De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 5 augustus pagina 3

5 augustus 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Y O O R N E D E R L A N No. St9 ^ Is Ito-ti»*-* vu feftuMiin EUstvroeger jaren den aJs opvolger aant iMftsfiaiQdvMr MMT bsUnjrrgk. De btAh liep tmSm' grootvorst Peter géwesta, toek so»4jnt sfi in dra Kar dood metnet plan te vtnndering i* de troon». De onbeduidendheid van den grootvorst?troon «Bvohier »as kaar maar alle goed bekend en met sfyie gemalin de latere keiierin Katharina II "stond sji op seer gespannen voet In hoeverre 8«msrow4 voorstelling van de wtyw, waarop Peter ktaser werd, niet eea weinig gefantaseerd is, wil ft hier onbeslist laten. Dat de toestand seer ge spannen was, is teker. Voor den korten tQd van retort regeering schijnt de schrijver uit goede bronnen te hebben geput Men verwachte bier evenwel geen volledige geschiedenis van hetgeen in die dagen i' Kad. Dien eisoh kan menden romantchry vei stellen. Het is reeds voldoende, als de sohrttver een juist beeld geestvan die korte regeering en geen met de geschiedenis strijdige finten verhaalt. Aan dien eisoh' heeft Sataerow vrüwel voldaan. Toch moet ik hier op enkele onjuistheden wijten. Samarow verhaalt, dat Peter omging met het plan om den onttroonden en in het kasteel Schlntselburg gevangen sittenden.Csar Ivaa tot styn opvolger te oenoemen. dat hty hem daartoe ia sjjne ge vangenis bezocht, hem naar een huis in Peter.bnrg liet overbrengen en slechts door de daarop volgende gebaurTeuissen die hem den troon kostten verhinderd werd sfjn plan geheel .ten uitvoer te iegg*n. Hiervan staat alleen vast dat Peter hem in syne gevangenis be?ocht. Wel ging destijds bet gerucht, dat hy met den gevangene andere plannen had, maar zeker is dat niet Onmogelijk is het daarom niet, , Peter seer beslist «ijn voornemen bad te kennen gegeven, om Katharina gevangen te zetten Samarow laat hem reeds een gevangenis voor haar bonwen en met gravin Ehsabeth Woronzow to huwen. Ook is naar ik meen minder juist, dat de schrijver den gevangene op den och tend dat Katharina tot Keizerin werd verheven door een monnik langs de straten van Petersburg laat rondleiden en tot Keizer uitroepen. Dit zfii echter bijzaken en te verwonderen is het niét, dal Samarow, met «jjn bekende liefde voor het roman* tiache, ook thans weder, evenals in vorig* romans, partij' beet getrokken van den ongelukkigen Iran, wiens bestaan voor de meesten een geheim was ei over wien onder het tolk allerlei fabelen verhaald werden. Het beeld door Samarow van Czar Peter III geteekend, komt overeen met botgeen ons door tfrlgenooten van don ongelukkigen vorst is medegedeeld. Niet alleen de memoires van Katharina IT, maar ook de berichten van destijds aan het ruisisohe hof levende diplomaten bevestigen hetgeen de schrijver ons verhaalt. Voor sommige biaonderheden sou men zelfs de door den romanschrijver gebruikte bronnen kunnen aanwyzen. Ook het verhaal van het verloop der crisis, die Katharina aan de regeering bracht is iu overeenstemming met de werkelijkheid. Uit dezen roman kan men xien op welke wijze Peter aich onmogelijk maakte en door welke middelen Katharina de volksgunst wist te winnen. Uit de berichten van dien t\fd tot ons gekomen, is niet met juistheid op to maken w«lk aandeel elk der hoofdpersonen in deze omwente ling, bij het uitbrcko.. der ca*astrophe', nebben gehad. HMT bod de «'«In-Hver <lns \röspel. Ge lukkig heeft hüzich daardoor niet laten verleiden om aan zgn fantasie den teugel te vieren. HO laat de hoofdrollen vervullen door Katharina, prinses Daschkoff en do Orloffs. IJierin beeft de schrijver gelijk. Men sou hiertegen kunnen in brengen dat Katharina, toen zij later in minder goede verstandhouding met genoemde prinses stond, ontkend heeft dat deze een groot aandeel heeft gehad in de omwenteling. Latere geschied schrijvers hebben evenwel deze bewering der keizerin in twijfel getrokken, vooral ook met het oog op de groote onderscheidingen door Katharina hühare troonsbestijging aan de prinses verleend. Over den moord op Peter na zijn gevangenzatting gepleegd, laat Samarow zich niet uit. Hij doet op het einde van zijn verhaal een der hoofd personen uit den Hamburger onpartgdigen corres pondent" het bericht van den dood des onttroonden keizers lezen. Zooals bekend is, hebben velen Katharina. van medeplichtigheid aan dien moord beschuldigd. Toch sch^nt deze misdaad buiten haar medeweten te zijn volvoerd door de Orloffs, die in Peter, zoolang hy leefde, een gevaar voor de regeering der keizerin meenden te zien. W. P. C. K. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. Van de groote uitgave by Spema&n (Stnttgart) Etnisch: National Ittcratttr. Historisch-kri Ausgabt, zyn thans 38 afleveringen verschenen, behelzende Gacthc's Faust, door H. Düntzer, 8implieis-imus en Simplicianiache- schriften, door F.BobertHg,&.H(Uer* .Routeren Fitsco, WietancTs Oberon, Kortom'* Jobnade. Stürmer umi Drüngcr, DM Gegner der zweiten Schlesischen Schule. Paul de St. Victor heeft een nuiteegeven werk nagelaten over Victor Hugo, dat weldra het licht sal zien. De beer Shapira heeft den tekst gevonden van net boek Denteronomium, geschreven op stokken schapenvel in Moabitijch lettersehrift Van den catalogus van bet Britscbe Museum, over Engelsche boeken vóór 1641 gedrukt, zijn twee deelen uitgegeven en het derde wordt.ge reed gemaakt Mevrouw Michelet, de weduwe vu den be roemden geschiedsohrijker, wien* memoires z|j bewerkt, waarvan het eerste deel weldra ver-. sjcbynen sal, ontving deeer dagen een fraai landten geschenke. Zy bevond, zich in een 'k.hotel te Velizy, toen. de heer Leduc, een aeraar der werkon. i ah huren echtgenoot, opmerkte dat zy. veel behagen schepte in de lanen vnn een'trgcnover het hotel gelegen goed, dat hem toekwam. Het duurde niet lang of hy zond haar een notarieel stuk, waarby het volle gebruik dier bezitting haar levenslang toegekend werd. INHOUD VAN TIJD80HBIFTEN. Devtack» Kinderthraneo, zwei Erzahlungen von Ernst von Wtidenbruch.?Die- spanisohe Brautfahrt des prinsen von Wales im Jahre 1623 von O. Jntti. -Pie FidschMnseln als britische Golonie. Schil ler nnd Fichte, von L. von Urlichs.?Uber den Zustsad nnd die ziele der neutigen Fbysik von Z. Sokncke, Gift, Roman von A. L. KieUand. X-Xin (Schlnsz). Die nene Milssigkeitsbeiregunff in peatsehlsadvon^.Xammer*. rolitische Bnndschan. Spielhagen's Teqhnik des Romans von Otto Brahm. fitterarische Notizen. Bibliographie. ? J)» Gidt. francote Villon door A. G. «W Ba nd. Eene Otbello-studie door Mr. M. P. de Haan II. Riohard Cobden door Mr. C. Sake. Booste nieuw sohetsenbook door Prof. H. E. JM0UE?Briefwisseling tusschen Jaoob Grimm, H. Tydemsn en Biflerdyk door /. S. GattL wrakhout naar " "~ ^ Fott.?* ?richt. 2. ta dkohctsf 4; L'éléctton dn mtfr il* SaM». ft. r« Gaspfflt-ise BC* A. P. to Altman. *. Le Tonkln, l» OhToe etTAu|leterre. 7. Btabüsjwmwts franoais des ootes de Guinee. 8. Les nouvellts conventions entre l'etat «t les graades compagnies, 9. Poësis. 10. Oorrefpoadenoes, sta. Ifttfttfombe* Xtyuin. (April). AlicVs roman (uit het Engelsch).-H. Mohrmann. De familie vanDalfcen.oorspronkeUjk novelle.?7r? Te Watorloo. TOE, Het dorpsqnartet Birmu en de Birmannen. H. W. Eliiabeth Jane Irving. H. W, Eea nieuwe dichtbundel. Nord wwl Süd. Erntt Wickert. Fenobon. A. Brtckner. Joseph II in Rusland im Jahre 1780. A. Th. BrOck. Lachen and Weinea. Wattüi WertKkaain. ErinneruDgen aus den mssjsoh-türkisehea Feldsuge. (Sehluss;. F. von Dukn. Ueber die "WenddeooratJoniaiMe WnUchen Hauses im Garten der Faraesina. Brieft von S. Wagntr an W, Fisoher. Bibliographie. National Review. (Angnit.) Harold A ferry. ngland and Franco b the east Thonat Tantivy. Thoughts on family politics. Hugh. E. Hoare. Homes of the crimiaal classes. G. F. Brownes, The Eogadino. TT. H. Mdttoek. The ride of the dead. St. George Mivart. National Educatiori. Philip Vernon Smith. The Mahmaland the British troops in Egvpt A. S. HM. The cattle ranche country of Canada. Hugh E. EgtrfOH. The scientific novel and Gnstave Flaubert. Franeis Radcliffe. The volunteers as a military force Bichard Jefferiet, a defence of sport. Curront Ipolitics bjj the Editors. Mac-millan's magazine. (Anffust) Mrs. Oliphant. The Wizard's son. Chapter XXVIII'- XXX. - The pulse of Engilsh art in 1883. Irish local govcrnmeut. Ranche lif ein the far West. Two Turkish islands to-day. ranpis Garnier. On «ome recent theatrical criticisms. Fortune's Fooi by Julian Hawthorne Cbapt XLIV?XL VU. Review of the Montb. Blactwood's Magneine, (August.) The Millionaire V, TheTBclka Arabs b« a Palestine explorer. Receut French Novels. Remiuiscences of a Ross-shire forest. King Utésa. Onthe Road to Roccoff Regatta. Trying the yacht. Mastor Tommy's experiment, a heather-buraing story. Jamrs Ferguson, the astronomer. Liberal subservience to Franco and its results. The Contemporary review, (August). The Suez-Caasl qaeatioa bij It. T. Reid M. P. The punishment of poual servitude bij M. DavUt. ^- Luther, II, by L A. Frouda. The Saiuts of Islam, by W. S. Lilly. Tlieanslo;ies of sailing b|j P. G. Hamerton. The Nonconformists and chm-ch-reform bij H. Jïichard M. P. The fourchief Aposües,by Prof. Godet. Europeaiiüaud Nativea ia Itidia lój A. ff. Haggarct. M. Henanonhimself by J. Llewellyn DavUi. Oontemnorary llfe and thougbt, in Germany, bjj Prof. &. H. Geffcken. Contemperary records, New books. &r. G. . Steynis. Het godsdienstig karakter der openbare, neutrale school. M. C. U. Uuber. FranKNJks levende strijdkrachten (Slot). Lwius. NederUndscb Tooneel. Nieuwe uitgaven en ver talingen. Mengelwerk. Inhoud van den Nedcrlandsclic Spectator. Be richten en mededeelingen. Die Urkunden des Grafen de Lagardie in der Universitüttbibliothek zn Dorpat, door J, G. Fréderik*. De Staat kundige tooverlantaarn of Utonisch-politische snelwagen, vervolg, door Mr. W. P. Sautijn Kluit. Briefwisseling. NIEUWE UITG-AVE' Nieuwe uitgaven in Engeland. S. W. Dixon. Matio, a poëtica! history f 3.30 Eminent Women series. Mary Lamb, by Mrs. Gilchrist f2.30. P. Fittgcrald. Kinin and Queens of an Honr 2 vols f 19.50. S. R. Gardiner. His tory of ngland, vol 2. f3.90. lïarl of Mavo. the dsims of Portugal to the Congo. f2.30. F. J. Hughes. Harmonies oi Aones and colours developed by evolntiotr, folio f 16.25. Great Mtulcians. Handel by Mrs. J. Marshall, f 2.10. tUi'gaven in Nederland: W. A. van Dolder Vz., Vadervloek en moederzegen. Drama ....... f 1. Titia van derTuuk.In'tschemeruurtje. Sprookjes. 2e dr. In linnen band . . . ' 1.90 P. Fr. Dom Wijntjes. Leven van den H. Dominions, Stichter der PredikheerenOrde . . - 2. militaire Zaken. Holland Bovenal! fiet deze woorden een welbekende zinspreuk onzer vaderen eindigt de KaK'tein-lngenieur W. Badon Ghyben zijn bengrijk artikel »Een oude strijd (ons reslingslëUel)", dat in drie gedeelten is opgeqomen in de 2e, 3e en 4e aflevering van den tweeden jaargang van de Militaire Gidt. Bet werd geschreven naar aanleiding der van de Redactie van genoemd tijdschrift ontvan gen uitnoodiging. om het ontwerp van den neer Schepel, Lid der Tweede Kamer, tot regeling van het vestingawlsel te bespreken, welk. ontwerp als het ware te beschouwen is als een tegenontwerp op het door de voor malige Regeeriog in 1882 ingediend voorstel tot herziening van de vestingwei van 18 April 1874. Beide ontwerpen waren reeds van ver schillende zijden en meermalen op uitne mende wijze behandeld; te begrijpen is het derhalve, dat de schrijver niet zonder aarze ling de taak aanvaarde, om ook tijn gevoelen omtrent het voor ons zoo gewichtige vraag stuk vaststelling bij de Wet van den omvang van den te verdedigen kring met jehulp van vestiogwérken mede te deelen. De uitmuntende wyze, waarop hy zich van die taak heeft gekweten, maar nog meer de schatrijke inhoud van zyn artikel, noopt ons door middel van dit orgaan de algemeene aandacht daarop te vestigen, vooral omdat door de lezing daarvan met aHeen een juist " " wordt terkregen van; hét tegenwoordig -' vaii den ?trijo*, llüiar ook van de tildao beeft ontwHckaW. Nu de kennismaking met de vluchtige schets van het ontstaan en de ontwikkelinf van ons vesüngstelsel, zal men verplicht wezen met den schrtyver te erkennen, dat, hoe vermoeiend ook de historische omwej moge wezen, daaruit toch ten duidelijkste biykt, hoe het tegenwoordig standpunt is voortgevloeid uit een langdurigen loop van gebeurtenissen en een telkens terugkeerende wrtyvin$ van denkbeelden;" hoe die ge beurtenissen wijzen op waarheden, die niet straffeloos mogen worden miskend;" hoe die strijdende denkbeelden van vroeger jaren en eeuwen tot zekere hoogte ook thans nog tegenover elkander staan, zij het ook in gegewyzigden vorm/' en dat, hoezeer de twist punten van naam zijn veranderd, in meer dan een opzicht ook op dit gebied een oude strijd wordt gevoerd." Na het geleverd geschiedkundig overzicht wijst de scoryver op het feit, dat ten allen ty de het voor iedereen heeft vastgestaan.dat de vesting Holland, de meest deugdelpegrondslag van ons verdedi gingsstelsel was, omdat Holland te gelijk was het van nature sterkste deel en tevens uit een stoffelijk en zedelijk oogpunt het hart des lands", en dat de geschiedenis van jaren en van eeuwen de volgende twee groote waarheden aan het licht heeft gebracht: lo. H o 11 a n d's versterking is het anker onzer onafhankelijkheid; 2o. Een verdedigingslijn is onvoldoende, door gemis aan voorzorg. Deze beide historische waarheden nu vindt men, zegt de Schr., in den eenvoudigsten vorm toegepast, in het wetsontwerp vanden afgetreden Minislor van Oorlog Reuther. Dat ontwerp beoogt, met behulp van vestingwerken, twee krachtig verdedigbare kringen te vormen, waarvan de binnenste de hoofd stad Amsterdam omvat met hare onmiddel lijke omgeving, tot op een afstand van om streeks 21/g uur gaans, en welke begrensd wordt door eene lijn, loopende van Muiden langs Abkoude, Uithoorn, Aalsmeer, Spaarndain en Uilgeesl naar Edam. De buitenste kring omvat hoofdzakelijk de provinciën Noord- en Zuid-Ilolland en wordt begrensd als volgt: de Nieuwe Ilollandsclie Waterlinie van de Zuiderzee bij Naarden tot de Nieuwe Merwede ten Z.W. van Werkendam; de rivier do Nieuwe Merwede; het Hollandtch Diep; het Haringvliet; de Noordzeekust van Hellevoelsluis tot Helder, en de Zuiderzeekusten van Helder tot Naarden. Ten einde dezen kring tegen aanvallen van de Zeezijde 4e kunnen verdedigen, die nen de aan de voor oorlogsschepen bevaar bare toegangen en havens gemaakte of aan te leggen vestinjwerken, om de toegangen en havens, met \ medewerking van de vloot af te sluiten, en aangezien de oorlog in Dene marken van 1864 heeft geleerd, dat in den tegenwoordigen tijd de overlocht von een vaar water, zoo breed als liet llollandsch Diep, volstrekt niet meer als voorheen als een »dollemansstreek," een »bljna onuitvoerbaar waagstuk" behoeft te worden beschouwd, is het ook noodig de zuidelijke grenslijn van den verdedigingskring met vestingwerkon af ie sluiten en deze te leggen op den NoordBrabantschen wal. Volgens het aanhangig wetsontwerp zal een som van 3 millioen gulden noodig wezen, om een stelling te maken, loopende van een punt bij denAmer ten 0. van Loge Zwaluwe (Harmoniepolder) langs Zevenbergschen hoek naar een punt aan het Hollandsen* Diep ten N.O. van Klundert (Kwistgelden polder), welke stelling levens op afdoende wijze zal kunnen voorzien in de afsluiting van den toegang over de spoor wegbrug bij Moerdijk. Ziedaar de «Vesting Holland," waar buiten in beginsel geen eigenlijke vestingwerken meer moeten komen te liggen, be halve het fort bij Pannerden en dat bij Wenervoort. Het eerste dient om aan vijan delijke vaartuigen den toegang naar de drie Rijnarmen af te sluiten, het laatste om den Rijnspoorweg gedurende korten tijd te ver sperren en het tijdig onbruikbaar maken van die brug, alsmede het bezit van Arnhem in de eerste dagen van een oorlog te verzekeren. Enkele der overige thans bestaande vestingwerken zullen alsdan óf gesloopt worden, óf ia den tegenwoordigen geheel onvoldoenden toestand blijven liggen; de laatste zullen mitsdien in vredestijd niet worden voorzien van bewapening of uilrusting en worden alleen nog behouden, omdat zij in sommige gevallen als permanente ve»tingwerken wel licht" nog van dienst kunnen zijn. Op de bladzijden 112?118 van het aangenaaide tijd schrift vindt men aangegeven, welke vestingwerken tot de beide genoemde rubrieken behooren, alsmede welke bedenkingen van verschillende zyden tegen de plannen der Regeering zijn gemaakt. Alhoewel de voordeelen vantper/orten door den schrijver niet worden ontkend, ja zelfs op bladz. 252 en 253 gewezen wordt op het feit, dat men in onzen tijd niet genoeg de voordeelen erkent, welke de oude spervestingen in hun tijd hadden, zien wij in den kapitein Badon Ghljben een beslist tegen stander van de sperforten op de spoorwegen. De diensten, welke die sperforten aan de spoorwegbruggen kunnen praesteeren, zijn volgens hem geen 4 millioen guldens waard, welke beter besteed kunnen worden tot verhooging van de versterking van het ban des lands; van de daarvoor gedane uit gaven zal men langer en meer voordeel kun nen trekken,- terwijl ze ons rechtstreeks iterker maken op het baliuende punt, d. j. alzoo in de ttelliiig, waarin de verdediger den aanval tracht af tt veten en zich te hand haven. Intunchen acht böliet noodig den aanvaller dénadering tot diéMellidir. te.bemoiilykan, den «'.nTsidwrof^ m id daarvan de vtr&ling vtm-de de spoorwegen, welke van 'strtjlands l over de hoofdrweren naar de «Heffing . tehoorlijk vertekent te zien. Dit doel nu is naar zyne meening te bereiken, door op .die bruggen eenige stevige ijzeren hekken en zware gecreneieerde muren, fl'efst op de pU^ers aantebrengen, waardoor de afdeeliog, met de vernieling van de brug belast, niet te midden van haar arbeid door 'svljands voorste afdeelingen zal kunnen worden over vallen en verdreven. Bestaande verdedigingswei ken, die voor het hier beoogde doel nuttig kunnen zyn, zoude hij dan ook gaarne willen behouden, terwijl bet goed zoude zijn het hier be doelde begimel in de Wet te doen opnemen, bijv. door daarin te vermelden de bevakingspotten op of naby spoorwegbruggen." De bezwaren, die bij ysgang uit het vernielen van de spoorwegbruggen zouden kunnen voortvloeien, worden- zijns intieas * overdreven. Alhoewel Kainos blijkens de Noot op bladz. 265 den kapitein-ingenieur W. Badon Ghyben in 1874 in de by de firma Braire en Corap. te Breda uitgegeven brochure: De Nieuwe Hollandsche Water linie en hare verbetering naar de eischen des tijds" (welke brochure indertyd veel opgang heeft gemaakt) op zoodanige bezwaren heefl gewezen bij eene vernieling van de groote overspanning der Kuilenburgsche brug op de Lek, zoo zijn deze niet van denzelfden aard by de vernieling der bruggen op de Waal en den Usel, terwijl een dijkbreuk langs den Usel niet zulke ernstige gevolgen heeft als een langs de Lek. Evenzoo is Schr. geen voorstander van het behoud van Neuzen, om een «vast punt" in Zeeuwsen Vlaanderen te bezitten, daar een veldleger geen steun kan vinden in een vesting, die niet tevens een verschanste legerplaals is. Beter ware het Neuzen te laten liggen voor hetgeen het is, de vesting, die ons wellicht veel kan schaden, op te nemen in de lijst der fuilftlacftlige soort van vesiingwerken, en na nog eenige jaren vrede als wanneer zij door bebouwing van zelf onbruikbaar zal zgn geworden, tot de slooping daarvan over te gaan. In het wetsontwerp van den Hoer Schepel, dat, met uilzondering van de stelling Am sterdam, eene opruiming van het geheele bestaande veslingslelsel beoogt, zijn, volgens Schr., de beide vroeger genoemde historische waarheden geheel uil het oog verloren. Van verschillende zijden heeft men reeds doen uilkomen, dat zijn stelsel geenszins minder vraagt aan i i na n ei e el e en personeele lasten, omdat het een verplaatsing van nagenoeg alle militaire werkplaatsen, magazijnen en dergelijke onver mijdelijk maakt, terwijl het Wet kan leiden lot vermindering van de levende strijdkrachten die immer den besten, den eenigen waar borg zijn tegen schending van onze neutra liteit. Men heeft aangetoond, dat het geenszins minder vraagt aan tijd van voorbereiding met het 00% vooral op de approviandeering der hoofdstad. En men heeft bewezen, dat het daarentegen veel minder geeft aan zeker heid, dat wij zullen slagen omdat het ons waarschijnlijk berooft van de vereisclite pertoneele krachten, omdat het al dadelijk onmisbare m a t e r i e e l e hulpbronnen zeker prijs geeft, en omdat het zoodoende onvoorwaardelijk het hoogste doet verloren gaan de m o reële kracht van het zelf vertrouwen." Behalve het bovenstaande, dat ook Schr's gevoelen teruggeeft, voegt hij alsnog den heer Schepel toe, dat hij hem de zedelijke bevoegdlieid onlzegt von op militair gebied gebruik temaken vanzfjn recht van initiatief en wel, omdat hij ingrijpende voorstellen doet over zaken, waarmede hij tlecht» ten bekend blijkt te zijn, al moge in het voorloopig verslag omtrent zijn omwerp ge zegd worden, dat» hy aangaande hel onderwerp door nauwgezette studie tot een vatte over tuiging it geraakt" Evenwel betuigt hy den heer Schepel zijn ongcveinsden dank voor de waarschuwende stem, welke hij heeft doen hooren en waar mede hij do nalie opnieuw heeft herinnerd, >dat ons onafhankelijk bestaan veel van ons vraagt, en dat het behoud onzer vblksvrljheden dus geen waarborgen vindt by hen, die daarvoor slechts weinig wenschen te geven" In n opzicht zelfs deelt Schr. in het bezwaar van den neer Schepel, dat de vesting Holland wellicht te groot kan zyn en wol by een gellJkUjdigen aanval te land en tef zee. Aan gezien het verkeerd zoude -zijn op den steun van een zeemogendheid te rekenen en in dat geval het zwaartepunt aan de ZuU-HolIandsche kust ligt, alwaar wy derhalve het sterkst moeten zijn, moet tijdelijk een gedeelte der Motd-Hoflandsche kust onbewaakt kunnen worden gelaten. Ten einde aan een in NoordHolland geland leger de nadering tot de eigenlijke stelling van Amsterdam te beletten, en de verbinding dor hoofdstad met de buiten wereld door het Noordzeekanaal te verzekeren, acht de schrijver het noodig, dat, in verband met Uitgeesten Umuiden, tusschen Beverwijk :n Wijk aan Zee een krachtige verdedigings linie wordt gemaakt, n verwacht hij mits dien dat de heer Scbèpet by de behandeling van het regeringsvoorstel tol herziening der Wet van 18 April 1.874 een amendement zal indienen, om in. die wet te lezen: de stelling van Amsterdam, met die van het tfoordzee-kanaaL" Wij hopen, dat het hier gegeven overzicht in menig opzicht een uittreksel van iet artikel van den Kapitein-lpgenieur Badon Jhyben de lezers van dit weekblad moge aansporen oni nader kennis' te maken met don an en met- dégronden, 4raarop f._*l- C-.'.i; ;«...? . .«.<>?? r. ..~ -gij' - -?.'?? ~5 wyden?welke het ten volle verdJeat, tot 4 overtuiging moeten geraken, dat, by h* bepalen bij dt Wtt van hetgeen verdedigd zal worden, vooreerst het verdediginggpS, geregeld moet worden naar onte ei ge» jstrydkrachten en niet naar die m eventueele bondgenooten,da«rb-j eerste iets ««tart en, het tweede iets ontettr, Is, en ten tweede, dat boven allee de ver dediging van Holland op den voorgrond behoort te staan. Immers: Rollaai «is het gedeelte, dat het meeste bevolkt k i waar de meeste rijkdommen zijn, de meent ^hulpmiddelen om een oorlog te voeren; da* »is de eetel der regeering, de hwfditad; duf »zljn de groote kooptteden, de voornaamst tuerven, arsenalen, magazijnen en inrichtingen >lot instandhouding van strijdkrachten. Zoo. t lang wij meester blijven win dat geioicfttigttt t gedeelte, vota diékern dei land», beetaat d, »mogelijkheid om een oorlog vol tt Aoudm, tweUte tegentpoeden men ook heeft ondervonden t welke veromrinffm de vyand in andere g *dtelteAdet landt ook het ft gemaakt. Nederlaag »kan in 1672 den kamp volhouden, omdat * Holland ms vrijjtèbleven; Denemarken kan >in 1648 den strijd blijven voortzetten, omdat «het zyn voornaamste hulpmiddelen op dt »ontoegankelijke eilanden had. Zoodri «Holland is overheerd, is onze «kracht gebroken, en zal er weinig »hoop meer zijn op het behoud van onzl »onafhankelijkheid. Dat is een waarheid, dit »un onze vaderlandsche geschiedenis ove> -tuigend blijkt." Eerst wanneer al het andere verloren is, >kan bij Amsterdam nog altijd een laattt verdediging plaats hebbed, zulk een verdigiot is echter slechls te besshouwen al een laadt ten uitent hulpmiddel. Wanneer dia gêea ?bondgenoolen ons ter hulp komen, dui »hebben wij weinig hoop, om den vyari i weer uit ons land te verdrijven en om tonafhankeiykheid te behouden." »De verdediging van Amsterdam >«n middel om tijd te winnen en déhnlf »van vreemden af te wachten, t maar zoolang wij meester blijven van Holland, kunnen wij o p o n z e e i g &n krachten bouwen om den oorlog«wrl te feilen. (Generaal Kaoop). ARES. SCHAAKSPEL No. 30. Jtóden ond-rcdsct. r»a' 2WAET. No.318 DB AMSTTÏE D AMM KR, WEEKBLAD VOO B NBDBBLAN». "Alt «peelt voor en geeft In i sotton mat (WK 6, Zwart i stnkta» mat K C 8). Oplossing van SchaakpraWaem Ni. 28, E C - O 41 C * D 4 Damo g««ft m»t. H 6 nt O 4 (? l' t F of «ndnz, ,."!'.' ..... V t SS (b a B 7 O 7 K. onverschillig, 8 D. F 8 of D i uut. (b) l ..... K. E S (O 3 B 7 P8+ ES -D3 S V 3 O 3 mit. (e) 1. ..... H 5 -H* (i 8 B 7 D 7 K. speelt. 5 D 7 eo«ft m.i (Het v»rUtle). INOEZONDEN OPLOSSINGEN. No. 39 IS jaist Opgeloit door W. v. H. te Delft; W. d. V. «a Henri bolden te Amsterdam; alsmsde M» S8 E U. H. on B. M. B. te Amsterdam. BCHAAKNIEirffS UIT LONBEH. De navol(»ade ptrttf U door de tweeden prU-wbuiff Btelniti tegen Engliseb (eenvtjfdanprtf-«lon«J verloren. De party i» da zoogenomnde Weener-opvoln» mat het nitr B t ei n 11 > «eiren genoemd*. g*mbt*t Dat dit een sterk, maar ook een hoogst (marUjk sp*l kan geren, bewjjlt onderstaande partij. Wit (Bteinits). Zwut (EnfUUoh). 1. E.-S* E 7-E 5 a. B l O S B 8 O 6 3. F 3 P 4 K B nt. F A 4. D 9 -f D i D 8 H 4. 4> C. E l E3 D 7 D S 6. E t nt D S H 4 B 7 47. E 3 P9 B 7-H* + 8. 03-OS (a F int OS + ». F 3-O a F 8-D« 10. D 8 nt O 6 (b O 8 nt H 4 11. D l F 3 H 3 , O l D. * 13. O 3 nt O l H 4 . D 4 13. O l BS D 4 F 8 14. F 3 E 3 O 8 E 1 15. F l O 3 B T nt O 6 18. C3-E4 F O-O O : 17. O 8 O 4 O 8 O 4 18. B 3 F 2 Hökioart?O 19. A l - B l B 7 - F 6 (a 30. E 4 nt D 6 F S nt E S 91. El. ES O 8 D 6 Na nog «enig* tettan itrü^t wit d* rlsf. t) Wtoneer wit weder F 3 E 9 gespe«ld bid, «* cwut xyn Uatsten zet berhMld hebben, ton einde n» spel reml*e te mikon, wat, d*»r by bt| overspelen des voowet zon gekregen nebben, «n klein winsue w»w goweett. Ia elk geval kon wit, die den »»BV»1 bM, S**4 mMsliit' «pel .aannemen. b) Beier ware geweest dame op B 11 . «t Zwart sneeft met groots MdMhtfMmb-M, gw geon enkel. voordeel door hem reedi bebiwld, ~ ?????? - - rtn het ipet U mi: Wit tt.-fc l,! . 't'A». ?**. ?? ^ *a-*»f' * w M .D.*** SM* HI.UBURÖ, Eenvklaps bad een vreeaeiyke nn mQ meesier gemaakt, loodat ik dwars gooor het dennenboschje liep, om spoediger tyuis te zijn. Oe takken sloegen my in het gezicht, ik lette er niet op; met vliegenden Ifflem stond ik eindeiyk onder de linde, naast de bron; een vaalgrtyze schemering leg over Béoude muren en de toppen der boomen, en toen ik na alles zoo vreedzaam xac lig«n, werd ik ook weer kalmer gestemd^ Ik ging door de tuindeur,, klom tegen het klimop op dat haar venster omgaf en wilde eens zien waarmede zy noh ia de eenzaamheid bezig hield. Eerst zag Ik niets, want mijn ,Öog moest aan de schemering daarbinnen srennen, maar toen.... ach, Johannes, hoe ben ik van het venster naar de bank geko men, waarop ik mijzelf terugvond t Mijn vrouw en mijn vriend l Ily lag vóór haar op de knieën, terwijl zij in een leunstoel zat; hij had haar handen in de zijne en boog zijn hoofd over haar heen geen gedruis, geen gerucht stoorde hen in het eenzame huis. Hy, die er het recht toe had, was im mers in het bosch. Toen vloog een booze gedachte my door het hoofd. Ik scheurde mijn geweer van mlja schouder en legde op het venster aan, maar wierp het toen ver van my, verborg myn hoofd in mijn han den en toen brak het somberste uur myns levens aan. Ik ging eerst laat naar mijn kamer en wachtte op haar voetstappen wat ik met haar vóór had, wist ik zelf nog niet, ik was zoo boos, ik verachtte haar op dat oogenbUk zoo diep, dat ik haar als een hond had kunnen wegschoppen. Eindelijk hoorde ik haar komen, de deur der kamer werd lang zaam opengedaan en zij stond zoo schoon, zoo slank als ooit op den drempel; weenend en bleek trad zij op mij toe en toen zij voor mij stond, zonk zij op den grond, t Henri, Henri!" klonk het in mijn oor en zij strekte haar gevouwen handen naar mij uit. Wat zij nog verder zeide, verslond ik niet, de woorden bestierven op haar lippen. Toen sprong Ik in woesten toorn op en greep haar met een ruwe hand aan, 'k bracht naar uit de kamer en geleidde haar over den drempel van mijn huis. Machteloos volgde zij mij, uit haar oogen schoot nog een blik als die van een doodelijk gewond ree. Ik zeide niets en wees slechts met de hand naat. dan. rüweg, maar toen begreep zij mij eensklaps; fier en met opgerichten hoofde stond zij voor mij, als ha4 niet zij maar ik schuld. Haar lippen bewogen zich, als wilde zij spreken; toen ging zij met een verachte lijke beweging mijn huis uit, den weg naar het bosch in en toen zy uit het gezicht was, nam ik mijn geweer en zwierf dien nacht mét onuitsprekelijke smart in het hart door het bosch. Toen ik tegen den morgen naar huis terug keerde, bezielde mij slechts den eenigen wensch, dat zij terug gekomen mocht zijn, hetzij schuldig of niet; ik-bevond mij nog geheel in de macht dier noodlottige vrouw. Jobst verhaalde, mij ontsteld, dat mijn vrouw den geheelen nacht niet thuis geweest was, waarop ik bitter glimlachend ten antwoord if: zij zal wel een onderkomen gevonden lebben. Op dit zelfde oogenblik kwam er een ruiter aangedraafd en herkende ik aan het Isabelkleunge paard prins Chrisliaan; toen wierp ik Jobst mijn geweer toe, opdat er geen ongeluk mocht gebeuren, zette mijn hand in de zijde en zag hem met een don keren blik naderen. Hij wilde mij de hand geven; zijn haar liing Wanordelijk over zijn voorhoold; zijn kleederen zaten .zoo slordig en hij zag er uit als iemand, die dien nacht in groote smart doorgebracht heeft. »Ik moet u spreken Henri," zeide hij toonloos; >ik moet voor uw vrouw spreken." Toen lachte ik hardop. >Hijn vrouw? Ik wist niet dat ik nog een vrouw had en (lat ik er een gehad hen, heb ik vergelen." ».0m 'g hemels wil, Henri," riep hy ont steld, i wat beduidt dit? Hoe verschrikkelijk riet «y er uit 1 Waar is Fredrika?" »Dat zult gij wel beter weten dan ik," antwoordde hij. Ily werd bleek als de dood. »Is zy weg," riep hij, hebt gij »Henri i zljt een ruwe, gevoellooze kerel," riep ij uit, »glj zljt met waart dat zij u ooit een blik gegund heeft; gij hebt haar nooit lief gehad/' EQ weder moest ik luidkeels lachen. »Glj hebt , daar misschien meer verstand van," hernam ik, »ik toch ben geen hoveling en geen prins en heb niet in Parys geleerd hoe men de vrouw van zyn vriend verleid." Maar hij luisterde niet naar myn bittere «oorden; wanhopig stelde hy zich aan en beval knechten en jongens myn vrouw te Kaan zoeken, en weenend en schreeuwend fiep de vrouw van Jobst heen en weer die steeds herhaalde: dat mevrouw zich wel een ongeluk kon toegebracht hebben; zij was reeds geruimen tijd zoo rusteloos geweest en had somtyds zoo erg gejammerd en ge weend. ' >Ach, heer," riep de vrouw en viel voor n>U op de stoep neer waar ik nog steeds onbeweeglijk stond, »ik overleef het nietzy, «eefi zich verdronken, verdronken." Toen kwamen de woorden mij weer in de gedachte, die Frederika aan den avond van ons hnweiyk tot mty gesproken had. »!k toti dan weMeiQQpen nimmer, nimmer.weer'ge gaf het 100 .acfaeJea; ty| d» eerrte verzoeking wu « 'verdsrenifc Toen maakte eea vreefgiyke wanhoop zich .weder vu n, mttttor,; God indien het een* waar wwe n iy koud «o bleek in het 'water lag! Ik vloog de stoep af, ik wilde haar «oeken, maar wat ging my aan t Iemand anders zocht haar immers reeds met de wanhoop der liefde zy zelf had my immers daartoe het recht ontnomen. Ik ging naar myn lemmer en liep daar op en neer; nn en dan viel mUa blik op mijn geweer en vroeg, ik.my lelf af, of het niet beter was aan myn ellendig bestaan een einde te maken. »Om een trouwelooze vrouw," vroeg ik du, t U uw leven dan niet meer waard, daa wik een prijs?" Ik deed de deur van naar kamer open; alles lag en stond daar nog juist alsof zy haar zooeven verlaten had op het tafeltje voor het venster lagen boeken die prins Christiaan haar gebracht had een kanten doekje dat zij zoo gaarne over het haar droeg, en in een kristallen vaasje een veldbouquet; het kleine met ivoor gemonteerde spinnewiel was tegen den muur gezet; het was mij als zag ik haar sierlijk handje de fijne draadjes spinnen. > Frederika, Frederika l" riep ik wanhopig, i het kan immers niet waar zün; het is slechts een droom, een vreeselljke droom geweest; gij moet terugkeeren, het moet alles tusschen ons weer worden als het vroeger was, neen beter en schooner nog; wat heb ik u toch gedaan, dat gij my zoo% diep ongelukkig maakt? Maar alles om mij heen bleef doodstil en zoo lag ik weer uren voor haar stoel ge knield, met haar doekje tegen mijn gloeiende wang gedrukt, totdat het donker werd; slechts het tikken der klok toonde aan, dat de tijd niet stil stond. Toen hoorde ik verwarde stemmen en de jammerkreten der vrouw van Jobst, en loen ik de kamer uitvloog, zag ik bij het onzekere licht der fakkels mijn vrouw! Prins Chris liaan had haar in zijn armen en legde haar op een bank neder; zij zag bijzonder bleek en strak en uit de lange blonde liaren en uit haar kleederen droop hel heldere water, dat in de gang zijn natte sporen achterge laten had. Myn hart stond stil; ik moest mij aan den muur vasthouden, de menschen otn mij heen waren eensklaps stil geworden. Ik wilde tot haar gaan, maar prins Christiaan trad mij in den weg, hief afwerend de hand op en zeide: twat wilt gy nog van haar?" Toen wendde ik mi) af en ging naar mijn kamer. Toen de dag aanbrak was ik een ander inensch geworden Johannes. Men zegt immers, dat ik een hart van steen heb, nie mand weet hoe week het geweest is. Ik vroeg niet waar men haar begraven wilde, wat ging het mij ook aan ? Men be handelde mij, alsof ik een vreemdeling was in mijn eigen huis; de oude tantes uu het gesticht kwamen ter begrafenis, maar vroegen niet naar mij; ik was immers een man zon der hart, gevoelloozer dan een .steen; ik had haar laten vei k wijnen aan mijn zijde en had haar tot .die wanhopige daad gedreven. Den nacht voor de begrafenis ging ik naar de zaal waarheen men haar lijk gebracht had; de maan scheen helder door net ven ster en liet my dat gelaat zien, dat ik meer bemind had dan mijn leven en dat nu door den kouden slaap des doods verstijfd was; ik wilde die fijne witte handjes drukken, diéop haar borst te zaarn gevouwen rustten, maar weder overviel mij die vreeselljke arg waan; was die hand niet trouweloos geweest, even bedrieglijk als die bevallige vronw; haar liefde was leugen en bedrog, haar vriend schap leugen en bedrog, de geheele wereld leugen en bedrog. Een half onderdrukte vloek kwam over myn lippen, en met zware schreden verliet ik het droef vertrek; het dichtslaan der deur dreunde door het geheele huis. Toen floot ik myn honden, nam het geweer over den schouder en liep rusteloos door het bosch. Hoe dikwijls heb ik later in lange nachten des zomers bij maneschijn, in den herfst bij storm- en windvlagen door het bosch ge dwaald, steeds met dat bleeke vrouwecgelaat voor oogen l . Op den morgen der begrafenis stormde het 'oo geweldig, dat de knechten die de Hjkjdst droegen nauwltjks konden blijven slaan en de wind met woest geweld door de bladerlooze boomen gierde; de sneeuw dwarrelde door de lucht als bode van den naderenden winter en strooide haar witte vlokken als zooveel witte bloemen op de dennenkransen waarmede de vrouw van Jobst de lijkbaar had versierd. Ik drukte mijn voorhoofd legen de ruiten en staarde den kleinen stoet, die nu door het vreeaeUjke weder ging na, maar myn hart had er geen deel aan, het kon niet meer weenen en weeklagen; het was gestorven Johannes, het was koud en dood even als dat in die lijkkist. De hond kwispelstaartte naast mij; dat redelooze dier voelde zeer goed, wat het verloren had; in den gang hoorde men het jammeren en weeklagen der vrouwen. Toen de laatste man van den lijkstoet achter de boomen verdwenen was, sprong ik op, liet mijn paard zadelen en reed naar het slot; toen ik echter prins Chrisliaan verlaagde te spreken werd mij gexegd, dat hij op reis gegaan was, niemand wist waarheen; een briefje dat Zijn Hoogheid voor mij achterge laten had was juist aan myn huis bezorgd. Toen keerde ik om; er vloog eenspouchug lachje om mljo mond, judat is het ware, zeide ik tot mijzelf trouweloos ea laf hartk en die is nog wél van doorluchtig,/IMF " mesisetoa dl* ifc tri'eBkwam ontweken my «a zagen my ontsteld aan; een jong meisje hoorde ik Mggaa: >Hler kaa men Hen wat mannentronw beteekent, voor een half nar is xyn vrouw begraven en na rydt by daar waar heen alsof er niets gebeurd U moeder, ik neem geea man." i God behoede a voor zulk een onmensen," was het antwoord der oude vrouw. Toen ik tehuis kwam opende ik den brief. »Het is het beste," boette het daarin, >dat voorloopig alles tusschen ons onopgehelderd blijft, want gij zoudt het niet kunnen ver dragen de waarheid te hooren. Ik ga heen omdat ik niet met u dueUeeren wü. Ook thans nog uw oprechte Vriend .* Dit te gelooven, zou meer geweest lyn, aan men van mij kon verlangen. Jaren later leidde het toeval my langs Frederika's graf; het was op denzelfden datum dat ik haar jaren geleden mijn bots binnen leidde. Ik dwaalde wanhopiger dan ooit rond; ik was een verlaten, somber man, dien de menschen verafschuwden; booze tongen had den verschillende sprookjes over my uitge strooid, die mij als een monster en een onraensch deden kennen. Onder een eeuwenouden eik was zy be graven; rondom ruischt het door 't geboomte; en heersenen de vrede des wouds en ook de een zaamhcid. De uit sieenen opgerichte graf heuvel was eenvoudig en zonder versierselen; in het bosch voor het graf had men een weg aangetsgd, aan welks einde men het hertogelijk slot zag liggen, dat eerbiedig voor den vrede van het eenzame graf scheen te waken. »Zelfs nog in den doodt" mompelde ik en wendde mij met een bitteren glimlach af. Prins Christiaan keerde eerst na verloop van jaren terug, toen ik lichamelijk nog jong, maar in myn ziel reeds een grijsaard was. Zulk verdriet verteert Johannes, zulk een smart maakt oud voor den tijd. De prins trachtte mij te spreken; ik wees hem af, daar mijn hart zich ligt door toorn en droefheid kan laten vervoeren, den eer bied voor den broeder des hertogs uit het oog te verliezen; de broeder des hertogs, verder was hy niets meer voor mij.?Niet eens, neen honderdmaal herhaalde hij zijn poging, maar ik trachtte hem steeds te ontwijken. Na verloop van eenige jaren wierp een hevige koorts hem op zijn legerstede en toen men mij zeide, dat hij wel zou sterven, ging ik naar hem toe en stond aan zijn bed niet liefderijk en vergevingsgezind, neen als rechter. Toen bekende hij my, dat hij haar reeds in stilte had lief gehad, voor dat ik haar had loeren kennen, maar dat zij dit niet had ge weten ; hij had haar toen a> mijn vrouw teruggevonden en ontdekt, dat zij niet ge lukkig was; toen) was de hartstocht in zijn hoofd en hart ontvlamd, zoodot hij steeds slechts haar droef gelaat voor oogen had. Toen hy haar nu eens in tranen had ge vonden, had hij zich niet moer kunnen be dwingen maar haar zijn Helde bekend. ? Gij weel wel, Henri, welken dag ik meen," voegde hij er bij, terwijl hij doodsbleek werd. >Zij wees mij met strenge woorden af, zij zeide dat zij slechts n man beminde: Die man waart gij Henri, gij!" Hij richtte zich nu in 'de kussens overeind en nam mijn beide handen in de zijne. »U alleen, beminde zijl" herhaalde hij, i haar verdriet, haar kommer was zij meende, dat gij haar niet liefhadl; arme Henri, gij hebt elkander nooit begrepen nooit be grepen! Dat is hard l" Toen zonk hij uitgeput in de kussens terug, na een pooze fluisterde hij nog eens: ? Vergeef mij Henri, om harentwil I Zij heeft slechts u en u alleen bemind l" Ik bleef bij hem zitten, en hield zijn-ver stijvende hand in de mijne, totdat de eeuwige slaap zijn vermoeide oogen sloot. Van zyn sterfbed spoedde ik my naar haar graf. Johannes, weet gij wat berouw is? God bespare u dal! ? Het is reeds laat f De schemering valt; hét lied deV vogelen is verstomd. Koud dringt het door het venster naar binnen ik ben oud! Voorbij zijn liefde, haat en lijden voorbij Johannes! Wanneer gij ooit in myn buurt komt, bezoek my dan niet, ook al mocht ik nog in leven zijn; houd liever het beeld mijner jeugd in uw geheugen! Dat is beter. Ga echter niet voorbij haar graf; gij weet dat zij bij het dennenbosch ondereen eik rust En wanneer gij dan op een steen die woorden leest, denk dan aan haar en denk aan mij, Johannes, als aan iemand, die het nooit be grepen heeft gelukkig te zijn. Geschreven in het Roode Huis. Uw VrienoY Henri Mardefeld. o toon mijner stem was weggestorven en de kamer was met een gulden avondschijn gekleurd, even schoon als toen voor vele vele jaren, die eenzame, ongelukkige man deze regelen schreef. De gouden schijn lag ook buiten op de toppen der linden en kleurde de muren van het kleine vertrek met een prachtig rood, even als de liefelijke meisiesRestaUe die ik in mijn armen hield. »Frederika," zeide ik .zacht en kuste de weenende oogen. Hoe was do toenadering tnsschen ons beiden geschied? Ik weet het niet meer. ? Het was myn schuld," zeide zy eindelijk na een lange pauze, ik was boos en stljfhoofdig." »Neen, ik; ik had je toch ook regelrecht kannen vragen/* antwoordde ik. »0 ik dacht, dat gij niet meer van mU hield v (te* gU «y nooit .feschreven hebt" »Ik roooht immers niet, liefst», Ikhadhet ? * - ^» .,_, ,** * r ' ' ? *0 lrich, ik wat zoo ongelukkig!" >£n ik niet minder. FreÖerikTr Toen ik in haar blauwe pogen zag las ik daar eea veelbelovende verzekering in: neen, nooit zal ik my weer trotsch jegens u gedragen. En in mlja hart beloofde ik haar ook iets en deze stomme gelofte hebben wy beiden tot op den huldigen dag gehouden, en reeds sierde voor een jaar o? vyf de zUverkrani het hoofd mijner vrouw. Op den terugweg hebben wij het eenzame graf nog bezocht, en heeft Frieda een dennenkrans op den met klimop begroeiden heuvel neergelegd. Wy zaten daar hand in hand op het kleine bankje en boven ons fluisterden en ruischlen de bladeren in den avondwind; soms klonk het ons jubelend, dan weeklagend ia bet oor; hy vertelde ons van ben, die hier rustten en die bil zoo goed had gekend, van de schoone, ongelukkige vrouw; vanden braven, rechtschapen man die zoo teeder bemind had; van een oneindigen schal des geluks die hier begraven lag, daar zy beiden hem niet hadden weten te vinden. Oom kwam ons tegemoet; de maan kwam reeds boven de bergen op. i Nu" vroeg hy »hebt gij de geschiedenis gelezen?" >Ja vader!" zeide ik. Hij knikte, glim lachte ernstig, drukte ons de hand en kuste zijn dochter op het voorhoofd. Nu begreep ik waarom hy my die oude, geel geworden bladzijden gegeven had. SCHOOL. DIDASKALIA. XXX. Er doet sen verbaal in de schoolbladen de ronde, waarda redsoteor, dat minst geuomen seer vreemd klinkt: soosls gjj weet heelt de stasi *4jne hulp geheel onttrokken un het onderwijs ter oplei ding van onderwijzers voor de hoofdacte; vele gemeentebesturen nebben ia die leemte voorzien en hebben een cursus geopend, waarvan «y ge* deeltelök de koston dragen, terwyl er van de onderwyaers eene kleine h^drage gevorderd wordt. Nu schijnt het dat in eene gemeente als Leeu warden zulk een cursus niet bestaat en dus de onderwijzers (34 in getal) zich zelve trachtte te helpen; ieder zal zeker verbaasd hebben opge zien van dit bericht, omdat eene groote gemeente, die voortdurend zooveel voor onderwijs dort, na juist datgene verlaat wat all heilzaam middel .voor de haud ligt ooi het hulppersoneel lang te houden en niet al te duur te moeten betalen, omdat de hulponderwijzers gaarne in plaatsen tyn, waai* aÜvoor hqnne verdere stndie hulp kunnen vin den. Zy, die zich dus zelve moéten helpen, heb ben samen een cursus opricht om zich te bekwa men, doch ondervonden dezer dagen eene teleur stelling welke zijniet verdienden en niemand zeker verwacht had: aangezien het hunne krachten ver téboven ging om zich eene verzameling ftatorarkundige instrumenten aan te schaffen vroegen zQ aan het gemeentebestuur vergunning om die van het Gymnasium te gebruiken, te meer omdat de leeraar in natuurkunde van die inrichting bun daarin les geeft. Het advies van Curatoren en minister werd gevraagd, en omdat beider ant woord ongunstig was, gaf de raad een afwijzend besluit. 't Is niet aliten voor de betrokken onderwijzers eene groote teleurstelling,'maar bovendien ver bazend vreemd dat een gemeentebestuur afwij zend beschikt on een verzoek, dat het toch in direct ten vooraeele strekt; maar nog vreemder is het dut de Minister van Binnenlandsche zaken er tegen is, want na die hulponderwijzers toch ook een paar lessen op de Kgks Hoogere Bur gerschool ontvangen is daardoor het bewijs ge leverd dat Z. E. daarvoor wel varlof gegeven heeft. Zouden curatoren en andere autoriteiten te Leeuwarden zoo trotsch zyn op haar Gym nasium, en zoozeer tegen bezoedeling daarvan wezen door anderen dan door aanstaande academieburgers, dat s|j daarom den toegang tot dat heiligdom niet voor gewone onderwijzers ont sluiten willen? Als het zoo is souden zy zich, dunkt my, nog al belacheljjk gemaakt hebben. Van het gezonde verstand der Leeuwarder Cu ratoren verwacht men zeker eene flinke op heldering. Uit Breda liepen in den laatsten .fjd de leeraren by het middelbaar onderwijs nog al eens weg; men heeft dit aan allerlei gezochte en ongezochte oorzaken toegeschreven; officieel en officieus is er heel wat over te doen geweest, en heeft men ge tracht een palliatief togen die wegloopery te vin den. Dezer dagen U het besluit genomen om voortaan de leeraren allen definitief aan te stellen, ellicht omdat men meende, dat sollicitanten zich door dat tijdelijk" aatstellen lieten afschrikken. Na ik toch ia Noord-Brabant ben, deel ik a nog als entremet mede, dat in een vrjj r|jk dorp van die provincie voor korten t(jd in don ge meenteraad een verzoekschrift van den hoofd onderwijzer der openbare school kwam, met het verzoek om rondom de speelplaats een jjseren hok te zetten. De burgemeester, die, soo het schynt, nog al zuinig u uitgevallen, zeide. dat de school haar karakter als openbare school verlie zen ion, wanneer men dat speelplein met oen hek afsloot; de hoeren raadsleden waren het ia 't be lang der gemeentekas met hunnen voorzitter eens en.», de speelplaats wordt nn niet ommterd en bluft openbaart . . , , - , ? In mijn vorigon brief kwam reeds iets voor omtrent hst sneuvelen b|j d hoofdonderwfizersexauens, en b(J het inzien der dagbladen zie ik, dat ik my niet vergist heb: indeafgeloopenweek werden er by de zes exaraeu-coramistiëo 156 per sonen geëxamineerd; van dezen slaagden er 87, dus iets meer dan 33 pCt.; voorwaar een schrale troost voor hen, die nog ondor het mes moeten komen; er styn trouwens in die week verscheidene slachtoffers niet opgekomen, die duseëneerUJken terugtocht verkiezen boven een ««keren dood. In India gaat het by de examens ook redeiyk bar toe. Zoo Lu ik dezer dagen dat van 22 aspi ranten slechts twee het diploma van inland-ch onderwijzer gekregen hadden, bjj gelegenheid dat de inspecteur voor inlandsen ouderwSs.dat exa men afnam. Men sotfijnt in ons Insulinde toch van gedachten veranderd te *1jn in de quaestie van de uitdrijving der Chineesenoit de middelbare school, althans er wordt van gesproken datZ.Etcetl.de Gouverneur-Generaal dat middeleeuwsche besluit soa intrekken. Uitdrijven uit de school sohtfnt anders zoo vreemd niet, adres aan die fraaie historie en baar gevolgen te Aduard thans wordt er een ander verhul gedaan ombreng Oost en Wetsouburg in Zeeland, waar de school niet tl te groot is, en men on die reden kinderen boven de 12 jaren, van wet betalende dus on vermogende ouders wegzendt, terwijl d> kin deren van de betahndon nog na aten V saonn-bujven. Welk eene sondeilinge wüi . . haBdelta! Zou de minister van BinswnUndsohe saken zulk» weten of nebben goedgtkemrd. Een grappig- m»dedseUs« .doet «te T§dt die ,** b*riohl sooaU h«* ta «f» VHA voorkomt : U* k het: De uismwe oitvindmfe* op sehoolmbied niet stil - Zoo wm oas iMdtdeett is aan de hoofden der openbare scholen alhier van de sgdf van h«t smneentebestoir M .gegeven, on a) hut* leerlingen n» de veoenUe & rnetea. O» n**teenl sou geaotnea worde» met het doel om aan elk Uadti ti B met sohoolbank te oesorgsn. Of wgn^sdoimstokleV of metermaat voor de operatie sullen verstrekt worden, wu onsen beriontgever, <Ue s0n mede deling vit de meert stellige bron gepit M*. niet bekend. Onmotttyk dunkt het ras Tafat, >* op de eerstvolgende begrooting een nieasie post voorkomt «Is tractement van een binnenkort aan te stellen ambtenaar, die geregeld met d* kindermeting belast w.rdt. ITe hoofden toon onzer openbare scholen hebben net met beant woorden van missiven, het opmaken van rWtrtieken en het audiëntie geven op bepaalde dagen van de week reeds sdó druk, dat men van hen, ach armen l móeielflk nog meer arbeid bij hun karig* (!) bezoldiging kaa verlangen. #en ssak echter sal van bet doorvoeren van desen maat regel zeker hét gevolg sla, nadenk dat d «meetkunde" voor goed lol ds verpachte examen* vakken tin de Jwofden" sal bltivèn behooren-* In Amsterdam «M «ent onlangs zulk een flinke maatregel genomen ton opzichte .van het l openbare scholen, doch volgens een aan Baad gericht adres van het Bestuur der Unie sou het getal nog onvoldoende *jjn, omdat ouders, die b() nieuw te- openen openbare scholen wonen, a 't vervolg hun kinderen daarheen zullen zenden in plaats van naar de bijzondere scholen, coodat genoemd bestuur meent dat, hoewel het di"iH?w is voor hetgeen beloofd werd, het er toch op w^sen moet dat het getal nieuwe scholen grootar moet zün, omdat het gemeentebestuur bij de being daarvan sleehts gelet schijnt te hebben op getal ingeschreven leerlingen die niet geplaatst konden worden. Overal is men druk bezig met de verende» ringen en verbeteringen, welke de nieuwe school* wet ebeht, zoodat het als een wanklank luidt, wanneer wfl lezen dat in het zuidwesten van friesland, dos aan de sQde der oude hoofdstad Stavoren, bijna nog niets gedaan is. In November 1880 werd er door de hoofden der scholen eea femotiveerd leerpKn ingediend: dit i* ter griffie fedeponeerd en by de autoriteiten in het on* (ere«de geraakt ; na werden de onderwijzers op lienw uitgeooodigd om zich aan het werk te be geven, en aldus hebben z{j zich met frisichea moed aan den arbeid gezet om huu plannen we* derom in te dienen. Benige maanden geleden heb ik n medegedeeld dat de strijd Leopold-Hemkes in casu leesboekjest zoo scherp begonnen en voortgezet ongeveer geëindigd was. De oude heer -uit Haarlem ichUnt echter voortdurend vol strijdlust. Leox>ld namehjk heeft van z$n zestien leesboekjas acht stuks omgewerkt laten drukken, en gratis verzonden aan onderwijzer», die er om vroegen; met bet drukken van de acht andere is h$f be zig. Nn komt evenwel zjjn oude aanvaller op nieuw voor den dag met.de bewering dat Leopolo, zich zelren overtroffen heeft, want dat hg insflne >egeerte om fouten te verbeteren («n er waren er volgens Hemkes' verzekering duizenden) zooveel n de door hem uitgezochte stukken van klassieke1 schrijvers verbeterd . .heeft, dat .die auteurs hou ? eigen werk niet meer zouden herkennen;- m stuk van Shakespeare door Van den Bergh in ^ nelooze verzen vertaald, heeft Leopold op act bfz. 40 veranderingen aangebracht, en het stok als proza behandeld, ? ;Yfaar de' he«r"L. LeopotS'" gedichten aangrijpt" zegt Hemkes, verdwijnt de dicht*rU)ke gloed, het fijn geteekende het diep (evoelde. Het botte snoeimes van den ruwen raomschender snijdt bloemen en knoppen af; waar hg het OnoUcht aantast, blijkt het dat hj de schoonheden niet vat, of den zin niet verstaat of der behandelde zaak niet kundig is", 't Is nog al malsch ; de heer Leopold kan het er vooreerst weder mede doen, doch h$ zal zjjn aanvaller Bet antwoord wel niet schuldig blgven. Te Amsterdam is in de vonge week eene ver* radering van godsdisnstonderwjfzers, zoogenaamde Catechiseermeesters gehouden, en die heeren heb» >en daar met bijna algemeene stemmen eens motie aangenomen, waarby werd bepaald dat iet geven van godsdienstonderwijs in de leka» en der openbare school vanwege geen enkele gemeente pehoort gegeven te worden, omdat dat ichadeiyk is voor de kerk in 't algemeen en voor iet onderwijs in het bijzonder. Als men het weet moet men het maar zeggen! Gegroet van tt. 30 Juli 1883. Q.N. Een schaaJtpartjl. Bij gelegenheid van den onlangs to Londen gehouden grooteu schaak* weostryd, werd de volgende zonderlinge party gespeeld. Een paar van Albions excentrieke sonen teekenden op de "groote tafel vaneen w{jn* auii met krijt een schaakbord, op welks ruiten in plaats van figuren, fle*schen wyn gezet werden; Een flesch ouden Johannesber<rer stelde den, Koning voor, een flesch la JKótc de koningisji twee Bewenen Chateau la Four de kaïteelen, twee flesschen, Ygw» Vewe Clicgaotde paarden. De pionnen werden door even zooveel flesschen Vieux Cftacon sec gerepresenteerd. Twee speelden tegen twee.. Zoo vaak een figuur ge wonnen was; moest de winnende party de flesch leeg drinken. Aangezien ook hier de pionnen het gem&keiykst veiloren gingen, gebeurde het dat de spelers'reeds onvrijwillig ondor de tafel,hadden plaats genomen» voordat de fijne esschwi aan de beurt kwamen. Sen mooi taakje. Voor. twintig jaren woooda te Liverpool een juffrouw, die ae dertig even gepasseerd was, en aan déhaven een klein bnisj» mét een vrij grooten top gronds besat Die grond steeg langzamerhand seer in waarde. Eene over* «eesohe stoombootlyn had dicht in do bunrt haar kantorenen pakhuizen, en moest het stuk Un4 koopen. Een voldoende prijs werd geboden en der slimme eigenares voegde aan het koopcontract nog de voorwaarde toe, dat zQ: zoohuig de 1QB bestond, met een gezelschapsjuffrouw, MO vaak . zij wilde, vrijen overtocht soa hebben, in een kajuit eerste klasse. Dit werd haar toegesta*n en sedert vaart de dame steeds heen en weer Over don oceaan, terwijl tJJ de tweede plaats telkens voor een goede som verkoopt. Zoo heeft zy langzamerhand een aardig spaarduitje bijoen gebracht . ^^ Dat de fiddellandsche «ee hoe langer hoe meer teragwtykt, is een onaangenaam feit, waarvan de bewoners der Cisalpijosche landen al het gewicht gevoelen. Zooals men weet loopt Venetiëijsvaar eenmaal z{jn lagunen te zien verdwijnen, geujk vroeger die van Adria verdwenen injn. Adriawas eertps «en bloeiend» taven en nn ligt het 20 bahen van de see verwiiderd. 8an-Maroo wacht eenmaal het zelfde lot. Ten tijde van Strabo was Bavenna bok een haven en tegenwoordig ligt liat een mtjl ver het land in. ? Sedert 180* is het strand aan den mond van de Po 12 Mtr. breeder geworden. Ook Pist, was In de middeleeuwen een zeestad; nnliit het vewcseidnn kflomtr. meer Uwdwaarts. Beiultt* verschijnsel is op versobfllénde punten der Itsli» aansche kost op te merken. Er sUn echter pok enkele puuten, waar h«t tegendeel T ' ' ~ *.;' *?- 'i -, > ;. ;« . 4 '»?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl