Historisch Archief 1877-1940
«;«,? ;V*r7«
&«'.*
i^|^^awaiaaa»aaa«iawa«aailia*a«ati
^?«^^^^^^^^^ap
i ' *«ilila^ a^i * - '? ' ?? -'-' ' -*??' '? ._._»-..'..'.-.?. ..'-.^ / t. _.4'Aaf
j.'5*
DE A M S T ILE DAMMER,
^^
."y^ ???:/??? ':vr' ""??' "-????-?? "?. '' ? /*? ? . * .-&%$*??-???>** ?-.
B HEDEBLAND.
«N* w*
«adat M «l minehiu a de oogea
gemeen «a laaf moet
E1
barUtoeht ala ontoegbaar
nu flink ia het water
larme-aondaankostuum,
terrein to treden,
lusDie hartetoehtettke
WVM *«ij»«i» ^*^»H«^BiBBP* mfW «gsjifc \m n *t ? ?? *irm^^nr
niet wo qpoediff geheel omkeerea; ON
hartxooht k«a niet tütgaau ala een
__ stat vwliMt bet ft«k >4Jn hoogere
d* Tolto wttthfjü het gtbetto stuk door
m
i
*"\
'woorden vaa wftardeering aaa het begin
._ j opstel uitgesproken geve» hetbewga, flat
?*aar mfine meeaing de aangetoonde feilen verre
? otartroaVn worden door het goede, dat in hei
j; «tok wordt gevonden. Nogmaals herhaal ik
daar- on aJjn fiuotUUa-aaa den heor de Vos met den
weaaeh: h|) geve moer, hy geve beter.
Over do uitvoering elecuV lof. De eohrfiver
dia de rol vaa Mayrita «peelde, vertolkte haar
Op meestertyka wjh». hfl oVd ons met hem
ge'tmkn en leerde ons het karakter geheel begrijpen,
De rol van Jeanne, die door den schrijver nog a
-atiéfMOaderlfik ia behandeld, k vau geheel tot haar
«echt door het spel van mevr. Bnrlage; zu liel
ie fijne tintje», die voornamelijk in deze rol aoo
vaak te voorschijn treden, goed uitkomen en maakte
vaa d* rol. wat er van te makon was.
Een kleine vraag echter. Doet Jeanne goed,
wanneer ze in het eerste bedrijf J>l\)ft staan, om
.naar de muziek to luisteren? Zob het niet meer
in haar karakter liggen, die muziek volstrekt niet
op te merken eu Wdrijvig heen en wc5r to loopen
o? te desnoods met een beetje wrevel te gemot
to treden, omdat daardoor haar kind kan geitoorc
Worden?
Wat ocs Juffr. de Groot inderolvanSturanwi
? ftegeven heeft, is buiten alle verwachting* Zoc
dikwyis, ab) ik Juffr. de Groot in een meer ol
zaindèr tragische rol zag vertoonde z\j te vee'
pathos; daar waar z{j sentiment moest geven, hac
3de gewoonte, om sentimenteel te worden; hac
oen passage, die tragisch effect moest uitoefe
nen, dan kon men dit reeds eenige minuten voorai
gebaar en spraak opmerken. En tham
zweem daarvan. Met veel gevoel, met vee1
r._. ?. kracht heeft ztt de rol van Sitfanna
vertolkt; haar rtembuigmg, haar
zeggingskracht muntte door groote voortreffelukbeic
«it; in de heroïsche deelen harer vol wist
'*e door gebaar en stem te imponeeren;. in
de tragische deelen sleepte zjj ons door haar
gevoelvol spel mee. Mej. de groot hoeft door
deze creatie een grooten stap verder gedaan op
haren loopbaan; a$ studeere ijverig en ga op den
ingeslagen weg voort, dan zal sy zeer spoedig
4e gebreken, die haar spel upg aankleven, over
meesteren en ejj aal onder de beste tooneelspeel
Eters van ons vaderland kunnen ge.rangschikt
worden.
?Tan Znylen herhaalt i$n oud répertoire en
Tertooat uoh deze week in zün borte rollen,
M. H.
UIT BELGIË.
XXXIV.
Altoos meer standbeelden,
. Nieuws uft de kunstwereld heb ik deze week
niet veel mede te deelen. Ik zal het bezoek der
tentoonstelling te Uent maar aan nwen corres
pondent B*. A. O. overlaten: ook is het weder m^
wat al té TOortreffelük tot heen- en terugrid naar
de stad Tan Artevelde. ,
Artevelde staat te Gent nog altoooi orrtfe
VrijgjMtinaikt.. D*'hóoze tongen leggen: hQ strekt
and rechtuit om te voelen of hetnorregentl...
't Ii iets e%enaardigs met standbeelden. £(pndt
er een den knop van Bjjn degen Tast, dan
zegt het volk: ?Op wien wacht byÜEeft er
t.
l
m:
Kï**\«n een boek in do Band, dan heet het: ?Waarom
?Iaat hjj de blaaren niet out V" Staat er een in
worstelende houding: ?Bet is om bang van te
worden!" enz. Er behoort eene groote mate vaa
verstand, takt, monumentaal gevoel, zou ik haast
aeggen, toe, om een standbeeld te maken, wat
óver kort of lang geene aanleiding geeft tot spot,
^e!fs al heeft het volk den afgebeelden persoon
nog zoo lief l Tegenwoordig heerscht tü ons de
Sticht tot het vereeren van personen en zaken
door standbeelden, geljfk reeds herhaaldelijk uit
inflne brievea heeft gebleken. Door de
?Chroniqne des travanx publio»*i,wordt dan ook met
groote voldoening vei-haaM," dat het getal
standmelden en andere monumenten zoodanig toe
neemt dat de weg die van het ?bois de Ia
Cambre" naar het park te Laeken leidt weldra uit
een reeks van .monument bestaan sn), ?une voie
monumentale, comme U en esiste fort pen en
Eürope".
Zooveel Js zeker, dat behalve de standbeelden
van Egraont en Hoorn, omgeven door de kunst*
r^ke Elltputters in brons, waarvan ik voor ver
leden week verhaald heb, de nieuwe Square (al
M zü nog coo klein) versierd zal v/orden door
tien (niet bronzen maar ditmaal) wit marnieren
Standbeelden, van verschillende beeldhouwers.
lien aal er in vinden: Marnixvan St.Aldogonde
Van Devigne, Willem den Zwyger Van
Vander?tappeh, Van Orley door Juline Dillens, CorneÜs
3e vriendt door J. Pécher, Van Bodeghen door
Türypers, Brederode door Van Rasbourgh,
Ortelinsdoor ^. Lambeauz, Hercator door Van
Breabróeek, Loquénghien door Gódfried Vandeu<
' hove, Dodonens door de Tombay.
, herhalen het gezegde: ?Eere de regeering
hare mildheid en goede bedoelingen, maar
opzichten worden er aesthetische
missla|aan, ondanks het wezenlek talent en ge*
rjtand van den bouwmeester Beyaert, e
der Square heeft ontworpen*1,
?SrnasMl, 27 Ang. 1883,
DE TEHTOOKSTi^LING TE QENTj
Wft vermeldden, aan 't slot van dna vorig artikel,
de namen van W. Gèeta en P. J. Vanderonderaa.
Z9 hebben «enen góéden klank. Ook houdt BelgiS
ih eere. De stad Antwerpea bfl voorbeeld
vaa beide kunstenaarsscmlderijen aan; van
?L'exorcisms de Jeanne h\ folie", op de
hlsie tentoonstelling van het Jaar
I880bewon, en v*n Vanderonderaa het hier opnieuw ver*
?chQuende watk -La réparatioa judlciaire",
vreenr genoemd ?La récondliatum jndieiaire". W(|
IComen op dit kunstwerk niet terug «n blöven
n btf de aohüdery van Geets een oogenbUk
«an.Deze kunstenaar heeft bfl voorkeur den
. van Karel V tot voorwerp zjner studie ge
maakt. Bjj vroegere gelegenheid aagen wQ vau
«wen ?chüder ?Une vengeauoe de Jeanne de
Casttle", thans vergatt hf ous op ,Une martyre
SRI seiriim* siède."TJ^ oeae rekonag, afgedrukt
"" A. Henne, ?Ebstóire dn règnedeCharlat-qnint
"ioaV' blükt dat ia *tjaar 1626 eenleul
,. is geworoen voor t levend begraven van
ohanna van Santhove, oen Jutherschmeisje, 'tin
"?'?'i onbekend waaraan het meisje zich had
gemaakt De schilder stelt haar voor in
oet van witgekleede monniken en
vooraf_ TOOT daa beul in't helderst* rood, Aaa do
vaa dea optoeht vertoont tich da magistraat
allejcanten wordt da optoeht door nieuws,.
verdrongen.
' -k van rijke enharmoniiohe
fa bovendien o*t a*rff fseaaUderd; er ia op da
teekeamff weinig aanmarkiiig t* makea?aoodafc
deze toiutderÜ plaats neemt onder"a*t bette wat
do tentooaeteUiatt oplevert.
By deas gelegenheid wfllea wg er aan herinne
ren welke verdienste er in ligt onderwerpen uit
's lande geschiedenis voor 't eigen volk op H doek
to brengen. Onae aüddeleeuwaehe Voorouier*
werkten nooit andere ab voor eigen zedeo,
begrippen gevoelene, om gedachten te verrüken of
te verfris&ohtn 4ie bjj 't volk leven of sluimeren,
Eere. zti daarom aaa Geets, Vanderouderaa ea
allea die deaen wee bewandelen. W9 verheugen
ons daarom ook dat onder anderen Edouard
Richter geen Belg ia. HU verscheen hier met eon
doek van 16 vierkante meters voorstellende
.Truands, «t ribaudes," alt .Notre Dame de
Paris," van Viotor Uugo. Esmeralda, omgeven
door uitgelaten dansende, halfnaakte peraonett.
Vinding en mtetterschap van teekening «an men
er niet aan ontaeggen, ook U het koloriet krach
tig eu sprekend ? doch ik sou de voorstelling
gaarne walgelijk noemen. Is 't niet genoeg dat
de letterkunde ons .Nitre dame de Paris" beeft
geschonken? Wat m«t woorden kut aangeduid
worden, houdt geschilderd menigmaal op ome
kiesohhcid niet te kwetwu. Ik zou nevens de/e
voorstelling nog een aantal werken van Fransche
en Belgische meestem kunnen noemen, waar het
naakte nog vee) minder op sUnw plaats is als hier.
Oudere meestere in de schilderkunst soohteu
dikwijls genoeg door de voorstelling eener boe
tende Hagdalena hunnon zin voor \ schilderen
van naaktheid te tamdigen. Heden B)]n vele
kunstenaars too kieskeurig niet meer, en tooncn
den toeschouwer niet onduidelijk w.-lk« soort vnn
persouen hun tot model hebben gediend. Markart
niet nitgezeuderd l Sedert hij en vogue is keut
men door en door de type der Wevner grisette,
of nog iets lagen. Sommigen nemon, by wQze van
voorwendsel de godenleer nog bjj de haod,
aooals J. P. De Wit, die eene geheel
ongekleedo vrouw schilderde, welke, aan 't water
in een bnsch geceten het gelaat met de
hauden bedekt. Indien wjj ons hier eene scherts
mochten veroorloven, zouden wü zeegen dat
zy treurt, dewijl men haar, terwql «jj een bad
nam de kleederen heeft weggestelen. Maar neen l
Men ziet geheel in de verte een zwaantie
wegzwenmen.... Het is Leda. Ch. Daux schil
derde zeer keurig .Jeune fillo au papilion", m'.t
geen ander kleed dan.... een zilveren armband,
wat ons deed deuken aaff 't verhaal van eenige
bewoners van Nieuw-Zeeland, welke christen ge
worden des zondags gekleed in de kerk zou
den komeu, en daarom ceneu buitengewoon
(jrooten vedorhoed op 't boofd zetten, overigens hun
Adams kostuum behoudende. De genoemde De
Wit vertoonde te Amsterdam ?Uiie mouche", eeu
meisje van achteren te zien, enz. Deze schilderij
en vela andere werken der Gontsohe tentoonstel
ling kunnen stilzwijgend door ons worden voorbij
gegaan, daar de lezer die in Amsterdam leerde
kennen. 'Weder anderen hebben wy reeds ter
gelegenheid van de kleinere tentoonstellingen te
Brussel, te Luik en elders besproken. In de derde
plaats willen wfl de middelmatige schilden niet
te hard vallen, daarom bepalen wij ons bij alge*
meene opmerkingen, zonder vele namen te noe
men ; tilre a evx vau onze raadgevingen gebruik
te maken of niet.
Zoo hebben wQ bH voorbeeld eene bepaalde
fout op te merken by de blnemenschilders f de
goeden niet te na gesproken), eene fout welke
ook sedert weinige jareii mode is geworden. Men
groepeert de bloemen piet altijd, en schildert die
op eene grootte dat zy zich van de eene zH niet als
een harmonische compositie van de andere met
eene aekcre plompheid vertoonen. Nog veel
min'der geeft men zich de moeite er eene hoogere
gedachte aan te'verbinden, geluk dit vaak door
de bloemeneohflden der 17e een» en later nog
werd godaan. Voorbeelden daarvan >0n no. 10,
waar de Irissen in een bof van reuzen aohjjneu
geplukt te 2$u; no. 696 (595). waar het
reusachtige der ?Pivoines" nog drukkender
op den toeschouwer werkt, doordat nevens
de peoeneu eea bruggetje zichtbaar ia, hetwelk
door de bloemen geheel wordt beheenont.
Verder No. 296, 821, en zelfs de prachtige
vruchten van No. 119. W|j willen dan ook geeue
verdienste van uitvoering aan deze doeken ont
zeggen, vooral de eerste zjjn van een waar en
fiju koloriet, wat vau andere bloem- en
vruchtstukken niet altyd kan worden gezegd. In vele
gevallen zouden de bloemschildero en
schilderesBen hetzelfde kunnen doen wat landschapsschilders
meermalen als middel gebruiken om aan hun
werk eese hoogere waarde te geven. Zij laten
hutt bosch door een figurenscbüder stoffeeren.
Zoo konden twee zich verstaan om eeu ?bloemen
corso" of do legen ie der H. Elisabet voor te
stellen. Langs dien weg zou dit vak van knust
voorzeker hoogere waarde Verkregen, al verloor
het ook aan zelfstandigheid. Men versta ons wel:
wy zouden daarom touh eenen St. Jean on andere
voortreffelijke meesters niet willen missen, al heb
ben E\J dozen weg niet bewandeld.
Wy zya evenwel geen voorstanders van de ver
deeling aller werken van schilderkunst in vier
of vijf soorten. Iedereen zal zeggen dat quitton
in zün ?Trois contre an" een geestig genrestuk
heeft geleverd, dat Gustave Linden een werk in
zond van de dezelfde soort ?La chousou du
mendiant; souvenir de Bretagne", eu dat de oude
zingende man vóór trefieUjk is teruggegeven; dat
Adolpho Griaon (?Le cboix d'uno excorte") eene
genreschilderjj leverde, zal niemand ontkennen.
Bovendien verdient deze kunstenaar onzon lof
zoowel voor de keus van het oorspronkelijk on
derwerp, namelijk een rijken heer uit de 17de
eeuw, die zich eene geleide moest kiezen uit
mannen die er zelven als straatroovers uitzien,
?ala vbor het talent waarmede de kunstenaar deze
personen heeft gekarakteriseerd.
Doch by een aantal andere werken zal men niet
kunnen zeggen, tot welk genre zy bepaald
srere?Plase
kend moeten worden . Auguste
4e Scheveningen a marée ba we" behoort tot 3e
oeestnkken, aóow^jl als zjja hoogst natuurlek
North-Woolwicb, en door de waarheid van toon
neemt het daaronder eene der eerste plaatsen in,
al heerscht er ook een zeker gebrek aan eenheid
in de compositie der ?Plage'Y Arvid Johanson'a
ST^e Port dn Harre" is ?een Zee", evenzoo als
enri Enfields ?Mor balüque"; ?Cótejde Frauoe"
van mevrouw de Borman. HEn mer" van Bobert
Montgomery, al soutjnt het water ook wat te
dik en te weinig doonichtig, zal iedereen tot de
zeestukken rekenen. Doch met de werken van
G. P. Jeanniot ?Les halears", met groote
natnurHjkbeid op eenen stfeer aan dezelfde Ifjn trek
personen; met de veel talent van vinding
"
kende vn
verradende ?Arrivée de la malle a Douvres" van
Emile Hoeteticx en met de sprekende
?Rép.wation de filet»" van Henri Bouvie, gaan de zeeën
over in het genre vak.
Op dezelfde v^jae kannen whilderftnkken
geBonhear Ohompêtre" van Ch. Ed. Bontibonne
en andere dergelijke
als overgang van het
schildering worden
voegt dan bok, door
die wQ hier vinden,
dschap op de
genreciuwd. yen schilder
gedachte geleid, «elf de
woorden ?Toe prise a Interlaken, Oberland
Bernois. (Suisse)" aan genoemd opschrift toe, opdat
de toeschouwer het landschap toch niet vergete.
WQ voor on» mochten dit wel haait. De in't gras
figuren afin in het algemeen uitmuntend
i»; men erkent ook licht de Zwitsersche
; doch het landschap is woi«W-6«natnurh3k,
i. gemaniereerd modern. Interlaken ielf maakt
. i veel aangenamer indruk. De] kunst moet
de natuur verheffen en niet beneden haaf hl0v«n.
Bmvuel, 3 Sopt 1888. Mf A.
DS INTERNATIONALE TENTOONSTELLING
TE MDNOHEN.
tiMtebvc. ? StOf». ? lUkart.
? D* HolUndvn.
KanweH)te hadden wg vernomen dat er geene
groote knnrtwarken van bet buitenland te
Münohen meer te Verwachten waren, of wQ haastten
ons den lezers van De Atmttrdammer op da
hoogte te gaan stellen van hetgeen er iu het
«Athene aaa de Iiar" is tot stand gebracht.
De Franeehen hadden lang geaarzeld of zQ onze
stad wel met hunne werfepa aonden vereeren,
heten vervolgen% wetea dat a(j zelve hunne eigene
afdeeling zouden komen inrichten, enz, enz., toen
ewdelUk, nadat nog vele noeiel{)kheden net de
douanen overwonnen waren, de fteweaMhte werken
alhier tegen Augustus aankwamen. Vervolgene
°P. ?r.«*r«t '«oht aan den druk vau den
onvermMeHJken Catalogus worden gedacht, die dan
ook heden gereed tk
WQ hadden oit ongeduld te Münohea bet
oogenblik niet afgewacht, waarop het ons zon Beneven
?tin een overzicht der gelieele tentoonstelling te
kunnen verkregen. Onze aanreden voerden ons
by voorbeeld naar Straatsburg, alwaar voor
weiatge weken het niuure stationsgebouw, in tegen
woordigheid vu den kroonprins, is ioguwjjd en
geopend.
De belangrijkheid van dit werk verontschuldigt
dat wy er hier Ui «til staan. W$ willen ons
echter tevreden stellen met eenige woorden. Het
station vertoont zioh soowel van buiten ah) van
binnen, als een organisch samenhangend ge
heel. Alle gebouwen vertoonen zioh bojcheidea
en laag, als stemde**!) ia hun karakter met de
ijzeren l|jnen Belven overeen. Btf het intreden
bevindt men zioh in eene Ilalle van buitengewone
(misschien wat overdreven) hoogte, versierd met
twee zinrijke muurschilderingen: ?lm alten Reiohe"
en ?lm peuen Reioue". De plaatabnreanx ver
toonen zich uitnoodigend om u van een reiskaart
te voorzien; verschillende trappen voeren dan'uit
de Hal met hare gangen naar boven. Op de
spoorbanen voor alle richtingen bevindam uien al
daar wachtkamers met restanratiën. Geen enkele
reiziger behoeft over de banen te treden. De ver
standige inrichting van den geheelen bouw, de
kuur der gebezigde bouwstoffen, de innerlijke sa
menhang der. deelen, de kleuren van het schil
derwerk, de wijze waarop de vloeren zijn gepla
veid «n by dat alles een zekere bescheidenheid,
het afzün van alle aanmatiging door 't gebruik
van valsch of ocht marmer of andere noodelooze,
aangeplakte versieringen, spiegels, borstbeelden
en wat al meer doet den beschouwer innerlijk
goed en toont dat de regeering veel geleerd heeft
sedert den bouw van het aufgedonnerte Anhalter
station to BerUja. Daarenboven is by nacht het
geheele overdekte gebouw met electrisch licht van
groote klaarheid verlicht. \i\j zouden alleen
kunnen aanmerken dat het aanbrengen der traypon
eene zwakke zijde heeft, welke zich vertoont bij
t geval dat reizigers vau trein moeten veranderen,
en daarom eerst met pak en zak in de diepte
moeten zinken, om op een ander punt vau het
terrein weer op te duiken. En toch heeft men
te fieidelberg, te Colmar en elders hetzelfde sys
teem aangebracht.
Op weg naar München stieten wQ nog op het
laatste werk van Mafcart ?lm Sommer", dat den
lezer wel onbekend zal wezen, en waarbij wy
daarom een oogenblik willen toeven.
Meu heeft veel iu to brengen t ego n de slot
woorden van -Faust": ?Das ewig Weibliohe zieht
uus an." Bij 't beschouwen van Makart's kunst
werken ondertussohou komt vau zelf de gedachte
bij olm op: ?Das zcitlich Weibliohe zieht ihu on."
Makart's hoofdstreveu schijnt het schilderen der
naakte vrouw te zijn.
«lm BouuHcr" stelt een weelderig versierd ver
trek voor niet eenöfe dames, waarvan wij t gelaat
reeds m .don ,Jiolflilo»i van Diana" hebben
leeren kennen. Van deze dames willen eenige ineen
nabijst?oomend water een bad gaan nemen, andere
hebben net reeds genoten, en vermaken zich nu
met 't schaakspel.
Midden op de schilderij staat een bed, met eone
vrouw, die, alvorens hot te verlatan, in zeer
graoiense houding eenige vlinders op hare hand laat
dansen. Oudortusschen glijdt haar rechter boen
van de matras af, en de toeschouwer vraagt zich
een oogenblik af, of zty niet met het verkeerde
beeu uit het bed stapt, want dan zou cekerhaar
vriendelijke lach niet lang aanhouden. Dewgl w^.
alm Sommer" z\jn heeft deze dame het niet
nooig geacht zelfs bet dunste kleed aan te trekken.
Een slip van het laken is genoeg. Zy zün daar
toch meisjes onder elkaar. Nevens het bed staat
eene j offer welke juist haar laatste bedekkiüg van
den rechter schouder Aftrekt oin in 't water te
duiken. Zij wendt echter het publiek den lansen
rag toe, welke in al zijn blankheid den toeschou
wer dadelyk in 't oog spriugt. Nog meer links
stijst ceno vrouw met eeu kind uit hè: water.
l)o ondernemer van deze publieke
vormakelykheid, welke ook weder voor dit werk rccltme
maakt, beveelt de breode heupen dezer damus aaa
de opmerkzaamheid van den toeschouwer.
Links boviudt zich do groep der
schaakspeelsters. Het zyn (allo gekheid op een stokje) vijf
vourtreffolüke figuren, al zijn ha: e blikken
zoudor uitdrukking eu da houding niet iu allen deele
verklaarbaar.
Out deze groep met de licks zich bevindende
to vureeuigen, iaat de schilder eoue daar tuaschon
staande persoon, met d-n badmantel bedekt, op
bevallige wyzo deelnemen anu 't spel.
Dat de a'offen van portières en kleedereu mot
grootu meesterschap op 't doek geworpen
sohyneu, hehoevan wy nauwelijks te zeggen. Dat or
oyör de gebeele schilderij eeu gloed Jigt verbreid,
waarvan weinige lainiluuaats het «eheim hebban,
zal wel niemand betwijfelen. Even zeker is fiet
evenwel dat de teekuuitig der oiiderdeeleu in
menig opzicht ie wenscben laat, en dat meer dan
een arui en been volrtrekt jieene ronding heelt;
maar zich als eeue lichtruode plek vertoont.
De ?uitleqging" vnu het kunstwerk virklaart
dat dczo scliildcdj inoe- geSigcnd ia mét de zinnen
dan met dau Reest geuotou te worden. \Vy ston
den verbaasd over zulk eone aanbeveling; doch
zij voegt er onmiJdeliyk by: eren ala muziek.
Muziek, tie ideaalste der kunsten, wordt ingeroe
pen om de gojocute naaktheJen te verdedigen!
Doch, fiat! \\ry haasten ons om
eindeUjVMüncheu weder te vinden, want nrzyu
dokuns^werken aldaar einddlt^ voor goud gepluatst.
Wy bereikten Uoa (want we waren 'Mokart in
Baden-Badeu gaan bawondereajren, nrv eene
dagreize, Mflnchen. Onmidiicl yk naar hot ?qlascu
Btlois", dien ongelultkigca onesthetischen bouw!
nar stonden wij iu eoue wereld, een heelal vau
bezielde olieverw, waorby allo andere werken ver
zinken!.... ' '
O, moge het ons niet gaan als kapitein Webb
-J t ovei-zwemmen van den Niagora! Kom, moed
gevat, de handen uit de mouwen l Daar reikt een
vroolyke, vrieude^jke be'ersche meid m\j
reddingstouwen ingeval van nood, nameUjk eenen
geillustreerden catalogus, welk,-, Goddank, en eere aan
het bestuur, voortreffelijk U ingericht Hy leidt a
r'; de grootste duidelijkheid van zaal tot taal;
e zon, klein en groot, 88 in getal, waarvan
Duiteehland natuurlijk de grootste helft inneemt
De Hollanders behoeven zich echter over'het
kleine plekje Wit zy innemen in 't geheel niet te
lohamen. Hunne werken houden naar hoedanig
heden zeer goed de vergelijking^ met andere lan
den uit. Moge do Spanjaarden blinken door
trotaohheid in de keuze der onderwerpen, gloed
en kracht, de Fnasohèn door fijnheid en beval
ligheid, de Dujteohers door eene zekere int' ' ~
en zinrijkheid ? Holland, .met Zweden en
wegen «temmen tot nadenken en stil gei
Verstand, overleg en natuurlijkheid spreekt uit
baant werkaa. Meidag, ,Tholea, laraBls, Eoelo^
vele
aaoRm
worden
aJgeVroiyk, Hnjgens
meen bewonderd.
Nu dan met onsen leidsman In de hand ru»Ug
en ?rustig" voorwaarts.
MOnehan, 8 8ept '88. J. K,
OVER DE LITTERAmB BEWEGINGEN
ONZER EEUW.
Door bel in ha licht geven van hetvyfde
en voorlaatste deel tyner t Hauputrömungen
der Literator du ntunteAnten Jahrhunderti"
heelt George Brandes aan zitn lezer* «o
b«wouderaars een lang verbeid genot .ipreiéV
Voor mij ? en ik geloof ook voor velen mét
raU ? behoort dit hoofdwerk van den
Deeoechen geleerde tot de belaugryksle letterkun
dige verschijningen der laatste jaren, tiet is
zóó breed van opzet en bewerking, en daar
bij is de eenheid, waarmee de B|}na onaf.
zienbarWen zeer bonte stol is behandeld, zoo
groot, dat, wel ven-e van ons te overstelpen
en te verbeteren, de rykdom van gedachten,
ons uit elk der vyf deelen toestroomend, on
zen geest tot rust en klaarheid brengt, orde
schept in de verwarrende massa indrukken,
die wij uit de gedachten» en gevoelswereld
mededragen, waarin wy door de letterkunde
dezer eeuw worden rondgeleid.
Van Si Beuve sprekende, zegt Brandes, dat
dezen criticus, hoeveel z(jn blik ook omvatte,
het vermogen ontbrak om zich een totaal
overzicht te verwerven, dat hij de détails
niet behenrschen kon, dat hy dien
wijsgeerigen aanleg miste, die den schrijver dwingt
de zaken aan elkander te rijgen en als een
geheel aan het voorgestelde toe te voegen, en
dat hiermee het antwoord is gegeven op de
vraag, waarom men van Si Beuve's geschrif
ten nooit sterke, klare indrukken ontvangt.
Deze gave van samenstelling, welke St Beuve
ontbreekt, is George Brandes in de hoogste
mate eigen._ 't Is hem vóór alles om het ver
band der dingen, den samenhang der ideön
te doen. De letteren vertegenwoordigen voor
voor hem het meest levensvolle deel van het
leven der menschheid en het zijn de wetten,
die dat leven beheerschen, de oorzaken en
gevolgen van de zedelyke verschijnselen en
geestelijke omwentelingen, die zijn aandacht
m de eerste plaats bezig houden. Daarom
schrijft hy, toegerust met al de kennis, tot
zijn onderwerp vereischt, zijn machtige slof
ten volle faeheerschend, eea zeer gewichtig
deel der lilteratuurgeschiedenis.maar hij schrijd
het ala wijsgeerig historicus, al het waar
genomene tot één geheel samenvattend, om er
als denker zijn conclusien "uit te trekken.
Het is deze wljsgeerige behandeling, die,
naar mijne schatting, een zeer aanzienlijk
deel tot de groote .waarde van bet werk
Indraagt, terwgl XiötuttrïBk ; Kef:,
genotvan de lezing niet weinig wordt ver
hoogd, ^wanneer wij ODS één met Brandes
geestesrichting en levensopvatting gevoelen,
en alzoo telkens door hem een echo in ons
hooren wakker roepen; kortom, wanneer de
kennismaking met zijn arbeid ons dat gevoel
van innerlijke, volkomen bevrediging geeft,
dat wij alleen dan ondervinden, wanneer wij
niet slechts voor eens schrijvers argumenten
hel hoofd moeten buigen, maar geheel onze
zedelijke persoonlijkheid, geheel ons ik zich
tot instemming met zijn denkbeelden en oor
deelvellingen gedrongen gevoelt.
Van het mij deze bevrediging schenkende,
maar nog onvoltooide reuzenwerk een
eenigszins volledig overzicht te geven, zou verre de
ruimte te buiten gaan, waarover ik in dit blad
te beschikken heb. De gezichtspunten, die
Brandes ons opent, zijn daartoe te talrijk; de
inhoud van zijn geschrift is daartoe te bont en
te rijk. Slechts op enkele punten, meerrecht*
streeks dan de overige met dit laatste, kor
telings verschenen deel in verband staande,
wil ik de aandacht mijner lezers trachtèü te
vestigen, na hun vooraf in korte trekken hjt
plan van het geheele werk te hebben geschetét.
Reeds aanstonds komt de inleiding
bevgstigen, wat de titel doet verwachten; wij zien
ons door den schrijver naar één hoog punt
gevoerd, dal een ruim en onbelemmerd uit
zicht over het veld der curópeesche letter
kunde dezer eeuw heeft aan te bieden. Dat
veld met één blik omvattend, zegt Brandes,
dnt reactie tegen de litteratuur dor achttiende
eeuw, die het zuivere denken tot eenigep
grondslag van alles wilde leggen, het wezen
van die der negentiende uitmaakt en dat hy
zich voorstelt den stroom dier reactie van
zijn oorsprong tot zijn monding te volgen.
Dat zulk een reactie kwam, wa.g, zegt hij,
rechtmatig, natuurlijk en wenschelljk. Een
ware reactie ? dat is eene die krachtig op
treedt, kort van duur is en niet stagneert ?
is altijd .weldadig. Zij is geen achter-maar
vooruitgang. Nadat «U .een tijdlang de bui
tensporigheden der haar voorafgaande periode
heelt bestreden, in het UjÉft heeft geheven,
wat door deze naar den^chtergrond was
gedrongen, neemt de volgende periode den
inhoud der voorafgaande in zich op, verzoent
zich met haar en zet de beweging door naar
begonnen voort. Is een stok krom, d. w. z.
is hij te veel naar éénezyde omgebogen, dan
maakt men hem recht, door hem ? maar
vooral niet te lang ? naar de andere zijde
over te buigen. Het ia de geschiedenja van
dit recht buigen, die Brandes schrijven gaat;
een geschiedenis, die het karakter en den
vorm van een drama heeft, dat iu zeo bedrij
ven afgespeeld, door zes groepen voorgesteld
wordt.
In^de eerste, de fransche, dou. Rousseau
geïnspireerde Emigrantenlitteratuur begint de,
reactie tegen de revolutie, maar is de reactio
naire stroom nog^pveral met den revolutionai
ren vermengd. ?"In de tweede groep, de
roaonhotstygM,' ««Hy verder, houdt iti
meer op een afstand vu ( ^" 'T^
en de voornitgangsideto d«
groep, die schaver» tU Joseph de
Lamenais in zQa orthodoxe periode, aU _^_
martine en Viotor Hugo tüdenfde rettvniifl
omvat, stelt de heftige, triomfeerend* raactM
voor. ? Byron met I|}D aanhang vertegeS
woordigt de Tierde groep, Dezeéonamanbav
werkt een oÉunekeei-in het groote drama. D«
grieksche vry heidsoorlog breekt uit, een verfria.!
schende luchtstroom waalt over Europa, Bymtl
valt ak oOor voor.degrieksche taak, en zyadooa
maakt een ongehoorden indruk op alle i
vers van het vasteland. Kort voor de Ju
revolutie wisselen alle groote geesten
Frankryk van richting en vormen 'de vytöè
aroep, de romantische school van Frankryk, i
«eze nieuwe beweging wordt door de name*]
Lamenais, Lamartine, Hugo, Musset, Georeij
Sanü gekarakteriseerd. ? De beweging va*|
FVankryk naar Duitscliland overgaande, zeg»! j
vieren ook daar de liberale ideen en brèa.]
gen de zesde groep voort, waartoe mannoi
als Heine, Borne en Auerbach behooren.
De schildering der eerste groep aanvaa.
gende, wyst Brandes er op, boe twee lyn.
recht te^en elkander overstaande geesten,
hoe Voltaire en Rousseau de eerste franscha
revolutie geheel hebben beheerscht; Voltaire.
die het koele verstand, Rousseau, die gevoel
en hartstocht ten troon verheft Toen nu,
zegt hij, het verzet tegen de geweldige bui*,
tenspprighe'den der revolutie begon, toen d»
reactie kwam, was het steunend op Rousseao,
dat men Voltaire ging bekampen. Rousseau'j
»Nouvelle Iléloise was het werk, waarop
schrijvers als Chateaubriand, Sénancour, Coo,
slaat, Mad. de Stool gingen voortbouwen,
waaraan zij hun scheppingen gingen
vastknoopen. En daar nu door deze «nouvelle
Iléloise" een einde aan de klassiek oratori
sche periode werd gemaakt, door hare ver
heffing van natuur en hartstocht galanterie
en Marivaudage uit de letterkunde verdreven,
het demokrabsch element en het tot dusverre
sluimerend natuurgevoel daarb» gebracht wer
den, kan men met volle recht beweren, dat
de eerste vertegenwoordigers der reactie
tegen de achttiende eeuw, hoewel reageerende
tegen Voltaire, revolutionair in hun ideën en
neigingen waren.
De hoof deigenschap van de door de >Nou*
veile Héloiser' geïnspireerde werken is dé
melancholie. Niet de melancholie van Molière'»
Alceste, die, volstrekt geen melancholicus vaa
temperament, (zooals Shakespeare's >Jacques"
in »As you like it") slechts de type is vaa
een waarheidslievend, eetiyk, prikkelbaar
karakter, dat in verzet komt tegen do, on
waarheid en oneerlijkheid zijner
schljnschoone omgeving. Ook niet de melancholie
van Werther, die eigenlijk geen melancholie
mag worden genoemd^ die slechts het ver
langen en,T de onrust uitdrukt eener men*
jjehenue), welke haar mwendlg'')e*an. ':%&
het uitwendige in harmonie ztmhf'teUren»
gen. Het is de melancholie, die eerst met
net begin der negentiende eeuw kon optre
den, omdat zij geboren is uit de ontgooche
ling en ontevredenheid, die op de heftige
beweging der geesten gedurende de eerste
fransche revolutie volgde.
De symptomen dezer melancholie kunnen
uit twee oorzaken verklaard wornen: uil de
emancipatie, van de individu en de vrijma
king van de gedachte. ? De individu is vilj
geworden; de wereld ligt open voor hem.
De macht, eens vrijwillig aan goden en ko
ningen toegekend, heef t hy teruggenomen. Hij
buigt zich voor geen enkele uitwendige wel
meer. Op elk verbod heeft hij een antwoord
gereed, een antwoord, dat een vraag is: de
vraag »waarom" begin van alle menschelijke
keqnis en van alle menschelijke vrijheid.
Maar met de mogelijkheid en het recht om
zijn macht te doen gelden, is de kracht daar
toe nog niet toegenomen. Vandaar een tèu*
gelloos begeeren en een teugellooze melan
cholie. Oo|t de gedachte is vrij geworden;
ieder individu is een spiegel geworden, die
net al opvangt, Maar met den moed is het'
vermogen ojn alles te doorvorschen geens
zins grooier g§word§n. Vandaar het besef
van Verlied, waht min voelt alleen meerdaq
vroeger net ontoereikende der menscheltjkj
kennis. Vandaar ook opnieuw de behoefte aaa
steunsels; vandaar dat men, nu het oude huil
was afgebrand en het niéuwe nog nietopj
bouwd, mei het oyde, verbrande male
de muren weer gitlg opme^len; dm
echter telkens m'euwe plannen en invall
volgend, en nieuw materiaal met bet 01
vermengeoTd. ,
Het (l deze gemoeds- en geeslestoeslam
waarvan de werken der eerste groep reai
tionaire letterkundigen het uitvloeisel zlji
Chateaubriand's »Réné", Séaajicour's »0,t
mana", Gonstant's tAdolphe^zynerdety]
van. AI dez;e romanbelaen hebben de:
karaktertrekken. Zfj zya allen vroeg .
ontgoocheld, moedeloos, alles begeerend, nii
ernstig willend, door Ijdelheid en een grc
zelfgevoel gwireven. In Adolphe zien wy ecL
ter nog een tweede tvpe optreden, dat oef
door de fransche revolutie M voortgebrachf.
't Is de vrouw van dertig jaar, die later doof
Balsac het fransche theater zou gaan beheer*
No. 324
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD
O O B NEDERLAND.
SChen entals heldin het jonge "meisje ZOU J»imart het verre wtanensal.vaa
*???«. ?!i ,... ««nnitie is. dunkt mQJ>9
gisten zfln volgen* dan
«ualitten ? en die heao
(b!*, 14) -of wel het
DIZ. 64 heet het:
-, zü teleurgestelde .
«?ucht en gedroomd van het
n met de werkeUkheid, zóoals
f* aan hen voordoet, kunnen s$
gaan vervangen. Geen wonder, dat wij haar
zien optredehl De revolutie had den m;
vrijgemaakt*? de vrijmaking der vrou
moest nobdwendjg volgen. Men heeft de d
tigjarige vrouw Balsac's schepping genoei
Ten onrechte. By deed slechts een vondstf
Hij ontdekte een tot dusverre onbekeqde
wereld, hartstochten,, gedachten en gevoelen*
van de krachtigste soon, die niet in «et
'onge meisjeshart te'fjnden zUn en waarvan
ïeorge Sand zich de tolk heeft gemaakt, -r
Maar lang vóór George Sand en Balsac zitó
ze in Constant'fl heldin. 4n Eleonore ^
Eleonore is noar do machti|*te
vrouwenHalte der eettw, aiar Mui <W Sla9l,
ge?jid. tiet i* dete grootiche figuur, die de
rtkeelo «englletterkuittlige gro«pd>r reactie
erccht Eertt door llod. de SaA wordt
zioh vaa naren geeeteadimg en haar
ren ten volle bewust, Eej*t 'la
naarwertien wy in haar volle kracht de
beifie zich uileo, om gevoel, sM, harUloofat
poetie tot hun recht te doen komen
eaover d« koele bertkeaing ? van het
verad, de slotsommen eener polemische
phiophio (abstract, omdat x\) niet op
weien.«p steunde) tefoaover een Htterotuor, die
! regels ea rtoode overievwingen als
vastgetrd was. In haar werken ook xien wy de
uvy in vollen urtyd met de maaiachappy
iliildord.
Wat ia de NaoUchapp^? ? Een
combivan geboden, gebruiken,
bötchouwincu inlichten van <ka otee«t ondertcbtideo
sprong. Eeaige natuurlyk of tea minste
ktaarbtmr, eenige de dwaasheid zelve,
nige van jongen dstnm, eenige geheel
verdcrd; bijna allen zonder onderscheid, deels
?gens do ooroikomenbeid der menschelijke
«tuur. deel» wegens de bekrompenheid der
?nigte, op een verkeerde of minstens
geckkige kennis van het wezen, dat mensch
jiocmd wordt, berustend. ? tiet is legen
Pit l'rocusiusbed, waarop de individu zoolang
ekt of verminkt wordt, tot hy er op past,
y Mad. de Slael haar aanval zien
ricli$ doet dit op eigenaardige wijze. Haar
is het moedelooze: »Een man moet
openbare meening trotseeren, een vrouw
zich aan onderwerpen", maar. de ten
pel schreiende onrechtvaardigheid van dit
ottQ komt in haar werken zoo helder uil,
deze er mede in lynrechte tegenspraak
"Men zou verkeerd doen, indien men uit de
Heloosheid van dit haar motto afleidde,
Mad. de Slael de melancholie harer
manilijke bentgenooten deelachtig wa?. De hare
tagt één geheel anderen stempel. Die harer
uitbroeden is de melancholie van ten
oistische, de hare die van een
gympatheche natuur, .Doordrongen van de
gelijkheids_tèa der rëvoluüetyd, treedt zij uit zich
icivö, om te treuren over de ongelijkheid in
toestand harer medemenschen. Men zou
melancholie een actieve kunnen heeien,
als dan ook geheel haar streven, noch
iiciionoir noch revolutionair,
maarreformamoot worden genoemd.
II. M.
(Wordt vervolad.)
PESSIMISME.
Licht en Donker. Levenswoorden door F.
('. TBD der Eulfc. 'e-Oravenhage. Henri J.
Ktemberg. 1886.
In den Tjjdspiegel Tan het vorige jaar kwam
artikel voor van den heer v. d. Kuilt, dat tot
hrift droeg Ptsaimisme en Optimisme. Van
zijden aa:>g«cocht om deae studie
afisonderik TerkrUgbaar te stellen, ie de sehrjjver aan
wensou tegemoet Rekomeu en hééft h^J zQn
el omgewerkt artikel onder den titel Licht
Donker het licht doen zien. Een niet geringe
uuwJost m de afzonderlijke uitgave is de reeks
swoordön, gedachten aan verseliillcnde
acbrQontleeuu, die de heer v. d. Knik achter zijn
tigen beschouwing heeft doen volgen, Trouwen»
«ik zonder die toegift zijn w$ den schrijver
daokbur voor het velegoede en schpone, dat hy ons
il genieten geeft. Toch zij het mij vergund, eenige
i'rkingen iu het midden te brengen, die vooral
liet lezen van zijn omgewerkt
Tjjdspiegel-ar1 bij mij opkwamen. Pessimisme plaatste ik
boven deze regels, omdat het over dat onderwerp
door den schryver geschrevene mü niet geheel
juist voorkomt. H{j stolt reeda dadelqk
pessimiso» en optimisme tegen over elkander en vraagt
dan, welke levensbeschouwing het recht aan hare
'btei't. In vier hoofdstukken: Levensoverapanuing,
Levensopvatting, Zenuwlijden, LevensrichtiBg legt
jde schrijver de Mud Op meuige wondeplek in onze
" lenleving. Achtereenvolgens gaat nÖ na, wat
m onzen tgd de oorzaken «^n, die bij zoovelen
gevoel vau overspanning en moedeloosheid
eegbrengen. Daar is iu het door den heer
|TU der Ktflk geschrevene zooveel waara, de wgze
.. hij do Kwalen van onzen tüd blootlegt is
io bevattelyk en toch aoo degelijk, dat de
verweidiDg vau zqn boeksken zeker goede vruchten
»1 dragen. Myne bedenkingen gelden dan ook
'liet hetgeen de schrjjter Over onze hedendaagsche
in in het midden breogt, maar meer
be- _,_ beschouwing over het pessimisme.
Is de heer van der Kullc pèsaimist? Keen, zijne
Ifrensbejchonwing is wel min of meer pessimis*
tóch getint en zün blik op het leven met
vroolijk? immers het leven is volgens hem een wee
moedig voorrecht ?, maar de wijze waarop by
oter Eet pessimisme spreekt, geeft tecbt tot het
««?moeden, dat deze levensbeschouwing in geenen
wie zijne sympathie wegdraagt. Wat is
pessitime? Daarop antwoordt de heer v. d. Eulkbl.
1: ?Een pessimist is iemand, die het leven van
«n zwarten kant beschouwt, die meent dat
M vreugde in 't teven volstrekt niet opweegt
"gen het verdriet, en de moeite, die we ons
geRoosten, een al te schrale winst afwerpt. Men
?Mdt het leven in, beweert men, met een aantal
jnontellinegn van een heerlijke toekomst, een
jngebeeloen hemel; men slaaft en zwoegt, en
jwd« lang vóór w\j den middaghoogte dei levens
mben bereikt, zien wQ ons ÖJ onze
verwachtinIID teleurgesteld, en indien we hardop durven
faken, Tinden wjj, dat het eigenlek niet de moeite
?Wrd was om ons zoo in te
Hartmann, de Berujnsohe \
Mg dan Schopenhaner, door _,
?«ken, het pessimisme tot een
{tulosophie gemaakt; hfl zegt,
^treurige en vreugdevolle uren
de sommen met elkan<
?, beeft, meer
" verspreide
van mode
wanneer wQ
afaonderUjk
"a> vandaar bon melancholie,
PB», vandaar die gegroefde
Uofd; rf hebben het léven _
^ worden er door verteerd." T(
van den heer van dar
een
regel
boog
te hoog,
doorgaans
vrede
hebdat somber
»het
vooropgevat
^w
vooralk zou het
. «iiMger» of uit t ...,
Iptevredenen bestaan, meen _ .
. Doeh niet om in dea breède het
peeri.._? te verdedigen; eenvoudig
onaluBgnmee«ng te kannen te geven, daf ZMB deze
levensopvmttlng ook vaakeea gunstiger i^de kan 4>eaien.
De «otevredeaeW die aiet lleter weta» to doen
dan to Mopperen ea te broauSift, vonder welUeht
ooit ernstig over het leven to hebben nagedaeht,
?a het levea veraehtea, omdat het aiet aan hunne
verwachtingen beantwoordt, attn de Jaa Rapt ea
hebben m* d* wösbeiierteTSe door TOD
&rtmaan op nik eea ? talentvolle «$» wordt
vardedigd,Tiets «it to «Uan. De definitie door den
heer van Knik ia Ueht «a Donker van den
pettimiet gegeven, kwat m| vooral daarom 100 ver
keerd voor, omdat «K wedatl fseft aaa de voor*
?telling, die alken kniMooi met dan naam vaa
peaanurt doopt Zoodoende vereenamlvigt men die
onverkwikkelyke toort awnaehen met hen, die
door atdenfcea ea studie tot de overtaiging «fla
skoaran, dat de lereaabesehoavioft door dei her.
Insohen wUsgeer voorgestaan, waarheid bevat.
lun pessimtame steunt op degeUker grondslag
ea ii niet enkel eea (avolg van de
tMsomilandighedea, horaear deM door overspaaatog,
lacht, jacht naar rykdom en», en», een i _
Looxe stemming mogen teweeg brengen. Trom
dat het pettimume moedeloos en krachteloos
maken, kan ik aiet toegeven. Daarover straks
een enkel woord.
Heeft men alles gecefd, ab men beweert, dat
4e pettimM iemand ia, ok> alias van den
kant beschouwt en al spoedig tot het
komt, dat het le*ea ejgeifl^a^dejBUï
is om er «ioh voor ia te spannen? Is hetdao
onmogeJük, dat men onbevooroordeeld
wat het leven ons te aanschouwen geelt en daarb<),
ook tonder by voorkeur de schaduwxyden op te
>o«ken, tot de slotsom komt, dat het leven het
tegendeel is van wat de me«sten er aoo gaanse
in aouden willen vinden: een bron van getak?!*
het, afgescheiden van elks persoonlijke ervaringen,
niet een groote waarheid dat Ast geluk op de
wereld niet te verkrijgen is V Kan aeo. ook al
heeft men xelf wat gewoonlijk een gelukkig leven
wnrdt genoemd, toch niet beweren dat het leven ?
niet van dit of dat individu maar in 't algemeen
genomen ? een oneindige reeks van teleurstel
lingen is. zoo men uitgaat van de onderstelling,
dat op dit ondermaansche het geluk te grijpen
is'/ Zegt men: ?juiat dit is een zegen: ware eea*
omal bet doel bereikt, ware de strijd geëindigd,
de mensen KOU van verveling niet meer weten,
wat by doen moest", dan vergeet men, dat deze
bewering op cich zelve reed» koren is np den
molen van den aanhanger der peeshuUtische
levensbeschouwing. Maar dat is hier niet d» vraag.
De pessimist constateert slechts, dat elk
oogeublik van waarachtig geluk gekocht moet worden
ten koste van harden strijd en een reeks van
smartelijke ervaringen; dat de oogenbtikken van
Kefok BOO seldzaum t\ja, dat zij mei kunnen op
wegen tegen de moeiten en zorgen, die hen ctyn
voorafgegaan; dat ontwikkeling, zoowel in
stofielyken als geestelijken gin, geen schrede naderbrengt
tot het geluk; intrgcdeel hij eiken sport, dien men
op deu ladd r stygr, nemen de pijulnke ervaringen
t'ie iu krncht. \Vnnt elke ontwikkeling schopt
nieuwe behoeften, wier niet-vprvulling pijnlijk
aaudoet. .Vooruitgang in stolïclijken zin prikkelt Je
genotzucht; verstandelijke, aesthetische of zede
lijke ontwikkeling veredelt, muar doet des te meer
het gebrekkige onzer keuni* gevoelen on verschaft
tolkons ergernis b\j het vele niet-nchoone en mid
delmatige, dat als hunstprodukt wordt
ui'gekreten. terwijl het werkelijk schoone ea goede zoo
zeldzaam te vinden ia.
Ik weet zeer goad, dat bet hier geschrevene
voor den heer van der Kulk niets nieuws bevat.
Maai' nn iu LioM en Donker juUt de inleiding
van het T^dspieffeVartikel is weggevallen, wilde
ik met ecu enkel woord den leters vnn
heteerstgetiüonde, die i^iet,teyens bet laatstgenoöinde ter
aand nnraen, doen opmer'xQn dat het pessimisme
nog iets audex-s is, dau men uiti/cAÉ en Donfar
ïou opmaken, Ik betreur het, dat de schrijver van
bet ïijdtpiegel-artikel, die met tympathie kchreef
over hét wetenschuppel^k prasimisme van
SchopAihauer en von Uurtmann. hen een studie viut
elk ernstig man waardig kéuide en beslist op
kwam tegen geringschatting van het werk van
beide wjjsgeeren of tegen do meeniug, dat meu
hier slechts m«t een mode-philosophie te doen
beeft, in LicJit en Donker voedsel geeft aan die
meetiing. In het laatfitgenoomdo geschrift rioakt
bij niet genoeg ODdcrs^neid tastenen de ziekelijke
levensbeschouwing van hen, die, ten gevolge van
overspanning on overbeschaving, zich ann zwaar
moedigheid, lostelooshëid en ontevredenheid over
geven om wellicht ten slo'te de hand aan zich
zelven te slaan ? en het wg?gf>eri£ pessimisme
dat tot geheel andere resultaten leidt. Dat
wnsgcerig pessimisme is nog iets meer dan een
modephilosophie, wat het volgens den schryver door
von liartmann geworden is. Volgens den laatste
is het juist die unentbehrliche notitie tirundlaoe
Jür echte Moral wd Beligiott. (Zur Geschiet te
und Begründung des Pesaimismus). Drong de
leer vau von Hartmann wat meer door onderdo
beschaafden, wellicht zou dit een zeer geschikt
geneesmiddel ztjn tegen de kwalen der maat
schappij, door den heer v. d. K. zoo welsprekend
geschetst. Dat pessimisme leert dat het niet nllëcn
onzedelijk maar ook dwaas is, om als doel van
het leven te stellen: geluk, omdat dit eenvoudig
niet te bereiken is. Tot naricht van hen, die
gaarne bij het gezag van onderen zweren, zy
ier herinnerd, dat reeds lang vóór Schopcnhauur
de grooto Immannel Kant dit heeft geleerd, Moet
daarom nu de pessjmist moedeloos met somber
gelaat voor zich uit zitten staren ? In goéuen
deele; ia men eenmaal doordrongen van het denk
beeld, dat het geluk op de wereld niet te vinden
is, dan zal men Iwren net doel des levens in iets
anders te zoeken. In Licht en Donker lezen w^j
op blz. 60: ?Met een voorbeddelooze oppervlak
kigheid jaagt men den schijn n», zoekt iu woelde
en genot verzadiging, en koert telkens weer on
voldaan terug om net leven de schuld te ge
ven van hetgeen men inwendig out beert, van
het gevoel van onvermogen om m den strijd vau
het leven pal to staan." Welnu, veen betere re
medie tegen het onzinnig vOjitbollen in deo jacht
naar geluk, dan het beeld ?van het Ie ven, dat het
pessimisme den raenseh voorhoudt. Kan de pessimist
niet met den heer van der Enlk in het levoneen wee
moedig voorrecht zien, hty behoeft daarom het hoofd
nog niet te laten hangen. Integendeel de moraal
van het pessimisme spoort tot krachtdadig han
delen aan. De moraal door von Hartmann m züne
Phanomendogie des tittliohen Bcwusttseint ge
predikt, draagt een «eer verheven karakter. Haar
grondtrekis zelfverloochening. Ztf leert den mensch
gelatenheid om het leven te dragen; wekt hem
op, om, het goede dat hem ten deel valt
waardeerend», «flu leven niet te wijden aan
het droombeeld ^van eigen geluk, maar zich
to «uden aan anderen; krachtig te strijden, om.
Waar zoo nameloos veel ellende in de wereld
wordt geleden, onkunde en vooroordeel terug te
dringen; aioh geheel te geven te den dienst der
ontwikkeling, aThfleft hg de zekerheid, dat zfyi ge
luk daardoor niet wordt verhoogd. Men zegue
aiet: deze moraal is ook die van het Christen
dom, Het christendom leert een leven na dit leven
waar de vrome vergoeding vindt voor het door
gestane leed; het pessimisme leert den mensch,
tevreden a^n met bet bewnstsjjnzljn plicht te heb
ben gedaan; volgens het Christendom heeft de
moraal haar oorsaak buiten dea mensch, volgens
het pessimisme in den measeh zelven. Dat het
pessimisme ? hetwelk niet van gisteren
dagteeient?thant meer op den voorgrond treedt, aal wel
ztfn toe to schrijven aan de vermindering van het
geloof, niet van den godsdienst, welke beide niet
mogen veiward worden, want ook ce onffoloovige
kan godsdienstig of liever reugieue ztfn. Het »
maar de vraag, wat men oader dien naam ver
staat Er wordt tegenwoordig coo velerlei onder
den naam vaa godsdienst aan de markt gebr ''
.dat men dat woord niet dan met o " "
kan gebruiken. De geloovigt vindt ia rijn
verttohweu op e«n Uefflrtk v*dat tMoet b? de
étlande van net leven. De dfahter van PetiSnumot
mocht da natuur nedlooe wreed noemen, toch
BMeade hö dbVadafhéad la kei l«vaa
tobMpfnren en gaf zich met blind geloff aan dien Tader
ofte. Vtrdrtlnt dat geloof, ètf»
mèw «n fteeV bc*
S» P EEN DUIFJE,
.Va
ANAKRÊON. .
Ifefdaifje,
Bet dnltfe.
hullov,
die ia
gedrija heen, ag a!
om de lasten, die hem
den, moedig te drtgcfl.
zekere standen
vele
iwak,nau>tllobwiB«D|
' l door t« ml i '
d«r on
Dia de behotA* na W*, Wttt o
verlooclwnt of bettrUdt, nroWdtMU zteh tot
dé dni*t«rnis an beeft itfn hel aan zich zel
ven te danken.
Verachtelijk b het volk, waar de mannen
niet weten te geven en de vrouwen niet
weten te weigeren.
- ? w- n~m ~-t -. -T*^"* ? t**fc*
Anakreoon die
Kaar 't knsftto
Dio nn riks hart
Ea in zijn dwtogtaadfl houdt.
Kuthera a 1) maagd verkocht mij
Als prtys ontving a* een liedje,
Anakreon nu diea ik
Door zulk gewichtig portje. 3)
En nn, zooals g» aftn kttnt,
Bezorg ik «flne brieven.
En spoedig,'zoo belooft hij,
Kiijg ik de vHJheld -^3~
Jf a»r ik, schoon bfl
Bl(jf toch W hem etéedf
Waarom toch rond te vliegen,
Op bergen, veld en boomen
Ify neder to gaan aeiten
En wilden kost te eken?
Nn voed ik mij met krdimle*
Tan 't brood, dat ik koSTpikked
Uit meesters eigen handen.
Hy geeft mg zelf te drinken
Den wfln dien h(j mfl toedronk;
Na 't drinken ga ik nupplen,
Belemmer rott mj)a wiegjes
Mjjn meester; ga ik slapen,
De luit is zelf: mjjn rustplaats.
Nn weet gvj alles; ga dan,
O men?ch, pij hebt mg erger
Dan kraaien zelfs doen snappen.
U ApSroditJ (Tenns) naar het «Hand TtnthCra, dit
oncUr hire bescherming utond, tliltw genoemd.
2) Als posüllon d'amonr; zie twee regel* verder.
A. Flamènt.
OPMERKINGEN.
Wenschelljker is het voor e/m volk. dat
de vrouwen er op mannen, dan dat de mannen
er op vrouwen gelijken.
Menschen daar niets van te zeggen valt,
worden ia den regel geprezen boven men
schen, dnar icls over en op l* zeggen is, en
toch zijn deze laatstcn veelal van hooger
waarde dan de eersten.
Rethoriek en fraseologie zijn voor letter
kundige huurlingen, wat blanketsel en op
zichtige tooi zijn voor lichte vrouwen.
De meeste onwaarheden worden verkon
digd uit waarhnidszucht.
Velen zoeken het geluk, waar 'het niet te
vinden is, en waar het is. willen zij het
niet vatten.
tJalf vertrouwen is geen vertrouwen en
vernedert zoowel den gever als den ontvan
ger. ?» Vertrouw niemand geheel" is de leus
van een kwaad geweten, zich eigen zwak
heid o£ bedrog bewust.
Alle groote bewegingen, die de wereld
veranderen, beginnen roet geraas.
Die onder d\\alenden verkeert, wordt hun
makker, als hij de dwualliclujes naloopt, doch
men smaadt hem, als hij den weg uit het
moeras instaat.
Gemeenzame manieren zijn een teckcn van
zeer groote of zeer geringe beschaving. De
middelsoort schrikt voor gemeenzaamheid,
omdat zij vreest er door te dnlen, iets waar
voor noch hoogheid, noch luagheid behoeft
bekommerd ie wezen.
Hij, die de rechten, welke hij zich zelven
aanmatigt, ook nwt nan anderen toekent, is
een lyran. Daarom zijn kinderen veelal
tyranncn.
Spotternij is een nnllig geneesmiddel, raaar
men moet er voorzichtig race omgaan, want
te veel en te onpas gebezigd, vergiftigt de
dosis dikwijls, zoowel den gever, als hem,
wien de gift toegediend wordt.
Die het goede willen, kennen het dikwijls
niet, en die het kamen, willen het dik wij b
niet, vandaar dat beiden meermalen he'.zollde
kwaad uitvoeren.
Wal, door eigen kracht gedreven, vooruit
gaat, is duurzamer, dan wat vnh buiten af
voortgestuwd wordt, al gaat het ook een
poos sneller. Bij 't onderwijs schijnt men
dit thans geheel te vergeten.
Bezoeken uit beleefdheid laten slechts op
geschikte figuren en opgeschroefde gezichten
zien, de taal echter, die men er hoort, ver
raadt nog duidelijker de valschheid dier ver
tooningen.
Onbeduidende en slechte menschen hebben
gemeenlijk veel voor; doen ztj lage of domme
dingen, dan vindt men dit natuurlijk; han
delen echter goede en groote raenschen eens
verkeerd, dan worden zy mei eten vinger
aagewezen.
MTS.
An AfcettM» « Aa
Radtoaflaa
Polrtifrbvtae
emnal dflenna: ow <nM nmtt
? Th* Millionatre, part TL ? The
. ? A polte.love-etory:
1
Die de kerkgenootschappen bestrijden, be
strijden meer de tyrannie, welke deze uit
oefenen en de onkunde, die ztf dikwrjls
kweeken, dan de religie (d. i. de verbintenis)
selve. Zij doen daar goed aan, want
gelykgezinden en gelljkdenkenden dieden elkaar
te steunen en fe trooiten. Slechls roofvogels
gaan alleen op buit uit Er moeten dus nog
neer kerken kotden.
Geloof aan schuld, en g(| zult ze vinden;
geloof aan onschuld, en zij zal u niet
verwrgen blijven.
Het meest praktische, maar bet minst
edele middel om andersdenkenden te be
strijden, bestaat daarin, dat men ben per
soonlijk aanvalt en bespottelijk maakt.
Wat krachtig is moet een stoot kunnen
doorstaan; het zwakke alleen valt bij den
eersten windvlaag.
Vloeken zijn niets anders dan
gevoelsklankeo, als de schreeuwen bij dieren, en
die door de taalkundigen tuuchènwerpselt ge
noemd worden. Zij dienen als muziek bij
grove aandoeningen. Een veelvuldig gebruik
er van. bewijst bovendien gebrek aan
menschelijk taalvermogen.
Jaloerschheid en Nijd leven van laster,
die dus dezen overwint, doodt genen.
0. P.
BERICHTEN EK MEÜEDEELINGEÏF.
De koninklijke Yergiliaanscbe akademie van
weten BC happen en kunsten te Mantua heoft een
Vergi'.iua-albvm uitgegeten, ter gedachtenii van
het negentiende eeuwfeest van'a dichters geboorte.
Pit album bevat o.a. ean redevoering door Tnllo
Maunrani: een brief van Ter«ntio Mamiaai: venen
ter eere van Vergi'ius door Giaeómp Zanelk: en
Teunyion'B odo op den dichter; d» bdBtt^èittd*.
Nioetoenth ccntory reracheen, door Hdnfivii
ferUald. Baitendiea aqn er aan de oóVtpronkelQke
b^dmffen eenige belangrijke historischedoconjenten
to'gcvoègd.
Te Leipxfe xal opgeiiekt wordro een ZeittcJurift
füf KeaKhnfltarsa&ng mul verwandtt QéUtte.
Het cal staan onder redactie van Dr. O. Betold
en Dr. F. Hommel van de Mtmchen'ioaé univer
siteit. '
De eerstvolgende deelen der Englisb Men of
Letters zollen behandelen: Adam Simth, door
Leonard H. Conrtney, Sir ffiiUp Sidhèo door
J. A. Symonds, en Bcrkeley door Prof. Husley.
Mrs. Braddon heeft een nieuwen roman in drie
deden ter perse, gesteld Phantom Fortitné. Ho
zal in het begin der volgende maand bét licht tien.
Paul Mtytr heeft nn te Kortrijk andermaal
een oud-fransch handschrift ontdekt. cM if,een
fragment van een berijmd leven yuf den heiligen
Thorao» van Cmnterbury, dateereüde tilt de 13e
een w.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Neüarland&chc Spectator. Berichten en mede
deelinaen. ? Een pamflet tegen Mornifc, dóór
Dr. l'? J. Blok. ? Prins Ben, door Piet VHtchtig,
? Flukse!. ? Briefwisseling.
De Gids. A. S. Kot;, Shakespeare in wapen
rusting. ? Mr. C. Babe, Uicbaid Cobdett
(veltvolg). ? Jfr. J. y. van ffall, Het
HefKéblWJriïtooitcel in de Fransche hofkringen gedurende dé
achttiende eeuw. ? Industrie en Toezie1, door
D. llaitet-clt. ? Koloniale litteratuur, door Prof.
F. A. van der I/.th, benevens politiek overzicht.
TgJspicgcl. Dr. R. C. B. Bomer, Öoosl
bezoeken m do 18»eeuw. ? Dr.A. J.O.T
De kleinste lovende wezens^ ? Dr. ff.J.^ ..
dé Jonge, Efü Indisch tooneelstuk.?Beeeasies, ana
Leeskabinet. Zal hij ze wedervinden. door Fh.
van der Maat. ?? OonsoienceV standbeeld. ?
Misverstand door E- Sntartk. ? Isehia.
Vragen des TÜ&. Ter AmsterdamBehe tentoon
stelling, door J. R. de Krug/f. ? Het voorloopig
verslaa over hetweMbntwerpopdenkinderarbeia.
door Mr. A. Kcrdj/k. ? Uit dé geschiedenis vaa
den Tien Etat, door Mr. B- H, Pefattartny.
Wetenschappelijke Bladen.
Beroemde Moeden. ? Cavourt leerjaren. ?
De ziel der mieren. ? -Hitro-glycerine en dyna
miet ? Ovenieht.
Indfsctie Gids. J. A. f. S. Kniphortf, Korte
teruibhk op do Molukken en N. W. N. üuiaèa.?
P. J. Koorenan. De feitelijke toestand vau
Öèkb«s. Landbezit (Yérvo^r). ? Varia, ? Corres
pondente. ? Koloniale litteratuur. ? Weten
schap en Industrie. ? J. van der Spek. Over hét
Boeddhisme in China (Vervolg).? Bén lief
WOBdiae'je door M. O, Frank (Slot).
De teiitoonstellina te Aauterdam in 1883, ?
TheoA. van 3fcur». Op de Hooge Borst.?fohan
de Meester. Uit eea reisboek. ? M. O. U. flttoer
Voor honderd jaar.? Cortelie Httygeiu. Weder*
gevonde?. ? Theod. van Jfeturè. Eea vi
dichteres en haar Heraut.
National Reoiew .
8ir Barüe f rere.
?? Earl of Oarnarvo*.
Joh* Jnd'ffo. Are we d ,
der. ? Henry_BlactHMfn.
W. Sdüle 35WV. The Nw
Lord Hurrü. The deyekpmeat of orioket. ?
Alfred jituHu. The reteüoa ol löeratare and
«Wn»Mty of
nel toanel aeheme. ? Letfa
Aa Kabaa offidal ander:
Tto Ntneteentk eettimy,
W. E. Qladttoit», ,8oati, ,
Oarl Qmy. Irelaad and the Empire. ? ff.Q.
Antold-Fonter. The UberalideaaailtAeeoIoaM,
W. BromUy&ivenport. S^ajoa-Fishiag. ? tt
Kegan Paul Clergymen ab head-masUri. ?
Ameer AU. The UfoproWen of BeagaL- JON*
r» Arthur Jones. The Theatre aad the
M«h^Wtlfrid Word, The wisa to believe. ? Dr. W:
ff. Husselt. Memarles of beaia. ? Sir PoMe*
L. SfaedougaOt. Have w* an amy- ? Lor*
Jtutlce Frj. Iiwquality ia punWimeBt-Jbiep»
Reinach. Kepuhhcan prospêote ia France.
FortnigtMy Beview.
Poliücs ia the Lebaoon. Bvan BngushreeideA
Yaohtin*: Cruisin» hy «r TWma» *«J^r
Racing by Dixón Kemp. ? Baron de Matortie.
t lor the %yptians. ? Mrt. Jrmtrtayk,
^m Drese. ? Auberon Sertert. A. pofitk»a
in tronble. Dr. Botert Brovn. Twelvemonthsof
travel. ? Ernest Hart. Forty yean in the deserf
? A.O. Sinnett. Anglo-Indian complicatioasand
the k cause. ? Henry Karma*. Eahph Waldo
Emerson. An ethica! stndy. ? The raofad pro1
gramme II.Moatttrea. ?Home and foreign afiairs.--i
John UoUingshead. Stage decoration, a
postsonpt,'
Sfodern ThougM.
J, M. Grigor-AOan. AdvantageBff a enahnel.
tunnel to onr enemiea. ? JfS* TWJwi*. Hsn'a
business ia life. ? Schuif WOson. A gigantio
PbOiatine. ? Mary Boole. Afnueralattheabhey.
? George Harrii. The true criterion as to tha
ernehy of virisection. ? Charlet Royert SeottiaS
humour. ? W. A. Chad, Boscatcen. Babvlonian
legend». ? House of Lords fiftyyearsago?Tha
Romance of Enropean rivers etc. ete.
Nieuwe uitgaven i» Nedertand:
Alberdingk Tlujm (C). In Wn dag ver=
welkt. Roman voor jonge dames. Amsterdam
Jan Leenderta. Port 86. ."'. . . . '. .?1.90
Amstel (A. vaa dea), Joaa Wfllenf van
ipperda diplomaat en krijgsheld,
Histo,jou-romatrtïch tafereeLafthet laabt der
17e ea het b»gtn der 18e,««nr. 8 d^éit , ..
Haarlem, J. J. van Bred«jrod«. fc 8».. . . 4^
dito, De mannea omer vaabiaadsBhe
letterkunde, tca bBaoéva vay oitaerwgafca
naar de harte teoaae» bewedctTlf.
(Bflardflk). Dókku», J. Kromsigt. 8^.5». Per
mdeL . . . . . ... ? ?"* .? '? 9 SWw
Dahn (Ëeux), Feficita». Hjstoriadiftroman
uit den tijd der volksTerhnüfaff. (*o. 476
n. Chr.) Uit het Hoogdnrtach door A. T.
van Dragt Amhen», J. Binif» Jr. Post 86.
» *>&
L40
1.90
Maagd. Episode uit
Christendoms. Naar 'tFrans*h."'sBoscn,
O. Motnwni. Qr. 80. .........
Jorissen (Dr. E. J. T?.), ÏBn advies ovejf
het Rapport der Volkttaad-tymnuane in
cake Bank-Cpnceim, ena. Utrecht, J. IT.
Be^n. Gr. 60. (47 bl*.) . . . . . . . n 0,7»
Mulder (G. J.). Levwasschets, door hem
i ver. % dlh. Tweede nltgaw. .Utrecht^
ibr. vin der Post Post 80. . . . . . .
Cella, Tegen deh stroom op. Een ver
haal voor de jeugd. Met platen. Tiel, H.
C. A. Campagne 4 Zoon. Post 80.227 bw.)
Dandet (Alphonse), D« Evangelirte.
Paryiche roman. Uit het Emnseh naarde ze
ventiende uitgave door J. 0. de Bóodè.
'B Gravêabage, Monton <t ?o. Ch-. go. . . ? l.SO
Dijiérink (Jobs.), De vrgtteBin& v«n den
eed voor de Doopsgezinden. Vermeeruerdo
druk uit npe Gids van Oet, en Nov. 1882
Haarlëiri. De Erven Loosjes. Gr. 80. . . ,
Euripides, Hedeia. TrèuripeL In de
o,or«pronk«h5ke versmoat uit het Qrieksch
vèrId door A. Flament. Amsterdam, J. F.
en. Post 80. . . . . . . ? ? ? ? n
fier, Nederlandsoh-Gnyana. Vertaald
.t. Postel. Wiirtewwgk, G. J. Af
brocbt| FOK 8o« « * ?««?«???f
Kielstra (E. B.) Beschr§viog vaa den
AMeh-oorlog, met gebrnamaking der
omcjeele Wonnen, door het Departement van
tColonten daartoe afgestaun per afl
Valetonff
>?;
b. n.
,150
1.25
1.80
1.
L90
«. ?>-''"? i
LOUISE VON FEANgOIS.
Eea Levenatohet» vaa .W. Lackowtta.
Het was in het jaar 1871.
Kaanden lang t» de MeeU awogehheid ala
door een zwaraa Sak beVanjffei geweert; gr
ander denkbeeld vermocht ih den Mart der
langstellenden op te komen, dan het d«
der dnteendOT, die daar op het vejkt
tegenover dkaader étondea, waaroyw
des doods onafgebroken ignnrartevlMgebl
ii itjuMiip *m ? '
Nn *as' het iwaartepunt véa den oorlof
hereikt-het gcdraïs d«r vrtd*Jag«- ^^ *-**
der kanonnen verdween meer ea
verte ? do «Komaan lagen voor Parijal
De kooftdiphöge 19808188 begoa av
minder te ?worden, de meuohea haalden
adem. Niet meer 100 haastig «reep ieder
? ^^r ? i& ? m,."? * ? ? «
de nimwH^adeii, de werken
hin wM weeï te doen gelden.
Lang behielden wel is waar de
-jK3a-::zfep iflt den geweHig»
der feuffletoBB nof dea bovent
boeken beheUden nog Wngro
* ~ de kaneumn i
V:der vertetóng.?" _ ,
,v?r.. S**!* verlang** eind«^k ook1 _ _
t&tam naar deo pain vaa rutt en vod*;
Toen trad emverwachtj - böma gtJBkttjdigUM*