De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 2 september pagina 2

2 september 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?? ? " ??' ? "'''"1 ' ?'" ?4V* ?- > ?-i, v Vii ??;?!????' i -^ ?*«.* r .,' .?>?......;-?, V1; ??'?v .-.v',.. ?. ','?? -v. ,. DB A'K g T.B B D A KB, WEEKBLAD VQOB. KBDERLAND. alias «rat «a beer Tu te Kas* zegt, d*t W «rOSdwetlplaa»etie, na W Kaok\eFto «Kooit was om m edigW«r vaa i* wagen. «3«»>eag«^ALb^JSffi wanecbaffi.' waarom sw^lEappejrne zelf neztta mar de >p>w ?«?»; «omi?yi s&dveorbet^ «?«eai naar d* vrWertoestand, ?? kefdMl der reis? naar dan grondslag van dan offl' nit 't oogpunt vanden «evre4fcënd~?~vW bèta af voor bet vervolg? Bat v»ge woord, waaraan ieder naar stift sub- e ófvaUlBg, de betsakenis geven kan, die i kraan» ta pas komt, brengt om niet veel nis een bekend* gewoonte van de ?_jrfa* om «ver belangrijk» taken _. af niets naar Nederland te telegrafesrea. vrsssslyke gebeurtenissen, die deze week ep ajakaton plaats hadden en de vernietiging ffaa Anjer b. v. iea gevolge hadden, - waren XNaaoag aojt aiat ter kenaisee vaa het Denartevaa Koloniën gekomen. Men wachtte er af. Aaa bet tetegrafeaten ons wd niet gedacht t, Dinsdag en Woensdag seinde Reuter «aar aainde an ver wat er gebeurd was; ntaar kat NederUndtohe gouvernemfat wist vaa niets. SrTZT? ...."'_ .T _i^l_ _^^._i.-W ^^?^.k_ JtLlllJ^LimJ QJP Kan men zi«h grOote> onyftrsc nalatitheul ? zoowel hl UoU alThi denken? op c _. _ de het be naderen der en tot kalmte korf voor Italië van avenw héftreh V of een proeve taa brandnetelwaarin de Minister van Koloniën7 zooen speaaliteit is. i*e vreezen maar dat d» Nederlandsen* zoo aisare kost. hoe smakelijk ook iht, op dcwduur niet zal kunnen Verdi Overateht d«r Per*. ONZE BLADEN. ^ irgaderiag der Nederhudaohe * ' ^ aUte dajeB dlteV .oazer bladen ouwiagen. vooral was het vraagpunt: gver . de daaromt Iviezen. N. Sou. üea er , de N. B. Teilegen Jtrent door uitgebrachte het de De . Dg. i beredeneerd ov dat mr. t. d. K. . ne's ^Die. oken' jderl. en oas Dagblad in. i)it was ook het geval, reft, met de beide andere vecht en Burgerlijk Recht, gd Leerplicht door straf beaonneeren. Hét T<td. wijdde mede aaft bet tweede vraagpnnt v. d, Kaay: ?zyt ge ook wekte zelfs in onzen komlig gebied, of misschien martijd, weinig belangwydde «enige ruimte aan ' ]j het 7aardeedopmer' het hoofdbezwaar tegen wemlg had gezegd. /o HviBanTerTiuigiiitjBqnaesue" werd door de tt. Ot. besproken' naar aanleiding van een benwing door bei rad. aaa het ?Voorloopig _iag vla de Militie- eaSchutterywettea"gewyd. meening der beide bladen verschilt. De J?. G. hoopt dat by de regeling zal worden gelet op bet natiqnaal-eigenaardige: weerzin in den perioonlflken dienstplicat; het Vad. hoopt juist in 't optreden van Generaal Weitz«il het dusver in 't boofdbeetunr van den anti-dienstvervangingsboud, ophefQng vaa ongerechtvaardigde privileges. Een oud vraagstuk: ?De vaccine en de vaccmedwang" hield de Stand, deze week bezig. Uit voerig werd het verderfelijke van een en ander betoogd. Het vijftal artikelen diende om de Ti/d te overtuigen dat bestrijding van de vaoine evenzeer gerechiigd was als bestrijding van den vaccinei-dwang, maar de Tyd is er niet door overtuigd. Alleen is bet laatst genoemde blad ? versterkt in de meening dat, met 'toog op den tegenstand dien de vaccine zelf hier en daar Vindt, vaccine dwang bepaald bestreden behoort te worden, De Floralia-feesten indertijd op onderscheiden plaatsen gehouden, mogen zi:n ia eene zeer welwillende beoordeeling van oaze pers verheugen. De beweging, nu tien jaar geleden, op initiatief van een hooggeachte vrouw te Zwolle, ? wijlen donürrière Backer?op touw gezet is, in de goede jncuting voortgegaan ea de Floralia-Vereenigiagen hebben de sympathie van het volk verworven. Bü de viering van Eet tienjarig bestaan der Veraanigiag te Amsterdam heeft de Voorzitter in ?jjn openingsrede daarop o. a. met voldoening ? (Je wezen. De uitslag der examens voor de boofdonderwyzersakte is niet zeer gunstig geweest en heeft tot verschillende klachten aanleiding gegeven, klachten die goeddeels de hooge eisenen, vooral cp wiskundig gebied, gelden. De Maasbode schreef er een tweetal hoofdar tikelen over. Ook in buiden van andere richting werd er op gewezen. De ondenrijsbladea zeQ hebben er tot an toe bet zwijgen toe gedaan. Met veel ingenomenheid is door het Voliublad an door dr. Corocel in 't Band. gewezen op bet gunstige resultaat van de zoogenaamde vacantie-koJome,het bezoek door eea 20 tal JLQistfttiuftizisVcjio JnritlflTffp utt dcm ?^'?^"flrftp rtaz&d aan -de schoone streken van.ütrecht ?? to AnsterBtz ? gebracht. Nog werd geschreven door P. in 't Baagseïie DaaMad over .de Oemesntefbelasting", door A, I* r. in de Prov. Qron, öt. naar aanleiding van enkele aanmerkingen der Rekenkamer op de ? nitgaven der Haagscbe departemeatebureaux, over vwongeoorloo£ie weelde", door 't N. v. d. J), over ?onze taal en aatioaaBteit", door bet Schoolblad ? ,naar aanleidmg der brochure vaa dr. Lnbach ?-~ -__ *j_i_^._-._ _* .. _iï .*. j* _ .«. «? de handelwijze van Mr. Heemskerk, een afkeuring, die de Xidd. CT.aanlfliftmg.baeft de aandacht te veetigen on 't feit dat Mr. Heemskerk alleen bad «hV gevoerd 't geen ajta voorganger, de ?Uberala" nuSirtw PynJcker Hordijk. W voorbereid. ten beshiito de aandacht op een _-_-.. , ka uitgave van Mr. 8. Van Hontet. Onder 3en titel ?Staatkundie Brieven" zal ' " AJIJTBRDAMBOttQ QONOlSET|!N. Zooals bsksed,is beide onder direatia van dan ______ ibaf. Men getroost ziob gaarne een avond buig, da onaanffenaaabeden van te moeten amen, opgepakt ab haring in den ton, op een zetel zou hard mogelijk, (want Indien mea niet op de stoelen plaats neemt, beeft men weinig of atets aaa de uitvoering) os* dit orkest eens goed to hooren. ? ' ' Hetgeen Büae ten geboore brengt, is werkelijk prachBgi niet zoo «eer, wat, maar wel hoe dit uitgeroerd wordt, moet geroemd worden. ? Zuiverheid, gelijkheid, nuanoeering, niets laat to wensehen over en alles wordt voorgedragen met een aplontb, zoo als wjjdit van onze HoUaodsche orkesten niet gewoon zijn. Het strijk-kwartet maat vooral nit; de violen ontwikkelen een volume geluid, dat wezenlijk seldmm schoon genoemd kan worden. Onwillekeurig rijst de vraag hu ons op, boe komt het dat ba een even sterke bezetting bij ome Anuterdamjobe orkesten, zoo wel kwaliteit als kwantiteit van gelold zoo veel te wensohea laat. antwoord op deze vraag ligt voorde hand : ' overla Bat ten eerste het ?algemeen geval Is ; vef violen vaa d een van oase U mjjns eraohtens niet de voo de artdsten van 'Base over musici, dan hier meestal bet eens d« aphtents leatenaai s ner kapel en 4e dito's vaa amsohe orkestea, doch dit te oorzaak. vaa U mjjns eraotens niet e voornaamste oor Waarin ligt dan de oorzaak van die kracht, dat volume vaa toon ? ? ? * Louis Spohr, iemand die toch wel iets vaa vioolspelen af wist, zal het antWOord hierop geven. In de, door daiea com ponist ea violist vervaardigde vioolschool, staat te lezen ia het vijfde hoofdstak, handelende over het orkestspelen en het aocompagneeren : «Die sohwierigftte Aufgabe ist et aber in der Eintbeihtag der Bogonstriche mit den Mit' 'enden geaau znsammen za treffen. n bleibt daher auoh, selbst bei den, besten eipgeubten Orchestern, noch . es su wünsohen übrig. Die Schwierigkeit liegt aber hanptsüchlioh darin, dass die BezeiohnuDg der Bogenstriche iu den OrohestMtimmengewöhnhoh noch naoblasaigor und mangelhafter ist, wie bei der Concert- und Quartett-mnsik und doss die Geiger eines Orchesters aie aus einer uad derselben Schule hervorgegangen aind, und daher jeder eine andereBogeafUhruug, und was hieraas tplgt, auch etne andero Eintheilaag der Bogenstriche bat Und doch ist es nicht blos für das Auge sehr angenehm, soadern auch fllr die Betonung, mr die Oleiobbait m Stïrke und Schwüche, mit eigent Wort: für das ganze Ensemble von Brosser WichUgkeit, dass die Anf-und Abzttiphe bei allen Geigern der selben Stimme stèts znsamnen treffen. Der Vorgoiger hat dje Verpniohtung, die mangelhafte Bezeich* nnng der Bogenstriche zU erganzen (beadnoers wenn mehrere Proban atatt fiuden, wie bei Opera, Oratorien, Sinfonien) und dfldurch das mÓgUgst genaueste Zusammcntjeffen in der Êiatneilung der Bogenstriche EU erwirken. ?? " Nu geloof ik dat in het nauwkeurig opvolgen vaa déze aanwijzingen van den grooten Spo het het , geheim ligt van het volle beschaafde geluid welk Bilse's strijkkwartet ontwikkelt. De houten blaasinstrumentea z|jn ook bijna al len aau goede handen toevertrouwd en de zuiver heid laat bjjna niets to wensehen over. Het koper daarentegen, hoewel ook uitstekend gedisciplineerd, met aplomb blazende, kan mü niet zoo brj uitstek behagen. De klank is dikwijls wat .buk;" als onze Hollandsche ?koperen blazen" teillt», kun nen z{j mooier klank ontwikkelen. Het repertoire van hst orkest van Bilse, hetgeen hier ten gehoore gebracht wordt, U niet zeer groot; van de zes concerten, die ik bijwoonde hoorde ik op; vier er vaa, o. a. de Balletmuziek ?Sylvia" van Leo Delibes uitvoeren, maar hoe? Bilse heeft te beschikken over vele uitstekende solisten, in de eerste plaats noem ik den Heer Ch. Molé, solo-fluitist; hoogst beschaafd, zeer smaakvol en altjjd zuiver draagt dezen kunstenaar zijn solo-nummers voor en in de orkestwerken ko men de nuit-jwaaages beter tot hun recht dan ik het ooit hoorde. Vervolgens breng ik gaarne eea woord van hulde aan onzen landgenoot den Heer C. Kriens, solo-clarinettist ; zijne beschaafde, mu zikale wijze van voordragen is ons reeds van vroeger bekend, ik behoef hier dus niet over uit te weiden. Het is voor het orke»t een groot ver lies, dat dezen kunstenaar het verlaat, om in den Bosch als leeraar op te reden. De solo-violist, de heer E. Baudot, beschikt over een fraaieu toon, goede voordracht en heeft een smaakvolle wijze van spelen; ik heb van genoemden heer echter nog niets anders gehoord dan drie of vier maal de ?Hymne a St Caecile" van Gounod, een zangrijk nummer, dat echter uu niet bizonder geschikt is om de goede eigenschappen van den solo violist in het licht te stellen. De tweede concertmeester, de heer Muller, hoorde ik een concert vaa Paganini voordragen met veel, zfj het dan ook met wat slordige virtu ositeit. De heer Liégois, «olo-violoncellist, bewonderde ik in de ouverture-Gnillaume Teil" en in ?KolNidrei" van Brach; beide soli werden zeer goed Weergegeven, dit neemt echter niet weg, dat ik vooral het laatste, dezen winter verscheidene malen beter nog heb hooren voordragen; over het Tempo van ?Kol-Nidrei" ben ik het met den heer Liégois niet eens. Gewoonlijk bewaart men het best voor het lest, mij gaat het op het oogenblik juist anders om, want mü rest nog een woord te zeggen over don WelEd. Heer Hngo TUrpe, solo cornet a pistonnist en dezen heer beschouw ik lang niet als de beste der broederen. ?Men," het publiek, vindt echter de ?LeisiungenK dos Heeren Türpe, bij uitstek fraai ea beloont elke voorgedragen variatie, vooral als 't maar heel erg hoog gaat, met don derend applaus, waar ik echter lang niet mede instem, wel is waar, beschikt de Heer Türpe over een kolossale vaardigheid en kan ZEd. een eminente hoogte bereiken, edoch alles wat ZEd. voordraagt is soo geheel alleen op effekt berekend, en dikwijls zoo onmuzikaal, tenrijl ZEds. geheele optreden zoo ?aanstellerig" is, dat men soms zon denken by de ?Ambassadeurs" en niet by ?Bilse" Dat 'de Heer Bilse een uitstekend dirigent moet ?yn ligt voor de baad, anders is zulk een en semble als by dit orkest is waar te nemen niet te verkrijgen; op enkele tompi heb ik echter, met alle bescheidenheid, wat aaa to Heer Büse neemt soms de beweging Na ziin v/y in Amsterdam, wel is ' woordlg aan erg langzame tompi c ?oo als Bilse ze dikwijls opvaiis gauw. ? Da slotsom van m^jne besoheu' deze, al heb, ik gemeend een aak . T niet achterwege to moeten laten, dat ik nog snik aan prachtig orkest boorde l Ia dea Perkschouwbarg wordt tegen opgevoerd een Ballet, getiteld: ,De J. .?getiteld r." Da mnziek is vaa .- .._ tweedea kapelmeester den H. Maan en wordt terecht zeer Instrumentatie verraadt denmeester; vooral trof mH dit by het entree van Me let darde bedrij£ dadeiyk nahetvrijwelmisfakte itoonwordya. Jammer dat degene, die belast was niet hei bespelen der (dokken, er op lossloeg tkjeerkloppea was, hetgeen voor l vrij binderlyk was. ? VeleicnoonepassaaUeeaaog was, ? Vel verder aan ta wflien; ? viool-solo, dadelyk nÉOe ontvoering vaa dekoninf» O-L :--T?? l, M» UilVII, «?? OP ae^e eerste verwissel rMazTOp diA lüo^klMtt siob 099 * aea, door^olai'TIaar Bosmans op'de hem elgea geniale wyte tav geboore (?bracht, eto. eto. Over de originaliteit vaa enkele motivea zou wel iets ia bet midden te brengen sttn; zoo aa en dan ontneet man wel eens een oaden kennis, bet Faust-BaBat vaa Goaaod, Imitatton a la Danse van Webar b.v.: indien men echter reke ning houdt mat de zeer beperkende gegevens waarnaar eea ballet meest gecomponeerd wordt ea daa dikwyis ia aaa minimam vaa tyd gereed moet zyn, daa kaa zulk eea klein .plagiaat" ons niet verwondert-De muziek is van dit ballet verreweg bet beate, hoewel de oostumee en groepeerbg dikwyis zeer schoen zijn. Het de coratief is echter leeiyk en kaa volstrekt niet halen 1U hetgeen op dit gebied ia het Paleis voor Volksvlijt voortgebracht wórdt, terwyi da tekst door groote onbeduidendheid uitmunt. ? Het doet aUjl echter veel genoegen, dat in dezen byna totaal Fraaschea Schouwburg, de balletmuziek van een Hollandsen componist zoo veel opgang maakt. Strlcte. DE TENTOONSTELLING TÉ GENT.(l) IL Ik heb van d» eer moeten afzien gisteren by de opening der tentoonstelling tegenwoordig te zijn, ofschoon koning Leopold zelf onze stad daartoe besooht OnderttisK&én kan ik myn ver leden week afgebroken verhaal voortzetten. Op den Farijschen boulevard vóór de Hadetemè rijden cnlèches en landau's, met allerlij boau monde dooreen. Men ziet er hoeren en dames te paard, voetgangers die moeite hebben voorwaarts te komen: zulk eene opeengedrongea menigte, dat de ruimte tusscbea genoemd gebouw op den ach tergrond en de lijst van het schilderstuk te klein sohynt om alles te bevatten. Want de figuren zijn levensgroot. Het is van Ch. Giroas «Deux Scours" dat w{j willen spreken. 'Heden geven wij de beschrijving van het kunstwerk, dat door de franiche druk pers herhaaldeujk besproken, doch niet algemeen begrepen is. In het lichte, met twee paarden bespannen open rijtuig, wat het meest in 't oog valt, zit eene gekleede jonge geenen enkelen uiterst elegant in fijne kleuren dame, welke, naar 'c scheut, aog geenen keer den uitgeschreven prtx de vertu heeft ver diend. De koetsier op den bok, houdt, door 't gedraag gedwongen, of wel uit nieuwsgierigheid de paarden een oogenblik terug, tegelijk nitvorsohend nederzirade op eeue bescheiden en uiterst zindelijk gekleede burgervrouw, welke nevens eenen werkman, met aijn nonweel op den rechterarm, naar huis schijnt te keeren. ' Deze arbeider is blijkbaar de man der burgervrouw, want het kindje heeft een kleedje aan, dat van de overgebleven lappen van moeders japon is gemaakt. De vrouw wendt ztoh om naar de dame in het rijtuig en wijst op haar met eeuen verwij tenden vinger. Zy heeft ook twee kinderen nevea zich staan, welke blijkbaar de haren niet zijn. Deze kinderen nebben een eenigszins aristocratisch voorkomen; ééa der twee, een jongetje, vertoont zich geheel «n face en beeft de trekken, bet haar, enz. der dame in 't rijtuig. De lezer heeft daarmede den sleutel tot de oplossing. Het schilderstuk is zonder overdrijving een der parelen van den $alon, Teekeniog en penseelsbêhandeling ayn meesterlijk. Het koloriet alleen is wat eentoomg. Van de zich daarop be vindende figuren verdient de oude bloemenver koopster nog guapemd te worden, welke, zich om rijtuig noch paarden bekommerende, altoos voort hare mikertjes «taakt, waarvan er haar eea door eea schuchter, onbemiddeld juffertje wordt afge kocht. Men heeft; de opmerking gemaakt, dat het doek te groot is voor de nietigheid van 't onderwerp. Óók wij . wenschten wél zulk groot' schilderwerk uitsluitend aan groote gedachten gewijd te zien; óf de schilder echter mat zijne eigenaardige schil derwijze óp een klenraoek hetzelfde effect zon hebben bereikt, moeten wij betwijfelen. Maar voorzeker is by voorbeeld ?De pest te Doornik" een waardiger onderwerp van behandeling op zulk eene vlakte. In elk geval zijn hier, behalve de overige voortre&elykheden, de geheele compositie, zoowel als de bijzonderheden te prijzen. De ijskoude onver schilligheid, gemengd met de fijnste coquetterie, zoowel in 't wezen als de geheele dracht van den hoofdpersoon; de moed en kracht va» den werk man; de verschillende uitdrukkingen der overige personen, die zulke standjes ongemerkt voorbij gaan in de parijiche straten ? > dit alles, en vele andere détails zijn even voortreffelijk gedacht, als uitgevoerd, kunstrijk en zouder de minste orcrdrijving. . Merkwaardig is het dat een groot getal belgische schilders, overdrevenheid van koloriet zoekende te mijden, in het andere uiterste vervallen, en op die" wijze geheel afweken van den aiouden geest der Vlaamsche schtlderscholeii en zelfa der nieuwere kunstenaars, die juist door de kracht en de poëzie van hun kleur de palm wonnen, die hun door de duitache kunstenaars in het teekenen word betwist In de allereerste plaats komt hierbij ia aan merking bet vleugelschilderij, waarvan ons sedert verleden week de bhteekeuis en de aaam des kunstenaars nader zijn bekend geworden; wij bedoelen ?Le triptyque des marchands de craie van Léon Fréderic. net is een werk van groote verdienste, doch, behalve hetgeen ik reeds ervan zegde zal elk moeten toegeven dat de drie kolos sale doeken werkelijk krijtkleurig, zonder dat daardoor voor eene grootere waarheid iets is bereikt. Op 't luik aan de linkerhand van den toeschou wer gaan drie personen naar de stad, om hunne waren te verkoopen; men ziet hen van achteren. Op den vleugel aan de rechterzijde komen zij van de stad terug, doch schijnen verkleumd van koude ea onder allerlei lijden gebukt. Op 't middentafreel nemen zes personen hun bescheiden mid dagmaal. Zij zitten in een kring in de open lucht, met gevouwen handen en bidden alvorens zij hunnen honger stillen. De natuur is bier in 't algemeen niet valsob opgevat en zelfs met gevoel teruggegeven ; wü blijven echter, aa eene herbaalde Beschouwing van het werk, bij de gemaakte opmerkingen, welke grootoadesu ook passen op het kolossale JDe esscheraapsters" van Jnlins Gondry schildering bfl Fréderio achterstaande) ver» i week besproken. .. ? _ . . ? _ ric leverde ook Da schilder voet bat mijten goede "houden dat ik dtt werk extravagant aoeme. t Is aan leuningstoel van achteren gesian, met den rug eens pnden mans, wiea kolossale rozen over den las hangen; op bet tweede plan ziet men (zonder perspectivische begoocheling) zeer kleine kinderen boenders votaende. De .schilder toont bier weder wezenlijk talent, maar schijnt zijne kracht in t afsijn van perspectief en kleur to zoeken. Die angst voor krachtig koloriet vinden wij voorbeeld geenszins by J. Aathony ?une reion an 15e siècle." Eene dame speelt op een Tgel, tenrijl een aantal kinderen, enz? echter haar ia koor zingen, nog begeleid door eenen oaden basroder. ? De teekenlng van dat waf k Is niet kwaad, de drachten zijn met zorg behan deld, de fignren " *^ "* '<L' ^ bet is smaakvol het onderwerp zeer aande «toffen zya keurig gekozen, doch ? keSmerk der waar hier. Hst geheele gezelschap is zoo gekleed alsof bat .nit eea ka*V' kwam. b het hetlaaUto oogenblik vóór 4e uitvoerfag? He» repeteert dan miat meer met kiaderenT De bejdéUenda dam«> geaffecteerd van hottdiag, sjandlr gevoel voor-iare kunst ea vooral bedacht op haar schoon eL baar fiuweelen kleed en hare bloote armen. de kkeding der kinderen rost geen smetje, d» troep vaa eea groote opera (op de kons) er uit ziet by de eerste opvoering van een nieuw meesterwerk. EmdeKyk ay nog opge merkt dat de oostvnen wel wat hooger opklim men dan 1450. Mea zon daarover VioUeWe-Due Eene dergelUu onwaarheid, by alle frisohbeid van kleur en fijnheid van sobudering heersebt ia bet kunstwerk vaa Freostadt ?La revedeErienbilde" en is voorzeker eea der gronden, waarom de schilder zya werk (reeds in fêrêgetoposeerd) niet verkocht heeft. De slavende vrouw Is geene Kriemhilde; haren droom kan niemand lesèn op baar gelaat; al is hare huid fijn ea hare kamer met prachtige stoffen behangen?treffende waarbeid ontbreekt Het rechte midden tusscbea de kleurloosheid ea dea overdreven opschik van koloriet, tastenen het afzichtelijke van de armoede en de ongetemperde tinten, die slechts haken naar den blik des voorbijgangers, beeft in de geareaohilderijen ou der anderen rr.BeinkeuitDusfaldorfalseergoed getroffen in s{|n ?Retour de la fêtesoolaire", voor stellende eene lange reeks van kinderen buiten zich zalven vaa vreugde en voldoening, beladen met kransen ca andere geschenken, twee aaa twee afdalendsIMan een licht glooiend terrein, al leen door ingeplant gevoel van orde (gehandhaafd door eenen geestelijken opzichter) terug gehou den vaa al te groote luidruchtigheid, even waar van teekoning els van klem; ofschoon wü aan de Dusseldorper genreschilders in 't algemeen al te roode wangen, te zeer vooruit stekende tand jes en gedwongen lachjes hebben te verwijten. In elk geval komt ons hier de vrooljikheid (die wy beminnen) inniger voor dan die der ?bleekerjj" (no 916) van den fransehman Taverne eene schilderij van J/» vierkanten meter, louter lijnwaad voorstellende; niet onnatuurlijk.... maar ik bid u, welk een onderwerp t Een criticus (F. Z.) zeide daarvan onlangs: het werk is ?d'une imprassion fratche et mie" ... au, dat kan men toegeven, 't is om ta lachen l Voor frisch koloriet by oen zinrijker onderwerp, kunnen wU b. v. wyie'n op de ?Envoyé'o dn diable" van José Frappa: Eene jonge dame in elegant wit satijnen kleed, met blootea hals ea bloote armen, den rug bedekt met een scharlaken mantel, het hoofd met eenen scharlaken kardinaalshoed, klopt aan de eenzame woning eens hermiten. 't Is niet souder geest uit gedacht; de schildering is verdienstelijk, doch de houding en uitdrukking van 't gelaat der diablesse zijn gemaakt, dit bederft den indruk. 2) Van meer eigenaardig koloriet, geheel aan de natuur afge zien is de .Plumense" (poeh'erster) van den fransenman N. Sioard. Het is eene zittende, levensgroot» oude vronw, waaraan studie en kleur, niet ge spaard zijn om het plukken van eenen witten vogel in al zijne onderdeden af to schilderen. Er is kracht ea waarheid ia deze schilderij, al is zij ook wat ordinair vaa voorstelling. l)ocb Rembrandt schilderde eene snijkamer! Gevoel van kleur kan mea don kunstenaar voorzeker niet ontzeggen. Zou men niet deakea dat sommige schil ders met kleur en blondheid geslagen zijn? Aanschouw eens .het bosoh van Soignes" (no. 1064), of de twee jongens in 't groen (jjLa aieste," no. 1033), Lapêche mmeivisch, ?Ie matinsnr l'Escaut!" (no. 20) Deze laatste schilder heeft terecht gevoeld dat grijze tinten tegenwoordig mode worden en schilderde daarom een tweede doek dat hfi ronduit ?Un jour gris an mois de mai" betitelde. Niemand, welke ooit het Ahrthal bezocht heeft, zal tranen van aandoening in de oogen krijgen by de voor stelling vaa no. 1083 ?La vallée del'Aar, crépuscule"!... dat is de uiterste grens vaa 't ?impres sionisme", vóór dat'men ons eenmaal zemen gaat dat een zwart teekenbord eene schilderij is, voor stellende eene «begrafenis in de middeleenwen, bfj nacht." Van de schilderwerken der heeren die no. 416, en no. 1044 ?Un soir" ea ?Mechelen" leverden, zouden wy weier kunnen zeggen ?impression paie", maar gaie op beklagelijke wijze: eenige spichtige bóomstammetjes in een paar uur met wat gras neêrgeflodderd ? dat heet eene schilderij. Eo toch hebben deze mannen talent ea hnnce werken eene goede plaats. . Zy kunnen beter, maar zij willen niet! Schilder mij eene ?viachmijn" ?minque au poisson", zooals Edg. Farasyn. a la bonne keure l Dat is wel geene edele natuur en alweer over vloedig gry s, maar er is ten minste leven, studie, compositie en een zeker cachet in. Ook mag dit werk van naderbij worden gezien. Doch veel hooger stellen wij de schilderijen van W. Geets, van den reeds genoemden Van der Ouderaa (eene oude kennis uit Antwerpen) enz. waarover in eea volgend artikel. Gent, d. 25 Aug, B. A. G, 1883. (1) E«nlg* drukfouten in de elgenntmen van onn eorata artikel bobben aanleiding gegeven tot enkele herhalingen. (3) Tot hetzelfde genre behoort l'Entiée engondolevan J. r»n Eelrtbilok, Terdlonitaltjk van te«keni£g en compoaltie, maar niet zonder gemaaktheid en orerdMfen reinheid van kl»ur. UIT PABUS, Veertig graden in de schaduw. ? Een nuslukt uitstapje. ? Een mystificatie.?De koning is dood; leve Frankrijk! ?Het feest in de Toijerien. ? Sarah Berohardt te rug. ? Boeken. '' Parijs, 30 Augustus '83. Eenigen tyd geleden beklaagde ik my, juist in deze kolommen, over den Üszomer dien w^ door stonden; maar het eind van Augustus beeft het voor de andere helft goed gemaakt. Dé soa is verschenen, en beeft haar gouden gloed uitgego ten over het land waar de Parijzeaaars verkleum den, over de stranden waar sy geen bad durf den namen, over de boulevards, waar men 's avonds ingestopt ea ingebakerd liep als in het midden van dea winter. Plotseling is de overgang ge komen, tot 40 graden warmte; oageloofeufk snel en toch aangenaam. Men kon au met volle teu gen de lucht der groene boschjes inademen, ziob genotvol ia bet zilte aat dompelen, en haastig bet aspbalt ontvliedea dat onder de voeten smelt Moge deze terugkeer tot bet mooie weer eeaige weken dnreat Onder de uitstapjes die allea, ftaatslleden, raren, studenten, soaool^aapea, en h,nnne tor' in dezen tyd des jaars aangenaam,. eb was aangeboden. Het _ de Middellandtche Zee, aan er een dat zoo . als np-g ooit in Mn réüuo op tanden^" de jjevers van Ie Eeae maand laag zon bauwe meer bezoeken, stappen; den heeriyksten Degeea die dit plan. op touw gazet die tot de redactie van den figaro l Ivaa de Woestyne, heeft deze reisroute opgeven toea de cholera in Ejypte ging k, maar er onmiddelyk een aflaere voor Inde. gestold. Mea zon aa aft Katro direct naar Amsterda*gaan, en van daar Denemarken, Zweden en Noorwegen, en zelfi Rusland bezoeken. ? De .rajsgéaootan, een 900 tal, waaronder dames, priesnM, kinderen, bevonden zjoh, getrouw aan de abpraak, op bet bepaalde nnr te Havre aan de reede met boa bagage by zich, maar wie ar kwam om ben naar de onbekende landea te galeidea, Ivaa de Woestflnajiat. De kapitein van dan triton waigtrda hatiSkar tal&bUa, als nis gehouden. H| noemt sieh bestolen: maar reeds voordat ds Poito* bestond, hebben voorvaderen «ene Yaadavitte gekend: »De ba» drieger bedrogen". tf De dood van den graaf van CS»ambord,iiooiaftf Mwaobt, beeft bier weinig indruk geawkkMaa las wel de legitimisUscha T?lBdttt en eerbisdigda hnaoe smart, maar boe kon onze geheel rena» blikeinsebe maatschanpy zich bet verdwynenai* trekken vaa eea koning die aooit gei heeft, en die zoovar nit ajja tyd was, dat l Frankrijk geen ander koningschap wenaobte < bet oede absolutisme. Men zal getuige ztta den optocht der legitimistea naar Gorftz om ?Roy" to begraven; men beklaagt den l aangewezen opvolger, die den last en de woördeiykbeid vaa zolk eea vruoKuloos deatsohap op zich aal nemen, ea mea ra niet minder bly gemoed: ?UW Frankrijk Naar aaaleidinff van daa d' dant, i. weder het kasteel O ._ gekomen, bet wonderwerk vaa Renaissance l bonst, waar Frans I zoo gaarne vertoefde ea 1 hy in de glasruit griffelde: Souvent femme marie, Bien fol eit gtri i*y fiet Da wensch is geuit dat de staat dit. dat indertijd by publieke iateekening is kocht en dea graal cadeau gedaan, zon tr te koopea, als historisch gedenkteeken. Het zoo goed gezien zyn en bet is ta hopen dat spoedig gebeuren aal. . ? De lyjcpleohtigheid van Gorits doet dos''Pi niet aaa; wat wel zyn hart deed kloppen, altoos rijk is in edelmoedige opwellingen en t ton uitvoer brengt, zoo snel als te opkomen, wa de ramp van Isohia. NanWeiyks was de tydiaj verspreid of de pers organiseerde reeds haar liet dadigheidsfeest, en ieder had gratis zyn moein en talent over voor de weduwen ea Weezen het heerlijke eiland dat Lsmartino bezongen b VL was by de vergaderingen der Commissie; _ meeniagen reikten elkander de hand en span* zich in om duizend combinaties te vinden \ het verkrijgen vaa een groot succes. In twial dagen zjiu er wonderen verricht, zonder dat mal er aan dacht boe koel Italië in den laatstea ty| zich tegenover Frankrijk toont heeft mea alles gereed gemaakt, De tuin der Tuileriën is in een tooverlnsthof herschapen, versierd, gevuld met tenten, Italiaan» sche kramen, schouwtooneelen, winkeltjes waal. de eerste actrices kleinigheden verkochten*, het ballet vaa het Edea-theater is opgetreden in eea schitterende militaire pantomime: s avonds waren. alle boscbjes verlicht, eea prachtig vuurwerk ij afgestoken, de loten voor de tombola werdea letterlijk weggegrepen. De eerste teekenaars esletterkundigen hadden eea blad geïmproviseerd, Paris-Isckia, keurig uitgevoerd en waarvan eea tweede druk nn reeds noodzakelijk is. Deaeerstea dag zyn er 50.000 exemplaren verkocht; op dea omslag ziet men eea Italiaansohe boot, met het gestreepte zeil, zooals men ae uit de golf van Napels kent. aangehouden door het schip de? stad Parijs (het oude wapen) dat haar hulp komt brengen. Verzen, schetsjes, gedachten, muziek^ voltooien de bokooriyke uitgave, die aan de onge> lukkigen van Ossamicciola heel wat geld zal op brengen ea door de schrijvers enteekenaars geheel gratis is geleverd. De commissie heeft gemeend reeds eea half-* millioen francs* vooruit té kunnen eenden naar het Italiaansohe comité. Tegenover dit werk der Parijsche per* wordt in Doitschland officieel ge werkt, maar dit evenaart toch niet het warme, levendige der Fransche gave. De Italiaansche. ambassade heeft dan ook, ? ofschoon men er eerst aan getwijfeld heeft ?op hartelijke wyze aan de pers haren dank betuigd. September nadert: de schouwburgen openen weer, en de ?sterren" komen t'huis. Onder deze Sara Berahardt, die het vraagstuk van het per petuum mobile heeft opgelost en aan de toekom* stige eenwen het toppunt van menschelyke bewegelykheid zal schijnen. Zy kwam een millioen te kort; zH ia aan net werk gegaan, en heeft in vier maanden met een keurig samengesteld gezel schap, 14000 kilometers afgelegd. In 112 dagen hoeft zy 116 voorstellingen, gemiddeld van 7600 francs gegeven, Frankrijk, België, Zwitserland, Engeland, Zweden, Noorwegen en Denemarken doorreisd. Na raat zij, maar voor niet langer don acht dagen, op een buitentje by Havre. Tas» schen 15 en 20 September komt zjj Frou-Frou spelen in het theater de la Porto Saint-Martin, waarvan zy haren zooa directeur gemaakt heeft. Tot alotte noem ik n eeuigo nieuwe uitgaven. By Calmann Lévy is verschenen, een belangrijk werk van den vicomte d'Hausionville, reizen eq studiën, A travers les Etats-Unis, en ecnbundej Comédtes et Operette» van Achille Eyrand, een talentvol rechtsgeleerde, die overleden is, en de uitgave zijner werken heeft opgedragen aan dea onnavolgbaren acteur Saint-uermam, van wiea eea woord den bundel geestig inleidt. By denzelfden uitgever leze men John BuÜ et son {fa, een satiriek boek veel geestige opmer kingen, geschreven door een Parnzenaar die te Londen eene hooge betrekking bekleedt en zijn bekenden naam verbergt onder bet pseudoniem Max O'Kell. L'élrange voyage, in vrije verzen van Valery Vernier, leidt ons door sterren en planeten, ea neemt de zielsverhuizing aan. L'agent provo cateur van Tony Révillon is eene studie van his torisch belang, die onder de opstanden van 1831 ea 1834 de zeden der stad Lyoa beschrijft. No. 323 ?i Vatn afgesloten opening, wsardoor de vorstelijke perken in den; fceldur neergelaten -wordeó. tTnii ?!? 4{T Oaor npoli ftrlklaof, ,»U»i d«r Sarg H ?JU t»mt Ma Rodert, d«n ft» trsj aUmtUoa Du QiftUwh »bor «b«w«bl«i«rl«. W«ll ««Kobroltot dl* Torborgn* Ovl att a*o EfUo bli*t> d*f tal' HERINNERINGEN AAN WEMAE, door Enriohetta. Goathe, Karl August, Schiller, Herder, ' U. ? ' ..". ? '? weg. naat bet kerkhof brengt ons voorbl standbeeld, van Wielaad M de voorns' ?? vorsteHtke grafkelder, in 18-? verlangen van Karel August gebouwd, verheft in het midden der begraafplaats op een hoogte. Banken, aan beide zijden der ote deuren, onder een door zullen gedragea , Boodigenoas tot zitten nit deels om uit te rusten van hét klimmen op de trappen, die hier heen geleiden, deels om een blik te slaan op bet kerkhof ae)f. Opnieuw trof m|j de zorg door ds DuHschers aan de laatste rustplaats htmuer dier* baten besteed. Op geen grasveld, enkel met staanen of kruisen, rustte mön blik, zooals mea btf ons, vooral in kleine steden, vindt, maar .m vriendelijken tuin net hooge boomen en vnf bloemen, getuigende van de liefde der over* Na enig wachten werden ons de deuren ff** opend. Men treedt in e&«at»| verlichtte rotond*. waarin zich geen enkel sieraad bevindt, dat ons» gedachten «ra kannen afleiden ras bet doel au* tocht». In het raiddea slat man «w rotonde m* Dese woordea, doar Doa Oesar ia SchillflT» ^at von Mtesiaa geajuokea, eehamea aanleiding Mgtven te hebben iot die inrichting. Een trap ^o de linkerzijde voert ons in den eigenlijken ?clder. Reeds'by de eerste schreden stuit men en op d« groote eikenhouten kisten der _ dichters, aleohu door de eenvoudig klinken\jt maar zooveel beteekenende woorden ?Schiller" Qoethe" van elkaar verscheiden. Beide zijn gewel bedekt met friktche en verwelkte kransen (oor de vete ?bezoeken als een bewijs hunner >fe vereermg hier neergelegd. Aan het oovenem ? van Schillers lykkiat prijkt een zilveren lauwer,door de vrouwen vanflamburg op den 100»ten dag van des dichters geboorte geschonken; ?n jaar zonden de vrouwen van Praag den ;ta Maart,-ee» geuden lauwerkrans totversier vaa 6oathe> ;erlg tar herioaering aan zyn .j»rii«n- dood. Ia eea rijk met «innebeeklen riierde sarlophaag, 'veraer in den grafkelder , naast zyn edele gemalin Lonise, Karl August, vorst, aan. wiens naam de schoonst* heriineuit dea bloeitijd der Duitsche letterkunde deo zyn; die hoedanigheden bezat, welke _ vorst meer sieren, dan zucht naar krngsroem uitbreiding zijner Staten. Van Karl Aagnst getuigt Goethe aan Ecker,: dat hy iemand was, die de zeldzame gave karakters to onderscheiden ea ieder zyn __ te geven. Verder was hy bezield door de edelste menibenllofde; eerst dacht hy aan het geluk van land, daa een weinig aan zich zelf, hy stond >er dan zyn omgeving, naast tien stemmen gebeurtenissen, die hem ter oore kwamen, e hy de lle., de betere in zich zelf. Zeer draagt dan ook zyn zerk het opschrift: ?M und mtfcfe, tap/er und weise" Nog diein den grafkelder staat de lijkkist van Karel 'erik, waarnaast die zijner gemalin, de grootin Maria Paulowna, die in het gewelf onder Örieksche kapel rost Deze beide gewelven namelijk verbonden, om den wensch der itvorstin, die den Griekschen godsdienst beleed naait haar gemaal wilde bijgezet worden, to isen vervullen. Nog vele andere zerken, waar onder zeer onde, later hierheen gebracht, stnan [un alle zyden. Zjjt gti ooit, waarde lezer, ia een grafkelder st? Dan zult gn die eigenaardige heilige irwordingen begrijpen, welke zich van mü >r maakten by het ronddwalen tusscheu doeden; gewaarwordingen nog zoo geheel rillend van die, welke ons vervullen, als we lorer de graven wandelen. Licht, lacht, groen en [bloemen op het kerkhof spreken. tot ons van [ten natuarvol leven; geluiden uit de naburige iten of wegen tot ons doordringend, zijn' nigen vaa een immer bezige menscnenwereld, echter onder den grond heerecht een sometilte, tlechta door onze voetstappen of een erende stem verbroken, want de dooden ringen ons stil te zijn, hun misschien zoo vurig awehte rust niet te verstoren door de stenii der menschen. die hun zooveel leed in het leren berokkend hebben. Hoe gaarne had ik ttoige ooge-.blikken hier alleen doorgebracht, overefvejid aan «dachten,.en dtoomea. nu oord door de eentoonige stem vaa onzen geLader, die voor de zooveelste maal van daag reeds terUlde, dat Goethe en Schiller en nog zoovelen «wer hier begraven lagen. Meer nog hinderde mij de banale opmerkingen der andere {bezoekers. Er zijn personen, die, zelfs op de meest gewijde plaatsen en in het heiligste oogenblik, hun op pervlakkigheid en menschëlijke kleinheid niet kun nen afleggen. Weinig overeenstemmend met de somberheid kier beneden was de vriendelijke zon daarbuiten, die zoo helder schitterde op de gouden koepel» <br fraaie tegen de grafkelder aangebouwde KusÜtch-Grieksche kapel Een stille zijstraat voert ren de begraafplaats naar de schaduwrijke Allee TID Belvédère, die het park aan de westelyke Me begrenst. Een zijweg noodigde mU nit de :ül8 lommerrijke wegen vaa deze neeriyke wanelplaats in te slaan. Het aanbod van een opzichter my rond te ge leiden werd afgeslagen; hier ia deze stille dreven tt& minste weoschte ik alleen te zt|n, alleen met »ijne herinneringen aan allen, die hier voor vele iiren gewandeld en gedarteld hadden. Het rui lden der boomen, het zacht kabbelen van het titer leken my beter gezelschap toe dan die ban met zyn ongetwijfeld droge verklaringen. Het recht verdient het park van Weimar als een der schoonste geroemd to.worden, hooge beuken (n populieren, eeuwenoude eiken en olmen, wil gen, etschen en dennen vormen door hun maderkronen boven ons hoofd een groen dak, vaarin de v.ogels zingen van achoone, vroolijke tijden, toen Goethe hier aan do zorgen en pla ten zijner betrekking ontvluchtte oi Schiller de 'iesohe lucht inademde na een langdurig verblijf i ? de duffe ziekenkamer. Op een dezer wegen as het dok dat Goethe Christiane Vnlpins leurt » zijn Italiaanscbe reis ontmoette, een ontraoeng zoo rok aan gevolgen: won hjj toch in haar A geliefde, om er «ene in Fraa von Stein te srliezen. Aaa deze ontmoeting met Chrittiane nlpins, zijn latere vrouw, heeft het kleine lied Oefunden. zijn ontstaan te danken, ? Ioh ging hu Walde 80 fOr nieh hln, Und nicht» in inohen, DM war meln Slnn. Ü»t wQ hem onwillekeurig nazeiden. , Hst zyn liefde tot Fraa von Stein, eea hoogst begaafde vronw, staat Goethe's ?Gartenhaus," te zijde van het park aan dea weg naar Oberteimar in nauw verband, want het was aan haar iewfid. In dit eenvoudig huisje van tweo verdie- met kleine ramen en hoog dak: ?Uebersieht's nicht aus, Hohes Dach uad niedrei , bracht Goethe grootendeels de eerste ja«n van zyn verbljji in Weimar door, en ook m** na zijn Italiaansche reis, toen de Hertog het grote huis in de stad Voor hem had laten inbleef zyn klein tuinhuis hem een lieveDe wyie, waarop dit Goethe's eigendom is ge worden, i« karakteristiek voor de toenmalige vernoading tnsschea vorst en onderdaan. . De Hertog drong óp een goeden dag weer bij «n nog altjjd besluiteloozen dichter aan toch in Weimar te oiyven. Onder andere bezwaren opP«rde Goethe ook, dat hy geen enkel stukje land % eigendom 'noemde, naar hy vrij aaa zyn lust wt tuinieren kon botvieren. .Had ik maar een Plekje gronds als Bertachl" (kabinets-seoretaris, w<r raadsheer in Weimar.} De hertog gaat naar jen laatsten toe, ?Bertach, ik moet je tuin heb«f? ?Maar Hoogheid l" ? .Geen maar. Goethe «tocht hem te hebben, andars wil by niet in 'eimsr bleven." Deze tuin ligt togen een helling " de andere ztydft der llm, eea riviertje dat s bet zeggen van Lewes, slechte de scheepder eenden kent. Even als in Goethe's is ook hier de toegang onverbiddelijk ver?Terag" spreken de zelfzuchtige, klein=_ nakomelingen van hem, die la dezen In het heerlijke gedicht aaa Fraa ton Stoia ia «n der rotsen grifte: . r in Sullen gtdaafet* da Itibende eeteea OeUebten; r enaoh *r M mtr: Wttdé Blir, ~ ' . edMbe di* akbi, dn bast Sj W ïart ritus DE A M S T E R D A M M E E, , , ...... ,. £- - . . JT1 Je4«m Bitta* dw Walde, om dtn ioh waademd aleh Mhuate bfilk* «M «Mefet, nf tob au wewead ttad Doch dU Btinou v«rt«lh' ieh ma 41», wie «ntw «w . dl» Xne «kb «Uut, ftwudHch dl* UMWD flua «w'sv (Brwlbltea F«li.) Ia dit tuiabois ontving hti den Hertog met *ya juin op bienosjp'en koud vlessoh. bier praatte dikwerf met i(jn vorsteiykea vriend tot iMt in den nacht over dichtkunsten aangelegenheden da lands of bracht ktf soms den naeht, in sya blauwen mantel gewikkeld, op het balkon door, onder e*n helderen sterrenhemel of in bliksem en donder, zooall hy Fran Ton Stein, in een «Guten Morgen raft Spargels" schrijft. Verder in Ttet Park staat het Komische Han»", een somerwoniag T»n Karl August, ongeveer een kwartier van de wad. Een in de rotten uitgehonwen trap brengt ons van hier naar dat gedeelte van het park aan de linkerende den Ilm; dat hoofdzakelijk door Goethe's bemoeiingen aangelegd werd. SmaÜe kronkelpaden door steuikgewu en over hoogten en laagten voeren naar het JforfeM/tdtMCften, eveneens een zomerwoning van den Hertog, oorspronkeiyk voor de hertogin Loutse bestemd, op wior verjaardag hot in !T78'wwd ingewijd. De aanleiding hiertoe wordt door Goethe m zyn opitel: ?Das Lotiisenfest" verteld' De geboorte» ang der Hertogin zou dit jaar in den soogenaamden ?Stern" op Italiaansche wijze met een bosohfeeit,gevierd worden.Srootsehe toebereidralen ware reeds gemaakt,toen een ovwrttroomingderllm,wanrdoor dit lage gedeelte geheel onder water liep, alle mooie plannen en,zoo men vreesde ook alle feeitelük* hftden, in duigen wierp. Goethe was echter in zulke zaken een iooveniuur, onder sHn opzicht werd voorbjj den Stern, na door de jfaturbrücke met dit hooger gedeelte verbonden, het Eorkenhautchen ot Klister geboawd. Op den dag van het fee*t werd hier het hof door een, als monniken verkleed, gezelschap ontvangen. In het voorite vertrek stond een tafel, gedekt met grof linnen, uit bonten beken en schalen werden dranken en pijzen gereikt, tot op een gegeven teeken een enr zich opende, in het groen een diich met de fijnste gerechten zich aan het oog vertoonde en aan het monniksspel een einde maakte. Uit dezen tijd stamt ook die nieuwen aanleg. Karl August liet het kleine £or]cenhü>tschen eenvoudig inrich ten, woonde hier soms dagfn lang, het hofleven met zijn verstrooiingen en genoegens ontvluch tend om in de eenzaamheid weer zich zelf te zijn. De Stern, het oudste gedeelte van het park, strekt zich uit tot aan de stad, waarheen de Bchoone Sternbrilcke over de llm ons voert. liet genot in het park van Weinjar te wandelen wordt niet weinig verhoogd door bet totale gemis van eenige afsluiting; geen hekken, geen wachten of lastige politicdiennars berinneren er aan, dat men hier in een vorstelyken tuin is. Men verlaat den. xooten weg en ziet zich op eens in een fraai och. Tegenover dé Sternbrug ligt het slot, een statig uebouw, dat aan drie z\jaen de stotplaats isVluit. Zeer merkwaardig zijn in dit paldsde4ka«neri,nBAr de vier verschillende dichter genaamd, welke op het laatste der vorige eoaw m Weimar woonden. Door dezelfde Maria Paulowna, die na den dood de plaats naast haar gemaal nog wensehte ia te nemen, werden dezo vertrekken ingericht^ de wanden met fresco's versierd, tafereelen uit de werken van Wieland. Herder. Schiller en Goethe voorstellend. Vooral de schoone schilderingen Wielands kamer, door Freller, alsook in het Uv. -tBimfc du flj»it, XUCIIIB jvuAi-jwu »?? ??>*.». ? ler's Glocke, tusschen de grootere fresco's oit Maria Stuurt, Don Cailos enz., munten boven de andere uit In de nabijheid van het paleis op bet Herdersplein met de Stadakerk, wanrio Herder zelf be graven ligt, staat het -w» Deutschen allen Lande" opgerichte standbeeld van Herder, met zijn spreuk: Licht, Liebe, Leben. De man, die zich zelf deze guboone woorden tot lenze koos, kende vooral op Lateren leeftqd weinig lieht en liefde in het kvett. Zyn liefde kwam meer het geheel ten goede dan het individu. Zijn ontevredenheid met de be staande toestanden, z$n heftigheid en verbittering tegen iedereen, schrikte op h«t laatst z^jn vrienden, zelfs Goethe, die het langst Herders scherpte met lankmoedigheid verdragen heeft. Af, zoodat hy eindeljik bjjna geheel alleen stond te midden zijner tyd- en stadgenooten. Licht ontbrak hem grootendeels in de sombere woning achter de hooge oude kerk, en wie zou niet, als Herder, zouder licht en liefde het leven moeilijk te dragen vinden en in een even zwaarmoedige stemming vervallen! Het zijn kleine vlekken in het karakter van Vader Humanus, vergeven door hen, die het meest van ztin prikkelbaarheid te lyden hadden, en dat een later geslacht zijn streven waardeerde, bewijst het gedenkteek^en door de gezamenlijke Dultschers voor hém op gericht. . Wat in het voorgaande over Weimar en ?ijn vroegere bewoners verteld werd, zijn slechts losse indrukken; waaraan nog veel ontbreekt om zich een juist denkbeeld te kunnen vormen van do tegenwoordige hoofdstad van het Groot-Hertog dom. Er zijn behalve do hier genoemde nog vele andere merkwaardigheden, die een bezoek ton volle verdienen, zoo het museum on de biblio theek in de stad, de kasteelen Belvédère, Tiefurt en Ettcrsbui-g in den omtrek. Aan alle deze plaat sen zjjn vele herinneringen dan een groot en schoon verleden verbonden. Mijne lezers durf ik gerust uitnoodigen Weimar tot doel hunner eerst volgende rei» te kiezen en ? het een langer pezoek te gunnen dan het meestal te brart valt. Zonder twijfel zullen zü deie liefelijk gelegene e"n interessante stad, na eerste kennismaking, niet m|j een hartelijk tot ?Weerziens" toeroepen. VAARWEL VAN CHILDE HABOLD. Naar htt Engelsen van Byron. Vaarwel, vaarwel, in 't blauw der zee Deiast mjjn geboortegrond, De nachtwind zucht, de golf zucht mee, De zeemeeuw tjilpt in 't rond, En naar die zonae varen wy Die onderduikt met pracht; Vaarwel een wijl, o zon, en gQ Geboorteland, goe nacht l Een klein tal. aren, en alreê Brengt zy de morgen weer, En ik begroet daa lucht ea zee Mya vaderland niet meer. Verlaten ligt mya slot, ' Dat ia mijn haardsteê g Het onkruid hecht zich aan den maar, Mijn hond built aan de poort. Kom hier, mijn kleine schildknaap, kom. Wat weent gQ tooa mijn kind l Vreest gB der golven woest gebrom, En beeft gy voor den wind r O, wiseb dien traan toch nit uw oog Ons schip is vfag ea sterk, Geea vlugge valk ooit sneller vloog Door 't matelooze zwerk. ?Hoog rofl' de gaK de storm BIk vrees noch golf, noch v. . ^Maar dat bet n zoo vraamd niet m «Wen *k droevig ban geaind: ?Geen vader is meer aan m^n zy, ?Geen lieve moeder,nesn, . "" bmiten ben, feea, vriend du yjg «*?* denkt, ik atdaW voer dea dood, ?a hart is niet*o» waak. .Maar 't denken ton eea echtgenoot, «Maakt t ruwitoTaazieht UeekT^ vronw, die gig met smart verbeidij ....JB|bfl nw sist aa» t meer ?En sb m(jn zoon am vader schreit, «Wat antwoordt zy dan, beer ?" Genoeg mijn tronwa knecht, uw ?sart Die wekt nya spöflust niet, Maar 'k ben lieBwaaiger van hart, Sa lach tenrijl ft? vliet dwaas, wien vrouw ol lief het hart Met haar gezncht'bewoog, Een nieuwe vriend verdrijft de smart Van 't helderblauwe oog. Een zoet verleden kwelt my niet; Geea nood hoezeer nabij, My smart slechts dat ik niets verliet Dat tranen eischt van my. Nu hen ik gansch alleen op aard, Alom slechts d'oetaan: Wie, die my tbans*-bekomm'ring baart? Men stort om my geen traan; Mijn hond hnilt, tot hy voedsel vindt By eenen andren heer, En zeker dat hfl my verslindt, Wanneer ik wederkeer 1 Met u, mijn «chip", doorklief ik vrij Het bruischond zeegebied, Wat landstreek gij ook voert tot my, Zoo slechts mijn eigen niet. golven, welkom, Welkom gijl Verlaat gij my ,. geen klach Gegroet dan woed en woestenij, vaderland -*? god nacht l A. FlAHBST. BERICHTEN ES MEDEDEELINGEN. Mejuffrouw Delta Grazie, een meisje van 19 jaar, leeft oen heldendicht in twaalf zangen vervaar digd, waarvan de" bevrijding der Germanen van de Komeinsohe heerschappij het onderwerp uit maakt. Dé t«ekéning van vele karakter», de schilderingen en da dictie worden zeer geprezen. Men was van pltfn om een standbeeld voor Fielding op te richten te Tarenton, zijne geboorte plaats. Maar door de geringe deelneming, die het Sabliek bij de inteekening toonde, heelt men echt* genoeg kunnen bijeen brengen voor een enkele Saste. Maar men spreekt er na o Ter om jetzelfde plan te Lofiden op touw te zetten. Zijn lyrische gedichten te "Corfa in 1857 uitgege ven, hebben een groote populariteit verworven, terwül hij een vertaling van Tosso's Jcrutalcm eerlost in handschrift nalaat, die te oordeelen naar een in 1877 uitgegeven zang, zeer fraai moet zijn. Richard H. Shepherd is thans gereed met zijn bibliographie van Steinburne's werken* Het is een boekje van 40 bladzijden, en bevat 150 ,,entries", loopende over een tijdruimte van vjjf-en-twmtigjaar. W. J. Linten heeft nagenoeg voor de uitgave gereed een groote verzameling van Engelsche poëzie, gerangschikt volgens een nieuw plan. Het werk bestaat nit vflf deelen van ongeveer 300 bladz. ieder, met de volccende titels: 1. Chancer to Burns. 2, Lvrics of the Nineteenth centnry. 3. Bollads and Romances. 4. Dramatie selections. i. Translations. In ieder deel zullen de verschil lende dichters chronologisch geplaatst worden, met een korte biögraphie en verklarende noten. De voorreden zijn geschreven door R. H: Stoddard, tenrijl de heer Lmton borg staat voor de juist heid van den tekst. Het zal verschijnen in den a. s. herfst to New- York b(j Charles Scribnes'fl Sons. Een correspondent van de Revue polltique et littéraire citeert een weinig bekende stróphe van de JtfarsriHaise, die, naar men vfronderstelt, er aan is toegevoegd door generaal Montesquiou, die in 1792 een Fransen leger naar Sa voyo voerde. *?» blijkt nit, dat de Marseillnise toen niet rtlleen a£s een krögiilied, msar nis een .wachtwoord dor ropnblikeinsche eenheid werd beschouwd. Wü laten haar hier volgen. BatoUlen», penpl» palalblo, V. ne ertins rion do nos gnerriere; L« Tnncal* «*t üer mals Bensible, ? U joint 1'oliY* Ji «e» lauriero Otwire «nx ehttMax, p>iz aax ehainmlères, Volli detorm.li nos tanité»; Loin de oonqn*rir des cités, Kans oherolioDi dei »wls, d«* bèras. Au arm»*, eto. Mrs. Hannhur van Hamilton, de zuster vaa Thoiïu Carlyle, schrijft aan ?the New York Critió", dat * y da brieven, dia z| van haar broer in bezit beeft, niet kal uitgeven. Er wordt thans in Amerika een herdruk van INHOUD VAN Vort!*- America* Beviae F. i£. OWey. State ra profita, - John A. XtuèZ. ber). of corporate aaktal reform.-Jlickard Qr«nt WUt* Olasr distuwtions in the do Wavariy Novels nitgegeven, tegen 15 eenten hét deel (0371JI boUaadscb). Vol, igens de aankon* n^ is^dit de goedkoopste editie, die ooit veréoEeeo. pie van Üioka (London) echter, die slechts thrèèpencè het deel kost, spant nog altijd de kroon. Prof. Ritter van Oeneve heeft onder meer andere genealogische onderzoekingen ook de afstamming van Mme de Stael nagegaan. Haar vader, de mi'iter Necker, werd door eenigen als van Ensche of lertehe origiae betohoawd. Maar thans [kt, dat z|n vader, grootvader «n overgrootIer rechtsgeleerden waren en woonden to Costrin in Pruisen. ? en ongedrukte brie»??. en van een biögraphie Chiata zullen eerlang, ia het . W. Grünow to Leipsig, Camillo Cavonr's ven, verzameld, o voorzien door ? duiUoh vertaald, verschijnen. Prof. Luigi Palmüri, de düectear van het observatorium op deo Vesnvins, doet een oproe ping aan alle geleerden, schrijvers en kunstenaars der beschaafde wereld, om nnnne autographen en handteekeumgen, of ten minste de laatste alleen, by hem in te zenden. Deze inzendingen zttllen dan zoo spoedig moffalyk tot een albnm vereaaigd wordea, waarvan Bonderdduizende exemplaren verkrijgbaar zullen worden gesteld. De uubreujjil van dft album van fas-ehaJleV to voor «e ?eedlydenden van Taefte* bassend. Ten sjevolge hier van heeft siofa te 'aOrawibage eeae fozuusaia tot inaamefing, vaa «elden ten behoeve tohtofln* N E D E B L A HP. OP.i_van nbatat m haar Historie United States. ? Jasses Jat***». ^ ^ sigfat - Qtorgt Walton Qrten. Faete abovf the Oavens and tne primary. ? W. H. Jfoöoe*. Conversations witE a Solttary TL? D. B. PMan. The Esmitations of free ? Thinking. ? Qrmt Mie». Aa American Wild Flower. Tke Atlantic . F, JfoMon Crmfford. A. Roman SJnger.V. VL ? En Prorinoe UI bjj Btnry JamtM. ? O. Wendel Hobu». King's obapel. - ff. Walton Qreon. Oor noninating machines, ? Barriit. O, W. Sta»ton. Poets and BiroXa oritidsm. ? <?. Partont Lathrop. Newport. VI. VII. ? H. H. Gliate in Auld Beekie. ? A. F. Chryultdes. ? W. O. Stoddard. Annexed by the üaar. ? Editt. M. Thomas. Along an' inland beach. ? X. L. Btnry. Merimée in bis letters.? Brodfard Torry. Character in flrthers. ? TA. W. Parsons. Lily of strath? Farrar. ? The Civil war in America. ? Mark Twains Life on the Mississippi. ? The Spanüh peniosula ia travel. ? Two Journalist, etc. Revue Britannigttt. (Aout) 1. Les chinois en Annan. 2. Les deux mariages d'uaé indienne. 3. L'homme et ses points de ressemblance avec les animaux mférienrs. 4. Les dogareises de Vénise. K. Les Gaspilleuse par A. P. de Alarcon (6ième et dernier eztrait) 6. L' éuoux de laDjinn. n. 7. LespionniersderEurope et Ie Yunnan. 8. La décadence de la politesse franctdse 9. Cronique acientifique. Pensees diverses, Poésiea. CornMl Magaeine. Tho reverend John Creedy, with illnstratioas by .H. J. Whcder. ? The Frauch newspaper press in two porti. Part II. ? The Giant's robe by the outhor of vice versa chapt. VU? IX. with illostratioiis by W. Ralston. ? Toe Trytt? In Suspense. ? The romance uf PauUlatiao; with illustrations by H. Furniss. Jlarper's Magatine. TheNighta FJutonian shores from she Raven. illuBtrated by Doré. (Fronti-piece. ? F. D. MiBct, Dalecarlia L ? Tt. Hatcthorne Luthrop, Frisoners I. ? J. J. S. Marshal. An republished chaptw of Hawalian history. ? Lticy C. LeMo. ? The catshilles. ? E. Mason Paul Potter. ? S. S. Conant. on tho Beach, a poem. ? ? P. D. Hay llnuiits of thfi swaaip fox. ? Montgomery Schuiler Recent building in Ne w- York. ? A Castle in Spain, a novel. Pai-t V, Herbert E. Clarlas. The question, a poem. ? W. 12. Grace. The government ot' cities in the state of N. York. ? J. B. Thompson. The Genesis of the Rip van Winkle legend. ? JR. H. Davia. A. Siehonetto, a story, etc. etc. F»u Antje Noyelle voa ^rfo&erf Kelnhordt.? Die Heimftt der Zigeuner von Prof. B. Pischd. ? Frau von Staël una ihre Beziebnngen za Deutschland von LaduBlennerlMsattt. ? Ein Ausflng in den Norden Klein- Asiens von Prof. ff. Hirschftld. ? ï'ürst Bismarok und die Liberalen. ? Anfange der Metall-cultur, Studie von C. Reyer. ? Die Montenejninerin, Skizze von Thomas Jtz, deutsch von Jidtus Meinnrr. ? Ein Anjerikaner über das neue Deutschlauu ? Politinlie Rund schau. ? Die Sammlung ' :ibouroff von Gustav Birschfeld. ? Kruse's Al «i. ? Fttn&ig Jah/e Belgische Literaturgeschichte voa Jf. PniKppson. ? Literarische Notizen. ? Bibliographie. Nederlandtche Spectator. Berichten eamededeelingea.? DeMaatsohappij tot bevordering der toonkunst en de Nederland sche toonkunstenaarft-veréenigiag, door dr. J. de Jong. ? Euripidea Medeia vaa A- Fiamentdoor mr. C. Yosmaer, ? Gedichten van V. A. De la Montagne, door F. Smit-hieiüe. ? De staatknadioe tooverhintaara of ntopisch-politische snelwagen. (slot), door mr. W, P. Saatyn-Kluit ? Pluksel. an bet nooit j meer, Bigi an dat aBes Is zóó bet patsaal en da grav_^_ ik my wel waehten zal er ? komen. Nu byna iedereen snelde middelen van vervoer ons ja slapende waarUfk nie de Nieuwe uitgaven in Altxandre II par C. de Cardonne, SO fes. Xroussaillet E. Bouret.fr. 3.60. Chambaudtère (la) Jaques d' Albray, fr. 3,50. ühercket la femme A. Motthey, fr. 3. Oomtesse (la) rouge Ca. Deslys, r. 8. Esqwsses dramatigues et Poésus diverse» Oust. Chatenet, fr. 6. Femme (nne) d bord: Paul Bonnetain, fr. 3,50. Pemwc (la) nuti Jules de Gastyne, fr. 3. Haine (vaa) de femme Lom* Colas Ir. 3. Hietoire de la partieipation des Beige» aux campagnes «les Inde» oriënt, et nèerlandatses EUB. Crayplants, fr. 5. Lettres 4 un dragon X..!: fr. SM. Maréc*al (Ie) de Mae-Mahon Ernest Daudet, 75 eent Sargot des Amédée Lynen.fr. 10. Xéttoires du Sourche» (t. II). fr. 7,60, Pierre Patiënt dadel, fr. 5. Beekerek» (l?) de Ja Dumas, fr. 2. Sous la Utree Alfred __ Souvenirs persomfela Agnste Bonuer,ofr. Store (Ie) baité Gastave Olaudin.fr. 8. et travers Oala»nn-L*vy,fr.8M Vwiaeaji . du beau viéaire L. Gagneur.fr. 8.50. Vtetof to Ie PetU 3. Leffondrey, fr. 1. VyxH***-.oine P. Barree, fr. 8,60. Paul Dèroulèd Julus Qaretie, 75 esnt Nieuwe uitgaven i* DuüsMand: R. Bamabaeh, Wanderlbflder aas dan Alpen. Mit Randzeichnungen >on J. Stauffacher. Leipzig, Liebeakind. Geb. . L. Beraow, Miterlebt Novellen. BadeaBaden, Sommermeyer. . . . . . . . Bismarck aach dem Kriege, ein Charakter- und Zettbild. Leipsig, Renger'sche Bnohh. . . ? . . ... . ? * ? « E. Braun-Wieibaden, Blutiga Blatter. Erzahlungan. Breslan, Schottlander Briefa des Hersogs Karl August von Saohsea-Weimar-Eisenacb an Enebel und Herder, brsgr. von H. Dttntzer. Leipiig, Wartig's Verlag. ......... W. A. Detto, Boraz und seine Zeit. Berlin, Gartner's Verlag R. Fischer, Kritik der Kantisohcn PMlosophie. München, Bassermann.... WÏ Klein, Dié Grieohisaben Vesen nnd Meistcraignaturen. Wien, Gerold's Sohn. H. Mateat. Romisohe Ohronologie. Bd. L Beriin, ?Weiomann ......... J~H. Mordtmann «ad D. H. Maller. SabawbeDepkaWaar.Wia«,Gsrold's8oba. ~ Sebreeder, Isakal. Roman. Breelam, i, niet naar Zn gehoorde dingen to veeteilen. citroenen bloeien kenden wy nog kort gelede» slechts nit de wegslepende sebMèrinfaa vaa dichters en romanschrijvers, hoevele dtnzeadea hebben het reeds met eigen oogen gezien, sedert» bet stoompaard ons door het hart der bergen naar de blauwe meeren en de oevers van Arno' en Tiber brengt l De kosten behoeven n ook niet af to schrikken, want de ipiriTnrsgmastaiihsrptf'"l wedijveren, om door goedkoop* retour- of rond reisbiljetten n to verlokken tot uitstapjes, waaraan ge vroeger niet gedacht zondt hebben. Zoodat ik my ontslagen kan achten van de moeite om,' met n op eea sohoonen zomeravond langs da JcaaT van Lnzera to wandelen, of het ?Löweih denkmal" die troteche schepping van den grootea Thorwaldsen, to bewonderen, of laag» den tand radbaan van Vitznan dea Rigi te Destjigen en, aan de andere zijde weder af to dalen. JVat dit laatste betreft: net vreemde van zsük een tocht is voor menigeen eene sobere vergoeding voor de teleurstelling, die daarboven zyn deel was. Een heldere hemel by zoas op- of ondergang behoort ia bet bergmnd over het geheel tot da zeMsaamheden, en verreweg de meeste toeristen hebben geene andere ervaring opgedaan, dan dat men om ia een natte koude mist to loopen, zoo» dat men byna tre«a vijftig passen voor. zich uit kan zien, wawlyk Holland met had behoeven ta verlaten. Maar wie de wolken zagen scheuren of wegdrijven op den adem van den wind, zoodat langzamerhand het prachtige landschap beneden zich vertoonde ia al zyae schoonheid, zy mochten van geluk spreken. Sedert de kennis vaa de geschiedenis onzer aarde niet meer het uitsluitend eigendom is van vafcgeleerden, beziet menigeen datzelfde Zwitser land nog met een ander ooff. Als lagen eeuwen oude bladzijden van het boek der natuur voor hem opgeslagen, zoo leest h- in de gesteenten, hoe het er voor duizenden Jaren uitzag ia dit eito vaa ons werelddeel. De rotswanden waar de Aare voortbruist ia het Haslidal, ea da ontzachlyke steenblokkea, die het water dwin gen zich langs allerlei kronkelingen een weg ta banen, verkondigen u dat eens reuzeagletscaera de Zwitaersche dalen hebben gevuld. Nog nieti gelegd, met holten van eenige voeten diepte én middellgn, gevormd door steeaen, die de wateren van de smeltende ysmassa eeuwen achtereen fat draaiende beweging brachten. Wie deze ,Gletschergartea" niet bezocht, heeft eigenlijk hetbe% qjktte voorbijgezien. ik van de St. Leodcgar-kerk mag ik niet zwjf? gen, niet om hare schoone ligging, noch om haar bouw, maar om haar orgel, dat eiken avond wordf bespeeld. Het uitwendige zou n niet doen ver moeden, dat vaardige handen en voeten er L toonen aaa konden ontlokken. Gy hoort den i gieren, den donder rollen, de regen klette .. zoodat ge onwillekeurig door de ramen naar den hemel ziet. Dat alles mag heel kunstig z(jn,docji op my maken zulke orgeltoeren (ik weet g ~ beter woord) weinig indruk. Daar komt by, ? het orgelspel, hetwelk een uur onafgebi oké n voor . duurt, bestaat in eene fantasie van den organist,' die er op berekend is om alle registers van *ij$ instrument beurtelings to laten spreken. Maar wel troffen my zoowel de ?vox hutnasa" als df ?vox angelica,* waarmede hy oude kerkaria'* uitvoerde. Zoo zuiver en aangrijpend had ik beide stemmen aooit gehoord. Is het concert afgeloopen, toef daa nog een wgl op de kaai voor Eet Sohweizerhof, het grootste misschien van alle Zwitsenehe hotels, waar da voorname reizigers van alle nationaliteiten el kander ontmoeten. Daar is de groote wandelplaats van Lnzerners en vreemdelingen. Een vrij goed bezet orkest laat zich in den helder verlichten voortuin hooren en gy kunt het treffen. dat er een schitterend vuurwerk wordt.ontsto ken. Hier kwam ik voor het eerst tot de zeker». beid, dat Zwitserland ook eene militie beeft) want er vertoonden zich eenige officieren, wier uniformen aan onze schutterij den denken. Daar na heb ik te Znrich ook een peloton soldaten Ik weet niet hoe het krijgswesea der mbliek geregeld is, maar het verschil mat , waar het militarisme alles beheewohti is zeker zeer in het oogvallend. Een staat, dia zijn oorlogsbudget misschien tot bét allernood zakelijkste kan beperken, en die het niet noodiff acht zyae onderdanen een drukkend militair juk, op de schonden te leggen, is wel te benijden. Mogelijk is algemeeue dienstplicht, hoewel aiat M.10volgens het Pruisische stelsel, de eenige weg am. na verloop van tyd de oorlogen te voorkomen, waaneer de volken zulk een trap van ontwikke ling bereikt zullen hebben, dat aQ «ch niet lan ger door heerschzuchtige vorsten ea eergiariga staatslieden laten gebruiken tot het bereiken hnnner oogmerkaak Doch in plaats vaa mS to verdiepen In een onderwerp, waarover Busken - ' dagen gemeend beeft op agn gewotoon ook eea woordje te moeten nóodig ik n liever nit mfl naar Huet dezer nen hoogen toon medespreken, no Znrich te volgen. Toen ik te Luaern een stadgenoot onüaoette, een tegenovergestelde rich die juist in serland doortrok. vraag was richting Zwit natuurlijk mijne eerste 8 l ,wat zegt gy van de tentoonsteUiog?" Bt was niet weinig verbaasd toen 3e ten antwoord kreeg: .niets, want ik heb juist daarom Znrieb. Unks laten liggen." Nu, ik kon my begrijpen, hoe een Amsterdammer zoo over genoeg heeft van eene tentoonstelling, dat by zich allesbehalve opgewekt gevoelt om er in dm vreemde nog eeae tegaan opzoeken. Teab trok die nationale teatoonstelling my aan, en sott ik, daarom allen deze Zwitseneba stad hebben beaoebt, omdat fli begreep nergens beter dan daar dttacrkwaerdif hwd en ayie bewoners vollediic to kannen, toeR,Wert«r. Der Pater vu Danalg. Bister. ? -' t. Berlin, Janke beb dooniebnobt. t Hst app mcj dat ik bet zegna moet, maar het is oate*teaefielik waar: de Zwitsers hebben oaa den prlta atgewonaea, en net uitvoerend comité en ay die vardar enz» internationale tentoonstel ling tot stand brachten, moeten vaar de mannen van Avis* <te -deg.etrijka*. AUs laadMaaotoa, dit) ik op rea» k^eainwat. wata» vanlrttselld» ; i UO l. al

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl