De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 3 juni pagina 3

3 juni 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

'?"l; DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, "310 Dagboek van een Nederlander der 18eeeawdo|t S. A. Naber. - De beweegredenen tot de _1 v»n den Bartholomwunacht door prof. W. w. Brul. Schoolonderwjis in de Natuurkunde door dr. V. A. Julius. Politiek Overzicht door mr. R. Macalester Loup.?Letterkundige Kroniek. Nederlandsche Spectator. Berichten en Mede* deeliugen. Het oude en het nieuwe stelsel in Indi*. door S. E. W. Roord» van Eysing». ?PartÖincht, door Dr. D. J. van Stegeren. ~- C. van Nievelt, door F. Smit Kleine. (Vervolg). Bo»ca-conciüe, door M. Goeua. tydtcltrift voor IfttrlaMiiCh-Inilii. (Mei) Nieuw-Guinea geünnexeerd door Oaeenswnd. De Hindoes in Bengalen, hunne teden en gebrui ken, (slot) door Shrt Cliunder Bost. De Kolo niale tentoonstelling te Amsterdam. De franschc expeditie tegen Tonking. Boekaankondiging. Varia. De afgetreden gouverneur, P. v. d. Hoe ven, over Ata«h, De spoorwegen- en telegraaf kwestie iu Cliina. De Nedcrlaudiche katoennvverheid. Nord und Süd. W. Jensen. Der wille des Hcrzeus. Co»'l Vogt. Goethe's geologische Studiën in Karlsbad und bei Franzens bad Georq Eüers. Das Alte in KaïrolL?Herman» Oelschlügcr. Einladung nach Cannstatt. An Kan Cauer. Lndwig Pietsch. Wnsnli Wassihewitsch Wereschogin. Karl niun-Wiesladen. Wer hat das Pulver erfundcn. Eine kulturgeBchichtüche Pluuderei, Preu-zen in Kurhessen. Erinuerung eines alten officiers.?Bibliographie. North American Revisie. J. Ntmnto Jr. American manufactunnf inte rest?. D. . Gilman. Present aspecta of colI-re training E. &lf. The ahaae of Citiaenshii). J. L. Rice. Hcrbert Spencer'* iacts and inferences. C, Niïsson, A few wórds about pu blic sinpin» "'"r ' ' Scotland in Pagan times / 7.80. Ktnnear, Cruces Shakspesrianae, with emendations and aotes / 4.90. C. J. Jïietltmiillcr, Julian the npostate, a trngedy, / 4.PO. Sfinota's Elhic translate* by W.M. WitJie,f 0.65. C'. T.Wilson, Duke ol Benvich, marshal of France, 1702?1734, f 9.75. W. J. oftie, llistofy of Londen, 2 ?vols f 20.80. F. Francis, Practical manage ment of fishevies, / 2.SO. W. L. Jordan. New principlca of natura! pliilo.ophy, f 13.05. Itamttion Aidê, Polt and Pier f 1.30 Anthors and publishers, A mnn<-al for beginners ui literature, /' 2.GO. Cvuntess ra» Sothmer Aut Caesar ant nihil, 3 vols /1Ü.G5.?N. Baathorne's complete Works. Vol III and IV, f 4.90 each. Leaves froma spiritual diavy, /1.05. L'Oliphant, Altiora poto. Part I / 3.SO Fedora, a novel founded upou Sardou's drama, f 1,30. G. Saintslury, Specimens of i'reuoh literaturc from Villon to Hugo, / ."'.95. JF. E. Trolopf. Liko «hfps upon the Sea f 13.05 Xïewce uitgaven in Nederland: H. M. van Andel, Een onkrnidzaaier . Jan ten Brink, Onze hedendaagsche letterkundigen. Met bijschriften. 3e en 4e aÜ, Nicolaas Beets. ..... per aft. Trouwe Courtraans, Reb. Berchmans, Het rad der ibrtuin, eene geschiedenis onzer dagen . . . . . . , ? « ? ? Mr. Denri Viotta e. a., Lexicon der toonknnit. Afl. 27 en 28.. . . per afl. \V. F. O. Nicqlaï, Handleiding bij hjst f 1.40 2.00 n 1.2o r 0.50 i in !t t veumirineu, «tuuiuui ue n.iuo niugcii, Zoo schilderachtig zijn* ronken slingert, Schoon onaanzienlijk wel ii waar, En voor het oog der wereld haatt verborgen, Vertoont zich toch op dezen lentemorgen Een vriendelijk lachend oogenpur, Do jongdiga oogeti zien zoo vol vertrouwen Do Rchoone toekomst in en zij aanschouwen Onze aarde met zoo'n blj| gemoed Dat het m{) aan 't harte doet, te staren Op 't lief gelaat, dat nit die lijst van blüren MÜals «en voorjaarsbio begroet. En op mUo lippen ryst een stille bede: Dat altoos u het wit der onschuld kleede! Klein sneeuwklokje in uw rein gewaad. £o dat ge, als 't sneeuwklokje, in droeve stonden, Bestemd raoogt siio, om zegen te verkonden. Waar ge Hw vriendelijke oogen slaat! G, v. U. NIJVERHEID. DE HERBOUW VAN 3ZB8EDIN. Wij behoeven nauwelök* U herinneren aan «? algemeen* deelneming, die in Maart 1879 de ramp Tun Szegeottn in fehiel Europa ondervond, toto een groot gedeelte der stad door e«n oventrooming verwoest werd. Sedert «iin krachtige maat regelen genomen om de herhaling van dergelijke cAiamiteiten te voorkomen eu de stad uit hare puinhoopen te doen venrtjien. Sxegedin ligt op den rechteroever van de Thelss tegenover de nitmonding van den Maros en is bet middelpunt van handel en nyverheid mJBenedon-Hongarfye. Vóór de overstrooming telde de ttad 70000 inwonen en 9723 huiten, waarvan er slechts 265 door het water werden gespaard. In den nacht van 12 Blaart 1879 verbrak de Thuis» hare oevers op 20 kilometer boven de stad, tengevolge van welke doorbraak in de stra ten eeu gemiddelde waterhoogte van 2.70 meter was waar te nemen. Om het instorten te voorkomen van de buiien, die waren blfjven staan, bouwde men een ringdam om de stad, aan sluitende aan de Theiss-landyk en ter andere zijde aan den Alföld-spoorwegdam. Deze ring dam werd iu zeventig dagon voltooid, waarna men begon mot het uitpompen van het dooi' de zen ingesloten water. Dag en nacht doorwer kende verwijderde men uit de ttad ongeveer 33 miltioen kubieke meters water met behulp van 120 a 130 pompen. Door deze maatregelen voor kwam uien het ontstaan van epideniiën en maakte 1. . J. 1 ___J _? .. .% ?*! -d * . 1 I >. l Om den herbouw der stad te bespoedigen word dcor ue volksvertegenwoordiging besloten: 1. dat de Staat een brug zou bouwen over de Iheiss benevens een kaai van 1600 meter lengte; 2. de stad te machtigen een leening te sluiten van ruim 4 millioen gulden ten einde m de kosten van den herbouw der stad te voorzien. Ter beschikking dor inwoners werden gesteld de gelden die de publieke liefdadigheid had Itijeeiiyerzameld, zijnde meer dan twee mi Reu hnli ir.illic en gulden, wolke som onder de behoeftige be volking word verdeeld, benevens een voorschot van den Staat ten bedrage van 10 millioen gulden, nitoebftar in vijftig janr. Toen men wist nvar welke som men beschiklcon i.uxkt voor den hername gedaan en een schillende teneinen. n aan de eigenaars er do zelfde waardo ?ezatcL), en liggende .e wijken der stud. den bijval der boirs slechts 30 recla ngcnicui's-commissie, ??j. i0cJin bezocht, was gcjele nieuwe stad hooger te leg, e. De ingenieur Leclmer, die m et uelost was, oordeelde dit middel jaar cii sloeg een anderen weg i». twee ringvormige boulevards omda tiiteiislon met den biniicntten door jinrlendo, die zelfs tot voorbij den buitilevard verlengd werden. Laatst tte.uui-muu ngt l meter beneden het peil vnn het hooge water in Maart 1879 on is breed ^58 meter tusschen de huizen gemeten, de binnen-boulcvard ligt 0.50 metev boven genoemden hoogwaterstand eu is 30 meter breed. De verbindende avenues hebhen een breedte van 30 meter en zijn tot voorbij de buiten-boulevards verlengd, afdalende wet een helling van l op 50. Op deze wijze heeft men de gemeenschap der buitenwijken met do binnenstad verzekerd, en heeft men groepen van huizen doen ontstaan, di aan allo zijden door S tot 9 meter hooge dammen zijn omgeven. De straten in deze groepen zijn niet die op de dammen verhouden door opritten of dpor_ trappen. Men verwacht dat do eigenaars uit eigen beweging hunne terreinen zullen ophoo gt n, en heeft in afwachting daarvan een zekere hoogte voorgeschreven, waarop de vloer tier be neden verdieping minsten moet worden gelegd. De aarden-erken zyn uitgevoerd met behulp van spoorwegen en lokomotievcn. De kosten v.in de eer ste 70001)0 kubieke meter bedroegen f 1., die van de volgende 1ÜOOOO beliepen f 0.08 per kubieke meter. e breedte der straten wisselt af vau 15 tot 38 meter, die der trottoirs is 4 tot O meter, de de tomondte der straten is een zestigste. On de boulevards is het midden bcstrant over een ureedtc van 7 meter met graniet blokken in zand gelegd, terwijl de naden met c,'ment zijo vol gegoten. De trottoirs ziju in de stad van as falt, op de boulevards heelt men zich somtijds bepaald tot het leggen van eenige planken. Wat de huizen Betreft is bepaald, dat deze in het gedeelte der stad liggende tusschen do u biniien-boulevard en de Theus minstens twee vcr'?'?; 'l:- do buiten dit een?n kunnen met een m dat, betrekkelijk beneden-verdieping, ele bepalingen volr aan het Stadsbebij wil bouwen, ter Ie klassen het bon?estelde cischen vol, heeft men door m idcelijk gesteendrukte gevoegd is een vol' ' ' iestek benevcni een er bouwvergunning. wintig verschillende ?rp kost slechts 20 deze modelhnizen wisselen af van 1000 men by den bouw ten gevolgd, zoowel ? f als de uitwendige ? 'erden verschillende e gemeente bouwde " ' 'tuis en een kaaerne. ??;?'??? {eveer 1500 iaeuwo ., n herbouw der stad ???? ??:'.'m uitgetrokken voor ? ' <" ? ie brengen hunnen ' '''-?>? ? ' ?? , zoolang deao geen ? i dit het geval, dan wuiul u« luuuucl dei* riolen in reservoirs verza meld en deze door pompen in de rivier geledigd. Vóór de overstrooming werd het water uit regenbakken en ook dat nit de Theiss als drink' water gebruikt. Het rivierwater is echter altijd troebel en eerst na 20 24 uren voor drinkwater geschikt. Thans heeft men een waterleding gebouwd, maar de geldmiddelen waren te beperkt om deze in de meest uitgebreide behoeften to laten voor zien. Men zal namelijk het gefiltreerde water slechts gedurende twee uren per dag beschikbaar stellen, en wel 10 liter per hoofd der bevolking. Do grootste hoogte, waartoe het water wordt opgevoerd, is 30 meter. Hot water wordt opge pompt uit de Theiss met behulp van twee corapoand-machine*, elk van 75paardekraehten. Het water wordt in twee hoofdleidingen gebracht, wUd 0.40 Meter. Er «y'n Gl brandkranén. Dékosten van dit werk hebben bedragen: aan püpen en kranen ? 330,000 Brandputten 2,500 Filten 81,000 Stoompompen 92,000 Opstelling, enz. 10,000 totaal / 46ü,6flo7 zijnde / 7,50 pw inwoner. Du tploita£ie-ko*ten dier waterleiding met in begrip van rtnte «u afcchriiving bedragen/60,000 In pbtat* van do onde schljïbrug laat d» Hontaarsche Regeering een nieuwe ijzeren brug over e Theiss bouwen. Dete brug, volgen* het ontwe'rp van'den ingenieur FeVeUhazy, wordt uigtvoerd door de firma Eiflel en Co te Parijs, zy bestaat uit vier bogen met *pauwijdten van uO,3Q, U7.30. 80,30 en 66.30 meter. De breedte der brug tusschen de borstweringen bedraagt 11 meter; de trottoir* steken aan weemy'den buiten de hoofdligger* uit. Het rechter landhoofd en de eerste rivier-pijlen zyn met behulp van gecomprimeerde lucht ge fundeerd, het linker landhoofd en de verdere rivierpylcrs rusten op palen. De groote hoogte, waarop het zijvlak van de brug ligt, heeft het maken van' omvangrijke toegangswegen nood* zakelijk gemaakt, CE VIADUCT VAN* GARAÖT. De viaduct vu n Garabit i* gelegen aan den spoorweg van Marvéjols naar Keussnrguos depurtciuent Lozere. Frankrijk die door de »aider-gpoorwegmaat*ehappy wordt aangelegd. Nadat de hoogten bereikt zijn tusschen l'Aubruc en la Marfferide, ontinoet de weg een diep ravijn, waai door bot riviertje de Truyore stroomt. Do burg- en weg-ingenicur Boycr heeft over deze hindernis een ijzeren brug gebouwd van buiten gewone afmetingen. De bovenbouw heeft een lengte van 4-13 M, en weegt 1,350,000 Kg. hij rutt aan beide uiteinden op eeue kleine gemetselde viaduct, waardoor men op de brug komt. De tnsschen gelegen steun punten worden gevormd door vyf ijzeren pijlers en een grooten ijzeren boog, waarop twee jukken zijn geplaatst. Deze boog dient tot stcnn boven het diepste gedcvlte vau het ravijn: zijn span; ning heeft eouc lengte van l(b M. terwijl j do pijl van den hoog 52 M. lang is; de j geheela boog weegt 1,200,000 Kg. De longte van de Rcbeelo lirii^ is 5.üt M. en er zijn 3 millioen Kg. iiner voor henoodigd. De rails zijn gelegd op ISo M. boven de rivier. Ten einde eeu beter denkbeeld to verkrijgen van tl e kolossale hoogte, stelle nien zich voor de Yeudümezuil, geplaatst op do Notie-Dame. Dit Sivanrto zou gemakkelijk onder de viaduct van abarit kunnen doorgaan. In zijn soort is dit werk het belangrijkste en merkwaardigste -wat in den lidtsten tijd is verricht. De brug over den Douro iii Portugal heeft O M. minder spanning en hare hoogte bedraagt slechts 62 M. Do via duct van Kinzua in de Veieeuiede Staten zal flechts een hoogte van 92 M. hebben. De Amcrikannsche bladen noemen haar de hoogste der wereld. De Fransche rijks-ingetiieurs zagen de noodzakelijkheid in om dit boojrsysteem afl» te nemen, dat voor de eerste niml wai gebezigd door dcu ingenieur Eift'el by de brug over den Douro en achtten het dan ook den natuurlyksten weg, om zich voor de uitvoering van het geprojecteerde werk tot tlieu beroemden bouwmeester te wenden. De kosten zijn begroot op a.100,000 francs. De werkzaamheden zyn met een merkwnardigen yver geleid Den Istcn September 1882 was men ternauwernood begonnen en reeds deu SOsteii April jl, waren alle pijlers geplaatst, was débo venbouw aan de zyde van Sfarvójoes gereed en die aan de zijde, van Neumrguos reeds een goed eind gevorderd, I)e_ pijlers zijn opgericht door middel van een voudige bokken, die, naarmate de bouw vorderde werden verhoogd. Somtijds was men genoodzaakt ncliranken aan to brengen in de bedding der Truyürc, zoodat do knbeis een lengte hadden van eenige houderden meters. De bovenbouw is samengesteld uit een balk mot, eenvoudig traliewerk van 5 M. 10 hoogto. Aan beide zijden vau het ravijn worden da correspondeerende deelen op daartoe ingerichte beddin gen vervaardigd, en het is belangwekkend, om te zien hoa de toepassing der werktuigkundc een 50 tal mannen in staat stelt, met geringe moeite dien 285 M. langen ijzeren balk vuu 850.000 Kg., langzaam te verplaatsen. Het huis Eifel stelt zich voor spoedig te begin nen met het iu elkander zetten van deu boog. Dit is het belangrijkste gedeelte van dezen prachtigen arbeid. Tegen het einde vnn dezen zomer' zal het zeker fforeed zijn. Utrecht, 25 Slei 8J. . V. T. 13tn nieuwe locomotief-constructie, werkende met samengeperste lucht is toegepast in de Old Eagle mijnen, op 50 kilometers vnn Pittsburgh. Zij werd gebouwd in de Tialdivin Locomotive Works. De lucht-reservoirs zijn 8,2!ïtnetcr lang en 0,85 nieter in middellijn, Z\j zijn gevuld met samengeperste lucht, die een dr u k ld n g uitoefent Van 28 Kilogram per vierkanten centimeter. Deze reservoirs rusten op vier wielen, codreven door locomotief-cilinders en verdere .inrichtingen ftlsby 'deze werktuigen voorkomen in gcvnl sloom als bewepgkracht wordt tooqftpast. De totale hoogte der lucht-locomotief beuraagt 1,78 meter, zyiide dit de beschikbare hoogte in de mijn. Een enkel iunn ii voldoende voor de bediening en zorgt tevens dat de reservoira geregeld gevuld worden. De machine trekt 05 geladen wagons (GO ton) tegen een helling op van ongeveer 1/50. Het euivere* van Kelders. Om kelders te ont doen van schimmel- en zwamvormingeu met de daarmede gepaard gaande zoogenaamde kelder* lucht" gaat men op de volgende wy<:e te wei k. Alen sluit, alle lichtopeningen van den kelder en plaatst in het midden daarvan een bak met l?l' kilogram keukenzout. Dezo begiet men met zwavelzuur eu verwijdert, zich ten snelste, ten einde niet door de opatijgende dampen verstikt te worden. Na twee uren opent men een deur of venster om het gas te laten ontsnappen en kan men de schimmel van den vloer en do wanden weg vegen. Ook KBU men .de schimmel verwijderen door eenvoudig zwavel in den kelder te branden, op de wyze als onde wyVivaUn worden gezwaveld. Iu elk geval i* een goedo ventilatie van den kelder bevorderlijk aan het niet terugkeoran der schimmelvormmgen. Vuiirvasle specie. Kleinere, niet al te dikwijls aan de hitte blootgestelde ynurgangon, metselt men, gelijk bekend is, in leem;bij grootere en meer aanhoudende hitte metselt men hen in Chamotte mortel of zoogenaamde vuurvasto specie. Met goeu gevolg heeft men in don laatsten l ijd een nieuwe specie hiervoor ingevoerd, bestaande uit leerp met stroop. B.'iJo stoffen worden tot een golijktoatige, consistente massa ondereen ge mengd en op de gewona wijze gebruikt. Dit ' materiaal wordt zeer geroemd en schijnt zeer zelden reparatie te behoeven, hetgeen hy aanhou dend werkende inrichtingen als tf stoomketels, in vele fabrieken een iiiot gering voordeel is te achten. Bhusckcn fan scJioorsletnlirandcn. Dit kan op eenvoudige wgte geschieden met behulp van zwavel. Ongeveer l kilogram van deze stof wordt op den haard uitgestrooid en verbrand. Er ont wikkelt zich zwaveligznurgaB, dat in den schoor steen r.pstygend, het vuur uitdooft. Daar zwavel niet zeer brandbaar is, doet men wel, een geringe lioeveelhüid buskruit, vóór hét aansteken, er gelijkrantig mede te mengen. De Parrjsehe brandweer gebruikt in den laat- | ?ten t'Jd tot dit doel zwavelkoolstof. Ongeveer 100. gram van daze stof wordt in oen opeo b.ak op den haard ge*«t «n verbrand; do werking ! hiervan «chljnt nog «nolter en moer afdoende te l dan Als van ?travel. ' , \ Kuwtmaltg gtlfourüe diamanten. Een nieuwe wyie van diamantvemUBoing bestaat hierin, dat men de Afrikaansche gele diamanten kleurt. Deze ?teenen, die een geringe waarde hebben, worden gedurende enkele minuten in een verdund violet anilinebad gedompeld en vervolgen* gedroogd. Zy hebben dan lm onverminderden glan* een fraaie, staalblauwe kleur, die hunne waarde dikwyls vertienvoadigt, daar men te alleen bh de beste s teenen aantreft Dit verschijnsel wordt ver klaard uit de omstandigheid, dat geel en violet elkander* complementaire kleuren zyn, dat wil zeggen dat rU met elkander wit licht geren. Het bedrog i* gemakkelijk te ontdekken, door de kunstmatig gekleurde steenen in Btepwater af te wasschen, als wanneer zy weder geel worden, terwijl het water een groene tint verkrijgt. KunittHaliff verharde beton blokken. De heer lienrij Fay'a heeft een patent genomen op een procédétot het kunstmatig verharden van beton blokken. Z\j worden, na in vormen gestampt te zijn, in kamer* gnplaatst, waar een vochtige tem peratuur van 100°Fahrenheit wordt onderhou den; hierdoor is men in staat reeds na enkele uren do blokken uit de vormen te verwijderen. Vervolgen* worden zy in een had gelegd van on geveer 110" Fahrenhei), bestaande uit n deel kiezelzure soda en twaalf deelen water. De o; lossing dringt door tot in het hart van het blo_, dat op deze wy'ze na drie of vierdagen zoo hard wordt alt in gewone omstandigheden na eren zoovele maanden. Vioolsnaren worden gemaakt, niet zooals men veelal meent van kattendarmeu, maar voornamelijk uit die van schapen, en wel zeer jonge, daar die van een l:im boven de zeven maanden er niet meer geschikt voor zyn. De darmen worden goed schoongemaakt en daarna met een scheermes volgens de lengte in tweeën gesneden; alleen hot bovendeel is bruikbaar, daar de rest niet gelijk matig genoeg is van dikte en van structuur. De repen worden gedurende verscheidene dagen door walsen gehaald en vervolgens Ineen ge strengeld ; vijf of zes zijn noodig voor een E-snaar, acht of negen voor een A-snaar en twintig voor een D-snaar. Vervolgen* worden zy gebleekt door middel van zwaveldampen en op nieuw in een gestrengeld. Eindelijk worden zy zacht gotuaakt in paarla;ch-water, weder aan zwavel dampen blootgesteld, gedroogd en met puimsteen glad gewreven. De snaren zün 1.80 meter lang, zy worden in bundels van dertig stuks in den handel gebracht, Militaire Zaken. MARINE AANGELEGENHEDEN. Er is verschil tusschen de theorie en de de praktijk dit heeft de premier van het onlangs opgetreden kabinet in herinnering gebracht, waar het betreft de vroegere ge schriften van leden van dat kabinet en de daden die zij tlans zelven regeeringsmannen zijnde, aan het belangstellende Nederland zullen te zien geven. Inderdaad wie zal ontkennen dat er verschil bestaat tusschen theorie en praktijk of, om een rijmpje te bezigen, dat er; tusschen doen en zeggen vela mijlen loggen; doch hel verschil neemt wel wat al te groote proporliön aan, als de praktijk lijnrecht in druist togen' nog kortelings geleden in ge* schriften ontwikkelde beginselen. Wij hopen het ten minste bij den pas op getreden Minister van Marine niet te zullen waarnemen. Wat de ?theorie betreft in 1879 schreef de gepensioneerde vice-admiraal, oud-kom» mandant der zeemacht in Neerlands Indiöenz. F. L. Geerling cenc brochure over de vrij willige reserve .voor de .Mederlandtche Zee macht. Wij hebben hier niet te doen met den eersten den testen jeugdigen enthousiast, wien massa's groolsche plannen door den geest woelen, die hij, zonder de uitvoerbaar heid daarvan getoetst te hebben in de we reld zendt, maar met een man van onder vinding, om zoo te zeggen grijs geworden in den dienst, een man, die, zooals is na te gaan, veel hóeft gezien, ondervonden, verge leken en overwogen en die nu kalm het re sumézijner in een langen diensttijd opge dane ondervinding zijnen landgenooten ten beste geeft, niet zooals de S. zegt om eene oratio pro domo te houden, (daar zijn lijd voorbij is), maar uit liefde voor het vader land. . Welk een edele drijfveer! zij verhoogt den ernsügen indruk der brochure en te' verwonderen is het zeker niet, dat wij op die brochure de aandacht vestigen, nu de schrijver minister is geworden. De S. zegt betrekkelijk weinig over de vrijwillige reserve bij de Zeemacht, maar tracht in hoofdzaak liet noodzakelijke van die reserve aan te toonen, met cijfers die, hoewel globaal, wel op eenigen grondslag steu nen zullen. Andere zaken, het personeel betreffende, ontgaan zijne aandacht niet en vinden, door het geschrift verspreid, eene meer of min dere uitgebreide plaats. Als doel voor de Marine wordt aangege ven het verdedigen van Nederland, de zee en Indic, gebaseerd op de grootste ontwik keling der in onze eigen boezem aanwezige strijdkrachten, gepaard aan onze financieele krachten. Wij willen de denkbeelden, in de brochure neergelegd, voor zooverre ze duidelijk te onderkennen zyn, niet beoordcelen; wij zul len slechts cenige aanhalingen doan volgen om goed het standpunt te laten uitkomen, waarop de tegenwoordige minister van ma rine slaat; zijn geschrift toch is als een pro gramma te beschouwen van zijne regecringsdaden; zonder uitvoering te geven aan de door hem voorgestelde verbeteringen acht de S. een gezonden toestand onmogelijk: Welnu, men werpt toch in een enkel oogenblik niet! de innige overtuiging, gegrond op jaren lange ondervinding, over boord! de praluyk kan hier toch niet in strijd zijn met de theorie! »De mililiewet, wat betreft de zeèmilitie, is ia strijd met de grondwet." »Ilet is n»sr mijne bescheiden Wieening de Suiatiman, die de eisenen moet eene marine moet voldoen." »Ali de oorlog uitbreekt, bevindt tich hit grootste gedeelte der vrijwilligers in de ko loniën of misschien op reis; de overigen, die onder het bereik der regeering zijn, m«t de lichtingen der zeemilitie, zullen de var» dedigingsvaartuigen moeten bemannen." iwy moeten goede kruisers in de vaart hebben." * »het (de tegenwoordige oefening der zee. militie) is eene voorbereiding, andert niet; doch het noodzakelijkste, het voornaamste, het leven op zee leert men hun niet. D geheele wet op de zeemilitie is eene aller» nuiselijkste wet." t Kutten en teegaten zullen verdedigd moeten worden met flinke, geoefende kerels.1! >De Regeering moet zorgen dat de schepea behoorlijk en zoo doelmatig mogelijk w mand worden." %<s' »Wanneer men verplicht was, om al het materieel in dienst te stellen.... dan ont breken er 3000 man,*' en later 111 stede van 3000 man, zijn wel 5000 maa' boven de gewone sterkte noodig." 'l t Ik wensch (voor de zeemilitie) de Noord» zee tot oefeningsterrein bestemd te zien,* omdat het daar is, waarop zij (do zeemlij* liens) voornamelijk geroepen zullen worden dienst te doen." ! » geloof ik, dat het beter is op dea ouden voet voort te gaan en de koloniën te blijven verdedigen, uitsluitend door het per» soneel der Nederlandsche marine." »Er wordt zeker door het opperbesluu^ op gerekend, dat er eene voldoende reserve aan olllcieren, onderofficieren in Nederland bij de hand is, om al het materieel goed te doen bemannen." De sterkte in tijd van vrede komt volgens S. weer op: 4 buitenlandsche stations. 4 schepen auxiliair eskader. 20 schepen Indische militaire marine. 3 schepen en 4 rammers of (monitors?) Noordzee-eskader. i oefeningsdivisio 3 schepen. 2 opleidingsschepen, wachtschepen enz, alles te zamen 5GOO koppen. s Eene jaarlijksche sterkte van.5000 kop. pen' in tijd van vrede met en benevens die dor mariniers zijn volgens mijn denkbeeld voor de gewone dienst voldoende. Dit aan* tal uit te breiden, ware zelfs ai te keuren.'! Het ontbrekende in oorlogstijd wil de S, aanvullen met eene reserve, waarvoor als eerste grondslag zou dienen de gepaspor? leerden van de marine, en de tweede grond* slag te zoeken is bij het volk zelf. Het bovenstaande zal genoegzaam doen zien, in welken geest de minister zal werk* zaam zijn; zijn stelsel ligt daardoor duidelijk' voor ons bloot; wij hopen dat hij niet cal terugdeinzen, wanneer zich groote bezwaren zullen voordoen; dat hij niet zal transigceren mét zijne denkbeelden; geldt 't voor ne zaak, dat zij goed moet zijn, dan geldt het voor de marine; en aan het personeel ont breekt te veel, dan dat niet met krachtige' hand moet worden aangepakt; wij toonden' dit reeds meermalen in dit blad aan. De denkbeelden omtrent de rol, die dft marine te vervullen heeft, zijn bij den mi nister gevestigd; hij is nu Staatsman, dat hij traclite ze uil te voeren; dat hij zijne' overtuiging niet opolferc, en het hem ge-' lukken moge een vast stelsel aangenomen te zien, waarin de marine in- vredes- en oor logstijd eene bepaalde plaats is aangewezen. Do marine heeft dit nooög" te welen, wil zij in oorlogstijd met succes optreden in haar dan op te leggen diensten. Het wordt tijd, dat duidelijk worde uit* gesproken, wat men met de marine wil; heeft de minister dan wellicht de voldoening niet zijn stelsel aangenomen te zien, toch zal hij der marine een groolen dienst be* wezen hebben, wanneer hij de nevelen weet op te klaren, die thans nog over haren' werkkring liggen uitgespreid. Zal de marine Nederland, de zee en Indi verdedigen ? De Staatsman geve nu het antwoord; wij wachten het vol verlangen.?? SCHAAKSPEL No. 21. T»n don ond-red. vu Blut,,1* ZWABT. h WIT. Wit «peelt voor en geeft (n 3 zetten mal. (Wit 7, Zffftrt 4 «tukken met K E i). Oplossing van Schaakprobleim No. 19. «**>. 310 F K U11 TL E T O W. l A * A. 51 S A d B C 3 B 6 C 5 i O O r- D .0 . m»t. E O D 6. D 6 E B £ C P 6. OfLOSfllNOKN. Vin. No. 19 optringon ntf joJilo oploMtoftn n* T. H. te ItotMrdAB ; W. U AUuoMr; F (? Utroetit. Aan het station van St Fan Uit het Duitach, NA.AB 0. SCUBüDEB. I. Of het reeds zes of acht jaren geleden is, tou ik niet met zekerheid kunnen zeggen; wel weel ik dat het reusachtig groote hotel dat nu dicht bij het St. Pancras-station in het Noorden van Londen gelegen is, toen nog niet bestond ware dit het geval ge weest, dan sou ik daar «ooit zulk een ver* velenden dag doorgebracht hebben. Dus voor een jaar of zes, acht, kwam ik op een Zaterdag avond tegen middernacht met de stoomboot te Londen aan. De vrien delijke kapitein kon het niet over zich ver krijgen, zijn eenigste vrouwelijke passagier bepakt en beladen op dit uur aan wal te zetten; uit goedheid voor mij stoomde hij dus voorbij de gewone landingsplaats en wel een geducht eind stroomopwaarts. Toen de grijze zondagmorgen aanbrak, togen wy doodstil op de veelbezongen, majestueuse Theems. Tallooze schepen en scheepjes met en zonder vlaggen schommelden óp haar rug, maar met den besten wil kon ik niet voor haar in vuur komen, zij was mij te vuil. Een man met een bootje roeide my en mij tl bagage aan land. Zijn geweten moest hierbij wel een oogje toe drukken, want het was Zondag en zooals men weet mag men in Engeland des Zondags niet roeien; voor een paar shilling extra zondigde hij echter gaarne. Hijgend sleepte hij mijn zwaren koffer den glibberigen aanleglrap op, steunend zette hy hem in de eerste beste straat neder, en zeide, terwyl hij zich het zweet van het voorhoooid veegde: tindien gij een wagen noodig hebt, zal de kleine Jack hem gaarne voor u halen. Wel is het zondag maar voor een paar centen meer Hola Jack! Die dame heeft een Wagen noodig. »Een wagen ma'am!" vroeg Jack nadertredend, »dat is goed ma'am! Tiet is vandaag pel Zondag, maar dat komt er niet op aan, Voor een shilling wil ik er n wel een halen, na'am," sprak hij met een sluwen glimlach. Toen ik hem den shilling beloofd had, liep de jonge woekeraar op een draf heen. Ik ging op mijn koffer zitten en zag om mij heen. in welk gedeelte van Londen ik mij toen bevond, zou ik onmogelijk kunnen zeggen in elk geval niet in nel schoonste. Voor mij strekte zich eene lange straat uit wier huizen alle sprekend op elkander ge leken. Had de metselaar hier en daar eemge afwisseling in de eentoonigheid willen brengen {dan was de steenkolendamp dadelijk gereed geweest, ze met den effen zwarten mantel narer liefde te bedekken. Zwart, kool zwart yvas alles zoo ver mijn oog reikte. Naast jftfj zag zelfs een zwart boompje boven een zwarten muur uit. Zelfs de kleine Londensche straatjongens, die bedelend om mij heen Stonden, zagen er uit alsof zij uit den schoor steen kwamen. »Arme kleinen!" dacht ik, terwijl ik in mijnen zak tasllca, »geen zeep tier wereld kan u weer wit vvassclicn." Zij spraken mij steeds met oLady" aan en vertelden om mij het geld uit den zak te kloppen, de hartroerendste verhalen. De moeder van den een was dood) de vader van den ander lag op sterven, de geheele familie van den derden had de pokken;allen hadden sedert eergisteren niets gegeten. Die arme jongens, ze zagen er uit, alsof zij in hun geheele loven niets dan steenkolen gegeten hadden. Juist was mijn voorraad kopcrgeld uitge put, toen Jack terugkwam. Met een grljnslach wees hij naar den wagen, die hem op den voet volgde. Hij kon wel lachen, die kleine guit! liet gezicht van den koetsier zijner keuzi deed my niet zeer weldadig aan. Zijn gelaat glom als een opgeblazen, roode volle maan; zijn schele oogen hadden den gebruikelijken Zaterdag avondroes nog niet uitgeslapen; zijn hoed had hy scheef op het hoofd en uit zijn eenen mouw kwam een elleboog te voorschijn. Ik verdenk er Jack van, dat hij mij dit je van alle koetsiers opzettelijk verschaft id; want nog had ik hem mijn meening over dezen niet te kennen gegeven of de looze snaak fluisterde mij reeds m: ,»Meent gij, ma'am, dat hij dronken is? Wanneer gij mij nog een shilling geeft, haal ik dadelijk een anderenl" »Dat geloof ik gaarne, Jack. Misschien wel een nog schooner exemplaar," antwoordde ik-half boos. Ik dacht echter bij mij zelf: >Min of meer dronken zijn die lieden steeds, zonder dat zij ons omgooien of dat zij ver dwalen. Wie ziel of kent m U in dit grooie Babylon?" ? " * »Jk moet naar St.-Pancras," sprak ik tot «el puikje op den bok. »St. Pancras? Tien shilling," bromde hij, zonder lang na te denken. c Tien shilling?" herhaalde ik, en zette bij het hooren van die grooie ronde som groote oogen op. ,»Ja, tien shilling," riep hij opgewonden Uit, voor »geen cent minder doe ik het heden. Wilt gij instappen of niet? Hebt gij my laten roepen ja of neen? Is het heden Zondag ja of neen ? Was ik niet juist van plan naar de kerk te gaan?" Toen hij zag dat Jack zijn rekbare mond «Ij deze woorden van het eene oor tot het andere optrok en ook ik een twijfelachtigen blik over zyn toilet wierp, werd hij woedend «n Uet van zijn hoogen bok zulk een hagelDE A M S T EU D A M M E R, WEEKBLAD VOOE fl E D E K L A N D, bui verwenschingon op mij nederdalen dat hooren en zien my verging. By dit rumoer was het levendig geworden op straat. Alle vrouwen kropen uit hare kelders te voorschijn. De vensters worden geopend. Voor die openingen verschenen grijnzende mannengezichten, die den koetsier hun goedkeuring te kennen gaven en hem door geroep en schate rend gelach nog meer opwekten. Op dat gezicht overviel mij eensklaps de gedachte: i Wanneer gij u eens in dat beruchte ge deelte der stad Londen bevondt, waar men de' lieden van alles beroofd en hen dan zonder omwegen laat verdwijnen ? Gij ongelukskind l en uw koffer staat midden op straat. Gij hebt uw portemonnaie nog bovendien wel een kwartier open in de hand gehoudea! »Nu goed dan maar, tien shilling," riep ik (in mijn overdreven angst zou ik zelfs tien pond hebben willen zeggen) en steeg hals over kop in den wogen, »Daar slaat mijn koffer! Rijd nu maar zeer snel, dat ik niet te laat aan den trein kom!" Bevend verwachtte ik nu, dat de woedende man zou weigeren my en mijn bagage naar mijn doel te brengen. Maar hij was beter dan hij er uitzag. Met moeite kwam hij van den bok vloekend nam hij den koffer op vloekend schoof hij hem m den wagen vloekend rolde hij met mij op dien Zondag morgen voort. Wee den ongelukkigen straatjongen, die onder zyn zweepslag kwam. Wee die waaghalzige honden, die op den weg liepen! Zij moesten het ontgelden, dat ik met den koet sier gebromd had. Wij reden in vliegende vaart door de stille straten en stoorden ons niet aan de vrome kerkgangers, die ontsteld over ons het hoofd schudden. Ik vond ons gedrag niet zeer behoorlijk, en zou zeer ganrne mijn hoofd in de kussens der karos gedrukt hebben, maar niet te verSeefs hadden deze zoo menigen nacht het oofd van hun vermoeiden eigenaar tot steun verstrekt. Zij glommen van vet en roken naar brandewijn. Als ik mij niet vergis, hebben alle huurrijtuigen der reuzenstad voor cenige jaren de revue moeten passeeren, waarop een groot aantal den vuurdood heeft moeten ondergaan. In het belang van het rijdende Londen, noop ik dat ook hel exemplaar dut mij naar St. Paucras droeg, in rook is opgegaan wan neer het niet reeds voor dien tijd den geest gegeven heeft. Alles klepperde, rammelde en ratelde van dat ongelukkige vosrluig. Ieder oogenblik vreesde ik, dat mijn koffer door de kap van het rijtuig naar beneden zou komen, of dat de bodem onder mij zou weg zinken. Verschillende wonden waren daarin zichtbaar die slechts door een bosje oud stroo nooddruftig toegedekt werden, /eer gaarne zou ik het puikje op den bok bezworen hebben uit eerbied voor het oude rijtuig iets langzamer te rijden, maar ik kon het raampje reclits niet open krijgen en het linker was door een krachtige ruist midden in het hart getroffen en zou weldra in duizend stukken vallen. Gebeurde dit door mijn lusschenkomst don werd de ruit op mijn reke ning geschoven. Ik steunde daarom slechts mijn voeten tegen de achterbank, was een half uur met gesloten oogen op alles voor bereid en betuigde den heiligen Punkratius mijn hartelljken dank toen hy mij eindelijk in zijn station opnam. Daar, waar anders de grootste drukte beersnht, was heden een stilte des doods. Uit de groote toegangspoort waaruit anders een dozijn ijverige kruiers den reiziger tege moet komt, om hem met'zijn bagage behulp zaam Ie zijn, kwam nu" nadat hij het puikje gelegenheid had gegeven tol vloeken en schreeuwen langzaam en statig een agent van politie met een rooden baard. Hij opent het portier, werpt een medelijdenden blik op het wrakke rjjluig, eenafkeurenden op den eigenaar daarvan, Iaat zich door dezen mijn koffer op de sterke schouders schuiven en vraagt dan, terwijl hij mij mojestetisch'voorgaat: »Waar moet gij heen ma'am?" »Naar W. ? Hij zet den ktfler neer, ziet oplettend op ? een groot horloge en zegt: i die trein is vottt vijf minuten vertrokken. , i Hoe vervelend!" roep ik uit en wenschte dat ik vijf minuten vroeger gebruik van het rijtuig gemaakt had. '»Dan zal ik wel tot den volgenden moeten wachten. Wilt gij wel voor mijn bagage zorgen." Bij deze woorden druk ik ncm op.IIollandschcn wijze een geldstuk in zijn groote hand, schrik echter met weinig, toen ik het gedaan heb; want daar valt mij in, dal de Engdsche spoorweg-directie niet veroorlooft, dat men fooien aan haai- bedienden uitreikt. Gebeurt dit al eens, dan geschiedt dit hei melijk. Maar ik heb een man derwet, wiens heilige plicht het is tegen het fooien geven te waken, juist iets in de handen gestopt. Na tuurlijk verwacht, ik dat hij mij mijn mammon voor den voeten zal werpen en mij dadelijk zal arresteeren; maar niets van dat alles ge beurt. De edelmoedige man laat het geld stuk kalm in zijn zak glijden, slaat aan om zijn dank uit te drukken en zegt op den koffer wijzend: ilk zal er voor zorgen, ma'am, Verlaat u gerust op mij! Maar gij zult nog lang moe ten wachten. »Tot raitn spijl!1' »Gij zult nog het is nu aclit uur een, twee, drie, vier, vijf, zes?ja nog zes moeten wachten." «Onmogelijk! Medelydend haalt hij de schouders op. i Dat komt omdat net heden Zondag is. Vóór twee uur gaat er geen trein naat W." »Wees zoo goed, mij de wachtkamer aan te wijzen!" roep ik uit; de schrik ia mij door alle leden gegaan, en ik gevoel dringende behoefte een oogenblik zittend mijn krachten te verzamelen. De dienaar der openbare orde trekt verlegen aan zyn baard. »IIet spyt my zeer," zegt hij dan, maar ik heb streng bevel de wachtkamer lot n uur gesloten te houden." ? Waarom?" »0m de straatjongens, ma'am. Ik ben heden den halven daar alleen hier, moet gil weten; en hoe gemakkelijk konden die ondeugende jongens dan in de wachtkamer komen en de goede, nieuwe meubels bederven!" »Is hier ergens in de buurt een goed hdlel?" »Neen." »Dus heb ik de keus, zes uur op het perron op en neer te loopen of in de ledige straten te wandelen." fiy deze in wanhoop uitgostooten worden, ondervond zelfs de dienaar d«r gerechtigheid een gevoel van medelijden. (Ik had hem immers ook juist een fooi gegeven). Hij slaat nu voor: t Als u eens een kerk bezocht, dat is nog wel eens een tijdverdrijf." Ja, die inval is niet kwaad. Maar waar is hier in het Noorden van Londen een kerk te vinden? En zou ik het bovendien wagen, zonder gebedenboek en wat nog slim mer is, in mijn reiskostuum zonder kapotlioed in de kerk te gaan. Het gebedenboek zou een barmhartige ziel mij misschien nog wet Icenen, maar niemand zou m(jn ronden hoed verontschuldigen. Daarenboven geloof ik dat' de pokken in dezen streek hcerschen. Neen, ik zal maar liever niet gaan. ilk zou u ook wel in de wachtkamer kunnen laten," ging de vriendelijke man voort, toen hy bemerkt dat zijn plan geen ingang vindt, i maar dan toch onder n voorwaarde: dat gij mij veroorlooft u op te sluiten." i Als dat het eenige is," roep ik gerustge steld uit, «sluit mij dan maar in Gods naam op! Maar zeg mij eerst waar ik een geschikt boek kan koopen; want maar ach! natuur lijk zal ik heden wel geen boek kunnen krijgen." «Natuurlijk niet", bevestigt hij verwijlend, »het is immers Zondag". »0pen toch maar de deur!" zuchtte ik, «dan zal ik die ongelukkige zes uur maar slapende door zien te brengen." »Mocht gij iets noodig hebben of verveelt gij u misschien te erg", merkt de goede man nog aan, terwijl hij mijn kerker achter mij sluiten wil, «klop dan maar op de deur! Ik ben steeds bij de hand." De sleutel wordt omgedraaid. »Halt, hall!" riep ik uit. «Daar valt mij in, dut ik noodzakelijk naar W. moet ielegrafeeren. Men verwacht my daar tegen twaalf uur." »Ilet telegraafbureau is des Zondags ge sloten", roept hij mij door het sleutelgat toe, Ik ben nu alleen?alleenheerschcres over al hetgeen ik aanschouw, dat wil zeggen over een langen gewreven tafel, over ver schillende leercn kanapé's en eenige dito stoelen. Ik maak hot mij nu op een der kanapé's zoo gemakkelijk, als dat meubelstuk het maar veroorlooft. Het is zoo hard als steen en de leuning houdt op dut punt pp, waar bij een gewoon mensch de mg begint. Ik tracht te slapen in alle mogelijke hou dingen maar kom tot de, conclusie dat het onmogelijk is. Ik doorzoek mijn reistaschje naar een vervelend boek om der natuur te hulp te kernen. Daar ik echter om verschillende redenen nooit op zee lees, heb ik slechts voor geval van nood een dun geïllustreerd weekblad meegenomen dit is dus mijn een en mijn alles. Zou ik eens een weinig uit het venster zien? Dat ligt niet geheel buiten het bereik der mogelijkheid, ofschoon het raam tamelijk hoog eerst begint.' Ik behoef slechts op de rugleuning van de kanapc te stappen en dan op mijn teenen ie gaan staan. Maar dat is toch ook vermoeiend en vervelend op den duur; want ik zie toch niets dan rails, waar geen trein over loopt, een perron waarop geen menschelijk wezen te zien is, zelfs niet de rood gebaarde agent van politie. Ik daal van mijn liooge standplaats naar beneden, loop eens een paar maal om de groote talel heen en beklaag daarbij beuriciings de on gelukkige leeuwen in een dierentuin en de arme zondaars in den tredmolen en val na n heen en weer loopen van een kwartier uitgeput en duizelig op mijn leeren kanapé. Ik tracht voor de tweede maal in te slapen, maar vind het ook nu weer onmogelijk. Wil ik niet van verveling omkomen, dan moet ik wel rayn een n mijn alles beginnen te1 lezen. Ongelukkigerwijze is er niets meer uit te halen dan enigo oude modeberichten, een brokstuk uit een roman, waaruit ik niet wijs kan worden en een novelletje van vier bladzijden lang. Op de eerste zien elj elkander voor de eerste maal, worden smoorlfjk verliefd en zweren elkander onder een straatlantaarn eeuwige trouw (NB. zij bezitten beide geen cent), op de tweede bladzijde worden zij door het noodlot gescheiden, in de gedaante van haar, naar een schairijken schoonzoon uitzienden, mama: op de derde worden zij hereenigd door een juist te goeder ure gestorven erfoom; op de vierde huwelijksreis, een zonsopgang op den Rigi, vooruitzicht opeen gelukkige toekomst. Nu is het tien uur; mijn hulpmiddelen zijn totaal uitgeput en bij de verveling komt mij nu ook de honger plagen. Ik heb heden ook nog niets gebruikt. Mijn vriend met zijn rooden baard jraoet mij mijn kerker ontsluiten. Ik ga naar de deur en klop, maar niemand komt. Ik klop harder, maar niemand laat zich hooren. Ik klop en schop als een wanhopige, maar alles blijft doodstil. Zou hij mij hebban vergeten? indien hij «ens mar huis was gegaan en m (J tusschen die vier muren, jammerlijk liet, ver hongeren l Te vergeefs tracht mijn ver stand my te bewijzen, dat een mensch in vier uur niet verhongeren kan; maar. mUn overspannen verbeelding houdt hjt verschrik kelijkste voor mogelijk, en ik schud, klop, duw, luister beurtelings wel tien minuten lang. Eindelyk hoor ik schreden naderen. De sleutel draait in het slot. De agent verschijnt in de deur en is zeer verwondert my zoo opgewonden te vinden. Hij neemt myn ver wijlingen koeltjes op; hl) heeft my niet hooren kloppen en is slechts even naar het hoekje der straat geweest om de menschen uit de kerk zien komen. »GiJ gelooft niet hoe vervelend het hier des Zondags is," voegde hij er zuchtend bij. Of ik hel geloof. >lk zou gaarne ontbijten. De stationsres tauratie.... i Des Zondags geen... > Dacht ik het niet. Gij zult toch niet willen beweren, dat hier in de buurt geen m nschelijke ziel zou gevonden worden, die ray des Zondags voor geld en goede woorden niet iets te eten gaf?" »Neen dat nu juist niet." »Waar kan ik zoo iemand vinden?" »Ja, waar?'' zegt hij peinzend, t Een hotel is hier niet in de buurt; de koffiehuizen zijn bijna alle van daag gesloten; dat wil zeg' gen ik weet er nog wel een, maar.?gil wilt zeker niet gaarne naar een koffiehuis? «Liever dan hier te verhongeren, ten minste als het fatsoenlijk is." »0, zeer fatsoenlijk al is het ook niet van den eersten rang." ? Waar ligt het?" > Veroorloof mij dat ik u er heen breng. Ik ben er bekend." ' »Kunt gij het slation zoolang verlaten." »Dat loopt niet weg." Zoo wandelen wij, de man der wet en ik, dan gemeenschappelijk door 's Ileercn wegen. In iedere andere stad zouden wij natuurlijk een menigte straatjongen achter ons krijgen; in Londen spelen de agenten echter dikwijls de beschermers der dames en niemand houdt mij daar voor een gevangene. Slotvolfft. SCHOOL. DIDASKALIA. XXI. De Amsterdamscbe gemeenteraad lieert deze vreekgetoont nu eens n-d te weten wat zij wilde, want met groote meerderheid van stemmen is aangenomen dat er een nieuw Gymnasium voor 400 leerlingen zal gebouwd worden op de Weteringschans; niettegenstaande het Terzet van Mr. Willeumier heeft de vroegere wethouder voor onderwys, Mr. I. de Koning, het door weten te drijven dat er ook een CrymnaStiekzaal bij zou gebouwd worden; do ruimte was er voor en het lichaam mocht na al die Reastesin»panninK toch ook wel zyn rechten doen gelden. Wat zal Olympia juichen. Ook do residentie krijgt eene nieuwe school; de burger dag- en avondschool wordt met l Sept. opgeheven en in do plaats komt eene Hoogere Burgerschool met Sjarigen cursus, juist ZOOOM voor ongeveer twee jaren te Utrecht ge beurde ; de directeur dor opgeheven school is ook ala zoodanig aan da nieuw benoemd en binnen kort zal de oproeping voor 't overige personeel plaats hebben. De zaak van Poppink te Winterswijk heeft een pondsnt gevonden bij het middelbaar onderwijs; de leeraar in hè» Frangch to Venloo heeft daar namelijk volgens courantenbericbton, het bestaan van God ontkend. Over hét werkwoord il plent sprekerïde, zou hij, op do verzekering, dat de vertaling net en niet itij regent, moest luiden, van een der jongens de vraag gedaan zijnde waarom men niet M mocht zeggen, want dat God regende, genot woord hebben, domoor, nis er zoo een was." Zoo dit bericht waarheid behelst, ia het minstens genomen ondoordachte antwoord zeer bedenkelijk en wordt er verzekerd 'lat de leeraar geschorst zou zijn. In Winterswijk zit men trouwens ook nog niet stil; de pa'.toor toch heeft op nieuw eene klacht tegen het openbaar onderwijs ingediend; thans moet het werkje over vaderlandsche geschiedenis van Nuiver hot misgelden, hetwelk, trouwens reeds lang op onderscheiden scholen wordt gebruikt; wat in dat en in andere boekjes over geschiedenis aan de leerlingen op de openbare Bcholcn geleerd wordt, is strijdig met de gods dienstige gevoelens dejr katholieke leerlingen, en toch zijn die boekjes reeds lang geleden inge voerd met. goedkeuring van don vorigen burge.tucetter Mr. T. P. bnron Mackay. Men moet het maar weten! Omtrent ct-n ander leesboek deelt een der bladen iets zonderlings mede; op de Rijksuovmaalles en te Tilburg zou namelijk een boek gebracht worden van AIfons Brouwers, getiteld: Geschie denis des Vaderland* voor de hoogere klassen van ieminarif'n en II. B. scholen; daarin wordt o. a. verhaald dat Filips II door het vervolgen der kotters toonde z'yno roeping'goed te begrijpen; Willemvan Oranje was door heerachzucbt misleid, en de sluwe staatsmam bediende zich van alterlei middelen om tot een troon te geraken! C' est unfti qu' onenteiyne l'histoire! Sedert lang werd er geklaagd over het geringe bezoek der Itykslandbonwschool te Wapeningen door leerlingen uit het Noorden. In eene afdeefing van de Groningscho Maatschappij van Nijverheid, welke onlangs to lïeorta vergaderde, heeft hier omtrent na nauwkeurig Onderzoek een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat do commissie, welke dit verslag uitbracht, van oordeel was dat het kostgeld van bet internaat verlaagd, de cischen van toelating tot de school hooier gesteld. een nieuwe winter-cursus geopend en da leertijd slechts op negen maanden gesteld moest worden, door welke laatste bepaling de leerlingen nog ge durende drie maanden van het jaar gelegenheid zouden hebben van zich in 4e praktijk te oefenen. Op de vergadering van de afdeeling Rotterdam van het N. O. Genootschap deb.Uteerde men over de bekende vraagpunten, door CHympia gesteld; meer kwam er tot het besluit dat hot onderwjjs in vrouwelijke handwerken onder ichoolt|jd, of in zoo weinig mogelijke uren buiten dien ttyd moet gegeven wordon; dat men aan de kinderen gelegenheid tot lich*m.-lyke ontwikkeling moet geven door het spel in, of in speeltuinen buiten do school, en dat ook het onderwijl 'n Gymnastiek in de la^ero ivhool moeit gegeven- Vr orden. Lichamelijke ontwikkeling toch, zoo luidde de uitspraak, is een volksbelang; daarom moot ook na het verlaten der lagere school met Gymnastiek worde voortgegaan, omdat de twaalfjarige leoftjjd daarvoor de meert geschikte i*. ; Op 15 en 16 Mei is er te Nijmegen, i*oaUr ik n vroeger aantrondtg'dn, eme 'Vergadering van chri»t«lijke onderwijzers gehouden; er is daur, echt cliriBtoltflr, beiloUo om ia bet vervolg (buitengewone gevalle» ter beoordeeling vu hek beftunr uitgezonderd) geen openbare onderwatert meer als leden toe to laten, ook bepaalde mea dat die van de tegenwoordige leden welke later na w het openbaar onderwas overgingen, zonder in> tien dei persoon* *>!* lid geschrapt tonden wor den. Tot mUn verwondering U» ik in bet verslag van die vergadering dat «f nog 12 openbare onderwazen lid ijjn van deze christelijke" ver* eeniging. Met dit twaalftal ion men eene uit zondering maken, iQ kannen nog lid van d* Tereenigmg bUjven. Te Haarlem beiloot de gemeenteraad dezer dagen weder tot het boawen van een cieuir «choollokaal In een werkmansbuurt: 't moet een gebouw worden met 12 lokalen voor 600 leerlingen; 't to dunkt mQ veel te groot voor eene goede directie; men tal mij tegenwerpen dat, vooral ia Daitschland, de scholen veel talrijker z|jo, doch daaraan behoeft men geen voorbeeld te nemen: scholen die 200 leerlingen bevatten, ayn reed* groot ge noeg en geven het hoofd der school handen vol werk*. In diezelfde gemeente i* de zaak van de scheiding tauohen jongens- en mei»jei*oholen, waarvan ik u een vorige maal reed* waruer, i« den gemeenteraad zeer ernstig ter sprake geko men. De ingekomen rapporten zijn evenwel voor het stedelijk bestuur nog niet afdoende genoeg, waarom, op voorstel van Mr. Oallandat Huet, aangenomen is om eerst nog te wachten op het gemotiveerd adres van den Inspecteur van het L. O., A. Moens, wie men daarom verzocht heeft, De tchoolmannen zullen zeker dat stuk met be langstelling te geraoet zien. In Sappemeer was in den raad voorgesteld om tivM nieuwe scholen te bouwen; men liad even wel daarvoor nog geen geschikt terrein en hu zou er een commissie benoemd worden om die terreinen uit te zoeken en aan te wijzen. De burgemeester evenwel wilde niet medewerken tot het benoemen van dit ad viseer end lichaam. Vjjt leden van den gemeenteraad sloten zich daarbij aan en op dia wijze kon de commissie niet be noemd worden. De zaak bluft in statu quo. Ik vermoed dat Gedeputeerde Staten zich nu wol met de zaak zullen of moeten bemoeien, evenala in, de gemeente llaulern-yk; daar is onlangs een vergelijkend examen gehouden voor hoofd eener school in een onderdeel der gemeente. Ef werd een voordracht opgemaakt, en een aantal ingezetenen verzochten aan den gemeenteraad dat no. l van de voordracht, de onderwijzer Zweep, van Beerta, zon benoemd worden, De stemming kwam en hu, die het laatst op de voor* dracht stond, zekere onderwijzer Uaraveld, van Makkingo, werd met 6 van de elf stemmen be noemd. Tableau! Protest van de bovenbedoelde gemeenteleden was het gevolg er van; zij doleer' den bij Gedeputeerde staten omdat.... de oom van Uarsveld had medegettemd. 't Is of w teruggaan naar den tijd van de correspondentiën uit de vorige eeuw. Gij zult u herinneren, waarde redacteur, dat ik n onlangs mededeelde, hoe Z. M. de Koning het beslnit van den Franschen gemeenteraad had goedgekeurd om het schoolgeld op de school voor in. u. 1. o, op /60 per leerling te brengen. Welnu, in het Koninklijk besluit was aan 't gemeentebe' stuur do Massificatie der leerlingen overgelaten, en nu hebben D. en W. van Franeker den volke kond gemaakt, dat op bedoelde school het school* geld van f 15 per kwartaal allén geheven zal wordon van kinderen, wier ouder* voor een inko men van ? 5000 en hooger in den hoofdelijkeR,onv slag ?,ijn aangeslagen; anderen, en ook leerlingen uit andere gemeenten, betalea/7.50 per kwartaal, terwijl bedeelden en 'onvermogenden de school kosteloos kunnen bezoeken! Avec l'ccole" il y a des accommodemcnts! Te '«llftge beproeft men toch tegenwoordig al* lerlei zonderlinge dingon: eerst vroeg Volksohaer* wiji', ouder 't voorzitterschap van den heer Domel* ' Rieuwcnhuys, om kinderen op de armenscholen gra* t's voedsel van wege do gemeente te laten uitrei ken ; nu komt zekere heer H. F. Blaye met eenige anderen aan den raad vragen of deze aan de openbare lagere scholen asjeblieft werkplaatsen wil verbinden tot het annleeren van ambachten. Het antwoord laat zich wel raden: de school commissie was er natuurlijk woedend tegon, en het tlagelijk».ch bestuur heeft dan ook zeer wijse lijk geantwoord, dat een dergelijke maatregel geheel in strijd zou zijn met de wét, welke be paalt in welke vakken aan de laffere scholen onderwijs zal gegeven worden, en in't geheel niet van ambachten spreekt. Ik eindig mijn verslag ditmaal met de mededeeling, dat Groningen en Amsterdam elk eed hoogleeraar rijker (Dr. I. van D uk en Dr. M. Weber) en da eente universiteit twee curatoren (Jhr. Mr. van Panhuijs on Mr. Geertsema) rykef is, terwijl de Heicielbergsche academie in Augitt* tua haar QOOjarig jubilédenkt te vieren. Geloof mjj steeds gaarne 23 Mei 1833. Q. t. a. v. N. Versteende boomt n. In Sauoma Counsty (Cali« fornië) zyn versteende boomstammen gevonden op di farin van een zekeren Mr. Hudsoa. Eea van diens neven was op de jacht gedaan; hjj zette zich op n boomstam om uit to rusten en ontdekte bij die gelegendheid dat do oude strook geheel en al rer.teend was. Het was e«n dennenstam van 3 "s roet doorsnede en 4 voet hoog, die uiterlijk alle kenteekenen va a zyn soort be houden had. Bij nader onderzoek bleek dat do gebeele omtrek dicht met versteende stammen ea stronken bezet was. Er zyn op do geheele wereld maar veertien steden, die van Duitschland medegerokend, welke een talrijker Daitsche bevolking hebben dan Pa rijs. lu het begin dezes jaar* telde de Fransche hoofditad ongeveer 110,000 uitsch sprekende in woners; daarvan behoorden 70,000 tot het I>ait* scha- rijk; do overigen waren Oostenrijkers, Zwit* *er, Euosseró, Russen en Amerikanen. in viooltjes. De Fransche chemicaa heeft uitgemaakt, dat ia do renkelooM veldvioo'jes een vry groote mate van salicylzuur voorkomt, anderhalf proc. ongeveer. liet op akkei* en korenvelden groeiende viooltje staat aiud* ?veroude tijden nog altijd hoog in eere, voorna* melük als geneesmiddel voor Teinderen, die aan Uitslag lyden, al heeft de moderne artsenijkunde het iiuar do rommelkamer der apotheek verban* uen. liet i* opmerkelijk dat h«t volk eeuwenlang onbewust heeft gebruik gemaakt van de gene zende kracht van het salicylzuur, voordat liet dóór de scheikundigen ontdekt en op kunstma tige wijze verkregen werd. Een icandchndt lierg. Tusjchen Lyon en Montbrisou bevindt zich naast den spoorweg «en berg, waarvan twintig jaar geleden, by gelegenneid van hot aanleggen van dien weg, een klein gedeelte weggenomen werd. Na dien tijd wa* aan den berg geen de minste verandering te be? speuren, utaar sedert hot begin van Maart be* weegt hy zich en nadert den spoorweg op on rustbarende wijze. Dagelijks laat de directie con paar duizend vierkante meter aarde en *l eenen opruimen om iederen morgen een even groote massa vlak naast de rails te vinden. Hoewel met inipanning van alle krachten gewerkt wordt, i» het reeds meermalen voorgekomen, dat de aardmassa's te groot waren, om. Kouder oponthuud voor de treinen te veroorzaken, weggeruimd te kunnen worden. Aan een wet«nicb_»pp?lijk« commissie i» een zorgvuldig onderzoek", uu ar d* oorzaak van ditwcderling verschijn**! epgedrage»:. ?^???MV :

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl