Historisch Archief 1877-1940
?? ? " ??' ? "'''"1 ' ?'"
?4V* ?- > ?-i, v Vii ??;?!????' i -^ ?*«.* r .,'
.?>?......;-?, V1; ??'?v .-.v',.. ?. ','?? -v. ,.
DB A'K g T.B B D A
KB, WEEKBLAD VQOB. KBDERLAND.
alias «rat «a beer Tu te Kas* zegt,
d*t W «rOSdwetlplaa»etie, na W
Kaok\eFto «Kooit was om m
edigW«r vaa i* wagen.
«3«»>eag«^ALb^JSffi
wanecbaffi.' waarom sw^lEappejrne zelf
neztta
mar de
>p>w ?«?»; «omi?yi
s&dveorbet^
«?«eai naar d*
vrWertoestand,
?? kefdMl der reis?
naar dan grondslag van dan
offl' nit 't oogpunt vanden
«evre4fcënd~?~vW bèta af voor bet vervolg?
Bat v»ge woord, waaraan ieder naar stift
sub- e ófvaUlBg, de betsakenis geven kan, die
i kraan» ta pas komt, brengt om niet veel
nis een bekend* gewoonte van de
?_jrfa* om «ver belangrijk» taken
_. af niets naar Nederland te telegrafesrea.
vrsssslyke gebeurtenissen, die deze week
ep ajakaton plaats hadden en de vernietiging
ffaa Anjer b. v. iea gevolge hadden, - waren
XNaaoag aojt aiat ter kenaisee vaa het
Denartevaa Koloniën gekomen. Men wachtte er
af. Aaa bet tetegrafeaten ons
wd niet gedacht
t, Dinsdag en Woensdag seinde Reuter
«aar aainde an ver wat er gebeurd was; ntaar
kat NederUndtohe gouvernemfat wist vaa niets.
SrTZT? ...."'_ .T _i^l_ _^^._i.-W ^^?^.k_ JtLlllJ^LimJ QJP
Kan men zi«h grOote> onyftrsc
nalatitheul ? zoowel hl UoU alThi
denken?
op c
_.
_ de
het
be
naderen der
en tot kalmte
korf
voor
Italië
van
avenw
héftreh V
of een proeve taa
brandnetelwaarin de Minister van Koloniën7
zooen speaaliteit is.
i*e vreezen maar dat d» Nederlandsen*
zoo aisare kost. hoe smakelijk ook
iht, op dcwduur niet zal kunnen Verdi
Overateht d«r Per*.
ONZE BLADEN. ^
irgaderiag der Nederhudaohe
* ' ^ aUte dajeB dlteV
.oazer bladen
ouwiagen. vooral was
het vraagpunt: gver
. de daaromt
Iviezen.
N. Sou.
üea er ,
de N. B.
Teilegen
Jtrent door
uitgebrachte
het
de
De
. Dg.
i beredeneerd ov
dat mr. t. d. K.
. ne's
^Die.
oken'
jderl. en oas Dagblad
in. i)it was ook het geval,
reft, met de beide andere
vecht en Burgerlijk Recht,
gd Leerplicht door straf
beaonneeren. Hét T<td. wijdde mede
aaft bet tweede vraagpnnt
v. d, Kaay: ?zyt ge ook
wekte zelfs in onzen
komlig gebied, of misschien
martijd, weinig
belangwydde «enige ruimte aan
' ]j het
7aardeedopmer' het hoofdbezwaar tegen
wemlg had gezegd.
/o HviBanTerTiuigiiitjBqnaesue" werd door de
tt. Ot. besproken' naar aanleiding van een
benwing door bei rad. aaa het ?Voorloopig
_iag vla de Militie- eaSchutterywettea"gewyd.
meening der beide bladen verschilt. De J?. G.
hoopt dat by de regeling zal worden gelet op
bet natiqnaal-eigenaardige: weerzin in den
perioonlflken dienstplicat; het Vad. hoopt juist in
't optreden van Generaal Weitz«il het dusver in
't boofdbeetunr van den
anti-dienstvervangingsboud, ophefQng vaa ongerechtvaardigde privileges.
Een oud vraagstuk: ?De vaccine en de
vaccmedwang" hield de Stand, deze week bezig. Uit
voerig werd het verderfelijke van een en ander
betoogd. Het vijftal artikelen diende om de
Ti/d te overtuigen dat bestrijding van de
vaoine evenzeer gerechiigd was als bestrijding van
den vaccinei-dwang, maar de Tyd is er niet door
overtuigd. Alleen is bet laatst genoemde blad
? versterkt in de meening dat, met 'toog op den
tegenstand dien de vaccine zelf hier en daar
Vindt, vaccine dwang bepaald bestreden behoort
te worden,
De Floralia-feesten indertijd op onderscheiden
plaatsen gehouden, mogen zi:n ia eene zeer
welwillende beoordeeling van oaze pers verheugen.
De beweging, nu tien jaar geleden, op initiatief
van een hooggeachte vrouw te Zwolle, ? wijlen
donürrière Backer?op touw gezet is, in de goede
jncuting voortgegaan ea de
Floralia-Vereenigiagen hebben de sympathie van het volk verworven.
Bü de viering van Eet tienjarig bestaan der
Veraanigiag te Amsterdam heeft de Voorzitter in
?jjn openingsrede daarop o. a. met voldoening
? (Je wezen.
De uitslag der examens voor de
boofdonderwyzersakte is niet zeer gunstig geweest en heeft
tot verschillende klachten aanleiding gegeven,
klachten die goeddeels de hooge eisenen, vooral
cp wiskundig gebied, gelden.
De Maasbode schreef er een tweetal hoofdar
tikelen over. Ook in buiden van andere richting
werd er op gewezen. De ondenrijsbladea zeQ
hebben er tot an toe bet zwijgen toe gedaan.
Met veel ingenomenheid is door het Voliublad
an door dr. Corocel in 't Band. gewezen op
bet gunstige resultaat van de zoogenaamde
vacantie-koJome,het bezoek door eea 20 tal
JLQistfttiuftizisVcjio JnritlflTffp utt dcm ?^'?^"flrftp rtaz&d
aan -de schoone streken van.ütrecht ?? to
AnsterBtz ? gebracht.
Nog werd geschreven door P. in 't Baagseïie
DaaMad over .de Oemesntefbelasting", door A,
I* r. in de Prov. Qron, öt. naar aanleiding van
enkele aanmerkingen der Rekenkamer op de
? nitgaven der Haagscbe departemeatebureaux, over
vwongeoorloo£ie weelde", door 't N. v. d. J), over
?onze taal en aatioaaBteit", door bet Schoolblad
? ,naar aanleidmg der brochure vaa dr. Lnbach
?-~ -__ *j_i_^._-._ _* .. _iï .*. j* _ .«. «?
de handelwijze van Mr. Heemskerk, een afkeuring,
die de Xidd. CT.aanlfliftmg.baeft de aandacht te
veetigen on 't feit dat Mr. Heemskerk alleen bad «hV
gevoerd 't geen ajta voorganger, de ?Uberala"
nuSirtw PynJcker Hordijk. W voorbereid.
ten beshiito de aandacht op een
_-_-.. , ka uitgave van Mr. 8. Van Hontet.
Onder 3en titel ?Staatkundie Brieven" zal ' "
AJIJTBRDAMBOttQ QONOlSET|!N.
Zooals bsksed,is beide
onder direatia van dan
______ ibaf. Men getroost ziob gaarne een
avond buig, da onaanffenaaabeden van te moeten
amen, opgepakt ab haring in den ton, op een
zetel zou hard mogelijk, (want Indien mea niet
op de stoelen plaats neemt, beeft men weinig of
atets aaa de uitvoering) os* dit orkest eens goed
to hooren. ? ' '
Hetgeen Büae ten geboore brengt, is werkelijk
prachBgi niet zoo «eer, wat, maar wel hoe dit
uitgeroerd wordt, moet geroemd worden. ?
Zuiverheid, gelijkheid, nuanoeering, niets laat to
wensehen over en alles wordt voorgedragen met
een aplontb, zoo als wjjdit van onze HoUaodsche
orkesten niet gewoon zijn. Het strijk-kwartet
maat vooral nit; de violen ontwikkelen een volume
geluid, dat wezenlijk seldmm schoon genoemd kan
worden. Onwillekeurig rijst de vraag hu ons op,
boe komt het dat ba een even sterke bezetting
bij ome Anuterdamjobe orkesten, zoo wel kwaliteit
als kwantiteit van gelold zoo veel te wensohea
laat.
antwoord op deze vraag ligt voorde hand :
'
overla
Bat
ten eerste
het ?algemeen
geval Is ; vef
violen vaa d
een van oase
U mjjns eraohtens niet de voo
de artdsten van 'Base over
musici, dan hier meestal bet
eens d« aphtents leatenaai s
ner kapel en 4e dito's vaa
amsohe orkestea, doch dit
te oorzaak.
vaa
U mjjns eraotens niet e voornaamste oor
Waarin ligt dan de oorzaak van die kracht,
dat volume vaa toon ? ? ? * Louis Spohr, iemand
die toch wel iets vaa vioolspelen af wist, zal het
antWOord hierop geven. In de, door daiea com
ponist ea violist vervaardigde vioolschool, staat
te lezen ia het vijfde hoofdstak, handelende over
het orkestspelen en het aocompagneeren : «Die
sohwierigftte Aufgabe ist et aber in der
Eintbeihtag der Bogonstriche mit den
Mit' 'enden geaau znsammen za treffen.
n bleibt daher auoh, selbst bei den,
besten eipgeubten Orchestern, noch
. es su wünsohen übrig. Die
Schwierigkeit liegt aber hanptsüchlioh darin, dass
die BezeiohnuDg der Bogenstriche iu den
OrohestMtimmengewöhnhoh noch
naoblasaigor und mangelhafter ist, wie bei der
Concert- und Quartett-mnsik und doss die
Geiger eines Orchesters aie aus einer uad
derselben Schule hervorgegangen aind, und
daher jeder eine andereBogeafUhruug, und
was hieraas tplgt, auch etne andero
Eintheilaag der Bogenstriche bat Und doch
ist es nicht blos für das Auge sehr
angenehm, soadern auch fllr die Betonung, mr
die Oleiobbait m Stïrke und Schwüche, mit
eigent Wort: für das ganze Ensemble von
Brosser WichUgkeit, dass die Anf-und
Abzttiphe bei allen Geigern der selben Stimme
stèts znsamnen treffen. Der Vorgoiger hat
dje Verpniohtung, die mangelhafte Bezeich*
nnng der Bogenstriche zU erganzen
(beadnoers wenn mehrere Proban atatt fiuden,
wie bei Opera, Oratorien, Sinfonien) und
dfldurch das mÓgUgst genaueste
Zusammcntjeffen in der Êiatneilung der Bogenstriche
EU erwirken. ?? "
Nu geloof ik dat in het nauwkeurig opvolgen
vaa déze aanwijzingen van den grooten Spo
het
het
,
geheim ligt van het volle beschaafde geluid
welk Bilse's strijkkwartet ontwikkelt.
De houten blaasinstrumentea z|jn ook bijna al
len aau goede handen toevertrouwd en de zuiver
heid laat bjjna niets to wensehen over. Het koper
daarentegen, hoewel ook uitstekend gedisciplineerd,
met aplomb blazende, kan mü niet zoo brj uitstek
behagen. De klank is dikwijls wat .buk;" als
onze Hollandsche ?koperen blazen" teillt», kun
nen z{j mooier klank ontwikkelen.
Het repertoire van hst orkest van Bilse, hetgeen
hier ten gehoore gebracht wordt, U niet zeer groot;
van de zes concerten, die ik bijwoonde hoorde ik
op; vier er vaa, o. a. de Balletmuziek ?Sylvia"
van Leo Delibes uitvoeren, maar hoe?
Bilse heeft te beschikken over vele uitstekende
solisten, in de eerste plaats noem ik den Heer
Ch. Molé, solo-fluitist; hoogst beschaafd, zeer
smaakvol en altjjd zuiver draagt dezen kunstenaar
zijn solo-nummers voor en in de orkestwerken ko
men de nuit-jwaaages beter tot hun recht dan ik het
ooit hoorde. Vervolgens breng ik gaarne eea
woord van hulde aan onzen landgenoot den Heer
C. Kriens, solo-clarinettist ; zijne beschaafde, mu
zikale wijze van voordragen is ons reeds van
vroeger bekend, ik behoef hier dus niet over uit
te weiden. Het is voor het orke»t een groot ver
lies, dat dezen kunstenaar het verlaat, om in den
Bosch als leeraar op te reden.
De solo-violist, de heer E. Baudot, beschikt
over een fraaieu toon, goede voordracht en heeft
een smaakvolle wijze van spelen; ik heb van
genoemden heer echter nog niets anders gehoord
dan drie of vier maal de ?Hymne a St Caecile"
van Gounod, een zangrijk nummer, dat echter uu
niet bizonder geschikt is om de goede eigenschappen
van den solo violist in het licht te stellen.
De tweede concertmeester, de heer Muller,
hoorde ik een concert vaa Paganini voordragen
met veel, zfj het dan ook met wat slordige virtu
ositeit.
De heer Liégois, «olo-violoncellist, bewonderde
ik in de ouverture-Gnillaume Teil" en in
?KolNidrei" van Brach; beide soli werden zeer goed
Weergegeven, dit neemt echter niet weg, dat ik
vooral het laatste, dezen winter verscheidene
malen beter nog heb hooren voordragen; over
het Tempo van ?Kol-Nidrei" ben ik het met den
heer Liégois niet eens.
Gewoonlijk bewaart men het best voor het lest,
mij gaat het op het oogenblik juist anders om,
want mü rest nog een woord te zeggen over don
WelEd. Heer Hngo TUrpe, solo cornet a pistonnist
en dezen heer beschouw ik lang niet als de beste
der broederen. ?Men," het publiek, vindt echter
de ?LeisiungenK dos Heeren Türpe, bij uitstek
fraai ea beloont elke voorgedragen variatie,
vooral als 't maar heel erg hoog gaat, met don
derend applaus, waar ik echter lang niet mede
instem, wel is waar, beschikt de Heer Türpe
over een kolossale vaardigheid en kan ZEd. een
eminente hoogte bereiken, edoch alles wat ZEd.
voordraagt is soo geheel alleen op effekt berekend,
en dikwijls zoo onmuzikaal, tenrijl ZEds. geheele
optreden zoo ?aanstellerig" is, dat men soms zon
denken by de ?Ambassadeurs" en niet by ?Bilse"
Dat 'de Heer Bilse een uitstekend dirigent moet
?yn ligt voor de baad, anders is zulk een en
semble als by dit orkest is waar te nemen niet
te verkrijgen; op enkele tompi heb ik echter,
met alle bescheidenheid, wat aaa to
Heer Büse neemt soms de beweging
Na ziin v/y in Amsterdam, wel is '
woordlg aan erg langzame tompi c
?oo als Bilse ze dikwijls opvaiis
gauw. ?
Da slotsom van m^jne besoheu'
deze, al heb, ik gemeend een aak . T
niet achterwege to moeten laten, dat ik nog
snik aan prachtig orkest boorde l
Ia dea Perkschouwbarg wordt tegen
opgevoerd een Ballet, getiteld: ,De
J.
.?getiteld
r." Da mnziek is vaa
.- .._ tweedea kapelmeester den
H. Maan en wordt terecht zeer
Instrumentatie verraadt
denmeester; vooral trof mH dit by het entree van
Me
let darde bedrij£ dadeiyk nahetvrijwelmisfakte
itoonwordya. Jammer dat degene, die belast
was niet hei bespelen der (dokken, er op lossloeg
tkjeerkloppea was, hetgeen voor l
vrij binderlyk was. ?
VeleicnoonepassaaUeeaaog
was,
? Vel
verder aan ta wflien;
? viool-solo, dadelyk nÉOe ontvoering vaa
dekoninf»
O-L :--T??
l, M» UilVII, «?? OP
ae^e eerste verwissel
rMazTOp diA lüo^klMtt siob 099 *
aea, door^olai'TIaar Bosmans op'de hem elgea
geniale wyte tav geboore (?bracht, eto. eto.
Over de originaliteit vaa enkele motivea zou
wel iets ia bet midden te brengen sttn; zoo aa
en dan ontneet man wel eens een oaden kennis,
bet Faust-BaBat vaa Goaaod, Imitatton a la
Danse van Webar b.v.: indien men echter reke
ning houdt mat de zeer beperkende gegevens
waarnaar eea ballet meest gecomponeerd wordt
ea daa dikwyis ia aaa minimam vaa tyd gereed
moet zyn, daa kaa zulk eea klein .plagiaat" ons
niet verwondert-De muziek is van dit ballet
verreweg bet beate, hoewel de oostumee en
groepeerbg dikwyis zeer schoen zijn. Het de
coratief is echter leeiyk en kaa volstrekt niet
halen 1U hetgeen op dit gebied ia het Paleis voor
Volksvlijt voortgebracht wórdt, terwyi da tekst
door groote onbeduidendheid uitmunt. ? Het
doet aUjl echter veel genoegen, dat in dezen byna
totaal Fraaschea Schouwburg, de balletmuziek
van een Hollandsen componist zoo veel opgang
maakt.
Strlcte.
DE TENTOONSTELLING TÉ GENT.(l)
IL
Ik heb van d» eer moeten afzien gisteren by
de opening der tentoonstelling tegenwoordig te
zijn, ofschoon koning Leopold zelf onze stad
daartoe besooht OnderttisK&én kan ik myn ver
leden week afgebroken verhaal voortzetten.
Op den Farijschen boulevard vóór de Hadetemè
rijden cnlèches en landau's, met allerlij boau monde
dooreen. Men ziet er hoeren en dames te paard,
voetgangers die moeite hebben voorwaarts te
komen: zulk eene opeengedrongea menigte, dat
de ruimte tusscbea genoemd gebouw op den ach
tergrond en de lijst van het schilderstuk te klein
sohynt om alles te bevatten. Want de figuren
zijn levensgroot.
Het is van Ch. Giroas «Deux Scours" dat w{j
willen spreken. 'Heden geven wij de beschrijving
van het kunstwerk, dat door de franiche druk
pers herhaaldeujk besproken, doch niet algemeen
begrepen is.
In het lichte, met twee paarden bespannen open
rijtuig, wat het meest in 't oog valt, zit eene
gekleede jonge
geenen enkelen
uiterst elegant in fijne kleuren
dame, welke, naar 'c scheut, aog geenen
keer den uitgeschreven prtx de vertu heeft ver
diend. De koetsier op den bok, houdt, door 't
gedraag gedwongen, of wel uit nieuwsgierigheid
de paarden een oogenblik terug, tegelijk
nitvorsohend nederzirade op eeue bescheiden en uiterst
zindelijk gekleede burgervrouw, welke nevens eenen
werkman, met aijn nonweel op den rechterarm,
naar huis schijnt te keeren. ' Deze arbeider is
blijkbaar de man der burgervrouw,
want het kindje heeft een kleedje aan, dat van
de overgebleven lappen van moeders japon is
gemaakt. De vrouw wendt ztoh om naar de dame
in het rijtuig en wijst op haar met eeuen verwij
tenden vinger. Zy heeft ook twee kinderen nevea
zich staan, welke blijkbaar de haren niet zijn.
Deze kinderen nebben een eenigszins aristocratisch
voorkomen; ééa der twee, een jongetje, vertoont
zich geheel «n face en beeft de trekken, bet haar,
enz. der dame in 't rijtuig.
De lezer heeft daarmede den sleutel tot de
oplossing. Het schilderstuk is zonder overdrijving
een der parelen van den $alon, Teekeniog en
penseelsbêhandeling ayn meesterlijk. Het koloriet
alleen is wat eentoomg. Van de zich daarop be
vindende figuren verdient de oude bloemenver
koopster nog guapemd te worden, welke, zich om
rijtuig noch paarden bekommerende, altoos voort
hare mikertjes «taakt, waarvan er haar eea door
eea schuchter, onbemiddeld juffertje wordt afge
kocht.
Men heeft; de opmerking gemaakt, dat het doek
te groot is voor de nietigheid van 't onderwerp.
Óók wij . wenschten wél zulk groot' schilderwerk
uitsluitend aan groote gedachten gewijd te zien;
óf de schilder echter mat zijne eigenaardige schil
derwijze óp een klenraoek hetzelfde effect zon
hebben bereikt, moeten wij betwijfelen. Maar
voorzeker is by voorbeeld ?De pest te Doornik"
een waardiger onderwerp van behandeling op
zulk eene vlakte.
In elk geval zijn hier, behalve de overige
voortre&elykheden, de geheele compositie, zoowel als
de bijzonderheden te prijzen. De ijskoude onver
schilligheid, gemengd met de fijnste coquetterie,
zoowel in 't wezen als de geheele dracht van den
hoofdpersoon; de moed en kracht va» den werk
man; de verschillende uitdrukkingen der overige
personen, die zulke standjes ongemerkt voorbij
gaan in de parijiche straten ? > dit alles, en vele
andere détails zijn even voortreffelijk gedacht,
als uitgevoerd, kunstrijk en zouder de minste
orcrdrijving. .
Merkwaardig is het dat een groot getal belgische
schilders, overdrevenheid van koloriet zoekende
te mijden, in het andere uiterste vervallen, en op
die" wijze geheel afweken van den aiouden geest
der Vlaamsche schtlderscholeii en zelfa der nieuwere
kunstenaars, die juist door de kracht en de poëzie
van hun kleur de palm wonnen, die hun door de
duitache kunstenaars in het teekenen word betwist
In de allereerste plaats komt hierbij ia aan
merking bet vleugelschilderij, waarvan ons sedert
verleden week de bhteekeuis en de aaam des
kunstenaars nader zijn bekend geworden; wij
bedoelen ?Le triptyque des marchands de craie
van Léon Fréderic. net is een werk van groote
verdienste, doch, behalve hetgeen ik reeds ervan
zegde zal elk moeten toegeven dat de drie kolos
sale doeken werkelijk krijtkleurig, zonder
dat daardoor voor eene grootere waarheid iets is
bereikt.
Op 't luik aan de linkerhand van den toeschou
wer gaan drie personen naar de stad, om hunne
waren te verkoopen; men ziet hen van achteren.
Op den vleugel aan de rechterzijde komen zij van
de stad terug, doch schijnen verkleumd van koude
ea onder allerlei lijden gebukt. Op 't
middentafreel nemen zes personen hun bescheiden mid
dagmaal. Zij zitten in een kring in de open lucht,
met gevouwen handen en bidden alvorens zij
hunnen honger stillen.
De natuur is bier in 't algemeen niet valsob
opgevat en zelfs met gevoel teruggegeven ; wü
blijven echter, aa eene herbaalde Beschouwing
van het werk, bij de gemaakte opmerkingen,
welke grootoadesu ook passen op het kolossale
JDe esscheraapsters" van Jnlins Gondry
schildering bfl Fréderio achterstaande) ver»
i week besproken. .. ? _ . . ?
_ ric leverde ook
Da schilder voet bat mijten goede "houden dat
ik dtt werk extravagant aoeme. t Is aan
leuningstoel van achteren gesian, met den rug eens
pnden mans, wiea kolossale rozen over den las
hangen; op bet tweede plan ziet men (zonder
perspectivische begoocheling) zeer kleine kinderen
boenders votaende. De .schilder toont bier weder
wezenlijk talent, maar schijnt zijne kracht in t
afsijn van perspectief en kleur to zoeken.
Die angst voor krachtig koloriet vinden wij
voorbeeld geenszins by J. Aathony ?une
reion an 15e siècle." Eene dame speelt op een
Tgel, tenrijl een aantal kinderen, enz? echter
haar ia koor zingen, nog begeleid door eenen
oaden basroder. ? De teekenlng van dat waf k
Is niet kwaad, de drachten zijn met zorg behan
deld, de fignren " *^ "* '<L' ^
bet
is smaakvol het onderwerp zeer
aande «toffen zya keurig gekozen, doch
? keSmerk der waar
hier. Hst geheele gezelschap is zoo gekleed alsof
bat .nit eea ka*V' kwam. b het hetlaaUto
oogenblik vóór 4e uitvoerfag? He» repeteert
dan miat meer met kiaderenT De bejdéUenda
dam«> geaffecteerd van hottdiag, sjandlr gevoel
voor-iare kunst ea vooral bedacht op haar schoon
eL baar fiuweelen kleed en hare bloote armen.
de kkeding der kinderen rost geen smetje,
d» troep vaa eea groote opera (op de
kons) er uit ziet by de eerste opvoering van
een nieuw meesterwerk. EmdeKyk ay nog opge
merkt dat de oostvnen wel wat hooger opklim
men dan 1450. Mea zon daarover VioUeWe-Due
Eene dergelUu onwaarheid, by alle frisohbeid
van kleur en fijnheid van sobudering heersebt ia
bet kunstwerk vaa Freostadt ?La
revedeErienbilde" en is voorzeker eea der gronden, waarom
de schilder zya werk (reeds in fêrêgetoposeerd)
niet verkocht heeft. De slavende vrouw Is geene
Kriemhilde; haren droom kan niemand lesèn op
baar gelaat; al is hare huid fijn ea hare kamer
met prachtige stoffen behangen?treffende
waarbeid ontbreekt
Het rechte midden tusscbea de kleurloosheid
ea dea overdreven opschik van koloriet, tastenen
het afzichtelijke van de armoede en de
ongetemperde tinten, die slechts haken naar den blik des
voorbijgangers, beeft in de geareaohilderijen ou
der anderen rr.BeinkeuitDusfaldorfalseergoed
getroffen in s{|n ?Retour de la fêtesoolaire", voor
stellende eene lange reeks van kinderen buiten
zich zalven vaa vreugde en voldoening, beladen
met kransen ca andere geschenken, twee aaa
twee afdalendsIMan een licht glooiend terrein, al
leen door ingeplant gevoel van orde (gehandhaafd
door eenen geestelijken opzichter) terug gehou
den vaa al te groote luidruchtigheid, even waar
van teekoning els van klem; ofschoon wü aan
de Dusseldorper genreschilders in 't algemeen al
te roode wangen, te zeer vooruit stekende tand
jes en gedwongen lachjes hebben te verwijten.
In elk geval komt ons hier de vrooljikheid
(die wy beminnen) inniger voor dan die der
?bleekerjj" (no 916) van den fransehman Taverne
eene schilderij van J/» vierkanten meter, louter
lijnwaad voorstellende; niet onnatuurlijk.... maar
ik bid u, welk een onderwerp t Een criticus (F. Z.)
zeide daarvan onlangs: het werk is ?d'une
imprassion fratche et mie" ... au, dat kan men
toegeven, 't is om ta lachen l Voor frisch koloriet
by oen zinrijker onderwerp, kunnen wU b. v.
wyie'n op de ?Envoyé'o dn diable" van José Frappa:
Eene jonge dame in elegant wit satijnen kleed,
met blootea hals ea bloote armen, den rug bedekt
met een scharlaken mantel, het hoofd met eenen
scharlaken kardinaalshoed, klopt aan de eenzame
woning eens hermiten. 't Is niet souder geest uit
gedacht; de schildering is verdienstelijk, doch de
houding en uitdrukking van 't gelaat der diablesse
zijn gemaakt, dit bederft den indruk. 2) Van meer
eigenaardig koloriet, geheel aan de natuur afge
zien is de .Plumense" (poeh'erster) van den
fransenman N. Sioard. Het is eene zittende, levensgroot»
oude vronw, waaraan studie en kleur, niet ge
spaard zijn om het plukken van eenen witten
vogel in al zijne onderdeden af to schilderen.
Er is kracht ea waarheid ia deze schilderij, al
is zij ook wat ordinair vaa voorstelling. l)ocb
Rembrandt schilderde eene snijkamer! Gevoel
van kleur kan mea don kunstenaar voorzeker
niet ontzeggen.
Zou men niet deakea dat sommige schil
ders met kleur en blondheid geslagen zijn?
Aanschouw eens .het bosoh van Soignes" (no. 1064),
of de twee jongens in 't groen (jjLa aieste," no.
1033), Lapêche mmeivisch, ?Ie matinsnr l'Escaut!"
(no. 20) Deze laatste schilder heeft terecht gevoeld
dat grijze tinten tegenwoordig mode worden en
schilderde daarom een tweede doek dat hfi ronduit
?Un jour gris an mois de mai" betitelde. Niemand,
welke ooit het Ahrthal bezocht heeft, zal tranen
van aandoening in de oogen krijgen by de voor
stelling vaa no. 1083 ?La vallée del'Aar,
crépuscule"!... dat is de uiterste grens vaa 't ?impres
sionisme", vóór dat'men ons eenmaal zemen gaat
dat een zwart teekenbord eene schilderij is, voor
stellende eene «begrafenis in de middeleenwen,
bfj nacht." Van de schilderwerken der heeren die
no. 416, en no. 1044 ?Un soir" ea ?Mechelen"
leverden, zouden wy weier kunnen zeggen
?impression paie", maar gaie op beklagelijke wijze:
eenige spichtige bóomstammetjes in een paar uur
met wat gras neêrgeflodderd ? dat heet eene
schilderij.
Eo toch hebben deze mannen talent ea hnnce
werken eene goede plaats. . Zy kunnen beter,
maar zij willen niet! Schilder mij eene ?viachmijn"
?minque au poisson", zooals Edg. Farasyn. a la
bonne keure l
Dat is wel geene edele natuur en alweer over
vloedig gry s, maar er is ten minste leven, studie,
compositie en een zeker cachet in. Ook mag dit
werk van naderbij worden gezien. Doch veel
hooger stellen wij de schilderijen van W. Geets,
van den reeds genoemden Van der Ouderaa (eene
oude kennis uit Antwerpen) enz. waarover in eea
volgend artikel.
Gent, d. 25 Aug, B. A. G,
1883.
(1) E«nlg* drukfouten in de elgenntmen van onn
eorata artikel bobben aanleiding gegeven tot enkele
herhalingen.
(3) Tot hetzelfde genre behoort l'Entiée engondolevan
J. r»n Eelrtbilok, Terdlonitaltjk van te«keni£g en
compoaltie, maar niet zonder gemaaktheid en orerdMfen
reinheid van kl»ur.
UIT PABUS,
Veertig graden in de schaduw.
? Een nuslukt uitstapje. ? Een
mystificatie.?De koning is dood;
leve Frankrijk! ?Het feest in de
Toijerien. ? Sarah Berohardt te
rug. ? Boeken.
'' Parijs, 30 Augustus '83.
Eenigen tyd geleden beklaagde ik my, juist in
deze kolommen, over den Üszomer dien w^ door
stonden; maar het eind van Augustus beeft het
voor de andere helft goed gemaakt. Dé soa is
verschenen, en beeft haar gouden gloed uitgego
ten over het land waar de Parijzeaaars verkleum
den, over de stranden waar sy geen bad durf
den namen, over de boulevards, waar men 's avonds
ingestopt ea ingebakerd liep als in het midden
van dea winter. Plotseling is de overgang ge
komen, tot 40 graden warmte; oageloofeufk snel
en toch aangenaam. Men kon au met volle teu
gen de lucht der groene boschjes inademen, ziob
genotvol ia bet zilte aat dompelen, en haastig
bet aspbalt ontvliedea dat onder de voeten smelt
Moge deze terugkeer tot bet mooie weer eeaige
weken dnreat
Onder de uitstapjes die allea, ftaatslleden,
raren, studenten, soaool^aapea, en h,nnne tor'
in dezen tyd des jaars
aangenaam,. eb
was aangeboden. Het _
de Middellandtche Zee, aan
er een dat zoo
. als np-g ooit
in Mn réüuo op
tanden^"
de jjevers van
Ie
Eeae maand laag zon
bauwe meer bezoeken,
stappen; den heeriyksten
Degeea die dit plan. op touw gazet
die tot de redactie van den figaro l
Ivaa de Woestyne, heeft deze reisroute
opgeven toea de cholera in Ejypte ging k,
maar er onmiddelyk een aflaere voor Inde.
gestold. Mea zon aa aft Katro direct naar
Amsterda*gaan, en van daar Denemarken, Zweden
en Noorwegen, en zelfi Rusland bezoeken.
? De .rajsgéaootan, een 900 tal, waaronder dames,
priesnM, kinderen, bevonden zjoh, getrouw aan
de abpraak, op bet bepaalde nnr te Havre aan
de reede met boa bagage by zich, maar wie ar
kwam om ben naar de onbekende landea te
galeidea, Ivaa de Woestflnajiat. De kapitein van
dan triton waigtrda hatiSkar tal&bUa, als
nis gehouden. H| noemt sieh bestolen: maar
reeds voordat ds Poito* bestond, hebben
voorvaderen «ene Yaadavitte gekend: »De ba»
drieger bedrogen". tf
De dood van den graaf van CS»ambord,iiooiaftf
Mwaobt, beeft bier weinig indruk geawkkMaa
las wel de legitimisUscha T?lBdttt en eerbisdigda
hnaoe smart, maar boe kon onze geheel rena»
blikeinsebe maatschanpy zich bet verdwynenai*
trekken vaa eea koning die aooit gei
heeft, en die zoovar nit ajja tyd was, dat l
Frankrijk geen ander koningschap wenaobte <
bet oede absolutisme. Men zal getuige ztta
den optocht der legitimistea naar Gorftz om
?Roy" to begraven; men beklaagt den l
aangewezen opvolger, die den last en de
woördeiykbeid vaa zolk eea vruoKuloos
deatsohap op zich aal nemen, ea mea ra
niet minder bly gemoed: ?UW Frankrijk
Naar aaaleidinff van daa d'
dant, i. weder het kasteel O ._
gekomen, bet wonderwerk vaa Renaissance l
bonst, waar Frans I zoo gaarne vertoefde ea 1
hy in de glasruit griffelde:
Souvent femme marie,
Bien fol eit gtri i*y fiet
Da wensch is geuit dat de staat dit.
dat indertijd by publieke iateekening is
kocht en dea graal cadeau gedaan, zon tr
te koopea, als historisch gedenkteeken. Het
zoo goed gezien zyn en bet is ta hopen dat
spoedig gebeuren aal. . ?
De lyjcpleohtigheid van Gorits doet dos''Pi
niet aaa; wat wel zyn hart deed kloppen,
altoos rijk is in edelmoedige opwellingen en t
ton uitvoer brengt, zoo snel als te opkomen, wa
de ramp van Isohia. NanWeiyks was de tydiaj
verspreid of de pers organiseerde reeds haar liet
dadigheidsfeest, en ieder had gratis zyn moein
en talent over voor de weduwen ea Weezen
het heerlijke eiland dat Lsmartino bezongen b
VL was by de vergaderingen der Commissie; _
meeniagen reikten elkander de hand en span*
zich in om duizend combinaties te vinden \
het verkrijgen vaa een groot succes. In twial
dagen zjiu er wonderen verricht, zonder dat mal
er aan dacht boe koel Italië in den laatstea ty|
zich tegenover Frankrijk toont heeft mea alles
gereed gemaakt,
De tuin der Tuileriën is in een tooverlnsthof
herschapen, versierd, gevuld met tenten, Italiaan»
sche kramen, schouwtooneelen, winkeltjes waal.
de eerste actrices kleinigheden verkochten*, het
ballet vaa het Edea-theater is opgetreden in eea
schitterende militaire pantomime: s avonds waren.
alle boscbjes verlicht, eea prachtig vuurwerk ij
afgestoken, de loten voor de tombola werdea
letterlijk weggegrepen. De eerste teekenaars
esletterkundigen hadden eea blad geïmproviseerd,
Paris-Isckia, keurig uitgevoerd en waarvan eea
tweede druk nn reeds noodzakelijk is. Deaeerstea
dag zyn er 50.000 exemplaren verkocht; op dea
omslag ziet men eea Italiaansohe boot, met het
gestreepte zeil, zooals men ae uit de golf van
Napels kent. aangehouden door het schip de?
stad Parijs (het oude wapen) dat haar hulp komt
brengen. Verzen, schetsjes, gedachten, muziek^
voltooien de bokooriyke uitgave, die aan de onge>
lukkigen van Ossamicciola heel wat geld zal op
brengen ea door de schrijvers enteekenaars geheel
gratis is geleverd.
De commissie heeft gemeend reeds eea half-*
millioen francs* vooruit té kunnen eenden naar
het Italiaansohe comité. Tegenover dit werk der
Parijsche per* wordt in Doitschland officieel ge
werkt, maar dit evenaart toch niet het warme,
levendige der Fransche gave. De Italiaansche.
ambassade heeft dan ook, ? ofschoon men er eerst
aan getwijfeld heeft ?op hartelijke wyze aan de
pers haren dank betuigd.
September nadert: de schouwburgen openen
weer, en de ?sterren" komen t'huis. Onder deze
Sara Berahardt, die het vraagstuk van het per
petuum mobile heeft opgelost en aan de toekom*
stige eenwen het toppunt van menschelyke
bewegelykheid zal schijnen. Zy kwam een millioen
te kort; zH ia aan net werk gegaan, en heeft in
vier maanden met een keurig samengesteld gezel
schap, 14000 kilometers afgelegd. In 112 dagen
hoeft zy 116 voorstellingen, gemiddeld van 7600
francs gegeven, Frankrijk, België, Zwitserland,
Engeland, Zweden, Noorwegen en Denemarken
doorreisd. Na raat zij, maar voor niet langer
don acht dagen, op een buitentje by Havre. Tas»
schen 15 en 20 September komt zjj Frou-Frou
spelen in het theater de la Porto Saint-Martin,
waarvan zy haren zooa directeur gemaakt heeft.
Tot alotte noem ik n eeuigo nieuwe uitgaven.
By Calmann Lévy is verschenen, een belangrijk
werk van den vicomte d'Hausionville, reizen eq
studiën, A travers les Etats-Unis, en ecnbundej
Comédtes et Operette» van Achille Eyrand, een
talentvol rechtsgeleerde, die overleden is, en de
uitgave zijner werken heeft opgedragen aan dea
onnavolgbaren acteur Saint-uermam, van wiea
eea woord den bundel geestig inleidt.
By denzelfden uitgever leze men John BuÜ
et son {fa, een satiriek boek veel geestige opmer
kingen, geschreven door een Parnzenaar die te
Londen eene hooge betrekking bekleedt en zijn
bekenden naam verbergt onder bet pseudoniem
Max O'Kell. L'élrange voyage, in vrije verzen van
Valery Vernier, leidt ons door sterren en planeten,
ea neemt de zielsverhuizing aan. L'agent provo
cateur van Tony Révillon is eene studie van his
torisch belang, die onder de opstanden van 1831
ea 1834 de zeden der stad Lyoa beschrijft.
No. 323
?i Vatn afgesloten opening, wsardoor de vorstelijke
perken in den; fceldur neergelaten -wordeó.
tTnii ?!? 4{T Oaor npoli ftrlklaof, ,»U»i d«r Sarg H
?JU t»mt Ma Rodert, d«n ft» trsj aUmtUoa
Du QiftUwh »bor «b«w«bl«i«rl«.
W«ll ««Kobroltot dl* Torborgn*
Ovl att a*o EfUo bli*t> d*f tal'
HERINNERINGEN AAN WEMAE,
door Enriohetta.
Goathe, Karl August, Schiller, Herder,
' U. ? ' ..". ? '?
weg. naat bet kerkhof brengt ons voorbl
standbeeld, van Wielaad M de voorns'
?? vorsteHtke grafkelder, in 18-?
verlangen van Karel August gebouwd, verheft
in het midden der begraafplaats op een
hoogte. Banken, aan beide zijden der
ote deuren, onder een door zullen gedragea
, Boodigenoas tot zitten nit deels om uit te
rusten van hét klimmen op de trappen, die hier
heen geleiden, deels om een blik te slaan op bet
kerkhof ae)f. Opnieuw trof m|j de zorg door ds
DuHschers aan de laatste rustplaats htmuer dier*
baten besteed. Op geen grasveld, enkel met
staanen of kruisen, rustte mön blik, zooals mea
btf ons, vooral in kleine steden, vindt, maar .m
vriendelijken tuin net hooge boomen en vnf
bloemen, getuigende van de liefde der over*
Na enig wachten werden ons de deuren ff**
opend. Men treedt in e&«at»| verlichtte rotond*.
waarin zich geen enkel sieraad bevindt, dat ons»
gedachten «ra kannen afleiden ras bet doel au*
tocht». In het raiddea slat man «w rotonde m*
Dese woordea, doar Doa Oesar ia SchillflT»
^at von Mtesiaa geajuokea, eehamea aanleiding
Mgtven te hebben iot die inrichting. Een trap
^o de linkerzijde voert ons in den eigenlijken
?clder. Reeds'by de eerste schreden stuit men
en op d« groote eikenhouten kisten der
_ dichters, aleohu door de eenvoudig
klinken\jt maar zooveel beteekenende woorden ?Schiller"
Qoethe" van elkaar verscheiden. Beide zijn
gewel bedekt met friktche en verwelkte kransen
(oor de vete ?bezoeken als een bewijs hunner
>fe vereermg hier neergelegd. Aan het oovenem ?
van Schillers lykkiat prijkt een zilveren
lauwer,door de vrouwen vanflamburg op den 100»ten
dag van des dichters geboorte geschonken;
?n jaar zonden de vrouwen van Praag den
;ta Maart,-ee» geuden lauwerkrans
totversier vaa 6oathe> ;erlg tar herioaering aan zyn
.j»rii«n- dood. Ia eea rijk met «innebeeklen
riierde sarlophaag, 'veraer in den grafkelder
, naast zyn edele gemalin Lonise, Karl August,
vorst, aan. wiens naam de schoonst*
heriineuit dea bloeitijd der Duitsche letterkunde
deo zyn; die hoedanigheden bezat, welke
_ vorst meer sieren, dan zucht naar krngsroem
uitbreiding zijner Staten.
Van Karl Aagnst getuigt Goethe aan
Ecker,: dat hy iemand was, die de zeldzame gave
karakters to onderscheiden ea ieder zyn
__ te geven.
Verder was hy bezield door de edelste
menibenllofde; eerst dacht hy aan het geluk van
land, daa een weinig aan zich zelf, hy stond
>er dan zyn omgeving, naast tien stemmen
gebeurtenissen, die hem ter oore kwamen,
e hy de lle., de betere in zich zelf. Zeer
draagt dan ook zyn zerk het opschrift:
?M und mtfcfe, tap/er und weise" Nog
diein den grafkelder staat de lijkkist van Karel
'erik, waarnaast die zijner gemalin, de
grootin Maria Paulowna, die in het gewelf onder
Örieksche kapel rost Deze beide gewelven
namelijk verbonden, om den wensch der
itvorstin, die den Griekschen godsdienst beleed
naait haar gemaal wilde bijgezet worden, to
isen vervullen. Nog vele andere zerken, waar
onder zeer onde, later hierheen gebracht, stnan
[un alle zyden.
Zjjt gti ooit, waarde lezer, ia een grafkelder
st? Dan zult gn die eigenaardige heilige
irwordingen begrijpen, welke zich van mü
>r maakten by het ronddwalen tusscheu
doeden; gewaarwordingen nog zoo geheel
rillend van die, welke ons vervullen, als we
lorer de graven wandelen. Licht, lacht, groen en
[bloemen op het kerkhof spreken. tot ons van
[ten natuarvol leven; geluiden uit de naburige
iten of wegen tot ons doordringend, zijn'
nigen vaa een immer bezige menscnenwereld,
echter onder den grond heerecht een
sometilte, tlechta door onze voetstappen of een
erende stem verbroken, want de dooden
ringen ons stil te zijn, hun misschien zoo vurig
awehte rust niet te verstoren door de
stenii der menschen. die hun zooveel leed in het
leren berokkend hebben. Hoe gaarne had ik
ttoige ooge-.blikken hier alleen doorgebracht,
overefvejid aan «dachten,.en dtoomea. nu
oord door de eentoonige stem vaa onzen
geLader, die voor de zooveelste maal van daag reeds
terUlde, dat Goethe en Schiller en nog zoovelen
«wer hier begraven lagen. Meer nog hinderde
mij de banale opmerkingen der andere {bezoekers.
Er zijn personen, die, zelfs op de meest gewijde
plaatsen en in het heiligste oogenblik, hun op
pervlakkigheid en menschëlijke kleinheid niet kun
nen afleggen.
Weinig overeenstemmend met de somberheid
kier beneden was de vriendelijke zon daarbuiten,
die zoo helder schitterde op de gouden koepel»
<br fraaie tegen de grafkelder aangebouwde
KusÜtch-Grieksche kapel Een stille zijstraat voert
ren de begraafplaats naar de schaduwrijke Allee
TID Belvédère, die het park aan de westelyke
Me begrenst. Een zijweg noodigde mU nit de
:ül8 lommerrijke wegen vaa deze neeriyke
wanelplaats in te slaan.
Het aanbod van een opzichter my rond te ge
leiden werd afgeslagen; hier ia deze stille dreven
tt& minste weoschte ik alleen te zt|n, alleen met
»ijne herinneringen aan allen, die hier voor vele
iiren gewandeld en gedarteld hadden. Het rui
lden der boomen, het zacht kabbelen van het
titer leken my beter gezelschap toe dan die
ban met zyn ongetwijfeld droge verklaringen.
Het recht verdient het park van Weimar als een
der schoonste geroemd to.worden, hooge beuken
(n populieren, eeuwenoude eiken en olmen, wil
gen, etschen en dennen vormen door hun
maderkronen boven ons hoofd een groen dak,
vaarin de v.ogels zingen van achoone, vroolijke
tijden, toen Goethe hier aan do zorgen en pla
ten zijner betrekking ontvluchtte oi Schiller de
'iesohe lucht inademde na een langdurig verblijf
i ? de duffe ziekenkamer. Op een dezer wegen
as het dok dat Goethe Christiane Vnlpins leurt
» zijn Italiaanscbe reis ontmoette, een
ontraoeng zoo rok aan gevolgen: won hjj toch in haar
A geliefde, om er «ene in Fraa von Stein te
srliezen. Aaa deze ontmoeting met Chrittiane
nlpins, zijn latere vrouw, heeft het kleine lied
Oefunden. zijn ontstaan te danken,
? Ioh ging hu Walde
80 fOr nieh hln,
Und nicht» in inohen,
DM war meln Slnn.
ܻt wQ hem onwillekeurig nazeiden.
, Hst zyn liefde tot Fraa von Stein, eea hoogst
begaafde vronw, staat Goethe's ?Gartenhaus,"
te zijde van het park aan dea weg naar
Oberteimar in nauw verband, want het was aan haar
iewfid. In dit eenvoudig huisje van tweo
verdie- met kleine ramen en hoog dak:
?Uebersieht's nicht aus, Hohes Dach uad niedrei
, bracht Goethe grootendeels de eerste
ja«n van zyn verbljji in Weimar door, en ook
m** na zijn Italiaansche reis, toen de Hertog het
grote huis in de stad Voor hem had laten
inbleef zyn klein tuinhuis hem een
lieveDe wyie, waarop dit Goethe's eigendom is ge
worden, i« karakteristiek voor de toenmalige
vernoading tnsschea vorst en onderdaan.
. De Hertog drong óp een goeden dag weer bij
«n nog altjjd besluiteloozen dichter aan toch in
Weimar te oiyven. Onder andere bezwaren
opP«rde Goethe ook, dat hy geen enkel stukje land
% eigendom 'noemde, naar hy vrij aaa zyn lust
wt tuinieren kon botvieren. .Had ik maar een
Plekje gronds als Bertachl" (kabinets-seoretaris,
w<r raadsheer in Weimar.} De hertog gaat naar
jen laatsten toe, ?Bertach, ik moet je tuin
heb«f? ?Maar Hoogheid l" ? .Geen maar. Goethe
«tocht hem te hebben, andars wil by niet in
'eimsr bleven." Deze tuin ligt togen een helling
" de andere ztydft der llm, eea riviertje dat
s bet zeggen van Lewes, slechte de
scheepder eenden kent. Even als in Goethe's
is ook hier de toegang onverbiddelijk
ver?Terag" spreken de zelfzuchtige,
klein=_ nakomelingen van hem, die la dezen
In het heerlijke gedicht aaa Fraa ton Stoia ia
«n der rotsen grifte: .
r in Sullen gtdaafet* da Itibende eeteea OeUebten;
r enaoh *r M mtr: Wttdé Blir, ~ '
. edMbe di* akbi, dn bast
Sj
W
ïart
ritus
DE A M S T E R D A M M E E,
, , ...... ,. £- - . . JT1
Je4«m Bitta* dw Walde, om dtn ioh waademd aleh
Mhuate
bfilk* «M «Mefet, nf tob au wewead ttad
Doch dU Btinou v«rt«lh' ieh ma 41», wie «ntw «w
.
dl» Xne «kb «Uut, ftwudHch dl* UMWD flua
«w'sv
(Brwlbltea F«li.)
Ia dit tuiabois ontving hti den Hertog met *ya
juin op bienosjp'en koud vlessoh. bier praatte
dikwerf met i(jn vorsteiykea vriend tot iMt
in den nacht over dichtkunsten aangelegenheden
da lands of bracht ktf soms den naeht, in sya
blauwen mantel gewikkeld, op het balkon door,
onder e*n helderen sterrenhemel of in bliksem
en donder, zooall hy Fran Ton Stein, in een
«Guten Morgen raft Spargels" schrijft.
Verder in Ttet Park staat het Komische Han»",
een somerwoniag T»n Karl August, ongeveer een
kwartier van de wad. Een in de rotten uitgehonwen
trap brengt ons van hier naar dat gedeelte van het
park aan de linkerende den Ilm; dat hoofdzakelijk
door Goethe's bemoeiingen aangelegd werd. SmaÜe
kronkelpaden door steuikgewu en over hoogten
en laagten voeren naar het JforfeM/tdtMCften,
eveneens een zomerwoning van den Hertog,
oorspronkeiyk voor de hertogin Loutse bestemd,
op wior verjaardag hot in !T78'wwd ingewijd.
De aanleiding hiertoe wordt door Goethe m zyn
opitel: ?Das Lotiisenfest" verteld' De geboorte»
ang der Hertogin zou dit jaar in den
soogenaamden ?Stern" op Italiaansche wijze met een
bosohfeeit,gevierd worden.Srootsehe toebereidralen ware
reeds gemaakt,toen een
ovwrttroomingderllm,wanrdoor dit lage gedeelte geheel onder water liep, alle
mooie plannen en,zoo men vreesde ook alle feeitelük*
hftden, in duigen wierp. Goethe was echter in zulke
zaken een iooveniuur, onder sHn opzicht werd
voorbjj den Stern, na door de jfaturbrücke met
dit hooger gedeelte verbonden, het
Eorkenhautchen ot Klister geboawd. Op den dag van het
fee*t werd hier het hof door een, als monniken
verkleed, gezelschap ontvangen. In het voorite
vertrek stond een tafel, gedekt met grof linnen,
uit bonten beken en schalen werden dranken en
pijzen gereikt, tot op een gegeven teeken een
enr zich opende, in het groen een diich met de
fijnste gerechten zich aan het oog vertoonde en
aan het monniksspel een einde maakte. Uit dezen
tijd stamt ook die nieuwen aanleg. Karl August
liet het kleine £or]cenhü>tschen eenvoudig inrich
ten, woonde hier soms dagfn lang, het hofleven
met zijn verstrooiingen en genoegens ontvluch
tend om in de eenzaamheid weer zich zelf te
zijn. De Stern, het oudste gedeelte van het park,
strekt zich uit tot aan de stad, waarheen de
Bchoone Sternbrilcke over de llm ons voert. liet
genot in het park van Weinjar te wandelen wordt
niet weinig verhoogd door bet totale gemis van
eenige afsluiting; geen hekken, geen wachten of
lastige politicdiennars berinneren er aan, dat men
hier in een vorstelyken tuin is. Men verlaat den.
xooten weg en ziet zich op eens in een fraai
och.
Tegenover dé Sternbrug ligt het slot, een statig
uebouw, dat aan drie z\jaen de stotplaats isVluit.
Zeer merkwaardig zijn in dit paldsde4ka«neri,nBAr
de vier verschillende dichter genaamd, welke op het
laatste der vorige eoaw m Weimar woonden.
Door dezelfde Maria Paulowna, die na den dood
de plaats naast haar gemaal nog wensehte ia te
nemen, werden dezo vertrekken ingericht^ de
wanden met fresco's versierd, tafereelen uit de
werken van Wieland. Herder. Schiller en Goethe
voorstellend. Vooral de schoone schilderingen
Wielands kamer, door Freller, alsook in het
Uv. -tBimfc du flj»it, XUCIIIB jvuAi-jwu »?? ??>*.». ?
ler's Glocke, tusschen de grootere fresco's oit
Maria Stuurt, Don Cailos enz., munten boven de
andere uit
In de nabijheid van het paleis op bet
Herdersplein met de Stadakerk, wanrio Herder zelf be
graven ligt, staat het -w» Deutschen allen Lande"
opgerichte standbeeld van Herder, met zijn spreuk:
Licht, Liebe, Leben. De man, die zich zelf deze
guboone woorden tot lenze koos, kende vooral op
Lateren leeftqd weinig lieht en liefde in het kvett.
Zyn liefde kwam meer het geheel ten goede dan
het individu. Zijn ontevredenheid met de be
staande toestanden, z$n heftigheid en verbittering
tegen iedereen, schrikte op h«t laatst z^jn
vrienden, zelfs Goethe, die het langst Herders
scherpte met lankmoedigheid verdragen heeft.
Af, zoodat hy eindeljik bjjna geheel alleen stond
te midden zijner tyd- en stadgenooten. Licht
ontbrak hem grootendeels in de sombere woning
achter de hooge oude kerk, en wie zou niet, als
Herder, zouder licht en liefde het leven moeilijk
te dragen vinden en in een even zwaarmoedige
stemming vervallen! Het zijn kleine vlekken
in het karakter van Vader Humanus, vergeven
door hen, die het meest van ztin prikkelbaarheid
te lyden hadden, en dat een later geslacht zijn
streven waardeerde, bewijst het gedenkteek^en
door de gezamenlijke Dultschers voor hém op
gericht. .
Wat in het voorgaande over Weimar en ?ijn
vroegere bewoners verteld werd, zijn slechts losse
indrukken; waaraan nog veel ontbreekt om zich
een juist denkbeeld te kunnen vormen van do
tegenwoordige hoofdstad van het Groot-Hertog
dom. Er zijn behalve do hier genoemde nog
vele andere merkwaardigheden, die een bezoek
ton volle verdienen, zoo het museum on de biblio
theek in de stad, de kasteelen Belvédère, Tiefurt
en Ettcrsbui-g in den omtrek. Aan alle deze plaat
sen zjjn vele herinneringen dan een groot en
schoon verleden verbonden. Mijne lezers durf ik
gerust uitnoodigen Weimar tot doel hunner eerst
volgende rei» te kiezen en ? het een langer
pezoek te gunnen dan het meestal te brart valt.
Zonder twijfel zullen zü deie liefelijk gelegene e"n
interessante stad, na eerste kennismaking, niet m|j
een hartelijk tot ?Weerziens" toeroepen.
VAARWEL VAN CHILDE HABOLD.
Naar htt Engelsen van Byron.
Vaarwel, vaarwel, in 't blauw der zee
Deiast mjjn geboortegrond,
De nachtwind zucht, de golf zucht mee,
De zeemeeuw tjilpt in 't rond,
En naar die zonae varen wy
Die onderduikt met pracht;
Vaarwel een wijl, o zon, en gQ
Geboorteland, goe nacht l
Een klein tal. aren, en alreê
Brengt zy de morgen weer,
En ik begroet daa lucht ea zee
Mya vaderland niet meer.
Verlaten ligt mya slot, '
Dat ia mijn haardsteê g
Het onkruid hecht zich aan den maar,
Mijn hond built aan de poort.
Kom hier, mijn kleine schildknaap, kom.
Wat weent gQ tooa mijn kind l
Vreest gB der golven woest gebrom,
En beeft gy voor den wind r
O, wiseb dien traan toch nit uw oog
Ons schip is vfag ea sterk,
Geea vlugge valk ooit sneller vloog
Door 't matelooze zwerk.
?Hoog rofl' de gaK de storm
BIk vrees noch golf, noch v. .
^Maar dat bet n zoo vraamd niet m
«Wen *k droevig ban geaind:
?Geen vader is meer aan m^n zy,
?Geen lieve moeder,nesn, .
"" bmiten ben, feea, vriend du yjg
«*?*
denkt, ik atdaW voer dea dood,
?a hart is niet*o» waak.
.Maar 't denken ton eea echtgenoot,
«Maakt t ruwitoTaazieht UeekT^
vronw, die gig met smart verbeidij
....JB|bfl nw sist aa» t meer
?En sb m(jn zoon am vader schreit,
«Wat antwoordt zy dan, beer ?"
Genoeg mijn tronwa knecht, uw ?sart
Die wekt nya spöflust niet,
Maar 'k ben lieBwaaiger van hart,
Sa lach tenrijl ft? vliet
dwaas, wien vrouw ol lief het hart
Met haar gezncht'bewoog,
Een nieuwe vriend verdrijft de smart
Van 't helderblauwe oog.
Een zoet verleden kwelt my niet;
Geea nood hoezeer nabij,
My smart slechts dat ik niets verliet
Dat tranen eischt van my.
Nu hen ik gansch alleen op aard,
Alom slechts d'oetaan:
Wie, die my tbans*-bekomm'ring baart?
Men stort om my geen traan;
Mijn hond hnilt, tot hy voedsel vindt
By eenen andren heer,
En zeker dat hfl my verslindt,
Wanneer ik wederkeer 1
Met u, mijn «chip", doorklief ik vrij
Het bruischond zeegebied,
Wat landstreek gij ook voert tot my,
Zoo slechts mijn eigen niet.
golven, welkom, Welkom gijl
Verlaat gij my ,. geen klach
Gegroet dan woed en woestenij,
vaderland -*? god nacht l
A. FlAHBST.
BERICHTEN ES MEDEDEELINGEN.
Mejuffrouw Delta Grazie, een meisje van 19 jaar,
leeft oen heldendicht in twaalf zangen vervaar
digd, waarvan de" bevrijding der Germanen van
de Komeinsohe heerschappij het onderwerp uit
maakt. Dé t«ekéning van vele karakter», de
schilderingen en da dictie worden zeer geprezen.
Men was van pltfn om een standbeeld voor
Fielding op te richten te Tarenton, zijne geboorte
plaats. Maar door de geringe deelneming, die het
Sabliek bij de inteekening toonde, heelt men
echt* genoeg kunnen bijeen brengen voor een
enkele Saste. Maar men spreekt er na o Ter om
jetzelfde plan te Lofiden op touw te zetten.
Zijn lyrische gedichten te "Corfa in 1857 uitgege
ven, hebben een groote populariteit verworven,
terwül hij een vertaling van Tosso's Jcrutalcm
eerlost in handschrift nalaat, die te oordeelen
naar een in 1877 uitgegeven zang, zeer fraai
moet zijn.
Richard H. Shepherd is thans gereed met zijn
bibliographie van Steinburne's werken* Het is een
boekje van 40 bladzijden, en bevat 150 ,,entries",
loopende over een tijdruimte van vjjf-en-twmtigjaar.
W. J. Linten heeft nagenoeg voor de uitgave
gereed een groote verzameling van Engelsche
poëzie, gerangschikt volgens een nieuw plan. Het
werk bestaat nit vflf deelen van ongeveer 300
bladz. ieder, met de volccende titels: 1. Chancer
to Burns. 2, Lvrics of the Nineteenth centnry.
3. Bollads and Romances. 4. Dramatie selections.
i. Translations. In ieder deel zullen de verschil
lende dichters chronologisch geplaatst worden,
met een korte biögraphie en verklarende noten.
De voorreden zijn geschreven door R. H: Stoddard,
tenrijl de heer Lmton borg staat voor de juist
heid van den tekst. Het zal verschijnen in den
a. s. herfst to New- York b(j Charles Scribnes'fl Sons.
Een correspondent van de Revue polltique et
littéraire citeert een weinig bekende stróphe van
de JtfarsriHaise, die, naar men vfronderstelt, er
aan is toegevoegd door generaal Montesquiou,
die in 1792 een Fransen leger naar Sa voyo voerde.
*?» blijkt nit, dat de Marseillnise toen niet rtlleen
a£s een krögiilied, msar nis een .wachtwoord dor
ropnblikeinsche eenheid werd beschouwd. Wü
laten haar hier volgen.
BatoUlen», penpl» palalblo,
V. ne ertins rion do nos gnerriere;
L« Tnncal* «*t üer mals Bensible,
? U joint 1'oliY* Ji «e» lauriero
Otwire «nx ehttMax, p>iz aax ehainmlères,
Volli detorm.li nos tanité»;
Loin de oonqn*rir des cités,
Kans oherolioDi dei »wls, d«* bèras.
Au arm»*, eto.
Mrs. Hannhur van Hamilton, de zuster
vaa Thoiïu Carlyle, schrijft aan ?the New York
Critió", dat * y da brieven, dia z| van haar broer
in bezit beeft, niet kal uitgeven.
Er wordt thans in Amerika een herdruk van
INHOUD VAN
Vort!*- America* Beviae
F. i£. OWey. State ra
profita, - John A. XtuèZ.
ber).
of corporate
aaktal
reform.-Jlickard Qr«nt WUt* Olasr distuwtions in the
do Wavariy Novels nitgegeven, tegen 15 eenten
hét deel (0371JI boUaadscb). Vol,
igens de aankon*
n^ is^dit de goedkoopste editie, die ooit
veréoEeeo. pie van Üioka (London) echter, die slechts
thrèèpencè het deel kost, spant nog altijd de kroon.
Prof. Ritter van Oeneve heeft onder meer andere
genealogische onderzoekingen ook de afstamming
van Mme de Stael nagegaan. Haar vader, de
mi'iter Necker, werd door eenigen als van
Ensche of lertehe origiae betohoawd. Maar thans
[kt, dat z|n vader, grootvader «n
overgrootIer rechtsgeleerden waren en woonden to
Costrin in Pruisen. ?
en ongedrukte
brie»??. en van een biögraphie
Chiata zullen eerlang, ia het
. W. Grünow to Leipsig,
Camillo Cavonr's
ven, verzameld, o
voorzien door ?
duiUoh vertaald,
verschijnen.
Prof. Luigi Palmüri, de düectear van het
observatorium op deo Vesnvins, doet een oproe
ping aan alle geleerden, schrijvers en kunstenaars
der beschaafde wereld, om nnnne autographen
en handteekeumgen, of ten minste de laatste alleen,
by hem in te zenden. Deze inzendingen zttllen
dan zoo spoedig moffalyk tot een albnm vereaaigd
wordea, waarvan Bonderdduizende exemplaren
verkrijgbaar zullen worden gesteld. De uubreujjil
van dft album van fas-ehaJleV to voor «e
?eedlydenden van Taefte* bassend. Ten sjevolge hier
van heeft siofa te 'aOrawibage eeae fozuusaia
tot inaamefing, vaa «elden ten behoeve
tohtofln*
N E D E B L A HP.
OP.i_van
nbatat m haar
Historie
United States. ? Jasses Jat***». ^ ^
sigfat - Qtorgt Walton Qrten. Faete abovf the
Oavens and tne primary. ? W. H. Jfoöoe*.
Conversations witE a Solttary TL? D. B. PMan.
The Esmitations of free ? Thinking. ? Qrmt
Mie». Aa American Wild Flower.
Tke Atlantic .
F, JfoMon Crmfford. A. Roman SJnger.V. VL
? En Prorinoe UI bjj Btnry JamtM. ? O.
Wendel Hobu». King's obapel. - ff. Walton Qreon.
Oor noninating machines, ? Barriit. O, W.
Sta»ton. Poets and BiroXa oritidsm. ? <?. Partont
Lathrop. Newport. VI. VII. ? H. H. Gliate in
Auld Beekie. ? A. F. Chryultdes. ? W. O.
Stoddard. Annexed by the üaar. ? Editt. M.
Thomas. Along an' inland beach. ? X. L. Btnry.
Merimée in bis letters.? Brodfard Torry.
Character in flrthers. ? TA. W. Parsons. Lily of
strath? Farrar. ? The Civil war in America. ?
Mark Twains Life on the Mississippi. ? The
Spanüh peniosula ia travel. ? Two Journalist,
etc.
Revue Britannigttt. (Aout)
1. Les chinois en Annan. 2. Les deux mariages
d'uaé indienne. 3. L'homme et ses points de
ressemblance avec les animaux mférienrs. 4. Les
dogareises de Vénise. K. Les Gaspilleuse par
A. P. de Alarcon (6ième et dernier eztrait) 6. L'
éuoux de laDjinn. n. 7. LespionniersderEurope
et Ie Yunnan. 8. La décadence de la politesse
franctdse 9. Cronique acientifique. Pensees diverses,
Poésiea.
CornMl Magaeine.
Tho reverend John Creedy, with illnstratioas by
.H. J. Whcder. ? The Frauch newspaper press
in two porti. Part II. ? The Giant's robe by the
outhor of vice versa chapt. VU? IX. with
illostratioiis by W. Ralston. ? Toe Trytt? In Suspense.
? The romance uf PauUlatiao; with illustrations
by H. Furniss.
Jlarper's Magatine.
TheNighta FJutonian shores from she Raven.
illuBtrated by Doré. (Fronti-piece. ? F. D. MiBct,
Dalecarlia L ? Tt. Hatcthorne Luthrop, Frisoners
I. ? J. J. S. Marshal. An republished chaptw
of Hawalian history. ? Lticy C. LeMo. ? The
catshilles. ? E. Mason Paul Potter. ? S. S.
Conant. on tho Beach, a poem. ? ? P. D. Hay
llnuiits of thfi swaaip fox. ? Montgomery Schuiler
Recent building in Ne w- York. ? A Castle in
Spain, a novel. Pai-t V, Herbert E. Clarlas. The
question, a poem. ? W. 12. Grace. The
government ot' cities in the state of N. York. ? J. B.
Thompson. The Genesis of the Rip van Winkle
legend. ? JR. H. Davia. A. Siehonetto, a story,
etc. etc.
F»u Antje Noyelle voa ^rfo&erf Kelnhordt.?
Die Heimftt der Zigeuner von Prof. B. Pischd. ?
Frau von Staël una ihre Beziebnngen za
Deutschland von LaduBlennerlMsattt. ? Ein Ausflng
in den Norden Klein- Asiens von Prof. ff.
Hirschftld. ? ï'ürst Bismarok und die Liberalen. ?
Anfange der Metall-cultur, Studie von C. Reyer.
? Die Montenejninerin, Skizze von Thomas Jtz,
deutsch von Jidtus Meinnrr. ? Ein Anjerikaner
über das neue Deutschlauu ? Politinlie Rund
schau. ? Die Sammlung ' :ibouroff von Gustav
Birschfeld. ? Kruse's Al «i. ? Fttn&ig Jah/e
Belgische Literaturgeschichte voa Jf. PniKppson.
? Literarische Notizen. ? Bibliographie.
Nederlandtche Spectator.
Berichten eamededeelingea.? DeMaatsohappij
tot bevordering der toonkunst en de Nederland
sche toonkunstenaarft-veréenigiag, door dr. J. de
Jong. ? Euripidea Medeia vaa A- Fiamentdoor
mr. C. Yosmaer, ? Gedichten van V. A. De la
Montagne, door F. Smit-hieiüe. ? De
staatknadioe tooverhintaara of ntopisch-politische
snelwagen. (slot), door mr. W, P. Saatyn-Kluit ?
Pluksel.
an bet nooit j
meer, Bigi an
dat aBes Is zóó
bet patsaal en da grav_^_
ik my wel waehten zal er ?
komen. Nu byna iedereen
snelde middelen van vervoer ons
ja slapende
waarUfk nie
de
Nieuwe uitgaven in
Altxandre II par C. de Cardonne, SO fes.
Xroussaillet E. Bouret.fr. 3.60. Chambaudtère (la)
Jaques d' Albray, fr. 3,50. ühercket la femme
A. Motthey, fr. 3. Oomtesse (la) rouge Ca. Deslys,
r. 8. Esqwsses dramatigues et Poésus diverse»
Oust. Chatenet, fr. 6. Femme (nne) d bord: Paul
Bonnetain, fr. 3,50. Pemwc (la) nuti Jules de
Gastyne, fr. 3. Haine (vaa) de femme Lom*
Colas Ir. 3. Hietoire de la partieipation des Beige»
aux campagnes «les Inde» oriënt, et nèerlandatses
EUB. Crayplants, fr. 5. Lettres 4 un dragon
X..!: fr. SM. Maréc*al (Ie) de Mae-Mahon
Ernest Daudet, 75 eent Sargot des
Amédée Lynen.fr. 10. Xéttoires du
Sourche» (t. II). fr. 7,60, Pierre Patiënt
dadel, fr. 5. Beekerek» (l?) de Ja
Dumas, fr. 2. Sous la Utree Alfred __
Souvenirs persomfela Agnste Bonuer,ofr.
Store (Ie) baité Gastave Olaudin.fr. 8.
et travers Oala»nn-L*vy,fr.8M Vwiaeaji .
du beau viéaire L. Gagneur.fr. 8.50. Vtetof
to Ie PetU 3. Leffondrey, fr. 1.
VyxH***-.oine P. Barree, fr. 8,60. Paul Dèroulèd Julus
Qaretie, 75 esnt
Nieuwe uitgaven i* DuüsMand:
R. Bamabaeh, Wanderlbflder aas dan
Alpen. Mit Randzeichnungen >on J.
Stauffacher. Leipzig, Liebeakind. Geb. .
L. Beraow, Miterlebt Novellen.
BadeaBaden, Sommermeyer. . . . . . . .
Bismarck aach dem Kriege, ein
Charakter- und Zettbild. Leipsig, Renger'sche
Bnohh. . . ? . . ... . ? * ? «
E. Braun-Wieibaden, Blutiga Blatter.
Erzahlungan. Breslan, Schottlander
Briefa des Hersogs Karl August von
Saohsea-Weimar-Eisenacb an Enebel und
Herder, brsgr. von H. Dttntzer. Leipiig,
Wartig's Verlag. .........
W. A. Detto, Boraz und seine Zeit.
Berlin, Gartner's Verlag
R. Fischer, Kritik der Kantisohcn
PMlosophie. München, Bassermann....
WÏ Klein, Dié Grieohisaben Vesen nnd
Meistcraignaturen. Wien, Gerold's Sohn.
H. Mateat. Romisohe Ohronologie. Bd. L
Beriin, ?Weiomann .........
J~H. Mordtmann «ad D. H. Maller.
SabawbeDepkaWaar.Wia«,Gsrold's8oba.
~ Sebreeder, Isakal. Roman. Breelam,
i,
niet naar Zn
gehoorde dingen to veeteilen.
citroenen bloeien kenden wy nog kort gelede»
slechts nit de wegslepende sebMèrinfaa vaa
dichters en romanschrijvers, hoevele dtnzeadea
hebben het reeds met eigen oogen gezien, sedert»
bet stoompaard ons door het hart der bergen
naar de blauwe meeren en de oevers van Arno'
en Tiber brengt l De kosten behoeven n ook niet
af to schrikken, want de ipiriTnrsgmastaiihsrptf'"l
wedijveren, om door goedkoop* retour- of rond
reisbiljetten n to verlokken tot uitstapjes, waaraan
ge vroeger niet gedacht zondt hebben. Zoodat
ik my ontslagen kan achten van de moeite om,'
met n op eea sohoonen zomeravond langs da
JcaaT van Lnzera to wandelen, of het ?Löweih
denkmal" die troteche schepping van den grootea
Thorwaldsen, to bewonderen, of laag» den tand
radbaan van Vitznan dea Rigi te Destjigen en,
aan de andere zijde weder af to dalen. JVat dit
laatste betreft: net vreemde van zsük een tocht
is voor menigeen eene sobere vergoeding voor
de teleurstelling, die daarboven zyn deel was.
Een heldere hemel by zoas op- of ondergang
behoort ia bet bergmnd over het geheel tot da
zeMsaamheden, en verreweg de meeste toeristen
hebben geene andere ervaring opgedaan, dan dat
men om ia een natte koude mist to loopen, zoo»
dat men byna tre«a vijftig passen voor. zich uit
kan zien, wawlyk Holland met had behoeven ta
verlaten. Maar wie de wolken zagen scheuren
of wegdrijven op den adem van den wind, zoodat
langzamerhand het prachtige landschap beneden
zich vertoonde ia al zyae schoonheid, zy mochten
van geluk spreken.
Sedert de kennis vaa de geschiedenis onzer
aarde niet meer het uitsluitend eigendom is van
vafcgeleerden, beziet menigeen datzelfde Zwitser
land nog met een ander ooff. Als lagen eeuwen
oude bladzijden van het boek der natuur voor
hem opgeslagen, zoo leest h- in de gesteenten,
hoe het er voor duizenden Jaren uitzag ia dit
eito vaa ons werelddeel. De rotswanden waar
de Aare voortbruist ia het Haslidal, ea da
ontzachlyke steenblokkea, die het water dwin
gen zich langs allerlei kronkelingen een weg ta
banen, verkondigen u dat eens reuzeagletscaera
de Zwitaersche dalen hebben gevuld. Nog nieti
gelegd, met holten van eenige voeten diepte én
middellgn, gevormd door steeaen, die de wateren
van de smeltende ysmassa eeuwen achtereen fat
draaiende beweging brachten. Wie deze
,Gletschergartea" niet bezocht, heeft eigenlijk hetbe%
qjktte voorbijgezien.
ik van de St. Leodcgar-kerk mag ik niet zwjf?
gen, niet om hare schoone ligging, noch om haar
bouw, maar om haar orgel, dat eiken avond wordf
bespeeld. Het uitwendige zou n niet doen ver
moeden, dat vaardige handen en voeten er L
toonen aaa konden ontlokken. Gy hoort den i
gieren, den donder rollen, de regen klette ..
zoodat ge onwillekeurig door de ramen naar den
hemel ziet. Dat alles mag heel kunstig z(jn,docji
op my maken zulke orgeltoeren (ik weet g ~
beter woord) weinig indruk. Daar komt by, ?
het orgelspel, hetwelk een uur onafgebi oké n voor .
duurt, bestaat in eene fantasie van den organist,'
die er op berekend is om alle registers van *ij$
instrument beurtelings to laten spreken. Maar
wel troffen my zoowel de ?vox hutnasa" als df
?vox angelica,* waarmede hy oude kerkaria'*
uitvoerde. Zoo zuiver en aangrijpend had ik beide
stemmen aooit gehoord.
Is het concert afgeloopen, toef daa nog een wgl
op de kaai voor Eet Sohweizerhof, het grootste
misschien van alle Zwitsenehe hotels, waar da
voorname reizigers van alle nationaliteiten el
kander ontmoeten. Daar is de groote
wandelplaats van Lnzerners en vreemdelingen. Een
vrij goed bezet orkest laat zich in den helder
verlichten voortuin hooren en gy kunt het treffen.
dat er een schitterend vuurwerk wordt.ontsto
ken. Hier kwam ik voor het eerst tot de zeker».
beid, dat Zwitserland ook eene militie beeft)
want er vertoonden zich eenige officieren, wier
uniformen aan onze schutterij den denken. Daar
na heb ik te Znrich ook een peloton soldaten
Ik weet niet hoe het krijgswesea der
mbliek geregeld is, maar het verschil mat
, waar het militarisme alles beheewohti
is zeker zeer in het oogvallend. Een staat, dia
zijn oorlogsbudget misschien tot bét allernood
zakelijkste kan beperken, en die het niet noodiff
acht zyae onderdanen een drukkend militair juk,
op de schonden te leggen, is wel te benijden.
Mogelijk is algemeeue dienstplicht, hoewel aiat
M.10volgens het Pruisische stelsel, de eenige weg am.
na verloop van tyd de oorlogen te voorkomen,
waaneer de volken zulk een trap van ontwikke
ling bereikt zullen hebben, dat aQ «ch niet lan
ger door heerschzuchtige vorsten ea eergiariga
staatslieden laten gebruiken tot het bereiken
hnnner oogmerkaak Doch in plaats vaa mS to
verdiepen In een onderwerp, waarover Busken
- ' dagen gemeend beeft op agn
gewotoon ook eea woordje te moeten
nóodig ik n liever nit mfl naar
Huet dezer
nen hoogen toon
medespreken, no
Znrich te volgen.
Toen ik te Luaern een stadgenoot onüaoette,
een tegenovergestelde rich
die juist in
serland doortrok.
vraag
was
richting Zwit
natuurlijk mijne eerste
8 l
,wat zegt gy van de tentoonsteUiog?" Bt
was niet weinig verbaasd toen 3e ten antwoord
kreeg: .niets, want ik heb juist daarom Znrieb.
Unks laten liggen." Nu, ik kon my begrijpen,
hoe een Amsterdammer zoo over genoeg heeft
van eene tentoonstelling, dat by zich allesbehalve
opgewekt gevoelt om er in dm vreemde nog eeae
tegaan opzoeken. Teab trok die nationale
teatoonstelling my aan, en sott ik, daarom allen
deze Zwitseneba stad hebben beaoebt, omdat fli
begreep nergens beter dan daar dttacrkwaerdif
hwd en ayie bewoners vollediic to kannen,
toeR,Wert«r. Der Pater vu Danalg. Bister.
? -' t. Berlin, Janke
beb dooniebnobt. t
Hst app mcj dat ik bet zegna moet, maar het
is oate*teaefielik waar: de Zwitsers hebben oaa
den prlta atgewonaea, en net uitvoerend comité
en ay die vardar enz» internationale tentoonstel
ling tot stand brachten, moeten vaar de mannen
van Avis* <te -deg.etrijka*. AUs laadMaaotoa,
dit) ik op rea» k^eainwat. wata» vanlrttselld» ;
i UO l.
al