De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 26 augustus pagina 3

26 augustus 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

r;£35p'' ^^W^l^^w DE AMSTEBDAMMBR, WEEKBLAD V O O K NEDERLAND. Ho. 822 ?leenti ac&ynen te nuip te technische kenuis b§hou te c eb hun publiek wat zniid in c worden gewoonlijk door hen «p t woordje aft ea doet dus uitkomen dat de Heer WBnf.ld zJtn p^wnlftke sienswftse als't «are opdrinjt aan de leerlingen welke zon akaoaoMsea onderwas Ontvangen, waardoor dan boa aadividueel bearf *, ia plaats van zorgvuldig ont wikkeld, noodwendig verstikt aeude moeten wor den. Indien net waar was, M«nh. de Bed. wat BW verslaggever goedvind te zeggen, zond* er werkelijk aan het onderricht ven de Heer W. een :V '. groots fout U-ven. Een Bekere eentoonigheid in Eet werk zijner leerlingen (de meergevorderden) en het v vrkoiaen van naar hetzelfde recept behan del l te lyn, zoude daarvan dan ook het onvernQdeujk gevolg wezen; even als de beoordeeling van vettcneid^te hunner werken, over nagenoeg dezelfde d-ugden en gebreken zouden moeten loopen en dos tamelijk gelijkluidend sjjn. Daar het te verwachten was dat de heer Zurcher, wanneer z|jue beschouwingen Bevorderd waren, tot het béoordeelen der werken welke op de Tentoonstelling van leerlingen der akad> mie aan wezig zijn, wel met a|jn bewnren nopens het ondi-rwtjs van den Heer W. in strijd «oud* geraken, moest du schrijven voorzichtigheidshalve worden verschoven, tot er althans eea genoegzaam aantal dier werken door ZE. waren behandeld. Anders aoade h$ wallist in de verzoeking gekomen t li aan zfjn oordeel over het werk der leerlingen, een cachet te geven}dat het vroeger nitgcsprokene over den nwmér, een schy'n van waarheid konde geven. Voor iemand van de begaafdheden van nw verslaggever, Mtyah. de Red.l zoude dit een llgte t ak zyu geweest Beter was het intasscheu dat de Heer Zurcher tich *elve een démenti gaf. Aan mijne verwachting ia deze, werd door ZE. in het tiende Ky'oer artikelen, voorkomende in bet no. van Maandag 211 Aug. op de meest vrij gevige wy/.e voldaan. Ia dat artikel worden de werken van de heeren Dake, (*) Uldewelt en van der Waay, Haverman & Witkamp, allen leerlingen der Akademie, die op de sobilderklasse h t onderwijs van den heer Wijnveld mofiten genieten, tamelijk uitvoerig be sproken. Over het werk van dvn heer Dake is dat oordeel hoogst vereerend, over dat vaa den heer Oldewelt zér gunstig, (St. Lucas zelf zoude met een dergelijke recensie tevreden kunnen zqo) en over dat der drie laatstgenoemde heeren kan het niet ongntistig genoemd worden, waut dat het, behalve de niet te versmaden goede hoedanig heden welke de heer Zurcher daarin releveert, geBniettugenstaande Z. E. sympathie niet mogt erlangen, zonde alleen dan iets beteekenen, wan neer ny' als criticus eenig ^ezag bad, wat niemand bem voor als nog zal toekennen; dat hun werk verder droog" U, zoude baast voor een komplithent kunuen doorgaan, wül in een vroeger artikel bet heerlijke portret van Ulysse Botin door Duez, óók een iieetje droog" werd genoemd, 't Ia dan bok voor onervaren critici altoos gevaarlyk zich Van technische termen tebedienen; die termen, waar aan »ij niet altoos de beteekeuis hechten door de beoefenaar zelve er aan gegeven, en welke zy slechts schijnen te hulp te roepen, om eenige ' " " ' " doen veronderstellen de ooxen te strooien, gewoonlyk door hen misplaatst. Hoe het ?jj, de bovengem: oordeelvellingen, men leze ze Ibaar eens aandachtig ca, loopen genoeg uitren bm geen oogenblik er aan te denken, dat zy' het ja-erk grlden van jonge kunstenaars welke door fcun meestrr met geweld deneelfden weg werden nitgestunrd; en zfln zeker vierend genoeg om niet het minste verbond te houden met den boosaardigen aanval, waardoor uw geachten criticus IfQnh. de Rvdt het onderwas .van don Heer WSjnveld in minaobtintf wilde brengen. Door deze beoordeehngen geeft de Heer Zurcher zich een meer afdoend dtimenti, dan het langste vertoog va» m|jne zijde in staat zoude zijn te doen, en 'i 13 lagt h|j, ondanks zich zelve, eeu sprekend getui genis af dor degelijkheid van het onderwijl door bem gelaakt. Zoude hy' er overigtma wel aan geducht hebben, dat dergelijke spelmgeu zijner zantozie, als waartoe zyn zwartgalligheid hem ten aanzien van den Heer "Wijnveld verleidde, op neer materieel gebied, overgebragt, voor hem zeer onaangename gevolgen zouden kunnen hebben? Zoudt) hy het gewaagd hebben de handeling van dezen of genen koopman bij v. in eendoor duizenden gelezen blad te kwaltüc ren op een wUze, welke eet vertrouwen in dien'handelaar zouda kunnen schokken V Zedelijk zonde dit toch hetzelfde zijn. Maar al ware het gevaar voor die gevolgen in het onderhavige geval ook even groot, de heer Zurcher kan gerust zyn: de hoogleeraar Wynveld ataat wat te hoog tegenover nw verslaggever om niet dezen aan te binden. Immers heelt hij, de beer W., zijn sporen op het gebied zijner werk zaamheid sedert tal van jareu eervol verdiend; en hiervan zal voor den heer Zurcher op het yeld der kritiek, in de naaste toakomst nog wel geen sprake zQn. En wat nu de tonde" betreft, welke de heer WOB veld volgens nw verslaggever Mynh. de Red.1 ?vroeger wel bedreef door zich aan ge*cbii)dkundige voorstellingen te wagen? het feit op zich JBeTve, het behandelen van geschiedkundige onder werpen, hoewel de heer Zurcher daarmede niet boog schijnt te loopen, kan h\j den heer W. niet . tot zonde aanrekenen: dan toch zoude zyn zeor waar deerende kritiek der Agrippina van Rixèns, reeds in de eerste beschouwing voorkomende, slot noch zin bobben. De sonde" zit dus in de tvyte «aarop d« heer Wijnveld zich aan die voorstel lingen waagde en die behandelde. Uw criticus, dfe zijn vertoogen zoo gaarne met ?en tintje van geleerdheid opsiert, en de 'ge-. eehiedeiiis der kunst zoo hoog ophaalt, schijnt die der laatste jaren ten onzent verguten te zy'n. B»t is toch nog zoo lang niet geleden,.dat de beer W., om van ander succes in dit opzicht nu maar niet te reppen, op de stedelijke tentoonateiling alhier bekroond werd mét do UiJksmedaiUe, (een onderscheiding slechts zeldzaam verleend) voor zijn zeer verdienstelijke.levensgroote vouratelling van Christus en de overspelige vrouw", Welke schilderij voor de verzameling van na wijlen H. K., d. Prinses Mariaune werd aange kocht. Ma«r de jury-leden, welke de genoemde onderscheiding aan den heer Wynveld toekenden, traliën ia de schatting van don heer Zurcher waarachünüjk met Hooger hebben gestaan dan die aakkels weJk« nog eeniga echte kunstwaarde cagen in de werken van D. G. Koekkoek en A. Bcbelfhöut c. s., die makers van die uiterst knappe merklappen" waarover nw criticus, dn bant de sa grandeur? aoo theatraal het anathema uitspreekt . IK zoude hier kunnen eindigen, maar daar ik fat het geschrevene indirekt te kennen gaf, met de kritiek van den Heer Zurcher als zoodanig weinig te z(jn ingenomen, ben ik verplicht daarvan ten slofte eenige verklaring te geven. De kritiek van uw verslaggever Mijnh.de Red., veroordeelt zich zelve naar mijn meening, door hare eenzijdigheid. . Volstrekte eenzijdigheid moge in een beoefenaar der kunst te vergeven zijn. daar de geestdrift er door wordt aangewakkerd, in een oeoordeelaar is cjj een groote fout, een principieel gebrek. De reeenseut moet boven de party'en der beoefe naars staan en, door studie en langdurige vergeHjking tot de kennis geleid worden die hem in Bteat stelt het kunstelement in de verschillende richtingen te zien en aan te toonen. De Heer Zurcber intusseuon ziet de echte kunst slechts la. het zoogenaamde Impressionisme", draaft daarop door, wordt even hartstochtelijk als de pertugangen dier richting onder de kunstenaars aelven, en terwttl Z.E. hier en daar aan enkele volgers van andere richtingen, nog wel een gefcuig»chrilt van braven arbeid'' wfl uitreiken, fpnaiet ha zich niet aan sommige verdlsnsteltike pannen direkt of zijdelings, ds vleiende ven ke«ing te geven dat s|J geen echte kunstenaars «ijn. Jhd d* Heer Zurcher bedacht, dat zeer heldere «n ervarene critici van vroeger en later tfld, er nog niet ia feslaagd ayn een voldoende definitie t* geven, waarin het scboone" be-t»»t, een kwestie net het weien der kunst in het nauwste Terband, dan sonde een onbevangen oordeel hem weuioht hebben doen inaien, dat zoo lang dit vraagstuk nis* is opgelost, er ia elke r»Etin| ?en waarachtig kuaetelement kan liggen; en da het diensvolgent aan geen beginneling op h* veld der kritwk betaamd, soo maar apodiktieseh te verkluen: DU u echte kunst en dat is het niet EvenaJs door hare eAnsifdigheid, veroordeelt de kritiek van den heer Zurcher sieh selve door den toon van Rexag welke hy sich aaumatigd omdat die toon in lijnrechte tegenspiaak is mei den bescheiden rol, welke hij zich in het begin zijner beschouwingen soo prys«tis waardig hac toegeeohikt. HU zegt daar o,».: dat hu een nog t« groote onbekendheid is, om over een ki.n«tenaar met zulk een reputatie" ('t goldt niemanc minder dan Jules Lefebvre) apodiktiesch den std te breken: daartoe beeft bU uog geen naam, bi moet besoheidener aün." Het lareken van den staf laat Z£. dan ook maar over aan Israels en Sara Bernhardt, ofschoon bet te betwijfelen valt, of deze artisten huu afkeurend oordetil over Lefebvre hebben uitgesproken, om het door d<-n heer Zurcher in een krant te laten zetten. De bescheiden rol iutuischen schijnt evenwel slechts voorgewend te zijn geweest, want van werkelijke bescheidenheid M(jnn. de Red. t is in de vertoogen van uw verslaggever, wiens aanmatiging zelf» enkelen sijner geest verwanten heeft geërgerd, en uwe lezers óók wel zal hebbeu bevreemd, geen werkelijk spoor te ontdekken. Heef t Z.E. zich dun misschien verschreven ea in plaats van het aaugehaalde bedoeld: een nog onbekende grootlietd, die door teer onbescheiden te eynt tut eens naam dacht te tnaken f Mogt dit het doel wezen dan is het geloof ik volkomen bereikt. Muur het werkelijke duel, of schoon de lieer Zurcbor daar schijnbaar niet van weten wil, zal wel znu: propnganda te maken voor die richting in de beelduuua kunst, welke door Z.E. wordt ten troon geheven, Let zoo genaamd Impresaiouiimie. Het zal bein bekend eÜD, hoe onschatbaar veel de toongwvers dier richting a*n de pers te danken hebben, en de verleiding om nu eens te doceeieu voor de lezers van een blad dat allén meer ex. duikt dan twee of drie onzer grootste en belangrijk-;o bladen te samen, zoude zelfs voor een minder opgeblazen verslaggever onweerstaanbaar zijn geweekt. Voor de richting is het alleen moar jam mer .dat zy g-en huudiger pleitbezorger vord, die tevens genoeg zolfbeh eischihg be^nt, zijn ingebeelde grieven en «wartgalligheid buiten zyn beoordeeliugeu te laten. Ik vertrouw Mynh. de Red! dat, terwijl de heer Zurchvr reeds zoo lang aau 't woord was, gy het niet meer dao billyk zult vinden <>uk eöniffo plaats ruimte te laten voor du bedeukingen, welke tegen een groot gedeelte zijner beschouwingen, in Tiat bovenstaande werden gemaakt door uw besleuiligen lezer Augustus D3, S. Altwann. f) Wat de veronderstellend* vraag botroft, aan bet oordoel ovor het werk v»n den beur Dake vuatgckiioopt, Wordt den heor Zurcher in herionoring gabragt (Ut, toen da aktuoelo Hougloevnar-I)iroc.-teur uu zoodanig aiu de Akad«mle optrad, do heer Dak» die n>ud» had vorUten. IJ V E R H EI DE ^ftoBWEQEN IN FRANKRIJK. Yoigeifs een onlangs door den minister van opeubare werken uitgegeven verslag bereikten de verschillend» spoorlijnen in 1862 eens len^t* van 26.334 kilometers; in lëSl bedroeg zij 2B.ü/~ 2, waaruit volgt dat in 1832 ruim 1000 K. il. in exploitatie z\jn gekomen. De bnito-ontv*og»teühebben bedragen 1092 tnillioeu francs, d. i. 21 millioeu meer dauiuilSSl. Per kilometer bedroeg de ontvangst gemiddeld 42.637 francs. Op de 26.000 K. M. die geëxploiteerd zijn 'a 184 nullioen K. M. afgelegd. ledere afgelegde K. M. koitte mn de maat schappijen gemiddeld 2 ir. 80 c. Daar de ont vangsten gemiddeld 5 fr. 45 c. hebben bedragen, t>l\jkt dat door de maatschappijen per trein-kilometer 2 fr. 63 c. verdiend werd. Ilierby valt op te merken dat de onkosteu per trein-kilo meter veel minder souden zijn, waunoer mea de spoorbreinen in de stations niet behoefde te doen op* iouden. Elk oponthoud kost eene groote hoe veelheid stoom, om de treinen do snelheid te doen herkrijgen, die zij door bet remmen hebben verloren. Bovendien noodzaakt het verlies aan tijd, de maatschappijen tot het aanschaffen van meerder materieel. Op het oogenblik wordt in Amerika de moge4jkheid beproefd om dat telkens ophouden ge toet af te schaffen. Hen gqiooft er in te zullen slagen, om de waggons af- en aan te haken, geloei werktuiglijk, zonder schok en op de plaats waar men wil, Het reizen sou dan niet «ene snelheid gaan, waarvan alleen de train-éclair ons een denkbeeld kan geven. V. T. In Groct-Srttlanje en Ierland zfln tegenwoordig 135 tramwaylijnen, waarvan er 28 het eigendom urjn van locale ondernemers en 107 aan actieiionder* bebooren. De voor het verkeer geopende ijnen hebben een g«zamenli)ke lengte van 064 Eng- Iscbe mijlen. De middelen van ver roer bestaan uit 2352 wapgons, 18,130 paarden en 76 locomo tieven. In Juui van 18^2 werden op al deze lijnen niet minder dan 257,760,060 passagiers vervoerd. De brutto-opbrenffvten bedroegen 1,970,390 p. st. «n de kosten 1,565.793 p. st. De zuivere winst bedraagt dus 414^52 p. st Het plan van een ondcrgetêohen tunnel tusschen' Calatniöen Sicilië, schijnt verwezenlijkt te zullen worden. Die-Venetiaansohe spoorwegmaatschappij leeft het plan voltooid «a het ontwerp bij het ministerie ingediend. D» gebeele lengte van dete n sal 13,&46,17 meter bedragen, waarvan 4299,93 m. op het rechtlijnige deel van den tunnel onder de nanwte der zee wegvallen, die op de Calabrisohe kuit 163,15 m. op Siciuaansche, 154,28 m. onder de oppervlakte van de zee ligt. De kosten z)fh eU meer 71,000,000 Liren berekend, met inbegrip Tan circa 5 JSOO,OOOp voor de ruimte voor aanulnUing nwchen de tunnel en het station Tan Messina. 3p de Calabriscba kust heeft de aansluiting aan de reeds in aanbouw zijnde lijn Reggio-Bagnan onmiddellijk aan den uitgang des tunnels plaat*. De heer A. Blioen te New-Tork heeft een stoomboot de Meteoor gebouwd, die wat kracht in vlugheid betreft alles ver achter zich moet aten wat de bedeesde Europeaan.tot nu toe geeverd heeft De Meteoor is evenwel nog tleohta een proefsohip, maar mon zegt, dat er nog meer volgens dit systeem zullen volgen. Zij bevat machines van IbOO paardekracht, terwijl rtoomboo«n van deio grootte (166 voet lengte) zich met iet achtste deel plegen tevreden te stellen. De ichroef moet 360 draaiingen in de minuut maken. tfog kolossaler is het geheel vlak gebouwde schip van kapitein Lundborg met zfin vier machines van te zamen 18,000 paardekracht en z(jn kajui ten voor 1600 passagiers. Beide schepen doorklie ven den Ooeaan in 6'to?tot 7 dagen, zoodat de reisiger Tan New-Tork naar Londen minstens twee dgen lura uittpareu. Bovendien sal dageesa Lnaoborgaohe boot vertrekken. De votatndt groot» ttntoontteüingen zullen ia het jaar 1883 plaats hebhen volgens een door Dr Grothe in Berlijn opgemaakte opgave; a, soogenaanide wereldtentoonstellingen in Boston en Celcata, b. middelsoort en klemwe internatioualea in Madrid (b«rgbouw) Amsterdam (kolonialen) c. Intoraatiouale speciale tentoonstellingen in Tokio (vi schei U) Hamburg (dieren) Berlijn (Uynjene, tuinbouw en um«i-kJMtrumenteii) Geneve (hor loges) Parjjs (veiUgb*id>werktuigen voor spoorweger) Breslan (machines) Saats (hop), Wcenen (pharmacie) Chicago (spoorwegen) Lissaoon (landbouwkunde) Lodi (laadbonwmaonines) Londen (vUsonerij) Gent (tuinbouw) Mttncheu (kunst voorwerpen). Vet der nationale tentoonstellingen Zurich Louisville, Madrid (industrie) Genua (in dustrie en kuntt) Schwerin, Chrisfiania, Cork en Praag (architectuur) NaamburK, Prerau, Lint* Aouiens, Fois Troyes, Bli'a, Kochefort, Aurillao Nisto en Lodi. Ten slotte tentoonstellingen ii verschillend genre; Koningsberg (aleotriciteit' Londen (m^r^ne en me'aal) bevilla (tuinbouw] Gratz (kul nurge*cbiedenii) Berlijn (tftyyten en gc-klenrd panier) Logden sei->che kunt) Weenen (brons) Pai-y-. (uatioualo kuu»tJ voor do weiuige zouicnuaanden m ecu jaar zyn deze wel voldoende en het publiek eu de couranten mogen zien, hoe (j zich d* voor hen liggende materialen zullen ten nutte maken. De laatste meedttleelingen mor 9t productie van tuba van verschillende landen hebben het volgende intoressaiite resultaat gegeven: Azi Ifvort 31,0.H) Gentenaars t»b»k; Elzita-Lotberingen 1CO,(«0; Beieren 130,000; aden 2^2.000; Noord' Duitscnlmid 100,000; waarvan Pruisen 1/4 deel le vert; Nederland 66,000; Italië93,000, Rusland 180,000; Oostenryk 1,000,000; Ui az lic 300,000; Kuba (ilO.ÜOO; en Nüord-Amerika 3,400,000. De gezamenlyke opbrengst bedraagt iets meer dan 18,000,000 coiKeuaars. Het jnarlykscb gumiddrld verbruik op ioderen inwoner bedruaift in Rusland Frankrijk eu Engeland l pond, in Italiël l/s pond, in Oostenrjuk 2'/» pond, in Duitscbland eu de Staten 3 pond, in België4 V> pond eu in Nederland 5 '/' pond. Kaken. HET DEPONEEHEiN VAN KLEEDLN STUKKEN VAN MIL1GIEKS VEItLOFGASGERS IS, OP WELKE WIJZE DAT OOK GE SCHIEDT, ONPKACTI8CH EN NADEELIG VOOE HET RIJK. Dit zou otm antwoord kunnen ijn aan den schrijver, die in no. 3lt> van dit weekblad anderen uitnoodigt, ook hun Eövoelcn mede te deelen omtreut het gohoel gekleed doch niet gewapend uiet grool verlof zeauen vau milicieus-vciiofgaabedoelde schrijver evenwel door dit ant woord uiet bevredigd ?ou zijn, \villeo wy trach ten ons gevoeleu nopens hrt door bem l-".4^>roken onderwrvp nader tou te lichten. HicrUe is ech ter noodig, dat wy vooraf de redenen uacraan, waarom hot Departement van.Oorlog het d^poaeeren van een gedetlte der Meeding vau de hierbedoelda miliciens kan hebben bevolen. Die redeoen zyu ougetwyt'eld Lesjiaring van 'slitnds gelden eu het spoedig uitrusten van de miliciens by hunne terugkomst ouder de wapenen. I)at die goedu geducliten, voor zooverre bespa ring van gelden betreft, niet verwuzenltykt wor den, kan gcmakkelyk worden aangetoond, wuuneer xnan de soort, den toestand en d-i wtiirde der kleeding eeus nagaat, dia bijvoorbeeld van een milicien der infanterie (voor de overig wapens zal het verschil uiet groot zijn) bij zya ver rek met gruot verlof by het korps worden godeponeei-d. Do suort der kleeding beslaat uit: f 2.00 0.50 050 " 0.25 0.30 0.15 n 0.25 0.10 0.05 l 0.10 ?4,20 l kanotjas ....... l sohako . 2 hemden. . . t ? ? . « l ouderbroek 3 p»av sokken ...... l paar wollen handschoenen l Tinnen pantalon. .... 2 handdoeken . . . . . . l rokzak je ....... l eetketeitje. ...... Te zamen. . . Omtrent den toestand van die voorwerpen beloeft slechts opgemerkt te word; n, dat zy met die, waarmede de man huiswaarts keert, gedu rende een geheel jaar z|ju gedragen, zoodat, vanneer de waarde daarvan getaxeerd wordt zooals lierboven is aangegeven, men over het algemeen niet ver vau de werkelijke waarde zal ay'n, indien aangenomen wordt, dat voor eene som van ?4.20 itan kleeding van ieder milicien, die huiswaarts ceert, by het korps in bewaring bly'ft. Werd gemelde kleeding nu l>y bet vertrek met [root verlof tegen de hierboven anugewezeu vaarde in de magazijnen ingeleverd, dan zou uien a mans rekening ook met het bedrog daarvan labooren te crediteeren. Men duet dat echter niet. Uit zuinigheid worden de hierboven ver melde goederen gedurende 3 a 4 jareu in de leponeerkamers bewaard, om er den man by xy'ne «rngkomst ouder de wapenen weer dadeljjlt van ,e kunnen voorzien. De vraag is uu, in boi.vwre s die kleeding dan nog voor den man geschikt, raarop de ondervinding antwoordt, datdekauotas en de schako (de overige uitrimiu^fttukken 3 Ui ven een oogenblik buiteu beschouwing) over iet algemeen te klein bevonden wnvden, 'Tetgeen duideluk is, wau&e«r men in aanmerking neemt. dat de milicien zich gedurende zyn verlufty'd van ztjn 21 tot zyn 24 a 25ston y ar het iterkat ontwikkelt. Du te klein bevonden kapptos en schacot worden nu getaxeerd, doch uit loofde die voorwerpen, zooals begry'|>pliilf is, gcLurende een 3 of 4 jarig verbluf m de ueponeorcamer, in waarde veraioderd zijn, kunnen z|j ieogstens voor de helft van de hierboven verneldo bedragen in de magazijnen worden ingeeverd. 's Mans rekening ondergaat alzoo een verlies van f 1.25, en daar bijna Keen enkele milicien met minder schuld in iet kleeding- en reparatiefouds effn paspoort ontvangt, ondervindt iet Ruk alleen van het wapen dor infanterie, aarlijks een schade van ± ?/« het tfetal der gewsportoerd wordende miliciens x f 1.25 of ± *k X 6000 x ?1.203: ?6,626. De gedeponeerde uitrnstingrtnkken, velke lierboveu buiten beschouwing werden gelaten, z|jn natuurlijk eveneens gedurende den deponeer;|jd in waarde verminderd, maar aannemende, dat de man daarmede den oefeningsty'd nog kan uitdienen, dan kunnen wij ook daarin niet het minste geldeiyk voordeel voor het Ruk vinden. Want laten we eens veronderstellen, dat de milicien bjj zijn vertrek met groot verlof de bovenbedoelde uit rustingstukken tegen de daarbij aangewezen waarde had ingeleverd, en dat hij dus bq terugEomst onder de wapenen weder voorwerpen van «lijken aard moest ontvangen, don zon men hem Je uit den gedragen voorraad goederen kunnen verstrekken, terwijl, indien die niet in voldoende loeveelheid voorhanden was, en men dus tot de verstrekking van nieuwe voorwerpen moest over* faat, men zeker zon bevinden, dat deze laatst Bedoelde voorwerpen by inlevering niet zooveel u waarde zonden hebben verloren als de waarde dor kleine kleedingstnkken bedroeg, toen de miicien met groot verlof vertrok. In stede van een geldelijk voordeel, ondervindt _ Rijks schatkist door hét deponeeren van een gedeelte der UeediagvaBj met greot verlof vertrekceade miliciens dus een WMiitntgk m jaartgkt. Dat door bat deponeeren van de hierboven ver melde uitrustingstukken ook het sneller kleertan der miliciens, die om de eene of andere redea oader de wapenen moeten komen, niet bevorderd wordt i» gemakkebjk te begrijpen, wanneer men in aan* merking neemt, dat aan die miliciens eerst de ge deponeerd» kleeding wordt aangepast, en daar deae zooals hierboven reeds is geeego, ever het algemeen niet meer aan de noodige eisohen vol doet, is men genoodzaakt de niet paaiende klee ding in te leveren, om daarna tot het ontvangen van passende voorwerpen over te gaan. Hieruit volgt dus, dat de ty'd die tot het passen en in leveren van de gedeponeerde kleeding wordt ge vorderd, gespaard zou worden, wanneer men oen, voor het Ryk voordeeUgston. weg volgde met, voor zooverre snikt mogelijk is, alle kleeding ea uitrustingstukken van met groot verlof vertrek kende miliciens, tegen taxatie in de magazijnen van kleeding in te leveren en hun bijterugkomst oader de wapenen ook weder uit gemelde maga zijnen van het noodig» te voorzien. De sohrüver van het, iu het hoofd dezer rege len vermelde stuk, zal, naar wjj vertrouwen de redenen billijken waarom door on* het depoaeeren van kleeding b)J de korpsen wordt veroordeeld. Die Zölfde redsnen worden niet opgeheven, wan neer den miliciens al hunne kleeding met groot verlof werd medegegeven. Integendeel, wanneer men tot dien maatregel overging, zon het ougetwfifeld bij hunne terugkomst onder de wapenen blijken, dat, behalve dat 1/4 van hen uit hunne kleediug was gegroeid, nog «en gedeelte van de rest hur.ue uitrusting in zoodonigen toestand had gebracht, dat vernieuwing daarvan niet achter wege kan blijven. Wel is waar, zou men laatst bedoeld kwaad erastig kunnen bestrijden, door den militirt-comniissurissen een nog strenger toezicht op de uitrusting der nüciens voor tv schrijven en aan hen het recht te geven sommige kleediugstukken die versleten, ver waarloosd of te klein geworden waren door an deren te doen vervangen, doch men moet wel be denken, dat zulke voorschriften zeer moeieiyk en ia ieder gaval zeer kostbaar uit te voeren zouden ijn. Om dit aan te toonen, willen wy' ons eens voorstellen, dat een milicien in een afgelegen hoekje van ons land uit zyn kapotjas is gegroeid, on dut de militie-commissaris het noodig oordeelt, dat hy' een andere ontvangt. Uoe komt de man nu aau dit kleedingstuk ? De laatstgenoemde autoriteit roist met geen kleedingmagazyWje, dus van aanpassen kan geen sprake zy'n, evenmin als van aanmeten, want men kan mut de meeste gerustheid aannemen, dat zich ter plaatse van den milicien goene kleermakers bevinden, .die de minste kennis bezitten van de eigeiiHchnppen, waaraan de klueding van den sol daat inoet voldoen. De man moet dus naar de «ene of andere garnizoeusplaats gaan, om van gemeld kleedingstuk te worden voorzien, waarvoor hem schadeloosstelling zou behooren te worden ver strekt. Door dezen maatregel zou men het Ryk alweer tot gruote uitgaven noodzaken, waar van niets geen nut to wachten was, want niemand is in staat te berekenen m welken toestand het hierhedoelde vernieuwde kleedingstuk zal zyn ge bracht, wanneer de milicien zich by'.oen volgende inspectie vertoont of onder de wapens terugkeert. Ook in het deponeeren van alle kleedinystukken der tiulliciens-verlofgungers in een ig lokaal der ge meente, waarin ey to huis behooren, zien wy geen nut, maar wel een groot geldely'k nadeel, want de qunestio van uit de kleeding groeien bly'ft be*taau, terwijl de bezwaren om dio ta klein eu dus onbruikbaar geworden kleeding te verwitse ion met de kosten daaraan verbonden niet op geheven worden. Dit stelsel vnn deponeeren zou bovendien nog op sommisse plaatsen huur van lokalen vorderen, waarvan het bedrag met het salaris voor degenen, die met liet onderhoud van de hi?ibcdoelde kleeding zoudeii moeten worden belast, in het algemeen genomen wellicht meer zou wezen, dan de waarde van de gedeponeerde voorwerpen van kleeding en uitrusting bedroeg. In eene verdere besohjuwing omtrent hqt biarbedoclde onderwerp zullen wy niet treden, ver mits w|j vermsenen genoegzaam te hebben aan getoond, dat het een feit is wat wij daaroaitieut als onderwerp van dit.stuk kozen; alleen moeten w|j hier nog aan toevoegen, dat het volgens ome ondervinding (niet dikwijls" maar wel) eddtaam voorkomt, dat er bij de compagnieën 0ec« toezicht op de kleeding van den man wordt uitgeoefend, en dat alzoo het niet passen of onbruikbaar zyn der inil ciena bühunne terugkomst onder de wapens niet aan gebrek aan plichtsbesef, maar wel aan de door ons besproken redenen moet worden toe geschreven, liet ware daarom wenscheiyk dat de Minister van Oorlog in die redenen aanleiding kon vinden een grondig onderzoek omtrent het nut of geldelijk voordeel van het deponeeren der kleeding van milioiens-verlofgangers te doen in stellen, want dan zou- het blijken, dat het nut oneindig klein en het g-ldelqk nadeel veel grooter is als door ons berekend is geworden. Dm dit laatste aan t« tnonon zou men slschts behoeven na te gaan, hoeveel kleeding voornamelijk sokken er voor de miliciens, alvorens zfl met groot verlof vertrokken, nog tot vervanging van minder goode uitrustingstukken uit de maaaèqnen worden ontvangen. Dur zulks echter buiten ons bereik ligt, kunnen w|j dan owk op deze zeer belangrijke aangelegenheid slecnts de aandacht vestigen. . . ? . B HET OORDEEL VAN EEN FRANSOHMAN OVER ONZE MILITAIRE LETTEBKDNDE. Het Franncbo blad Bulletin -Je ta Bfuniondes Officier» van 4 Augustus il. bevat, onder den titel liolliinde. In littérature militaire, ses orgnnes et son activité", een opstel over onze mi litaire letterkunde. Dit stuk scheen ons belang rijk genoeg om er een overzicht van te geven, dat hieronder volgt: Men kent onze sympathie voor de dappere, kleine, Hollandsche natie, die, zooals liohtgeloovigen en dompen meenen, doordrongen is van een koopmansgeest, welke de vaderlandsliefde in slaapt wiegt, en het befaamde Patria est nbiettmque 6en« van den hateUjken Tacuvins, proctittoh of eerlek doot vinden. Persoonlijk onderzoek, en een langdurige om gang met onze kameraden van het Hollondsche leger, overtuigen ons van het tegendeel; en daar hoofdzakelijk de militaire geest, uitwendig, zoowel als onderzen meest tastbaren vorm, vertolkt wordt door de werkzaamheid op letterkundig gebied, zoo behoort uit de studie der hedendaagscho militaire letterkunde het bewijs getrokken te wor den, dat onze beweringen steunt. Wübeginnen met te doen opmerken, dat de wanklanken van een tongval, die over t algemeen weinig .buiten cün enge grenzen beoefend wordt, zoowel als het neer beperkt aantal lezers, en de onder de be schaafde klassen algemeen verspreide kennis der Frenscbe en Dnitsche taal, ernstig de vlucht eener nationale, militaire letterkunde verhinderen. In weerwil dezer hinderpalen is het Nederlandsohe leger drie oaabevetelenswaardige orgaaen rijk; aan elk deser zullen wjj eeaige regels wftden. Gedurende ongeveer vijftig jaren heeft de oude Militaire Spectator alleen net voorrecht gehad de kringen van het leger te bezoeken; terwijl bttitenlandsche, Fransche en Duitsche, nieuwe uit gaven, en sommige opatellen uit militair* bladen, zoo goed en zoo kwaad het ging, aanvulden wat aan den veteraan ontbrak. Het was wys vari den Spectator niet spichtig op te schieten in de onvruchtbaarheid van het verledene; de jaren volgden echter elkander, en ieder, komend laar onthulde nieuwe behoeften, v-i / , .^ . * _. ... ^ ^ |^ p^yjujj ?Is d* IÜM besehonwds, wflde dat besproken e« beoefend werden. Ons past het niet te beoordselea waarom bs| der redaktie van den Spectator nietbeUmemkof mogelijk scheen skh nieuw* wegen ta ba&eni kortom in het iaar 1889 sagen twee nieuwe oraanea h*t licht S» XMdn 0tó« «B Het JfiHMtr Blad, Drie militaire tijdschriften l Welk een wegal*. pende overvloed, die sooaU men skh kan voor stellen, eeae concurrentie in t leven riep, reedt uit den aard der saak nadeelig TOOT het bestaan der militaire pen. De oprichting der nieuwe orgtnen geschiedde echter met kamaraadsohappelyke oogmerken; aangezien ieder deser een reden van bettaaft beeft De Spectator kan vooral dienen ten b* hoeve der speciale wapens; de Gidt bevat alg*> meeae, an aan de.orde van den dag sUnde «tudien, die het Müitair Blad door z^n beperkte ruimte slechts kortelings kan behandelen. J)t Gids beweegt sich een weinig in alle richtingen, en overschrijdt telkens de perken van «iju col. legaV'; is het echter geen werkelijk voordeel voor het lezend publiek, als de ecu of andere gewichtige qnaestie aan alle zijden grondig bekeken wordt? Wüvreezen voor den Spectator, die gun dood aan De Qids te danken zal hebben. Dit tijdschrift onder redactie van den kapitein Bogaard vereen gt ecu groote wetenschappelijke waarde, met het voordeel van een matigen prijs, waardoor ieder* een het in eigendom kan hebben. Wa hebben reeds gesproken over bat Militair Slaa. dat om de veertien da^eu verschijnt, en daardoor de belangen van den dag kan bespreken; maar de wijce waarop het deze onderwerpen be handelt, zoowel als de abonnementsprijs, maken dat het staat tusscben Gids en Spectator. Do aangehaalde drie tijdschriften z<jn gewijd aan de belangen van het geheele leger; boven dien bestaat er nog eu tijdschrift, meer in 't bjjsonder bestemd voor het koloniale leger: Het Indisch Militair Tijdschrift, dat de laafste jaren voortdurend seer geacht werd; «en achting ver kregen door het talent van zijn hoofdredacteur, den Kapitein van den staf Nieuwenhuyzen. Onge lukkig hebben particuliere belangen desen officier genoopt zijn werk vaarwel te zeggen; hij is ver* vangen door den Kapitein der Infanterie Ramaer, die ziob nog bekend moet maken. Evenals overal elders bespreekt in Nederland de pers van den dag de militaire quaestiën. Ia Frankrijk kan deze by zondere kroniek gemakke lijk door de kritiek achtervolgd wordan, en ver raden de oordeelvellingen harer scLrUver», die een goeden wil, maar weinig geschiktheid hiervoor bezitten, de onvoldoendheid vau lietgeen wij bun militaire opvoeding" zullen noemen. In Holland is dit niet hetzelfde; de voornaam ste bladon hebben militaire redacteurs, officieren van het lezer, meent in werkelyken dienst, die dni heh publiek weten b kend te maken met ds militaire zaken, die het moet kennen. Van da dagbladen zullen wy slechts aanhalen Bet Alge meen Handelsblad en De Amsterdammer; da overige bladsn, zooall w\j reeds gelegd hebben, beliandelen de militaire zaken als de werkelijke. belangen dit vcreischen. Men zal uit het bovenstaande bemerkt hebbsn, dat de anonieme Fransche schrijver ia ons land goed roiidjjökekcu heeft, ofschoon by een enkel maal de plank mis slaat. L BIBLIOGRAPHIE. '» .'ie1 Militair %dschrift, No. 7. Eebe bijdrage tot de militaire rechtspleging der voorgaande eeuw. Scbietconcoura. Een asyl voor oud-gcdio.-dao in ludiü. Het intchieteu der artillerin te velde, in vérband met hare leiding. Recht spraak in militaire zaken: Feiteljjka insubordinatie. Dronkenschap. Vrijspraak. (Artt 100 en 16 C. W.). Benchouwingen over Indischa Uutjek. Een onberaden-erd voorstel. Varia, Bockaaukondiging. i .. __?_ j __»?.»»?i~???t*»-^-"-r^ niAAKSPEL No. 3S. ftn J. Salminger, (Berlijn), (f) (Dit het probleemoploBsing-tornooi 89 April 1869 ta ZWAHT. h o d e WIT. Wit ipe»lt voor en gcaft ia 3 eattaa m»t (Wit 7, Zwart 6 stakksn mat R. D 6) Oplnsiag van Scbaakprobletn He. 31f l ESntE 8 G 6 -H S + 3 H a O I P 8 nt E SI 3 G int P « T. H l + 4 B. nt T.l X 8 E l + B Hl H3 BI?Hl + S K. nt T. .Pat. IKQEZONDEN OPLOöSINQEtl. Ho. 89 w«rd Jolai opgelost door W. r. H. te Da! ft l van No. 29 on 80 door v. d. V. te N.N.; Honri 30; Mo< z*n vi*r»n 39 en 89, Iwititgenoomdon te Amnterdtti. Tan No. SI oatviagen wty tot du»v»rf« gstae ]oistt oplossingen. Ingezonden bydrasvn word*n getoetst. EEBATUJf. Onder pioblMm No. 31 staai: £ 7 n» E fl Ie»i: S t MtS 8. (t) HeérUndt gonsttg bekende ?oh»*kirp«ler de he*t O. E. A. D n prét» Botterdam hwft de rrwg bc*nt« woord in den »oh»»kk«l«nder v»n hot Noordelijk «chwkbond 1889: .Waarin butaat tut» doelmatige, gotdt tttaHitr mm problttmophtten f N»d»t d« schrijver gswazan heeft op don golden ,W van L» JBonrdoaaais: .M»n IOMR da probleo»» op sondw een itak te verxetUn", voegt de heer D. M d»o TMd b(J dien L. zelf wellioht ou eejeven hebben, als toen r**d* de diagrammen met figuren in w»ns weren gewe«ik MMN traehtt fi- tieh agf tt gemunt* At proWeiiuH van Int dktgrain af op It Imit*, danfcuttl m«a niet in do verleiding om de «tukken a»n te rtVea, Botengemeld denkbeeld heflft ts Beriyo 39 April U aanleiding gegeven tot «en oplowtne-tontool. Er «eruea vier DTtireo nUftlootJi doch ilaehu oen kon er worden uitgereikt U weten au den over Otto SkiUkv. dl* in 88 minuten (du binoen den bopiaUeu tyd VIA een «ar) de In alle vtritnton juïite nyloMing v»n Buminger'«-probl««m op diagnia voorgttteldeUuiUluiteiia dMrvtn gebruik ta hebben gemaakt, OM bet beeft ingeleverd. N.B. Ia probleem 89 moet een onmlabire pion op H ftrorden bt)(«voagd,.dte per »bule tüjt g«r wiiJtVoMuaMc !?? asnaoykwus; «oor l H « o» No. 322 BB AMSTERIXAMMEBv WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. kot Xlc«mnei>« Tegen den avond TOB een warmen zomerj»g, eieng een ionge Schot uit een reuwagen, m een kleine herberg in hel dorp Monterosa jg lialiö. In antwoord tot qjn onderdanigen herbergier, voor wien gasten, als Milord teer wam waren, kondigde hy hem aan dat van ?-" eenige dagen te blijven, go kanit -uaclitete tien, en bestelde een fop kolfie in de zitkamer. Weinige minuten Sier ging hy naar beneden, in de gelagtarner, en deed zioh aan de koffie te goed, |e de herbergier gebracht had; ea voor de ar bedankend die deze hem aanbood, e bij zijn geliefkoosd meerschuim pijpje. dak het aan en terwijl hy wolken van rook naar de zoldering blies, was hij g ' peinzen geraakt. De te i-Yunk Melville geheeten, was u veer aoht en twintig jaren en bezat een ichoon mannelijk voorkomen. Zes voet lang bij, maar zijn gestalte was zoo goed iu\vd, dat men hem niet meer dan de rone middelbare lengte gaf. Zijn kort, illeod, lichtbruin haar omlijstte een gelaat, jfet blozend {wis van gezondheid en schitterde |nn opgewektheid. Hij was een kunstenaar had dfi eerste gelegenheid aangegrepen, zijn i:i>i?gekoesterden wonsch ten uitvoer brengen van een reis naar Italiëte ;en; en het verlangen om frisscbe natuurreelen te aanschouwen, was de reden dat van de hoofdwegen was afgedwaald, die gewone reizigers volgen. Tot nu toe liij veel genoten op zijn reis. Maar toch, de schemering begon in te vallen, ge ilde h|j zich eenigszins verlaten, en ver haar iemand met wien hij een gesprek aa»K ? '(jen. Op den avond, waarmee verhiial begint, gevoelde hij zich meer gewoonlijk, verlaten en terneergeslugen. verlangen naar eenige afleiding maakte van hem meester. Alnur waar zou hij het kalme, afgelegen dorp Monterosa, [spanning vinden? Daar er niets anders over bleef, besloot hij kleine wandeling te maken. De nauwe, egelmaii^e dorpsstraat was zoo goed als ferlaten; men zag er niets, dan enkele kinen die in het zand speelden, en ganzen in lange processies liepen,, en druk snadun. Snel voortloopende kwam Melville aan het uiteinde van het dorp, en crde bet aangrenzende woud. Het welige bladerde van de statige boomcn, die in volle groeikracht waren, trok natuurlijk volle bewondering. Oe lucht was bezwanjd met dun geur van frisch hars en mos; mvijl de diepe stille, als die van een beidom, zijn neerslachtigheid deed toenemen, aats van hem de opgewektheid terug te iven, waarnaar hy verlangde. Hij had larneijk snel voortgeloopeo, toen het plotseling odergaan van de zon en het diepe schemerr hem waarschuwden, dat het tjjd was ug te keeren. Weldra bemerkte hij, dat den weg kwijt was en begon zyn onorachtigheid te verwenschen, waardoor hij pcli 7.00 ver gewaagd had in een onbekend ongehannd woud, zonder iets mee te nen, als voorzorgsmaatregel. Juist toen hij begonnen was zichzelf troosten met het idee den nacht in het te moeten doorbrengen, onidekte hij rook van een' vuur niet ver van hem nvijderd, en hoorde hij in den stillen avond lonen van een viool. Een wandeling van i paar minuten bracht hem naar het tooneel. [Te midden der muren van een oud vervallen :t&el zalen ongeveer twintig of der tig zigeu* ?s, in de schilderachtigste houdingen gecpccrd rondom de gewone stang, waari een grooie pot over een vuur hing. De nnen droegen roode vesten, versierd met . ote zilveren knoopen, die in het licht schitterden; de vrouwen ten minste de ogeren vuurroode blouses en halsdoeken, gezel met goud borduursel, en rondom hun Is droegen zij strengen van glazen kralen. ' . oude vrouwen, die er geel en tando- , uitzagen, voltooiden de bende. Daar het r sciiitierde en do schilderachtige groep riichite met levendige kleuren,, verlangde slville naar het penseel van een Salvator om dit tooneel voor altijd op het doek brengen. Zigeuner die op de viool gespeeld had, l op, toen Mei rille naderde, en in vloeiend aansch, verzocht hij hem te gaan zilen van hun eenvoudig müal te gebruiMeUille nam de uimoodiging aan, gul, als zij gegeven was. Van zijn ogd af, waren de oorsprong, vreemde ge"oonten en omzwervingen van de zigeuners, " hem steeds een geliefkoosd onderwerp studie geweest. Hy had veel boeken die dit wonderlijke volk beschreven liij was bekend met veel uitdrukkingen 1 Italiaansche Zigeuners; de gebruiken en onten van dit zwervend ras hadden voor hem een bijzondere aantrekkingsbezeten. VVeiaige minuten later verteerde bij een van een ezel, dat opgevuld met waloicn was en geroosterd Doven het vuur. MVaar is Melita?" vroeg de vioolspeler, s naam Orlando was. »Wat is er net iobeurd?" Onze toerist wilde juist een plas zeer Siciliaanschen wijn jaan den mond , toen zyn Mik op de gestalte van jettgdig meisje viel, zoo schoon als hij tooit eene gezien had. Door de opening ten tent trad een jong meisje, dat er Mider dan achttien jaar uitzag, tets meer de gewone lengte, bewoog zich baar slanke gestalte over het grae met bekoorujke bevalligheid. Groote ooeteraebe oogen, vol glans, kwamen van onder haar gitzwarte wenkbrauwen te voorschijn. Haar trekken waren volmaakt De Omgevormde neus, lippen als i Cupido's boog , de zacht geronde km, zouden au model voor een modernen Phidias hebben kunnen dienen. Het over vloedige haar, van lichter tint dan de wenkbrauwen, was bruin. Haar temt was ook iets of wat lichter van klenr dan dat van bet gewone Zigeuner type, maar toch donker genoeg om aan te toonen dat &y van Boheerasch ras stamde. Beleefd sprong Melvilla op, en zijn hand uitstrekkende, bood by aan, haar naar een plaats aan den disoh te geleiden, met zoo veel eerbied alsof hy een Engelsche hertogin toesprak, maar het zigeunermeisje weigerde de aangeboden band, en terwyi zy zich naast haar broeder neerzette, staarde zij met eenige verwondering naar den vreemdeling en wilde niets van het maal gebruiken. Toen de maaltijd voorby was, deelde de kunstenaar den inhoud van zijn grooten tabaks zak met zijn gastheer; men kan niet gemak kelijker het hart van een Zigeuner winnen, dan door hem tabak te geven en luisterde toen mot onverstoord genoegen naar de mu zikale pogingen van Orlando op de viool; ter zellder tyd lette hij op de uitwerking vsn de tonen op het gelaat van het zigeunermeisje, wier trekken al de verschillende aandoe ningen van den speler schenen weer te geven. Eensklaps viel het hem in, dat de lieflijke Melita, m haar nationaal kostuum, een schoon onderwerp zou zijn voor een schets in wa terverf. Hij wendde zich tot Orlando en vroeg of hy den volgenden morgen terug mocht ko men om een schets van zijn zuster te nemen. Melita hoorde de fluisterende vraag en haar don kere wangen bloosden een oogenblik van dank bare ydelheid, toea zij glimlachend den vragen den blik van Orlando bevestigend beantwoordde. Toen hij op het punt was van te vertrekken, hoorde l1 rank met verwondering, dat hij slechts maar een paar mijlen van Monterosa verwij derd was; zoo verward waren zijn pogingen geneest om den weg in dien doolhof van boomen te vinden. Orlando stelde voor hem lot aan de grens van het woud te vergezel len, en het aanbod aannemende nam hij afscheid van de lieflijke Melitn. Gedurende het korte geleide van Orlando, sprak Melville weinig, want de welsprekende blik van het Zigeunermeisje zweefde hem steeds voor oogen. Zelfs gedurende 'den nacht, in zijn woelige droomen, verscheen Melita's gelaat weder en met een onlrisch gevoel werd de kunstenaar wakker, toen de zon zijn stralen door de vensters van de herberg wierp. II. i Dit is de laatste keer, dat gij voor mij poseert, Melita." Het was op den morgen van den Isten dag nadat Krank Melville voor het eerst de Zigeuners ontmoet had, dal hij deze woorden sprak. De jonge Schol legde de laatste hand aan een grooie wutcrvcrfteekening, die Melita voorstelde, als Zigeuner-koningin. De gang van dit werk werd door den stam waargenomen, met gemengde gevoelens van bewondering en vreugde, en de donkere oogen van het meisje schitterden met ge noegen en trots als zij op het sprekend por tret van haar zeldzame schoonheid staarde, De kennis die de jonge arlist bezat van de gewoonte en zeden der Zigeuners had hem op een byzonderen voet met Melita en de andere leden dor bende gebracht, zoodut zij hem bijna als een van huns gelijken be schouwden, en over dingen in zijn tegen woordigheid spraken, waarvoor zij zich met anderen in acht zonden genomen hebben. Melita sprak soms van het aanlokkelijke van het nomadenleven, de vrijheid en ontheffing van alle zorg, het gezonde leven, de gelegen heid om de verschillende jaargetijden goed te bestudeeren, de dieren en de vogels die in de velden en wouden leven; dan voelde Frank zijn polsen kloppen, totdat hij bijna ver langde het koohsaclilig en woelig leven der sleden vaarwel te zeggen, zijn lol met dat dergenen te verbinden die in tenten wonen en' nooit weer lot het gewone leven terug te keeren. In antwoord op zijn op merking, dat dit haar laatste zitdag wa«, sloeg do Zingart haar oogen neder en fluis terde: »Dat spijt mij zeer." >Ilet spijt u, Melita! Ik kan u verzekeren, de laatste dag is altijd een vreugdedag ten minste voor dengene, die poseert." «Maar gij zult weggaan als de leekeniog klaar isr Hij wist het niet zeker, maar hij verbeeldde zich, dat hy een traan zag parelen toen zij deze woorden sprak. >Wel," antwoordde hy, >mijn verblijf nier nadert zijn einde, dut moet ik toestemmen, maar ik kan nog een paar dagen blijven. Kom laten we wal gaan wandelen." Het paar wandelde langzaam in de richting van den kronkelenden stroom dicht by het Zigeunerkamp, »Melita, ik moet u iets geven voor de welwillendheid, waarmee gy voor mij geposeerd hebt. Wat zal ik u geven?" De donkere oogen van het meisje schit terden met verontwaardiging, toen zy ze naar die van den spreker ophief, en Melville zag een uitdrukking op die' lieflijke trekken, zoo als hy nog niet gezien bad een uitdruk king, die bem waarschuwde op te passen voor het hartstochtelyke Italiaansche bloed, dat in de aderen der gipsy stroomde. Hij haastte zich daarom haar zijn bedoeling uit te leggen. »Geen geld Melita; dat meen ik niet natuurlijk niet, maar wat zoudt ge voor uw beeltenis willen hebben f' Melita greep zijn twee handen in haar zachte warme hand, en hem strak aanziende, zeide zij: >Geef my uvrportret, in plaats van het myne. Als ge dan ver weg zijl over" de zee, ia uw eigen land, zal dat my aan den vreemdeling herinneren, die w» vriendclyk voor my was «n aan deie ge lukkigen dagen." »Ik ben biy, dat ik uw verzoek aanstonds inwilligen kan," antwoordde Melville; t toch wilde ik, dat ge wat anders gewenscht bad. Ik ben bang, dat myn portret een slechte belooning is, voor al uw geduld en vricn» deiykbeid, waarmee ge voor my gezeten hebt. Ik heb er bier een in mbn porte feuille." Met deze woorden, nam Frank een kaartje uit zyn boekje en overhandigde het Melita. Zy staarde eenige oogenblikken ernstig op de schoone trekken van den jongen Schot; de geiykenis was treffend en pnderuisschen werd zij bleek en de hand, die het portret vasthield, beefde zichtbaar. Toen drukte zy het portret aan haar hart, en fluisterde: »tiet zal nooit van myn hart algnao l" En na een pauze voegde zy er bij: »Kom, laat ons haar hot karap terugkeeren." Zoo wan delden zij zwijgend terug. Melville was in het geheel niet ijdel, maar natuurlijk wist hij zeer goed dat hij schoon was. Een onpltiizierige achterdocht kwam bij hem op. »Zou het waar zyn," vroeg hij zich zelf al, dat dit jonge meisjo op mij verliefd is ge worden?" En bij beefde, als hij aan haar warme gevoelige natuur en haar hevigcn hartstocht dacht. Maar aan den anderen kant, had hij haar toch maar zeven dagen gekend. Toch besloot hij, dal het beter wus on middellijk te vertrekken, voordat de teedere indruk, die hij onwetend veroorzaakt had, te diep bij haar zou doordringen, voor de rust van haar hart. Melita brak het eerst hel stilzwijgen. > Weet gij, waarom ik u verzocht naar hel kamp terug te keeren?'' Toen, zonder antwoord af te wachten, vervolgde zij: »lk voelde.dat ik niet veilig langs het water kon gaan." ? Veilig lanus het watert Wat bedoelt ge daarmede?1' was de verwonderde uitroep haars metgezels. Droevig glimlachend, antwoordde Melita: ? Hebt ge nooit eens een bijna niet te beheerschen drang gevoeld een drang, waar ge u geen rekenschap van kondt geven om een snelle daad te volbrengen, uvaneen duizelingwekkende hoogte neer te storten, ol' u iti een snellen stroom te werpen, en zoo eensklaps en voor altijd een eind aan de zorgen en smart van het leven te maken ?" »Mijn jeugdige Melita," zeide hy, kan nau welijks genoeg zorgen gekend hebben, om reden te hebbun, troost in een gewelddadigen dood te zoeken." Weer schudde de Zingari het hoofd droevig. > Dat weel ik niet," zeide zij.»Maar ware ik nu alleen geweest, dan zou ik den dood in die slroomende rivier gezocht heb ben." Toen zeide zy, terwijl een heldere straal overhanr gelaat, gleed daar zij zijn angst bemerkte: >Maar wees ,niet verschrikt, dat oogenblik is voorbij." «Voor altijd, vertrouw ik?" vroeg Melville ernstig. «Ja, voor altijd l" Zij waren nu aan het kamp gekomen. De vreeselljkc bekentenis, waarnaar hij geluisterd had gedurende de laatste minuten, hadden in Melville hel besluit bekrachtigd, de plaats zonder verzuimen te verlaten, voordat er andere onpleizierige dingen zouden volgen. Hij wilde naar de herberg in het dorp terugkeeren, een korlbriefje aan Melita schrijven, om haar mee te deelen, dat hij onverwachts genoodzaakt was, naar Cologne te vertrekken. Terwijl hij zich naar zijn metgezel wendde, zeide hy: «Melita, ik ga uw beeld nu naar het dorp brengen". Een achterdochtige blik schoot uit baar schitterende oogen. «Gij gaat weg ??dat voel ik l Ik zal u nooit weerzien!" De kunstenaar legde zijn handen in de hare en toen hij dit deed, voelde 'hij, hoe haar hand heelde. Door een onweerslaanbaar gevoel gedreven, kuste hij haar. Hy voelde, dat hij een lang, eeuwig vaarwel nam, en zoo scheidden zij, zonder dat zy een ander woord samen spraken. Nadat hy eenige schreden geloopen had, keerde hij zich om en wuifde met zijn hand naar het meisje, dat nog op de plaats stond, waar hij haar verlaten had, even beweging loos als een standbeeld. (Stat volgt.) SCHOOLJLi.-'S't. ?.??.?-?'l. DIDASKALIA. xxxm. Er is de vorige week braaf op de groote trom Mstagen, geachte redacteur, om de School met den BQbel eau ffenoegsaam aantal guldens te bexormn, welke 17 Ang., den dag, waarop de door de colleetanten soo gebate schoolwet in Io78 be krachtigd werd, sullen ingezameld worden. Het bedrag van de opbrengst is mty opdat oogenblik nog met bekend, doch dat sollen de dagbladen ons wel nededeelen; sis de climax voortgaat eooals by de vier eerste insamelingen dan moet de som een heel stukr boven de honderd duizend cralden gaan. Tan de bekeert» Unietouulfet u No. 12 overal kosteloos venweid om daardoor de vrienden een hart onder den riem te steken, de lauwen op te wekken, de onversebilligen party te doen kiezen, de tegenstanders te ver murwen. Er wordt natunrUJk op de openbare school gewezen als de meest goddeiooxe instelling vau den Staat. Do Staat" eegt hot blaadje «heeft in 1857 en later in 1878 eene schoolwet uitge vaardigd, waarbjj verboden is op de opeubare school ia hrintas' naam te bidden,' van Hem als den óénigen Zallgmaker te spreken, of Hem als soodanig eenigo eer te bewycen. Volgens die wet moet het onder schooltijd voor het kind wezen, alsof er geen Zaligmoker i».... Hij moet dan van hem wjjgen, ewijgen als het graf. Boven de deur der openbare school staat dan naar den geest der schoolwet dit verbod: .Hier is het verboden onder schooltijd den Christus Uods te noemen en t» prijzen." Hoe kan daar nu een gedoopt kind, een kind van CkrittetHHidera heengaan om onderwij» te o at vangen? Dat is wel beicnouwd immers onmogelijk? e vaders ea ntoedui dia oog gtwt&n hebben, die aogj.teab prjjs stellen op dm naam van en voor wie de Heilige Doop beteekenis heeft, komen dan ook al meer «a «e*r tot de over tuiging: .Op soo'n school mag ik rofln kind niet ?luren. Mag Jesos niet binnen komen, das mjjn kind ook niet...." ens. Do ?trtyl op sohoolgebied wordt genoemd een tegen den overste deser wereld, nl. Satan en sflne machten, vien het te doen is om de kinderen des volks van Christus terug U houden. Met htt oog op den strijd tegen de tw-tóocAwwtf van den Ckrülua Goot nggen de beeren met vrijmoedigheid: De Heere heeft het van noode." Wel is waar kan Hfl sonder eenig schepsel Zfln doel bereiken: Hu beeft geen nietig mensen uoodig. maar net oehaagt Hem van mentenen gediend te worden! En daarom de hand in de beurs en gegeven zooveel men mair kan. Oader aan het strooibillet dat dit blaadj* vergeselt, leest men .P. S. Aau hen. die te ennUnders van den B|jbel op de school sjjn, wordt beleefd versocht dit biljet als niet geionden te beschouwen." Naar mea segt ijjn sommige kamerleden hier en daar werkzaam geweeit om te aorgan dat de gaven ruimschoots vloeiden. Ouder leidiug van eene commissie van bekende antirevolutiounaireu (Dr J. W. Gunning, H.Pienon, A. H. Gerritsen, P. Moors, Dr. J. A. Gerth van W(jk en U. B. Breüer) aal er 30 Augustus a s. te Iteutiohem oeoe vergadering gehouden worden vau voorttandera van hot chnstelyk nationaal ooderwy*. O. a. zal daar do vraag be*prok«u worden of bet niet wenschelyk », dat de opleidiug van underwijcors voor christelijke scholen vrfl gemankt worde van den invloed dien de »taat«examens, waarbij do bevoegdheid als ouderwyzor wordt verkregen, daarop uitoefenen. De heeren zullen de wouschelyklieid wel betoogen, doch de rcgeeriug aal hen wel voor het non posswnus planteen. Du algemeene Synode der Ned. Hervormde kerk heeft de vorige week met bytia algameene «tem men liet voorstel verwerpen om aan de studenten der Vry'e Uuiveniteit op gereformeerden groodslag dfXtilfdo rechten toe te kennen als aan die der Kjjks- Universiteiten en der gemeente- Univer siteit van Amsterdam. Het werd afgestemd, om dat het geheel ongemotiveerd was, want «die zoogenaamde \'ry« (Mveniteit was noch eene Universiteit, noch vr^l" In diezelfdn synodale vergadering zijn ook po gingen aangewend om de commissie op to honen welke voordrachten raakeu moet tot benoeming vau kerkelijke hoogleeraren; men wilde dat aau de Synodo, en gedeeltelijk aan de provinciale k er It besturen overlaten, doch de gedftuo voorstel len werden afgestemd, zoodat de zaak blyft zooals zij is. De algpnieone vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algomeun heeft Dinsdag «m Wounsdaft der vurige week verscheidene belangrijke be oluiten in znke onderwas genomen o. a. werd er i' 2000 voor n janr toegestaan voor de bevorde ring van 't onderwy'a vaii tcliijiperskinderen, f 1(XX) voor Bubsidiën aan de Departementen voor han denarbeid on hot voorstel van het hoofdbestuur aangenoiceu om nis feoatgave aan het Nt-.derhvnd- l Bcbo volk een kweekschool voor bewaareclioollioudereïsen met oet'eim-liool te dtkhten. Het hoofd bestuur zal later beslbnen in welke plaats die kweekschool sul worden gevestigd, 't Zal der Maatschappij aardig geld kosten, hetwoik bij den minder gunst igcu toentaud der financiën, zooals door den voorzitter in zy'ue openingtrede duideluk werd uiteengezet haar niet 200 by'zonder te stade komt; doch .... 't geld wordt nuttig besteed, en men kan altijd hopan dat goedgunstige lieden, die ruimschoots met aardsche middelen gezegend zijn, de honderdjarige dame, welke zooveel goed gedaan en gewerkt net-ft, een haintjo helpcti. Een lid van 't hoofdbestuur (Mo«os) deelde althans voorloopig reeds roede dat er een .rente loos voorschot van f 20,000 en drie feest^aven, elk van f2500 waren ingekomen', bravo l Vertier werd er gedurende vier jareu t el k- «s f 3000 toegeatann, om aan tien onbemiddelde leerlingen der Rijksschool voor Kuuet nijverheid te Amsterdam beurzmi van f 300 's j a ars too te kennen, terwijl eindelijk het departement Monnikendam, waarde stichter dor Maatschappij 37 jaren woonde, als f eest gave f 2500 ontving voor t oprichten cener bewaarschool. Al die sommen werden voor het grootste gedeelte gevonden door het mat ver vaarlijke verdelgltigiwocde afschaffen van volks almanak, Zwaluw, afstemmen van oen remplagant voor den almanak, een volksboek over voeding, enz. Op 16 October zal te Utrecht de vijfde jaar vergadering van de Unie, Een school met den Bijbel" gehouden worden, onder het eere-voorzitterschap van Jhr. Mr. P. J. Elout vanSoeterwoude. Een der vraagpunten, welke daar sullen behandeld worden, is: Zou door de Unie met vrucht kunnen gestreden worden tegen de toe; nemende onzedoujkbeid en sciiaatutelooaheid bij het opkomend geslacht?" Oom Aquarius zal zeker met verlangen uitzien naar het resultaat van die bespreking en er ons in zy'n warme kadet jes" dan later \vePt een en ander van mededeelen, als er een middel tot verbetering der Ameterdarasche stmitjeugd wordt gevonden. Op genoemde vergadering wil men ook onder zoeken, hoe er voorzien kan worden in het soeken van eeu voldoenden waarborg voor goed onder* wjjs door onderwijzers op .vrye" scholen te govcn, als hunne bekwaamueidT door dj overheid voldoende wordt gerekend. Dit onderwerp sluit zich dus aan bij het punt, dat 31 Ang. op de vergadering te Deuticnem over opleiding van onder wïjser* zal besproken worden. Wat bejammer ik het, waarde redacteur, en seker velen met miL dat de groote vacantie in Belgiëop een geheel ander tffdstip valt dan mj ons, want die begint bjj ouzo ZTuid-Kederlandiche stamverwanten ongeveer op het tijdstip, wanneer eg hier eindigt; Was sulks niet het geval, dan had ik kunnen deelnemen aan het Congres van het Algemeeue Bond der Belgische ondèrwlisers. dat 9, 10 en 11 September a-s. te Hasselt zal worden mhonden. ' ? . _ Men heeft door taaloongressen beproefd den band tnssohen Noord en Zuid te versterken, en wordt al het mogelyke gedaan om 't jaar '30 te vergeten, en nn rijtt onwillekeurig de vraag op of een bijeenkomst van Noord- en Znid-Neaerlandsobe onderwijcers, 't bespreken van metbode, leergang, leermiddelen, ens. ens. geen uitstekende vruchten voor 't onderwijs, maar evenzeer voor onderling* waardeering dragen zou? Ik son er bjjna op snik eene Haatftlter vergadering een voorstel van willen maken, om eene poging in 't werk te stellen, ten «inde eens snik eene onderwbsersvergadesiag op een gemakkeUjke, van weerss^oa bereikbare, plaats te nonden, bjv. te Antwerpen of te Breda. Als de Belgische onder wijzers bühun rondreis door Nederland (over Utrecht, Amsterdam, Haarlem, 'sHage enEotterdam) ons becoeken, zooals zy tegen «eer vermin derde vracbtorrjwn, 12?28 September b v. kunnen doen, hoop ft, ds* s« door Noord-Nederlandse)» ambtgenooteu, waar en waaneer z^ zich ook aan melden, met open armen tallen ontvangen wor den. Wie weet of die ontmoetingen.geen aan leiding «even tot een vergadering, sooals ik boven vaorstelde. Wees nartoMjk gegroet Van 20 Aug. 1883, Q.N; Wild» mea ztin battstoobt btooUssjgw «u «? schoone, die er Bet voorwerp van was, dan best»! d> mea b| dra kuMteaaareen VMS wurop dt aüt> gorische teek*nmg urtdrakU httgeen rnsa tM durtde segnn en d* toezeading daarvan b() Ó» eerst voorkomende gelegenheid vervnld» dtt M plasis der declaratie Den gewoonte kan het gnot Mtal TM kunstvoorwerp»» verklaren die mettegMBtaaaè* bun broosheid sedert meer dan twintig M*vé* ia bewaard bleven en die uu het sieraad vaa MO* veel kabinetten vso oudheid uitmaken. Laat ik er n ten overvloede eens een besehifvw wier t«*kei.ing Patsen leverde en die tot ge*a ander doel heeft knnnen dJeoeo. Mn sist M* de eene itide hoe een jongeling ia slavenkleederea aan een jong meisje dat bem van b*ar venster uit beschouwde drie appelen aanbiedt, terwijl eek ztfner kameraden, die een fakkel draagt dit to..aee} het uooüige licht bjjcet Aan de airiere s«da der vaas staat het noitje tegenover hu*r minnaar» sjj heeft de drie appelen in de hand «a de jonM man achjjat haar in een bescheiden en smwEand* boudiüg, itUn harteleed mede te deeleu. ?Indien de aih «n de «trekking dezer tw«* schilderyen niet duidelijk genoeg waren, zondeo w^j er nog kannen b^voegen, dat de appel, maar vooral de grauaat en de irroote kweeappel aaa Venns gewfad wuren; mQ dankt er is geen twijfel meer aan, smlk een vaas b(j de oen of ander* plechtige gelegenheid aan een jonge Griekia ten geschenke aangeboden bevat een even begrijpelijke) als doeltreffende declaratie. Soms droeg de begeerte om goed begrepen t» worden, de voorzorgen nog verder. Men bedt de teekening van een vaas uit de collectie van Mastrilli ta KapeJs waar. het schrift de allegorie te hulp komt. Men ziet er een gevleageldea genius op afgebeeld, ia een gewaad van bloemen gebuid een offer brengen op de vlammen van een klein altaar, waarboven ia antieko letter» geschreven staat: Callistos is schoon!" Men soa geen galanter adres voor dit billet doox kannen bedenken. De moderne galanterie heeft slecht* een enkel monument in dit gonre iian te wjjsen. Wjj hebben dat aau eeu schilder uit de school van Rafaöl to danken, Deie was verliefd op da dochter vin eeu pottebakker en won haar liefde doordat hjj haar portret schilderde op~eon vaas van aardewerk nit de fabriek baars vaders. Men kan deze vaas nog bewonderen in de schoon* collectie van het museum Ie Bronswick. Onite tegenwoordige porceJeinfabrikanten kon* den ons gemakkelijk in de gelegenheid stellen ia dit genre met de ouden- te rivauseeren. Men .fa briceert immers reeds overal fraaie kopjes, die met letters en bloemen getooid rïa. Ook photoerafische afbeeldingen, op poreelemen kopjes ge* bakken, zyn aan do orde van den dag. Het 'a evenwel niet zeur waarschynujk dat deze lymbo* lischötaal in onzen tyd veel opgang M! maken; de liefde is niet meer beschroomd genoeg om haaf toevlucht te nemen tot de allegorie. ? ""^ Keieer WÏheltn als jvcMgast van graaf Stok berg. De keizer van Duitschlaud i», zooals alge meen bekend is, een groot jager en zgn hooge jaren hebbon aan zijn snm»k voor de jacht uoguieb de minste at breuk gedaan, integendeel men zon bijna gelooven dat de harUtocnt nog by hem heelt toegenomen, want naast zijn talryke pri« vaatjachten, verznimt hy er zeldnn een, die hem door Etfn vorstelijke verwanten bf de groobe hee ren van zijn ry*k worden aangeboden. Zooj»agt hy vooral ook g.iarne in den Ham bg den regae* renden graaf Stpltorg-Weraigerode. Verledea jaar November bracht hij drie dagen bij den kan* selier van de Johouniterorde door. Hij was w verschenen in gesseUohap van vorst Hadziwillf gi-aaf Lehndorf e& crennraal v. Albodyll. Belmlve Qe hooge heeren, den orfgraaf en graaf Botho, TbeodMr, Udo, Constóntu'n en Hendrik tot Stol» berg Wercigerodc namen nog vorst R«uu IV, prins Iteosz Alil, generaal iJlnmonthal cndegehe<mraad v. Krossig aan het jachtvermaak deel. Bij het verrukkelijkst weder was de jacht in de afgeperkte omheiningen op vouenen wild* wynftp begonnen en had een schitterend verloop. De keizer schoot een vos, drie herten, vy'fiien zware en zestien lichtere, wilde zwanen en drio reebokken. Na de jacht vormden de gezamen lijke Kriegervereine oer omliggende plaat sensp»* lier tot aan het punt dat ongeveer tweehonderd schreden van de jiiohttoaten verwijderd was. Jhor werd de keizer opgewacht door de regeerwide gravin Anna, en baar dochter coratesso E!IMbetb, de douairière gravin Eberltard!, gravin Udo tot Stollberif en prinses Heuez, iu wier aanvallig en aangenaam byz^n het ten 12 ure gebruikte dejeuner vooitreöely'k «maakte en den keizer ia de voortrefTeiykste luim bracht. Den volg'Hiden dag vood wodar een groote hazenjaoht plaatr, waarby Zjjn Majesteit alleen 106 hazen achit', een acbitterend succes, dat niet weinie tot. da vrooiyke stemming van den {aatsten dag bedroeg, waarop de ke;zer des namiddags tegon 4 uur naar Berlijn terugkeerde. Ootthe n Burger. De onlangs te overleden weduwe van den Jtidiskanzlen-ath Alt* hof was door haar zwager den hofrath Althof t Dresden, die na dea dood van den DuitssJjei volksdichter Gotfried Bttrgor. voogd ovor de kin deren vaa dezen laatste geworden war, in het bezit gekomen van de aauzienlUke literarische nalatenschap van dezen beroemden dichter ea evenzeer van verschillende autografen vanv be roemde mannen, die tot ntt toe nog niet gepu bliceerd waren. Daaronder bevinden zich eigenhandig geschre ven brieven aan Burger door ran beroemde vrien den en vriendinnen, onder anJeren van Goathe, Vos», Gflckinffk, Uramer, Kleist, Lanffbein, Lichte*» berg, Iff land, Scblegel, Gleim,* v. Munchbnusen, Thente Forster, Boje, Althof, Knigge. Brester, Dietrich, Kielmansegge, zyn gevierde Molly, Christine Etis» Hahn en nog een gedeelte zijner Liter gedrukte geschriften au manuseripten. Ik wil hier slechte «en gedicht over Burger»' ontmoeting met Goethe ntededeelon, dat tot na toe niet in wijdere kringen bekend is geworden. Toen Borger namelök b| zfln besoek te Weimmr den vriend en kameraad z^ner jeugd, Goethe ofzocht, ontving deze hem tegeu zy'n verwachting in «eer stflf en vormelijk, hoewel bfj vroeger op de vriendschappelfikste wflse met hem verkee-3 had. Burger gevoelde zioh daardoor in den boogstan graad gekrenkt ea beloedigd, en schreef, -.*? dat hy van cQn bezoek dat bem zoo ontsten.d had, terug was gekomen de volgende, dichtrege len neder die tot nu toe niet gepubliceerd werden; Mlch dringt es In «ra H»«s n geheo, rin wotoTam Kflnsttw vaA Xldatoti D«n «dim KflasttOT wollf 1oU De looi eter vaten. De vasen die wd ds Etrnskisohe noemen, waren bij de Grieken vat bouqetten soms, nog voor ons ctfn: een middel tot senfimea-, en mtdedeelingta. nd nloht das AUUgstflck Xtaistw; Dooh uteif oud kalt Mtab d«r JOnlrW Tor nwlnwn tnraton KOnstUr ?tobao, trad vor dm hMsenwB Xüust«r Krlskt Ich «Jen Kflotttor nicht sa Mh«D{ Hel uw d*t Kuknok una sein Kftstetr '.verlangt* m$ner woWw. Met dit opichrift een buiwer van Arod, to een der oourantem van zijn stadT de voigeade verklaring openbaar gemaafct: .OndVgeteekeaae, verklaart blerbfl openlijk, dat ik nooit weder een kroeg DOcheem wunhais noch een dergelijke plaats rf bezoeken. Op grond van dit besluit verzoek ik ook mfin* vrMnaen en bekenden mQ nooit weder, ook sleontl met een woord naar zulk e«n plaats ta witten meetaroonen. Voorts machtig ik ieder, die mV inT een kroeg of dergelUko ziet, van m»j 80 gmUe* ten voordVsle der stedelUke weecen te eiecaen, j«r felft «e gerechtelijk ia te vorderen* And, oeo Isten Joli 1889. __^ Ernst

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl