Historisch Archief 1877-1940
. 306
WEEK IJ L AD VOOR NEDERLAND
BJ de derde kandidatuur kwam echter de
politiek we*r in het spel. «."ir
Met alle kracht hielden de liberalen Jhr. Van
Nfamm, de ttltramootaawche geleerde ia de Kamer
dl* niet op de voordracht vau den Hoogen Raad
Hond 'en dien ayn vrienden wilden binnensmok
kelen, van de luit
Hen eischte inderdaad te veel TAB hon onpar
tijdigheid.
En daarenboven, de liberalen wilden het katho
lieke element in de vergadering niet al te teer
Yenwakken.
lletjdenrgck, lid van den Raad van State «
? het kon gebeuren ? van Nispen lid van den
Hoogen Raad, dat ware voor de Kamer op eeni
ecu al te «waar verliu.
Bij de behandeling der verlenging van de over
eenkomst met de Bai.del-Maatschappii, maakte
de heer van Bloemen Waanden eenwel wat zon
derlinge flgunr,
Er was een amendement voorgesteld tot voor
behoud van de wettelijke toestemming by nadere
verlenging.
Daarover, cou d* minister .van Kolonie rond*
weg «ijn meening' teggen.
Het kwam hem volstrekt overbodig voor.
Maar bezwaar h'ad' hy er niet tegeo,
Toch nam Mj het niet over.
AU de Kamer het echter aannam, was het hè»
wél.
Halen «n brengen, voor «n tegen, slinger
omdeu-arm-pólitiek, waarmee men alttyd voor een
echec ia gevrijwaard.
Dat scEilnt het systeem dezer Regeering te zj}n.
Ook de Miniiter van Justitie volgde die taktiek
bjj de gevangeniiwet
Eerst had hu rersocU het ontwerp niet aan
de orde te stollen voordat bjj persoonlek
ondertoek had gedaan. .
Toen sond hjj een gewqtigd ontwerp van wet
In en drong niet op verder uitstel aan.
Na komt de heer de Tos van Steenwijk en
?telt nader ondersoek in de afdeeliagen voor.
.Belt", zegt de heer dn Tour van fiellinchave,
.ik laat 't geheel aan de heeren over. Ik ben
bereid om dadeltfk 'm 't itrjjdperk te treden ;
wil men nog eerst wat voorbereiding, ook goed."
Het is de politiek van de ?prinapieêle
onver__
Interpellatie No l aan den Minister van Ko
loniën. '
De heer W. K. Van Dedem vroeg Donderdag
inlichting orer de uitvoering der ordonnantie be
treffende den aanslag in de landrente op Java
én Madura.
De .brandnetels" schoten dus al op. Maar de
Minister heeft ze -gestoofd.V
Gelukkig had de heer .Van Dedem niet ver
zuimd zijn vragen vooraf aan den heer Van
Bloemen Waanden mee te deelen. En de
Minater gaf een antwoord, wel overdacht, ? en zóó
liberaal dat hij zelf zeker moeite had den schrijver
zy'ner werken te herkennen.
De heer Corver Hooft: hield Vrijdag
eetraitvoerige rede tegen de nieuw voorgestelde
grens?chüidiug tusschen Enschedé en Lonneker.
Ho aam het voor de E wakken op ? n air die
bü de Jam-stembus toch nog al kracht kunnen
ontwikkelen.
Het is dns den afgevaardigde van Almelo, waar
onder Lonneker ressorteert ? niet zoo kwalijk
te nemen dat hy een lans voor zjja kiezen brak.
Doch het gaat te ver om op grond van de
districtskleur een grensscbetdingswetteke tot een
partijraak te maken.
Dat is toch geschied. Met 36 tegen 21 stemmen
werd het ontwerp aangenomen; de geheele
Uukerzflde voor, al de rechtermannen tegen.
Slechts met twee uitzonderingen. De heer van
Kerkwijk stemde ook tegen. Het is meer, gezien.
de
En de heer van By land* stemde voor. 'Waarom?
vYoarachyniyk uit overtuiging. Maar het wekte
niet alleen verwondering, 3och by den beer
Schaepman telf» verontwaardiging.
i.0h, riep bij met opgehsven hand zijn medelid
vermanende.
't Was ook al te brutaal.
Een ministerie van oratenn hebben wc thans
zeker niet. ,
' Tot hiertoe bleek geen der ministers met de
gave der êloquentie gezegend te zyn.
Maar de Minister Grobbée is in dit opzicht al
bitter misdeeld. .
Hu spreekt onduidelijk, al te afgemeten en alleen
vriu net papier.
Toen hy Vrijdag op een onbeduidend spcecnje
moest antwoorden, stootte hy zijn ambtgenoot
voor Binnenlandsche Zaken aan en deze nam het
woord voor hem op.
Dat kan do heer Heemskerk toch niet doen als
de belastingkwestie aan de orde is. .
Nu, wie weet hóe welsprekend de Ministervan
financiën nog wordt als het groote werk dezer
Regeering op het tapijt komt.
Ka het debuut van Vrijdag is de verwachting
echter op dit punt niet té hoog gespannen.
Dat is ook een voordeel.
Nog een paar dagen ? en de Kamer gaat op
reces. ?
Da huishoudelijke begrooting is ingekomen en
wordt Dinsdag onderzoent. ?
Dat is bet sein van vertrek. .
liet xittingjaar 1832-83 Is dus binnen een
week ten einde. ..-'"?'. ,
Hoe bitter weinig heeft het opgeleverd -?? en
hoeveel had t kunnen geven als de heeren
Kapneynianen het optreden vaa een parlementair
fefolsterie niet rvdden veredeld. . ?
Men weet a, i wien men het magere jaar te
danken heeft. ? ,
De kiezers mogen het in hun gedachten honden.
Overzicht der Pen.
ONZE BLADEN.
De heer Heemskerk heeft het land verrast door,
uauwelük» veertien dagen aan 't bewind, reeds de
Grjndvfetscommissie te benoemen, een commissie
wier mandaat ir. ,r*t onderzoek der mag van
welke bepalingen der Grondwet herziening
nood?akelfik «n thans raadzaam is." ...
Aan oritiek op de samenstelling der commune
ontbrak het niet Evenals door de Amsterdammer
geschiedde, werd er door 'fc.4fo.-Zfojwl.ent FoA
op geweten, dat het element-van Houten geheel
iu de commissie ontbrak, terwijl't laatstgenoemde
Uad doet uitkomen, dat ook de linkerzijde der
?ntirevointionniirepaitfi niet vertegenwoordigd is.
't Hand. had voorts Opzoomer benoemd willen
xien «tt Kapper ne of Tak. De hoofdklacht is, dat
de commissie TOOT een algemeene commissie van
voorbereiding, trots haar groote talrijkheid, te
i f_p ? ._ i ..i n» n ?! *Trl £^uwttl *ll 4s»a«iiijia«* V
schouwingen aan het .ontwerp van den nieuwen
Minister van Justitie»foto-effende de uitvoering vaa
bepalingen van het strafwetboek on wel wat aan»
gaat de gebouwen. De Tweede Kamer besloot
gister bet sterk jfewytigvl ontwerp nogmaals
nader te overwegen.
Het N. v. d. Dag gaf Zondag j.l. raedo een
artikel over Poppiuk, den geschorsten onderwijzer,
een onderwerp dat nog vry wat meer peimen en
tongen tn beweging brengt.
Verder gaf de Utandaurd hare voorwaarden
over Grondwetsherziening em noemde een zestal
artikelen, waar de nnU-revoluttounaire pwty pal
voor ion staan. Zoozeer gedetailleerd bespraken
de andere bladea haar niet. Wél echter werd het
denkbeeld self ter sprake gebracht door de voor
genomen liberale vergadering te Utrecht, welke
bijeenkomst echter ? wegens gemis aan
medewerkiag ? niet zal kunnen plaats hebben «n
voorloopig uitgesteld is.
In een drietal artikelen over ?Ons Iloogor
Onderwy's" betoogde het Handelblad o. a., dat't
onbillijk is den «tudenteu der RUka-Universiteit
voordoelen toe te kennen boveu de auderc. Ken
staatsexamen voor alle vakken, waarin examen
wvrdt gedaan, werd weuschelflk geacht, evenals
aulks thans reeds het geval is mot net arts-exa
men. De Standaard beaamt de wenschen in 't
Hand. in deso zoo goed als geheel.
Het Haagbrhe Dagbl. bespreekt mede de
brochure van Mr. De Savoniiti L&hinan, terwijl
de Hield. Gt. in ?Tcetlere punten" de houding
vau Z. M. onzen Koning ter sprake brengt by de
opening der Tentoonstelling, ton houding waarop
het blad vry wat heeft at te dingen en die het
stelt tegenover de belangstelling door den troon
opvolger van Engeland en dieu vaa Duiischlaud
aan den dag geleed by de dezer dagen to Londen
en Uerlyn geopende exposities.
Bijzonder gunstig luidt ook 't oordeel vau den
schrijver over onse Tentoonstelling niet.
UIT DE BISSCiiOPSTAD. ,
Iedere groote stad heeft wijken, buurten of
straten waar men by'ua nooit kout. $ftn
betenkent hier natuurlijk de erg fatsoenlijke lieden,
en men spreekt van die gedeelten der stad bijna
niet of slechts ter loops en ze dan quslificcerendo
met den titel van geniecue buurten. Die titel
lijdt aan onjuistheid, tenxij men aan gemeen oen
andere beteekenis hecht.
Dicht bevolkte buurten ware veel gepaster, en
zeker volkomen toepasselijk op wyk C., door
menig inwoner van Utrecht slechts bezocht wan
neer in onze stad een of ander feest wordt ge
vierd. Als de studenten een lustrum der
HoogeBchool vieren, dan is het ook hoogtyd in wijk
C. Geen huisje zoo klein of het heeft een vlag,
groen en bloemen, de feestvreugde is daar alge
meen en de meest fatsoenlijke inwoners vau
Utrecht wagen zich dau iu die buutt. En zü, die
'nog niet geheel door pessimisme verteerd zyn,
moeten dan erkennen, dat die bewoners van wijk
G. lieden zyn, die men niet mag rangschikken
onder het gemeen. De etiketten van Maliebaan
en Kromme Nieuwegracht 3 ij a er minder
inheemsob, de vormen zijn or niet de onzen, maar
wat wy gemeen noemen vindt men daar niet,
althans daar niet meer dau elders.
Dinsdag trok wijk C weer eenigo andere be
zoekers. Voor wy'k C was het toeu een fceatdng.
Door de zorgen van het Gemeentebestuur, van
de Commissie voor veredeling tan yulksverraaken
en tal van Utrechtsche burgera ia in het midden
van wy te C een park aangelegd, bestemd tot
speelplaats voor de tallooza kinderen in die zoo
--"-?-Ir» hntirt T)M'II- Tiillon «!!A ?!»!'
dtt'voóraï"uitkomen. 'Ook de Standaard beeft
verschillende bedenkingen. De N. Sott,,(?<. beeft
weinig bezwaren doen hooren en bet Uir.Dagpl.
is bijzonder ingenomen met de benoeming. Dat
er drie mannen van naam uit Utrecht in sittea,
is mede voor laatstgenoemd blad een reden tot
TOT'
_,D« beschouwingen o ver en de nabetrwhUng op
Heemskerk'* optreden werden mg steeds voort
gezet. Over 't geheel acht men B$n hernieuwd
?5*
HVAVWi W» W» W sjWB»w» wmm*w ntvmm ?<
fremler début niet onverdiensteiak.
JD« J!T. Solt. Gt, «n het Vaiïerl
wilden
g- .
??el ......
pi ? ,, v». ...-.-'
*>-?*?'""*??:"? ... .- ?,
a '.,.,. .. . . . ' ,. .
di
U
ü.Jtott.Ut. hem noemt) Piet Mineur scheen mij de
hoofdoenoon van de Coram.van toezicht uit het volk
voor dit feest. Piet zag er erg feestelijk uit. Een
zwarfe rok, zwarte pantalon, zwart vest, witte
das en witte handschoenen, de onmisbare hooge
zwarte hoed en 'n sigaar. Piet Mineur heeft een
wrat op zyn lip endatonderscheidingsteeken schijnt
van algemeene bekendheid. Iemand die Piet pp
de Viscnmarkt in een gauach ander toilet menig
maal zag en door Piet'» deftigheid aan zyn
identiteit twijfelde, hoorde ik terechtwezen: gerost
't is Piet, kijk maar na zyn wratje. In de speech
van Piet kwam de eigenaardigheid weer uit die
aan die buurten in alle plaateen verbonden is.
Piet veraooht aan het einde zijner rederoering
dat het den Burgemeester KOU behagen deze speel
plaats voorloopig gedoopt Eeckoren'a plein voort
aan te noemen Oranje-plein. Oranje zit nog diep
in ons volk. Als ze leest vieren tooien ze zich
met Oranje, als ze zich vermaken denken ze aan
Oranje, zy overdrijven hunne gehechtheid wol
eens door aten te veel op te'winden door
Oranje-bitter. De houderdc kinderen, die op
de speelplaats tegenwoordig waren, hadden
allen een of andere Oranje-versiering !én zf)
vermaakten zich uitmuntend. Natuurlek zagen
die kinderen er niet zoo fraai uit als die jonge
heertjes van 3 a 10 jaren, die wy 's Zondags in
Tivolï zien wandelen met erg mooie glacé
handscqoenties, onberispelijke boor:\jei, wandelstokjes
en een sigaretje ? maai- deze kinderen waren zeker
meer natuurlijk. ? /?
De commissie tot oprichting van dien speeltuin
zal met genoegen op haren'arbeid terugzien. Zy
heeft een uitnemend werk tot stand gebracht:
z|j treedt hier af en late nu de verdere werkzaam
heden aan Piet Mineuren de zijnen o ver. Maar ?
en hier ondersteun ik' gaarne da ütr. Courant en
den correspondent der N. Solt. Ct. ? nu beginne
zy dadeljjk iets anders. Tusschén de Boterstraat
en Strooisteeg, achter de Lynmarktliat een buurt
waarop de naam van gomoen in de uitgebreidste
beteekenis van toepassing is. Daar zyn ? in bet
hartje van Utrecht ? broeinesten van
onzmdeIHkheid, van onzedelijkheid, van ontucht. Diir
9sQn straatjes, stegeo. pleintjes, die reenig Utrech
tenaar zelfs niet! ba name ?»»*? Slechte enkele
schreden van onze yrot nauwe maarfrancLijumarkt
en gjj vindt een bevolking, een costuum, een taal,
die verbazing, maar nog meer ergernis wekt.
Een geacht medicus heeft reeds voorjaren gewezen
op die broeinesten voor epidemiën. Alleen onbe
kendheid met den toestand kan een voortbestaan
verontschuldigen, Ui wentchte, dat de burgemeester
met de leden van dea raad op «en zomersenen
middag, een wandeling door die buurt gingen
doen, oat de commissie van den pas goopenden
speeltuin met .hen ging en ik twijfel niet daar
zou verandering komen. Men zegge niet 't is
daar zoo ongezond niet, want al de bewoners
TSA die buurten zien er welvarend uit, de
kinderen veel beter dan in de arutokraliache
buurten, 't Is zóó, maai' vergeet niet, dat hier
alleen de zeer sterke constitutièn zijn overgeble
ven, de anderen zün reeds lang buiten
Wittevrouwen- of buiten Tolsteeg. Maar ook «l ware dat
niet bewezen dan is een opeenhooping Tan een
gemeen als daar huist, sJlerverderfeHjkst. Er ge
beuren geen moorden of doodslagen, maar de
heersohende toestand is ruzie. De gewoone
conversetietoon is reeds van dien aard, dat
een freule van onze aristocratische w0ken bet
geen vijf minuten zou uithouden zonder
zenuwtoeval; maar als men nu komt in het stadium
van rtrael 't Is niet aan te hporeu, 't is ook niet
weer te geven, maar 't Is niet te verwonderen,
Ut men (Uar.kinderen, die jwuwelyks kunnen
loepen, de verschrikkelijkste vloeken en
verwe*sebingeo hoo(t*ifeggen, zoo gewoon, als ware het
de meu«t vleijende compümeu^es. Z\j hooreu niets
aaderj. De vaders en moedere doen niet anders.
De ingoboren nieuwsgierigheid verloochent zich
niet by de kinderen iu dia buurt. By' ruaies staau
zü vooraan en hooren daar een taal om van te
gruwen. Zeg niet dat ik overdrijf. O* daarheen,
luister en oordeel. Oe behoeft niet bevreesd te
zijn, men zal u niet het minste luttel doen. Z(Jt
(tij iet* beter gekleed dan men daar gewoon is te
sien, dan houdt men u voor een dokter, voor
wien men respect heeft, of voor een dearwaarder,
voor wien men angst heeft. Wel zult gty hier
on daar iemand moeten verzoeken u even
door te laten, waut men huist, zoodra het
eenigtzins droog is op straat en als buurvrouw
aan deze zgJe vóór haar huis zit, komt zy knie
aan kuie te zitten mot buurvrouw nan de
overnijde. Maar ga gerust, ge behoeft n n'et te ver
ontrusten al is er geen politie. Een agent is hier
even zeldzaam als een niet bewoner van die
buurt. Op de gracht waar ik woon dnri ik nauwe
lijks een eindje sigaar op straat gooien uit vrees
van bekeurd te worden, daar kimt gij liet treffen
dat er een berg vuil liefst boven eeu riool ligt
die u tot een o ui weg dwingt.
Als gij dat gezien en u overtuigd hebt, dat ik
niet overdryf, dan zult Ry naar ik vertrouw
dadeiyk beginnen die holen to doen verdwijnen. ?
l>e waterleiding heeft dezo week een uitmun
tende dienst gedaan; een braud onUtond in het
magazijn van do (Irma Si u kei, inatvr dank zy do
vlugheid waarmede do waterleiding in de gelegen
heid stelde tot blusschcn, kou men de brand zeer
spoedig beperken.
18.5 1833. Jan van Utrecht.
BLUTST.
HET AMSTEUDAMSCll TOONEEL
La fitttule du roi. ? De dochter van
. vrek. ? Fanfan la Tnlipe.
Onze beste schouwburglokalen zijn ingeno
men door Belgische operette-troepen.
DeAmsterd. afd. van het Nederl. Tooneel heeft
weder hare zomerwoning, den zeer witten
Plantaadje-Schouwburg, betrokken, lervvljl het
gezelschap-v. Lier voor eerste halten zijner
zomerkampanje de Groningschen en Haagsche
kermissen koos. De zaal ter Amslclstraat weer
galmt nu van Vogels bekoorlijke deunen in
La ftllcult du rol, een betrekkelijk boeycnd
zaogspel, dat aan Mej. Luigini gelegenheid
geeft haar trillende première amoureutc- en
aan Mej. Jagettï haar klankvol en pikant
ingfaue-orgoan uit te doen komen. In 't alge
meen kenmerkt zich het hoofdpersoneel de
zer troep door balletspelers-hoedonigliedcn.
De Heer Pages, met zijn naar den kappers
winkel riekend Adonis-gelaat, Mej.
Luiginizelf met haar klassiek-elegant gobaar en de
akteur, die voor Camasco», den rijken kok,
optreedt, zouden,, als
»ballet-pantomine"-persooaadjes ongetwijfeld voldoen, misschien, hgt
ter zelfs dan in het zangspej-, \V3al' een na*
J ?? 8p'ër~töt de eerste
vereisenvan avond geeft dit. gezelschap ten eersten
male Le cvttr et la main van Lecocq. De
fransche koeranten hebben zooveel goeds ge
meld over deze laatste vrucht van den oolijken
meester, dat men wél zal doen daar eens kennis
mee te maken. Ik veroorloof mij echter op
te komen tegen de hooge prijzen, door de
besturen dezer Brusselsche onqretten vastge
steld. Gisteren zag ik Fanfan la Tulipe,
met de deliciëuze stem van Mevr. Buderman
in de vrouwelijke hoofdrol, en waarlijk, voor
/"l.25 geniet men hier minstens even zeer
als voor /3 of / 2.50 ginds bij de Belgen.
-Ik verzoek den lezer mij deze huishoudelijke
beschouwing te vergeven, maar dal wechloo- ?
pen met uilheemsche kunst en het veronge
lijken der onze otn den wille van die, was
mij reeds lang legen de borst en de hooge
prijzen, die men voor den toegang durft vra
gen, zijn daar het uiterlJjjk bewijs van.
Gedurende de voorsteliingen der Doditer van
den vrek, door het Ntderl. Toon, rijst de be
denking, waaraan de voorkeur dient gegeven:
aan het uitvoeren van stukken, dio in zich zelf
op den naam van »goed" aanspraak hebben,
of aan de vertoomng van dio, welke geen
andere verdienste bezitten, dan dat zij den
Heer Bouwmeester gelegenheid tot schitteren
geven. Ik moet zeggen, dat de Heer Bouw
meester, in sommige oogenblikken van zijn
optreden als de »Vrek", den toeschouwer eene
genieting deed smaken gelijk aan die, welke
zijn Shytoolt en zyn Grève de» forgeroni
opwekte, maar nam hij niet geheel alleen de
aandacht in beslag en waren zijae medespelers
aan hei woord, dan bleef alles koud én bleek het
drama niet te radden. En schijnt 't nu niet
wenschelijker difr toonéelspelen uit.de oude
doos maar te laten rusten in de stoffige kar
tons der archieven, en liever voortreffelijke
klassieke en moderne stukken te vertoonen,
waar het geheel* de omgeving, een kader
vormt, waardig eens Bouwmeesters kunst te
omlijsten, stukken, wier auteur zorgde voor
een achtergrond, die het vuur van een groot
akteur niet afstoot, maar het opvat en tintelen
doet in vollen glans? Ik betreur, dat Mevr.
Bössing zich niet alleenlijk aan het blijspel,
aan de komedie wUdt. Daarin kan zij nog
voortreffelijker worden dan zij reeds is. In
rollen van hevig uitgedrukt lijden en woest
gekleurde passiên kan zy niet voldoen. Haar
kunst is fijn, teeder, weemoed en ironie, ?
humor. En zou r.y daarom minder zijn ? Werp,
hel een schaduw op Molières nagedachtenis!
dat hy zon naam aan geen enkel treurspel
heeft verbonden, of verbleekt desterrekrans,
die den naam van een Michael Angelo om»
limit, wjjl zyn genie noch het orgel, noch
de lult tot voertuig koos? ? Mej. Gartoiad, die
in dezen Vrek, voor Manon, de huishoud*
.ster optreedt, is een onaangename verschij
ning: mlMchien een best menach, maar geen
aktrice. De 1111. Ising. Tourüiaire en Schwab
vervullen de andere rölïoa.
Fwfan U Tulipe, in Frascali vertoond.
bevalt een elk, die liet gaat zien. Indien wij
een hollandscho opera hadden, zou Mevr.
Baderman ongetwijfeld daar tot de eerste
smetten behooreo, want zty beschikt over een
kmtaljen orgaan, waaruit al de lichte kleuren
van den regenboog in tonen tot ons spreken.
Het komt in Fanfan eem'gszins tot zijn recht,
minder dan in SatamiUa nv., maar deze wei*
nige mate loont toch het trotseoren, een avond
lang, van sterke rook- en andere geuren op
Fruscaties roode zitplaatsen.
\Yat is hel jammer, dat de goede, hartelijke,
eenigsiins versleten en van Judels herinne
ringen vervulde, door Feye in orde gebrachte
en door alle eenigsiins vroolijke H. B.
S.leerlingen met lust gefrequenteerde Salon
det KartV"tó-zaal in een Miokerig, hel getint
van builen en «moorsch" geschilderd van
binnen, met talloze zee-blauwe bloemen voor
zien Café-concert-lokaal veranderd is! Ik be
weer niet eem'gszins de I1H. ondernemers in
de wieten te willen rijden, want hun be
gunstigers zullen zich toch aan mtyn geschrijf
niet storen, en buitendien, nu de zaak bestaat,
kunnen mijn herinneringen mij over de heen
gegane slechts een lykzanj; doen aanheffen.
Oe nieuwe komedie, >Koningskroon", waar
de traditie van de Salon gehandhaafd wordt,
hoop ik a. st. week eens te bezoeken en er
tets over te vertellen.
Ernstige stukken zijn er ondertusschen
weinig op til; de zachte, goede
tente-zonneslralen schijnen maar nooit met de onrustige
zenuwachtige voetlichten vrede te kunnen
sluiten.
18 Mei. v. D.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
De groep in marmer Paul en Virqinie, van
Louis Royer, en de liggende Venu» door den
zelfde, zijn heden morgen de ten-tobn-steiiiug
van beeldhouwwerken in de Panorama-zaal komen
verrijken.
De eerste aflevering heeft het licht gezien van
Part) illitstrê, con minndelyksch tijdschrift in
folio, uitgegeven ouder bestuur van F. U. Duraas,
by Lahuro cu Bascbet te Poqjs. Het doel der
uitgave is heel hot Par(jsche' leven, in 't publiek
'en iu huis, langs straten en pleinen, in boudoirs
eu koffiehuizen, in de woningen der kunst en van
de liefdadigheid, met aiju elegantie, züu bedrij
vigheid, zijn zwier, zijn afwisseling, door
bekwania kunstenaars, teekenaars en graveurs, in plaat
te doen brengen en het aldus dor geheele wereld
teil aanschouwe te geven. De«e eerste aflevering
is geheel gewijd aan den Salan van dit jaar en,
in bruine,, gryze, paersche, zwarte fototypen van
verschillende nuance, vindt wen hier do reproduc
ties 'uei' "voornaamste schilderstukken bijeen, liet
geheel is goed geslaagd en verdient nadere ken
nismaking. De pr\js der aflevering van twaalf pla
ten is één franc.
BÜ Fr. Bruckmanu te München verachjjnt een
Allmein historitches Portratwerk. De twee eerste
ev.kwamen uit. Men viudt daarin o. a. portretten
u Hendrik VIII, Kon/v. Engel, door Holbein
Houbtmlten, Heari m door ttoltaius, Karel I,
n Engeland, naar van'Dyck, door de Jode,enz.
Het werk verschijnt ia 2 reekten, ieder van
in afleveringen. Elke afler. behelst 5 portretten
fototypie, met één bladx. tekst'.
Men is druk bazig aan de voltooiing der gevet
van den Dom te Florence, onder leiding van
Prof. Gr. de Fabris. A. st. najaar zal een ge
deelte der daar aangebrachte beeldhouw-werken
reeds onthuld worden. Binnen 2 a 3 jaar zal
alles gereed z{jn.
Het Louvre to Purjjs heeft weder drio merk
waard :ge aankoopen gedaan: Ie het prachtige
borstbeeld van Michael Augelo, uit het kabinet
van Èugène Piot, en de twee kinderen in brons
door Donatollo, vau denzelfden verzamelaar af
komstig; 2e de beroemde groep van Raphaöl:
Apollo en Marsyas, uit het kabinet-Moord te
Rome.
UIT DÜITSCHLAND.
li>!T KKDEBKIJSSCa MCZIEKKEEST.
Keulen, 16 Mei 1883.
.
-Pinksteren, clat lioflükfl feest" (zooals Güthe
eiinen ?Reineke Fuchs'r begint) roept sedert het
jaar- 1818 de bewoner* der Ujjuprovincie en vele
vreemdelingen uit Holland en België naar eene
der drie zustersteden, Dusueldorp, Aken of
Keulen byeen, om aldaar, naar gewoonte, die
eene tweede natuur geworden is, getuigen te zün
van de ouvergelykelyk tchaone uitvoering der
hoofdwerken vau de uitmuntendstc meesters der
tonen, welke in de laatste tweehonderd jaren
hebben geleefd. De reden waarom nog oudere
meesters niet op deze feesten verschenen ligt aan
het karakter hunner werken, welke zulke reus
achtige kracht van uitvoerders niet behoeven als
ktere toonscheppingèn, en daarom gemakkelijker
No, 308
vatorium te Brussel, en wellicht onder uwen
verdiensteiyken Yerhulst Hol of LIeinze geschiedt.
Het was in het jaar 1818, geltik ik «g, dat de
steden Dusseldorp en Elberïeld oehe soort van
overeenkomat sloten elkander bfr te «taan ia het
gerewld oproeren yan groote; moeitcrjrerkeu,
op de Pinkiterdage». Keulen sloot zich m 1820,
Aken in 1334 bij dexe afspraak aan; Elborfeld
trok zich in 1827 terug, dewfil het geen toereikend
lokaal bent, om -zich met jd&andere steden op
eene l«n te kunnen plaat»eh. B(jna «onder
stoornis volgden de feesten elkander op; m 1847
werd reeds het tiende muziekfeest te Keulen
Gedurende eenige jaren belette de restauratie
van de aloude koopmanshal ?GUrzenich net
muziekfeest te Keulen te houden, doch van 1858
af, werden de uitvoeringen ook hier geregeld
voortgezet, en bloeiden ouder F.von Hiller's leiding,
tot do thans gewonnen hoogte. lp 1873 werd te
Aken het vijftigjarig bestaan der feesten gevierd
en thans is het z e's t i g s t e noderrjjnsch muziek
feest, onder von Hiller's 12e directie (in 1853
«ruide h(j reeds den veldheewstok m Dosieldorp)
plechtig en glansrijk ten einde gebracht.
Als doel der mnsiekfeesten was aangenomen:
het ten gehoor» brengen van ?muziekwerken van
oude en nieuwe meesters." Doch de nieuweren be
kleedden In den regel eene veel geringere plaats,
dewjjl hunne toonwerkéu geljjk de
vóór-zeventienae-eeuwsohe zeldsaam het ontwikkelen van
groote krachten vergen. Terwijl ?Messias van
Hftndel tienmaal, ?Samion" zevenmaal, ?die
Jahresseiten" van flaydn, vijfmaal, de A-aur Sinfonie
1 voorkwam werd
u"msal (1836), «Der Thurabau m Babd". Va»
Rubiastein eenmaal, «Requiem", van Terdi een*
maal, .Die Zerstoruns; Jerusalems", van HUler,
de Siufonieön van Niels Gade eenmaal, Schnbert,
Lisat , on vele andere componisten slechts «en*
enkele maal ten gehoore gebracht. Men is evenwel
heden van de gewoonte terug gekomen op d**
tweeden en derden dag van het Teest niUuitend
kleinere werken uit te voeren, en is sedert eeaife
jaren de gelegenheid geboden vela werken ten
gehoore te brengen, welke Vroeger met eene
?ekere pedante minachting werden ter ajjde
gelaten, omdat sj| niet ?hoflahig" waren. Daarom.
werd ons dit jaar op den tweeden dag Brahm'a
tweede klavierconcert (B-dw) en op den derden
dag de tweede Sinfonie (D-dur) deselfde oompo*
nisten geboden.
Doch wy willen ome mededeeling van voren
af beginnen.
Eerste dag.
De Zondagavond bood ons de cesde uitvoering
van ?die Schopfuag" van Jos. Haydn en de
tiende voordracht van de derde Sinfonie (Eroica)
van van Beethoven. »Eerstgenoemd werk wa*,
by de gronding der feesten, in 1618, het tweed*
in 182O het 'eerst ten gebooro gebracht. ? ?
Het was in de dagen toen de -Zauberflote" t*
Weenen büsonderoa bQval had uitgelokt, dal
Haydn's vrienden hem baden een werk van grooten
omvang en ernstlgen aard voor de coneertsaal
te schrijven. Tot den tekst gaf de sol
geschiedenis van den' dichter Lidley de
aan de hand; 500 duoaten werden uitgeloofd, ea
weldra bracht de Hollandsohe lijfarts van Maria
Thereiia, doctor van Swieten het middelmatig,
ja in vele opzichten pruikerige en gedeeltelijk
onnatuurlijke gedicht tot stand, wat door Jos.
Haydn in muziek zou worden geset. Het is,
(geiyk onze lezers weten) een gedioht, waarin
van de eeno ztide beschrijvingen voorkomen,
welke nanr hunnen aard uiterst ongeschikt ion
om in tonen te worden wedergegeven, van de
andere ajjde lofliederen zün opgenomen, waarin
dezelfde gedachte herhaaldelijk terugkeert: all
?Stimmt an die Saiten," ?Die Ilimmel erzahlen,
die Ehre Gottes," ~ ~
----ist das grosze
macht," ?Singt
deze herhalingen niet bemerkt is een der bewijzen
van de voortreffelijkheid, waarmede Haydn qjna
taak heeft vervuld, die het geheele werk tot
harmonische eenheid, met de grootste verschei
denheid en afwisseling, heeft gebracht.
Haydn was toen 65 jaar oud. B# de
bearbeiding van zijn oratorio zeide de componist, vol
gens zy'n levensbeschrijvers, dat luj nog nimmer
m zulke vrome stemming was geweest, en toen
het werk uitgevoerd werd en alles in de grootste
stilte luisterde, gevoelde Haydn, die zelf meerdere
.uitvoeringen leidde, eene diepe aandoening,. De
eerste uitvoeringen hadden in het palcis des vorsten
Von Schwarzenberg, latere in het Burgtheater te
Weenen plaats. Die, uitvoeringen stonden in glans
en kracht bjj de hedeadaagsche verre achter;
evenwel hadden zjj eene voortreffelijkheid, welke
bij de tegenwoordige minder te vinden is, name
lijk de natuurlijkheid, de innigheid en eenvoudig
heid van gevoel, waarmede de. solo's werden voor*
gedragen.
Zy waren deze maal toevertrouwd aan mejuf
frouw Lilli Lehmann, hofzangeres uit Berlijn, en
aan de heeren Götze en GarlMayeroperazangen
uit Kouleu. Mejuffrouw Lehmann, ofschoon zy
reeds vele jaren als zangeres bekend is, beschikt
nog orer voortreffelijke middelen. De stem is
klaar en liefeljjk, tot in de grootste hoogte, trillen
en figuren worden keurig uitgevoerd, de intonaties
e\jn zuiver, de geheele voordracht ia een af gewerkt
geheel. Daarbjf geeft de kunstenares ilch reken
schap van den tekst, dien zy heeft te vertolken,
en (.tracht haren zang daaraan te doen
beantWofrden. Har? , vooalise maakt het echter
.onmomUjk drie woorden, zolder tekstboek in dé
baad, te verstaan. Doch dit is hei geringste éa vel.
Ondanks haar goede bedoeling gelukt het haar >
niet den geest, noeh van Haydn, noch van HSndel,
en andere dergelijke meesters terug te geven.
Overal schemert een klaagtoon door, geiyk zij paat
voor Isolde by Tristun's dood (van Wagner), een
tooneel, waarvan zo de zenuwachtige overspanning
zeer wel in de siddering harer stem doet uitko
men; eene eigenschap welke echter evenzoo onge
past is, waar do kunstenares in de beroemde
vogel-aria schilderen moet, hoe de adelaar op
?trotsche wieken" de zon in het aangezicht vliegt,
als voor de blymoedige muziek van Haydn in 't
algemeen. Jenny Lind zong rdie Scnüpfung"
in 1810 onder Mendelssohu'd directie te Aken,
in 1855, ouder Ililler.s leiding, te Dusseldorp, en
zu zong in 1866 .onder dio van hareti gemaal
?der Messias" te Dusseldorp. Velen herinneren
zich nog die vooodraohten, waaruit de geest dei
componisten en der muziek den.hoorder
ulstegen. stroomde; niets gezocht, geaffecteerd, of zooge
naamd aromatisch, eenvoudig eeue veredeld» uiting
van 't gevoel, eene itille, vroolijlte schildering der
natuur, doch dakrom niet zonder kleur of afwis
seling. Wanneer Jenny Lind (men veroorlove ons
dit voorbeeld) ia ,.Mu3aias" de aria ?Ich woiss dase
mein Erlösor lebet" voordroeg, werd het publiek
(wat op hnar verzoek niet in de hu oden klapte)
diep doordrongen van de met volle overtuiging
en verheven zin uitgesproken woorden. Zy soueen
eene profotes. Wanneer Lilli Lehmaon echter
het rHallclujah" van Hiindel (3n dag), of welk
deel ook van ?die Schöpfung" zingt, vergeet men
geen oogenblik de ?hofzangeres", die met volle
recht aan de schoonheid van hnar eigen profiel
gelooft. De duitscherzouzegg«n; fSiebestioht,?"
overtuigen van do waarheid narer woorden doét
z|j ons niet. Over il-j voordracht van den tenor
Götze willen wjj geen woord verliezen. Deze jongo,
vriendelyke, friuche zanger, die in den ?Postillon
de Lonjumeau", of in ?Lucia" als Edgard, zeer
wel kan voldoen, was hier geheel eu al misplaatst.
De keus van dezen zanger moet dau ook toege
schreven worden aanden ?(iötzeudienst"(afgoder4J),
waarover vele bezadigde kunstenaars klagen. Onder
de jonge dames telt Götse een aantal aanbiduters,
en de heeren van bet comité z|jn zeer galant
en voorkomend.
De bas (of liever bariton), Carl Mayer, weet
zoowel aan Don Juan. aan cUn ^RattenKioger
von Uameln", aan Qeethoveuf« muuek als aan den
van Vader Haydn het ware kacakter
te geven. WQ zonden zelfs zeggen dat de ernstige
muziek het best door hem wordt voorgedragen. Z(jn
orgaan is omvangrijk; tehoon vóór .die
Schöpfung?/'enkele lage touen f*len.Hy heeft een groote
kalmte, die hjj zich op eene lango reis door
Amarika heelt eigen gemaakt. Z|jne voordracht werkt
gunstig op den smaak van 't publiek, want zij
bevordert het verstand, van den .oratoriostijl.
Kortom Mayer was op het muziekfeest goheel op
zijne pl«ats. De koren der ?Schöplung" werden
in 't algemeen met groote nauwkeurigheid voor
gedragen; «y telden 168 sopranen, 124 alten, 94
tenoren, 98 bassen. Het zal overbodig z\jn dun
indruk te beschrijven door dit krachtig koor te
weeggebracht, ? dnt bijzonder do muziek van
Vadet Haydn met diep gevoel wist voor todragf n.
't Is dan ook de meer hartelijke, innige toon,
welke Haynd's oratoriön van die des renaaclitigon
Sebaitiaau Bach onderscheidt. By Bach is meoat
alles overtuiging, geloof, adel don vcratanus, d>q
uit zijn tonon schynen te spreken. H .ydu tJ aa
kinderlijke grootvader die n met eenen lacli, met
een niet minder oprechte overtuiging, 'locli met
een zeker medelijden voor de zwakheid van het
menschdom te gemoet koait.
Wat zullen wu nn, in do tweed i plaat», van ;U
-Eroica" zeggen r1 Hier ïijn de voorfveffeHjkbodon
der fnutumeiitisten ta prezen, oftchoon wij
«eliielijk daaraan toevoegen, dut het orkest zich ook
<fu de ?Schöpfung" met lieido, vewtaid eu or'
DE AMSTERDAMMER, WE £ K B LAB V O O R K TST) E R L A
mcrluoaabeid (de bas tuba met ajjne
niet uitsloten l) van styn taak heelt gekweten.
De «Etoica'' dankt, gelijk vrg aktmeen bekend
is, haar outvain aan de overwinningen door
Napel*»* Bonaparte a1* oertte cea<«*! belimM.
tevensbeschrtyver, Ries, sneoA dat cj
na den *Ug b| Marengo ia Ujftt werd be
gonnen. Zjj wem na da overwinning bty Jeu»
afgewerkt Bwthoten gaf haar den naam des
overwinnaars. ?Benadotte, (ée hrtere koningvan
Zweten), toeanaale g.MDt aan het lief T»B
Tw*en«D, had d«ce gedachte bjj den greoten com
ponist gekweekt. Nadat Napoleon, Etter VAD ifae
raa«bt, «ich d« keiienkroon om de slapen had
gedrukt, reet (te hsonkanstenair het titetblnd n't
>yn werk, uittoepeade : ?Ook h| n liets anden
dan jen ocwoue sttrve|tDg", en schreef oy eeae
wiMéT%Jadïyde, in t itauaoiiscu do woorden:
?Uccomponeerd om de nagedachtenis van een
groot mnn te vieren (composta per fcsWggior* U
«ovvenire d'un gran oome)". DeShif>iM« werd
aan prins Lobkuwita opgrüragea, welke haar
had aangekocht en herhaaldelijk ia i4ju paleis liet
uitvoeren.
WQ willen hier 't wark niet ontleden, alsof wjj
voor een muitkaal tijdschrift schreven ; bovendien
is d«n weesten eu>«r leaen dit aiuüUiaink
gpnoegaaam bekend. Wg kannen evenwel niet na
laten nog eens te wy'seu op enkele van
tieetheven'a eigenaardigheden, welke tich in dit werk
by*onder deen kennen, l*. Zien wij dat hier, als in
nhdere werken van den grooten meester, ée
eahoonlieid, ja de volkomeuliaid vau het eerste gedeelte
dos werks die éér overige dealen dnidelqk over
treft ?, 2*. hoe kleine en zelfs alledaagsche thema's
uitgewerkt worden tot een edel en verbeifend
tooswork. Het eerste gedeelte dersinfonieissnlk
ecnvolled'K geheel, dat tiij hot klinken van don
loatitcn toon daarvan mon, (niet beter wetende),
geneitsd zon «ijn te meenen dat hot werk aldaar
e 'n oiude neemt. De ver cheidcuheid dor melodieën,
de eigenaardige rol, die daarin door d« baksen
wordt gespeeld, de edele vreugd", uitgedrukt
door de drie hoorns, en zoo vele andere bijzon
derheden vormen dit gedeelte reeds tot een
glansrjjfe beeld van hoo#e idealiteit.
Daarop volgt de ?Trauormarrch", als herinne
ring aan de wonkelbaarheid dor grootheid, en eeoe
w isprehendo ?waarschuwing voor de
gezagvecrdcr§, maar weldra vangt het Scherzo aan, waarin
het vrooiyk boornKetchal eerst i-eclit weerklinkt,
zonder dat vrti daarom aan enne jachtpartij be
hoeven te denken. Men hoeft dit Sobeno wel
by de spelen der Ouden vergeleken, o|> bet graf
der groote helden gevierd. In bot Finale heeft
men Beethoven 's hierboven aangeduide eigenaar
digheid Nr. 2 bijzonder op te merken. Men beeft
gemeend do grondslag van dit. gedeelte des werks
reads te vindon in een quartet, Betiteld , Opus 18".
Wnt daarvan zy ? zeker is het dat het hoofd»
motief ten eerste terug te vindon is in de ballet
muziek voor -Prometheus" (1799) en vervolgens
in do tweede der zes Contradansen voor klavier.
Het, is W. V. Lenz, in zyn werk : ?Beethoven et
ges trois stiloa (1852), I. bl. 302, welke oti> het
eerst deze bijzonderheid deed opmerken. Ondanks
de edele grootheid, welke de componist ook hierin
heeft bereikt, kan het niet geloochend worden
dat het motief zelf eene allcdaagache kleur heeft.
Ondertufscben h en blijft de ?Eroica" een der
edelste, verheveuste en diepat doordachte
instrumentaaiwerken die ooit geschreven zijn, en elko
uitvoering daarvan voort om eene schrede nader
tot de kennis van die geheimen der toonkunst,
welke door haren adel een voorgevoel te weeg
brcngtn van een bovennatuurlijk leven.
De idealiteit van het eerste gedeelte schijnt ons
zoe groot, dat do treurmarfcb, daarop volgende,
er Bteli'dramatisdirof am'het zoo te noemen te
realistisch nevens staat.
Maar nu de uitvoering. Elkeen begrüpt wat
men van een orkest van 131 uitmuntende kunste
naars kan venvachten ! De uitvoering WUB bijna
zonder vlekken. liet evenwicht tussclien
blaasen strijkinstrumenten was uitmuntend bewaard.
Do blaüurs speelden me!> groote fijnheid, de strijkers
met begeesterde energie. Overigens kent men
Ililler's directie, welke meer naar gclültmatighoid
«n duidelijkheid dan naar bcwegclijkhetd s', ree 1 1,
die de eenheid in gevunr zou brengen. Met eer»
liioJ aangehoord, met gejuich bpgroet werd
Beethoveii's meeiterstuk de ?Eroica "T
ELI2ABETÜ BROWNING.
L
De poëzie, zegh Brandes, heeft twee grondvor
men. Zy heeft het «arukter van een op
psyeholo^ifch onderzoek berustende voorstelling ? en
in deze gestalte nadert zij tot do wetenschap ? of
xij tiuetit als profetie, als bezielde verkondiging
op.?- en in dozen vorm undert zg tot don
godidienst. Vertogenwootdigei-s vnn beide
trondvoruicn mij voor den geest, roepend, dacht ik aan
twco vrouwen, die Engeland vol fierheid
zijne dochteren noemt; aan Goorge Eliot, do
boroumde romancière «n aan de niet minder beroemde,
hoewel minder bekcndo dichtere», wier naam
boven dit opstel is geplaatst en aan wier
dii-htgavo wij e enige oOgenblikken onze .aandacht
willen wijden. George Eliot, dio doorleefde
gedachtrn in heeld brengt, de menschelijke ziel ?
haar eigen rtjke ziel in da eerste plaats ?ontleedt
en daarna weer samenstelt, haar met de gestalte
harer helden en heldinnen hckleedend: 4re vit
haar eigen hoog en tegelyk diep «eiielijk gevoel
een wereld- en levensopvatting put, waaraan zij
do kinderen harer verbeelding toetst, die si), als'
een zon, over de denkbeeldige wereld, door haar
opgebouwd, doet lichten; ? Elixabeth Browuinir,
die de in haar ziel gewekte aandoening of harts
tocht aanstonds, oog trillend van leven, naar
buiten rukt en in vurige zangen uitstort en die,
wijl zy, door al wat in natuur en meiuch weer
klinkt, in beweging gebracht, de volheid van hét
«ven doorleeft, wijlzij ?? om haar eigen woor
den te gebruiken ? bet ondragelijk gewicht van
al het woelen en streven en lijden der menanlihoid
torscht, als Sybille, als profëteme, optreedt, in
naar zangen de ideön vertolkt of openbaart, die,
zooals Brandes zegt, het hartebloed van hot levende
menscbdom en te geluk van alle ware poëzie atfa.
?O droeve grootschë gave", zegt zij, ?het
tweevoudig leven den dichter geschonken, als
«én leven reeds zwaar, reeds pynlyk genoeg Wykt
te zijn!" O wondere grootsche gave,
onv,;rklonrnaar mysterie zeggen wy op onze beurt, het
tien-, het twintigvoudig leven door dew iwwkke,
jaren lang aan haar sofa gekluisterde invalide
geleefd.;? Het war m den bloeitijd van hare,
naar het sch^nt, gelukkige, hoewel ietwat eenzame
jeugd, dat El. Browning, na door een hevigon
schok aan den rand van het graf te zQn gebracht,
? t«LTorquay' tgnde, zag ijjliaar eenigen, innig
geliefden broeder door net omslaan eeaer boot
voor haro (oogen verdrinken ? tot een tien
jarig lijdend, kwijnend bestaan, in een haU denker
gcmaakteLondensehe «tekenkamer, werd verwezen.
Welnu, aan dit bestaan, dat voor ieder ander
schier tot een moeras met noawen, grauwen bompat
zou zyn geworden, is de stroom ontwrfd, die,
noog van de bergen stortend en zoo ma«ht%e
armen naar alle znden uitstrekkend, nnteloos n
Toortgctpeed, tot nfl tóch in den oceaan giw ver»
liemn. In deze ziekenkamer i» de geert geryp»,
van wiens werken gecegd is, dat 14 eer aan een
athleet onder de beeldhouwer», of een cent mdw.
ae wtjigeeren, dan aan een vrouwenhand doe»
deuken en dat zy den bier m geheel nieuw
mxi^t omtrent de hol|»nnddele» en d* veerkracht
'M te TTMwel^ karakter doavwwemn. Ia
dit hal/ duister vertrek i» de poiizie oatleke*,dse
tn «Aurora Leigh" al haar bloembladeren beeft
oniploonl, Aurora Leifh, waarvan bavage
Landor beweerde, dat het hem telkens aan
Shakespeare deeédeaken en dmt hy niemand in sjjne
eeuw t«l het i»0ftbreafea van ralk een
dientstitk in staat had feeebs; Amroi* Leigh. waaria
der schrijftter verwonderlgke veehüdigheid va»
deuken en gevoelen, de onverklaarbare rijkdom
van haar in bandw gelmeW leven alt het ware
geeoBoeatreerd it.
Oat ai«a VM dtae» rfkdem een denkbeeld te
maken, heeft «ten EL Browning'* werken slechts
op te slaan. Door haar dichtbundels dwalend,
verkeeren wy met de vrouw, die al de schatten
van het vrewweaaart wit haar eigen hart nair
beven toeaftH? atet de kunstenares, die 100 al niet
met bot oor v*a deu musicus begiftigd, tooh
met het oog van den schilder alle tinten ea vor
men waarneemt; ? met het poëtisch gemoed,
waaraan de natuur al haar weelde te genieten
geeft, al de geheimen van hare aantrekkelijkheid
ontsluiert ; ? met de geletterde, die de kennh
welke B|| gaarde, eener bjjnt overriike verbeelding
ten dienste stek; ? met de heldenziel, die een
voor zjjn onafhankelijkheid en eenheid strijdend
vbMt tot tegenstand aanvaart, tot volharden bezielt,
z$n zegekreten vertolkt, «an a|jn hopen en vree
zen woorden leent;.? met bet meuschenhart, waar
arm niets, wat menscheiyk is, vreemd biyft;geeu
trrootmoeitifle opwelling of daad, maar ook geen
enkel onrecht op aarde ontgaat, dat, zich aan de
zyde van ?elemtntal justioe, natura! right" scha
rend, aan eiken lijdensbeker do lippen zot, JA zelfs
de kreunende klaagtoon van het afgematte
fabriekakind in onvergetelijke strofen weet weer te
geven; ? net den diofatergeest, die door de
verschijnselen dezer Binnenwereld tot de ideale
werkelgkheid doordriugt en zich, zijner roeping
bewust is, dit wezen der dingen, dit leven van
dit leven aan luisterende en zoekende zielen te
opt-nbaren en te doen verstaan, dio, met deu zil
veren sleutel hem geschonken, de poort ontsluit,
welke de zichtbare wereld van de onzienlijke
scheidt en zonder ophouden ?the lark of h is
mu&iu" naar den hemel zendt, tot de eugeleu neer.
en de stervelingen omboog zien ? ?and the poet
is btesser with tbcir pity or hope.
O life, o bevond l
Twixt the heavons and the earfh tan a poet
dcspondV"
V ortwijfelen, neen dat kon de dichteres iu deze
Uoogo sfeer niet, maar of zij daarom niet leed
ond«r de zwakte en ziekelijkheid, die haar, in hut
vroi krachtigste en incest onrustige tijdperk vau
het leven, als in boeien klonk? Zij zon zwakker
en tammer vau geett en armer aan gemoed heb
ben moeten «ijn, om er niet, of minder onder te
lijden dan *ü deed. Op haar sofa uitgestrekt, naar de
rusielooza branding van de menschenzee te luiste
ren, en te weten van welk oen rijke, woelige,
werkzame, maar voor haar door ceu slagboom
gesloten wereld zij sprak ? 't was een knagende
kwelling, waarvan men in baar gedichten maar
a.\ to zeer do pijn gevoelt. Do schaduw van
baailijden gaat bij de lezing harer werken voortdu
rend mot u mede. Maar ? 't is aan het genie, dat
haar stcrirt, dank te weten ? de ?bitterste teug
vau haar eig*n lijdensbeker beeft ifj niet
beliooven te drinken : zü heeft de smart niet gekend
van door lichamelijk Uiden al doffer en suffer
van geest, armer aan denkbeelden, minder vat
baar voor bezieling, zedelijk machteloozer en
lijdzamer te worden ? te demoraliseren in één i
woord. Integendeel, -ȟ heeft de vWgels van
haar ziel voelen groeien, zij is ziek harer gaven
al meer en meer bewust geworden in een atmos
feer en een toestand, waarin zoo. menigeen het
?waarachtig eigen- ik in een 'ou'natnarlyke, ver
minkte persooUUjkheid ziet' ondergaan.
/.oo is hot ook haar genie, of liever haar eigen
aardig genie, dat, hoe onverklaarbaar op zich
zelf, ons den ileutel tot -een ander» niet minder
onverklaarbaar raadsel in haar zieleleven geeft.
KI. Barreth was 37 jaar oud, toen de 'dichter
Robert Browning haar zijn hnrt «n hand aanbood.
Der dichteres zyn dank willende betuigen voor
eenige waardeeroi.de regelen, aan zyn poëzie gewtyd,
woa het, naai- men zegt, door een misverstand,
dat hy in haar, voor vreemden gesloten, zieken
kamer werd toezelaten. Hy kwam weder en
nugmaate en nonnnals weder ? om haar in den herfst
van 1847 als zyn gade naar zonniger lucht te
voeren. Voortaan mocht zy, als El. Browning,
in het Florence, dat haar weldra zoo dierbaar, werd,
ruimer en vrijer ademhalen, uit ?Casa Guidi
windows" den blik over het heerlijk landschap en den
woodersehoonen hemel laten weiden, dien zij
in ?Aurora Leigh" met znlko warme tinten hcsft
gepenseeld. Was het ? hot leven, dat aan haar
huwelijk vooraf M ing, peeft ons recht het te ver
onderstellen ? de vriendschap, de kalme gene
genheid van een verweduwd, mrt geweld tot
zwijgen gebracht halt, of een ziekelijk gekweekte,
alle levenssappen toeffevoorde broeikasliefde, die
de zwakke zeven-en-dertipjarige den dichter te
bieden had? ? De- dichtregelen haar door haar
echtgenoot gewijd, het. getuigenis van hen, die
haar vijftienjarig huwelijksleven van nabij moch
ten gadeslaan en bovenal haai- eigen, heerlijke
sonnetten weten van andere en betere dingen te
gelnipen, van een hartstocht te spreken, vurig,
krachtig, alles omvattend, van «en machtige, maar
kerngezonde liefde, die, als alles voorbij alles
beproeiu en alles genoten is, als do kunst on de
wetenschap hun beste gaven hebben gesohonkcu,
de hand slechts behoeft uit to strekken, om ver
over dit alles henen to reiken.'1 ? I» liet niet
haar veelomvattend graie, dat ous deze hare liefde
verklaart? Is liet niet, \v\jl z^j vft» uit haar ker
ker haar vocthorcn* no.tr alle zijden ?horft uitge
stoken, hnar hart aan het tollc Icvfn heeft gege
ven eu (laarmcide nan de voorwaarde tot waar
achtige levenslust- en kracht heeft voldaan, dnt
ha»r uieleleven die volkomen en liarmonischo ont
wikkeling heeft bermkr, die zelfs duoi- het
ongcaonilo bestaan, dat zy naar het liclmmelijko
«enoodznakt ww te leiden, niet koa worden gestoord
of gestuit? Is het niet aan het riflc besnaarde
on goed gestemde speeltuig alleen, dat men volle,
krachtige en zuivere tonen ontlóki? 't Is waar
ook on hora liefde valt. do breeile «clmduw van
hnar lijden, maar deze kon da zon niet verzwak
ken, den fflo d van wier stralen zn tempert en
verzucht. l)ie schaduw gclykt d«n doorzichtigen
sluier, dien El. Browning zelve om bare liefde
nenenslocg, toen aq de verzen, waarin zij in d& da
gen harer verloving de voïhriJ van liMr hart
Uitstortte, ?Sonnet s frons the Fortngoteu tot
op«hiïft gs£ H; M.
(Wordt vervolgd.) ,
verhaal ?De
veriasaeunf
Drie JWoceffe* door Mevrouw La
ChapeUe?ttooböl, uiliffvtr J. W.
Sikken. Amsterdam 188S,
De schijnbare gemakkclijkheid, om bedden nifc
hei daffe^ksehe leven na te tcekentn, verleidt
velea tot net opstellen van verhalen, din don een
algemeene type verkrijgen, waarin echter geen
eigea kunstenaaratalent doorstraalt.
Onrechtwardig is het misschien dit individueoio reods
sterk ontwikkeld te willen zien by h«t eerste
optreden, waar doet men dit niet, dan krijgt
ouao litteratuur weldra de eenvormigheid, die ra,
een groote eeuw geleden bozat, en waarover wU
thans Dedeiydenof de schouders ophalen. De
Novdlen van Mevrouw La Ghambelle? Roobol
? metheeveelaflrgeek irestyJeerd? treden, ntfns
?T-?"?"?"»»??»» n^i.jjwn>^itraoBB, oinni
?B»eenens,ni«t buiten den gewonen kringen aaUen dus
Jfcht dea gewonen weg gaan. Hieruit volgt wel
niet dat «r Mene sporen van een hoogere
rich**n*Tto1* «HMékkm ria, maar deze worden noch
?jsoo veeivnldv, «och MX> soberp getrokken, dat
het oordeel over dit werk toe nuttig kan wezen
als wü voor de Mbrptef 3k)v«^
" it «e«
oawaarKhUnlijke
Haar eerste
merkwaardige
fitwe» ?& leldsswue B
Een klein meitfc, door ee» goettartigw vaster
sn eeoe vereldsoJu moadet sjsstbaargwrwnaBte
overgelaten, gevoelt sich dus (deze gevolgtrek
king is voor rekening TM Ie auteur) zeer een*
?aam, totdat aï verbied wMit dwr de febegrte
van een broeroe. Do gsnegooheid, waarvan bo*r
hartje «w volif, schenkt s|j aan dat Undjt, «n
kleine lorgen voor hm verrotten «a t^dlang
haar jons; leven. Geen wónder-dat de dood vaa
het kleine kereltje haar nog eenxamer dan te
voren hut en diep bedreeft. De ouders tQn on
bekwaam om hun dochUrtje te tmetea en *oe»
ken daarvoor hulp *4 o«ea Frank, een bekend
kindervriend. Deze specialiteit legt een prachtig»
pop in het wiegje, waar eevtyds het broertje in
sWep eu is dan nog Terhaasd, dat h| <tfn kleine
vriendinnetje daoi-door meet pQn du pret heeft
bezorgd! ,
Tot hier toe is de g*sc|ied«Mii onbeduidend,
geen enkelo figuur, die ranp*tfcie wekt, want
zelfs het ongdttkkige meisje deed feitelijk niets
anders, dan naast het wiegje van haar broertje
Bitten bij laag neergednssTgosiieht. Maar het
wordt slimmer. Jda wordt, groot en haar hart
doet een keuze. Een dichter is de- nitverkoorno
en bladzijde 17 lexen wtf/Aat *jj oabeschi-iffclijk
gelukkig is, al m«et «ij aicb'ook telkens verwon
deren, omdat haar poöet wel humor en diep ge*
voel in zy» verzen kan leggen, maar nooit
b"ükeu gfeft die ook bczitteJSn den dageljjkschen
omgang, (me; haar?)
Vvaiineer hij xün gedichten voordraagt, doet
hij niet de waarde er van uitkomen, een feit, dat
haar bevreemdt, eu dan heeft ze de ontdekking
gedaan, dat haar grooto UMSJk zeer gevoelig, te
gevoelig is voor vleierij, maarjlda troost zich óver
dit laatste gemakkelijk vnet de zoo algemeen be
kende _ waarheid, dat. alle «f roote kunstcuaars"
aan die zwakheid Uiden, jprie maanden duurt
dit onbeachryfelffk geluk, j'
Geluk! Daar is iets juhUends in den klank
van dit woord, dat mijn ondsl ooren good doet, eu
mijn hart noch eens we*r terwarmt, al weet ik
nu wel dat geluk slechts leeft hjj oogenblikken
juist om de volheid der vreugde, die net in zich
slnit.
De schrale teekening, die Mevr. La Chapello
Roobol er van geeft in baar twee poppen kan
mij niet bekoren en nog eerder re keu ik haar
miskende Grada uit het tweede verhaal geluk
kig, net den rijkdom harer jroote, al ia het dan
ook onbeantwoorde liefde, don Ids> mot hanr
dichter, dip tcu slotte nog een groote vergissing
blijkt te 2\jn. Do Hchrijlster is niet bang voor
een onwaarschijnlijkheid. De poüet toch was ge
woon zijn gedichten te koonen, Waarlijk deze
wilde fantasie oischt "te veef van onze
goedguloorighcid! Een mnn, die iQu talent, al watlȟ
tchryft, zyn ziel dus afstaat en.voortzwocgt in
vergetelheid, 't is orger dan slavernü, maar het
laat zich toch nog denken. ? Maar die ander,
die voor dichter poseert e^hot niet is,, dit kau
er waarlijk niat door: en dairnovens ceu vrouw,
die hem lief heeft on niet uit zich zelf tot de
ontdekking van dat bedrog komt!
De liefde . is blind! ik iie de woorden in ge
dachten op uw lippen niet waar ? Ju do liefde
is wel blind voor veel, maar voor onbeduidend
heid niet, daarmee kon ze niet bestaan, daardoor
sterft ze den hongerdood. Mevrouw La t'hnpelle
erkent, hot zclvo, . dat wy den vricml van Laar
heldin niet eens tot de mouscheu behoeven te
rekenen door hem met haarveel ?pon" te noemen.
De beide andere verijaless^njieter. Hot tweede
had anders verleid, fis zonder-üe iuleiditig, waar
aan het den oujuisten naam van ?Vrouwtnhater"
ontleent, een aantrekkelijke novelle kunnen wor
den. De trouwe liefde vau Grada t u niet tuThder
die van haai- vriend den schoolmeester, zgn vau
echt gehalte, en de schrijfster geeft naar mjjn
meening in dit verhaal een goede oprattiug van
een groote genegenheid. Oom Jozef toont ons dat
ook een man tot opofferingen in staat is voor
hen, die hy liet heeft Toch gaat dit by hem
fiiet zoo geleidelijk, en van zelf als bij (jrada.
Tuiscben deze vrouw en dien man, die beide
liefhebbon 'met verloocheniuct van gich zelf, is toch
nog onderscheid.
Stelde do Echrgfstcr dit met opzet zoo voor?
Daar hebt gg nu de gevraagde opinie over de
drie novellen. Gaarne 6 te LU ik toe dat Mevrouw
La Chapellc Roobol een vleiender oordeel zou
kunnen Krjjg-cu v«n iemand, die warmer woitl bg
het lezen van haar verholen. My lieten ste vry
onrersohillig.
Kommeren,
HULDEDETOON AAN MEV. COURTMANS.
Geut, Itj Mei 1883,
Op den tweeden Pinksterdag vierde men feest
in het vrij aanzienlijke dorp Maldegem, dat zoo
wat een half uur sporens van de Vlanmache
Kunststad Brugge verwijderd ligt. Honderden Vlamin
gen waren daarheen gespuonl om huldo to bren
gen MU dn verdienstelijkste der Vlaamsche
schryfsters. Eene heerlijke, doch misschien wat
al to heeto lentezon verhoogde niet weinig do
feestelijke stemming der leden van de rnim 70
letterkundige en muxiekvorccnigingen, die deel
namen aan dea optocht van het station naar do
woning der gevierde. Onder de vereenighigen,
die bet meest de aandacht wekten, dient in de eerste'
plaats vermeld te worden de n>*at*chappij l)e
vlaamsche Harten uit Ronboht(Frankrijk).
Menijfoen voeldo zich getroffen lm het zien voorbijtrekken
dier Vlamingen, wier vereeltehandenenecnvoudigo
kleedü gunoegzaani aantoonden, dat uil tot. den
arbeidersstand behoorden. Wellicht hadden zü om
die verre en kostbare reis naar het vaderland to
kunnen ondernemen, zich menig uurtje overwerk,
menige ontbering moeten getroosten. Gunstig
steekt dio gehechtheid aan taal en vaderland ai
bij de onverklaarbare onvcrscbülfgheid, die ten
opzichte van dit fcc«t door Antwerpen, door de
gi-outsto stad van Vluomsch-België werd betoond.
Bet zal misschien bij vele Noord-Nederlanden
ongelooflijk klinken, maar toch is het waar: geene
enkele verceiiiffing, selTg geen enkel letterkundige
uit Antwerpen 'nam aan het hutdebctoon deel.
Het dient echter gezegd, dat een paar Antwerpsche
weekbladen z'tch mei het in ontvangst nemen van
geldelijke bijdragen voor bet feott hebben belast,
?Uttrs der fiHstaastsaissse
waar bet eiMnttk* ftest «s« ptesls gi»asw '
De heer F. Oeirega*. hisM al* «aésto
vionitter de feestrede, wunn «l m tnftissd bei
dingen den str^d heriaaes>de, du eeaehjJve
geleden, «ea handvol '
fond tegen dea uitheeiaseaesi iailo«L die smet de
hcillpoa* omweiOfJiaf i» UBÖ iaa Tliiandefhnd
was komen bianenahupea. «Bane der ttvericste, der
kraohtdadigrt* apeet/iea veidi* r»ckvaanbt»te
maar, naar men veriekett, heeft hut geaameolgk
bedrag geenszins beantwoord aan de
vorwncbtinnon, die m»n redelijkerwijs van derijkstoen meest
. vlaamscho stad van België mocht koesteren.
liet huisje, dat Mev. Courtioans naast de ge
meenteschool bewoont, h klein en onaaiizioiilyk.
.Maar do nntjes geschilderdo voorgevel en vooral
de dooi-cengegrenide sparreboompjM, waarachter
Int als liet ware vertobo]«n ligt, geven het wü
eigenaardige, iets aantrekkelijks, dat veel meer
«Ie aandacht wek' dan de vry weidsoha
woonlinizcn, die in het welvarende dorp vrij talrijk voor
hadden zyn. '.
Wat reeds bij het verloten van het station da
delijk in het oog viel, was dat al de ingezetenen
eenstemmig het feest medevierden. Geen huis was
er te vindon, vanwaar niet vlag'of wimpel hing
te wapperen. Ook op den kerktoren ttak e«ne vlug.
Behalve de fielginche. s*g men ook Mer en daar
de Nederlandtcbo drieklcurvlng, waaraohijiilyk als
een blyk van waardeeriBg der deelneming aan
het fceèt, door f enige Zeeuwnch*
musickvoreenigingeg, o. a. uit Sluis en uit het naburig*
Aardenburg.
Menigeen voelde zich ontroerd, toen de lange,
stoet zich langzaam voortbewoog voorbij het huis
van mev. Courtmans, die op eene ann de «trimt
Mi»>g«bracht« TerbBfWiheid wrt Imnr kinderen,
fcjeinkiudaren afwugmttnit* ?*r**kinge« hiüt ?. ^. v? ? ^^.^?.^?v. «««»»..
, plaats genoaswi, Xalrpo u|, m .iiwi worAisi. j^Uiof niet een dichter bet volste irwht hadm
aller aakts, van de Vlaameeb* Bewegiag" wae
wnlea de echtgenoot van Mevr. Goartnsdsi, dia
ook al* learaar ia de Kweekeeheol veer
omÉVrwfzers t* Lier, en al» sckcijAer van «ehcwlwarskw
zich cear veraimstel^k nuMkte.
De meeste aanwezigen waren blijkbaar entroerd;
toen de redenaar in eeae gemeêdelake taal ge
waagde van den harden strijd OM het bestaan,
dia door de achtbare sehrfMar ssocsc warden
gevoerd, toen au door het vnegtgoig afstarven
baars echtgenoota de eenige steun werd van acht
nog jonge kinderea. Menige aeawesage dame
wischte cioh een ttaaa «it de eogea, toen «prekar
verder wees op 4* geeatkraeht en de toewijding
van mevr. Courtmans, die te midden van de o
vergroote moeiei^khedsn waarmede E$ te kampen
had, tooh nog tgd en moed vond OM die lieve
pennevrucbten voort te brengen, waarin *y met
echt Vlaamsche gemoedeiykheid do reinste aan
doeningen van het nMn*chê)yke hart zoo treffend
weergeeft, en waarmede zij niets anders beoogde
dan ..meer onderwas, meer licht, meer broeder
min, meer beschaving" te doen ontkiemen.
Met daverende toejuichingen werd na het ein
digen der feestrede het wegschuiven begroet van
den sluier die tot dusver de beeltenis der waardige
vrouw bedekte. liet door den heer J. vaa
Bietbraeck vervaardigde portret mag uitstekend ge
slaagd heeten. On den achtergrond staat te lezen:
Aan Mevrouw Oourluuini-Serehmant, hare ver
eerden, 14 Mei 1883.
Nog luider klonken de byvalsbetnigingon, toen
vervolgensde burgemeester dar geiaee&teWaldegem
aankondigde, dat bti zooeven een telegram nad
entrangen, waarin' hem door den Minister van
Binnenlandsche Zaken werd bericht, dat de koning
de Leopoldsorde aan Mevrouw Coartmani bad
geschonken.
Nadat haar zoon, de heer Emiel Courtmans,
tot de deelnemers een hartelijk woord vau dank- '
betuiging had gesproken, werden doorbg'BOndere
vereeuitFingou verscheidene geschenken
aangebodon. Namens de Schaarbeekscbe afdecling van
hot Willemsfonds werd het door den heer J.
Lambeanx gebeeldhouwde, borstbeeld overhandigd.
Dooi* den voorzitter der Gentache letterkundige
verceniging ?De Sndlaerttkring" werd een prach
tig, door den kunstschilder Ch. Lybaert met de
pen geteekend adres aangobaden. Andere geschen
ken. ? kronen en albums ? werden aangeboden
door den bc tuurder der Kweekschool voor
onderwijzei-s te Uer, den Zetternamskrmg te Gent,
de VeldbtoeHt, het Wiüeins/onda en de letterkun
dige \iereomgingrfe Diticl te Brussel.
Vau wege de Vlaamsclte Broedereend i e Brugge
word een prachtige, opzettelijk geslagen gedenk
penning aan do gevierde schrjfster geschonken.
Ten slutte werd naar door eene Brngsche dame,
dio met veel gevoel Benige vereen voordroeg, een
zilveren drinkbeker ter band gesteld.
Met deze plechtige bijeenkomst was het eigen
lijke feest afgoloopeti, daar, om aeker e plaatselijke
moeielijk heden van inrichting, het feestmaal niet
had kannen doorgaan. Moge difr:feest, waaraan
Vlamingen van alle richtingen deelnamen, er toe
bqdragen om hen te bewegen, ook daar waar het
den strijd voor de Vlaamsche zaak geldt, een
drachtig tamen te werken.
JABGOK.
Yerloa ons vnn den preekloon, Hoert
Oocf OHB nttonr en' wtarhcld weer.
Het is gelukkig voor ons dat deze verzuchting
vati den algemeen bekenden en vereerden de
Genestct nog niet zoo algemeen gedeeld wordt. Want
nu h-bben \vri de gelpgonheid gehad, datgene,
dat daar zoo Kortweg en in twee regels gezegd
is, in veol fraaieren vorm en vier kolommen
groot, te lezen. Wy hebben getrild van veront
waardiging over al het 'jargon, dat door geleer
den en ongelcerdeu te voorschijn gebracht wordt;
wu' hebben bewondering gevoeld voor den maa,
die der kat de bel moest aanbinden en in zoo
krachtige en toch eenvoudige en ware woorden
dorst op te komen voor eerl§kheid en oorspron
kelijkheid tegen alle deftige en jargonnhtische
pbrases.
Doch geen genot hier op aardo is on vermengd.
Éér onze gedachten tot het publiek komen,
moeten ze door de handen van zetters en
drukktfvs gaan. En ? o, die zetters! Van het schoonste
stuk bellerren zy soms den indruk door hier een
letter, daar een Icesteeken weg te laten.
Zoo is het ook gegaan met bet opstel, dat onder
bovenstoanden titel van de hand van den heer
Wilk m Paap.\n het Zondagsblad van G Mei 1.1.
voorkomt. Het, zij my vergund, ter wille van de
goede zaak, bier eenige drukfouten aan te wijzen,
waar anders een of ander geleerde of ongeleerde
plocternar in de letten misschien op vitten zou.
Behalve eene scherpe critiek op het . ellendige
jargon, dat man overal hoorcn moet, levert de
ffeachte schrijver der illustratie ook eenige voor
beelden van dat jargon, dïe onfritsche denkbeel
den en _ mislukte vergelijkingen, die don, ter on
derscheiding van zijne cigeuo woorden, tusschen
aaubalingstceken» staan. ^En nn heeft de zetter
op onderscheidene plaatsen eigenmachtig die
aanliuliugsteekcns (misschien meende de kerel in
zyue waanwijsheid, dat er te veel waren) wegge
laten. Hier mogen eenige van .die woorden en
uitdrukkingen volgen, waar «y weggelaten zijn :
luierende en torende «iel; ftftae omgeving
illtistreeren met gedachten; schimmench-cus ;
lenteloover vreemde rupsen (m de lente ȟn er
immers gene rupsen); een dngvlieger van de groene
tafel : omvangt nko zin. van een wtord ; de oogen
van het publiek ra een spinneweb verschalken,
aieklikdoorn ; rollentlè oogen; frazeeren,
bierbuikige Dnkscher; woldeorvéede gade, overal tie
rende aoetigheïd; eveatneel; daniej van de hal;
het or zich toe leenende geval; den ongerezen
poffers; de lucht trilt vau jargon, jongleoren roet
. stereotype woorden ; aangeboden kunstgenot; den
geest blmketten; spreken al» eene speeldoos; eene
ijlo tong voeren : opgerolde rookinstrumenten;
Iwmogeen; ggne ziel in gala Meeden; de nevel
van bet jargon.
Misschien zyn .er nog meer, naar de lost be
kruipt mij om behalve de bijzondere gave van
opmerken, nog eenige andere, deugden vaa dea
schrijver aan te toonen.
Vooreerst dan de fijne en spiksplinternieuwe
onderscheiding van professoren in de letteren en
profestoren ia de letters. Iet* verder trefieo wfi
enne even fijne onderscheidittg taueben i.geeohied
zijn" en ?geschreven zullen worden." Dit maakt
hier bepaald eeae verrassende tegenstelling.
Mocht gif, waarde lezer, soms meenen, dat een
stoker in den mast van een stoomboot zat.
dejwacbtte schrfjrisr zal uw gebrek aan teohtusohe
kennis aanvullen door n te vertellen dat hQ geheel
en al ver weg onder in de boot hnisU
Welk een doorzicht straalt er uit d* opmer
king dat men, om dichters te emendeeren, zelf
dichter moet zUn. Dia verwaande Grootmannen
en betrahazcn la de letter*, die snob verbeelden
dat .«en dichter "tóch regelen moet naar d» door
hen tfitgovond'cn el aamengeuiuiatsj
de tul ts) msjMtsiiu. ah het hem
AUpf «n dkhUr feboadn wu au
vandeMUieksf^ktUfiasssQikBetta
ken immers, hoe dicht het er btfkomt, ,,
gebeel iets anders. Uaax dat rat «oo iedens»
nist. £? weU «eM keuis bepaaU TM hetls*.
stflrdsjiaiohe dialsct! Eet ia «?Jiutns
vaaissssrik rood van jaloenehcwiA te doen word».
Ook met vreemde talen is de auteur goed ver.
trwwd. HM Mssakkel^k weet h*} cioa in eftl*
talen ut te druikaa en m*t welk een aeliefpoosl
**«* W ook daw het jargon te vinden. " ^
En behalve ssc4 de taal ook net de groot* att»
teun decer eeuw is M) van naby bekend. 'Am
slechts ho* feeaUg UBwriefardtMrtiMtaftttltt.
nogsuckeas en Hultatiüiaojuterdieinstnimestsssh<
*iiF^ "*?*.£?? *«>»«i«»ten m wauw«Uarj. Haa.
w)tt is voorbij. D« eeuw van oenvond en waar»
beid is aangebroken, waaria o»m>mnknl Hlrbnifl
en waar tabut iuUra gekead ea geèrd worde»..
Bu»gt u, volkerea der aarde, voor de afrnM
leer en haar Profeet Willen» Paap. Ziet, reeds:
maakt de Jiedeiiaiuische Leem w met zUn gevolz esAi
uitstapje naar Grindelwald en waar blijftg\j, Se*. ?
lands zonen? Talmt niet!
Bekeert, verueert u, smeekt genade, legt af waaa»
'Üsheid en jargoaerie en huldigt Uw Verlowse,
P. Lcendertt Je»'
OPMERKINGEN.
Een ffoed gedioht moet, evenals een goed ran»
Biekstuk, telkens bfl het hoorea er van opni*uJ»
genoten en beter gewaardeerd worden. Jifi oé>
beteekenendo en geraasmakende stukken ffescoiedt
juist het omgekeerde. ???«»
Ieder beeft het recht den indruk, dien eenig kuntbi
werk op hem maakt, te uiten en te verdodigen*
Anne> opinie is voor hem even waar, als die vafl
den kenner onder de kenners. Bg teder oordett
spreekt men echter twee oordeelen uit: een luide
over het stuk, «en stilletjes orer zich cel ven.
>iet ieder stemgereohtigdo is tevens stembevoegde.
? ook in den Staat gelde dit. ? Hen mag zich
gerust vermaken met de muziek van Offönbach,
maar bewijst eigen onkunde, wanneer men hem
boven Beethoven stalt.
Wat men mist, zoekt men te verkrijgen, hoe don
ook. Die in rust en stilte leven, lezen gaarne ver*
holen van geweld en hartstocht. De
roovergeschiedenissen en gruwel-romans vinden in do
achterbuurten 'bjj de naoistors on sohoenmakeia
den meesten bgval. Zij die in het gewoel der
wereld ronddraaien, zoeken rust en kalmte in
ernstige en fijne lectuur. De ongevoeligen ge
bruiken roerende drama's of sensatie-romans alsj
veiligheidskleppen, om het overbodig gevoel, dat
voor hunnen intsoenlijken kring niet past, kwn t té)
raken ? Zola's romans worden het meest dooi;
hen gelezen, dm buiten het leven staan, dat et
geschilderd wordt, dus niet door de Paryzenaart,
maar wel door de lieden in de provincie ene1'"
do uitheeraschen, die er te meer op verzot _,
naarmate zij ia stiller en kalmer omgeving ve
keeren.
Voor
des waarachtigen
gel««rd« '
kunstenaar
en den
hteUiki
dra hij, die afteen speculeert op den
Run werk op het f ^ * ' *
schim der scboonl
liek kan maken, die du dei
id in (plaats van dé schoon?
beid zelve najaagt, of, ah de Ouden zeiden, ettl
wolk in plaat* van Jnno zoekt te omhelzen.
In den strijd, bjj de bestorming eener
spare men gwu vuur en geen kracht Dani^ ____
men niet vaa matiging. Die halverwege blijft
staan, gaat of zelf verloren of mist in allen «?
vallo zyn doel. Hen dient den vijand onicKsf
delqk te maken of te dooden. Dit geldt evenzeee
voor hen, die valache kunst en oppervlakkig*!
kennis bestrijden. Hoe krachtiger zg aanvallen.'
hoe zekerder de overwinning. By hinderlagen ff
wel meer overleg nbodig, maar toch van mati*
ging geen spndw.
Het gevoel kan even oppervlakkig wezen als
net verstand. Het eerste is kenbaar aan den kor
ten duur er vnn, dns aan de geringe qnantiteit, het
laatste aan de eenzijdigheid en kortzichtigheid,
die het kleine hoog, het groote laag schat, du»
in de qnaliteét
Lichtzinnigheid is te verkiezen boven ]oszinn!g>
beid, hoewelbeiden met elkander verward wordezu
Alles zwaar te tillen en hoog ernstig op te vat»*
ten is het teeksn van een klein verstand of van
een zwak gevoel, gevoeligheid. Het is echter een
grooto kunst te onderkennen, waar men licht etf
luchtig over heen stappen moet, en waar med
daarentegen ernstig en met overleg moet bande*
len. Sommigen plegen een moord uit lichtzinnig
heid, anderen dooden iemand door zich zvauf
over kleinigheden te vertoornen.
Eoa vijand Is vuriger dan één vriend. De een
smeedt zoowel van uwe deugden als van uwe)
zwakheden wapenen, om u te wonden, een vriend
daartegen vindt n we deugden nataurttjkea ergert
zich non uwo zwakheden. Haat werkt zoo mee*
uit, dan liefde, vooral by do vrouwen, als men
Sardou's Fedora gelooven mag. Dit is echter
juist niet Russisch, getnigo het NiebelnngenliedY
dat zelfs eerst onder den naam van Krtemhilda
Rache in 't licht kwam. Er bestaan wel bedden
van opoffering uit liefde, maar niet van zulk een
krachtig handelen, als van haat uitgaat. Liefde
scbjjnt dus passief, baat actiel te weien.
Het strekt ons gczehchapsleven niet tot.loff
dat men daarin niemand, zooals het heet, da
tcaarhcld ttffgeit mag, waaronder niet yerstaas]
wordt, temmd naar waarheid te prijzen, nuuur
steeds iemand onaangenaamheden zeggen ef aön*i
fouten aaqto«aen, u men er zoozeer van ovjiF'
toigd, dat .vnlsche vleierij de grondtoon van «al
verkeer dient t* wezen? ?
Bil den waaraebtigcn man is echter lof evefl
goed gemeend ab herwping. Bedaehten de,b*V
oordoeloars en bunao lezer* zulks, de
over verongelüking aaa den eenen kant en
vaUche loltuitingen aan de andero zyde
vcrmmdérea. Die 4e weegschaal in banden l ,
moge er boofdaakelnk op letten, waarhenen d*
balans einde^k overslaat, hij vermte echte* niet
hoe lang bet dwwde, voor dat dit geachiedde. '
.'.'.? . ' . ? O. F«
Zy laten de verzen van Hein*,
Des morgein, te ztmen in 't boscb,
Het «loaeBde meisje en de jonkman,
? En soms viel het boek op het mo*..
De vogelen riepen: ? 't I* lente l
Twee harten gevoelden het wel.
Zij klopten zoo wfcrn en zoo heftig)
Zjj klopten zoo wonderlijk ***L
Zy spraken vnn eenwig* liefde
£n droomdm e*n vaUgen droom.
? Wat z«nen rtj vroegen d* bloeaem
£n nttiBteraocl *ui*de de boo&iè
? Ik boor het zoo dulaendaialeB,
Dat liedje vaa eenwig* trouw
? En vóór nog m|n bladeren vallaa
Baeft een van aan bètden berouw l
8w«rtn.
IH
'fi
t i
E
?;'*