De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 20 mei pagina 2

20 mei 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

. 306 WEEK IJ L AD VOOR NEDERLAND BJ de derde kandidatuur kwam echter de politiek we*r in het spel. «."ir Met alle kracht hielden de liberalen Jhr. Van Nfamm, de ttltramootaawche geleerde ia de Kamer dl* niet op de voordracht vau den Hoogen Raad Hond 'en dien ayn vrienden wilden binnensmok kelen, van de luit Hen eischte inderdaad te veel TAB hon onpar tijdigheid. En daarenboven, de liberalen wilden het katho lieke element in de vergadering niet al te teer Yenwakken. lletjdenrgck, lid van den Raad van State « ? het kon gebeuren ? van Nispen lid van den Hoogen Raad, dat ware voor de Kamer op eeni ecu al te «waar verliu. Bij de behandeling der verlenging van de over eenkomst met de Bai.del-Maatschappii, maakte de heer van Bloemen Waanden eenwel wat zon derlinge flgunr, Er was een amendement voorgesteld tot voor behoud van de wettelijke toestemming by nadere verlenging. Daarover, cou d* minister .van Kolonie rond* weg «ijn meening' teggen. Het kwam hem volstrekt overbodig voor. Maar bezwaar h'ad' hy er niet tegeo, Toch nam Mj het niet over. AU de Kamer het echter aannam, was het hè» wél. Halen «n brengen, voor «n tegen, slinger omdeu-arm-pólitiek, waarmee men alttyd voor een echec ia gevrijwaard. Dat scEilnt het systeem dezer Regeering te zj}n. Ook de Miniiter van Justitie volgde die taktiek bjj de gevangeniiwet Eerst had hu rersocU het ontwerp niet aan de orde te stollen voordat bjj persoonlek ondertoek had gedaan. . Toen sond hjj een gewqtigd ontwerp van wet In en drong niet op verder uitstel aan. Na komt de heer de Tos van Steenwijk en ?telt nader ondersoek in de afdeeliagen voor. .Belt", zegt de heer dn Tour van fiellinchave, .ik laat 't geheel aan de heeren over. Ik ben bereid om dadeltfk 'm 't itrjjdperk te treden ; wil men nog eerst wat voorbereiding, ook goed." Het is de politiek van de ?prinapieêle onver__ Interpellatie No l aan den Minister van Ko loniën. ' De heer W. K. Van Dedem vroeg Donderdag inlichting orer de uitvoering der ordonnantie be treffende den aanslag in de landrente op Java én Madura. De .brandnetels" schoten dus al op. Maar de Minister heeft ze -gestoofd.V Gelukkig had de heer .Van Dedem niet ver zuimd zijn vragen vooraf aan den heer Van Bloemen Waanden mee te deelen. En de Minater gaf een antwoord, wel overdacht, ? en zóó liberaal dat hij zelf zeker moeite had den schrijver zy'ner werken te herkennen. De heer Corver Hooft: hield Vrijdag eetraitvoerige rede tegen de nieuw voorgestelde grens?chüidiug tusschen Enschedé en Lonneker. Ho aam het voor de E wakken op ? n air die bü de Jam-stembus toch nog al kracht kunnen ontwikkelen. Het is dns den afgevaardigde van Almelo, waar onder Lonneker ressorteert ? niet zoo kwalijk te nemen dat hy een lans voor zjja kiezen brak. Doch het gaat te ver om op grond van de districtskleur een grensscbetdingswetteke tot een partijraak te maken. Dat is toch geschied. Met 36 tegen 21 stemmen werd het ontwerp aangenomen; de geheele Uukerzflde voor, al de rechtermannen tegen. Slechts met twee uitzonderingen. De heer van Kerkwijk stemde ook tegen. Het is meer, gezien. de En de heer van By land* stemde voor. 'Waarom? vYoarachyniyk uit overtuiging. Maar het wekte niet alleen verwondering, 3och by den beer Schaepman telf» verontwaardiging. i.0h, riep bij met opgehsven hand zijn medelid vermanende. 't Was ook al te brutaal. Een ministerie van oratenn hebben wc thans zeker niet. , ' Tot hiertoe bleek geen der ministers met de gave der êloquentie gezegend te zyn. Maar de Minister Grobbée is in dit opzicht al bitter misdeeld. . Hu spreekt onduidelijk, al te afgemeten en alleen vriu net papier. Toen hy Vrijdag op een onbeduidend spcecnje moest antwoorden, stootte hy zijn ambtgenoot voor Binnenlandsche Zaken aan en deze nam het woord voor hem op. Dat kan do heer Heemskerk toch niet doen als de belastingkwestie aan de orde is. . Nu, wie weet hóe welsprekend de Ministervan financiën nog wordt als het groote werk dezer Regeering op het tapijt komt. Ka het debuut van Vrijdag is de verwachting echter op dit punt niet té hoog gespannen. Dat is ook een voordeel. Nog een paar dagen ? en de Kamer gaat op reces. ? Da huishoudelijke begrooting is ingekomen en wordt Dinsdag onderzoent. ? Dat is bet sein van vertrek. . liet xittingjaar 1832-83 Is dus binnen een week ten einde. ..-'"?'. , Hoe bitter weinig heeft het opgeleverd -?? en hoeveel had t kunnen geven als de heeren Kapneynianen het optreden vaa een parlementair fefolsterie niet rvdden veredeld. . ? Men weet a, i wien men het magere jaar te danken heeft. ? , De kiezers mogen het in hun gedachten honden. Overzicht der Pen. ONZE BLADEN. De heer Heemskerk heeft het land verrast door, uauwelük» veertien dagen aan 't bewind, reeds de Grjndvfetscommissie te benoemen, een commissie wier mandaat ir. ,r*t onderzoek der mag van welke bepalingen der Grondwet herziening nood?akelfik «n thans raadzaam is." ... Aan oritiek op de samenstelling der commune ontbrak het niet Evenals door de Amsterdammer geschiedde, werd er door 'fc.4fo.-Zfojwl.ent FoA op geweten, dat het element-van Houten geheel iu de commissie ontbrak, terwijl't laatstgenoemde Uad doet uitkomen, dat ook de linkerzijde der ?ntirevointionniirepaitfi niet vertegenwoordigd is. 't Hand. had voorts Opzoomer benoemd willen xien «tt Kapper ne of Tak. De hoofdklacht is, dat de commissie TOOT een algemeene commissie van voorbereiding, trots haar groote talrijkheid, te i f_p ? ._ i ..i n» n ?! *Trl £^uwttl *ll 4s»a«iiijia«* V schouwingen aan het .ontwerp van den nieuwen Minister van Justitie»foto-effende de uitvoering vaa bepalingen van het strafwetboek on wel wat aan» gaat de gebouwen. De Tweede Kamer besloot gister bet sterk jfewytigvl ontwerp nogmaals nader te overwegen. Het N. v. d. Dag gaf Zondag j.l. raedo een artikel over Poppiuk, den geschorsten onderwijzer, een onderwerp dat nog vry wat meer peimen en tongen tn beweging brengt. Verder gaf de Utandaurd hare voorwaarden over Grondwetsherziening em noemde een zestal artikelen, waar de nnU-revoluttounaire pwty pal voor ion staan. Zoozeer gedetailleerd bespraken de andere bladea haar niet. Wél echter werd het denkbeeld self ter sprake gebracht door de voor genomen liberale vergadering te Utrecht, welke bijeenkomst echter ? wegens gemis aan medewerkiag ? niet zal kunnen plaats hebben «n voorloopig uitgesteld is. In een drietal artikelen over ?Ons Iloogor Onderwy's" betoogde het Handelblad o. a., dat't onbillijk is den «tudenteu der RUka-Universiteit voordoelen toe te kennen boveu de auderc. Ken staatsexamen voor alle vakken, waarin examen wvrdt gedaan, werd weuschelflk geacht, evenals aulks thans reeds het geval is mot net arts-exa men. De Standaard beaamt de wenschen in 't Hand. in deso zoo goed als geheel. Het Haagbrhe Dagbl. bespreekt mede de brochure van Mr. De Savoniiti L&hinan, terwijl de Hield. Gt. in ?Tcetlere punten" de houding vau Z. M. onzen Koning ter sprake brengt by de opening der Tentoonstelling, ton houding waarop het blad vry wat heeft at te dingen en die het stelt tegenover de belangstelling door den troon opvolger van Engeland en dieu vaa Duiischlaud aan den dag geleed by de dezer dagen to Londen en Uerlyn geopende exposities. Bijzonder gunstig luidt ook 't oordeel vau den schrijver over onse Tentoonstelling niet. UIT DE BISSCiiOPSTAD. , Iedere groote stad heeft wijken, buurten of straten waar men by'ua nooit kout. $ftn betenkent hier natuurlijk de erg fatsoenlijke lieden, en men spreekt van die gedeelten der stad bijna niet of slechts ter loops en ze dan quslificcerendo met den titel van geniecue buurten. Die titel lijdt aan onjuistheid, tenxij men aan gemeen oen andere beteekenis hecht. Dicht bevolkte buurten ware veel gepaster, en zeker volkomen toepasselijk op wyk C., door menig inwoner van Utrecht slechts bezocht wan neer in onze stad een of ander feest wordt ge vierd. Als de studenten een lustrum der HoogeBchool vieren, dan is het ook hoogtyd in wijk C. Geen huisje zoo klein of het heeft een vlag, groen en bloemen, de feestvreugde is daar alge meen en de meest fatsoenlijke inwoners vau Utrecht wagen zich dau iu die buutt. En zü, die 'nog niet geheel door pessimisme verteerd zyn, moeten dan erkennen, dat die bewoners van wijk G. lieden zyn, die men niet mag rangschikken onder het gemeen. De etiketten van Maliebaan en Kromme Nieuwegracht 3 ij a er minder inheemsob, de vormen zijn or niet de onzen, maar wat wy gemeen noemen vindt men daar niet, althans daar niet meer dau elders. Dinsdag trok wijk C weer eenigo andere be zoekers. Voor wy'k C was het toeu een fceatdng. Door de zorgen van het Gemeentebestuur, van de Commissie voor veredeling tan yulksverraaken en tal van Utrechtsche burgera ia in het midden van wy te C een park aangelegd, bestemd tot speelplaats voor de tallooza kinderen in die zoo --"-?-Ir» hntirt T)M'II- Tiillon «!!A ?!»!' dtt'voóraï"uitkomen. 'Ook de Standaard beeft verschillende bedenkingen. De N. Sott,,(?<. beeft weinig bezwaren doen hooren en bet Uir.Dagpl. is bijzonder ingenomen met de benoeming. Dat er drie mannen van naam uit Utrecht in sittea, is mede voor laatstgenoemd blad een reden tot TOT' _,D« beschouwingen o ver en de nabetrwhUng op Heemskerk'* optreden werden mg steeds voort gezet. Over 't geheel acht men B$n hernieuwd ?5* HVAVWi W» W» W sjWB»w» wmm*w ntvmm ?< fremler début niet onverdiensteiak. JD« J!T. Solt. Gt, «n het Vaiïerl wilden g- . ??el ...... pi ? ,, v». ...-.-' *>-?*?'""*??:"? ... .- ?, a '.,.,. .. . . . ' ,. . di U ü.Jtott.Ut. hem noemt) Piet Mineur scheen mij de hoofdoenoon van de Coram.van toezicht uit het volk voor dit feest. Piet zag er erg feestelijk uit. Een zwarfe rok, zwarte pantalon, zwart vest, witte das en witte handschoenen, de onmisbare hooge zwarte hoed en 'n sigaar. Piet Mineur heeft een wrat op zyn lip endatonderscheidingsteeken schijnt van algemeene bekendheid. Iemand die Piet pp de Viscnmarkt in een gauach ander toilet menig maal zag en door Piet'» deftigheid aan zyn identiteit twijfelde, hoorde ik terechtwezen: gerost 't is Piet, kijk maar na zyn wratje. In de speech van Piet kwam de eigenaardigheid weer uit die aan die buurten in alle plaateen verbonden is. Piet veraooht aan het einde zijner rederoering dat het den Burgemeester KOU behagen deze speel plaats voorloopig gedoopt Eeckoren'a plein voort aan te noemen Oranje-plein. Oranje zit nog diep in ons volk. Als ze leest vieren tooien ze zich met Oranje, als ze zich vermaken denken ze aan Oranje, zy overdrijven hunne gehechtheid wol eens door aten te veel op te'winden door Oranje-bitter. De houderdc kinderen, die op de speelplaats tegenwoordig waren, hadden allen een of andere Oranje-versiering !én zf) vermaakten zich uitmuntend. Natuurlek zagen die kinderen er niet zoo fraai uit als die jonge heertjes van 3 a 10 jaren, die wy 's Zondags in Tivolï zien wandelen met erg mooie glacé handscqoenties, onberispelijke boor:\jei, wandelstokjes en een sigaretje ? maai- deze kinderen waren zeker meer natuurlijk. ? /? De commissie tot oprichting van dien speeltuin zal met genoegen op haren'arbeid terugzien. Zy heeft een uitnemend werk tot stand gebracht: z|j treedt hier af en late nu de verdere werkzaam heden aan Piet Mineuren de zijnen o ver. Maar ? en hier ondersteun ik' gaarne da ütr. Courant en den correspondent der N. Solt. Ct. ? nu beginne zy dadeljjk iets anders. Tusschén de Boterstraat en Strooisteeg, achter de Lynmarktliat een buurt waarop de naam van gomoen in de uitgebreidste beteekenis van toepassing is. Daar zyn ? in bet hartje van Utrecht ? broeinesten van onzmdeIHkheid, van onzedelijkheid, van ontucht. Diir 9sQn straatjes, stegeo. pleintjes, die reenig Utrech tenaar zelfs niet! ba name ?»»*? Slechte enkele schreden van onze yrot nauwe maarfrancLijumarkt en gjj vindt een bevolking, een costuum, een taal, die verbazing, maar nog meer ergernis wekt. Een geacht medicus heeft reeds voorjaren gewezen op die broeinesten voor epidemiën. Alleen onbe kendheid met den toestand kan een voortbestaan verontschuldigen, Ui wentchte, dat de burgemeester met de leden van dea raad op «en zomersenen middag, een wandeling door die buurt gingen doen, oat de commissie van den pas goopenden speeltuin met .hen ging en ik twijfel niet daar zou verandering komen. Men zegge niet 't is daar zoo ongezond niet, want al de bewoners TSA die buurten zien er welvarend uit, de kinderen veel beter dan in de arutokraliache buurten, 't Is zóó, maai' vergeet niet, dat hier alleen de zeer sterke constitutièn zijn overgeble ven, de anderen zün reeds lang buiten Wittevrouwen- of buiten Tolsteeg. Maar ook «l ware dat niet bewezen dan is een opeenhooping Tan een gemeen als daar huist, sJlerverderfeHjkst. Er ge beuren geen moorden of doodslagen, maar de heersohende toestand is ruzie. De gewoone conversetietoon is reeds van dien aard, dat een freule van onze aristocratische w0ken bet geen vijf minuten zou uithouden zonder zenuwtoeval; maar als men nu komt in het stadium van rtrael 't Is niet aan te hporeu, 't is ook niet weer te geven, maar 't Is niet te verwonderen, Ut men (Uar.kinderen, die jwuwelyks kunnen loepen, de verschrikkelijkste vloeken en verwe*sebingeo hoo(t*ifeggen, zoo gewoon, als ware het de meu«t vleijende compümeu^es. Z\j hooreu niets aaderj. De vaders en moedere doen niet anders. De ingoboren nieuwsgierigheid verloochent zich niet by de kinderen iu dia buurt. By' ruaies staau zü vooraan en hooren daar een taal om van te gruwen. Zeg niet dat ik overdrijf. O* daarheen, luister en oordeel. Oe behoeft niet bevreesd te zijn, men zal u niet het minste luttel doen. Z(Jt (tij iet* beter gekleed dan men daar gewoon is te sien, dan houdt men u voor een dokter, voor wien men respect heeft, of voor een dearwaarder, voor wien men angst heeft. Wel zult gty hier on daar iemand moeten verzoeken u even door te laten, waut men huist, zoodra het eenigtzins droog is op straat en als buurvrouw aan deze zgJe vóór haar huis zit, komt zy knie aan kuie te zitten mot buurvrouw nan de overnijde. Maar ga gerust, ge behoeft n n'et te ver ontrusten al is er geen politie. Een agent is hier even zeldzaam als een niet bewoner van die buurt. Op de gracht waar ik woon dnri ik nauwe lijks een eindje sigaar op straat gooien uit vrees van bekeurd te worden, daar kimt gij liet treffen dat er een berg vuil liefst boven eeu riool ligt die u tot een o ui weg dwingt. Als gij dat gezien en u overtuigd hebt, dat ik niet overdryf, dan zult Ry naar ik vertrouw dadeiyk beginnen die holen to doen verdwijnen. ? l>e waterleiding heeft dezo week een uitmun tende dienst gedaan; een braud onUtond in het magazijn van do (Irma Si u kei, inatvr dank zy do vlugheid waarmede do waterleiding in de gelegen heid stelde tot blusschcn, kou men de brand zeer spoedig beperken. 18.5 1833. Jan van Utrecht. BLUTST. HET AMSTEUDAMSCll TOONEEL La fitttule du roi. ? De dochter van . vrek. ? Fanfan la Tnlipe. Onze beste schouwburglokalen zijn ingeno men door Belgische operette-troepen. DeAmsterd. afd. van het Nederl. Tooneel heeft weder hare zomerwoning, den zeer witten Plantaadje-Schouwburg, betrokken, lervvljl het gezelschap-v. Lier voor eerste halten zijner zomerkampanje de Groningschen en Haagsche kermissen koos. De zaal ter Amslclstraat weer galmt nu van Vogels bekoorlijke deunen in La ftllcult du rol, een betrekkelijk boeycnd zaogspel, dat aan Mej. Luigini gelegenheid geeft haar trillende première amoureutc- en aan Mej. Jagettï haar klankvol en pikant ingfaue-orgoan uit te doen komen. In 't alge meen kenmerkt zich het hoofdpersoneel de zer troep door balletspelers-hoedonigliedcn. De Heer Pages, met zijn naar den kappers winkel riekend Adonis-gelaat, Mej. Luiginizelf met haar klassiek-elegant gobaar en de akteur, die voor Camasco», den rijken kok, optreedt, zouden,, als »ballet-pantomine"-persooaadjes ongetwijfeld voldoen, misschien, hgt ter zelfs dan in het zangspej-, \V3al' een na* J ?? 8p'ër~töt de eerste vereisenvan avond geeft dit. gezelschap ten eersten male Le cvttr et la main van Lecocq. De fransche koeranten hebben zooveel goeds ge meld over deze laatste vrucht van den oolijken meester, dat men wél zal doen daar eens kennis mee te maken. Ik veroorloof mij echter op te komen tegen de hooge prijzen, door de besturen dezer Brusselsche onqretten vastge steld. Gisteren zag ik Fanfan la Tulipe, met de deliciëuze stem van Mevr. Buderman in de vrouwelijke hoofdrol, en waarlijk, voor /"l.25 geniet men hier minstens even zeer als voor /3 of / 2.50 ginds bij de Belgen. -Ik verzoek den lezer mij deze huishoudelijke beschouwing te vergeven, maar dal wechloo- ? pen met uilheemsche kunst en het veronge lijken der onze otn den wille van die, was mij reeds lang legen de borst en de hooge prijzen, die men voor den toegang durft vra gen, zijn daar het uiterlJjjk bewijs van. Gedurende de voorsteliingen der Doditer van den vrek, door het Ntderl. Toon, rijst de be denking, waaraan de voorkeur dient gegeven: aan het uitvoeren van stukken, dio in zich zelf op den naam van »goed" aanspraak hebben, of aan de vertoomng van dio, welke geen andere verdienste bezitten, dan dat zij den Heer Bouwmeester gelegenheid tot schitteren geven. Ik moet zeggen, dat de Heer Bouw meester, in sommige oogenblikken van zijn optreden als de »Vrek", den toeschouwer eene genieting deed smaken gelijk aan die, welke zijn Shytoolt en zyn Grève de» forgeroni opwekte, maar nam hij niet geheel alleen de aandacht in beslag en waren zijae medespelers aan hei woord, dan bleef alles koud én bleek het drama niet te radden. En schijnt 't nu niet wenschelijker difr toonéelspelen uit.de oude doos maar te laten rusten in de stoffige kar tons der archieven, en liever voortreffelijke klassieke en moderne stukken te vertoonen, waar het geheel* de omgeving, een kader vormt, waardig eens Bouwmeesters kunst te omlijsten, stukken, wier auteur zorgde voor een achtergrond, die het vuur van een groot akteur niet afstoot, maar het opvat en tintelen doet in vollen glans? Ik betreur, dat Mevr. Bössing zich niet alleenlijk aan het blijspel, aan de komedie wUdt. Daarin kan zij nog voortreffelijker worden dan zij reeds is. In rollen van hevig uitgedrukt lijden en woest gekleurde passiên kan zy niet voldoen. Haar kunst is fijn, teeder, weemoed en ironie, ? humor. En zou r.y daarom minder zijn ? Werp, hel een schaduw op Molières nagedachtenis! dat hy zon naam aan geen enkel treurspel heeft verbonden, of verbleekt desterrekrans, die den naam van een Michael Angelo om» limit, wjjl zyn genie noch het orgel, noch de lult tot voertuig koos? ? Mej. Gartoiad, die in dezen Vrek, voor Manon, de huishoud* .ster optreedt, is een onaangename verschij ning: mlMchien een best menach, maar geen aktrice. De 1111. Ising. Tourüiaire en Schwab vervullen de andere rölïoa. Fwfan U Tulipe, in Frascali vertoond. bevalt een elk, die liet gaat zien. Indien wij een hollandscho opera hadden, zou Mevr. Baderman ongetwijfeld daar tot de eerste smetten behooreo, want zty beschikt over een kmtaljen orgaan, waaruit al de lichte kleuren van den regenboog in tonen tot ons spreken. Het komt in Fanfan eem'gszins tot zijn recht, minder dan in SatamiUa nv., maar deze wei* nige mate loont toch het trotseoren, een avond lang, van sterke rook- en andere geuren op Fruscaties roode zitplaatsen. \Yat is hel jammer, dat de goede, hartelijke, eenigsiins versleten en van Judels herinne ringen vervulde, door Feye in orde gebrachte en door alle eenigsiins vroolijke H. B. S.leerlingen met lust gefrequenteerde Salon det KartV"tó-zaal in een Miokerig, hel getint van builen en «moorsch" geschilderd van binnen, met talloze zee-blauwe bloemen voor zien Café-concert-lokaal veranderd is! Ik be weer niet eem'gszins de I1H. ondernemers in de wieten te willen rijden, want hun be gunstigers zullen zich toch aan mtyn geschrijf niet storen, en buitendien, nu de zaak bestaat, kunnen mijn herinneringen mij over de heen gegane slechts een lykzanj; doen aanheffen. Oe nieuwe komedie, >Koningskroon", waar de traditie van de Salon gehandhaafd wordt, hoop ik a. st. week eens te bezoeken en er tets over te vertellen. Ernstige stukken zijn er ondertusschen weinig op til; de zachte, goede tente-zonneslralen schijnen maar nooit met de onrustige zenuwachtige voetlichten vrede te kunnen sluiten. 18 Mei. v. D. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. De groep in marmer Paul en Virqinie, van Louis Royer, en de liggende Venu» door den zelfde, zijn heden morgen de ten-tobn-steiiiug van beeldhouwwerken in de Panorama-zaal komen verrijken. De eerste aflevering heeft het licht gezien van Part) illitstrê, con minndelyksch tijdschrift in folio, uitgegeven ouder bestuur van F. U. Duraas, by Lahuro cu Bascbet te Poqjs. Het doel der uitgave is heel hot Par(jsche' leven, in 't publiek 'en iu huis, langs straten en pleinen, in boudoirs eu koffiehuizen, in de woningen der kunst en van de liefdadigheid, met aiju elegantie, züu bedrij vigheid, zijn zwier, zijn afwisseling, door bekwania kunstenaars, teekenaars en graveurs, in plaat te doen brengen en het aldus dor geheele wereld teil aanschouwe te geven. De«e eerste aflevering is geheel gewijd aan den Salan van dit jaar en, in bruine,, gryze, paersche, zwarte fototypen van verschillende nuance, vindt wen hier do reproduc ties 'uei' "voornaamste schilderstukken bijeen, liet geheel is goed geslaagd en verdient nadere ken nismaking. De pr\js der aflevering van twaalf pla ten is één franc. BÜ Fr. Bruckmanu te München verachjjnt een Allmein historitches Portratwerk. De twee eerste ev.kwamen uit. Men viudt daarin o. a. portretten u Hendrik VIII, Kon/v. Engel, door Holbein Houbtmlten, Heari m door ttoltaius, Karel I, n Engeland, naar van'Dyck, door de Jode,enz. Het werk verschijnt ia 2 reekten, ieder van in afleveringen. Elke afler. behelst 5 portretten fototypie, met één bladx. tekst'. Men is druk bazig aan de voltooiing der gevet van den Dom te Florence, onder leiding van Prof. Gr. de Fabris. A. st. najaar zal een ge deelte der daar aangebrachte beeldhouw-werken reeds onthuld worden. Binnen 2 a 3 jaar zal alles gereed z{jn. Het Louvre to Purjjs heeft weder drio merk waard :ge aankoopen gedaan: Ie het prachtige borstbeeld van Michael Augelo, uit het kabinet van Èugène Piot, en de twee kinderen in brons door Donatollo, vau denzelfden verzamelaar af komstig; 2e de beroemde groep van Raphaöl: Apollo en Marsyas, uit het kabinet-Moord te Rome. UIT DÜITSCHLAND. li>!T KKDEBKIJSSCa MCZIEKKEEST. Keulen, 16 Mei 1883. . -Pinksteren, clat lioflükfl feest" (zooals Güthe eiinen ?Reineke Fuchs'r begint) roept sedert het jaar- 1818 de bewoner* der Ujjuprovincie en vele vreemdelingen uit Holland en België naar eene der drie zustersteden, Dusueldorp, Aken of Keulen byeen, om aldaar, naar gewoonte, die eene tweede natuur geworden is, getuigen te zün van de ouvergelykelyk tchaone uitvoering der hoofdwerken vau de uitmuntendstc meesters der tonen, welke in de laatste tweehonderd jaren hebben geleefd. De reden waarom nog oudere meesters niet op deze feesten verschenen ligt aan het karakter hunner werken, welke zulke reus achtige kracht van uitvoerders niet behoeven als ktere toonscheppingèn, en daarom gemakkelijker No, 308 vatorium te Brussel, en wellicht onder uwen verdiensteiyken Yerhulst Hol of LIeinze geschiedt. Het was in het jaar 1818, geltik ik «g, dat de steden Dusseldorp en Elberïeld oehe soort van overeenkomat sloten elkander bfr te «taan ia het gerewld oproeren yan groote; moeitcrjrerkeu, op de Pinkiterdage». Keulen sloot zich m 1820, Aken in 1334 bij dexe afspraak aan; Elborfeld trok zich in 1827 terug, dewfil het geen toereikend lokaal bent, om -zich met jd&andere steden op eene l«n te kunnen plaat»eh. B(jna «onder stoornis volgden de feesten elkander op; m 1847 werd reeds het tiende muziekfeest te Keulen Gedurende eenige jaren belette de restauratie van de aloude koopmanshal ?GUrzenich net muziekfeest te Keulen te houden, doch van 1858 af, werden de uitvoeringen ook hier geregeld voortgezet, en bloeiden ouder F.von Hiller's leiding, tot do thans gewonnen hoogte. lp 1873 werd te Aken het vijftigjarig bestaan der feesten gevierd en thans is het z e's t i g s t e noderrjjnsch muziek feest, onder von Hiller's 12e directie (in 1853 «ruide h(j reeds den veldheewstok m Dosieldorp) plechtig en glansrijk ten einde gebracht. Als doel der mnsiekfeesten was aangenomen: het ten gehoor» brengen van ?muziekwerken van oude en nieuwe meesters." Doch de nieuweren be kleedden In den regel eene veel geringere plaats, dewjjl hunne toonwerkéu geljjk de vóór-zeventienae-eeuwsohe zeldsaam het ontwikkelen van groote krachten vergen. Terwijl ?Messias van Hftndel tienmaal, ?Samion" zevenmaal, ?die Jahresseiten" van flaydn, vijfmaal, de A-aur Sinfonie 1 voorkwam werd u"msal (1836), «Der Thurabau m Babd". Va» Rubiastein eenmaal, «Requiem", van Terdi een* maal, .Die Zerstoruns; Jerusalems", van HUler, de Siufonieön van Niels Gade eenmaal, Schnbert, Lisat , on vele andere componisten slechts «en* enkele maal ten gehoore gebracht. Men is evenwel heden van de gewoonte terug gekomen op d** tweeden en derden dag van het Teest niUuitend kleinere werken uit te voeren, en is sedert eeaife jaren de gelegenheid geboden vela werken ten gehoore te brengen, welke Vroeger met eene ?ekere pedante minachting werden ter ajjde gelaten, omdat sj| niet ?hoflahig" waren. Daarom. werd ons dit jaar op den tweeden dag Brahm'a tweede klavierconcert (B-dw) en op den derden dag de tweede Sinfonie (D-dur) deselfde oompo* nisten geboden. Doch wy willen ome mededeeling van voren af beginnen. Eerste dag. De Zondagavond bood ons de cesde uitvoering van ?die Schopfuag" van Jos. Haydn en de tiende voordracht van de derde Sinfonie (Eroica) van van Beethoven. »Eerstgenoemd werk wa*, by de gronding der feesten, in 1618, het tweed* in 182O het 'eerst ten gebooro gebracht. ? ? Het was in de dagen toen de -Zauberflote" t* Weenen büsonderoa bQval had uitgelokt, dal Haydn's vrienden hem baden een werk van grooten omvang en ernstlgen aard voor de coneertsaal te schrijven. Tot den tekst gaf de sol geschiedenis van den' dichter Lidley de aan de hand; 500 duoaten werden uitgeloofd, ea weldra bracht de Hollandsohe lijfarts van Maria Thereiia, doctor van Swieten het middelmatig, ja in vele opzichten pruikerige en gedeeltelijk onnatuurlijke gedicht tot stand, wat door Jos. Haydn in muziek zou worden geset. Het is, (geiyk onze lezers weten) een gedioht, waarin van de eeno ztide beschrijvingen voorkomen, welke nanr hunnen aard uiterst ongeschikt ion om in tonen te worden wedergegeven, van de andere ajjde lofliederen zün opgenomen, waarin dezelfde gedachte herhaaldelijk terugkeert: all ?Stimmt an die Saiten," ?Die Ilimmel erzahlen, die Ehre Gottes," ~ ~ ----ist das grosze macht," ?Singt deze herhalingen niet bemerkt is een der bewijzen van de voortreffelijkheid, waarmede Haydn qjna taak heeft vervuld, die het geheele werk tot harmonische eenheid, met de grootste verschei denheid en afwisseling, heeft gebracht. Haydn was toen 65 jaar oud. B# de bearbeiding van zijn oratorio zeide de componist, vol gens zy'n levensbeschrijvers, dat luj nog nimmer m zulke vrome stemming was geweest, en toen het werk uitgevoerd werd en alles in de grootste stilte luisterde, gevoelde Haydn, die zelf meerdere .uitvoeringen leidde, eene diepe aandoening,. De eerste uitvoeringen hadden in het palcis des vorsten Von Schwarzenberg, latere in het Burgtheater te Weenen plaats. Die, uitvoeringen stonden in glans en kracht bjj de hedeadaagsche verre achter; evenwel hadden zjj eene voortreffelijkheid, welke bij de tegenwoordige minder te vinden is, name lijk de natuurlijkheid, de innigheid en eenvoudig heid van gevoel, waarmede de. solo's werden voor* gedragen. Zy waren deze maal toevertrouwd aan mejuf frouw Lilli Lehmann, hofzangeres uit Berlijn, en aan de heeren Götze en GarlMayeroperazangen uit Kouleu. Mejuffrouw Lehmann, ofschoon zy reeds vele jaren als zangeres bekend is, beschikt nog orer voortreffelijke middelen. De stem is klaar en liefeljjk, tot in de grootste hoogte, trillen en figuren worden keurig uitgevoerd, de intonaties e\jn zuiver, de geheele voordracht ia een af gewerkt geheel. Daarbjf geeft de kunstenares ilch reken schap van den tekst, dien zy heeft te vertolken, en (.tracht haren zang daaraan te doen beantWofrden. Har? , vooalise maakt het echter .onmomUjk drie woorden, zolder tekstboek in dé baad, te verstaan. Doch dit is hei geringste éa vel. Ondanks haar goede bedoeling gelukt het haar > niet den geest, noeh van Haydn, noch van HSndel, en andere dergelijke meesters terug te geven. Overal schemert een klaagtoon door, geiyk zij paat voor Isolde by Tristun's dood (van Wagner), een tooneel, waarvan zo de zenuwachtige overspanning zeer wel in de siddering harer stem doet uitko men; eene eigenschap welke echter evenzoo onge past is, waar do kunstenares in de beroemde vogel-aria schilderen moet, hoe de adelaar op ?trotsche wieken" de zon in het aangezicht vliegt, als voor de blymoedige muziek van Haydn in 't algemeen. Jenny Lind zong rdie Scnüpfung" in 1810 onder Mendelssohu'd directie te Aken, in 1855, ouder Ililler.s leiding, te Dusseldorp, en zu zong in 1866 .onder dio van hareti gemaal ?der Messias" te Dusseldorp. Velen herinneren zich nog die vooodraohten, waaruit de geest dei componisten en der muziek den.hoorder ulstegen. stroomde; niets gezocht, geaffecteerd, of zooge naamd aromatisch, eenvoudig eeue veredeld» uiting van 't gevoel, eene itille, vroolijlte schildering der natuur, doch dakrom niet zonder kleur of afwis seling. Wanneer Jenny Lind (men veroorlove ons dit voorbeeld) ia ,.Mu3aias" de aria ?Ich woiss dase mein Erlösor lebet" voordroeg, werd het publiek (wat op hnar verzoek niet in de hu oden klapte) diep doordrongen van de met volle overtuiging en verheven zin uitgesproken woorden. Zy soueen eene profotes. Wanneer Lilli Lehmaon echter het rHallclujah" van Hiindel (3n dag), of welk deel ook van ?die Schöpfung" zingt, vergeet men geen oogenblik de ?hofzangeres", die met volle recht aan de schoonheid van hnar eigen profiel gelooft. De duitscherzouzegg«n; fSiebestioht,?" overtuigen van do waarheid narer woorden doét z|j ons niet. Over il-j voordracht van den tenor Götze willen wjj geen woord verliezen. Deze jongo, vriendelyke, friuche zanger, die in den ?Postillon de Lonjumeau", of in ?Lucia" als Edgard, zeer wel kan voldoen, was hier geheel eu al misplaatst. De keus van dezen zanger moet dau ook toege schreven worden aanden ?(iötzeudienst"(afgoder4J), waarover vele bezadigde kunstenaars klagen. Onder de jonge dames telt Götse een aantal aanbiduters, en de heeren van bet comité z|jn zeer galant en voorkomend. De bas (of liever bariton), Carl Mayer, weet zoowel aan Don Juan. aan cUn ^RattenKioger von Uameln", aan Qeethoveuf« muuek als aan den van Vader Haydn het ware kacakter te geven. WQ zonden zelfs zeggen dat de ernstige muziek het best door hem wordt voorgedragen. Z(jn orgaan is omvangrijk; tehoon vóór .die Schöpfung?/'enkele lage touen f*len.Hy heeft een groote kalmte, die hjj zich op eene lango reis door Amarika heelt eigen gemaakt. Z|jne voordracht werkt gunstig op den smaak van 't publiek, want zij bevordert het verstand, van den .oratoriostijl. Kortom Mayer was op het muziekfeest goheel op zijne pl«ats. De koren der ?Schöplung" werden in 't algemeen met groote nauwkeurigheid voor gedragen; «y telden 168 sopranen, 124 alten, 94 tenoren, 98 bassen. Het zal overbodig z\jn dun indruk te beschrijven door dit krachtig koor te weeggebracht, ? dnt bijzonder do muziek van Vadet Haydn met diep gevoel wist voor todragf n. 't Is dan ook de meer hartelijke, innige toon, welke Haynd's oratoriön van die des renaaclitigon Sebaitiaau Bach onderscheidt. By Bach is meoat alles overtuiging, geloof, adel don vcratanus, d>q uit zijn tonon schynen te spreken. H .ydu tJ aa kinderlijke grootvader die n met eenen lacli, met een niet minder oprechte overtuiging, 'locli met een zeker medelijden voor de zwakheid van het menschdom te gemoet koait. Wat zullen wu nn, in do tweed i plaat», van ;U -Eroica" zeggen r1 Hier ïijn de voorfveffeHjkbodon der fnutumeiitisten ta prezen, oftchoon wij «eliielijk daaraan toevoegen, dut het orkest zich ook <fu de ?Schöpfung" met lieido, vewtaid eu or' DE AMSTERDAMMER, WE £ K B LAB V O O R K TST) E R L A mcrluoaabeid (de bas tuba met ajjne niet uitsloten l) van styn taak heelt gekweten. De «Etoica'' dankt, gelijk vrg aktmeen bekend is, haar outvain aan de overwinningen door Napel*»* Bonaparte a1* oertte cea<«*! belimM. tevensbeschrtyver, Ries, sneoA dat cj na den *Ug b| Marengo ia Ujftt werd be gonnen. Zjj wem na da overwinning bty Jeu» afgewerkt Bwthoten gaf haar den naam des overwinnaars. ?Benadotte, (ée hrtere koningvan Zweten), toeanaale g.MDt aan het lief T»B Tw*en«D, had d«ce gedachte bjj den greoten com ponist gekweekt. Nadat Napoleon, Etter VAD ifae raa«bt, «ich d« keiienkroon om de slapen had gedrukt, reet (te hsonkanstenair het titetblnd n't >yn werk, uittoepeade : ?Ook h| n liets anden dan jen ocwoue sttrve|tDg", en schreef oy eeae wiMéT%Jadïyde, in t itauaoiiscu do woorden: ?Uccomponeerd om de nagedachtenis van een groot mnn te vieren (composta per fcsWggior* U «ovvenire d'un gran oome)". DeShif>iM« werd aan prins Lobkuwita opgrüragea, welke haar had aangekocht en herhaaldelijk ia i4ju paleis liet uitvoeren. WQ willen hier 't wark niet ontleden, alsof wjj voor een muitkaal tijdschrift schreven ; bovendien is d«n weesten eu>«r leaen dit aiuüUiaink gpnoegaaam bekend. Wg kannen evenwel niet na laten nog eens te wy'seu op enkele van tieetheven'a eigenaardigheden, welke tich in dit werk by*onder deen kennen, l*. Zien wij dat hier, als in nhdere werken van den grooten meester, ée eahoonlieid, ja de volkomeuliaid vau het eerste gedeelte dos werks die éér overige dealen dnidelqk over treft ?, 2*. hoe kleine en zelfs alledaagsche thema's uitgewerkt worden tot een edel en verbeifend tooswork. Het eerste gedeelte dersinfonieissnlk ecnvolled'K geheel, dat tiij hot klinken van don loatitcn toon daarvan mon, (niet beter wetende), geneitsd zon «ijn te meenen dat hot werk aldaar e 'n oiude neemt. De ver cheidcuheid dor melodieën, de eigenaardige rol, die daarin door d« baksen wordt gespeeld, de edele vreugd", uitgedrukt door de drie hoorns, en zoo vele andere bijzon derheden vormen dit gedeelte reeds tot een glansrjjfe beeld van hoo#e idealiteit. Daarop volgt de ?Trauormarrch", als herinne ring aan de wonkelbaarheid dor grootheid, en eeoe w isprehendo ?waarschuwing voor de gezagvecrdcr§, maar weldra vangt het Scherzo aan, waarin het vrooiyk boornKetchal eerst i-eclit weerklinkt, zonder dat vrti daarom aan enne jachtpartij be hoeven te denken. Men hoeft dit Sobeno wel by de spelen der Ouden vergeleken, o|> bet graf der groote helden gevierd. In bot Finale heeft men Beethoven 's hierboven aangeduide eigenaar digheid Nr. 2 bijzonder op te merken. Men beeft gemeend do grondslag van dit. gedeelte des werks reads te vindon in een quartet, Betiteld , Opus 18". Wnt daarvan zy ? zeker is het dat het hoofd» motief ten eerste terug te vindon is in de ballet muziek voor -Prometheus" (1799) en vervolgens in do tweede der zes Contradansen voor klavier. Het, is W. V. Lenz, in zyn werk : ?Beethoven et ges trois stiloa (1852), I. bl. 302, welke oti> het eerst deze bijzonderheid deed opmerken. Ondanks de edele grootheid, welke de componist ook hierin heeft bereikt, kan het niet geloochend worden dat het motief zelf eene allcdaagache kleur heeft. Ondertufscben h en blijft de ?Eroica" een der edelste, verheveuste en diepat doordachte instrumentaaiwerken die ooit geschreven zijn, en elko uitvoering daarvan voort om eene schrede nader tot de kennis van die geheimen der toonkunst, welke door haren adel een voorgevoel te weeg brcngtn van een bovennatuurlijk leven. De idealiteit van het eerste gedeelte schijnt ons zoe groot, dat do treurmarfcb, daarop volgende, er Bteli'dramatisdirof am'het zoo te noemen te realistisch nevens staat. Maar nu de uitvoering. Elkeen begrüpt wat men van een orkest van 131 uitmuntende kunste naars kan venvachten ! De uitvoering WUB bijna zonder vlekken. liet evenwicht tussclien blaasen strijkinstrumenten was uitmuntend bewaard. Do blaüurs speelden me!> groote fijnheid, de strijkers met begeesterde energie. Overigens kent men Ililler's directie, welke meer naar gclültmatighoid «n duidelijkheid dan naar bcwegclijkhetd s', ree 1 1, die de eenheid in gevunr zou brengen. Met eer» liioJ aangehoord, met gejuich bpgroet werd Beethoveii's meeiterstuk de ?Eroica "T ELI2ABETÜ BROWNING. L De poëzie, zegh Brandes, heeft twee grondvor men. Zy heeft het «arukter van een op psyeholo^ifch onderzoek berustende voorstelling ? en in deze gestalte nadert zij tot do wetenschap ? of xij tiuetit als profetie, als bezielde verkondiging op.?- en in dozen vorm undert zg tot don godidienst. Vertogenwootdigei-s vnn beide trondvoruicn mij voor den geest, roepend, dacht ik aan twco vrouwen, die Engeland vol fierheid zijne dochteren noemt; aan Goorge Eliot, do boroumde romancière «n aan de niet minder beroemde, hoewel minder bekcndo dichtere», wier naam boven dit opstel is geplaatst en aan wier dii-htgavo wij e enige oOgenblikken onze .aandacht willen wijden. George Eliot, dio doorleefde gedachtrn in heeld brengt, de menschelijke ziel ? haar eigen rtjke ziel in da eerste plaats ?ontleedt en daarna weer samenstelt, haar met de gestalte harer helden en heldinnen hckleedend: 4re vit haar eigen hoog en tegelyk diep «eiielijk gevoel een wereld- en levensopvatting put, waaraan zij do kinderen harer verbeelding toetst, die si), als' een zon, over de denkbeeldige wereld, door haar opgebouwd, doet lichten; ? Elixabeth Browuinir, die de in haar ziel gewekte aandoening of harts tocht aanstonds, oog trillend van leven, naar buiten rukt en in vurige zangen uitstort en die, wijl zy, door al wat in natuur en meiuch weer klinkt, in beweging gebracht, de volheid van hét «ven doorleeft, wijlzij ?? om haar eigen woor den te gebruiken ? bet ondragelijk gewicht van al het woelen en streven en lijden der menanlihoid torscht, als Sybille, als profëteme, optreedt, in naar zangen de ideön vertolkt of openbaart, die, zooals Brandes zegt, het hartebloed van hot levende menscbdom en te geluk van alle ware poëzie atfa. ?O droeve grootschë gave", zegt zij, ?het tweevoudig leven den dichter geschonken, als «én leven reeds zwaar, reeds pynlyk genoeg Wykt te zijn!" O wondere grootsche gave, onv,;rklonrnaar mysterie zeggen wy op onze beurt, het tien-, het twintigvoudig leven door dew iwwkke, jaren lang aan haar sofa gekluisterde invalide geleefd.;? Het war m den bloeitijd van hare, naar het sch^nt, gelukkige, hoewel ietwat eenzame jeugd, dat El. Browning, na door een hevigon schok aan den rand van het graf te zQn gebracht, ? t«LTorquay' tgnde, zag ijjliaar eenigen, innig geliefden broeder door net omslaan eeaer boot voor haro (oogen verdrinken ? tot een tien jarig lijdend, kwijnend bestaan, in een haU denker gcmaakteLondensehe «tekenkamer, werd verwezen. Welnu, aan dit bestaan, dat voor ieder ander schier tot een moeras met noawen, grauwen bompat zou zyn geworden, is de stroom ontwrfd, die, noog van de bergen stortend en zoo ma«ht%e armen naar alle znden uitstrekkend, nnteloos n Toortgctpeed, tot nfl tóch in den oceaan giw ver» liemn. In deze ziekenkamer i» de geert geryp», van wiens werken gecegd is, dat 14 eer aan een athleet onder de beeldhouwer», of een cent mdw. ae wtjigeeren, dan aan een vrouwenhand doe» deuken en dat zy den bier m geheel nieuw mxi^t omtrent de hol|»nnddele» en d* veerkracht 'M te TTMwel^ karakter doavwwemn. Ia dit hal/ duister vertrek i» de poiizie oatleke*,dse tn «Aurora Leigh" al haar bloembladeren beeft oniploonl, Aurora Leifh, waarvan bavage Landor beweerde, dat het hem telkens aan Shakespeare deeédeaken en dmt hy niemand in sjjne eeuw t«l het i»0ftbreafea van ralk een dientstitk in staat had feeebs; Amroi* Leigh. waaria der schrijftter verwonderlgke veehüdigheid va» deuken en gevoelen, de onverklaarbare rijkdom van haar in bandw gelmeW leven alt het ware geeoBoeatreerd it. Oat ai«a VM dtae» rfkdem een denkbeeld te maken, heeft «ten EL Browning'* werken slechts op te slaan. Door haar dichtbundels dwalend, verkeeren wy met de vrouw, die al de schatten van het vrewweaaart wit haar eigen hart nair beven toeaftH? atet de kunstenares, die 100 al niet met bot oor v*a deu musicus begiftigd, tooh met het oog van den schilder alle tinten ea vor men waarneemt; ? met het poëtisch gemoed, waaraan de natuur al haar weelde te genieten geeft, al de geheimen van hare aantrekkelijkheid ontsluiert ; ? met de geletterde, die de kennh welke B|| gaarde, eener bjjnt overriike verbeelding ten dienste stek; ? met de heldenziel, die een voor zjjn onafhankelijkheid en eenheid strijdend vbMt tot tegenstand aanvaart, tot volharden bezielt, z$n zegekreten vertolkt, «an a|jn hopen en vree zen woorden leent;.? met bet meuschenhart, waar arm niets, wat menscheiyk is, vreemd biyft;geeu trrootmoeitifle opwelling of daad, maar ook geen enkel onrecht op aarde ontgaat, dat, zich aan de zyde van ?elemtntal justioe, natura! right" scha rend, aan eiken lijdensbeker do lippen zot, JA zelfs de kreunende klaagtoon van het afgematte fabriekakind in onvergetelijke strofen weet weer te geven; ? net den diofatergeest, die door de verschijnselen dezer Binnenwereld tot de ideale werkelgkheid doordriugt en zich, zijner roeping bewust is, dit wezen der dingen, dit leven van dit leven aan luisterende en zoekende zielen te opt-nbaren en te doen verstaan, dio, met deu zil veren sleutel hem geschonken, de poort ontsluit, welke de zichtbare wereld van de onzienlijke scheidt en zonder ophouden ?the lark of h is mu&iu" naar den hemel zendt, tot de eugeleu neer. en de stervelingen omboog zien ? ?and the poet is btesser with tbcir pity or hope. O life, o bevond l Twixt the heavons and the earfh tan a poet dcspondV" V ortwijfelen, neen dat kon de dichteres iu deze Uoogo sfeer niet, maar of zij daarom niet leed ond«r de zwakte en ziekelijkheid, die haar, in hut vroi krachtigste en incest onrustige tijdperk vau het leven, als in boeien klonk? Zij zon zwakker en tammer vau geett en armer aan gemoed heb ben moeten «ijn, om er niet, of minder onder te lijden dan *ü deed. Op haar sofa uitgestrekt, naar de rusielooza branding van de menschenzee te luiste ren, en te weten van welk oen rijke, woelige, werkzame, maar voor haar door ceu slagboom gesloten wereld zij sprak ? 't was een knagende kwelling, waarvan men in baar gedichten maar a.\ to zeer do pijn gevoelt. Do schaduw van baailijden gaat bij de lezing harer werken voortdu rend mot u mede. Maar ? 't is aan het genie, dat haar stcrirt, dank te weten ? de ?bitterste teug vau haar eig*n lijdensbeker beeft ifj niet beliooven te drinken : zü heeft de smart niet gekend van door lichamelijk Uiden al doffer en suffer van geest, armer aan denkbeelden, minder vat baar voor bezieling, zedelijk machteloozer en lijdzamer te worden ? te demoraliseren in één i woord. Integendeel, -»ü heeft de vWgels van haar ziel voelen groeien, zij is ziek harer gaven al meer en meer bewust geworden in een atmos feer en een toestand, waarin zoo. menigeen het ?waarachtig eigen- ik in een 'ou'natnarlyke, ver minkte persooUUjkheid ziet' ondergaan. /.oo is hot ook haar genie, of liever haar eigen aardig genie, dat, hoe onverklaarbaar op zich zelf, ons den ileutel tot -een ander» niet minder onverklaarbaar raadsel in haar zieleleven geeft. KI. Barreth was 37 jaar oud, toen de 'dichter Robert Browning haar zijn hnrt «n hand aanbood. Der dichteres zyn dank willende betuigen voor eenige waardeeroi.de regelen, aan zyn poëzie gewtyd, woa het, naai- men zegt, door een misverstand, dat hy in haar, voor vreemden gesloten, zieken kamer werd toezelaten. Hy kwam weder en nugmaate en nonnnals weder ? om haar in den herfst van 1847 als zyn gade naar zonniger lucht te voeren. Voortaan mocht zy, als El. Browning, in het Florence, dat haar weldra zoo dierbaar, werd, ruimer en vrijer ademhalen, uit ?Casa Guidi windows" den blik over het heerlijk landschap en den woodersehoonen hemel laten weiden, dien zij in ?Aurora Leigh" met znlko warme tinten hcsft gepenseeld. Was het ? hot leven, dat aan haar huwelijk vooraf M ing, peeft ons recht het te ver onderstellen ? de vriendschap, de kalme gene genheid van een verweduwd, mrt geweld tot zwijgen gebracht halt, of een ziekelijk gekweekte, alle levenssappen toeffevoorde broeikasliefde, die de zwakke zeven-en-dertipjarige den dichter te bieden had? ? De- dichtregelen haar door haar echtgenoot gewijd, het. getuigenis van hen, die haar vijftienjarig huwelijksleven van nabij moch ten gadeslaan en bovenal haai- eigen, heerlijke sonnetten weten van andere en betere dingen te gelnipen, van een hartstocht te spreken, vurig, krachtig, alles omvattend, van «en machtige, maar kerngezonde liefde, die, als alles voorbij alles beproeiu en alles genoten is, als do kunst on de wetenschap hun beste gaven hebben gesohonkcu, de hand slechts behoeft uit to strekken, om ver over dit alles henen to reiken.'1 ? I» liet niet haar veelomvattend graie, dat ous deze hare liefde verklaart? Is liet niet, \v\jl z^j vft» uit haar ker ker haar vocthorcn* no.tr alle zijden ?horft uitge stoken, hnar hart aan het tollc Icvfn heeft gege ven eu (laarmcide nan de voorwaarde tot waar achtige levenslust- en kracht heeft voldaan, dnt ha»r uieleleven die volkomen en liarmonischo ont wikkeling heeft bermkr, die zelfs duoi- het ongcaonilo bestaan, dat zy naar het liclmmelijko «enoodznakt ww te leiden, niet koa worden gestoord of gestuit? Is het niet aan het riflc besnaarde on goed gestemde speeltuig alleen, dat men volle, krachtige en zuivere tonen ontlóki? 't Is waar ook on hora liefde valt. do breeile «clmduw van hnar lijden, maar deze kon da zon niet verzwak ken, den fflo d van wier stralen zn tempert en verzucht. l)ie schaduw gclykt d«n doorzichtigen sluier, dien El. Browning zelve om bare liefde nenenslocg, toen aq de verzen, waarin zij in d& da gen harer verloving de voïhriJ van liMr hart Uitstortte, ?Sonnet s frons the Fortngoteu tot op«hiïft gs£ H; M. (Wordt vervolgd.) , verhaal ?De veriasaeunf Drie JWoceffe* door Mevrouw La ChapeUe?ttooböl, uiliffvtr J. W. Sikken. Amsterdam 188S, De schijnbare gemakkclijkheid, om bedden nifc hei daffe^ksehe leven na te tcekentn, verleidt velea tot net opstellen van verhalen, din don een algemeene type verkrijgen, waarin echter geen eigea kunstenaaratalent doorstraalt. Onrechtwardig is het misschien dit individueoio reods sterk ontwikkeld te willen zien by h«t eerste optreden, waar doet men dit niet, dan krijgt ouao litteratuur weldra de eenvormigheid, die ra, een groote eeuw geleden bozat, en waarover wU thans Dedeiydenof de schouders ophalen. De Novdlen van Mevrouw La Ghambelle? Roobol ? metheeveelaflrgeek irestyJeerd? treden, ntfns ?T-?"?"?"»»??»» n^i.jjwn>^itraoBB, oinni ?B»eenens,ni«t buiten den gewonen kringen aaUen dus Jfcht dea gewonen weg gaan. Hieruit volgt wel niet dat «r Mene sporen van een hoogere rich**n*Tto1* «HMékkm ria, maar deze worden noch ?jsoo veeivnldv, «och MX> soberp getrokken, dat het oordeel over dit werk toe nuttig kan wezen als wü voor de Mbrptef 3k)v«^ " it «e« oawaarKhUnlijke Haar eerste merkwaardige fitwe» ?& leldsswue B Een klein meitfc, door ee» goettartigw vaster sn eeoe vereldsoJu moadet sjsstbaargwrwnaBte overgelaten, gevoelt sich dus (deze gevolgtrek king is voor rekening TM Ie auteur) zeer een* ?aam, totdat aï verbied wMit dwr de febegrte van een broeroe. Do gsnegooheid, waarvan bo*r hartje «w volif, schenkt s|j aan dat Undjt, «n kleine lorgen voor hm verrotten «a t^dlang haar jons; leven. Geen wónder-dat de dood vaa het kleine kereltje haar nog eenxamer dan te voren hut en diep bedreeft. De ouders tQn on bekwaam om hun dochUrtje te tmetea en *oe» ken daarvoor hulp *4 o«ea Frank, een bekend kindervriend. Deze specialiteit legt een prachtig» pop in het wiegje, waar eevtyds het broertje in sWep eu is dan nog Terhaasd, dat h| <tfn kleine vriendinnetje daoi-door meet pQn du pret heeft bezorgd! , Tot hier toe is de g*sc|ied«Mii onbeduidend, geen enkelo figuur, die ranp*tfcie wekt, want zelfs het ongdttkkige meisje deed feitelijk niets anders, dan naast het wiegje van haar broertje Bitten bij laag neergednssTgosiieht. Maar het wordt slimmer. Jda wordt, groot en haar hart doet een keuze. Een dichter is de- nitverkoorno en bladzijde 17 lexen wtf/Aat *jj oabeschi-iffclijk gelukkig is, al m«et «ij aicb'ook telkens verwon deren, omdat haar poöet wel humor en diep ge* voel in zy» verzen kan leggen, maar nooit b"ükeu gfeft die ook bczitteJSn den dageljjkschen omgang, (me; haar?) Vvaiineer hij xün gedichten voordraagt, doet hij niet de waarde er van uitkomen, een feit, dat haar bevreemdt, eu dan heeft ze de ontdekking gedaan, dat haar grooto UMSJk zeer gevoelig, te gevoelig is voor vleierij, maarjlda troost zich óver dit laatste gemakkelijk vnet de zoo algemeen be kende _ waarheid, dat. alle «f roote kunstcuaars" aan die zwakheid Uiden, jprie maanden duurt dit onbeachryfelffk geluk, j' Geluk! Daar is iets juhUends in den klank van dit woord, dat mijn ondsl ooren good doet, eu mijn hart noch eens we*r terwarmt, al weet ik nu wel dat geluk slechts leeft hjj oogenblikken juist om de volheid der vreugde, die net in zich slnit. De schrale teekening, die Mevr. La Chapello Roobol er van geeft in baar twee poppen kan mij niet bekoren en nog eerder re keu ik haar miskende Grada uit het tweede verhaal geluk kig, net den rijkdom harer jroote, al ia het dan ook onbeantwoorde liefde, don Ids> mot hanr dichter, dip tcu slotte nog een groote vergissing blijkt te 2\jn. Do Hchrijlster is niet bang voor een onwaarschijnlijkheid. De poüet toch was ge woon zijn gedichten te koonen, Waarlijk deze wilde fantasie oischt "te veef van onze goedguloorighcid! Een mnn, die iQu talent, al watl»ü tchryft, zyn ziel dus afstaat en.voortzwocgt in vergetelheid, 't is orger dan slavernü, maar het laat zich toch nog denken. ? Maar die ander, die voor dichter poseert e^hot niet is,, dit kau er waarlijk niat door: en dairnovens ceu vrouw, die hem lief heeft on niet uit zich zelf tot de ontdekking van dat bedrog komt! De liefde . is blind! ik iie de woorden in ge dachten op uw lippen niet waar ? Ju do liefde is wel blind voor veel, maar voor onbeduidend heid niet, daarmee kon ze niet bestaan, daardoor sterft ze den hongerdood. Mevrouw La t'hnpelle erkent, hot zclvo, . dat wy den vricml van Laar heldin niet eens tot de mouscheu behoeven te rekenen door hem met haarveel ?pon" te noemen. De beide andere verijaless^njieter. Hot tweede had anders verleid, fis zonder-üe iuleiditig, waar aan het den oujuisten naam van ?Vrouwtnhater" ontleent, een aantrekkelijke novelle kunnen wor den. De trouwe liefde vau Grada t u niet tuThder die van haai- vriend den schoolmeester, zgn vau echt gehalte, en de schrijfster geeft naar mjjn meening in dit verhaal een goede oprattiug van een groote genegenheid. Oom Jozef toont ons dat ook een man tot opofferingen in staat is voor hen, die hy liet heeft Toch gaat dit by hem fiiet zoo geleidelijk, en van zelf als bij (jrada. Tuiscben deze vrouw en dien man, die beide liefhebbon 'met verloocheniuct van gich zelf, is toch nog onderscheid. Stelde do Echrgfstcr dit met opzet zoo voor? Daar hebt gg nu de gevraagde opinie over de drie novellen. Gaarne 6 te LU ik toe dat Mevrouw La Chapellc Roobol een vleiender oordeel zou kunnen Krjjg-cu v«n iemand, die warmer woitl bg het lezen van haar verholen. My lieten ste vry onrersohillig. Kommeren, HULDEDETOON AAN MEV. COURTMANS. Geut, Itj Mei 1883, Op den tweeden Pinksterdag vierde men feest in het vrij aanzienlijke dorp Maldegem, dat zoo wat een half uur sporens van de Vlanmache Kunststad Brugge verwijderd ligt. Honderden Vlamin gen waren daarheen gespuonl om huldo to bren gen MU dn verdienstelijkste der Vlaamsche schryfsters. Eene heerlijke, doch misschien wat al to heeto lentezon verhoogde niet weinig do feestelijke stemming der leden van de rnim 70 letterkundige en muxiekvorccnigingen, die deel namen aan dea optocht van het station naar do woning der gevierde. Onder de vereenighigen, die bet meest de aandacht wekten, dient in de eerste' plaats vermeld te worden de n>*at*chappij l)e vlaamsche Harten uit Ronboht(Frankrijk). Menijfoen voeldo zich getroffen lm het zien voorbijtrekken dier Vlamingen, wier vereeltehandenenecnvoudigo kleedü gunoegzaani aantoonden, dat uil tot. den arbeidersstand behoorden. Wellicht hadden zü om die verre en kostbare reis naar het vaderland to kunnen ondernemen, zich menig uurtje overwerk, menige ontbering moeten getroosten. Gunstig steekt dio gehechtheid aan taal en vaderland ai bij de onverklaarbare onvcrscbülfgheid, die ten opzichte van dit fcc«t door Antwerpen, door de gi-outsto stad van Vluomsch-België werd betoond. Bet zal misschien bij vele Noord-Nederlanden ongelooflijk klinken, maar toch is het waar: geene enkele verceiiiffing, selTg geen enkel letterkundige uit Antwerpen 'nam aan het hutdebctoon deel. Het dient echter gezegd, dat een paar Antwerpsche weekbladen z'tch mei het in ontvangst nemen van geldelijke bijdragen voor bet feott hebben belast, ?Uttrs der fiHstaastsaissse waar bet eiMnttk* ftest «s« ptesls gi»asw ' De heer F. Oeirega*. hisM al* «aésto vionitter de feestrede, wunn «l m tnftissd bei dingen den str^d heriaaes>de, du eeaehjJve geleden, «ea handvol ' fond tegen dea uitheeiaseaesi iailo«L die smet de hcillpoa* omweiOfJiaf i» UBÖ iaa Tliiandefhnd was komen bianenahupea. «Bane der ttvericste, der kraohtdadigrt* apeet/iea veidi* r»ckvaanbt»te maar, naar men veriekett, heeft hut geaameolgk bedrag geenszins beantwoord aan de vorwncbtinnon, die m»n redelijkerwijs van derijkstoen meest . vlaamscho stad van België mocht koesteren. liet huisje, dat Mev. Courtioans naast de ge meenteschool bewoont, h klein en onaaiizioiilyk. .Maar do nntjes geschilderdo voorgevel en vooral de dooi-cengegrenide sparreboompjM, waarachter Int als liet ware vertobo]«n ligt, geven het wü eigenaardige, iets aantrekkelijks, dat veel meer «Ie aandacht wek' dan de vry weidsoha woonlinizcn, die in het welvarende dorp vrij talrijk voor hadden zyn. '. Wat reeds bij het verloten van het station da delijk in het oog viel, was dat al de ingezetenen eenstemmig het feest medevierden. Geen huis was er te vindon, vanwaar niet vlag'of wimpel hing te wapperen. Ook op den kerktoren ttak e«ne vlug. Behalve de fielginche. s*g men ook Mer en daar de Nederlandtcbo drieklcurvlng, waaraohijiilyk als een blyk van waardeeriBg der deelneming aan het fceèt, door f enige Zeeuwnch* musickvoreenigingeg, o. a. uit Sluis en uit het naburig* Aardenburg. Menigeen voelde zich ontroerd, toen de lange, stoet zich langzaam voortbewoog voorbij het huis van mev. Courtmans, die op eene ann de «trimt Mi»>g«bracht« TerbBfWiheid wrt Imnr kinderen, fcjeinkiudaren afwugmttnit* ?*r**kinge« hiüt ?. ^. v? ? ^^.^?.^?v. «««»».. , plaats genoaswi, Xalrpo u|, m .iiwi worAisi. j^Uiof niet een dichter bet volste irwht hadm aller aakts, van de Vlaameeb* Bewegiag" wae wnlea de echtgenoot van Mevr. Goartnsdsi, dia ook al* learaar ia de Kweekeeheol veer omÉVrwfzers t* Lier, en al» sckcijAer van «ehcwlwarskw zich cear veraimstel^k nuMkte. De meeste aanwezigen waren blijkbaar entroerd; toen de redenaar in eeae gemeêdelake taal ge waagde van den harden strijd OM het bestaan, dia door de achtbare sehrfMar ssocsc warden gevoerd, toen au door het vnegtgoig afstarven baars echtgenoota de eenige steun werd van acht nog jonge kinderea. Menige aeawesage dame wischte cioh een ttaaa «it de eogea, toen «prekar verder wees op 4* geeatkraeht en de toewijding van mevr. Courtmans, die te midden van de o vergroote moeiei^khedsn waarmede E$ te kampen had, tooh nog tgd en moed vond OM die lieve pennevrucbten voort te brengen, waarin *y met echt Vlaamsche gemoedeiykheid do reinste aan doeningen van het nMn*chê)yke hart zoo treffend weergeeft, en waarmede zij niets anders beoogde dan ..meer onderwas, meer licht, meer broeder min, meer beschaving" te doen ontkiemen. Met daverende toejuichingen werd na het ein digen der feestrede het wegschuiven begroet van den sluier die tot dusver de beeltenis der waardige vrouw bedekte. liet door den heer J. vaa Bietbraeck vervaardigde portret mag uitstekend ge slaagd heeten. On den achtergrond staat te lezen: Aan Mevrouw Oourluuini-Serehmant, hare ver eerden, 14 Mei 1883. Nog luider klonken de byvalsbetnigingon, toen vervolgensde burgemeester dar geiaee&teWaldegem aankondigde, dat bti zooeven een telegram nad entrangen, waarin' hem door den Minister van Binnenlandsche Zaken werd bericht, dat de koning de Leopoldsorde aan Mevrouw Coartmani bad geschonken. Nadat haar zoon, de heer Emiel Courtmans, tot de deelnemers een hartelijk woord vau dank- ' betuiging had gesproken, werden doorbg'BOndere vereeuitFingou verscheidene geschenken aangebodon. Namens de Schaarbeekscbe afdecling van hot Willemsfonds werd het door den heer J. Lambeanx gebeeldhouwde, borstbeeld overhandigd. Dooi* den voorzitter der Gentache letterkundige verceniging ?De Sndlaerttkring" werd een prach tig, door den kunstschilder Ch. Lybaert met de pen geteekend adres aangobaden. Andere geschen ken. ? kronen en albums ? werden aangeboden door den bc tuurder der Kweekschool voor onderwijzei-s te Uer, den Zetternamskrmg te Gent, de VeldbtoeHt, het Wiüeins/onda en de letterkun dige \iereomgingrfe Diticl te Brussel. Vau wege de Vlaamsclte Broedereend i e Brugge word een prachtige, opzettelijk geslagen gedenk penning aan do gevierde schrjfster geschonken. Ten slutte werd naar door eene Brngsche dame, dio met veel gevoel Benige vereen voordroeg, een zilveren drinkbeker ter band gesteld. Met deze plechtige bijeenkomst was het eigen lijke feest afgoloopeti, daar, om aeker e plaatselijke moeielijk heden van inrichting, het feestmaal niet had kannen doorgaan. Moge difr:feest, waaraan Vlamingen van alle richtingen deelnamen, er toe bqdragen om hen te bewegen, ook daar waar het den strijd voor de Vlaamsche zaak geldt, een drachtig tamen te werken. JABGOK. Yerloa ons vnn den preekloon, Hoert Oocf OHB nttonr en' wtarhcld weer. Het is gelukkig voor ons dat deze verzuchting vati den algemeen bekenden en vereerden de Genestct nog niet zoo algemeen gedeeld wordt. Want nu h-bben \vri de gelpgonheid gehad, datgene, dat daar zoo Kortweg en in twee regels gezegd is, in veol fraaieren vorm en vier kolommen groot, te lezen. Wy hebben getrild van veront waardiging over al het 'jargon, dat door geleer den en ongelcerdeu te voorschijn gebracht wordt; wu' hebben bewondering gevoeld voor den maa, die der kat de bel moest aanbinden en in zoo krachtige en toch eenvoudige en ware woorden dorst op te komen voor eerl§kheid en oorspron kelijkheid tegen alle deftige en jargonnhtische pbrases. Doch geen genot hier op aardo is on vermengd. Éér onze gedachten tot het publiek komen, moeten ze door de handen van zetters en drukktfvs gaan. En ? o, die zetters! Van het schoonste stuk bellerren zy soms den indruk door hier een letter, daar een Icesteeken weg te laten. Zoo is het ook gegaan met bet opstel, dat onder bovenstoanden titel van de hand van den heer Wilk m Paap.\n het Zondagsblad van G Mei 1.1. voorkomt. Het, zij my vergund, ter wille van de goede zaak, bier eenige drukfouten aan te wijzen, waar anders een of ander geleerde of ongeleerde plocternar in de letten misschien op vitten zou. Behalve eene scherpe critiek op het . ellendige jargon, dat man overal hoorcn moet, levert de ffeachte schrijver der illustratie ook eenige voor beelden van dat jargon, dïe onfritsche denkbeel den en _ mislukte vergelijkingen, die don, ter on derscheiding van zijne cigeuo woorden, tusschen aaubalingstceken» staan. ^En nn heeft de zetter op onderscheidene plaatsen eigenmachtig die aanliuliugsteekcns (misschien meende de kerel in zyue waanwijsheid, dat er te veel waren) wegge laten. Hier mogen eenige van .die woorden en uitdrukkingen volgen, waar «y weggelaten zijn : luierende en torende «iel; ftftae omgeving illtistreeren met gedachten; schimmench-cus ; lenteloover vreemde rupsen (m de lente »ün er immers gene rupsen); een dngvlieger van de groene tafel : omvangt nko zin. van een wtord ; de oogen van het publiek ra een spinneweb verschalken, aieklikdoorn ; rollentlè oogen; frazeeren, bierbuikige Dnkscher; woldeorvéede gade, overal tie rende aoetigheïd; eveatneel; daniej van de hal; het or zich toe leenende geval; den ongerezen poffers; de lucht trilt vau jargon, jongleoren roet . stereotype woorden ; aangeboden kunstgenot; den geest blmketten; spreken al» eene speeldoos; eene ijlo tong voeren : opgerolde rookinstrumenten; Iwmogeen; ggne ziel in gala Meeden; de nevel van bet jargon. Misschien zyn .er nog meer, naar de lost be kruipt mij om behalve de bijzondere gave van opmerken, nog eenige andere, deugden vaa dea schrijver aan te toonen. Vooreerst dan de fijne en spiksplinternieuwe onderscheiding van professoren in de letteren en profestoren ia de letters. Iet* verder trefieo wfi enne even fijne onderscheidittg taueben i.geeohied zijn" en ?geschreven zullen worden." Dit maakt hier bepaald eeae verrassende tegenstelling. Mocht gif, waarde lezer, soms meenen, dat een stoker in den mast van een stoomboot zat. dejwacbtte schrfjrisr zal uw gebrek aan teohtusohe kennis aanvullen door n te vertellen dat hQ geheel en al ver weg onder in de boot hnisU Welk een doorzicht straalt er uit d* opmer king dat men, om dichters te emendeeren, zelf dichter moet zUn. Dia verwaande Grootmannen en betrahazcn la de letter*, die snob verbeelden dat .«en dichter "tóch regelen moet naar d» door hen tfitgovond'cn el aamengeuiuiatsj de tul ts) msjMtsiiu. ah het hem AUpf «n dkhUr feboadn wu au vandeMUieksf^ktUfiasssQikBetta ken immers, hoe dicht het er btfkomt, ,, gebeel iets anders. Uaax dat rat «oo iedens» nist. £? weU «eM keuis bepaaU TM hetls*. stflrdsjiaiohe dialsct! Eet ia «?Jiutns vaaissssrik rood van jaloenehcwiA te doen word». Ook met vreemde talen is de auteur goed ver. trwwd. HM Mssakkel^k weet h*} cioa in eftl* talen ut te druikaa en m*t welk een aeliefpoosl **«* W ook daw het jargon te vinden. " ^ En behalve ssc4 de taal ook net de groot* att» teun decer eeuw is M) van naby bekend. 'Am slechts ho* feeaUg UBwriefardtMrtiMtaftttltt. nogsuckeas en Hultatiüiaojuterdieinstnimestsssh< *iiF^ "*?*.£?? *«>»«i«»ten m wauw«Uarj. Haa. w)tt is voorbij. D« eeuw van oenvond en waar» beid is aangebroken, waaria o»m>mnknl Hlrbnifl en waar tabut iuUra gekead ea geèrd worde».. Bu»gt u, volkerea der aarde, voor de afrnM leer en haar Profeet Willen» Paap. Ziet, reeds: maakt de Jiedeiiaiuische Leem w met zUn gevolz esAi uitstapje naar Grindelwald en waar blijftg\j, Se*. ? lands zonen? Talmt niet! Bekeert, verueert u, smeekt genade, legt af waaa» 'Üsheid en jargoaerie en huldigt Uw Verlowse, P. Lcendertt Je»' OPMERKINGEN. Een ffoed gedioht moet, evenals een goed ran» Biekstuk, telkens bfl het hoorea er van opni*uJ» genoten en beter gewaardeerd worden. Jifi oé> beteekenendo en geraasmakende stukken ffescoiedt juist het omgekeerde. ???«» Ieder beeft het recht den indruk, dien eenig kuntbi werk op hem maakt, te uiten en te verdodigen* Anne> opinie is voor hem even waar, als die vafl den kenner onder de kenners. Bg teder oordett spreekt men echter twee oordeelen uit: een luide over het stuk, «en stilletjes orer zich cel ven. >iet ieder stemgereohtigdo is tevens stembevoegde. ? ook in den Staat gelde dit. ? Hen mag zich gerust vermaken met de muziek van Offönbach, maar bewijst eigen onkunde, wanneer men hem boven Beethoven stalt. Wat men mist, zoekt men te verkrijgen, hoe don ook. Die in rust en stilte leven, lezen gaarne ver* holen van geweld en hartstocht. De roovergeschiedenissen en gruwel-romans vinden in do achterbuurten 'bjj de naoistors on sohoenmakeia den meesten bgval. Zij die in het gewoel der wereld ronddraaien, zoeken rust en kalmte in ernstige en fijne lectuur. De ongevoeligen ge bruiken roerende drama's of sensatie-romans alsj veiligheidskleppen, om het overbodig gevoel, dat voor hunnen intsoenlijken kring niet past, kwn t té) raken ? Zola's romans worden het meest dooi; hen gelezen, dm buiten het leven staan, dat et geschilderd wordt, dus niet door de Paryzenaart, maar wel door de lieden in de provincie ene1'" do uitheeraschen, die er te meer op verzot _, naarmate zij ia stiller en kalmer omgeving ve keeren. Voor des waarachtigen gel««rd« ' kunstenaar en den hteUiki dra hij, die afteen speculeert op den Run werk op het f ^ * ' * schim der scboonl liek kan maken, die du dei id in (plaats van dé schoon? beid zelve najaagt, of, ah de Ouden zeiden, ettl wolk in plaat* van Jnno zoekt te omhelzen. In den strijd, bjj de bestorming eener spare men gwu vuur en geen kracht Dani^ ____ men niet vaa matiging. Die halverwege blijft staan, gaat of zelf verloren of mist in allen «? vallo zyn doel. Hen dient den vijand onicKsf delqk te maken of te dooden. Dit geldt evenzeee voor hen, die valache kunst en oppervlakkig*! kennis bestrijden. Hoe krachtiger zg aanvallen.' hoe zekerder de overwinning. By hinderlagen ff wel meer overleg nbodig, maar toch van mati* ging geen spndw. Het gevoel kan even oppervlakkig wezen als net verstand. Het eerste is kenbaar aan den kor ten duur er vnn, dns aan de geringe qnantiteit, het laatste aan de eenzijdigheid en kortzichtigheid, die het kleine hoog, het groote laag schat, du» in de qnaliteét Lichtzinnigheid is te verkiezen boven ]oszinn!g> beid, hoewelbeiden met elkander verward wordezu Alles zwaar te tillen en hoog ernstig op te vat»* ten is het teeksn van een klein verstand of van een zwak gevoel, gevoeligheid. Het is echter een grooto kunst te onderkennen, waar men licht etf luchtig over heen stappen moet, en waar med daarentegen ernstig en met overleg moet bande* len. Sommigen plegen een moord uit lichtzinnig heid, anderen dooden iemand door zich zvauf over kleinigheden te vertoornen. Eoa vijand Is vuriger dan één vriend. De een smeedt zoowel van uwe deugden als van uwe) zwakheden wapenen, om u te wonden, een vriend daartegen vindt n we deugden nataurttjkea ergert zich non uwo zwakheden. Haat werkt zoo mee* uit, dan liefde, vooral by do vrouwen, als men Sardou's Fedora gelooven mag. Dit is echter juist niet Russisch, getnigo het NiebelnngenliedY dat zelfs eerst onder den naam van Krtemhilda Rache in 't licht kwam. Er bestaan wel bedden van opoffering uit liefde, maar niet van zulk een krachtig handelen, als van haat uitgaat. Liefde scbjjnt dus passief, baat actiel te weien. Het strekt ons gczehchapsleven niet tot.loff dat men daarin niemand, zooals het heet, da tcaarhcld ttffgeit mag, waaronder niet yerstaas] wordt, temmd naar waarheid te prijzen, nuuur steeds iemand onaangenaamheden zeggen ef aön*i fouten aaqto«aen, u men er zoozeer van ovjiF' toigd, dat .vnlsche vleierij de grondtoon van «al verkeer dient t* wezen? ? Bil den waaraebtigcn man is echter lof evefl goed gemeend ab herwping. Bedaehten de,b*V oordoeloars en bunao lezer* zulks, de over verongelüking aaa den eenen kant en vaUche loltuitingen aan de andero zyde vcrmmdérea. Die 4e weegschaal in banden l , moge er boofdaakelnk op letten, waarhenen d* balans einde^k overslaat, hij vermte echte* niet hoe lang bet dwwde, voor dat dit geachiedde. ' .'.'.? . ' . ? O. F« Zy laten de verzen van Hein*, Des morgein, te ztmen in 't boscb, Het «loaeBde meisje en de jonkman, ? En soms viel het boek op het mo*.. De vogelen riepen: ? 't I* lente l Twee harten gevoelden het wel. Zij klopten zoo wfcrn en zoo heftig) Zjj klopten zoo wonderlijk ***L Zy spraken vnn eenwig* liefde £n droomdm e*n vaUgen droom. ? Wat z«nen rtj vroegen d* bloeaem £n nttiBteraocl *ui*de de boo&iè ? Ik boor het zoo dulaendaialeB, Dat liedje vaa eenwig* trouw ? En vóór nog m|n bladeren vallaa Baeft een van aan bètden berouw l 8w«rtn. IH 'fi t i E ?;'*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl