Historisch Archief 1877-1940
r;£35p'' ^^W^l^^w
DE AMSTEBDAMMBR, WEEKBLAD V O O K NEDERLAND.
Ho. 822
?leenti ac&ynen te nuip te
technische kenuis b§hou te c
eb hun publiek wat zniid in c
worden gewoonlijk door hen
«p t woordje aft ea doet dus uitkomen dat de
Heer WBnf.ld zJtn p^wnlftke sienswftse als't
«are opdrinjt aan de leerlingen welke zon
akaoaoMsea onderwas Ontvangen, waardoor dan boa
aadividueel bearf *, ia plaats van zorgvuldig ont
wikkeld, noodwendig verstikt aeude moeten wor
den. Indien net waar was, M«nh. de Bed. wat
BW verslaggever goedvind te zeggen, zond* er
werkelijk aan het onderricht ven de Heer W. een
:V '. groots fout U-ven. Een Bekere eentoonigheid in
Eet werk zijner leerlingen (de meergevorderden) en
het v vrkoiaen van naar hetzelfde recept behan
del l te lyn, zoude daarvan dan ook het
onvernQdeujk gevolg wezen; even als de beoordeeling
van vettcneid^te hunner werken, over nagenoeg
dezelfde d-ugden en gebreken zouden moeten
loopen en dos tamelijk gelijkluidend sjjn.
Daar het te verwachten was dat de heer Zurcher,
wanneer z|jue beschouwingen Bevorderd waren,
tot het béoordeelen der werken welke op de
Tentoonstelling van leerlingen der akad> mie aan
wezig zijn, wel met a|jn bewnren nopens het
ondi-rwtjs van den Heer W. in strijd «oud* geraken,
moest du schrijven voorzichtigheidshalve worden
verschoven, tot er althans eea genoegzaam aantal
dier werken door ZE. waren behandeld. Anders
aoade h$ wallist in de verzoeking gekomen t li
aan zfjn oordeel over het werk der leerlingen,
een cachet te geven}dat het vroeger nitgcsprokene
over den nwmér, een schy'n van waarheid konde
geven. Voor iemand van de begaafdheden van
nw verslaggever, Mtyah. de Red.l zoude dit een
llgte t ak zyu geweest Beter was het intasscheu
dat de Heer Zurcher tich *elve een démenti gaf.
Aan mijne verwachting ia deze, werd door ZE.
in het tiende Ky'oer artikelen, voorkomende in
bet no. van Maandag 211 Aug. op de meest vrij
gevige wy/.e voldaan.
Ia dat artikel worden de werken van de heeren
Dake, (*) Uldewelt en van der Waay, Haverman &
Witkamp, allen leerlingen der Akademie, die op
de sobilderklasse h t onderwijs van den heer
Wijnveld mofiten genieten, tamelijk uitvoerig be
sproken. Over het werk van dvn heer Dake is
dat oordeel hoogst vereerend, over dat vaa den
heer Oldewelt zér gunstig, (St. Lucas zelf zoude
met een dergelijke recensie tevreden kunnen zqo)
en over dat der drie laatstgenoemde heeren kan
het niet ongntistig genoemd worden, waut dat het,
behalve de niet te versmaden goede hoedanig
heden welke de heer Zurcher daarin releveert,
geBniettugenstaande Z. E. sympathie niet mogt
erlangen, zonde alleen dan iets beteekenen, wan
neer ny' als criticus eenig ^ezag bad, wat niemand
bem voor als nog zal toekennen; dat hun werk
verder droog" U, zoude baast voor een
komplithent kunuen doorgaan, wül in een vroeger artikel
bet heerlijke portret van Ulysse Botin door Duez,
óók een iieetje droog" werd genoemd, 't Ia dan
bok voor onervaren critici altoos gevaarlyk zich
Van technische termen tebedienen; die termen, waar
aan »ij niet altoos de beteekeuis hechten door de
beoefenaar zelve er aan gegeven, en welke zy
slechts schijnen te hulp te roepen, om eenige
' " " ' " doen veronderstellen
de ooxen te strooien,
gewoonlyk door hen misplaatst. Hoe het
?jj, de bovengem: oordeelvellingen, men leze ze
Ibaar eens aandachtig ca, loopen genoeg uitren
bm geen oogenblik er aan te denken, dat zy' het
ja-erk grlden van jonge kunstenaars welke door
fcun meestrr met geweld deneelfden weg werden
nitgestunrd; en zfln zeker vierend genoeg om
niet het minste verbond te houden met den
boosaardigen aanval, waardoor uw geachten criticus
IfQnh. de Rvdt het onderwas .van don Heer
WSjnveld in minaobtintf wilde brengen. Door
deze beoordeehngen geeft de Heer Zurcher zich een
meer afdoend dtimenti, dan het langste vertoog
va» m|jne zijde in staat zoude zijn te doen, en
'i 13 lagt h|j, ondanks zich zelve, eeu sprekend getui
genis af dor degelijkheid van het onderwijl door
bem gelaakt. Zoude hy' er overigtma wel aan
geducht hebben, dat dergelijke spelmgeu zijner
zantozie, als waartoe zyn zwartgalligheid hem ten
aanzien van den Heer "Wijnveld verleidde, op
neer materieel gebied, overgebragt, voor hem zeer
onaangename gevolgen zouden kunnen hebben?
Zoudt) hy het gewaagd hebben de handeling van
dezen of genen koopman bij v. in eendoor duizenden
gelezen blad te kwaltüc ren op een wUze, welke
eet vertrouwen in dien'handelaar zouda kunnen
schokken V Zedelijk zonde dit toch hetzelfde zijn.
Maar al ware het gevaar voor die gevolgen in
het onderhavige geval ook even groot, de heer
Zurcher kan gerust zyn: de hoogleeraar Wynveld
ataat wat te hoog tegenover nw verslaggever om
niet dezen aan te binden. Immers heelt hij, de
beer W., zijn sporen op het gebied zijner werk
zaamheid sedert tal van jareu eervol verdiend;
en hiervan zal voor den heer Zurcher op het
yeld der kritiek, in de naaste toakomst nog wel
geen sprake zQn.
En wat nu de tonde" betreft, welke de heer
WOB veld volgens nw verslaggever Mynh. de Red.1
?vroeger wel bedreef door zich aan
ge*cbii)dkundige voorstellingen te wagen? het feit op zich
JBeTve, het behandelen van geschiedkundige onder
werpen, hoewel de heer Zurcher daarmede niet
boog schijnt te loopen, kan h\j den heer W. niet
. tot zonde aanrekenen: dan toch zoude zyn zeor
waar deerende kritiek der Agrippina van Rixèns,
reeds in de eerste beschouwing voorkomende, slot
noch zin bobben. De sonde" zit dus in de tvyte
«aarop d« heer Wijnveld zich aan die voorstel
lingen waagde en die behandelde.
Uw criticus, dfe zijn vertoogen zoo gaarne met
?en tintje van geleerdheid opsiert, en de 'ge-.
eehiedeiiis der kunst zoo hoog ophaalt, schijnt
die der laatste jaren ten onzent verguten te zy'n.
B»t is toch nog zoo lang niet geleden,.dat de
beer W., om van ander succes in dit opzicht nu
maar niet te reppen, op de stedelijke
tentoonateiling alhier bekroond werd mét do UiJksmedaiUe,
(een onderscheiding slechts zeldzaam verleend)
voor zijn zeer verdienstelijke.levensgroote
vouratelling van Christus en de overspelige vrouw",
Welke schilderij voor de verzameling van na
wijlen H. K., d. Prinses Mariaune werd aange
kocht. Ma«r de jury-leden, welke de genoemde
onderscheiding aan den heer Wynveld toekenden,
traliën ia de schatting van don heer Zurcher
waarachünüjk met Hooger hebben gestaan dan die
aakkels weJk« nog eeniga echte kunstwaarde
cagen in de werken van D. G. Koekkoek en A.
Bcbelfhöut c. s., die makers van die uiterst
knappe merklappen" waarover nw criticus, dn
bant de sa grandeur? aoo theatraal het anathema
uitspreekt .
IK zoude hier kunnen eindigen, maar daar ik
fat het geschrevene indirekt te kennen gaf, met
de kritiek van den Heer Zurcher als zoodanig
weinig te z(jn ingenomen, ben ik verplicht daarvan
ten slofte eenige verklaring te geven.
De kritiek van uw verslaggever Mijnh.de Red.,
veroordeelt zich zelve naar mijn meening, door
hare eenzijdigheid. .
Volstrekte eenzijdigheid moge in een beoefenaar
der kunst te vergeven zijn. daar de geestdrift er
door wordt aangewakkerd, in een oeoordeelaar
is cjj een groote fout, een principieel gebrek.
De reeenseut moet boven de party'en der beoefe
naars staan en, door studie en langdurige
vergeHjking tot de kennis geleid worden die hem in
Bteat stelt het kunstelement in de verschillende
richtingen te zien en aan te toonen. De Heer
Zurcber intusseuon ziet de echte kunst slechts
la. het zoogenaamde Impressionisme", draaft
daarop door, wordt even hartstochtelijk als de
pertugangen dier richting onder de kunstenaars
aelven, en terwttl Z.E. hier en daar aan enkele
volgers van andere richtingen, nog wel een
gefcuig»chrilt van braven arbeid'' wfl uitreiken,
fpnaiet ha zich niet aan sommige verdlsnsteltike
pannen direkt of zijdelings, ds vleiende ven
ke«ing te geven dat s|J geen echte kunstenaars «ijn.
Jhd d* Heer Zurcher bedacht, dat zeer heldere
«n ervarene critici van vroeger en later tfld, er
nog niet ia feslaagd ayn een voldoende definitie
t* geven, waarin het scboone" be-t»»t, een
kwestie net het weien der kunst in het nauwste
Terband, dan sonde een onbevangen oordeel hem
weuioht hebben doen inaien, dat zoo lang dit
vraagstuk nis* is opgelost, er ia elke r»Etin|
?en waarachtig kuaetelement kan liggen; en da
het diensvolgent aan geen beginneling op h*
veld der kritwk betaamd, soo maar apodiktieseh
te verkluen: DU u echte kunst en dat is het niet
EvenaJs door hare eAnsifdigheid, veroordeelt
de kritiek van den heer Zurcher sieh selve door
den toon van Rexag welke hy sich aaumatigd
omdat die toon in lijnrechte tegenspiaak is mei
den bescheiden rol, welke hij zich in het begin
zijner beschouwingen soo prys«tis waardig hac
toegeeohikt. HU zegt daar o,».: dat hu een nog
t« groote onbekendheid is, om over een
ki.n«tenaar met zulk een reputatie" ('t goldt niemanc
minder dan Jules Lefebvre) apodiktiesch den std
te breken: daartoe beeft bU uog geen naam, bi
moet besoheidener aün." Het lareken van den
staf laat Z£. dan ook maar over aan Israels en
Sara Bernhardt, ofschoon bet te betwijfelen valt,
of deze artisten huu afkeurend oordetil over
Lefebvre hebben uitgesproken, om het door d<-n
heer Zurcher in een krant te laten zetten. De
bescheiden rol iutuischen schijnt evenwel slechts
voorgewend te zijn geweest, want van werkelijke
bescheidenheid M(jnn. de Red. t is in de
vertoogen van uw verslaggever, wiens aanmatiging zelf»
enkelen sijner geest verwanten heeft geërgerd, en
uwe lezers óók wel zal hebbeu bevreemd, geen
werkelijk spoor te ontdekken. Heef t Z.E. zich dun
misschien verschreven ea in plaats van het
aaugehaalde bedoeld: een nog onbekende grootlietd,
die door teer onbescheiden te eynt tut eens naam
dacht te tnaken f
Mogt dit het doel wezen dan is het geloof ik
volkomen bereikt. Muur het werkelijke duel, of
schoon de lieer Zurcbor daar schijnbaar niet van
weten wil, zal wel znu: propnganda te maken
voor die richting in de beelduuua kunst, welke
door Z.E. wordt ten troon geheven, Let zoo
genaamd Impresaiouiimie. Het zal bein bekend
eÜD, hoe onschatbaar veel de toongwvers
dier richting a*n de pers te danken hebben, en
de verleiding om nu eens te doceeieu voor de
lezers van een blad dat allén meer ex. duikt
dan twee of drie onzer grootste en belangrijk-;o
bladen te samen, zoude zelfs voor een minder
opgeblazen verslaggever onweerstaanbaar zijn
geweekt. Voor de richting is het alleen moar jam
mer .dat zy g-en huudiger pleitbezorger vord,
die tevens genoeg zolfbeh eischihg be^nt, zijn
ingebeelde grieven en «wartgalligheid buiten zyn
beoordeeliugeu te laten.
Ik vertrouw Mynh. de Red! dat, terwijl de heer
Zurchvr reeds zoo lang aau 't woord was, gy het
niet meer dao billyk zult vinden <>uk eöniffo plaats
ruimte te laten voor du bedeukingen, welke tegen
een groot gedeelte zijner beschouwingen, in Tiat
bovenstaande werden gemaakt door uw
besleuiligen lezer
Augustus D3, S. Altwann.
f) Wat de veronderstellend* vraag botroft, aan bet
oordoel ovor het werk v»n den beur Dake vuatgckiioopt,
Wordt den heor Zurcher in herionoring gabragt (Ut, toen
da aktuoelo Hougloevnar-I)iroc.-teur uu zoodanig aiu de
Akad«mle optrad, do heer Dak» die n>ud» had vorUten.
IJ V E R H EI
DE ^ftoBWEQEN IN FRANKRIJK.
Yoigeifs een onlangs door den minister van
opeubare werken uitgegeven verslag bereikten
de verschillend» spoorlijnen in 1862 eens len^t*
van 26.334 kilometers; in lëSl bedroeg zij 2B.ü/~ 2,
waaruit volgt dat in 1832 ruim 1000 K. il. in
exploitatie z\jn gekomen.
De bnito-ontv*og»teühebben bedragen 1092
tnillioeu francs, d. i. 21 millioeu meer dauiuilSSl.
Per kilometer bedroeg de ontvangst gemiddeld
42.637 francs.
Op de 26.000 K. M. die geëxploiteerd zijn 'a
184 nullioen K. M. afgelegd.
ledere afgelegde K. M. koitte mn de maat
schappijen gemiddeld 2 ir. 80 c. Daar de ont
vangsten gemiddeld 5 fr. 45 c. hebben bedragen,
t>l\jkt dat door de maatschappijen per
trein-kilometer 2 fr. 63 c. verdiend werd. Ilierby valt op
te merken dat de onkosteu per trein-kilo meter
veel minder souden zijn, waunoer mea de
spoorbreinen in de stations niet behoefde te doen op*
iouden. Elk oponthoud kost eene groote hoe
veelheid stoom, om de treinen do snelheid te
doen herkrijgen, die zij door bet remmen hebben
verloren. Bovendien noodzaakt het verlies aan
tijd, de maatschappijen tot het aanschaffen van
meerder materieel.
Op het oogenblik wordt in Amerika de
moge4jkheid beproefd om dat telkens ophouden ge
toet af te schaffen. Hen gqiooft er in te zullen
slagen, om de waggons af- en aan te haken,
geloei werktuiglijk, zonder schok en op de plaats
waar men wil, Het reizen sou dan niet «ene
snelheid gaan, waarvan alleen de train-éclair ons
een denkbeeld kan geven.
V. T.
In Groct-Srttlanje en Ierland zfln tegenwoordig
135 tramwaylijnen, waarvan er 28 het eigendom
urjn van locale ondernemers en 107 aan
actieiionder* bebooren. De voor het verkeer geopende
ijnen hebben een g«zamenli)ke lengte van 064
Eng- Iscbe mijlen. De middelen van ver roer bestaan
uit 2352 wapgons, 18,130 paarden en 76 locomo
tieven. In Juui van 18^2 werden op al deze lijnen
niet minder dan 257,760,060 passagiers vervoerd.
De brutto-opbrenffvten bedroegen 1,970,390 p. st.
«n de kosten 1,565.793 p. st. De zuivere winst
bedraagt dus 414^52 p. st
Het plan van een ondcrgetêohen tunnel tusschen'
Calatniöen Sicilië, schijnt verwezenlijkt te zullen
worden. Die-Venetiaansohe spoorwegmaatschappij
leeft het plan voltooid «a het ontwerp bij het
ministerie ingediend. D» gebeele lengte van dete
n sal 13,&46,17 meter bedragen, waarvan 4299,93
m. op het rechtlijnige deel van den tunnel onder
de nanwte der zee wegvallen, die op de Calabrisohe
kuit 163,15 m. op Siciuaansche, 154,28 m. onder
de oppervlakte van de zee ligt. De kosten z)fh
eU meer 71,000,000 Liren berekend, met inbegrip
Tan circa 5 JSOO,OOOp voor de ruimte voor aanulnUing
nwchen de tunnel en het station Tan Messina.
3p de Calabriscba kust heeft de aansluiting aan
de reeds in aanbouw zijnde lijn Reggio-Bagnan
onmiddellijk aan den uitgang des tunnels plaat*.
De heer A. Blioen te New-Tork heeft een
stoomboot de Meteoor gebouwd, die wat kracht
in vlugheid betreft alles ver achter zich moet
aten wat de bedeesde Europeaan.tot nu toe
geeverd heeft De Meteoor is evenwel nog tleohta
een proefsohip, maar mon zegt, dat er nog meer
volgens dit systeem zullen volgen. Zij bevat
machines van IbOO paardekracht, terwijl
rtoomboo«n van deio grootte (166 voet lengte) zich met
iet achtste deel plegen tevreden te stellen. De
ichroef moet 360 draaiingen in de minuut maken.
tfog kolossaler is het geheel vlak gebouwde schip
van kapitein Lundborg met zfin vier machines
van te zamen 18,000 paardekracht en z(jn kajui
ten voor 1600 passagiers. Beide schepen doorklie
ven den Ooeaan in 6'to?tot 7 dagen, zoodat de
reisiger Tan New-Tork naar Londen minstens
twee dgen lura uittpareu. Bovendien sal
dageesa Lnaoborgaohe boot vertrekken.
De votatndt groot» ttntoontteüingen zullen ia
het jaar 1883 plaats hebhen volgens een door Dr
Grothe in Berlijn opgemaakte opgave; a,
soogenaanide wereldtentoonstellingen in Boston en
Celcata, b. middelsoort en klemwe internatioualea
in Madrid (b«rgbouw) Amsterdam (kolonialen)
c. Intoraatiouale speciale tentoonstellingen in Tokio
(vi schei U) Hamburg (dieren) Berlijn (Uynjene,
tuinbouw en um«i-kJMtrumenteii) Geneve (hor
loges) Parjjs (veiUgb*id>werktuigen voor
spoorweger) Breslan (machines) Saats (hop), Wcenen
(pharmacie) Chicago (spoorwegen) Lissaoon
(landbouwkunde) Lodi (laadbonwmaonines) Londen
(vUsonerij) Gent (tuinbouw) Mttncheu (kunst
voorwerpen). Vet der nationale tentoonstellingen
Zurich Louisville, Madrid (industrie) Genua (in
dustrie en kuntt) Schwerin, Chrisfiania, Cork en
Praag (architectuur) NaamburK, Prerau, Lint*
Aouiens, Fois Troyes, Bli'a, Kochefort, Aurillao
Nisto en Lodi. Ten slotte tentoonstellingen ii
verschillend genre; Koningsberg (aleotriciteit'
Londen (m^r^ne en me'aal) bevilla (tuinbouw]
Gratz (kul nurge*cbiedenii) Berlijn (tftyyten en
gc-klenrd panier) Logden sei->che kunt) Weenen
(brons) Pai-y-. (uatioualo kuu»tJ voor do weiuige
zouicnuaanden m ecu jaar zyn deze wel voldoende
en het publiek eu de couranten mogen zien, hoe
(j zich d* voor hen liggende materialen zullen
ten nutte maken.
De laatste meedttleelingen mor 9t productie
van tuba van verschillende landen hebben het
volgende intoressaiite resultaat gegeven: Azi
Ifvort 31,0.H) Gentenaars t»b»k; Elzita-Lotberingen
1CO,(«0; Beieren 130,000; aden 2^2.000; Noord'
Duitscnlmid 100,000; waarvan Pruisen 1/4 deel le
vert; Nederland 66,000; Italië93,000, Rusland
180,000; Oostenryk 1,000,000; Ui az lic 300,000; Kuba
(ilO.ÜOO; en Nüord-Amerika 3,400,000. De
gezamenlyke opbrengst bedraagt iets meer dan
18,000,000 coiKeuaars. Het jnarlykscb gumiddrld
verbruik op ioderen inwoner bedruaift in Rusland
Frankrijk eu Engeland l pond, in Italiël l/s pond,
in Oostenrjuk 2'/» pond, in Duitscbland eu de
Staten 3 pond, in België4 V> pond
eu in Nederland 5 '/' pond.
Kaken.
HET DEPONEEHEiN VAN KLEEDLN
STUKKEN VAN MIL1GIEKS VEItLOFGASGERS
IS, OP WELKE WIJZE DAT OOK GE
SCHIEDT, ONPKACTI8CH EN
NADEELIG VOOE HET RIJK.
Dit zou otm antwoord kunnen ijn aan den
schrijver, die in no. 3lt> van dit weekblad anderen
uitnoodigt, ook hun Eövoelcn mede te deelen
omtreut het gohoel gekleed doch niet gewapend
uiet grool verlof zeauen vau
milicieus-vciiofgaabedoelde schrijver evenwel door dit ant
woord uiet bevredigd ?ou zijn, \villeo wy trach
ten ons gevoeleu nopens hrt door bem l-".4^>roken
onderwrvp nader tou te lichten. HicrUe is ech
ter noodig, dat wy vooraf de redenen uacraan,
waarom hot Departement van.Oorlog het
d^poaeeren van een gedetlte der Meeding vau de
hierbedoelda miliciens kan hebben bevolen.
Die redeoen zyu ougetwyt'eld Lesjiaring van
'slitnds gelden eu het spoedig uitrusten van de
miliciens by hunne terugkomst ouder de wapenen.
I)at die goedu geducliten, voor zooverre bespa
ring van gelden betreft, niet verwuzenltykt wor
den, kan gcmakkelyk worden aangetoond,
wuuneer xnan de soort, den toestand en d-i wtiirde
der kleeding eeus nagaat, dia bijvoorbeeld van
een milicien der infanterie (voor de overig
wapens zal het verschil uiet groot zijn) bij zya ver
rek met gruot verlof by het korps worden
godeponeei-d.
Do suort der kleeding beslaat uit:
f 2.00
0.50
050
" 0.25
0.30
0.15
n 0.25
0.10
0.05
l 0.10
?4,20
l kanotjas .......
l sohako .
2 hemden. . . t ? ? . «
l ouderbroek
3 p»av sokken ......
l paar wollen handschoenen
l Tinnen pantalon. ....
2 handdoeken . . . . . .
l rokzak je .......
l eetketeitje. ......
Te zamen. . .
Omtrent den toestand van die voorwerpen
beloeft slechts opgemerkt te word; n, dat zy met
die, waarmede de man huiswaarts keert, gedu
rende een geheel jaar z|ju gedragen, zoodat,
vanneer de waarde daarvan getaxeerd wordt zooals
lierboven is aangegeven, men over het algemeen
niet ver vau de werkelijke waarde zal ay'n, indien
aangenomen wordt, dat voor eene som van ?4.20
itan kleeding van ieder milicien, die huiswaarts
ceert, by het korps in bewaring bly'ft.
Werd gemelde kleeding nu l>y bet vertrek met
[root verlof tegen de hierboven anugewezeu
vaarde in de magazijnen ingeleverd, dan zou uien
a mans rekening ook met het bedrog daarvan
labooren te crediteeren. Men duet dat echter
niet. Uit zuinigheid worden de hierboven ver
melde goederen gedurende 3 a 4 jareu in de
leponeerkamers bewaard, om er den man by xy'ne
«rngkomst ouder de wapenen weer dadeljjlt van
,e kunnen voorzien. De vraag is uu, in boi.vwre
s die kleeding dan nog voor den man geschikt,
raarop de ondervinding antwoordt,
datdekauotas en de schako (de overige uitrimiu^fttukken
3 Ui ven een oogenblik buiteu beschouwing) over
iet algemeen te klein bevonden wnvden, 'Tetgeen
duideluk is, wau&e«r men in aanmerking neemt.
dat de milicien zich gedurende zyn verlufty'd
van ztjn 21 tot zyn 24 a 25ston y ar het
iterkat ontwikkelt. Du te klein bevonden
kapptos en schacot worden nu getaxeerd, doch uit
loofde die voorwerpen, zooals begry'|>pliilf is,
gcLurende een 3 of 4 jarig verbluf m de
ueponeorcamer, in waarde veraioderd zijn, kunnen z|j
ieogstens voor de helft van de hierboven
verneldo bedragen in de magazijnen worden
ingeeverd. 's Mans rekening ondergaat alzoo een
verlies van f 1.25, en daar bijna Keen enkele
milicien met minder schuld in iet kleeding- en
reparatiefouds effn paspoort ontvangt, ondervindt
iet Ruk alleen van het wapen dor infanterie,
aarlijks een schade van ± ?/« het tfetal der
gewsportoerd wordende miliciens x f 1.25 of ± *k
X 6000 x ?1.203: ?6,626.
De gedeponeerde uitrnstingrtnkken, velke
lierboveu buiten beschouwing werden gelaten,
z|jn natuurlijk eveneens gedurende den
deponeer;|jd in waarde verminderd, maar aannemende, dat de
man daarmede den oefeningsty'd nog kan uitdienen,
dan kunnen wij ook daarin niet het minste
geldeiyk voordeel voor het Ruk vinden. Want laten
we eens veronderstellen, dat de milicien bjj zijn
vertrek met groot verlof de bovenbedoelde uit
rustingstukken tegen de daarbij aangewezen
waarde had ingeleverd, en dat hij dus bq
terugEomst onder de wapenen weder voorwerpen van
«lijken aard moest ontvangen, don zon men hem
Je uit den gedragen voorraad goederen kunnen
verstrekken, terwijl, indien die niet in voldoende
loeveelheid voorhanden was, en men dus tot de
verstrekking van nieuwe voorwerpen moest over*
faat, men zeker zon bevinden, dat deze laatst
Bedoelde voorwerpen by inlevering niet zooveel
u waarde zonden hebben verloren als de waarde
dor kleine kleedingstnkken bedroeg, toen de
miicien met groot verlof vertrok.
In stede van een geldelijk voordeel, ondervindt
_ Rijks schatkist door hét deponeeren van een
gedeelte der UeediagvaBj met greot verlof
vertrekceade miliciens dus een WMiitntgk m jaartgkt.
Dat door bat deponeeren van de hierboven ver
melde uitrustingstukken ook het sneller kleertan
der miliciens, die om de eene of andere redea oader
de wapenen moeten komen, niet bevorderd wordt
i» gemakkebjk te begrijpen, wanneer men in aan*
merking neemt, dat aan die miliciens eerst de ge
deponeerd» kleeding wordt aangepast, en daar
deae zooals hierboven reeds is geeego, ever het
algemeen niet meer aan de noodige eisohen vol
doet, is men genoodzaakt de niet paaiende klee
ding in te leveren, om daarna tot het ontvangen
van passende voorwerpen over te gaan. Hieruit
volgt dus, dat de ty'd die tot het passen en in
leveren van de gedeponeerde kleeding wordt ge
vorderd, gespaard zou worden, wanneer men oen,
voor het Ryk voordeeUgston. weg volgde met,
voor zooverre snikt mogelijk is, alle kleeding ea
uitrustingstukken van met groot verlof vertrek
kende miliciens, tegen taxatie in de magazijnen
van kleeding in te leveren en hun bijterugkomst
oader de wapenen ook weder uit gemelde maga
zijnen van het noodig» te voorzien.
De sohrüver van het, iu het hoofd dezer rege
len vermelde stuk, zal, naar wjj vertrouwen de
redenen billijken waarom door on* het depoaeeren
van kleeding b)J de korpsen wordt veroordeeld.
Die Zölfde redsnen worden niet opgeheven, wan
neer den miliciens al hunne kleeding met groot
verlof werd medegegeven. Integendeel, wanneer
men tot dien maatregel overging, zon het
ougetwfifeld bij hunne terugkomst onder de wapenen
blijken, dat, behalve dat 1/4 van hen uit hunne
kleediug was gegroeid, nog «en gedeelte van de
rest hur.ue uitrusting in zoodonigen toestand had
gebracht, dat vernieuwing daarvan niet achter
wege kan blijven. Wel is waar, zou men laatst
bedoeld kwaad erastig kunnen bestrijden, door
den militirt-comniissurissen een nog strenger
toezicht op de uitrusting der nüciens voor
tv schrijven en aan hen het recht te geven
sommige kleediugstukken die versleten, ver
waarloosd of te klein geworden waren door an
deren te doen vervangen, doch men moet wel be
denken, dat zulke voorschriften zeer moeieiyk en
ia ieder gaval zeer kostbaar uit te voeren zouden
ijn. Om dit aan te toonen, willen wy' ons eens
voorstellen, dat een milicien in een afgelegen
hoekje van ons land uit zyn kapotjas is gegroeid,
on dut de militie-commissaris het noodig oordeelt,
dat hy' een andere ontvangt. Uoe komt de man
nu aau dit kleedingstuk ?
De laatstgenoemde autoriteit roist met geen
kleedingmagazyWje, dus van aanpassen kan geen
sprake zy'n, evenmin als van aanmeten, want men
kan mut de meeste gerustheid aannemen, dat zich
ter plaatse van den milicien goene kleermakers
bevinden, .die de minste kennis bezitten van de
eigeiiHchnppen, waaraan de klueding van den sol
daat inoet voldoen. De man moet dus naar de «ene
of andere garnizoeusplaats gaan, om van gemeld
kleedingstuk te worden voorzien, waarvoor hem
schadeloosstelling zou behooren te worden ver
strekt. Door dezen maatregel zou men het Ryk
alweer tot gruote uitgaven noodzaken, waar
van niets geen nut to wachten was, want niemand
is in staat te berekenen m welken toestand het
hierhedoelde vernieuwde kleedingstuk zal zyn ge
bracht, wanneer de milicien zich by'.oen volgende
inspectie vertoont of onder de wapens terugkeert.
Ook in het deponeeren van alle kleedinystukken
der tiulliciens-verlofgungers in een ig lokaal der ge
meente, waarin ey to huis behooren, zien wy geen
nut, maar wel een groot geldely'k nadeel, want
de qunestio van uit de kleeding groeien bly'ft
be*taau, terwijl de bezwaren om dio ta klein eu
dus onbruikbaar geworden kleeding te verwitse
ion met de kosten daaraan verbonden niet op
geheven worden. Dit stelsel vnn deponeeren
zou bovendien nog op sommisse plaatsen huur van
lokalen vorderen, waarvan het bedrag met het
salaris voor degenen, die met liet onderhoud van
de hi?ibcdoelde kleeding zoudeii moeten worden
belast, in het algemeen genomen wellicht meer
zou wezen, dan de waarde van de gedeponeerde
voorwerpen van kleeding en uitrusting bedroeg.
In eene verdere besohjuwing omtrent hqt
biarbedoclde onderwerp zullen wy niet treden, ver
mits w|j vermsenen genoegzaam te hebben aan
getoond, dat het een feit is wat wij daaroaitieut
als onderwerp van dit.stuk kozen; alleen moeten
w|j hier nog aan toevoegen, dat het volgens ome
ondervinding (niet dikwijls" maar wel) eddtaam
voorkomt, dat er bij de compagnieën 0ec« toezicht
op de kleeding van den man wordt uitgeoefend,
en dat alzoo het niet passen of onbruikbaar zyn
der inil ciena bühunne terugkomst onder de wapens
niet aan gebrek aan plichtsbesef, maar wel aan de
door ons besproken redenen moet worden toe
geschreven, liet ware daarom wenscheiyk dat de
Minister van Oorlog in die redenen aanleiding kon
vinden een grondig onderzoek omtrent het nut
of geldelijk voordeel van het deponeeren der
kleeding van milioiens-verlofgangers te doen in
stellen, want dan zou- het blijken, dat het nut
oneindig klein en het g-ldelqk nadeel veel grooter
is als door ons berekend is geworden. Dm dit
laatste aan t« tnonon zou men slschts behoeven
na te gaan, hoeveel kleeding voornamelijk
sokken er voor de miliciens, alvorens zfl met
groot verlof vertrokken, nog tot vervanging van
minder goode uitrustingstukken uit de maaaèqnen
worden ontvangen. Dur zulks echter buiten ons
bereik ligt, kunnen w|j dan owk op deze zeer
belangrijke aangelegenheid slecnts de aandacht
vestigen. . . ? . B
HET OORDEEL VAN EEN FRANSOHMAN
OVER ONZE MILITAIRE LETTEBKDNDE.
Het Franncbo blad Bulletin -Je ta Bfuniondes
Officier» van 4 Augustus il. bevat, onder den
titel liolliinde. In littérature militaire, ses
orgnnes et son activité", een opstel over onze mi
litaire letterkunde. Dit stuk scheen ons belang
rijk genoeg om er een overzicht van te geven,
dat hieronder volgt:
Men kent onze sympathie voor de dappere,
kleine, Hollandsche natie, die, zooals
liohtgeloovigen en dompen meenen, doordrongen is van
een koopmansgeest, welke de vaderlandsliefde in
slaapt wiegt, en het befaamde Patria est
nbiettmque 6en« van den hateUjken Tacuvins,
proctittoh of eerlek doot vinden.
Persoonlijk onderzoek, en een langdurige om
gang met onze kameraden van het Hollondsche
leger, overtuigen ons van het tegendeel; en daar
hoofdzakelijk de militaire geest, uitwendig, zoowel
als onderzen meest tastbaren vorm, vertolkt wordt
door de werkzaamheid op letterkundig gebied,
zoo behoort uit de studie der hedendaagscho
militaire letterkunde het bewijs getrokken te wor
den, dat onze beweringen steunt. Wübeginnen
met te doen opmerken, dat de wanklanken van
een tongval, die over t algemeen weinig .buiten
cün enge grenzen beoefend wordt, zoowel als het
neer beperkt aantal lezers, en de onder de be
schaafde klassen algemeen verspreide kennis der
Frenscbe en Dnitsche taal, ernstig de vlucht eener
nationale, militaire letterkunde verhinderen.
In weerwil dezer hinderpalen is het
Nederlandsohe leger drie oaabevetelenswaardige orgaaen
rijk; aan elk deser zullen wjj eeaige regels wftden.
Gedurende ongeveer vijftig jaren heeft de oude
Militaire Spectator alleen net voorrecht gehad
de kringen van het leger te bezoeken; terwijl
bttitenlandsche, Fransche en Duitsche, nieuwe uit
gaven, en sommige opatellen uit militair* bladen,
zoo goed en zoo kwaad het ging, aanvulden wat
aan den veteraan ontbrak.
Het was wys vari den Spectator niet spichtig
op te schieten in de onvruchtbaarheid van het
verledene; de jaren volgden echter elkander, en
ieder, komend laar onthulde nieuwe behoeften,
v-i / , .^ . * _. ... ^ ^ |^ p^yjujj
?Is d* IÜM besehonwds, wflde dat besproken e«
beoefend werden.
Ons past het niet te beoordselea waarom bs|
der redaktie van den Spectator nietbeUmemkof
mogelijk scheen skh nieuw* wegen ta ba&eni
kortom in het iaar 1889 sagen twee nieuwe
oraanea h*t licht S» XMdn 0tó« «B Het
JfiHMtr Blad,
Drie militaire tijdschriften l Welk een wegal*.
pende overvloed, die sooaU men skh kan voor
stellen, eeae concurrentie in t leven riep, reedt
uit den aard der saak nadeelig TOOT het bestaan
der militaire pen.
De oprichting der nieuwe orgtnen geschiedde
echter met kamaraadsohappelyke oogmerken;
aangezien ieder deser een reden van bettaaft
beeft De Spectator kan vooral dienen ten b*
hoeve der speciale wapens; de Gidt bevat alg*>
meeae, an aan de.orde van den dag sUnde
«tudien, die het Müitair Blad door z^n beperkte
ruimte slechts kortelings kan behandelen. J)t
Gids beweegt sich een weinig in alle richtingen,
en overschrijdt telkens de perken van «iju col.
legaV'; is het echter geen werkelijk voordeel voor
het lezend publiek, als de ecu of andere gewichtige
qnaestie aan alle zijden grondig bekeken wordt?
Wüvreezen voor den Spectator, die gun dood
aan De Qids te danken zal hebben. Dit tijdschrift
onder redactie van den kapitein Bogaard vereen gt
ecu groote wetenschappelijke waarde, met het
voordeel van een matigen prijs, waardoor ieder*
een het in eigendom kan hebben.
Wa hebben reeds gesproken over bat Militair
Slaa. dat om de veertien da^eu verschijnt, en
daardoor de belangen van den dag kan bespreken;
maar de wijce waarop het deze onderwerpen be
handelt, zoowel als de abonnementsprijs, maken
dat het staat tusscben Gids en Spectator.
Do aangehaalde drie tijdschriften z<jn gewijd
aan de belangen van het geheele leger; boven
dien bestaat er nog eu tijdschrift, meer in 't
bjjsonder bestemd voor het koloniale leger: Het
Indisch Militair Tijdschrift, dat de laafste jaren
voortdurend seer geacht werd; «en achting ver
kregen door het talent van zijn hoofdredacteur,
den Kapitein van den staf Nieuwenhuyzen. Onge
lukkig hebben particuliere belangen desen officier
genoopt zijn werk vaarwel te zeggen; hij is ver*
vangen door den Kapitein der Infanterie Ramaer,
die ziob nog bekend moet maken.
Evenals overal elders bespreekt in Nederland
de pers van den dag de militaire quaestiën. Ia
Frankrijk kan deze by zondere kroniek gemakke
lijk door de kritiek achtervolgd wordan, en ver
raden de oordeelvellingen harer scLrUver», die
een goeden wil, maar weinig geschiktheid hiervoor
bezitten, de onvoldoendheid vau lietgeen wij
bun militaire opvoeding" zullen noemen.
In Holland is dit niet hetzelfde; de voornaam
ste bladon hebben militaire redacteurs, officieren
van het lezer, meent in werkelyken dienst, die dni
heh publiek weten b kend te maken met ds
militaire zaken, die het moet kennen. Van da
dagbladen zullen wy slechts aanhalen Bet Alge
meen Handelsblad en De Amsterdammer; da
overige bladsn, zooall w\j reeds gelegd hebben,
beliandelen de militaire zaken als de werkelijke.
belangen dit vcreischen.
Men zal uit het bovenstaande bemerkt hebbsn,
dat de anonieme Fransche schrijver ia ons land
goed roiidjjökekcu heeft, ofschoon by een enkel
maal de plank mis slaat. L
BIBLIOGRAPHIE.
'» .'ie1 Militair %dschrift, No. 7.
Eebe bijdrage tot de militaire rechtspleging der
voorgaande eeuw. Scbietconcoura. Een asyl voor
oud-gcdio.-dao in ludiü. Het intchieteu der
artillerin te velde, in vérband met hare leiding. Recht
spraak in militaire zaken: Feiteljjka
insubordinatie. Dronkenschap. Vrijspraak. (Artt
100 en 16 C. W.). Benchouwingen over Indischa
Uutjek. Een onberaden-erd voorstel. Varia,
Bockaaukondiging.
i .. __?_ j __»?.»»?i~???t*»-^-"-r^
niAAKSPEL
No. 3S.
ftn J. Salminger, (Berlijn), (f)
(Dit het probleemoploBsing-tornooi 89 April 1869
ta
ZWAHT.
h o
d e
WIT.
Wit ipe»lt voor en gcaft ia 3 eattaa m»t
(Wit 7, Zwart 6 stakksn mat R. D 6)
Oplnsiag van Scbaakprobletn He. 31f
l ESntE 8 G 6 -H S +
3 H a O I P 8 nt E SI
3 G int P « T. H l +
4 B. nt T.l X 8 E l +
B Hl H3 BI?Hl +
S K. nt T. .Pat.
IKQEZONDEN OPLOöSINQEtl.
Ho. 89 w«rd Jolai opgelost door W. r. H. te Da! ft l
van No. 29 on 80 door v. d. V. te N.N.; Honri 30; Mo<
z*n vi*r»n 39 en 89, Iwititgenoomdon te Amnterdtti.
Tan No. SI oatviagen wty tot du»v»rf« gstae ]oistt
oplossingen.
Ingezonden bydrasvn word*n getoetst.
EEBATUJf.
Onder pioblMm No. 31 staai: £ 7 n» E fl Ie»i: S t
MtS 8.
(t) HeérUndt gonsttg bekende ?oh»*kirp«ler de he*t
O. E. A. D n prét» Botterdam hwft de rrwg bc*nt«
woord in den »oh»»kk«l«nder v»n hot Noordelijk
«chwkbond 1889: .Waarin butaat tut» doelmatige, gotdt tttaHitr
mm problttmophtten f
N»d»t d« schrijver gswazan heeft op don golden ,W
van L» JBonrdoaaais: .M»n IOMR da probleo»»
op sondw een itak te verxetUn", voegt de heer D. M
d»o TMd b(J dien L. zelf wellioht ou eejeven hebben,
als toen r**d* de diagrammen met figuren in w»ns
weren gewe«ik MMN traehtt fi- tieh agf tt gemunt*
At proWeiiuH van Int dktgrain af op It Imit*, danfcuttl
m«a niet in do verleiding om de «tukken a»n te rtVea,
Botengemeld denkbeeld heflft ts Beriyo 39 April U
aanleiding gegeven tot «en oplowtne-tontool. Er «eruea
vier DTtireo nUftlootJi doch ilaehu oen kon er worden
uitgereikt U weten au den over Otto SkiUkv.
dl* in 88 minuten (du binoen den bopiaUeu tyd VIA
een «ar) de In alle vtritnton juïite nyloMing v»n
Buminger'«-probl««m op diagnia voorgttteldeUuiUluiteiia
dMrvtn gebruik ta hebben gemaakt, OM bet
beeft ingeleverd.
N.B. Ia probleem 89 moet een onmlabire
pion op H ftrorden bt)(«voagd,.dte per »bule tüjt g«r
wiiJtVoMuaMc !?? asnaoykwus; «oor l H « o»
No. 322
BB AMSTERIXAMMEBv WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
kot Xlc«mnei>«
Tegen den avond TOB een warmen
zomerj»g, eieng een ionge Schot uit een reuwagen,
m een kleine herberg in hel dorp Monterosa
jg lialiö. In antwoord tot qjn onderdanigen
herbergier, voor wien gasten, als Milord teer
wam waren, kondigde hy hem aan dat
van ?-" eenige dagen te blijven,
go kanit -uaclitete tien, en bestelde een
fop kolfie in de zitkamer. Weinige minuten
Sier ging hy naar beneden, in de
gelagtarner, en deed zioh aan de koffie te goed,
|e de herbergier gebracht had; ea voor de
ar bedankend die deze hem aanbood,
e bij zijn geliefkoosd meerschuim pijpje.
dak het aan en terwijl hy wolken van
rook naar de zoldering blies, was hij
g ' peinzen geraakt.
De te i-Yunk Melville geheeten, was
u veer aoht en twintig jaren en bezat een
ichoon mannelijk voorkomen. Zes voet lang
bij, maar zijn gestalte was zoo goed
iu\vd, dat men hem niet meer dan de
rone middelbare lengte gaf. Zijn kort,
illeod, lichtbruin haar omlijstte een gelaat,
jfet blozend {wis van gezondheid en schitterde
|nn opgewektheid. Hij was een kunstenaar
had dfi eerste gelegenheid aangegrepen,
zijn i:i>i?gekoesterden wonsch ten uitvoer
brengen van een reis naar Italiëte
;en; en het verlangen om frisscbe
natuurreelen te aanschouwen, was de reden dat
van de hoofdwegen was afgedwaald, die
gewone reizigers volgen. Tot nu toe
liij veel genoten op zijn reis. Maar toch,
de schemering begon in te vallen, ge
ilde h|j zich eenigszins verlaten, en ver
haar iemand met wien hij een gesprek
aa»K ? '(jen. Op den avond, waarmee
verhiial begint, gevoelde hij zich meer
gewoonlijk, verlaten en terneergeslugen.
verlangen naar eenige afleiding maakte
van hem meester. Alnur waar zou hij
het kalme, afgelegen dorp Monterosa,
[spanning vinden?
Daar er niets anders over bleef, besloot hij
kleine wandeling te maken. De nauwe,
egelmaii^e dorpsstraat was zoo goed als
ferlaten; men zag er niets, dan enkele
kinen die in het zand speelden, en ganzen
in lange processies liepen,, en druk
snadun. Snel voortloopende kwam Melville
aan het uiteinde van het dorp, en
crde bet aangrenzende woud. Het welige
bladerde van de statige boomcn, die in
volle groeikracht waren, trok natuurlijk
volle bewondering. Oe lucht was
bezwanjd met dun geur van frisch hars en mos;
mvijl de diepe stille, als die van een
beidom, zijn neerslachtigheid deed toenemen,
aats van hem de opgewektheid terug te
iven, waarnaar hy verlangde. Hij had
larneijk snel voortgeloopeo, toen het plotseling
odergaan van de zon en het diepe
schemerr hem waarschuwden, dat het tjjd was
ug te keeren. Weldra bemerkte hij, dat
den weg kwijt was en begon zyn
onorachtigheid te verwenschen, waardoor hij
pcli 7.00 ver gewaagd had in een onbekend
ongehannd woud, zonder iets mee te
nen, als voorzorgsmaatregel.
Juist toen hij begonnen was zichzelf
troosten met het idee den nacht in het
te moeten doorbrengen, onidekte hij
rook van een' vuur niet ver van hem
nvijderd, en hoorde hij in den stillen avond
lonen van een viool. Een wandeling van
i paar minuten bracht hem naar het tooneel.
[Te midden der muren van een oud vervallen
:t&el zalen ongeveer twintig of der tig zigeu*
?s, in de schilderachtigste houdingen
gecpccrd rondom de gewone stang,
waari een grooie pot over een vuur hing. De
nnen droegen roode vesten, versierd met
. ote zilveren knoopen, die in het licht
schitterden; de vrouwen ten minste de
ogeren vuurroode blouses en halsdoeken,
gezel met goud borduursel, en rondom hun
Is droegen zij strengen van glazen kralen. '
. oude vrouwen, die er geel en tando- ,
uitzagen, voltooiden de bende. Daar het
r sciiitierde en do schilderachtige groep
riichite met levendige kleuren,, verlangde
slville naar het penseel van een Salvator
om dit tooneel voor altijd op het doek
brengen.
Zigeuner die op de viool gespeeld had,
l op, toen Mei rille naderde, en in vloeiend
aansch, verzocht hij hem te gaan
zilen van hun eenvoudig müal te
gebruiMeUille nam de uimoodiging aan,
gul, als zij gegeven was. Van zijn
ogd af, waren de oorsprong, vreemde
ge"oonten en omzwervingen van de zigeuners,
" hem steeds een geliefkoosd onderwerp
studie geweest. Hy had veel boeken
die dit wonderlijke volk beschreven
liij was bekend met veel uitdrukkingen
1 Italiaansche Zigeuners; de gebruiken en
onten van dit zwervend ras hadden
voor hem een bijzondere
aantrekkingsbezeten.
VVeiaige minuten later verteerde bij een
van een ezel, dat opgevuld met
waloicn was en geroosterd Doven het vuur.
MVaar is Melita?" vroeg de vioolspeler,
s naam Orlando was. »Wat is er net
iobeurd?"
Onze toerist wilde juist een plas zeer
Siciliaanschen wijn jaan den mond
, toen zyn Mik op de gestalte van
jettgdig meisje viel, zoo schoon als hij
tooit eene gezien had. Door de opening
ten tent trad een jong meisje, dat er
Mider dan achttien jaar uitzag, tets meer
de gewone lengte, bewoog zich baar
slanke gestalte over het grae met bekoorujke
bevalligheid. Groote ooeteraebe oogen, vol
glans, kwamen van onder haar gitzwarte
wenkbrauwen te voorschijn. Haar trekken
waren volmaakt De Omgevormde neus,
lippen als i Cupido's boog , de zacht geronde
km, zouden au model voor een modernen
Phidias hebben kunnen dienen. Het over
vloedige haar, van lichter tint dan de
wenkbrauwen, was bruin. Haar temt was
ook iets of wat lichter van klenr dan dat
van bet gewone Zigeuner type, maar toch
donker genoeg om aan te toonen dat &y
van Boheerasch ras stamde.
Beleefd sprong Melvilla op, en zijn hand
uitstrekkende, bood by aan, haar naar een
plaats aan den disoh te geleiden, met zoo
veel eerbied alsof hy een Engelsche hertogin
toesprak, maar het zigeunermeisje weigerde
de aangeboden band, en terwyi zy zich naast
haar broeder neerzette, staarde zij met eenige
verwondering naar den vreemdeling en wilde
niets van het maal gebruiken.
Toen de maaltijd voorby was, deelde de
kunstenaar den inhoud van zijn grooten tabaks
zak met zijn gastheer; men kan niet gemak
kelijker het hart van een Zigeuner winnen,
dan door hem tabak te geven en luisterde
toen mot onverstoord genoegen naar de mu
zikale pogingen van Orlando op de viool;
ter zellder tyd lette hij op de uitwerking vsn
de tonen op het gelaat van het zigeunermeisje,
wier trekken al de verschillende aandoe
ningen van den speler schenen weer te geven.
Eensklaps viel het hem in, dat de lieflijke
Melita, m haar nationaal kostuum, een schoon
onderwerp zou zijn voor een schets in wa
terverf. Hij wendde zich tot Orlando en vroeg
of hy den volgenden morgen terug mocht ko
men om een schets van zijn zuster te nemen.
Melita hoorde de fluisterende vraag en haar don
kere wangen bloosden een oogenblik van dank
bare ydelheid, toea zij glimlachend den vragen
den blik van Orlando bevestigend beantwoordde.
Toen hij op het punt was van te vertrekken,
hoorde l1 rank met verwondering, dat hij slechts
maar een paar mijlen van Monterosa verwij
derd was; zoo verward waren zijn pogingen
geneest om den weg in dien doolhof van
boomen te vinden. Orlando stelde voor hem
lot aan de grens van het woud te vergezel
len, en het aanbod aannemende nam hij
afscheid van de lieflijke Melitn. Gedurende
het korte geleide van Orlando, sprak Melville
weinig, want de welsprekende blik van het
Zigeunermeisje zweefde hem steeds voor
oogen. Zelfs gedurende 'den nacht, in zijn
woelige droomen, verscheen Melita's gelaat
weder en met een onlrisch gevoel werd de
kunstenaar wakker, toen de zon zijn stralen
door de vensters van de herberg wierp.
II.
i Dit is de laatste keer, dat gij voor mij
poseert, Melita." Het was op den morgen van
den Isten dag nadat Krank Melville voor het
eerst de Zigeuners ontmoet had, dal hij deze
woorden sprak. De jonge Schol legde de
laatste hand aan een grooie wutcrvcrfteekening,
die Melita voorstelde, als Zigeuner-koningin.
De gang van dit werk werd door den
stam waargenomen, met gemengde gevoelens
van bewondering en vreugde, en de donkere
oogen van het meisje schitterden met ge
noegen en trots als zij op het sprekend por
tret van haar zeldzame schoonheid staarde,
De kennis die de jonge arlist bezat van
de gewoonte en zeden der Zigeuners had hem
op een byzonderen voet met Melita en de
andere leden dor bende gebracht, zoodut zij
hem bijna als een van huns gelijken be
schouwden, en over dingen in zijn tegen
woordigheid spraken, waarvoor zij zich met
anderen in acht zonden genomen hebben.
Melita sprak soms van het aanlokkelijke van
het nomadenleven, de vrijheid en ontheffing
van alle zorg, het gezonde leven, de gelegen
heid om de verschillende jaargetijden goed
te bestudeeren, de dieren en de vogels die
in de velden en wouden leven; dan voelde
Frank zijn polsen kloppen, totdat hij bijna ver
langde het koohsaclilig en woelig leven
der sleden vaarwel te zeggen, zijn lol met
dat dergenen te verbinden die in tenten
wonen en' nooit weer lot het gewone leven
terug te keeren. In antwoord op zijn op
merking, dat dit haar laatste zitdag wa«,
sloeg do Zingart haar oogen neder en fluis
terde: »Dat spijt mij zeer."
>Ilet spijt u, Melita! Ik kan u verzekeren,
de laatste dag is altijd een vreugdedag
ten minste voor dengene, die poseert."
«Maar gij zult weggaan als de leekeniog
klaar isr
Hij wist het niet zeker, maar hij verbeeldde
zich, dat hy een traan zag parelen toen zij
deze woorden sprak. >Wel," antwoordde hy,
>mijn verblijf nier nadert zijn einde, dut
moet ik toestemmen, maar ik kan nog een
paar dagen blijven. Kom laten we wal gaan
wandelen." Het paar wandelde langzaam in
de richting van den kronkelenden stroom
dicht by het Zigeunerkamp, »Melita, ik moet
u iets geven voor de welwillendheid, waarmee
gy voor mij geposeerd hebt. Wat zal ik u
geven?"
De donkere oogen van het meisje schit
terden met verontwaardiging, toen zy ze naar
die van den spreker ophief, en Melville zag
een uitdrukking op die' lieflijke trekken, zoo
als hy nog niet gezien bad een uitdruk
king, die bem waarschuwde op te passen voor
het hartstochtelyke Italiaansche bloed, dat in
de aderen der gipsy stroomde. Hij haastte
zich daarom haar zijn bedoeling uit te leggen.
»Geen geld Melita; dat meen ik niet
natuurlijk niet, maar wat zoudt ge voor uw
beeltenis willen hebben f'
Melita greep zijn twee handen in haar
zachte warme hand, en hem strak aanziende,
zeide zij: >Geef my uvrportret, in plaats
van het myne. Als ge dan ver weg zijl
over" de zee, ia uw eigen land, zal dat my
aan den vreemdeling herinneren, die w»
vriendclyk voor my was «n aan deie ge
lukkigen dagen."
»Ik ben biy, dat ik uw verzoek aanstonds
inwilligen kan," antwoordde Melville; t toch
wilde ik, dat ge wat anders gewenscht bad.
Ik ben bang, dat myn portret een slechte
belooning is, voor al uw geduld en vricn»
deiykbeid, waarmee ge voor my gezeten
hebt. Ik heb er bier een in mbn porte
feuille." Met deze woorden, nam Frank een
kaartje uit zyn boekje en overhandigde het
Melita.
Zy staarde eenige oogenblikken ernstig op
de schoone trekken van den jongen Schot;
de geiykenis was treffend en pnderuisschen
werd zij bleek en de hand, die het portret
vasthield, beefde zichtbaar. Toen drukte zy
het portret aan haar hart, en fluisterde:
»tiet zal nooit van myn hart algnao l" En
na een pauze voegde zy er bij: »Kom, laat
ons haar hot karap terugkeeren." Zoo wan
delden zij zwijgend terug. Melville was in
het geheel niet ijdel, maar natuurlijk wist
hij zeer goed dat hij schoon was. Een
onpltiizierige achterdocht kwam bij hem op.
»Zou het waar zyn," vroeg hij zich zelf al,
dat dit jonge meisjo op mij verliefd is ge
worden?" En bij beefde, als hij aan haar
warme gevoelige natuur en haar hevigcn
hartstocht dacht. Maar aan den anderen kant,
had hij haar toch maar zeven dagen gekend.
Toch besloot hij, dal het beter wus on
middellijk te vertrekken, voordat de teedere
indruk, die hij onwetend veroorzaakt had,
te diep bij haar zou doordringen, voor de
rust van haar hart.
Melita brak het eerst hel stilzwijgen. > Weet
gij, waarom ik u verzocht naar hel kamp
terug te keeren?'' Toen, zonder antwoord
af te wachten, vervolgde zij: »lk voelde.dat
ik niet veilig langs het water kon gaan."
? Veilig lanus het watert Wat bedoelt
ge daarmede?1' was de verwonderde uitroep
haars metgezels.
Droevig glimlachend, antwoordde Melita:
? Hebt ge nooit eens een bijna niet te
beheerschen drang gevoeld een drang, waar
ge u geen rekenschap van kondt geven
om een snelle daad te volbrengen, uvaneen
duizelingwekkende hoogte neer te storten,
ol' u iti een snellen stroom te werpen, en
zoo eensklaps en voor altijd een eind aan de
zorgen en smart van het leven te maken ?"
»Mijn jeugdige Melita," zeide hy, kan nau
welijks genoeg zorgen gekend hebben, om
reden te hebbun, troost in een
gewelddadigen dood te zoeken."
Weer schudde de Zingari het hoofd
droevig. > Dat weel ik niet," zeide zij.»Maar
ware ik nu alleen geweest, dan zou ik den
dood in die slroomende rivier gezocht heb
ben." Toen zeide zy, terwijl een heldere
straal overhanr gelaat, gleed daar zij zijn angst
bemerkte: >Maar wees ,niet verschrikt, dat
oogenblik is voorbij."
«Voor altijd, vertrouw ik?" vroeg Melville
ernstig.
«Ja, voor altijd l"
Zij waren nu aan het kamp gekomen. De
vreeselljkc bekentenis, waarnaar hij geluisterd
had gedurende de laatste minuten, hadden
in Melville hel besluit bekrachtigd, de plaats
zonder verzuimen te verlaten, voordat er
andere onpleizierige dingen zouden volgen.
Hij wilde naar de herberg in het dorp
terugkeeren, een korlbriefje aan Melita schrijven,
om haar mee te deelen, dat hij onverwachts
genoodzaakt was, naar Cologne te vertrekken.
Terwijl hij zich naar zijn metgezel wendde,
zeide hy: «Melita, ik ga uw beeld nu naar
het dorp brengen".
Een achterdochtige blik schoot uit baar
schitterende oogen.
«Gij gaat weg ??dat voel ik l Ik zal u
nooit weerzien!"
De kunstenaar legde zijn handen in de
hare en toen hij dit deed, voelde 'hij, hoe
haar hand heelde. Door een
onweerslaanbaar gevoel gedreven, kuste hij haar. Hy
voelde, dat hij een lang, eeuwig vaarwel
nam, en zoo scheidden zij, zonder dat zy
een ander woord samen spraken.
Nadat hy eenige schreden geloopen had,
keerde hij zich om en wuifde met zijn hand
naar het meisje, dat nog op de plaats stond,
waar hij haar verlaten had, even beweging
loos als een standbeeld.
(Stat volgt.)
SCHOOLJLi.-'S't. ?.??.?-?'l.
DIDASKALIA.
xxxm.
Er is de vorige week braaf op de groote trom
Mstagen, geachte redacteur, om de School met
den BQbel eau ffenoegsaam aantal guldens te
bexormn, welke 17 Ang., den dag, waarop de door
de colleetanten soo gebate schoolwet in Io78 be
krachtigd werd, sullen ingezameld worden. Het
bedrag van de opbrengst is mty opdat oogenblik
nog met bekend, doch dat sollen de dagbladen
ons wel nededeelen; sis de climax voortgaat
eooals by de vier eerste insamelingen dan moet
de som een heel stukr boven de honderd duizend
cralden gaan. Tan de bekeert» Unietouulfet u
No. 12 overal kosteloos venweid om daardoor
de vrienden een hart onder den riem te steken,
de lauwen op te wekken, de onversebilligen
party te doen kiezen, de tegenstanders te ver
murwen. Er wordt natunrUJk op de openbare
school gewezen als de meest goddeiooxe instelling
vau den Staat. Do Staat" eegt hot blaadje «heeft
in 1857 en later in 1878 eene schoolwet uitge
vaardigd, waarbjj verboden is op de opeubare
school ia hrintas' naam te bidden,' van Hem als
den óénigen Zallgmaker te spreken, of Hem als
soodanig eenigo eer te bewycen. Volgens die
wet moet het onder schooltijd voor het kind
wezen, alsof er geen Zaligmoker i».... Hij moet
dan van hem wjjgen, ewijgen als het graf.
Boven de deur der openbare school staat dan
naar den geest der schoolwet dit verbod:
.Hier is het verboden onder schooltijd den Christus
Uods te noemen en t» prijzen." Hoe kan daar
nu een gedoopt kind, een kind van CkrittetHHidera
heengaan om onderwij» te o at vangen? Dat is wel
beicnouwd immers onmogelijk? e vaders ea
ntoedui dia oog gtwt&n hebben, die aogj.teab
prjjs stellen op dm naam van
en voor wie de Heilige Doop beteekenis heeft,
komen dan ook al meer «a «e*r tot de over
tuiging: .Op soo'n school mag ik rofln kind niet
?luren. Mag Jesos niet binnen komen, das mjjn
kind ook niet...." ens.
Do ?trtyl op sohoolgebied wordt genoemd een
tegen den overste deser wereld, nl. Satan
en sflne machten, vien het te doen is om de
kinderen des volks van Christus terug U houden.
Met htt oog op den strijd tegen de tw-tóocAwwtf
van den Ckrülua Goot nggen de beeren met
vrijmoedigheid: De Heere heeft het van noode."
Wel is waar kan Hfl sonder eenig schepsel Zfln
doel bereiken: Hu beeft geen nietig mensen
uoodig. maar net oehaagt Hem van mentenen
gediend te worden! En daarom de hand in de
beurs en gegeven zooveel men mair kan.
Oader aan het strooibillet dat dit blaadj*
vergeselt, leest men .P. S. Aau hen. die te ennUnders
van den B|jbel op de school sjjn, wordt beleefd
versocht dit biljet als niet geionden te
beschouwen."
Naar mea segt ijjn sommige kamerleden hier
en daar werkzaam geweeit om te aorgan dat de
gaven ruimschoots vloeiden.
Ouder leidiug van eene commissie van bekende
antirevolutiounaireu (Dr J. W. Gunning, H.Pienon,
A. H. Gerritsen, P. Moors, Dr. J. A. Gerth van
W(jk en U. B. Breüer) aal er 30 Augustus a s. te
Iteutiohem oeoe vergadering gehouden worden
vau voorttandera van hot chnstelyk nationaal
ooderwy*. O. a. zal daar do vraag be*prok«u
worden of bet niet wenschelyk », dat de
opleidiug van underwijcors voor christelijke scholen vrfl
gemankt worde van den invloed dien de
»taat«examens, waarbij do bevoegdheid als ouderwyzor
wordt verkregen, daarop uitoefenen. De heeren
zullen de wouschelyklieid wel betoogen, doch de
rcgeeriug aal hen wel voor het non posswnus
planteen.
Du algemeene Synode der Ned. Hervormde kerk
heeft de vorige week met bytia algameene «tem
men liet voorstel verwerpen om aan de studenten
der Vry'e Uuiveniteit op gereformeerden
groodslag dfXtilfdo rechten toe te kennen als aan die
der Kjjks- Universiteiten en der gemeente- Univer
siteit van Amsterdam. Het werd afgestemd, om
dat het geheel ongemotiveerd was, want «die
zoogenaamde \'ry« (Mveniteit was noch eene
Universiteit, noch vr^l"
In diezelfdn synodale vergadering zijn ook po
gingen aangewend om de commissie op to honen
welke voordrachten raakeu moet tot benoeming
vau kerkelijke hoogleeraren; men wilde dat aau
de Synodo, en gedeeltelijk aan de provinciale
k er It besturen overlaten, doch de gedftuo voorstel
len werden afgestemd, zoodat de zaak blyft
zooals zij is.
De algpnieone vergadering der Maatschappij
tot Nut van 't Algomeun heeft Dinsdag «m
Wounsdaft der vurige week verscheidene belangrijke be
oluiten in znke onderwas genomen o. a. werd er
i' 2000 voor n janr toegestaan voor de bevorde
ring van 't onderwy'a vaii tcliijiperskinderen, f 1(XX)
voor Bubsidiën aan de Departementen voor han
denarbeid on hot voorstel van het hoofdbestuur
aangenoiceu om nis feoatgave aan het Nt-.derhvnd- l
Bcbo volk een kweekschool voor
bewaareclioollioudereïsen met oet'eim-liool te dtkhten. Het hoofd
bestuur zal later beslbnen in welke plaats die
kweekschool sul worden gevestigd, 't Zal der
Maatschappij aardig geld kosten, hetwoik bij den
minder gunst igcu toentaud der financiën, zooals
door den voorzitter in zy'ue openingtrede duideluk
werd uiteengezet haar niet 200 by'zonder te stade
komt; doch .... 't geld wordt nuttig besteed, en
men kan altijd hopan dat goedgunstige lieden,
die ruimschoots met aardsche middelen gezegend
zijn, de honderdjarige dame, welke zooveel goed
gedaan en gewerkt net-ft, een haintjo helpcti.
Een lid van 't hoofdbestuur (Mo«os) deelde
althans voorloopig reeds roede dat er een .rente
loos voorschot van f 20,000 en drie feest^aven,
elk van f2500 waren ingekomen', bravo l Vertier
werd er gedurende vier jareu t el k- «s f 3000
toegeatann, om aan tien onbemiddelde leerlingen der
Rijksschool voor Kuuet nijverheid te Amsterdam
beurzmi van f 300 's j a ars too te kennen, terwijl
eindelijk het departement Monnikendam, waarde
stichter dor Maatschappij 37 jaren woonde, als
f eest gave f 2500 ontving voor t oprichten cener
bewaarschool. Al die sommen werden voor het
grootste gedeelte gevonden door het mat ver
vaarlijke verdelgltigiwocde afschaffen van volks
almanak, Zwaluw, afstemmen van oen remplagant
voor den almanak, een volksboek over voeding, enz.
Op 16 October zal te Utrecht de vijfde jaar
vergadering van de Unie, Een school met den
Bijbel" gehouden worden, onder het
eere-voorzitterschap van Jhr. Mr. P. J. Elout
vanSoeterwoude. Een der vraagpunten, welke daar sullen
behandeld worden, is: Zou door de Unie met
vrucht kunnen gestreden worden tegen de toe;
nemende onzedoujkbeid en sciiaatutelooaheid bij
het opkomend geslacht?" Oom Aquarius zal
zeker met verlangen uitzien naar het resultaat
van die bespreking en er ons in zy'n warme kadet
jes" dan later \vePt een en ander van
mededeelen, als er een middel tot verbetering der
Ameterdarasche stmitjeugd wordt gevonden.
Op genoemde vergadering wil men ook onder
zoeken, hoe er voorzien kan worden in het soeken
van eeu voldoenden waarborg voor goed onder*
wjjs door onderwijzers op .vrye" scholen te
govcn, als hunne bekwaamueidT door dj overheid
voldoende wordt gerekend. Dit onderwerp sluit
zich dus aan bij het punt, dat 31 Ang. op de
vergadering te Deuticnem over opleiding van
onder wïjser* zal besproken worden.
Wat bejammer ik het, waarde redacteur, en
seker velen met miL dat de groote vacantie in
Belgiëop een geheel ander tffdstip valt dan mj
ons, want die begint bjj ouzo ZTuid-Kederlandiche
stamverwanten ongeveer op het tijdstip, wanneer
eg hier eindigt; Was sulks niet het geval, dan
had ik kunnen deelnemen aan het Congres van
het Algemeeue Bond der Belgische ondèrwlisers.
dat 9, 10 en 11 September a-s. te Hasselt zal
worden mhonden. ' ? . _
Men heeft door taaloongressen beproefd den
band tnssohen Noord en Zuid te versterken, en
wordt al het mogelyke gedaan om 't jaar '30 te
vergeten, en nn rijtt onwillekeurig de vraag op
of een bijeenkomst van Noord- en
Znid-Neaerlandsobe onderwijcers, 't bespreken van metbode,
leergang, leermiddelen, ens. ens. geen uitstekende
vruchten voor 't onderwijs, maar evenzeer voor
onderling* waardeering dragen zou? Ik son er
bjjna op snik eene Haatftlter vergadering een
voorstel van willen maken, om eene poging
in 't werk te stellen, ten «inde eens snik eene
onderwbsersvergadesiag op een gemakkeUjke, van
weerss^oa bereikbare, plaats te nonden, bjv. te
Antwerpen of te Breda. Als de Belgische onder
wijzers bühun rondreis door Nederland (over
Utrecht, Amsterdam, Haarlem, 'sHage
enEotterdam) ons becoeken, zooals zy tegen «eer vermin
derde vracbtorrjwn, 12?28 September b v. kunnen
doen, hoop ft, ds* s« door Noord-Nederlandse)»
ambtgenooteu, waar en waaneer z^ zich ook aan
melden, met open armen tallen ontvangen wor
den. Wie weet of die ontmoetingen.geen aan
leiding «even tot een vergadering, sooals ik boven
vaorstelde.
Wees nartoMjk gegroet Van
20 Aug. 1883, Q.N;
Wild» mea ztin battstoobt btooUssjgw «u «?
schoone, die er Bet voorwerp van was, dan best»! d>
mea b| dra kuMteaaareen VMS wurop dt aüt>
gorische teek*nmg urtdrakU httgeen rnsa tM
durtde segnn en d* toezeading daarvan b() Ó»
eerst voorkomende gelegenheid vervnld» dtt M
plasis der declaratie
Den gewoonte kan het gnot Mtal TM
kunstvoorwerp»» verklaren die mettegMBtaaaè*
bun broosheid sedert meer dan twintig M*vé* ia
bewaard bleven en die uu het sieraad vaa MO*
veel kabinetten vso oudheid uitmaken.
Laat ik er n ten overvloede eens een besehifvw
wier t«*kei.ing Patsen leverde en die tot ge*a
ander doel heeft knnnen dJeoeo. Mn sist M*
de eene itide hoe een jongeling ia slavenkleederea
aan een jong meisje dat bem van b*ar venster
uit beschouwde drie appelen aanbiedt, terwijl eek
ztfner kameraden, die een fakkel draagt dit to..aee}
het uooüige licht bjjcet Aan de airiere s«da
der vaas staat het noitje tegenover hu*r minnaar»
sjj heeft de drie appelen in de hand «a de jonM
man achjjat haar in een bescheiden en smwEand*
boudiüg, itUn harteleed mede te deeleu.
?Indien de aih «n de «trekking dezer tw«*
schilderyen niet duidelijk genoeg waren, zondeo
w^j er nog kannen b^voegen, dat de appel, maar
vooral de grauaat en de irroote kweeappel aaa
Venns gewfad wuren; mQ dankt er is geen twijfel
meer aan, smlk een vaas b(j de oen of ander*
plechtige gelegenheid aan een jonge Griekia ten
geschenke aangeboden bevat een even begrijpelijke)
als doeltreffende declaratie.
Soms droeg de begeerte om goed begrepen t»
worden, de voorzorgen nog verder. Men bedt
de teekening van een vaas uit de collectie van
Mastrilli ta KapeJs waar. het schrift de allegorie
te hulp komt. Men ziet er een gevleageldea
genius op afgebeeld, ia een gewaad van bloemen
gebuid een offer brengen op de vlammen van
een klein altaar, waarboven ia antieko letter»
geschreven staat: Callistos is schoon!" Men soa
geen galanter adres voor dit billet doox kannen
bedenken. De moderne galanterie heeft slecht*
een enkel monument in dit gonre iian te wjjsen.
Wjj hebben dat aau eeu schilder uit de school
van Rafaöl to danken, Deie was verliefd op da
dochter vin eeu pottebakker en won haar liefde
doordat hjj haar portret schilderde op~eon vaas
van aardewerk nit de fabriek baars vaders. Men
kan deze vaas nog bewonderen in de schoon*
collectie van het museum Ie Bronswick.
Onite tegenwoordige porceJeinfabrikanten kon*
den ons gemakkelijk in de gelegenheid stellen ia
dit genre met de ouden- te rivauseeren. Men .fa
briceert immers reeds overal fraaie kopjes, die
met letters en bloemen getooid rïa. Ook
photoerafische afbeeldingen, op poreelemen kopjes ge*
bakken, zyn aan do orde van den dag. Het 'a
evenwel niet zeur waarschynujk dat deze lymbo*
lischötaal in onzen tyd veel opgang M! maken;
de liefde is niet meer beschroomd genoeg om haaf
toevlucht te nemen tot de allegorie. ? ""^
Keieer WÏheltn als jvcMgast van graaf Stok
berg. De keizer van Duitschlaud i», zooals alge
meen bekend is, een groot jager en zgn hooge
jaren hebbon aan zijn snm»k voor de jacht uoguieb
de minste at breuk gedaan, integendeel men zon
bijna gelooven dat de harUtocnt nog by hem
heelt toegenomen, want naast zijn talryke pri«
vaatjachten, verznimt hy er zeldnn een, die hem
door Etfn vorstelijke verwanten bf de groobe hee
ren van zijn ry*k worden aangeboden. Zooj»agt
hy vooral ook g.iarne in den Ham bg den regae*
renden graaf Stpltorg-Weraigerode. Verledea
jaar November bracht hij drie dagen bij den kan*
selier van de Johouniterorde door. Hij was w
verschenen in gesseUohap van vorst Hadziwillf
gi-aaf Lehndorf e& crennraal v. Albodyll. Belmlve
Qe hooge heeren, den orfgraaf en graaf Botho,
TbeodMr, Udo, Constóntu'n en Hendrik tot Stol»
berg Wercigerodc namen nog vorst R«uu IV,
prins Iteosz Alil, generaal iJlnmonthal
cndegehe<mraad v. Krossig aan het jachtvermaak deel.
Bij het verrukkelijkst weder was de jacht
in de afgeperkte omheiningen op vouenen wild*
wynftp begonnen en had een schitterend verloop.
De keizer schoot een vos, drie herten, vy'fiien
zware en zestien lichtere, wilde zwanen en drio
reebokken. Na de jacht vormden de gezamen
lijke Kriegervereine oer omliggende plaat sensp»*
lier tot aan het punt dat ongeveer tweehonderd
schreden van de jiiohttoaten verwijderd was. Jhor
werd de keizer opgewacht door de regeerwide
gravin Anna, en baar dochter coratesso
E!IMbetb, de douairière gravin Eberltard!, gravin Udo
tot Stollberif en prinses Heuez, iu wier aanvallig
en aangenaam byz^n het ten 12 ure gebruikte
dejeuner vooitreöely'k «maakte en den keizer ia
de voortrefTeiykste luim bracht. Den volg'Hiden
dag vood wodar een groote hazenjaoht plaatr,
waarby Zjjn Majesteit alleen 106 hazen achit',
een acbitterend succes, dat niet weinie tot. da
vrooiyke stemming van den {aatsten dag bedroeg,
waarop de ke;zer des namiddags tegon 4 uur
naar Berlijn terugkeerde.
Ootthe n Burger. De onlangs te
overleden weduwe van den Jtidiskanzlen-ath Alt*
hof was door haar zwager den hofrath Althof t
Dresden, die na dea dood van den DuitssJjei
volksdichter Gotfried Bttrgor. voogd ovor de kin
deren vaa dezen laatste geworden war, in het
bezit gekomen van de aauzienlUke literarische
nalatenschap van dezen beroemden dichter ea
evenzeer van verschillende autografen vanv be
roemde mannen, die tot ntt toe nog niet gepu
bliceerd waren.
Daaronder bevinden zich eigenhandig geschre
ven brieven aan Burger door ran beroemde vrien
den en vriendinnen, onder anJeren van Goathe,
Vos», Gflckinffk, Uramer, Kleist, Lanffbein, Lichte*»
berg, Iff land, Scblegel, Gleim,* v. Munchbnusen,
Thente Forster, Boje, Althof, Knigge. Brester,
Dietrich, Kielmansegge, zyn gevierde Molly,
Christine Etis» Hahn en nog een gedeelte zijner
Liter gedrukte geschriften au manuseripten.
Ik wil hier slechte «en gedicht over Burger»'
ontmoeting met Goethe ntededeelon, dat tot na
toe niet in wijdere kringen bekend is geworden.
Toen Borger namelök b| zfln besoek te Weimmr
den vriend en kameraad z^ner jeugd, Goethe
ofzocht, ontving deze hem tegeu zy'n verwachting
in «eer stflf en vormelijk, hoewel bfj vroeger op
de vriendschappelfikste wflse met hem verkee-3
had. Burger gevoelde zioh daardoor in den
boogstan graad gekrenkt ea beloedigd, en schreef, -.*?
dat hy van cQn bezoek dat bem zoo ontsten.d
had, terug was gekomen de volgende, dichtrege
len neder die tot nu toe niet gepubliceerd werden;
Mlch dringt es In «ra H»«s n geheo,
rin wotoTam Kflnsttw vaA Xldatoti
D«n «dim KflasttOT wollf 1oU
De looi eter vaten. De vasen die wd ds
Etrnskisohe noemen, waren bij de Grieken vat bouqetten
soms, nog voor ons ctfn: een middel tot senfimea-,
en mtdedeelingta.
nd nloht das AUUgstflck Xtaistw;
Dooh uteif oud kalt Mtab d«r JOnlrW
Tor nwlnwn tnraton KOnstUr ?tobao,
trad vor dm hMsenwB Xüust«r
Krlskt Ich «Jen Kflotttor nicht sa Mh«D{
Hel uw d*t Kuknok una sein Kftstetr
'.verlangt* m$ner woWw. Met dit opichrift
een buiwer van Arod, to een der oourantem
van zijn stadT de voigeade verklaring openbaar
gemaafct: .OndVgeteekeaae, verklaart blerbfl
openlijk, dat ik nooit weder een kroeg DOcheem
wunhais noch een dergelijke plaats rf bezoeken.
Op grond van dit besluit verzoek ik ook mfin*
vrMnaen en bekenden mQ nooit weder, ook sleontl
met een woord naar zulk e«n plaats ta witten
meetaroonen. Voorts machtig ik ieder, die mV inT
een kroeg of dergelUko ziet, van m»j 80 gmUe*
ten voordVsle der stedelUke weecen te eiecaen, j«r
felft «e gerechtelijk ia te vorderen*
And, oeo Isten Joli 1889. __^
Ernst