Historisch Archief 1877-1940
:'?£??"?. :? '-?????rv¥-?7??
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V O O B NEDERLAND.
Na. M»
N..
ff'
Si*f"
«rde
Engelsohen agent
den duivel zalven
vachten dan opheffing dsrlandretton, bestrijding
«iac BqaaeRalara en der aanhanger* van de
Laadtig*, verscherping der aJteondtnngawttten, in een
?woord, toruakeer tot het oude stelsel, waarby een
beroep op debÜlijkh-id der Eagelsoha natie werd
beantwoord met aene meedoogènlooze toepassing
vaa hat reeht vaa daa sterkste.
De mededeeling van dea bevelhebber der
Enw troapenTair Evelya Wood, dat hy binnen
weken den tyd gekomen acht, oude
uitsluitend mat behulp der
inte bewaren, beeft ia Engeland
smaakt De opealttke en
Eeimei dar anneutiapolftiak zfin hevig
«atuataajiardigd over hat besluit dar regeering
on de EBfielsche troepen tong to trekken, en
vullen kolomman mat sombere voorspellingen
over de dagen van oproer en regeringloosheid,
die zullen aanbreken, zoodra de laatste Engelsche
soldaat den Egyptischen bodem heeft verlaten.
Da Times is in het koor dier jammerklachten
eaa waardig voorganger.
Engeland laat niet 'licht los wat het eens vast
beeft. Daarom gelooven wy ook niet dat de thans
uit Tranavaal naar Engeland gezonden missie van
de heerea Kruger, Dutoit en Smit veel aan de
eoaventie van Pretoria tal veranderd krijgen.
Die conventie is het eenige houvast dar
Engeltchan op de Tranavaal; men aal ie niet loslaten.
Inmiddels heeft Oetawayo geantwoord op het
nltimatnm der Briteoha regeering, an verzekerd,
dat hy zijn schuilplaats zal verlaten, zoodra de
koningin en de heer Gladatone beloven, hem te
aallan beschermen. Op dit oogenblik is hy te
bevreesd voor Uaibepu om aan het verlangen
der regeering to voldoen. Cetewayo'a antwoord
was schriftelijk en werd, namens hem, aan den
Briteohen resident Oaborn overhandigd. By dezen
i komt de Zoeloe-koning als by
to biecht
Het was dezer dagen 25 jaar geledan sedert de
kiekeiyke koning Fnedrich Wilhelm IV
vanPrui?en, wiens besraiteloose geest *oo weinig goeds
voor xyn vaderland vermocht, aan run broeder,
den tegenwoordlgen Keizer van Duitachland, het
verzoek richtte, dat deze de koninklijke macht
op eigen an eenige verantwoordelijkheid jegens
God, naar zün beste weten en geweten, in 's Ko
ning naam als regent ion uitoefenen." Het tyd
stip was van groot gewicht voor Pruisen, want
van dat oogenblik dateert de krachtiger politiek, die
dertien jaren later tot de Duitsche eenheid leidde.
De Keizeifgaf echter zijn verlangen te kennen,
dat geene feestelijke viering van dezen dag zon
plaats hebben.
Da houding dar nationaal-liberale party trekt
aeer de aandacht in Duitschland. Terwijl zy in
Baden eene sage behaalde, ia haar glorie over
het algemeen zeer aan het tenen.
Een door de Elberfelder Ztltung zeer hoog
geschat inzender heeft eeu nieuw dieet gevonden,
waardoor de party zich herstellen kan van de
thans in haren boezem heerschende besluiteloos
heid. De party moet positie nemen tegenover
het leger van concrete vraagstukken, zy moet
eene practischa politiek voeren. Het is nu, vol
gen* den schrijver, een feit dat prins Bismarck
met' elke uiting van zfin krachtigen wil poogt
den nationalen staat verder op te bouwen en dit
grootsche werk met concrete gedachten te be
vorderen. Voor deze, zich uitnemend haar doel
bewuste politiek is echter nog geene nieuwe party
gevonden.
"1 nu prins Bismarck voor zyn doel eene
mist en de nationaal-liberalen voor hunne
geen doel hebben, zou de combinatie aan
i te stede komen.
Het denkbeeld is zeker zeer vernuftig; waar
blijft echter, by de verwezeliiking, het liberale
deel van het programma? De schrijver in de
EB>. Ztg. voelt dit bezwaar; hy spreekt kortweg
van aene National-Partei.
De Prov. Corresfondtnf geeft daarop een.
te__. men «ioh wel rekenschap gegeven, «egt
bet weekblad van den kanselier, dat de achter
uitgang der nationaal-liberalen dagteekent van
het tydstip toen de partij cich aiwendde van de
y, en zich verbond met de party der stel
selmatige oppositie? Is men tot de erkentenis ge
komen, dat voor eene politieke party in den
hoogeren zin des woords niet de afwisselende
stemming der groote massa, niet de zoogenaamde
strooming der openbare meening, doch alleen de
bly vende behoefte van den Staat leiddraad kan
zgn? Toont men neiging tot de bekentenis dat
het door den Fortschrttt en de secessionisten
nagejaagde doel van het zoogenaamde zuivere
parlemeotariame, het punt ia waarop de
nationaalHberalen zich scheiden van de liuker-partijen, en
oat deze party voortaan hare betrekkingen moet
eoeken, waar men in dit opzicht den moed syuer
overtuiging bezit?
Vele nationaal-liberale bladen Zyn nog niet zoo
ver gekomen; zy meeneu behoefte te hebben aan
aene haar doel zich bewuste politiek, aan wer
kelijk liberaliime, enz. Dat wil zeggen, dat de
nationaal-liberale party hare redding moet zoe
ken, waar zy tot nogtoe de gevaarlijkste vyandea
gevonden heeft. Verderfelijker raad kon niet
worden gegeven. De geavanceerde partyen zien
in de nationaal-liberalen slechts in zooverre ver
bondenen, als zy op hunnen weg een zeker en
gemakkelijk stenndpnnt kunnen vinden.
b deze zelfvérbbnding nu ver genoeg gegaan?
Twee dingen zijn mogelijk. In de eerste plaats
toewijding aan de ware, bly vende behoeften van
den Staat en aansluiting aan hen die zonder om
zien het als juist erkende nastreven. Of het
rekenen op afwisselende stemmingen en onzekere
lenzen, zooals de, naar men zegt, nn eenmaal in
het Dnitsche volksgemoed heersen ende, naar links
gaande strooming die verlangt. Naar zy dezen of
genen weg kiest, zal de nationaal-liberale party
staan of vallen, zal zy haar bestaan handhaven
of overvleugeld worden door hen die de erkende
meeaters zfan in de jacht naar volksgunst
Tot zoover de Prov. Corrapendent. De natio
naal-liberale party heeft aich in deze dagen niet
te beklagen, dat op haar geen acht wordt ge
slagen, vaa de zyde der regeering worden
liefdetof da armen uitgestrekt om dan wankelende
TOOT vallen te behoeden en haar te sluiten in de
alleenzaligmakende omarming der Bismarck-party.
Rteds ging, in de Elberfelder Zetiung, uit haar
eigen boeaem eene stom op om baar in dien gaast
to drijven. Aan de andera tyde weten de geavan
ceerd-liberalen den steun der partij in vele dis
tricten {genoegzaam pp prijs te stellen, om haar
niet geheel van zich te vervreemden. Een aan
sluiting der partij in haar geheel aan de
regeeringspolitiek is niet te verwachten. Er zyn altyd
nog genoeg oude getrouwen die hunne
onafhankelpheid niet geheel prjjs willen geven. De beste
oplossing schijnt da ontbinding der nu boofdelooze
party, tenzy zij voor de aanstaande zitting een
programma aa leiders vinde.
De quaesüe der neutraliteit van Opper-Savoye
is nog niet tot rost gekomen. De Zwitserse!»
bladen bespraken haar nog, en menige corre
spondentie bit Zwitserland vindt In deze
verhoodinsren stof. ?
Men maakt zich werkebjk beangst voor
Frankrijka plannen. Vastlngwerken op neutrale bergen
van Opper-Savoye beteekenen volkomen weerloos
heid van Genève en eene steeds open poort voor
de Fnaschen om Zwitserland binnen te dringen.
JWat de Bondsraad zal doen is nog niet bekend.
- ?? ? nüjjj AM|( triendschappeiyke
vertoogan tot de Fraasche regeering worden «richt,
en?mocht nat antwoorof hierop niet voQoende
?*»- daarna de.beMharmiag worden ingeroepen
Oostenrijk aan gunstig onthaal soa vinden. Italtt,
dat niet behoort ouder da garandaerenda mogend
heden, staat als rechtverkrijgende van het vroe
gere Kottmkrök Sardini» volkomen op dejazalfden
Bodem als Zwitserland an heeft even groot be
lang by de neutraliteit van Opper-Savoye.
Laat ons dos hopen, schreef men ons uit
Zurich, dat da strijd in der minne sal worden
oasehikt, an dat Frankrijk van den voorgenomen
fortenbouw aal afsien. Er ligt zoovale brandbare
?tof opgestapeld, dat zalft eena zoo nietig scho
nende quaaslia ais desa Savooisoha dia achter
voor Zwitserland aene lavensqnaaatia is da
aanleiding tot aena algemeen* ontbranding soa
kunnen worden. Indien toch Frankrijk, tijdens
da diplomatieke onderhandelingen worden ge
voerd, bleef voortbouwen aan da versterkingen,
dan zottZwitsarland niet anders kunnen doen
dan de msoheraüng der garandearande mogend
heden inroepen, en mocht dese haar worden ge
weigerd, geweld met geweld keorea.
Uit Bulgarije bleven gunstige berichten komen.
Da Russische zaakgelattigde Jonin heeft links an
rechts geïntrigeerd, om de nationale vergadering
over te halen, zich in het vraagstuk der
spoorwagcoaventia met Oostenrijk, Serviëen Bulgarije
onbevoegd te verklaren. De Sobranja heeft aan
dia inblazingen geen gehoor gegeven, en da be
doelde conventie met eene zeer groote meerder
heid aangenomen. In dezelfde zitting werd ook
het wetsontwerp goedgekeurd, waarliy de terug
betaling der bezettingskoutan van het Russische
leger geregeld wordt. Heeft die betaling plaats
gehad, dan zal aan Rusland eeu nieuw wapen
ontnomen z|jn. Men weet namelijk dat de heer
Jonin het vooruitzicht had geopend, dat Rusland
het met die betaling niet zoo nauw zon nemen,
indien de Sobraaja ten opzichte van de
spoorweffoonventie den Czor ter wille was.
De mededeeling van den Bnlgoarschen minis
ter omtrent de pogingen', door de regeering aan
gewend om de capitulatiën met vreemde mogend
heden op te heffen, run een nieuw bewija voor
den «raat waarmede men in Bulgarije naar zelf
standigheid streeft. Volgens die capitulatiën toch,
die door de Europeescho mogendheden met ver
schillende Oosterscho staten zijn gesloten, staan
de onderdanen der verschillende nationaliteiten
onder de rechtsmacht van hun eigen consuls. Ophef
fing van zulk eene capitulatie is dus een bewijs,
dat men vertrouwen stelt in de rechterlijke or
ganisatie van het land, waarvoor zy golden.
Het zal echter nog lang duren, eer Bulgarije
zich in volkomen rust verheugt. Voor weinige
dagen keerden twee leden der oppositie,
Slaveikoff en Karaveloff, tilt Oost-Roemelie terng, waar
zy propaganda maakten voor de
Groot-Bulgaar'sche denkbeelden. Wie van dit geliefkoosd ide
aal een handig gebruik weet te maken, kan ze
ker zyn van instemming bij een groot deel der
natie, vooral wanneer hy door Russiachen invloed
en Russisch geld wordt gesteund.
Allerlei.
De Minister van Koloniën wordt door de poli
tieke brandnetels bitter geplaagd. Waarom zoekt
bi) >« ook?
Nn weer zag hy de crediet-aanvraag van
t6.174570, door den Gokverneur-generaal boven
et budget van 1881 uitgegeven, met 33 tegen 29
stemmen door de Tweede Kamer verwerpen.
En dat niettegenstaande zijn belofte om de
comptabiliteits-wet te herzien.
Ja had de heer van Bloemen Waanden het
bij die belofte gelaten, dan ware 't nog wel los
geloopen.
Maar hy voegde er theoretische beschouwin
gen bij over art. 31 der comptabiliteitswet en
dat zgn brandnetels, die hij nog niet zóó berei
den kan, dat de Kamer den schotel lust*.
Voor den Mm'ster van financiën ware't ook
een uitkomst geweest nis hy het by beloften had
kunnen laten.
Zijn eerste lelaatingvooratellen schijnen ook
zyn laatste te zullen zgn.
Behalve door den heer Grobbéo zyn 20 nog
door niemand verdedigd.
Ea zelfs zijn eigen verdediging getuigt van
wantrouwen in 't welslagen.
Misschien heeft de Minister, geen uitweg we
tende om het tekort voor 1884 te dekken, maar
het een en ander op het papier geworpen.... in
de hoop dat anderen don wel met een rationeel
voorstel zouden komen, dat hy kon overnemen
om zich te redden.
In dat geval is 't hem gelukt en dan kan hem
ten minste geen strategische financie-kuust wor
den ontzegd!
Overzicht der Perg.
ONZE BLADEN.
De financieel* toestand en de middelen om in
het tekort to voorzien gaven deze Week ruim
schoots stof tot beschouwing. Naast de leeks
van ontworpen door den minister Grobbée aan
hangig gemaakt is thans een ander voorstel ge
komen, eeu ontwerp ingedu-nd door de heeren
Van Delden, Gleichman, De Jong. Van den Lin
den en De Ruyter Zij l kor, om tot het heffen van een
tijdelijke inkomstenbelasting over te gaan.
De plannen vau den ?'minister Grobbée, worden
op' streng afkeurt nde wyze besproken door de
N. Soit. Ot. het Vadiirland, de Arnh. Ot., het
Algem. Handelsblad t rwjjl ook het N. v. d. Dag
zich er in ongunstigen zin over uitliet. Ook
Standaard en T$d keurden het Toto-voorstel
gelijk de Stand, het noemde af. In ons
Dagblad werd er, gelijk men weet, nude den staf
over gebroken.
De bovengenoemde bladen lieten zich daaren
tegen goeddeels in gunstigen zin uit over het
voorstel van de hh. Van Delden c. a., zonder
nog het plan «elf in zjin onderdoelen te besproken.
De Tyd erkende dat bet ontwerp van practiachen
zin getuigde en een beginsel duidelijk belichaamde,
en net blad spreekt de hoop uit dat Van
antiliberale zyde tegen dit ontwerp even duidelijk
een wel geformuleerd beginsel op den voorgrond
zal worden- gesteld.
In verband met de finandeelévoorstellen staan
een tweetal hoofdartikelen in de Stand.: Tering
naar de Nering" waarin mede op zeer ongunstige
wyze over het regeermgsbeleid op financieel ge
bied wordt gesproken, tor w$l het drietaJ artikelen
door de Tffd aan Onze politieke toestand"
gewüd ook in hoofdzaak op t zelfde punt draait.
Laatstgenoemd blad verwacht binnen zeer korten
t^d een nieuwe botsing tusschen regeering en
kamer óf by de begroeting voor Nederland India
of by da finandeele voorstellen.
De maatregelen door een tweetal der ministers
genomen, tegen de hh. Büohler te Zwolle en
Mooren te Kampen, gaven .het N. v. d. Daff aan
leiding tot een waarschuwing aan de regeering,
om de persoonlijke vryheid van dea
Nederlandsche burger niet aan to tosten. Van verschillende
kanten trouwens, is de bandelwyza van de be
trokken ministers afgekeurd. Een enkele «tem,
die van het Sott. Nbld., liet zich ton gunste van
dan maatregel hooren.
Da Arïh. Ot. besprak naar aanleiding aan een
betoog in ons DagUad vaa Mr. H. v. d. Hoeven,
da invoering van het nieuwe strafwetboek, en
uitte da vraat dat er niet veel van zal komen.
Alle maatregelen opsommende, die nog genomen
moeten worden an lettende op de wenschelykheid
aener korte herziening da zoogenoemde
no' ?-W?-- -TfcsH**.
thans levaad masaem da invoering niet tal
baleven. \ 7
. jlamiek over Lathar
In het laatste artikel .Dit
Noren" duidt de Stand, ook naar
aanleiding van hat betoog in den TM ten gunste
d«r katholieke kerk, het standpunt der
a&U-revolutionuaire party nader aan.
Het Utr. Itodk beeft eaa eerste artikel ge wyd
aan ,Het Indisch Legar', en behandelt daarin da
werving. Gunstig is bet oordeel daarover geuit niet
WARME KADETJES.
Een Zaterdag.avond praat]*
Ik ben lattoriyk suf van net rekenen l" Beide
Sagittoriua.
«?Dat kan ik aan je zien,"" antwoordde ik op
quasi medelijdenden toon, .?laat ik je daarom
nog maar aan warm grogje toppen, dat zal je
weder een beetje opknappen.""
pjy maakt altijd malligheid," bromde myn
vriend; wat ik zeide-meende ik in vollen ernst."
.Maar wat heb je dan toch gecijferd V Je bant
toch niet zoo mal geweest, hoop ik, om na te
gaan of onze minister van financiën zich by ge
val vergist heeft en Zyne Excellentie den beroem
den halven cent die telken jare terugkeert, te
vtel in rekening heeft gebracht i1""
Onzin l" sprak Sagittarius. Neen, man ik
heb verleden week met mijne vrouw zeer ernstig
gepraat en overwogen, want, ik wil jou, myn
oudsten vriend, dat wel vertellen, ik ben tot
de conclusie gekomen dat wy niet toekwamen en
onze uitgaven de inkomsten overtreffen, zoodat
ik meende een budget voor het volgend jaar te
moeten vaststellen."
Dat is theoretisch heel mooi, maar in de
praktyfc ""
Oordeel asjeblieft niet voorbarig; over een jaar
hoop ik je te vertellen hoe wy geslaagd zijn;
stel je er misschien belang in om wat meer om
trent onze overwegingen te weten?"
Wis en drie," was nujn antwoord. ?
Wjj stuitten al dadeujk op de zwarigheid dat
sommige huishoudelijke posten niet voor verla
ging vatbaar waren; huishuur, belasting, school
geld aan de kinderen, vuur en licht voeding en
zoovele andere zaken eischen dezelfde uitgaven
van vroeger en wy schrapten enkel de posten:
gebraden gans met Kerstmis" en twee ankers
rooden wijn'; gelukkiger waren wy in andere
opzichten; het schilderen en behangen van
huisen slaapkamer b.v. kon best nog op zyn beloop
blijven; kleeden en gordynen konden beat nog
een jaartje mededoen. Wel beweerde my'ne vrouw
dat in het kleed van de huiskamer hier eu daar
gaten begonnen te komen, maar ik overtuigde
haar dat die beat konden gestopt worden; ook
vond ik het bepaald onnoodig om, gelijk mijne
vrouw' voorstelde, gasverJichting aan te schaffen,
want dan zoude ik dure ornamenten moeten aan
schaffen en de pitroleuml-ampen, die je me met
myn zilveren bruiloft cadeau hebt gemaakt, zijn
waarlyk nog puik........
Hoor eens mannetje.'"' viel ik hier den spre
ker, hoogst ernstig in de rede, was neer JJ by
my ben gekomen om bedekte satires op onze
gemeente-begrooting voor 1884 te debiteeren, dan
u dat heel onverstandig van je: wanneer je aan
merkingen hebt, zeg ze dan royaal en je zult
my graag bereid vinden om er met je over te
proten.'"P
Maar geen haar op mijn hoofd heeft er aan ge
dacht om satirisch te zyn zeide myn vriend, ik
sprak in vollen ernst en...."
.?Maak dat een ander wijs; eerstens weet ik
dat je er warmpjes inzit en niet aan bezuinigen
behoeft te denken en vervolgens begrijpt het
kleinste kind dat je met het uitstellen van schil
deren en behangwu op de groenmarkt doelt, die
wy maar niet schijnen te kunnen kragen, dat je
gestopte kleeden eene toespeling zijn op het
opdikken van de walmuren van de Eu'penmarkt en
dat je denkbeeld om geene gasverlichting te wil
len verschaffen op het plau staat de raadzaal
electrisch te verlichten"".
Waar haal je al de boosheid vandaan?" zeide
Sagittarius, maar enfin pala jy' wat in je hool'd
hebt dan heb je het niet m de beenen, ik zal dus
van myn budget maar afstappen en liever de
gemeentc-begrooting met je behandelen".
Zoo mag ik het hooren"", repliceerde ik en
schonk nog een grogje in, waarna wij onze pijpen
stopten en het ons gemakkelijk maakten.
.?Wanneer wy nu ons algemeen verslag der
afdeelingen" voor ons namen , dus stelde ik voor,
en hier en daar een greep deden?""
Dat is een goed idee", meende mijn vriend,
hoe denk je er over om allereerst over de Groen
temarkt te praten? 't l» nu reeds negen jaren
celedeu dat de Raad besloten heelt om er eeu te
bouwen, en ik begin hard bang te worden dat
onze kiezen geen pijn meer zullen doen, wan
neer eindelijk wortelen, andijvie en aardappe
len niet langer aan den openbaren weg zullen
gevent worden".
Ziedaar nu juist een punt dat tot veel over
drijving aanleiding geeft,""heb ik geantwoord, ik
voor my' moet je zeggen dat ik hat bouwen eener
groentemarkt eene tamely'k overtollige weelde
zoude noemen; zooals de toestand thans ia, iahy
beat houdbaar eu iedereen die un eu dan do
Prinsenaengrocht bezoekt, waar de markt steeds gehou
den wordt, zal .zulks geheel met mij eens zyn.
Het ia vermakelyk en leerrijk om er des mor
gens in de vroegte, eena een kijkje te nemen; do
bewoners der buurt kunuou dan huune woningen
wiet verlaten, want de stoepen liggen volgeatapeld
met allerlei landbouw-producten, en zy leeren er
door geduld te oefenen en komen er toe om te
beseffen dat mea het in de wereld niet altyd heb
ben kan zooals men wil; de voorbijgangers moe
ten de grootste omzichtigheid in acht nemen
wanceer zy niet door karren of kruiwagens willen
overreden worden, eu het varejscht groote behen
digheid om niet op de overvloedig rondgestrooide
schillen en bladeren uit te glijden, zoodat men er
op treffende wyze aan herinnerd wordt dat de
levensweg glad en voorzichtigheid de mama van
de porcelein-kast i»"".
Dus zou . jy er voor zyn, om den. bestaanden
toestand onveranderd to laten?" vroeg Sagittarius,
nu my is het wél, waat ik woon niet aan de
Prinsengracht en bemerk nimmer iets van de over
last die den bewoners dier buurt zoovele klaag
liederen doet zingen en voor mHn part mag de,
vóór negen jaar beloofde groentemarkt nog ne
gentig jaar op zich laten wachten".
..Aangaande da B l p e m- en F r u i t m ark t
hebben de onderhandelingen nog tot geen resul
taat peleid; men kou geen voorstel tot het ma
ken «ener overdekte markt op de Houtgraoht
indienen, zoolang op aanvrage der
ExploitatieMaatschappij omtrent den luchtspoorweg niet is
beslist"" *
Dio luchtspoorweg weet wat," zeide my'n vriend,
en nn komt er, tot overmaat van ramp nog by,
dat naar ik boor, een plnn bestaat om ook een
01 daraardschen spoorweg met een hoofdstation
aan het Damrok, aan te leggen; de groote
kweatie is nog maar of men zal wachten
totdat het nieuwe beursgebouw gereed is om
er dan onder door te graven of dat men
vóór die bouwer^ reeds goeed moet zün;
naar mUr.e bescheiden meemng zonden vele be
zwaren uit den weg worden geruimd, wanneer
bepaald werd dat binnon de bebouwde kom dor
gemeente, het vervoer van passagiers en goederen
niet anders kon worden toegestaan dan per-B a
lIon Captif; men zon hooge palen kunnen op
richten en dia verbinden door lange kabels, die
den ballon van zelf hun richting zouden
aan.?Dan zou ja zooV ballon met een ring aan daa
kabel wfllen bevestigen'!"1" vroeg ik.
Preciest Er zou dan geen enkel bezwaar maar
bestaan an man zon in dea uitersten nood, waa
neer men geen palen koa vinden die lang genoeg
waren voor het doel, de torens der stad dienst
kunnen laten doen, die waren dan eindeiyk eens
productief te mek*n."
,?Stout gedacht,11" meende ik, .maar of er wat
van komen zal ?... enfin, laten we verder gaan, de
varbnading dar Toren- an Molstagen...""
.Die kweatie deponeer je maar rustig by da
Groentemarkt-kwestie, want daar kan ook wal
negentig jaar mede gewacht worden I"
.Maar SagtttariusV'
Ga, wat ik je bidden mag, verder en laten wB niet
over overbodige dingen redeneeren; kijk eens hier,
daar lees ik het een en ander over klachten
over den stank der grachten en de
verbetering tot waterverversohing."
Daarin vind ik nu weder overdrijving," zaïda
ik; t is waar dat hat nu en dan in Amsterdam
wat vreemd riekt, maar iedereen weet dat die
zoogenaamde graobtenstank hoogst gezond en,
voor 'sommige lijders, zalft uiterst heilzaam is:
naar myna opinie moest men de zaak maar laten
zooals ztt was: ietsanders w: toenemende
baldadigheid der straatjeugd gaf re
den om verscherping van politie-toezioht
te verzoeken.""
Ha, ha, hal" lachte Sagittarius, ik waat dat
je geen gemeenteraadslid bent, maar anders zou
ik er op zweren dat W die zinsnede geformuleerd
bedt; over dit punt sullen we echter niet praten,
niet waar?
Neen, in geen geval; waarschijnlijk komt het
later nog wel eene to pat, maar voor het oogen
blik bly f ik er by om te denken: wat gühoort
en wat güziet, raak het heilig huisje niet!""
Er is bepaald dat geen faaoalion meer
in de grachten mogen worden geworpen."
Sagittoriua en ik, wu keken elkander
veelbeteekenend aan en geleken precies op twee A
ugure n der oudheid; mogen" herhaalde mttn
vriend, ik ben hard bang dat de vrome wenichen
met een nummertje vermeerderd gaan worden."
No. 127. Riolen e n g o t e n, gaf aanleiding
tot de gewone klagten over de onreinheid
der urinoirs.""
Ajakkes, hoe vies", zeide myn vriend. Hoort
eens, zoolang er in Amsterdam zoovele zaken
bestaan waar een luchtje aan is, zoude het my
op n odeurtje meerder of minder niet aanko
men; deponeer ook dat onreine vraagstuk maar
rustig ter griffie."
? Maar op die manier zullen wy niets grondig
behandelen en er is toch zoo ontzettend veel te
bepraten; de wijze van bestralen, kelderingangen,
Parkschonwbnrg, Bullebaksluis en tal van andere
onderwerpen zgn allerbelangrijkst""
Wat grondig behandelen aangaat, zwijg
daar maar liever over, als je niet wilt dat ik je
voor een aarts-spotter zal houden; geiyk heb je
echter met de bewering dat er veel belangrijke
onderwerpen zyn; alleropmurkelükat vind ik, om
een voorbeeld te noemen, de navolgende zinsnede:
wat verder de gewenschte betere controle be
trof op den duur van den opslag van mate
rialen op den openbaren weg, men
had die grief niet verwacht, daar nimmer krach
tiger maatregelen voor de controle zyn genomen
dan in de laatste jaren", waar blijf jy nu, die zoo
dikwüls hebt beweerd, dat de stads-grachten de
de bergplaatsen van stads-zand en suds-steenen
Weet je wat je doet?"" antwoordde ik ontwij
ken il, ga naar huig, want het is braaf laat en
kom dan dezer dagen nog eens aanloopen, dan
vervolgen wÜons gesprek.
Hoe laat is het?" vroeg Sagittarius.
Kwartier voor elf!"1'
AllenuchUgi je dost my schrikken; dan loop
ik op een'araue, & moet voor twaalven te huis
zfln, wanjTik wil de naohtpit reputatie die jy
gjkregan nebt, niet graag deelen. ''
Als een razende holde hy weg; mocht hy het
diskoera komen vervolgen, dan hoop ik er ver
slag van te geven.
'. ? Aquarius
Utrecht October 1883.
Wij leven hier in de luatste weken in een toe
stand van spanning) Maanden lang men zou
haast jaren lang Kunnen zeggen werd onze
aandacht en ons geld gevraagd voor het stand
beeld, dat ter eere van Jan van Nassau binnen
onze stad zou verrijieu. Wy zagen eene commis
sie van geleerde, hooggeleerde en aristocratische
mannen de taak opnemen om de stichting van
dit standbeeld te verwezelyken en wij zagen haar
by gebrek aan medewerking die taak weer heel
kalm neerleggen. Allerlei plaatsen waar het stand
beeld het best eu het mooist zou staan hoorden
wy in die dagen hemelhoog prijzen, maar 't stand
beeld kwam niet.
Toen stond een andere commissie op, niet van
geleerde, hooggeleerde en aristocratische man
nen, maar grootandeels uit burgera bettaande,
en ziet.... wat men tegenwoordig meer ziet, deze
mannen vatten het werk mat kracht n energie
aan, zetteu hot met volharding voort, overwonnen
tal van moeily'khudeu... en slaagden!
Of dit door sommigen met leede oogen aangezien
werd, weet men natuurlijk niet; maar dit u be
kend, dat het eere-voorzitterschap, door deze
laatste commissie den burgemeester onzer voor
uitstrevende gemeente aangeboden, beleefdeiyk
werd gewezen van de hand.
Ook zonder dien eerevoorzilter is het stand
beeld er gekomen en het staat op de leelgksta
plaats, die men er voor heeft kunnen vinden
achter den Domtoren met den rug naar den in
gang van het gebouw der academie, dat Graaf
Jan verbeelden moet zooeven, na het teekenen
der Unie, te hebben verlaten om den volko die
blijde boodschap te verkondigen. Daar staat het
nu met een groot kleed om het lyf, dat al mooi
begint te verslijten het kleed, niet het lyf
en omringd van een oogdichta schutting, weken
achtereen verborgen voor de nieuwsgierige blikken
van de voorbijgangers. Die weken zjjn de weken
onzer spanning l Zon de Koning komen? Ja, zei
de een, neen, zei de ander, en de anderen waren
in de meerderheid, maar de eenen wisten dit uit
goede bron, beweerden zy. Inmiddels stond
Graaf Jan, met een kalmte, dia men alleen van
standbeelden verwachten kan, geduldig zyn
tyd af te wachten. Eindelijk klonk de blijde mare:
de koning komt l De minderheid had geiyk
gehad, meer dan gelijk, .want niet alleen de ko
ning, ook de koningin komt, do vorstin, die wH
nog met eigen oogen mochten aanschouwen, zal
in ons midden vertoeven.... Oranje boven.!
Utrecht, van ouds om zyn liefde voor net oranj
liuis bekend, zal lich tooien als een jonge bruid
(zooals een in geestdrift ontvlamde IJsselsteinsohe
Varnadichter onlangs ten onrechte beweerde dat
het voor da Noordpoolvaarders geJaan had) en
N«erlands koning en koningin waardig ontvan
gen. De offioieele mededeeling werd by het ge
meentebestuur ontvangen, fluks werd de gemeen
teraad bijeengeroepen, en toen wy den volgenden
dag naar de dagbladen grepen om te zien wat
onzo stedelijke regeering wel zon doen en wat
zy ons wel zou verzoeken te doen, toen lazen w
dat de burgemeester de openbare zitting baa
dpeu overgaan in eene besloten- zitting en dat
niemand iets van de plannen weten mocht dan
de vroede mannen, die ons geld voor de uitvoe
ring er van hadden moeten toestaan anders
hadden dia het ook misschien niet mogen
weten.
De sluier das gsheimi ligt over die plannen!
't Zyn zeker ontzettend «aardige plannen, waar
om, mee,
Intoiwhan, het sohaan dat enkele burgers as*
somber voorgevoel hadden gehad dat: dat dl»,
getja nier waar raar getracteerd ion wordaa -*
althans reeds een paar dagen vóór da Raadsver.
gadenng waren belangstellende burgers op dat
avond na dia vergadering bijeengeroepen, ons t*
beraadslagen wat door da burgwüsou wordee.
'gedaan, om te doen blijken dat de oude liefde.
voor ons vorstenhuis nog onverflauwd in Utraahf«
harU woonde. Een gemeenteraadslid, 4a haar
Markus, en da volkavermakaUJke haar T^a Da*
#0. 329
DE 1MSTEBDAMMEB, WEEKBLAD T O O B HBDEBLAND,
versieringen, warea tegenwoordig. Als gawooniyit
in dergelijke bijeenkomsten: men sprak, men
sprak vaal en men sprak lang] en men eindigde
waar men mee had moeten beginnen men kooi
een oommissie, dia geld sal trachten büeen te
krögen an dan zal doaa wat zij denkt dat bat
bast is, en wat hare middelen haar «uilen ver
oorloven.
Niets natuurlijker dan dat die oommissie U
overleg met de plannen van het gemeentebestuur
wil handelen en dus aan lid uit haar midden af.
vaardigt naar |den burgemeester om eens ver
trouwelijk met ZEdachtb. te conferearen. O web
mir! wat viel dat tegen l Het afgevaardigde Ud
daad Zaterdagavond aan zijne medeleden kont
van zQn wedervaren an daar moet het na zfu»
mededeelingen alles behalve mqlsoh tyn toegegaan.
Onder luide toejuiching werdnoor een dar aan*
wesigen, met wijziging van een bekend woord,
gevraagd of de burgery voor den burgemeester.
of wel de burgemeester voor de burgery was; of
we hier in Rusland waren. enz. Maar men eindigd»
hier ook alweer met hetgeen, waarmee men Bert
bad kunnen beginnen: men besloot Maandags e*
corps naar den burgemeester te gaan en eens ts
hoorea of ZEd. Achtb. dan misschien met zyn
goede been uit het bed was gestapt En toowaar
het was couleur de roaer Dat van Zaterdag
was maar een misverstand geweest Da burg*.
meester had wel gezegd, dat hij de vertegenwoor
diger der burgery was en hy dus met andere ver
tegenwoordigers niet wilde te maken hebban en
de oommissie dan ook in geen enkel oplicht zou
steunen, maar dat bad hy juist andersom bedoeld:
de heeren konden in alles op ham rekenen.
Nu, dan is het in orde l Dan zal het wel mooi
worden ook. Met belangstelling zien wy den
15 October tegemoet en wühouden Ons over
tuigd, dat waar zooveel eandrachtaiyke samen.
werking bestaat, die dag een nieuwe parel aaa
trecht's kroon zal zyn.
Jan van 't Sticht
KITIVST.
AGAR DJ LES MÈRES ENNEMD3S."
Wie als auteur van bovengenoemd stuk Cor*
neille of Racine zou noemen, zon, al is züne gis*
sing verkeerd, in zooverre op den goeden
zyn, dat hy den naam van Agar onafscheid
acht van het Fransch klassieke treurspel.
moeten echter met een diep helaas" hem terecht'
wy'zen; immers, al is het al lang geleden, d».
Agar hier den vooral by ons zoo gewilden
Oorneüle of Racine kwam vertolken; al is zy verle
den jaar hier de titelrol komen vervullen in Victor
Hugo'a Lupièce Borgia (een stuk, dat wij dien
genialen dichter gaarne zouden schenken); dit
neemt niet weg, dal Agar in ons idee op Siameaschi
wijze verbonden is aan Phèdre, Agrippine,
Hermione en zoovele andere heldinnen van het klas-.
sieke treurspel. Wie dan ook een goad denkbeeld
wil krygen van Agar'a gaven, van den weg waarop
haar talent zich het meest openbaart, verwijzen
wil naar hare vertolking van bovengenoemde
rollen. Zjj sohfint dia echter voor. goeo\ op hart
tournee hier te lande te hebben laten varen. Im
mers, evenals verleden jaar heeft zy den kothornoi
ttitg6trokken,nu wel niet voor het coquette schoeisel
eener voorname Italiaansche dame, maar toch voor
het meer omvangryke jucbtleeren schoeisel eener
Russische gravin,
Zou het zyn, omdat zy begrijpt, dat het klas
sieke treurspel niet meer in den smaak valt? Wis
weet; wy voor ons ten minste vonden het klas
sieke treurspel altyd ietwat vervelend (wij betreuren
hier natuurlijk ten hoogste dat de drukkunst nog
niet die graad van volkomenheid bereikt heeft,
die baar in staat stelt iets fluisterend te drukken;
immers, het klassieke treurspel vervelend; hot
durft iemand zoo iets neggen, bepaald een
jongmcnsch!) wüwillen, natuurlijk in alle bescheiden
heid, opmerken, dat het overgroote aantal
litterarische schoonheden in het Fransen klassieke
treurspel ons meer bij de lezing dan by de op
voering troffen, en ons nooit geheel verzoenden met
bet groote gebrek nan handeling. Dat gebrek aan
handeling kwam minder uit, wanneer Agar zelve ten
tooneole was; wat wonder, dat hare buitengewone
zeggingskracht ons geheel kluisterde, maar wanneer
hare medespelers aan het woord waren^ kwam dat
gebrek doorgaans in alle zijne naaktheid voor den
dag, en een bewijs voor onzo stelling is, dunkt ons,
dat voor twee jaar toen Agar hier voor de laatste
maal in het klassieke treurspel optrad, de zul
zeer slecht bezet was, en dat zij sinds dien tyd
eeu meer modernen weg bewandelt. Ook den
keer hebben wy by dien ruil verloren; liet stuk
van Catulle MenJes Las Mères Enne mies ' heeft
in Amsterdam als succes gehad, dat de toeschou
wers, niettegenstaande het overheerlijke spel van
Agar, een algemeen gesis deden hooren toen na'
het laatste bedrijf bet scherm neigingen vertoonde,
om naar de hoogte te gaan. Wy zullen trachten
aan te toonen, waaraan dit ia toe te schrijvon.
Een somber voorgevoel groep ons reeds aan
toen het affiche ous meldde, dat het stuk drie
afdeelingen en negen tafereelen telde. Wy zou*
den het schrijven in tafereelen willen qualificecren
als de s$hr\jt-cr-maaroplps methode, als eeuo
allezins ongepermit teerde Jit'terarische losbandigheid.
Hoe zal nu, die zich zoo losmaakt van de wet
ten der dramatische kunst, of liever hoe ui
hy, die zich zelveu zoo weinig strenge eisclien
stelt-, ooit kunnen voldoen aan ae onvcrbidd<;!tike
eischen der kunst. Het is ons nog nooit gebeurd,
dat wy een stuk in negen tafereelen zagen', of
de vraag kwam ons op de lippen: Waarom «eens
acht. of tien, en ook by de voorstelling van l.a
Mèrea Ennemies", werd het antwoord op die vraag
ons niet gegeven. Dit ii dea te moer jammer,
omdat de schrijver in verschillende scènes blijken
geeft van een onmiskenbaar talent; hy heeft zijn
echec dan ook alleen te danken a in zijne anar
chistische neigingen tegenover da heerschappij
der muzen; weatfiy dan niet, dat er geen grooter
despoten zijn.
Ik zal nu trachten den lezer een zoo goed
mogelijk overzicht te geven van het «tak, voor
waar geene gemakkeiyke taak; er wordt zooveel
in getchoten, dat ik waarlyk bevreeid ben, <l*t
in enkele passages mijn gohougoii mij wel ont
schoten zal zyn.
De eerste twee tafereelen? vormend» do eenle
afdaeling van het stuk zün eiguniykeon vooisjel.
Da Podschegraaf AndréIJolcslci, heer vau
LitliuaniS, gehuwd met eene vrouw, die zoowel Uüo
bewondering afdwingt voorharo bui-oljjkc deurlen,
als om hare liefde voor het Poolsche vadorlnnd,
heeft zich laten verleiden zyue plichten als uiitn
en vader te vergeten voor eene Russische nrin*o3,
die allerlei omstandigheden vu n slavin en c'itckoji
tot dien voornamen rang hebben opgeheven, on
wier plan ia Boleski ovor te halen tot echtschei
ding van zone wettige vrouw lisabeth BJciko,
en wel om door een huwelijk raet hem, als vrou«
van den gouverneur eener Poolsche provincie eens
sonveraine rol te spelen. .,
. ja Ijst aetitcj taïartel «M men AndréBolfskl
e ndelyk verschijnen by da vrouw, dia hij raada
io.> lang verlate* had, maar h**4 vreugde over
lijno terugkeer verandert weldra ia wanhoop,
«Is hu baar mededeelt dat hy enkel ia gekomen,
om hare toestemming tot eene achtseheidlag ta
Tcrwarveii' noch tranen noch gebeden kunnen
kern van /.v>> eenmaal genomen bestelt afbrengen.
het aten an da welkomstgroet vaa styn
kind' brengt ham tot inkeer, ea na bat aanta
tafereel gaat bat scherm naar over twee
verleende echtgenootan, Temend op de meest dich
terlijke wysa, daof da «and van huakiad; aa de
toeschouwer sou na zeer bevredigd naar huis
kunnen gaan, indien ar niét nog aoht aadara ta
en waren. In het tweede tafereel toch wor
den wy bekend mat aan zekere Rodziko, wiros
ferinchtige plannen met die verzoening geene
rekening b%en to maken. Hij hoeft dan ook
tan Sophia Iwanowna, da rustische prinses be
richt gegeven van Andre Bolaski's verzoening
met de zynen, an deze vrouw haast zich hem op
te zoeken, an waat ham mat alle kunsten aener
toQuette weder aan sich te boeien.
Da slotsom is deze; Andre Boleski wordt mat
naar verrast door zijne vrouw; hu roept naartoe:
su moet gy in aene echtscheiding toestemmen
«n güalles gezien hebt Bat je n'fl rian vu' van
' ir klonk hier op aan toon, jlie aan lader daad
billen van aandoening; nog wil aa ter wille .van
knar kdud, ter wille van h«ar vaderland niet
toeitammen in dia echtscheiding, waaraan alleen nog
naar bare toestemming ontbreekt, maar dit alles
bant niet, AndréBoleski vertrekt met Sophia
Iwanowna als zijne vrouw. De vervloekingsacéiie,
die nn plaats grijpt is aan der best geschreven
tooueelen van het stuk; om beurten vervloekt
«en ieder, edelman, rabbl, krijgsman, sarf, op be
vel van Elisabeth Bolaska den afvallige, dia om
tjjne liefde vaderland ea godsdienst prijs geeft;
telfs zün eigen kind blyft by die vervloeking
niet achter.
Men cal ons toestemmen, dat dit als opzet van
een drama (om eenen technische» term te gebrui
ken) veel belooft. Zoo ooit echter, geldt hier het
ipreokwoord: beloven en houden zyn twee. Ga\n
wfi toch verder.
Het derde tafereel moet aan bal by Sophia
Iwanowna verbeelden; wy merken echter niets
nn een bal, het dient dan ook alleen maar om
gnt op da hoogte ta halpen van het feit, dat
AndréBoleski t>ij tyna tweede vrouw een zoon
keft Yvan geheaten, en dat er in Polen een
opttaad is uitgebroken, die met kracht van Russische
«spenen zal bedwongen worden, eene expeditie
waarvan Andréfioleski tot aanvoerder benoemd
i, en dat hy nv:t rijn zoon ten oorlog zal trekken.
f n bet vierde tafereel hooren wy niet vael nieuws,
Q oen er dat Elisabeth Boleski weet, dat er
«n opstand is in Polen, (iets wat ons weinig be
vreemdt) dat zy haren zoon vaarwel wenacht by
qn vertrek naar dan slag, en d» wapenen zyncr
troepen zegent Aan het eind van dat tafereel
komt AndréBoleski op; hy weet welke
hinderbet Poolsche leger gelegd wordt, en daar hij
vreest, dat zyn zoon Ettenne, d. i. de zoon van
Elisabeth Boleska het slachtoffer daarvan zal
vorden, komt hy laatstgenoemde verwittigen van
is plannen van de Rassen. Zyne goede bedoelin
gen worden echter verijdeld door de handelingen
rsn den in het begin genoemden Rodziko, die op
geheimzinnig» wijs da «binnen der Russen op
«uimaal verandert, zoodat de Polen in den vtil
kopen. In hot vijfde en zesde tafereel wordt
tnonn veel geschoten; de slotsom is dat Etienne
Beleski met zyae Poolsohe krijgsmakkers in
Rusche gevangenschap verkeert. Ook blijkt ons,
sat Etienoe en Yvan Boleski beiden op eene
itkera HeÜonna verliefd zfin.
DeserHolionne komt ra de meest-vreemde wjie
tó de lucht vallen; het H nl. de dochter vau een
tverleden vriend van Elisabeth Boleska; zij moet
ton auteur dienen om eene rede te vinden voor
«ene vijandschap tusschen de zoons van Elisabeth
TSA Sophia. Dit zyn van die paatdemiddelen tot
ket verkrijgen eener intrige, welke een ieder, die
ds dramatische kunst eert, met afgrijzen vervullen.
Wy vragen ons dan ook bijna telkens af hoe of
l»t toch gekomen is". In bet zevende tafereel zien wij
tienne Boleski met zijne medegevangenen
be«dumpt worden door de Russische bosren; zijne
moeIer komt afscheid van hem namen, (hoe die onge
deerd in hotRnsaische kamp verschijnt is eau raadsel)
u nu volgt eraene schoone scène tusschen de twee
noeders vijandinnen, Sophia biedt Elisabeth het
kven van haren zoon, op voorwaarde, dat hij ten
behoeve van Yvan afstand .doe van de geliefde
elisonne. De toon waarop en de verachting
waarmede Elisabeth weigert, werd op zoo mees
terlijke wyze door Agar wedergegeven, dat bet
pnbliek in daverende toejuichingen losbarstte.
Als gevolg van die weigering zien wij Etienne in
Ket achtste tafereel in de gevangenis op het punt
de doodstraf te ondergaan. Zyn vader komt hem
in redden, en al weigert hij eerst mede te gaan
net don man zijner moeder, als zijn vader er op wyst
koe hy met zijne weigering niet alleen hem maar
«ok zUne moeder zon straffen, gaat hij mede. Door
fit talmen krijgt hij gelegenheid zijnen broeder
Tvan te ontmoeten, die hem uitdaagt als zijnen
Bedeminnaar, maar da vader weet een
tweegencht tusschen de beide zoons te vermijden. Dit
s echter maar uitstel, want in het .negende en
natste tafereel doodt-Yvan Etienne, en als wraak
Erover laat Elisabeth Boleska, het huis waarin
i alle hoofdvertooners bevinden nl. Andr
eslci, Sophia Iwanowna, Yvan, Helionne,
Elisah Boleska in de lucht vliegen. Hoe züdaarin
laagt, nu de Russen na hunne overwinning overal
feeester zijn, blyft zooals zooveel in dit stuk een
laadsel. Dit Spey'kiaantcbe slot hoeft ten minste
t voor, dat de toeschouwer eindelijk naar huil
ftn gaan* '
Ziedaar «en kort-overzicht van dit hybridisch
fak, dat misschien als roman uitstekend voldaan
kon hebben. De overlading, die in een stuk van
'ff acten niet had kunnen biyven bestaan, werd
log in de hand gewerkt doorhet verdeelen in
tafeKelen, zelden zagen wy dnidelyker voorbeeld van
t» gevolgen eener litterarische misstap. Al. heeft
Agar ons dikwijls geheel medegesleept, door hare
onnavolgbare zeggingskracht, door hét meeaterujk
tragische dat, ay in hare rol wist ta leggen, het
«ocht aiat baten en het gesis aan het einde der
leerstelling is da welsprekendste kritiek op het
talr, laten wij ons niet versehryven, op de zoo
zoovaal tafereelen van den Hr. Catulle Mendès.
hopen Agar spoedig *««Blto'ita to taa
DE FRANSCHE OPERA.
harar waardig; die draak'1 is selfii haar
t* machtig geweest. ' A
Behalve den heer Gibeao, die de rol van Rodziko
vervulde, en Mlle Banchédie de rol van Sophia
Iwaaowna vcrvulde,waren alle andere medespelers
beKden het middelmatig*, en het erbarmelijke spel en
4» Janklaaaenmanieren van dan heer Fraizier, dia
« rol van Andró Bolesid vervulde, vermin
derde zoo mogel&k nog dan indruk van hat stuk,
«t wy zoo spoedig mogelijk uit ons geheugen
kopen gewisoht to saen.
Het Sed. Toonaal gaf data waak niets nieuws,
Hlondinette bleef op hat repertoire, aan
Holland?Ae en een Fransche draak is in ne waak ook
«sariyk niet to vaal. _ .
By vaa Lier trok Peyper's Haria Antoiaatto
twee avonden weder volle zalen, Mw. Ellenberger
* de Hr. Veltman verwierven in de rollen van
«wia'en Hertog van CWaans wederom vael succes;
^der kregen wv nog eene «eventigsto
voorstel«>g van Fédora, wal een bewya, dat dit stuk
*>or Mw. Frankel aoo talentvol gespaald, in den
ralt; ea dat laatste stok & wederom
verdoor hat welbekende Lazaro de
YaaOp dat stak znDaa wil misschien da
waak gelegenheid hebban tanig to komen.
WH kunnen niet aadan zaggan, du dat het ons
?Mt, dat Adrieana Lacanvrew wo «poadig vu
repertoire Tantwaoen is,
UOot.'BH. ? Patriot
a>7> j VWH om. t .'?» AIBVIMB «n ,u*a _
Eea dngayoa «JBf aa kaar p!aatav«rvangstar,
mik OttwiNHM iMsft SBB twaa saaien gadabitaard
?Is Jasany «w Urbaia. Z| i» jong aa beeft nog
weinig ervaring ; da stam is beur dan die van
mlle Dupouy, «aar minder sterk en hat is da
mag of sy TOOT partjen. waarin hat op harts
tocht aankomt hat MMsWa draaatiscaetsJant
sal bezitten» Da twaada barytoo, David. werd
afgewezen an in *$n plaats is thans da haar
tfetptch opgetreden. Hat is ta vreezen dat men
door die verwisseling via dan ragen In den drop
is gekomen, waathoawel ket aam aiat aan
talenf ontbreekt, haalt hy aog minder stom dan
zyn voorganger en aoo DavM gaan handig ac
teur was, Deipech ta dat evenmin. Ook de tweede
bas, Tososa, werd afgewsasa en ia zyn plaats
kwam da haar Desgona, au wiens naam goede
herinneringen varbonden zia. Hy is een voor
treffelijk aotevr, jammer dat da stom niet- voller
is aa soms bedenkelijke rafels" vertoont. Wat
grime betreft kunnen valeaj.een lesje by hem
nemen : op dat punt is men1 een beetje zorgeloos
geworden. Zoo aag Klis Leader ar in .Hamlet"
uit, alsof sa een jonge bruid was, an in Le
Trouvare" vormde Aznoéaa's grijs*haar een vermakelyk
contrast mat de jeugdige trekken vaa Manriqne's
moeder. Zoo was de stervende Yioletta toegetakeld,
alsof ze to diep in bat glaasje had gekeken on
Georges D'Orbelala een schooier. Over het geheel was de
reprise van .La Traviata" beneden het middelma
.
tige. Mlle. d'Ervilly
Veel beter slaa
haar persoonl
levendige, coq
g soms waer geducht valaeh.
in UomW", hoewel zy door
het bast geschikt ia voor
ige, coquette rollen, als bnv. Fhiline. Maar
men moet erkennen, dat van da chantense légere
thans bijn* hat onmogelijke wordt gevorderd. Zy
moet aan zeer buigzame stam hebben en tevens
dramatisch ontwikkeld zyn en au leert de ervaring
dat beide, groote .virtuositeit en dramatisch
talent, boa langer hoe zeldzamer in n persoon
vereenigd worden gevonden. Ondanks haar gebre
ken heeft mlle. d'Ervilly voel goeds en dat haar
aanneming wcnschelijk maakte. Ook mlle. Lender,
de nieuwe contralte, is een aanwinst voor de opera;
*4j is jong en heeft nog veel to leewn, maar ze is
een artiste die veal belooft. Bet ia gooi gezien,
naar ik geloof, van da directie, haar de
Gunnenparty toe to vertrouwen ; zy haaf t stem en tem
perament.
De tecor Berger, wiens debuten den
geabonneerden veel hoofdbrekens kostten, werd te licht
bevonden. De man had veel talent, maar hy was
zenuwachtig, niet goed gedlaponcerd of hoe men
het noemen wil. verkouden: zijn eerste debuut
Les Hugnenots1' viel ongelukkig uit en dit was
beslissend voor de volgende. Thans debuteert de
beer Botert, een gezette heer, met korte been
tjes, geen hoogte (in dubbelen zin), maar met
een flinke stom in da middentonen en veel
ervaring. Hy smokkelt een beetje, of lierer veel,
slikt de hooge noten in, die hH niet kan zin
gen, en het bon public de la Haye" tlikt het
ook. Het ia waar, bet zou onbezonnen werk
zyn, Voor den derden keer een fort tenor to
laten komen. De kans, een beteren zanger
dsn do heer Robert te vinden, U gerirg. We
sullen zien wat de geabonneorden in hun hooge
wijsheid beslissen. Hun, taak is ook ditmaal niet
van de gemakkelijkste.
Eenigszins tegen de verwachting, is de bas
Denorégelukkig geweest by de stembus en dat,
hoewel hy by zyn derde debuut schor was. De
danaente Sootti voldoet by nadere kennismaking
beter r haar- eolieg* Btsraaro, diéintjtjdflkk is aan
genomen, is zeer geaffecteerd; mlle. Arohet, die
werd afgewezen, sohflnt als lid van het ballet te
blijven, hoewel zonder bepaalden titel.
Interessant in vale opzichten was het optreden
van den jeugdigen tenor Siverain, als Arnold in
Guillaume Teil". De heer Van Hamme enga
geerde hem als zoogenaamde doublure, dat
wil Mggen, om nn en dan den fort-tenor, af te
lossen. Riverain studeerde -op kosten van onzen
directeur; hij is nog jong en hoewel hij reeds
geruimen tyd in ons laad vertoefde hy is
een Creool van geboorte was hy juist op
den avond van lijn eerste optreden verbonden.
Daarby de onvermijdelijke zenuwachtigheid. Men
kent de formule, en net zal niemand verwon
deren, dat er van de zoo moeieluképartij van
Arnold niet veel terecht kwam. Misschien heeft
bij het to Amsterdam beter gemankt, maai- ik
geloof, dat het niet goed gezien was van den
beer Van Hamme, den jongen man voor dit em
plooi te kiezen. Zijn stem is te dun daarvoor.
Intnsacbeu belooft de heer Riverain veel voor de
toekomst. Hy kan een goed tenor-léger worden;
by heeft een zeer gunstig uiterlijk, veel goeden
wil, een aangenaam klinkend orgaan. Mits hy
niet te hard van stal loppe, kan er iets goeds uit
hem groeien. M«ar elk jong soldaat wil thans al
dadelyk den buton do maréchnl verwerven, van
daar zooveel mislukte artwten en zooveel middel*
matigheden. ?
Den H»ng, 9 Oct. 1883. D.
DE INTERNATIONALE TENTOONSTEL
LING TE MUNCHEN. 1)
VI.
Vervolg van de Geschiedenis
der beschaving.
Eindelijk noemen wy nog de twee schilderijen
van E. Daez, to Parijs,,,Voorspoed" en Ellende",
voorgesteld door eene lichte dame, -die later eene
oude voddenraapster wordt
Wy zouden van deze soort tafereelen nog een
groot getal kunnen aanduiden, doch haasten ons
naar démeer dadely'k historische voorstellingen
terug te koeren. Hiertoe behoort dan onder anderen
nog, wat de oude geschiedenis betreft, eene schil
derij van G. RochoffroBse, to Parijs, namelijk de
romeinsohe keizer Vitellius, die- door het
romeinsche gepeupel langs de straten vaa Rome wordt
gevoerd, omgeven door eene bende'van uitgelaten
en wellustige personen van alle geslacht; eene
ontzettende en afschuwelijke voorstelling van
kunstvaardige hand. '.. ?
Geleid door de geschiedenis tradan wy nn m
da eeuwen des Christendoms. Noch Frankrijk,
noch Italiëhebben over de aatsto eeuwen iets
geleverd wat ook slechte in 't voorbijgaan op
merking verdient, tegenover zoo vele merkwaar
dige doeken, die door Dnitsohland en Spanje
werden ingezonden. ' . ' '."?
Indien wy naar da keuze veler onderwerpen
van Duitsche meesters over den aard der natie
mogen besluiten, dan zonden wy zeggen dat zij
m ernst en diepzinnige opvatting des levens in
de laatste jaren kenneiyk n vooruitgegaan.
Critici van alle gezindheid en party zijn gereed
dit to erkennen. Enkele 'voorbeelden mogen
volstaan. Benz, Piloty, Loffz, Diez, E.
Zimmermann, Pfanascbmidt ea veto anderen wedijveren
bier om de'palm, tarwMl de meest bekende schil
ders van gewfide gesoniedanis. Dager, de beide
Muller en anderen om verschillende radenen zich
van dese tentoonstelling onthielden.
t Ia niet to ontkennen dat van Dtuseldorp
menig werk it TtHgegaan, dat door de fijnlieid
van ^bewerking karakterloos, zoetsappig is ge
worden. Deze hoedanigheid hebben da eerstge
noemde schilders allaniinst Wfl zonden daarvan
alleen Paul Kieesling vam Draad., n kunnen
be?obnldlgen, welke, behalve aan maas* an «
?vrouwenportret, nog eene zoetsappige aa wat
O Da taser (tasft
kal> wadar vatao
sast dan sadaraa
kar nsda opg«dM>kt dai
a% «u. TIB 4aa
heatrals, ofiwhoon overigen* goed gescaSiHsrda
Madonna leverde. Da opwefcflu v«n Lazarus
daarentegen, van Josef Herwig, u Dnaseldorr*
zondigt door «l to grooto ruwheid.
8eorgePapperirz, vaa Manefaen, o.Js at ttortrataehilder,
leverde in zynen kruisdragenden ChrietBs aan in
de meeste oplichten voortreffelttk werk. Alleen
is de fifur van Christin «set «dal genoeg be
handeld, en ligt ar in de houding vaa Maria
Magdalaaa een «>1 to kokette ttdrakknig. L.
Loefft», ook to Manoata, leverde ia S$Muftata"
een meesterwerk vaa de beste soort: Christus
lang uitgestrekt tor aarde, TOOT t oogenblik der
begrafenis, en aan zMne voeten Maria, geheel m
rouw gewikkeld en ia droefheid gedottpeld
alles nitmnntead van toakeaiog. van erastige
kleur ea pakkende Stimmmff (d,?, uitdrukking).
0. von Piloty's Martelares' aater dar Arena4'
(elkeen kent dan meester doqr aflne werken in
de nieuwe pinakotbeak) is niat minder belanTrijk.
Nedargelaten in da aateoombea, wordt de doode
door eenon romeiae^n jongeling beaohreid. Eene
waardige en Bielvolle voorstelling! Ernst Zim-.
mermaua en W. Diez, beidan van Maachen,
schilderden de herders aaa de kribbe vaa
Bathiebam, da eerste (een leerling van Oornelins) zan
der de minste gemaaktheid en ie liefelijke» toen,
de laatste met wat meer nitdrukatagea karakter.
Ook Severin Benz alhier leverde eeae trefielüke
Vlucht naar Egypte, ofschoon wat gemaniereerd
en zonder bepaald oosteracbe typjn. Doch ook
L. Glötzle, van hier, schilderde, ofschoon op klei
nera schaal dan de eerstgenoemd*» werken, eene
Hemelvaart Cbristi, welke aan diepte van gevoel
en adel der figuren misschien in de eerste plaats
had moeten genoemd worden. Ofschoon de kun
stenaar to vergeefs streefde in het gelaat van
Christus zelven. eene verhevenheid uit te druk
ken, welke de innigheid der Madonna enz. te boven
streeft, verdient dit werk toch tot de
bestgeslaagde der tentoonstelling gerekend te worden.
Men ziet dus au deze voorbeelden (vooral
wanneer men hierby de twee vwige
inteVnatiouale tentoonstellingen alhier vergelijkt) dat in
dit vak wezeoly'ke vorderingen zijn gemaakt.
Om nu van Duitschland afscheid to namen,
noemen wy ten slolte nog den Berlyner C. G.
Pfann Schmidt, die eeno rüvan acht doezel»
teekeningen inzender op den tekst van het On
ze Vader." .
Om een 3enkbeeH daarvan te geven kiezen
wy vergeef ons onze schulden," hetwelk in ze-en
voorstellingen wprdt uitgedrukt: Da verloren
zoon, De Pharwaecr, Sfcphanus, Otto I en z$n
broeder Hendrik enz. De voortreffelijke criticus
Fr. Pccht zegt daarvan in de Allgemeine
Zeitung;" Te midden van het algemeen zeer weinig
verheven pogen, dat de kunst van onze eeuw
met eenen besmetteUjkeu adem vergiftigt,
verfrisschcn ons zulke door 't reinste gevoel inge
geven compotitiën als klaar bronnenwater na 't
gebruik van sterken boter en vervalschten
franschen wjjp. Reeds daarom dewijl de platte per
soonlijkheid des schilders zich hier niet aan n op
dringt, en ons niet docr allerlei kleingeestige
tieraden zoekt to boeien Wy hebben hier
een rijkdom van vinding en gevoel, waarmode
wy gehoele zalen onzer tentoonstelling zouden
kunnen vullen," enz.
Jsn nog in 't voorbijgaan den kundigen Mich.
Rieser, nit Weenen voor zijne schoone kartons
met heiligen beelden geprezen, en dan nan de
nieuwere historie alsmede aan de energische,
schrikwekkende, maar zinrijke Spaauiche kuiist
Wanneer w$" verder zoeken naar kunstwerken,
die door hun onderwerp aaaa «shake! vormen
tussohen de voorstellingen aan de oudheid of aan
de eerste eeuwen des Christendoms ontleend en
die vnn moderne gebeurtenissen, gevoelen wy ons
teleurgesteld. Ten minste in de Duitscho afdeêling
zijn die zeer zeldzaam. Wij haasten ons daarom
nog da verdienste van P. Thnmann te erkennen,
welke door zyn hoogst waardig gecomponeerde
.Heimkehr der Deutschcn aus der Schlacht im
Tentoborger Walde", «en ernstig streven vertoont
Het .is beklagely'k dat onze kunstenaars ia aene
rijke en schilderachtige geschiedenis vaa 1400 tot
1600 jaren geene aanleiding gevonden hebben om
eenig feit (al ware 't ook maar uit vaderlands
liefde) met het penseel te illnstreeren.
't Is wel mogelyk dat wy iets voorbij gezien
hebben, doch van groot belang was het evenwel
niet. Lnkele -werken spiegelen ons de zestiende
eeuw af, zooals Tintoret.to de beeltenis zyner
dochter schilderende" van Hermann Kocb, te
Muachen, niet zonder verdienste van vinding en tee*
kening, doch zonder sprekend karakter.
Wy treffen alleen het doek aan van Frank
Kirchbach Jr.: Herzog Christoph der Kampfer, (l
an der Leiche dos Ictzten Abonsbergera," wat
niet nalaat, vooral op elk dnitsch gemoed eenen
diepen indruk te maken, want de behandeling is
waardig, groot ach en harmonisch, zonder opschik,
ja bijna al te donker vau tint.
Edel van onderwerp en behandeling, is ook de
kolossale schildory van W. Rauber, tu Munchen:
De overgave van Warschau aan den keurvortt
van Brandenburg (1656)."
't Ia eene ryke compositie. Friedrich Wilnelm,
juist uit zijne koets gestapt, en do Zwecdsche
veldmaarschalk Wrange), ontvangen op waardige
wijze de hulde der verslagen, doch niet verne
derde Polen. Het werk komt ons voor, wat al
te ryk aan figuren te zyn. Dat stoort de een
heid. Ook ia de voorgrond niet in allen deele
juist geteekend. Overigens ia het werk eon der
beste van het genre. Eene grootere verwarring
Ueerscht in de voorstelling van O. von Faber du
Faur, uit Munchen: .Eene episode nit den oorlog
van 1870.in Frankrijk". Ofschoon met veel talent
bewerkt, is de rechte uitdrukking, door gemis
aan eenheid niet getroffen.
Doch wij bobben hiermede reeds de nieuwste
geschiedenis aangeroerd. Alvorens daarmede, door
aanhaling van eenige Sittcnbilder" te vervolgen,
dient men nog ernstig te wijzen op O.
liitrloDerbwoo's Gevangenneming van Lodewyk XVI,
te Varennes", waarvan het Karakter goed gevat,
maar da bewerking wat geflodderd is. Dan
beschonwe men hert meesterstuk van Fr. von De»
fregger, eeu' der geniaalste Münohenaars, welke
drie frissche portretten leverde, maar byzondar:
Vor dam Anfstand von 1809 in Tyrol", voorstel
lende eenige krachtig*), hartstochtelijke Tyrolers,
de koppen byeanstekenda en eon brief lezende,
in de werkplaats van eenen wapensmid, even na
tuurlijk uitgedacht en gecomponeerd, als geestig
en vol karakter, op kleine schaal geteekend. Ne
vens Defreager komt ons onrmddeljjk Adolf Menzel
in de gedachte. Dez« echte kunstenaar schilderde
wel .Die Boulevards in Paris", taaar ook .Dia
Abfahrt König Wilhelms znr Armee, 19 Juli 1870,"
wat to minntians en klein van proportten, doch
hoogst verdienstelijk fijn afgewerkt en niettemin
bezield is. u~""~* "* . ?
Als bydragan tot gaschiedkennis dimen dan
verder eenige portretten te worden vermeld. Daar
onder vinden wy in de eerste plaats, dia van H.
Canon, to Weenen; 8t. Banedictus, Caiaiodonis.
Boethiu, Fans Leo L. ene. Hat komt mtt achter
voor, dat desa kunstenaar in iyna portretten naar
da natuur beter is geslaagd. Bovengenoemda
mannen herinneren in 't algemeen aan da ooa*
vaationaale manier dar 18de eeuw.
Alvorens wy nn in de jongste geschiedenis on
zen weg vervolgen, willen wy inhalen wat ons
als byzondere hatorieschildering, uit da andere
afiieolingen nog to vermelden staat. Wy zullen
onmiddeiyk nat S p «n j e beginnen, dewyl van
daar betrekkeiyk hel meeste aa baste is geleverd.
Alvorens wfl da hoofdzaal der SpasnsoSe tamst,
no. 08, bstraden, trekt reeds van verre het maar
dam levaiagroute staadbaeld vaa den.baroamdta
Yateïoaas, dat aaa den ingang is gafbsM. OBM
w.adaebjt. Luigi Tasso, vzABuMlaasv k daarvaa
da ontwanar. Qfsjfcoa»sse«a«Bl«aaiaisTalzi
tooat dit beeld kat MV«el MSV ssamsnan .
styi aa waardigiaaid SHS)' jssezssn* aa stosnt eut
kaaarswk ons guitig tot sHrtfepaatedstToacV
brengsalea van Yaiaaaiinz' joagwsa,
Daar vaiioo.MB^ieapl*>toi&rk tff aeaMariJsn
aiet groepen vaa kveattroüezjirssi, watt* toch
Biet aawt r^'tttrtnj Kokiriat Tai UjitaeaJ s«sah
alkaadar ia da scaadaw staHaa. Hat is atoef de
daarover reeds aan- hsiasuakrtsa toen snaft
Kaar chronologisoha orde aoajaaa w| la «a
aanta plaat» .Detapafeaii vaa 8. S*Usti*an"
>an atten doorschotoa) » da ss^aownhea,
gedoor A. Farrant Hat si aan kaast war k
vaa edele opvatting, ofohoen aiat acedaasisrh
tood. Naar tydsorde volgt na T. Caaado's J)e
Klok van Hoesea", of da rafthtsplBfti^ vaa
Zoiro II vaa ArragoniS.
dood vaa koning Abpaoasos L dia in 11S4
?loos stierf, werd Ramiro, sedert veertig jaren
oosterling, tot koning uitgeroepen, ea tot aan
mwelük gedwongen. y werd de apaelbalzifaer
hoveliBgen, die op aDe wUsen huanea invloed
misbriukten. Op zekeren dag lekte aft haa (zoo
luidt bet verhaal), onder voorwendsel dar wgding
easkzr klok, naar Hoesea. Vfiftien hunner daad da
koning in een onderaardsoa gewelf afdalaa an
onthoofden.
Daar staat hy op de schilderij, van aan aantal
afgehoawen koppen omgaven, nevens hem een
?eusachtige hond dien hy aan eene zware ketting
aoudt. Rechte ziet men eenige hovelingen den
keldertrap afdalen. Dreigend, maar vol konink
lijke waardigheid, Schijnt Ramiro ben toe te
?preken; eane huivering maar geenszins
afgryzenwekkend tooaaeL noog opgevat, zonder de
minste jacht op uiterlijk effect, en van een kolo
riet, dat ongemeen het bloedige der voorstelling
;empert
Van dergaiyken urd, en «ene Innige studie
van Spagnolette en Zurbaran verradende, is de
schilderij van Mannel Ramirez, voorstellende drie
monniken, cp een laag achavot gezeten, aalmoe
zen inzamelende ter begrafenis van het nevens
hen liggend lijk, waarvan de kop op een staak
is gestoken.
.et ia Don Alvaro de Luno, een gunsteling
van koning Jan II van Castiliö. In 1453 werd
hy onthoofd, dewijl by zonder koninklijke toelating
deiufantevan Portugal gehuwd had. Men zal dit
kunstwerk niet, als dat van Fanaat, wat acade
misch noemen, want hieruit spreekt een grooto
diepte van gevoel, een krachtige geest, en ondanks
bet bloedige der voorstelling, een kieaohe smaak.
Ofschoon (eveneens nit de vijftiende eeuw) Fr.
de Pradilla in zyne Overgave van Granada",
door Boabdfll den Morenkoning aan koning
Ferdinand (1492), niet minder goeden smaak en meer
fijnheid van schildering: vertoont, moet men toch
aan dit werk de ware levendigheid en sprekende
waarheid ontzeggen. De figuren der twee groepen
waarin de voorstelling verdeeld ia, zyn uitmuntend
geschilderd, de koppen met karakter, de stoffen
met studie gekozen, met zorg gepenseeld, maar
het innig leven ontbreekt. Dewijl de gebeurtenis
zoo grooto beteekenis in de wereldgeschiedenis
heeft, blijft de toeschouwer onvoldaan. Het kunst
werk is een prachtig en waardig salonstuk voor
een gezantscuapsbotol, maar geen meesterwerk
van een groot genie. Ook daarom niet, dewql
men er de Spaansche afkomst niet in herkent,
mogelijk doordat Pradilla, als bestuurder der
Spaanscbe academie te Rome, geene geschikte
modellen heeft kunnen vinden. Deswege is de
kunstenaar wellicht beter geslaagd in zkna
Menacuccio", en vooral in zyne drie voorstellingen
Corneval te Rome", die (ik behoef het uiat to
zeggen) van veel minder ge wicht en gehalte, doch"
uiterst geestig gespat ziin.
In kabinet no. 76 vinden wg ookCosado terug.
Doch hier draagt hy de voorletter P. De com
missie houdt hem voor identiach met den boven
genoemde. Welnu, dan stijgt nog onze bewonde
ring voor dien grooten kunstenaar, welke hier
Beloouing na het stierengevecht" leverde. In een
klein roooco-park vol leven, zwier en goeden
smaak, vertoont zich, voor een elegant gezelschap,
de torreador, met al de fierheid des overwinnaars,
en de fijne manieren eens mans vaa de wereld,
zonder de minste gemaaktheid. Het gezelschap
luistert naar zyne dankrede, met eene opmerk
zaamheid alsof Moaart daar klavier speelde. By
dit werk laat zich alken het geestige, eoquette,
fijn gepenseelde, óók achttiende-eenwsche Bn
den handelaar in oudheden", van dea Spanjaard
C. Pnjol, vergelijken.
Doch wy keeren nog een stap terug, en hebben
De verdediging van Nunantia" door Vera to
vermelden. Hoewel WQ aan dit werk groote ver
dienste van teekening en schildering niet
kunnen ontxeggen, trekt het ons minder
aan, dewijl wu voor die groep levensgroote
figuren, welke «enen zelfmoord begaan, minder
belangstelling gevoelen. Alleen aan de rechter
hand des toeschouwers bespeurt men jets van de
kloeke verdediging. Een tal van andera werken,
schoon kleiuer «,-au omvang, boeiden ons sterker;
zoo bijvoorbeeld de markies de Bednoar, zich voor
den hcogeu raad te Venetiëverdedigende", door
U. Navarrete, vol waarheid en kracht, oftchoon
wat te donker van koloriet. Vervolgens zy nog
vau C. Moreno, (die ook Gladiatoren" leverde),
De vont vaa Viana" vermeld, die, in ongenade
gevallen, zijne troatt zoekt in de studie; weder
vol karakter, ofschoon de büzakeu (op de nieuwe
manier) wat te zeer nalatig Mhandek. zyn. Ein
delijk noemen wy nog De voetwaasolung vaa
Witten Donderdag, in de-Kathedraal te Toledo",
eene schilderij, wellicht door eenen hoogen gees
telijke besteld, anders eene kolossaal gewaagde
onderneming. De kunstenaar sloeg z*ca echter
door een Ui van moeielUkheden dapper heen,
doch zal niet ligt een navolger vinden: figuren
vaa achteren, van voren, in profiel, sitteade,
staande, knielende gezien, en alles in de baste
harmonie gebracht, zonder -den minsten songn
van pose. Hei zelfde onderwerp werd met uitne
mend talent behandeld, door G. Roeettf te Parijs,
op een doek van twaalf vierkante matei*.
Historische portretten sUn zeldzaam' In da
Spaansche afdeêling. WO wfllen daarom te meer,
twee even oorspronkelijk gedachte, als liefelijk
uitgevoerde beeltenissen der infeate, princes
EoUvlia gedenken. Het eerste van B. Lengo,
stolt het vrieudeiyk blozende gelaat der jonkvrouw
in profiel voor, met dea hals aitloopende in aane
keur der schoonste rozen. Het tweede, van
J. Sala, vertoont de prinoas op straat ia den
regen, nut een parapluie boven bet hoofd, als
een goedig, welgekleed borger ss«isjs) net fijn en
glimlachend gelaat, keurig vaa scbüdarmg. Daaruit
spreekt bar!
Wy hadden evenwel nog het portret van M»
zarin kannen noemen, dat men, toevallig, zoowel
in da Dnitecae afdeêling f-Sie-te" vaall
Schjultheia to Muacban), zooweToeder daa «itol
^!Nichten des Cardinals" van Joa. Weisar a
ia da Fraiis«b*oiidardei>zal«ieatital,Ba»±il4
door Tonj Itobert Flemry, ata ia del9paWMea*
afdeding (?Het hof eens iardiasali", vaa Leen
y Escosuraïterugvindt Bfl de .jSisst*" te d*
kardinaal (?) als baaspeler voorgesteld, Wei*
laat da nichtjes, btt 't rooksa, door hunaen ooi
betrapt woroka. Eseoaara awat iaditSMvalm
genialiteit by de Duiteohers sabtsCsiaNU^olstdiooB
Weisera koatelfike, hnmowatisohe, grooto schets
Bnuloft "
maar wet gemaakto
Frankryk heeft zszh niat __.._
?an overvloed van hlstoriestakkaa. , _.
da voornaamste n*f|a5IB?5^k -ïfjJa
D. U. NTMalflart te Parfis, vocKttollande dan be
kenden daaooraat, Stsaiaantua Maroal. m 1857
t hoofd der gemeente to F*rijz,_zijBa
vsrordeniagaa
t*ek «at ,
XI?", v*. H. J. Yattor
ttort*
PSJsT '^?i^aaaVaislzMIal «IMPtjall V00ffatf
i werfc via F. rUtzsiag, Oav
ts>aa t^BhiaPnSg af»
Bat as^ssaaètaaUa
aan kind nos aan
A* d*
_____
«ar beide «**. |inmii'. s-ttj-tsat-M ifa
broeder e* ?chtmsgaater. Selgk sssn stat ia War
da bastonaar dar bsjvKl* ofirai set osTar eer
rooi* rapnWsi «er «aswkra. DassM*te« w«rtt
modem aa
aan weinig t» m) aan 't aisawSctjfeJflk. lai
geval verraadt ay wat «dtvoariac betreft
dan saaastar van t faaoaal da» J. A. Kumtm
pLa grosra", aan atarvaoda mnskns (man aagt t
is BiMt) wian aas» swvlaogaUa vrowrwalifka atba»
ische figour aaaam Ma op hat voorhoofd aWktu
UJtdrnkïSg aa taa-unmgs^s^ad,waradaRoam
maar wat genialer.
Tot da fransche hutoriaeka portretUn kasW
nen
door ..
der gemaakt
dat van Fr. Lint nkanea. gasahadatd
F. Layrand ta Parijs. Hat k U eomti
_ Da groote kunstenaar lent
zich staanda aan aan klavier, mat gakrnistaar&Mn
en beanaa, aa schfint uit ta roapan: O'estnwir'
Doch wy gaan wadar ta var in daa tijd.
L R
(Wordt vervolgd)!
The History of Mary Sluart, from the
Mardar of Rioeio until har FUght into Ea-,
glaad. By Clande Non, her Secretary.'
now first printed from the original maaa*
scripts. Editod by the Rev. Joaeph Sta-,
pbenson, S. J. Edinbnrgb, William Pater;
ion 1883.
Da lotgevallen van Maria Staart zullen wel
steeds da belangstelling gaande honden. Nooit
zal alles, haar betreffende, zóó kunnen wordaa
>pgehelderd, dat iedereen tevreden is;
daareax>ven zal het vooroordeel fouten weten op ta'
sporen in het meest onberispeiyk betoog en aaa
iet gezag van de beste overtalgrag-stnkkaa zal
ifl voortduring worden getornd.
Tijdens het leven dar ongelukkige Koningin aa'
steeds na haar dood hebben het gevoel als ook
godsdienstige staatkundige meeningen op ba»
zeachiedschrijvers invloed uitgeoefend.
Ongetwfiold hebben zü, die belang hadden by haren on-,
dergang, het er op toegelegd gedachte
becchnldizingen in to brengen tegen de vrouw, die zy van
den troon stieten. De Protestanten namen hat
op tegen de Vorstin, dia da misbruiken der
Roomsche Kerk handhaafde tegen de Lords, welke
de Hervorming aankleefden en zich verrijkt
hadien met de verbeurd verklaarde goederen der
Kerk. De bewonderaars van Koningin Elisabeth
sloofden zich uit om aan to toonen, dat het
treurspel van Fotheringhay eene daad van recht»
vaardigheid waa, die het daglicht mocht zien ea
n gerechtelijke moord; nat getond verstand
de op den voorgrond dat eena dochter dar
Gaisav oia **a het .hof vaa Valotoj aader~aev
nwedervlengelen vaa Cathsrina de Medici ban
opleiding genoot, volleerd was in het verwarrea
van goed en kwaad en alles behalve de verper*
soonlykto onschuld of een toonbeeld van oprecht
heid. Aan den anderen kant hebben da weder
waardigheden van Koningin Maria, hare schoon
heid, nare beproevingen ea haar jammerlijk
uiteinde, eene opvolgende reeks van wanna
verdedigers doen opstaan. Nn moge men ia
twijfel verkeeren omtrent de mate van hare
schuld, men moge geneigd zyn haar vrij ta
spreken van veel afschuwelijks, dat haar wordt
toegedicht, het ia echter bezwaarlyk aan to nemen,
dat zy nit al hare wederwaardigheden en be»
proevingen geheel vlekkeloos to voonchnn trad.
Men mag verwachten dat er steeds verdedigen!
zullen opstaan, maar het valt moeielijker te ver*
klaren, waarom geschiedschrijvers in hun oordeel;
Maria Staart betreffende, in den regel niet arnnsti.
ger gestemd zjn en toch is dit zoo. In Frank>
rijk, m .Engeland en in Dnitsohland verschijnen
voortdurend geschriften, waarin getracht wordt
nieuw licht te ontsteken. Het spreekt intusschea,
vanxelf, dat alleen datgene de moeite van het Ie*
ten loont, wat op echte en nog niet openbaar
gemaakte bescheiden berust. Uit dat oogpunt
beschouwd U de inhoud van bet boek, welks ti
tel wfl hierboven vermeldden, hoogst merkwaar
dig. Welke partfl de schrijver kiest, kan worden,
opgemaakt uit het feit,'dat hy Katholiek is en
Lid der Sociütêt van Jeius. De Heer Stephensoa
heeft onderscheidene belangrijke stoatstnfcken ge
raadpleegd en vertaald, welke h(j ontdekt heeft ia
do boekerijen zfiner Orde en in de Archieven vaii
het Vaticaan. Maar de hoofdreden waarom bQ
tot de uitgave van zyn werk besloot, i» bet vin
den vaa een schat, die in waarde gelijk staat
met eene kroniek van Maria's meest rampspoe
dige levensjaren, namelijk het handschrift vaa
een barer vertrouwde geheónschrijvers. Ds heer
Stephenson heeft zich alle moeite gegeven om da
echtheid van dit handschrift to bewezen en schijnt
daarin gelukkig gedaagd. lete andera is het of
deze poging au eene belangrijke aanwinst voor
de geschiedenis kan worden beschouwd. Indien,
Claude Naa ooggetuige ware geweest van het»
hy beschnjft, zou men zijne
onpartydigin twijfel moeten trekken. By. was de ver
trouwde dienaar der Koningin en schijnt zeer
aan haar gehiwht te zQn geweest, hoewel l**
tor getwijfeld is aan zpe trouw. Tot haar ge
komen met wene krachtige aanbeveling vaa
hare verwanion uit het Huis van Lotharingen,
was hfl zeer verbolgen op de leiders der
Her
vorming. Ea hoewel hy oogenschflniak aanlag
had voor bet aanleeren vaa telen ea bet var had
gebracht ia da beoefening vaa bet Eageleeb,
ontgitig )»yn| uit dan aard dar zaak, m dan ba*
fiiana veel van hetgeen da Sohotache Steatalirtdea.
m zijn bijzijn verhandelden. Maar hat is
onbesar dat alles wat Naa mededeelt, van hooraa
ia en, zooals hij zonder on
_ minst oBpartydig»i broa tot B
vernam aQes van da Koamgin of van ha»,
diéhare gevangenschap m Engalaad daaldaa.
Wat ton iaWs^MST.ibaste^ms^dt.ssMr;
ijtephenson, .dza hetgeen zg zelve mededeeHW
van do pracht to Parjja of Foatolaebleau of vaa
da versihrikkingan van Aanboise, Holyrood ea
Loohlevan?" ,
.Vervolgens", zoo nat hy voort, kan roea ztca
?*^ ** iSs.'SlJW
S;
'I^K^
awataa daaa osa togelooTaa,
xtwo-r» «toor>t.v«^:
a»
z|,aTieze
en
nQ aan da
yj-t-ji^^^^jf^,
b^db«aaitonUn
de ».«iW«zis vaa
Tfl
n
'i-rl
^^
i«WkeXorsy, ma
* VM vaai
«frorlaafa., J
wWarT<-A.al