l
Maar f'4 weet er immers niate Taal
, Jan. plecfitie rn ernstig:
:-O ne« iferrou4..&y hebt a