De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 15 april pagina 2

15 april 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

. /. T-KDE AMSTERDAMMER, W E E K.B L A D VOOR NEDERLAND. No. SOS 1 / x&o malle en bleeke kleur, als hel naast Odttte, blinkend en schiltercnd van toon cn *orm, geleed worde, Odtttt poki ons zooveel mcor aan, vooral in het laatste bedrijf, dat, bad Sardou hiermee in-der-daad slechts een verbeterde u unie van Uchards arbeid geleverd, hij toch een alleszins onlaakbaar en dank aWwingend werk zoft hebben verricht, want als wüden regenboog in paerlende kleuren pracht aan den hemel zien verschijnen, dan raakt 't ons niet, of de con daar hetzelfde water bespeelt, dal onder onze voelen tot slijk wordt in de zwarte aarde. Wal Na dtrtiy jaren betreft, is het niet te begrijpen, hou Tabarin den Heer J. C. de Vos van plagiaat beschuldigt. Daar is zoo veel verschil tusschen de twee stukken in de ondcrdeelen, dat, of een zeilde reeds min of meer banaal plan 'beiden tot uitgangspunt strekt, volsiröki gcon merkwaardige bizonderheid is. Wie zal gaun twisten over de gelijkenis van hel grijze stramien, waarop schtlderstukjens, geheel virscheidea van kleur cn teekening zijn geborduurd? n Verloren Eer is de bedelaar ccn vader, dia zijn kind komt te-rugeischen. Daarom is hij meer sympathiek aan den toeschou wer dan do boef uit Na, dertig jaren, die Van zijn geheim slechts het middel inaukt, om op den zak van zijn slachtoffer een lui en weelderig leventjen te leiden. Het sluk des Hoeren de Vos beval overigens tooneelen, zóó aardig of met zooveel tooneelroetine geschreven, dal de meeslen van Ver loren Eer er niet bij halen kunnen, liet paarijen van den bedelaar en zijn vrouw b.v. is met een Gavarni-pollood gcleckend en hel vreemde dialekt, door den boef gesproken, deed goed aan de rol. Hel politieke ge sprek, 3e bcdr, was ook zeer amuzanl, doch werd middelmatig voorgedragen. Het denk beeld ov«r de annexatie door de «oostelijke naburen" is een kostelijke zet Over het tooneelspel Fiammina, reeds bejaard als het is en alom besproken, wilde ik niet uitweiden, maar wel even over de voorstelling. Mevr. Beersmans .deed een uit muntend begrepen type zien, wat haar uiter lijk betreft: het roode haar, het bleeke ge laat, de rijke kostumen. Oogenblikken van groote kunst kende zij bij net eerste ont moeten van haar (I-'iamminaat) zoon, toen zij wankelde bij het te-rugzien van haar zoo lichtzinnig verlaten man, 2e bcdr., dan, 3e bedr., toen zy aan haar vriendin mede deelde, dat tlenri- Lambert haar kind is, verder gedurende den geheelen 4den akte. Mevr. Beersmans is een magistrale verschij ning, zij heeft iets grootsch in haargebarcu, een zekero majesteit in hare houding, die haar, mocht er quaesiie van keuze zijn, meer dan voor eonig ander genre, voor het treurspel geschikt maken. Al behoeft m. i. een Engclschman crniet altijd de traditionele blonde pruik en baard op na te houden, plus het geruite vest, do-.vit kastoren hefd «n-de lichte das,, zoo had toch de zwarte of donker- bruine lord Dedly, dien de Heer J. Haspels vertoonde," te weinig van hét Engelsch cha;akler. Deze Dcdly. had even goed een Hollander als een Spanjaard van geboorte kunnen zijn. De Heer D. Haspels is een allervoorlreflelljkst kunstenaar. De typen van Steiner, uit jVii dei-tiff jai-e>i, en van Lambert, uit Fiam mina, vorderen onverdeelde bewondering. Hij bestudeert ongetwijfeld en overdenkt de kleinste kleinigheden van zijn modern kos tuum, van zijn hoofdliaar en verdere grime. Hij is matig in alles, hij zoekt geen effekten. Zijn wanhoop b. v. in het 4e bedrijf van Fiammina, dal hij het daar waagde, denkende aan het gevaar door zijn iiinig beminden zoon op dit oogenbljk gcloopen, het eenigszins komieke en, oppervlakkig gedacht, meer in de Lomedie thuis bchoorende gebaar te maken van .aan zijn haar te »krabben", dut, deze nietigheid getuigt, dunkt me, van een echten kunstenaarsmjed, om de natuur brutaal te volgen, dien wij hier nog maar zelden bij looneelspders aantreffen. De Hn Lemmens, ffenri Lamlert doet er een heel bod naar onze beste jeune premier te worden. Do Hr. Le Gras, Dvchdteau, was in zijn genre, mot zijn zoo beschaafde spraak, onverbeterlijk als steeds. Mej. Mina Beersmans, Laura Duchatcau schijnt ook veel aanleg en veel gevoel te hebben. 14 April '83. v. D. WEDEKZÏEN. 'k Was van-middag op de tentoonstelling cn onwillekeurig dacht ik ano Vnn Deijasel. Beiden even veelbelovend", doch nu nog chaotisch. Zondor twijfel zal de Amaterdamsohe tentoonstelling;, zooals een DuiUcUer ine zei, koloasal Rroizartig'' ?worden, maar of z^j den l sten Mei dezen indruk zal maken, is nog niet Beker. En zoo ui, na*r ik meen, .als er maar met kracht wordt doorge werkt", uit den jongen' auteur die sich Van Dejja?el noemr, ook iota.^groazartiges" groeien, doch rijn debuut was grotesk. Ja, cv ia heel wat gebeurd in de tooneelwereld, sedert hy verloden week den Spieghel Bislori'.iel voor ons' opensloeg, om te bew^jwijron, dat wie van' jiie weraia" wil sproken, eerder aan ergernis'" dan aan fccerlykheid" moet denken. Zün Wederzien ia gezien en gebleken, zouder i-énige hecrlykheid te *yn. Het eerate practüjclie resultaat zijner terecht gewaardeerde ? kuiwtt heoricëu heeft door amakelooabeid, door een nit verwarring geboren schijn van oppervlakkighiid, velen geërgerd en is uiet andera dan spot tend bewonderd. rMi-n geeaele, men hekele roorecl men wil, hoe harder hoe heter, nis ons repertoire staat bedorven te worden of ontsierd door welk dramntischprnl ook": too schroef Vnn Dcysiel kort geleden. Velde b\j daarmede xjjn eigen vonnis? Het vcnnia over zfjn.atuk acer zeker. Doqhzüne vijanden want Van Doyssel hnd genoeg aan den wcy gctiimiord om die te hebben, maken ?van de gelegenheid gobroik, om ook hem eens flink to g*cselcn, en do criticus Van Deyssel moet menige veer laten voor do zonde van den auteur. Dit is onbiliyk. Yn-beeld u. dat ieder die in een restaurant klaa«t over 't slechte menu, meester kok diende te wezen. Slechts als nQ den volgen den dag een restaurant opende en even slecht eten leverde, zou men hem hierover kunnen h riïpcu. Toch is bei uiet te verwonderen, dat Van Doyas«l het de laatste dagen hard te verantwoor de u beeft gehad. Al dadelyk bedenke men, dat er meoschen zyn, dio van kunst hoegenaamd geen begrip hebben, zich er, gelukkig! niet don uiterst zelden mede bezig bonden, doch hunne weinig welkome aandacht schonken aan zy'nu geschriften, juist omdat zy van hem kwamen. Lieden, die hut voogdyselmp eeue zeer begecrlyko functie achten en met Satnnaa /.eggen Ik geef jo wat je wilt, als je do rnyne beut". Moge van Ueyaselnimmer dergelijke lauweren verwerven. Andere; betere, met moeite te verkregen, wachten hem. Om de oorzaak vau zyu huidige moeilyko positie nog betor te begrijpen, herinnere men zich verder hoe hy het publiek laatst van slaperigheid beschuldigde en dun critici, velen critici althans, hun gemis van fijn cn diep voelende organen' verweet. Ia 't wonder, dat de laataen nu aarkastisch vragen: maar is wedertie* dan fijn eu diep gevoeld?8 Toch zy men billijk - toegeeflijk. Hot waa niet to gen de critici, hot was tegen de ilauwe onverschillige kritiek dat Vau I)e|jscl vroeger te velde trok. Wrtekt de kritiek zich niet te ouuicedoogend, wanneer zij uu warm wordt overfjfM stuk? JNogcens: het U te vaak gezien, dat i mand 2(ju eigen werk niet wiat te schatten en dat oen smaakvol criticus snialteloozo bellet ristischo werken schreef, dan dat we deze eerste zonde zóó euvel mogen opnemen. Een zonde héft Van Dey«el begaan. Ik weet uiet of hy Dinsdag-avond in het Grand 2'liearc was. Op 't geroep VOD den auteur is hy niet voor de voetlichten getrcdon, doch daarvoor kan een andere oorzaak zy'n. Muur nis hy er geweest ia, heeft hij wellicht o'ogcnUikken van zeer gomengdo indrukken doorleefd, vooral indien hy, wat zeer goed mogelijk is, daar eerstelingen niït altoos dadfclyk eon verwelkomende diiectio vin den en jongo auteurs du repetities w«l eeoa niet bijwonen, z(jn Wcdcreirn na langen tyd vau scheiden terugvoud. Dau kan dit wederzien zOtJr dramatisch geweest zyn. Met name in den hutsten tijd heeft VanDeyssel in zyuc geschriften beginselen gehuldigd, welke wel ia waar nu eens door lief hobberty onduidelijk heden, dan door zijn eigenaardige opvatting van les arts somptutnrcs, verborgen werden gehou den, maar ten slotte toch iu het licht traden. Die beginselen hebben Wedergitn slechts half tot grondslag verstrekt. Waarsehyniijk is VanDeyasel nog niet in staat ze, althans in een komediestuk, geheel vol to houden. Doch daaidoor heeft z4Jn eersteling iota tweeslachtige gekregen; zyn zuuht naar realisme, slechts half tot haar recht gekomen, baarde onaesthetischo onwaar heden; de conventie, zooals zy hier gehuldigd waa, maakte vau bet meest dramatische een pijn lijke parodie. Voeg daarbij des schrijvers g^mis vau techniek, en ge begrijpt, hoc hut stuk moest vallen. Iemand van minder talent en veel minder voor afgaande studie, had, vooral met wat meer studie t ij <l C', s het schrntcn, van denzelfdeu opzet' iets gucda kunueu leveren. Van Deyssel kou in dit kador zijn psychologische studiën en zUn realis tische aesthetiek niet tot hun recht doen ko men. Trouwens om dat op de plaukeu to doon, ia meer bekwaamheid noodig, uau waarover hy alsnog beschikt. Slechts nn en dan trof my iets, dat den schrij ver karakteriseerde. Zoo al dadelyk in het begin het gesprok tusschen Jacoba eu Kitty en het analyseeren van Jacoba's niinnekoozen. Ziedaar eoo kind der rtraka bedoelde beginselen. Laat de schrijver deze, eter vooreichtiy, verder beatudeorcu, verder overdenken, diep trachten te voelen.. I.aat hy nauwkeurig schiften wat er valsch, over dreven, partijdig en wat er waar en philosophuch in ia. Laat hy wat zweemt naar opgcschrocl'dlieid verachten met groote innigheid, en mot onvertlauwde liefde zoeken naar hot sentiment, dat in de natuur ligt en zonder hetwelk geen kunstwerk denkbaar is; en laat dit gelouterd realisme of naturalisme zuiver in zyu volgend werk, 't zy roman of tooneolatuk, gehandhaafd zyn. Hy kieze daarvoor dan een minder conventioneelcn titel en wc zullen hem ontmoeten zon der aan een Wedersien to donken, .,12 April. HET TOONEELT ROTTERDAM. Gabrielle van Augicr werd Dinsdag jl. büvan Zuilen opgevoerd ter benofice van den heor Moor, naar eene vertaling in proza van don beneficiunt.. Het trof mg, dat do vertaling dikwijls zeer plat was, en dat ménschen uit deu beschaafden stand woorden in don mond waren gelegd, die deze nooit zullen bezigen. Ware do vertaling beschaaf der geweest, dan had nran zich er over heen kunuen zetten, dat men in plaats van 'verzen proza kreeg te hooren. Trouwens om do keurige verzen van Augieriu goedo Nederlandsche verzen over te breugen, moet' men haast oven groot dichter zg'n ma 'Auoier. Toch kan ik het begr{jpen, dat de heer Moor het stuk zoo goed en zoo kwaad als het ging in 't Nederlandach zocht over te brengen, om do rol van Jidien op zijn bencficeavond to kunnen spelen. Wanneer de vertooniog, over het geheel genomen, een gnnstigcn iudruk ? by het nog al talrijk opgekomen publiek heeft achtergelaten, dan komt de eer daarvan uitslui tend aan den heer Moor toe. Uu heeft do rol van Jtitien tot r.gn beneGce-rol gekozen en na hem gezien te hebben, moet men volmondig bekeuncn, dat lijf daartoo het vulstc recht had Ziet men van eenige eigenaardigheden in zyn spel af, houdt men rekenschap met ziju weinig sympa thieke stem, dan. mcc-t men erkennen, dut Moor zich zelf heeft overtroffen. Voornamelijk in het laatste bedrijf W'st n"Ünet P'ibliuk door zijn sober, eenvoudig en hatnurlük «pel medn téslepen. Daarbij hadden wüook weer Kelogenheid op te merken, hoe gemaklcelijk hu zicli in een xwarten rok beweegt. HU is ccn der weinige Nederlandsche acteurs die dat kunnen. Niet de minste hulp had hij van de zjjdo zijner medespelers. De rol van abrielle was voor MO\T, van Dam te moeielijk, voortdurend schoten hare krachten te kort. Ik merkte daarbij tot myn leedwezen op, dat MeVr. van Dam zeer onver schillig was in haar spel. Zy spande zich geen enkel oogenblik in, om eens ieta meer hartstocht te geven; zU bleef steeds even kalm, wat er ook gebeurde; niets stoorde hare rust. De rol Voor dien heer Chrispyn bestemd die door do hevige ongesteldheid, welke hem Zondag jl. heeft aangetast, natuurlijk niet kon medespelen werd nn vervuld door den heor Ruisbroek. De heer Ruysbrock ui zeker de laatste zyu, om te beweren, dat ajjn Stephanc aan de eiachen beant woordde,'maar wanneer wij in aanmerking nemen, dat' hy pas Zbndag-middag de rol kreeg, dan mogen w« zijn spefniet aan- een kritiek onder werpen, want het is onmogelijk in 2Vs dag een dusdanige, omvangrijke rol ia te stiidecrtn. De beer Alex. Faassen was totaal ongeschikt voor de rol'van 'famponct. Hij heeft ieti in zjjn stem. dat hem wel eens in enkele rollen goed te pas komt, maar hem in fijne salon-stukken totaal onmogelijk maakt.. Daarby komt 'nog, dat hy zich in een geklecdo Jas niet weet te bewegen, dat hu het karakter van den jaloerschon echt genoot niet begreep en zijn jaloezie voornamelijk uitte door het ruw uitstooten van uitdrukkingen als: ik doe. hem de dampen aan" enz. Ik zag onlangs eenige scènes van Nctty, waarin do hoer Faassen. de rol van Quitp speelde. Daarin zegt hij voort durend tot xi)n vrouw: ik zal ie bijten", ik knijp je". Zijn Tamponci leek dikwijls veel op Qvtlp, dat zegt zeker genoeg. .Ook Mevr. Kley «Is Adrtinne waa niet fijn, niet beschaafd genoeg. Do heer Moor moost dus het stuk geheel alleen redden en, zooals ik reeds Bei, hy heeft het voor een goed deel gtdaau ook. fin «tak werd «oUtei eUuuulcr bil onene seène afgespeeld, waardoor de voorstelling vlug vau ataucl liep, veel vlugger dan wy dit b\j eeu eerste vertooning gewoon yn, By Het aederland/tch Toontel hebben wünog eenige herhalingen gehad voor totaal loego zalen vau Na dertig Jaren; Vrijdag hcrhaliui; vnn Maria Stuurt. Do opvooiing vau Vrienden van 0n#, ten voordeele vau ApoHo", zal eerst Manudag a. a. plaats hebbun. De rolleu, vroeger goapeuld door Mevr. de Vries en den heer van Zuilen, zullen nu vervuld worden door Mevr. Ijurloge-Verwoort en den heer de Vos. U April 1883. M. H. 1783 - 14 APRIL 1883. Naast Fautt is Nalha* de IVpV* zonder twij fel het mueat gelezen en fost begrepen (f) der Duitscho klasaieko drama's, lloo weinigen echter onder de bewonderaars van het laatste werksy'n met de pynlijke lydenageacbiedonis aan liet ont staan daurvau verbuiidon. bokoi.ill Als herinnering nan de eewte opvoering van Nttthnii de Wf/te in lieriyu 14 April 1783, heden voor 100 jaar wensen ik enkele plaatsen uit Leaaing's brie ren aan te halen, om eenige myner lezers een blik in Leasing's toenmalige» gcmoeds* toeataiid te laten worpen, iu amlurcn, voor \yie dit. ounoodig mocht ^y'n, de herinnering vau dien moedig gevoerden cn zuo glansryk ten ciudo jjfbrachti'n sti^d to verlewudi^en. Da smait over den doodj(üner geliefde -STOUW tocht Leasing door ingeapannou arbeid te verdooveu, niet tu vergoten diurToor was het go m U t e groot: het waa slechts lanUano" tot stilling zljuer pyo. De strijd tegen Goeee werd met. zijoo gewono levendigheid van geest gevoerd pal ivonlou de moedwilligst») plaatacu iu iju kluchten (Sehuurron^ dikwijls iu zeer treurige oogeztblikken geschreven." liindehjk wiste D do te^en^tauders vau Lessing het door te dryven, dat het Ministerie het nieuwe fragment en nyn Anti-Qoezö-geschiiften verbood, maar da moedige denker was vast besloten het op 't uiterste te laten aankomen en eer nyu af scheid to nemen, da» zich aan zulk eeu vernede ring te onderwerpen. AU hij zijn broeder Karel dit 23 Juli 177S sohryft, zendt hij hem teveus eeu nieuw mauuicript om in Uerïy'n to laten drukken: Noodig nntwourd op een zeer onnoodigo vra:ig van den heer Iloofaprodikcr Goeze in Hamburg. Tegenover de bezorgdheid zijner vrien den, valt Lessiog's eigen gorustheid dubbel iu 't oog. Hy maukt zich vrooluk over hot verbod on btJlt zijn trouwe vriendin, Etise Jlcimarns, gerust, Reen onoverlcgdcn stap'te clocu, was het dau ook slechts om zich uiet van uea bibliutheclc te ver wijderen, die hem tot voortzetting van zijn mry'd oiiüutbeurlyk is." Niet altijd is de eenzame man zoo welgemeend, weinige dagou la'er roept hy uit: ,11e ben my geheel alleen overgelaten. Ik heb geen enkelen vriend, iuwien ik geheel vertrouwen kan stellen. Ik word dage lijks door honderd verdrietelijkheden bestormd. Ik moet ccn enkel jaar, dat ik met een verstandige vrouw goleofd heb, duur betalen. Ik moet allus, alles opofferen om mij aan geen verdachtmaking bloot te stellen, die mij ondrogelyk is. Hpcdikwyla zou ik het willen verwunsch.cn, dat ik ook eenmaal zoo gelukkig heb willen zün als andereménschen. lloo dikwijls weusch ik. op cena in mijn ouden geïsoleerden _ toestand terug te treden, niets to zyn, niets te willen, nieta te doen, dan wat het tegenwoordige oogenblik met zich brengt. Ziet gij, goede vriendin, zoo ia mijn. ware toestand. Handelt gij m zulke omstan digheden wel goed my' te raden, alleen om een elleudigon vyand geen genoegen to geven, con toestand to verduren, die mjj lang tot een last ia geweest?.?Ach, wanneer hij wist, deze ellendige vyand, hoeveel ongelukkiger ik ben, wanneer ik het to zy'neii pleizier hier uithoudt! Maar ik ben te trotgcb om my ongelukiu*it« denken knars met de tanden en Iaat'de voot draven, waarheen wind en golven willen." Do strijd i» reeds zij n stokpaardje geworden, dit. hem niet zoo afwerpen kan om noodzakelijk den hals to breken. Den stal zal men zyn stokpaardje gewis niot verbie den, wanneer hy" hem niet zelf opzegt. Ergernis aan den eenau kant, geldnood aan den anderen! Maar het gaat Leasing gewoonlijk als de stalen veer, hoe grooter drukking, hoe meer krachtsontwikkeling. liet gebrek aan geld brengt hem op een dwazcu inval. Voor vele jaren hoeft hy een tooneelspel ontworpen, welks inhoud met zyn tegenwoordige twisten con zekure ana logie aanbiedt. Dit (?dos Ding") wil hy bij inreekoning uitgeven, en daarmede zal liy den theologen eene ei'gero poets «pelen dan met nog tien Fragmenten. Aan de censuur, waaraan zyn achriftcu volgens een ministefiecl bevel onderwor pen 7,yn, stoort hij zich niet; het antwoord op het derde stuk zyner wnkhedeo dient tot bewjjs daar van. Zijn vrienden zy' D intusschuu nieuwsgierig naar, maar ook bezorgd over Nathan. Lessing verzekert. echter aan Broeder Kavel, dat zelfs dezo zich een geheel. verkeerd idee daarvan maakt Hét is niet minder dan een satiriek stuk. om het strykperk mot hoongelach te verlaten." liet wordt een zoo roerend stuk ala hy ar ooit eon gemaakt heeft; ook zouden, ala Moses Mondelssühn juist geoordeeld heeft, spot on gelach niet i>y den toon passen door hem in zyn laatste blad aangeslagen. Naar allo kanten heeft de vogelaar zyn netten uitgezet, maar ik vrees reeds, dat ook op dezen weg, waarop zoo velen iets gelukt is, mij niett gelukken zal, wanneer mijn vnendan niet vlytifier gu uan ik zelf. Al zyn zy het ook: 000 is het paard misschien verhongerd, eer de ttaver ryp is geienrden. Leasing hoopt Nathan do Wyze met Paschen 1779 gedrukt te zien. Nadrukkelijk ver klaart hy: dat het stuk met de toenmalige zwart rokken niet* te doen heeft, hy' wil hst aelf niet den weg versperren, eindeajlt op het tooneel te komen, ai was dit eerst na 100 jaar. De theo logen van alle geopenbaarde godsdiensten zullen er innerlijk, wel is waar, op schelden; doch er zich openlyk tegen verklarun, zullen zy wel laten." Niettegenstaande do dringendo bckoefto aan geld wil h|j van een vooruitbetaling dor geabonneerden niets hooren. Want^waancer ik na plotse ling Stierf? Zoo bleef .ik miaschicn aanlOOUnienSohen, aan ieder daarvan, een gulden schuldig. van welken ieder voor 10 daalders op my zuu schelden." Slechts 300 daalders heeft hjj noodig om rustig zyn werk af to maken, gean andere eckcrhcia dan zy'n wissel kan Mj geven. Dit arm*' zalige beetje geld . hem door den joodechen koop man Slozes Wesaely uit I^eipzi^ voor vier maanden geloond, maakt hem opnieuw zorg. Wanneer er niet genoeg intoelceunant komen, hoe dan zijn schuld nt' te doen! Alsof hy nog niet aan al dezo ver drietelijkheden genoeg had, wordt h{f bovendien door zijne zuster onder hevige verwy'ten om ondersteuning gevraagJ, en waarlijk do vrygevige Le'aing kan van zijn armoede nog 5 Louis d'or afzonderen. Ouder zulke voortdurende angatcn en zorgen, door oen zwakke gezondheid nog vermeerderd, werden du laatste lichtjes" aangestoken en zelfs aan oen naipel gedacht, wanneer het ten minste de moeite waard is, want voor middelmatig voordeel wil Lessing zich nooit meer vyf maanden lang. tot slaaf van oen dramatiichcn arbeid maken. Aan Kamlcr, den grootcn verzcnzifter, belooft de schrijver tot dank voor zfjn hulp in het opsporen van inteekonnnrs, in het omgekeerde geval lioihebbers ni( Marocca te verschaffen, «aar hil jnist een goed triend had. Ecu opvoering van Nathan stolde Lossing zich niet voor, betwijfelt zelfa do werking van hot stuk 'op het toonoel, maar het ia hem genoeg, wanneer het met belangstelling geles«n wordt en ala eëii onder de duizend lesers daardoor aaa de onfeilbaarheid en algemeenheid van zyn gods dienst loert twijfelen. Nathan, dese edele uiting van waarheidsliefde eu verdraagzaamheid tegen over andersdenkenden, noemt de1 scbryvcr met zy'n gewunene bescheidenheid : (Ie eoon t'c.n zyn naderenden ouderdom, die» de polemiek heeft Itclpen verlossen. Aan 'hartolyke deolcming en toejuiching onder zijn vrienden out brak het Lessing by het vefSehyueu van Natluu uiet, daaraan had hy trouwens eeuigc behoefte om weer uet zich zelf tevreden te zijn, zelfa de magere schriftelijke by vals-betuiging vau Campe, wicu hot aan moed outbiuu «VU bewondering opeulyk uit te spreken, om niet met Leasing op óén lUn gcateld te worden, stemde den denker van WolfeubUttel dankbaar. Tegenover de sympathie zijner vrieuden verhieven zich echter de laaghartige aanvallen zijner tegenslaudert, die xich niet schaamden deu eerlijken, vrijzinnigen Lossing te beschuldigen, voor do uit gave der Fragmenten 1000 ducaicu van de Amatordaiujche Joden ten geschenke to hebben aangetiomeu. Z\jn stiefzoon, die zich to Weenen bovond, waar dc^e leugen hot eerst verspreid werd, beeft dezo lage beschuldiging openlyk weerspro ken. Ii het wonder, dat Lessmg'a laatste loyonsjaren door zulke gemeeuhedou en ergerniasun verbitterd werden, z|ju rteda zwnkko gezondheid geheel gedoopt werd? En mot hoc weinig was hy tevreden ! Met intrige ontroering en mudohjdcn leest men de volgende woorden aan zijn trouwen Mozoe Moudelaaohn : Op het briefje, dat Dr. Flies my van u meebracht, kauw en zuig (nutsche) ik nog." Het sappigst* woord is hier het edelste. En, wixarlyk, lieve vriend, ik heb zulk een briefje van tüd tot tyd noodig, waaneer ik niet geheet ont moedigd zal worden. Ik geloof nipt, dat gy my als ecu man kent, dio bcgeerig naar lof is. Juaur de koelheid, waarmede de wereld gewoon issommigo ménschen te t;onen, dat zij Tiaar niets naar don Kin kunnen maken, is waqncer ook niet doo dend toch verstijvend. Dat u niet alles aanstaat, wat ik sedert ecnigen tyd geschreven heb, ver wondert my volstrekt niet. U had niets moeten aaustaan, want voor u waa niets geschreven. Op zy'n hoogst heeft de heriuueriug.aan betere dagen u by deze of die plaats nog kunnen misleiden, Ook ik was toen eon gezond slank boompje; en ben nu een ZK> rotte knoestige stam! Ach, lieve vriend, het spel is uit! Grang zou ik u wel is waar nog eens spreken l" Dit wml 19 Dec. 1780 geschreven, 15 Februari 1781 stierf Lessing zonder MendcUsohu woergezicn to hebben. Eu a opvoering van don Nathan beleefde Lessing zeil' niet, eerst twee jaren nnzy'n dood, 1'lAprtlllKi, verscheen het stuk iu Derlyn op het tooneel. A. Stahr, de warme biograaf van Lessing, vertelt naar nauleiding dezer eerste voorstelling eeno aardige anek dote, te gelijk kenschetsend voor deu toestaud van het toenmalig Duitach tooneel, waar het harts tochtelijke en comische nog zoo tamely'k kon voor gesteld worden, alle Bevoel echter voor fijn gemutigd spel ontbrak. Toen Dübbeliu, de directeur van het erlünsohe theater, aan Engel zyn voor nemen vertelde om den Nathan to govcn, vroeg deze: «Wie treedt als Nathan op?" Als Nathan? Wel, ik zelf," riep de niét weinig met zich zelf ingenomen schouwapcler. Mooi, maar wie is do Wijze?'1 antwoordde hem de Bchryver van den l'hitbtoof voor de wereld." Lessing zalf had het lot van zijn drama goed voorspeld, toen hu beweerde, nog geen plaats in Duitschland to kennen, waar het atuk reeds toen zon kunnen opgevoerd worden. Het word te Berlijn in 1783 slechts driemaal gegeven, op den derden avond was de zaal leeg. Twee jaar later stond het op hot recertoire in Pressburg, uiaar had ook hier geen succes. Eigenlijk eerst vau \Veimaiuit, waar het 28 November IbOl onder Gocthfc's eu Schiller'» leiding voor hot voetlicht gebracht werd, heeft het zyn weg naar de meeste Dnitsche theaters gevonden. Ifflaud trad 10 Februari 1802 in Borlijn als Nathan op, waar. het stuk nu met gunstigen uitslag meermalen herhaald werd. Eigenaardig moet de voorstelling 24 Maart 1849 in Konstautinppel geweest «ijn. Hier werd het,- in 'tnieuwriekflch door Kaliourchos vertaald onder den titel ,.Üc wijze joodschc grijsaard" met warmen bijval door de Turken begroet, die in 'teerst verraat over de vrijmoedigheid van den Jood voor des Sultans troon, na do vertelling van de drie ringen iu luid gejubel uitbarstten. Van oeu opvoering op een Frnnach, Engclsch of Ncderlandsch tooneel ia my niets b&kendy al bestaan in deze talen verschillende overzettingen. Wel word Zweden bewoonde het palois «oruimen tijd en stierf er in 1689. In 1732 werd het aangekocht door don kardinaal Nori-Coniui. Zijne familio behield het tot nu toe. Hot geheele paleis wordt nu omgeschapen in een etablissement voor weten* schap en kunst. Palatsu ilcUc Scienge zal hot gouoemd worden. De Atademltt dei Liucei en andere geleerde genootschappen zullen er hu» vergaderingen houden. Ds tuin wordt ecu werk* plaats voor botanie. In de groote vestibule van het nieuwe spoor* wegstation te Straatsburg ry'n door professor Uermanu Kuackfuaz twee muurschilderingen van groote afmeting aangebracht. Het zyu voorstel lingen uit do vroegere on uit de hodendaogaohe geschiedenis der Duitsche regeering (1167 en 1877). Het overbrengen der krooujuwoclen naar Hagenau, door Frederik l" treft men links vaa den ingang aan, en recht', een tounetl, wuif keizer Willielm door cou aantal dorpsbewoner» verwelkomd wordt by het verlaten van zyu koata. Daar, do schilderstukken met smaak en kunst werden beorbeid, moet de aanblik dezer muren allen reizigers welgevallig zyu. Zal mon voor het by ons iu aanbouw zijnde ceutraal-stutioüook ia die mato voor streeu'ng dor hoogere zintuigen zorg dragou 't ? In bet laatste nummers van bet Magatine of Art komt een belangwekkende studie voor vaa Bracloy Day over de kunst in den tuin." De tentoonstelling der volledige werken van Bida, die wy voor twee weken vermeldden, wordt met een tamelyk druk bezoek begunstigd. Hem, die studiën maakt op de hedendaagacne kunst geschiedenis, biedt ty hoofdzakelijk oen gewichtig voordoe! aan: namelyk dat, van zich eeu onpar tijdige en grondige opinie over de geheele kunstonaara-porBoonhjkheid van Bid» te kunnen vormen. In den Conrrierdel' Art wordt dan ook door Dargenty van deze gelegenheid gebruik ge* maakt, en, hoeveel goede eigenschappen hy den kunstenaar ook toekent, verklaart hy toch, dat Bida niet tot de scheppers van den eersten rang behoort, dat er hart ontbreekt aan zyn werk. Veel geoefendheid, veel vaardigheid, een groote wetenschappelijke grondslag, doch. geen onkele glimlach om de lippen, niet een traan valt op z'Jn vost." 8Ce ue sout pas les oeuvre» d' uu couvaiaau.'* 9 Maart 1883 een fragment uit Nuthan « vertaald door den heer Taco H. do Beer in hot lokaal Strouckcn door den heer C. Kok olsSaladin eu deu heer M. Krcukuiet als Nathau voor gedragen, terwijl Possard hot vorige ja.iv iu Amsterdam als Nathan optrad. Of Eet Neder landsen tooueel ons spoedig met «en voorstelling v&n I.cssing'd laataten dramatiseren ftrboid al verrassen V Zelfs in onze vcrTtchtt eeuw zul nie mand «en -les ia verdraagzaamheid op 't punt v.tn godsdienst overbodig aooten ? Aaa belauggtelling van «en waarlyk beschaafd publiek kan het dit drama, dat door een gelukkig gevonden fubül, scuc-rpc karakteristiek ca vóór alles door do achoono idee uitmunt, niet ontbroken, .onheil cn geluk het oord, waar het ongevoerd wordt.". Deze woorden, we spreken ze Leasing meer dan honderd 'jaar later volmondig na en, voegeu er aan too : hoil en geluk de menscbheid, dio do verheven gedachten van ccn Lessing leert begrij pen en zyn edel voorbeeld weet na to volgen ; heil en geluk hen, die doof Lcssing's geest ver licht, door Lessing'» vrijzinnigheid cu verdraagMAM rnrtAin kawinl tl «mrnftn ' zaambeid bezield worden! Enrichetta. BEEICHTEN EN MEDEDEELIKOEX. Iu de zoogenaamde Vlaamscho Zual" dor Kon. Academie van _ Schilder- cn Beeldhouwkunst te Brussel zyn eenige kartons tentoongesteld, vervaar digd door de neeren Gufieus en Swerte, do onafHcheideiyke kunstvrienden en aamcnwerkers, waarvan de laatste voor oen paar jaar ia over leden. De plannen voor muurschilderingen in de Kathedraal te Praag" en de Heilige ueorge" van Swerts kunnen als het merkwaardige gedeelte dezer expositie genoemd wordon. ? Maar do hoeren G u flens en Sworts, die" do Dusaeldorfsche methode naar Belgiëhebben overgeplant, vallen nauwelijks meer in den smaalt. y stellen bjj bon werk steeds de Urnen en om trekken op den voorgrond. Dit wil.men niet meer. Vóór alles wenscht uien te zien, meester stukken van Wetir-behandeling. Daarom betreu ren de buitenlandache kunstorganeu, dat niet veeleer de gehoela Vloamsche zaal aan de impreasionisten wordt ingeruimd. Te Parijs is een vereenigïng ontstaan, ton doel hebbende jaarlyks een internationale tentoon stelling van schilderden te doen plaats vinden. Slechts twailf van de uitstekendate meesters worden toegelaten. De jurv is uit eerste kunste naars van alom samengesteld. Deu Icn Mei wordt te Zürich do Nationale Zwitscracue kunsttentoonstelling geopend. BJi Franz Bondy te Loipzig en Weenen, is de eerste Aflevering verschenen van Die Maler der egenwarl, een werk in fol., met houUne -illustraUes. In deze aflevering wordt Franz Defregger behandeld en de tekst is versierd met eenige veer goede platen naar zjjn voornaamste schilder stukken. Het paleis van vorst Corsini te Rome is, met inbegrip der sckjlderüen-galerüen van de biblio theek, voor 2,500,000 lü'o iu net bezit der Italiaansche regeering overgegaan. Het paleis is i gelegen op de Via Lungara en word gebouwd ! door de familie Nïario, waarvan o. a.' Paus IV een lid ws*. Koaiakia Chriatuw van UIT PARIJS. ' Het proces Monaaterio. De schil* der Edonard Manet. Louis Veuillot, De lente te Parij». Tooneel «a letteren. Parus, 12 April 1333. Ik sprak n reeds over de zaak Monasterio, aio verleden week voor de rechtbank verscheen. Dit zonderling proces werpt een schril licht «vet i die bedorven tuaschenwereld, eene soort bóHême, . l die vooral in Parijs zulk een groote afdecling > telt. Al de typen diendon te worden gaphoto: graf eer d; ik kan er u hier een paar schetsen. i Vooreerst dokter Pinel, eon neet van den bei roomden krankzinnigen-dokter, die op scbandelyko , wtize van den naam van zyn oom misbruik maakt; dokter Bi vitre, ecu helper van deu vorigen; D jkter Luigi, een braaf maa l die de hand niet wild* leeucu tot de schaking van Fidelia Monasterio, niot uit rechtschapenheid, maar uit herinnering aan vyf jaren opsluiting die hy ondergaan heeft wegens deelneming aan gelijksoortige feiten. Welks doktoren! En zoo vindt men ze by dozynen ia het moderne Kabel; de criminecle processen doen ze een oogenblik te voorschijn, komen uit deu oceaan vnn slijk, waarin zy wentolen en hun slacht offers maken en zy vervallen weer in hun misdndige duisternis. Behalve de doktoren van dit slag heeft mea nog zien verschyncn een zekeren Barbieux, die zich .correct" noemt en die alleen uit philanthropie heeft meegedaan! Weer eon zeer zonderling type. Dio Barbicax was eeuigen tyd gerant vau een blad, en moest van aijno fuuctiün afstand doen wegens eene voroordeeling tengevolge van ' openbare dronkenschap. Toen zette hy zich in 't hoofd ecu courant te stichten, waarvan Henri Rooliefort de voorn tamste Chroniquiur zon zijn, en zelfs wisselde hy eenige brieven met hem. Wat 13 zoggen van die moeder Monasterio, eeua Chilisclie, die ccno woning van 2000 franca's jaars betrokken had, maar dio sich maar tweemaal 's jaars verschoonde en vuil at, dat een hond niet gelust zou hebben! Wat van die vrouw Chalcaton, eeno door on door verdorven iJuitsche, met ondeugden dio niet te noemen zijn? Zij i* het slachtoffer geworden van de woede van haar man, dio haar met eeu revolver heeft doodgeschoten. Wat van die conciërge, wie men met ccn twintigirancatuk den mond wiat te stoppen, «oodat zij zicli niets van de schaking ceucr minderjarige her» iunert 'i Het proces ecliter is verwezen geworden naar liet hof vau Assisos cn het x*l ons nog meer geheimeu van het internationale, loven te Parij» doen kennen. Do Pflrysclie journalistiek die sedert eeuigon fijJ reeds do Amerikaamche mode aanneemt, het cocdingeliclit willen zyn in den hoogatcu graad, begaat tomtijds achromebjko onhandigheden. Zoo hebben een aantal al te vluggo bladen do necro logie bevat van een talentvol Tcunsteuiiar, Eduard Manet, dio wel sedert jaren ziek ia, maar dien zjj zonder genade dood verklaard hebben. ' Do groote schilder is wel nog niut gelieel be houden, maar hij is toch veel beter sedert eenige dagen; do genecshceron hopen hem er door te ha Ion en het ia dua pijnlijk te uien hoe lichtvuarilig men hem in de kist gelegd hooit, Edunrd Manet ia niet ccn uit de menigte; hij is een penooniykheid van bcteokenis, hij ii be gonnen mot kUuen excentriek te zy'n, maar het ia niet to ontkennen, dat hy een ornatigcn invloed heeft uitgeoefend op de sdiildfi'kunst van. onzen tijd; aan ncm vooral zyn wy dio groote toenade ring van de kunst tot de werkelijkheid verschul* di«a, dien smaak voor vol licht cu open luclit: Eduard Manot is nog pas 50 jaar; als hij b. ter wordt moet hy een operatic ondergaan, daar hy kanker beeft in eeu zyner beenen; maar wanneer hij deze operatic ka» doorstaan, is er kans dat zijn 'penseel nog menig groot werk voortbrengt. Een andere doode, ditmaal tilt raecne'us, is de hoofdredacteur van den Univcrs, Louis Vouillot. Sedert verscheidene jareu wan by sten-end; vroe ger was hu. vol hevigheid, de olericaalsto dor clericalen. ZUn polemiek was ruw, onbeschoft, zonder genade, hoewel by zich met zooveel aan matiging een Christen noemde. Vouillot was da Malst re uit hot Assoramoir; by heeft zichzelf eens den hondenslager der tempels genoemd. Al wat een luchtje van vrijheid meebracht, al wat kon bydragen om de klove die do Kerk van da moderne maatachappy scheidt tot mindor dan een peilloozen afgrond te maken, werd door hem ver* oordceld en geëxecuteerd. Uy was de ouvertti Mgzanraheid in persoon, maar ccn polcmicus vnn onbetwistbaar talent, satiriek dichter nu eu dan oon merkwaardig type iu du gcachiedsnii dor XIXdc eeuw. Niettegenstaande al die stci'vctulcn c:i ilooden, schudt, ala ieder jaar, ook thans de onsterfelijke natuur haren doodslaap nf. Dexe leut», hoewel altoos nog huiverig en door een «eer onaangfnamen Ooatewind afgekoeld, is to Purya toch bekoorlijk. Allerliefst is dau het vergezicht dar Boulevards, de ChampsJilysBea. de w«:»-i'."i-". waai* dn riten Lciouicn. hst No. 303 AMSTERDAMMER, WEEKBLAD T OOR NEDERLAUIX i.i uiten en fraai gckleede vronwe.ii «n kinUB e*rat«i toorjitraaoii ftoiueii upvaugen. >>ul> **?» <iH»uii»M>'? i* ^ok vol eteguute \ruo.yk«» bwMHkerei HMt«*it ZcaUag aun «r i'tii fu ullu irtui'tige r^ua^w (Hun er t(lU1 j )u r-j lieun. lu dit woud veruriuguD UK,! A» K* v* VMI i'üuMtoiumdeneoucoura luiM.i'V'". <u uo l«voi.«Ugiiuki M dat» voortduread. l£ weet hut )? l>u tin» luUureu dg £vi<d»tf. uV . ei>ta voorja .«leest boeit pinaU g«n»d ia je open», ten vioiideele dut- ov»i stroomden vau jiUiia-i'Utiwrittgnii. A^*** voorstelling, door uc Fa* riuetic .1 ui y, ioiidur eiitlwi . ohtud vau politifJte partg ....urgdt.isetjra, ia pvftchtijj gt weert eu heult wow HII iuO,UW liancs ouiouiaciii. liet ia «u buitenl;»n-jö*<>?* o«iïo Elaavser broeder*, die wij nooit eteu; btit beste deel iu Krui kiy'ks Wit en ie ' l"-'"- *">" <?* "U**»» <*w cowpuuistun ijja de t)" g-wi-si' Uounod, VwiU eu Maa»euet; do kunsteiiama Muvr. Pidta Devncs en de i.a*»ii..v, ltu iiauej Itftüc, Uarnior on Surau. Ifcruharutfiti.citttNfistiie wweurgwipee'eofi; l «»ide>yk t*e- uileriietste daiisoreuen, gen&aatad Sautfalli uu Mauri. u« 3|>Musohe -fay*<l1iirt»ii/<a,die l juut tvi-dei te Parij» WHS, hetjl t hare medewerking verleend tot een AudttJtuiauh foeat; de beminnelijke Jadic iio't't het orfe*:. gedirigeerd; bet bal «n de toiubula ayu *?** wwolfln geweest. Wat de schouwburgen betreft, zy naderen reedt het cii.ila vau het Memoen ; sedert veertien dagen dm mets opiuerkelyka. liet best. wat men nog jegevfcn lu-oit M JLes Buurytuia d» JMIe, een i;sio:iKjb. diuma van Armaud d'Artois, iu do aité. ue tooueolen uit de omwenteling, de i vudtrliuidshrfdej gemengd met oen «wakke liefdwinirixo tusi-chen den Boon van een legitimilt en < eu reptibliHoinsch meiaje.dul alias gevoegd by d« levendigheid van den aeiuur Uomaiue, heelt een deg«lyk succes behaald. Er is veel geloolioa in de itiunus l'laiïirs b|j een vi'cnlijko vuudeviJle T.in de heeren Uaymoiid. Uurani en Boncherun, getiteld La (J/i«w/wfiois«; even goed ia in het Tbèatre Cluny opgenomen een is/turae, Les l'nri\ticns cn jruetHCC, vnn de heeien KxyraonU en j Ordoi>ne«u; maar dat allen ia natuurlek slechts van den duriten rang. ok de uieuwe boeken atfn van ni-t zoo bnieDgiiWuon veel botoukeais, Toch fanal ik niet genoegen aan Albert Wolff, door Gustavt» Tuudvuro ( by Havard), eene oigeuaardigo monogruphie over dvn v«i muiird«n chrirn«picur, waarin do hrg'ver, die eun i onjanac-hrijver van talent ie, wne .rnsti«« studie heeft gemaakt van de zeden vau het Piirijsche journaliime. Sforte d'titnour van August Sanlièrc, (bij Rouff), i» e/!D vry sterk gekruide) doi-psgeackiedtiuu, waarin tntrigno« van allurlei aard goed waarge nomen cn vlug geschreven züu. -'J r. JJaplinin et Mtle CtUfédoor Ange Bcu.gne (bfl Oilcndovf), l a ook een amusant bot k, licht to lezen cn aujvtrid met ? verhaalt i''» uit du groote wereld. Tot ilot merk ik op (bH Charpe-itier) een keurige kleine uitgave vao Zola's Oontes d Ninon in c t l twee Mon VIT BELGIË. XV. Lcopold in Holland. De steenkolen en du muziek. Benoit to Parya. Mozart miskeud. Wcstvluamsch particularisnic. Coivtoiamctieeat, LPO PettBcrs. tpreekt in libernla kringen van de wenhoid dat Z. M. Leupold II (.de lersto j bnrgor van België"! ter gelegenheid vao do ArosterIdanuche tentoonstelling, een besnek aflegce bij IkoniDK Wiliera III, In 18C1 kwam Z. M. dor l Nederlanden naar lielgië, bij de pneiiing van Jf n lLuik-Ma»strio)>t«chen spoorweg; t is niet meer l daa billijk dat, na 22 janm, di» beleefdheid (wuai bij l alle oude veoten vcrflettn wcrden}wordebuantwoord. l Op dit «ogenblik houdt dn koning zich nog [altoos bezig met do beschaving van Middenl Afrika! 't Staat echter to bezien of die IccerkringiBegei-s don vreemden invloed zullen dulden, cn l of do Nederland-che Ewopevrs aldaar klimaat eu lieren zullen verdrAg<-n. Du Hollanders hebbende l ondervinding qpgednan, dat die streken t n dat |vulk eene dadeujke kolonisatie niet toelaten. Men vindt; van tijd tot t|jd- in onee organen de l klacht dut de omwenteling van 1830 in verreweg l de meeste opzichten aan de belangen der beide l deden van 5iod«i land hattft geschaad; dat timl, nijverheid) handeJ diiarondei' leden. Eenigft dingswi'aen tusaclion de beide landpn zyn Icerrt gebouwd nadutzij met DuitechlandenFrankInjlt reeds iu g oot getal bestonden. Tien xpoorIwcgen loopan van Nederland in uitschland, 8 in IFiankrijlc uit; slechts vier verbinden Belgiëmet |do noordelijke starageitooten. Zoo lijn ookdieutcniBcvulge na Beltfiflrhe steenkolen geheel buiten llipllaud gesloten, Jewijl de vervoerkosten te groot Kijn- Teiwyl mrn in vroeger jaicn in Holland lin t gehci-1 Recue, of slechts b\j nitzondèring, li-ngelsche kolen vebruikte, worden zij tegcnwoortuig in plaats der B«lgisuho ingevoerd, nlka onnaItuurlijke toestand inuet hoe eer hoe beter verdwiJ|ficn door een tolverbond, Do BelgiichB nraiiek Jieeftai'chttfndfrte beklaIgcn dun do steenkolen. De Hollmidci s doou togenIwoordig giooter «er aan Benoit dan de Belgen l'» Verhuist of Richard Hol, wier compositlöu |{behalve hetgeen voor de k>*rfc is geschreven) hier l«aa t publiek geheel onbekend ^jn. l Benoits «Lucifer," welke voor eenige jaren te |Am»tordam u uitgevoerd, cal don 7n Mei worden Igezongen te .... Parijs, door do koren der conIcertrn van Colonne eu -Paaduloup. Ue hecren liV-lder en Lagy, door een aantal werken van dien " . bekend, zotten don tekst, in het Frausch over. zegt dat do uitvoering zal plaat» liehbent en oordoele van eene kas voor oud- militairen. De |z>iak werd op het. touw gezet door den heer Roub vroeger leerling van het conservatorium, Vlaamseh tooneolcpeler to Brussel, thans og van Gampoeeliee" getrouwd met eone ucuter va» den beroemden naaimachicefabrihant r. Hut Troeadero is tut de uitvoering bestemd. oimr La Bjl Rolegenbeid dat Figaro's bruiloft" »rt to brnasel wcdor op het répertoire der groote 'Pwo n verschenen, woi-Jt met de grootste na ve'" daarover getwist hoe of zulk eene opera moet ""?cn woiden: De zangers en zangeressen a Monnate wordeu rijkelijk met klinkende buloond, dneh heblien bun tadeui (gelyk n 't geval ia) zoodanig naar nieuwere en zenuwachtige enVctatukken ingericht, ui-* edele, eenvoudige voordrai ht vaa natunrrauziknle volzinnen hun g^neel vreemd is Borden, en z|j volkomen gedesoriënteerd zijn, "iiieer do stijl der nauziek hen verbiedt hunne «!eerde, chcvrotearcnde jacht op effect in do s te stellen van eene innige of levenslustige [Kiiig van bet gevoel. Is dat valsch gevoel altijd verwerpelijk bij toestanden geiyk mar rw?1 lf böri8tr*ma W*, o/van den ? t.'n minste te veroataohuldigen; doch , eji Mozart worden door den tenenwuordigen T- " la made, eenveudig hespottelyk gemaakt 'Joch goiin onso hoofdzanff«rs en zangeressen on Soulacroix en Dauphin, Delaquerrière .. \ Graérin, de damea Lonati «n Ismaël "or fioclo talouten door, en mogen ook KOO :c:'eD. maar hun zang heeft niet den rechten Ul< 'c rtntabte cachet, en aoixter d*zen ztesupol hoona'e ttom, l-et geosfendst orgaan, van , n waardp, n dient eer om de ware kunst» r*en oiikenba«r ie makon, dan en» daaraaa »«a becieienden adem ia U UWMB. het verlangen van conke knaiteaaa» gehoor U geven, om bty de ophanden lijnde goroeeutefeeêton ecue tentoonstelling in te richten van werken vau kuntt «a nijverheid, uitslnitelttk doorh*a»tena»rt uit Waai Vlaanderen (waartoe Iperan behoort) vervaardigd. U«t denkbeeld U met alwht, dewijl door kleine provinciale toutoou»tellingen vo»r de lokale konst en nttverheid dikwüls meer bereikt . wordt dan door die van kosmopolitische» aard. Dit stio»en der Westvla&iiiigws naar w» sekeie afzondering van de overige Belgische provincittn drukt zich ook nog uit op ander gebied; bijzon der in de taal, in de volkstaal «n de schrijvers, wulke die bezigen. Het Wtstvlaamsch proviucialisine beeft bepiakl een zeer oud recht van be staan; de oudste Nedeilandsche woorden vindt mon in dut knstland terug. De eigenaardige woordvprtiifn, verbuijiingen, ecz. geveu echter aan de nieuwere schriften der 'We-tvlamingen «eu zoo vreemd aanzien, dat de Belgische Brabanders en Limburgers die werken ongaarne lezen, hoeveel vordionnto zij ook hebben. Het merkwaardigste wat in den laatstert t\jd in doie taal u «eschreven, wier eigenaardigheid den indruk maakt van lieflijkheid ra natuurlijk heid, zotider daarom kracht van uitdrukking t* m<»«pn, is een «Spel in vüf bodiHvcn" genaamd Gudrnn", gedicht door Albrech* Hodonbach, een' jougclieg van groeten aanlefr, kort voor da uit gave van zjjo drama overleden. In dit wpik wordt do vaderlandsliefde van de vrije kustbewoners geschilderd, tegenover do vorovoringseuoht dor indringende Hoineim-n, wier hoofden door eigenbaat tot verraad aan bun keicrlijlc opperhoofd, als ook tut ooderdrukking der Vlaming u worden gedreven. Daartoe zal ook het huwelijk vau couen Romoiuschcn hoofdman mot Gudriin, do duchtcr een B vrijen \Vikings raoetfn dienen, waartegen do grijze ruucnlezer Wate de maa,{d en zijno vrienden waarsohnwt. Op wpndervollo wyze is de ontwikkeling der verscbillige hartstochten gofcbildord. Mot oeni«o kleine bekortingen ia het werk «en nitncnunul spel voor 't tuoneel cn tuseüjk oen echt Soderlitiidsch s'uk. De herinneringen aan het hul'iecdicht Gudrun" zgn van oudcrgeschikten aurd, doch door den scln-yver uittnuntc'nd aangowond. Er bestaat oen zekere unijver tusschen de Westvlaamscho schrijvers en die der overige provinciën. H» t zou büvüorbcóld moeiclijlc niju voor eenen Wcstvliwinschon dicliter oen fuust to vieren, wauvnnn van alle kanten deel genomen werd. In Oostvlaanderun zon dit beter gelukken, llitt volks karakter is hier dan ook minder eigenaardig. Ecstdaags neemt men de proef van ulk eenn liu'de. Men zal on don twGüilriu Sinxcndnj,' (Piiiksterdag) te Malueghem, in Oo-(i-laandi:rcu. een fcc-t vieren ter eero dor dictitei es raovrouw Corrlmaus, ucb. Bt-rginans, die ook in Holland en aan do lozers van den Amsterdammer" niet onbekend i». Dnt feest zal licstaan in «one yro >te byteukotnst van eon anntal Vluatnschcgcnoo'schappen, een wedstrijd van harmonio- cn f n n f a vo n «re z c 1s c hap po n, het aanbieden van ecu deftig ge schenk (men spreekt van een gohocl huis), hut uitreiken van ccnen Boileiik»c'i)]iing nan rlo verfcliillendo genoutsch'.'.ppon eu het houden MM een banket. Alle spoorwegen B;:!li-n bijrft^u^.- S3nh(iit hun 'arict voor defpcülv.crdei'svürla^en. e koning heeft voor 't gencheuk .00 i'ranken, de miiJütcr vau binnunlr.ndicho zaken 20 fr. enz. afgeotuan. Het ('cost zal (tnav volen zeggen) goencrlci politieke kleur hebbon. Zooveel is ten minste zeker dat de foestcoramisMe twee voor zitters heeft, wanrvan do een liberaal" do andere katholiek" is. Het zal vrooiyker wezen dan do gescliiodenis van de Peltzcrs, dia men in era drama, Lc crime do la nto do la loi," in het TMtitre (lts Konrfaiitéa, heeft willen opwarmen. De burgemeester van Brussel kon er niets t"geu dosn, in.uii1 het. klciue hoopjo toiischouwers hcett gc'loten. l'rit verwon dert mij nog, want zulke zalcon trillen" toch 'van leven, al herinneren zij ook aan het onkruid dooi' sommige romaiitidton gozanid, cn aan de gecs'ige kernspreuk: »I.o Inid c'cst Ie beau". Brussel, d. llu April 1883. M. A. IETS OVER D1CUTEHS. IL (Ter luvailer ure is dit stitb, in ftct .vorig num mer, van het eerste gedeelte gescheiden). Ik moest bekennen, dut. ik op het oog^nblik de juis o plaats niet kou aanwoei), maar ik tiad er tuch wel een. Ik ben g-ucn genie," zei ik, Mes chansons cW met, on ik cohrcef ook niet voor da geletterden, maar voor dio talrijker klasse van m<;nsc..cn . . ." Hoe ik dio klasse Ken schetste, wcot ik niet woordelijk meer, doch de heer \Vaaluer zal het voor ray doen: wnarde lexr, die leest voor uw gcnucge», m een halfuur van eerpooiing fusscltcn uren van impaMMttJei» gccs'es' of handenarbeid ; tcicns vak het niet is 'tcoordcn, regels en zinnen aaneen te schikken, waar die u toch kunt verlustigen in een goed bock; wiens hart door hel alkdaagsche proea niet i-erhard is tegen de poüeie: ik geef tnj/h bundeltje vol vertrouwen in wee Itand', hopende dat het toch minstens een paar gedichtje* sul bevatten, in staat uw medegewei op te Zie, ala ge 't nu weten wilt, dut ia MJyn publiek, u die weten van dio verbeelding on dio passies uiota af, maar willen een mooi vers. waar ze ook wat aan hebben voor hun hart, dat toch in oon ongeletterde borst oven goed klopt..." Jawel, jawel : nu zijn we. Waar we wezen moeten. Go guaft noll hot bewijs dut ge geen dichter zyt, door het doel van je werk u iet to zoeken m Uo kunst, maar in het practi«cho nut. Ten eerste toch ken ik peen ondert-cheidtusschen geletterden en ongeletterden, maar tu^achen ontwikkelden en onontwikkel'len, mcntchcu die poöiügenieten kunnen cn meiischcn, die het niet Ruiiueu. Niet de geleerdheid, noch het hart l>osU»t over de waar 10 van een kunstwerk, maar do smaak, wnt do EöHclschcn noemen Taste." Zoo min als een beeldhouwer de beslissing over 2(jn arbeid zal ovevlatun aan hen, dio eau Parjjsch Renreatukjo verkieztn boven een beeldje van Tana^ra, zoo weinig mag ucn dichter naar het oordeel vragen der menigte, die geen onder scheid kan zien tuaschen de beate «tukken vnn Bceta on de welgemeende pai odifin van een Uoiiiga. De onderAverpen komen or miudt-v op uan, dan de behandeling, cn als die behandeling goed i*, heeft de man van ontwikkeling evenzeer genot van de kloine, als van de gr oot c kunst, alziUhij voor zichzel ven misschüo; op don duur, delaainte verkiezen.** Welnu," viel ik triomfotrend in, «waartoe diende dan die lange redeneer ing V l'awie en fantasie, daar houd. ik mij niet möc op, maar ik ben toch een dichter: . Ich utage wlo dor Vogel ilngt Der in den Zmigim «ohntl Zondt ge denken? zei de andere koeltjes. We zullen zien." Indien ik do discame, die nu volgde, tweededen wilde, zon ik er noodzakelijk toe vervallen, myn eigen verzen aan te hnlen, en dan ware de gehcele discussie vruchteloos geweest. De tlotuom toch was, dat ik niet zingen kou, en doa beter deed, met ook niet al* sanger voor het publiek te vers«hijn«D. Later lioop ik echter aan , een ander vourlMield, te ontwikkHleo, wat nujn vriandoadw ziDgen, en dus ondeu poëzie vorstoud. , Ik zal er mezelf niet to« behoeven aan te zotten. Waut sinds dat noodlottige getprek, 4at i§9 Ban. verkeert v>ifr geert te M& soa4erlig««n *<>*"**? Van den eecen kant ben ik ten volle overtuigd, dat mtin Trilod. in «|fn letterkundige tneorion, d*n ntHker ep d»o top slaat, en toch kan ik er mat* niet to« komen, de deor hem veroorda^d* litteratuur slotbt te vinden. Z^ligtttfl nog altijd te na aan het hart, omdat ik ue zelf er indertijd zoo aan verslingerd beb. Ik weet nu, dat ik loadigdc) maar lieve lezer, de zonde was soo zoet! l oen ik b. v. d* bundels der keeren Waalner eu Coens, bladzüde na blaati^de, opsloeg en m(j ver diepte in de geschiedenis van bun sieleleven, be merkte ik wel, dat'd« muze in al die verten weinür de «and had gehad, maar «ij wekten zoo veel nwiniwriogen bff mU ep aan nujn arme, ver doolde jeugd, dat ik dikw^s weeuen moest en lachen te geluk, «onder altyd te weten of die lneh en die tranen dour mijiiH eigene verdorvenheidi dan wet van de» schrijver, die voor iuii lag, word opgewekt. Hier knikte ik, wolgevalliff, want zoo iets had ik ook gehoopt en gezegd, toen mijn vrouw van haar eerste kraambed opstond, «n daar verloor ik m(i in weemoedig gep»ias over bet verleden», want ook ik noemde hi-tvtrrand, toen mQn e«rst* liefde een ander boven m$ verkoos, schoon zij mij nimmer do minste aanmoediging gegeven had; ja Ueo ik ten slotte de antdt-kkinar deed, d«i t'oeiis en vooral de heer iHcmkci meninnmal zich nioiite gaven, om een znlvercn, vullen toon aan to Hlaau, om inderdaad te ziniren, toen koude mijn gemoedolfjkheid geen critiek meer, en ik hi cl il iniine armen open, om ze, als arme, onge lukkige broeders iu het v*k, te begroeten. Ach! ook ik vorbeoldde mij immers uog altijd een kanarto to zijn, v/ien men, to onHjdigw ure, het hoopvolle bekje had dichtaebonden! Doch de reactie en Hierin ligt het vrtemde van mijn positie de reactie bleef niet uit. Ik liad hen broeders genoemd, en ik werd m|i bewunt, dat ik hun dion naam niet meer mocht geven: ik dacht ann mijn vervlogen. illutifS, veigol>-«k jam lot meh het mijne, en zug dat de krau.s, dien ik voor mij zelf cnus had gedroomd, nu op hunne, oji vre<<inde hoofden terecht gekomen wus, Mijn weekheid iloeg in hooskeid om, de traan dur ayroiiathie vcmnilerdn in een van spijt, on mijn glimlach word sardoni-ch. Daar vielen iny de aoathotische dogma's van mijn oud.'n vriend in, en ik morde mot gesloten lippen: Quos ego Gij kent uu m\jn zelfatrijd, lezer, beklaag wij, maar veroordeel mij niet.... FRAN£OIS VILLON. (TV; G. C. Bljitant!*, docteur ex lettres; E^sai critiijuo sur los oeuvre* do Kran;oia Villon, bepartie: Lepctittt*t<iincnt, Jtulludea inédites. L»-yde,»Da Breuk en Smits; niet in den handel). Aan Fracijoia Yilloii's nagedaolitciiis en zijn letterkundigen rocui ia een evon wisselvallig bcstTan ten deel gevallen als den gccstigen di<:htor vau de ll''.puei Frunchts en het Grand-T^tament zelvf-n, llobbon zijn wei ken al niet do gfiig vau dichibij gexiun. oi' aevoar geluopc» van hoiijj. r t* sterven, gelijk nun m:ikur, zij K ij u puiliiiondu eeuwen in 't vcrgeetlioek geraakt tn, niet minder dan du hongorkuur voor Viiloii, kun zulk eeu gcbiei< aan onderhoud voor de geestcsproductcn noodlottig ssiju. Vau Marot tot op het begiu onzer eeuw, oon tijdvak van driii.honderd jaren, vindt men over ham niet veel belangrij , tJ»n de twéifnwufjvl* »an Boilfinn: WHO» f ut Ie premitr ion» ft* ilcln yraüln't Déln-ouiiltr l'tift canfus At HOI eitiuc roiiiiMiefa. wcilcu veiüftn bewijzen dat de wetgever van den PüruiiMUB <:<;oii flauw- dcukbcold vuu Villon ImJ, eu waar: «hijnl ijk nooit, etn rogoi van hem liad geloicu. Villuu toch het.ft met geen der loiu-udichtcru iets to makou, zijn teksten worden door do critici nog wel zoo onduidelijk gevonden als dio z\ji;er voprgangeis, en watffrossière/e' betreft ia er geen die nuin evenaart. Meer dan Boileau wisten anderen ook niet VAU hciu. . Do gcheele klassieke ccu\v van Lodewyk den veertiende, ne geerde in hare academische dof'igheid den armon diefachtige» eu bede'endeu dichter, die op kosten Eijiiei- iNlurgut kcfilo, en zelis haar tuaschcn twee kruiken vtiju uog ontrouw werd voor cl e ecu of aii'loro gente sanlciSfièic of belle gantière. De lödo eeuw trok evenzeer dou i eus voor hem op, tot met de romantici zyn tyd kwam, Men ont dekte hcrn ; de geheele jmigd van 1830 eu 1840 wua verrukt, daar ccn wezenlijk dichter to vinden, die, op het Spaansche bloed na, pftthecl op Don Gésar ilo Bazan g-leek. Thüophilo Gautier achrcef over beoi een der goestieste hoofdütnkken zijner Grotes'jucs, In 18H5 kwam or eeue zeer slechte maar goed bedoelde uitgave vau o n zekeren aht Prompaïiult, en als geyoitf daarvan een heitign woordenstrijd tupacheu dozen en een anderen uitfjüver van Oud-Franscb, den heer Crnpelot, diu «? i- <*vcn weinig van wist, maar or even veel van hiclii nis do genoemde abt. C'lurt cliöli tijd ia Villon \vcer en telkens w*er nitgognvcn. Nisard verdedigde in 1844 't) tort et a travers het stunclpunt van Uoilcau, hetsjcon tlezcu geen voed deflrt, ui nar we] den dichter die er beter dour' gekend werd. In 1850 gaf Paul Laeroix (bihliophilo Jacob) eene uitgave in de .tiibliotlièrjue E)7/rvirinnno van Jnnnnt; in 1659 'volgde op do goi;de uit«avc vrtn Campanx-conc kearigo Je terkuiidiga studie van S <iute Beuvo (Causwics du I^uiidi, dl. XIV); de heer Hijvunck h,<alt uit den livtorun tijd iiojfdc uitgaven La Monnoie-Jannot. uit 181)7, (li°vo" P*"l Iswroix uit 1877 eu vnn Moland uit 1879.uan; Vitu, Uiiat.on Paris, Longiion, euhreven over hem. Aan de oene zy'do doed de tokstkritiek haar b*st, ateeils meiSi1 en meer viJkomon to hnrsch^jipen wat hij geschreven had; ivni de nndero iijdn tracht'o mon p*ycholerisch cn phyaiarh nit to vinden hoe hy leefde en wat hom was ovm-komen. Het ia hier de plaats niet -om al liet avontuur lijke viin zijn loven in horinnering to brengen, n i. oh al lift wccmó' dig savca^tifcbe zijner pliilosophie. Villon is een van die dich ers, waarvan i. dei'üffot'du ii'gel ona dubbel treft,- omd>it de wimrho:d cu oorpiuukcl kluid er van itich onweerstiiaiibaar aan ons opdringt. Als hy al lif-t schar.do'y'ke cn vcracbtclijho vun zijn losbandig litven vcitrlr, tei-wyt heiiizflf niets ontg>iat van den pool waarin hy gvzonkuu ia, en hy met con ti'eungcn glimlach zinut hoe het andera had kuuut-n zyn en zijnen gezellen, djo er tuch niet naar luisicreu zullen, <(e wunrheicl voor aogen steh, zoudou we hem zoo gaarne willen zien op komen uit do onwaardige omgeving waarin fiy togen beter weten iu, verkeert. HU autwowdt ccutcT schoudei ophalend: ? En grand' pauorcté, (Os mot dit on communcment) Ne t/il vaa ir op grand' loyauté. Néccssiléfait gens tnêprendre. Et fairn saillit Ie loup des bals. Zyne kcademisdte opleiding heeft hem niot gebiuit, hu Uet tronwons v»ak Ari'toteles en de commeniarcu iu den stcuk,.en ging modo mot: M troupt de graciewi galants Si blen ehantant», si bien parlantt Si plaisanta tn fait» et e» dita. Het moet een lange en (reurigo geschiedenis gnwerat «ijn, die hem gemaakt heeft tot dronk aard, sf rastroovar, bedelaar, ea ia akchtó dogen tot gezel vaa hen m mient yvtanse ftnitre». g»va«g»aw herbssgBls keu n»eermal«i; t leve» b§de vrooüjlSiiisJw vut Marget WM, btt de valaehe Mnnten, v«laehe tpelwe, ttraatsefaenders en dieven, beb«et> men niet te vragen; voor welk ee» easterftjfljk MMO pleit het du niet, balladen U vinden als die van de DOMUS dti feutju jwtit, BM* k»t refreïB ak ant woord op de vraag, waar *untl sefawu es hefelfaka cn voittehjka ««bkveo is: Malt oiHontlu neigtt fantanf De werken va» Villon, die dr. Btfvawk thans aaubiedt, ztjn het Pttit Ttttame*t m twt» tot heden onmtgogeven ballade». Zij Bollen gevolgd worden door neg twee uit gaven, waarvan de eene de b»)ie4en eurondeaux zal behandelen, die gewoonUjk aan de werken van Villon of agna school worde» toegevoegd; do ander», de balladen ia htt jatvon van VUlon en na ir aanleiding daarvan-de veracb)Uend« argots der romaanacho volkea in de 16de eeuw: Het Petit Testttumt of tent ia de eente be werking van het denkbeeld dat Villon later tot ie Grand Testament nitbr*id<l«. Da vorm van het testament ia niet. nieuw in zyn 'tj}d; Dr. flvanck hot-ft er niet alleen in Frankrijk vódr en tndens Villon, maar ook in Spanje en in En geland gwvonden; Vil'on heeft f v eehter vernuftig pai tüvan getrokken. Ui) begint met, aan dtn smaak van zijn tijd offerend, «ene da»te sans merci aanto roopcn, wier koelheid hem doet sterven, of althans vortrekkcn naar rorre landen en alzoo de aanleiding is, dat hij over zijne goederen be schikt; maur deze dame heeft met do werkelijk heid veel minder te maken dan de belle gantière, of Villons ander o vriendinnen, liet tweede ge deelte van het gedicht ia de reeks vau komische log.tten, geheel berekend op zijne omgeving, het derde ecu soort di oom,uaar do wijzo van don Roman de la Ro*c, die door Gnillauue de Lorris eerst zuiver allegorisch, later door Johnn de Meung ook satiriek waa opgevat. Iu dir la-itate deel van het "??'?'' Testament ziet dr. Bijvanak een herinnePdit ring ann Villon'i tijdgenoot, woih'cht zün meettor ot' zyu voorbeeld, Alain Chartiei*. Behoeft men wol zoover to zoeken? Het slot der trilogie dient zoo blijkbaar om er een pin do aan to maken, do bevroren inkt past zoo bij do grafg'daohteti, d>) philosophio on het klokj-i der urfonne zoo bij zijn afscheid nemen van do. wereld, dat het zoeken naar parodio hier wel overbodig is. Wij kunnen den tekstcriticus niet kritisch nagaan, maar ook wie de bronnon niot voor oogen heelt, moet getroffen worden door het overtuigende vau du wijio waurop Dr. Bijvanck zijne conjecturen verdedigt. Voor de volgorde dor liuitwns wordt herhaalde malon eene hetero voorgesteld; de tekst, t-ntdaau vau do gloisen, van de sclioliGn on zoogenaamde verbctcriugeu.tacgelicht met een rijke belezenheid pok in de verwante litteraturen, komt vry wat dichter bjj ons; do pei-sooülykliedcn krijgen eerst eouigc Waui-dc door do kennis dio Je commentator nit da bronnen tracht bij te brengen. Met dat al heeft bet felit Testament niet do waardo vau het Gra><d Testament; bet i» minder i|ml', vnocr onzeker tjtstond, de satire is uii'idcr hes!int, minder moedig iu hare toespelingen, d;m in lint latere werk. Van de twco balladen, die aan het Pitit'Tcsfamcrtt t«o;»evorgd Kjjn, bleef de eerste onbekend en in door Dr. Bijvaiick -a«u een manuscript te Stockholm ontkend; de tweede werd tot beden aan Alaia Chartiur tocgoichrcven. Hot bewijs van ViUlou's vaderschap van beiden wordt gevonden in zijn naam, dien de boxinluitera tan pet tnvoi. weorgeven; d c eerste baifade rnetn mtt qnwaardi? do laatste kan zijn roem niot vcrhoogcn. Het rijke veld der Oud-Frnnsi-hc letteren kan Dr. Bijvauck nog menig onderwerp van" studie oplbvcren, to meer daar onzo aloude bibliotheken, du I.cidsche en de Koninklijke in 'a Hoge jui-t op ui\l torrtin nog uiecr dan op andere, verrassingen aanbieden; mogo hy in verdere proeven even ge lukkig slagen en een even sympathiek onderwerp vinden als iu den bohème ds génie", zooals hy hem noemt, Fraurois Villon. M. G. L. van Loghem. IETS OVEB VERTALINGEN. Schillers Lied van de Klokt matrisch overgebracht, door KG. F. W. Ham, Sch"onhovsn, S. cu W. N. van Nooten. 1683. Om con gelicht to kunnen maken, moet men eeu 'dichter znii, niemand twijfelt er aan, maar om nu een gedicht, dat reeds gemaakt is, in eene andere, zijne eigene, taal over te brengen? Nuar do feiten te oordcc-len, ons door do geschiedenis dev litteratuur verschaft, zon men zeggen, dat zich daartoe ieder in staat rekent, dio door lec tuur cn oefening uciiige littti'üue bekwaamheid verltregon heeft.. Men rrdcnncrt namelijk aldua: «Alle poëzie bcstaat uit twee diuucn, inhouden vorm,uit datgene wat er eeapgd wordt en do wijze waarop men het zegt. Het eerste ia het eigendom tu kenmerk des dichters, het htatsto kan tot in zekere mate door studio verworven worden". A\s dus de inhoud, waaronder vei'dtnau wordt; do gcdachtt-n, do «eutimeutun, waarmede die gcdauntcn wordeu geuit cu do boeiden, die de sen timenten verzmnL>lyk''D, als dua die inhoud, zoo nvjciit men, gegeven is, heeft slechts eon man van «maak. nuiar die nit zichzelf nooit tot dien inhoud xuu gukumcn zijn, met Hofdo cn zorg zij UB eigene woorden voor die 'er vi-cemdötaal te kiezen, om een zoo niet volkom n, dan toch voldoend beeld van hot oorspronkelijke werk te leveren. Indicu dcisi) rccleneerincf opging, zon diezelfde man evenwel ook bevoogd zijn, oen gedicht, door f va der meesters zijner vader Jandsche letteren gewrocht, om te znitcn iu andere bewoordingen, miu hij slechts den inhoud" van het origineel behield. £u het pioduct, dat hij dusdoende voort bracht, zon wel niot zoo schoon als het model, niaar toch evenzeer een gedicht wezen. Neen, zal mun ons antwoorden, want de dichter lieöft, in fijne taal, de best mogelijke uitdrakking gegeven, aan wat luj to zegden had, en by ieder woord, dat men door een ander vervangt, neemt men ook eeu der schoonheden vnn bot werk weg, wie du», zooals gij wildet, alle woorden wijzigde, xou slechts <-en waardelooze copie overhouden, 't Is of ai' n een leerling dor aehildcrakademie een doek van Ralael nobootaen Hot. Juiit, want al mogen zQno figuren op de nagebooUto gelijken, de algemecne verhoudingen en de lichtverdeeling dezelfde zijn, een Italiaanauhe Madonna ia het niet. Op honderden plaatBen ia da hand ter rechter of ter linker uitüewe» keu, heeft to zwnar of te licht gedrokt, en de juiste kleurnuances waren niet <e tivffen. Zoo ia or hoogstens een knap ttnk kunstnijverheid, maar nimmer een kunstwerk voorden dag gekomen. Bij een schilderij toch ala bij een gedicht ligt do gipotheid niet ton eerste in het ouderwerp, maar in do opvatting,' cn nog niet zoozeer in de opvotting, als in- do wyzo, waarop die opvatting ia verwezenlijkt. ? Niet de algeuwene voorstelling, noch do alles behovrfchende gedachte maken beiden'tot mees terstukken, maar de kleuren en de Wnen, de sen timenten n de. beelden, waardoor die gedachte cu die voorstelling worden belichaamd; d. w. z. den huu putsenden vorm verkregen, zonder w«lko d<j eeue z.'owel abi de andere sieeDt* ijle achimmeu jjn; terwijl wederom die vorm en daarmede hut. kunstwerk zelve dan eerst gezegd kan wor den te bestaan, al» hij volkomen zuiwor 4oor woerd ?f pea*iMil i- uttiicdrukt. Iedere schenpiag bestaat nit esb talloos tul kbinere scheppingen, wier eenheid in de ziel de« schepper* gevonden wordt. Een sefarede dm ter ea *e iriejpffM ia daar ter «laatao vennlakt, <? de ziel is duur Ier phatse verdw.nen. Dit geldt VM hut kopieeren, wow is het nHt ***b*t udtra gesteld? Twee woorden in twee versoUUeade talm, die n begrip aanduidt», beteeaMneti teek dikwt^a niet het zelfde, omdat 4» twee begtiBvem twaooa d» zelfde, veracuUleud atfa gennatieawd, en ia allen gevalle '«n d* USA^T*r>> tl>"11""1 w*ik« ?» datgene, wat zjf voorstellttB, eea awrkwattrdige overeeostesaminff bestaat De» ewereeastenuutne; is wel niut «liÖ4 met den maatstok aan te wy**n, OUMT *H laat zich toch Mvoelea en is wa der booWoorzakon van den indruk, dien een ge«beht op <nu nuiken moet. Het is de taak van lederen vertaler in atta werk die oombiuatae vao nitdrukking en klank te Kevoa. waardoor precies aetz*Ude n/«gd wordt voor verbeelding «u gnvoel en deo«l£de weiking wordt teweeggebracht op het gehoor, als d« diclitor deei. En als dit onmogelyk is, zooals niet zelden gewbiedr. mag by zwh niet ievreiien «tellen houa met alleen het gehoor; hetzij den geest des kzt-ri te voldoen, «aar by is verplicht tets ander» voor het oorspronkelijke in de pla.ta te zetten, dat even of $sjm «TOO goed ia Set geheel deroreatie pa-t. EigcnUjk moet Mj dus het goiieltt op nieuw nmkon, en uitgannde van heUeltde puut, vaa waar de dichter begon, den aandrang om te zeg gen wat zyn hart gevoelde en tjju verbaeldiug zag, in zjju vadtrlandoche taal de >chep|.ing on* bouwen, dio ayn voot-ganger i.idezyu» loruimWe. Maar om dit te vermogen, rntiet men self een dichter zi/n. Den docMnotrca «tj het overgelaten, deze een voudige hunatregelcn, wier al^em-ene waarheid cipttetnin mj«i.-lijk betwist kaa worden, op alle byïoudere gevnJlen toe te passen. Niet ieder, dia poüzip vertaalt, heeft daarmede de bedoel-ng, om poene t» geven, beweegredenen van practuchea aard zya het, dia er menigeen toe br-ngen, om de honden aaa de voortbrengselen der oudo en nieuwe litteratuur to slaan. Wel heeft dn eeue oi andere kunst-enthon-iast het recht *tu te vragen, of uet eigenln'k wel ge oorloofd is, het vele achoone, dat de men>chvlyke gceat heeft voortgebracht, ten gerieve vau een Bedeclte on^er aot unrgvnooten te verhonselen. och ik COD de pogingen van hen b.v., die zich aun het overbrengen eener Giieksche traijoedie Wiigcu, willen vergelijken by het leveren van gra vures naar beroemde schilderstukken, die tuch ook niets anders beoogen, dan den beschouwer eenig idee to g«vea van bet origineel, en hum tot eun kennismaking rutt dat origineel zelve aan te sporen. Van dit lagere standpunt on tot roy"n onder» werp to komen, kau rncahetook al niette kwaly'k nemen aan den heer Ham, dat hij Schiller'a meest bekende gedicht in het Nederlandsen trachtte weer te geven. Ry erkent zelf in ayn voorbericht dat bü; die taak ondernomen heult, alware het allean om, by de uitvoering der compositie vaa A. Romberg.... een ollaudschen tekot te kan nen doen göbmiken door hen, dio met de Duiticne taal niot genoegzaam bekend zyn...." Of de nrcr H. iiog andere verwachtingen van zync vertaling koesterde, uit die vertaling zelve laat het nicii uiet opmaken. Soms zelfs beeft hy een betere lezing opgeofferd aaa de eischtn vaa RomberK's muzieii, zooals mij nit eene corr»spoude> tie van den auteur, met de redactie van dit blad, gebleken i». Het zou onrechtvaardig »yn, den heer H. niet allep lof te geven, die hem toekomt, eu daarom "??K_ik 't bem. IUL Ait. H» iv?«i«jt«' ln*"ivn A*v «V>£J>TQ ?-7 op blaoz. 13.. .Welk gcwamvl ze Eon kolom Eua«' rouk dwarlt op naar boven," dat deze regels beter zijn, dan het gedrukte: Welk gewcmel Iteameht op atrait, Waar men g»» 1 1 Boase rook dwtrlt ep naar boven, In de compositie staat i L achter den derden regel een vry ^' £? rust: vandaar de verandering. Vit deze aanhaling kan men zien, dat de schrflvcr nauwgezet en met nadenken werkte. Ht wil daarom gaarne aannemen, dat zijn boekje voor het .doel, dat hij zich voorstelde, zeer goed ge schikt is. Kunstwaarde zou ik er echter niet aan mogen toukenucn, zooala reeds op te maken valt nit da 2e strophe op blad*. 7, die ia hot Duitsch aldus luidt : Znrn Werkt, das wir eruit bereiten, Gezlemt aieli wobl eln emute» Wort; Wenn Knto Reden «Ia .begleiten, Dann flieazt die Arboit uonter fort. 81) las»t nn» jctzt mit Fleitz betrachten, Waa Joreb die Bchwautio Kr»ft enUpringt; Dou «chlechten Jfino mn»z man reraafcten, . Der iiio bedacht, «a» er voUbringt. Pa» ist'a j», WIK den Jtenachon zietot, tji)J dazn vroïd ihm der Yantattd, ' Danz or im inucru Horzen apüret, Was er onchattl mit adinor Band. Hetgeen do beor H. op de volgende wijze teruggeeft: _^ B(j iVarboi-1, cmatlg a Jlag wol con crBatiu woord gehoord. AJa trijtt rttti bom BOBU ema»g'i>, Dtn yta\ hij vlot cn vtoolfjk voort. 'l Laat otu ttta, naajatig op témorton, n'at'kouH tof sta»d rfiiiw- ncattt traehf, Wit uimmtr naJenlt tmJif 'l Kerken, Verditnt H iet, dat ticut iemand nekt, Of atrolit niet dit don motieeh tor tere, Gaf God nut biertoe hom 't voratu.d, Dat hij yffitti doorgronde» Inrt, Wat ifordt gttcrocli! tloor :ynt iiuiifl?** Al de uitdrukkingen en regels, door mij !h deze aanhaling gecureivecrd, zijn of onjuist, tf mat gezegd, hetgeen na een vergelijking met hes bovenstaande origineel een ieder duideujk moet zijn. Dat dit eehter de zangera in betj juisM gebruik hunner geluidaorganen zal belemmeren, geloof ik niet: de meesten hunner denken nM tuurlijk meer aan de muziek, of zün niet eeua in ataat het onderscheid van ecu gorden en een slechten tekst te waai de- reu. Deze en mijne volgende oinnei kingen z$n daa ook eiffenlijk niet voor hen, maar voor den auteojr bestemd, voor het geval dat do uitgever «ea nieuwe editio noodzakelijk mocht, achten. Op bLidz. Il uet de beer H. iets, wat inen ui«t alle dagen ziet: . Kn Mmen zien wfl Do Mdige hninvroqw, Do mooder d«r kladrtin, J)ea n-fpitr troeren. Scliïtter neeft van zoo'n beschejrterde hnis> moeder niets knantn bespeuren. Terwfil 3 Tegeh verder: Der zeon» moedwil kMieno. een zeer moedwilUg rhythouw vertoont. Op bladz. 13 vertaalt de schrijver dria te schoonste regels vaa hst geUiabt: ' Ooch Brit des aaMbickes Kl«h<*a lat kuiii «w'ger Bond au fleahUn, Otrt «1H BejWclt Muraitot aoundil gehaal .'erktferd denri ? Maar vaa '? Noodlot» donkre mM&fas) I» «een «enw'ge trouw t* -nMbten, Ba rat» rokt het onheil aan l Ik meende jast, dat het Noodlot een vsm d* treuwate din-osn ter wereld is^eu het eeniffr, wa* den «eaaob.otadeT alle omstoadigheden b|hiyfti het beate, w«t «e* dooa kaïn, is, liet op «ea aeeoordje te gooien, mot mat bet i.ooittot,.niaar \ ? t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl