De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 15 april pagina 3

15 april 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l1 m m Eu Itoe reddeloo» is ook de Pindwische plastiek Tftn den kwtsttin regsl verloren ge#*ani Alt ik hier nu nog bijvoeg, dat het woordje ?immer»" op Ui. 13, i>« r. T. o. aan den gebeden ?iu ceu irouischen, of ook wel een «l te naïcven tint geef' '<1 naar men het opvat; dat niemand, die het i. weet, onder het enkele woord rlicht", 5 regels verder, den bliksem cal verstaan: dat het ?heilig vuur van binnen"; op bic. 19, boven aan, ietwat komiek kliukt, omdat het door het rtyu te veel de aandacht trekt, en dat eindelijk op hl*. 23 de regel: ?Aan haar graf! windt haar er uit" zich op ongeoorloofde wü«e uit het metrum windt, dan het» ik 100 wat al injjne kleine grieven opgesomd. Moge de mededeling er van den heer Ham opwekken, om >yn practisch werkje by een nieuwe uitgave nog practi$:her te maken. «?H. 6. S. AVONDBEDE. 't Kind, de handjes saamgevoawen Kuielt a^n moeders schopt, Do upgjes stralend van vertrouwen, Beide knietjes bloot. 't Jongske en moeder bidden samen, Vurig en toch zacht. Beider lippen fluistren: ? Amen l Amen f goeden nncht! VTont de zon is aan het dalen Gansch een purpergloed Hult de groep in gouden stralea Vol robjjncngloed. O mocht ik hot oog naar boven Zoo vertrouwend slaan, Knielen, hopen en geloven, Biddend slapen gaan l ? Hélèno Swftrth, EEN VONKJE. Klein meltken, «at lit ge te turen, In 't schemerend avonduur 't KabouterHes dansen en gluren Uit 't flikkerend steenkolen vuur. Ze duren en bui Hen en zwenken Eu drijven hun wonderlijk spel, Ze wyzen naar u en ze wenken; Klem meisken, dat ziet ge toch wel? Ze nftftdron, om snel weer te wykcn P n spreiden hun vnrigen gloed. uu i., uieuken, kaboutertjes kijken Veel schorper nog dan ge vermoedt. Dat licht, in uw vriendüjke oogen, Bet ging naar uw hartje Ken voor; En bracht hen {ge muwt hot gedongen,) Een sluimerend vonkje op 't spoor, Kaboutertjes 'dansen en stoeien En drjjven hun dartelend spel; Ze doen er het vonkjen ontgloeien, Klein meisken, dat voelt ge toch wel? ? De vonken'zijn glimmend vervlogen; Kaboutertjes lange ter rust. Klein meisken met schitterende oogen, ü 't vonkjo in uw harte geblnschtV . G, v. U. BIJ'l WATER. Ginds, by den kleinen vijver, diep in 't bosch, Waar zich de boomen tot een groen gewelf ' verweven En mupjes in het avondzonb'cht zweven Daar treden'lichte voetjes over 't mos, Een tengere gestalte buigt web. neer En lihjft in 't koele, heldre water staren Ze ziet een jong gezichtje, omlijst door gouden haren En lachende oogen, donker, diep en teer. En wijl do boomen mischen in den wind, Heeft 't lieflijk beeldje als achtergrond dan 't duister Tan 't groen gebladerte, en dan weer fel den luister Dor avondwolken, gloeiend rood getint. En nis wc blikken in dat jonge hart Treedt daar op de oppervlakte, zacht bewogen, Nu eens tot achtergrond des twijfels droevig zwart, Dan weder met den rozengloed der hoop omtogen, Het beeld ra» den geliefde voor onze oogen. G. v. U. DEB,8TËBR£N~MYSTERIE. De sterren, zingen in de lucht ? Het is con wondervreemd gezang ?" De zang. dien eens op 't stille veld Een-Magiër vernam voorlang. * Bet was een Magiër van naam ? Zyn wieg stond aan den Tigerstroomj Do starren hingen over hem, Als loovers, 10 sijn eersten droom. En eenzaam in den kalmen nacht, Terwyl de sterren twinkelden, Schreef hu in magwch teekenschrift Dd toneii, die zy tinkelden. Doch toen de snelle rchemering Opiweefdu langs den heil'gen nacht, Lag vóór hem, ouontraadselbaar, , Cc zang, dien h\j ontraadseld dacht, 'En rastloos zocht hij, «oms bQ d«g, En soms bij stil en starrig weer, Den zin, die in die Dekens sliep, Doch vond dien nimmermeer. En immer buigt de «terveliag, Wanneer de sterren opwaart! gaan. Zich over het schrift, doch nimmer heefb ' De sterveling dien zang verstaan. En toen hij slierf?noem zacht dat uur ? ? De maan on de tterwn weten 't wel? Toen rni»chten wondre woorden langi ' Do wanden van eyn torencel. Maar immer eoekt de tterveling, Wanneer de sterren opwaarts gaan, Den zang, dien h|j beschreven heeft, Doch eens slechts mocht verstaan. De wind, dio van de sterren waait, Brengt wondervreemde tonen aan, En ieder hoort, doch niemand heelt Daarna dier zangen zin verstaan. 2 April '83. Albert Venvey. BERICHTEN EN MEDEDEgLINGEN. B\i Ilurtt en Blnchet (Londen) zal verschenen een nieuwe biografie van Jiyron, getiteld: Me Seal Lort Bi/ron: netfviettnofthejaoet'sKfe, door John öordy Jeaffreson. Een tweede editie is ter pers* Van Wardi»'' bekende veraaraeling. Selection* (rem the JSnglith ? Poet», Zy tal ook een keur uit de gedichten «ui Ro&etti bevatteu toet èw Inleidinh door W, H. Pater. - ?' DE A M: STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 303 In The Phrenological Journal, een tijdschrift dat te New-York verschijnt, vindt men, in het nommer van deze maand eene luvousgeschiedenwuiet portret van onso landgenoute Dr. Aletta Jacobs, onder den titel: A IKttsch Lady doctor. Dit gedeelte bevat Child and Student en &aUn het voüende nummer vervolgd worden. Mej. Elisc A. llaigthon is de schryfster. Inhoud Dageraad 15 April 1888. Verslag van de Re Openbare vergadering. De Israëlieten als godsdiemtigo belijders, door P. J. vau Lldik Tbierae. ? Zelfmoord, door A. G. van Reusser..? L'Üvangoliste van Daudet, door T. H. ? fcen rrofoieoraal aooohelpart ijtje, door Dr. N. C. Muller. ? Een onw|jsgcerig geschiedschrijver, door 8. W. E. ttoorda van Eysing». ? Dageraad en Kerkgenootschap, door P. C. F. l' rowein. ? De maagd derDruirten, door D. N. Hartogh Hcyss van Zoutevceu. ? B»richtcn cu Medcdeelingen. In ons bericht, van 8 April, over WordsvtorWs papieren, werd de naam van 's dichters zuster vcrkeerdelijk «U Mary, iu plaats van JDorolhy opgegeven. Weldra zal liet honderd jtar geleden zijn, dat Washington Iwing gaboren werd. By die galog«nhoid zM er een nieuwo editie verschijnen van Kiju ?Life and Lettert" roet tal van por tretten, Maomillan en Co. kondigen nan em nieuwe (Engelsche) vertaling van Spinosa'n KtliicaAoot ïhilu White, onder toezicht van J. Iltitchinson Sterling. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Revue des Deux Monde*. (I Avril.) Le Ditc d'Aumale. La première campagne da Condé I. Maxime du Cawp. Ln c'narm tü privée a Paris. I. A. Theurict. Michcl Verneuil. ï*. Lani'ituant. «?t travers l'Apuiie et la Lucannio III. Gallet d'Alvi-lla. Les Origines et Ie Developpument du rationaliame rcligreux aux Etats-Uuts. F. Itrunetière. Lo paysau sons l'anoicn régime. Gr. Vallert, Ij'tntei-nat et la vie, do college en France et en AngletotTo. K'mic Muoicale. Chromijap. Ninetetnth Cctttnnj. (April). Earl of Lulton. The Land of I'roffiisè. 6'. A. Barnett. Practicable Socinlism. J. Lubbor!;, our nationaal DalauccStreet. W. Tcililing, Whatshnll ido wit my son V MfidlifH , Arnold. Isainh of Jerusaleoi. J. S. ÜlacUe. The Urffgland Crifters. (Jardinal Manning. I the chri»tiansty of Eogland wortli pre serving? J, A. I'ronüil. An unsvloed historica! riddle. Lcslie Stephen. Tho Suppression of p rsonous opinion (concluded). F. Crai'cti. Scrvauts of the Siok poor. Earl of Dunravun, Tbe Future consUtutional nart v. /. Mc. Kcitsie. England and South Airica. Nouvelle Iterttc. (Avril), Cli. Gonnocl. Camillo La CarméÜto IV. (r. Dttbufc fils, (iuatave Doré. G. M, Boeyenos. Lc jnéclie de ma mèrc. II. de Boenifr. Revue du Thé&tro. A. Astruc. Les moeurs politiques belges. Inbond van de Nedtvlandtc/te Spectator voor deze week: lierichten en mcdedeelingen. ? De jongste uitbarsting van den Etna, door dr. G, O. J Vn.nme*. Viagaturoa. Plul<««]. ? Briefwisseling. Niewc uitgekomen loelten. A. Aingcr. Essays of Elia f 350; Armstaye, Lectiu-cs oh Printiug f4.90; Atniley, Onr 'tour in Southern India f 11.85; Boole, Message of Psychicscience to mothers and iiui-ees i 3.30; R. lirawn, Erin dames, riwér and constell&Uoh i3.3l); Emerson, Essays f 3.30; C. Engel, Early history of the violin f4.90; Fergtisson, The Parthonon.f ll.CC; Hilkett and Laing, Dictionttry of anonymons litterattire f23.30; Jcffcries, Nature ncar Londen f S.90; ü. A.Itow, Kevdation and uiodorn Theoloay f 7.80; Suercd books of the East,- Fo-Slio-Hing-Tsanff-Kii ? f6.eC; The vinaya Texts, 16.25; Zend, Avesta ffi.85; Hpurgeon, IllusionsA Meditations, f 1.50; jR. H. Story Creed and Conduct, f2.30; A. J. Wall Indian Suake poison f 3.90; B. F. Wcstcott, The historie fnith f3.90; C. Wordsworht, Shakespeare's historjoal ploys a f4,90; C. H, IL Wright, The Üook of Koheleth f7.60. NIEUWE UITGAVEN. ALBERDINGK THIJM (J. A.) HQVJJ d* Groot in Amterdam, 1032. Blijspel in 2 bedrijven ?0.30 GHAPELLE-ROOBOL (Mevr. LA), Dirie novellen. Twee poppan. ? Een vrouwen-'' hater. ? Oom Jozef . . . . . . . . ? 1.50 JONCKBLOET (Dr. W. J. A.). Geschiede nis dtr Nederlandiche Lc-ttcrkuoda . . _ 2.90 VORSTERMAN VAN OYEN (A. A.), üu«o de Groot en zijn geslacht ? 1,75 IIELMER (H. X), Gedichten .en versjes. Met een aanbevelend voorbericht vnn J, A. Albei-dingk Thüin » . . ?0.50 Nïetitce uitgaven. E. Biré, Victor Hügo, ayant 18SO. fr. 4.?. A. Bouvier, Amour, Misère & Cio. fr. 3.?. ? J. Cuijnut, M. Ren m aujounllmi. fr. 4.-^-. Commcrüon, Un niillJpn de bincttes cüiitemporaines. Bióirraphio cominue. fr. 3.50. A. GUI, Vihqt annóes d« Paris. fr. 3.50. Guy de Maunassant, Une vie. (Graud roman de moeurs.) fr. 3.50. P. Janot, Les Maitres do la pensee moderne. fr. 3^0 N. de Semnnow, Sons les chunesverts. fr. 3.GO. F. Vilar*, Un homme heureux. fr. 3.50. militaire Zaken. VRIJWILLIGE WETENSCHAPPELIJKE BIJEENKOMSTEN. Niettegenstaande de zekere malaise, welke er in het leger heerschl, beslaat er toch bij de officieren een groote opgewektheid tol hel onderling bespreken van militaire qucsties en toestanden en het wisselen van gedachten over hetgeen in het belang van het leger en het krjjgswezen van Nederland zoude kunnen en, naar hunne meening, zoude letooren te geschieden. Een tredend bewijs daarvan is de onlangs te Helder opgerichte vereeniging van offi cieren der marine ter beoefening der marine-wetenschappen, en dat die zeilde geest bij 'de officieren der landmacht levendig is, getuigt de gestadige vermeerde' ring van het ledental der Vereeniging tot beoefening der krügswetentcftap, wiereerste vergadering te 's Gravenhage, don Gen Oclober 1865. werd bijgewoond door 94 leden, en die op l Oelöber tó82,reflds «68 leden telde,. ? Welk, getal gednreade . dex«a .. , . ._? ,^t.n4 .t. ... ? .'.. . ? .-. Opmerkelijk is het nu, dat diezelfde opgewektheid niet gevonden wordt bij do officieren van het leger voor en gedurende de zoogenaamde i wetenschappelijke bijeen komsten", welke bij do verschillende korp sen worden gehouden. Van waar die tegenstelling? Sprokkelaar, de schrijver der i Militaire Sproklvelingen" in D« Militaire Spectator geeft in de 2e aflevering van dit jaar daarvan eenige redenen op, in hoofdzaak neerkomende op het volgende: 1. dat do hulpmiddelen, die ten dienste staan, de omstandigheden, die den arbeid met den geest vergezellen, zoo weinig aan lokkend zijn ; 2. dat de taak, om zijne kameraden vonr te lichten, bij toerbeurt aan een ieder wordt opgedragen. Geen wonder dus, als e:n zoodanige spre ker 4 er niet altijd in kan slagen om zijn auditorium volgens het tableau van werkzaam heden of bij order uitgenoodigd om van zoo laat tot zou laat wetenschappelijk te zijn, in een soms ellendig onvriendelijk lokaal, » waar t de otcnsltisl, en nmier* eigenaardige het ireiikvermogen mishandelende invloeden om »den voorrang strijden met een koppig rpo»kende kachel; waar het oog op de witte »muren niets ontmoet dat tot studie en »wetenschappelijke gedachten wisseling stemjl" met zijne geschuurde tafels, een phnken vloer, het va et vienl van gansene compagniCn of ? het met bezemen vegen van een met klompengeschoeiden kamerwacht boven hei hoofd, waarop de zjnd en stofdeelen door de reten der zol dering voor beneden vallen, ? tol bepaalde geestdrift naar de behandelde onderwerpen te verheffen. Evenzeer is het te begrijpen, (Int menige toehoorder zijn gaapzenuvvcn niet lunger kan bedwingen, zijne toevlucht zoekt lot hel rooken van lal van geducht lange siga ren; dikwijls zijn horloge uit den zak haalt om te zien wanneer hij vnn alles Kal worden verlost, en dankbaar is, wanneer de leider der bijeenkomst lot den spreker de vraag richt, öi hij weldra tot aan -geschikt punt is gekomen, om de voordracht afae breken, die, natuurlijkerwijze* van zijne zijde zich haast om «ton zoo spoedig mogelijk van zijne ondankbare taak te kwijlen. Ook Sprokkelen r zegt, dat de goede wil bestaat om met den geesi te arbeiden en de resultaten van dien arbeid aan de kuincraücn mede te deelen, maar urnen benoemt niet zoo in eens iedereen tot een genielbnar spre ker"; daai toe moeten alleen diegenen worden uitgenoodigd, dio daarvoor du bijzondere gauf hebben. Dezen zul'cn zich gaarne daartoe aan bieden en bovendien dfsciisstón weten uil te lokken, hetgeen allicht anderen, ook de min der begaafden, zal aansporen hunne krachten te wagen aan de behandeling van hol onder werp, dal zij in 't bijzonder hebben bestudeerd. Welke middelen moeien er worden aange wend om de belangstelling in de welenschappelijke bijeenkomsten te vermeerderen en de op gewektheid daarvoor té verlevendigen? Het is deze vraag, welke wij willen trach ten te beantwoorden, in de hoop, dat het besprokene aanleiding moge geven tol weder legging of goedkeuring en aanvulling, maar nog meer, dal het legerbesluur er loe moge overgaan den lust tot studie aan ie moedigen op zoodanige wijze, dat de resultaten tot nut van het krijgswezen eii tol heil van den Staat kunnen dienen. Uit de minislerieöle aanschrijving van den 29n September 1867, no. II', (Ree. Mil., blz. 35$), waarin de. beginselen zijn aange geven, volgens welke de praclische en theore tische oefeningen moeten worden geregeld, is af te leiden, dat de regeling der theoriön of wetenschappelijke bijeenkomsten der offi cieren zoo da u ig behoort te geschieden, dat er een onderscheid bestaat lusschen die, waar van hel doel is bespreking van onderwerpen, waarvan elk officier genoegzame kennis be hoort te bezitten, om in de verschillende oorlogstoestanden, waarin hij in zijn of in den naastvolgenden rang kan worden gebracht, naar cïsch te handelen, en die, welke cene meer uitgebreide beoefening van krijgsweten schappen beoogen. Is daarbij aan de korps commandanten, die de instructie van het korps in haren gehcelen omvang regelen, de beslissing overgelaten op welke tijden tot het bespre ken van boVenbedocide onderwerpen de offi cieren vereenigd zullen worden, hetzij bataljonsgewijzc, heizij van meerdere bataljons tezamen, de meer uitgebreide ? beoefening der krijgswelenschappen behoort daarentegen op het terrein van vrije studie te blijven. De chefs moeten de officieren aanmoedi gen om de verschillende onderwerpen ia vrijwillige bijeenkomsten gezamenlijk te be spreken, door hunne leiding aan die studie eene gewcnschte pratliwhe .richting geven en door hun tact die bijeenkomsten nuttig en aangenaam lovens doen zijn. Wij zien dus, dat 'er bij de Korpsen twee soorten van wetenschappelijke bijeenkomsten behooren te bestaan: verplichte en vrijwillige, en dat het legerbesluur vertrouwt, dat do leiding en de tact der chefs voldoende zullen zijn om de officieren, die lust tot verdere ontwikkeling bezitten, aan te sporen de laatstgenoemde bijeenkomsten bij te wonen. Wij weten echter door het voorgaande, dat over het algemeen die bijeenkomsten gerust tot de eerstgenoemde soort gerekend mogen worden, zoodat dan ook de goede bedoelin gen van het legerbestuur niet worden ver wezenlijkt. Het is dus zaak hierin eene. zoo danige verandering aan te brengen, dat de resultaten-aan de gekoesterde verwachtingen beantwoorden. Naar onze meening, is de beste oplossing, om die bijeenkomsten niet meer orpl-sgewijze te doen houden en de gelegenheid te ver schaffen, dat de officieren van het garnizoen te. zamoü kunnen koenen lot hel onderling Jtosprcken .van datgene, wat,de belangstelling i* hooge mate opwekt; r. " .. ? r t >? . « . een lokaal, dat ruim is, gezellig ingericht, goed verlicht en verwarmd, zooveel mogelijk in het .midden van het garnizoen gelegen, en waarin ook eenige consumenten verkrijgbaar zijn; wijders, dat het goed geventileerd kan worden, ïdaar do meeslen der bezoekers tot hel gild der rookcrs behooron. Verder moet op den voorgrond worden gesteld, dat de bijeenkomsten dienen tot on derlinge oejening en dat het dus ? onder eerbiediging van den leeftijd en de maat schappelijke betrekking der aanwezigen ? aan een ieder vergund is zijn persoohlyk gevoelen uit te spreken, al moge dit ook in strijd zijn mot dat van dengene, die in de vergadering als spreker optreedt, of wel van hem, die dezen bestrijdt of om nadere in lichtingen cmtrent het besproken onderwerp vraagt. Ter bevordering van dien kameraadschappelijken geest is het wenschelijk de leiding der vergadering toe te vertrouwen aan een Commissie, door en uit de officieren zelvcn gekozen, liefst samengesteld uil verte genwoordigers der verschillende wapens en dienstvakken in hut garnizoen aanwezig; deze personen zouden weder üf korpsgewljze, óf door al de ollicieren van het garnizoen kunnen worden gekozen. Du in die vergaderingen lo behandelen onder werpen behooren van algemcenen aard lo zijn en dus uitsluitend militaire :akcn to belreffcn. Voor den officier loch i?, behalve militaire kennis, ook eene zekere mate vau algemeene kennis, o. a. van geschiedenis, land- en vol* kenkundo, natuurkundige weienschappen, let terkunde en vooral vreemde talen hoog noodig; do kennis van vreemde talen kan bovendien elk oogenblik hare practische voor deden opleveren. De officier krijgt daardoor niet alleen meer geschiktheid, meer waarde als militair, maar ook voor de verschillende betrekkingen, waartoe hij kan geroepen wor den, terwijl zijn aanzien en dat van zijn stand in hel algemeen daarbij winnen. In den ..regel bevinden zich in elke garnizoensplaats personen, zooal niet in dan toch buiten het oftiuierskurps, die geschikt en ge negen zijn om dergelijke onderwerpen van algemeen wetenschappelijkcn aard te behan delen, alsmede het onderwijs, de gezond heidsleer, staathuishoudkunde, wetgeving, rechtspleging, sociale qua es t ion, enz. ie be spreken; alle onderwerpen,'waarvan de ken nis ook voor den krijgsman van belang is. Juist de omstandigheid, dat die onderwer pen van zulk grooi algemeen bcUmg zijü, maakt het zoo wcnschelijk, dat de officieren van a We wapen» oh dienstvakken aan die bij eenkomsten deel nemen, waardoor tevens het voordeel wordt verkregen, dat een grooter aantal personen tegelijkertijd tol hol gehoor van. een spreker kan behooren'en er meer gelegenheid zal bestaan tot onderlinge geachtenwisscling, dan wanneer slechts de officieren van óén korps, of van een onder deel daarvan, tegenwoordig ïtyn. De verte genwoordiging van de verschillende wapens en dienstvakken zal bovendien strekken lot het verkrijgen van juistere denkbeelden om trent de eigenaardigheden; het gebruik en het vermogen van elk gedeelte van het leger; daargelaten nog, dat daardoor tevens cene meerdere verbroedering onder die verschillende gedeelten zal ontstaan, welke voor ons leger, dat zoozeer behoefte heeft aan eendruchtelijke samenwerking, zoo hopg noodig is, daar helaas! nut overal in ons land die karneraadschappehjke orngong tusschen de verschillende wapens wordt aangetroffen. Voor het legerbestuur, dat ??> wij zijn er van overtuigd ? bereid zal wezen de vereischtc maatregelen te treften lot aanmoedi ging van den lust tot studio, geldt thans de vraag: »0p welke wijze de benoodigdegeld middelen verkregen, om de voorgestelde regeling lot stand te brengen?" Hoezeer het eigenlijk niet pp onzen weg ligt om deze iinancieele qunestie op te (ossen, willen wjj toch aanstippen wat, naar onze mcening, reeds met, do bc&ch<kl>are gelden zoude /?tuinen worden gödaun en hoc lang zamerhand de aangegeven regeling zoude be hooron te worden ingevoerd. Het is bekend, dat bij elk korps in de kazerne een lokaal in het bijzonder bestemd is voor do korpibiblioiheek en dat tot het onder houd daarvan jaarlijks cene som gclds wordt bestemd voor het bestrijden der kosten, ver bonden aan het aanschaffen, opleggen, be waren van boeken, handschriften, kaarten, plans, instrumenten en dergelijken, mits gaders aan het meubelen, de verlichting en de verwarming. Nu het voornemen bestaat, de troepen zooveel mogelijk in groote garnizoenen verblijf to doen houden, ver dient het o. i. aanbeveling de verschillen de jtorpa-bibliotheken in dezelfde plaats te vereenigen tot één j7<ir»üro«»«-biblioihGek, liefst buiten de kazerne in een afzonderlijk gebouw, in het midden der stad gelegen. De voor elk dier korps-bibliotheken be schikbaar gestelde gelden kunnen .alsdan gezamenlijk aangewend worden voor de garnizoensbibliotheek, terwijl enkele kosten slechts meer dan die voor één korps zullen behoeven ie bedragen, o. a. voor meubelen, verlichting en verwarming, zoodat men over meerdere gelden zal kunnen beschikken tot aanvulling der boekerij, enz. of wel deze kan bestemmen vooor andere doeleinden, bijv. 'in den beginne tot geheele of gedeel telijke bestrijding der kosten van huur van het lokaal. Allengs moeten die gehuurde lokalen vervangen worden door andere, in een gebouw, dat in eigendom aan het Rijk toebehoort en zoodanig is ingericht, dat hét, behalve de lokalen voor de bibliotheek, ook nog andere bevat, waarin tactische en belegeringsoefeningen op de kaart kunnen worden, gehouden, en do gelegenheid bestaat om een gepensioneerd onderofficier, als con ciërge, met zijn gezin te huisvesten. Bij de der-kotten, welke aan de oprichdieit men in rekening te brengen, dat teven» in de kazernes meerdere locahteit is verkre gen, en dat in oorlogstijd het gebouw ook voor andere doeleinden kan worden gebezigd, byv. als magazijn, hospitaal, voor bureaus van staven, enz. Bovendien mag niet de ytl& quaestie de invoering van oen maatregel beletten, vooral indien men overtuigd is, dat deze goed is en voor het leger gunstige resul» taten zal opleveren. Men ga ton opzichte van deze zaak te leer by Frankrijk en Engeland. In het eerste land wordt o. a. jaarlijks een subsidie van 10.000 francs gegeven aan de Rdimion de» officier» de terre et de nur welke, den1enüctober187l imlit,sedert 1875 geworden is uit do iiooiilbibliolheek van Parij» en op l Januari 1882 in het bezit was van 25,000 boekwerken, terwijl meor dan 200 Fransche en buitonlandsche tijdschriften in ruil tegen het wekelijkse^' orgaan ? het welbekende Bulletin ? werden ontvangen. Voor Engeland verwijzen wij naar No. 296 van dit Weekblad, waarin door Bataaf eene beschrijving is gegeven van de Royal United Service Insti/ntion, welke van het gouvernement een jaaihjkscu sub sidie van 600 pond sterling ontvangt. Wel licht zoude in ons land de Vereeniging ter beoefening der Krijgtwetentchap bereid gevon den worden hare statuten zoodanig ie wijzigen, dat in elke garnizoensplaats afdalingen kun nen worden gevormd, indien de regeering aan die vereeniging haren moreelen en materieelen steun schonk ; wellicht zouden door dezen steun die afdenlinsron in «f.-nt wezen uitvoering te geven uin. uui^ci. ;rvoren is voorgesteld. De vergaderingen uier Ver eeniging zijn inderdaad vrijwillige wetentcltap* pelijke bijeenkomsten; hare leden treden vrij willig toe, betalen vrijwillig de jaarltjksche contributie van 3 a 4 gulden en onderwerpen zich vrijwillig aan de besluiten der vergade» ring en aan die van het bestuur. Wij hopen, dat het Nederlandsehe legerbestuur, indien het niet bij machte is zelf do vereischte maatregelen te treffen, op het voetspoor van het Fransche en Engolsche, er toe moge overgaan zijn steun aan ge noemde Vereeniging te schenken, alzoo zijner' zijds dezelfde belangstelling in haartebetooncn, welke zij zoowel in als buiten het leger ondervindt, en zoodoende met haar den lust tot studie bij de officieren aan te moedigen, onder dezen meerdere kennis van militaire en andere wetenschappen te verbreiden en een nauweren band van kameraadschap tus schen officieren van da verschillende wapens en dienstvakken te doen ontstaan. Are& BIBHOGEAPHIE. De Militaire Spectator No. l. Het tactisch optreden oener afdeeling yeldw» tillerie, door W. F. Rappard. De gebeurtéwsse* in Egypte in 1682. a. Inleiding, b. Het bombar dement van AlexADdrië. (Wordt vervolgd.) leU over het gebruik van lange en korte kanonnen in den vestiogoorlog, door C. D. H. Schneidor. Generaal A. W. P. Weitzel als recensent, door M. F, H. Perelaar. Naschrift, door Weitzel. Na schrift van de Redactie, door de Redactte. We duwen- en weozoukas voor de officieren der Landmacht, door E. U. D. L. M. Aan de Redac tie van De Militaire Spectator, door- J. H, T, Kitter, kapt. pi. .adj. Militaire aprokkelingen, door Sprokkelaar.' Overwicht van buitenlandiwhe tijdschriften/ -' -' . Blad. No. G. Een verblijdend ftit. Moéefontwenrmr de verpleging der bezettingen van versterkte plaat» scn ia tijd van oorlog. Verdeoling van arbeidt Het nieuwe Ontwerp- Voorschrift op het tirailleeren. Iets over visch-torpedp'i. Sterkte der Duit' sohe garnizoenen in 18>)-'61. Benoemingen, enz. SCHAAKSPEL. No. 14, 3. J. B. te HoUvr. ZWABT. ba d e f g U WIT. Vit speelt voor on geeft la 2 zotten mat. (Wit G, Zwart G atnklten met K A 5). Oplossing van ScbaakprtblMm Ho. 12, DB H«er TT.iT. to Amsterdam «and bet volgoado rprsjti Op dan litea April Vorloor Alt» a'n bril ? tk heb hem freTOnden, 'Flnks voor d'oogan gejtondanl Zoo met lialdsrder byk Ontdekt» ik <len strik.! K*»rt'« hatsl«n «at was g«w«êst O T-C 5, sok»»k id. . l B 9 at C 3 on C fit T speelt (a 2 A. 8 ? H 8 mat. C») l ..... D 6 nt A » (b B E l at E 8 mat. (b) l D C nt D B (e 8 A 3 nt E T m»t. (c) l E7ntFO t A. 3 nt D G mat. , INOÈZONDES OPLOSSIN«EK. f ni»t« «ploniüigitt ontvingen wü v»n Het x'a vieren t« Amatordam; W.'v. H. to Dolfr. ?(Po klcino n*siag: (l April), kan <l«m oodorrtml van 't bord « da me«*t« inzender* over 't hoofil to Lpbliea No. 303 DE A M S T E R D A M M E B, WEEKBLAD V L FEUILLETON. TANTE SLOF. KOVELLE VAN 4) ÜATHAKINA F. VAN REES. Funte woonde in een achterbuurt, dat was de tweede teleurstelling die ik ondervond. l>e straat zag er breed genoeg uit, maar er stond geen enkel voornaam huis; al wal win kelier wiis, scheen zich hier gevestigd te hebben, ik ging altijd maar winkels voorbij. In een dezer winkelhuizen werd ik door myn geleidster binnen gestooten. Het rook er geweldig naar slukvisch en geen wonder, ik moest er sliljkelings langs en ook langs eenige meiden en kinderen, die hun inkoopen deden van kruidonierswaren. Achter in den winkel was een deur, die moest ik door en toen een donkere trap op en over een vierkant portaal, verlicht door een gelraliet venster, dat op een binnenplaats uitzag, naar een kleine voorkamer «iet een planken vloer, matten stoelen, een eikenhouten tafel en een groote eikenhouten kast. ? Leg hier je goed maar af, Liefje?leg het maar af ? zeide de oude vrouw, nadat ze van het trappen klimmen met het zware ralies weder tot adem was gekomen. Wei kluigelljk gehoorzaamde ik. Wat ik mij ook voor onaangenaams had voorgesteld van tante, dat ze zich zoo armoedig zou hebben Ingericht, had ik toch niet kunnen denken. Ik werd nog meer tegen haar in genomen ; wat stond mij te wachten, bij zulk een schraapster, want ik was nu volkomen overtuigd, dat ze dien naam, haar reeds vroe ger do*r mij in 't geheim gegeven, volkomen Verdiende.' ? Zie zoo ? hernam de oude ? kou mocht je niet meebrengen bij 't oude hart, maak maar open die deur, maak maar open. ? Zij wees op een tuaschendeur. Ik gehoorlaarnde en trad een grootere voorkamer binnen; er lag een vloerkleed en er stonden keurige stoelen 'en over't geheel netter meu belen dan in 't kamertje, dat ik verlaten had. In den boek, bij het tweede raam, verhief zich een reusachtige schrijftafel, be laden met boeken en schrijfpapier. Daarvoor zal diep voorover gebogen de magere, lange tante, in een donker grijzen wollen morgen jas, met een dik koord om 't midden vast gebonden en een schoude.rmanteltje van zwart bont. Ze droeg geen muts en de bijna witte haren a l'enfant. Ik had ruim gelegenheid, om dit op te merken, want ze schreef nog eenige regels, voordat zé 't hoofd omwendde. 9f het de zonderlinge tegenstrijdigheid was van de win e glanzende haren en de fonke lende donkere oogen, of dat werkelijk de romeinsche neus haar karakteristieken in druk op, mij maakte, om 't even, ik was verrast, 'dat ze mij voor lien jaren zoo leelijk was toegeschenen, wijl toch haar geel, ge rimpeld gelaat, zeer duidelijk herinnerde aan de schoone dagen van weleer. ? Kus je mij niet, Jette? ? vroeg ze op haar gebiedenden toon, maar met iets in haar pogen, dat mij volkomen geruststelde. Bij tijds herinnerde ik mij, wat ik mij vast voor genomen had; ik moest haar gunst winnen. Met groote geestdrill sloeg ik mijn armen otn haar afzichtelljken hals en omhelsde haar Herhaaldelijk. Dat was wel wat onnatuurlijk én zoo nam ze 't ook op, want ze eindigde met mij lung niet zacht weg tesioolen en schonk mij een blik, die mij op mijn hoede deed zijn. T- Ga ziilen ? gebood ze koeltjes. Ik schoof een stoel naderbij en plaatsleer Jnij op, terwijl ik onderwijl nog eens rond zag. r- Alles wel thuis? ? Ja, Tante, vooral voel complimenten. Vader beeft u, meen ik geschreven. ? Jawel, 't valt je hier tegen, is niet? Zou ik uit beleefdheid het tegedeel bewe ren? De scherpe blik scheen mij te willen doorboren. Ik dacht aan Willem en koos mijn partij. Ja, Tante, om u de waarheid te zeggen. 4- Ja h voldoende. Ik leef zoo eenvou dig, omdat het zoo moet. Heb je honger of torst? *- Neen.... dat is te zeggen...* T- Ijfeen of ja? r- Ja, Tante. S5tj trok aan hel schel lekoord dat naast haar schrijftafel hing. De oude vrouw kwam binnen. ? Martha ? zeide tante zoo zacht en goedig, dat ik er hnar verbaasd op aankeek? zet mijn nicht wat voor, wil je? ? Wel zeker, mijn hart l Zij knikten eHcander vriendschappelijk loe en Murtha trok dé deur weder achter zich dicht. ? Is dat uw eenige dienstbode, Tante? ? waagde ik baar te vragen. ? Mijn eenige vriendin ? antwoordde tante en tuurde strak op den grond. ? En.... Ik aarzelde, want ze sloeg de oogen snel op en ze brachten mij geheel in de war. ? Ik bén niet veeleischend, lieve Tante, maar iljn wij u dan niets? Mijn stem beefde en da oogen liepen mij vol tranen. Ik won veld. Haar blik verzachtte, taar st\jve trekken ontspanden zich, zij reikte mij haar smalle, lange; hand. ? Je kunt mij ten minste iets worden ? sprak ze als bij zichzelve. Ik voelde mij nu geroepen, om voor baar op de knieën te zinken met.de betuiging, dal ik daartoe mijn best zou doen, Dien dag gaf ze er mij echter weinig ge legenheid meer toe, Toen ik mij met wat vluesch en wijn had versterkt en 't gesprek weder wou aanknóópen, wees zij mij met de hand af en bleef ingespannen voortschrijven. Nu en dan kwam Martha Op de teenen k:»*».. w_ ?u .. ?_ .t ti. -i ? . noodig had; eindelijk sloeg ze een wandeltog voor door de stad, maar daar had tk genoeg van. Mijn borduurwerk moede, liet ik mij myn logeerkamer aanwijzen. By myzelve had ik overlegd, dal tot de spoedige verove ring van l&nte's gunst, baar eontge vriendin mij van grooten dienst kon zijn. Ik overwon dus mijn tegenzin en hield naar bij 't ontpakken van mijn koffer aan de praat. ? Heeft tante bier veel kennissen? ? Kennissen? O ia, die zij gebruiken kan en die haar gebruiken kunnen, maar: liefje, niet voor ons, niet voor ons l Nu nog mooier, dat onaanzienlijk schepsel scheen zich werkelijk met mij op óén lyn te stellen. Ik had moeite, om mija veront waardiging te bedwingen. ? Kijk eens uit dn raam, schatje, zie je dien boekwinkel? Dien boekwinkel, zeg ik? Zij wees mij een vrij aanzienlijk huis aan. Tot mijn blijdschap bemerkte ik, dat mijn vensters op een ruim plein uitzagen, dat verzoende mij eenigszios met den kruide nierswinkel beneden in de straat. Het plein scheen de wandelplaals van de beau-monde en er was ook een café, waar officieren in en uitgingen. Ik begon wat opgewekter te worden. ? Wat moet ik aan dien boekwinkel zien? ? De Mijnheer komt wel eens hier, voor zaken, schaije, voor zaken, maar niet voor ons. niet voor ons! Zij lachte en wees mij roet den vinger aan. Daaruit werd het mij duidelijk, dal ze meer uit gewoonte dan uit overleg voor het bedoelde enkelvoud »u" het kluchtige meer voud »ons" gebruikte. Dat verzoende mij ook meer met haar. ? Is die Mijnheer jong? ? vroeg ik naar het café turend. ? Jong van jaren, maar oud van slimheid. Als zij verkoopen wil 't oude hart, heelt hij altijd overvloed, moet ze koopen dan heeft hij gebrek, dat is nu niet anders, dat is niet anders. ? Dus is tante altijd aan 'l verkoopen en koopen van boeken ? Dan kun je mij wel iets te lezen bezorgen. ? Op het poriaal staat de boekenkast. Je hebt de boeken maar voor 't krijgen, kindje, maar voor 't krijgen. Dat was al weder een geruststelling. Met een opgeruimd gezicht verscheen ik aan het avondmaal. Tante zag er vermoeid uil; zij leunde achterover in haar leuningsloel, de bijbel lag voor haar op tafel. Tot mijn ont steltenis schoof Marlha ook een stoel aan en plaatste zich lusschen mij en tanle. Wijl ik evenwel bljtyds bemerkte, dnt tante mij op lettend gadesloeg, vertrok ik mijn gezicht oogenblikkelijk zoo vriendelijk mogelijk. Tante en Marlha vouwden de handen en ik deed het haar na. * Vergeef ons onze schul den, Heer! ? bad tante op ontzag wekkenden icon, en laat ons niet vergeten, dat Gij ouze harten proeft en wij niet lot u kunnen ingaan dan door onzen Heiland Jezus Christus." Daarna sloeg ze den bijbel open en begon te lezen over de geveinsden van hart. Ik ben niet verwaard, maar dat kende ik tocb al lang van buiten en ik liet dus mijn ge dachten den vrijen loop. Dat bracht mij op vele vragen, die ik tante .wou doen ? en nauwelyks had ze dan ook den bijbel dicht geslagen, of ik begon over den boekverkoóper, en de boekenkast, die mij door Martha werden aangewezen. Marlha zag mij daarop zeer zonderling aan en tante zeide met iets snljdends in haar -stem. ? Straks 't hoofdstuk nog eens nalezen, Jette. IV. Na dezen flater maakte ik er geen enkele meer. Ik bon niet ingenomen met mljzelve, maar dit rekende ik mij toch lot eer; voor iemand, die eraan gewoon was geraakt, om beleefdheidshalve zichzelve te verloochenen, als 't op het uiten eener meening aankwam, kon het geen geringe taak geacht worden, fluks bij de hand te zijn met zijn toestemmend of Ontkennend antwoord. En dit verlangde tante toch bepaald. Ze hoorde liever een grolheid dan een onwaarheid, dan eerst kon ze beoordeelen hoe of de menschen gescha pen waren, beweerde ze. Als men een doel beoogt, schikt men zich naar de omstandig heden. Ik wist spoedig hóe ik mij te gedra gen had, wou ik tante behagen, 's Morgens voor koffietijd moest ik haar met rust laten, na de kolGe de boodschappen voor haar doen, die zij Martha had opgedragen, waardoor de oude sloof minder te doen kreeg, veel in den bijbel lezen en het gelezene met haar bepraten. Wij volstrekt niet nieuwsgierig beloonen, waarom ik ook nog niet naar Marielje had durven vragen, en altijd bereid zijn, om over anderen een zachter oordeel te vellen dan over mijselve. Ik ben niet hoogmoedig, maar dal ik mij altijd geringer moest voordoen dan ik mU voelde, "kwam mij. tóch zoo be spottelijk voor. dat ik er in de eenzaamheid dikwijls over lachte. Wijl ik op mijn kamer natuurlijk voor het venster zat, dat met het fraaie zomerweder veelal wijd open stond en op mijn wegen door de stad niet altijd het plein kon ver mijden, sprak het vanzelf, dat ik niet on opgemerkt was gebleven door de bezoekers van hel café. Dal werd wel eens lastig, omdat ze ml) begonnen te groeten en ik terug moest groeten, ook als Marlha bij mij was, of als ik by tante in de voorkamer m den bijbel las. Nu, zij zat dan met den rug naar ro(j loe, dus zou ze er wel niets van bemerken, dacht ik, wanl ik rokende niet op een ron den spiegel boven haar schrijftafel. Op dea vierden dag werd mij dit, reeds duidelijk gemaakt. Juist had ik met groote belangstelling in de stratt gestaard. ? Jette! ? Klonk unte'a sWm «Ja een klok Ik vroeg niets maar gehoorzaamde. Zij klopte haar pen uit en keerde s geheel naar my toe. Tot mijn verwonder zag ze er veeleer treurig dan boos uit. ? Wou je zoo graag trouwen ? ? v ze op meewarigen toon. Ik voelde, dat ik bloedrood werd. Dal dan ook een beleediging zonder wee maar ik wou niet in één oogenblik weder verliezen, w^t ik met zoo groot' spanning in die djgcn had gewonnc beheerschte mij met kracht en antwot zoo bedaard mogelijk. ? Dat kan er n;iar zyn, Tante. ? Bravo! ? riep ze on knikte v noegd, ? je leert aan. Is er dan iets mot je aan de hanu i *e moeder zegt het, je rader gelooft het nieL ? Vader weet er ook niets van, Tante. ? Hij diende er dan tocb wel iets van te wéten, Jette. ? De zaak is nog zoo ver uiet, Tante. Hij moet toch eerst een betrekking hebben, tenzij iemand ons te hulp komt. Dat was duidelijk en klaar uitgedrukt, maar tante scheen er nieis van te begtijpen. ? Wie bedoelje met dien hy, Jelte ? ? Coenrad, Tatilc. ? Coenrad? ? riep ze met vervaarlijke oogen. Overtuigd, dat ze hem den sneeuwbal nog niei vergeven had, haastte ik mij, om daarvan geheel de schuld op mij te nemen, 't geen ik met meer recht van de speldengeschiodenis had kunnen doen. Dat maakte haar kalmer, ten minste, ze zag er weder uit als to voren, met iets meelijdends in de uitdrukking van haar peinzend gelaat. ? Ben je wel zeker van Coenrad ? ? vroeg ze ongewoon zacht. ? Hoe vraagt u dat zoo, Tante? Men kan wel iets verslaan zonder dat hot Uitgespro ken worxli! ? Dus heeft hy niets gc/.egd van dien aard ? Niets, dat ttem (ot een teil zuu kunnen goinaakt worden, als hij 'l bij voorbeeld an ders meende? ? Ik ben niet lichtgeloovig, Tante, maar als Jeinaftd mij op allerlei wijze toont, dal ik hem niet onverschillig ben, dan heb ik zijn woorden niet nooilig. Tante streek zich met de hand langs de oogen. 't Scheen mij toe, dat ze lachte; dat verontrustte mij veel meer dan hanr vervaar lijke oogen vau daareven. ? Denkt u er nnders over, Tanle? Ze liet de hand zakken en zag mij lang en onderzoekend aan, (oen zeide ze kortaf; ? Ja, Er viel niet aan te twijfelen, of ze wist er meer van en dat was ook zoo, want zo ging naar haar schrijftafel en nam er een brief uit dien ze mij liet lezen. O gruwel, Gocnrad had mij bedrogen! Zoo schreef hij, de verrader met zijn open blik en zijn eerlijk gezicht, waarop ik al mijn vertrouwen had gesteld. «Mi'jufliouw! B De innige liefde, die uw pleegdochter my »inboezemt en de blijde zekerheid, dat ze »mijn oprechle gevoelens beantwoordt, spo»ren mij aan tot het biddend verzoek, of, »ge in onze vereeniging wilt toestemmen, iDominé Krab, die zich in dit geval onzijdig «verklaarde, verwees mij naar u. Mijn uit»zichten zijn niet slecht; weldra hoop ik Burtgemeester te worden, al is het dan ook maar »van een klein dorp. Aanvankelijk zal ik »finantieel gesteund worden door mijn vader, v die niet overmogend is. Wijst gemijnaan»zoek niet af, 't geen God verhoede, dan zal »mijn vade_r u bezoeken, om 'teen en ander «nader metste bespreken, Dat de lieve Marie «zich geheel zal schikken naar den wensch t van haar lieve tweede moeder, zooals zij u t noemt, is een voorwaarde te billijk, om er »mij legen te verzetten, hoc ze m(j dan ook »reeds een maand lang op de pijnbank houdt. Van de vergissing van Mevrouw Sparber be tuig ik mijn onschuld. Mijn huisheer heeft mij dan ook volkomen vrijgesproken. In waar heid, het doel mij leed, dat ik hem moest verzoeken, om u dit nog eens schriftelijk te bevestigen. In afwachting van uw spoedig en gunsig antwoord, heb ik de eer te zyn, Mejuffrouw, de hoopvolle en ongeduldige aanbidder van uw Marie," Coenrad Kemp. " ? (Word* vervolgd.) SCHOOL. DIDASKALIA. XIV. Hoewel in do xret op het H. O. (art. 74) Ii bepaald, dat de rcctor-magnificus aan elke universiteit door den koning benoemd wordt, ? voor den duur tan etd atudiejnar", en bH den aanvang van het studiejaar zijae waardigheid in hot openbaar.aan «ijn opvolger overdraagt (art. 80); van daar dat dei zomers aan do vier universiteiten bjjn» gelijkr t|j(lig dezelfde plechtigheid plaats vindt; evenwel gaat men van de goede, oude gewoonte niet af om in Febr., Maart en Augustus, te Leiden, Utrecht den dies riatalis te herdenken.. Zoo ook weder de' votïgo week te Utrecht, wa_ar do booglecrnar Val e ton eene redevoering uitsprak over hét Volgende ondorwevp: .Hoe de geicmcdschrj}vioff van hot Soodsohe volk w bewaard gebleven." Wü citten wederom midden in etameni van allerlei werk, en 't i* nu eu dan of men er in ons land op uit i*, om er nog wat bij uit te vinden; men zou byna kunnen vragen of'er wel één dag in 't jaar is (zon- en feestdagen minchien uitgezonderd), waarop men in Nederland niet het een of anderexaraenafneemt; «eerlezeniwawdig ÏB daarom het loadlngartikel in het Schoolblad van 3 April, hetwelk ton tektt heeft: ?Afschaf fing van exnmeni, in het blonder van die voor toelating tot de hoogere burgenenden en gjmnaiia." De «ehrjjver dringt daarin aan op de afichafflng dter exumofts, maar ook van de eindexame'nt der gymtiMia eu H. B. Seholop; , bj) wit aan de beide 'inrichtingen het 1v* vromMNUNK mnatregcl, b(*>>rokcn. üe gekomen omd.v het voor kantoorbedienden hoogst moeilijk is eene akte van bekwaamheid te ver krijgen, welke als aanbeveling strekken kan; de verslagen vun do ak'c-examenj M. O. van de laatste jaren zjjn dtiür om te bewijzen hoe treu rig hot met de vereiscbte kennis der examinandi voor dat van boekhouden gesteld was. In de laatste acht j ircn worden 020 eandidaten geëxami neerd, on van deze kregen slooUts li)5 ecq diploma, d. i. te zegden voor ecnool- of Imiaoiidcrwijs; on geveer tweederden van de geslangden moest zich met eene akto voor haisonderwus tevreden stel len ; aangezien do handel een andere kennis vraagt dan bet onderwijs, heeft ?Mcrairius" besloten hieraan te gcnioct te kompn, en ünl zich dus bii de af te nemen examens geheel op haudelaxubiea bewegen; deze maatregel verdient zeker toe juiching, want lo. Kullen daardoor de tallooze handelabedienden beter gebaat worden, dan tot nog toe, nu zjj zich voor een bawy» van bekwaam heid slechts tot cene commissie van examinatoren voor M. O. konden wende.-), en 2o. zal het tijd en geldroovende examen in het boekhouden, zooali het tot nu toe plaats voml, daarduor sterk verminderen, zoo niet geheel ophouden (NI), het rapport over 1880 zei>ie dat cue nieuwe lecrnar in het boekhouden den lande op meer dan f 100 te staan kwam). Eere aan?Mcrcnrius" voor etfn practischen maatregel! ? Dezer dagen is te Wapeningen het nieuwe iuternant voor de l'uks-landbouwschool, in gebruik genomen; 't is een flink gebouw, met een tuin er naast, dat naar ik meen gehoord te hebben, bgna eene halve ton kost; 't is dus te hopen 'dat er druk gcbrirk van gemaakt wordt. In de laatste üa^cn is ook weder eens voor de tuóveehte maal de voorbereidende Mtudie voor aanstaande gèneeshoercn besproken: Dr. Abresoh besprak dat in de Amsti-rUammcr, vn bleef als Jeei-aar aan. een (rvnicasium vóór een voUcdigcu cursus aan zulk een inrichting, doch vuegde en toch bij, dat hij zich een volledigen curau* en eindexamen van oeu U. B. school ge> w^nscht kou duukun ?omdat (Ut ten minste eene opli iiling is uit tvn'siuk." Pc lioogleei aar Koster bespr'pékt in het Tijdschrift voor geneeskunde de oad'jelraatige overlading met Giicksch en Latijn cedureivlo de twee laatste jaren aan het (jymuaaium «u liet gebrekkige van het onderwijs in natuur-weten«chappcn. Dat f r voor sommige vakken bij het M. 0. gebrek aan leeraren b.-stsat, bleek dezer dagen genoegzaam te Devei.ter, waar zich voor eene .vacature Nederlandsen slechti een spllicitqnt. aanmeldde, en nog v. el iemand dio onbevoegd was. Een leeraar van het gymnasium en twee van do II. B. boden, zich aan otn in de vacature te vooraien, totdat zich een beroemd persoon aan meldde. Destuurdercn en commisiari&sen vaa Toozicht en de Directeuren hadden daar lege a, en by eene bcitlissirg in den R>iad staakten daar over de stemmen; die eenige sollicitant trok zich evenwel na dien tijd tertig. Dat ei* juist voor Nederlandach gebrek bostAut is duidolqk nis men zich herinnert, dat er bij de acte-examens in November 1.1. van ruim 29 examens mede slechts aan twee het verlangde diploma is uitgereikt. De acte examens voor het L. O. hebben blijkens de verschillende bladen tot heden toe nog al gunstige resultaten opgeleverd, ruim 2/3 der examinandi slaagde; de gunstige uitslag zal wel hoofdzakelijk aan de goed geregelde nor maallessen te danken zijn; dat was ook het vorige jaar reeds duidolgk merkbaar, ca toch u er op het platteland nog gebrek! Een sterk voorbeeld daarvan 'a b. v. wat dezer dagen weder voorkwam; te Assen waren ruim 70 sollicitanten voor hoofd eener school aldaar, en te Harderwijk geen enkele; bij eeno latere oj er slechts vier. 't Is waar, het daarbij eene hoofdrol, doch wcll< zou eenige jaren geleden ecm roeping nebben gedaan voor Tan f 700 met vrjje woning en 1 Do lezers zullen zich herinuoi <! meente Aduanl onlangs een r men werd, waarbij gec-n leerling jarigen leeftijd op do openban . toegelaten; zooals to wrwachtec de Koning dit raadsbesluit by 80 Maart 11. vernietigd. Do algemcene vergadering var vnn christelijke onderwijzers en . in Nederland, zal 15 en lü Mei houden worden. Onder do onde. handeling komen o. a. voor oen leden te schrappen, die van het het openbaar onderwijs overgai Minister beboorljjka bezoldiging onderwijzers to verzoeken, die op riug yaccinel\jsten en dergelijke honden enz. . De heer J. Esscr heeft de vi Erogramma omschreven van de i m; bjj wil geon roaatschappeljjk .onderwas voor GoJs rijft bini v door Gods woord bepaald". Di . onderwijs in lezen (Openb.I, D), c . ken III, 3 en Je-aja XLIV, 6) en eenige andere vnkken als aardrijk deilis (Deut, XXXII,7), s terreknnd en natuurk. historie (Ps. CXXX\ Voor ik ieindig moet Jk nog e< , op iets dat in No. XII mjjner I kwam en betrekking had op de l den heer Haanstra te Leiden; ?dat het Nieuwe Schoolbladiich d, maakte... en dat dus door dei eene onbescheidenheid begaan i spreken, daar hij er nog niets .. . hebbon of weet. D» heer Ven > daarover, blykens een my gozon ? harnas aangetrokken en heeft bez wijze, waarop de ondergoteekendi > springt". Ik spring volstrekt niet ? . , en om hem te bewyzen dat ik het > blad wel gelezen heb, geef ik h!*r ?' heeren Vcrsluys' artikel zooals 't« wiarnit de Uier beoordeelen kt . vroolak maakt of niet, en ik laat > gen hetgeen de heer Haanstra ia ran 25 Maart daarop antwoordde; i ander verplicht om daardoor den 't Nieuwe Schoolblad te doen aien,« der Didaskalia niet anders doet di en goen loopje of sprong met iems ' neemt; in m|jne opvatting sta ik > alleen, rgl. daarover .Een Bielkund No. 18 van ket Schoolblad. Het artikel uit het Nieuw Schc ? ? antwoord van den .heer Haanitra h ?Kaar .we vernemen, is da hebt U in de weer met het verspreiden Hbt wordt gemaakt van af Meldingen of twi op het schoolbord. Ooi b. v. hot woor£ t* laten legen, Joat hy naast bet eerst' 't woord een A-ar teekeneu «n naast hè een pet. Het valt echter i» 'i oog. ds! >. anier geheel verkeerd is. Op die wün men de kinderen io den waan, dat hè carpet iets te maken heeft met de begrip* ? en pet. i moet volgens ham hot woord M (van 't iord liggen) worden voorgesteld door een ing couer lei. Dit is, zoo mogelijk, nog ?der. verwaoh'en dan ook niet, dat iemand zoo onpaedagogisch zal zyn, om die leer» toe te passen. Ook zouden wty het butiett.ls leidsclic kindercu daaraan werden opge ef toekomitige bcwaarschoolhouderessm n dwepen met zulk een handelwijso. inneer we ondanks dat alles hopen, dat de jz« het licht zal zien, dan u het alleen om i oen uurtje vrooljjk moe té maken, en om* dat we zulk een genoegen ook gaarne aan em ander gunnen." ? Mgnhttr de redacteur! (van het VoOttblad). Het is, dunkt my, een ongehoord feit in de geschiedenis van d« pers, dat'iemand een leerwü';c, pdie het licht cal uien", beoordeelt vóór ze is uitgegeven; nog erger: vóór de beoordoelaar ze kent. En zoo handelt de redacteur van liet Nieutce Schoolblad. Uit den toon en den inhoud van zyn stukje blykt, dat hy spreekt van «en nydig opgesnuffeld kruimpje. Er is inderdaad een nieuwe leesmethode ia bewerking, dia te harer tyd het licht zal zien*. Gaarne wenichte ik op uw uitnoodiginff erovev in b(jzo))dorhedeu t o treden; ik meen eootar, d^ de indiscretie van den heer Versluys my niet be hoeft te noodzaken, mün plannen te verhaasten. Met de meeste hoog \chting Iteiden, 20 Maart '83. W. Haanstra. Geloof raü steeds gaarne, M. 9 April 1883. Q. 5. ALLEHLKI. Een jonge man, "T r-ïork Em strijd op leven en dood. dio onlangs in Windsor-hotel te Ncw-lork een hnndel in curiositeiten opende, is ook in het bezit van Arizo*na-Tnrantuta*s (proote spinnen), over wier boosaardigheid en vcrfoeilgke eigenschmppM re-fds veel is geschreven. Onder de cnriositeitesi der vcrznmolmc; bevonden zich twee geheet volwassen exemplaren van dit diersoort. Hot ecn>« behoorde tot do bruine, het andere tot bet zwarte soort. Men bracht ze beiden in een met glas bedekt kistje, van twee vierkante voet ia omvang, welks bodem met een laag zand bostrooid wns. Niiuwcljjfcs had de cene Tarantnla de aanwezigheid van de andere ontdekt, of zjj wierp zich er woedend op. Zij omvatten encander met hare lange behaarde pooten en rolden ia het zand rund, woedend elkander bytend en uit alle niiicht zich werende als 'of zij door de kracht harer spieren elkander poogden te verwonden. Hoe ongelooflijk het scbyut, dit soort van oorlogroeren duurde volle zes uren, in welk tijdsverloop men nauwelijks kon l)ospeuren, dat de een op de andere eecig voordeel had behaald of de minste neiging toonde den kamp, anders dan met den dood, harcr tegenstandster te eindigen. Ten laatste delfde de zwarte h«t onderspit en rolde dood iu het zand, terwijl de overwionaras zich gereed maakte de vrucht van haar langen- strijd te plukken. De overwonnen vftandin met ban harde vos! horens of scharen aanvattend, rukte zij haai' lid voor lid uiteen, en maakte aanstalten. op koelbloedige wyze zich nan banr te vergasten» Iu korten tijd was er niets over dan een hoopje omhulsel om de plek aan te duiden waar een TarnntnU gevallen tra en de andere haar opgahad. . Eene ditre wraakoefening. Eeoige dagen ge leden werd voor do rechtbank te Aii een man, Jnrgy geheetcn, wegens diefstal onder verzwarende omstandigheden tot achtjarigen dwangarbeid ver oordeeld. Vertoornd over zyn straf, trok Jargv zyo bars ijlings uit en slingerde dien den Presi dent naar net hoofd. Het Hof evenwel, niet van plac zich deze beleediging vaa zijn voorzitter te 'laten welgevallen, beraadslaagde onmiddellijk over dit iroinve vergrijp, en veroordeelde nogta diezelfde zitting Jargy tot vyf jaren dwangarbeid daarenboven en tien jaren tnnxicht dor nnliti*. i-i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl