Historisch Archief 1877-1940
. /.
T-KDE AMSTERDAMMER, W E E K.B L A D VOOR NEDERLAND.
No. SOS
1
/
x&o malle en bleeke kleur, als hel naast
Odttte, blinkend en schiltercnd van toon cn
*orm, geleed worde, Odtttt poki ons zooveel
mcor aan, vooral in het laatste bedrijf, dat,
bad Sardou hiermee in-der-daad slechts een
verbeterde u unie van Uchards arbeid geleverd,
hij toch een alleszins onlaakbaar en dank
aWwingend werk zoft hebben verricht, want
als wüden regenboog in paerlende kleuren
pracht aan den hemel zien verschijnen, dan
raakt 't ons niet, of de con daar hetzelfde
water bespeelt, dal onder onze voelen tot
slijk wordt in de zwarte aarde.
Wal Na dtrtiy jaren betreft, is het niet
te begrijpen, hou Tabarin den Heer J. C. de
Vos van plagiaat beschuldigt. Daar is zoo
veel verschil tusschen de twee stukken in de
ondcrdeelen, dat, of een zeilde reeds min of
meer banaal plan 'beiden tot uitgangspunt
strekt, volsiröki gcon merkwaardige
bizonderheid is. Wie zal gaun twisten over de
gelijkenis van hel grijze stramien, waarop
schtlderstukjens, geheel virscheidea van kleur
cn teekening zijn geborduurd?
n Verloren Eer is de bedelaar ccn vader,
dia zijn kind komt te-rugeischen. Daarom
is hij meer sympathiek aan den toeschou
wer dan do boef uit Na, dertig jaren, die
Van zijn geheim slechts het middel inaukt,
om op den zak van zijn slachtoffer een lui
en weelderig leventjen te leiden. Het sluk
des Hoeren de Vos beval overigens
tooneelen, zóó aardig of met zooveel
tooneelroetine geschreven, dal de meeslen van Ver
loren Eer er niet bij halen kunnen, liet
paarijen van den bedelaar en zijn vrouw b.v.
is met een Gavarni-pollood gcleckend en hel
vreemde dialekt, door den boef gesproken,
deed goed aan de rol. Hel politieke ge
sprek, 3e bcdr, was ook zeer amuzanl, doch
werd middelmatig voorgedragen. Het denk
beeld ov«r de annexatie door de «oostelijke
naburen" is een kostelijke zet
Over het tooneelspel Fiammina, reeds
bejaard als het is en alom besproken, wilde
ik niet uitweiden, maar wel even over de
voorstelling. Mevr. Beersmans .deed een uit
muntend begrepen type zien, wat haar uiter
lijk betreft: het roode haar, het bleeke ge
laat, de rijke kostumen. Oogenblikken van
groote kunst kende zij bij net eerste ont
moeten van haar (I-'iamminaat) zoon, toen
zij wankelde bij het te-rugzien van haar
zoo lichtzinnig verlaten man, 2e bcdr., dan,
3e bedr., toen zy aan haar vriendin mede
deelde, dat tlenri- Lambert haar kind is,
verder gedurende den geheelen 4den akte.
Mevr. Beersmans is een magistrale verschij
ning, zij heeft iets grootsch in haargebarcu,
een zekero majesteit in hare houding, die haar,
mocht er quaesiie van keuze zijn, meer dan
voor eonig ander genre, voor het treurspel
geschikt maken.
Al behoeft m. i. een Engclschman crniet altijd
de traditionele blonde pruik en baard op na te
houden, plus het geruite vest, do-.vit kastoren
hefd «n-de lichte das,, zoo had toch de zwarte
of donker- bruine lord Dedly, dien de Heer J.
Haspels vertoonde," te weinig van hét Engelsch
cha;akler. Deze Dcdly. had even goed een
Hollander als een Spanjaard van geboorte
kunnen zijn.
De Heer D. Haspels is een
allervoorlreflelljkst kunstenaar. De typen van Steiner, uit
jVii dei-tiff jai-e>i, en van Lambert, uit Fiam
mina, vorderen onverdeelde bewondering.
Hij bestudeert ongetwijfeld en overdenkt de
kleinste kleinigheden van zijn modern kos
tuum, van zijn hoofdliaar en verdere grime.
Hij is matig in alles, hij zoekt geen effekten.
Zijn wanhoop b. v. in het 4e bedrijf van
Fiammina, dal hij het daar waagde, denkende
aan het gevaar door zijn iiinig beminden zoon
op dit oogenbljk gcloopen, het eenigszins
komieke en, oppervlakkig gedacht, meer in
de Lomedie thuis bchoorende gebaar te maken
van .aan zijn haar te »krabben", dut, deze
nietigheid getuigt, dunkt me, van een echten
kunstenaarsmjed, om de natuur brutaal te
volgen, dien wij hier nog maar zelden bij
looneelspders aantreffen.
De Hn Lemmens, ffenri Lamlert doet er
een heel bod naar onze beste jeune premier
te worden. Do Hr. Le Gras, Dvchdteau,
was in zijn genre, mot zijn zoo beschaafde
spraak, onverbeterlijk als steeds. Mej. Mina
Beersmans, Laura Duchatcau schijnt ook veel
aanleg en veel gevoel te hebben.
14 April '83. v. D.
WEDEKZÏEN.
'k Was van-middag op de tentoonstelling cn
onwillekeurig dacht ik ano Vnn Deijasel. Beiden
even veelbelovend", doch nu nog chaotisch.
Zondor twijfel zal de Amaterdamsohe tentoonstelling;,
zooals een DuiUcUer ine zei, koloasal Rroizartig''
?worden, maar of z^j den l sten Mei dezen indruk
zal maken, is nog niet Beker. En zoo ui, na*r
ik meen, .als er maar met kracht wordt doorge
werkt", uit den jongen' auteur die sich Van
Dejja?el noemr, ook iota.^groazartiges" groeien, doch
rijn debuut was grotesk.
Ja, cv ia heel wat gebeurd in de
tooneelwereld, sedert hy verloden week den Spieghel
Bislori'.iel voor ons' opensloeg, om te
bew^jwijron, dat wie van' jiie weraia" wil sproken,
eerder aan ergernis'" dan aan fccerlykheid" moet
denken. Zün Wederzien ia gezien en gebleken,
zouder i-énige hecrlykheid te *yn. Het eerate
practüjclie resultaat zijner terecht gewaardeerde
? kuiwtt heoricëu heeft door amakelooabeid, door een
nit verwarring geboren schijn van
oppervlakkighiid, velen geërgerd en is uiet andera dan spot
tend bewonderd.
rMi-n geeaele, men hekele roorecl men wil, hoe
harder hoe heter, nis ons repertoire staat bedorven
te worden of ontsierd door welk dramntischprnl
ook": too schroef Vnn Dcysiel kort geleden. Velde
b\j daarmede xjjn eigen vonnis?
Het vcnnia over zfjn.atuk acer zeker. Doqhzüne
vijanden want Van Doyssel hnd genoeg aan
den wcy gctiimiord om die te hebben, maken
?van de gelegenheid gobroik, om ook hem eens
flink to g*cselcn, en do criticus Van Deyssel moet
menige veer laten voor do zonde van den auteur.
Dit is onbiliyk. Yn-beeld u. dat ieder die in een
restaurant klaa«t over 't slechte menu, meester
kok diende te wezen. Slechts als nQ den volgen
den dag een restaurant opende en even slecht
eten leverde, zou men hem hierover kunnen h
riïpcu.
Toch is bei uiet te verwonderen, dat Van
Doyas«l het de laatste dagen hard te verantwoor
de u beeft gehad. Al dadelyk bedenke men, dat
er meoschen zyn, dio van kunst hoegenaamd geen
begrip hebben, zich er, gelukkig! niet don uiterst
zelden mede bezig bonden, doch hunne weinig
welkome aandacht schonken aan zy'nu geschriften,
juist omdat zy van hem kwamen. Lieden, die
hut voogdyselmp eeue zeer begecrlyko functie
achten en met Satnnaa /.eggen Ik geef jo wat
je wilt, als je do rnyne beut". Moge van
Ueyaselnimmer dergelijke lauweren verwerven. Andere; betere,
met moeite te verkregen, wachten hem.
Om de oorzaak vau zyu huidige moeilyko
positie nog betor te begrijpen, herinnere men zich
verder hoe hy het publiek laatst van slaperigheid
beschuldigde en dun critici, velen critici althans,
hun gemis van fijn cn diep voelende organen'
verweet. Ia 't wonder, dat de laataen nu
aarkastisch vragen: maar is wedertie* dan fijn eu diep
gevoeld?8
Toch zy men billijk - toegeeflijk. Hot waa niet to
gen de critici, hot was tegen de ilauwe onverschillige
kritiek dat Vau I)e|jscl vroeger te velde trok. Wrtekt
de kritiek zich niet te ouuicedoogend, wanneer zij
uu warm wordt overfjfM stuk? JNogcens: het U
te vaak gezien, dat i mand 2(ju eigen werk niet
wiat te schatten en dat oen smaakvol criticus
snialteloozo bellet ristischo werken schreef, dan
dat we deze eerste zonde zóó euvel mogen
opnemen.
Een zonde héft Van Dey«el begaan. Ik weet
uiet of hy Dinsdag-avond in het Grand 2'liearc
was. Op 't geroep VOD den auteur is hy niet
voor de voetlichten getrcdon, doch daarvoor kan
een andere oorzaak zy'n. Muur nis hy er geweest
ia, heeft hij wellicht o'ogcnUikken van zeer
gomengdo indrukken doorleefd, vooral indien hy,
wat zeer goed mogelijk is, daar eerstelingen niït
altoos dadfclyk eon verwelkomende diiectio vin
den en jongo auteurs du repetities w«l eeoa niet
bijwonen, z(jn Wcdcreirn na langen tyd vau
scheiden terugvoud. Dau kan dit wederzien zOtJr
dramatisch geweest zyn.
Met name in den hutsten tijd heeft
VanDeyssel in zyuc geschriften beginselen gehuldigd, welke
wel ia waar nu eens door lief hobberty onduidelijk
heden, dan door zijn eigenaardige opvatting van
les arts somptutnrcs, verborgen werden gehou
den, maar ten slotte toch iu het licht traden.
Die beginselen hebben Wedergitn slechts half tot
grondslag verstrekt. Waarsehyniijk is
VanDeyasel nog niet in staat ze, althans in een
komediestuk, geheel vol to houden. Doch daaidoor heeft
z4Jn eersteling iota tweeslachtige gekregen; zyn
zuuht naar realisme, slechts half tot haar
recht gekomen, baarde onaesthetischo onwaar
heden; de conventie, zooals zy hier gehuldigd
waa, maakte vau bet meest dramatische een pijn
lijke parodie. Voeg daarbij des schrijvers g^mis
vau techniek, en ge begrijpt, hoc hut stuk moest
vallen.
Iemand van minder talent en veel minder voor
afgaande studie, had, vooral met wat meer studie
t ij <l C', s het schrntcn, van denzelfdeu opzet' iets
gucda kunueu leveren. Van Deyssel kou in dit
kador zijn psychologische studiën en zUn realis
tische aesthetiek niet tot hun recht doen ko
men. Trouwens om dat op de plaukeu to doon,
ia meer bekwaamheid noodig, uau waarover hy
alsnog beschikt.
Slechts nn en dan trof my iets, dat den schrij
ver karakteriseerde. Zoo al dadelyk in het begin
het gesprok tusschen Jacoba eu Kitty en het
analyseeren van Jacoba's niinnekoozen. Ziedaar
eoo kind der rtraka bedoelde beginselen. Laat
de schrijver deze, eter vooreichtiy, verder
beatudeorcu, verder overdenken, diep trachten te voelen..
I.aat hy nauwkeurig schiften wat er valsch, over
dreven, partijdig en wat er waar en philosophuch
in ia. Laat hy wat zweemt naar opgcschrocl'dlieid
verachten met groote innigheid, en mot
onvertlauwde liefde zoeken naar hot sentiment,
dat in de natuur ligt en zonder hetwelk geen
kunstwerk denkbaar is; en laat dit gelouterd
realisme of naturalisme zuiver in zyu volgend
werk, 't zy roman of tooneolatuk, gehandhaafd
zyn. Hy kieze daarvoor dan een minder
conventioneelcn titel en wc zullen hem ontmoeten zon
der aan een Wedersien to donken,
.,12 April.
HET TOONEELT ROTTERDAM.
Gabrielle van Augicr werd Dinsdag jl. büvan
Zuilen opgevoerd ter benofice van den heor Moor,
naar eene vertaling in proza van don beneficiunt..
Het trof mg, dat do vertaling dikwijls zeer plat
was, en dat ménschen uit deu beschaafden stand
woorden in don mond waren gelegd, die deze
nooit zullen bezigen. Ware do vertaling beschaaf
der geweest, dan had nran zich er over heen
kunuen zetten, dat men in plaats van 'verzen
proza kreeg te hooren. Trouwens om do keurige
verzen van Augieriu goedo Nederlandsche verzen
over te breugen, moet' men haast oven groot
dichter zg'n ma 'Auoier. Toch kan ik het
begr{jpen, dat de heer Moor het stuk zoo goed en zoo
kwaad als het ging in 't Nederlandach zocht over
te brengen, om do rol van Jidien op zijn
bencficeavond to kunnen spelen. Wanneer de vertooniog,
over het geheel genomen, een gnnstigcn iudruk ?
by het nog al talrijk opgekomen publiek heeft
achtergelaten, dan komt de eer daarvan uitslui
tend aan den heer Moor toe. Uu heeft do rol
van Jtitien tot r.gn beneGce-rol gekozen en na
hem gezien te hebben, moet men volmondig
bekeuncn, dat lijf daartoo het vulstc recht had Ziet
men van eenige eigenaardigheden in zyn spel af,
houdt men rekenschap met ziju weinig sympa
thieke stem, dan. mcc-t men erkennen, dut Moor
zich zelf heeft overtroffen. Voornamelijk in het
laatste bedrijf W'st n"Ünet P'ibliuk door zijn sober,
eenvoudig en hatnurlük «pel medn téslepen.
Daarbij hadden wüook weer Kelogenheid op te
merken, hoe gemaklcelijk hu zicli in een xwarten
rok beweegt. HU is ccn der weinige
Nederlandsche acteurs die dat kunnen.
Niet de minste hulp had hij van de zjjdo zijner
medespelers. De rol van abrielle was voor
MO\T, van Dam te moeielijk, voortdurend schoten
hare krachten te kort. Ik merkte daarbij tot myn
leedwezen op, dat MeVr. van Dam zeer onver
schillig was in haar spel. Zy spande zich geen
enkel oogenblik in, om eens ieta meer hartstocht
te geven; zU bleef steeds even kalm, wat er ook
gebeurde; niets stoorde hare rust.
De rol Voor dien heer Chrispyn bestemd die
door do hevige ongesteldheid, welke hem Zondag jl.
heeft aangetast, natuurlijk niet kon medespelen
werd nn vervuld door den heor Ruisbroek. De
heer Ruysbrock ui zeker de laatste zyu, om te
beweren, dat ajjn Stephanc aan de eiachen beant
woordde,'maar wanneer wij in aanmerking nemen,
dat' hy pas Zbndag-middag de rol kreeg, dan
mogen w« zijn spefniet aan- een kritiek onder
werpen, want het is onmogelijk in 2Vs dag een
dusdanige, omvangrijke rol ia te stiidecrtn.
De beer Alex. Faassen was totaal ongeschikt
voor de rol'van 'famponct. Hij heeft ieti in zjjn
stem. dat hem wel eens in enkele rollen goed te
pas komt, maar hem in fijne salon-stukken totaal
onmogelijk maakt.. Daarby komt 'nog, dat hy zich
in een geklecdo Jas niet weet te bewegen, dat hu
het karakter van den jaloerschon echt genoot niet
begreep en zijn jaloezie voornamelijk uitte door
het ruw uitstooten van uitdrukkingen als: ik
doe. hem de dampen aan" enz. Ik zag onlangs
eenige scènes van Nctty, waarin do hoer Faassen.
de rol van Quitp speelde. Daarin zegt hij voort
durend tot xi)n vrouw: ik zal ie bijten", ik
knijp je". Zijn Tamponci leek dikwijls veel op
Qvtlp, dat zegt zeker genoeg.
.Ook Mevr. Kley «Is Adrtinne waa niet fijn,
niet beschaafd genoeg.
Do heer Moor moost dus het stuk geheel alleen
redden en, zooals ik reeds Bei, hy heeft het voor
een goed deel gtdaau ook.
fin «tak werd «oUtei eUuuulcr bil onene seène
afgespeeld, waardoor de voorstelling vlug vau
ataucl liep, veel vlugger dan wy dit b\j eeu eerste
vertooning gewoon yn,
By Het aederland/tch Toontel hebben wünog
eenige herhalingen gehad voor totaal loego zalen
vau Na dertig Jaren; Vrijdag hcrhaliui; vnn
Maria Stuurt. Do opvooiing vau Vrienden van
0n#, ten voordeele vau ApoHo", zal eerst
Manudag a. a. plaats hebbun. De rolleu, vroeger
goapeuld door Mevr. de Vries en den heer van
Zuilen, zullen nu vervuld worden door Mevr.
Ijurloge-Verwoort en den heer de Vos.
U April 1883. M. H.
1783 - 14 APRIL 1883.
Naast Fautt is Nalha* de IVpV* zonder twij
fel het mueat gelezen en fost begrepen (f) der
Duitscho klasaieko drama's, lloo weinigen echter
onder de bewonderaars van het laatste werksy'n
met de pynlijke lydenageacbiedonis aan liet ont
staan daurvau verbuiidon. bokoi.ill
Als herinnering nan de eewte opvoering van
Nttthnii de Wf/te in lieriyu 14 April 1783, heden
voor 100 jaar wensen ik enkele plaatsen uit
Leaaing's brie ren aan te halen, om eenige myner
lezers een blik in Leasing's toenmalige» gcmoeds*
toeataiid te laten worpen, iu amlurcn, voor \yie
dit. ounoodig mocht ^y'n, de herinnering vau dien
moedig gevoerden cn zuo glansryk ten ciudo
jjfbrachti'n sti^d to verlewudi^en.
Da smait over den doodj(üner geliefde -STOUW
tocht Leasing door ingeapannou arbeid te
verdooveu, niet tu vergoten diurToor was het go m U t e
groot: het waa slechts lanUano" tot stilling zljuer
pyo. De strijd tegen Goeee werd met. zijoo gewono
levendigheid van geest gevoerd pal ivonlou de
moedwilligst») plaatacu iu iju kluchten (Sehuurron^
dikwijls iu zeer treurige oogeztblikken geschreven."
liindehjk wiste D do te^en^tauders vau Lessing
het door te dryven, dat het Ministerie het nieuwe
fragment en nyn Anti-Qoezö-geschiiften verbood,
maar da moedige denker was vast besloten het
op 't uiterste te laten aankomen en eer nyu af
scheid to nemen, da» zich aan zulk eeu vernede
ring te onderwerpen. AU hij zijn broeder Karel
dit 23 Juli 177S sohryft, zendt hij hem teveus
eeu nieuw mauuicript om in Uerïy'n to laten
drukken: Noodig nntwourd op een zeer onnoodigo
vra:ig van den heer Iloofaprodikcr Goeze in
Hamburg. Tegenover de bezorgdheid zijner vrien
den, valt Lessiog's eigen gorustheid dubbel iu 't
oog. Hy maukt zich vrooluk over hot verbod on
btJlt zijn trouwe vriendin, Etise Jlcimarns, gerust,
Reen onoverlcgdcn stap'te clocu, was het dau ook
slechts om zich uiet van uea bibliutheclc te ver
wijderen, die hem tot voortzetting van zijn mry'd
oiiüutbeurlyk is." Niet altijd is de eenzame
man zoo welgemeend, weinige dagou la'er
roept hy uit: ,11e ben my geheel alleen
overgelaten. Ik heb geen enkelen vriend, iuwien
ik geheel vertrouwen kan stellen. Ik word dage
lijks door honderd verdrietelijkheden bestormd.
Ik moet ccn enkel jaar, dat ik met een verstandige
vrouw goleofd heb, duur betalen. Ik moet allus,
alles opofferen om mij aan geen verdachtmaking
bloot te stellen, die mij ondrogelyk is.
Hpcdikwyla zou ik het willen verwunsch.cn, dat ik ook
eenmaal zoo gelukkig heb willen zün als
andereménschen. lloo dikwijls weusch ik. op cena in
mijn ouden geïsoleerden _ toestand terug te
treden, niets to zyn, niets te willen, nieta
te doen, dan wat het tegenwoordige oogenblik
met zich brengt. Ziet gij, goede vriendin, zoo ia
mijn. ware toestand. Handelt gij m zulke omstan
digheden wel goed my' te raden, alleen om een
elleudigon vyand geen genoegen to geven, con
toestand to verduren, die mjj lang tot een last
ia geweest?.?Ach, wanneer hij wist, deze ellendige
vyand, hoeveel ongelukkiger ik ben, wanneer ik het
to zy'neii pleizier hier uithoudt! Maar ik ben te
trotgcb om my ongelukiu*it« denken knars met
de tanden en Iaat'de voot draven, waarheen
wind en golven willen." Do strijd i» reeds zij n
stokpaardje geworden, dit. hem niet zoo afwerpen
kan om noodzakelijk den hals to breken. Den
stal zal men zyn stokpaardje gewis niot verbie
den, wanneer hy" hem niet zelf opzegt.
Ergernis aan den eenau kant, geldnood aan
den anderen! Maar het gaat Leasing gewoonlijk
als de stalen veer, hoe grooter drukking, hoe
meer krachtsontwikkeling. liet gebrek aan geld
brengt hem op een dwazcu inval. Voor vele jaren
hoeft hy een tooneelspel ontworpen, welks inhoud
met zyn tegenwoordige twisten con zekure ana
logie aanbiedt. Dit (?dos Ding") wil hy bij
inreekoning uitgeven, en daarmede zal liy den
theologen eene ei'gero poets «pelen dan met nog
tien Fragmenten. Aan de censuur, waaraan zyn
achriftcu volgens een ministefiecl bevel onderwor
pen 7,yn, stoort hij zich niet; het antwoord op het
derde stuk zyner wnkhedeo dient tot bewjjs daar
van. Zijn vrienden zy' D intusschuu nieuwsgierig naar,
maar ook bezorgd over Nathan. Lessing verzekert.
echter aan Broeder Kavel, dat zelfs dezo zich
een geheel. verkeerd idee daarvan maakt Hét
is niet minder dan een satiriek stuk. om het
strykperk mot hoongelach te verlaten." liet wordt
een zoo roerend stuk ala hy ar ooit eon gemaakt
heeft; ook zouden, ala Moses Mondelssühn juist
geoordeeld heeft, spot on gelach niet i>y den toon
passen door hem in zyn laatste blad aangeslagen.
Naar allo kanten heeft de vogelaar zyn netten
uitgezet, maar ik vrees reeds, dat ook op dezen
weg, waarop zoo velen iets gelukt is, mij niett
gelukken zal, wanneer mijn vnendan niet vlytifier
gu uan ik zelf. Al zyn zy het ook: 000 is het
paard misschien verhongerd, eer de ttaver ryp
is geienrden. Leasing hoopt Nathan do Wyze met
Paschen 1779 gedrukt te zien. Nadrukkelijk ver
klaart hy: dat het stuk met de toenmalige zwart
rokken niet* te doen heeft, hy' wil hst aelf niet
den weg versperren, eindeajlt op het tooneel te
komen, ai was dit eerst na 100 jaar. De theo
logen van alle geopenbaarde godsdiensten zullen
er innerlijk, wel is waar, op schelden; doch er
zich openlyk tegen verklarun, zullen zy wel laten."
Niettegenstaande do dringendo bckoefto aan geld
wil h|j van een vooruitbetaling dor
geabonneerden niets hooren. Want^waancer ik na plotse
ling Stierf? Zoo bleef .ik miaschicn
aanlOOUnienSohen, aan ieder daarvan, een gulden schuldig.
van welken ieder voor 10 daalders op my zuu
schelden." Slechts 300 daalders heeft hjj noodig
om rustig zyn werk af to maken, gean andere
eckcrhcia dan zy'n wissel kan Mj geven. Dit arm*'
zalige beetje geld . hem door den joodechen koop
man Slozes Wesaely uit I^eipzi^ voor vier maanden
geloond, maakt hem opnieuw zorg. Wanneer er
niet genoeg intoelceunant komen, hoe dan zijn schuld
nt' te doen! Alsof hy nog niet aan al dezo ver
drietelijkheden genoeg had, wordt h{f bovendien
door zijne zuster onder hevige verwy'ten om
ondersteuning gevraagJ, en waarlijk do vrygevige
Le'aing kan van zijn armoede nog 5 Louis d'or
afzonderen.
Ouder zulke voortdurende angatcn en zorgen,
door oen zwakke gezondheid nog vermeerderd,
werden du laatste lichtjes" aangestoken en
zelfs aan oen naipel gedacht, wanneer het
ten minste de moeite waard is, want voor
middelmatig voordeel wil Lessing zich nooit
meer vyf maanden lang. tot slaaf van oen
dramatiichcn arbeid maken. Aan Kamlcr, den grootcn
verzcnzifter, belooft de schrijver tot dank voor
zfjn hulp in het opsporen van inteekonnnrs, in
het omgekeerde geval lioihebbers ni( Marocca
te verschaffen, «aar hil jnist een goed triend had.
Ecu opvoering van Nathan stolde Lossing zich
niet voor, betwijfelt zelfa do werking van hot
stuk 'op het toonoel, maar het ia hem genoeg,
wanneer het met belangstelling geles«n wordt
en ala eëii onder de duizend lesers daardoor aaa
de onfeilbaarheid en algemeenheid van zyn gods
dienst loert twijfelen. Nathan, dese edele uiting
van waarheidsliefde eu verdraagzaamheid tegen
over andersdenkenden, noemt de1 scbryvcr met
zy'n gewunene bescheidenheid : (Ie eoon t'c.n zyn
naderenden ouderdom, die» de polemiek heeft
Itclpen verlossen. Aan 'hartolyke deolcming en
toejuiching onder zijn vrienden out brak het
Lessing by het vefSehyueu van Natluu uiet,
daaraan had hy trouwens eeuigc behoefte
om weer uet zich zelf tevreden te zijn,
zelfa de magere schriftelijke by vals-betuiging
vau Campe, wicu hot aan moed outbiuu
«VU bewondering opeulyk uit te spreken, om
niet met Leasing op óén lUn gcateld te worden,
stemde den denker van WolfeubUttel dankbaar.
Tegenover de sympathie zijner vrieuden verhieven
zich echter de laaghartige aanvallen zijner
tegenslaudert, die xich niet schaamden deu eerlijken,
vrijzinnigen Lossing te beschuldigen, voor do uit
gave der Fragmenten 1000 ducaicu van de
Amatordaiujche Joden ten geschenke to hebben
aangetiomeu. Z\jn stiefzoon, die zich to Weenen
bovond, waar dc^e leugen hot eerst verspreid werd,
beeft dezo lage beschuldiging openlyk weerspro
ken. Ii het wonder, dat Lessmg'a laatste
loyonsjaren door zulke gemeeuhedou en ergerniasun
verbitterd werden, z|ju rteda zwnkko gezondheid
geheel gedoopt werd? En mot hoc weinig was
hy tevreden ! Met intrige ontroering en
mudohjdcn leest men de volgende woorden aan zijn
trouwen Mozoe Moudelaaohn : Op het briefje,
dat Dr. Flies my van u meebracht, kauw en zuig
(nutsche) ik nog."
Het sappigst* woord is hier het edelste. En,
wixarlyk, lieve vriend, ik heb zulk een briefje van
tüd tot tyd noodig, waaneer ik niet geheet ont
moedigd zal worden. Ik geloof nipt, dat gy my
als ecu man kent, dio bcgeerig naar lof is. Juaur
de koelheid, waarmede de wereld gewoon
issommigo ménschen te t;onen, dat zij Tiaar niets naar
don Kin kunnen maken, is waqncer ook niet doo
dend toch verstijvend. Dat u niet alles aanstaat,
wat ik sedert ecnigen tyd geschreven heb, ver
wondert my volstrekt niet. U had niets moeten
aaustaan, want voor u waa niets geschreven. Op
zy'n hoogst heeft de heriuueriug.aan betere dagen
u by deze of die plaats nog kunnen misleiden,
Ook ik was toen eon gezond slank boompje; en
ben nu een ZK> rotte knoestige stam! Ach, lieve
vriend, het spel is uit! Grang zou ik u wel is
waar nog eens spreken l" Dit wml 19 Dec.
1780 geschreven, 15 Februari 1781 stierf Lessing
zonder MendcUsohu woergezicn to hebben.
Eu a opvoering van don Nathan beleefde Lessing
zeil' niet, eerst twee jaren nnzy'n dood, 1'lAprtlllKi,
verscheen het stuk iu Derlyn op het tooneel. A. Stahr,
de warme biograaf van Lessing, vertelt naar
nauleiding dezer eerste voorstelling eeno aardige anek
dote, te gelijk kenschetsend voor deu toestaud
van het toenmalig Duitach tooneel, waar het harts
tochtelijke en comische nog zoo tamely'k kon voor
gesteld worden, alle Bevoel echter voor fijn
gemutigd spel ontbrak. Toen Dübbeliu, de directeur
van het erlünsohe theater, aan Engel zyn voor
nemen vertelde om den Nathan to govcn, vroeg
deze: «Wie treedt als Nathan op?" Als Nathan?
Wel, ik zelf," riep de niét weinig met zich zelf
ingenomen schouwapcler. Mooi, maar wie is do
Wijze?'1 antwoordde hem de Bchryver van den
l'hitbtoof voor de wereld."
Lessing zalf had het lot van zijn drama goed
voorspeld, toen hu beweerde, nog geen plaats in
Duitschland to kennen, waar het atuk reeds toen
zon kunnen opgevoerd worden. Het word te
Berlijn in 1783 slechts driemaal gegeven, op den
derden avond was de zaal leeg. Twee jaar later
stond het op hot recertoire in Pressburg, uiaar had
ook hier geen succes. Eigenlijk eerst vau
\Veimaiuit, waar het 28 November IbOl onder Gocthfc's eu
Schiller'» leiding voor hot voetlicht gebracht werd,
heeft het zyn weg naar de meeste Dnitsche theaters
gevonden. Ifflaud trad 10 Februari 1802 in
Borlijn als Nathan op, waar. het stuk nu met gunstigen
uitslag meermalen herhaald werd. Eigenaardig
moet de voorstelling 24 Maart 1849 in
Konstautinppel geweest «ijn. Hier werd het,- in
'tnieuwriekflch door Kaliourchos vertaald onder den
titel ,.Üc wijze joodschc grijsaard" met warmen
bijval door de Turken begroet, die in 'teerst
verraat over de vrijmoedigheid van den Jood voor
des Sultans troon, na do vertelling van de drie
ringen iu luid gejubel uitbarstten. Van oeu
opvoering op een Frnnach, Engclsch of
Ncderlandsch tooneel ia my niets b&kendy al bestaan
in deze talen verschillende overzettingen. Wel word
Zweden bewoonde het palois «oruimen tijd en
stierf er in 1689. In 1732 werd het aangekocht
door don kardinaal Nori-Coniui. Zijne familio
behield het tot nu toe. Hot geheele paleis wordt
nu omgeschapen in een etablissement voor weten*
schap en kunst. Palatsu ilcUc Scienge zal hot
gouoemd worden. De Atademltt dei Liucei en
andere geleerde genootschappen zullen er hu»
vergaderingen houden. Ds tuin wordt ecu werk*
plaats voor botanie.
In de groote vestibule van het nieuwe spoor*
wegstation te Straatsburg ry'n door professor
Uermanu Kuackfuaz twee muurschilderingen van
groote afmeting aangebracht. Het zyu voorstel
lingen uit do vroegere on uit de hodendaogaohe
geschiedenis der Duitsche regeering (1167 en 1877).
Het overbrengen der krooujuwoclen naar
Hagenau, door Frederik l" treft men links vaa
den ingang aan, en recht', een tounetl, wuif
keizer Willielm door cou aantal dorpsbewoner»
verwelkomd wordt by het verlaten van zyu koata.
Daar, do schilderstukken met smaak en kunst
werden beorbeid, moet de aanblik dezer muren
allen reizigers welgevallig zyu. Zal mon voor het
by ons iu aanbouw zijnde ceutraal-stutioüook ia
die mato voor streeu'ng dor hoogere zintuigen
zorg dragou 't ?
In bet laatste nummers van bet Magatine of
Art komt een belangwekkende studie voor vaa
Bracloy Day over de kunst in den tuin."
De tentoonstelling der volledige werken van
Bida, die wy voor twee weken vermeldden, wordt
met een tamelyk druk bezoek begunstigd. Hem,
die studiën maakt op de hedendaagacne kunst
geschiedenis, biedt ty hoofdzakelijk oen gewichtig
voordoe! aan: namelyk dat, van zich eeu onpar
tijdige en grondige opinie over de geheele
kunstonaara-porBoonhjkheid van Bid» te kunnen
vormen. In den Conrrierdel' Art wordt dan ook
door Dargenty van deze gelegenheid gebruik ge*
maakt, en, hoeveel goede eigenschappen hy den
kunstenaar ook toekent, verklaart hy toch, dat
Bida niet tot de scheppers van den eersten
rang behoort, dat er hart ontbreekt aan zyn
werk. Veel geoefendheid, veel vaardigheid, een
groote wetenschappelijke grondslag, doch. geen
onkele glimlach om de lippen, niet een traan valt
op z'Jn vost." 8Ce ue sout pas les oeuvre» d' uu
couvaiaau.'*
9 Maart 1883 een fragment uit Nuthan «
vertaald door den heer Taco H. do Beer in hot
lokaal Strouckcn door den heer C. Kok
olsSaladin eu deu heer M. Krcukuiet als Nathau voor
gedragen, terwijl Possard hot vorige ja.iv iu
Amsterdam als Nathan optrad. Of Eet Neder
landsen tooueel ons spoedig met «en voorstelling
v&n I.cssing'd laataten dramatiseren ftrboid al
verrassen V Zelfs in onze vcrTtchtt eeuw zul nie
mand «en -les ia verdraagzaamheid op 't punt v.tn
godsdienst overbodig aooten ? Aaa belauggtelling
van «en waarlyk beschaafd publiek kan het dit
drama, dat door een gelukkig gevonden fubül,
scuc-rpc karakteristiek ca vóór alles door do
achoono idee uitmunt, niet ontbroken, .onheil cn
geluk het oord, waar het ongevoerd wordt.".
Deze woorden, we spreken ze Leasing meer dan
honderd 'jaar later volmondig na en, voegeu er
aan too : hoil en geluk de menscbheid, dio do
verheven gedachten van ccn Lessing leert begrij
pen en zyn edel voorbeeld weet na to volgen ;
heil en geluk hen, die doof Lcssing's geest ver
licht, door Lessing'» vrijzinnigheid cu
verdraagMAM rnrtAin kawinl tl «mrnftn '
zaambeid bezield worden!
Enrichetta.
BEEICHTEN EN MEDEDEELIKOEX.
Iu de zoogenaamde Vlaamscho Zual" dor Kon.
Academie van _ Schilder- cn Beeldhouwkunst te
Brussel zyn eenige kartons tentoongesteld, vervaar
digd door de neeren Gufieus en Swerte, do
onafHcheideiyke kunstvrienden en aamcnwerkers,
waarvan de laatste voor oen paar jaar ia over
leden. De plannen voor muurschilderingen in de
Kathedraal te Praag" en de Heilige ueorge"
van Swerts kunnen als het merkwaardige gedeelte
dezer expositie genoemd wordon. ?
Maar do hoeren G u flens en Sworts, die" do
Dusaeldorfsche methode naar Belgiëhebben
overgeplant, vallen nauwelijks meer in den smaalt.
y stellen bjj bon werk steeds de Urnen en om
trekken op den voorgrond. Dit wil.men niet
meer. Vóór alles wenscht uien te zien, meester
stukken van Wetir-behandeling. Daarom betreu
ren de buitenlandache kunstorganeu, dat niet
veeleer de gehoela Vloamsche zaal aan de
impreasionisten wordt ingeruimd.
Te Parijs is een vereenigïng ontstaan, ton doel
hebbende jaarlyks een internationale tentoon
stelling van schilderden te doen plaats vinden.
Slechts twailf van de uitstekendate meesters
worden toegelaten. De jurv is uit eerste kunste
naars van alom samengesteld.
Deu Icn Mei wordt te Zürich do Nationale
Zwitscracue kunsttentoonstelling geopend.
BJi Franz Bondy te Loipzig en Weenen, is de
eerste Aflevering verschenen van Die Maler der
egenwarl, een werk in fol., met houUne
-illustraUes. In deze aflevering wordt Franz Defregger
behandeld en de tekst is versierd met eenige veer
goede platen naar zjjn voornaamste schilder
stukken.
Het paleis van vorst Corsini te Rome is, met
inbegrip der sckjlderüen-galerüen van de biblio
theek, voor 2,500,000 lü'o iu net bezit der
Italiaansche regeering overgegaan. Het paleis is
i gelegen op de Via Lungara en word gebouwd
! door de familie Nïario, waarvan o. a.' Paus
IV een lid ws*. Koaiakia Chriatuw van
UIT PARIJS.
' Het proces Monaaterio. De schil*
der Edonard Manet. Louis Veuillot,
De lente te Parij». Tooneel «a
letteren.
Parus, 12 April 1333.
Ik sprak n reeds over de zaak Monasterio,
aio verleden week voor de rechtbank verscheen.
Dit zonderling proces werpt een schril licht «vet
i die bedorven tuaschenwereld, eene soort bóHême, .
l die vooral in Parijs zulk een groote afdecling
> telt. Al de typen diendon te worden
gaphoto: graf eer d; ik kan er u hier een paar schetsen.
i Vooreerst dokter Pinel, eon neet van den
bei roomden krankzinnigen-dokter, die op scbandelyko
, wtize van den naam van zyn oom misbruik maakt;
dokter Bi vitre, ecu helper van deu vorigen; D jkter
Luigi, een braaf maa l die de hand niet wild*
leeucu tot de schaking van Fidelia Monasterio,
niot uit rechtschapenheid, maar uit herinnering
aan vyf jaren opsluiting die hy ondergaan heeft
wegens deelneming aan gelijksoortige feiten. Welks
doktoren! En zoo vindt men ze by dozynen ia
het moderne Kabel; de criminecle processen doen
ze een oogenblik te voorschijn, komen uit deu
oceaan vnn slijk, waarin zy wentolen en hun slacht
offers maken en zy vervallen weer in hun
misdndige duisternis.
Behalve de doktoren van dit slag heeft mea
nog zien verschyncn een zekeren Barbieux, die
zich .correct" noemt en die alleen uit
philanthropie heeft meegedaan! Weer eon zeer zonderling
type. Dio Barbicax was eeuigen tyd gerant vau
een blad, en moest van aijno fuuctiün afstand
doen wegens eene voroordeeling tengevolge van
' openbare dronkenschap. Toen zette hy zich in
't hoofd ecu courant te stichten, waarvan Henri
Rooliefort de voorn tamste Chroniquiur zon zijn,
en zelfs wisselde hy eenige brieven met hem.
Wat 13 zoggen van die moeder Monasterio, eeua
Chilisclie, die ccno woning van 2000 franca's jaars
betrokken had, maar dio sich maar tweemaal
's jaars verschoonde en vuil at, dat een hond niet
gelust zou hebben! Wat van die vrouw Chalcaton,
eeno door on door verdorven iJuitsche, met
ondeugden dio niet te noemen zijn? Zij i* het
slachtoffer geworden van de woede van haar man,
dio haar met eeu revolver heeft doodgeschoten.
Wat van die conciërge, wie men met ccn
twintigirancatuk den mond wiat te stoppen, «oodat zij zicli
niets van de schaking ceucr minderjarige her»
iunert 'i
Het proces ecliter is verwezen geworden naar
liet hof vau Assisos cn het x*l ons nog meer
geheimeu van het internationale, loven te Parij»
doen kennen.
Do Pflrysclie journalistiek die sedert eeuigon fijJ
reeds do Amerikaamche mode aanneemt, het
cocdingeliclit willen zyn in den hoogatcu graad,
begaat tomtijds achromebjko onhandigheden. Zoo
hebben een aantal al te vluggo bladen do necro
logie bevat van een talentvol Tcunsteuiiar, Eduard
Manet, dio wel sedert jaren ziek ia, maar dien zjj
zonder genade dood verklaard hebben. '
Do groote schilder is wel nog niut gelieel be
houden, maar hij is toch veel beter sedert eenige
dagen; do genecshceron hopen hem er door te
ha Ion en het ia dua pijnlijk te uien hoe
lichtvuarilig men hem in de kist gelegd hooit,
Edunrd Manet ia niet ccn uit de menigte; hij
is een penooniykheid van bcteokenis, hij ii be
gonnen mot kUuen excentriek te zy'n, maar het ia
niet to ontkennen, dat hy een ornatigcn invloed
heeft uitgeoefend op de sdiildfi'kunst van. onzen
tijd; aan ncm vooral zyn wy dio groote toenade
ring van de kunst tot de werkelijkheid verschul*
di«a, dien smaak voor vol licht cu open luclit:
Eduard Manot is nog pas 50 jaar; als hij b. ter
wordt moet hy een operatic ondergaan, daar hy
kanker beeft in eeu zyner beenen; maar wanneer
hij deze operatic ka» doorstaan, is er kans dat
zijn 'penseel nog menig groot werk voortbrengt.
Een andere doode, ditmaal tilt raecne'us, is de
hoofdredacteur van den Univcrs, Louis Vouillot.
Sedert verscheidene jareu wan by sten-end; vroe
ger was hu. vol hevigheid, de olericaalsto dor
clericalen. ZUn polemiek was ruw, onbeschoft,
zonder genade, hoewel by zich met zooveel aan
matiging een Christen noemde. Vouillot was da
Malst re uit hot Assoramoir; by heeft zichzelf
eens den hondenslager der tempels genoemd. Al
wat een luchtje van vrijheid meebracht, al wat
kon bydragen om de klove die do Kerk van da
moderne maatachappy scheidt tot mindor dan een
peilloozen afgrond te maken, werd door hem ver*
oordceld en geëxecuteerd. Uy was de ouvertti
Mgzanraheid in persoon, maar ccn polcmicus vnn
onbetwistbaar talent, satiriek dichter nu eu dan
oon merkwaardig type iu du gcachiedsnii dor
XIXdc eeuw.
Niettegenstaande al die stci'vctulcn c:i ilooden,
schudt, ala ieder jaar, ook thans de onsterfelijke
natuur haren doodslaap nf. Dexe leut», hoewel
altoos nog huiverig en door een «eer
onaangfnamen Ooatewind afgekoeld, is to Purya toch
bekoorlijk. Allerliefst is dau het vergezicht dar
Boulevards, de ChampsJilysBea. de w«:»-i'."i-".
waai* dn riten Lciouicn. hst
No. 303
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD T OOR NEDERLAUIX
i.i uiten en fraai gckleede vronwe.ii «n
kinUB e*rat«i toorjitraaoii ftoiueii upvaugen.
>>ul> **?» <iH»uii»M>'? i* ^ok vol eteguute
\ruo.yk«» bwMHkerei HMt«*it ZcaUag aun «r
i'tii fu ullu irtui'tige r^ua^w (Hun er
t(lU1 j )u r-j lieun. lu dit woud veruriuguD
UK,! A» K* v* VMI i'üuMtoiumdeneoucoura
luiM.i'V'". <u uo l«voi.«Ugiiuki M dat» voortduread.
l£ weet hut )? l>u tin» luUureu dg £vi<d»tf.
uV . ei>ta voorja .«leest boeit pinaU g«n»d ia
je open», ten vioiideele dut- ov»i stroomden vau
jiUiia-i'Utiwrittgnii. A^*** voorstelling, door uc Fa*
riuetic .1 ui y, ioiidur eiitlwi . ohtud vau politifJte partg
....urgdt.isetjra, ia pvftchtijj gt weert eu heult wow
HII iuO,UW liancs ouiouiaciii. liet ia «u
buitenl;»n-jö*<>?* o«iïo Elaavser broeder*, die wij nooit
eteu; btit beste deel iu Krui kiy'ks Wit en ie
' l"-'"- *">" <?* "U**»» <*w cowpuuistun ijja de
t)" g-wi-si' Uounod, VwiU eu Maa»euet;
do kunsteiiama Muvr. Pidta Devncs en de
i.a*»ii..v, ltu iiauej Itftüc, Uarnior on Surau.
Ifcruharutfiti.citttNfistiie wweurgwipee'eofi;
l «»ide>yk t*e- uileriietste daiisoreuen, gen&aatad
Sautfalli uu Mauri. u« 3|>Musohe -fay*<l1iirt»ii/<a,die
l juut tvi-dei te Parij» WHS, hetjl t hare medewerking
verleend tot een AudttJtuiauh foeat; de beminnelijke
Jadic iio't't het orfe*:. gedirigeerd; bet bal «n de
toiubula ayu *?** wwolfln geweest.
Wat de schouwburgen betreft, zy naderen reedt
het cii.ila vau het Memoen ; sedert veertien dagen
dm mets opiuerkelyka. liet best. wat men nog
jegevfcn lu-oit M JLes Buurytuia d» JMIe, een
i;sio:iKjb. diuma van Armaud d'Artois, iu do
aité. ue tooueolen uit de omwenteling, de
i vudtrliuidshrfdej gemengd met oen «wakke
liefdwinirixo tusi-chen den Boon van een
legitimilt en < eu reptibliHoinsch meiaje.dul alias gevoegd
by d« levendigheid van den aeiuur Uomaiue, heelt
een deg«lyk succes behaald. Er is veel geloolioa
in de itiunus l'laiïirs b|j een vi'cnlijko vuudeviJle
T.in de heeren Uaymoiid. Uurani en Boncherun,
getiteld La (J/i«w/wfiois«; even goed ia in het
Tbèatre Cluny opgenomen een is/turae, Les
l'nri\ticns cn jruetHCC, vnn de heeien KxyraonU en
j Ordoi>ne«u; maar dat allen ia natuurlek slechts
van den duriten rang.
ok de uieuwe boeken atfn van ni-t zoo
bnieDgiiWuon veel botoukeais, Toch fanal ik niet
genoegen aan Albert Wolff, door Gustavt»
Tuudvuro ( by Havard), eene oigeuaardigo monogruphie
over dvn v«i muiird«n chrirn«picur, waarin do
hrg'ver, die eun i onjanac-hrijver van talent ie,
wne .rnsti«« studie heeft gemaakt van de zeden
vau het Piirijsche journaliime.
Sforte d'titnour van August Sanlièrc, (bij Rouff),
i» e/!D vry sterk gekruide) doi-psgeackiedtiuu,
waarin tntrigno« van allurlei aard goed waarge
nomen cn vlug geschreven züu. -'J r. JJaplinin et
Mtle CtUfédoor Ange Bcu.gne (bfl Oilcndovf),
l a ook een amusant bot k, licht to lezen cn
aujvtrid met ? verhaalt i''» uit du groote wereld. Tot
ilot merk ik op (bH Charpe-itier) een keurige
kleine uitgave vao Zola's Oontes d Ninon in c t
l twee
Mon
VIT BELGIË.
XV.
Lcopold in Holland. De steenkolen
en du muziek. Benoit to Parya. Mozart
miskeud. Wcstvluamsch particularisnic.
Coivtoiamctieeat, LPO PettBcrs.
tpreekt in libernla kringen van de
wenhoid dat Z. M. Leupold II (.de lersto
j bnrgor van België"! ter gelegenheid vao do
ArosterIdanuche tentoonstelling, een besnek aflegce bij
IkoniDK Wiliera III, In 18C1 kwam Z. M. dor
l Nederlanden naar lielgië, bij de pneiiing van Jf n
lLuik-Ma»strio)>t«chen spoorweg; t is niet meer
l daa billijk dat, na 22 janm, di» beleefdheid (wuai bij
l alle oude veoten vcrflettn wcrden}wordebuantwoord.
l Op dit «ogenblik houdt dn koning zich nog
[altoos bezig met do beschaving van
Middenl Afrika! 't Staat echter to bezien of die
IccerkringiBegei-s don vreemden invloed zullen dulden, cn
l of do Nederland-che Ewopevrs aldaar klimaat eu
lieren zullen verdrAg<-n. Du Hollanders hebbende
l ondervinding qpgednan, dat die streken t n dat
|vulk eene dadeujke kolonisatie niet toelaten.
Men vindt; van tijd tot t|jd- in onee organen de
l klacht dut de omwenteling van 1830 in verreweg
l de meeste opzichten aan de belangen der beide
l deden van 5iod«i land hattft geschaad; dat timl,
nijverheid) handeJ diiarondei' leden. Eenigft
dingswi'aen tusaclion de beide landpn zyn
Icerrt gebouwd nadutzij met
DuitechlandenFrankInjlt reeds iu g oot getal bestonden. Tien
xpoorIwcgen loopan van Nederland in uitschland, 8 in
IFiankrijlc uit; slechts vier verbinden Belgiëmet
|do noordelijke starageitooten. Zoo lijn
ookdieutcniBcvulge na Beltfiflrhe steenkolen geheel buiten
llipllaud gesloten, Jewijl de vervoerkosten te groot
Kijn- Teiwyl mrn in vroeger jaicn in Holland
lin t gehci-1 Recue, of slechts b\j nitzondèring,
li-ngelsche kolen vebruikte, worden zij
tegcnwoortuig in plaats der B«lgisuho ingevoerd, nlka
onnaItuurlijke toestand inuet hoe eer hoe beter
verdwiJ|ficn door een tolverbond,
Do BelgiichB nraiiek Jieeftai'chttfndfrte
beklaIgcn dun do steenkolen. De Hollmidci s doou
togenIwoordig giooter «er aan Benoit dan de Belgen
l'» Verhuist of Richard Hol, wier compositlöu
|{behalve hetgeen voor de k>*rfc is geschreven) hier
l«aa t publiek geheel onbekend ^jn.
l Benoits «Lucifer," welke voor eenige jaren te
|Am»tordam u uitgevoerd, cal don 7n Mei worden
Igezongen te .... Parijs, door do koren der
conIcertrn van Colonne eu -Paaduloup. Ue hecren
liV-lder en Lagy, door een aantal werken van dien
" . bekend, zotten don tekst, in het Frausch over.
zegt dat do uitvoering zal plaat» liehbent en
oordoele van eene kas voor oud- militairen. De
|z>iak werd op het. touw gezet door den heer Roub
vroeger leerling van het conservatorium,
Vlaamseh tooneolcpeler to Brussel, thans
og van Gampoeeliee" getrouwd met eone
ucuter va» den beroemden naaimachicefabrihant
r. Hut Troeadero is tut de uitvoering bestemd.
oimr
La
Bjl Rolegenbeid dat Figaro's bruiloft"
»rt to brnasel wcdor op het répertoire der groote
'Pwo n verschenen, woi-Jt met de grootste na
ve'" daarover getwist hoe of zulk eene opera moet
""?cn woiden: De zangers en zangeressen
a Monnate wordeu rijkelijk met klinkende
buloond, dneh heblien bun tadeui (gelyk
n 't geval ia) zoodanig naar nieuwere
en zenuwachtige enVctatukken ingericht,
ui-* edele, eenvoudige voordrai ht vaa
natunrrauziknle volzinnen hun g^neel vreemd is
Borden, en z|j volkomen gedesoriënteerd zijn,
"iiieer do stijl der nauziek hen verbiedt hunne
«!eerde, chcvrotearcnde jacht op effect in do
s te stellen van eene innige of levenslustige
[Kiiig van bet gevoel. Is dat valsch gevoel
altijd verwerpelijk bij toestanden geiyk
mar rw?1 lf böri8tr*ma W*, o/van den
? t.'n minste te veroataohuldigen; doch
, eji Mozart worden door den tenenwuordigen
T- " la made, eenveudig hespottelyk gemaakt
'Joch goiin onso hoofdzanff«rs en zangeressen
on Soulacroix en Dauphin, Delaquerrière
.. \ Graérin, de damea Lonati «n Ismaël
"or fioclo talouten door, en mogen ook KOO
:c:'eD. maar hun zang heeft niet den rechten
Ul< 'c rtntabte cachet, en aoixter d*zen ztesupol
hoona'e ttom, l-et geosfendst orgaan, van
, n waardp, n dient eer om de ware kunst»
r*en oiikenba«r ie makon, dan en» daaraaa
»«a becieienden adem ia U UWMB.
het verlangen van conke knaiteaaa» gehoor U
geven, om bty de ophanden lijnde goroeeutefeeêton
ecue tentoonstelling in te richten van werken
vau kuntt «a nijverheid, uitslnitelttk
doorh*a»tena»rt uit Waai Vlaanderen (waartoe Iperan behoort)
vervaardigd. U«t denkbeeld U met alwht, dewijl
door kleine provinciale toutoou»tellingen vo»r de
lokale konst en nttverheid dikwüls meer bereikt
. wordt dan door die van kosmopolitische» aard.
Dit stio»en der Westvla&iiiigws naar w» sekeie
afzondering van de overige Belgische provincittn
drukt zich ook nog uit op ander gebied; bijzon
der in de taal, in de volkstaal «n de schrijvers,
wulke die bezigen. Het Wtstvlaamsch
proviucialisine beeft bepiakl een zeer oud recht van be
staan; de oudste Nedeilandsche woorden vindt
mon in dut knstland terug. De eigenaardige
woordvprtiifn, verbuijiingen, ecz. geveu echter aan de
nieuwere schriften der 'We-tvlamingen «eu zoo
vreemd aanzien, dat de Belgische Brabanders en
Limburgers die werken ongaarne lezen, hoeveel
vordionnto zij ook hebben.
Het merkwaardigste wat in den laatstert t\jd
in doie taal u «eschreven, wier eigenaardigheid
den indruk maakt van lieflijkheid ra natuurlijk
heid, zotider daarom kracht van uitdrukking t*
m<»«pn, is een «Spel in vüf bodiHvcn" genaamd
Gudrnn", gedicht door Albrech* Hodonbach, een'
jougclieg van groeten aanlefr, kort voor da uit
gave van zjjo drama overleden.
In dit wpik wordt do vaderlandsliefde van de
vrije kustbewoners geschilderd, tegenover do
vorovoringseuoht dor indringende Hoineim-n, wier
hoofden door eigenbaat tot verraad aan bun
keicrlijlc opperhoofd, als ook tut ooderdrukking der
Vlaming u worden gedreven. Daartoe zal ook
het huwelijk vau couen Romoiuschcn hoofdman
mot Gudriin, do duchtcr een B vrijen \Vikings
raoetfn dienen, waartegen do grijze ruucnlezer
Wate de maa,{d en zijno vrienden waarsohnwt.
Op wpndervollo wyze is de ontwikkeling der
verscbillige hartstochten gofcbildord. Mot oeni«o
kleine bekortingen ia het werk «en nitncnunul
spel voor 't tuoneel cn tuseüjk oen echt
Soderlitiidsch s'uk. De herinneringen aan het
hul'iecdicht Gudrun" zgn van oudcrgeschikten aurd,
doch door den scln-yver uittnuntc'nd aangowond.
Er bestaat oen zekere unijver tusschen de
Westvlaamscho schrijvers en die der overige provinciën.
H» t zou büvüorbcóld moeiclijlc niju voor eenen
Wcstvliwinschon dicliter oen fuust to vieren,
wauvnnn van alle kanten deel genomen werd. In
Oostvlaanderun zon dit beter gelukken, llitt volks
karakter is hier dan ook minder eigenaardig.
Ecstdaags neemt men de proef van ulk eenn liu'de.
Men zal on don twGüilriu Sinxcndnj,'
(Piiiksterdag) te Malueghem, in Oo-(i-laandi:rcu. een fcc-t
vieren ter eero dor dictitei es raovrouw Corrlmaus,
ucb. Bt-rginans, die ook in Holland en aan do
lozers van den Amsterdammer" niet onbekend
i». Dnt feest zal licstaan in «one yro >te
byteukotnst van eon anntal Vluatnschcgcnoo'schappen,
een wedstrijd van harmonio- cn f n n f a vo n «re z c
1s c hap po n, het aanbieden van ecu deftig ge
schenk (men spreekt van een gohocl huis), hut
uitreiken van ccnen Boileiik»c'i)]iing nan rlo
verfcliillendo genoutsch'.'.ppon eu het houden MM
een banket. Alle spoorwegen B;:!li-n bijrft^u^.-
S3nh(iit hun 'arict voor defpcülv.crdei'svürla^en.
e koning heeft voor 't gencheuk .00 i'ranken,
de miiJütcr vau binnunlr.ndicho zaken 20 fr. enz.
afgeotuan. Het ('cost zal (tnav volen zeggen)
goencrlci politieke kleur hebbon. Zooveel is ten
minste zeker dat de foestcoramisMe twee voor
zitters heeft, wanrvan do een liberaal" do
andere katholiek" is.
Het zal vrooiyker wezen dan do gescliiodenis
van de Peltzcrs, dia men in era drama, Lc crime
do la nto do la loi," in het TMtitre (lts Konrfaiitéa,
heeft willen opwarmen. De burgemeester van
Brussel kon er niets t"geu dosn, in.uii1 het. klciue
hoopjo toiischouwers hcett gc'loten. l'rit verwon
dert mij nog, want zulke zalcon trillen" toch
'van leven, al herinneren zij ook aan het onkruid
dooi' sommige romaiitidton gozanid, cn aan de
gecs'ige kernspreuk: »I.o Inid c'cst Ie beau".
Brussel, d. llu April 1883. M. A.
IETS OVER D1CUTEHS.
IL
(Ter luvailer ure is dit stitb, in ftct .vorig num
mer, van het eerste gedeelte gescheiden).
Ik moest bekennen, dut. ik op het oog^nblik
de juis o plaats niet kou aanwoei), maar ik tiad
er tuch wel een. Ik ben g-ucn genie," zei ik,
Mes chansons cW met, on ik cohrcef ook niet
voor da geletterden, maar voor dio talrijker
klasse van m<;nsc..cn . . ." Hoe ik dio klasse Ken
schetste, wcot ik niet woordelijk meer, doch de
heer \Vaaluer zal het voor ray doen: wnarde
lexr, die leest voor uw gcnucge», m een halfuur
van eerpooiing fusscltcn uren van impaMMttJei»
gccs'es' of handenarbeid ; tcicns vak het niet is
'tcoordcn, regels en zinnen aaneen te schikken,
waar die u toch kunt verlustigen in een goed
bock; wiens hart door hel alkdaagsche proea
niet i-erhard is tegen de poüeie: ik geef tnj/h
bundeltje vol vertrouwen in wee Itand', hopende
dat het toch minstens een paar gedichtje* sul
bevatten, in staat uw medegewei op te
Zie, ala ge 't nu weten wilt, dut ia MJyn publiek,
u die weten van dio verbeelding on dio passies
uiota af, maar willen een mooi vers. waar ze ook
wat aan hebben voor hun hart, dat toch in oon
ongeletterde borst oven goed klopt..."
Jawel, jawel : nu zijn we. Waar we wezen moeten.
Go guaft noll hot bewijs dut ge geen dichter zyt,
door het doel van je werk u iet to zoeken m Uo
kunst, maar in het practi«cho nut. Ten eerste
toch ken ik peen ondert-cheidtusschen geletterden
en ongeletterden, maar tu^achen ontwikkelden
en onontwikkel'len, mcntchcu die poöiügenieten
kunnen cn meiischcn, die het niet Ruiiueu. Niet
de geleerdheid, noch het hart l>osU»t over de
waar 10 van een kunstwerk, maar do smaak, wnt
do EöHclschcn noemen Taste."
Zoo min als een beeldhouwer de beslissing
over 2(jn arbeid zal ovevlatun aan hen, dio eau
Parjjsch Renreatukjo verkieztn boven een beeldje
van Tana^ra, zoo weinig mag ucn dichter naar
het oordeel vragen der menigte, die geen onder
scheid kan zien tuaschen de beate «tukken vnn
Bceta on de welgemeende pai odifin van een Uoiiiga.
De onderAverpen komen or miudt-v op uan, dan
de behandeling, cn als die behandeling goed i*,
heeft de man van ontwikkeling evenzeer genot
van de kloine, als van de gr oot c kunst, alziUhij
voor zichzel ven misschüo; op don duur, delaainte
verkiezen.**
Welnu," viel ik triomfotrend in, «waartoe
diende dan die lange redeneer ing V l'awie en
fantasie, daar houd. ik mij niet möc op, maar ik
ben toch een dichter: .
Ich utage wlo dor Vogel ilngt
Der in den Zmigim «ohntl
Zondt ge denken? zei de andere koeltjes. We
zullen zien."
Indien ik do discame, die nu volgde, tweededen
wilde, zon ik er noodzakelijk toe vervallen, myn
eigen verzen aan te hnlen, en dan ware de gehcele
discussie vruchteloos geweest. De tlotuom toch
was, dat ik niet zingen kou, en doa beter deed,
met ook niet al* sanger voor het publiek te
vers«hijn«D. Later lioop ik echter aan , een ander
vourlMield, te ontwikkHleo, wat nujn vriandoadw
ziDgen, en dus ondeu poëzie vorstoud. ,
Ik zal er mezelf niet to« behoeven aan te zotten.
Waut sinds dat noodlottige getprek, 4at i§9
Ban. verkeert v>ifr geert te M& soa4erlig««n
*<>*"**? Van den eecen kant ben ik ten volle
overtuigd, dat mtin Trilod. in «|fn letterkundige
tneorion, d*n ntHker ep d»o top slaat, en toch
kan ik er mat* niet to« komen, de deor hem
veroorda^d* litteratuur slotbt te vinden. Z^ligtttfl
nog altijd te na aan het hart, omdat ik ue zelf
er indertijd zoo aan verslingerd beb. Ik weet
nu, dat ik loadigdc) maar lieve lezer, de zonde
was soo zoet!
l oen ik b. v. d* bundels der keeren Waalner eu
Coens, bladzüde na blaati^de, opsloeg en m(j ver
diepte in de geschiedenis van bun sieleleven, be
merkte ik wel, dat'd« muze in al die verten
weinür de «and had gehad, maar «ij wekten zoo
veel nwiniwriogen bff mU ep aan nujn arme, ver
doolde jeugd, dat ik dikw^s weeuen moest en
lachen te geluk, «onder altyd te weten of die
lneh en die tranen dour mijiiH eigene
verdorvenheidi dan wet van de» schrijver, die voor
iuii lag, word opgewekt.
Hier knikte ik, wolgevalliff, want zoo iets had
ik ook gehoopt en gezegd, toen mijn vrouw van
haar eerste kraambed opstond, «n daar verloor
ik m(i in weemoedig gep»ias over bet verleden»,
want ook ik noemde hi-tvtrrand, toen mQn e«rst*
liefde een ander boven m$ verkoos, schoon zij mij
nimmer do minste aanmoediging gegeven had;
ja Ueo ik ten slotte de antdt-kkinar deed, d«i
t'oeiis en vooral de heer iHcmkci meninnmal zich
nioiite gaven, om een znlvercn, vullen toon aan
to Hlaau, om inderdaad te ziniren, toen koude
mijn gemoedolfjkheid geen critiek meer, en ik
hi cl il iniine armen open, om ze, als arme, onge
lukkige broeders iu het v*k, te begroeten. Ach!
ook ik vorbeoldde mij immers uog altijd een
kanarto to zijn, v/ien men, to onHjdigw ure, het
hoopvolle bekje had dichtaebonden!
Doch de reactie en Hierin ligt het vrtemde
van mijn positie de reactie bleef niet uit. Ik
liad hen broeders genoemd, en ik werd m|i bewunt,
dat ik hun dion naam niet meer mocht geven:
ik dacht ann mijn vervlogen. illutifS, veigol>-«k
jam lot meh het mijne, en zug dat de krau.s, dien
ik voor mij zelf cnus had gedroomd, nu op hunne,
oji vre<<inde hoofden terecht gekomen wus, Mijn
weekheid iloeg in hooskeid om, de traan dur
ayroiiathie vcmnilerdn in een van spijt, on mijn
glimlach word sardoni-ch. Daar vielen iny de
aoathotische dogma's van mijn oud.'n vriend in,
en ik morde mot gesloten lippen: Quos ego
Gij kent uu m\jn zelfatrijd, lezer, beklaag wij,
maar veroordeel mij niet....
FRAN£OIS VILLON.
(TV; G. C. Bljitant!*, docteur ex lettres;
E^sai critiijuo sur los oeuvre* do
Kran;oia Villon, bepartie: Lepctittt*t<iincnt,
Jtulludea inédites. L»-yde,»Da Breuk en
Smits; niet in den handel).
Aan Fracijoia Yilloii's nagedaolitciiis en zijn
letterkundigen rocui ia een evon wisselvallig
bcstTan ten deel gevallen als den gccstigen di<:htor
vau de ll''.puei Frunchts en het
Grand-T^tament zelvf-n, llobbon zijn wei ken al niet do
gfiig vau dichibij gexiun. oi' aevoar geluopc» van
hoiijj. r t* sterven, gelijk nun m:ikur, zij K ij u
puiliiiondu eeuwen in 't vcrgeetlioek geraakt tn,
niet minder dan du hongorkuur voor Viiloii, kun
zulk eeu gcbiei< aan onderhoud voor de
geestcsproductcn noodlottig ssiju. Vau Marot tot op het
begiu onzer eeuw, oon tijdvak van driii.honderd
jaren, vindt men over ham niet veel belangrij
, tJ»n de twéifnwufjvl* »an Boilfinn:
WHO» f ut Ie premitr ion» ft* ilcln yraüln't
Déln-ouiiltr l'tift canfus At HOI eitiuc roiiiiMiefa.
wcilcu veiüftn bewijzen dat de wetgever van den
PüruiiMUB <:<;oii flauw- dcukbcold vuu Villon ImJ,
eu waar: «hijnl ijk nooit, etn rogoi van hem liad
geloicu. Villuu toch het.ft met geen der
loiu-udichtcru iets to makou, zijn teksten worden door
do critici nog wel zoo onduidelijk gevonden als
dio z\ji;er voprgangeis, en watffrossière/e' betreft
ia er geen die nuin evenaart. Meer dan Boileau
wisten anderen ook niet VAU hciu. . Do gcheele
klassieke ccu\v van Lodewyk den veertiende, ne
geerde in hare academische dof'igheid den armon
diefachtige» eu bede'endeu dichter, die op kosten
Eijiiei- iNlurgut kcfilo, en zelis haar tuaschcn twee
kruiken vtiju uog ontrouw werd voor cl e ecu of
aii'loro gente sanlciSfièic of belle gantière. De
lödo eeuw trok evenzeer dou i eus voor hem op,
tot met de romantici zyn tyd kwam, Men ont
dekte hcrn ; de geheele jmigd van 1830 eu 1840
wua verrukt, daar ccn wezenlijk dichter to vinden,
die, op het Spaansche bloed na, pftthecl op Don
Gésar ilo Bazan g-leek. Thüophilo Gautier achrcef
over beoi een der goestieste hoofdütnkken zijner
Grotes'jucs, In 18H5 kwam or eeue zeer slechte
maar goed bedoelde uitgave vau o n zekeren
aht Prompaïiult, en als geyoitf daarvan een heitign
woordenstrijd tupacheu dozen en een anderen
uitfjüver van Oud-Franscb, den heer Crnpelot,
diu «? i- <*vcn weinig van wist, maar or even veel
van hiclii nis do genoemde abt. C'lurt cliöli tijd
ia Villon \vcer en telkens w*er nitgognvcn.
Nisard verdedigde in 1844 't) tort et a travers het
stunclpunt van Uoilcau, hetsjcon tlezcu geen voed
deflrt, ui nar we] den dichter die er beter dour'
gekend werd. In 1850 gaf Paul Laeroix
(bihliophilo Jacob) eene uitgave in de .tiibliotlièrjue
E)7/rvirinnno van Jnnnnt; in 1659 'volgde op do
goi;de uit«avc vrtn Campanx-conc kearigo Je
terkuiidiga studie van S <iute Beuvo (Causwics du
I^uiidi, dl. XIV); de heer Hijvunck h,<alt uit den
livtorun tijd iiojfdc uitgaven La Monnoie-Jannot. uit
181)7, (li°vo" P*"l Iswroix uit 1877 eu vnn
Moland uit 1879.uan; Vitu, Uiiat.on Paris, Longiion,
euhreven over hem. Aan de oene zy'do doed
de tokstkritiek haar b*st, ateeils meiSi1 en meer
viJkomon to hnrsch^jipen wat hij geschreven had;
ivni de nndero iijdn tracht'o mon p*ycholerisch
cn phyaiarh nit to vinden hoe hy leefde en wat
hom was ovm-komen.
Het ia hier de plaats niet -om al liet avontuur
lijke viin zijn loven in horinnering to brengen,
n i. oh al lift wccmó' dig savca^tifcbe zijner
pliilosophie. Villon is een van die dich ers, waarvan
i. dei'üffot'du ii'gel ona dubbel treft,- omd>it de
wimrho:d cu oorpiuukcl kluid er van itich
onweerstiiaiibaar aan ons opdringt. Als hy al lif-t
schar.do'y'ke cn vcracbtclijho vun zijn losbandig
litven vcitrlr, tei-wyt heiiizflf niets ontg>iat van
den pool waarin hy gvzonkuu ia, en hy met con
ti'eungcn glimlach zinut hoe het andera had
kuuut-n zyn en zijnen gezellen, djo er tuch niet
naar luisicreu zullen, <(e wunrheicl voor aogen
steh, zoudou we hem zoo gaarne willen zien op
komen uit do onwaardige omgeving waarin fiy
togen beter weten iu, verkeert. HU autwowdt
ccutcT schoudei ophalend: ?
En grand' pauorcté,
(Os mot dit on communcment)
Ne t/il vaa ir op grand' loyauté.
Néccssiléfait gens tnêprendre.
Et fairn saillit Ie loup des bals.
Zyne kcademisdte opleiding heeft hem niot
gebiuit, hu Uet tronwons v»ak Ari'toteles en de
commeniarcu iu den stcuk,.en ging modo mot:
M troupt de graciewi galants
Si blen ehantant», si bien parlantt
Si plaisanta tn fait» et e» dita.
Het moet een lange en (reurigo geschiedenis
gnwerat «ijn, die hem gemaakt heeft tot dronk
aard, sf rastroovar, bedelaar, ea ia akchtó dogen
tot gezel vaa hen
m mient yvtanse ftnitre».
g»va«g»aw herbssgBls keu n»eermal«i;
t leve» b§de vrooüjlSiiisJw vut Marget
WM, btt de valaehe Mnnten, v«laehe tpelwe,
ttraatsefaenders en dieven, beb«et> men niet te
vragen; voor welk ee» easterftjfljk MMO pleit
het du niet, balladen U vinden als die van de
DOMUS dti feutju jwtit, BM* k»t refreïB ak ant
woord op de vraag, waar *untl sefawu es
hefelfaka cn voittehjka ««bkveo is:
Malt oiHontlu neigtt fantanf
De werken va» Villon, die dr. Btfvawk thans
aaubiedt, ztjn het Pttit Ttttame*t m twt» tot
heden onmtgogeven ballade».
Zij Bollen gevolgd worden door neg twee uit
gaven, waarvan de eene de b»)ie4en eurondeaux
zal behandelen, die gewoonUjk aan de werken
van Villon of agna school worde» toegevoegd;
do ander», de balladen ia htt jatvon van VUlon
en na ir aanleiding daarvan-de veracb)Uend« argots
der romaanacho volkea in de 16de eeuw:
Het Petit Testttumt of tent ia de eente be
werking van het denkbeeld dat Villon later tot
ie Grand Testament nitbr*id<l«. Da vorm van
het testament ia niet. nieuw in zyn 'tj}d; Dr.
flvanck hot-ft er niet alleen in Frankrijk vódr
en tndens Villon, maar ook in Spanje en in En
geland gwvonden; Vil'on heeft f v eehter vernuftig
pai tüvan getrokken. Ui) begint met, aan dtn smaak
van zijn tijd offerend, «ene da»te sans merci
aanto roopcn, wier koelheid hem doet sterven, of
althans vortrekkcn naar rorre landen en alzoo
de aanleiding is, dat hij over zijne goederen be
schikt; maur deze dame heeft met do werkelijk
heid veel minder te maken dan de belle gantière,
of Villons ander o vriendinnen, liet tweede ge
deelte van het gedicht ia de reeks vau komische
log.tten, geheel berekend op zijne omgeving, het
derde ecu soort di oom,uaar do wijzo van don Roman
de la Ro*c, die door Gnillauue de Lorris eerst
zuiver allegorisch, later door Johnn de Meung ook
satiriek waa opgevat. Iu dir la-itate deel van het
"??'?'' Testament ziet dr. Bijvanak een
herinnePdit
ring ann Villon'i tijdgenoot, woih'cht zün meettor
ot' zyu voorbeeld, Alain Chartiei*. Behoeft men
wol zoover to zoeken? Het slot der trilogie dient
zoo blijkbaar om er een pin do aan to maken,
do bevroren inkt past zoo bij do grafg'daohteti,
d>) philosophio on het klokj-i der urfonne zoo
bij zijn afscheid nemen van do. wereld, dat het
zoeken naar parodio hier wel overbodig is.
Wij kunnen den tekstcriticus niet kritisch nagaan,
maar ook wie de bronnon niot voor oogen heelt,
moet getroffen worden door het overtuigende
vau du wijio waurop Dr. Bijvanck zijne conjecturen
verdedigt. Voor de volgorde dor liuitwns wordt
herhaalde malon eene hetero voorgesteld; de
tekst, t-ntdaau vau do gloisen, van de sclioliGn on
zoogenaamde verbctcriugeu.tacgelicht met een rijke
belezenheid pok in de verwante litteraturen, komt
vry wat dichter bjj ons; do pei-sooülykliedcn
krijgen eerst eouigc Waui-dc door do kennis dio
Je commentator nit da bronnen tracht bij te
brengen. Met dat al heeft bet felit Testament
niet do waardo vau het Gra><d Testament; bet
i» minder i|ml', vnocr onzeker tjtstond, de satire is
uii'idcr hes!int, minder moedig iu hare toespelingen,
d;m in lint latere werk.
Van de twco balladen, die aan het
Pitit'Tcsfamcrtt t«o;»evorgd Kjjn, bleef de eerste onbekend
en in door Dr. Bijvaiick -a«u een manuscript te
Stockholm ontkend; de tweede werd tot beden
aan Alaia Chartiur tocgoichrcven. Hot bewijs van
ViUlou's vaderschap van beiden wordt gevonden
in zijn naam, dien de boxinluitera tan pet tnvoi.
weorgeven; d c eerste baifade rnetn mtt
qnwaardi? do laatste kan zijn roem niot vcrhoogcn.
Het rijke veld der Oud-Frnnsi-hc letteren kan
Dr. Bijvauck nog menig onderwerp van" studie
oplbvcren, to meer daar onzo aloude bibliotheken,
du I.cidsche en de Koninklijke in 'a Hoge jui-t op
ui\l torrtin nog uiecr dan op andere, verrassingen
aanbieden; mogo hy in verdere proeven even ge
lukkig slagen en een even sympathiek onderwerp
vinden als iu den bohème ds génie", zooals hy hem
noemt, Fraurois Villon.
M. G. L. van Loghem.
IETS OVEB VERTALINGEN.
Schillers Lied van de Klokt
matrisch overgebracht, door
KG. F. W. Ham, Sch"onhovsn,
S. cu W. N. van Nooten. 1683.
Om con gelicht to kunnen maken, moet men
eeu 'dichter znii, niemand twijfelt er aan, maar
om nu een gedicht, dat reeds gemaakt is, in eene
andere, zijne eigene, taal over te brengen? Nuar
do feiten te oordcc-len, ons door do geschiedenis
dev litteratuur verschaft, zon men zeggen, dat
zich daartoe ieder in staat rekent, dio door lec
tuur cn oefening uciiige littti'üue bekwaamheid
verltregon heeft..
Men rrdcnncrt namelijk aldua: «Alle poëzie
bcstaat uit twee diuucn, inhouden vorm,uit datgene
wat er eeapgd wordt en do wijze waarop men het
zegt. Het eerste ia het eigendom tu kenmerk des
dichters, het htatsto kan tot in zekere mate door
studio verworven worden".
A\s dus de inhoud, waaronder vei'dtnau wordt;
do gcdachtt-n, do «eutimeutun, waarmede die
gcdauntcn wordeu geuit cu do boeiden, die de sen
timenten verzmnL>lyk''D, als dua die inhoud, zoo
nvjciit men, gegeven is, heeft slechts eon man van
«maak. nuiar die nit zichzelf nooit tot dien inhoud
xuu gukumcn zijn, met Hofdo cn zorg zij UB eigene
woorden voor die 'er vi-cemdötaal te kiezen, om
een zoo niet volkom n, dan toch voldoend beeld
van hot oorspronkelijke werk te leveren.
Indicu dcisi) rccleneerincf opging, zon diezelfde
man evenwel ook bevoogd zijn, oen gedicht, door
f va der meesters zijner vader Jandsche letteren
gewrocht, om te znitcn iu andere bewoordingen,
miu hij slechts den inhoud" van het origineel
behield. £u het pioduct, dat hij dusdoende voort
bracht, zon wel niot zoo schoon als het model,
niaar toch evenzeer een gedicht wezen.
Neen, zal mun ons antwoorden, want de dichter
lieöft, in fijne taal, de best mogelijke uitdrakking
gegeven, aan wat luj to zegden had, en by ieder
woord, dat men door een ander vervangt, neemt
men ook eeu der schoonheden vnn bot werk weg,
wie du», zooals gij wildet, alle woorden wijzigde,
xou slechts <-en waardelooze copie overhouden,
't Is of ai' n een leerling dor aehildcrakademie
een doek van Ralael nobootaen Hot.
Juiit, want al mogen zQno figuren op de
nagebooUto gelijken, de algemecne verhoudingen
en de lichtverdeeling dezelfde zijn, een
Italiaanauhe Madonna ia het niet. Op honderden
plaatBen ia da hand ter rechter of ter linker uitüewe»
keu, heeft to zwnar of te licht gedrokt, en de
juiste kleurnuances waren niet <e tivffen. Zoo
ia or hoogstens een knap ttnk kunstnijverheid,
maar nimmer een kunstwerk voorden dag gekomen.
Bij een schilderij toch ala bij een gedicht ligt
do gipotheid niet ton eerste in het ouderwerp,
maar in do opvatting,' cn nog niet zoozeer in de
opvotting, als in- do wyzo, waarop die opvatting
ia verwezenlijkt. ?
Niet de algeuwene voorstelling, noch do alles
behovrfchende gedachte maken beiden'tot mees
terstukken, maar de kleuren en de Wnen, de sen
timenten n de. beelden, waardoor die gedachte
cu die voorstelling worden belichaamd; d. w. z.
den huu putsenden vorm verkregen, zonder w«lko
d<j eeue z.'owel abi de andere sieeDt* ijle
achimmeu jjn; terwijl wederom die vorm en daarmede
hut. kunstwerk zelve dan eerst gezegd kan wor
den te bestaan, al» hij volkomen zuiwor 4oor woerd
?f pea*iMil i- uttiicdrukt.
Iedere schenpiag bestaat nit esb talloos tul
kbinere scheppingen, wier eenheid in de ziel de«
schepper* gevonden wordt. Een sefarede dm ter
ea *e iriejpffM ia daar ter «laatao vennlakt, <?
de ziel is duur Ier phatse verdw.nen.
Dit geldt VM hut kopieeren, wow is het nHt
***b*t udtra gesteld? Twee woorden in twee
versoUUeade talm, die n begrip aanduidt»,
beteeaMneti teek dikwt^a niet het zelfde, omdat 4»
twee begtiBvem twaooa d» zelfde, veracuUleud
atfa gennatieawd, en ia allen gevalle '«n d*
USA^T*r>> tl>"11""1 w*ik« ?» datgene, wat zjf
voorstellttB, eea awrkwattrdige overeeostesaminff
bestaat De» ewereeastenuutne; is wel niut «liÖ4
met den maatstok aan te wy**n, OUMT *H laat
zich toch Mvoelea en is wa der booWoorzakon van
den indruk, dien een ge«beht op <nu nuiken moet.
Het is de taak van lederen vertaler in atta werk
die oombiuatae vao nitdrukking en klank te Kevoa.
waardoor precies aetz*Ude n/«gd wordt voor
verbeelding «u gnvoel en deo«l£de weiking wordt
teweeggebracht op het gehoor, als d« diclitor deei.
En als dit onmogelyk is, zooals niet zelden
gewbiedr. mag by zwh niet ievreiien «tellen houa
met alleen het gehoor; hetzij den geest des kzt-ri
te voldoen, «aar by is verplicht tets ander» voor
het oorspronkelijke in de pla.ta te zetten, dat
even of $sjm «TOO goed ia Set geheel deroreatie
pa-t. EigcnUjk moet Mj dus het goiieltt op nieuw
nmkon, en uitgannde van heUeltde puut, vaa
waar de dichter begon, den aandrang om te zeg
gen wat zyn hart gevoelde en tjju verbaeldiug
zag, in zjju vadtrlandoche taal de >chep|.ing on*
bouwen, dio ayn voot-ganger i.idezyu» loruimWe.
Maar om dit te vermogen, rntiet men self een
dichter zi/n.
Den docMnotrca «tj het overgelaten, deze een
voudige hunatregelcn, wier al^em-ene waarheid
cipttetnin mj«i.-lijk betwist kaa worden, op alle
byïoudere gevnJlen toe te passen. Niet ieder, dia
poüzip vertaalt, heeft daarmede de bedoel-ng, om
poene t» geven, beweegredenen van practuchea
aard zya het, dia er menigeen toe br-ngen, om
de honden aaa de voortbrengselen der oudo en
nieuwe litteratuur to slaan.
Wel heeft dn eeue oi andere kunst-enthon-iast
het recht *tu te vragen, of uet eigenln'k wel ge
oorloofd is, het vele achoone, dat de men>chvlyke
gceat heeft voortgebracht, ten gerieve vau een
Bedeclte on^er aot unrgvnooten te verhonselen.
och ik COD de pogingen van hen b.v., die zich
aun het overbrengen eener Giieksche traijoedie
Wiigcu, willen vergelijken by het leveren van gra
vures naar beroemde schilderstukken, die tuch ook
niets anders beoogen, dan den beschouwer eenig
idee to g«vea van bet origineel, en hum tot eun
kennismaking rutt dat origineel zelve aan te
sporen.
Van dit lagere standpunt on tot roy"n onder»
werp to komen, kau rncahetook al niette kwaly'k
nemen aan den heer Ham, dat hij Schiller'a meest
bekende gedicht in het Nederlandsen trachtte
weer te geven. Ry erkent zelf in ayn voorbericht
dat bü; die taak ondernomen heult, alware het
allean om, by de uitvoering der compositie vaa
A. Romberg.... een ollaudschen tekot te kan
nen doen göbmiken door hen, dio met de Duiticne
taal niot genoegzaam bekend zyn...."
Of de nrcr H. iiog andere verwachtingen van
zync vertaling koesterde, uit die vertaling zelve
laat het nicii uiet opmaken. Soms zelfs beeft hy
een betere lezing opgeofferd aaa de eischtn vaa
RomberK's muzieii, zooals mij nit eene
corr»spoude> tie van den auteur, met de redactie van dit
blad, gebleken i».
Het zou onrechtvaardig »yn, den heer H. niet
allep lof te geven, die hem toekomt, eu daarom
"??K_ik 't bem. IUL Ait. H» iv?«i«jt«' ln*"ivn A*v «V>£J>TQ
?-7 op blaoz. 13..
.Welk gcwamvl
ze
Eon kolom
Eua«' rouk dwarlt op naar boven,"
dat deze regels beter zijn, dan het gedrukte:
Welk gewcmel
Iteameht op atrait,
Waar men g»» 1 1
Boase rook dwtrlt ep naar boven,
In de compositie staat i L achter den derden
regel een vry ^' £? rust: vandaar de verandering.
Vit deze aanhaling kan men zien, dat de
schrflvcr nauwgezet en met nadenken werkte. Ht wil
daarom gaarne aannemen, dat zijn boekje voor
het .doel, dat hij zich voorstelde, zeer goed ge
schikt is.
Kunstwaarde zou ik er echter niet aan mogen
toukenucn, zooala reeds op te maken valt nit da
2e strophe op blad*. 7, die ia hot Duitsch aldus
luidt :
Znrn Werkt, das wir eruit bereiten,
Gezlemt aieli wobl eln emute» Wort;
Wenn Knto Reden «Ia .begleiten,
Dann flieazt die Arboit uonter fort.
81) las»t nn» jctzt mit Fleitz betrachten,
Waa Joreb die Bchwautio Kr»ft enUpringt;
Dou «chlechten Jfino mn»z man reraafcten,
. Der iiio bedacht, «a» er voUbringt.
Pa» ist'a j», WIK den Jtenachon zietot,
tji)J dazn vroïd ihm der Yantattd, '
Danz or im inucru Horzen apüret,
Was er onchattl mit adinor Band.
Hetgeen do beor H. op de volgende
wijze teruggeeft: _^
B(j iVarboi-1, cmatlg a
Jlag wol con crBatiu woord gehoord.
AJa trijtt rttti bom BOBU ema»g'i>,
Dtn yta\ hij vlot cn vtoolfjk voort.
'l Laat otu ttta, naajatig op témorton,
n'at'kouH tof sta»d rfiiiw- ncattt traehf,
Wit uimmtr naJenlt tmJif 'l Kerken,
Verditnt H iet, dat ticut iemand nekt,
Of atrolit niet dit don motieeh tor tere,
Gaf God nut biertoe hom 't voratu.d,
Dat hij yffitti doorgronde» Inrt,
Wat ifordt gttcrocli! tloor :ynt iiuiifl?**
Al de uitdrukkingen en regels, door mij !h
deze aanhaling gecureivecrd, zijn of onjuist, tf
mat gezegd, hetgeen na een vergelijking met hes
bovenstaande origineel een ieder duideujk moet
zijn. Dat dit eehter de zangera in betj juisM
gebruik hunner geluidaorganen zal belemmeren,
geloof ik niet: de meesten hunner denken nM
tuurlijk meer aan de muziek, of zün niet eeua
in ataat het onderscheid van ecu gorden en een
slechten tekst te waai de- reu.
Deze en mijne volgende oinnei kingen z$n daa
ook eiffenlijk niet voor hen, maar voor den auteojr
bestemd, voor het geval dat do uitgever «ea
nieuwe editio noodzakelijk mocht, achten.
Op bLidz. Il uet de beer H. iets, wat inen ui«t
alle dagen ziet:
. Kn Mmen zien wfl
Do Mdige hninvroqw,
Do mooder d«r kladrtin,
J)ea n-fpitr troeren.
Scliïtter neeft van zoo'n beschejrterde hnis>
moeder niets knantn bespeuren.
Terwfil 3 Tegeh verder:
Der zeon» moedwil kMieno.
een zeer moedwilUg rhythouw vertoont.
Op bladz. 13 vertaalt de schrijver dria te
schoonste regels vaa hst geUiabt:
' Ooch Brit des aaMbickes Kl«h<*a
lat kuiii «w'ger Bond au fleahUn,
Otrt «1H BejWclt Muraitot aoundil
gehaal .'erktferd denri
? Maar vaa '? Noodlot» donkre mM&fas)
I» «een «enw'ge trouw t* -nMbten,
Ba rat» rokt het onheil aan l
Ik meende jast, dat het Noodlot een vsm d*
treuwate din-osn ter wereld is^eu het eeniffr, wa*
den «eaaob.otadeT alle omstoadigheden b|hiyfti
het beate, w«t «e* dooa kaïn, is, liet op «ea
aeeoordje te gooien, mot mat bet i.ooittot,.niaar
\ ?
t