De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 12 augustus pagina 2

12 augustus 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

O K AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Y <M> B NEDERLAND i S»B. re ???«..apa^ »SB vindt» ea den IMoa AuffMUU reaUs treedt M tre«Uat in werking. O* Ooaenrfiksch-Hougaarsche monarchie lag <*»*> week heVprooei van Tüwa-Esshw eindigen ?jMt d* vrijspraak ma «l de beschuldigde lava* Ilielett, eea uitslag, die «Joh u de. laaute dagen Wuèt Tooruitslea. Met bet proces ««neeöer ?tet 'de gevolgen daarvan efgeloopea. Sterker du te voren beeft aich de onvoldane rauonhaat loebt gegeven; bet Hotel te Pesth waar aich Motte Aeharfen aUne funltte bevond, i* geplunderd en vernield; de Hongaanoho regeering heeft «oh in de oogen vaa Europa een «eer slechten naam besorga ea k er nuk hare onderdanen niet op beteren voet door gekomen. De nieuwbenoemde goaverMor van Polen, ge neraal Oourko. heeft sga pott aanvaard met eea redevoering, die aeer de aandacht getrokken heeft. Hjj noemde dea naam Skobeleff als voor beeld, een naanx die vopr de Duitsohe naburen dn «ia eeaer bedreiging heeft. Het Engelsche Lagerhuis aam tal van wetten eu; ia tweed* lenng het ngeeringi-ontwerp om trent da oprichting van een ministerie voor in wendige administratie voor Schotland, een cholerawvt en eene wet tot vermindering der Staatsschuld, ia derde lesing eene octrooiwet en eeae pachtwet TOOT Schotland. Eeoe verklaring die met belangstelling werd tegemoet gesien, was die van Gladstone omtrent den duur der Engelsche bezetting in Egypte. Z$ luidde tea tlotte, dat de regeering niets had veranderd aan hare herhaaldelijk uitgesproken .bemoeiingen betreffende de politiek in Egypte. Aan de andere mogendheden is nimmer een be paald tydstip opgegeven voor het terugtrekken der troepen; doch 'de mogendheden i$n nauw keurig bekend met de algemeene bedoelingen der redering. ?Ons doel", «eide de minister, ?is niet alleen de oogenbUkkel$ke venekering der rust, doch.?ook het voorkomen van rastverstoring in de toekomst Door de cholera is hot werk der reorganisatie vertraagd. De regeering hoopt de troepen «eer spoedig te kunnen terugroepen; doch wanneer «ö terugkomen, moeten aQ m Egypte een steviger gebouw achterlaten dan door Arahi is omvergeworpen. Er is peenerlel reden om eene onbilhjke, onvriendelijke en onverstandige opposi tie vaa de mogendheden te verwachten tegen onse maatregelen in Egypte." Eene depêche van Lord Dnfferio had dezelfde Strekking, terwfjl in een banket op Mansion Haase Gladstone verklaarde dat de regeerina niets vreesde dan door overhaasting het werk te bederven. De Zoeloe-koning Cetewayo, wiens sneuvelen koo omstandig gemeld w**, Bhjkt nu weder niet dood te «ün. Met vrouwen en vrienden is hQ we der in lijn gebied aangenomen, gereed om den strijd weder te beginnen en tich over niets be klagend, dan over de Engelschen. Ka de sluiting van de zitting der Transehe Kamen, hebben aioh terstond afgevaardigden, senatoren en ministers uit Paryi verwijderd, om hunne candidatnren voor de algemeene raden, met het oog op de verkiezingen van Zondag a.s. te handhaven. liet Tonkin, China en Annam blBft men op ten gespannen voet. China wapent zich geducht; FranKruk heeft een kleine overwinning Dehaald en maakt daarvan gebruik om een hoogen toon man te slaan. Intuaschen is de keizer van Annam, Tu-Duc, gestorven, en over *$n erfopvolging schnnt zich tusechen zijn neven een rtrjja te openen. De meeste kansen heeft Yian-Lan, die door de meeste anti*fraaschgesinde Mandarijnen gesteund wordt. Een nieuwe minister van oorlog is benoemd, de vioa-admiraal Perron; Charles Bruu heeft wegens aanhoudende ongesteldheid de portefeuille ttoe|en neerleggen, en inderdaad, waar ae koloniSn net; de conflicten op Madagascar, in Tonkin, Senegal, Algerie eu Tunis er nog onder behooren, is een krachtige hand onmisbaar. Admiraal Pierre keert van Madagascar terng, Baar het heet wegens een oogziekte; Frankrijk verliest daar een krachtig en tactvol bevelhebber, Wien de kiesche aaak der verovering zeer .goed was toevertrouwd. De demissie van den admiraal wordt toegeschreven aan de verontwaardiging waarmede hy vernomen zou hebben, dat oen vreemd minister, Gladttone, hem openUjk vau schending van het volkenrecht verdacht, en de Fransehe regeering niet vertrouwend genoeg zijn verdediging op zich nam. Gladstone en üranvillo hebben later ia het Parlement verklaard dat hunho berichten op zeer onvolledige opgaven berustten. Bij gebrek aan groote gebeurtenissen, houdt men zich met kleine bezig, Een vrg onbedui dend persoon, Boland, redacteur van den Avenir National in België en betrokken in financieele processen, heeft beweerd aan twee Fransche af gevaardigden 16.000 francs betaald te hebben .voor hulp ia 'het plaatsen eener zeer onBollede leening. De gansche Kamer en de pen achten daardoor Frankrjjks eer beleedigd, en willen de namen der afgevaardigden weten. Bo land echter schuift van de nene samenkomst tot de andere het vermelden daarvan uit Tot Fransch gezant te Weenen werd benoemd ? graaf Foucher de CareÜ. België houdt zich, bjjna nog meer dan met de kieswet, die de Kamer behandelt, met het proces van 'den kanunnik Bernard bezig. Dez» ontving vau lüszchbp Du Rouueaux van. Doornik, bevel, de waarden uit het paleis vaa diens voorganger, deu krankzinnig verklaarden bisschop Dnmoht, in veiligheid te brengen, ? ging ? er medo naar Amerika en handelde ermede alsof de ü millioen, Ju eigen goederen geweest waren. Het Openbaar inistorie achtte de schuld bewezen en eischte Beroards veroordeeling. Do brief van den Paus is door den president . GrcVJr beantwoord, en deze heeft, zooals uitzone gesprokken met dezen en genen en zjjne bekende gezindheid reeds op to maken was, een antwoord gegeven, dat weinig bevredigend is. Naar bevriende bladen vaa het Vatiwa vernemen, verklaart de president dat hfl geen absoluut vont is, maar de getrouwe dienaar en handhaver der constitutie, dat hU den Paaz persoonlijk zeer vriendachappèIjjk gezind is, maar het voor Frankrijk en de geestelijkheid zeer wenschel^jk acht, dat deze. laatste een andtreu toon jegens de regeering aan» neemt daa tot heden het geval was. Het belangrijk nieuws der week is een opstand n Spanje die aaa een revolutie doet denkan. Zon dag aam het garnizoen van Badajo» de autoriteit gevangen, sneed de spoorlijn af en telegrafeerde naar Madrid dat zich eea repubükeinsche Junta Svormd had ia den geest van RuizZorilla. Toen regeeringtórstónd den gedachten generaalBlaaoo net. voldoende troepen zond, vloden die opstande lingen naar het gebergte, en staken met 700,000 franpi nit de provinciale en militaire kas.de PortagaeHhe grenzen over, waaraf werden gevangen ' Nauwelijks meende men de nat hersteld t* ijan. of uit Barcelona en nit Logrona kwamen dergeujke berichten, en uu, oudere en nieuwere Geruchten en feiten bijeen brengend, komt men tot het besluit, dat er wel van eea grooten opstand ?prake kan «Ün, die alleen door eea toeval hier of daar te vroeg is uitgebarsten. Naast de repuMikelaep, steken ook de Oerlisten het hoofd weder op. De Eegeering heeft de Ministen allen naar Madrid geroepen, in de provincie Estrama«ora dea staat van beleg afgekondigd en een besluit uitgevaardigd waarbg de grondwettelijke rtohvta gimthioiit worden" ea ~aaa"^" *"' ' ' wAi4t..oxarfekUa, .due«chorsing In toepassing te brengen, m welke provfatcie z|j noodig oordeelea. Volgen berichten uit Rumeai*, die oifloieel tegengesproken worde», maar daarom niet geheel onjuist behoeven te a\|u, worden er onderhande lingen gevoord net den Belgischen generaal Biïalmoot, die juist wegens uu Rumeeuche.reizen ia België iya oafadag gekregen heeft, eu zou deze, tegen een belangrijk honorarium de vestingwerken van Romenie aanleggen. Overateht der Pers. ONZE BLADEN. 't Was in de eente plaat* de Atjeh-politiek ,die onze bUden deze week en de vorige bezig hield. Het plan van den gouverneur-generaal om aich persoonlek te overtuigen van den stand vaa za ken ? welk plan reed» in uitvoering ii gekomen ? wordt teer verschillend besproken. Geen wonder trouwens daar o. a. de vraag zou worden over wogen of gedeeltelijke intrekking van onze be zetting, vermindering der posten, raadzaam kan worden geacht De oude strijd is weder losge barsten: de verzoeningspolitiek van Van Swieten tegenover de krachtige methode door Pel en Tan der Heyden aangewend. Ecnige oneer bladen wenschen strijd, strenger onderdrukking; andere ?ouden er dea voorkeur aan geven den weg der bemiddeling ten einde te blijven bewandelen. Van de voornemen der regeering is nog weinig bekend, zoodat ar een ruim vold voor gissingen overbluft. Het adres door onderscheidene man nen vaa naam ea ondervinding ? o. a. generaal van der Heydea zelf ? tot den Koning gericht, in welk adres tea ernstigste wordt gewaar.chuwd tegen de bemiddelings- ea inkrimpingspolitUk, «al wellicht iets nitwerktn. Aanbyvaubetnigingen heeft het dien mannen niet ontbroken, maar ook is er op gewezen dat men beginnen moest de resultaten van den tocht van den gouverneurgeneraal af te wachten. Griükkig ntdeaanvooring om ont adresbeweging uit te lokken mislukt. 't Stak is aan den koning verzonden met d« namen dar vroeger reeds genoemde en nog ?eenige personen van nwm en gezag. Eea tweede zaak die algemeen werd besproken was de cholera en de maatregelen tegen even* tueele verspreiding tea onzent aan te wenden. Daaromtrent bestaat minder verschil vau ge voelen, vooral waar het geldt de maatregelen tot voorzorg door de autoriteiten in land, provincie en gemeente te nemen. De meeste bladen be heken nuttige wenken, waarschuwingen enz. en uit vele plaatsen kowen berichten nopens maat regelen genomen tot verbetering van het drink water. Het voorstel eerstdaags in de algemeene verga dering van de maatschappij tot Nut van 't Alge meen te behandelen ? de oprichting van een kweekschool tot opleiding van bowaarschoolonderwijzereuen, ? brengt mede vr^j watpannen in be weging. Voor en tegen wordt gepleit. Het Va derland heeft o. a. het groote nut betoogd van bet voorstel, maar ia weerspraken door den direc teur der (reeds te Leiden bestaande kweekschool voor bewaarsohoolonderwiyuereMen. Da verkoop van ?oud" Jjzer en ?verbrand" hout op 'sLaudswerf, heeft ook het Vaderland aan leiding gegeven tot een waarschuwing tegen geld verspilling. Op de tegenspraak van hot Baagsche Dagblad is later door ons Dagblad nader een en ander te berde gebracht ter versterking van de vroeger geuite aanklacht. Naar aanleiding van de samenkomst van onzen Koning en Koning Leopold van België, hè vat'e de Brusselsche Zweep een flink artikel, waarin tot nauwere aansluiting, ook tusschen de vroeger verbonden volkeren, wordt aangespoord. Het Germaanjche element,' *t wolk in de Noord-Neder landen overheencht. wenschte het blad ook moer en! meer te zien doordringen in de Vlaamsche Zuid-Nederlanden. De Gemeentestem heeft, tegenover de afwgkeude meenina; van verschillende bladen, haar gevoelen gehandhaafd dat in de bekende verkiezingaquaestie in de Statenvergadering te Utrecht wel ter dcge het medestemmen der lede o, waar het geldt een fnmilie-lid, moet worden verboden. De hier en daav b'j de gemeenteraadsverkie zingen aangewende en gelukte pogingen'om alle liberale of cleiicala elementen te weren, heeft weder de reeds zoo herhaaldelijk geuite klacht over ons kiesstelsel doen slaken. Ons boorden wee« op het stekel van llare waa:door aan dergelijke minder geweusohte zakcu een einde zou wor den gemaakt De Arnh. Ct. wijdde mede een drietal artikelen aan het reeds zoo vaak en zoo flink door haar verdedigde stekel. liet Haagsche Da^bl.T>racht, hu eenige beschou wingen ? over onze spoorwegen, klachten in over de handelwijze der Exploitatie-Maatschappij wat betreft de ttausluitiuj té Utrecht en de dour hooi- gevolgde gedragslijn, ca de door scheids rechters be*li*te getcTiil met het KynspoorwegMaatachappy. Deze klucht wcvd in de Standaard weersproken. Door het Rot t. Nul. word de toestand in Suri name nagegaan eu als eeuig middel, om ge schikte werkkracht eu te verkrijgen, gewezen op het .aanwerven vau Chineeeen. BA Vaderland betoogt het, nut van 't oprichten van voorschotbanken, vuornl voor de landbouwers, ea w^jtt op de..goede vruchtcu door deze tóepas sing van liet ««dietsteUel in Duitschland ver kregen. CHARLES GOUNOD OVER MOZART. Eet goede en het ware danken de onsterfelijkheid aan htt aclaone, Cd. Buskea Huët. Dri« voor waarden van kunstgeuot. Onder voorzitterschap van dea beroemden scheikundige, J, B. Dnmas, hield hot Instituut van Frankrijk °P 25 Ostober jl. zijne gewone jaarlykeehe vergadering. Deel van hot Instituut maken uit: de Académie Franfaisc, de Académie da Sciences, de Académie des Bcaux Arts, de Académie dei Inuriptions et Belles Lettres en de Academie des Sciences morales et poliiiques, Na de openingsrede van den voorzitter werden nog vier andere redevoeringen gehouden, waarvan dia van Gounod over ?Don Juon van Mozart" het gbaspunt vormde en de luide toejuichingen verwierf van de talrijke toehoorders. Het was in Januari 1882. ' Malibran, Orisi, Rnbiui, Lablaohe, Tamburini en vele anderen schitterden- onder het personeel der Ualiaansche opera en werkten mede tot uit voeringen, zooals maar zelaen verkregen worden. ' Ik telde destyfdi dertien en een half jaar, genoot oaderw|js aan het Lycéo Seint Lotüi, en do eer 'viel m|j te beurt te mogen deelnemen aan het beroemde schoolfeest, dat naar Karel deu Groote ?la Safot-Caarlemagne" genoemd wordt ea aan* spraak geef t op buitengewoon verlof tot uitgaan. Ik was een hartstochtelijk liefhebber van muziek .en mijne moeder, die wist dat goeue bèlooning voor betoonde vl^jt mij aangenamer wat, dan muziek te mogen hooren, vortcldo mij u] mtj 's avonds ion. meenemen naar de Ita"( opera, waar Don Juan «.\crevpu werd. Ik was zóó opgetogea, dat ik eten ea drjnkea vergat. MUne n^ocder dit bemerkende, zeide: Je weet wel, dat je ttni» blijft, *1* je niet eet". Ka deze bedreigin/ sou ik alles verslonden hebben wat men nijj had willen voorzet ten. Ik at derhalve met voorbeeldelooze gehoorxaautheid en weldra waren moeder en ik op welf naar het Beloofde Land. liet scheen mij toe, dat ik een heiligdom zou binnentreden. Nauwelijks waren.we daa ook in de zaal of e*&e optroeriag, alsof er iett grootsoh en geheimzinnigs in aautocht was, maakte zich van mU meester; vree* en begeerte bekropen m|j tegelyk. >Yij zatoa in eene loge vsn de vierde gaanderij; de bescheiden middelen mijner moeder, die door werken in de opvoeding harer kinderen trachtte te voorzien, veroorloofden haar niet duurder plaatsen te nemen, maar daar wij er bütyds waren, gingen wy op de eerste rtf zitten. Het dunrdr '?- ?? ?' )««« «-"«- <le voorstelling begon, ma t; de geheele omgeving. Eindelijk Iceiyke slagen vernomen; zün strijkstok omhoog en tüte neemt de ouverture > Ik waag wat er ia my otngtng.tot dezegrootsohe inleiding, u ou ilc het ver mogen, nu ds toenemende bawondcr/z iog trillen, als ik diou ind e geven! Het was alsof. ak; ik verviel ia eone »cx ogen met eene van aaudo ? ire stem zeide ik: ?Mam: wal letterlijk buiten mij O! godd - dan aan den boezem dei rerust, evenals weleer de bont van dea Verlosser, < laven aan de bron van c. ,eid, waardoor de groote' ? . tenneb? Heeft ook aan i ? . irklooken, dat uit den ho ? nedordaalde: deza is m i ik myn wel behagen h ? i welbehagen; want de h ' ikeu: bevallig heid en krt eiJ: oorspron kelijkheid < . teederheid, en dat: alles : ile, welke aan de bekorii re macht ver leent en t leu toonzetter bij tiitnem ' a éénige Mozart! \ . leloozon toon ladder der . igen doorloopea? Wie > reikt met dat onbetwistb jkeiyk behoedt tegen valst ? ? \ kracht? Wie als gy hi . [ing zóó juist Weten wee Don Ji ischenwereld l Eene eerb i-aak-nemende; eene doch' lyk van haar vermoordt teer, losbandig tot schaa goddelijke gerechtighei erstoptëne en bespotte ermemje, door hoofsche afschheid van oeu bloo, ? , ui knecht en eindelijk i het Beeld van deu Coma u het bloed in de aderec heeft Mozart voortreffel t en luim met gelijk gern Mozart uan gecompo neerd had drie vrienden. Woorden ae bescheidene eerzucht l vertrouwelijke omgang, c stempelt; die omgang ü tfde eu vriendtchap; hu geheimenissen van het go ntsloieren. De tyd heeft en van Mozart doen verm «rren aan het uitspansel ver. Jougeliel a der raenschen ducht en 'derend juk eu u door de , kwakzalver o sleeptouw laat nemen, ik ken n en weet wat c wilt. Gjj tracht naar don uiterlijken mdru evenals andereu tot eiken prijs geestig willen aiju. Het is niet do kunst, aio gij op den voor grond stelt, maar uw eigen ik. Gy wilt liever iets nchijnen dan iets z\ju. Uy denkt slechts aau u zelvon eu jaagt een hersenschim na. Welnu, gij zult vruchteloos zoeken, want wie zijne kracht ea vreugde alleen in het welslagen stelt, vindt zijne zwakheid en ontmoediging in de nederlaag. De eigenlieide is eeu zellmoord; zg is eeue atdwaliiig, wier grootte bepaald wordt door de hoeveelheid licht en edelmoedigheid, die de liefde tot liefde stempelen eu die de eigenliefde behoeit om geheel verzadigd te worden. Evenals liefde derhalve, is het genie vuur alles: zeil verzaking. De wetten van hot schoone geldeu ook voor het goede: want het schooue enliet goede, die in werkelijkheid eigenlijk synoniem üijn, oudertcheiden zich tlechto vau elkander, en ooit in onze schatting, door de bijzondere wijne, waarop zij ziclr openbaren en door d«n invloed, dien zy op ons uitoefenen als vormden zjj eati enkcleu straal, die gebroken wordt door het prisma vnii onzen geeit: du&rom komt het voor de aesthetische wnartle van een kunstwerk, als voor die eener zedelijke handeling, zoowel aan op het geen men zich ontzegt als veroorlooft. liet genie is ongetwijfeld persoonlijk, maar alleen, wanneer het zich zelveu vergeet, zich aan het goheole raonsclidom wijdt eu daardoor tevens volkomen onpersoonlijk wordt Keeren wij tot Dou Juan terug. ? Ik moet van eeue fijne ontleding afzien uit vrees dat deze voordracht afmetingen aanneme, die alleen voor inij waarde hebben; ik zal dus vluchtig op enkele fragmenten wijzen, die ieder afzonderlek meesterstukken zijn. Vooreerst de ouverture. Hoe ernstig eu verhe ven ia dia aanhef, ontleend aan hot vreeselyk samenzijn vau deu. schuldige met het Steenen ÜceJd! Hoe welsprekend geeft de plechtige maat dezer sombere harmonie den erust der goddelijke ge rechtigheid wedor, waarvan. Tertulliarms beweert, ?dot zij diinrom langzaam voortschrijdt:, omdat e\j eeno eeuwigheid vóór Zich heeft." Welk een schrik boeieint hij in, die man van steen, die onverbiddelijk als het noodlot mat gelijkmatigen tred vooifctapt; niet ongeluk aan dun wattenden stroom, die allen verzwelgt. v«» tegeuwoordigt dut beeld alleen cën zondvloed ! Moor de waarschuwingen uit den hooge worden in den wind gealag.-ri. En alsof do-muziek tot taak had eene woelige jougd weer te geven, die tuk is op vermaak on zingeuot, en tucht, noch teugel keet, worden wij op ceos vergast oj> oen allegro,, dat tintelt van leven en bedrijvigheid. Welk eeu krnuht bü zooveel lielitzinnig» en onbezonneus l Wolk eene bevalligheid by zooveel schaaintelooze verdorvenheid! Welk eeno voor name onverschilligheid in dien wcllustigen ttraatslijpei, die tot zijn laat s ten ademtocht zal schertsen, drinken eu zingen'. Welke weelderige toohen na zóó sombere geluiden. Hot ganache drama is terug te vinden in dio onvorgelijkülijko ouverture, (lio in één nacht gcüchreven'werd.; «én gezegende nacht, wufti'van rocn met den gowij ten schrijver, die de geboorte vau deu Zoun des Allethoogsten voorspoMp, zou kunnen getuigen: Nox sicut dios imiimnubitur! (1) ? Hei sülionn g.mt op; liet ia naclit. Leporello, de bange kaccLf, AM alle» doet, wat zijn lichtzinoiga meester beveelt, htanh ullaeo op straat te wachten op zyn heer, diu het paleis vau 'den commandeur in binneugerlrongen, om diens dochter, | DonaAnra, to schalttu, Don Juan nadert en wordt i op deu voet gevoel door zij» «lic!itoffjr, wier l.geroep ha:tr vader uit dun üla.-i;. \vc-.l. De com-. mandeur, daagt den vermetnlenrooveruit; beiden trekken vaa teer en nu hoert men een trio, dat, met den dood voor oogen, gtzougea wordt eu waaraan Leporello, dieln een hoek gevlucht m, een tragisoh-oomisch deel neemt. Ue commandeur sterft en door de duisternis geholpen, weet de moordenaar te ontkomen. Daarna treedt Dona Anna, bleek en door schrik bevangen, op; ?(] zoekt op het stille plein, ziet eyn man op den grond liggen en nadert bevende. Het is haar vader! Welk een gejammer! Welke hartverscheurende kreten t \yelk eea ontroering l Eu hoe zuiver en onbeschrijfelijk schoon is dat alles vertolkt t Hoe veel zorg in het weergeven yan zooveel ellende l Hoeveel licht treedt uit den chaos van gewaar wordingen te voorschijn! Geen enkel ooeenblik verstoort deze diepe zielesmart eeno volmaakt heid van ultdrukkiug, die men sttfl noemt en die eigenlijk geestvervoering ii. Het is de muziek, die tranen stort en lucht geeft aan bare smart, ?onder ooit te ontaarden in verwenschingen! Al len, die Aeschylus, Sophoklet, Euripides gelezen hebben, vraag ik af of dese groote vertolken van het zuiver menschehjlie verhevener snaren hebben doen trillen, dan de muzikale schepper van dese onsterfeiyka bladzüde? Don Ottavio, de verloofde der doorluchtige wees, verschijnt met haar op de kampplaats. Dona Anna komt tot haar zelve ea in een verheven duo be zweert' zfj haren verloofde den moordenaar op te zoeken en te straffen. Zij vertrekken. Daarna treedt Elvire, de verlatene vrouw, die haren tronweloozen echtgenoot overal vervolgt, tea tooneele. Wolk eene uitdrukking voor hare naUverige «mart, is die aria, waarin zy uitroept: ?Wie zal my zeggen, waar zich de .wreedaardue vindt, dien ik tot mijn ongeluk lief had en dio ï«n woord van trouw geschonden heeft V Indien ik den ver rader vind, zal ik hem hst hart uit den boezem rukken l" Hoe stijgt haar het bloed naar de wangen l Met hoeveel kracht doet het orkett de woeste smart der beleedigde vrouw' uitkomen. Zij zou den schuldige naar de keel vliegen, ii. .iea hy haar naderde! Daar is h\j, gevolgd door den zondebok Lepo rello, dien hy uiot Elvire alleen laat, zoodra hy haar in het ,oog krijgt. Nu komt de beroemde aria, waarin Leporello, zonder blozen, de rampzalige Elvire den cataloSJs opnoemt van de uitspattingen van zijn heer. eze aria, die eenïg u in har* soort, is een model van komische kracht; als Molière toonkunstenaar geweest ware, zou hjj haar niet onder» getchreven hebben. Een grootsprekende knecht stelt met een kwaadaardig, vertoon van spotternij het meest pikante uit dé liefdesgeschiedenissen vau zijn heer in het licht. En toch, evenals overal elders, komt hier het genie voor den dag, dat het kaf in dit verbaal vau het koren scheidt Maar terwijl Dona Anua en Dou Ottavio nog steeds bezig zjjn met zoeken naar don moor denaar, komt deze voor den dag. De edele houding dei voorname dame trekt hem aan en sleept hem roeö; hare diepe smart, haar rouw gewaad, alles in een woord, wat by anderen een eerbiedig medelijden opwekt, prikkelt slechts den onverzadelijkeu hartstocht vau Don Juan. Hy nadert de stroeve onbekende,'wior trekken hij door de duisternis niet kan onderscheiden. Hy vraagt naar de aanleiding tot hare smart en baren rouw en die vernomen hebbende, biedt hy zich terstond aan om de twee gelieven te helpen zoeken. Intussohen komt de vertoornde Elvire te voorschijn. ?Vertrouwt dien verrader niet," roept zy uit, op haren echtgenoot wijzende, ?hU heeft m\j bedrogen en zal het ook u doen. -Vrienden," zegt Don u krankzinnig l Laat Juan, ?het maar arme muisje ? at ntf maar een oogenblik met haar alleen en ik zal haar wel tot bedaren brengen...." Hoe schoon is het quartet, dat nu volgt Elk lid vaa >?* viertal is oa_ ziju pkats en schijnbaar geheel onaf hanlel^k vau elkander, vormt nun eaiig het moeat welluidend geheel. Don Juan en Dona ELvire gaan heen. Dona Anna, dio met Ottavio achterblijft, volgt met den blik deu man, die zoo even vertrok en wiens stom smartelijke herinneringen bij haar opwekte. ?Ottavia" roept zy uit ?ik sterf! dié man is de moordenaar mgus vaders ! Twijfel er niet aan ; ik heb hem aan zUne stem herkend; hy is hot! En na het tredend verhaal van dien vreeselyken nacht, richt zü zich als eene andere .Nemesis iu hare volle lengte op eu zegt tut Ottavio: ?Nu gy weet wio mij vaderlooa heeft gemaakt en mij heeft willen onteeren, verlang ik dat gij my zult wreken." Dit gedeelte is een meetterntuk, waar uit eene verhevene verontwaardiging spreekt. ik slap heen over het liefelijk duet. (Ia cl darem la mono) tusscheu Don Jnun en Zerline, het kaïnermeisjo, eene iiicuwo verovering van deu onyerboterlyken lichtmis. Ik stap heen over een twintigtal andere glipspuaten, o. a. het vroolijk lied, dat Don Juan zingt, als hy de toebereidselen voor een feest regelt, desgelijks over de aria vau Zorline ?Bütti, batti, o bel M.isetto" en ik kom tot de hal-scüue, .waarmede het eerste be drijf eindigt. . Vooreerst het optreden van Ottavio, Anua en Elvire. Welk ecu inspiratie, dat trio van ge maskerde» kunst! Onovertrefbaar schoon in de muniekale! Het is ecue bekoring voor het gehoor; een diamant vau het zuiverste wiiter! En boe velen vin gelijke waarde zijn er niet in de werken vau Mozart ! In de Tooverfluit, in de bruiloft van Figaro, in de symphoniaén. de con certen, de stukken voor kamermuziek. Men heeft ze mnar voor het gnjpen. En wolk een volkomen harmonie, welk een rijk effect, verkrijgt hy dour bescheiden hulpmiddelen '. Hieruit ziet men Juidelyk dat het kenmerk van het ware genie die soberheid is, welke in verband staat tot rijkdom van denkbeelden. Het is bet besef van deze waarheid, die Mozart eens een voortreffelijk antwoord in den mond gaf. Te Woenun werd Don Jnan gespeeld. De keizer ontbood Mozart in zijn loge en zeide: «Mijnheer Moznrt, gij hebt ous op iets schoons onthaald, maar zijn er niet wat veel .noten in het stuk? ?Sire," antwoordde Mozart ?er is er niet een te veel." «Men moet zich zijne krocht bewmt ztyn om zulk eeu antwoord te durven geven. En uu ben ik nog slechts op .de helft van myn haastig overzicht van een werk, dat geheel uit meesterstukken is opgebouwd. Ik moet n>y, tot onvolledigheid toe, bn; de behandeling van het tweede bedrijf beperken. Toch dient aan som mige Eclioone partyen recht te wedervaren. Reeds het trio onder het balkon vau Elvire zou volstaan om den componist aanspraak te geven op de onsterfelijkheidHoeveel valsche huichelarij in de verliefde ver zuchtingen, dio Don Juan onder de vensters z|jner vrouw, .aan het jonge meisje wydt en hoe wor den die liefkozingen, w«lke slechte leugen en be drog zyo, door het orchest vertolkt Do lichtgdoqvige Elvira komt by het luisteren naar deu verleider te voorschijn; zij deukt dit by beronw heeft. Plotseling krijgt Don Juan in dan zin zijn hoed en kleedij te verwisselen voor die van z#n knecht en dezeu te belasten Elvire bezig te boudcti, om zelf vrij spil te hebt en. Hoe aardig is deze schalkache sereaide gevon den! Hoeveel grappigs ia dezen twijfelaar, die slechts vntbaar U \oor do betooveriug dariinnen. Ik kan helnai! niet stilstaan by de schoone aria vau Zerlina .Vodrai. carïno" evenmin by het prachtig leittet ia het bo^vh, ook niet lij let , xoonecl op het kerkhof of het duo, waarbij Leno- ; rello van schrik verstijfd staat voor het knik- ; kend beeld vau den commandeur. i Eindelijk komt de groote Slot-scène. Don Jnan j zal z(jn avond-maaltijd gebruiken. Zijne onbe schaamde uitnopdigiog tot den ?Man van Steen , gericht, en door dezen aangenomen, i* hemroedji,, ontgaan. Et wordt aan de deur geklopt, r Si0??"* 6n dwnrt °P h«' g«««ht vau afarrijgeujKea gast vau sourik achteruit, Nu volgt era vreeteUk tooaeeL Niet» kan da» indruk: evenaren, die door de sombere toonea vaa bet orkest teweeg wordt gebracht De vergekÜns} nadert met eene aekerhoid, met een onweerstaas? bare macht waaraan men voelt, dat de veroö* deelde niet kan ontkomen. Zijn verzet is daa ook nutteloos en op d« laatste aanmaningen, op de laatste bedreiginge» van de stem, die hem aanspoort tot boete-doen antwoordt hij: ?Neen! ouUe dwaas." Hij biedt niet alleen weerstand, maar lastert ea totdat h|} eiodetyk ia dea poel daj verderfs verminkt Deze bladxtjde is het w«rk vaa «ea reu; even* aard missohien. is ztj nooit overtroffen; met haar heeft de lyrische tragedie haar toppunt bareikt Zóó eiudigt, op het tooneel ten minste, dit verheven kunstwerk, wellicht de schoonste ster, dra ooit aan dea muikalen hemel gedonkerd heeft. ° . De kunst Mijne Heerenl m hare hoogste, beteekenis is het gevoel voor het schoone tot weten schap van het schoone verbeva»; *U is: rede geworden instinct In zekeren atn U bet streven naar volmaking het opsporen en toepassen van de voorwaarden, om de zoo evea uitgesproken gedachte te verwecenl(jknn. Daarom kan mfa van groote meesters getuigen, dat zij, hoezeer op verschillend gebied, werkzaam, om gelijk soortige redenen den eerenaam van meester» ver dienen. . ? Ik heb noch het voornemen, noch hét recht om allen hunne bijzondere plaats aan te w(jzca, maar vraag slechts vergunning hier nog een laatste hulde te mogen brengen aaa het genie van Mozart, die wellicht verder dan anderen op de baan der volmaking was voortgeschreden l (1) De nacht M! ia dag verkMna. (Wordt vervolgd)! UIT BELGIË. XXXI. Kuniü&eWeging (Monumenten). Septemberfeerten. Landbouw museum. ?De' Boekhandel." Tiber ? ' De bouwvallen vau het slot van Brederode, bjj Haarlem, zijn, als ik wel hnb, sedert eenige jaren zooverre gerestaureerd dat sg voor eene volkomen instorting bewaard zijn. Wie bewondert niet de bouwvallen der abdïï van Villen, bjj Ottigaies, die overblijfselen van 't beroemde gesticht, waar onder anderen de geleerde Gesarras van Helsterbach in de dertiende eeuw, een deel zijns levens doorbracht? Wie wordt , niet aangetrokken door de ruïnen van Heisterbach eelt', thans zoo gemakkelijk te bereiken met de wielbaan, waarlangs men sedert veertien dagen (als op den Rigi) den Draclieitfelt opkruipt? Wien verrukken niet (omdat w$ nu toch van Duittchl&nd spreken) de ontzettende overblijf selen van het Heidelbergsohe slot, de half-ver* woeato kasteelen aan den Rjjn, enz. ensv Maar toch, alle die bewondering is meer sen* timenteel-poëtisch dan op 't verstand gegrond. Mij dunkt dat onze zin voor 't weemoedige ons hier, om zoo te zeggan, eene poets speelt, en meer bewondering afperst, dan wij schuldig zijn. Nu, wat daarvan ook waar moge wezen, zeker is het dat aan die bouwvallen de oorspronkelijke bestemmino;, het leven ontbreekt Zy vejjeteeren of kwenen, en eenig wel aange bracht metsel werk kan daaraan het leven en de bestemming niet teruggeven. . ' Ware.het niet te treurig telkens op hetzelfde onderwerp terug te komentwü zonden hier.t "krachtige en Éntjdenae vergeigkingTtunnen met den toestand onzer taal én letteren l Al plant men ook eenige berken tegen dis bouwvallen, kwenen doen z'ü toch, voor dat lij weder opgebouwd en bewoond zijn! Wij hebben echter in dit opzicht heden een'g goed nieuws mede te deelen. Moge de regeling aan zich zelve en de gees telijkheid in zeker opzicht aan de regeering een voorbeeld nemen, die op andere wgze aan de monumenten des volks leven weet in te blazen; zoo krachtig als wij 't ternauwernood kunnen verwachten- ja, gelijk wy het ons niet beter kunnen deuken. Eenige voorbeelden mogen hier volstaan. De markt te Brussel is uit een architectonisch oogpunt zeker eene der belangrijkste van geheel Europa. Meerdere harer huizen ? dat «der matrozen" (in schip vorm gebouwd^ dat ?der boog schutters," dat ?van den vos," enz. zijn alom voor hunne schoonheid bekend. Zij allen worden ten gevolge der staatstuhsidiën voortdurend in hunnen stijl eerestaureerd. Het aloude -Broodhuis," of ?de Kouingnhal" tegenover het Stadhuis, sedert eenige jaren reeds ter restauratie met steigers omgeven, zal eerstdaags geheel hersteld de oude zeden en heerlijkheid des vlaamschen volk* op nieuw voor den geest tooverea. Een der gevels van het 15e eeuwsche stadhuis is almode met wonderlijke pracht hersteld; overal worden de ontbrekende beelden weder in de nissen geplaatst: Philippus de Goede, ztfn zoon Karel, en zijne kleindochter Maria, met haren vorstoly leen gemaal Maximiliaau prijken weder op hunne voetstukken, Aan het innerlijke van het prachtige bouwwerk is niet minder ijverig gearbeid. De feestzaal heeft eene rijke lambrizeering ge kregen, en is met muurtapUteu gesierd, de ver schillende ambachten voorstellende, door do fabriek van Gests te Meohelen vervaardigd. Wel misstaan deze behangsels uit een bouw kundig oogpunt, geven echter blijk van een cd*l streven (verg. ons laatste Zondaöinumnior). trouwzaal is met schitterend schilderwerk .van ' hand des hoeren Gardon voorzien, voorttelle het burgeriyk huwelijk in middeleeuw; costnum, met hymens, uambottwon ... en een Michiel (Brussels stedelijk wnpnn) enz. Al ligt hierin ook uano koddige tegenspraak 't is maar een onderdeel! ? AYÜ Koudon b{j rr." belangrijke rottauratien nog het stadhuis van Oi naarde en dat van Gent kunnen noemen, hij \' i;. laaUto men do voorschufiou vau VïoHet-lois nagekomen, 't Zij genooa- er op goiveze, hebben, dat, ondanks do misgrepen m't bc wezen in den laatston tijd door onze regee r. begaan, er alle reden bestaat haar wegens algemeen streven tot verbetering van liet staande en opbeuring van den ziii voor het gVoo verleden te prijzen, en dat er geone oor/. zooals vroeger voorhanden is, om over Wan > lisme te klagen. ?? . ; ' De volgende week hopen wij over oonige bare werken van betldhouwkunst te spreken. De jatriyksche .nationale feesten alhier, een overblijfsel van de Septemberfeestea, ter eere van 't jaar 30, doch beden zonder politieke beteekeais, en opzettelijk naar Augustus verlegd ? Aoie feesten zullen plaats hsbben van den 18n lot oen 21n Augustus. Z(j bestaan in optochten van eigene en vreemde burgerwachten, illuminatie van_ t stadhuis, boogschieten, tentoonütclling van buid en landbouw, muziek op verschillende plaatsen der stad, paardenwedloop, banket, algemeece i|lnnünatie, wedvaart, prijskamp van gymnastie, euï. Wij hebben, vóór eeoige weken, van het handelsmusenm té Brasicl gesproken, en van hal nut wat daArnit voor de internationale handelsbetrekkingen te verwachten is. Deze in richting heeft onlangs eene grootere uitbreiding gekregen. Op voorstel van den heer 't aaaVHSW No. 320 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V 00 B NEDERLAND; senaat alen aan t miabterie gewaad, met verk eene aJdeeliag van l*ad»e>nw aaa toe te voegen. Aaa die maf is _ _ Mea vindt in t moeenm: moattars van zaden, kunstmest, guaao, phoaptiaat.ea*. 'ullende landen der wereldTOe laadknnaeta tiak ook sehttfleigk aan 't «aieum wenden om alle inlichtingen welke tot Ion tak beboorea. Ten slotte nog een praktisch woordje over don poekbandeL Men weet dat hj] Frits de Groot te Antwerpen een blaadje venehQat aan den internationalen boekhandel tusschen Hofland en "4 (3 aual 's maands a / 2.50 per eer T. de Beer schrijft in No. 16 opwekkend woord om het boekenverkeer tDitcben Noord ea Zuid te bevorderen. Wö leggen derc ? ' «llen onzon luors ernstig aan - ? hart W u ~,..aui óns wol een weinig schamen d»t twee bevriende volken, die dezelfde taal Khi'v'ven, elkanders werken zoo weinig kennen. Vele oorzaken geven niet toe aanleiding, 't is vtar... Welke «flu ze?... Nu, daarover heden liet verder. Laat ons trachten den toestand te verbeteren. Brussel, 8 Ang. 1883. M. A. gewijd De He en S. B. .WW»" Ia in om ToorlMtoto wunner i» pliati van ?Tlben (den planorertnoo») MÜLTATOLI en Dn. VAN VLOTEN. Een onkruidsaaier door H. M. van Andel. Purmei-end. J. Muurses & Co. 1883. Dan zegge na en nog dat wjj Nederlanders niet ontvlambaar zgn! Do onbeperkie verwring, die de heer vau Andel, in dit werkje, Multntuli bewjjst, getnigt er van, eu hij staat niet alleen. Uonderde vurige aanhangers en geestverwanten Jaren den genialen man en stemmen luide in mot de woorden: ?En indien na z^n dood znl geble ken z^n, hoe dat rijke volle leven verbitterd en gebroken is geworden; hoe een schat van ooriproDkehjkheia ea weelderige fantasie verwoest tn gefnuikt werd door 'tgiltig onkruid der van Ylotcns en hun soort; indien daghelder zal zijn ungetoond nan welke lage en oneerlijke fcuipeijjen de eerste en edelste van Neerland's zonen had het hoofd te bieden ? zal het nageslacht tich dan niet Benamen om zijn voorvaderen"? De hartstocht dw liefde weegt de woorden nier, maar meent steeds zich nog te zwak te uiten. Zoo deden vroeger de edele jongelingen en man nen, waaronder Da Costa, tocü z\j met vurige bewondering en ontzag nanr hunnen leermeester Bildcrdijk opzafffn, zoo vereerden eens een tal van liefhebbende leerlingen den Utrechtschen hooglcfraar Ph. van Heusde. In zulk een geest drift Echuilt het schoone en edele onzer natuur, tn wee hem, die dien adel ontbeert of koel weg bij anderen miskent Word dus niet bop*> gij, die evenals ik, dr. «n Vloten voor ijverig, voor scherpzinnig, voor geleerd en voor karaktervol houdt, wanneer gij UD 't einde van t geschrift leest: ?Indien niet (i i. indien v. VI. niet openlijk vergoedt, wat hy openlijk misdreven h oef t V da» tal het nageslacht vwtn naam verdoeken, Doktor van Vloten. Het zijn betuigingen van liefde en trouw tegenOTfr hem, die de godheid smaadt. Er blijkt uit dat de Boeotische onverschilligheid, die onder den niam van kahnc deftigheid zooveel kwaad by <mi sticht, bQ velen haren glans verloren heeft. Hoe noodig het echter ook raoRe wezen, dat vnrige overtmjring de banden der maatschappelijke ki'beid verbreke, toch is er iets treurige in het icbonwspel, dat twee mannen, als dr. van Vloten ?n Donwes Dekker zich zoo schril van elkander irfwenden. Immers heiden staan op één grond, waar zy den strijd voeren voor vrijheid van loven es gedachte; of treffen de pijlen niet, die beiden richten tegen de flauwhartigheid dei1 zoetsappige, naar juist daarom verraderlijke lieden van gewoon fatsoen, die slechts van waarheid en recht willen hooren, als zii'er zelve door gebaat worden? Wat dreef dan dr. van Vloten tot den hevigen en hatelijken uitval tegen MultatnliV Waarheids liefde, zal hy zelf antwoorden, en zijne vrienden lullen verzekeren dat deze bij hem niet minder verkt, dan de heer v. A. omtrent Mnltatuli ge tnigt, o. a. bl. 118, ?om iets te noemen eeno kleine onwaarheid in een gedicht opgesloten doet hem pijnlijk aan, en juist omdat dichters zich veel tan kleine tekortkomingen schuldig maken, ge beld als ze zijn in hun keurslijf van maat en tijm, heeft M. T. een verklaarden hekel aan Wten. Hij ontkent niet dat er dichters wijsKeeren zyn die verzen maken, maar meestal is dit 't geval niet, en wnar hij een verzenmaker op ienpen betrapt, iydt hy inwendig." Wanneer uu dr. Van Vloten eens zeide: ?Het {pat my ovenzoo, als ik een prozascliryvei' op «n lengen betrap, het leed hierover maakt mij bitter, ook tegenover Multatnli, omdat zijn proza verleidelijk BUIOOU is on daarom gemakkelijker het leugentje aangenomen -wordt, én zoo voorhoitklt voor grcoter leugen." Zonden dio woorden dim ook niet mogen gelden? Rechtvaardigheid i» «vougoed eeno wanrlimd, -waarvoor Multatuli en dr. v. Vloten leden en streden met moed tot stoocjttid, of zooals eenigen wülen, tot onbeschaamd heid toe. \Vie kan hier echter de maat bepalen ? Hoe het z\j, \vy hebben in ons land mannen noo"'!,', dio oi' voor inslapen behoeden, of ons nit ouat droomon wnkkor prikkelen'? ?Ummer, zeiden -wü, dat zy zich scherp tegen WK«»r keerden, want zoo verminderde beider nucht eu invloed. Wel is het natnurlgk dat ieder hunner zyn eigen aard behouden wilde. Jlultatuli gedreven door het vuur, dat een kun«teanar bezielt, zint er op het measeheiyk leven te Aervormen; van Vloten vergeet nooit, dat bjj '°n geleerdheid* borst gezogen heeft en ijvert toi meer voor juisthcidl van begrip. BH den *«i>«n is de daad, bij den anderen de gedachte de noofdzaafc, Multatuli werpt bovendien wel stout oen handschoen in t gezicht vaa machtige mannen, maar vergeet alles weer by het spelen met een «ind. Ik zal nu niet beweren dat ar. Van Vloten «t kind veracht, maar toch gevoelt hy als denker, *& a!s geleerde, zicli er te veel boven verheven °n> er zich lang by te bepalen. Als het aiet wat vreemd klonk, zoude ik het ?ftjtcn te zeggen, dat de Haarlemmer geleerde ~et wat meer eigenschappen van eene vrouw, ro Jlultatuli met die van een vast beraden oun, grooter invloed op hunne landgenooten tonden uitoefenen; beidenlhebben echter de harts tocht van den haat gemeen, haat tegen lengen, J«« dat zy wel eens met persoonlek leed schgnen verwarren. Bet kan hier nu de plaats niet tasschen Rome en Oartham, tussehen van j>u(ens aanval en Mnltatnli's afkeor te beslissen. **a nieuw b'oek zoude moeten samengesteld wora% zoo men dit grondig wilde doen. Het is slechts «m het werkje van den heer '?Andel te doen. wHeeft de schryver z<jn taak n iet t e licht geacht? "<U het uitspreken van een juist oordeel over BH i*80 T- "? Yoop nem °»« een owewoerp ? «J) zelf zchtjnt het zon» gevoeld te hebben en UJwpm hebben wij eerbied voor de openhartige op bl. 50, die aldus luidt: ?Het schynt hespott«lyk dat ik, dié nog ia alte opde sporen verdienen moet, har ',eea oorvel over era der gnottte, der verkwaarm>, dien onze tgd heeft opgeèeverd? L tL^A. " ^- . . » 1. .T _ __^ aanvoe-ti nkaemiag dar gctdmftaa die aooveel lia£sM<« verheveas hevatten. Om ia dat d«al U zlajea moet de aniyathi*, die veka nog iejawnUn Khr^jver koesteren, bestreden worden «n die antipathie grond* aieh voomaiaelfik op de ateenissj, voortilMaaitd* nit cnk/nidachtige ofaeeietehymkaties dat Tf«it**^ii ^fc 4^1 nt^tt T >iscsi is: dat n| niet aaadeU zooals hij ichrMft". Ver gelijkt men deze uiting awthatgeaB in d* voorrede o. a. bL 113 geasgd wordt, dan mo*t man ia dtt werk meer een apotheose (ia gosdaa zia)«i«sj, dan eenberedeBeerdeontwikkeliagdergeitchriften en dadea van M. T. tegeaotw de heschuldjgingon van dr. v. VL Toorhea?en. het zija velen ? die er «ver klagen.' dat heden bovenal de jon geren de gave van bewondering verliezen, moet da heer v. A. we) eea verkwikkeUfke figtmr zijn. Vrienden echter schaden wel eens vrienden, wier deugden zU bovenmate verheffen of wier gebre ken zQ zeilt prezen. Zoo is wezenlijk onbegrijpelijk wat op hl 13 over de speUiagiew, in verband met veqpltfkende taalitudie, gezegd wordt Die maar een weinig met het onderworp bekend is, weet dat juist niet M. T. auar lang voor hem vele anderen, en thans bijzonder de jongere taaigeleerden bij ons, die vergelijkende taautudie beoefenden en wel dege lijk daaruit de spelregels zamenstelden. Hoe is het mogelijk te beweren dat M. T. juist de aan dacht op deze verwaarloosde studie vestigde, ?waar reods anderhalf eeuw geleden Lambertus ten Bate het deed? Men leze daarover eens trat de heer OaJlée in de Gtdt van deze maaud daarover laar aanleiding der etymolafjiön van Bilderdyk gezegd beeft. Veel daarvan zal ook ten voordeele van M. T. komen en vooral water over de feilen van groote geesten opgemerkt wordt. Wy honden het er evenwel voor dat de heer v. A., M. T. in 't algemeen ctoed verdedigt tegen de aanvallen van dr. van Vloten on menig juiste verklaring geeft van M. T. handelswijze zoo o. a. bl, 16. Naar wü toch meenen is er misschien wel niemand in den lande beter instaat de zwakheden en ge breken des schrijvers van do idéen te ontdekken dan dr. van Vloten, maar wy voegcu er dadehjk bij, dat ook niemand minder iu staat schijnt de wezenlijke deunden ? en dat z\jn vele ? yan M. T. te hegrüpen. Voor hen, dio in eene juiste waardeering van M. T. belangstellen, is het noodig voldoende vergelijkingen by de hand to hebben en andere mannen in andere landen, dio- gelykSoortige opoflerngen deden en gelijksoortige talenten Inzitten, naast M. T. te plaateen. Zoo wekt o. a. op dit oogenblik de senator Engène Pelletan door zyn brochure: Dien est-il mort? de aandacht. Gevangenisstraf heeft hij ondergaan, boeten iyn hem opgelegd, maar nooit bezweek hij in den stryJ, wanrin hy eindelijk triomfeerde. Als schryver zoude men Johanncs Sclierr eene vereoniging van M. T. en v;vn Dr. v. Vloten kun nen noemen. Doch Wfl;u-zoude ik eindigen, wilde ik do vele mauuen en ook vrouwen optellen, die gehnel of gedeeltelijk met M. T. te vergelijken lijn? Wy merken slechts op dat onze landge noot* n noch zoo Vervolgd, noch eindelijk zoo in eere geraakten, als de velen, die tbans in andere landen gelijksoortig Inden en strijden ncliter zich hebben, ui s M. T. en dr. v. VI. Komt dit dewijl wy voor alle buitengewone dingen bang zijn, dus ook voor ongetnecnen ijver en talent ? Hebben wy daarom een Buskcn Uuët, een Molenschot, een Alma ma het land uit gedreven? terwijl de laatst genoemden elders eene eere genieten, die zy bij ons nooit hadden kunnen verkrUgen? ? Wanneer toch «en man als Molenschot tot Semtor .van RoKè' fc«n««HXi-ir«e«l*t k$fc«n w? rond, waar in de Eer s'e Kamer onze talenten en onze geleer den te -vinden «ijn ? Doch waartoe van de droeve dof heid, die zoo veel energieke menschea tegenwerkt, op to halen? Ter verdediging der welgezinde cu goed geloovige landgenooten, die zoowti dr. vnn Vloten als M. T. van allen onroiddeïyken invloed op iandszakrn uitsloten, moge aangevoerd worden, dat beiden dikwijls zoo bitter zyn en hunne gaven en hunne kennis schaden door steeds ?rustig en somber te kijken. Friwche vronlijkheid en vriendelijkheid ontbreekt in hunne werken to veel. Dit is eeu gebrek en wordt hoog aange rekend in een land, waar persoonlijke indrukken veelal over aanzien en waardeering beslissen. Hoe het zij, den heer v. A. kunnen wy het niet euvel duiden, dat hy dr. v. Vloten van wreedheid jegens M. T. "beschuldigt. Zoo heeft het op ons ook een ongunstigen indrnk gemaakt, dat dr. v. Vloten iu zijn tegenschrift gebruik maakt van ttcee bijna banale be; schnldjgingen, die telkens wederkomen, als iemand naar iets goeds streeft, dat buiten den gewonen kring ligt. Verwijt hem dan maar, dat by slechts eigen belang of eigen verheffing op het oog heeft, maak dus zijne beginselen verdacht, om dewaurlieid, die hy beoogt, to vervalsenen. Alle groote mannen ondervonden dit in. der tyd. Nog in 1843 werd prof. Thorbecke voor een schreeuwer, voor iemand, dia slechts zich zclven zocht, openlijk uitgemaakt. Wanneer toch iemand iets goeds voor stelt, dat het eigen behng of de vooroordeelen der heerschende partij hindert, roept deze, als het goede zelf niet bestreden kau of durft. ?e man doet hnt alk>cn om zich zelven, zoo eigen gezindheid den bestrijder aantügende. Deze vulgaire -wijre van doen, hangt turnen met do beschuldiging vau onredelijkheid, eene beschul diging, waarraedn men veel bij ons uitrichten kan. Wanneer go geen enkele argtmcnt meer tegen eonen schrijver of spreker inbrengen kunt, daa zoektrij naar zijne zedelijkheid of onzedeiy kheid, waarouder men dikwijls dan nog slechts oone phyiieke ver staat. Ik herinner my hiervan een opmerkelijk voorbeeld. Toen dr. Strauss zijn geruchtmakend leven van Jezus uitgegeven had, geraak te alle geloof by ons in beroering. Do heer ter Ilaar dichtte de Apos tel des ongeloof a, en beklaagde de moeder van zulk een zoon. terwijl, juist die mouder geheel met den zoon meeleefde en meègevoelde. De oproer kraaiers ? een algemeene naam, toen ook voor de opkomende liberale party ? wilden kennis maken niet het beruchte werk, en daartoe zoude tevens dienen eene vertaling in 't Neder landsen. Een boekverkooper te Groningen, de heer Bolt, waagde hot de uitgave er van te onder nemen. Onbegrijpelijk- was toen het geraas, dat gemaakt werd. Zelfs de andere boekverkoopers vereenigden zich om den verkoop van dat schandboek. te beletten. DO Groninger hoogleeraren, toen voorgangen van een vrij geloof ahi 't heette, spanden alle krachten in om Strauss te schaden en zjjn werk verdacht te maken. Ongelnkklg waz w bleef de ongeleovige geleerde een zedeiyk man, maar ziet, zoodra men hoorde, dat hfl met eene voormalige tooneelspeelster gehuwd was, werd door een oer hoogleeraren aan zijne leerlingen gezegd: Nu kan men toch zien dat bet met de aedelökheid vaa den man niet al te best gesteld is; denk maar eeas: trouwen met een tooneelipeektetl! ? Wie was hier onzedelijk? Wü hadden dn» gaarne gezien dat dr. van Vloten niet mee gedaan had met hen, die de daden en werken van M. T. meenen te verkleinen door den klank van onzedelijkheid uit te sehetteMD. Calvinistische ruwheid ea wreedheid geeft daar door dikwijls aaa dorheid en bekrompenheid een eerepaiso, terwijl zy op de hoomn zedelijkheid, dio lüdt «a strijdt voor waarheid en recht, g«en aandacht vestigt Wijl 4e gebreken en de deugden van M. T. niet de f«wooe zyn, wekt hfl zooveel sympathie «a antipathie, maar na moes* ieauad, als dr. Vaa Vlotea, aan die vrouwenpraatjes «f praatj» ^ ? ..*?-,T" dn Ta* Vloüm Mzjs-rfsIjtMrf wrwit, i* svtnar1% « w| »ric<M« dat> tsifiasjj^Uf. die da ?chrijfw If£5. weaenljk groaiar ia daa dia, welke aaa JsTWfanwSïiipordt. Ook op het wiat vaa fn*ei?t» daal ik da amaiag ra» KT HaklMJarr^adl att«d wel trazen, die voor «tipabsa doorg.aa, oza ma ieta ?ahoas» «f edak il t> zs^raa. Dr. v. Vlottm aal da auabraik naMfiaJ jwuaa en BMC aa daar tegen niet tyfeMVÓM Mttaa, waatdtt is M. T. BMtt geweaat fidele snensaha» aandelen mtt da aandrift vu hun eigen natuur, dit is schooaer aa dan measoh waardiger, daa aarst ia 't boekje kjfkea of bat ook onder da voorschriften der ethiek ia opge nomen. Zouden da edele dadea, dia dezer dagen op Issohia sljn vatlioht, eerst aa wtygeerig naden ken en na het opdiepen vanj>rtNcyMBiue««erd aj}n? Hat gaat ereohter mee aJa mat alles; vaa aandrift zoowel atj van baredeaearde principes kaa man misbruik aukea, en daarop doelan zoo wel da red«neeriBf ea vaa dr. v. Vloten als vaa H. T. De heer v. JL merkt echter goed op, dat één principe H. TT dadea beheerscht, en hier gelopven w«, dat Ma meer is dan vele. Minder jniat achten wij de bewaring van dea heer v. A. dat H. 7. fee* tckrfver is, maar e«t ttuMSch. Dit hangt te samen nutt het jjveren vaa M. T. tegen schrijverij. Er is iel s komiek*, iets naiefs ia dio stelling. Alsof de geheele mensen niet nood g ware n< den stempel van echtheid op een goed geschrift' Ie zetten. H. T. ijvert echter tetfen het pronkzieke, het ijdele vertoon, hy doet in dezen, als Rousaeau voorgegaan is, toen deze bet nut van kunst en wetenschap bestreed. Reeds by Platon ? en kent g\j schoouer prozaschrijver ? vinden wij dit verzet tegen praal- en pronkredonen. In de Fhaidros wordt daarom allo geschrift veroordeelt eu elders, wat ook met M. T. nieeniog overeenkomt wegens de verkeerde denk beelden zelfs de gedichten vaa Homeros uit den idealen Staat gewenrd. Intnsschen wordt daardoor het wezen der kunst, die op eene stemming, juist niet op begrippen werken moot, licht miskend. Wel moet alles op den duur tot daden herleid worden, doch bet is niet et«eds noodig, dat de schrijver zelf die daden aanwijst. Het is echter natuurlijk, dat M. T. soms zich met afschuw wendt van lezers, die roemen over zyn mooi boek, maar noch doen noch denken, gelijk M. T. als waar en eeriyk aanbeveelt. Het gaat roet. hem cenigzins als eer tijds met Chnuoïtomos, die verontwaardigd over het handgeklap, waarmede men hem steeds, na het uitspreken zyoei' homilion, begroette, eene gloeycndo rede hield om ïyne afkeuring daarover te kennen Ie geven. Het gevolg er vau was, dat do toehoorders nog harder in de handen klapten, wijl hu zoo uitstekend gesproken had. Troosteloos ging toen de welsprekende kerkvader naar huis, want op oppervlakkigheid en ijdelheid stuitte zijn hoogste tnlont.Iedermauimmers.die het goed meent, wil dat men hem door daden niet met klanken alleen prijst Oni bcJunlccns heeft de heer van A. een groots fout begaan, met zyn boekje, dat toch lang niet alles omvat, nog bijzonder to verkleinen door me- r dan een derde gedeelte er van te besteden e«iit aan den overdruk, uit een Ensjolsch Tijdfchrift, der beschouwingen van een Engelsen ka pitein over ons defensie wezen. Dwazer kon het wel niet, vooral ook, wijl het den schijn krijgt, alrof v. A., M. T. afvallende in de zaken, waar over v. A oordeelf n kan, de waarde van het overige, woaarin deze ak dilettant zich uit, ver mindert Vreemd is ook de overdruk van een gedeelte uit H. T.' stuk over de specialiteiten. Hoe geestig en krachtig ook gezegd, is het toch een aloude en herhaaldelijk verkondigde waarheid, die om rent de specialiteiten -verkondigt wordt. Reeds Pctrarco, de de vader van het Italiaansch huma nisme, predikte ijverig die leer, en hondcrde humanisten na hem hielden niet op het middeleeawsche specialisme te bespotten. Het geheele onderwijs kreeg daardoor een stoot ten goode, Hu men echter weer van dien weg zich zoekt te verwyderen, mag ook de taal vaa M. T. zich wel doen hooren. Ia dit boekje was het echter onnoodig. En hiermede besluiten wy onze aankondiging met don wenscb, dat de- heer yan A. veel en lang het humanisme in alle verscheidenheid moge bestudeeren en daardoor eens een juister en hel derder oordeel over M. T. en zyn tegenstander M. T. moge uitspreken. Beiden verdienen het, en de geestdrift, die de heer v. A. betoont, doet veel van hem voor de waarheid verwachten; maar daart ? "'? ' moeite en nadenken noodig. W. EENIGE WOORDEN ÓVER GEORGE ELIOT. De Portefeuille heeft het onlangs afgekeurd dat ik een in haar kolommen staand onjuist bericht omtrent Ouida volgens een eigenhandig schrijven, van deze beroemde vrouw in De Am sterdammer verbeterde, ik deed dit hy voorkeur in dit blad om de eenvoudige reden dat ik in geeherlei verbinding hoegenaamd met de Pürtc/eiitUe sta. Het Amstcrdamsch Weekblad is mfj bekend als een letterkundig blad, daarom geloof ik dat mijne mededeelingen op dit gebied hier geheel op haar plaats z^n en reeds meermalen opende het m|j een plaatsje. In Engeland is verschenen ?Eminent Women Series", onder redactie vau John U. Ingram die echter zelf niet schrijft, maar faal echryven door VrOntccn. My dankt dat dit zeer goed is inge zien daar vrouwen zeker het best door vrouwen begrepen.... beoordeeld kunnen worden. De drie deelen die verschenen: George Eliot door Matbilde Blind; ISnulic Srontl door A. Mary F. Robinion en Qtorge Sand door Bert ha Thomas werden door de uitgevers in geel linnen band gestoken en met zorg gedrukt; de twee volgende aangekondigde 'deelen zijn Mary Lamb door Anna Gilchrist en Maria Edgeworth door Helen Zimmern. De Portefeuille van 4 Augustus wijdt een lang artikel aan het eente deel: George Eliot door Math. Blind gejchreven. Hoe weinig kritiek eigenlyk waard is ea hoe of zij in net algemeen geheel persoonlijke opvatting is bleek me nu weer op nieuw. Met zorg heb ik deze biographie van George Eliot gelezen en vraag m^zelve af: ?is dat nu een biographie?" Voor dat ik verder ga, veroorloof mij té zeggen dat ook m^n woorden slechts als penoonUke opvatting gelezen kunnen wordei>, daarom teeken ik min stukje. ?Le Btyle c est l'homtne " maar .een spreek woord » geen «raar woord" en indien .Ie style l'bonune" is ,1e ttvle" is zeker niet > femme", ? of anders is Marj Blhtd da droogste persoon die op het wereldrond bestaat ea dit foMurtraSen naar gedichten weer, ea George Eliot. k «ene verhevene deugdzame natuur vol poëzie «a dtt weêrcpreekt baar leven. ? Maff ik even zeggen waarom ik George Eliot door Mary Blind geen biographie vind? ?Als men het boek n' ten heeft staat nwt George Eliot ? (Mary Evans) voor U, «naar een rijf ju boekdeefaa waarvan ge niet alleen de titels leest: Adam Bede, the Mul oa the Floss, Daniel Doronda enz^ maar ga toert die boekan door «n door kennen, altijd gelezen door den bril van Mary Bliad.... is dat eene biographie van een antear opstellen? ? Voor njÜ niet. Oeorge Eliot heeft voorzeker veel van George Saad ia zooverre a* ook ia haar roztans begia?elea ontwikkelt «p sjabsad. Mamk bUft, ü _ «anstootends hebben, aanstootend was: bfl Oeorge Saad is meer.har monie tusschen haar werk en haar persoon, ? «n hy Ouida viadaa Eliot aaaTniet ak 5^".""^TviBsm S|lach ak ?wfi «e elavume vaa tieerge sffleVz kiN nagaan? Geborea ia 1M» èïïAmk kaar ^^ loefftaao na oautreakf 1863. vronw van Oeorfsj Heanr _ Blind .la ewy aesa* M'the tegel OM," . had toen nog niet geiBareiea «ader den naam van George EBot ? Zij meent twen oVpabttaz» opwe, aa-tegea de wette» v*n het laad», des» verboiding te mogen zhdtan, .omdat" zegt de beschrijfster van haar leven ?ajTzMi haar «afesi geweten overeen gekomen was dat zij aiet slecht handelde." Ondertasschen leefden ieary Lewet* vroww ea kinderen «a kon hM niet divoneeren. Lamartiae zegt ah hQ vaa de barmhart^aeid Gode gewaagd: ?Pour Ie héros et nous, fl a des poids divars." De wereld is niet «w> genadig ea toch heeft af zich gebogen voor hetlsdent van George Eüat Ka een poosje gewende men aieh aan daaea toestand, en haar vrienlea, ?? «Ve aich eerst om de ergernis die zij gaf van haar verwjderd had den ? keerden tot baar terng. George Mot waz geen oabecoenen imd, zij wat meer daa rijp: 85 jaar toen zy dezen stap deed; en zy was on geveer 40 jaar toen ?Adam Bede" onder haar pseudoniem het licht zag. De daad wairdoor George Eliot de maatschap pelijke wetten met voeten trad zoa haar «ealg excan* daarin kunnen vinden dat zij ten minste tot haar dood aan deate groote liefde trouw bleef; wat zien wy echter' Ia 1878 sterftLnwes; George Eliot is ontroostbaar.... ca huwt ? na werkelijk volgens al!e wetten ? ia 1880 dus op haar 61ste jaar, met den veel jongeren Mr. Cross; ? zy stierl echter reeds in December vaa datzelfda jaar. Welnu, niettegenstaande dit »t>rjfc" leven dragen George Eliot's boekea ia het minst niet4e~sporen hiervan. . Met meer belangstelling dan Mary Blind's biograpbie vaa George Eliot wordt over dezelfde vrouw de levensgeschiedenis van baar ?kortstondigcn" echtgenoot tegemoet gezien, die reeds sinds 18G7 haar intieme vriend wat. Mr. Cross bewoont nog hetzelfde hn» waar de groote. schryfster gestorven is: No. 4 ChayneWatlc-Ghelsta-Londen terwijl zijn echtgenoote rust op het Ilighgate kerkhof. Van de vijf deelen dezer Emi*e*i-Womenserics is nu één aan eene niet engtlsehe vrouw: Georgo Sand gewijd. Ik geloof wel dat het primitief programma was vrouwen uit allo landen te behandelen, maar het uitgeven van een teerltel&b internationaal werk schijnt met onoverkomelijke bezwaren verbonden te zyn: de uitgever Mr. Allen on Cie. 13 Waterloo Place W. Londen, zeide mij met een naïf lachje: «Wat zouden de Engelschen er aan hebben om het leven te lezen yan hun onboVende grootheden." ? Ik dacht juist het tegendeel; en meende dat deze terie een middel zou wezen om de vrouwen die in haar respectieve landen groot geweest wa ren ook elders te leeren kennen, ? Mevrouw Lina Morgenrt-ern heeft een werk onderhanden dat misschien beter aan deze verwachting beant woorden zal; ZQ heeft reeds over de honderd biographiën vau vrouwen uit verschillende landen verzameld. ? Ik weet niet of het Hollandsche publiek hekend is met Lina Morgenstern; <{j heeft m8 in het beé*g«taW hater Aattbiopraphie waarvan hit eente gedeelte geplaatst is ia >'o. 12 van niün weekblad voor mensje*' Lelie en RoteknoppenC. Alberdingk TWjm. OPMERKINGEN. Schoonheid moet wezen de glanzende ver schijning der waarheid, d. i. van het wezen lijk goede. Zoodra echter schoone schtyn dient om het nietige te verbloemen of te verbergen, worden wel eenigen aangenaam aangedaan, maar die de Ijlheid of Ijdelheid der verlooning doorzien, schuwen de opper vlakkigheid en halen het bedrog der klin kende lievigheid. Zoo komt schoonheid in verachting. Poëzie is nooger leven en daarom vreezen vele bedachtzame lieden, die in het dagelljksche ronddraaien, de verheffing er van. Het groote gebrek van het onderwijs is hierin gelegen, dat de poüiie er vervolgd wordt, en hel proza er droog is. , Het gevoel spreekt steeds eea beslissend oordeel uit, terwijl het verstand veeltijds hapert. Die weinig voor zijn geluk noodig heeft, is gelukkig. Daarom zijn [manenden zoo zalig. Die daarentegen, veel van het gctak vordert, is; ongelukkig. Daarom blijven z^ die veel benijden en halen, dit sieeds. Slechts zij, die veel, en zij die weinig weten, kunnen bewonderen, maar zelden heizelide. Wezenlijke kunst bekommert zich niet om de wet der verdeeling van arbeid. Zoowel op het geheel als op ieder der deelen drukt de echte kunstenaar zich zelven. Alleen voor arbeiders, en by de routine ? ook in de wetenschap ? kan die wet geldig ztyn. Een moedig en ervaren man vreest op deu oceaan des levens niet de hopgegolven, maar wel de verborgen klippen en de loge ondiepten. Velen, die genoeg middelen om te teven bezitten, kunnen bijna niet leven, terwijl anderen, die over weinig middelen beschik ken, een rijk leven leiden Het misbruik is machtigei dan het gebruik, als dit verboden wordt, wyl dat plaats grijpt. Toch geschiedt zulks dagelijks. De wetten getuigen het Men doet vele schrijvers eea slechten di ,. door hom» opmerkingen, dio, in verband met het overige, gepast waren en vraarde hadden, uit hunne werleo té sernen, en afzon derlijk als Buitengemeene wMtrbeden op te disschea. Het is alsof men een lid ah een«tè»esi lichaam snijdt en uitroept: » dH niet fnuêi Zijn daarentegen de spreuken in t boek zen der voldoend verband aangebracbl, dan is de schrijver scbuküg, die oil iu* tot vertooaiof zijne wijsheid Iwchtt*. wten van de ?W snit VBHBMUB, ? r hou3«L te eVwiawwi -^^o^jff BchfcmgSel ? den fsjkeaien eaenadh. Be -MSSWUBIU «erken xeer mee om dsse meeninf te ? ?"eiden, t«rwyi de i«ehte|eleerden b|| di eMtankm bet tofe,wvtrjeetdde learen. *AS1 JiJI ^kdB^l^Md^tfl ? ^.. ??!? ^^MA^HMdl /X»il Jij «?i, «sm nerf smwan, IHTNIU sjsjsjoeBKl. OOK <U Romeinen aonden fmtwtettü (nervosai) veoc een dettgd gebooden bebbeo, en het pleit nJef voor onzen tyd, dat het een naam vewzieketya> beid geworden is. Hetzelfde geldt v oofdatut, van waar: tomaat sdkomt, op Tmrcht en raoed èoett; terwQt iet hm (cor) de woonplaats van een i gewei genoemd won v JU-'V-'. >-«? Hartttykktid en den. waarmede menjchen, 'die véél in «, wereld verkeeren, en die nit Udemeid en utf eigenbelang veel vriendeiykheid meeteu ver-1 oonen, zich niet meer kunnen inlaten. Zoo' dalen deze eigenschappen meer en meer, erf blijven slechts hangen in de lagere kringen der maatacbapptt, waar zg licht L'-~J worden. Er U dus alle kans, dat de wieekenis dier woorden ook weldra T zal gaan. Zij krijgen dan don zin van krachtigheid. Stilstaande wateren vormen een moeras^ dat verpestende dampen, die dof en zwak maken, mtwasemt. Men kent dit in ons land" 3en geweldige stroom, in den stilstaand poel geleid, u alleen in slaat kracht en ondheid terug te brengen. Vandaar ..... roote volksrampen en groote volksvreugdéïf Ie rnenscheltjkheid opwekken, en de ver-j chillende standen, die onder een loomea gang van zaken zich meer en meer van ander vervreemden, weer tot elkander br gen. flet kleine wijkt dan voor het gróót» Verstandige lieden zullen om een grooten ;oed geheel kleine gebreken voorbij zienV erwijl kleingeestige en domme menschenY die steeds de deelen, nooit alles te zameny Vunnen zien, het schoone geheel om één' ;ebrek miskennen. Het oneerlijk oordeel, dat vele fatsoenlyfca ieden vellen, komt, omdat zy alleen op da' eiten letten en niet schijnen ie weten, hoéV als twee menschen hetzelfde doen, dit toch niet hetzelfde is. De oppervlakkigheid en" onkunde laat niet toe de omstandigheden en' Ie. gezindheid van ben^ <]i£.dfldaadittdrevenV e onderkennen. Miskenning deert slechts, wanneer zij uit* gaat van hen, die gij hoogacht, en niet alleen? om den indruk, dien zij van u ontvingen^ maar ook, en dit is smartelijker, om den ndruk, dien zij daardoor op n maken. ? Stel den moedijtn iets grootsch voor o en zij zullen u prijzen, maak de lafa iang en zij zullen uwe voorzichtigheid lov Men leert een volk kennen, wanneer m weet, wie van deze beiden er het meest wor vinden en m eere zijn. 0. P. BEaiCHTEN EN MEDEDEELINGEN. Carlos Sommcrvoffd van Straatshurg, is met eea bibh'ograpaie samen te stellen van al . ?werken die anoniem of paeadóaiem door Jceviidt zijn nitjfegeven, van den oorsproaff dier orde toV -ip oasen tod. Het werk zal in: 2 deelen ?>liceerd worden door de van Parys. Société JBibliogra. Te Metz heeft men onlangs het handschrift' gevonden vau een door Robespierre vervaardigd antwoord op do volinwde prijsvraag : zqn de kmr deren verantwoonUhjk voor de misslagen hnn£& ouders ? Het antwoord luidt ontkennend^ do munt niet uit doer fraaiheid van si^l óf hehu. rijken inhoud: het eiadift aldus: Je mis loia trouver en ntoi les grandes ressources man n'en ai. pas moias osé vous prÓRoatar mon trihn c'est le^érir dVtre ntile, c'est l'iuuaur de 1' ui vous l'ofirs. Een van Caiton's zeldzaamste drukken, hei Lyf of our Lady door den Schotsehen monnik"poëet Lydgate. waarvan slechts drie compleatfj. ezempUren beleend z(ki, ward bQ Sothsby vetj kocht voor p. at 680. Atuiin DOOM» xsl ia October a.*, eau ring geven van sajn twee dichthundek: nettes tn Bhyme (1879) en Pneerba in Por (1874) onder don titel vaa OU tmrld Idyllt vuur idccted «riet. Edmund W. Gom hoeft een bundel teentit eenütrjf êlMdiet" gened, voor iedere der eeuw heeft hfl eea vertegenwoordiger kosen. De tien behandelde fimea «\jn: Lo Webster, Rotclanda, Randolph,Herricl;, Crathato, Oowlcy, Jfr». Philips, Eihtregè m Olitay. Verman Lee de schrftrer va the eentwy t» IMy.uA «»\ma&A^tau»iy xjnde het nentteat X^SHT langdnriee studS der SenaittoMX. ECOMM 4et behanAelëe onderwee» sfin: De porireUeer-fcmst der renaissancó:^mvTosd taVftalie op <le Ea«5«di« dr«o*t* ten der 16e eeuw ; over de v**rlocpert van d* Vtia JTnot» etc, ete. Het boek aml heeten Ar 'f & '--1 .f 'II;: Men it no* we* tot «e* herialt kunnen koassi omtreat de «hlhetd der seampeveiten, die da hf«r Dr. voor 4e pen gn«el. ? hat aehtéri|k M tw neer bi oas iete *, ^ **. * j _ . s» land t» het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl