Historisch Archief 1877-1940
l1
m
m
Eu Itoe reddeloo» is ook de Pindwische plastiek
Tftn den kwtsttin regsl verloren ge#*ani
Alt ik hier nu nog bijvoeg, dat het woordje
?immer»" op Ui. 13, i>« r. T. o. aan den gebeden
?iu ceu irouischen, of ook wel een «l te naïcven
tint geef' '<1 naar men het opvat; dat niemand,
die het i. weet, onder het enkele woord rlicht",
5 regels verder, den bliksem cal verstaan: dat
het ?heilig vuur van binnen"; op bic. 19, boven
aan, ietwat komiek kliukt, omdat het door het
rtyu te veel de aandacht trekt, en dat eindelijk
op hl*. 23 de regel: ?Aan haar graf! windt haar
er uit" zich op ongeoorloofde wü«e uit het metrum
windt, dan het» ik 100 wat al injjne kleine grieven
opgesomd.
Moge de mededeling er van den heer Ham
opwekken, om >yn practisch werkje by een nieuwe
uitgave nog practi$:her te maken.
«?H. 6. S.
AVONDBEDE.
't Kind, de handjes saamgevoawen
Kuielt a^n moeders schopt,
Do upgjes stralend van vertrouwen,
Beide knietjes bloot.
't Jongske en moeder bidden samen,
Vurig en toch zacht.
Beider lippen fluistren: ? Amen l
Amen f goeden nncht!
VTont de zon is aan het dalen
Gansch een purpergloed
Hult de groep in gouden stralea
Vol robjjncngloed.
O mocht ik hot oog naar boven
Zoo vertrouwend slaan,
Knielen, hopen en geloven,
Biddend slapen gaan l
? Hélèno Swftrth,
EEN VONKJE.
Klein meltken, «at lit ge te turen,
In 't schemerend avonduur 't
KabouterHes dansen en gluren
Uit 't flikkerend steenkolen vuur.
Ze duren en bui Hen en zwenken
Eu drijven hun wonderlijk spel,
Ze wyzen naar u en ze wenken;
Klem meisken, dat ziet ge toch wel?
Ze nftftdron, om snel weer te wykcn
P n spreiden hun vnrigen gloed.
uu i., uieuken, kaboutertjes kijken
Veel schorper nog dan ge vermoedt.
Dat licht, in uw vriendüjke oogen,
Bet ging naar uw hartje Ken voor;
En bracht hen {ge muwt hot gedongen,)
Een sluimerend vonkje op 't spoor,
Kaboutertjes 'dansen en stoeien
En drjjven hun dartelend spel;
Ze doen er het vonkjen ontgloeien,
Klein meisken, dat voelt ge toch wel?
? De vonken'zijn glimmend vervlogen;
Kaboutertjes lange ter rust.
Klein meisken met schitterende oogen,
ü 't vonkjo in uw harte geblnschtV
. G, v. U.
BIJ'l WATER.
Ginds, by den kleinen vijver, diep in 't bosch,
Waar zich de boomen tot een groen gewelf
' verweven
En mupjes in het avondzonb'cht zweven
Daar treden'lichte voetjes over 't mos,
Een tengere gestalte buigt web. neer
En lihjft in 't koele, heldre water staren
Ze ziet een jong gezichtje, omlijst door gouden
haren
En lachende oogen, donker, diep en teer.
En wijl do boomen mischen in den wind,
Heeft 't lieflijk beeldje als achtergrond dan 't
duister
Tan 't groen gebladerte, en dan weer fel den
luister
Dor avondwolken, gloeiend rood getint.
En nis wc blikken in dat jonge hart
Treedt daar op de oppervlakte, zacht bewogen,
Nu eens tot achtergrond des twijfels droevig
zwart,
Dan weder met den rozengloed der hoop
omtogen,
Het beeld ra» den geliefde voor onze oogen.
G. v. U.
DEB,8TËBR£N~MYSTERIE.
De sterren, zingen in de lucht ?
Het is con wondervreemd gezang ?"
De zang. dien eens op 't stille veld
Een-Magiër vernam voorlang.
*
Bet was een Magiër van naam ?
Zyn wieg stond aan den Tigerstroomj
Do starren hingen over hem,
Als loovers, 10 sijn eersten droom.
En eenzaam in den kalmen nacht,
Terwyl de sterren twinkelden,
Schreef hu in magwch teekenschrift
Dd toneii, die zy tinkelden.
Doch toen de snelle rchemering
Opiweefdu langs den heil'gen nacht,
Lag vóór hem, ouontraadselbaar, ,
Cc zang, dien h\j ontraadseld dacht,
'En rastloos zocht hij, «oms bQ d«g,
En soms bij stil en starrig weer,
Den zin, die in die Dekens sliep,
Doch vond dien nimmermeer.
En immer buigt de «terveliag,
Wanneer de sterren opwaart! gaan.
Zich over het schrift, doch nimmer heefb '
De sterveling dien zang verstaan.
En toen hij slierf?noem zacht dat uur ?
? De maan on de tterwn weten 't wel?
Toen rni»chten wondre woorden langi '
Do wanden van eyn torencel.
Maar immer eoekt de tterveling,
Wanneer de sterren opwaarts gaan,
Den zang, dien h|j beschreven heeft,
Doch eens slechts mocht verstaan.
De wind, dio van de sterren waait,
Brengt wondervreemde tonen aan,
En ieder hoort, doch niemand heelt
Daarna dier zangen zin verstaan.
2 April '83. Albert Venvey.
BERICHTEN EN MEDEDEgLINGEN.
B\i Ilurtt en Blnchet (Londen) zal verschenen
een nieuwe biografie van Jiyron, getiteld: Me
Seal Lort Bi/ron: netfviettnofthejaoet'sKfe,
door John öordy Jeaffreson.
Een tweede editie is ter pers* Van Wardi»''
bekende veraaraeling. Selection* (rem the JSnglith ?
Poet», Zy tal ook een keur uit de gedichten
«ui Ro&etti bevatteu toet èw Inleidinh door
W, H. Pater. - ?'
DE A M: STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 303
In The Phrenological Journal, een tijdschrift
dat te New-York verschijnt, vindt men, in het
nommer van deze maand eene luvousgeschiedenwuiet
portret van onso landgenoute Dr. Aletta Jacobs,
onder den titel: A IKttsch Lady doctor. Dit
gedeelte bevat Child and Student en &aUn het
voüende nummer vervolgd worden. Mej. Elisc A.
llaigthon is de schryfster.
Inhoud Dageraad 15 April 1888. Verslag van
de Re Openbare vergadering. De Israëlieten als
godsdiemtigo belijders, door P. J. vau Lldik
Tbierae. ? Zelfmoord, door A. G. van Reusser..?
L'Üvangoliste van Daudet, door T. H. ? fcen
rrofoieoraal aooohelpart ijtje, door Dr. N. C.
Muller. ? Een onw|jsgcerig geschiedschrijver,
door 8. W. E. ttoorda van Eysing». ? Dageraad
en Kerkgenootschap, door P. C. F. l' rowein. ?
De maagd derDruirten, door D. N. Hartogh Hcyss
van Zoutevceu. ? B»richtcn cu Medcdeelingen.
In ons bericht, van 8 April, over WordsvtorWs
papieren, werd de naam van 's dichters zuster
vcrkeerdelijk «U Mary, iu plaats van JDorolhy
opgegeven.
Weldra zal liet honderd jtar geleden zijn, dat
Washington Iwing gaboren werd. By die
galog«nhoid zM er een nieuwo editie verschijnen
van Kiju ?Life and Lettert" roet tal van por
tretten,
Maomillan en Co. kondigen nan em nieuwe
(Engelsche) vertaling van Spinosa'n KtliicaAoot
ïhilu White, onder toezicht van J. Iltitchinson
Sterling.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Revue des Deux Monde*. (I Avril.) Le Ditc
d'Aumale. La première campagne da Condé I.
Maxime du Cawp. Ln c'narm tü privée a Paris. I.
A. Theurict. Michcl Verneuil. ï*. Lani'ituant.
«?t travers l'Apuiie et la Lucannio III. Gallet
d'Alvi-lla. Les Origines et Ie Developpument du
rationaliame rcligreux aux Etats-Uuts. F.
Itrunetière. Lo paysau sons l'anoicn régime. Gr.
Vallert, Ij'tntei-nat et la vie, do college en France et
en AngletotTo. K'mic Muoicale. Chromijap.
Ninetetnth Cctttnnj. (April). Earl of Lulton.
The Land of I'roffiisè. 6'. A. Barnett. Practicable
Socinlism. J. Lubbor!;, our nationaal
DalauccStreet. W. Tcililing, Whatshnll ido wit my son V
MfidlifH , Arnold. Isainh of Jerusaleoi. J. S.
ÜlacUe. The Urffgland Crifters. (Jardinal
Manning. I the chri»tiansty of Eogland wortli pre
serving? J, A. I'ronüil. An unsvloed historica!
riddle. Lcslie Stephen. Tho Suppression of p
rsonous opinion (concluded). F. Crai'cti. Scrvauts
of the Siok poor. Earl of Dunravun, Tbe Future
consUtutional nart v. /. Mc. Kcitsie. England and
South Airica.
Nouvelle Iterttc. (Avril), Cli. Gonnocl. Camillo
La CarméÜto IV. (r. Dttbufc fils, (iuatave Doré.
G. M, Boeyenos. Lc jnéclie de ma mèrc. II. de
Boenifr. Revue du Thé&tro. A. Astruc. Les
moeurs politiques belges.
Inbond van de Nedtvlandtc/te Spectator voor
deze week: lierichten en mcdedeelingen. ? De
jongste uitbarsting van den Etna, door dr. G, O.
J Vn.nme*. Viagaturoa. Plul<««]. ?
Briefwisseling.
Niewc uitgekomen loelten. A. Aingcr. Essays
of Elia f 350; Armstaye, Lectiu-cs oh Printiug
f4.90; Atniley, Onr 'tour in Southern India
f 11.85; Boole, Message of Psychicscience to mothers
and iiui-ees i 3.30; R. lirawn, Erin dames, riwér
and constell&Uoh i3.3l); Emerson, Essays f 3.30;
C. Engel, Early history of the violin f4.90;
Fergtisson, The Parthonon.f ll.CC; Hilkett and
Laing, Dictionttry of anonymons litterattire f23.30;
Jcffcries, Nature ncar Londen f S.90; ü. A.Itow,
Kevdation and uiodorn Theoloay f 7.80; Suercd
books of the East,- Fo-Slio-Hing-Tsanff-Kii ?
f6.eC; The vinaya Texts, 16.25; Zend, Avesta
ffi.85; Hpurgeon, IllusionsA Meditations, f 1.50;
jR. H. Story Creed and Conduct, f2.30; A. J.
Wall Indian Suake poison f 3.90; B. F. Wcstcott,
The historie fnith f3.90; C. Wordsworht,
Shakespeare's historjoal ploys a f4,90; C. H, IL Wright,
The Üook of Koheleth f7.60.
NIEUWE UITGAVEN.
ALBERDINGK THIJM (J. A.) HQVJJ d*
Groot in Amterdam, 1032. Blijspel in 2
bedrijven ?0.30
GHAPELLE-ROOBOL (Mevr. LA), Dirie
novellen. Twee poppan. ? Een vrouwen-''
hater. ? Oom Jozef . . . . . . . . ? 1.50
JONCKBLOET (Dr. W. J. A.). Geschiede
nis dtr Nederlandiche Lc-ttcrkuoda . . _ 2.90
VORSTERMAN VAN OYEN (A. A.), üu«o
de Groot en zijn geslacht ? 1,75
IIELMER (H. X), Gedichten .en versjes.
Met een aanbevelend voorbericht vnn J,
A. Albei-dingk Thüin » . . ?0.50
Nïetitce uitgaven.
E. Biré, Victor Hügo, ayant 18SO. fr. 4.?.
A. Bouvier, Amour, Misère & Cio. fr. 3.?. ?
J. Cuijnut, M. Ren m aujounllmi. fr. 4.-^-.
Commcrüon, Un niillJpn de bincttes
cüiitemporaines. Bióirraphio cominue. fr. 3.50.
A. GUI, Vihqt annóes d« Paris. fr. 3.50.
Guy de Maunassant, Une vie. (Graud roman
de moeurs.) fr. 3.50.
P. Janot, Les Maitres do la pensee moderne.
fr. 3^0
N. de Semnnow, Sons les chunesverts. fr. 3.GO.
F. Vilar*, Un homme heureux. fr. 3.50.
militaire Zaken.
VRIJWILLIGE WETENSCHAPPELIJKE
BIJEENKOMSTEN.
Niettegenstaande de zekere malaise, welke
er in het leger heerschl, beslaat er toch bij
de officieren een groote opgewektheid tol hel
onderling bespreken van militaire qucsties
en toestanden en het wisselen van gedachten
over hetgeen in het belang van het leger
en het krjjgswezen van Nederland zoude
kunnen en, naar hunne meening, zoude
letooren te geschieden.
Een tredend bewijs daarvan is de onlangs
te Helder opgerichte vereeniging van offi
cieren der marine ter beoefening der
marine-wetenschappen, en dat die zeilde
geest bij 'de officieren der landmacht
levendig is, getuigt de gestadige vermeerde'
ring van het ledental der Vereeniging tot
beoefening der krügswetentcftap, wiereerste
vergadering te 's Gravenhage, don Gen
Oclober 1865. werd bijgewoond door 94 leden,
en die op l Oelöber tó82,reflds «68 leden
telde,. ? Welk, getal gednreade . dex«a
.. , . ._? ,^t.n4 .t. ... ? .'.. . ? .-.
Opmerkelijk is het nu, dat diezelfde
opgewektheid niet gevonden wordt bij do
officieren van het leger voor en gedurende
de zoogenaamde i wetenschappelijke bijeen
komsten", welke bij do verschillende korp
sen worden gehouden. Van waar die
tegenstelling? Sprokkelaar, de schrijver der
i Militaire Sproklvelingen" in D« Militaire
Spectator geeft in de 2e aflevering van dit
jaar daarvan eenige redenen op, in hoofdzaak
neerkomende op het volgende:
1. dat do hulpmiddelen, die ten dienste
staan, de omstandigheden, die den arbeid
met den geest vergezellen, zoo weinig aan
lokkend zijn ;
2. dat de taak, om zijne kameraden vonr
te lichten, bij toerbeurt aan een ieder wordt
opgedragen.
Geen wonder dus, als e:n zoodanige spre
ker 4 er niet altijd in kan slagen om zijn
auditorium volgens het tableau van werkzaam
heden of bij order uitgenoodigd om van zoo
laat tot zou laat wetenschappelijk te zijn, in
een soms ellendig onvriendelijk lokaal, » waar
t de otcnsltisl, en nmier* eigenaardige het
ireiikvermogen mishandelende invloeden om
»den voorrang strijden met een koppig
rpo»kende kachel; waar het oog op de witte
»muren niets ontmoet dat tot studie en
»wetenschappelijke gedachten wisseling stemjl"
met zijne geschuurde tafels, een phnken vloer,
het va et vienl van gansene compagniCn of
? het met bezemen vegen van een met
klompengeschoeiden kamerwacht boven hei hoofd, waarop
de zjnd en stofdeelen door de reten der zol
dering voor beneden vallen, ? tol bepaalde
geestdrift naar de behandelde onderwerpen
te verheffen. Evenzeer is het te begrijpen,
(Int menige toehoorder zijn gaapzenuvvcn niet
lunger kan bedwingen, zijne toevlucht zoekt
lot hel rooken van lal van geducht lange siga
ren; dikwijls zijn horloge uit den zak haalt
om te zien wanneer hij vnn alles Kal worden
verlost, en dankbaar is, wanneer de leider
der bijeenkomst lot den spreker de vraag
richt, öi hij weldra tot aan -geschikt punt is
gekomen, om de voordracht afae breken,
die, natuurlijkerwijze* van zijne zijde zich
haast om «ton zoo spoedig mogelijk van zijne
ondankbare taak te kwijlen.
Ook Sprokkelen r zegt, dat de goede wil
bestaat om met den geesi te arbeiden en de
resultaten van dien arbeid aan de kuincraücn
mede te deelen, maar urnen benoemt niet
zoo in eens iedereen tot een genielbnar spre
ker"; daai toe moeten alleen diegenen worden
uitgenoodigd, dio daarvoor du bijzondere gauf
hebben. Dezen zul'cn zich gaarne daartoe aan
bieden en bovendien dfsciisstón weten uil te
lokken, hetgeen allicht anderen, ook de min
der begaafden, zal aansporen hunne krachten
te wagen aan de behandeling van hol onder
werp, dal zij in 't bijzonder hebben bestudeerd.
Welke middelen moeien er worden aange
wend om de belangstelling in de
welenschappelijke bijeenkomsten te vermeerderen en de op
gewektheid daarvoor té verlevendigen?
Het is deze vraag, welke wij willen trach
ten te beantwoorden, in de hoop, dat het
besprokene aanleiding moge geven tol weder
legging of goedkeuring en aanvulling, maar
nog meer, dal het legerbesluur er loe moge
overgaan den lust tot studie aan ie moedigen
op zoodanige wijze, dat de resultaten tot nut
van het krijgswezen eii tol heil van den
Staat kunnen dienen.
Uit de minislerieöle aanschrijving van den
29n September 1867, no. II', (Ree. Mil.,
blz. 35$), waarin de. beginselen zijn aange
geven, volgens welke de praclische en theore
tische oefeningen moeten worden geregeld,
is af te leiden, dat de regeling der theoriön
of wetenschappelijke bijeenkomsten der offi
cieren zoo da u ig behoort te geschieden, dat
er een onderscheid bestaat lusschen die, waar
van hel doel is bespreking van onderwerpen,
waarvan elk officier genoegzame kennis be
hoort te bezitten, om in de verschillende
oorlogstoestanden, waarin hij in zijn of in
den naastvolgenden rang kan worden gebracht,
naar cïsch te handelen, en die, welke cene
meer uitgebreide beoefening van krijgsweten
schappen beoogen. Is daarbij aan de korps
commandanten, die de instructie van het korps
in haren gehcelen omvang regelen, de beslissing
overgelaten op welke tijden tot het bespre
ken van boVenbedocide onderwerpen de offi
cieren vereenigd zullen worden, hetzij
bataljonsgewijzc, heizij van meerdere bataljons tezamen,
de meer uitgebreide ? beoefening der
krijgswelenschappen behoort daarentegen op het
terrein van vrije studie te blijven.
De chefs moeten de officieren aanmoedi
gen om de verschillende onderwerpen ia
vrijwillige bijeenkomsten gezamenlijk te be
spreken, door hunne leiding aan die studie
eene gewcnschte pratliwhe .richting geven en
door hun tact die bijeenkomsten nuttig en
aangenaam lovens doen zijn.
Wij zien dus, dat 'er bij de Korpsen twee
soorten van wetenschappelijke bijeenkomsten
behooren te bestaan: verplichte en vrijwillige,
en dat het legerbesluur vertrouwt, dat do
leiding en de tact der chefs voldoende zullen
zijn om de officieren, die lust tot verdere
ontwikkeling bezitten, aan te sporen de
laatstgenoemde bijeenkomsten bij te wonen.
Wij weten echter door het voorgaande, dat
over het algemeen die bijeenkomsten gerust
tot de eerstgenoemde soort gerekend mogen
worden, zoodat dan ook de goede bedoelin
gen van het legerbestuur niet worden ver
wezenlijkt. Het is dus zaak hierin eene. zoo
danige verandering aan te brengen, dat de
resultaten-aan de gekoesterde verwachtingen
beantwoorden.
Naar onze meening, is de beste oplossing,
om die bijeenkomsten niet meer orpl-sgewijze
te doen houden en de gelegenheid te ver
schaffen, dat de officieren van het garnizoen
te. zamoü kunnen koenen lot hel onderling
Jtosprcken .van datgene, wat,de belangstelling
i* hooge mate opwekt;
r. " .. ? r t >? . « .
een lokaal, dat ruim is, gezellig ingericht,
goed verlicht en verwarmd, zooveel mogelijk
in het .midden van het garnizoen gelegen, en
waarin ook eenige consumenten verkrijgbaar
zijn; wijders, dat het goed geventileerd kan
worden, ïdaar do meeslen der bezoekers tot
hel gild der rookcrs behooron.
Verder moet op den voorgrond worden
gesteld, dat de bijeenkomsten dienen tot on
derlinge oejening en dat het dus ? onder
eerbiediging van den leeftijd en de maat
schappelijke betrekking der aanwezigen ?
aan een ieder vergund is zijn persoohlyk
gevoelen uit te spreken, al moge dit ook in
strijd zijn mot dat van dengene, die in de
vergadering als spreker optreedt, of wel van
hem, die dezen bestrijdt of om nadere in
lichtingen cmtrent het besproken onderwerp
vraagt. Ter bevordering van dien
kameraadschappelijken geest is het wenschelijk de
leiding der vergadering toe te vertrouwen
aan een Commissie, door en uit de officieren
zelvcn gekozen, liefst samengesteld uil verte
genwoordigers der verschillende wapens en
dienstvakken in hut garnizoen aanwezig; deze
personen zouden weder üf korpsgewljze, óf
door al de ollicieren van het garnizoen kunnen
worden gekozen.
Du in die vergaderingen lo behandelen onder
werpen behooren van algemcenen aard lo zijn
en dus uitsluitend militaire :akcn to belreffcn.
Voor den officier loch i?, behalve militaire
kennis, ook eene zekere mate vau algemeene
kennis, o. a. van geschiedenis, land- en vol*
kenkundo, natuurkundige weienschappen, let
terkunde en vooral vreemde talen hoog
noodig; do kennis van vreemde talen kan
bovendien elk oogenblik hare practische voor
deden opleveren. De officier krijgt daardoor
niet alleen meer geschiktheid, meer waarde
als militair, maar ook voor de verschillende
betrekkingen, waartoe hij kan geroepen wor
den, terwijl zijn aanzien en dat van zijn
stand in hel algemeen daarbij winnen.
In den ..regel bevinden zich in elke
garnizoensplaats personen, zooal niet in dan toch
buiten het oftiuierskurps, die geschikt en ge
negen zijn om dergelijke onderwerpen van
algemeen wetenschappelijkcn aard te behan
delen, alsmede het onderwijs, de gezond
heidsleer, staathuishoudkunde, wetgeving,
rechtspleging, sociale qua es t ion, enz. ie be
spreken; alle onderwerpen,'waarvan de ken
nis ook voor den krijgsman van belang is.
Juist de omstandigheid, dat die onderwer
pen van zulk grooi algemeen bcUmg zijü,
maakt het zoo wcnschelijk, dat de officieren
van a We wapen» oh dienstvakken aan die bij
eenkomsten deel nemen, waardoor tevens het
voordeel wordt verkregen, dat een grooter
aantal personen tegelijkertijd tol hol gehoor
van. een spreker kan behooren'en er meer
gelegenheid zal bestaan tot onderlinge
geachtenwisscling, dan wanneer slechts de
officieren van óén korps, of van een onder
deel daarvan, tegenwoordig ïtyn. De verte
genwoordiging van de verschillende wapens
en dienstvakken zal bovendien strekken lot
het verkrijgen van juistere denkbeelden om
trent de eigenaardigheden; het gebruik en
het vermogen van elk gedeelte van het leger;
daargelaten nog, dat daardoor tevens cene
meerdere verbroedering onder die verschillende
gedeelten zal ontstaan, welke voor ons leger,
dat zoozeer behoefte heeft aan eendruchtelijke
samenwerking, zoo hopg noodig is, daar
helaas! nut overal in ons land die
karneraadschappehjke orngong tusschen de verschillende
wapens wordt aangetroffen.
Voor het legerbestuur, dat ??> wij zijn er
van overtuigd ? bereid zal wezen de
vereischtc maatregelen te treften lot aanmoedi
ging van den lust tot studio, geldt thans de
vraag: »0p welke wijze de benoodigdegeld
middelen verkregen, om de voorgestelde
regeling lot stand te brengen?"
Hoezeer het eigenlijk niet pp onzen weg
ligt om deze iinancieele qunestie op te (ossen,
willen wjj toch aanstippen wat, naar onze
mcening, reeds met, do bc&ch<kl>are gelden
zoude /?tuinen worden gödaun en hoc lang
zamerhand de aangegeven regeling zoude be
hooron te worden ingevoerd.
Het is bekend, dat bij elk korps in de
kazerne een lokaal in het bijzonder bestemd
is voor do korpibiblioiheek en dat tot het onder
houd daarvan jaarlijks cene som gclds wordt
bestemd voor het bestrijden der kosten, ver
bonden aan het aanschaffen, opleggen, be
waren van boeken, handschriften, kaarten,
plans, instrumenten en dergelijken, mits
gaders aan het meubelen, de verlichting en
de verwarming. Nu het voornemen bestaat,
de troepen zooveel mogelijk in groote
garnizoenen verblijf to doen houden, ver
dient het o. i. aanbeveling de verschillen
de jtorpa-bibliotheken in dezelfde plaats te
vereenigen tot één j7<ir»üro«»«-biblioihGek,
liefst buiten de kazerne in een afzonderlijk
gebouw, in het midden der stad gelegen.
De voor elk dier korps-bibliotheken be
schikbaar gestelde gelden kunnen .alsdan
gezamenlijk aangewend worden voor de
garnizoensbibliotheek, terwijl enkele kosten
slechts meer dan die voor één korps zullen
behoeven ie bedragen, o. a. voor meubelen,
verlichting en verwarming, zoodat men over
meerdere gelden zal kunnen beschikken tot
aanvulling der boekerij, enz. of wel deze
kan bestemmen vooor andere doeleinden,
bijv. 'in den beginne tot geheele of gedeel
telijke bestrijding der kosten van huur van
het lokaal. Allengs moeten die gehuurde
lokalen vervangen worden door andere, in
een gebouw, dat in eigendom aan het Rijk
toebehoort en zoodanig is ingericht, dat hét,
behalve de lokalen voor de bibliotheek, ook
nog andere bevat, waarin tactische en
belegeringsoefeningen op de kaart kunnen
worden, gehouden, en do gelegenheid bestaat
om een gepensioneerd onderofficier, als con
ciërge, met zijn gezin te huisvesten. Bij de
der-kotten, welke aan de
oprichdieit men in rekening te brengen, dat teven»
in de kazernes meerdere locahteit is verkre
gen, en dat in oorlogstijd het gebouw ook
voor andere doeleinden kan worden gebezigd,
byv. als magazijn, hospitaal, voor bureaus
van staven, enz. Bovendien mag niet de ytl&
quaestie de invoering van oen maatregel
beletten, vooral indien men overtuigd is, dat
deze goed is en voor het leger gunstige resul»
taten zal opleveren. Men ga ton opzichte van
deze zaak te leer by Frankrijk en Engeland.
In het eerste land wordt o. a. jaarlijks een
subsidie van 10.000 francs gegeven aan de
Rdimion de» officier» de terre et de nur
welke, den1enüctober187l imlit,sedert
1875 geworden is uit do iiooiilbibliolheek
van Parij» en op l Januari 1882 in het
bezit was van 25,000 boekwerken, terwijl
meor dan 200 Fransche en buitonlandsche
tijdschriften in ruil tegen het wekelijkse^'
orgaan ? het welbekende Bulletin ? werden
ontvangen. Voor Engeland verwijzen wij naar
No. 296 van dit Weekblad, waarin door
Bataaf eene beschrijving is gegeven van
de Royal United Service Insti/ntion, welke
van het gouvernement een jaaihjkscu sub
sidie van 600 pond sterling ontvangt. Wel
licht zoude in ons land de Vereeniging ter
beoefening der Krijgtwetentchap bereid gevon
den worden hare statuten zoodanig ie wijzigen,
dat in elke garnizoensplaats afdalingen kun
nen worden gevormd, indien de regeering
aan die vereeniging haren moreelen en
materieelen steun schonk ; wellicht zouden door
dezen steun die afdenlinsron in «f.-nt wezen
uitvoering te geven uin. uui^ci. ;rvoren
is voorgesteld. De vergaderingen uier Ver
eeniging zijn inderdaad vrijwillige wetentcltap*
pelijke bijeenkomsten; hare leden treden vrij
willig toe, betalen vrijwillig de jaarltjksche
contributie van 3 a 4 gulden en onderwerpen
zich vrijwillig aan de besluiten der vergade»
ring en aan die van het bestuur.
Wij hopen, dat het Nederlandsehe
legerbestuur, indien het niet bij machte is zelf
do vereischte maatregelen te treffen, op het
voetspoor van het Fransche en Engolsche,
er toe moge overgaan zijn steun aan ge
noemde Vereeniging te schenken, alzoo zijner'
zijds dezelfde belangstelling in
haartebetooncn, welke zij zoowel in als buiten het leger
ondervindt, en zoodoende met haar den lust
tot studie bij de officieren aan te moedigen,
onder dezen meerdere kennis van militaire
en andere wetenschappen te verbreiden en
een nauweren band van kameraadschap tus
schen officieren van da verschillende wapens
en dienstvakken te doen ontstaan.
Are&
BIBHOGEAPHIE.
De Militaire Spectator No. l.
Het tactisch optreden oener afdeeling yeldw»
tillerie, door W. F. Rappard. De gebeurtéwsse*
in Egypte in 1682. a. Inleiding, b. Het bombar
dement van AlexADdrië. (Wordt vervolgd.) leU
over het gebruik van lange en korte kanonnen
in den vestiogoorlog, door C. D. H. Schneidor.
Generaal A. W. P. Weitzel als recensent, door
M. F, H. Perelaar. Naschrift, door Weitzel. Na
schrift van de Redactie, door de Redactte. We
duwen- en weozoukas voor de officieren der
Landmacht, door E. U. D. L. M. Aan de Redac
tie van De Militaire Spectator, door- J. H, T,
Kitter, kapt. pi. .adj. Militaire aprokkelingen,
door Sprokkelaar.' Overwicht van buitenlandiwhe
tijdschriften/ -' -'
. Blad. No. G.
Een verblijdend ftit. Moéefontwenrmr de
verpleging der bezettingen van versterkte plaat»
scn ia tijd van oorlog. Verdeoling van arbeidt
Het nieuwe Ontwerp- Voorschrift op het
tirailleeren. Iets over visch-torpedp'i. Sterkte der Duit'
sohe garnizoenen in 18>)-'61. Benoemingen, enz.
SCHAAKSPEL.
No. 14,
3. J. B. te HoUvr.
ZWABT.
ba d e f g U
WIT.
Vit speelt voor on geeft la 2 zotten mat.
(Wit G, Zwart G atnklten met K A 5).
Oplossing van ScbaakprtblMm Ho. 12,
DB H«er TT.iT. to Amsterdam «and bet volgoado rprsjti
Op dan litea April
Vorloor Alt» a'n bril ?
tk heb hem freTOnden,
'Flnks voor d'oogan gejtondanl
Zoo met lialdsrder byk
Ontdekt» ik <len strik.!
K*»rt'« hatsl«n «at was g«w«êst O T-C 5, sok»»k
id. .
l B 9 at C 3 on C fit T speelt (a
2 A. 8 ? H 8 mat.
C»)
l ..... D 6 nt A » (b
B E l at E 8 mat.
(b)
l D C nt D B (e
8 A 3 nt E T m»t.
(c)
l E7ntFO
t A. 3 nt D G mat.
, INOÈZONDES OPLOSSIN«EK.
f ni»t« «ploniüigitt ontvingen wü v»n Het x'a vieren
t« Amatordam; W.'v. H. to Dolfr. ?(Po klcino
n*siag: (l April), kan <l«m oodorrtml van 't bord «
da me«*t« inzender* over 't hoofil to Lpbliea
No. 303
DE A M S T E R D A M M E B, WEEKBLAD V L
FEUILLETON.
TANTE SLOF.
KOVELLE VAN
4) ÜATHAKINA F. VAN REES.
Funte woonde in een achterbuurt, dat was
de tweede teleurstelling die ik ondervond.
l>e straat zag er breed genoeg uit, maar er
stond geen enkel voornaam huis; al wal win
kelier wiis, scheen zich hier gevestigd te
hebben, ik ging altijd maar winkels voorbij.
In een dezer winkelhuizen werd ik door myn
geleidster binnen gestooten. Het rook er
geweldig naar slukvisch en geen wonder, ik
moest er sliljkelings langs en ook langs eenige
meiden en kinderen, die hun inkoopen deden
van kruidonierswaren. Achter in den winkel
was een deur, die moest ik door en toen
een donkere trap op en over een vierkant
portaal, verlicht door een gelraliet venster,
dat op een binnenplaats uitzag, naar een
kleine voorkamer «iet een planken vloer,
matten stoelen, een eikenhouten tafel en een
groote eikenhouten kast.
? Leg hier je goed maar af, Liefje?leg
het maar af ? zeide de oude vrouw, nadat
ze van het trappen klimmen met het zware
ralies weder tot adem was gekomen.
Wei kluigelljk gehoorzaamde ik. Wat ik
mij ook voor onaangenaams had voorgesteld
van tante, dat ze zich zoo armoedig zou
hebben Ingericht, had ik toch niet kunnen
denken. Ik werd nog meer tegen haar in
genomen ; wat stond mij te wachten, bij zulk
een schraapster, want ik was nu volkomen
overtuigd, dat ze dien naam, haar reeds vroe
ger do*r mij in 't geheim gegeven, volkomen
Verdiende.'
? Zie zoo ? hernam de oude ? kou
mocht je niet meebrengen bij 't oude hart,
maak maar open die deur, maak maar open.
? Zij wees op een tuaschendeur. Ik
gehoorlaarnde en trad een grootere voorkamer
binnen; er lag een vloerkleed en er stonden
keurige stoelen 'en over't geheel netter meu
belen dan in 't kamertje, dat ik verlaten
had. In den boek, bij het tweede raam,
verhief zich een reusachtige schrijftafel, be
laden met boeken en schrijfpapier. Daarvoor
zal diep voorover gebogen de magere, lange
tante, in een donker grijzen wollen morgen
jas, met een dik koord om 't midden vast
gebonden en een schoude.rmanteltje van zwart
bont. Ze droeg geen muts en de bijna witte
haren a l'enfant. Ik had ruim gelegenheid,
om dit op te merken, want ze schreef nog
eenige regels, voordat zé 't hoofd omwendde.
9f het de zonderlinge tegenstrijdigheid was
van de win e glanzende haren en de fonke
lende donkere oogen, of dat werkelijk de
romeinsche neus haar karakteristieken in
druk op, mij maakte, om 't even, ik was
verrast, 'dat ze mij voor lien jaren zoo leelijk
was toegeschenen, wijl toch haar geel, ge
rimpeld gelaat, zeer duidelijk herinnerde aan
de schoone dagen van weleer.
? Kus je mij niet, Jette? ? vroeg ze op
haar gebiedenden toon, maar met iets in haar
pogen, dat mij volkomen geruststelde. Bij
tijds herinnerde ik mij, wat ik mij vast voor
genomen had; ik moest haar gunst winnen.
Met groote geestdrill sloeg ik mijn armen
otn haar afzichtelljken hals en omhelsde haar
Herhaaldelijk. Dat was wel wat onnatuurlijk
én zoo nam ze 't ook op, want ze eindigde
met mij lung niet zacht weg tesioolen en
schonk mij een blik, die mij op mijn hoede
deed zijn.
T- Ga ziilen ? gebood ze koeltjes.
Ik schoof een stoel naderbij en plaatsleer
Jnij op, terwijl ik onderwijl nog eens rond zag.
r- Alles wel thuis?
? Ja, Tante, vooral voel complimenten.
Vader beeft u, meen ik geschreven.
? Jawel, 't valt je hier tegen, is niet?
Zou ik uit beleefdheid het tegedeel bewe
ren? De scherpe blik scheen mij te willen
doorboren. Ik dacht aan Willem en koos
mijn partij.
Ja, Tante, om u de waarheid te zeggen.
4- Ja h voldoende. Ik leef zoo eenvou
dig, omdat het zoo moet. Heb je honger of
torst?
*- Neen.... dat is te zeggen...*
T- Ijfeen of ja?
r- Ja, Tante.
S5tj trok aan hel schel lekoord dat naast haar
schrijftafel hing. De oude vrouw kwam binnen.
? Martha ? zeide tante zoo zacht en
goedig, dat ik er hnar verbaasd op aankeek?
zet mijn nicht wat voor, wil je?
? Wel zeker, mijn hart l
Zij knikten eHcander vriendschappelijk loe
en Murtha trok dé deur weder achter zich dicht.
? Is dat uw eenige dienstbode, Tante? ?
waagde ik baar te vragen.
? Mijn eenige vriendin ? antwoordde
tante en tuurde strak op den grond.
? En....
Ik aarzelde, want ze sloeg de oogen snel
op en ze brachten mij geheel in de war.
? Ik bén niet veeleischend, lieve Tante,
maar iljn wij u dan niets?
Mijn stem beefde en da oogen liepen mij
vol tranen. Ik won veld. Haar blik verzachtte,
taar st\jve trekken ontspanden zich, zij reikte
mij haar smalle, lange; hand.
? Je kunt mij ten minste iets worden ?
sprak ze als bij zichzelve.
Ik voelde mij nu geroepen, om voor baar
op de knieën te zinken met.de betuiging,
dal ik daartoe mijn best zou doen,
Dien dag gaf ze er mij echter weinig ge
legenheid meer toe, Toen ik mij met wat
vluesch en wijn had versterkt en 't gesprek
weder wou aanknóópen, wees zij mij met
de hand af en bleef ingespannen
voortschrijven. Nu en dan kwam Martha Op de teenen
k:»*».. w_ ?u .. ?_ .t ti. -i ? .
noodig had; eindelijk sloeg ze een wandeltog
voor door de stad, maar daar had tk genoeg
van. Mijn borduurwerk moede, liet ik mij
myn logeerkamer aanwijzen. By myzelve
had ik overlegd, dal tot de spoedige verove
ring van l&nte's gunst, baar eontge vriendin
mij van grooten dienst kon zijn. Ik overwon
dus mijn tegenzin en hield naar bij 't
ontpakken van mijn koffer aan de praat.
? Heeft tante bier veel kennissen?
? Kennissen? O ia, die zij gebruiken kan
en die haar gebruiken kunnen, maar: liefje,
niet voor ons, niet voor ons l
Nu nog mooier, dat onaanzienlijk schepsel
scheen zich werkelijk met mij op óén lyn
te stellen. Ik had moeite, om mija veront
waardiging te bedwingen.
? Kijk eens uit dn raam, schatje, zie je
dien boekwinkel? Dien boekwinkel, zeg ik?
Zij wees mij een vrij aanzienlijk huis aan.
Tot mijn blijdschap bemerkte ik, dat mijn
vensters op een ruim plein uitzagen, dat
verzoende mij eenigszios met den kruide
nierswinkel beneden in de straat. Het plein
scheen de wandelplaals van de beau-monde
en er was ook een café, waar officieren in
en uitgingen. Ik begon wat opgewekter te
worden.
? Wat moet ik aan dien boekwinkel zien?
? De Mijnheer komt wel eens hier, voor
zaken, schaije, voor zaken, maar niet voor
ons. niet voor ons!
Zij lachte en wees mij roet den vinger
aan. Daaruit werd het mij duidelijk, dal ze
meer uit gewoonte dan uit overleg voor het
bedoelde enkelvoud »u" het kluchtige meer
voud »ons" gebruikte. Dat verzoende mij ook
meer met haar.
? Is die Mijnheer jong? ? vroeg ik naar
het café turend.
? Jong van jaren, maar oud van slimheid.
Als zij verkoopen wil 't oude hart, heelt hij
altijd overvloed, moet ze koopen dan heeft hij
gebrek, dat is nu niet anders, dat is niet anders.
? Dus is tante altijd aan 'l verkoopen en
koopen van boeken ? Dan kun je mij wel
iets te lezen bezorgen.
? Op het poriaal staat de boekenkast.
Je hebt de boeken maar voor 't krijgen,
kindje, maar voor 't krijgen.
Dat was al weder een geruststelling. Met
een opgeruimd gezicht verscheen ik aan het
avondmaal. Tante zag er vermoeid uil; zij
leunde achterover in haar leuningsloel, de
bijbel lag voor haar op tafel. Tot mijn ont
steltenis schoof Marlha ook een stoel aan en
plaatste zich lusschen mij en tanle. Wijl ik
evenwel bljtyds bemerkte, dnt tante mij op
lettend gadesloeg, vertrok ik mijn gezicht
oogenblikkelijk zoo vriendelijk mogelijk.
Tante en Marlha vouwden de handen en ik
deed het haar na. * Vergeef ons onze schul
den, Heer! ? bad tante op ontzag wekkenden
icon, en laat ons niet vergeten, dat Gij ouze
harten proeft en wij niet lot u kunnen ingaan
dan door onzen Heiland Jezus Christus."
Daarna sloeg ze den bijbel open en begon
te lezen over de geveinsden van hart. Ik
ben niet verwaard, maar dat kende ik tocb
al lang van buiten en ik liet dus mijn ge
dachten den vrijen loop. Dat bracht mij op
vele vragen, die ik tante .wou doen ? en
nauwelyks had ze dan ook den bijbel dicht
geslagen, of ik begon over den
boekverkoóper, en de boekenkast, die mij door Martha
werden aangewezen.
Marlha zag mij daarop zeer zonderling aan
en tante zeide met iets snljdends in haar -stem.
? Straks 't hoofdstuk nog eens nalezen,
Jette.
IV.
Na dezen flater maakte ik er geen enkele
meer.
Ik bon niet ingenomen met mljzelve, maar
dit rekende ik mij toch lot eer; voor iemand,
die eraan gewoon was geraakt, om
beleefdheidshalve zichzelve te verloochenen, als 't op
het uiten eener meening aankwam, kon het
geen geringe taak geacht worden, fluks
bij de hand te zijn met zijn toestemmend
of Ontkennend antwoord. En dit verlangde
tante toch bepaald. Ze hoorde liever een
grolheid dan een onwaarheid, dan eerst kon
ze beoordeelen hoe of de menschen gescha
pen waren, beweerde ze. Als men een doel
beoogt, schikt men zich naar de omstandig
heden. Ik wist spoedig hóe ik mij te gedra
gen had, wou ik tante behagen, 's Morgens
voor koffietijd moest ik haar met rust laten,
na de kolGe de boodschappen voor haar doen,
die zij Martha had opgedragen, waardoor de
oude sloof minder te doen kreeg, veel in
den bijbel lezen en het gelezene met haar
bepraten.
Wij volstrekt niet nieuwsgierig beloonen,
waarom ik ook nog niet naar Marielje had
durven vragen, en altijd bereid zijn, om over
anderen een zachter oordeel te vellen dan
over mijselve. Ik ben niet hoogmoedig, maar
dal ik mij altijd geringer moest voordoen
dan ik mU voelde, "kwam mij. tóch zoo be
spottelijk voor. dat ik er in de eenzaamheid
dikwijls over lachte.
Wijl ik op mijn kamer natuurlijk voor het
venster zat, dat met het fraaie zomerweder
veelal wijd open stond en op mijn wegen
door de stad niet altijd het plein kon ver
mijden, sprak het vanzelf, dat ik niet on
opgemerkt was gebleven door de bezoekers
van hel café. Dal werd wel eens lastig, omdat
ze ml) begonnen te groeten en ik terug moest
groeten, ook als Marlha bij mij was, of als
ik by tante in de voorkamer m den bijbel
las. Nu, zij zat dan met den rug naar ro(j
loe, dus zou ze er wel niets van bemerken,
dacht ik, wanl ik rokende niet op een ron
den spiegel boven haar schrijftafel.
Op dea vierden dag werd mij dit, reeds
duidelijk gemaakt. Juist had ik met groote
belangstelling in de stratt gestaard.
? Jette! ? Klonk unte'a sWm «Ja een klok
Ik vroeg niets maar gehoorzaamde.
Zij klopte haar pen uit en keerde s
geheel naar my toe. Tot mijn verwonder
zag ze er veeleer treurig dan boos uit.
? Wou je zoo graag trouwen ? ? v
ze op meewarigen toon.
Ik voelde, dat ik bloedrood werd. Dal
dan ook een beleediging zonder wee
maar ik wou niet in één oogenblik
weder verliezen, w^t ik met zoo groot'
spanning in die djgcn had gewonnc
beheerschte mij met kracht en antwot
zoo bedaard mogelijk.
? Dat kan er n;iar zyn, Tante.
? Bravo! ? riep ze on knikte v
noegd, ? je leert aan.
Is er dan iets mot je aan de hanu i *e
moeder zegt het, je rader gelooft het nieL
? Vader weet er ook niets van, Tante.
? Hij diende er dan tocb wel iets van
te wéten, Jette.
? De zaak is nog zoo ver uiet, Tante.
Hij moet toch eerst een betrekking hebben,
tenzij iemand ons te hulp komt.
Dat was duidelijk en klaar uitgedrukt, maar
tante scheen er nieis van te begtijpen.
? Wie bedoelje met dien hy, Jelte ?
? Coenrad, Tatilc.
? Coenrad? ? riep ze met vervaarlijke
oogen.
Overtuigd, dat ze hem den sneeuwbal nog
niei vergeven had, haastte ik mij, om daarvan
geheel de schuld op mij te nemen, 't geen
ik met meer recht van de
speldengeschiodenis had kunnen doen.
Dat maakte haar kalmer, ten minste, ze zag
er weder uit als to voren, met iets
meelijdends in de uitdrukking van haar peinzend
gelaat.
? Ben je wel zeker van Coenrad ? ? vroeg
ze ongewoon zacht.
? Hoe vraagt u dat zoo, Tante? Men kan
wel iets verslaan zonder dat hot Uitgespro
ken worxli!
? Dus heeft hy niets gc/.egd van dien
aard ? Niets, dat ttem (ot een teil zuu kunnen
goinaakt worden, als hij 'l bij voorbeeld an
ders meende?
? Ik ben niet lichtgeloovig, Tante, maar
als Jeinaftd mij op allerlei wijze toont, dal
ik hem niet onverschillig ben, dan heb ik
zijn woorden niet nooilig.
Tante streek zich met de hand langs de
oogen. 't Scheen mij toe, dat ze lachte; dat
verontrustte mij veel meer dan hanr vervaar
lijke oogen vau daareven.
? Denkt u er nnders over, Tanle?
Ze liet de hand zakken en zag mij lang
en onderzoekend aan, (oen zeide ze kortaf;
? Ja,
Er viel niet aan te twijfelen, of ze wist
er meer van en dat was ook zoo, want zo
ging naar haar schrijftafel en nam er een
brief uit dien ze mij liet lezen.
O gruwel, Gocnrad had mij bedrogen!
Zoo schreef hij, de verrader met zijn open
blik en zijn eerlijk gezicht, waarop ik al mijn
vertrouwen had gesteld.
«Mi'jufliouw!
B De innige liefde, die uw pleegdochter my
»inboezemt en de blijde zekerheid, dat ze
»mijn oprechle gevoelens beantwoordt,
spo»ren mij aan tot het biddend verzoek, of,
»ge in onze vereeniging wilt toestemmen,
iDominé Krab, die zich in dit geval onzijdig
«verklaarde, verwees mij naar u. Mijn
uit»zichten zijn niet slecht; weldra hoop ik
Burtgemeester te worden, al is het dan ook maar
»van een klein dorp. Aanvankelijk zal ik
»finantieel gesteund worden door mijn vader,
v die niet overmogend is. Wijst
gemijnaan»zoek niet af, 't geen God verhoede, dan zal
»mijn vade_r u bezoeken, om 'teen en ander
«nader metste bespreken, Dat de lieve Marie
«zich geheel zal schikken naar den wensch
t van haar lieve tweede moeder, zooals zij u
t noemt, is een voorwaarde te billijk, om er
»mij legen te verzetten, hoc ze m(j dan ook
»reeds een maand lang op de pijnbank houdt.
Van de vergissing van Mevrouw Sparber be
tuig ik mijn onschuld. Mijn huisheer heeft mij
dan ook volkomen vrijgesproken. In waar
heid, het doel mij leed, dat ik hem moest
verzoeken, om u dit nog eens schriftelijk te
bevestigen.
In afwachting van uw spoedig en gunsig
antwoord, heb ik de eer te zyn, Mejuffrouw,
de hoopvolle en ongeduldige aanbidder van
uw Marie,"
Coenrad Kemp. " ?
(Word* vervolgd.)
SCHOOL.
DIDASKALIA.
XIV.
Hoewel in do xret op het H. O. (art. 74) Ii bepaald,
dat de rcctor-magnificus aan elke universiteit
door den koning benoemd wordt, ? voor den duur
tan etd atudiejnar", en bH den aanvang van het
studiejaar zijae waardigheid in hot openbaar.aan
«ijn opvolger overdraagt (art. 80); van daar dat
dei zomers aan do vier universiteiten bjjn» gelijkr
t|j(lig dezelfde plechtigheid plaats vindt; evenwel
gaat men van de goede, oude gewoonte niet af
om in Febr., Maart en Augustus, te Leiden,
Utrecht den dies riatalis te herdenken.. Zoo ook
weder de' votïgo week te Utrecht, wa_ar do
booglecrnar Val e ton eene redevoering uitsprak over
hét Volgende ondorwevp: .Hoe de
geicmcdschrj}vioff van hot Soodsohe volk w bewaard gebleven."
Wü citten wederom midden in etameni van
allerlei werk, en 't i* nu eu dan of men er in
ons land op uit i*, om er nog wat bij uit te
vinden; men zou byna kunnen vragen of'er wel
één dag in 't jaar is (zon- en feestdagen minchien
uitgezonderd), waarop men in Nederland niet het
een of anderexaraenafneemt; «eerlezeniwawdig
ÏB daarom het loadlngartikel in het Schoolblad
van 3 April, hetwelk ton tektt heeft: ?Afschaf
fing van exnmeni, in het blonder van die voor
toelating tot de hoogere burgenenden en
gjmnaiia."
De «ehrjjver dringt daarin aan op de
afichafflng dter exumofts, maar ook van de eindexame'nt
der gymtiMia eu H. B. Seholop; , bj) wit aan de
beide 'inrichtingen het 1v* vromMNUNK
mnatregcl, b(*>>rokcn. üe
gekomen omd.v het voor kantoorbedienden hoogst
moeilijk is eene akte van bekwaamheid te ver
krijgen, welke als aanbeveling strekken kan; de
verslagen vun do ak'c-examenj M. O. van de
laatste jaren zjjn dtiür om te bewijzen hoe treu
rig hot met de vereiscbte kennis der examinandi
voor dat van boekhouden gesteld was. In de
laatste acht j ircn worden 020 eandidaten geëxami
neerd, on van deze kregen slooUts li)5 ecq diploma,
d. i. te zegden voor ecnool- of Imiaoiidcrwijs; on
geveer tweederden van de geslangden moest zich
met eene akto voor haisonderwus tevreden stel
len ; aangezien do handel een andere kennis vraagt
dan bet onderwijs, heeft ?Mcrairius" besloten
hieraan te gcnioct te kompn, en ünl zich dus bii
de af te nemen examens geheel op haudelaxubiea
bewegen; deze maatregel verdient zeker toe
juiching, want lo. Kullen daardoor de tallooze
handelabedienden beter gebaat worden, dan tot
nog toe, nu zjj zich voor een bawy» van bekwaam
heid slechts tot cene commissie van examinatoren
voor M. O. konden wende.-), en 2o. zal het tijd
en geldroovende examen in het boekhouden,
zooali het tot nu toe plaats voml, daarduor sterk
verminderen, zoo niet geheel ophouden (NI), het
rapport over 1880 zei>ie dat cue nieuwe lecrnar
in het boekhouden den lande op meer dan f 100
te staan kwam). Eere aan?Mcrcnrius" voor etfn
practischen maatregel! ?
Dezer dagen is te Wapeningen het nieuwe
iuternant voor de l'uks-landbouwschool, in gebruik
genomen; 't is een flink gebouw, met een tuin er
naast, dat naar ik meen gehoord te hebben, bgna
eene halve ton kost; 't is dus te hopen 'dat er
druk gcbrirk van gemaakt wordt.
In de laatste üa^cn is ook weder eens voor de
tuóveehte maal de voorbereidende Mtudie voor
aanstaande gèneeshoercn besproken: Dr. Abresoh
besprak dat in de Amsti-rUammcr, vn bleef als
Jeei-aar aan. een (rvnicasium vóór een
voUcdigcu cursus aan zulk een inrichting, doch
vuegde en toch bij, dat hij zich een volledigen
curau* en eindexamen van oeu U. B. school ge>
w^nscht kou duukun ?omdat (Ut ten minste eene
opli iiling is uit tvn'siuk." Pc lioogleei aar Koster
bespr'pékt in het Tijdschrift voor geneeskunde
de oad'jelraatige overlading met Giicksch en
Latijn cedureivlo de twee laatste jaren aan het
(jymuaaium «u liet gebrekkige van het onderwijs
in natuur-weten«chappcn.
Dat f r voor sommige vakken bij het M. 0.
gebrek aan leeraren b.-stsat, bleek dezer dagen
genoegzaam te Devei.ter, waar zich voor eene
.vacature Nederlandsen slechti een spllicitqnt.
aanmeldde, en nog v. el iemand dio onbevoegd was.
Een leeraar van het gymnasium en twee van do
II. B. boden, zich aan otn in de vacature te
vooraien, totdat zich een beroemd persoon aan
meldde. Destuurdercn en commisiari&sen vaa
Toozicht en de Directeuren hadden daar lege a,
en by eene bcitlissirg in den R>iad staakten daar
over de stemmen; die eenige sollicitant trok zich
evenwel na dien tijd tertig. Dat ei* juist voor
Nederlandach gebrek bostAut is duidolqk nis men
zich herinnert, dat er bij de acte-examens in
November 1.1. van ruim 29 examens mede slechts
aan twee het verlangde diploma is uitgereikt.
De acte examens voor het L. O. hebben blijkens
de verschillende bladen tot heden toe nog al
gunstige resultaten opgeleverd, ruim 2/3 der
examinandi slaagde; de gunstige uitslag zal
wel hoofdzakelijk aan de goed geregelde nor
maallessen te danken zijn; dat was ook het
vorige jaar reeds duidolgk merkbaar, ca toch
u er op het platteland nog gebrek! Een sterk
voorbeeld daarvan 'a b. v. wat dezer dagen weder
voorkwam; te Assen waren ruim 70 sollicitanten
voor hoofd eener school aldaar, en te Harderwijk
geen enkele; bij eeno latere oj
er slechts vier. 't Is waar, het
daarbij eene hoofdrol, doch wcll<
zou eenige jaren geleden ecm
roeping nebben gedaan voor
Tan f 700 met vrjje woning en 1
Do lezers zullen zich herinuoi <!
meente Aduanl onlangs een r
men werd, waarbij gec-n leerling
jarigen leeftijd op do openban .
toegelaten; zooals to wrwachtec
de Koning dit raadsbesluit by
80 Maart 11. vernietigd.
Do algemcene vergadering var
vnn christelijke onderwijzers en .
in Nederland, zal 15 en lü Mei
houden worden. Onder do onde.
handeling komen o. a. voor oen
leden te schrappen, die van het
het openbaar onderwijs overgai
Minister beboorljjka bezoldiging
onderwijzers to verzoeken, die op
riug yaccinel\jsten en dergelijke
honden enz. .
De heer J. Esscr heeft de vi
Erogramma omschreven van de i
m; bjj wil geon roaatschappeljjk
.onderwas voor GoJs rijft bini v
door Gods woord bepaald". Di .
onderwijs in lezen (Openb.I, D), c .
ken III, 3 en Je-aja XLIV, 6) en
eenige andere vnkken als aardrijk
deilis (Deut, XXXII,7), s terreknnd
en natuurk. historie (Ps. CXXX\
Voor ik ieindig moet Jk nog e< ,
op iets dat in No. XII mjjner I
kwam en betrekking had op de l
den heer Haanstra te Leiden;
?dat het Nieuwe Schoolbladiich d,
maakte... en dat dus door dei
eene onbescheidenheid begaan i
spreken, daar hij er nog niets .. .
hebbon of weet. D» heer Ven >
daarover, blykens een my gozon ?
harnas aangetrokken en heeft bez
wijze, waarop de ondergoteekendi >
springt". Ik spring volstrekt niet ? . ,
en om hem te bewyzen dat ik het >
blad wel gelezen heb, geef ik h!*r ?'
heeren Vcrsluys' artikel zooals 't«
wiarnit de Uier beoordeelen kt .
vroolak maakt of niet, en ik laat >
gen hetgeen de heer Haanstra ia
ran 25 Maart daarop antwoordde; i
ander verplicht om daardoor den
't Nieuwe Schoolblad te doen aien,«
der Didaskalia niet anders doet di
en goen loopje of sprong met iems '
neemt; in m|jne opvatting sta ik >
alleen, rgl. daarover .Een Bielkund
No. 18 van ket Schoolblad.
Het artikel uit het Nieuw Schc ? ?
antwoord van den .heer Haanitra h
?Kaar .we vernemen, is da hebt U
in de weer met het verspreiden
Hbt
wordt gemaakt van af Meldingen of
twi op het schoolbord. Ooi b. v. hot woor£
t* laten legen, Joat hy naast bet eerst'
't woord een A-ar teekeneu «n naast hè
een pet. Het valt echter i» 'i oog. ds!
>. anier geheel verkeerd is. Op die wün
men de kinderen io den waan, dat hè
carpet iets te maken heeft met de begrip*
? en pet.
i moet volgens ham hot woord M (van 't
iord liggen) worden voorgesteld door een
ing couer lei. Dit is, zoo mogelijk, nog
?der.
verwaoh'en dan ook niet, dat iemand
zoo onpaedagogisch zal zyn, om die leer»
toe te passen. Ook zouden wty het
butiett.ls leidsclic kindercu daaraan werden opge
ef toekomitige bcwaarschoolhouderessm
n dwepen met zulk een handelwijso.
inneer we ondanks dat alles hopen, dat de
jz« het licht zal zien, dan u het alleen om
i oen uurtje vrooljjk moe té maken, en om*
dat we zulk een genoegen ook gaarne aan em
ander gunnen."
? Mgnhttr de redacteur! (van het VoOttblad).
Het is, dunkt my, een ongehoord feit in de
geschiedenis van d« pers, dat'iemand een
leerwü';c, pdie het licht cal uien", beoordeelt vóór
ze is uitgegeven; nog erger: vóór de
beoordoelaar ze kent. En zoo handelt de redacteur van
liet Nieutce Schoolblad. Uit den toon en den
inhoud van zyn stukje blykt, dat hy spreekt van
«en nydig opgesnuffeld kruimpje.
Er is inderdaad een nieuwe leesmethode ia
bewerking, dia te harer tyd het licht zal zien*.
Gaarne wenichte ik op uw uitnoodiginff erovev
in b(jzo))dorhedeu t o treden; ik meen eootar, d^
de indiscretie van den heer Versluys my niet be
hoeft te noodzaken, mün plannen te verhaasten.
Met de meeste hoog \chting
Iteiden, 20 Maart '83. W. Haanstra.
Geloof raü steeds gaarne,
M.
9 April 1883. Q. 5.
ALLEHLKI.
Een jonge man,
"T r-ïork
Em strijd op leven en dood.
dio onlangs in Windsor-hotel te Ncw-lork een
hnndel in curiositeiten opende, is ook in het bezit
van Arizo*na-Tnrantuta*s (proote spinnen), over
wier boosaardigheid en vcrfoeilgke eigenschmppM
re-fds veel is geschreven. Onder de cnriositeitesi
der vcrznmolmc; bevonden zich twee geheet
volwassen exemplaren van dit diersoort. Hot
ecn>« behoorde tot do bruine, het andere tot bet
zwarte soort. Men bracht ze beiden in een met
glas bedekt kistje, van twee vierkante voet ia
omvang, welks bodem met een laag zand
bostrooid wns. Niiuwcljjfcs had de cene Tarantnla
de aanwezigheid van de andere ontdekt, of zjj
wierp zich er woedend op. Zij omvatten encander
met hare lange behaarde pooten en rolden ia
het zand rund, woedend elkander bytend en uit
alle niiicht zich werende als 'of zij door de kracht
harer spieren elkander poogden te verwonden.
Hoe ongelooflijk het scbyut, dit soort van
oorlogroeren duurde volle zes uren, in welk tijdsverloop
men nauwelijks kon l)ospeuren, dat de een op de
andere eecig voordeel had behaald of de minste
neiging toonde den kamp, anders dan met den
dood, harcr tegenstandster te eindigen. Ten
laatste delfde de zwarte h«t onderspit en rolde
dood iu het zand, terwijl de overwionaras zich
gereed maakte de vrucht van haar langen- strijd
te plukken. De overwonnen vftandin met ban
harde vos! horens of scharen aanvattend, rukte
zij haai' lid voor lid uiteen, en maakte aanstalten.
op koelbloedige wyze zich nan banr te vergasten»
Iu korten tijd was er niets over dan een hoopje
omhulsel om de plek aan te duiden waar een
TarnntnU gevallen tra en de andere haar
opgahad. .
Eene ditre wraakoefening. Eeoige dagen ge
leden werd voor do rechtbank te Aii een man,
Jnrgy geheetcn, wegens diefstal onder verzwarende
omstandigheden tot achtjarigen dwangarbeid ver
oordeeld. Vertoornd over zyn straf, trok Jargv
zyo bars ijlings uit en slingerde dien den Presi
dent naar net hoofd. Het Hof evenwel, niet van
plac zich deze beleediging vaa zijn voorzitter
te 'laten welgevallen, beraadslaagde onmiddellijk
over dit iroinve vergrijp, en veroordeelde nogta
diezelfde zitting Jargy tot vyf jaren dwangarbeid
daarenboven en tien jaren tnnxicht dor nnliti*.
i-i