De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 14 oktober pagina 2

14 oktober 1883 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

:'?£??"?. :? '-?????rv¥-?7?? DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V O O B NEDERLAND. Na. M» N.. ff' Si*f" «rde Engelsohen agent den duivel zalven vachten dan opheffing dsrlandretton, bestrijding «iac BqaaeRalara en der aanhanger* van de Laadtig*, verscherping der aJteondtnngawttten, in een ?woord, toruakeer tot het oude stelsel, waarby een beroep op debÜlijkh-id der Eagelsoha natie werd beantwoord met aene meedoogènlooze toepassing vaa hat reeht vaa daa sterkste. De mededeeling van dea bevelhebber der Enw troapenTair Evelya Wood, dat hy binnen weken den tyd gekomen acht, oude uitsluitend mat behulp der inte bewaren, beeft ia Engeland smaakt De opealttke en Eeimei dar anneutiapolftiak zfin hevig «atuataajiardigd over hat besluit dar regeering on de EBfielsche troepen tong to trekken, en vullen kolomman mat sombere voorspellingen over de dagen van oproer en regeringloosheid, die zullen aanbreken, zoodra de laatste Engelsche soldaat den Egyptischen bodem heeft verlaten. Da Times is in het koor dier jammerklachten eaa waardig voorganger. Engeland laat niet 'licht los wat het eens vast beeft. Daarom gelooven wy ook niet dat de thans uit Tranavaal naar Engeland gezonden missie van de heerea Kruger, Dutoit en Smit veel aan de eoaventie van Pretoria tal veranderd krijgen. Die conventie is het eenige houvast dar Engeltchan op de Tranavaal; men aal ie niet loslaten. Inmiddels heeft Oetawayo geantwoord op het nltimatnm der Briteoha regeering, an verzekerd, dat hy zijn schuilplaats zal verlaten, zoodra de koningin en de heer Gladatone beloven, hem te aallan beschermen. Op dit oogenblik is hy te bevreesd voor Uaibepu om aan het verlangen der regeering to voldoen. Cetewayo'a antwoord was schriftelijk en werd, namens hem, aan den Briteohen resident Oaborn overhandigd. By dezen i komt de Zoeloe-koning als by to biecht Het was dezer dagen 25 jaar geledan sedert de kiekeiyke koning Fnedrich Wilhelm IV vanPrui?en, wiens besraiteloose geest *oo weinig goeds voor xyn vaderland vermocht, aan run broeder, den tegenwoordlgen Keizer van Duitachland, het verzoek richtte, dat deze de koninklijke macht op eigen an eenige verantwoordelijkheid jegens God, naar zün beste weten en geweten, in 's Ko ning naam als regent ion uitoefenen." Het tyd stip was van groot gewicht voor Pruisen, want van dat oogenblik dateert de krachtiger politiek, die dertien jaren later tot de Duitsche eenheid leidde. De Keizeifgaf echter zijn verlangen te kennen, dat geene feestelijke viering van dezen dag zon plaats hebben. Da houding dar nationaal-liberale party trekt aeer de aandacht in Duitschland. Terwijl zy in Baden eene sage behaalde, ia haar glorie over het algemeen zeer aan het tenen. Een door de Elberfelder Ztltung zeer hoog geschat inzender heeft eeu nieuw dieet gevonden, waardoor de party zich herstellen kan van de thans in haren boezem heerschende besluiteloos heid. De party moet positie nemen tegenover het leger van concrete vraagstukken, zy moet eene practischa politiek voeren. Het is nu, vol gen* den schrijver, een feit dat prins Bismarck met' elke uiting van zfin krachtigen wil poogt den nationalen staat verder op te bouwen en dit grootsche werk met concrete gedachten te be vorderen. Voor deze, zich uitnemend haar doel bewuste politiek is echter nog geene nieuwe party gevonden. "1 nu prins Bismarck voor zyn doel eene mist en de nationaal-liberalen voor hunne geen doel hebben, zou de combinatie aan i te stede komen. Het denkbeeld is zeker zeer vernuftig; waar blijft echter, by de verwezeliiking, het liberale deel van het programma? De schrijver in de EB>. Ztg. voelt dit bezwaar; hy spreekt kortweg van aene National-Partei. De Prov. Corresfondtnf geeft daarop een. te__. men «ioh wel rekenschap gegeven, «egt bet weekblad van den kanselier, dat de achter uitgang der nationaal-liberalen dagteekent van het tydstip toen de partij cich aiwendde van de y, en zich verbond met de party der stel selmatige oppositie? Is men tot de erkentenis ge komen, dat voor eene politieke party in den hoogeren zin des woords niet de afwisselende stemming der groote massa, niet de zoogenaamde strooming der openbare meening, doch alleen de bly vende behoefte van den Staat leiddraad kan zgn? Toont men neiging tot de bekentenis dat het door den Fortschrttt en de secessionisten nagejaagde doel van het zoogenaamde zuivere parlemeotariame, het punt ia waarop de nationaalHberalen zich scheiden van de liuker-partijen, en oat deze party voortaan hare betrekkingen moet eoeken, waar men in dit opzicht den moed syuer overtuiging bezit? Vele nationaal-liberale bladen Zyn nog niet zoo ver gekomen; zy meeneu behoefte te hebben aan aene haar doel zich bewuste politiek, aan wer kelijk liberaliime, enz. Dat wil zeggen, dat de nationaal-liberale party hare redding moet zoe ken, waar zy tot nogtoe de gevaarlijkste vyandea gevonden heeft. Verderfelijker raad kon niet worden gegeven. De geavanceerde partyen zien in de nationaal-liberalen slechts in zooverre ver bondenen, als zy op hunnen weg een zeker en gemakkelijk stenndpnnt kunnen vinden. b deze zelfvérbbnding nu ver genoeg gegaan? Twee dingen zijn mogelijk. In de eerste plaats toewijding aan de ware, bly vende behoeften van den Staat en aansluiting aan hen die zonder om zien het als juist erkende nastreven. Of het rekenen op afwisselende stemmingen en onzekere lenzen, zooals de, naar men zegt, nn eenmaal in het Dnitsche volksgemoed heersen ende, naar links gaande strooming die verlangt. Naar zy dezen of genen weg kiest, zal de nationaal-liberale party staan of vallen, zal zy haar bestaan handhaven of overvleugeld worden door hen die de erkende meeaters zfan in de jacht naar volksgunst Tot zoover de Prov. Corrapendent. De natio naal-liberale party heeft aich in deze dagen niet te beklagen, dat op haar geen acht wordt ge slagen, vaa de zyde der regeering worden liefdetof da armen uitgestrekt om dan wankelende TOOT vallen te behoeden en haar te sluiten in de alleenzaligmakende omarming der Bismarck-party. Rteds ging, in de Elberfelder Zetiung, uit haar eigen boeaem eene stom op om baar in dien gaast to drijven. Aan de andera tyde weten de geavan ceerd-liberalen den steun der partij in vele dis tricten {genoegzaam pp prijs te stellen, om haar niet geheel van zich te vervreemden. Een aan sluiting der partij in haar geheel aan de regeeringspolitiek is niet te verwachten. Er zyn altyd nog genoeg oude getrouwen die hunne onafhankelpheid niet geheel prjjs willen geven. De beste oplossing schijnt da ontbinding der nu boofdelooze party, tenzy zij voor de aanstaande zitting een programma aa leiders vinde. De quaesüe der neutraliteit van Opper-Savoye is nog niet tot rost gekomen. De Zwitserse!» bladen bespraken haar nog, en menige corre spondentie bit Zwitserland vindt In deze verhoodinsren stof. ? Men maakt zich werkebjk beangst voor Frankrijka plannen. Vastlngwerken op neutrale bergen van Opper-Savoye beteekenen volkomen weerloos heid van Genève en eene steeds open poort voor de Fnaschen om Zwitserland binnen te dringen. JWat de Bondsraad zal doen is nog niet bekend. - ?? ? nüjjj AM|( triendschappeiyke vertoogan tot de Fraasche regeering worden «richt, en?mocht nat antwoorof hierop niet voQoende ?*»- daarna de.beMharmiag worden ingeroepen Oostenrijk aan gunstig onthaal soa vinden. Italtt, dat niet behoort ouder da garandaerenda mogend heden, staat als rechtverkrijgende van het vroe gere Kottmkrök Sardini» volkomen op dejazalfden Bodem als Zwitserland an heeft even groot be lang by de neutraliteit van Opper-Savoye. Laat ons dos hopen, schreef men ons uit Zurich, dat da strijd in der minne sal worden oasehikt, an dat Frankrijk van den voorgenomen fortenbouw aal afsien. Er ligt zoovale brandbare ?tof opgestapeld, dat zalft eena zoo nietig scho nende quaaslia ais desa Savooisoha dia achter voor Zwitserland aene lavensqnaaatia is da aanleiding tot aena algemeen* ontbranding soa kunnen worden. Indien toch Frankrijk, tijdens da diplomatieke onderhandelingen worden ge voerd, bleef voortbouwen aan da versterkingen, dan zottZwitsarland niet anders kunnen doen dan de msoheraüng der garandearande mogend heden inroepen, en mocht dese haar worden ge weigerd, geweld met geweld keorea. Uit Bulgarije bleven gunstige berichten komen. Da Russische zaakgelattigde Jonin heeft links an rechts geïntrigeerd, om de nationale vergadering over te halen, zich in het vraagstuk der spoorwagcoaventia met Oostenrijk, Serviëen Bulgarije onbevoegd te verklaren. De Sobranja heeft aan dia inblazingen geen gehoor gegeven, en da be doelde conventie met eene zeer groote meerder heid aangenomen. In dezelfde zitting werd ook het wetsontwerp goedgekeurd, waarliy de terug betaling der bezettingskoutan van het Russische leger geregeld wordt. Heeft die betaling plaats gehad, dan zal aan Rusland eeu nieuw wapen ontnomen z|jn. Men weet namelijk dat de heer Jonin het vooruitzicht had geopend, dat Rusland het met die betaling niet zoo nauw zon nemen, indien de Sobraaja ten opzichte van de spoorweffoonventie den Czor ter wille was. De mededeeling van den Bnlgoarschen minis ter omtrent de pogingen', door de regeering aan gewend om de capitulatiën met vreemde mogend heden op te heffen, run een nieuw bewija voor den «raat waarmede men in Bulgarije naar zelf standigheid streeft. Volgens die capitulatiën toch, die door de Europeescho mogendheden met ver schillende Oosterscho staten zijn gesloten, staan de onderdanen der verschillende nationaliteiten onder de rechtsmacht van hun eigen consuls. Ophef fing van zulk eene capitulatie is dus een bewijs, dat men vertrouwen stelt in de rechterlijke or ganisatie van het land, waarvoor zy golden. Het zal echter nog lang duren, eer Bulgarije zich in volkomen rust verheugt. Voor weinige dagen keerden twee leden der oppositie, Slaveikoff en Karaveloff, tilt Oost-Roemelie terng, waar zy propaganda maakten voor de Groot-Bulgaar'sche denkbeelden. Wie van dit geliefkoosd ide aal een handig gebruik weet te maken, kan ze ker zyn van instemming bij een groot deel der natie, vooral wanneer hy door Russiachen invloed en Russisch geld wordt gesteund. Allerlei. De Minister van Koloniën wordt door de poli tieke brandnetels bitter geplaagd. Waarom zoekt bi) >« ook? Nn weer zag hy de crediet-aanvraag van t6.174570, door den Gokverneur-generaal boven et budget van 1881 uitgegeven, met 33 tegen 29 stemmen door de Tweede Kamer verwerpen. En dat niettegenstaande zijn belofte om de comptabiliteits-wet te herzien. Ja had de heer van Bloemen Waanden het bij die belofte gelaten, dan ware 't nog wel los geloopen. Maar hy voegde er theoretische beschouwin gen bij over art. 31 der comptabiliteitswet en dat zgn brandnetels, die hij nog niet zóó berei den kan, dat de Kamer den schotel lust*. Voor den Mm'ster van financiën ware't ook een uitkomst geweest nis hy het by beloften had kunnen laten. Zijn eerste lelaatingvooratellen schijnen ook zyn laatste te zullen zgn. Behalve door den heer Grobbéo zyn 20 nog door niemand verdedigd. Ea zelfs zijn eigen verdediging getuigt van wantrouwen in 't welslagen. Misschien heeft de Minister, geen uitweg we tende om het tekort voor 1884 te dekken, maar het een en ander op het papier geworpen.... in de hoop dat anderen don wel met een rationeel voorstel zouden komen, dat hy kon overnemen om zich te redden. In dat geval is 't hem gelukt en dan kan hem ten minste geen strategische financie-kuust wor den ontzegd! Overzicht der Perg. ONZE BLADEN. De financieel* toestand en de middelen om in het tekort to voorzien gaven deze Week ruim schoots stof tot beschouwing. Naast de leeks van ontworpen door den minister Grobbée aan hangig gemaakt is thans een ander voorstel ge komen, eeu ontwerp ingedu-nd door de heeren Van Delden, Gleichman, De Jong. Van den Lin den en De Ruyter Zij l kor, om tot het heffen van een tijdelijke inkomstenbelasting over te gaan. De plannen vau den ?'minister Grobbée, worden op' streng afkeurt nde wyze besproken door de N. Soit. Ot. het Vadiirland, de Arnh. Ot., het Algem. Handelsblad t rwjjl ook het N. v. d. Dag zich er in ongunstigen zin over uitliet. Ook Standaard en T$d keurden het Toto-voorstel gelijk de Stand, het noemde af. In ons Dagblad werd er, gelijk men weet, nude den staf over gebroken. De bovengenoemde bladen lieten zich daaren tegen goeddeels in gunstigen zin uit over het voorstel van de hh. Van Delden c. a., zonder nog het plan «elf in zjin onderdoelen te besproken. De Tyd erkende dat bet ontwerp van practiachen zin getuigde en een beginsel duidelijk belichaamde, en net blad spreekt de hoop uit dat Van antiliberale zyde tegen dit ontwerp even duidelijk een wel geformuleerd beginsel op den voorgrond zal worden- gesteld. In verband met de finandeelévoorstellen staan een tweetal hoofdartikelen in de Stand.: Tering naar de Nering" waarin mede op zeer ongunstige wyze over het regeermgsbeleid op financieel ge bied wordt gesproken, tor w$l het drietaJ artikelen door de Tffd aan Onze politieke toestand" gewüd ook in hoofdzaak op t zelfde punt draait. Laatstgenoemd blad verwacht binnen zeer korten t^d een nieuwe botsing tusschen regeering en kamer óf by de begroeting voor Nederland India of by da finandeele voorstellen. De maatregelen door een tweetal der ministers genomen, tegen de hh. Büohler te Zwolle en Mooren te Kampen, gaven .het N. v. d. Daff aan leiding tot een waarschuwing aan de regeering, om de persoonlijke vryheid van dea Nederlandsche burger niet aan to tosten. Van verschillende kanten trouwens, is de bandelwyza van de be trokken ministers afgekeurd. Een enkele «tem, die van het Sott. Nbld., liet zich ton gunste van dan maatregel hooren. Da Arïh. Ot. besprak naar aanleiding aan een betoog in ons DagUad vaa Mr. H. v. d. Hoeven, da invoering van het nieuwe strafwetboek, en uitte da vraat dat er niet veel van zal komen. Alle maatregelen opsommende, die nog genomen moeten worden an lettende op de wenschelykheid aener korte herziening da zoogenoemde no' ?-W?-- -TfcsH**. thans levaad masaem da invoering niet tal baleven. \ 7 . jlamiek over Lathar In het laatste artikel .Dit Noren" duidt de Stand, ook naar aanleiding van hat betoog in den TM ten gunste d«r katholieke kerk, het standpunt der a&U-revolutionuaire party nader aan. Het Utr. Itodk beeft eaa eerste artikel ge wyd aan ,Het Indisch Legar', en behandelt daarin da werving. Gunstig is bet oordeel daarover geuit niet WARME KADETJES. Een Zaterdag.avond praat]* Ik ben lattoriyk suf van net rekenen l" Beide Sagittoriua. «?Dat kan ik aan je zien,"" antwoordde ik op quasi medelijdenden toon, .?laat ik je daarom nog maar aan warm grogje toppen, dat zal je weder een beetje opknappen."" pjy maakt altijd malligheid," bromde myn vriend; wat ik zeide-meende ik in vollen ernst." .Maar wat heb je dan toch gecijferd V Je bant toch niet zoo mal geweest, hoop ik, om na te gaan of onze minister van financiën zich by ge val vergist heeft en Zyne Excellentie den beroem den halven cent die telken jare terugkeert, te vtel in rekening heeft gebracht i1"" Onzin l" sprak Sagittarius. Neen, man ik heb verleden week met mijne vrouw zeer ernstig gepraat en overwogen, want, ik wil jou, myn oudsten vriend, dat wel vertellen, ik ben tot de conclusie gekomen dat wy niet toekwamen en onze uitgaven de inkomsten overtreffen, zoodat ik meende een budget voor het volgend jaar te moeten vaststellen." Dat is theoretisch heel mooi, maar in de praktyfc "" Oordeel asjeblieft niet voorbarig; over een jaar hoop ik je te vertellen hoe wy geslaagd zijn; stel je er misschien belang in om wat meer om trent onze overwegingen te weten?" Wis en drie," was nujn antwoord. ? Wjj stuitten al dadeujk op de zwarigheid dat sommige huishoudelijke posten niet voor verla ging vatbaar waren; huishuur, belasting, school geld aan de kinderen, vuur en licht voeding en zoovele andere zaken eischen dezelfde uitgaven van vroeger en wy schrapten enkel de posten: gebraden gans met Kerstmis" en twee ankers rooden wijn'; gelukkiger waren wy in andere opzichten; het schilderen en behangen van huisen slaapkamer b.v. kon best nog op zyn beloop blijven; kleeden en gordynen konden beat nog een jaartje mededoen. Wel beweerde my'ne vrouw dat in het kleed van de huiskamer hier eu daar gaten begonnen te komen, maar ik overtuigde haar dat die beat konden gestopt worden; ook vond ik het bepaald onnoodig om, gelijk mijne vrouw' voorstelde, gasverJichting aan te schaffen, want dan zoude ik dure ornamenten moeten aan schaffen en de pitroleuml-ampen, die je me met myn zilveren bruiloft cadeau hebt gemaakt, zijn waarlyk nog puik........ Hoor eens mannetje.'"' viel ik hier den spre ker, hoogst ernstig in de rede, was neer JJ by my ben gekomen om bedekte satires op onze gemeente-begrooting voor 1884 te debiteeren, dan u dat heel onverstandig van je: wanneer je aan merkingen hebt, zeg ze dan royaal en je zult my graag bereid vinden om er met je over te proten.'"P Maar geen haar op mijn hoofd heeft er aan ge dacht om satirisch te zyn zeide myn vriend, ik sprak in vollen ernst en...." .?Maak dat een ander wijs; eerstens weet ik dat je er warmpjes inzit en niet aan bezuinigen behoeft te denken en vervolgens begrijpt het kleinste kind dat je met het uitstellen van schil deren en behangwu op de groenmarkt doelt, die wy maar niet schijnen te kunnen kragen, dat je gestopte kleeden eene toespeling zijn op het opdikken van de walmuren van de Eu'penmarkt en dat je denkbeeld om geene gasverlichting te wil len verschaffen op het plau staat de raadzaal electrisch te verlichten"". Waar haal je al de boosheid vandaan?" zeide Sagittarius, maar enfin pala jy' wat in je hool'd hebt dan heb je het niet m de beenen, ik zal dus van myn budget maar afstappen en liever de gemeentc-begrooting met je behandelen". Zoo mag ik het hooren"", repliceerde ik en schonk nog een grogje in, waarna wij onze pijpen stopten en het ons gemakkelijk maakten. .?Wanneer wy nu ons algemeen verslag der afdeelingen" voor ons namen , dus stelde ik voor, en hier en daar een greep deden?"" Dat is een goed idee", meende mijn vriend, hoe denk je er over om allereerst over de Groen temarkt te praten? 't l» nu reeds negen jaren celedeu dat de Raad besloten heelt om er eeu te bouwen, en ik begin hard bang te worden dat onze kiezen geen pijn meer zullen doen, wan neer eindelijk wortelen, andijvie en aardappe len niet langer aan den openbaren weg zullen gevent worden". Ziedaar nu juist een punt dat tot veel over drijving aanleiding geeft,""heb ik geantwoord, ik voor my' moet je zeggen dat ik hat bouwen eener groentemarkt eene tamely'k overtollige weelde zoude noemen; zooals de toestand thans ia, iahy beat houdbaar eu iedereen die un eu dan do Prinsenaengrocht bezoekt, waar de markt steeds gehou den wordt, zal .zulks geheel met mij eens zyn. Het ia vermakelyk en leerrijk om er des mor gens in de vroegte, eena een kijkje te nemen; do bewoners der buurt kunuou dan huune woningen wiet verlaten, want de stoepen liggen volgeatapeld met allerlei landbouw-producten, en zy leeren er door geduld te oefenen en komen er toe om te beseffen dat mea het in de wereld niet altyd heb ben kan zooals men wil; de voorbijgangers moe ten de grootste omzichtigheid in acht nemen wanceer zy niet door karren of kruiwagens willen overreden worden, eu het varejscht groote behen digheid om niet op de overvloedig rondgestrooide schillen en bladeren uit te glijden, zoodat men er op treffende wyze aan herinnerd wordt dat de levensweg glad en voorzichtigheid de mama van de porcelein-kast i»"". Dus zou . jy er voor zyn, om den. bestaanden toestand onveranderd to laten?" vroeg Sagittarius, nu my is het wél, waat ik woon niet aan de Prinsengracht en bemerk nimmer iets van de over last die den bewoners dier buurt zoovele klaag liederen doet zingen en voor mHn part mag de, vóór negen jaar beloofde groentemarkt nog ne gentig jaar op zich laten wachten". ..Aangaande da B l p e m- en F r u i t m ark t hebben de onderhandelingen nog tot geen resul taat peleid; men kou geen voorstel tot het ma ken «ener overdekte markt op de Houtgraoht indienen, zoolang op aanvrage der ExploitatieMaatschappij omtrent den luchtspoorweg niet is beslist"" * Dio luchtspoorweg weet wat," zeide my'n vriend, en nn komt er, tot overmaat van ramp nog by, dat naar ik boor, een plnn bestaat om ook een 01 daraardschen spoorweg met een hoofdstation aan het Damrok, aan te leggen; de groote kweatie is nog maar of men zal wachten totdat het nieuwe beursgebouw gereed is om er dan onder door te graven of dat men vóór die bouwer^ reeds goeed moet zün; naar mUr.e bescheiden meemng zonden vele be zwaren uit den weg worden geruimd, wanneer bepaald werd dat binnon de bebouwde kom dor gemeente, het vervoer van passagiers en goederen niet anders kon worden toegestaan dan per-B a lIon Captif; men zon hooge palen kunnen op richten en dia verbinden door lange kabels, die den ballon van zelf hun richting zouden aan.?Dan zou ja zooV ballon met een ring aan daa kabel wfllen bevestigen'!"1" vroeg ik. Preciest Er zou dan geen enkel bezwaar maar bestaan an man zon in dea uitersten nood, waa neer men geen palen koa vinden die lang genoeg waren voor het doel, de torens der stad dienst kunnen laten doen, die waren dan eindeiyk eens productief te mek*n." ,?Stout gedacht,11" meende ik, .maar of er wat van komen zal ?... enfin, laten we verder gaan, de varbnading dar Toren- an Molstagen..."" .Die kweatie deponeer je maar rustig by da Groentemarkt-kwestie, want daar kan ook wal negentig jaar mede gewacht worden I" .Maar SagtttariusV' Ga, wat ik je bidden mag, verder en laten wB niet over overbodige dingen redeneeren; kijk eens hier, daar lees ik het een en ander over klachten over den stank der grachten en de verbetering tot waterverversohing." Daarin vind ik nu weder overdrijving," zaïda ik; t is waar dat hat nu en dan in Amsterdam wat vreemd riekt, maar iedereen weet dat die zoogenaamde graobtenstank hoogst gezond en, voor 'sommige lijders, zalft uiterst heilzaam is: naar myna opinie moest men de zaak maar laten zooals ztt was: ietsanders w: toenemende baldadigheid der straatjeugd gaf re den om verscherping van politie-toezioht te verzoeken."" Ha, ha, hal" lachte Sagittarius, ik waat dat je geen gemeenteraadslid bent, maar anders zou ik er op zweren dat W die zinsnede geformuleerd bedt; over dit punt sullen we echter niet praten, niet waar? Neen, in geen geval; waarschijnlijk komt het later nog wel eene to pat, maar voor het oogen blik bly f ik er by om te denken: wat gühoort en wat güziet, raak het heilig huisje niet!"" Er is bepaald dat geen faaoalion meer in de grachten mogen worden geworpen." Sagittoriua en ik, wu keken elkander veelbeteekenend aan en geleken precies op twee A ugure n der oudheid; mogen" herhaalde mttn vriend, ik ben hard bang dat de vrome wenichen met een nummertje vermeerderd gaan worden." No. 127. Riolen e n g o t e n, gaf aanleiding tot de gewone klagten over de onreinheid der urinoirs."" Ajakkes, hoe vies", zeide myn vriend. Hoort eens, zoolang er in Amsterdam zoovele zaken bestaan waar een luchtje aan is, zoude het my op n odeurtje meerder of minder niet aanko men; deponeer ook dat onreine vraagstuk maar rustig ter griffie." ? Maar op die manier zullen wy niets grondig behandelen en er is toch zoo ontzettend veel te bepraten; de wijze van bestralen, kelderingangen, Parkschonwbnrg, Bullebaksluis en tal van andere onderwerpen zgn allerbelangrijkst"" Wat grondig behandelen aangaat, zwijg daar maar liever over, als je niet wilt dat ik je voor een aarts-spotter zal houden; geiyk heb je echter met de bewering dat er veel belangrijke onderwerpen zyn; alleropmurkelükat vind ik, om een voorbeeld te noemen, de navolgende zinsnede: wat verder de gewenschte betere controle be trof op den duur van den opslag van mate rialen op den openbaren weg, men had die grief niet verwacht, daar nimmer krach tiger maatregelen voor de controle zyn genomen dan in de laatste jaren", waar blijf jy nu, die zoo dikwüls hebt beweerd, dat de stads-grachten de de bergplaatsen van stads-zand en suds-steenen Weet je wat je doet?"" antwoordde ik ontwij ken il, ga naar huig, want het is braaf laat en kom dan dezer dagen nog eens aanloopen, dan vervolgen wÜons gesprek. Hoe laat is het?" vroeg Sagittarius. Kwartier voor elf!"1' AllenuchUgi je dost my schrikken; dan loop ik op een'araue, & moet voor twaalven te huis zfln, wanjTik wil de naohtpit reputatie die jy gjkregan nebt, niet graag deelen. '' Als een razende holde hy weg; mocht hy het diskoera komen vervolgen, dan hoop ik er ver slag van te geven. '. ? Aquarius Utrecht October 1883. Wij leven hier in de luatste weken in een toe stand van spanning) Maanden lang men zou haast jaren lang Kunnen zeggen werd onze aandacht en ons geld gevraagd voor het stand beeld, dat ter eere van Jan van Nassau binnen onze stad zou verrijieu. Wy zagen eene commis sie van geleerde, hooggeleerde en aristocratische mannen de taak opnemen om de stichting van dit standbeeld te verwezelyken en wij zagen haar by gebrek aan medewerking die taak weer heel kalm neerleggen. Allerlei plaatsen waar het stand beeld het best eu het mooist zou staan hoorden wy in die dagen hemelhoog prijzen, maar 't stand beeld kwam niet. Toen stond een andere commissie op, niet van geleerde, hooggeleerde en aristocratische man nen, maar grootandeels uit burgera bettaande, en ziet.... wat men tegenwoordig meer ziet, deze mannen vatten het werk mat kracht n energie aan, zetteu hot met volharding voort, overwonnen tal van moeily'khudeu... en slaagden! Of dit door sommigen met leede oogen aangezien werd, weet men natuurlijk niet; maar dit u be kend, dat het eere-voorzitterschap, door deze laatste commissie den burgemeester onzer voor uitstrevende gemeente aangeboden, beleefdeiyk werd gewezen van de hand. Ook zonder dien eerevoorzilter is het stand beeld er gekomen en het staat op de leelgksta plaats, die men er voor heeft kunnen vinden achter den Domtoren met den rug naar den in gang van het gebouw der academie, dat Graaf Jan verbeelden moet zooeven, na het teekenen der Unie, te hebben verlaten om den volko die blijde boodschap te verkondigen. Daar staat het nu met een groot kleed om het lyf, dat al mooi begint te verslijten het kleed, niet het lyf en omringd van een oogdichta schutting, weken achtereen verborgen voor de nieuwsgierige blikken van de voorbijgangers. Die weken zjjn de weken onzer spanning l Zon de Koning komen? Ja, zei de een, neen, zei de ander, en de anderen waren in de meerderheid, maar de eenen wisten dit uit goede bron, beweerden zy. Inmiddels stond Graaf Jan, met een kalmte, dia men alleen van standbeelden verwachten kan, geduldig zyn tyd af te wachten. Eindelijk klonk de blijde mare: de koning komt l De minderheid had geiyk gehad, meer dan gelijk, .want niet alleen de ko ning, ook de koningin komt, do vorstin, die wH nog met eigen oogen mochten aanschouwen, zal in ons midden vertoeven.... Oranje boven.! Utrecht, van ouds om zyn liefde voor net oranj liuis bekend, zal lich tooien als een jonge bruid (zooals een in geestdrift ontvlamde IJsselsteinsohe Varnadichter onlangs ten onrechte beweerde dat het voor da Noordpoolvaarders geJaan had) en N«erlands koning en koningin waardig ontvan gen. De offioieele mededeeling werd by het ge meentebestuur ontvangen, fluks werd de gemeen teraad bijeengeroepen, en toen wy den volgenden dag naar de dagbladen grepen om te zien wat onzo stedelijke regeering wel zon doen en wat zy ons wel zou verzoeken te doen, toen lazen w dat de burgemeester de openbare zitting baa dpeu overgaan in eene besloten- zitting en dat niemand iets van de plannen weten mocht dan de vroede mannen, die ons geld voor de uitvoe ring er van hadden moeten toestaan anders hadden dia het ook misschien niet mogen weten. De sluier das gsheimi ligt over die plannen! 't Zyn zeker ontzettend «aardige plannen, waar om, mee, Intoiwhan, het sohaan dat enkele burgers as* somber voorgevoel hadden gehad dat: dat dl», getja nier waar raar getracteerd ion wordaa -* althans reeds een paar dagen vóór da Raadsver. gadenng waren belangstellende burgers op dat avond na dia vergadering bijeengeroepen, ons t* beraadslagen wat door da burgwüsou wordee. 'gedaan, om te doen blijken dat de oude liefde. voor ons vorstenhuis nog onverflauwd in Utraahf« harU woonde. Een gemeenteraadslid, 4a haar Markus, en da volkavermakaUJke haar T^a Da* #0. 329 DE 1MSTEBDAMMEB, WEEKBLAD T O O B HBDEBLAND, versieringen, warea tegenwoordig. Als gawooniyit in dergelijke bijeenkomsten: men sprak, men sprak vaal en men sprak lang] en men eindigde waar men mee had moeten beginnen men kooi een oommissie, dia geld sal trachten büeen te krögen an dan zal doaa wat zij denkt dat bat bast is, en wat hare middelen haar «uilen ver oorloven. Niets natuurlijker dan dat die oommissie U overleg met de plannen van het gemeentebestuur wil handelen en dus aan lid uit haar midden af. vaardigt naar |den burgemeester om eens ver trouwelijk met ZEdachtb. te conferearen. O web mir! wat viel dat tegen l Het afgevaardigde Ud daad Zaterdagavond aan zijne medeleden kont van zQn wedervaren an daar moet het na zfu» mededeelingen alles behalve mqlsoh tyn toegegaan. Onder luide toejuiching werdnoor een dar aan* wesigen, met wijziging van een bekend woord, gevraagd of de burgery voor den burgemeester. of wel de burgemeester voor de burgery was; of we hier in Rusland waren. enz. Maar men eindigd» hier ook alweer met hetgeen, waarmee men Bert bad kunnen beginnen: men besloot Maandags e* corps naar den burgemeester te gaan en eens ts hoorea of ZEd. Achtb. dan misschien met zyn goede been uit het bed was gestapt En toowaar het was couleur de roaer Dat van Zaterdag was maar een misverstand geweest Da burg*. meester had wel gezegd, dat hij de vertegenwoor diger der burgery was en hy dus met andere ver tegenwoordigers niet wilde te maken hebban en de oommissie dan ook in geen enkel oplicht zou steunen, maar dat bad hy juist andersom bedoeld: de heeren konden in alles op ham rekenen. Nu, dan is het in orde l Dan zal het wel mooi worden ook. Met belangstelling zien wy den 15 October tegemoet en wühouden Ons over tuigd, dat waar zooveel eandrachtaiyke samen. werking bestaat, die dag een nieuwe parel aaa trecht's kroon zal zyn. Jan van 't Sticht KITIVST. AGAR DJ LES MÈRES ENNEMD3S." Wie als auteur van bovengenoemd stuk Cor* neille of Racine zou noemen, zon, al is züne gis* sing verkeerd, in zooverre op den goeden zyn, dat hy den naam van Agar onafscheid acht van het Fransch klassieke treurspel. moeten echter met een diep helaas" hem terecht' wy'zen; immers, al is het al lang geleden, d». Agar hier den vooral by ons zoo gewilden Oorneüle of Racine kwam vertolken; al is zy verle den jaar hier de titelrol komen vervullen in Victor Hugo'a Lupièce Borgia (een stuk, dat wij dien genialen dichter gaarne zouden schenken); dit neemt niet weg, dal Agar in ons idee op Siameaschi wijze verbonden is aan Phèdre, Agrippine, Hermione en zoovele andere heldinnen van het klas-. sieke treurspel. Wie dan ook een goad denkbeeld wil krygen van Agar'a gaven, van den weg waarop haar talent zich het meest openbaart, verwijzen wil naar hare vertolking van bovengenoemde rollen. Zjj sohfint dia echter voor. goeo\ op hart tournee hier te lande te hebben laten varen. Im mers, evenals verleden jaar heeft zy den kothornoi ttitg6trokken,nu wel niet voor het coquette schoeisel eener voorname Italiaansche dame, maar toch voor het meer omvangryke jucbtleeren schoeisel eener Russische gravin, Zou het zyn, omdat zy begrijpt, dat het klas sieke treurspel niet meer in den smaak valt? Wis weet; wy voor ons ten minste vonden het klas sieke treurspel altyd ietwat vervelend (wij betreuren hier natuurlijk ten hoogste dat de drukkunst nog niet die graad van volkomenheid bereikt heeft, die baar in staat stelt iets fluisterend te drukken; immers, het klassieke treurspel vervelend; hot durft iemand zoo iets neggen, bepaald een jongmcnsch!) wüwillen, natuurlijk in alle bescheiden heid, opmerken, dat het overgroote aantal litterarische schoonheden in het Fransen klassieke treurspel ons meer bij de lezing dan by de op voering troffen, en ons nooit geheel verzoenden met bet groote gebrek nan handeling. Dat gebrek aan handeling kwam minder uit, wanneer Agar zelve ten tooneole was; wat wonder, dat hare buitengewone zeggingskracht ons geheel kluisterde, maar wanneer hare medespelers aan het woord waren^ kwam dat gebrek doorgaans in alle zijne naaktheid voor den dag, en een bewijs voor onzo stelling is, dunkt ons, dat voor twee jaar toen Agar hier voor de laatste maal in het klassieke treurspel optrad, de zul zeer slecht bezet was, en dat zij sinds dien tyd eeu meer modernen weg bewandelt. Ook den keer hebben wy by dien ruil verloren; liet stuk van Catulle MenJes Las Mères Enne mies ' heeft in Amsterdam als succes gehad, dat de toeschou wers, niettegenstaande het overheerlijke spel van Agar, een algemeen gesis deden hooren toen na' het laatste bedrijf bet scherm neigingen vertoonde, om naar de hoogte te gaan. Wy zullen trachten aan te toonen, waaraan dit ia toe te schrijvon. Een somber voorgevoel groep ons reeds aan toen het affiche ous meldde, dat het stuk drie afdeelingen en negen tafereelen telde. Wy zou* den het schrijven in tafereelen willen qualificecren als de s$hr\jt-cr-maaroplps methode, als eeuo allezins ongepermit teerde Jit'terarische losbandigheid. Hoe zal nu, die zich zoo losmaakt van de wet ten der dramatische kunst, of liever hoe ui hy, die zich zelveu zoo weinig strenge eisclien stelt-, ooit kunnen voldoen aan ae onvcrbidd<;!tike eischen der kunst. Het is ons nog nooit gebeurd, dat wy een stuk in negen tafereelen zagen', of de vraag kwam ons op de lippen: Waarom «eens acht. of tien, en ook by de voorstelling van l.a Mèrea Ennemies", werd het antwoord op die vraag ons niet gegeven. Dit ii dea te moer jammer, omdat de schrijver in verschillende scènes blijken geeft van een onmiskenbaar talent; hy heeft zijn echec dan ook alleen te danken a in zijne anar chistische neigingen tegenover da heerschappij der muzen; weatfiy dan niet, dat er geen grooter despoten zijn. Ik zal nu trachten den lezer een zoo goed mogelijk overzicht te geven van het «tak, voor waar geene gemakkeiyke taak; er wordt zooveel in getchoten, dat ik waarlyk bevreeid ben, <l*t in enkele passages mijn gohougoii mij wel ont schoten zal zyn. De eerste twee tafereelen? vormend» do eenle afdaeling van het stuk zün eiguniykeon vooisjel. Da Podschegraaf AndréIJolcslci, heer vau LitliuaniS, gehuwd met eene vrouw, die zoowel Uüo bewondering afdwingt voorharo bui-oljjkc deurlen, als om hare liefde voor het Poolsche vadorlnnd, heeft zich laten verleiden zyue plichten als uiitn en vader te vergeten voor eene Russische nrin*o3, die allerlei omstandigheden vu n slavin en c'itckoji tot dien voornamen rang hebben opgeheven, on wier plan ia Boleski ovor te halen tot echtschei ding van zone wettige vrouw lisabeth BJciko, en wel om door een huwelijk raet hem, als vrou« van den gouverneur eener Poolsche provincie eens sonveraine rol te spelen. ., . ja Ijst aetitcj taïartel «M men AndréBolfskl e ndelyk verschijnen by da vrouw, dia hij raada io.> lang verlate* had, maar h**4 vreugde over lijno terugkeer verandert weldra ia wanhoop, «Is hu baar mededeelt dat hy enkel ia gekomen, om hare toestemming tot eene achtseheidlag ta Tcrwarveii' noch tranen noch gebeden kunnen kern van /.v>> eenmaal genomen bestelt afbrengen. het aten an da welkomstgroet vaa styn kind' brengt ham tot inkeer, ea na bat aanta tafereel gaat bat scherm naar over twee verleende echtgenootan, Temend op de meest dich terlijke wysa, daof da «and van huakiad; aa de toeschouwer sou na zeer bevredigd naar huis kunnen gaan, indien ar niét nog aoht aadara ta en waren. In het tweede tafereel toch wor den wy bekend mat aan zekere Rodziko, wiros ferinchtige plannen met die verzoening geene rekening b%en to maken. Hij hoeft dan ook tan Sophia Iwanowna, da rustische prinses be richt gegeven van Andre Bolaski's verzoening met de zynen, an deze vrouw haast zich hem op te zoeken, an waat ham mat alle kunsten aener toQuette weder aan sich te boeien. Da slotsom is deze; Andre Boleski wordt mat naar verrast door zijne vrouw; hu roept naartoe: su moet gy in aene echtscheiding toestemmen «n güalles gezien hebt Bat je n'fl rian vu' van ' ir klonk hier op aan toon, jlie aan lader daad billen van aandoening; nog wil aa ter wille .van knar kdud, ter wille van h«ar vaderland niet toeitammen in dia echtscheiding, waaraan alleen nog naar bare toestemming ontbreekt, maar dit alles bant niet, AndréBoleski vertrekt met Sophia Iwanowna als zijne vrouw. De vervloekingsacéiie, die nn plaats grijpt is aan der best geschreven tooueelen van het stuk; om beurten vervloekt «en ieder, edelman, rabbl, krijgsman, sarf, op be vel van Elisabeth Bolaska den afvallige, dia om tjjne liefde vaderland ea godsdienst prijs geeft; telfs zün eigen kind blyft by die vervloeking niet achter. Men cal ons toestemmen, dat dit als opzet van een drama (om eenen technische» term te gebrui ken) veel belooft. Zoo ooit echter, geldt hier het ipreokwoord: beloven en houden zyn twee. Ga\n wfi toch verder. Het derde tafereel moet aan bal by Sophia Iwanowna verbeelden; wy merken echter niets nn een bal, het dient dan ook alleen maar om gnt op da hoogte ta halpen van het feit, dat AndréBoleski t>ij tyna tweede vrouw een zoon keft Yvan geheaten, en dat er in Polen een opttaad is uitgebroken, die met kracht van Russische «spenen zal bedwongen worden, eene expeditie waarvan Andréfioleski tot aanvoerder benoemd i, en dat hy nv:t rijn zoon ten oorlog zal trekken. f n bet vierde tafereel hooren wy niet vael nieuws, Q oen er dat Elisabeth Boleski weet, dat er «n opstand is in Polen, (iets wat ons weinig be vreemdt) dat zy haren zoon vaarwel wenacht by qn vertrek naar dan slag, en d» wapenen zyncr troepen zegent Aan het eind van dat tafereel komt AndréBoleski op; hy weet welke hinderbet Poolsche leger gelegd wordt, en daar hij vreest, dat zyn zoon Ettenne, d. i. de zoon van Elisabeth Boleska het slachtoffer daarvan zal vorden, komt hy laatstgenoemde verwittigen van is plannen van de Rassen. Zyne goede bedoelin gen worden echter verijdeld door de handelingen rsn den in het begin genoemden Rodziko, die op geheimzinnig» wijs da «binnen der Russen op «uimaal verandert, zoodat de Polen in den vtil kopen. In hot vijfde en zesde tafereel wordt tnonn veel geschoten; de slotsom is dat Etienne Beleski met zyae Poolsohe krijgsmakkers in Rusche gevangenschap verkeert. Ook blijkt ons, sat Etienoe en Yvan Boleski beiden op eene itkera HeÜonna verliefd zfin. DeserHolionne komt ra de meest-vreemde wjie tó de lucht vallen; het H nl. de dochter vau een tverleden vriend van Elisabeth Boleska; zij moet ton auteur dienen om eene rede te vinden voor «ene vijandschap tusschen de zoons van Elisabeth TSA Sophia. Dit zyn van die paatdemiddelen tot ket verkrijgen eener intrige, welke een ieder, die ds dramatische kunst eert, met afgrijzen vervullen. Wy vragen ons dan ook bijna telkens af hoe of l»t toch gekomen is". In bet zevende tafereel zien wij tienne Boleski met zijne medegevangenen be«dumpt worden door de Russische bosren; zijne moeIer komt afscheid van hem namen, (hoe die onge deerd in hotRnsaische kamp verschijnt is eau raadsel) u nu volgt eraene schoone scène tusschen de twee noeders vijandinnen, Sophia biedt Elisabeth het kven van haren zoon, op voorwaarde, dat hij ten behoeve van Yvan afstand .doe van de geliefde elisonne. De toon waarop en de verachting waarmede Elisabeth weigert, werd op zoo mees terlijke wyze door Agar wedergegeven, dat bet pnbliek in daverende toejuichingen losbarstte. Als gevolg van die weigering zien wij Etienne in Ket achtste tafereel in de gevangenis op het punt de doodstraf te ondergaan. Zyn vader komt hem in redden, en al weigert hij eerst mede te gaan net don man zijner moeder, als zijn vader er op wyst koe hy met zijne weigering niet alleen hem maar «ok zUne moeder zon straffen, gaat hij mede. Door fit talmen krijgt hij gelegenheid zijnen broeder Tvan te ontmoeten, die hem uitdaagt als zijnen Bedeminnaar, maar da vader weet een tweegencht tusschen de beide zoons te vermijden. Dit s echter maar uitstel, want in het .negende en natste tafereel doodt-Yvan Etienne, en als wraak Erover laat Elisabeth Boleska, het huis waarin i alle hoofdvertooners bevinden nl. Andr eslci, Sophia Iwanowna, Yvan, Helionne, Elisah Boleska in de lucht vliegen. Hoe züdaarin laagt, nu de Russen na hunne overwinning overal feeester zijn, blyft zooals zooveel in dit stuk een laadsel. Dit Spey'kiaantcbe slot hoeft ten minste t voor, dat de toeschouwer eindelijk naar huil ftn gaan* ' Ziedaar «en kort-overzicht van dit hybridisch fak, dat misschien als roman uitstekend voldaan kon hebben. De overlading, die in een stuk van 'ff acten niet had kunnen biyven bestaan, werd log in de hand gewerkt doorhet verdeelen in tafeKelen, zelden zagen wy dnidelyker voorbeeld van t» gevolgen eener litterarische misstap. Al. heeft Agar ons dikwijls geheel medegesleept, door hare onnavolgbare zeggingskracht, door hét meeaterujk tragische dat, ay in hare rol wist ta leggen, het «ocht aiat baten en het gesis aan het einde der leerstelling is da welsprekendste kritiek op het talr, laten wij ons niet versehryven, op de zoo zoovaal tafereelen van den Hr. Catulle Mendès. hopen Agar spoedig *««Blto'ita to taa DE FRANSCHE OPERA. harar waardig; die draak'1 is selfii haar t* machtig geweest. ' A Behalve den heer Gibeao, die de rol van Rodziko vervulde, en Mlle Banchédie de rol van Sophia Iwaaowna vcrvulde,waren alle andere medespelers beKden het middelmatig*, en het erbarmelijke spel en 4» Janklaaaenmanieren van dan heer Fraizier, dia « rol van Andró Bolesid vervulde, vermin derde zoo mogel&k nog dan indruk van hat stuk, «t wy zoo spoedig mogelijk uit ons geheugen kopen gewisoht to saen. Het Sed. Toonaal gaf data waak niets nieuws, Hlondinette bleef op hat repertoire, aan Holland?Ae en een Fransche draak is in ne waak ook «sariyk niet to vaal. _ . By vaa Lier trok Peyper's Haria Antoiaatto twee avonden weder volle zalen, Mw. Ellenberger * de Hr. Veltman verwierven in de rollen van «wia'en Hertog van CWaans wederom vael succes; ^der kregen wv nog eene «eventigsto voorstel«>g van Fédora, wal een bewya, dat dit stuk *>or Mw. Frankel aoo talentvol gespaald, in den ralt; ea dat laatste stok & wederom verdoor hat welbekende Lazaro de YaaOp dat stak znDaa wil misschien da waak gelegenheid hebban tanig to komen. WH kunnen niet aadan zaggan, du dat het ons ?Mt, dat Adrieana Lacanvrew wo «poadig vu repertoire Tantwaoen is, UOot.'BH. ? Patriot a>7> j VWH om. t .'?» AIBVIMB «n ,u*a _ Eea dngayoa «JBf aa kaar p!aatav«rvangstar, mik OttwiNHM iMsft SBB twaa saaien gadabitaard ?Is Jasany «w Urbaia. Z| i» jong aa beeft nog weinig ervaring ; da stam is beur dan die van mlle Dupouy, «aar minder sterk en hat is da mag of sy TOOT partjen. waarin hat op harts tocht aankomt hat MMsWa draaatiscaetsJant sal bezitten» Da twaada barytoo, David. werd afgewezen an in *$n plaats is thans da haar tfetptch opgetreden. Hat is ta vreezen dat men door die verwisseling via dan ragen In den drop is gekomen, waathoawel ket aam aiat aan talenf ontbreekt, haalt hy aog minder stom dan zyn voorganger en aoo DavM gaan handig ac teur was, Deipech ta dat evenmin. Ook de tweede bas, Tososa, werd afgewsasa en ia zyn plaats kwam da haar Desgona, au wiens naam goede herinneringen varbonden zia. Hy is een voor treffelijk aotevr, jammer dat da stom niet- voller is aa soms bedenkelijke rafels" vertoont. Wat grime betreft kunnen valeaj.een lesje by hem nemen : op dat punt is men1 een beetje zorgeloos geworden. Zoo aag Klis Leader ar in .Hamlet" uit, alsof sa een jonge bruid was, an in Le Trouvare" vormde Aznoéaa's grijs*haar een vermakelyk contrast mat de jeugdige trekken vaa Manriqne's moeder. Zoo was de stervende Yioletta toegetakeld, alsof ze to diep in bat glaasje had gekeken on Georges D'Orbelala een schooier. Over het geheel was de reprise van .La Traviata" beneden het middelma . tige. Mlle. d'Ervilly Veel beter slaa haar persoonl levendige, coq g soms waer geducht valaeh. in UomW", hoewel zy door het bast geschikt ia voor ige, coquette rollen, als bnv. Fhiline. Maar men moet erkennen, dat van da chantense légere thans bijn* hat onmogelijke wordt gevorderd. Zy moet aan zeer buigzame stam hebben en tevens dramatisch ontwikkeld zyn en au leert de ervaring dat beide, groote .virtuositeit en dramatisch talent, boa langer hoe zeldzamer in n persoon vereenigd worden gevonden. Ondanks haar gebre ken heeft mlle. d'Ervilly voel goeds en dat haar aanneming wcnschelijk maakte. Ook mlle. Lender, de nieuwe contralte, is een aanwinst voor de opera; *4j is jong en heeft nog veel to leewn, maar ze is een artiste die veal belooft. Bet ia gooi gezien, naar ik geloof, van da directie, haar de Gunnenparty toe to vertrouwen ; zy haaf t stem en tem perament. De tecor Berger, wiens debuten den geabonneerden veel hoofdbrekens kostten, werd te licht bevonden. De man had veel talent, maar hy was zenuwachtig, niet goed gedlaponcerd of hoe men het noemen wil. verkouden: zijn eerste debuut Les Hugnenots1' viel ongelukkig uit en dit was beslissend voor de volgende. Thans debuteert de beer Botert, een gezette heer, met korte been tjes, geen hoogte (in dubbelen zin), maar met een flinke stom in da middentonen en veel ervaring. Hy smokkelt een beetje, of lierer veel, slikt de hooge noten in, die hH niet kan zin gen, en het bon public de la Haye" tlikt het ook. Het ia waar, bet zou onbezonnen werk zyn, Voor den derden keer een fort tenor to laten komen. De kans, een beteren zanger dsn do heer Robert te vinden, U gerirg. We sullen zien wat de geabonneorden in hun hooge wijsheid beslissen. Hun, taak is ook ditmaal niet van de gemakkelijkste. Eenigszins tegen de verwachting, is de bas Denorégelukkig geweest by de stembus en dat, hoewel hy by zyn derde debuut schor was. De danaente Sootti voldoet by nadere kennismaking beter r haar- eolieg* Btsraaro, diéintjtjdflkk is aan genomen, is zeer geaffecteerd; mlle. Arohet, die werd afgewezen, sohflnt als lid van het ballet te blijven, hoewel zonder bepaalden titel. Interessant in vale opzichten was het optreden van den jeugdigen tenor Siverain, als Arnold in Guillaume Teil". De heer Van Hamme enga geerde hem als zoogenaamde doublure, dat wil Mggen, om nn en dan den fort-tenor, af te lossen. Riverain studeerde -op kosten van onzen directeur; hij is nog jong en hoewel hij reeds geruimen tyd in ons laad vertoefde hy is een Creool van geboorte was hy juist op den avond van lijn eerste optreden verbonden. Daarby de onvermijdelijke zenuwachtigheid. Men kent de formule, en net zal niemand verwon deren, dat er van de zoo moeieluképartij van Arnold niet veel terecht kwam. Misschien heeft bij het to Amsterdam beter gemankt, maai- ik geloof, dat het niet goed gezien was van den beer Van Hamme, den jongen man voor dit em plooi te kiezen. Zijn stem is te dun daarvoor. Intnsacbeu belooft de heer Riverain veel voor de toekomst. Hy kan een goed tenor-léger worden; by heeft een zeer gunstig uiterlijk, veel goeden wil, een aangenaam klinkend orgaan. Mits hy niet te hard van stal loppe, kan er iets goeds uit hem groeien. M«ar elk jong soldaat wil thans al dadelyk den buton do maréchnl verwerven, van daar zooveel mislukte artwten en zooveel middel* matigheden. ? Den H»ng, 9 Oct. 1883. D. DE INTERNATIONALE TENTOONSTEL LING TE MUNCHEN. 1) VI. Vervolg van de Geschiedenis der beschaving. Eindelijk noemen wy nog de twee schilderijen van E. Daez, to Parijs,,,Voorspoed" en Ellende", voorgesteld door eene lichte dame, -die later eene oude voddenraapster wordt Wy zouden van deze soort tafereelen nog een groot getal kunnen aanduiden, doch haasten ons naar démeer dadely'k historische voorstellingen terug te koeren. Hiertoe behoort dan onder anderen nog, wat de oude geschiedenis betreft, eene schil derij van G. RochoffroBse, to Parijs, namelijk de romeinsohe keizer Vitellius, die- door het romeinsche gepeupel langs de straten vaa Rome wordt gevoerd, omgeven door eene bende'van uitgelaten en wellustige personen van alle geslacht; eene ontzettende en afschuwelijke voorstelling van kunstvaardige hand. '.. ? Geleid door de geschiedenis tradan wy nn m da eeuwen des Christendoms. Noch Frankrijk, noch Italiëhebben over de aatsto eeuwen iets geleverd wat ook slechte in 't voorbijgaan op merking verdient, tegenover zoo vele merkwaar dige doeken, die door Dnitsohland en Spanje werden ingezonden. ' . ' '."? Indien wy naar da keuze veler onderwerpen van Duitsche meesters over den aard der natie mogen besluiten, dan zonden wy zeggen dat zij m ernst en diepzinnige opvatting des levens in de laatste jaren kenneiyk n vooruitgegaan. Critici van alle gezindheid en party zijn gereed dit to erkennen. Enkele 'voorbeelden mogen volstaan. Benz, Piloty, Loffz, Diez, E. Zimmermann, Pfanascbmidt ea veto anderen wedijveren bier om de'palm, tarwMl de meest bekende schil ders van gewfide gesoniedanis. Dager, de beide Muller en anderen om verschillende radenen zich van dese tentoonstelling onthielden. t Ia niet to ontkennen dat van Dtuseldorp menig werk it TtHgegaan, dat door de fijnlieid van ^bewerking karakterloos, zoetsappig is ge worden. Deze hoedanigheid hebben da eerstge noemde schilders allaniinst Wfl zonden daarvan alleen Paul Kieesling vam Draad., n kunnen be?obnldlgen, welke, behalve aan maas* an « ?vrouwenportret, nog eene zoetsappige aa wat O Da taser (tasft kal> wadar vatao sast dan sadaraa kar nsda opg«dM>kt dai a% «u. TIB 4aa heatrals, ofiwhoon overigen* goed gescaSiHsrda Madonna leverde. Da opwefcflu v«n Lazarus daarentegen, van Josef Herwig, u Dnaseldorr* zondigt door «l to grooto ruwheid. 8eorgePapperirz, vaa Manefaen, o.Js at ttortrataehilder, leverde in zynen kruisdragenden ChrietBs aan in de meeste oplichten voortreffelttk werk. Alleen is de fifur van Christin «set «dal genoeg be handeld, en ligt ar in de houding vaa Maria Magdalaaa een «>1 to kokette ttdrakknig. L. Loefft», ook to Manoata, leverde ia S$Muftata" een meesterwerk vaa de beste soort: Christus lang uitgestrekt tor aarde, TOOT t oogenblik der begrafenis, en aan zMne voeten Maria, geheel m rouw gewikkeld en ia droefheid gedottpeld alles nitmnntead van toakeaiog. van erastige kleur ea pakkende Stimmmff (d,?, uitdrukking). 0. von Piloty's Martelares' aater dar Arena4' (elkeen kent dan meester doqr aflne werken in de nieuwe pinakotbeak) is niat minder belanTrijk. Nedargelaten in da aateoombea, wordt de doode door eenon romeiae^n jongeling beaohreid. Eene waardige en Bielvolle voorstelling! Ernst Zim-. mermaua en W. Diez, beidan van Maachen, schilderden de herders aaa de kribbe vaa Bathiebam, da eerste (een leerling van Oornelins) zan der de minste gemaaktheid en ie liefelijke» toen, de laatste met wat meer nitdrukatagea karakter. Ook Severin Benz alhier leverde eeae trefielüke Vlucht naar Egypte, ofschoon wat gemaniereerd en zonder bepaald oosteracbe typjn. Doch ook L. Glötzle, van hier, schilderde, ofschoon op klei nera schaal dan de eerstgenoemd*» werken, eene Hemelvaart Cbristi, welke aan diepte van gevoel en adel der figuren misschien in de eerste plaats had moeten genoemd worden. Ofschoon de kun stenaar to vergeefs streefde in het gelaat van Christus zelven. eene verhevenheid uit te druk ken, welke de innigheid der Madonna enz. te boven streeft, verdient dit werk toch tot de bestgeslaagde der tentoonstelling gerekend te worden. Men ziet dus au deze voorbeelden (vooral wanneer men hierby de twee vwige inteVnatiouale tentoonstellingen alhier vergelijkt) dat in dit vak wezeoly'ke vorderingen zijn gemaakt. Om nu van Duitschland afscheid to namen, noemen wy ten slolte nog den Berlyner C. G. Pfann Schmidt, die eeno rüvan acht doezel» teekeningen inzender op den tekst van het On ze Vader." . Om een 3enkbeeH daarvan te geven kiezen wy vergeef ons onze schulden," hetwelk in ze-en voorstellingen wprdt uitgedrukt: Da verloren zoon, De Pharwaecr, Sfcphanus, Otto I en z$n broeder Hendrik enz. De voortreffelijke criticus Fr. Pccht zegt daarvan in de Allgemeine Zeitung;" Te midden van het algemeen zeer weinig verheven pogen, dat de kunst van onze eeuw met eenen besmetteUjkeu adem vergiftigt, verfrisschcn ons zulke door 't reinste gevoel inge geven compotitiën als klaar bronnenwater na 't gebruik van sterken boter en vervalschten franschen wjjp. Reeds daarom dewijl de platte per soonlijkheid des schilders zich hier niet aan n op dringt, en ons niet docr allerlei kleingeestige tieraden zoekt to boeien Wy hebben hier een rijkdom van vinding en gevoel, waarmode wy gehoele zalen onzer tentoonstelling zouden kunnen vullen," enz. Jsn nog in 't voorbijgaan den kundigen Mich. Rieser, nit Weenen voor zijne schoone kartons met heiligen beelden geprezen, en dan nan de nieuwere historie alsmede aan de energische, schrikwekkende, maar zinrijke Spaauiche kuiist Wanneer w$" verder zoeken naar kunstwerken, die door hun onderwerp aaaa «shake! vormen tussohen de voorstellingen aan de oudheid of aan de eerste eeuwen des Christendoms ontleend en die vnn moderne gebeurtenissen, gevoelen wy ons teleurgesteld. Ten minste in de Duitscho afdeêling zijn die zeer zeldzaam. Wij haasten ons daarom nog da verdienste van P. Thnmann te erkennen, welke door zyn hoogst waardig gecomponeerde .Heimkehr der Deutschcn aus der Schlacht im Tentoborger Walde", «en ernstig streven vertoont Het .is beklagely'k dat onze kunstenaars ia aene rijke en schilderachtige geschiedenis vaa 1400 tot 1600 jaren geene aanleiding gevonden hebben om eenig feit (al ware 't ook maar uit vaderlands liefde) met het penseel te illnstreeren. 't Is wel mogelyk dat wy iets voorbij gezien hebben, doch van groot belang was het evenwel niet. Lnkele -werken spiegelen ons de zestiende eeuw af, zooals Tintoret.to de beeltenis zyner dochter schilderende" van Hermann Kocb, te Muachen, niet zonder verdienste van vinding en tee* kening, doch zonder sprekend karakter. Wy treffen alleen het doek aan van Frank Kirchbach Jr.: Herzog Christoph der Kampfer, (l an der Leiche dos Ictzten Abonsbergera," wat niet nalaat, vooral op elk dnitsch gemoed eenen diepen indruk te maken, want de behandeling is waardig, groot ach en harmonisch, zonder opschik, ja bijna al te donker vau tint. Edel van onderwerp en behandeling, is ook de kolossale schildory van W. Rauber, tu Munchen: De overgave van Warschau aan den keurvortt van Brandenburg (1656)." 't Ia eene ryke compositie. Friedrich Wilnelm, juist uit zijne koets gestapt, en do Zwecdsche veldmaarschalk Wrange), ontvangen op waardige wijze de hulde der verslagen, doch niet verne derde Polen. Het werk komt ons voor, wat al te ryk aan figuren te zyn. Dat stoort de een heid. Ook ia de voorgrond niet in allen deele juist geteekend. Overigens ia het werk eon der beste van het genre. Eene grootere verwarring Ueerscht in de voorstelling van O. von Faber du Faur, uit Munchen: .Eene episode nit den oorlog van 1870.in Frankrijk". Ofschoon met veel talent bewerkt, is de rechte uitdrukking, door gemis aan eenheid niet getroffen. Doch wij bobben hiermede reeds de nieuwste geschiedenis aangeroerd. Alvorens daarmede, door aanhaling van eenige Sittcnbilder" te vervolgen, dient men nog ernstig te wijzen op O. liitrloDerbwoo's Gevangenneming van Lodewyk XVI, te Varennes", waarvan het Karakter goed gevat, maar da bewerking wat geflodderd is. Dan beschonwe men hert meesterstuk van Fr. von De» fregger, eeu' der geniaalste Münohenaars, welke drie frissche portretten leverde, maar byzondar: Vor dam Anfstand von 1809 in Tyrol", voorstel lende eenige krachtig*), hartstochtelijke Tyrolers, de koppen byeanstekenda en eon brief lezende, in de werkplaats van eenen wapensmid, even na tuurlijk uitgedacht en gecomponeerd, als geestig en vol karakter, op kleine schaal geteekend. Ne vens Defreager komt ons onrmddeljjk Adolf Menzel in de gedachte. Dez« echte kunstenaar schilderde wel .Die Boulevards in Paris", taaar ook .Dia Abfahrt König Wilhelms znr Armee, 19 Juli 1870," wat to minntians en klein van proportten, doch hoogst verdienstelijk fijn afgewerkt en niettemin bezield is. u~""~* "* . ? Als bydragan tot gaschiedkennis dimen dan verder eenige portretten te worden vermeld. Daar onder vinden wy in de eerste plaats, dia van H. Canon, to Weenen; 8t. Banedictus, Caiaiodonis. Boethiu, Fans Leo L. ene. Hat komt mtt achter voor, dat desa kunstenaar in iyna portretten naar da natuur beter is geslaagd. Bovengenoemda mannen herinneren in 't algemeen aan da ooa* vaationaale manier dar 18de eeuw. Alvorens wy nn in de jongste geschiedenis on zen weg vervolgen, willen wy inhalen wat ons als byzondere hatorieschildering, uit da andere afiieolingen nog to vermelden staat. Wy zullen onmiddeiyk nat S p «n j e beginnen, dewyl van daar betrekkeiyk hel meeste aa baste is geleverd. Alvorens wfl da hoofdzaal der SpasnsoSe tamst, no. 08, bstraden, trekt reeds van verre het maar dam levaiagroute staadbaeld vaa den.baroamdta Yateïoaas, dat aaa den ingang is gafbsM. OBM w.adaebjt. Luigi Tasso, vzABuMlaasv k daarvaa da ontwanar. Qfsjfcoa»sse«a«Bl«aaiaisTalzi tooat dit beeld kat MV«el MSV ssamsnan . styi aa waardigiaaid SHS)' jssezssn* aa stosnt eut kaaarswk ons guitig tot sHrtfepaatedstToacV brengsalea van Yaiaaaiinz' joagwsa, Daar vaiioo.MB^ieapl*>toi&rk tff aeaMariJsn aiet groepen vaa kveattroüezjirssi, watt* toch Biet aawt r^'tttrtnj Kokiriat Tai UjitaeaJ s«sah alkaadar ia da scaadaw staHaa. Hat is atoef de daarover reeds aan- hsiasuakrtsa toen snaft Kaar chronologisoha orde aoajaaa w| la «a aanta plaat» .Detapafeaii vaa 8. S*Usti*an" >an atten doorschotoa) » da ss^aownhea, gedoor A. Farrant Hat si aan kaast war k vaa edele opvatting, ofohoen aiat acedaasisrh tood. Naar tydsorde volgt na T. Caaado's J)e Klok van Hoesea", of da rafthtsplBfti^ vaa Zoiro II vaa ArragoniS. dood vaa koning Abpaoasos L dia in 11S4 ?loos stierf, werd Ramiro, sedert veertig jaren oosterling, tot koning uitgeroepen, ea tot aan mwelük gedwongen. y werd de apaelbalzifaer hoveliBgen, die op aDe wUsen huanea invloed misbriukten. Op zekeren dag lekte aft haa (zoo luidt bet verhaal), onder voorwendsel dar wgding easkzr klok, naar Hoesea. Vfiftien hunner daad da koning in een onderaardsoa gewelf afdalaa an onthoofden. Daar staat hy op de schilderij, van aan aantal afgehoawen koppen omgaven, nevens hem een ?eusachtige hond dien hy aan eene zware ketting aoudt. Rechte ziet men eenige hovelingen den keldertrap afdalen. Dreigend, maar vol konink lijke waardigheid, Schijnt Ramiro ben toe te ?preken; eane huivering maar geenszins afgryzenwekkend tooaaeL noog opgevat, zonder de minste jacht op uiterlijk effect, en van een kolo riet, dat ongemeen het bloedige der voorstelling ;empert Van dergaiyken urd, en «ene Innige studie van Spagnolette en Zurbaran verradende, is de schilderij van Mannel Ramirez, voorstellende drie monniken, cp een laag achavot gezeten, aalmoe zen inzamelende ter begrafenis van het nevens hen liggend lijk, waarvan de kop op een staak is gestoken. .et ia Don Alvaro de Luno, een gunsteling van koning Jan II van Castiliö. In 1453 werd hy onthoofd, dewijl by zonder koninklijke toelating deiufantevan Portugal gehuwd had. Men zal dit kunstwerk niet, als dat van Fanaat, wat acade misch noemen, want hieruit spreekt een grooto diepte van gevoel, een krachtige geest, en ondanks bet bloedige der voorstelling, een kieaohe smaak. Ofschoon (eveneens nit de vijftiende eeuw) Fr. de Pradilla in zyne Overgave van Granada", door Boabdfll den Morenkoning aan koning Ferdinand (1492), niet minder goeden smaak en meer fijnheid van schildering: vertoont, moet men toch aan dit werk de ware levendigheid en sprekende waarheid ontzeggen. De figuren der twee groepen waarin de voorstelling verdeeld ia, zyn uitmuntend geschilderd, de koppen met karakter, de stoffen met studie gekozen, met zorg gepenseeld, maar het innig leven ontbreekt. Dewijl de gebeurtenis zoo grooto beteekenis in de wereldgeschiedenis heeft, blijft de toeschouwer onvoldaan. Het kunst werk is een prachtig en waardig salonstuk voor een gezantscuapsbotol, maar geen meesterwerk van een groot genie. Ook daarom niet, dewql men er de Spaansche afkomst niet in herkent, mogelijk doordat Pradilla, als bestuurder der Spaanscbe academie te Rome, geene geschikte modellen heeft kunnen vinden. Deswege is de kunstenaar wellicht beter geslaagd in zkna Menacuccio", en vooral in zyne drie voorstellingen Corneval te Rome", die (ik behoef het uiat to zeggen) van veel minder ge wicht en gehalte, doch" uiterst geestig gespat ziin. In kabinet no. 76 vinden wg ookCosado terug. Doch hier draagt hy de voorletter P. De com missie houdt hem voor identiach met den boven genoemde. Welnu, dan stijgt nog onze bewonde ring voor dien grooten kunstenaar, welke hier Beloouing na het stierengevecht" leverde. In een klein roooco-park vol leven, zwier en goeden smaak, vertoont zich, voor een elegant gezelschap, de torreador, met al de fierheid des overwinnaars, en de fijne manieren eens mans vaa de wereld, zonder de minste gemaaktheid. Het gezelschap luistert naar zyne dankrede, met eene opmerk zaamheid alsof Moaart daar klavier speelde. By dit werk laat zich alken het geestige, eoquette, fijn gepenseelde, óók achttiende-eenwsche Bn den handelaar in oudheden", van dea Spanjaard C. Pnjol, vergelijken. Doch wy keeren nog een stap terug, en hebben De verdediging van Nunantia" door Vera to vermelden. Hoewel WQ aan dit werk groote ver dienste van teekening en schildering niet kunnen ontxeggen, trekt het ons minder aan, dewijl wu voor die groep levensgroote figuren, welke «enen zelfmoord begaan, minder belangstelling gevoelen. Alleen aan de rechter hand des toeschouwers bespeurt men jets van de kloeke verdediging. Een tal van andera werken, schoon kleiuer «,-au omvang, boeiden ons sterker; zoo bijvoorbeeld de markies de Bednoar, zich voor den hcogeu raad te Venetiëverdedigende", door U. Navarrete, vol waarheid en kracht, oftchoon wat te donker van koloriet. Vervolgens zy nog vau C. Moreno, (die ook Gladiatoren" leverde), De vont vaa Viana" vermeld, die, in ongenade gevallen, zijne troatt zoekt in de studie; weder vol karakter, ofschoon de büzakeu (op de nieuwe manier) wat te zeer nalatig Mhandek. zyn. Ein delijk noemen wy nog De voetwaasolung vaa Witten Donderdag, in de-Kathedraal te Toledo", eene schilderij, wellicht door eenen hoogen gees telijke besteld, anders eene kolossaal gewaagde onderneming. De kunstenaar sloeg z*ca echter door een Ui van moeielUkheden dapper heen, doch zal niet ligt een navolger vinden: figuren vaa achteren, van voren, in profiel, sitteade, staande, knielende gezien, en alles in de baste harmonie gebracht, zonder -den minsten songn van pose. Hei zelfde onderwerp werd met uitne mend talent behandeld, door G. Roeettf te Parijs, op een doek van twaalf vierkante matei*. Historische portretten sUn zeldzaam' In da Spaansche afdeêling. WO wfllen daarom te meer, twee even oorspronkelijk gedachte, als liefelijk uitgevoerde beeltenissen der infeate, princes EoUvlia gedenken. Het eerste van B. Lengo, stolt het vrieudeiyk blozende gelaat der jonkvrouw in profiel voor, met dea hals aitloopende in aane keur der schoonste rozen. Het tweede, van J. Sala, vertoont de prinoas op straat ia den regen, nut een parapluie boven bet hoofd, als een goedig, welgekleed borger ss«isjs) net fijn en glimlachend gelaat, keurig vaa scbüdarmg. Daaruit spreekt bar! Wy hadden evenwel nog het portret van M» zarin kannen noemen, dat men, toevallig, zoowel in da Dnitecae afdeêling f-Sie-te" vaall Schjultheia to Muacban), zooweToeder daa «itol ^!Nichten des Cardinals" van Joa. Weisar a ia da Fraiis«b*oiidardei>zal«ieatital,Ba»±il4 door Tonj Itobert Flemry, ata ia del9paWMea* afdeding (?Het hof eens iardiasali", vaa Leen y Escosuraïterugvindt Bfl de .jSisst*" te d* kardinaal (?) als baaspeler voorgesteld, Wei* laat da nichtjes, btt 't rooksa, door hunaen ooi betrapt woroka. Eseoaara awat iaditSMvalm genialiteit by de Duiteohers sabtsCsiaNU^olstdiooB Weisera koatelfike, hnmowatisohe, grooto schets Bnuloft " maar wet gemaakto Frankryk heeft zszh niat __.._ ?an overvloed van hlstoriestakkaa. , _. da voornaamste n*f|a5IB?5^k -ïfjJa D. U. NTMalflart te Parfis, vocKttollande dan be kenden daaooraat, Stsaiaantua Maroal. m 1857 t hoofd der gemeente to F*rijz,_zijBa vsrordeniagaa t*ek «at , XI?", v*. H. J. Yattor ttort* PSJsT '^?i^aaaVaislzMIal «IMPtjall V00ffatf i werfc via F. rUtzsiag, Oav ts>aa t^BhiaPnSg af» Bat as^ssaaètaaUa aan kind nos aan A* d* _____ «ar beide «**. |inmii'. s-ttj-tsat-M ifa broeder e* ?chtmsgaater. Selgk sssn stat ia War da bastonaar dar bsjvKl* ofirai set osTar eer rooi* rapnWsi «er «aswkra. DassM*te« w«rtt modem aa aan weinig t» m) aan 't aisawSctjfeJflk. lai geval verraadt ay wat «dtvoariac betreft dan saaastar van t faaoaal da» J. A. Kumtm pLa grosra", aan atarvaoda mnskns (man aagt t is BiMt) wian aas» swvlaogaUa vrowrwalifka atba» ische figour aaaam Ma op hat voorhoofd aWktu UJtdrnkïSg aa taa-unmgs^s^ad,waradaRoam maar wat genialer. Tot da fransche hutoriaeka portretUn kasW nen door .. der gemaakt dat van Fr. Lint nkanea. gasahadatd F. Layrand ta Parijs. Hat k U eomti _ Da groote kunstenaar lent zich staanda aan aan klavier, mat gakrnistaar&Mn en beanaa, aa schfint uit ta roapan: O'estnwir' Doch wy gaan wadar ta var in daa tijd. L R (Wordt vervolgd)! The History of Mary Sluart, from the Mardar of Rioeio until har FUght into Ea-, glaad. By Clande Non, her Secretary.' now first printed from the original maaa* scripts. Editod by the Rev. Joaeph Sta-, pbenson, S. J. Edinbnrgb, William Pater; ion 1883. Da lotgevallen van Maria Staart zullen wel steeds da belangstelling gaande honden. Nooit zal alles, haar betreffende, zóó kunnen wordaa >pgehelderd, dat iedereen tevreden is; daareax>ven zal het vooroordeel fouten weten op ta' sporen in het meest onberispeiyk betoog en aaa iet gezag van de beste overtalgrag-stnkkaa zal ifl voortduring worden getornd. Tijdens het leven dar ongelukkige Koningin aa' steeds na haar dood hebben het gevoel als ook godsdienstige staatkundige meeningen op ba» zeachiedschrijvers invloed uitgeoefend. Ongetwfiold hebben zü, die belang hadden by haren on-, dergang, het er op toegelegd gedachte becchnldizingen in to brengen tegen de vrouw, die zy van den troon stieten. De Protestanten namen hat op tegen de Vorstin, dia da misbruiken der Roomsche Kerk handhaafde tegen de Lords, welke de Hervorming aankleefden en zich verrijkt hadien met de verbeurd verklaarde goederen der Kerk. De bewonderaars van Koningin Elisabeth sloofden zich uit om aan to toonen, dat het treurspel van Fotheringhay eene daad van recht» vaardigheid waa, die het daglicht mocht zien ea n gerechtelijke moord; nat getond verstand de op den voorgrond dat eena dochter dar Gaisav oia **a het .hof vaa Valotoj aader~aev nwedervlengelen vaa Cathsrina de Medici ban opleiding genoot, volleerd was in het verwarrea van goed en kwaad en alles behalve de verper* soonlykto onschuld of een toonbeeld van oprecht heid. Aan den anderen kant hebben da weder waardigheden van Koningin Maria, hare schoon heid, nare beproevingen ea haar jammerlijk uiteinde, eene opvolgende reeks van wanna verdedigers doen opstaan. Nn moge men ia twijfel verkeeren omtrent de mate van hare schuld, men moge geneigd zyn haar vrij ta spreken van veel afschuwelijks, dat haar wordt toegedicht, het ia echter bezwaarlyk aan to nemen, dat zy nit al hare wederwaardigheden en be» proevingen geheel vlekkeloos to voonchnn trad. Men mag verwachten dat er steeds verdedigen! zullen opstaan, maar het valt moeielijker te ver* klaren, waarom geschiedschrijvers in hun oordeel; Maria Staart betreffende, in den regel niet arnnsti. ger gestemd zjn en toch is dit zoo. In Frank> rijk, m .Engeland en in Dnitsohland verschijnen voortdurend geschriften, waarin getracht wordt nieuw licht te ontsteken. Het spreekt intusschea, vanxelf, dat alleen datgene de moeite van het Ie* ten loont, wat op echte en nog niet openbaar gemaakte bescheiden berust. Uit dat oogpunt beschouwd U de inhoud van bet boek, welks ti tel wfl hierboven vermeldden, hoogst merkwaar dig. Welke partfl de schrijver kiest, kan worden, opgemaakt uit het feit,'dat hy Katholiek is en Lid der Sociütêt van Jeius. De Heer Stephensoa heeft onderscheidene belangrijke stoatstnfcken ge raadpleegd en vertaald, welke h(j ontdekt heeft ia do boekerijen zfiner Orde en in de Archieven vaii het Vaticaan. Maar de hoofdreden waarom bQ tot de uitgave van zyn werk besloot, i» bet vin den vaa een schat, die in waarde gelijk staat met eene kroniek van Maria's meest rampspoe dige levensjaren, namelijk het handschrift vaa een barer vertrouwde geheónschrijvers. Ds heer Stephenson heeft zich alle moeite gegeven om da echtheid van dit handschrift to bewezen en schijnt daarin gelukkig gedaagd. lete andera is het of deze poging au eene belangrijke aanwinst voor de geschiedenis kan worden beschouwd. Indien, Claude Naa ooggetuige ware geweest van het» hy beschnjft, zou men zijne onpartydigin twijfel moeten trekken. By. was de ver trouwde dienaar der Koningin en schijnt zeer aan haar gehiwht te zQn geweest, hoewel l** tor getwijfeld is aan zpe trouw. Tot haar ge komen met wene krachtige aanbeveling vaa hare verwanion uit het Huis van Lotharingen, was hfl zeer verbolgen op de leiders der Her vorming. Ea hoewel hy oogenschflniak aanlag had voor bet aanleeren vaa telen ea bet var had gebracht ia da beoefening vaa bet Eageleeb, ontgitig )»yn| uit dan aard dar zaak, m dan ba* fiiana veel van hetgeen da Sohotache Steatalirtdea. m zijn bijzijn verhandelden. Maar hat is onbesar dat alles wat Naa mededeelt, van hooraa ia en, zooals hij zonder on _ minst oBpartydig»i broa tot B vernam aQes van da Koamgin of van ha», diéhare gevangenschap m Engalaad daaldaa. Wat ton iaWs^MST.ibaste^ms^dt.ssMr; ijtephenson, .dza hetgeen zg zelve mededeeHW van do pracht to Parjja of Foatolaebleau of vaa da versihrikkingan van Aanboise, Holyrood ea Loohlevan?" , .Vervolgens", zoo nat hy voort, kan roea ztca ?*^ ** iSs.'SlJW S; 'I^K^ awataa daaa osa togelooTaa, xtwo-r» «toor>t.v«^: a» z|,aTieze en nQ aan da yj-t-ji^^^^jf^, b^db«aaitonUn de ».«iW«zis vaa Tfl n 'i-rl ^^ i«WkeXorsy, ma * VM vaai «frorlaafa., J wWarT<-A.al

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl