De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 22 juli pagina 2

22 juli 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. No.317 h. i wan een ander kerkgenootschap der regeering tot aohaadiag van haren plicht aanrekent Keiier Wilhelm kan daarentegen aijae tevre denheid uitdrukken dat hy een wet heeft ouder* ~ waardoor wellicht hot beginsel der t van den Staat boven de Kerk iets heeft ?uw, m*ar waardoor vooriien is ia den onidbaren toestand, dat vele katholieke gemeenten mi geestelijken waren verstoken. Geen hinderpaal ii er nu meer tegen de vervulling der plaatien, Indien althans de geestelijkheid de ontevredenheid niet kunstmatig wil gaande houden, op gevaar dat deie tich keere terat haar zelve. j De verbittering der derioale party, die als po litieke part)} ia de grieven der bevolking kracht vond, geeft zich lucht in hare bladen, welker dikwerf grove uitingen aanleiding geven tot «ene polemiek zonder eind, vervelend vooral wijl de onderhandelingen tussehen Pruisen «n het Vatitaau alt|jd boven de hoofden der parlementaire partijen an der dagbladpers worden gevoerd. Overzicht der Per*. ONZE BLADEN. De tomkommertyd nadert en de rubriek: hoofd artikelen geraakt daardoor bij de meeste onzer bladen op den achtergrond. Slechts enkele on derwerpen wekten een oogenblik de algemeene aandacht. Vooreent het besluit van het ministerie om het ontwerp tot regeling van den kinderarbeid in te trekken, een besluit, try spoedig gevolgd op fiet seer ongunstig verslag door de Tweede Ka mer uitgebracht. .Het Vaderland, de Mddelb. C t., het Volks*jod, orgaan van Volksonderwijs, de Zuff. CL Betuigden om str^d hun leedwezen over het van de * «u raken van dit zoo belangrijk ontwerp. De huid daarvan moet, naar zf allen aantoonden, ifdiakelijk worden geweten aan het Kamer verslag, een verslag waarin. het beginsel van 't «ntwerp ook van liberale «ode, vrtf scherp is bejftredea. fiet Baagsche Dagbl. en De IJfd waren daarentegen met de intrekking Keer ingenomen. Een ander punt 't welk tot eenige meer algeiheene opmerkingen leidde, was de stemming jtopr het lidmaatschap der Eerste Kamer in 3e Statenvergadering te Utrecht. Moeteen lid der provinciale staten] zich van stemming onthouden, Wanneer een «ajner aanverwanten tot den derden fcraad ingesloten ? in casu een zwager?in herStemming, komt. t Oordeel luidt verschillend. De gemeentestem en het Vad, »(jn Tan oordeel dat art. 73 Prov. "Wet dnideiyk spreekt en het meOestemmen verbiedt, de N. St. het W«g. Weettol. en de Tffd zijn een tegenovergesteld gevoelen toegedaan en achten art. 73 bier niet van toe passing, maar eenvoudig de Art. 78?81 der Prov. wét. De leden der Staten zouden anders bekort worden in de rechten hun bij de Grondwet ver leend. Do Arnh. Gt. maakte naar aanleiding der betooeming van de hh. van Lijnden en Heydenryck tot leden van de a Baad van btate de opmerking dut het ministerie, zelf slecht ter been, zich door mid del van twee krukken ? de anti revolutionnaire en de katholieke paity ? in beweging tracht te houden. De Tijd zon, gesteld de benoeming had wer kelijk ten doel een anti-revolntionnair en een katholiek in den Raad van State te brengen, daarin niets bevreemdend» zien. l Het Vaderland behandelde onder het hoofd ?Recht of willekeur?" de vraag of een gemeente recht beeft op vergoeding van 90 pCt. waar het geldt onkosten bij vergelijkende examens of liever, want de quaeatie zelf wordt bijzaak door de jongtte bes:hflcking, of het aangaat dat de minister bij eenvoudige beschikking aan een gemeente kan ontnemen wat haar wettig toekomt. N-inr aanleiding van een artikel van dr. BronsTel l over de houding dei anti-revolutiouairen] bij de jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer?in wolk artikel het samenwerken met Rome streng we.'d afgekeurd ? schreef mr. Dr. Savornin Lobman een artikel in de Standaard ter toelichting en verdediging van die houding. De T$d voegde aan deze polemiek eenige kantteekeningen tóe. Verder werd in de Prov. Gron. Gt. de* liberale party nogmaals in ?Een spiegel" haar zonden voorgehouden, bepleitte het JT. v. d. Dag de Landbouwbelangen, besprak het Rolt. N.ll. het nieuwe wetsontwerp op het notariaat, deed de Hollandsche Afrikaan neen warm beroep op de Hollandsche pen en op alle Nederlanders die in de Toekomst der Zuid-Afrikaanse!» republiek gelooven", behandelde de Hoornsche Ct. het econo mische vraaiwtuk ?Arbeid en Loon" en "schreef de Farm. Cl. een artikel onder het hoofdje: ?Niet wetten maar menschen." ?" De Gemeenteraads-verkiezingen gaven wel, aan-^ leiding tot velerlei beschouwing, omar de gele», geilheid is nog niet daar om den algêmeenen in druk op te maken. . HET AMSTERDAMSCI1 TOONEEL. Blonde EU. Dit > [beroemd] oorspronkelijk drama" in 6 talereelen, van de hand des Heeren W. N. Peypêrs, is Woensdag U. door het Nederl. Tooneel voor 'teerst bier ter stede uitge voerd. Het stuk had reeds eenige bekendheid verkregen door de gunstige bespreking, die aan de vertooning m Rotterdam te beurt viel en door de artikelen in dit Weekblad er voor en er tegen geplaatst. Vandaar wellicht o. a. de stampvolle zalen, die de drie eerste voorstellingen bier in de Plantaadje kwamen toejuichen. Een huldebetoon, m. i. even wei nig gewettigd als welke zij 'tslecbts vergoe lijkende beschouwing over dit drama ook. r De beer Peypêrs toch beert zich in deze op nieuw slechts een vervaardiger van draraatiek-pasteiijens beloond. »Neem", 'dus moet, bet hem uit zijn kookboek tegenklinken,»'één besten braven ouden visscber, één flinken jongen dito, één verdorren vjsscher, één door en door sinokkel-kapitein, één jongen ondei smokkelaar en een paar bejaarde vi«vu<»^«r vrouwen. Heng deze elemèritenTdoor één, igp, , ._ , doe dit huw^n me't d$n laaute, doe door den smokkejjgr dfen. tein omkoopen tot jnpord VBJB den ffi, jongen echtgenoot. Maak, dat de moocd in ? werkelykheid met plaats heeft, moteer den vjsscher en laat den waan komen, dat hy over Iaat haar, k jpldnooa door dreven, don meer dan. ooit gen emoKtdaar huwen. Te bruiloft van dit «?tt plotseling te-rugkeeren om ztyn gemalin op te vorderen. Voeg er dan nog een tooneel aan toe, waarin de smokkelaar komt to sterven, de boosaardige kapitein gevankelijk wordt heengevoerd en de brave menschen wéér gelukkig by elkaar zyn, en zie, uw pasteden is voltooid. Begiet het nu met de pikante saus der decoratiön, requisieten en kostumen, van echt Ilollandsch, waar vaderlandsch allooi, warm de korst op het melodrama-vuur der begeleidende senlinr.enteele orchest-deunen, van omvallend huisraad, der mes- en pistoolverwondingen, der kleine lieve kinderen, naïf optredend, en der rechtsambtenaren in dreigende houding. Snij deze pastei in zes nagenoeg gelijke deelen, en zie: de verteriogsorgonen dei' grage schare, om dezen tyd van 't jaar geprikkeld door de soep der voorgediende draken en possen, zal uw pasleitjen met een onverhoopt gemak ver orberen." De Heer Peypêrs heeft, met blijkbaar wel gevallen en >hetzelve" voortdurend gelijk geveode, naar de taal van zijn kookboek ge hoord. De woorden eener stijf gekorueiie en bont geboezelaai'de deerne heek Kil voor Muzonklanken gehouden en ons zoodoende een hoeveelheid der meest aüeJaagsche too neeltoeslandeo.zonder smaak of gevoel aan-oengeregen, als toonecldichl aangeboden. Hoofdzakelijk uit de taal, die een dra maturg zijn schepselen in den mond legt, blijkt onraiddelijk de mate zijner kracht en de aard van zijn talent. De gobaren, de gelaatsuitdrukkingen en do standen zijn grootendeels het werk des uklcurs en hem dus te danken of te wijten, ipaar het woord, dat hy spreekt, komt geheel voor rekening van den schrijver. Het woord is alles. Naarmate het meer past in en har monischer klinkt uit den mond van het in dividu, dat de schrijver ons bedoelde af te schilderen, naar die mate zal zijn verdienste grooter, de macht zijner verbeelding om waarl(jk leven, levende wezens voort te bren gen, duidelijker blijken. Hun taal is voor den toehoorder de eenige weg, waarlangs hij met hart en geest, met de kern namelijk der we* zeng, die hem een gantsclien avond zullen bezighouden, in kennis wordt gesteld. En nu is ongelukkig de taal, die wij in Blonde El» vernemen, van de onnoozelsto en meest subjectieve sport. Wij huoren namelijk de personaadjes des Heeren Peypers zich uiten op eene wijze, als die de eerste de beste parterre-bezoeker bij lieden van dit gehalte in deze omstandigheden veronder stellen zou, dus niet, hetgeen zoo wezen moest: de woorden door den kunstenaar in eene lang door hem bestudeerde visschersomgeviog opgevangen en door zijn phantazie ver rijkt. Daar mets van. De groolvader-visscher zucht b.v. bovenhet wiegjen van zijn kleinkind: D de zee zal wel wederom je werkplaats worden en de windje muziek." De geruïneerde moeclervisschersvrouw roept tot haar zoontjen: >neen, ik ben1 niet arm, jij bent mijn rijk dom." Volzinnen, waar de natuur meer gehiiel en al voor de ordinairste conventie heeft plaats gemaakt, zijn bezwaarlijk uit te vinden. Toch heerschle er in het 1* bedrijf, waarin het huwelijksfeest van den eersten echtgenoot wordt vertoond, een min of meer volgehouden opgewekte dorper-toon en wordt er in het 2', dat het huiselijk geluk der jonge echtelieden zal schilderen, een schijn van waarheid en natuur aangetroffen, die niet te vermoeden geven tot hoever zich gedurende de vier volgende tafereelen de misgreep des Heeren Peypêrs uit zou strek ken. Maar hel derde tafereel, de omkooping van den .kapitein, het afscheidsgekus en dekrui'wagenljènsder smokkelaars, is zóó zwaar op de hand, het vierde, waarin men te zien krijgt, hoe Blonde -£h besluit Koenrctad te trouwen is zóó vervelend en de orchest-muziek daarbij zóó zeer op haar plaats, het vijlde bedrijf, als Wi'Um Krant,ier bruiloft van zijn eigen vrouw met KomraaA Plak, komt binnenstor men, zóó gapend banaal, het zesde eindelijk,' Daarin het revolverschot plaats vindt, Koen'raad gedood en de kapitein gearresteerd wordt, dermate mét de haren er bij gesleept en hoog onbeduidend, dal men wel de auteur van Eli Butakow of de vervolging der joden in Eutïand en van andere nare zomerstukken moet zijn, om de stoutheid te hebben zoo iets voor de oogeu van ons vriendelijk pu bliek te brengen. ? De auteur van Blonde Els is iemand dié over geen droppel echt kunstenaarsbloed te beschikken zal gliebben, ook al wordt hij honderd jaar, al heelt hij nog zooveel tooueelstukken gelezen en nog zooveel wat men >tooneelrouüne" pleegt te noemen lot zijn beschikking. ? De Heer Peypêrs heeft ongetwijreld een goed hart, maar van hem, die zich als tooneeldichler opwerpt wordt een groot geëischt. De Heer Peypêrs telt builen kijf medelijden, wrevel, blijdschap, grappigheid, eenig rechts gevoel, zelfs ook droefheid onder de kleine aandoeningen, waardoor beurtelings zijn bin.nenste' in beweging wordt gebracht, doch van hejoaT die zich vermeet de heilige tribune der kunst te betreden, wordt iets anders gevraagd. Deze is de dichter, deze is't, die zingt onder k. Als, hij weent over de ellende der -,en, dan'schijnt ons dat de wind, die. dó^mdstemnyg door de pynwoudenk'ceunt, en gs hl),haat,' als z^n verontwaardiging lQ|bj^t, ggn djmdert het in ons oor en' iksemt het aan/de, kim, zynvglimlach is een '~~ rio JWcBle kleuren en zijn scha akt ons tegen als het gillen van'. schare sater*. HjJ. is^roöt in alles. Zift, wjerk is geen Kl^f^s voor zijn tydgenoten, "'r 28 de zijnen' 11 zich, en |al slecht maakt, en dus geen van allen mousclien, die tweemaal in één stuk veld wachters woningon in'beklag doet nemen, die driemaal in één stuk een verbolgen echt genoot op z()n medeminnaar doet toevliegon en die zich 6in klein geestigheidljan veroor looft, hetgeen bestaat in een DuiUchen straat muzikant, die zegt te heelen Waaner ron der Nibelungen, waaruit een aanwezig visscher verstaat: »wachter van Scheven!ngen." En waaro morst, waai schrijver tr. een gewoo komt en ve Omdat de k burg v. Lie van, omdat van verval erkennen reeds een elke gelege theorien en gaan, ncdr de praktijk te leggon. mille auteur Aam., 31 HET Er zijn ring dat d algemeen, Ie wat de nadi breken der in het vori; Men mo( of althans bestaan var wier naam roem als tt personen kt de omstand lerkundige begaafdheid teraire toon stelling slee DuideUjki verschil in tooneelislen Hollandsche De teek ontwikkelio en liefde v< onafscheide! De zorg, stukkenrol onmiskenba acht, om ir geschikte r net slagen spelers, om grond te s door zijn r dan de set ze inkt ver'ott tooneellen en over icelspe!, dat en gemaakt? de schouw* aar de tempel een tijdperk ramatick, het i dat verval j is, en wyi grepen, om >ns ter harte dan wanneer o ten uilvoer ieux que cent T. Dcyssel. DÉOJi oor de bewepelers. in het de lieden zijn; van het ontbeschaving, is ingewezen. bewezen niet, zoeken in het de individuen, tor bijna hun t. Tegenover illen; en alleen r Fransche letorden, die aan lerlandsche lii, is voor onze un. letten op het e menigte der omen, met hél tenschappelijke m yan eerbied eenigd, immers goeden smaak. lijk de classieke oont die blij ken zich te goed oort een onderer streven heeft doel. Geen'der i op den voortonie verstoort, cht te bedeelen, 1. Ook de tekst ideld, die lieden erkt. Willekeu?ngen, op eigen voor waanwijslen uitgekreten. storend ingrijpt wordt met van letterki K rige veranc houtje aan . heid, zoo i Wat voo in het spel ook van den bestgezinden acteïir, behoort op het Fransche tooneel lot de hooge uitzonderingen: een verkeerde, gemeenlijk boersche opvatting eener gansche rol van eenig klassiek werk, of allhans een averrechtsch begrip van een min of meer belangrijk gedeelte. Zeer zekor] kornt het beslaan van uitvoerige en nauwkeurige overleveringen omtrent de beschouwing der meeste antieke stukken den Franschen tooneelkunstenaars duchtig te stade; maar lot hel waardeeren dier traditien behoort geen geringe male van oordeelskrocht. Zoo diep is de achting voor de overgeleverde opvattingen bij deze lieden geworteld, dat elke afwijking er van, die eenig omwenteJingsgezinde acteur zich mocht willen veroorlooven, door zijne kameraden zeer spoedig zou worden onderdrukt; althans geen ver andering in de oude-manier wordt geduld, die niel in hooge male proelhoudënd is ge bleken. Enkelele gevallen van zoodanige zeldzaamheden zijn bekend en de wijziging, door eenig begaafd en gelukkig kunstenaar voorgesteld, heeft men op hare beurt in de traditie een plaats gegund. Zeer nauw met de algemeene literaire ont wikkeling, hangt samen de geoefendheid der uiterlijke middelen, die men bij de Fransche tooneelspelers aantreft Houden zij bekendheid met de letteren voor een der schoonste sieraden en tegelijker tijd voor een onmisbare bezitting van den acteur, niet minder noodig achten zij een hooge mate van vertrouwdheid met andere onderdeelen zijner opvoeding. Hiertoe rekenen zij een grondige kennis tan de praktijk der voordracht, steunende op bespiegeling over de beginselen en oefe ning (der lichamelijke middelen. Want aan de twee bestanddeelen der tooneelmatige voordracht verleenen zij gelijke oplettendheid; aan het verstandelijke eu aan net stoffelijke element. Meesterschap over het eerste on derstelt een zuiver gehoor voor den maatSng in proza en poëzie; een scherpe onrscheiding tusschen klemtoon en bijstel ling;" de twee eischen die, op hunne beurt, de gronden zijn van het zeggen. ' Nog" behoort lot het verstandelijke deel der voordracht een fijn gevoel voor de beteekenis van het gebaar, dat alteen door strenge theoretische studie is te verkregen. ligt tweede element, het stoffelijke, bgjtaat uit eea' volkomen beschikking over 4e orr ganen: een^gélïal, waarvan men de'trekken heeft geleerd wstre>t^ondervVorp;en te zijn aan den wil van den kunstenaar, instaat tot elke soöit en mate van uitdrukking; vervol gens een'stejn, dio eveneens aan'har en meester ^ """" ~~~ ~| "*1> ? .»? pehoorzoauit met gelijke juistheid, en die ten cénemalo vrij is van elk natuurlijk of toe vallig góbrek; eindelijk een lichaam, dat wederom nauwkeurig de bedoelingen van den acteur vertolkt, bevalligheid aan kracht paart, en voor geen inspanning terugdeinst. Dit, wat betreft de voordracht, waarop elk Fransen tooueelspeler zich min of meer ijverig toelegt, en al wonder begaafd moet zyn, om de nudeelen eener gebrekkig» studie te doen over 't hoold zien. > liet spreekt vooris van zelf, dat enkele schitterende verschijningen van door de hoog ste goden gezusle stervelingen, die uit de werkplaats of zelfs van de straat jtentooneele gevlogen, de kenners en de leeken verbijste rend, geëindigd zijn met zich zelf te doen aannemen, ondanks de fouten eener onvolle dige voorbereiding. Dit onderscheid maakt een vak van kunst met elk ander beroep, dat sommige uitverkoren gemoederen de wereld verbazen door de rijpheid hunner voortbrengselen, die man niet inden knop heeft gezien; gelijk een wonderboom die m één nacht ontkiemt, bladen en bloesems schiet en op het altaar van den rijzenden dag de schoonste vruchten offurL Schier onverklaarbare voorbeelden van snelle ontwikkeling heeft ook de geschiedenis van de toonoelspeelkunst te boek gesteld. Echter zeker niet met het doel hare mededeeliogen te doen strekken tot grond voor het wan.begrip, da.t wie langzamer ontwikkeling zij ner talenten ondervond, moest wanhoopen hen ooit ten volle gerijpt (e zullen zien, en dat alleen een plotseling ontwaken van slui meren de gaven, dien gaven den stempel van echtheid zou schenken. Op andere bladzijden wordt daarentegen getuigd van de bijna even onverklaarbare vorderingen, die geduldige oefening een schijnbaar hopeloos onvermogen deed afleggen. Is do ervaring dorhalve rijk aan proeven van den verst uiteenloopenden aard, zoodat het trekken van besluiten ongeraden mag heeten; uit de ervaring-zelve niet minder onomstootelijk dan uit de bespiegeling blijkt, dat de groote menigte der tooneelspelers evenmin eene opleiding kan [ontbeeren als elk ander kunstenaar. latusschen heeft men ten onzent deze overweging eerst vrij onlangs voelen op rijzen ; en nog vindt men onder de vrienden en beoefenaars der dramatische kunst achtenswaardige personen, die bij'zichzelf dit ver schijnsel nog niet beleefden. Dat de opleiding tot predikant, tramkoetsier, majoor van de schutterij, bankier, grutter ? dat elke bevordering van den mensch tot nuttig lid der maatschappij een hoeveelheid moeite en toewijding vergt, onafhankelijk van de eischen door die bevordering gesteld, zal niemand in de verzoeking komen te ontkennen. Met het beroep van tooneelspeler schijnen sommigen een uitzondering te willen maken, dié voor dat beroep niet eervol is. 'De intiemere kennismaking met een gezel schap, '. waarvan byha geen der leden zich aan natuurlijke begaafdheid boven het middel matige ; verhief, en~> waarbij dus de invloed der school zich dubbel krachtig deed gelden, moge"énkelen'hunner bekeerd hebben tot de eenvoudige waafhe'den in deze artikelen betoogd. F. v. d. Goes. WILHELM JORDAN'S ?NIBELUNGE." De levendige belangstelling, waarmede de dicht werken ' van den ge vierden Duitachen episcben vestigen, nu'eene nieuwe uitgave en wel de llde is verschenen van het eerste lied van het ?Dubbel epos" (volksuitgave). Reeds in November 1875, schrijft het Nieuws van den Dat; naar aanleiding van dit gedicht van Jordan, door hem zelf hier ter stede voorgedragen, het volgende: ?De allitorearende verzen maken, zooals ze door J. worden voorgedragen een zeer muzikalen, liefelyken in druk! 't Is op zich zelf reeds een genot naar die verzen, die nu eens statig rollen, dan weer liefelnk yloüien, te luisteren. Klaar wat de Bard verteld is daarby zoo interessant, wordt zoo naïef en eenvoudig, maar tegeUJk zoo aanschouwelijk voor gesteld; de détails zUn zoo fijn en keurig uitge werkt en over 't geheel ligt zulk een, waas van frischheid, dat men geheel onder den indriik ge raakt en zich verplaatst waant in dien schoonen, ouden tyd. Wij gelooven dan ook dat de voor dracht van het Nibelungeü Epos de verwachting niet heeft teleurgesteld, en dat de beer Hohr, zelf een verdienstelijk dichter, niet te veel zeide, toen by den heer J. uit naam van alle aanwezigen dankte voor de genotvolle avonden en heul de verzekering gaf, dat, als hy na kostere u of langeren tijd hier weuscbte tern? te komen, h(j met opon armen zon worden ontvangen. liet ia hier niet de bedoeling, ook zelfs maar oppervlakkig iets omtrent den inhoud van het epos te vertellen, te meer daar deze over bokead is. Slechts een paar korte opmerkingen omtrent de ?Nibelunge" naar aanleiding van E. Zabels literarische schets van Jordan. In 't kort zest Zabel het volgende: De dichter heeft ongeveer twintig jaar (by is uu 64 jaar oud) gebruikt, ter volbrenging van de taak, om den geheelen omvang der germaansche sageukring, naar onze diepere opvatting tot een epos om te werken. De vruchten van dezen arbeid vinden wij in de beide epische gedichten .Sigfrid-Sager' (2 deelen 1868) en ?Uildebrant's Hcimkohr" (2 deelen 1874). Door deze werken is bet Jordan gelakt, ons van de schoonheid der oude germaansche goden wereld te overtuigen. Kou men in het begin van het jaar 60 oog vragen: ?Wat hebben wij aan een Bigfrid?" 200 is ons, nu duidelijk geworden, dat deze figuur de dichterlu'ke vorm is, waarin de geest van ons volk ay'üö meest Ideale Voor stelling van heldenmoed en mannelyke schoonheid heeft gegoten. Hedon ten dage, nu wij in Wil helm Jordan den epischen, in Richard Wagner den muzikaal-dramatischen dichter der Duitsohe Sage bezitten, heeft dit duizendjarig verleden voor ons nieuw leven gekregen, Het is onmogelijk zien het ontzettende noodlot in de weergegeven Sage geschilderd voor den geest te stellen, zonder aan deze beide mannen te denken. Beider scheppingen dateeren ongeveer van den zelfden tijd, en tóch is het niet te her wijzen dat de esne dichter den anderen bezield heeft, net vermoeden dat dit wel het geval ge weest j», is toch zeer begrijpelijk, want, ofschoon er geen samenhang tussonen de beide werken bestaat, zoo is het zeer merkwaardig dat beide .dicut»rs?nog verder, danhet ?Nibelungelied" zelf Ja 8 teruggaan 'en de verdere vormen der Sage ? plegen, dat ze beiden oen strengen vorm voor biï_ wet k kiezen (de schrij ver een dubbelepos, de com ponist een ttitogie met voorspel) en dat ie eind»! lijk het rijm hebben opgegeven, en den oud-ger» maanscbeu vorm der altiteratie hebben gebruikt, Hoe groot intusschen de gelijkenis tussohenJordan'i en Wagner'* werk ook sy, tooh bestaat er bf beide dichters verschil van opvatting. De dra» maturg brengt ons in een wereld van geweldig* hartstochten, in welke wij eerst langzamerhand thuis raken, en bekommert cich «eer weinig on» de hedendaagsohe begrippen van Bedetykneid; maar n|j roert de teederste snaren aan van het gevoel, zooals zich dat oorspronkelijk in de mensoheHJke natuur openbaart, en bereikt door de voorstelling van beide elementen een hoog* trap van kunst. De dichter daarentegen toetst de oude Sag* aan ooae moderne moraal; hy poiyst de ruw* kanten van het oorspronkelijk gedicht, en neemt het schoone in de. menscbelgke natuur tot richt snoer. De hartstochten worden bij hemmleid en getemperd door het verstand, iets dat Wagner niet kent. De wilde liefdesscène bvb. tusschen. Signmnd en Siglinde in de eerste aote der Wallküre is voor Jordan even weinig aantrekkelijk als voor Wagner de ongezochte homerische een voud in de beschrijving van ?Sigfrid's rit" en diens afscheid van den Kwakken zoon vanBrunhild* in .Sijffrid sage." Jördan's kunst is niet alleen in de studeer. kamer ontstaan, maar se is direct uit het volk geput voor 't welk hQ dichtte. Voor hem is het geschreven gedicht alleen niet voldoende; lüj wfl dat men het ook in zyn volle kracht hoore. Eerf lied verlangt eene melodie om tot zijn volle recht te geraken; een drama is dood, wanneer het niet op het tooneel vertolkt wordt; zoo wil Jordan^ dat een epos niet alleen gelezen, maar ook voor gedragen worde en daarom is hij zelf gedurende meer aan twintig jaren de vertolker geweest van zijne eigen scheppingen. Bij heeft ia nagenoeg een paar honderd steden in de oude en nieuwe wereld lezingen gehouden, en beeft overal én' vóór zijn voordracht, én voor zijn gedicht, de grootste sympathie ondervonden. Daarbij draagt' ttj zijn gedicht uit het hoofd voor, en dat betee^ kent iets, wanneer men weet, dat het dubbele epos 48 gezangen van ieder 700 verzen bevat; te zamen 38600 verzen. Het is geen overdrijving Jordan's ?Sigfrii sage" en Hildebrant's ?HeiiS kehr" onder de schoonste heldendichten te rekenen die de literatuur kent, want in beide vereenigt zich de dichtende verbeeldingskracht van net volk met de wflsgeerige opvatting van kunst w onzen tgd. Het gedicht Leeft het voorrecht in een naïeve. scheppmgsperiode van het volk te zijn ontstaan, en neemt men het onsamenhagende in aanmerking dat zich in de moderne beschrijvende literatuur} en voornamelijk in den roman openbaart, dan aarzelt men niet den strengen vormen, waarmede1 de dichter zijn stof behandelt, den hoogstên lof toe te zwaaien. . t J. toont dat hU den grooten omvang van stof volkomen beheerscht, door de wjjie de verschillende gezangen door hem zon i deeld. Elke sage is een op zich zélf staand dendicht, maar door hun inoigen sameuhtiur vormen z\j te zamon een geheel, en wel een geheel van hooger waarde. Ware het bier de plaats enkele episoden te noemen, die de bijzonderen aandacht verdienen, dan zonde het zyn: ?de ontmoeting van Siegfrid en Brunhilde in Sigfrid-Sage; de rit door dé vlammen, Sigfrid's aanzoek om Krimhilde, Sigfrid'a dood, enz. In het tweede deel: de verschijning van Hildebrant aan het hof van Jornumrek.' Etzel's aanzoek om Krimhilde, Örtlieb's en Krimhilde's dood enz. Het zal den lezer niet moelelijk vallen nog mee plaatsen te ontdekken die door pracht;' ' "?'" rin^ uitmunten, 's' Dichters natuur"11 z^n ware kabmetstnkjes. Bovendien munt Jordan uit in de kunst om op karakteristieke wijze personen of toestanden te schilderen, zonder te vervallen in een dorre opsomming hunner eigenaardigheden; dtafftoor geeft Jordan in zijne voorstelling den wezenlijken mensch terug, en bewijst daardoor, dat hy !de natuur heeft geraadpleegd, en Goethe's voor schrift heeft gevolgd: ?ureift nur hinein iri's volle Menschenlebenl" Dat ten slotte Jordan de wetten van het hel dendicht grondig heeft moeten bestudeeren om zijne ^Nibelunge in dezen voorbeeldigen vorm te kunnen weergeven, ia duidelijk; en hierin is o|j te rade moeten gaan by alle volken der o*ndhei£ Dat dit das ook werkelijk het geval is geweest, blijkt uit zjjne geschriften: ?Das Kunstgesetz Homer's und die Êhapsodik" (1869) en ?Epische Briefe" (1876). Geen wonder dan ook dat hu met bijzondere voorliefde zijne aandacht wijdde aan de beido groote gezapgèh/dio ons het grootste volk der oudheid, do Grieken, hebben nagelaten, en zelfs zoo ver ging eene "nieuw.o vertaling van .Odyssee1' (1876) en ?Ilias" (1881) het licht te doen ziun. Dat Jordan zich ala dichter niet alleen aan het epos hiold, ia begrijpelijk voor een wijsgeerig" gevormden geest als hy. Behalve zyn ?Üennur.gos" verscheen eene verzameling gedichten, ondel; den titel ^Andachten" (1877) en ?Die Erfullung des ühristeuthams" (1879), eene philosóphischè beschouwing overj bet bestaan van een God en de onfterfelykheid in verband met offze moderne wetenschappelyke kennis. Alleen werpen al de& werken geen nieuw licht op hem. Er is een bepaald oogpunt, waaruit men hem moet b»; schouwen; zijne kracht heeft zich zoo sterk in ééne richting geopenbaard, dat men deze inoèjj voleen om een zuiver beeld van den'schrijve^ te krijgen. Hy is en blijft degone dia de heldensage in eeu nieuw kleed heeft gestoken, waardoor deze in vele opzichten een kunstwerk van den eersten rang is geworden. U\j ia de instaudhouder der onde nationale dichtkunst, door zijn zangen, opwekkend tot dia mannelijke deugden, die hnre hoogste uitdrukking vinden in ware vaderlanosliefde. CflT BELGIË. xxvni. Een ?valsttik" voor da VUmlngen. TeatoonittUin» gon. Öounod'8 pïtronttt ts Autvrurpen. Honri yilll; Jan Breyiel. ' België is terecht trotsch pp eon aantal politische vrijheden. Des to onbegrijpelijker ii bet dat hot grootste geJeelto der bevolking zich den druk Iaat welgevallen. die op het gebruik der natuurlijke, der nederlandsche, der vlaamschc taal, zelfs in de vloamsche provincitini wordt uitgeoefeud. Zeldzaam gebeart het dat in onze kamers vraagstukken voorkomen, tot wier oplossing do twea partijen de handen inéén slaan, doch wordt er van de rechten der vlaamsche taal gesproken, dan is het of eene huivering vau afgrijzen zich over de rijen der afgevaardigden verbreidt. Uier en daar waagt slechts een enkele moedige volksvertcgoriwoordincr het woord op te nemen voor het aller eenvoudigste, het elementairste der volksrechten ? en komt het tot eone steïmning ten voordeel» daarvan, zoo is het dikwerfde angst, bij de eer»tvolgende verkiezing door een vlaamsch d;sti iet in den steek gelaten, en niet herkozen te wo^deïï, wat «ene (afgeperfte) raeerdérHeid van atemmen, ten gunfte van één eSlïvoudig recht, teweeg breogt Na de aanneming eener wet van gezegden aard zien wij dan ook alras dat alle middelen worden aangewend om te beletten datzy in 't leven trede. Men heeft dit b{j de wet op de rechtbanken Ondervonden;men ««t het dagelijkgdoor de ontNo. 317 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. wijking der wet op liet eebiuik van t nedcr'audsch In btstuunzalwa \ uien besmeurt dit thans opnieuw, :,, de wet va» 10 Juni op het gebruik der talon hil 't middelbaar onderwijs moot toegepast worden. Het Vvlksbelanx", een zeer vrQsinuig blad, wat ??«fluks te Gent verschoot, vermeldt het volMnde, bijna ongelooflijke l«it. Op bevel van den Sinister van ondetw(j« heeft de heer F. Malcbuir, itndieprefcot van hot athenoeum te Antwerpen, un de ouders der leerlingen van den sehool een brief gericht, waarin bun in het fransen wordt «edegedeeld dat genoemde wet vaststelt: lo. dat in de aihenseums van de Vhamscho deelen des lands de Vlaanwche taal door middel rtn 't Vlasmscb sal worden onderwesen (!). Zo. dat ook de engeUobe en duftscne talen aoor middel van 't Vlaamsch zullen worden geleerd, totdat de leerlingen genoeg gevorderd »fln om togolsoh en duitsch te verstaan. 3o. dat minstens noff twee andere vakken, te beginnen met 1836, in 't vlaamsch sullen worden voorgedragen, en dat 4o. de kuntttermen der natuurlijke wetenschap pen enz. te gelijk in 't vlaamsch eu in t fransch moeten onderwezen worden. Ooi deze reden worden (NB!) de ouders ingenoeiuden omzendbrief veraocht tich er over uit te spreken: of zy wenschen dat de nieuwe wet in haar geheel op 't ath«naeum van An'werpen word» toegepast, of elj wellicht liever alleen een gedeelte daarvan zit-n aangewend en of «U hunne iinderen door de toepassing er vau mogelijk niet naar andere scholen zullen zerdeu? ?Welnu", zoo schrijft het liberale blad, ?wij icggcu het rond uit: hoe innig wij dnn ook o» de dubbelzinnige ain«pelingen van zekere leden van Kamer en Senaat gedurende d» debatten over de Wet van Juni 1.1. overtuigd varen dat men tot slinksche middelen zijne toetluclit nomen zou, ten einde ons, Vlamingen, in de daad het recht te ontvreemden, dat zij ons, op wettelijken grond, in theorie, zoo gü wilt, niut hadden durven weigeren, toch hadden w\j niet kannen denken, dat man eens zoo weinig eerbied aan den dag zou leggen voor 'a lands wetten, ren zyne toevlucht te rietnon tot.... hoe zal ik het heeten..- tot een dorgelijken valstrik." \Yat zou men zeggen van eenen minister die tich wendt tot het volk met de vraag: ?Bevalt a de wet die den tarief verhoogt? Bevalt u de wet die 20,000 soldaten moor vraagt ? Bevalt, u de wet, dien, duizend en en duizenden iiroletariürs, TM een burgerrecht blijft onterven? Zoo gjj .neen" zegt, welnu dan zullen wij dio wet.... blauw blauw laten...." dit grenst aan het be lachelijke. Met recht zegt ?Het Volksbelang" dat het eene speculatie op onkunde on voor oordeel is. 't Is te hopen dat de komkommertijd de ouders te slaperig maakt; om op dergelijke strikvragen te antwoorden. Indien de regeeting om aene of andere reden besluit de wet «iet door te zetten, konden de eerstvolgende verkiezingen haar wel eens dwingen nog verder te gaan op de baan der proqressisUn dan z» het tot heden moest doen. De katholieke scholen naasten z cli niut dn rechtvaardigheid der vrijheid van taal te erkennen; het ministerie en de waalache an vlaamsche franschkiljons hebben dus van deze zijde omtrent dit vraagstuk geen tegenstand te vreezen. Qp bet gebied van kunst en letteren verscheen in de afgeloopen week weinig nieuws wat den lezer belang zal inboezemen. Ik heb gezworen geen woora meer van öliaverfkunst to spreknn, vóór de opening der driejaariyksche tentoonstel' ling t8 Gent, anders sou ik u verhalen van de schilderdoeken te Namen, to Kortrijk, te Spa «n elders bijeengebracht en gedurende korten tyd vertoond. Gaarne erkennen wij den toenemonden jjwr, welke alhier voor plastische kunst zoowel ab op muzikaal gebied beslaat; betrekkelijk dit kitste heersoht echter op dit oogenblik ook vol komen stilte. Te Antwerpen heeft zich ondertusschen eene nicuwo maatschappij novormd, welke met die van St. Cocilia te Amsterdam te vergeleken is. Ten minste is het doel daarvan het stichten of uit breiden eener kas ter ondersteuning van behoef tige muzikale kunstenaars. Evenwel zullen hier waarschijnlijk niet uitsluitend instrumentale wer ken worden uitgevoerd, en van den anderen kant zal er Wagner niet uitgesloten zijn. want ten eerste is, merkwaardiger wijze, Charles Gounod daarvan de patroon en ten tweede is F. Benoit daarvan de directeur. Eenige leden der besturen van de ?Societc de musiuue" en de ?Sociötó d' harmonie" behooren. tot de commissie, zoodat de goede verstandhou ding met andere muziekgezeXachappen gewaar borgd schijnt. . H:er te Brussel zal in 't begin van 't volgend operaieizoen ?Henri VIII" van Saint-Saëns wor de» opgevoerd, een werk wat in Frankrijk door (lü critieK in 't algemeen zeer goed is opgenomen. Do» 10 Juli 1.1. is alhier do jaarlvjksche kermis lieg-mr.en .'met een wedstrijd in't boogschieten, siiiilevaren,. muziek van 't korps spnitgastcn, illuitnatiu on verlichting van den gtadstoren door ' 'i vuur, enz. Volksfeesten vorme,n een ?.. deel vnn 'tbelgischo leven. Geen land waar men die beter weet op touw te zetten. Voor ?'? kei-mi* tooit ».ich ook de burger met zijne kloeding. T^o jury tor beoordeelinff van den wedstrijd 'o<,r het monument van Jan Breydel en Pieter j dn Coninr, die onze lezers, zoo niet uit de gefchieJctiis zelve, dan toch nit Conscience's mees terwerk ?Ue Leeuw vau Vlaanderen" kennen licct't zich over do ontwerpen uitgesproken. Do 'cr-te prijs is toegekend aan de hoeren Paul do Vi;iiL-, beeldhouwer te Brussel en Louis Delacenenio boawkans'enaar te Bru^e. De tweede p, ijs i i behaald door de heeren. U. Pickery, beeldliouwer te Urugge en J. Naert, bonwkunstenaar tu lirussel. De derde prijs is door dezelfde heeicn behaald en do vierde pry'3 door Boucquet te Ardoye. . Hot plan bestaat dit gedenkstuk te Brugge op ; « richten on de onthuUing in 1881 te doen plaats hebben t-:r gelegenheid van een taaicongres. Uiuuel, 18 Juli 1883. M. A. UIT PASIJ3. Parijs, 17 Juli. Set Nationale Feest. ? De graden ca» geestdrift. ? De Hongaren te Jtorfft. ? aij Victor Bugo. ? Theater: de gratisvoorstellingen. ? 17e nieuwe toeken. Alles treedt op den achtergrond voor bet nationale fe/est van 14 Juli, dat, terwijl ik dezen schrijf, nog niet geëindigd is. Niet dat er sedert don Men nienwe plechtigheden of nieuwe illumi naties hebben plaatsgehad, maar te Parijs honden 4e vreugde en de vermaken niet met een gegeven uur op: de feeststemming duurtvoortbreidtzich . steeds nit en gemakt niet ten einde* De ParyzeJaar behoort voor alles tot bet lat|}nsohe ras; hij bemint lawaai, optochten, bonte tooneelen, M wor.lt die nooit moede, en daar het dagelüksch jeveu hier zeer drukkend is, daar de arbeid van lederen dag ongehoord zwaar is in deze schijnbaar zoo icbitterende hoofdstad, zoo socbt ieder zoo lang mogelijk het vermaak te verlengen ? want Wat is dit anders don de vergetelheid? ? alvo'ens weder tot het werk terug te keeren, want dit ii de zorg. Ik moet hier b ij roeden dat verschillende omj >tandigheden d«ie verlenging' van het nationale itcit bijzonder begunstigd hebben. Vooreerst viel ''e 14e Juli op een Zaterdag; o schande men zette het ? font op Zondag voort en, daar voor de ar» beidenbevotking de Maandag ook een Zondag i*, «reeg men U zamen drie feestdagen, noch »e*r noch minder. Voeg hierbij de hoop op mooi wéér na do onweder* en slagiegens van c*en I4en en den I6tn, een hoop die honderdduizenden perionen tot boden t«Parp deed blijven en gij zul! kunnen begrepen dat de 17e nof evenseer als de eerste dag aer feestviering genoten wordt De rMationmv're bladen hebben verteld d» er «een geestdrift meer was, dat het geloof in de HepubhVk afnam, dat men in één woord aan het begin vu het einde was. Gelooft er geen woord van! Ik zal niet beweren dat do geestdrift aoo uitbundig was ala in 1680 toen men voor bet eerst den 14 Juli feestelijk herdacht; maar de snaren kunnen niet altijd even sterk gespannen nn. Zelfs de vurigste liefde heeft haar gedaante veranderingen, en hoe diep geworteld >e ook sa, na vier jaren is de gloed minder dan in de wit tebroodsweken. Dit moge zyn cooals het wil, in elk geval is de inwijding vau het reusachtige beeld der Republiek, waarvan ik n reeds de be schrijving gegeven heb ? prachtig geweest. De Parijzanaars met hun gezond verstand hebben weder eens bewezen dat zyde wanorde verachten. De weinige onjjelnkkigen, die getracht hebben een zwarte vlag te plaatsen op het steenen voet stuk van het beeld, werden byna in stukken gescheurd. Het defileeren der echoolbataitlons, de hoop van Frankrijk, is prachtig geweest: onze kinderen gewennen zich als mannen aan de wapenoefeoing. Men moet zo zien met den ransel op den rug en het (teweer op schouder, kranig voortmaroheerende op het geroffel van den trom: men ion zweren dat het oudgedienden waren. Ik treed bier niet in de bijzonderheden van het feest dat in elke wy'k op eigenaardige manier gevierd wordt, maar toch moet ik nog even mel ding maken van de geestdrift op het Trocadero en de daar aanwezige memchenmassa, een schouwspel dat al wat men zich daarvan kan voor stellen overtrof. Onder de toeschouwers van het feest van 14 Juli bevonden zich ook 150 Hongaren, waaronder 44 dames, allen beoefenaars van kunsten en let teren, en onder leiding vau den senator Polseky, ouH-ministor van Kossuth, thans directeur der Pesther musea. Deze delegatie is op elke wijze geëerd, want er bestaat jrroote sympathie, ja zelfs een groote ge lijkenis (ondnnks net verschil van ras) tusschen da twee volken. Banketten, voorstellingen in de Opara en in het Théatre Francais, gereserveerde plaatsen by de revue to Longcharaps, op' het Trocadero en nog by verschillende andere gele genheden, al deze eerbe\vtizinRen hebben hen verrukt. Ik heb de eer gehad met den heer Louis Ulbach en «xiiiige letterkundigen, hen naar Victar Hu«o te vergezellen. Ge kunt u geen voorstelling «aken van het aandoenlijke van deze ontmoeting. De hesr Polszky vergeleek den maestro roet Dante en do grootste dichters in het algetneon. Victor Uugo was zeer ontroerd eo wesnde; ver volgens sprak hy mét zyn schoone, ernstige stem in ccuige weiniiïo woorden den lof uit der Hon garen, die evenals ele Franschen zoo dikwijls voor de vrijheid gestreden hebben. ? Heden verlaat de delegatie Ponjs; w^j betreuren naar vertrek en '/.ij zal ons betreuren. De theaters zyn de Hen Jnli eenigszini uit hun verdooving ontwaakt. Do gratiwoörstcllingen der gesubsidieerde; Schouwburgen hebban het groot ste «icces verworven. Gjj kunt n niet verbeelden boezeer dio werklieden, die lieden uit de volks klasse, die kleine burgers, die den gebeden avond queue maken, om gratis naar de Opera of nonr tig gedurende de guhcela voorstelling. Zoodra echter do Sfarseillaise of Ie dtant du départ wordt; nangeheven roepen zy luide ?leve de Re publiek", stampen met de voeten en klimmen op de banken: 't is een alleraardigst schouwspel!? Verder is er geen tooneelnieuws. Noch de schrijvers, noch de acteurs, noch <tc directeuren, hebben veel moeite of kosten over voor de myriaden provincialen en vreemdelingen dio de boofdstad ó verstroomen. Want alle ware Paryzcnnars zijn naar buiten of naar de zeebadrn, en de Normaudischo stranden pralen niet alle ac trices eu alle chnnteuscs die m de mode zyn. Onder de nieuwe boeken die men meeneemt naar buiten of naar zee, wil ik allereerst een studie over Pnrysclie zcdeu vnn Jules Claretie noemen (verschenen bij Doi tu). Novis is een type van een dame der denii-monde, die sich beweegt te midden van soms onwaarschijnlijke maar altijd amusante intriges. Allo wisselvallig heden van het Pai'ijscho loven, van de ?Ris de Paris" tot aan do covrectioneelo gevangenisstraf worden hier met een levendig en behendig pcncecl geschilderd. Verder verschenen (bij Ollendprff) la Die en culotte van ïhéocritt, een militaire schrijver die vrooiyk z|jn vertelling ten einde brengt en VoilA l'plai&ir mesdames door een vrouw van talent, dio zich I'nniül Darc teckent: déze korte verhalen zijn vrooiyk en pikant, *oms wel eens wat daitel, boe wel pp de slotnormaal nimmer iets aan te merken is. Ten plotte noem ik nog les Sfèlancholies d'ttn joyettx (by Cbarnvny) dóór Armand Silyestre, den bekenden keuripfeu dichter, dio ons in dit deel kleine dramatische en dichterlijke- studies geeft S. A. van Raap & Zonen. Daar stond zij en staarde peizonsmoede voor zich uit als docht zü aan do zonnige eu schuonc dagen van M el eer; ook aan haar liad de tand des tijfis geknaagd, zy was verweerd en vuil gewor den en het grootste deel harer schoonheid was verloren gegaan; ? zij, die, in allerluchti"st ge waad gedost, eertnds een vorstelyken lusthof (ot sieraad verstrekte stond thum treurig on eenzaam en met de noodige duimen stof bcuckt, hare gevallen grootheid, te midden van eeu amalgama der meest niteenloopeude koopwaren, te overdenken. Natuurlijk spreek ik van oen beeld, waarde lezer; van een wit marmeren vrouwenbeeld, dat ontelbare jaren geleden, in een of anderen tuin moet geprakt hebben en heel wat kozende .paartje! In de stralen der maan zag dartelen eu heel wat klappende kusjes in de groene bos schages hoorde weerklinken; ?Angchaco" stond op het voetstuk gegrift dat tevens den naam van een Italiaanschen meester als makr-r vermeldde en ik dacht al soezende: «wat drommel juffrouw, hóe kom JQ hier verzeild en hoe is het mogePk dat je. na eene groote rol op het wereldtooneel te hebben gespeeld, het nu zoover in de gevallen grootheid hebt gebracht dat je niet enkel .?voor oud" te koop staat, maar zelfs geen kooperknnt Tinden?" Wellicht hebt gij. mijn lezer, deParijsche cata comben bezocht of by den Keizer van China gedejeuneerd, misschien hebt ge met Lassaigne of Godard.de wol ken doorkliefd of met de Eskimo's seebs und sechzig gespeeld; zeer waarscbynlyk hebt ge, ? althans naar uwe meening, ? al het merkwaardige wat in Amsterdam te zien WAS, afgekeken, maar ik beUtjfel hard of ge immer ?Angeliane" zaagt en een kykje naamt tn de uit gestrekte en onriense m»R»zijuen, waarover haar eigenaar bevel voert. flat is die overtuiging welke er mij toe brengt om u te vertellen, wat ik dezer dagen heb aan schouwd toen ik een kruistocht maakte door het labyrintb van zolders en kelders, erven en lood sen die gezamenlijk de magazijnen der firma S. A. van Jiiap ft Zonen alhier, uitmaken. Wanneer «mand mij verteld had dat de ther mometer van Fabrenheit zevenhonderd graden aanwees, dan sonde ik het wdlwht geloofd hebben totn ik, bogend en blaaead, 4e eene trap voor en de andere trap ua opkloiterde, ttar van verbasiug orer hetgeen m§o» oogen aanschouwden, daar Ut alles wat in de wereld maar te koop kan worden aangeboden «endracht'g byeen aagt: het leek mö daa ook volstrekt ntet var wonderlijk toe on, toen ik door een ga»Ue tuurde, een zolder vol met levende kippen te «aa, welke arme ver volgden onzer dagen kakeland door elkander scharrelden en wonderlijker klonk mij op de vraag: .verkoopt a die ook al ?" bet antwoord van m«n geleider: ?Neen, die mesten wij vet en peuzelen ze op." Men denke tüch, om een voorbeeld te noemen, een reusachtigen solder, geheel gevuld met win kelopstanden en winkelbenoodigdfieden; de apothe ker, de tapper, de drogist, de grutter, de koekbakker, de tabaks-handelaar, of welk vakman ook, die een zaak wil opzetten, vindt hier alles naar zvjn gading: vrjzels, flenchen, potten, doos jes, vaten, kranen, ketels, snejfpotten, koek, trom mel», weegschalen, oewichteu. tabonretten, gaskrouen, lampen, klokken, gordijnen en al wat men zich maar denken kan, het,staat hier bijeen en in een omtnezien kan men riob a> la minnte in rijn standje letten. Legio van winkelkaiten en toonbanken van allo grootten, kleuren en for maten van de onaansienljjkste tot de frsaisec, en met marmer en lofwerk versierde toe, staan ereneens kont en klaar en wachten slechts op koopers; het geheel maakte zoozeer den indruk opmudat alles en alles goed en deugdebjk bnelkander was, dat ik de trommels, flessehen, potten en doozen opende en er in vlunrde, overtuigd er tnreonsen bitterkoekjes, rbad. rhei en ol. men'th, pip, rappe en Jcrnttabak in te vinden, terwijl ik tevens vroeg of ik ook de sorteering bordjes met het opschrift ?vergunning eens mocht zien." liet «oude niet mogelyk zyn eene juiste opgave te doen van hetgeen af deeling voor aftleeling bevat, want men geraakt in de war en is einde lijk geneigd om een reusachtigen waterketel, die voor eene water- en vuarnering dienst moet doen voor een strijkijzer te honden en een dommekracht met een kotnemolen van het nieuwe systeem to verwarren, als eensklaps eene wijze les u weder tot bezinning hrengr, wanneer ge hoort hoe een onderwetsche koffiemolen slechts zeven of acht gulden kost en met een jaar guarantie verkocht wordt, terwijl een nieuwerwetse!» van de kleinste soort met zeven en dertig eu een halven gulden moet betaald worden en er van guarautie geen sprake is; ?onze papa's waren toch maar suliédc lui'1, deukt gij, ?tot in de draaierij toe" en go verhaaat u over het teit dat twee zou heterogene zaken als eene marmeren iafiVouw eu een koflicmuleü u lesseu van leveoswiishoid inw enten. Wannee'r men zich zouia verbeelde ;i euxel met rommel en oud goed to doen te hebben, zoude men zich sterk vergissen, want een Croot. zoo «iet het grootste ueei vnn '*-, geen <le masiwyneu dea heeren Jfrtflj' vult, is soliutuniicuw; ? na tuurlijk echter tteft mou ook ecuru-kte ua oude, ja zeffn zeer onae zaxen nau en un<i<!r iceer ook meubelen, huisraad, tuimjereedschan ais anderszins, wurvau sommige btukKeu weilicllt een kwart ot' h:ilvs «enw. j» weiiicüt een geiieclc eeuw, oud 'ïio avond U gev'illen en 10 lg«zollig!woonveria de lamu ontstoken; een juugdig cclitpaar zit. liac-i '.n hana DVJ net knappend vuur dur schouw eu Huis tart zacht, opdat het jonge leven, dat in g ndsche wieg rustig ligt te slapen, niet gestoord worde: de trinwe hond is evenuens in kalme rust t'edortVcsJil on Mechts het tikken der oude huisitlok vevetor.Tt de stilte die in de kamerhcerscht; gewis spreken de luidjes user de toekomst van h u ti kiud, z\j bespreken hou zij het zulien op voeden en leiden ou vrat sy er van maken zullrn, ja, zij kompn er toe om het reed» groot te wensuhen en daardoor een zorg niind-r ucliter den rug te htibben; z(j uiten don wcnsob de aarde niet te zullen verlaten alvorens hun kind gebor gen te zien, en.... thans ziju zij reeds sedert jaren van het wereldtoooeel verdwenen, en ook hun kiud heeft geleefd en is gestorven en z.j ziju allen tot stof en asch geworden, ? niaar hior, zie hier is de tafel waaraan zij zaten, de klok die voor hen tikte; daar staat de wieg waarin het kindje diep en iu gindschen hoek de lamp, die het beschreven familic-toonecltje verlichtteen wellicht kunt go zelt'a den getrouwen houd in opgezetten staat, terug vindeu. l)e na-neot' bekijkt met nieuwsgierige blikken dio overblijfselen uit een vroeger tijdvak, ronder ei' over te denken we'k een vrcesclyk ernstige les zij aan (menschelijken waan en aan de ijdel heid geven en dat, over tal van jaren eengeheel nieuw geslacht, op zijn hemt, naar deü prullenwinkel /al turen dien wjj eenmaal ons aanLche eigendom noemden. ?Ecu mooi uitzicht, niet waar?" Ik schrikte uit mijn gesoes op e u keek door een geopend luik naar buiten; wij stond?n op de zevende verdieping van een kolossaal pand eti een doel der Amsiulstad lag als 't waro aan onze voeten; <lo daken vuii het Volk»palei_s t-n 't Ameriwn-Hötel glins terden in het zonlicht, do torens verhieven zich slank omhoog; hef vooken dei1 schoorsteenen ver kondigde dat do tflcl van het mid.lngmaal naderde; overal h-ierschto leven eu beweging; locomotieven en stoombooten floten, trainwugeiM bcldeu, en bet werd mij zonderling te moede bü de gedachte dat binueu eeu eeuw al dat geraas, getier en gcwuel veroorzaakt zal worden door ecu gansch ander geslacht, tltt v:m het thans levende weinig andere heriüncringste«kcns zal overhebben dan..... ouden rommel! . Hoe mul orn zoo ernstig te worden byhetnantehouwen van allerlei lovt-nloozq voorwerpen: weg met die duis'ere gcdacliten en vervolgeu wij i Uopsa! bijna waren wü over eea steek-wasen gevalleu, dio met zooveel pretentie vooruit ge schoven staat, dat wij onwillekeurig vragen of er iets bijzonders mede aan de hand is, en hooran dan hoc do iirma liaan, tonn voor het terrein der tentoonstelling honderdon dier karretjes bcuoodigd waven, binnen veertien da^on lijdshetgewensehte aantal kunt en klaar afleverde en onwillekeurig valt ons oog dan mcteeii op eon aantal bakkers. knrrcn in staat vnn wording tn in coinpleeten toestand, dio er niet enkel practisch en netjes uitzien, maar ook het voordeel hebben van goedkoop te zijn. Eo. zoo dwalen we al verder en verder en zien oud en nieu>f, gering f-n nanz.eniyk, in bonte meogeling dooreen gust rooi J: we aan^chuuwen spoorwegra Is en kaaamessen, kachels entulbandvormen/brandkasten on boterspuiten, velbcipèdes en kerkklokken, slagersliijlen en marmcrplatcn, koperen meelpotten voor pofferfjcskraoien en druktynen en onwillekeurig roept men uit: «wat ij hier niet?" waarop pou Socrates kop, die in een hoekje staat, ons schijnt te antwoorden: ?ik heli altyd beweerd dat wij menschen niets wisten, en waf, bij Kaap niet te vinden ii, dat w e o t ik heelemaal nier, *' TegciijkwtijJ komt mij hier ecnc historie voor den geest, dio ik den l'-xer niet mag onthouden, op het gevaar af dat de hoeren Ump dani^boos zullen worden, hetgeen ik ccliter, bij de groote wolwillondheid, waarvan zü mij blijken gaven, niet verwacht. Een paar heeren hadden een bezoek aan de magazijnen der firraa gebracht enrekipitulo. r Jeu, tehuis gekomen, wat zij ülzoo gczim hadden, waarl>y do eon bewcurde dat hijtocli weliuts wist wat er niet jn voorraad WAS; ?wat dan?" vroeg de ander; ?een doodkist!" repliceerde de vriend; .ik wil er om wedden dat d» er ook te vinden u," luiddo bet wedcr-antwoord eo de beide heeren giugen eene betrekkelijk hooae weddeoxchap aan en stapten opnieuw naar de nrauj Ifcip ten «nde httt pleit te beslechten. De oudste chef der firma had nauwelijks van het geval gehoord of htf wenkte een onderge schikte en «elde: ?Breng i» d* heeren eens «aar pakhuis nummer vier, lijfden solder, daar staan eestirn doodkiiten en kunnen ag er op hun ge mak eea uitzoeken; R«a*ffd gedaan; de vrienden gingen mede, sagen het feit en maakten dat afj wegkwamen, daar itf bet gelicht der 16 lugubere meubelstukken niet al te vermakelijk vonden; de weddenschap weid betaald en.... eerst geruimen tijd later bemerkten «4 dat tij gefopt waren geworden en dat de beer Raap een grap met ben bad gemaakt, dur men hen ia plaats van doodkisten bakkerstroggsn had laten alen. In een uitgebreid onderstuk letrt men op al lereenvoudigste wgze eene bedrage kennen tot hetgeen «r in een groote stad ala Amsterdam alzoo dag in dag uit voorvalt; daar toch ziet men een reusachtige massa glasseherven byeen die netjes gesorteerd z\jn in vensterglas, wit en ge kleurd glas; naar mijne lotken-opinie was daar bet product van jaren lange brekerij aanwezig en ik hoorde met een soort van ontzetting dat er slechts een drie of viertal weken noodig «yn. om een dergelijk kwantum bijeen te kragen dat alsdan onmiddellijk naar de glasf abrieken wordt verzonden, opdat er plaatsruimte voor nieuwen voorraad zU; wanneer men bedenkt dat de firma Raap met de eenige opkoopiter van glasscherven in Amsterdam is dan komt men tot de slotsom dat er ontzag lijk veel moet gebroken worden en er jaarlykr enorme kapitalen iu het artikel glas moeten wor den omgezet, zoodat ik er wel eens over zjudc willen gaan denken om met de heeren Qebroederf Zahn en anderen te gaan concnrreeren. Eene tweede merkwaardigheid is het artikel oud lood; ik heb voor een' vi-y breeden en diepen kelder gestaan dio letterlijk 100 seer met dat j metaal was opgepropt, dat er enkel eene kleine ruimte was om de kelderdeur gelegenheid te geven zich vrijeiyk te bewegen; verder was echter het geheele veibhjf ééne compacte lood-massa, waarin men zich noch naar voren, noch naar achteren en niet been of weder kon verplaatsen; de hemel weet waar si dat lood vandaan komt, maar ik houd mij aan het woord van Socrates en verklaar er niets van te weten en nieU van te begrijpen. Na al het geschrevene kan men zich tocg nog slechts eeii nauw begiip vormen van hetgeen ia de uitgestrekte magazijnen van S. A. Raap & Zonen te zien ii, want OOK landbouw en veeteelt, scheep vaart, nijverheid en fabriekswezen vindt er al wat op o!k» eigenaardig terrein gevraagd kan worden, tevwijl bovendien verscheidene werkplaat sen steeds in volle beweging zijn om nieuwe voorraden te scheppen of oude en gebruikte artikelen te vervormen en te repareeren, «preekt van znlf dat er nu en dan zonderlinge Ii^tiuden voorkomen eu zoo zag ik byvoorbeeid e«ne vélocinède die tot driemaal* toe was vei-Kocbt en «retlêr ingekocht en welbehagelijk op het oude plekje stond, waar zij bet blijkbaar zuo goed vond, dat zy er telkens vol heimwee wener uaar terug verlangde; ? ik zag eeu oud opstaiierjc uit etc apothekers- of drogistenwinuoi dat waarschijnlijk meer dan zeventig jaren OD eene en dezelfde plaats had geatain «n reeds tiiüeus het leven van den grootvader vau den teneuwooraigen eigenaar aanwezig was; ? hoog in UI-Q hoek, op eene half verteorde plank stond in eene schuur, die mot pannen gedekt Was, maar vrijelijk wind eu regen toegaug verleende, een gipsen of-marmeren beeldje d*t zoo oud en ver weerd was, dat ik met geen mogelijkheid kon nagaan vrat het mo,-st voorstellen en dat even zeer sedert menscheu-heugeuis niet van zijn plaats was geweest ea dat men, uit een soort van piëteit, steeds stilletjes laat «taan. A^ Dan nog zag ilc een paar kloine koperui*b*nonnen die, merkwoardigerwijza, eenmaal uiteen hoop oud ijzei' te voorscbiji kwamen en vermoe delijk éeue groote waarde vertegenwoordigen; het zyu bijaouder fraaie en gave exemplaren, van geel koper vervaardigd en dragen beiden het jaa.tal 1610; jammer genoeg zij i de wapens die er zich op bevinden, door den tyd zoo zeer uitgesleteu dat men ze niet meer kan ontcijferen, 't geen niet wegneemt dat de beide kanonnen eeue prachtige aanwinst voor de verzameling van eeu liefhebber van antiquiteiten zouden zijn, die by de firma Raap taveua tal van ouderwetsche acuifpotten (waar-ouder zeer waarschijnlijk voor werpen van echt Dclftsch aardewerk) en vermoedelijfc vele andere curiositeiten kan te zien krijgen. Welk een tal van boeken, bescheiden en papel'erassea moet in zulk eene znak niet aanwezig' zijo, om alles behooriyk uit elkander te houden! is men geneigd uit te roepen en men slaat de handen ineen, wanneer men nu nog het allerwonderlijksto van alles te hooreu krijgt, namelijk dat men zich in dczo opvatting vergist, daar slechts datgene op papier wordt gezet wat er oiiomatootclijk op moet staan; voor de rest heeft de heer Van Kaap alles in bet hoofd en zijn zoon en medewerker schijnt die eigenaardigheid met j veel succes van zon vader te ïeeven. j Naar men weet had de liomeinsche Keizer Iluilri.inv. zulk eene goede memorie, dat hij al zijue soldaten bij name kende en toch moet deze imperator het in herinneriugsgave treurig afleggen bij den heet' Van Raap die, om eene bekende enr-:ekwüze te gebruiken, een gehangen als een yzcren pot beeft en onmiddellijk en zonder ua te ilenlo-n, de juiste plekken zal aanwijzen waar de verschillende duizenden artikelen, die hij in voorraad lieeft, liggen, waar zij vandaau z'\jn ge komen en wat-, «ij'moeten kosten. Ik maak trij sterk dat op de vraag tot den heer v. R. ge richt: ..wat, ligt er op u w pakhnis zus of zoo, op den .derdon zolder, in dez»n of dien hoek, onder den grooten hoop marineren steenen die zich daar bevindt V" hij onmiddclijk zal antwoorden: ?een uithangbord" en dat by onderzoek zal blijken dn t het antwoord juist is. ? Eeuwig jammer » het dat aan onze tegenwoor dige scholen geen cursus in mnemotcchniek of geheugenleer wordt gegeven, want ik weet wel wie in dat geval tot docent ia dit belangryke vak zoude worden benoemd; naar het my voorkomt. ware het laag niet overbodig, wanneer de jeugd onzer dagen, dio oogenschijmijk zeer geleerd is, maar voor vele dingen eea garnaten-brein blijkt to bezitten, nu en dan eens een grondig lesje reedi de gedachte aan eene likwidatle er va», to eeme absurdiUit; wij hopen dan ook maar dat kit ge-bvebt Va» WWkng,£* op 4* hou? awktdea scepter aal voeren, dfen hél reeds, durende ongeveer eene eraw awaaide,dat h*ti omzet aal uen vermeerderen, aoodat de vaste werkUeden die tba» w dienst u? werk nut. meer af kunne* w aanvulling vers*. achen tn de verbindingen met het bnitenland dis) «eb thani reeds niet enkel tot Europa maar ook ^?ommige gedeelten van ander* wereUdeelea uitstrekken, ateede uitgebreider mogen worden. .Er tduet mij daar te binnen dit de firma «Mhzelve wnojweert «Is: .S. A. VAM Raap m *«»«? h*ttdel ia nieuw* en ond* metalen" en dat ik haast geen enkel woord over metalen gesprake» heb, maar ik troost m| met de gedachte, dat lelft het kleinste M»> ïd kunnen oegrijpeB dat btj een huis dat over M weder slechts contant handelt en WM> enorm veel omzet, heel wat «utaal door de vinger» aal gat*. zoodat ik mij vaa d* taak ontslagen reken! «et op het papier eene «xonraie o» delfttofe^k gebied te maken. Boerha-ve moet eens gezegd hebben: ?de nacht wacht* kennen alle huizen van buiten, maar ii weten niet wat in het inwendige geschiedt, ëfi het gaat ons doctoren precies ïeUelfde" en ik zoudeer wel aan willen toevoegen: ?de bewoner* eener groote stad meenen volmaakt goed te weteal wat er in haar gebeurt en omgaat, maar zien hl den regel slechts oppervlakkige zaken en dringen zelden of nooit tot de mysteriën eener dernlük* ve»t* door" Hot aanschouwen van een chaos, gelijk ik dien met vluchtige trekken trachtte te schetsen, kas er veel toe bijdragen om er in door te dringen. Aqnarins. > tyd geworpen. Wie aan het spreekwoord hecht, ?dat do morgen stond goud iu den mond heeft' wandele eens omstreeks zeven uur uaar de Houtmarkt en hy zal, vooral des maandag», verbaasd staan over hst woelig leven dat zich in de nabijheid der berjrplaatien van Van Raap voordoet; een groot aantnl korren, met de mcetfuiteenloopende zaken beladen, zoodat men aan den versregel denkt: ?Allea durch einander , ?Wie Mauiendreck und Honender," itaat op aflading en weging te wachten en teder wordt op zijn beart geholpen en er heenoht alg»heole gelijkheid zoowel voor den man, die hondordon guldens woaMo aanbrengt, ali voor den morgen-ster die een stuk glas of een koperen ipijker voor de somma van één cent wil inruilen; 's avonds half acht worden echter alle magazijnen en bergplaatsen onverbiddelijk gesloten en niemand wordt meer te woord gestaan. Zoodat ik zelfs geloof dat wanneer Zijne Majesteit ome geëer biedigde Koning zoude komen, de Heer Van Raap alloreerbiedigit zoude raggen: ?Sire, ik ben een uwer gttrottwste onderdaoe» «n ik bs>b goed en bloed voor uwe Majesteit veit, maar om naar na half acht te verknopen «t^dt qetjnüae instel lingen en principes, ik kon en mag het niet doen, en, Sire, ik doe het ook niet{' Üet al wel niet gezegd behoeven te worden dat eene «aak, al» de büsiliinllpe, on» zo» te zeggen voor de eeuwigheid berslend is, want ?IEMAND EN NIEMAND"? ?NO-BODÏ AND SOJIE-BODY.* De tooneelscbrjjver Nomsz heeft het in zjjsi leven zóó kwaad gehad, dat. het ter wille van zyn nagedachtenis oyna plicht is op een enkel feit te wijzen, waarin zijn naam als auteur be* trokken was en Kunstig uitkwam. In 1768 nant bij het op voor ?lemant en Niemant" van Isaao Vos, een geestig blijspel, dat zich sedert 1645 op het tooneel had staande gehouden. Het was eea zinnetpal yan satirische strekking, gegrond op eea woordspeling, en viel dus volkomen in den smaak van onze vooronders in de 17e eenw. DatNomn weigerde aan het verzoek der regenten van den Schouwburg te voldoem om het oorspronkelijk stuk min of meer te moderniseeren, getuigt mede van zijn goed inzicht; of hu er de man voor was om een geheel nieuw stuk op dezelfde woord speling te bouwen, is een andere vraag, ook 0 beleefde zijn einspd een tweeden druk. De heer J. A. Worp heeft in het Tijdschrift van de Maatschappij der Nederlandscue Letterkand* (3e jaarg., 1ste afl,) een uitvoerige studie ovfr Isaao Vos geleverd en wijdt daarin eenige bladzijden aaa dit geestige en populaire zinuespel uit de zeven*, tiende eeuw. De vergelijking van het Hollandse!» stuk met het Duitsche: ?Eine scltöne lustige Co* moedia ron Iemand ttnd Niemand." voorko- . mende in de verzameling JSnglische Comediilt und Tragedien van 1620, lag daarbij voor da hand. De heer Worp vervolgt daarna aldus: ?Men kan do overeenkomst tussouen het stok «ap VpJ W\_A^ r>nif«nlifl hnwflrVing ^p driC V*ü« tchillonde wijten verklaren. Vos kan de ?Nobodf and Somebody" door Engelsche tooaeelspelert hebben tien spelen. Of bij kan den bundel der Dnitscbe bewerkiugen, de Englische Come» dien Jtnd Traqeaiên, in 1620 en 1624 uitgekomen» hebben gekend. Hiervoor pleit in zeker opzicht, dat één der klachten uit denzelfden bundel over eenkomt met een ttukje van Vos. Of wel Vos kan het zinnespel direct aan het Engelsche ori gineel ontleend hebben, iu welk geval misschien een ander het voor hem hoeft vertaald, daar wil op den titel lozen: ?Gertimt door Izaao de Vos. , Onbekendheid met het Engel-che stuk maakt het my onmogelijk met zekerheid te bepalen op welke wjjze Vos aan de stof voor ziju lemant en Niemant is gekomen. Waarschijnlijk schijnt het mij echter, ? dat by bet Engelsche stuk heeft gekend.1' Daar het Engelsohe stuk ?Jfobody and S<me± body' in mijn bezit is, kan ik den schrijver omtrent den oorsprong van bet Hollandsche stuk inlich ten. Reeds een oppervlakkige vergelijking met het oorspronkelijke doet zien, dat de Hollandsche auteur hei Engelsche etnk niet gekend heeft, maar bij een vrij zelfstandige bewerking van het Dnitsche blijspel geleverd heeft, welk blijspel weder aan het Engelscb was ontleend. De tweede tissing van den heer Worp komt dus met da waarheid overeen: de Ilollandscho dichter heeft den bundel der Dnitsche bewerkingen, de «ifnp'iSfJie Contedien und Tragedien" van het jaar IG20 gekend en daaraan z^jn zinnespel ?lemant en Niemant" ontleend. Met verwijzing naar de studie van den heer . Worp in het tijdschrift der maatschappij zooomtrent den inhoud als de overeenkomst van heb Hollandsche stuk met het Dnitsche, deel ik bier nog- eenige byzonderheden omtrent het origineel en de bewerking rcedft. In de eerste plaats acht ik het van belang op te merken, dat do Holland» ache dichter in zekeren zin een oorspronkelijk blijspel heeft geleverd en, wel verre van een ver taling te geven, het grond-denkbeeld geheel zelf standig heeft opgevat en Uitgewerkt. Het Doitsck door hem gevolgd, heeft hem alleen de vermake lijke satire van ?Iemand en Niemand" geleverd} door de weglating dus van het zoogenaamd ?histo risch" gedeelte heeft hy een goed, afrerond geheel op het tooneel gebracht «n aldus een blijspel gedicht van een bepaald karakter, waardoor ue satirische strekking, en de eenheid van opvatting streng be waard, met scherpe trekken in Eet oog valt. Ook d* andere verwikkeling die tnsschen de tooneelen van .Iemand en Niemand" doorloopt, is geheel van ?s dichten eigen vinding. De drost, die Niemand te gast vraagt, is getrouwd met eene jonge vrouw, juffrouw Dienwertje, die een lekeren Lodewök veel aardiger vindt dan haar man, welke) verhouding tot nog al barre tooneeltje» aanleiding; Reeft, gefijk de heer Worp meedeelt; in heb f ? *l BJ "T . ^1* * ji s rn-.^ J. _ j...'J1 stak Nobody and Somebody is daarvan geen spoor te vinden. Ia dia zelfstandige op vatting van het voorbeeld ligt een niet gering* verdienste van den Hollandi enen blijspel-dichter* De volle titel van het Engelsche stuk luidt aldus: NO-BOBT 1HD SoHt-BODT. With A* tntt OhronicJe Bittork ofElydure; who «at fortuMiety Utree tevtral time» crouiud Xtog of Engtond. Tke true eopy thtreof, as tt kat» oeen aaea oy the Queeny MsueetiM Servants, Printed for ton» TrvndU, and art to bet<M at hit stop in Barbicen, at the mgne of De nihond is in bet kort al* volgt: AreU* galloes, koning van BrittaniS, is een wispelturig in heersobanchfig vorrsjU Hij vergrijpt «ch aan de bezittingen en zelfs aan de vrouwen sijne» onderdanen en beantwoordt iedere omerkin van . j :. l! V ? * v ïtden edelen staatsman nit >(jn omgeving, Lord Lornwell, meteen barsob: ?Wij willen heten daarue» uit t" Genoemde Corawell verewiigt.sich met ander* beterffexhide Lords , en het besluit wordt Eenooen «m den konin» te onttronen en tifa deogdoamea broeder Elydnra in «ijn plaats te verheffen. Wet weigert Elydure de kroon aan te nemen ten koete van itin broeder, naar ten ahrtta geeft W vooral op aandrang van «ftn eertucWigo genatin

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl