Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Sinto «M ontvoerd. ZQ vootMide Homo, dat h|
£a*7 sou wedervfedea, en ried hem «n iai
verbond t* treden metSoe^wo den konii«deTAp«,
ook Sworoa aeneetea, dia eenmaal na veldheer
Eu w^den? enmet wkn. bel»lp hö3en woeeton
nuanvortt nh'-somoeko overwinnen «m.
Er was ..- .. roornMra kloweiiaar, Bagawaa
Hoetaoa genaamdT wiens wouw MM Widhodarl
oi entelin was. Door den Invloed van Bathoro
Go«ro baarde dluw Wedhodari twee «>nen eneen
JoohUr. De oudste Baliradja of Soebali, had de
Mdaante van e«n rhinocero», de tweede Soegriwo
of Sigarowa, had do gedaante Yan «on MP. D»
dochter heette DBOWI Handjani, on baarde een
won, aan wien de naam van Hanoman gegeven
werd. Zulk* geschiedde ingevolge de verwenscbinK
haar door baar moeder aangedaan. Dhewi
HanaUnl «u itom, kon niet eten of drinken, en
hield zich op aan see. Deze Soebali werd vorst
der dieren te Lager» en Labakore, en ook Soe
griwo had heerwhapptj over de dieren,
hofhondende in de grot Kiskendo. Hatoman heette ook
Dhoypati en Boyosoeto, en bad eene witte
go(Slot volgt.)
(Be «nrflver aenUnl aan eene Javaaniche be
werking van het bekende Indische heldendicht:
Jtamajana zijn verhaal ontleend te hebben.
Vreemd klinkt dus Toor velen o. a. dat Ra-ma
een koning der apen soa geweest zijn. Dit straat
geheel met hel Indische gedicht, w»»"»"?»1»
o. s* den inhoud vernemen kan in de Oias (let»)
door Limburg Brouwer en ook bU Dr.
Doorenbos, Handleiding t. d. Gejch, der Letterkunde.
8de ed. I W. 7 wl.
GEBED.
Gfl gaaft me, o Heer, den schoonstea bloeien,
Uit uwen hof rol glans en goud,
Geef dat ik liefderijk steeds bewake
Wat ge aan mijn zorg hebt toevertrouwd.
"Wat de aard' voor zorgen ook moog' brengen,
Zvj schenen vol van zaligheid,
Vindt elke dag en elke morgen
hart en handen mj} bereid
Geef daar de mensen, de zwakke en blinde*
Slechts vlinder is van nen dag,
Gy aan m$n kind ten allen tijde
'Wat vaderliefde niet vermag.
Ik smeek u niet om Ijdele gaven,
Ik bid n niet om goud of eer,
Maar geef het deugd en wijsheid mede,?
Op 's levensweg, o od en Heer!
TtBid niet om lange levensjaren,
God, voor de lieveTinw van mijn
bart,Maar 'tzjj ge er veel of weinig gunuo
Leer het die dragen zonder smart ;
O, leer bet al die plichten kennen
Die komen in den levensstrijd,
ED, maak bat vroom, goed en verstandig
En zegen het ten allen tyd.
Ook bid ik niet dat op ayn wegen
Geen liideuskelk ooit daar zal ZIJD, . . . *
Een menschenlot hebt go 'tbesohoren
Tol storm maar ook vot zonneschyn.
Slechts bid ik dat, bü't hevigst barnen,
Uw englenschaar het begeleid ,
Bewijst 't?o toorn niet» 't is mHn eigen,
|fyn heerlijk kind, Barmhartigheid r
Daar staat het, lieflik en onschuldig,
Bog zonder zonde en zonder smet,
En ik hoop dat het nog vele schreden
Op 's levens kronkelpaden zet.
Maar, moet uw groote wil geschiede»,
Moet m|j mijn hoogst geluk ontvhên,
Neem het dan rein wér uit mjjn nanaen,...
Laat mij 't daarboven wederaienl
naar het Duitsch
van Gustav Weck.
DANTE BIJ SET KLOOSTER
? SANTA CEOCE DKL CORFO.
Ver van 't gewoel der aard, ton hemel opgeheven
Omzoomd van Marga's vloed,
Verheft zich Santa Croce, beeld van yreêtrots
? ('t leven
Trots 't bruisohen aan zijn voet.
t Was avond, en de zon verguldde met haar stralen
Des kloosters tin en trans,
En Sion's vrede bruid scheen bier op d'aard te dalen,
;' * Om 't hoofd een stralenkrans.
Voor d'oude kloosterpoort stond peinzend daar
(te staren
Een vreemdling, afgemat,
Zijn Toorhoofd diep g-groetd, Btyn aanschijn het
* (ontwaren
Hoe hu geleden bad.
Pat hu getuigen kon, hoe hard het valt te derven
Een eigen baard en disco,
Wat smart deu banneling het altyd bange zwerven
Langs vreemde paden u.
Hem dekte 't pelgrimskleed, uit linnenruw geweven"
By 't laatste zonnelicht
Scheen meer dan aardsehe geest de trekken te
(beleren
Vu 't ernstig aangericht.
Hu" peinst... niets stoort itfn rust, zelfs niet het
(dreonend kraken
Der oude kloosterpoort;
Hij ziet dien kloosterling niet langzaam hem
(genak*n
Maar starend peinst hg voort.
1)e monnik stond verbaasd..... Was 't een het
(graf onttogan
Dat wezen eenzaam groot?
Was hy een ziener God», uit oden lang vervlogen,
Getuige na dan dood/
Du, eindlek waagt 1$ het do stflte te verbreken
En richt tot hem het woord:
;Wat zoekt gfl, vreemdling bier, in deze stüle
(streken. T
Maar deze peinst steeds voort.
Hog tweemaal klinkt dia Traag-., daar richt da
(pelgrim d oogen
Omhoog, hy antwoordt hem *
Die «wagend D$ hem stond, hjj antwoordt diep
(bewogen,
»Da Vredo" klonk afn aten.
De vrede. Ja dat tocht sinds lang op »l»<Jn wegen,
Die balling zwervensmoe
'Sa uit d«t klooster, da<r zoo kalm, zoo stilgelegen
Btraalt hen die tftda toe.
nonaMfizQa &««%?wievan
Wie kent, wie kent dien n
JDadragen van da Po. tot 'aan dar Alpen kronen
Bn waar da TOw vliat
Ia t klooater werd MJ na met liefd' en eer onfc.
(vangen,
H|J vrien tot lanwerkroon
Da doornen van 't genie bat adel voorhoofd
(prangen
Florence's grootste zoon.
A. Flamejjt,
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Buzton Forman's lang verwachte editie van
Jftafo, zal nu spoedig in vier ootavo deelen bet
licht zien. De tekst der gedichten, door Keats
zelf uitgegeven is nagezien volgens de eerste uit
gave, en allen zjjn, voor zoover dit mogeUJk was,
vergeleken met 's dichters handschrift. Een groot
getal brieven aan verschillende personen, nu voor
bat eerst uitgegeven, brengen het geheele aantal
op 200. Onder de illuttrat es vindt men v jjf authen
tieke portretten door Severn, Haydon en Hiltpn,
en een schets van Keats' graf naar een teekening
door Samuel Palmer.
E. A. Brayley Hodg«tts heett de laatste hand
gelegd aan eeue EngeUcbe vertaling van
Nemerovitch Dantchenko's Pcrsonal Itemlnisunces of
General Skobelcff. Zij ui by Allen & Co. in het
begin van November het licht zien.
Bft Elliot Stock is een nieuwe dichtbundel ter
perse van Philip Bowke Marston, Rosselii.a en
Swinburce's vriend. De titel zal run, Windvoicci
en de inhoud bestaat uit poems, ballads en sonnets.
De grooto verzameling documenten bewaard in
het Indische archief te SeviUa worden nu gei
angschikt en gecatalogiseerd, Men heeft een lyit ge
vonden met de namen van al Colutnbm'
med#erellen. op twee na. en er is veel liclit verspreid
over de verbinding tuucben Columbus en de ge
broeders PJUiOD.
De Russische Revue geeft eonig» stattsti'che
opgaven omtrent de universiteiteu in Uaaland.
Die van Moseou heeft er 2130. Peten-burg 2052,
Kiow 1475. Dorpat 14'2Ü, Warschau 1003. Kazsn
echter heeft hot grootste aantal professoren (109)
en Warschau de grootste bibliotheek (362000
deelen).
De langverwachte biografie van Haicthorne, door
zgn KOOU JnUau Haws horne, is terpewebüsgood
(lioston). /ij zal ju twee doelen zijn, met ver
scheidene nieuwe portretten en illustratie».
In de October-aflevering van Harpers Magazine
zal het eerste at.uk cnuei' nieuwe novelle van
William Black verschenen, getiteld: Judith
Shakespeare, h'r lovu-affairs and gther adventuroi."
Het verhaal speelt te Stratford-on-Avon in den
tjjd van Shakespeure, die zeil' aU een der karakters
optreedt.
Eates and Lauriat (Boston) kondigen een
geillustreerde editie van Carlyly aan, in 20 deeloo,
voor deu pr\js van 100 dollars.
Een Finsch geloerde, KaarloKrohn, tieeft
Esthland doorgereisd om volksliederen te verzamelen,en
de vondst heeft ieders verwachting overtroffen.
In n zomer heeft hy er meer dnn 1000
byeeneekretfen, Koodat de Finscho Maatschsppy van
Letterkunde er nu reeds meer dan 13000 tuhaar.
bezit heeft.
Coquelin is bezig aanteekeningen te maken voor
zyne herinneringen aan Gambetta," waarin h|)
vooral zal wyzen op de buitengewone gav^n als
kunit-criticus van den groot°n staatsman. Tevens
is er van hein ter per.*e L'Art de Dirc Ie
JlfuMoloaue, waarin ook de oude questie wordt be
handeld, hoe men verzen op het tooneel moet
zeggen.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN,
Inhoud van den Nederlanclschen Spectator:
Berichten en mededeelingon. Hendrik
Conscience, door dr. Jan ten Brink. Dr. Johannes
van Vloten, door dr. M. F. A. G. Campbell.
Vontengnnst, van A. C. S. Wallis (Slet), door
dr. W. Doorenbos. Nog eens de Westersche
oorsprong der Ch-neeien, door Koorda van
Eysinga. ~ Roman-vertaling, door A. Havee.
Een visioen, door Holda. In den Zauityd, van
Victor Hugo, door mr. J. E. Banck. Pluksel,
Nor d und Süd, (Oktober). Levin Schikking.
Martvrer oder VerbrecberV Ph. Zorn. Stein und
die Heform der preusstscben Vertvaltung. W.
Lübke, Die Maneoverehrung in den
erstenJahrbuuderten. 'Ernst von WMcnbrwh, Das
liezenlied. A. Geyer, Vom Hobeustaufen ziim
HohenzoHern. H. 3f. ScltMterer, Hio ersten
franzó'sischen Opernvcrsuche (Schluss.). F.
Kêller-Leneinger,.. Kin Besuch in Lisaabou.
Ludwig Piflsch. Die internationale Kunstnusstel*
lang in München. Lovin Sohucking. In
Memortam. Bibliogisphie.
Vlaamsclie Kunstbode. (16 Sept.) Jongmah
gesteld (slot) novelle door Callebert Rcynaert:
Daphne, dramatische cantate door Dr; E. van
Oye. Twee gedichten door W. d« Jonghc.
Bij de onthulling van Conscience's beeld door
C. Wolfs. Herdenken door &. Mf»s.
Colderon (slot) door E. van Dergen, Tuoukunde.
Conicience. Kroniek, etc.
Nieuwe Uitgaven in Engeland.
Wattean bf| J. W. Mollett (Grf at Artists)
Q, Loeit, Ballads of the Cid. . . .
8. W. Beek, Gloves, their annals, etc. .
Sir T. Brancy, The Britiich Navy, V.5.
W. Jonts, Orowns and Corbnations. .
L. Mc. Currich, Flanetarr distancea, .
CoUridpe't, Ancient Mariner, ill. by D. Scott
G-. A. Sala, Dutoh pjctures. . . ...
/.^«UoM.Humour & Wit of the 17th century
Mrs. Sraddon, Phantom Fortune 3 vota.
?1.60
» 1.60
.4.90
B2.30
. 4.90
1.30
2.65
* 3,30
4.90
20.55
uitgaven in Selgié.
Edw. Mertens, Hendrik Conscience,
Levensbaschryving met eene plaat, voorstel
lende Conscienoes beeld, naar een teekening
van Frans Joris ........... 0^0
Nievtce vitgaven in Nederland,
Dr. E. Verwas en dr. J. Verdam,
Middelnederlandsch woordenboek No. 6. . . f L
P. R. Boa, De landen en volken der ge
heele aarde, in hunne ontwikkeling en hun
tagenwoordigen toestand. Per afl. . , . 030
Dr. Heinrich Schmid, Handboek der Kerk
geschiedenis. 8.
Militaire Zaken.
EEN VOORSTEL TOT REGELING VAN
HET MILITAIR ONDERWIJS.
Slot.
Twee middelen boden sich aan, om het
beletsel, dat het adtnisrie-examen aan den
toeloop der adtpicajttea ia den weg legde.
op te ruimen: inkrimping van het aantal
vakken by het eindexamen en verlenging
van den cursus der applicatie-school met
n jaar. Voor het eerste middel werd
heritemag der wet van '63 vereischt; hierop
kon niet worden gewacht. Het tweede middel
verdiende alleszins aanbeveling. Neemt men
in aanmerking, dat de adspirant-ingenieur te
Delft ztyn studie aan de polytechnische school
gemiddeld in eet jaar voltooit, terwijl de
toekomstige genie-officier dezelfde vakken,
en nog meer, in drie jaar moest doorloopen,
dan plukt hieruit op voldoende wijze, dat
een jaar langer verblijf aan de
applicatieschool inderdaad de beste oplossing was.
Men heell ook voorgesteld net
admissieexamen af te schaffen. Behield men echter
den korten opleidinguyd aan de Academie,
dan lieten zich de gevolgen gemakkelijk
overzien.
Nog moet onder déredenen worden ge
noemd : het openstellen van een
gemakke1 ijken, zekeren en min kostbaren weg, die,
buiten de Academie om, lot de
officiersbetrekking voerde. We vinden hier een
geroede aanleiding om een en ander mee te
dselen omtrent den aard en de ontwikkeling
van het zoogenaamde wetenschappelijke
onderwijs bij de korpsen.
Dit onderwijs is in liet leven geroepen,
om jongelieden in het leger, die uitmunten
door beschaving, gedrag, aanleg en ijver, de
gelegenheid te openen tot het verkrijgen van
den 2den Luitenantsranjr, zooals de minister
van M ui ken beweerde in*'de memorie van
toelichting van het wetsontwerp van '69.
Toch gelooven wij. dat veeleer die weg tot
de officiersloopbaan geopend werd, om als
lokmiddel te dienen voor het verkrijgen van
een voldoende hoeveelheid kader in het leger.
Door de achtereenvolgende organisaiien in
'08, '09, '70, '73 en laatstelijk door hel ko
ninklijk besluit van '80, gewijzigd in '82,
werd dit onderwijs op voortdurend hechtere
grondslagen gevestigd. Leerstof en leertijd
werden uitgebreid, doch de kennis vermin
derde na 1872, omdat de regeering een steeds
grooter aanial olficièrsplaatsen voor deadsp
ranten, uit het leger afkomstig, openstelde.
Het behoeft wel geen beloog, dat door dit
kunstmiddel tot aanvulling van het
olficierskorps het wetenschappelijk gehalte daarvan
slerlt verminderde. Herhaaldelijk is van de
zijde der volksvertegenwoordiging aangedron
gen op een depelijke regeling van het weten
schappelijk onderwijs bij de korpsen, liet
is dan ook voor veten een raadsel, waarom
hel middel niet is aangegrepen, om, door
hel oprichten van opleidingsscholen in het
leger, den stroom der jongelieden naar de
Academie te leiden. Reeds in '69 drong men
aan op wettelijke regeling van het
korpsonderwijs. Had de regeering hieraan toe
gegeven, dan zouden wij ihans op het gebied
van het militair onderwijs zeker veel verder
gevorderd zijn. Een nieuwe poging tot re
geling van hel geheele militair onderwijs bij
de wel, in 1882 aangewend in den vorm
vnn een zeer zaakrijk en waardig adres lan
Z. M. den Koning, heefl ons ongetwijfeld
een groole schrede verder op den weg van
vooruitgang gebracht.
Een laatste reden voor de geringe bevol
king der militaire Academie in het tijdperk
van '72 tot '78, lag nog in de weinige sta
biliteit der wet van '69. In het leger was
een machtige partij vijandig gezind ten op
zichte van het beginsel dezer wet: aanslui
ting van het militair onderwijs bij het mid
delbaar onderwijs. Gehechtheid aan het
ouden onbekendheid mei hei nieuwe waren
de hoofdoorzaken van deze reaclionnaire
ftrooming. De parlij van reactie scheen haar
weg ook gebaand ie hebben naar de bureaus
van hel departement van Oorlog. Dit bleek
uit de drie achtereenvolgende mislukte po
gingen, om de wet van '69 ie doen vallen
en daarvoor de regeling van 'Ü6 weder in
de plaats ie stellen. Een vierde poging werd
helaas! mei Fuccès bekroond. Het wetsont
werp van 30 Mei 1877 werd aangenomen,
en daarmede staan wij thans weder op hel
zelfde slandpunt als 40 jaren geleden. De
africhlingsscnölen - bloeien rneer dan ooit.
Men heeft getracht, door meerdere vrijheid
aan de kadelien to verleenen en door uit
gebreider loezihct, wanordelijke looneelen,
als voorheen plaats hadden, te voorkomen.
Het bezwaar, dal 300 a 400 jongelieden ie
vroeg hel ouderlijk huis hebben verlaten.
moet zich, wat men ook doe, aan de op
voeding wreken.
Het valt moeilijk, thans reeds een volledig
oordeel te vellen óver de werking der wet
van '77, De resultaten van de jongste over
gangsexamens waren verre van gunstig; moet
dit toegeschreven worden aan ie veel vrij
heid of ie beperkte voorbereiding ?
Wij meenen door dit geschiedkundig over
zicht op overtuigende wijze ie hebben aange
toond, dat het militair onderwijs dringend
herziening behoeft. De vraag is alleen, welke
veranderingen noodzakelijk zijn, om dit on
derwijs op de hoogte van zijn tijd te
brenen. In verband met het voorgaande moet
e eenige redelijke oplossing van dit vraag
stuk gevonden worden in den terugkeer tot
de beginselen der wet van '69. Wil deze
wet echter levensvatbaarheid bezitten, dan
moeten maatregelen worden genomen, die
een voldoend aanial adspiranten verzekeren.
Waarom zou men daartoe niet gebruik ma
ken van het meermalen aangeprezen middel:
het oprichten van een of meer scholen in
het tager, die voor een deel de stof verschaf
fen voor de militaire Academie. Deze
voorbereidingsscholen houden dan in de plaats
treden van de ihaiis beslaande cursussen en
hoofdcursussen, die, zelfs in den
tegenwoordigen verbeterden vorm, geen recht van be
slaan meer hebben. Gaarne erkennen wij,
dat van hel leger vele officieren afkomstig
«yn, die, .gedreven door een edelen wedijver
om sich op feiyke) wetenjchappéltfke hoogte
te plaatsen als hunne kameraden van de mi
litaire Academie, thans een sieraad van het
Nederiandsche en Nederlandsch-Indische le
ger vormen. Ook schatten wy de meerdere
practische geschiktheid van de officieren, van
de cursussen afkomstig, gedurende het eer
ste paar jaren niet gering. Doch het ont
breekt aan velen van hen, aan voldoende
uitgebreide ontwikkeling, om met lust de
studie in de offlciersloopbdtm voort te zetten.
De practische geschiktheid der
adspiranlofficieren moet verkregen worden in en niet
builen het leger, zooals thans aan de militaire
Academie. De theoretische kennis der adspi
ranten daarentegen buiten het leger aan in
richtingen, die gelijke wetenschappelijke op
leiding voor allen waarborgen. Het den kapitein
der infanterie Van Dam van Isselt, op het
gebied van het militair onderwys zoo gunstig
bekend, achten ook wy, ter verwezenlijking
daarvan, noodig.
a. een of twee adspirant-cadetlenscholen;
b. een cadettenschool te Breda;
e, een Militaire school te Delft.
De adspirant-cadetlenscholen zijn
hoo/dzakelyk bestemd voor de leerlingen, wier
ouders hun verblijf hebben in de overzeesche
bezittingen en voor de jongelieden, afkomstig
van het platte land, waar geen hoogere bur
gerscholen aanwezig zijn. Hel admissieoxamen
voor deze scholen komt overeen met het
overgangsexamen van de Ie naar de 2e klasse,
het eindexamen met het overgangsexamen
van de 3e naar de 4e klasse van de hoogere
burgerschool. De cursus duurt twee jaar. De
adspiranten kunnen ook dadelijk toegelaten
worden op de 2e klasse dier school. Het eind
examen wordt als schoolexamen gehouden.
Alvorens toegelaten te worden tot deze
school moeten de adspiranten minsiens neytn
maanden in hel leger, b$ het
Instructie-Balaitlon ie Kampen of bij de Arlillet
e-Instructie-Compognie te Schoonhoven gediend heb
ben. Zij hebben bij de toelating den graad
van korporaal. Door hen worden enkele
oefeningen bijgewoond van den troep welke
in de plaats, waar de school gevestigd is,
garnizoen houdl. De cursus wordt zoodanig
geregeld, dat de adspiranten aanwezig kun
nen zijn bij de zomerrnanoeuvres. Geven
zij hierbij bewijzen van geschiktheid voor
hoogeren graad, dan worden zy lol sergeant
bevorderd. liet onderwijs wordt gegeven
door officieren, behalve in de natuurkunde.
Zoo mogelijk wordt voor het onderwijs in
dit vak gebruik gemaald van de middelen,
welke aan de hoogere burgerschool ter plaatse
aanwezig zijn. Aan de officieren wordt slechts
n vak tu onderwijzen gegeven. Zij kun
nen dus hunne korps- en garnizoensdiensten
daarenboven waarnemen.
De inrichting van de cadettenschool
komijn algemeene irekken overeen met de
thans bestaande militaire Academie, echter met
veel minder leerlingen. Ook de cursus aan
de cadeltenschool is tweejarig. Voor ongere
geldheden aan deze inrichting behoeft geen
vrees te bestaan. De leerlingen zullen voor
het grootste deel afkomstig zijn van het le
ger. Met betrekking tot de militaire opleiding
verwijzen wij naar hetgeen daaromtrent is
voorgesteld bij de adspirant-cadetlenscholen.
Hel onderwijs wordt gegeven door burger
leeraren, die de bevoegdheid bezitten mid
delbaar onderwijs te geren.
De militaire school wordt te Delft
gevestigd om de vele hulpbronnen, die aldaar
voor hel onderwijs aanwezig zijn. Aan de
leerlingen dier school kan de graad van
vaandrig worden gegeven.
Het komt ons wenscheüjk voor hen te ka
zerneeren, echter met de noodige vrijheden,
in den geest van de tegenwoordige hoofd
cursussen.
DO cursus van da militaire school
Ittweejarlg. De leerlingen, die allen in het bezit
zijn van het diploma van voldoend afgelegd
eindexamen der hoogere burgerschool, zijn
afkomstig van de cadetlenschool en van de
hoogere burgerscholen.
Een admissic-exnmen wordt niet afgenomen;
wel wordt een onderzoek ingesteld naar
de kennis der leerlingen, in de wis- en na
tuurkundige en in de letterkundige vakken.
Zij, die liet verst gevorderd zijn in de
eerstgenoemde, worden bestemd voor de
artillerie en genie, die in de laatstgenoemde
uitmunten voor de infanterie en cavalerie.
Dit onderzoek moet op eenvoudige wijze
plaats hebben, bijv. door aan de daarmede
belaste commissie inzage te geven
vandebeoordeelingslijsten der leerlingen over de beide
laatste jaren, door deze aan de cadeltenschool
en hoogere burgerschool doorgebracht, en te
vens van de schriftelij ke bescheiden van het
eindexamen. Om aan de leerlingen, alkomslig
van de hoogere burgerschool, eenige militaire
voorbereiding te geven, kunnen zij enkele
oefeningen bijwonen of zelfs worden opge
leid tol korporaal bij den troep, die in de
plaats hunner inwoning garnizoen houdt.
Ook wordt aanbevolen een militairen cursus
aan de hoogere burgerschool, onder leiding
van een officier op te richten, naar het voor
beeld van Frankrijk en van onze
scherpschultersvereenigingen. Het spreekt van zelf
dat vooral de leerlingen, afkomstig van de.
hoogere burgerschool, aan de militaire school
een voortgezetten militairen cursus moeien
doorloopen.
Ia dit stelsel is voor voldoende practische
opleiding zorg gedragen. De leerlingen worden
telkens te midden van het leger geplaatst en
loeren op die wijze de behoeften daarvan
beter kennen dan de cadetten, gevormd
volgens de wet van 1877.
Aan dit of een dergelijk stekel behoort
een herziening van de wet op het middelbaar
onderwijs vooraf ie gaan. Kwamen de jon
gelieden beneden cc.' 16 jaar daardoor In het
bezit van meer positieve .kennis, doop' voor
hen de leerstof Ie verminderen;'werd be
paald, dat aan hef einde' van het derde
cursusjaar aan alle scholen dezelfde leentof
behandeld moeit zyn; dat het eindexamen
minder uitgebreid en overat op dezelfde
w(]ze moest worden afgenomen, daa zou het
militair onderwijs daarbjj seker aanzienlijk
winnen.
Door een regeling, ia den geest als boven,
wordt eenheid gebracht in de verschillende
takken van het middelbaar onderwys; allo
adspirant-officieren doorloopen een zelfden,
cursus, daardoor valt de slagboom, die ben
thans op wetenschappelyk gebied scheidt; de
opleiding geschiedt op breeden grondslag;
de ophooping van een groot aantal jongelieden
onder een zelfde dak is veel minder dan
vroeger. Oe leerlingen blijven zoo lang mo
gelijk in de niaatschappU verkeeren.
Wanneer men de iaariyksche bijdrage voor
allen vaststelt op / 300, zullen ook de kosten
niet zooveel grooter zijn, dan by het
bestaande stelsel van opleiding.
Het hoofddoel van dit stelsel is blijkbaar,
om een groot aantal officieren in het leger
te voeren, die den vijfjarigen cursus der
hoogere burgerschool nebben doorloopen,
Wil men de zekerheid, dat dit doel bereikt
wordt, dan staat, naar onze vaste overtuiging,
slechts n weg open: een radikale verbe
tering der vooruitzichten, vooral van het
jongere gedeelte van hel officierskorps.
Door de jongste reorganisatie van het le
ger is het vooruitzicht op promotie nog
aanzienlijk verminderd, fiy het wapen der in
fanterie heeft men thans Luitenants van
19jarigen officiersdienst. Spoedig zal men by
dit wapen officieren aantreffen, die 21 a* 2
jaar in den Luitenantsrang hebben gediend.
Mei de bezoldiging is het niet beter gesteld,
Hoe denkt men over een traktemenl van
f1300 reëel, dat het eerst op 36-jarigen leef
tijd kan worden verkregen door iemand,
van wien men te recht eischt, omdat het
staatsbelang dit meebrengt, dat hij naar rang
en stand zal leven?
Naar onze meening kan de promotie thans
het best verbeterd worden, door het verlee
nen van gedeeltelijk pensioen na 25 of 30
jarigen officiersdienst. Gaat men over tot het
benoemen van militieofficieren en hot ver
minderen van het getal beroepsofficieren,
dan kan, zonder de schatkist al te zeer ie
bezwaren, ook de bezoldiging aanzienlijk ver
beterd worden. De regeering, die daaraan,
doch vóór alles aan de ontwikkeling der
aanvoerders, een deel van hare krachten wijdt,
verdient meer dan den dank van de officie
ren, ook de waardeering van de natie. Zal
het nog lang duren, voor verbetering in die
richting ie wachten is ? Er beslaan inderdaad
eenige teekecis, die ons op de nadering van
betere tijden wijzen. Mogen deze niet al te
ver meer verwijderd zijn l
Cambreaux.
NB. Men leze. in bet eerste gedeelte, .io
plaats van»middelbaar, onder wijs", (3de kolom,
regel 10 en 9 v. o., blz. 5 van Nr. 326)
«middelbaar militair onderwijs".
Verder wordt de lezojr verwozen naar da
ter zake betrekkelijke artiken, opgenomen in
No. 245 en 250 van dit Weekblad.
Red.
BIBLIOGEAPHIE.
Indisch Militair Tijdschrift. No. 8.
Nog een woord over de krygstucht en de mid
delen tot handhaving er van, voornamelijk onder
een korps officieren. Atjeh en Tunis. Nogmaili
iets over repeteer geweren. Veldartiüerie in d«a
bergoorlog. 'Rechtspraak in militaire zaken. Een
enkel woord over da voeding van den soldaat ts
velde. Overzeesche sprokkelingen, door een
verlofganger. Varia. BoekannkondigiDg.
327
DE A M S T E R D A M M E B, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
SCHAAKSPEL.
Ko. 38.
Van 3. Q. NU (Tenejssa).
Bekroond In hst 3-cet probleem-tornooi v*n den
«Brigthon Gturdim" met den »ohtit«n prtyi.
ZWAET.
d
WIT.
Wit speelt voor en geeft In 9 zetten nut,
(Wit 9, Zwart 6 stakkon met K, E i)
Oplossing van Schaakproblaam No. 38,
l D S O 71 D int E* (a
a G 7 G * mat
l * D 4 - O 5 (b
9 01?33 m*t
(b)
S O t - B 6 nut
T. ut D., T. of anden. (*
l E Snt 04 (d
S A « B S nut.
(a)
l ..... E 5 D 3 {?
S O l B S nut.
l, ..... (*' Pd. of P. speel!
S B. of 1), geeft nat
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
WU ontvingen lolita oplossingen v»n no. 86 door *?
te AJkttMr; D, P. te Utrecht; v*n .ITel" te AonUrdsJj
en T. d. X. ta N.N.; v»ri 87 doó» W. v. H. te Delft; »
en 87 van IV. 8. t* «eppeli Kei *'* Tieren en Henrt »
Anwterdaoi; W. + L. ?? A. & W,.tO Xeppel (*>!?**?**
' ' ), en 8T gMÜopgetost behoud»/» e*n Me»
door ^^?fle.waejr^^lislA» tSMle»
Ontwaakt als een Vlinder,
EU*
D04J.
ANTOINETTB.
Trltt »nf In blanken \7»ffoa,
Hein O*Ut, nnd wtrde fnil
X* gilt nooh mebr au «ehaffen.
AU eiaen LiebeinUi.
De oude Veluwe is als verjeugdigd en ge
dealiseerd! Aan bruine heideplanien wiegen
groene topjes; Hchiblauwe violen,
zachtbluzende madelieven en zonnige sleutelbloe
men brengen de eerwaardige velden een
lentegroet! Tegen de hier en ginds ver
spreide hutten en kleine boerderijen met
rood of rieten dak, waarop de jonge zwa
luw tjilpt, pronken nieuwe klimop-loten, en
verjeugdigd sch(jnt zelfs de fijne lucht, wier
wazig azuur door geen ernstige wolk wordt
'gerimpeld.
Lente is de glimlach der oude Veluwe l
Hoe poëtisch teekent zich ginds tegen 't
zonnige blauw, de in zijn soberheid zoo
verheven romaanschen toren af. Excelsior l
wenkt zyn spits.
Tusachen zyn verweerde steenen, wier
tint hel geheim is van vrljheer Tijd en vrouwe
Natuur, slingeren zich de groene en bruine
moskransen, die in barren winter en zonnigen
zomer den toren getrouw blijven, als kon
h\| zich hierdoor minder eenzaam gevoelen.
Want de aarde is ruim en hoeveel torens
ook hun spits mogen verheffen, de afstand
tusschen den eenen en den anderen blijft
altijd croot, en is in schijn grooter nog.
Toch kunnen al die eenzamen elkaar een
groet toezenden, een lichtstraal van hun
metalen spits, die den gloed der zon w
rkaalst, de ne zon die hen allen beschijnt.
Zij, die gindsche hutten bewonen, zien de
schoonheid van den verheven eenvoudigen
toren niet maar te dierbaarder is hun
de k,erk waarboven hij zijn spits verheft.
fiie kleine kerk is voor hen, zonder dat zij
't weten, het idealisme, is het plekje, waar
zjj komen om iets anders ie gevoelen dan
de kracht van het stoffelijk leven. Zij hooren
er gaarne de letterlijke beteekenis van het
bijbelwoord, waarvan iedere regel hen kan
tichten. Zij worden in die kerk toegespro
ken naar hun behoefte en vragen bij die
behoefte niemands afkeuring, niemands goed
keuring; zij veinzen niet. En slechts de
huiclietear- is verachtelijk de geloovige
noch de ongeloovige zijn het ooit. Rondom
te kerk wortelen met krachtiger) stam de
oude populieren, wier fiere kruin zich in
de ruimte verheft.
In hun ftïssche lentelovers klinkt wegster
vend en lerugkeerend, hel humoristisch
accoord ; de blinde mol die in de aarde wroet
en de adelaar die in hei zonlicht staarl, zijn
lotgenpoien want wie zich als fiere adelaar
voelt is nog in menig opzicht de blinde mol.
II.
De bewoners van dit plekje Veluwschen
grond, zijn poatisch tot in hun gebreken.
Zij hebben zfth aan hun grond gehecht, als
aan Kun vaderland. En hun vaderland, wal
anders is dil dan de gemeente binnen welker
grenzen hun woning staal ? Zij kennen geen
ander I Alles wat daar builen is, dat is
imoar doar buuten."
Voor hen bestaan twee rassen: dorpsge
noten en vreemden. Met alle middelen die
oude gemeenierecnten hun verzekeren, weren
il) de indringers die 't wagen zich een
woning te w£n.scl)en binnen /<UR land.
Toch is dat klein paradijs hunner liefde
en begeerte, geen ldorado van gemakzucht.
Tot zwaren, volhardenden arbeid dwingt de
grond; het leven moet ontworsield worden
aan den schralen bodem, eer onder dien
bodem, moede handen, moede voeten, rus
ten mogen.
Evenwel leeft in de gemeente dier trouwe
arbeiders n wezen, 't welk zij, hoewel een
weeradeL'ug, niet slechts dulden, maar boog
lereeren.
Die vreemdeling is hun iDommenei".
Te midden van haar groolen tuin ligt de
pastorie, waar sedert een twintigtal jaren,
oe herder zijn kodde wijdt. Gedurende al
dien tijd was hem nimmer de gelegenheid
geschonken om, van de lie/de en trouw
ton zyn gemeente het groftute aller
bewUwn te geven; doch de liefde voor en de
vouw aan zijn ambtsplichten waren onwan
kelbaar. Onwankelbaar, zoowel door plichts
gevoel, als door noodzakelijke sleur.
Domiae Alden bezat het genie der tevre
denen en voelde zich, zonder lastige illusieên,
£"s een monarch ia zyn rijk, en veiliger
n deze.
Met dokter noch notaris, met burgemees
ter noch pastoor, behoefde bij de genegen
heid, het vertrouwen zyner dorpsgenooten
te deelen. Geen leenheer oefende ooit groo
ter en tevens onschadelijker autoriteit tegen
over zyne vasaïlen uit, dan domine Alden
jegens de broeden en «justers der gemeente.
De gemeente was I6fenover hem als het
faagieeken; hJJ beantwoordde en regeerde
wor komma's, punten en alle orerige
ooteejiens.
HL
Terwyi bet geheflle dorpje in dfepensU»
ichym verzonken, heencht ook in de pastorie
?en onverbroken stilt». Het i» n uur in
den namiddag. Ta twaalf ure heeft de
geniet zy, na vroegttydigon, vormooienden
arbeid de niet overtollige siesta.
Het studeervertrek, waarin domine Alden
zich die verpozing gunt, is eon dakkamertje
met uitzicht op tuin en straatweg. Hel be
vat een tafel, een schrijftafel en twee stoelen;
langs den wand zijn planken aangebracht,
waarop, door een verkleurde groene gordijn
verborgen, domino's boekenschat, in dubbele
beteekenis rust. Studie-boeken zijn het die
sedert den zaligen akademie-tljd nooit werden
aangeroerd dan in schoonmaak-periode. Ver
der wordt de bibliotheek volmaakt door
bybels, gezang- en cathechizatie-boeken, bundels
psalmen, waaronder een met Datheen's ver
tolking, en stapels ongedrukte predikatieön
die noch altijd worden verhoogd, dikwijl» ook
worden omgekeerd.
Op de schryiiufel slaat een houten bakje
met zand, waarin een inktkoker; daarnaast
ligt de lange pijp, terwijl een kandelaar met
een kaars, domme Alden's theorie: dat de
menschen door het felle kunstlicht hun oogen
hebben verzwakt en hij de sterkte der zijnen
aan zijn kaars is verschuldigd, duidelijk ver
kondigt.
In een chambercloak gewikkeld, geniet hij
een rust die door geen droom wordt ge
stoord en tjn gelaat vertolkt nu slechte de
onschadelijke onzijdige eigenschap die alle
slapende wezens kenmerkt.
Domine Alden was als predikant volijverig
en welwillend, maar onafhankelijk van zijn
ambt, was zyn geest bekrompen, zijn karak
ter eigenzinnig. Als de eene of andere be
trekking ooit een waarborg kon wezen voor
het karakter, zou het zijne zeker poëti
scher zijn geworden, maar zooals het nu
was, vertegenwoordigde dit een mengeling
van goedhartigheid, eigenzin en nuchtere
levensopvatting. PoOzie en geestdrift waren
hem oven onbekend als eenige andere ge
meente dan die waarin hij koning was.
In de woonkamer, een buitensporig groot
vertrek, waarin slechts de onontbeerlijkste
meubels worden gevonden, bevinden zich
twee personen.
De eene is een ouderwetsch burgerlijk
vrouwtje, dat gedurende zeventien jaren,
sedert domine Alden zijne vrouw verloor,
de huishouding behartigt. Hij is zeer inge
nomen met haar. ijver, die orde en regel
hindhaalt, ook bindl dankbaarheid hem aan
haar die zijn eenig kind heefl grootgebracht.
Hare burgerlijkheid is hem geen doorn in't
oog deze is hem een waarborg voor haar
ondergeschiktheid. Op 't oogenblik is zy
met een breiwerk in de hand, ingedommeld.
Tegenover haar, eveneens met een brei
werk in de hand, zit domine Alden's eenig
kind, zijn bleeke Elize,
De zeventienjarige gestalte is als verzonken
in een onbehagelijk bruin gewaad de
huishoudster van domine Alden is een groot
ekonomist en kent vun goeden smaak, zelfs
niet den naam.
Elize's ovaal gezichtje getuigt van naam*
looze matheid, en zóó vaag is de uitdrukking
van twee groote grijze oogen, dat zelfs de
fijn gepenseelde zwarte wenkbrauwen er geen
leven aan meedeelen. Het blauw-zwarte haar
is zedig gescheiden en glad weggeslreken
boven de lijn gevormde ooren.
Zij staart naar buiten, naar den tuin en
den doodstillen straatweg, staarl zonder iets
te zien. Lang staren maakt de oogen als
verblind en de ziel evenzeer. Elize ziet de
ontwakende natuur niet. De oude klok doet
in den hollen, killen gang zijn: koekoek hooren.
Elize Alden heelt zeventien jaren lang dat
geluid gehoord, en, in al de malle eentonig
heid van haar jong loven, zelden een toon
die belangwekkender was dan alles wat den
geest kan dooden. Doelloos, lusteloos wendt
zij de oogen van de buitenwereld af en staart
even doelloos in het vertrek. Boven den
schoorsteenmantel heeft zij aliyd dien spiegel
in bruine lyst gekend, die zoo hoog hangt
dat niemand er zich in spiegelen kan. Onder
dit sieraad staat de houten pendule, die altijd
achter loopt (een geschenk van
catechisanlen); Ier weerszijden van dil uurwerk
prijken twee aschbakjes en twee
luciferstandaards phosphorus heelt men nooit
te veel, terwijl een inktkoker en een
ptjpen-standerd de uiteinden van den schoor
steenmantel versieren. Op de geel en bruin
geworden lange pijpen, zijn de namen der
eigenaren oog flauw zichtbaar.
Op een kleinen tafel in een hoek der
kamer, liggen twee steken, een oude en een
zér oude. De eerste dient voor huisbezoek,
de tweede voor caiechisatie en tuin. Een
derde exemplaar ligt in vloeipapier gewikkeld
in domino's kleerkast en wordt slechts des
zondags gebruikt. /
Het kraken van den trap verraadt domino's
komst. Zijn tred beeft byna dezelfde uit
werking als dien van den prins uit het
sprookje. In de keuken verneemt men plot
seling bet geluid van een haastig verschoven
stoel het stereotiep bewijs dat Stienije,
de dienstmaagd uit naar mrddagslaapje op
schrikt.
Elize staat op, neemt vader's pyp, stopt
die en legt ze aan 't hoofdeind der tafel neer.
Juffrouw Stoppel schrikt wakker, kucht,
opent de oogen wfcü, bukt naar haar
gêvaHen handwerk en begint te werken als
wilde zy de ontmoeting met Morpheus loo
chenen.
In ambtsgewaad, treedt domine binnen. De
korte broek en de lage schoenen met zilve
ren gespen, geven zijn korte gedaante iets
aartsvaderlgks dat in harmonie is met zyn
iije, wier trekken byna onzichtbaar
ed dit is geen ramp door de
overgroote nMpJMoautó die henr hoofd zedig om
vat, ttCMfiftat mei een kop koffie die i(j
domine aaaMtkt fiat. fgeft zU reeds acht
tien jaren lang, itgtHfu op t «elfde uur
Domine rookt peinzend, altlran^ zwfóend
zijn pijp. Daarna verwisselt hij zijn
fluweelen muts met den zeer ouden steek en
begeeft zich naar de cathcchisaiiekamer,
een geboawije in den tuin dat eertijds
tol berging van brandstof diende zonder dat
echter voorheen of thans, ooit govaar voor
brand was of zou ontstaan.
't ts Zondag. In de pastorie heerscht een
stilte, welke die der andere dagen nog over
treffen zou, indien niet het imitengewoue
gek r aai van een opgesloten haan en geka
kel van eveneens gevangene kippen
haar verbrak. Want, gedurende, zes dageu
mochten haan en kippen vry rondloopen in
den tuin, maar op den zevenden dag moesten
zy rusten alzo» wilde het domiiie Alden.
't Was ordeloos om op Zondag te dulden,
't geen gedurende de week veroorloof d was l
Voor de tweede maal was de preek gehou
den en keerden de bewoners der pastorie
uit de kerk terug.
Een naar uren later verschenen de bezoe
kers, die naargelang zij lol de nolabelen,
do gegoeden orde armen behoorden, mei
den titel van waarde broeder, broeder of
vriend, werden toegesproken,
Men voelt dat » waarde broeder" de hoog
ste eer omvatte en zoo vervolgens ; doch
vriendelijke gastvrijheid gold voor allen.
De boerinnen die met haar heer en meester
waren medegekomen brachten kleine offeran
den of fluisterden Juffrouw Stoppel een be
lofte toe.
'l Was een bonle vergadering die daar
rondom de groote tafel in twee halve cirkels
geschaard, de niet te versmaden slof voor
een eigenaardig schilderstuk leverde. -Aan
't hoofdeind der latei zat de predikant met
zijn van gulle goedheid glimmend, rood ge
bat, en een zevental boeren, even als hij,
met de lange pijp gewapend welke de gapin
gen die gedurig in 't gesprek ontstonden,
moest aanvullen.
Aan domine Alden 's linkerhand zat zijn Elize
wier bleek gezichtje schier verdween inden
rookdamp; en naast haar was de huishoudster
gezeten, die mei haar zondagsche muts gelooid
niel gunstig uitkwam bij de boerinnen in
heur schilderachtige Veluwsche kleedij. Juf
frouw Stoppel genoot van bet vrouwelijk
gedeelte van den cirkel. Geen aangenamer
oogenblik voor huur dan die zondag-namid
dagen, waarop 'l haar vergund was ie pralen
zooveel zy wilde. «Mijn man zaliger' was
gedurig aan de orde, nu eens om te ver
kondigen dat hij zooveel van gebraden
karbonade hield, dan weer om met eilase te
verzekeren dat »rniin man zaliger" altijd een
slaapmuts had gedragen en andere wetens
waardigheden, die mei aandoening werden
aangehoord. De andere helft van den cirkel
sprak in den letterlijken zin van 'l woord over
koeien en kalveren en ook over > de koslelike
predikoazie" van heden morgen. Het ging deze
bezoekers zooals de kinderen; als zij eenmaal
gezeten waren, wisten zy niel van heengaan,
gaven elkaar wenken, stoolten elkaar onge
merkt aan, stonden bijna op, gingen weer
zitlen, mompelden iets van maar huis gaan"
en stopten opniew hun pijp.
Elise Alden is ingedommeld; de rook heeft
haar bedwelmd. De boeren en boerinnen zijn
hieraan reeds zoo gewoon, dal zij hel nau
welijks meer opmerken. Zij hebben
>tk>mmenei's Lieske" nooit vroolijk gezien, en
sedert de oude scheper het had verkondigd,
was 't een ontwislbare waarheid gebleven :
»ze liekl zoo arg onneuzel! 'l Verstand zit
er niet biester, dat kun je d'r aanzien."
En gelijk de scheper, oordeelde ook juf
frouw Stoppel, oordeelde domine Alden. Indien
hem eens tot onderwerp voor een preek ware
opgegeven: het leven kam sluimeren tot de
roepstem komt hij zou ten einde raad zijn
geweesj, niet hebben geweien, wat daarvan
te zeggen. Daarom kon hij zich evenmin
als' vader verdiepen in dit probleem en daar
om zag hij zyn kwijnende bloem en wist
haar niet te steunen.
Toch was ook hij eenmaal jong geweest
en nog verre van oud, wanneer 't allhans
waarheid is dat de leeftijd do worden jong
en oud omschrijft.
Toch had hij Lotijnsch en Grieksch gestu
deerd, had mei Minerva verkeerd, was zelfs
te zijner tijd door Araor verstrikt geworden.
Nu ja dat alles was geweest.
Maar hij, die Alexander of Napoleon wordt
geboren, kan ia gevangenschap zijn energie
verliezen l Wat moet er dan worden van
hem die aan gewoonte offert wat hij aan geest
mist?
Energie en illusie, ze zijn niet afhankelijk
van eenigen leeftijd maar van bet karakter.
Dit bad zij te Iaat gevoeld die van den
predikant Alden had aangenomen wat zy
miste: een tehuis. Niet de stille omgeving
in de heerlijke Veluwsche natuur, niet de
eenvoudige menschen zouden haar geest en
daarmee haar leven hebben gedrukt maar
de ddgelyksche omgang met een man die
de conventie zelve was, deed hel doodelijke
heimwee in hare ziel ontkiemen, totdat zy
na drie lange jaren van eindelooze verveling
weer vurig had gewenscht te blijven leven
voor haw kind, welks eerste kreet was
samengesmolten met haar laatste.
Het kind scheen de dood in 't hart te
dragen die de moeder had bevryd.
(Wordt vervolgd).
SCHOOI*.
DIDASEALIA.
XXXVHL
De afgdoopen week ([af wader de gewon*
jaarl#ta»he vertoonifig volgens art. 80 der vrat op
het Hooger omlenrtyr, HO oase vier Unitersf.
Uiten bestag de aftrwtend* itetw-magnificus
den katheder «n luidde atf o ambtsjaar alt, en dat
van s\jn opvolger ia, met het vermelden van de
lotgevallen sjjuer universiteit ia het afgeloopen
jaar. Dit de.n aard der laak bieden dergelgke
vertdftgen weiaig variatie aan. doch de rede b(J
die gelegenheid door, prof de Hoop Sonener
all aftredend rector te Amsterdam gebonden
muntte uit door aangeaamta en geastigen vorm,
loodat hjj ook luiden b|jval inoogstte.
In Groningen cal men dien dag wel niet in
vreugdebedrfyveu nebben doorgebracht, want een
der jongen hoogleeraren beiweek aan eene korte
doen bevige uekte: in prof H. J. Hink verliest
toch de Groninger Universiteit een harer sieraden
terwvl ook in gemeenteraad, en tal van
comrnissiön «Ha gemis lang sal gevoeld worden.
Noff altjjo: is te Leiden de vacature Dosjj on
vervuld ', na de boogleeraar Jorissen er voor be
dankte boort men er niets meer van; de aan
bieding aan Jorissen klonk echter wat vreemd; de
miuister van biauenlandsche zaken zou dit gedaan
hebben en toch staat er in art. &1 alinea 2, dat
er voor elke te vervullen plaats door de cura
toren, de faculteit (waartoe de vacature behoort)
gehoord eene, met redenen omkleede aanbevelings
lijst aan de minister wordt aangeboden: 't is wel
is waar eene aanbeveling en geen voordracht,
doch .men kan wel nagaan dat net Leidscbe
Caratorcnoollege reeds lang eene Ijjtt van aanbeve
lenswaardige personen aan Z. E. hebben gezonden,
toodat deze door bovengenoemde aanbieding
daarvan waarschguiyk gehuel afgeweken ia.
De slechts enkele jaren tellende Ryksnoraaal*
school voor teekenonderwyzers, werd met een vrty
aanzienlek «tal leerlingen en gasten geopend,
namelyk 70, waarby zioh 21 dames bevinden;
ik vermeld hier gaarne bij dat de cursus thans
gehouden wordt in de lokalen, welke om hunne
«chiMering en versiering zeer geroemd worden,
DI. die zioh in den oostoljjken vleugel van het
Rgkttnuseum bevinden.
Op het terrein van agitatie in de sehoolwereld
zyn er deze week wedtr een paar vermeldens
waardige zaken geschied: vooreerst doet bet
verhaal de ronde dat de bekende
Winterswyksche pastoor U. Maas aan de R. E. kinderen
op de openbare school aldaar zou verboden
hebben om het Wilhelmuslied mede te zingen;
bet vertelsel was te dwaas om waar te zyn, zoodat
het my ook niet verwonderde in een der dag
bladen een protest van den pastoor te lezen,
waarin deze tegen dat praatje als lasterlijk te
velde trekt.
T« Zwolle heeft een feit plaats gevonden dat
ook tot deze catbegoiïe van agitatiestnkken be
hoort: een der leeraars van de Ryks Hoogere
Burgerschool aldaar, Mr. L. Binher had 31 Mei
in de Ztvohche Courant een stuk geplaatst, waarby
hu protesteert tegen zyn aansluit m den
boofdel;jken omslag vour het herstel der Groote Kerk;
hij wilde echter wel betalen, doch zeide zyn
lidmaatschap aan de Nederd. Hervormde gemeente
op en verklaarde dat hij behoort tot de
ongeloovigen; de directeur der school zeide hem den vol
genden dag dat de plaatsing van dat stuk hem
speet; 8 Juli krijgt Mr. Uiaher van dien directeur
ern brief, watirin hem namens den minister dieus
on! evredeuheid betuigd en geraden wordt zich in
het vervolg van dergelijke handelwijzen te ont
houden. Nu heel't Mr. Biuher dezer dagen bij de
Tweede Kamer een protest tegen die handelwijze
ingediend, waarin hu verkocht, dat er na nauwkeu
rig onderzoek van het gebeurde, middelen zullen
worden beraamd en aangewend, om onderge
schikte ambtenaren tegen ongepaste bemoeiingen
van hun superieuren te beschermen. Deze zaak
zal nu wel by de eene of andere gelegenheid
in de Tweede Kamer behandeld worden, mis
schien wel by geleKenheid van de interpellatie,
welke, zooals de dagbladen verkondigden, dezer
dagen dóór «en lid der Kamer tot den minister' van
bintienlandsche zal gericht worden over da zaak
Péan te Venloo. Later kom ik dus mogelijk no^
wel eens pp een en auder terug.
De hoofdonderwijzer F. Vergers, hoofd eener
school met den bijbel in Necmnds hoofdstad,
vertelde in een strooibillet dat eene moeder haar
kind by hem brengende, haar zou .verteld hebben
dat haar dochtertje op de openbare school hoorde
dat de bybel een boek was vol fabelen en dat
er geen God bestond." Het Votlcsblad'sent dat
een christelijk onderwijzer zulke dingen niet zeggen
?. al zonder deugdelijke bewrjzen en dringt er by
den heer Vergers op aan zijne bewering waar
te maken.
Er heeft in 't laatst der vorige maand in het
blad de Zaanstreek" een allervinnigst artikel
gestaan over de laatste examens voor de hoofd
acte: dat er slechts l van de 12 doorkwam, zegt
het blad, zou toe te schrijven z£n óf aan het ge
ringe gehalte der examinandi, óf aan te zware
eisenen, óf aau de methode van examineeren.
De schiijver, iemand die met het onderwijs hoe
genaamd niets te maken heeft, zegt dat de eerste
oorzaak onwaarschynlgk is, omdat de patiënten
toch reeds examens gedaan hebben en dus wel
weten wat er te koop is; de tweede oorzaak is
vrij wat waarschijnlijker, en schrijver beweert
dat er door de wet eigenlijk te veel en te
onnoodig pevorJerd wordt. De derde oorzaak is
evenwel de ergste; hy zegt dat in nog al scherpe
en heftige bewoordingen; Ik zal zoo vrij ZÜze
hier in to lasschcn:
De methode van examineeren deugt niet. Men
heeft ze reeds maar men zou ze met eenige dui
zenden kunnen vermeerderen, de laffe loopjes,
charades, raadseltjes, kunstjes, rebasjes enz. enz.,
die voorgelegd- worden bij examens, ouder pretest
van te zyu vragen en vraagstukjes. De gelukkige
vinder en oplosser van die aardigheden (of liever
ouaardigheden) is, natuurlijk! zeldzamer dan een
witte raaf. Vooral by het rekenen en de aardrijks
kunde is het een allertrenrigste methode om aar
dig gevonden kunststukjes te vertoonen, die voor
eeno (twijfelachtige) geestigheid van den examina
tor zullen hecten door te gaan, maar die met
eigenlijke kennis en degelijke wetenschap niet
meer dan een zeer verwijderden graad-van ver
wantschap hebben.
De methode deugt niet ziedaar de hoofdoor*
zaak de oorzaak der wanverhouding l: 12.
Men zon nog eene oorzaak kunnen aannemen
of aanvoeren:
Het is een feit dat de onderwysersnood" baast
even groot is «f dreigt te worden ah de
prediknntennood". Nn ontstaat door groote vraag al
licht groot aanbod. En gaat men na ba dat
aanbod niet streng genoeg te werk, dan is het
gevaar groot dat de markt wordt overvoerd met
waar vai> slecht of minder gehalte. Men zou er
dus allicht toe kannen komen om bU de exami
natoren den heiligen, erntligea en zedeUjken toe
leg te gaan onderstellen, om niet zoo maar ieder
een door en toetelaten, maar nu juist met te
meer nauwlettende zorg toeteiien dat niet anders
dan zeer {geschikte voorwerpen werden toegelaten.
?Mogelijk! maar dat dan de verhouding S : 9,
of laat het zvjn 6 : 6 zou kunnen ontstaan, is wel
denkbaar, zelfs aannemelijk.
Voor de verhouding l : 12 is geeae
verscbooning te vinden voor de examinatoren, ZHselve,
die hoeren, laden eene verdenking op zich, die
hoogst bedenkelijk is. Bet is genoegzaam bekend
dat de kennis van bet onderwijzend personeel in
óns vaderland op een veel hooger peil mag ge
rekend worden, dan eene wanverhouding l : 12
sjou kunnen doen veronderstellen. Er moet doe
een afkeurend oordeel, maar een zeer gestreng,
worden uitgesproken over de examinatoren van
ditjaar, en over, hunne methode.. ? .
Bet is de dure plicht van onze vaderlaadaeba
drukpers om ook die heeren te oontroleeren.
'Aan die controle is groote, dringende behoefte.
En «fi hopen dat bet artikel, door ons bedoeld,
in tdeZaafutreeli", hét begin, en h*t signaal moge
geven van een iete ernrtig ondersoek OMT dj
ooriaken van hetgeen zoo demoreÜMerend werkt.
en dm immoreel «". ^
Onderwrjaennood «fcjjnk er trouwen* reedt
te besUan, «ooals ik u reedi dikwijls aoareef i
die veelbesproken examens zullen er wel de schulp
van dragen: in Deven-ci- vioeg mun e«u
ondWwjjier met hoofdacte vou. f SM
-- V «WW **>WB1*M**VW T-.'W. * I^\^V Oll U4* ilCOU BBW
geen enkel sollicitant op: verhooging dier jaar- .
wedde ii dot noodig. Ereoaoo in de gemeutt
Hemelumer Oldeph.aert en Koordwolde, waar d»
raad voor het hoofd der school te Ueldenscha»
f700 uitrok, welk beduit evenwel door GatlepoV
teerden van Friesland is vernietig.! omdat m*«
daar grooter bezoldiging wensehelük achtte.
Voor ditmaal zij u n«n geschrijf genoeg, «tf
volgende keer meer. ?--»-»
Btwdstt.
34 Sept. "83.
Q.N.
ALLKRLVI.
Een Fransohman, die la de Hollandsche taal
niet geheel onbedrevon was, maakte de volgend*
opmerking. «Het verwondert müniet dat {i
Holland vele «aken verkeerd gaan, want altyd
raadpleegt men daar de deskundigen". De man
meende dat het voorvoegsel des by on* dezelfde
beteekeni» heeft als dés m désagréable. ily sprak
bet ook zoo nit Hy iras de plank mis; geheel
mis?
. Tot de uitsluitend Engelsche industrie behoorde
sinds langen tgd de fabricage der fijnere biscuits
en der fijnere dessertkoekjet, iu de beide groot*
fabrieken van liuiakley Polmnrs en Peak Froan
beheerschten nog voor korten tijd den continen
talen- en expprhaiidel uitsluitend. Ook hierin heeft
de Duitsche industrie nu echter verandering ge
bracht. Terwijl de eerste Duitsuhe biscuitfobrie*
ken die nu eenipe jaren geledon oudei- den naam
van EDgelsche Cake's bakkerijen" te Hamburg Ver
den opgericht een grooten strijd tegen de overwe
gende macht der Emrelscbe concurrentie te voeren
hadden, zijn nu de Lngelsche bezittingen en
Engelscbe firma's reeds de grootste verbruikers;van
et Duit'chefabricaat. Voor den exporthandel van
dit artikel is naast Hamburg het Saksische in»
dustriestadje Wurzburg te noemen. Zyn met d*
Engelscbe fabrieken volkomen gelijkstaand fabri
kaat wordt naar Hollandsen- en Engelsen Indi8,
naar Brazilië, Venezuela en de la Flata- Staten
gezonden. De Vereonigde Staten gebruiken meest
eigen fabrikaat; ook in AustraliëValparaiso en
Mexiko bloeit deze Uk van industrie, rerwffl
Afrika wederom als sterk verbruiker van
EngerRche- en Duitsche biscuits optreedt Wat Europa
betreft, zoo wordt het Duitsche fabrikaat vooral
in Holland, in het Noorden, echter ook in Por
tugal en Friinkryk aobruikt, terwgl Italiëen
Turküe steeds de voorkeur geven aan het Engelsen
fabrikaat. Rusland heeft zijn eigen, hoewel min
der gelukkige biscuitiudustrie en ook in Frankrijk
toont men in den laatsten tijd meer voorliefde'
voor eigen fabricage van dit artikel. Te Siogsr
pore gelden de Duitsche Würzon-Krietsch biscuits
als de eenige superior Qerman biscuits en in de
gaosche Straits, te Rangoon en de
Engelsen-Indiache bezittingen zijn zy niet als imitatie, maar
onder den naam van Wurzen-Saxony ingeburgerd»
Spra't's patent laten hun houdekoeken .voor
Duitschland in de Krietsch Wurzener fabrieken
vervaardigen, en deze fabrieken tobben in dsa
Iwtsten tud aan de Engelsohe concurrentie» ook
het privilege van uitsluitend fabricage der
Carnepuralnscuits en der armeecakes van den
geaameulijken export- en continthandel ontnomen.
Hit getal der gymnaitiekvereenigingea in
Duitschland bedraagt tegenwoordig 2451 met
221.417 leden, waarouder zioh ongeveer 120.000
werkende leden bevinden.
De kulscJis'c dame. Een blad van Minnesota.
deelt mede dut Miss Qoates ongetwijfeld een der
kuiscliste jonge dames in die streek is. Zrj is,
voegt het tot bewijs er by, reeds zismaal ver
loofd geweest, maar nog nooit is het. een harer
minnaars gelukt zijn arm om haar midden te
leggen. Trouwens z\j weegt 324 pond.
Dravende hospitalen. Zooals het Eogelsche
tydscjmft Lancet bericht, heeft de duitscue ad
miraliteit bepaald dat het in de Oost zee kruisende
oefenings-eskader door een eigen hospitaalschip
wordt vergezeld. Tot dat doel is een der oude
korvetten met kooien en alle mogelijke inrichtin
gen voor zieken en gekwetsten, instrumenten,
operatietafels enz. uitgerust geworden. De admi
raliteit moet voornemens zyn het schip ook by
oen eventneelen oorlog, aan de vloot soe> t» voe
gen. Om het van de oorlogschepeu te onderschei*
den, zal het de vlag van het kruis van Genere
of de Roode Kruis vlag" (rood kruis op wit
schild) voeren, en wit met roode strepen geverfd
weien.
List eener coquclie. Eene madame T. B. te Parij»,
die reeds een zoon van 15 jaar heeft, doch voor'
geen geld ter wereld wil toegeven dat *y ver*
oudert, heeft een uitnemend middel gevonden om
zich zelf in die zelfverblinding te laten blijven.
Zy liet namelijk haar zoon in Schotland natura*
liseerea en gevoelt zich dien ten gevolge verplicht
den jongeling een kort rokje te laten dragen ett
mot bloote knieën te laten loopen.
Volgens het levende jaariyksehe bericht van
den Japansohen minister van onderwys bestaan
er nu te Japan 28,023 scholen, te weten 16,710
publieke- en 11315 privaatwholen. Aau hoogere
scholen bezit het rijk 107 publieke-en 677 privaat*
inrichtingen.
Een Frantcbman, Oaspard Meijer, heeft een
onverbrandbaar papier uitgevonden, waarvan de
Fransohe bladen wonderen verhalen. Men mengt
namelijk asbest onder de stof waaruit het pa
pier vervaardigd wordt, terwijl de uitvinder t*
geiyker tüd inkt gebruikt die volmaakt tegen bet
vuur bestand is, zoodat de lettert of lijnen, di«
op het papier gedrukt worden, evenzeer behou
den blÖven. B(f onlangs gedaan onderzoek bleek
het papier tegen de sterkste proef bestand.
Men hield namelijk een vel daarvan tusschen twee
lagen gesmolten glas. -Niet slechts het papier
maar ook de letters bleken onbeschadigd. D*
eigenlijke uitvinding echter van dit onbrandbaar
papier moet volgens de Daltteher* aan Dr. Dort
te Stattgart, worden toegeschreven.
ikomst der Doitsche staalindustrie en haai1
tg van den invloed van den Engelschmao
duidelijk bewezen door de audzaak, dat
de invoer van Engelsen materiaal voor spoorwe
gen van 62,660 .tonnen in het jaar 1870 in bet
jaar 1881 tot op 305 tonnen teruggebracht werd.
Het Doitfohe Schillerfonds, dat an reed* 93
jaar bestaat, heeft in het afgeloopen jaar aan 111
personen (W nog levende schrijvers en 86 weduwen
en kinderen) 40,935 Mark aitgercikt en wel
aan levenslange pensioenen (34) 12,860 Mark,
geschenken voor een of meer .jaren 22,783 Mark
en oogenblikkeiyke ondersteuning 5302 Markt
buitendien nog 1200 ft. .A..W. (de.tantiemt+der
drama*) van wiUparzer) en de toezendingen van
de igtakken to Beriyn, Breslau, Diesd«n,
Stuttgart, Weimar en Weenen,
gMamentyK7Q20.Jtffc.tm
n
'?'. 7'
??*Éfc.