Historisch Archief 1877-1940
?>«w ??; "
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Is'
m
w'.:fl
held voor den invloed, waaraan de mfdedeatiagan
TM Navaare beaieliDg OBttMaw.bU)Tfm deaa todx
uitent belaagrttk: In de eerste pUitileerejiwa er
«ft, wat Mana luid in to brengen tegen de
beaohuldiaiag van- hare medeplichtigheid un dn woord
TM Daralty. Wfl bwitten aar* eigen; verfd*
(iog vaa de omstandigheden, waaronder haar
huwelHk net Botttwell gesloten werd «n daaren
boven belangrijke bttzanderhedea, die betrekking
? hebban op de vlucht van Holyrood en"LoehleTen
Daarenboven komen «r «onderlinge feiten MUD het
licht omtrent de handelingen van de Schotsobe
staats- en krijgslieden, die eene hoofdrol speel
den in de beroeringen dier tijden.
Bet verhaal begint met de gebeurtenissen, die
plaat* vonden na den moord van Riooio en
ein> met de komit TM Maria in Engeland na
den noodlottigen slag van Langside.
Om een denkbeeld te gaten van den trant,
waarin bet boek geschreven i», deelen wfl eene
ter loops gemaakte opmerking mede, die op eene
d« eerste bladi(jden Toorkomt. Be
schrijver neemt als bekend aan. dat de Koningin
?zich nooit aan huichelarij had schuldig ge
maakt". Na hebben de vurigste verdedigers van
Maria Staart moeten toegeven, dat z{j eene vol
leerde huiehvlarez was, hoewel «g haar hebben
trachten vrij te pleiten door voorop te stellen
dat hare kunstgrepen de natuurlijke wtpenen
waren van iemand, die geheal weerloos was. Nau
geeft aich geen moeite om aan te toonen, dat
zj) maar al te veel reden had om Darnley te
verfoeien. Zwak als b(J was, had hu beider be
langen verwaarloosd, met hare bitterste vijanden
gemeene zaak gemaakt, om hen later weer links
t) laten liggen. Hty was even onbeschoft jegens
do vrouw, als valsch jegens de Koningin. De
t ml, die hy bezigde, was doorgaans te gro:
om méé te deelen, maar men kan er zich
een denkbeeld van vormen als men least, wat
er gebeurde toen het Koninklijk echtpaar Ho
lyrood ontvlucht was. Z\j waren zamen op weg
naar Dunbar, toen Daruley, in angst geraakte
bij do nadering van een troep ruiters; zich ver
beeldende dat zij vervolgd werden, gaf hjj zgu
paard de sporen. De Koningin, wier
zwangereohap vergevorderd was, riep uit dat ztt liever al
les wilde wagen, dan het leven van haar kim
in gevaar te brengen. Daarop werd de Koning
woedend. ?Kom voort ?zeioe hij," als dit kind
sterit, rullen wQ Wel een ander krijgen". Zeer
kort na de geboorte van hun zoon, bezocht de
Koningin BothweU op Waarden'» Castle en bracht
daardoor haar goeden naam in verdenking. Nau
verzekert, dat er eene poging word aangewend
om haar daar te vergiftigen, hetgeen bflua geluk
te. Zij schijnt het uiterste nab\j te zijn
geweest en reeds beschikkingen te hebben
gemavkt, toen haar Fransche lijfarts haar door eene
bijzjndeie behandeling het leven redde. Het merk
waardigste uit deze onwaarschijnlijk e geschiedenis
is, wat de Fransche geheiraschnjver Graaf Moray
ten laste legt. HU was heerjchzuchtig en züne
heeiichzncht maakte hem vermetel, doch Nau
beashuldigt hem tevens van laagheid en
schandeIJjko hebzucht HU beweert, dat toen de Koningin
?chijnbaar met den dood worstelde, Moray zich
van haar tafelïilver en sieraden meester maakte
en later meermalen op dezelfde roofzuchtige wijzo
te werk Ring. In den noodlottigen nacht, waarin
Kirk o' Field in de lacht vloog, wordt de Koningin
gezegd .French Paris" den page van Lord Both
weU te nebben ontmoet, terwijl ryn gelaat geheel
?wart was van het buskruit. ?Parit, wat ziet gjj
er uit" riep ati. Daarop begon hy te blozen.
Volgens het verhaal moet Maria geweten hebben,
dat BothweU door iedereen, verdacht werd.
Zij hnwde hem, naar beweerd wordt, op aan
drang der Lords en toen de beleediging, die t\
vaa hem te verduren had, op den tocht naar het
kasteel Dunbar bet haar onmogelijk maakte zone
hand te weigeren. Om, met het oog op de biecht,
2yu geweten tot rost te brengen, stelde hu haar
een hoogst belangrijk stuk ter hand, n.l. eene
ve.-bindt enis, die geteekond was door de moor
denaars van ha<ir gemaal, onder anderen door
H irton en Lethington.
Het verhaal van de gevangenschap te Looble*
Te i is zeer uitvoerig en draagt het karakter van
geloofwaardigheid. Het is duidelijk, dat het
getui ;enia van de Koningin zelve hier op den voor
grond treedt Toch worden hier en daar taferee*
len meegedeeld, die slechts op effect berekend zijn.
Als ijverige katholiek moge Maria als het voorwerp
van ie bemiddeling des hemels worden voorgesteld,
wanneer men leest, ?dat Hare Majesteit in deze ge
vangenis en onder zooveel beproeving veertien
dagen of meer sleet, zonder spijs of drank te
nuttigen" dan dient dit wonder opgehelderd te
worden. De Lords Lindsay en Buthven waren
met de zorg voor de gevangene belast. Wfj ver
nemen dat Rnthven eens zoozeer den eerbied uit
het oog verloor, dien hjj aan z\jne pe vangene en
souverein verschuldigd was, dat hij zich voor hare
legerstede op de knieën wierp onder belofte dat
htf haar zou bevrijden, indien zo hem hare liefde
schonk. Anderen beweren, dat de gramstorige
Lord Rnthven heerschzuchtig en wreed van aard
was en alles behalve verliefd en geven evenmin
toe dat Lindsay in staat was de liederlijke taal
te voeren, die hem tegen zijne doorluchtige
mees' terts in den mond wordt gelegd. HJj was een ruw,
misschien onbeschoft krijgsman, maar het lag niet
jEn Ktin aard zich te vermaken met platte zetten.
De Koningin schgnt intusschen voortdurend het
mikpunt te zQn geweest van allerlei beleedigingen.
Toen haar zoon gekroond was, liet de Heer van
Lochleven ter eere van dat feit eereschoten lossen
«n vreugdevuren ontsteken. Na veel overlast de
hebben ondervonden, ontdekte de Koningin de
reden van al die blijdschap, terwijl de omstanders
. op allerlei wijzen den spot met haar dreven. Door
deze beleediging en schandelijke behandeling tot
liet uiterste gebracht, wierp zij zich midden in
het vertrek op de knieën, weende lang en bitter
en zond hure klachten ten hemel. Eindelijk riep
S de goddelijke wraak in tegen den slot voogd en
n gezin. Deze, die een oprecht Presbyteriaan
was, werd door vrees bevangen en ontvluchtte
de kamer der Koningin. Haar gebed bleef, naar
men verneemt, niet onverhoord want vóór
het einde dei jaan, toen ejj het kasteel
ontvlucht wna, BOB, de slotvoogd zelfmoord
begaan hebben, indien zijne ondarhoorigen
dit niet verhinderd hadden en geronnen tjjd
daarna verkeerde bty in een toestand van groote
overspanning. Het verhaal van de ontvlaenting,
die gedurig werd uitgesteld en door allerlei te
leurstellingen was voorafgegaan, is uitvoerig en
levendig gekleurd. George Donglas, die hier als
de jongst* zoon van den Heer van Lochleven te
boek staat^ wordt gezegd reeds een aanhanger
van de Koningin te zon geweest, lang vóór dat
?-???? ' «Ukking stelde. Zoolang hij
«ich te harer bescl _... ? .._.
geëerd werd en vertrouwen genoot, deins
ieroa TOOT Terraad jegens de zijnen. Maar z\jn
?arzelen hield op, toen Moray hem daarvan
openlijk bennnldjgde en hem met den strop
Uitliet slot verjaagd, vestigde hy zich in het
daartegenover gelegen dorp Kinross. Zijne eerste
pogüig om do Koningin te helpen, getuigt meer
mm over dan van kalm overleg. Hg stelde voor
MM kist binnen het kasteel te brengen, die
paptaren heette te bevatten en waarin ae Koningin
toch moeit verbergen.
Toen kwam Wifluun Douglas (?de kleine
Donde Getchiedenii van Schotland), die
uit
het kasteel da bondgenoot werd van George,
het^denkbeeld de gevangene do hoofdpoort te
reeds TM een*
toen dé
??^» . «rvBww i OOtf ukl Ot
beid, wumted' jtf m*, de zaak besprak,
nieuw lohttnt do Tóondenlghetd haar op
wonderbaarJ^jkVwIhM te b^bbeb bögesUan. D* dot.
voogd zag troepen vreemde krijgslieden rijden
un d«n tegenovergestelden oever. HU mg ook
dat s4jn bloedverwant ? Wflliam de kettingen der
booten onklaar maakte om vervolging te voor
komen, doch in beide gevallen werd zQne aan
dacht afgeleid. Toen het avondeten werd
opgediscbt, was alles gereed. Wjlliam Douglas, den
slotvoogd als schenker bedienende, nam dec
sleutel der poort weg, die naast deien op tafel
lag. Op het afgesproken* sein, verliet de Koningin
haar vertrek en stak ten .aanzien van allen hel
binnenplein over; toen iQ de poort gepasseerd
was, werd dese door Douglas gesloten en de
sleutel in den loop van een kanon geworpen.
dat daar dichtbij was opgesteld. Dit verhaa!
U eobter in strijd met de legende, die luidt dat
de sleutels in het meer werden geworpen en de»
legende wordt bevestigd door het feit, dat onlangs
een bos sleutels van den bodem van het meer
werd opgevnoht. De boot met de vluchtelingen
bereikte veilig den oever, onmiddellijk werden
de paarden bestegen, die genomen waren uit de
stallen van den Beer van Lochleven en Maria
reed naar het kasteel Niddry van Lord Seton
waar z^j vóór den slag van Langside eene
wapenschouwing hield over hare aanhangers.
Men beweert dat de tegenparty vóór dezen
bealiiaenden strijd, zóó zeker was van hare meer
dere getalsterkte, van hare geoefeudheid en van
hare aanvoerders, dat zij alle reden had om het
gevecht te zoeken, in plaats van te ontwijken
Maar volgens Nau, moet men in het oog houden
dat, toen de Koningin Hamilton verliet, de parti
van den regent tot den terugtocht beoloten h id eu
velen te dien einde reeds gelaarsd en gespoord wa
ren. Hn voert er dat de dappere lord Tempel
die reeds tachtig jaren tolde en Katholiek wa*
betoogde dat het beter was den strijd te
aanvaardsn, dan op Glosgow terug te treltkeu.
Het bock eindigt mat het verhaal van do
komst der Koningin in Engeland. Z\j zou in
cognito de Solway hebben overgestoken met het
doel eene poos in afzondering door ta brengen
ten einde voor de toekomst ecu besluit te vormen.
?De trouwe en grootmoedige Lord Horriej zone
een bode tot zijn vriend Lord Curwcu, om hem
te berichten, dat hg in Engeland was aan
gekomen met eene jeugdigo erfgename, die
hy had medegebracht, in de h->op dat zv
eene geschikte partij zou eyn voor den zoon vat
Lord Curwen. Maar een Fraufchman, die tot
de hofhouding van Curwen behoorde, herkend'
de doorluchtige gevangene on onmiddellijk ver
spreidde zich het gerucht van haro aankomst nis
een loopend vuur. Reeds don volgenden morgen
kwamen er vierhonderd ruiters aan, waarop Mm-ia
een samenkomst bad met Elizabeth. Zij bezat
zóó weinig kleederen en geld, dat ztf ta Carligle
een zwart gewaad op ei edict kocht ovenals eenigo
andere stoffen voor hare onderhooiïgpn. Kort
daarna had s\j aan de vrijgevigheid van Koningin
Elizabeth te danken eene dous bevattende: ?ze
ven el taf, evenveel satyn, eenig neteldoek en
schoenen van zwart fluweel." Hier wordt het
oorspronkelijk verhaal plotseling afgebroken en
eindigt met eaoige korte oanteokenincen, die
klaarblijkelijk later hadden moeten worden uit
gewerkt,
Eindelijk bevat hot werk als aanhangsels, teivge
belangrijke staatastukkcn, waarvan er e«u, geti
teld : ?Verslag van den toestand van Schotland,
gedurende de regeering van Koningin Maria, ge
schreven ia het jaar des ïïeeren 1591 en door de
paters Jezuïeten aan Paus Clemeus VIII gezonden"
een duidelijk overzicht geeft der geschiedenis van
dien tjjd.
P. J. van Eldik Thiema.
BERICHTEN EN MEDEDEËLINGfctf.
Tot onze blijdschap ontwaarden wij in de Gids
dezer maand bet meer en meer aldaar zeldzame
verschynsel vaa een fraai en fijn gedicht. V. .
doelen op Santa Clnara, terzinen van Louis
Couperus, een merkwaardig werk, zoowel wat
aspiratie als wat plastiek en techniek betreft. Gron
dige stadia vaa Potgieter'* Florence is op iederen
regel zichtbaar, maar, schoon dit op den zins
bouw en de uitdrukkingswijze een zeer grooten
invloed heeft geoefend, toch z$n do beelden die
de dichter geelt, zelf gezien, f\ju gevoeld en met
een artistiek vermogen weergegeven, waarin hij
den meester zelfs overtreft Ook de welluidend
heid der verzen (wel te onderscheiden van de
anti-artistieke en by ons zoo geliefde -zoet
vloeiendheid") doet niet voor die van Potgie
ters terzinen onder; slechts één regel diene als
bewijs: ?0, schalie nu Vaucluse's herdeisfluitl
Das Deutsche Theater heet een geïllustreerd
blad voor tooneel, muziek en literatuur, dat b(j
G. B. Kruie te Berlijn van af October verschijnt.
Edmond Biré heeft in zjjn hoek Victor Hugo
avant 1830, allerlei feiten en bijzonderheden
byeen verzameld, om de kleinheid van een groot
man aan te toonen. De vraag is moeielQk uit te
maken, of Biré's handelwijze geoorloofd is, en-al
zou men haar willen verdedigen, dan gevoelt men
toch aJtfld sympathie voor den grijsaard, die
nog in ziïn laatste levensjaren zoo gevoelig in
die kwetsbaarste plek des menschen, zqn ijdel
heid, getroffen wordt Toch willen wjj eenige
bijzonderheden nit het boek mededeelen, om hen
uit den waan te nelpen, die op het voetspoor van
Brandez, Uugo boven Alfred de Musset blijven
verheften, en den kurauierstred der klinkende
rnetoric*. voor den sylphendana der echte poëzie
verkiezen. De Musset bod geen sterke ziel, en in
bet laatste z{jns levens liet hy den boei loopen,
zooals men 't noemt, maar men vergete niet, dat
de kracht van geest, die mannen als Dante en
Milton onderscheidt, by velen anderen niots an
ders is dan een gevolg van hua alles-overheerschend
zelf-gevoel, dat hen in de stormen des levens
staatode houdt Edmond Biré heeft alle vroegere
en Vergeten werken van Hugo opgekocht, vele van
HugoY bjfzondore en opena brieven verzameld,
en nit diu bronnen aangetoond, dat Hugo een
romanschrijver blyft, zMt als hö zyn
voorredenen of zij a nntobio^raphie .samen stelt
's Dicht.rs aanspraak op eeu adelyke afkomst
vliegt all «en zeepbel in de hoogte, vóór den
buk van' .den onderzoeker. Uugo heul't verklaard,
daf ztfn Lülérature et Philosophie motets
?letterlfjk, woord voor woord" -al zjju vroegere
kritische geschriften bevatte, maar Biré toont aan,
dat vele artikelen weggelaten zijn, dat de meeste
overgewerkt ajn, en dat van byna allen de datums
zyn vervalscht, en wel vervroegd, Eene andere
dezer praler^en is als volgt: In de voorrede bjj
inoemd werk maakt EURO melding van een
rarspol, msehetit toon hu nog op school ging,
en herdrukt met z|jn andere jougensgeschryf:
terwjjl bet nu blokt, dat dit zoogenaamde kinds
renwerk, een kritische analyse is (overgedrukt
uit het 6e nummer van den Conservateur litté
raire, Hugo's toenmalig tijdschrift) van een treur
spel, dat in 1817 door het TheMtre Francais ge
speeld was. Dan nog bewast de schrijver van dit
belangwekkende boek, dat de bekende biographie
des dichters: Victor Hugo, raconiéparuntèmotn
de sa vie, lo. waanoh|jniyk door Victor Hugo
zelf geschreven is en niet. door zyn vrouw,
2owemelt van onware ot onjuist voorgestelde
feiten.
Een uitvoerig biotraphisoh kritisch werk over
Toeraenieff van de hand van Eugen Zabel zal in
iet laatste van 83 het licht zien.
Hefarich Laube il thans overig bezig met de
voorbereiding voor een uitvoerige Drographie van
Gritlparter.
. Au Amktur it» Damei, is, met toestemming
te sohrijve», in het Engelasa TertuOd door d*n
heer Frank Beanmont, en aal aog daze maand
bg Tinsky Bros het licht zien.
Mao-millan (ia Amerika) kondigt «en voUeüge
editie van Matthew Arnóld'i proza-werkea aan,
in 7 deelen.
INHOUD YAN"TÏJD8CHBIFTEH.
Nederland.
Inhoud van de Dageraad, October.
Verslag van de Alg. Vergadering. ? Yaialag
van het oonffre4 door Elise A. Haighton. ? Kaal'i
kritiek op het bertaan van God gehandhaafd,
door Dr. J. Mtfers. ? Lazarus en de rOke man,
door W. Meng. ? motto's door Dr. H. Hartogh
? Hefis vau Zouteveen. ? Ome overtuiging a^
ons heilig, door J, Bouman. ? De vrouw in den
bijbel, door Annie Besant ?> Wie is Jezus? door
Charles Bradlaugh. ? Ongepaste bemoeizucht,
djor P. O. Kraay Czn. ? Een vrijdenker, door
O. V. Gerritsen. ? Berichten ea mededeelingen.
Inhoud van den NcderlandKhen Spectator:
Berichten en mededeolingen. ? Nog eens de gra>
phische method?; door dr. G. O. J. Vosmaer. ?
Uitbo«zeming van een ?excentrieke", door S. E.
W. Roorda van Eysinga, ? Letterkundige
kronirk II, door Wolfgang.?Pluksel.-Briefwis
seling. ??
E. J. Irvittg. CnrrerBell?Guido. Beeldende
critiek. ? Dr. Jan ten Brink. Moderne Romans.
? Jan Stetn. llua eenige zoon. ? M. Ponaard.
Lucretia. ? G. Waalner. De Hertha-priester,
Ninetcentli Ccnlury.
1. India. The foundation of its governmont by
Justice Stephen. Recent Evonts, by Sir EvcJun
Baring. ? 2. Dr. Jessopp. Clouds over Arcady.
tl. 7>. Traïll. The politics of literature. ?
Sudney flodges. AftL-r-imnsre». ? G; M. Glcig. Short
öervioe ? oné causa of itj failure. ? F. M. Copes.
Th) poetry of the early mysteries. ? G. Sbate
Lcfevrt\ Tha Agricultural Holdings Aot. 1883.?
E. Gurney en F. W. H. My^rs. Mesmeiisiu. ?
A. Forbes. The present. »ud future ot tha
Australian Oolomt^. «-?
JForlnij/htlit Review.
P.Leroy-ticaulieu. The foroign policy of France.
? Js. S. Husselt. Mr. Irving'a iüterpi-etations of
ohakespeare. ? Sir L. Gnffin. Inüian piincess
at home. ? A. C/l. Swinlurnc. Victor Uugo,
La JétreDde des sicoles. ? Russia, Amtiia and
tha Danubian states. ? Sir Frederick Pollock.
Sotuo recent biogruphies. ? Captain Brnune.
The present state ot thu German anuy. ? Lady
Gregory. Throngh Portugnl. ? AttlntrGriffiths.
Wby have a hangt».?? ?The radical program me
Hl. The housing of the poor iu tuwns. ? Ilome
and foreign affaus.
Atlant;e M<int)i1y.
E. Marton Crwoford, A. Romnn Singer VII
VIII. ? Henry W. IWand. Uci-edity. ?
Henry James. Eu proviuce VI. ? TL. Mace:
Tersepolis. ? K M. Jarncttc. üream-wliite and
crow-blaok. ? G. Parsons Lalhrop. Newport
VIu. IX. ? B :rbara Hcaton Two emigrants. ?
Elisabdtt Jiobins. Ma^nadUm in reliuion ?Duvida
Coit. Peare Antoiue. J. W. Clutuncy
Langdon. Recollections of Rome duriu^ the rovolutioii
H. D. Warner. Volcano studies. ? Knowledjje
W. S. Liscomb, Tlie mutilation of aucient texts.
E. J. Stevenson. Auiability, a philosophical
tragedy. ? R, W. Emcraon. Historie hotos of life
nnd lettera in Mass;iohusetts. Uit. E. Craddock.
A playin! of old sledge at the sett'ement. ?
The voyage of the Jeannette. ? Mr. White on
Shakespeare and Sheridan. ? Lodge's Webster
Conti ibutors club, etc,
Bevite des Deux Htndes. (l OctoTn-e).
Henry ftabusson. Mine de Givré I. ? A. Giffat
La democratie autoritaire aux Etats-Unis. ? La
politique nctuelle et la situation de l'Europe par
Gabrtel Charmes. ? Gustaw Markt. La
cntique littéraire sous Ie premier Empire. Geoffroy.
Hoffman, Duisault, Feletz. ? Ftrdinand Fabre.
Le roi Ramire, dernière partic. ? Antoine de
Saporta. Les uurorca boréales, d'apros les
receat» travaux de MM. NordenskiöJd ot Lenström.
G. Valbert. Le chcmin de fer du Soudan et les
trois campagnes du colonel Borgni* Des bordes.
Bevue Littéraire. La fureur de l'inédit par
Brunetière, etc. etc.
Nouvelle Revue, (l Octobre).
Z. X. La politique fransaise au Toukin. ?
J. Bahany. La réfortue penale et péiiitentiaire
et la recidive. ? Paul Arène. Vingt jours en
Tunisie. (Suite). ? Jules Glouvet. 1'IOeaI, IV. ?
Paul Bourget. Sensations d'Oxford. ? Mme
Belène Leleux. L'amour d'une ennemie. ? etc, etc.
Auf der Holte. Frite Lemmermayer. Der AU
chimist. ? Heinricli Sienkiewicz-Litwos. Klein
Michel. ? Jcstpn lïcinach. Léon Gambetta. ?
Viccnte de Ar una. Der englitche Dichter Al
fred Tennyson, ? Busken tluet. Erasmus van
Rotterdam. ? Marie Eugenie delle Grazie. Der
Aufstaud. ? Goldschmidï. Der polnische
Koonigssohn, ? Revue des geistigen Lebens, etc,
Nieuwe uitgaven in Nederland:
Karl Emil Frwizos, De President. Roman
Dr. E. F. Eruyf, Geschiedenis van de
opkomst ea den ondergang der
Gallioaanscbe Kerk . . . .
II. J. Schimmel, Sinjeur Semeyna. 3dlo.
3e druk. Goeilk. uit«. . . . . . ,
D. lleuito Perez Galdo's, Doua Perfecta.
uit het Spaanscb, door M. A. de G. . .
Justns van Mam-ik Jr., Mot z'n achten.
Novellen en schetsen
JuUus van Maaiïk Jr., Uit het volk.
Amsterdamse!» novellen 3e druk . .. . n 1.00
Justus van Maurik Jr., Vau allerlei slag.
Novellen en ^cbetseti. Se druk. . . . ? 1.00
M. R. Mendea da Costa, Thuisgebloven.
ToonneUpfll in één brtilrijf ... , . ... .O.CO
Mw. Henry Wood. East Lynue. Enu
misstap uit jnhuzie. 3 din. . . . . . -. ? 3.75
Nieuwste uitgaven in DuiiscMand:
L. Dor^no, Mutterrecht und llaiibcbe . JU. 4.??
Dio Hoineri.-che Odyssee, i. d. ur«prnn»l.
Spracbform wiederhergeslelt von A. Fick. ? 12.?
A. Frftnkel, Die Qnell«n der
Alexauderhistoriker 12.?
K. Korting, Der Weg nach Eden. Epi
sche Dichtnng. ... . . . . . . . ? 3.?
C. M. Seyppel, Er, Sie, Es, Aegyptisohe
uumoreske. . . . . . . . . '. . . , 5,?
? 2.50
?a
»3.
.1.CO
JflIlftMlre Xttfeen.
HET KORPS MARINIERS ALS HULPKÜKP3
VAN DE ZEE- EN DE LANDMAGÜT.
Rouds meermalen is er van verschillende
zijden gewezen op de wenschelijkheid van
uitvoering te geven aan het beginsel, weg
gelegd in art. 178 onzer vigeerende Grond
wet, namelijk ten oliën tijde te kunnen be
schikken over een korps v r ij w i 11 i g e r s,
teneinde tn of buiten Europa, naarmate van
de omstandigheden, dienst te kunnen doen.
Nu zelfs door een lid van de Regeering te
tonnen is gegeven, dat het noodig zal z(jn
het te Atjeh op den vijand veroverde gebied
i'n M krimpen, hetgeen niet anders kan z(}n
dan het nsutyat der Overweging, dat óns».
krijgsmacht nitt bg maentt h zich te doen
(telden ea alzoo aan de bevolking aldaar ten
duidelijkste kenbaar te maken, dal zty gehoor
zaamheid en eerbied verschuldigd is aan het
Nederlandsclie gouvernement, is ? dunkt ons
? opnieuw het tijdstip aangebroken, om
nogmaals op deze zaak terug te komen. Wie
toch zal niet, b{j het vernemen van die voor
ons- land zoo onwaardige taal, in de eerste
plaats gedacht hebben aan het renenden van
vertterkinp van uit Nederland? Zyn w(j daar
toe niet in staat? Men zoude, afgaande op
de mededeeling van het Kabinet, geneigd zyn
deze vraag ontkennend te beantwoorden, en
toch valt het moeielyk deze voor ons land,
als Koloniale Mogendheid vooral, zoo verne
derende bekentenis te doen, omdat men niet
overtuigd is, dat de middelen ontbreken om,
als voorheen, ons gezag te doen eerbiedigen
en te handhaven. Als van zelf wordt men
herinnerd aan den steun, die in de eerste
jaren \an den oorlog met Atjeh is verleend
door het korps Mariniers, en vraagt men zich
af, waarom ook thans niet weder dat korps
. wordt bestemd, om het Indische leger
ttydelljk te versterken. Dat korps toch, hetwelk
volgens de jongste reorganisatie bestaat uit
3 bataljons d 4 compagnieën, (elk sterk 3 of
ficieren, 8 onderofficieren, 12 korporaals en
146 minderen) en een depotcompagnie, zal
wel in staat wezen de vereischte hulp te
verIconcn en dat deze krachtig zal zijn, da.irvoor
staat ons zijn verleden borg en bovendien de
wetenschap, dat de te zenden detachementen
zullen bestaan uit geoefende soldaten. Wan
neer dan ook van dit korps geen gebruik
wordt gemaakt, moet dit worden toegeschre
ven aan de omstandigheid, dat hel te zwak
is om de daaraan opgelegde taak naar be
hooren te vervullen, te weten:
l o. 'sRijks werven en maritieme inrichtin
gen en eigendommen binnenslands en zoo
noodig buitenslands te bewaken;
2o. aan boord van 's Rljks schepen van
ooi-log, zoowel binnen- als buitenslands dienst
te doen;
uo. aan expediticn en militaire
verriohtingim in en buiten Europa en ia 's Rijks
overzeesclie bezittingen deel te nemen.
Volgens de indertijd overgelegde plannen,
zoude het korps in slaat moeten zijn dade
lijk een velJbatafjon van 000 man. uit te
brengen; is dit uu niet mogelijk ? Het schijnt
wel vnn neen, zoodat hetgeen de kapitein
der Mariniers J. D. Verhel) 'in October 1881
(zie De Militaire Spectator 1881 blz. 800)
te dien opzichte heelt gezegd, ten volle be
waarheid is geworden, namelijk: dat het korps
eene afdoende uitbreiding moet ondergaan,
dat de organisatie daarvan op breede grond
slagen moet worden gevestigd, wil het in
derdaad schoon en ruim opgevat program
ma omtrent zijne bestemming niet voor een
groot gedeelte een doode letter blijven. En
toch zijn er i hans ruim 2200 onderofficieren en
minderen bij hel korps aanuvzig, terwijl er
op l Januari jl. slechts 7 officieren aan de
organieke sterkte ontbraken l Wet kan der
halve de reden zyn, dat er geen gedeelte
van het korps wordt gebezigd om de krijgs
macht te Atjeh te versterken, of wel om
op andere gedeelten van onze overzeesche
bezittingen de landmacht te vervangen en
zoodoende ofdeelingen beschikbaar te ver
krijgen, die naar Atjeh kunnen worden ge
zonden 1 Zoude ook hier de hoogere politiek
in het spel zijn? Wij weten het niet, doch
betreuren het ten zeerste, dat, tengevolge
van het niet gebruik maken der middelen,
waarover beschikt kan worden, in 'sLnnds
Vergaderzaal woorden worden gesproken,
die ons land in de achting van,, het buiten
land moeten doen dalen en elk rechtgeaard
Nederlander leed doen, omdat zij getuigen,
hoezeer de hoogste machten in Nederland
vergeten üijn, welke verplichtingen op haar
rusten, niet alleen ten gevolge van aange
gane verbintenissen met de hoofden der be
volking, wulke op onze macht en op ons
woord vertrouwden, maar ook met het oog
op het devies in het koninklijke wapen:
»JE MA1NT1ËNDHAI."
Eere derhalve aan hen, die in zulke waar
dige en krachtige taal de aandacht van on
zon geCerbie'iigden Koning hebben gevestigd
op diu woorden en de gevolgen, verbonden
aan het eventueel ton uitvoer leggen van hel
daarin te kennen gegeven voornemen. Wij
liüjion, dut hun adres tol de zoozeer
gewensclitu uitkomst moge leiden van de
mismoedigen, de il.iuwhanigen de overtuiging te
sdiitnkcn, dat de voorgestelde handeling
armliiding zal geven tot.de beschuldiging van
11-i N'.:d>:rluiidscho gouvernement van
woordbreuk en lafheid, terwijl juist trouw en moed,
£c\i:\;in\ aan Meid, de eigenschappen van onze
voorvaderen waren, waardoor zy zoovele pare
len aan de kroon wisten te hechten, en
die het ook voor ons moeten zijn, om het
gevestigde gezag te handhaven en dit, waar
liet noodig mocht blijken, uit te breiden.
Intnsschen kan het niet worden geloochend,
dat met onze vestiging te Aljeh, met de uit
breiding van ons gezag, het ook noodzakelijk
is aan net bestuur do middelen te verschaffen,
waardoor het in slaat wordt gesteld het ge
zag te voeren over de bevolking, wier be
langen aan zijne zonren zijn toevertrouwd.
Zoo ergens, dan is het juist in onze over
zeesche bezittingen, dat de land-en zeemacht
daartoe met hare krachtige en invloedrijke
hulp moeten medewerken, zoodat een gezonde
staathuishoudkunde zoude medebrengen, ge
lijktijdig ook de krijgsmacht een vermeer
dering .te doen onderdaan. Wat bespeurt
men nu van de toepassing van dit beginsel?
Niets, zoo niet .zelfs het tegendeel. Wij
vermeenen daarom gerechtigd te zijn, onze stem
tegen dergelijke handelwijze te doen hooren
en achten het tevens tot onzen plicht in
ruimen kring bekend te maken, hoe ? naar
jns gevoelen ? het mogetyk zoude zyn de
krijgsmacht uit te breiden, opdat deze in
itaat «4 mede te werken iot «b
Ko. 339
on* qttag «a tot de handhaving van
Mr der Ntdtrlandicht vlag.
Niet alleen onse eigene krttgsge
maar ook die van Frankryk, Engeland
andere koloniale Mogendheden, leert, dat
noodig i«, in tyden van nood, dekr^gsmai
welke in de bezittingen gestationeerd is
bescherming van het leven en de eigendoi
men der personen, te versterken met oldt,
tingen, die uit het moederland worden toeg
zonden. De opgedane ondervinding wjjstd
als van zelve op de noodtoJtelykhitd van h|
bezit van troepen, die ten allen tude voi
dit doel kunnen worden gebezigd. Een da
geiyke troepensoort nu, welke eieeds geree
moet staan om uit te trekken, hebben *
werkelyk in het korps Mariniers, doel
zooals de feiten aangeven en verscheiden
bevoegde personen hebben gezegd, van
geringe sterkte, om de daaraan opgelegde tal
naar behooren te kunnen vervullen. Hel
derhalve gebiedend noodzakelijk dit korps ei
zoodanige uitbreiding te doen ondergaan, c
het aan zijne veelomvattende bestemmii
kan beantwoorden. Nu deze omstandig
zich voordoet, gelooven wij, dat het gewen
is tevens na te gaan, op welke wijze
uitbreiding zoude kunnen plaatshebben,
einde de meeste voordeelen te trekken
de daaraan onvermijdelijk verbonden meerda
financieele uitgaven. Daartoe is het nood
No- 529
DB l M S'T-fc R D AMM KB, WEEKBLAD VOOE NEDERLAND.
Ontwaakt als een Vlinder.
EEN PB A N TAB IS
DOOI
ANTOINBTTB.
zich vooraf rekenschap te geven van hetgee
door het korps moet en zoude kunnen wa
den gedaan.
(Wordt vervolgd.)
EENE VHAAG.
Tn hare zitting vnn den 20en October 1883
klaarde de Tweede Kamer met bijna alge:
stemmen (53 tegen '/« dat het Kon. besl,van,
Maart 1877 No 10, herstellende de anciënniteit
vorigen dienst van 5 luitenants-kwartiermeesti
gewezen officieren van administratie der ma
onwettig moet worden geacht, ala in strijd _,
een algemeenen maatregel van inwendig bestuur
Weidia zal er éón jaar verloopen z<jn. dat i
Wetgevende Macht dese gewichtige mtspru
deed in ?de zaak Ele^," en toch is nog BIC
vernomen omtrent eenig herstel van het onreob
den heer Kleij en nog andere officieren van IK
Nederlandsch-Indisahe leger aangedaan.
In No. 281 van dit Weekblad werd er op gi
wezen, hoe dringend noodzakelijk het was 01
«00 spoedig mogelijk maatregelen te treffen, dl
nit (ie vooruitschuiving van 6 officieren in <
nngiyst ten koste van 01 anderen, geene mee:
dore uadeelcn konden voortvloeien voor dedati
van nog dienenden, en tevens de aandacht gi
vestigd op de verplichting, welke na het votw
der Tweede Kamer, op den Minister van Kolt
niön rust'e, om niot langer eene bestaande lx
schikking te blyven handhaven, waardoor M
algemeene maatregel van inwendig bestuur T«
de koloniën en bezittingen van den Staat in U
dere werelddeelen is geschonden.
Hoezeer daarbjj werd aangetoond, dat een bi
Vjik herstel, zonder bezwaar voor anderen, ZM
goed mogeljjk^ is^ en de verwachting werd uitgt
ïrlt; aof la bUnk«n W»«f»o,
«eia O«Ut, und werf» tnU
?E§ gilt nooh mthr zu sohafftn,
Als oinen Uebesmai.
QMBBI*
IX.
Voor een pluche stond in een doMerblauw
kleed een bleek, zwijgend kind en be
schouwde met naïeve verbazing liet slankste
figuurije, de fijnste trekken, die ooit door
ïuiver spiegelglas werden weerkaatst.
/.ij wist ternauwernood dat zij het was,
want de kleine spiegel op haar kamer inde
pastorie had haar alltyd scheve schouders en
een breed, blauwachtig gezicht vertoond. Zy
betastte het glas als moest ze zich overtui
gen, dat geen ander dan zij zelve haar aanzag.
Een vroolljke lach klonk haar tegen en
een vinger werd dreigend opgeheven, terwijl
een meisjesstem, die een klank had als van
't geluk zelf, juichend uitriep: »Wie telkens in
Jj>_. AnÏArvnl «viAt «l*«mi*iA*'n flAAllt At*l l A l
ogelij
, dat
geweest, indien omtrent dat redres eene mee
stellige belofte was govergd en afj.
Op grond van die ieiten doen' w3 de vroaj
wanneer overeenkomstig het bepaalde bjj Ar
53 van het Kon. Desl. vun 1859, regelende i
bevordering, enz. der officieren van het Neder
landsch-Induche leger, de begane fout in de tM
passing der in dat besluit vervatte bepaling»
eal worde» hersteld ?
Wfy hopen spoedig het antwoord daarop ?b
een met redenen omkleed (Koninklijk) besluit1
te mogen vernemen.
Ares.
Ko. 40.
Van don oud-redacteur van
ZWAKT.
? b o d e l g l
. WIT.
Wit speelt voor «n geeft la i zetten nut
(WU S en Zwart 7 stokken met S. P «J
Oplossing van Scbaakproblaam No. 31,
l A 5 ? A. 8! E 4 nt D S C»
F 8 nt F 6 nui
W
B 6 nt-F 6 nut.
(b)
D 5 nt Pd. mst.
(o)
F 8 nt 6 3 mtt.
(d)
. . . . . F 6ntB 5.
j> 5 nt E 5 m»t. '
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
T. «peelt. (b
Pd. onversolülllf.
F6-F5 U
tfo. M U Juist opgelost door r. d. X. te S. .».,? K. +
W. 4- L. t» Meppel; Henri te Amsterdam,. ook 89; «?
v. B. ta D«m 39; No. 38 door Corn»; 30 door ?BW"
Amsterdam; L. 8. te Mappel eo Lndui 8ch»cort«
nobilitet mentem te Utteoht on Aiphodol te AnutcrdA
de drie laaUten nevenopl sslngen.
Oplossing v»n da EiridtttlliHg onder probleem No. f
'eekblad v. d. Anntenlimmer v»n 23 Hopt. No. SIS.
l O *? OS + B 6 ut C 5. ?
8 B B ? BB 05 ? 0*.
8 D 3 ? B SI D 6 nt B 51
8 B « ? B 7 B 5 ? E 4.
B B 7 ? B B D»me, ï t ? V 3 *?
Wit strekt de 'vlug. Witrom?
Omdit volgt op fl-O S nt S 3 D 9?7 »*-??»
. 6 ?O J ? H l O S?G S +,
7?Bi ?aai DS?F4+;*
op 6 O a ?O l of F l volgt in 3 cetUn mst.
Juist U dese eindjtalUag opgelost door W. v. S. *}
J>*lft m v. d. M. M K. N. de iMUte eeliter atet ' 'J
laudiat. * ? ...
I^^^^V^H4 .
den spiegel ziet.... doraiuè's dochtertje l.
Een glimlach, weemoedig door zijn plot
seling komen en gaan, vertolkte de dank
baarheid aan de levendige, van geluk stra
lende Mathilde. Vroolljk en blozend stond
ilj bij het slille, bleeke kind der pas
torie, terwijl haar bevallig hoofdje met de
weelderige, bruine lokken en de blauwe
oogen, die aan de zon hun glans schenen te
ontleenden over Lize's schouder tuurde.
»Zeg nu eens, dat er in onzen tijd niet
meer geiooverd wordt l Was 't geen tooverlj
|dat juist dit kleedje voor u gereedlag? Ben
dat d§ik nu niet de peet geweest van het mooie
«sschepoetstertje? Begrijpt ge er wel iets
van?"
Neen, zij begreep nog niets van den chaos
waarin zij was verward.
Eerst de aankomst l en de twee dames die
bar, zij had het gevoeld, zoo medelijdend
hadden aangezien, maar toch, taai geheel
ander medelijden dan dat harer dorpsge
noten!
En dan het gewoel bij een gebouw waar
t wemelde van haastende menschen; het ra
telen van wielen over straatsieenen en daarna
het vliegen van vurige paarden langs wegen
riiet groote huizen en tuinen, en de vrien
delijkheid der gastvrouw, de vroolijkheid van
Mathilde, de tuin met bloemen zooals zij ze
nooit had aanschouwd! Die andere kleeding,
haar eigen gezichtje, 't woelde alles dooreen
in baar gedachten, liet overstelpte haar en
sloot het genieten geheel en al buiten.
>Kotn," sprak Mathilde, die haar be
schouwde als een kind dat bescherming ea
opbeuring; behoefde, >kom lief eendje uit de
pastorie, laat nu zien dat gij een zwaan zijl
geworden l"
Aan Mathilde's'hand kwam zij een ander
vertrek binnen, en 't was haar of niet zij,
ijfaar een onbekende met hare oogen de
smaakvolle, van geest en leven getuigende
Ütngeving zag, die het sterkste kontrast op
leverde met de al te groote soberheid tn
haar eigen tehuis. Maar wat zij zelve zag
i]at waren de vriendelijke oogen der gast
vrouw, die haar ook thans weer begroetten
met een uitdrukking, waarvoor Elise Alden
nog geen anderen naam had kunnen vinden
dan dien van medelijden, maar die een ge
voel van hooger orde vertolkte en de fiere,
schoone vrouw de aantrekkelijkheid verleende,
me van hart tot hart werd gevoeld.
Er was nog een ander van wien Elize
niets meer onderscheidde dan van een ge
daante in dichten nevel. Ook hoorde zij
nauwelijks dat deze haar werd aangeduid
qls: «Mijnheer Weimar, eigenlijk ook onze
huisgenoot."
>Karel," fluisterde Malhilde hem toe, «vind
Ihnar niet allerliefst? Wees heel
vriendek voor haar, want ze is zoo schuw....
zoo schuw als Elize Alden; ik heb nooit
iemand gezien, die haar geleek."
liet kon niet moeielijk voor hem wezen
om aan dit verzoek te voldoen, en eenige
vriendelijkheid te toonen voor het schuwe,
geheimzinnige wezen, dat zijn belangstelling
Boeide.
Doch toen hij op 't pont was om de woor
den te ui:en die een vertegen kind konden
bemoedigen, wendde hij zich sprakeloos af
als voelde hij dat deze schuwheid een dieper
oorzaak verborg dan die der gewone be
deesdheid.
Mevrouw van Elsdingen deed Elize naast
zich uitrusten, indien van rust zonder kalmte
tprake kan zgo.
>Vond je haar niet allerliefst, Karel?" her
baalde Mathilde. Hy gaf haar glimlachend,
een toestemmend antwoord, en vergeleek in
rtilte de geheimzinnige verschijning by een
nog onbezielde nixe; een sprookje dal een
gestalte had aangenomen, scheen zij hem toe,
of wel een zwevend droombeeld.
Met geweld odUrok by zich aan al de ver
gelijkingen die de phantasie in hem opriep
en sprak schertsende woorden tot Mathilde.
Doelloos, half luisterend naar de woorden
der innemende gastvrouw, dwaalde Elise's
blik van'den een naar den ander en van het
«en naar iets anders, tot zij niets meer onder
scheidde. Mevrouw van Elsdingen was ver
diept in de beschouwing van het ziellooze
gezichtje.
>Elize"l sprak zy, terwijl ze beide de
kleine handen in de hare nam en den schu
wen blik zocht vast te houden'»EUze ge hebt
nu veel te vergeven.... Ik heb te lang de
belofte vergeten aan uw stervende moede*
gedaan. Toen- ty kort voor uw geboorte,
ik baar beloofd aan haar kind ie zullen den
ken. Nu drie jaren geleden had ik plan u
te komen bezoeken, maar plotseling stierf
mQn man en ik was in eigen smart
verdiept en vergat u.,.. Wilt ge dus verge
ven? Wel werd de hartelijke handdruk,
welke die woorden vergezelde, beantwoord,
maar de schuwe, grijze oogen konden geen
gevoej vertolken dat nog slechts half begrepen
werd. ':
En zy, die vol weemoed terugdacht aan de
levenslustige vriendin wier jeugd geknakt was
door hot verbond met een zóó ongelyken geest,
wier lichaam was verkwijnd omdat hare ziel
niet ademen kon, zij peinsde: zouden alléén
de fijne trekken, de kleur van de oogen dier
moeder op haar kind z(jn overgegaan, en
niets van net tintelend leven dat haar dood
had verhaast t ?;-.>,
Maar 't was als las zij op hel bleeke ge
zichtje het antwoord: »Zoo teekent de na
tuur niot, als zf) niets heelt te vertolken".
X.
't Was avond en Mathilde zou op Weimar's
verzoek zingen.HlJ koos een lied van Lassen: Er
war ein Traum.en onwillekeurig gleed zijn blik
naar de zwijgende met haar droomerig ge
zichtje. Roerloos als een blad bij volkomen
windstilte, als de vlinder in zijn cel zat zy
d&ar, en ving den belangstellenden blik op
om terstond met at haar schuwheid den ha
ren af te wenden. Nog hield de boei haar
gekluisterd, nog voelde zij zich niet thuis
onder menschen.
Doch toen Weimar, ter begeleiding van
Mathilde's stem de eerste accoorden had
aanwerd hel gebogen hoofdje hoog
opgericht en grooter schonen de oogen
waarin die vonk lichtte waarvan slechts ge
vleugelde zangers het geheim kenden. En
nauwelijks had Mathilde's liefelijke stem
weerklonken, of, door een leven wekken de
aanraking overmeesterd, stond Etize, alles
om zich heen vergetend, als geboeid tegen
over de zangeres, en eer zij t wist, voerde
verbeelding naar terug naar 't bosch waar de
nachtegaal haar meester was ? en, eer zij
'twist waren die lieflijke nachtegaalsklanken,
waaraan slechts 't woord ontbrak, door anderen
gehoord. O! waarom kon zij zich nieiin woorden
uiten! Al hel heimwee dier gedachte had in die
enkele klanken getrild, sprak uit het plotse
ling zwijgen. Maar de stem was gehoord.
Gehoord door menschen die, Elize voelde 't
nu plotseling, iets hoogers voor haar gevoel
den dan ? medelijden.
Mathilde bad het lied afgebroken. «Zing
meer l" riep zij opgewonden terwijl hare
moeder en Weimar als betooverd schenen
door 't geen het oog gezien, het oor gehoord
had.
»Zing meer l Vier woorden slechts l"
En Mathilde las de laatste woorden van
het lied: E» war ein Traum,
Toen ? terwyi Weimar haar begeleidde,
zong Elize met diep gevoel, met zilveren
natuur-klank de woorden na die, niet door haar
verstaan, toch als de diclitertaal der muziek
werden gevoeld.
» Waar hebt ge dat geleerd'"? juichte Mathilde.
»In mijn bosch l" antwoordde Elize en
dacht voor de eerste maal met liefde aan
haar eenzaam plekje; terwijl als een mor
gennevel de schuwheid wegdreef. Zij voelde
zich begrepen, beschermd.
Weimar meende nog te luisteren, toen
reeds de melodieuse klanken waren wegge
storven, dié hij gehoord ? neen, in zich
opgenomen hacL
Het leven dat zich door die tonen
openbaarde, bevestigde wat hij vermoed had,
en terwijl Mathilde en hare moeder welspre
kend hare bewondering uitten, zocht hij naar
een woord en vond het niet. Toch had hij
zelf dit lied zoo goed gekozen, bet begeleid.
>Karell je zegt niets l bewonder haar toch I"
riep Mathilde verwijtend.
> 't Is me of ik nog luister," antwoordde hij.
>Dat is 't fijnste compliment voor ons
zangeresje," juichte Mathilde, »en mij is 'look
alsof ik haar stem nog hoor. Alles wat wij
zeggen klinkt bijna hard en scherp, maar
dat moogt gij mij niet nazeggen liarell"
Elize Alden had de geduisterde woorden
gehoord en verstaan. Zonder het te weten
zocht zij den blik, waarvan ze schuw de
oogen had . algewend.' maar Weimar was
heengegaan en Mathilde met hém.
Hare gedachten werden afgeleid door de
vragen, de beloften van beer, die zich niet
vergaf dat zy zoo lang hare beloften verge
ten, zoolang verzuimd had om in een een
zaam hart de hoop levendig te houden. Toch
«roeide zy tevens dat daar waar kracht is,
zelden een: te Iaat l alle kracht vernietigt,
dat omstandigheden of goede geesten verhoe
den dat verkwijnt, wat leven kan
XI.
Mathilde was aan Weimar's arm in den
tuin verdwenen en vergat Elize Alden en
haar zang, en alles, behalve hem, met wien
ze sedert drie dagen.was hereenigd.
Weimar had als wees, m de woning van
Mathilde's ouders zijn gelukkige jeugd geno
ten, fly was er de zoon zyner pleegouders en
de broeder zyner kleine pleegzuster geweest.
Schertsend bad hy altyd haar, die nog een
kind was toen by naar de akademie vertrok,
zijn vrouwtje genoemd, en de scherts was
diep in baar ziel gedrongen. Gedurende zyn
studiejaren had zij hera nu en dan gezien,
maar nadat hy zich als advokaat in een na
burige stad bad neergezet, waren «yne be
zoeken dikwyis herhaald geworden, en geheel
betooverd door de openhartigheid, waarmee
ze, xonder 't zelve te weten, zyn liefde
tegemoet kwam, was, weinig dagen
. .... . .
ntlfe dat «4 niet laag meer leven wu.b^U<k.d«.Mtierji «n* (ewordav w
Mathilde verzekerd dat geen andere dan iQ,
ooit ztfn hart had vervuld of zou bevredigen.
MathUde's moeder, die het karakter van
den pleegzoon kende, wenschte geen beteren
steun voor haar Mathilde, en waar twUfelde
ooit een moeder aan de volheid eener liefde
die haar afgodisch beminde dochter geldt?
Zy twijfelde geen oogenblik aan de diepte
van Weimar's hartstocht; >lj vond die zoo
natuurlijk dat zy slechts uit een zeker plichts
gevoel gevraagd had: > Karel, Malhilde vervult
immers al de illustén die ge ooit hebt ge
droomd?"
Opgewonden had hy geantwoord.
Zonderling! Na hel antwoord had oy iets
onrustigs gevoeld, iets waaraan hij geen naam
kon geven, en dat hh spoedig weer had af
geschud. Want hoe hef had hu zyn zonnige
Malhilde l Hoe natuurlijk was zy, hoe
bekoorHjk, hoe openhartig! Alles wat er te lezen
was in bare ziel, dot las hti in hare oogen....,
liefde en nogmaals liefde voor hem, voor
hem alleen.
XII.
Mathilde liet het hoofdje hangen als de
bloem die haar steun mist, want Weimar
was vertrokken, terwijl ztj gehoopt had hem
nog eenige dagen bl) zich te houden, en
wellicht zou zijn afwezigheid een paar maan
den moeien duren. Half ernstig, half schert
send sprak hare moeder: «Vergeet niet mijn
beste kind wat Jean Paul zegt: De vrouw
heeft niets anders te doen dan lief te heb
ben, ? maar de man heeft nog zijne zaken
daarbij!"
>0ch mama!" antwoordde Mathilde, ter
wijl zij allerliefst pruilde, »Jean Paul kan
mij niet troosten, die was een nare onge
voelige vrouwenhater."
»Denkt ge dan, Thjlde," vroe$ hare moe
der lachende, >dat iemand ooit een hater
werd uit ongevoeligheid'.'"
Maar Mathilde's hoofdje was geen
philosophisch hoofdje en alleen de gedachte aan
een tijd waarin ze nimmer van Weimar zou
scheiden, kon haar bemoedigen. Zijn brieven
ook, gaven haar eenige afleiding ? die brie
ven waarin hij zoovele verzekeringen gaf van
xij n trouw! Alsof zij ooil nu ze van zijn
liefde zeker was, aan zijn standvastigheid twij
felen zou! Als zij aan hem schreef', dan was
zij minder welbespraakt don hij. liet was
haar al te onvolmaakt om de verzekering
harer liefde aan 't pnpler toe te vertrouwen;
het scheen haar heiligschennis toe. En ook,
als zij hém niet zag, niet hoorde, was haar
uiting niet in hare macht. Zij kon voortaan
slechts leven door hém.
Jean Paul had gelijk.
Welke dagen waren, aangebroken voor
haar, die uit den loomen slaap gewekt, elke
levensader voelde kloppen l
Wie zal beschrijven wat de bloesem ge
voelt als zij hel teeder windsel verbreekt,
en het zonlicht ziel, tarwijl ze langzaam de
bladeren ontplooit? Wie zal zeggen wat de
vlinder gevoelt als hij het wezenloos .bestaan
ontworsteld, een gansene wereld van licht
en kleuren en lucht tegemoet zweed? Wie
'zal bet ontleden" da t koninklijk gevoel, 't welk
een menschenziel doortrilt die bevrijd van
een looden druk zich zelf kan worden,
zich verheft naar het voorheen onbereik
bare, en weet, gevoelt dat het heelal bestaat
voor ieder die iets kan, iels wil!...
ledere dag, ieder uur, ieder oogenblik,
onthulde Elize Alden 's levens rijkdom.
De golfjes der beek waren ontdooid, en de
zoolang gestremde geest hernam tienvoudig
zijn recht. Zij, die alles ontbeerd had, kon
genieten van een enkel gesprek, van een
woord, dat nieuwe gedachten opwekte. Zij,
die van eenige kunst niets anders gekend
had dan de melodieën der gevleugelde zangers,
zij voelde thans de schoonheid in elke kunst
uiting, als had zy die sedert jaren gewaardeerd.
Zeker bracht de tact waarmee een edel
gevoelende, veelzijdig ontwikkelde vrouw haar
m 's levens schatkamers rondleidde, veel lot
die vorming bij, doch er moet, ook bij de
zorgvuldigste verpleging, veel grpeikracht
aanwezig zijn, zal de roos in volte pracht
ontluiken, en geen leiding zou kunnen ver
goeden, wat de natuur heeft onthouden.
En genoot nu Elize's geest ?haar hart
kwam niet minder tot zijn recht. Zij voelde
hoe hare beschermster haar liefhad en zon
der terughouding beantwoordde zy, die geen
moeder had gekend, deze toewijding.
Mathilde, die gedurende Weimar's afwe
zigheid elke afleiding aangreep om hare
vroolljkheid té behouden, en voor Elise een
hartelijke vriendschap had opgevat, deelde
zonder het zelve te weten van hare opge
ruimdheid aan de ernstige, diepvoelende mede
Malhilde's openhartige ziel, kende geen
jaloezie tegenover de belangstelling, die hare
moeder aan het pleegkind wydde, terwijl
er voor haar geen aangenamer verstrooiing
bestond dan om Elize met haar eigen sie
raden te tooien en haar belangwekkend ge
zichtje te bewonderen.
Kan een jong meisje grooter bew(Js van
vriendschap geven?
Dikwyis voelde Elize 't verlangen om hem
terug te zien, die haar eerste lied zoo goed
had gekozen. Meer dan zy wist, dacht zij
aan zijn woorden' »'t Is me of ik nóg luister;"
meer dan ztj wist dacht ze ook terug aan
zyn koel en haastig afscheidswoord, dat haar,
zü begreep niet weerom, had teleurgesteld.
Maar wanneer zij, hoe dikwyis ook verlangend
naar zyn woorden, aan zijn terugkeer
dacht, overviel haar een beklemd, een angstig
gevoel dat wol verbannen werd, maar niet
overwonnen. Hoe gelukkig, dacht zy dikwijls,
hoe gelukkig moet Mathilde zijn, die gedu
rende haar geheete leven ? by hem zal we
ten t..*.
DIDA8KAL1A,
XL.
Waderom wtwdt d« eauntskoort» door tot laad,
«MobU ndtcteor, Itte-Utt-nuthMÜhtxMMBi, lito
n»tuurknndig6 «saam», oflioten- ra BotarfeeLi
euunens, boekhouden euaaiii (v*a at
VWMIUging te Amitwdrai), iel& nraiüek-wuneai, en
vooral die voor (hup) oadenr(j»en ea
onderwfrereHen; het getal Mugegevwen durvoor tt
niet groot, doch d»t ii in bet najaar iteedi het
geval, omdat de mee*t« candidaten van d«
normaalaoholen komen, en dese in het voorjaar de
uee*te leerlingen leveren; aanvankelijk ii de
uit?lag van drae «xameni niet ongunstig; maar die
ongelukkige hoofdonderwjjMrt-examen» brengen
altyd nog heel wat tongen en pennen in bewe
ging; ala de officieel» verflagen pnbllek worden
gemaakt, ia! het raadtel wel worden opgeloet,
want ik vermoed dat de H.H. examinatoren heu
wat itaaltjei van onkunde en onvoorbereid i^n,
zullen mededeelen.
Gtf zult u herinneren dat ik voor eenigen ttfd
ieti mededeelde, omtrent het nmwurn van
kunnnö verheid te Utrecht, waaraan, met hulp van den
heer Bujji te Rotterdam, een ?ohoolmnsaom aoa
worden verbanden, in een nodMittiag de vorige
week gehouden 11 bedoten een museum van
kunstnijverheid, boven de lokalen van het
tfkkantoor te Utrecht te stichten, doeh het
schoolmuseum kon geen genade vinden in het oog der
vroede Utrechtsche tnnnnen ? men meende
namelp dat het eene handelszaak voor den heer Buys
kon worden, eu wilde derhalve geen concurrentie
met de Utreohtscbe handelaars in
schoolmeubelon en -behoeften in 't leven roepen.
Mot den bouw der gemeenschappelijke school
te Kottevalle, ia bet ook nog niet iu net reine;
de cank is in hand«n van den raad van State
en de Staatsraad Verniers van der Loeff bracht
er verslag over nit; intusschen is, behalve de af*
gevaaniigden van elk der Urie betrokken ge
meenten, ook nog het hoofd der betrokken school
naar 's [lage afgevaardigd, om de zaak nader toe
te lichten, en naar ik hoop, tot een goed einde
te brengen. Als het om bedragen van Rijks
wege, Eoowel daar als elders, te doen is,
zal er wel een zware wijs opgnan, en men niet
meer dau het hoognoodiga krijgen, want nu de
millioenan-sp^ech eindigde, met de regeering voor
een tekort vau vele miltioenen te plaatsen, zal
er zuinigheid in alles moeten betracht worden;
in die speech las ik onder anderen dat, van de
4V2 millioen in 1883 voor het L. O. bestemd, op
16 Juni nog slechts 3'Ai ton over was, waardoor
dus eene verhooging van de geheele som tot
f 5.150,000 noodig was. üe begrooting voor 1384
wers als noodig cüfer 5Va milUoen aan; 't heeft
geen commentaar noodig als ik daarnevens het
respectabele cyfer Van ± 40 millioea zie staan
voor oorlog eu marine!
Hier on daar beginnen reeds adressen los te
komen, in zake de kweekschool voor
bctvanrscboolhoudereMen, die feestgave van de bijna
honderdjarige Maatschappij tot Nut van het
NeJci-landsche volk; verscheidene dier «d i essen
allen aan bet Hoofdbestuur der Maatschappij ge
richt, wenschen dio school te Leeuwarden ge
vestigd te zien; er zal dus concurrentie zyn. De
vraag rees evenwel bij m^j on, of het niot goed
zou zü°. die school meer in 't midden dei lands
te plaatsen; de reisgelegenheden ztfn wel overal
gemakkelijk, en de afstanden nipt al te groot,
doch Leeuwarden ligt nog al uit de koers. '
Evenals de vorige week in de Venloosche qaaes
tie is thans ook meer licht gekomen in die zaak
van den geschorsten Simpclveldschen onderwijzer
Hochstenbach. Toen in 1861 aldaar een aienwe
hoofdonderwijzer moest benoemd worden, Wilde
de schoolopziener Mr. Franqninet te Maastricht
No. l op de voordracht, "Wolf», benoemd hebben;
de pastoor van Simpel veld wensc'ate No. 2,
Ilochstenbach, en by de stemming in den gemeente
raad werd dan ook de laatste benoemd. De
Maandag- en Donderdagmiddagen schonen op de
school te S. n-ye middagen te zgn, en daarvan
maakte de onderwijzer gebruik om zijne leerlin
gen uit den Catechismus te laten lezen; dit ging
geruimen tjjd goed, totdat de postbode Bauwen
wiens kind te Paramaribo katholiek gedoopt was,
bezwaar maakte tegen die catechismus-les, aange
zien hy zijn jongen thans bet godsdienstonderwijs
by den predikant De Groot te Gulpen liet bij wo
nen ; 't een en ander kwam den schoolopziener
officieel ter kennisse en door dezen aan den
Minister, waarop de bekende schorsing volgde
Een ceer verdienstelijk man van het ondcrwy»
vroeg dezer dagen ontslag, namelqk Dr, Ekker,
rector tn Kampen: ik weet het niet of dit
omgezondheidsredenen is, of wel om onaangenaamheden
in znaa betrekking (mogelffk wel als gevolgder door
mij indertijd vermelde gebeurtenissen bij 't eind
examen te Kampen, met de gecommitteerden voor
gevallen) ondervonden, doch zooveel is zeker dat
hy't ontslag vroeg en gelukkig nog niet kreeg,
want de Kamper gemeenteraad nam bg de be
handeling dier zaak op voorstel van een der leden,
mot algemeene stemmen het besluit, om Dr. Ekkér
to verzoeken op zyn besluit terug te komen, daar
men niet alléén gaarne zijp groote verdiensten
aan 't Gymnasium erkende, doch het ook
wenschelgk achtte, dat hQ aan die inrichting nog lan
ger zijn krachten bleef wijden: ik zouliet haast
betwüi'elén of Dr. Ekker na nik en voor hem
eervol besluit, nog by zyn plan blijft; 'cis althans
voor 't Kamper Qymnaiittm te hopen, dat hu aan
da roepstem van den raad gehoor geeft.
De onvergetelijke hoogleeraar Dozij te Leiden
hfteft een opvolger gekregen in professor P. L.
Muller uit (kroningen, 't Is eene zware taak die
deze daarmede op zich .neemt, en waar professor
Jorissen tegeuopzag. En Kappeyne's opvolger te
Amsterdam, de rector Van den Es volgde z\jn
voorganger deze week ook op als buitengewon
hoogleeraar: hij hield reeds zfin inaugaraüe-rede
De verschillende bladen gaven de vorige weken
van hunne beschouwingen ten beste, over hel
beslnit van den Haagschen gemeenteraad, in zake
het facultatief maken der böwoniDg van de ver
schillende vakken op de H. B. school aldaar; een
drietal stukken, daarover in de Arnh. Courant
verdienen zeer de aandacht.
Vele, bijna alle bladen van eenige beteekenis
hadden de vorige wee't een stuk u memoriam
van dr. Johannes ven Vloten, een man van groote
scherpzinnigheid, doeh ook van buitengewone
scherpheid, doch in allen gevalle een man uit
één stuk, waar het betrof het bevorderen van
het openbaar onderwijs; zgm gedachtenis .
zeker in dit opzicht, in «flne laatste woonplaats
Haarlem, lang m eere blQven.
Menigeen ui zeker met mij, zeer benieuwd zijn
naar hei lot van het voorstel van het Kamera
Vermeulen, over d» wijziging van artikel 65 der
wet L. O., het verslag daarover is reeds door de
afdeelingen verzonden, zoodat bet deze weel
mogelijk nog in d» Kamer ia behandeling za
worden genomen. In een gedrukt verslag van
de algemeene vergadering der Friesche onder
wijzers, 20 Juni U. gebonden, las ik dezer dagen
nog een Philippioa daartegen, van den hoofd
onderwijzer MetzUr te Marrum.
Ik deelde a voor eenigen yjd mede, dat er in
t laatst der vorige maand eene algemeene ver
gadering der Vereenigiag tot bevordering van h«
Onderwas in Handenarbeid (hè, wat lange titel!)
te Am-terdam wa* gehouden; op die vergadering
werd besloten uu de volgende bgeeaEomst in
Augustus 1884 te Arnhem te houden, eene ten
toonstelling Ie verbinden ven voorwerpen,
vaardurd door of ton dienste van de leer]
der bedoelde scholen. Men wfl flfe
maken «M h* doel m te
ken, welke da meest ?,
oadanriji ia baadaaarbaid is, omdat
twee jaren ta vergeefs daarnaar aoakt; dteatea*
?rolge atfa dezer dagea eirooiaimgazoadanaa*
_ hoofden dar bedoelde schol*», eAuUbo»?
dat man door talrijke inzendingen, dia aist kei
mooitte maar het mees* nractisdw werk
nea, het beoogde doel in da baad aal
Dezer dagen werd been bericht utt T
iets vermeld dat eene aardig* bedrage ii vaal
nut hetwelk aken met zulk onderwas tn haa«W
arbeid stichten kan: de voorsttter vaa kat Bol»
terdamache Nutsdepartement vermeldt naaal|k
net volgende:
.Onder onze vroegere leerlingen wat aestjoj»
;en, wieni vader, zonder tich juut aaa draai t*
jnnen ta gaan, toen op geen goeden weg va*
Al* h£ 's avonds vaa het werk knat», vermaakt!
hy aten tehuis, verwisselde van pak ea ging fat 4l
boort, waar htf met ztta kanteradea (onder ass)
glaasje) dan avond doorbracht. Het vu trevrif.
voor zgn oppassende vrouw, maar wat zg ar oaf
van gezegd bad, bet baatte niet*.
?Op zekeren avond zon do man riek weer
goreed maken om uit te gaan, toen zjjn jongen te
huis kwam net een icderoaad fraai voorwerp.
dat hj) op gehool juist af had gekregen, en dit
bij na eens mee naar huif mocht nemen, om hek
?n ouders te toonen. Zty stonden verbaasd. »Ea
heb je dat nu alleen zoo gezaagd en in elkander
gezet (zei zfjn vader) hoe un dat?' Daar ging
de jongen aan het vertellen en wQzen, ea nam
een plankje ea begon er wat uit to ugen, _
der vergat de kroeg en moest het zelf ook eent
beproeven. Dit was het begin. En sedert zit hi
met zün jongen '? avonds te mijden en te zagen,
en zij helpen elkander, on vader denkt niet meet
aan de kroeg. Als >{jn kameraden zeggen: .wf
zien je heel niet meer, kom je van avond?' dan
zegt hij: ?neen l want ik ben met mjjn jongen
aan een stuk werk bezig, dat wat moois zal
worden, hoor! ik hl,f thuis." De vrouw zei, dat z|
in jaren zoo gelukkig niet geweest was; zf
dronken nu samen koffie, lieten nu en dan eea
kruik bier halen; het geld, dat vroeger
kroeg verzonk, kwam nu in de buisb "~
de man had nooit gedacht, dat dit
geld van zooveel belang voor de huisgenooten i
wezen. Wie weet, of niet menig vader, die hA
vroeger zoo ongezellig vond tehuis en ging walt
bü niet behoorde, evenzoo wordt gewonnen ï" ' ?
En nu ten slntte nog iets, hetwelk ik in 't
VolksbJad aantrof. In de Maas- tn Roerbodt
van 8 Sept. stond de volgende advertentie:
?De Zusters van het arme Kind Jezus te Roer*
mond Kesrstraat, Steenen Trappen, maken aan
Ouders en Voogden bekend, dat op hunne kost',
schooi ook jonge Juffrouwen uit Nederland hünnt
opvoeding kunnen voltooien, omdat er van nu al
gelegenheid bestaat, grondig onderwijs ta ont*
vangen in de Nederlandsche taal."
Aan deze advertentie wordt de volgende op*
merking toegevoegd:
?We hopen voor de jonge juffrouwen uit Neder
land, die in genoemd gesticht haar opvoeding
zullen komen voltooien, dat de onderwijzeres, dik
in dat gesticht haar ?grondig" onderwijs in de
Nederlandsche taal zal geven, nfet zal blaken dé
bovengenoemde advertentie gesteld te hebben."
Voor ditmaal vaarwel, geloof mij als steeds.
8 October 1883. U.
Q. N.'
ALLEIILKI.
Te Parijs wordt door een uit de leden daf
eerste clobs en cercles saamgesteld comité, een.
tentoonstelling van wandelstokken voorbereid.
De meest verschillende modellen van wandelstok*
ken zullen in deze tentoonstelling hun plaat»
vinden. De grootste belangstelling zal hierbij wel
de historische afbeelding innemen. Men zal daarin
do stokken kunnen bewonderen van Villers, Crequi,
Richelieu, de la Popelinierè, vaa Samnel Bemant
alsook de stok waarmede Mademoiselle de
Montpensier het signaal tot vuren op het leger vaa
Turenne gaf; buitendien nog de stokken van
Voltaire, Washington, Balzac, enz. Een bijzon
afdeoling zullen in deze tentoonstelling aog
de degen- hengel- en dolkatokken en de staven
der tamboermajoors van de verschillende militair*
tijdvakken van Frankryk vormen.
Volgens de laatste volkstelling van het jaar 1880,
maakte de stedelijke bevolking in de Vereenigd*
Staten nagenoeg 13,000,000 zielen of meer dan
een kwart der geheele bevolking uit. Hierby zijn
echter slechts steden van minstens 8000 inwonen
medegeteld, waarvan er in het genoemde jaar
286 heitonden. Dit overwegende der bevolking
in de «tedeu is eene bijzondere eigenaardigheid der
Amerikaansche unie.
te St, Polten by Erems, de plek waar Frans
Schuiert een gedeelte zijner opera .Alfonso <>a
Estrella" gecomponeerd heeft, heeft men den
beroemden toondichter onlangs een gedenksteen
opgericht.
Kleederen van waterproof. Ondoordringbare
waterproofstoffen, ala kleeding op een verren
tocht gebruikt, doen der gezondheid nwerkwuid
dan goed. De vochtigheid die het lichaam uitstraalt,
verzamelt zich aan den binnenzijde en wordt
daardoor allicht op dejonderkleêren teruggeworpen
in den vorm van vooht. Om deze reden behoort
het dragen van waterproofstoffen waar de lucht
onmogelijk door kan dringen, tot den korst
raogelijken tüd en dan nog alleen bfl dringende
noodzakelijkheid beper&t w worden.
, FrederU de Groote. Na afloop van een veld*
?lag, gedurende den zevenjarigen oorlog, beval
de groote Frederik, die zelf in bet heetatvanhet
gevecht was geweest, een kornet, wiens moed en
onversaagdheid" hem ia het oog waren gevallen,
voor hem te doen verschijnen.
?Hoe heat go V" vroeg de koning aan den jon
gen man.
?Von Stira Stat» Stazaremba, Majesteit," luidd*
het antwoord.
?Hoe, mijnheer?" roept da koning, verdrietig
ont dien moeilijk to onthouden naam. ?zoo hee«
zelfs de duivel niet I"
?Hu is ook geen famflie van mfl, Majesteit r
hernam de jonge kornet, zonder zioh een oogenblik
to bedenken." ;
De koning hwhto.
?Dat verheugt mi nar, Luitenant von Stira
Stam Stazaremba." En met een genadig baad*
gebaar kreeg de jong» krijgsman ztyn afscheid.
Próbatwn M. In een zeker zeer verfpreidltg»
gend dorp had nen den gewoonte den geneesheer
voor alle kleinigheden deaj nachts uit ign bed te
roepen, tenrijl men hem «ven goed over dag had
kunnen halen. HH bad zich reeds menigmaal
vruchteloos over die onhebbelijkheid beklaagd,
tot hu eindeük op den inval kwam een lantaren
to laten maken, die 25 pond woog, en dio do
batige rustverstoorder op den heen- en terugweg
TOOT hem alt moest dragon. Behalve in de hoogsto
noodzakelijkheid werd onfo dokter l nachU nooit
meer gehaald. _-^ ' ?
Eenige dames to Washington afa op hei
«coentrieto en smakeloote denkbeeld gekomen OM
levende hagediijei all sieraad op de borct te dra
gen. Het vlugge, bewegelijke diertje 'krikt 'een
waaraan een kettinde
gooden ring om bet lm, waaraan
haagt. Aan het nttohitto daarvan bf eeri ipirtd
bevestigd ea daatmada wordt het aundedutge
onunzaui OP da Jagog fa vaito>haafit,
?i:5