De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 14 oktober pagina 3

14 oktober 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

?>«w ??; " DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Is' m w'.:fl held voor den invloed, waaraan de mfdedeatiagan TM Navaare beaieliDg OBttMaw.bU)Tfm deaa todx uitent belaagrttk: In de eerste pUitileerejiwa er «ft, wat Mana luid in to brengen tegen de beaohuldiaiag van- hare medeplichtigheid un dn woord TM Daralty. Wfl bwitten aar* eigen; verfd* (iog vaa de omstandigheden, waaronder haar huwelHk net Botttwell gesloten werd «n daaren boven belangrijke bttzanderhedea, die betrekking ? hebban op de vlucht van Holyrood en"LoehleTen Daarenboven komen «r «onderlinge feiten MUD het licht omtrent de handelingen van de Schotsobe staats- en krijgslieden, die eene hoofdrol speel den in de beroeringen dier tijden. Bet verhaal begint met de gebeurtenissen, die plaat* vonden na den moord van Riooio en ein&gt met de komit TM Maria in Engeland na den noodlottigen slag van Langside. Om een denkbeeld te gaten van den trant, waarin bet boek geschreven i», deelen wfl eene ter loops gemaakte opmerking mede, die op eene d« eerste bladi(jden Toorkomt. Be schrijver neemt als bekend aan. dat de Koningin ?zich nooit aan huichelarij had schuldig ge maakt". Na hebben de vurigste verdedigers van Maria Staart moeten toegeven, dat z{j eene vol leerde huiehvlarez was, hoewel «g haar hebben trachten vrij te pleiten door voorop te stellen dat hare kunstgrepen de natuurlijke wtpenen waren van iemand, die geheal weerloos was. Nau geeft aich geen moeite om aan te toonen, dat zj) maar al te veel reden had om Darnley te verfoeien. Zwak als b(J was, had hu beider be langen verwaarloosd, met hare bitterste vijanden gemeene zaak gemaakt, om hen later weer links t) laten liggen. Hty was even onbeschoft jegens do vrouw, als valsch jegens de Koningin. De t ml, die hy bezigde, was doorgaans te gro: om méé te deelen, maar men kan er zich een denkbeeld van vormen als men least, wat er gebeurde toen het Koninklijk echtpaar Ho lyrood ontvlucht was. Z\j waren zamen op weg naar Dunbar, toen Daruley, in angst geraakte bij do nadering van een troep ruiters; zich ver beeldende dat zij vervolgd werden, gaf hjj zgu paard de sporen. De Koningin, wier zwangereohap vergevorderd was, riep uit dat ztt liever al les wilde wagen, dan het leven van haar kim in gevaar te brengen. Daarop werd de Koning woedend. ?Kom voort ?zeioe hij," als dit kind sterit, rullen wQ Wel een ander krijgen". Zeer kort na de geboorte van hun zoon, bezocht de Koningin BothweU op Waarden'» Castle en bracht daardoor haar goeden naam in verdenking. Nau verzekert, dat er eene poging word aangewend om haar daar te vergiftigen, hetgeen bflua geluk te. Zij schijnt het uiterste nab\j te zijn geweest en reeds beschikkingen te hebben gemavkt, toen haar Fransche lijfarts haar door eene bijzjndeie behandeling het leven redde. Het merk waardigste uit deze onwaarschijnlijk e geschiedenis is, wat de Fransche geheiraschnjver Graaf Moray ten laste legt. HU was heerjchzuchtig en züne heeiichzncht maakte hem vermetel, doch Nau beashuldigt hem tevens van laagheid en schandeIJjko hebzucht HU beweert, dat toen de Koningin ?chijnbaar met den dood worstelde, Moray zich van haar tafelïilver en sieraden meester maakte en later meermalen op dezelfde roofzuchtige wijzo te werk Ring. In den noodlottigen nacht, waarin Kirk o' Field in de lacht vloog, wordt de Koningin gezegd .French Paris" den page van Lord Both weU te nebben ontmoet, terwijl ryn gelaat geheel ?wart was van het buskruit. ?Parit, wat ziet gjj er uit" riep ati. Daarop begon hy te blozen. Volgens het verhaal moet Maria geweten hebben, dat BothweU door iedereen, verdacht werd. Zij hnwde hem, naar beweerd wordt, op aan drang der Lords en toen de beleediging, die t\ vaa hem te verduren had, op den tocht naar het kasteel Dunbar bet haar onmogelijk maakte zone hand te weigeren. Om, met het oog op de biecht, 2yu geweten tot rost te brengen, stelde hu haar een hoogst belangrijk stuk ter hand, n.l. eene ve.-bindt enis, die geteekond was door de moor denaars van ha<ir gemaal, onder anderen door H irton en Lethington. Het verhaal van de gevangenschap te Looble* Te i is zeer uitvoerig en draagt het karakter van geloofwaardigheid. Het is duidelijk, dat het getui ;enia van de Koningin zelve hier op den voor grond treedt Toch worden hier en daar taferee* len meegedeeld, die slechts op effect berekend zijn. Als ijverige katholiek moge Maria als het voorwerp van ie bemiddeling des hemels worden voorgesteld, wanneer men leest, ?dat Hare Majesteit in deze ge vangenis en onder zooveel beproeving veertien dagen of meer sleet, zonder spijs of drank te nuttigen" dan dient dit wonder opgehelderd te worden. De Lords Lindsay en Buthven waren met de zorg voor de gevangene belast. Wfj ver nemen dat Rnthven eens zoozeer den eerbied uit het oog verloor, dien hjj aan z\jne pe vangene en souverein verschuldigd was, dat hij zich voor hare legerstede op de knieën wierp onder belofte dat htf haar zou bevrijden, indien zo hem hare liefde schonk. Anderen beweren, dat de gramstorige Lord Rnthven heerschzuchtig en wreed van aard was en alles behalve verliefd en geven evenmin toe dat Lindsay in staat was de liederlijke taal te voeren, die hem tegen zijne doorluchtige mees' terts in den mond wordt gelegd. HJj was een ruw, misschien onbeschoft krijgsman, maar het lag niet jEn Ktin aard zich te vermaken met platte zetten. De Koningin schgnt intusschen voortdurend het mikpunt te zQn geweest van allerlei beleedigingen. Toen haar zoon gekroond was, liet de Heer van Lochleven ter eere van dat feit eereschoten lossen «n vreugdevuren ontsteken. Na veel overlast de hebben ondervonden, ontdekte de Koningin de reden van al die blijdschap, terwijl de omstanders . op allerlei wijzen den spot met haar dreven. Door deze beleediging en schandelijke behandeling tot liet uiterste gebracht, wierp zij zich midden in het vertrek op de knieën, weende lang en bitter en zond hure klachten ten hemel. Eindelijk riep S de goddelijke wraak in tegen den slot voogd en n gezin. Deze, die een oprecht Presbyteriaan was, werd door vrees bevangen en ontvluchtte de kamer der Koningin. Haar gebed bleef, naar men verneemt, niet onverhoord want vóór het einde dei jaan, toen ejj het kasteel ontvlucht wna, BOB, de slotvoogd zelfmoord begaan hebben, indien zijne ondarhoorigen dit niet verhinderd hadden en geronnen tjjd daarna verkeerde bty in een toestand van groote overspanning. Het verhaal van de ontvlaenting, die gedurig werd uitgesteld en door allerlei te leurstellingen was voorafgegaan, is uitvoerig en levendig gekleurd. George Donglas, die hier als de jongst* zoon van den Heer van Lochleven te boek staat^ wordt gezegd reeds een aanhanger van de Koningin te zon geweest, lang vóór dat ?-???? ' «Ukking stelde. Zoolang hij «ich te harer bescl _... ? .._. geëerd werd en vertrouwen genoot, deins ieroa TOOT Terraad jegens de zijnen. Maar z\jn ?arzelen hield op, toen Moray hem daarvan openlijk bennnldjgde en hem met den strop Uitliet slot verjaagd, vestigde hy zich in het daartegenover gelegen dorp Kinross. Zijne eerste pogüig om do Koningin te helpen, getuigt meer mm over dan van kalm overleg. Hg stelde voor MM kist binnen het kasteel te brengen, die paptaren heette te bevatten en waarin ae Koningin toch moeit verbergen. Toen kwam Wifluun Douglas (?de kleine Donde Getchiedenii van Schotland), die uit het kasteel da bondgenoot werd van George, het^denkbeeld de gevangene do hoofdpoort te reeds TM een* toen dé ??^» . «rvBww i OOtf ukl Ot beid, wumted' jtf m*, de zaak besprak, nieuw lohttnt do Tóondenlghetd haar op wonderbaarJ^jkVwIhM te b^bbeb bögesUan. D* dot. voogd zag troepen vreemde krijgslieden rijden un d«n tegenovergestelden oever. HU mg ook dat s4jn bloedverwant ? Wflliam de kettingen der booten onklaar maakte om vervolging te voor komen, doch in beide gevallen werd zQne aan dacht afgeleid. Toen het avondeten werd opgediscbt, was alles gereed. Wjlliam Douglas, den slotvoogd als schenker bedienende, nam dec sleutel der poort weg, die naast deien op tafel lag. Op het afgesproken* sein, verliet de Koningin haar vertrek en stak ten .aanzien van allen hel binnenplein over; toen iQ de poort gepasseerd was, werd dese door Douglas gesloten en de sleutel in den loop van een kanon geworpen. dat daar dichtbij was opgesteld. Dit verhaa! U eobter in strijd met de legende, die luidt dat de sleutels in het meer werden geworpen en de» legende wordt bevestigd door het feit, dat onlangs een bos sleutels van den bodem van het meer werd opgevnoht. De boot met de vluchtelingen bereikte veilig den oever, onmiddellijk werden de paarden bestegen, die genomen waren uit de stallen van den Beer van Lochleven en Maria reed naar het kasteel Niddry van Lord Seton waar z^j vóór den slag van Langside eene wapenschouwing hield over hare aanhangers. Men beweert dat de tegenparty vóór dezen bealiiaenden strijd, zóó zeker was van hare meer dere getalsterkte, van hare geoefeudheid en van hare aanvoerders, dat zij alle reden had om het gevecht te zoeken, in plaats van te ontwijken Maar volgens Nau, moet men in het oog houden dat, toen de Koningin Hamilton verliet, de parti van den regent tot den terugtocht beoloten h id eu velen te dien einde reeds gelaarsd en gespoord wa ren. Hn voert er dat de dappere lord Tempel die reeds tachtig jaren tolde en Katholiek wa* betoogde dat het beter was den strijd te aanvaardsn, dan op Glosgow terug te treltkeu. Het bock eindigt mat het verhaal van do komst der Koningin in Engeland. Z\j zou in cognito de Solway hebben overgestoken met het doel eene poos in afzondering door ta brengen ten einde voor de toekomst ecu besluit te vormen. ?De trouwe en grootmoedige Lord Horriej zone een bode tot zijn vriend Lord Curwcu, om hem te berichten, dat hg in Engeland was aan gekomen met eene jeugdigo erfgename, die hy had medegebracht, in de h->op dat zv eene geschikte partij zou eyn voor den zoon vat Lord Curwen. Maar een Fraufchman, die tot de hofhouding van Curwen behoorde, herkend' de doorluchtige gevangene on onmiddellijk ver spreidde zich het gerucht van haro aankomst nis een loopend vuur. Reeds don volgenden morgen kwamen er vierhonderd ruiters aan, waarop Mm-ia een samenkomst bad met Elizabeth. Zij bezat zóó weinig kleederen en geld, dat ztf ta Carligle een zwart gewaad op ei edict kocht ovenals eenigo andere stoffen voor hare onderhooiïgpn. Kort daarna had s\j aan de vrijgevigheid van Koningin Elizabeth te danken eene dous bevattende: ?ze ven el taf, evenveel satyn, eenig neteldoek en schoenen van zwart fluweel." Hier wordt het oorspronkelijk verhaal plotseling afgebroken en eindigt met eaoige korte oanteokenincen, die klaarblijkelijk later hadden moeten worden uit gewerkt, Eindelijk bevat hot werk als aanhangsels, teivge belangrijke staatastukkcn, waarvan er e«u, geti teld : ?Verslag van den toestand van Schotland, gedurende de regeering van Koningin Maria, ge schreven ia het jaar des ïïeeren 1591 en door de paters Jezuïeten aan Paus Clemeus VIII gezonden" een duidelijk overzicht geeft der geschiedenis van dien tjjd. P. J. van Eldik Thiema. BERICHTEN EN MEDEDEËLINGfctf. Tot onze blijdschap ontwaarden wij in de Gids dezer maand bet meer en meer aldaar zeldzame verschynsel vaa een fraai en fijn gedicht. V. . doelen op Santa Clnara, terzinen van Louis Couperus, een merkwaardig werk, zoowel wat aspiratie als wat plastiek en techniek betreft. Gron dige stadia vaa Potgieter'* Florence is op iederen regel zichtbaar, maar, schoon dit op den zins bouw en de uitdrukkingswijze een zeer grooten invloed heeft geoefend, toch z$n do beelden die de dichter geelt, zelf gezien, f\ju gevoeld en met een artistiek vermogen weergegeven, waarin hij den meester zelfs overtreft Ook de welluidend heid der verzen (wel te onderscheiden van de anti-artistieke en by ons zoo geliefde -zoet vloeiendheid") doet niet voor die van Potgie ters terzinen onder; slechts één regel diene als bewijs: ?0, schalie nu Vaucluse's herdeisfluitl Das Deutsche Theater heet een geïllustreerd blad voor tooneel, muziek en literatuur, dat b(j G. B. Kruie te Berlijn van af October verschijnt. Edmond Biré heeft in zjjn hoek Victor Hugo avant 1830, allerlei feiten en bijzonderheden byeen verzameld, om de kleinheid van een groot man aan te toonen. De vraag is moeielQk uit te maken, of Biré's handelwijze geoorloofd is, en-al zou men haar willen verdedigen, dan gevoelt men toch aJtfld sympathie voor den grijsaard, die nog in ziïn laatste levensjaren zoo gevoelig in die kwetsbaarste plek des menschen, zqn ijdel heid, getroffen wordt Toch willen wjj eenige bijzonderheden nit het boek mededeelen, om hen uit den waan te nelpen, die op het voetspoor van Brandez, Uugo boven Alfred de Musset blijven verheften, en den kurauierstred der klinkende rnetoric*. voor den sylphendana der echte poëzie verkiezen. De Musset bod geen sterke ziel, en in bet laatste z{jns levens liet hy den boei loopen, zooals men 't noemt, maar men vergete niet, dat de kracht van geest, die mannen als Dante en Milton onderscheidt, by velen anderen niots an ders is dan een gevolg van hua alles-overheerschend zelf-gevoel, dat hen in de stormen des levens staatode houdt Edmond Biré heeft alle vroegere en Vergeten werken van Hugo opgekocht, vele van HugoY bjfzondore en opena brieven verzameld, en nit diu bronnen aangetoond, dat Hugo een romanschrijver blyft, zMt als hö zyn voorredenen of zij a nntobio^raphie .samen stelt 's Dicht.rs aanspraak op eeu adelyke afkomst vliegt all «en zeepbel in de hoogte, vóór den buk van' .den onderzoeker. Uugo heul't verklaard, daf ztfn Lülérature et Philosophie motets ?letterlfjk, woord voor woord" -al zjju vroegere kritische geschriften bevatte, maar Biré toont aan, dat vele artikelen weggelaten zijn, dat de meeste overgewerkt ajn, en dat van byna allen de datums zyn vervalscht, en wel vervroegd, Eene andere dezer praler^en is als volgt: In de voorrede bjj inoemd werk maakt EURO melding van een rarspol, msehetit toon hu nog op school ging, en herdrukt met z|jn andere jougensgeschryf: terwjjl bet nu blokt, dat dit zoogenaamde kinds renwerk, een kritische analyse is (overgedrukt uit het 6e nummer van den Conservateur litté raire, Hugo's toenmalig tijdschrift) van een treur spel, dat in 1817 door het TheMtre Francais ge speeld was. Dan nog bewast de schrijver van dit belangwekkende boek, dat de bekende biographie des dichters: Victor Hugo, raconiéparuntèmotn de sa vie, lo. waanoh|jniyk door Victor Hugo zelf geschreven is en niet. door zyn vrouw, 2owemelt van onware ot onjuist voorgestelde feiten. Een uitvoerig biotraphisoh kritisch werk over Toeraenieff van de hand van Eugen Zabel zal in iet laatste van 83 het licht zien. Hefarich Laube il thans overig bezig met de voorbereiding voor een uitvoerige Drographie van Gritlparter. . Au Amktur it» Damei, is, met toestemming te sohrijve», in het Engelasa TertuOd door d*n heer Frank Beanmont, en aal aog daze maand bg Tinsky Bros het licht zien. Mao-millan (ia Amerika) kondigt «en voUeüge editie van Matthew Arnóld'i proza-werkea aan, in 7 deelen. INHOUD YAN"TÏJD8CHBIFTEH. Nederland. Inhoud van de Dageraad, October. Verslag van de Alg. Vergadering. ? Yaialag van het oonffre4 door Elise A. Haighton. ? Kaal'i kritiek op het bertaan van God gehandhaafd, door Dr. J. Mtfers. ? Lazarus en de rOke man, door W. Meng. ? motto's door Dr. H. Hartogh ? Hefis vau Zouteveen. ? Ome overtuiging a^ ons heilig, door J, Bouman. ? De vrouw in den bijbel, door Annie Besant ?> Wie is Jezus? door Charles Bradlaugh. ? Ongepaste bemoeizucht, djor P. O. Kraay Czn. ? Een vrijdenker, door O. V. Gerritsen. ? Berichten ea mededeelingen. Inhoud van den NcderlandKhen Spectator: Berichten en mededeolingen. ? Nog eens de gra> phische method?; door dr. G. O. J. Vosmaer. ? Uitbo«zeming van een ?excentrieke", door S. E. W. Roorda van Eysinga, ? Letterkundige kronirk II, door Wolfgang.?Pluksel.-Briefwis seling. ?? E. J. Irvittg. CnrrerBell?Guido. Beeldende critiek. ? Dr. Jan ten Brink. Moderne Romans. ? Jan Stetn. llua eenige zoon. ? M. Ponaard. Lucretia. ? G. Waalner. De Hertha-priester, Ninetcentli Ccnlury. 1. India. The foundation of its governmont by Justice Stephen. Recent Evonts, by Sir EvcJun Baring. ? 2. Dr. Jessopp. Clouds over Arcady. tl. 7>. Traïll. The politics of literature. ? Sudney flodges. AftL-r-imnsre». ? G; M. Glcig. Short öervioe ? oné causa of itj failure. ? F. M. Copes. Th) poetry of the early mysteries. ? G. Sbate Lcfevrt\ Tha Agricultural Holdings Aot. 1883.? E. Gurney en F. W. H. My^rs. Mesmeiisiu. ? A. Forbes. The present. »ud future ot tha Australian Oolomt^. «-? JForlnij/htlit Review. P.Leroy-ticaulieu. The foroign policy of France. ? Js. S. Husselt. Mr. Irving'a iüterpi-etations of ohakespeare. ? Sir L. Gnffin. Inüian piincess at home. ? A. C/l. Swinlurnc. Victor Uugo, La JétreDde des sicoles. ? Russia, Amtiia and tha Danubian states. ? Sir Frederick Pollock. Sotuo recent biogruphies. ? Captain Brnune. The present state ot thu German anuy. ? Lady Gregory. Throngh Portugnl. ? AttlntrGriffiths. Wby have a hangt».?? ?The radical program me Hl. The housing of the poor iu tuwns. ? Ilome and foreign affaus. Atlant;e M<int)i1y. E. Marton Crwoford, A. Romnn Singer VII VIII. ? Henry W. IWand. Uci-edity. ? Henry James. Eu proviuce VI. ? TL. Mace: Tersepolis. ? K M. Jarncttc. üream-wliite and crow-blaok. ? G. Parsons Lalhrop. Newport VIu. IX. ? B :rbara Hcaton Two emigrants. ? Elisabdtt Jiobins. Ma^nadUm in reliuion ?Duvida Coit. Peare Antoiue. J. W. Clutuncy Langdon. Recollections of Rome duriu^ the rovolutioii H. D. Warner. Volcano studies. ? Knowledjje W. S. Liscomb, Tlie mutilation of aucient texts. E. J. Stevenson. Auiability, a philosophical tragedy. ? R, W. Emcraon. Historie hotos of life nnd lettera in Mass;iohusetts. Uit. E. Craddock. A playin! of old sledge at the sett'ement. ? The voyage of the Jeannette. ? Mr. White on Shakespeare and Sheridan. ? Lodge's Webster Conti ibutors club, etc, Bevite des Deux Htndes. (l OctoTn-e). Henry ftabusson. Mine de Givré I. ? A. Giffat La democratie autoritaire aux Etats-Unis. ? La politique nctuelle et la situation de l'Europe par Gabrtel Charmes. ? Gustaw Markt. La cntique littéraire sous Ie premier Empire. Geoffroy. Hoffman, Duisault, Feletz. ? Ftrdinand Fabre. Le roi Ramire, dernière partic. ? Antoine de Saporta. Les uurorca boréales, d'apros les receat» travaux de MM. NordenskiöJd ot Lenström. G. Valbert. Le chcmin de fer du Soudan et les trois campagnes du colonel Borgni* Des bordes. Bevue Littéraire. La fureur de l'inédit par Brunetière, etc. etc. Nouvelle Revue, (l Octobre). Z. X. La politique fransaise au Toukin. ? J. Bahany. La réfortue penale et péiiitentiaire et la recidive. ? Paul Arène. Vingt jours en Tunisie. (Suite). ? Jules Glouvet. 1'IOeaI, IV. ? Paul Bourget. Sensations d'Oxford. ? Mme Belène Leleux. L'amour d'une ennemie. ? etc, etc. Auf der Holte. Frite Lemmermayer. Der AU chimist. ? Heinricli Sienkiewicz-Litwos. Klein Michel. ? Jcstpn lïcinach. Léon Gambetta. ? Viccnte de Ar una. Der englitche Dichter Al fred Tennyson, ? Busken tluet. Erasmus van Rotterdam. ? Marie Eugenie delle Grazie. Der Aufstaud. ? Goldschmidï. Der polnische Koonigssohn, ? Revue des geistigen Lebens, etc, Nieuwe uitgaven in Nederland: Karl Emil Frwizos, De President. Roman Dr. E. F. Eruyf, Geschiedenis van de opkomst ea den ondergang der Gallioaanscbe Kerk . . . . II. J. Schimmel, Sinjeur Semeyna. 3dlo. 3e druk. Goeilk. uit«. . . . . . , D. lleuito Perez Galdo's, Doua Perfecta. uit het Spaanscb, door M. A. de G. . . Justns van Mam-ik Jr., Mot z'n achten. Novellen en schetsen JuUus van Maaiïk Jr., Uit het volk. Amsterdamse!» novellen 3e druk . .. . n 1.00 Justus van Maurik Jr., Vau allerlei slag. Novellen en ^cbetseti. Se druk. . . . ? 1.00 M. R. Mendea da Costa, Thuisgebloven. ToonneUpfll in één brtilrijf ... , . ... .O.CO Mw. Henry Wood. East Lynue. Enu misstap uit jnhuzie. 3 din. . . . . . -. ? 3.75 Nieuwste uitgaven in DuiiscMand: L. Dor^no, Mutterrecht und llaiibcbe . JU. 4.?? Dio Hoineri.-che Odyssee, i. d. ur«prnn»l. Spracbform wiederhergeslelt von A. Fick. ? 12.? A. Frftnkel, Die Qnell«n der Alexauderhistoriker 12.? K. Korting, Der Weg nach Eden. Epi sche Dichtnng. ... . . . . . . . ? 3.? C. M. Seyppel, Er, Sie, Es, Aegyptisohe uumoreske. . . . . . . . . '. . . , 5,? ? 2.50 ?a »3. .1.CO JflIlftMlre Xttfeen. HET KORPS MARINIERS ALS HULPKÜKP3 VAN DE ZEE- EN DE LANDMAGÜT. Rouds meermalen is er van verschillende zijden gewezen op de wenschelijkheid van uitvoering te geven aan het beginsel, weg gelegd in art. 178 onzer vigeerende Grond wet, namelijk ten oliën tijde te kunnen be schikken over een korps v r ij w i 11 i g e r s, teneinde tn of buiten Europa, naarmate van de omstandigheden, dienst te kunnen doen. Nu zelfs door een lid van de Regeering te tonnen is gegeven, dat het noodig zal z(jn het te Atjeh op den vijand veroverde gebied i'n M krimpen, hetgeen niet anders kan z(}n dan het nsutyat der Overweging, dat óns». krijgsmacht nitt bg maentt h zich te doen (telden ea alzoo aan de bevolking aldaar ten duidelijkste kenbaar te maken, dal zty gehoor zaamheid en eerbied verschuldigd is aan het Nederlandsclie gouvernement, is ? dunkt ons ? opnieuw het tijdstip aangebroken, om nogmaals op deze zaak terug te komen. Wie toch zal niet, b{j het vernemen van die voor ons- land zoo onwaardige taal, in de eerste plaats gedacht hebben aan het renenden van vertterkinp van uit Nederland? Zyn w(j daar toe niet in staat? Men zoude, afgaande op de mededeeling van het Kabinet, geneigd zyn deze vraag ontkennend te beantwoorden, en toch valt het moeielyk deze voor ons land, als Koloniale Mogendheid vooral, zoo verne derende bekentenis te doen, omdat men niet overtuigd is, dat de middelen ontbreken om, als voorheen, ons gezag te doen eerbiedigen en te handhaven. Als van zelf wordt men herinnerd aan den steun, die in de eerste jaren \an den oorlog met Atjeh is verleend door het korps Mariniers, en vraagt men zich af, waarom ook thans niet weder dat korps . wordt bestemd, om het Indische leger ttydelljk te versterken. Dat korps toch, hetwelk volgens de jongste reorganisatie bestaat uit 3 bataljons d 4 compagnieën, (elk sterk 3 of ficieren, 8 onderofficieren, 12 korporaals en 146 minderen) en een depotcompagnie, zal wel in staat wezen de vereischte hulp te verIconcn en dat deze krachtig zal zijn, da.irvoor staat ons zijn verleden borg en bovendien de wetenschap, dat de te zenden detachementen zullen bestaan uit geoefende soldaten. Wan neer dan ook van dit korps geen gebruik wordt gemaakt, moet dit worden toegeschre ven aan de omstandigheid, dat hel te zwak is om de daaraan opgelegde taak naar be hooren te vervullen, te weten: l o. 'sRijks werven en maritieme inrichtin gen en eigendommen binnenslands en zoo noodig buitenslands te bewaken; 2o. aan boord van 's Rljks schepen van ooi-log, zoowel binnen- als buitenslands dienst te doen; uo. aan expediticn en militaire verriohtingim in en buiten Europa en ia 's Rijks overzeesclie bezittingen deel te nemen. Volgens de indertijd overgelegde plannen, zoude het korps in slaat moeten zijn dade lijk een velJbatafjon van 000 man. uit te brengen; is dit uu niet mogelijk ? Het schijnt wel vnn neen, zoodat hetgeen de kapitein der Mariniers J. D. Verhel) 'in October 1881 (zie De Militaire Spectator 1881 blz. 800) te dien opzichte heelt gezegd, ten volle be waarheid is geworden, namelijk: dat het korps eene afdoende uitbreiding moet ondergaan, dat de organisatie daarvan op breede grond slagen moet worden gevestigd, wil het in derdaad schoon en ruim opgevat program ma omtrent zijne bestemming niet voor een groot gedeelte een doode letter blijven. En toch zijn er i hans ruim 2200 onderofficieren en minderen bij hel korps aanuvzig, terwijl er op l Januari jl. slechts 7 officieren aan de organieke sterkte ontbraken l Wet kan der halve de reden zyn, dat er geen gedeelte van het korps wordt gebezigd om de krijgs macht te Atjeh te versterken, of wel om op andere gedeelten van onze overzeesche bezittingen de landmacht te vervangen en zoodoende ofdeelingen beschikbaar te ver krijgen, die naar Atjeh kunnen worden ge zonden 1 Zoude ook hier de hoogere politiek in het spel zijn? Wij weten het niet, doch betreuren het ten zeerste, dat, tengevolge van het niet gebruik maken der middelen, waarover beschikt kan worden, in 'sLnnds Vergaderzaal woorden worden gesproken, die ons land in de achting van,, het buiten land moeten doen dalen en elk rechtgeaard Nederlander leed doen, omdat zij getuigen, hoezeer de hoogste machten in Nederland vergeten üijn, welke verplichtingen op haar rusten, niet alleen ten gevolge van aange gane verbintenissen met de hoofden der be volking, wulke op onze macht en op ons woord vertrouwden, maar ook met het oog op het devies in het koninklijke wapen: »JE MA1NT1ËNDHAI." Eere derhalve aan hen, die in zulke waar dige en krachtige taal de aandacht van on zon geCerbie'iigden Koning hebben gevestigd op diu woorden en de gevolgen, verbonden aan het eventueel ton uitvoer leggen van hel daarin te kennen gegeven voornemen. Wij liüjion, dut hun adres tol de zoozeer gewensclitu uitkomst moge leiden van de mismoedigen, de il.iuwhanigen de overtuiging te sdiitnkcn, dat de voorgestelde handeling armliiding zal geven tot.de beschuldiging van 11-i N'.:d>:rluiidscho gouvernement van woordbreuk en lafheid, terwijl juist trouw en moed, £c\i:\;in\ aan Meid, de eigenschappen van onze voorvaderen waren, waardoor zy zoovele pare len aan de kroon wisten te hechten, en die het ook voor ons moeten zijn, om het gevestigde gezag te handhaven en dit, waar liet noodig mocht blijken, uit te breiden. Intnsschen kan het niet worden geloochend, dat met onze vestiging te Aljeh, met de uit breiding van ons gezag, het ook noodzakelijk is aan net bestuur do middelen te verschaffen, waardoor het in slaat wordt gesteld het ge zag te voeren over de bevolking, wier be langen aan zijne zonren zijn toevertrouwd. Zoo ergens, dan is het juist in onze over zeesche bezittingen, dat de land-en zeemacht daartoe met hare krachtige en invloedrijke hulp moeten medewerken, zoodat een gezonde staathuishoudkunde zoude medebrengen, ge lijktijdig ook de krijgsmacht een vermeer dering .te doen onderdaan. Wat bespeurt men nu van de toepassing van dit beginsel? Niets, zoo niet .zelfs het tegendeel. Wij vermeenen daarom gerechtigd te zijn, onze stem tegen dergelijke handelwijze te doen hooren en achten het tevens tot onzen plicht in ruimen kring bekend te maken, hoe ? naar jns gevoelen ? het mogetyk zoude zyn de krijgsmacht uit te breiden, opdat deze in itaat «4 mede te werken iot «b Ko. 339 on* qttag «a tot de handhaving van Mr der Ntdtrlandicht vlag. Niet alleen onse eigene krttgsge maar ook die van Frankryk, Engeland andere koloniale Mogendheden, leert, dat noodig i«, in tyden van nood, dekr^gsmai welke in de bezittingen gestationeerd is bescherming van het leven en de eigendoi men der personen, te versterken met oldt, tingen, die uit het moederland worden toeg zonden. De opgedane ondervinding wjjstd als van zelve op de noodtoJtelykhitd van h| bezit van troepen, die ten allen tude voi dit doel kunnen worden gebezigd. Een da geiyke troepensoort nu, welke eieeds geree moet staan om uit te trekken, hebben * werkelyk in het korps Mariniers, doel zooals de feiten aangeven en verscheiden bevoegde personen hebben gezegd, van geringe sterkte, om de daaraan opgelegde tal naar behooren te kunnen vervullen. Hel derhalve gebiedend noodzakelijk dit korps ei zoodanige uitbreiding te doen ondergaan, c het aan zijne veelomvattende bestemmii kan beantwoorden. Nu deze omstandig zich voordoet, gelooven wij, dat het gewen is tevens na te gaan, op welke wijze uitbreiding zoude kunnen plaatshebben, einde de meeste voordeelen te trekken de daaraan onvermijdelijk verbonden meerda financieele uitgaven. Daartoe is het nood No- 529 DB l M S'T-fc R D AMM KB, WEEKBLAD VOOE NEDERLAND. Ontwaakt als een Vlinder. EEN PB A N TAB IS DOOI ANTOINBTTB. zich vooraf rekenschap te geven van hetgee door het korps moet en zoude kunnen wa den gedaan. (Wordt vervolgd.) EENE VHAAG. Tn hare zitting vnn den 20en October 1883 klaarde de Tweede Kamer met bijna alge: stemmen (53 tegen '/« dat het Kon. besl,van, Maart 1877 No 10, herstellende de anciënniteit vorigen dienst van 5 luitenants-kwartiermeesti gewezen officieren van administratie der ma onwettig moet worden geacht, ala in strijd _, een algemeenen maatregel van inwendig bestuur Weidia zal er éón jaar verloopen z<jn. dat i Wetgevende Macht dese gewichtige mtspru deed in ?de zaak Ele^," en toch is nog BIC vernomen omtrent eenig herstel van het onreob den heer Kleij en nog andere officieren van IK Nederlandsch-Indisahe leger aangedaan. In No. 281 van dit Weekblad werd er op gi wezen, hoe dringend noodzakelijk het was 01 «00 spoedig mogelijk maatregelen te treffen, dl nit (ie vooruitschuiving van 6 officieren in < nngiyst ten koste van 01 anderen, geene mee: dore uadeelcn konden voortvloeien voor dedati van nog dienenden, en tevens de aandacht gi vestigd op de verplichting, welke na het votw der Tweede Kamer, op den Minister van Kolt niön rust'e, om niot langer eene bestaande lx schikking te blyven handhaven, waardoor M algemeene maatregel van inwendig bestuur T« de koloniën en bezittingen van den Staat in U dere werelddeelen is geschonden. Hoezeer daarbjj werd aangetoond, dat een bi Vjik herstel, zonder bezwaar voor anderen, ZM goed mogeljjk^ is^ en de verwachting werd uitgt ïrlt; aof la bUnk«n W»«f»o, «eia O«Ut, und werf» tnU ?E§ gilt nooh mthr zu sohafftn, Als oinen Uebesmai. QMBBI* IX. Voor een pluche stond in een doMerblauw kleed een bleek, zwijgend kind en be schouwde met naïeve verbazing liet slankste figuurije, de fijnste trekken, die ooit door ïuiver spiegelglas werden weerkaatst. /.ij wist ternauwernood dat zij het was, want de kleine spiegel op haar kamer inde pastorie had haar alltyd scheve schouders en een breed, blauwachtig gezicht vertoond. Zy betastte het glas als moest ze zich overtui gen, dat geen ander dan zij zelve haar aanzag. Een vroolljke lach klonk haar tegen en een vinger werd dreigend opgeheven, terwijl een meisjesstem, die een klank had als van 't geluk zelf, juichend uitriep: »Wie telkens in Jj>_. AnÏArvnl «viAt «l*«mi*iA*'n flAAllt At*l l A l ogelij , dat geweest, indien omtrent dat redres eene mee stellige belofte was govergd en afj. Op grond van die ieiten doen' w3 de vroaj wanneer overeenkomstig het bepaalde bjj Ar 53 van het Kon. Desl. vun 1859, regelende i bevordering, enz. der officieren van het Neder landsch-Induche leger, de begane fout in de tM passing der in dat besluit vervatte bepaling» eal worde» hersteld ? Wfy hopen spoedig het antwoord daarop ?b een met redenen omkleed (Koninklijk) besluit1 te mogen vernemen. Ares. Ko. 40. Van don oud-redacteur van ZWAKT. ? b o d e l g l . WIT. Wit speelt voor «n geeft la i zetten nut (WU S en Zwart 7 stokken met S. P «J Oplossing van Scbaakproblaam No. 31, l A 5 ? A. 8! E 4 nt D S C» F 8 nt F 6 nui W B 6 nt-F 6 nut. (b) D 5 nt Pd. mst. (o) F 8 nt 6 3 mtt. (d) . . . . . F 6ntB 5. j> 5 nt E 5 m»t. ' INGEZONDEN OPLOSSINGEN. T. «peelt. (b Pd. onversolülllf. F6-F5 U tfo. M U Juist opgelost door r. d. X. te S. .».,? K. + W. 4- L. t» Meppel; Henri te Amsterdam,. ook 89; «? v. B. ta D«m 39; No. 38 door Corn»; 30 door ?BW" Amsterdam; L. 8. te Mappel eo Lndui 8ch»cort« nobilitet mentem te Utteoht on Aiphodol te AnutcrdA de drie laaUten nevenopl sslngen. Oplossing v»n da EiridtttlliHg onder probleem No. f 'eekblad v. d. Anntenlimmer v»n 23 Hopt. No. SIS. l O *? OS + B 6 ut C 5. ? 8 B B ? BB 05 ? 0*. 8 D 3 ? B SI D 6 nt B 51 8 B « ? B 7 B 5 ? E 4. B B 7 ? B B D»me, ï t ? V 3 *? Wit strekt de 'vlug. Witrom? Omdit volgt op fl-O S nt S 3 D 9?7 »*-??» . 6 ?O J ? H l O S?G S +, 7?Bi ?aai DS?F4+;* op 6 O a ?O l of F l volgt in 3 cetUn mst. Juist U dese eindjtalUag opgelost door W. v. S. *} J>*lft m v. d. M. M K. N. de iMUte eeliter atet ' 'J laudiat. * ? ... I^^^^V^H4 . den spiegel ziet.... doraiuè's dochtertje l. Een glimlach, weemoedig door zijn plot seling komen en gaan, vertolkte de dank baarheid aan de levendige, van geluk stra lende Mathilde. Vroolljk en blozend stond ilj bij het slille, bleeke kind der pas torie, terwijl haar bevallig hoofdje met de weelderige, bruine lokken en de blauwe oogen, die aan de zon hun glans schenen te ontleenden over Lize's schouder tuurde. »Zeg nu eens, dat er in onzen tijd niet meer geiooverd wordt l Was 't geen tooverlj |dat juist dit kleedje voor u gereedlag? Ben dat d§ik nu niet de peet geweest van het mooie «sschepoetstertje? Begrijpt ge er wel iets van?" Neen, zij begreep nog niets van den chaos waarin zij was verward. Eerst de aankomst l en de twee dames die bar, zij had het gevoeld, zoo medelijdend hadden aangezien, maar toch, taai geheel ander medelijden dan dat harer dorpsge noten! En dan het gewoel bij een gebouw waar t wemelde van haastende menschen; het ra telen van wielen over straatsieenen en daarna het vliegen van vurige paarden langs wegen riiet groote huizen en tuinen, en de vrien delijkheid der gastvrouw, de vroolijkheid van Mathilde, de tuin met bloemen zooals zij ze nooit had aanschouwd! Die andere kleeding, haar eigen gezichtje, 't woelde alles dooreen in baar gedachten, liet overstelpte haar en sloot het genieten geheel en al buiten. >Kotn," sprak Mathilde, die haar be schouwde als een kind dat bescherming ea opbeuring; behoefde, >kom lief eendje uit de pastorie, laat nu zien dat gij een zwaan zijl geworden l" Aan Mathilde's'hand kwam zij een ander vertrek binnen, en 't was haar of niet zij, ijfaar een onbekende met hare oogen de smaakvolle, van geest en leven getuigende Ütngeving zag, die het sterkste kontrast op leverde met de al te groote soberheid tn haar eigen tehuis. Maar wat zij zelve zag i]at waren de vriendelijke oogen der gast vrouw, die haar ook thans weer begroetten met een uitdrukking, waarvoor Elise Alden nog geen anderen naam had kunnen vinden dan dien van medelijden, maar die een ge voel van hooger orde vertolkte en de fiere, schoone vrouw de aantrekkelijkheid verleende, me van hart tot hart werd gevoeld. Er was nog een ander van wien Elize niets meer onderscheidde dan van een ge daante in dichten nevel. Ook hoorde zij nauwelijks dat deze haar werd aangeduid qls: «Mijnheer Weimar, eigenlijk ook onze huisgenoot." >Karel," fluisterde Malhilde hem toe, «vind Ihnar niet allerliefst? Wees heel vriendek voor haar, want ze is zoo schuw.... zoo schuw als Elize Alden; ik heb nooit iemand gezien, die haar geleek." liet kon niet moeielijk voor hem wezen om aan dit verzoek te voldoen, en eenige vriendelijkheid te toonen voor het schuwe, geheimzinnige wezen, dat zijn belangstelling Boeide. Doch toen hij op 't pont was om de woor den te ui:en die een vertegen kind konden bemoedigen, wendde hij zich sprakeloos af als voelde hij dat deze schuwheid een dieper oorzaak verborg dan die der gewone be deesdheid. Mevrouw van Elsdingen deed Elize naast zich uitrusten, indien van rust zonder kalmte tprake kan zgo. >Vond je haar niet allerliefst, Karel?" her baalde Mathilde. Hy gaf haar glimlachend, een toestemmend antwoord, en vergeleek in rtilte de geheimzinnige verschijning by een nog onbezielde nixe; een sprookje dal een gestalte had aangenomen, scheen zij hem toe, of wel een zwevend droombeeld. Met geweld odUrok by zich aan al de ver gelijkingen die de phantasie in hem opriep en sprak schertsende woorden tot Mathilde. Doelloos, half luisterend naar de woorden der innemende gastvrouw, dwaalde Elise's blik van'den een naar den ander en van het «en naar iets anders, tot zij niets meer onder scheidde. Mevrouw van Elsdingen was ver diept in de beschouwing van het ziellooze gezichtje. >Elize"l sprak zy, terwijl ze beide de kleine handen in de hare nam en den schu wen blik zocht vast te houden'»EUze ge hebt nu veel te vergeven.... Ik heb te lang de belofte vergeten aan uw stervende moede* gedaan. Toen- ty kort voor uw geboorte, ik baar beloofd aan haar kind ie zullen den ken. Nu drie jaren geleden had ik plan u te komen bezoeken, maar plotseling stierf mQn man en ik was in eigen smart verdiept en vergat u.,.. Wilt ge dus verge ven? Wel werd de hartelijke handdruk, welke die woorden vergezelde, beantwoord, maar de schuwe, grijze oogen konden geen gevoej vertolken dat nog slechts half begrepen werd. ': En zy, die vol weemoed terugdacht aan de levenslustige vriendin wier jeugd geknakt was door hot verbond met een zóó ongelyken geest, wier lichaam was verkwijnd omdat hare ziel niet ademen kon, zij peinsde: zouden alléén de fijne trekken, de kleur van de oogen dier moeder op haar kind z(jn overgegaan, en niets van net tintelend leven dat haar dood had verhaast t ?;-.>, Maar 't was als las zij op hel bleeke ge zichtje het antwoord: »Zoo teekent de na tuur niot, als zf) niets heelt te vertolken". X. 't Was avond en Mathilde zou op Weimar's verzoek zingen.HlJ koos een lied van Lassen: Er war ein Traum.en onwillekeurig gleed zijn blik naar de zwijgende met haar droomerig ge zichtje. Roerloos als een blad bij volkomen windstilte, als de vlinder in zijn cel zat zy d&ar, en ving den belangstellenden blik op om terstond met at haar schuwheid den ha ren af te wenden. Nog hield de boei haar gekluisterd, nog voelde zij zich niet thuis onder menschen. Doch toen Weimar, ter begeleiding van Mathilde's stem de eerste accoorden had aanwerd hel gebogen hoofdje hoog opgericht en grooter schonen de oogen waarin die vonk lichtte waarvan slechts ge vleugelde zangers het geheim kenden. En nauwelijks had Mathilde's liefelijke stem weerklonken, of, door een leven wekken de aanraking overmeesterd, stond Etize, alles om zich heen vergetend, als geboeid tegen over de zangeres, en eer zij t wist, voerde verbeelding naar terug naar 't bosch waar de nachtegaal haar meester was ? en, eer zij 'twist waren die lieflijke nachtegaalsklanken, waaraan slechts 't woord ontbrak, door anderen gehoord. O! waarom kon zij zich nieiin woorden uiten! Al hel heimwee dier gedachte had in die enkele klanken getrild, sprak uit het plotse ling zwijgen. Maar de stem was gehoord. Gehoord door menschen die, Elize voelde 't nu plotseling, iets hoogers voor haar gevoel den dan ? medelijden. Mathilde bad het lied afgebroken. «Zing meer l" riep zij opgewonden terwijl hare moeder en Weimar als betooverd schenen door 't geen het oog gezien, het oor gehoord had. »Zing meer l Vier woorden slechts l" En Mathilde las de laatste woorden van het lied: E» war ein Traum, Toen ? terwyi Weimar haar begeleidde, zong Elize met diep gevoel, met zilveren natuur-klank de woorden na die, niet door haar verstaan, toch als de diclitertaal der muziek werden gevoeld. » Waar hebt ge dat geleerd'"? juichte Mathilde. »In mijn bosch l" antwoordde Elize en dacht voor de eerste maal met liefde aan haar eenzaam plekje; terwijl als een mor gennevel de schuwheid wegdreef. Zij voelde zich begrepen, beschermd. Weimar meende nog te luisteren, toen reeds de melodieuse klanken waren wegge storven, dié hij gehoord ? neen, in zich opgenomen hacL Het leven dat zich door die tonen openbaarde, bevestigde wat hij vermoed had, en terwijl Mathilde en hare moeder welspre kend hare bewondering uitten, zocht hij naar een woord en vond het niet. Toch had hij zelf dit lied zoo goed gekozen, bet begeleid. >Karell je zegt niets l bewonder haar toch I" riep Mathilde verwijtend. > 't Is me of ik nog luister," antwoordde hij. >Dat is 't fijnste compliment voor ons zangeresje," juichte Mathilde, »en mij is 'look alsof ik haar stem nog hoor. Alles wat wij zeggen klinkt bijna hard en scherp, maar dat moogt gij mij niet nazeggen liarell" Elize Alden had de geduisterde woorden gehoord en verstaan. Zonder het te weten zocht zij den blik, waarvan ze schuw de oogen had . algewend.' maar Weimar was heengegaan en Mathilde met hém. Hare gedachten werden afgeleid door de vragen, de beloften van beer, die zich niet vergaf dat zy zoo lang hare beloften verge ten, zoolang verzuimd had om in een een zaam hart de hoop levendig te houden. Toch «roeide zy tevens dat daar waar kracht is, zelden een: te Iaat l alle kracht vernietigt, dat omstandigheden of goede geesten verhoe den dat verkwijnt, wat leven kan XI. Mathilde was aan Weimar's arm in den tuin verdwenen en vergat Elize Alden en haar zang, en alles, behalve hem, met wien ze sedert drie dagen.was hereenigd. Weimar had als wees, m de woning van Mathilde's ouders zijn gelukkige jeugd geno ten, fly was er de zoon zyner pleegouders en de broeder zyner kleine pleegzuster geweest. Schertsend bad hy altyd haar, die nog een kind was toen by naar de akademie vertrok, zijn vrouwtje genoemd, en de scherts was diep in baar ziel gedrongen. Gedurende zyn studiejaren had zij hera nu en dan gezien, maar nadat hy zich als advokaat in een na burige stad bad neergezet, waren «yne be zoeken dikwyis herhaald geworden, en geheel betooverd door de openhartigheid, waarmee ze, xonder 't zelve te weten, zyn liefde tegemoet kwam, was, weinig dagen . .... . . ntlfe dat «4 niet laag meer leven wu.b^U<k.d«.Mtierji «n* (ewordav w Mathilde verzekerd dat geen andere dan iQ, ooit ztfn hart had vervuld of zou bevredigen. MathUde's moeder, die het karakter van den pleegzoon kende, wenschte geen beteren steun voor haar Mathilde, en waar twUfelde ooit een moeder aan de volheid eener liefde die haar afgodisch beminde dochter geldt? Zy twijfelde geen oogenblik aan de diepte van Weimar's hartstocht; >lj vond die zoo natuurlijk dat zy slechts uit een zeker plichts gevoel gevraagd had: > Karel, Malhilde vervult immers al de illustén die ge ooit hebt ge droomd?" Opgewonden had hy geantwoord. Zonderling! Na hel antwoord had oy iets onrustigs gevoeld, iets waaraan hij geen naam kon geven, en dat hh spoedig weer had af geschud. Want hoe hef had hu zyn zonnige Malhilde l Hoe natuurlijk was zy, hoe bekoorHjk, hoe openhartig! Alles wat er te lezen was in bare ziel, dot las hti in hare oogen...., liefde en nogmaals liefde voor hem, voor hem alleen. XII. Mathilde liet het hoofdje hangen als de bloem die haar steun mist, want Weimar was vertrokken, terwijl ztj gehoopt had hem nog eenige dagen bl) zich te houden, en wellicht zou zijn afwezigheid een paar maan den moeien duren. Half ernstig, half schert send sprak hare moeder: «Vergeet niet mijn beste kind wat Jean Paul zegt: De vrouw heeft niets anders te doen dan lief te heb ben, ? maar de man heeft nog zijne zaken daarbij!" >0ch mama!" antwoordde Mathilde, ter wijl zij allerliefst pruilde, »Jean Paul kan mij niet troosten, die was een nare onge voelige vrouwenhater." »Denkt ge dan, Thjlde," vroe$ hare moe der lachende, >dat iemand ooit een hater werd uit ongevoeligheid'.'" Maar Mathilde's hoofdje was geen philosophisch hoofdje en alleen de gedachte aan een tijd waarin ze nimmer van Weimar zou scheiden, kon haar bemoedigen. Zijn brieven ook, gaven haar eenige afleiding ? die brie ven waarin hij zoovele verzekeringen gaf van xij n trouw! Alsof zij ooil nu ze van zijn liefde zeker was, aan zijn standvastigheid twij felen zou! Als zij aan hem schreef', dan was zij minder welbespraakt don hij. liet was haar al te onvolmaakt om de verzekering harer liefde aan 't pnpler toe te vertrouwen; het scheen haar heiligschennis toe. En ook, als zij hém niet zag, niet hoorde, was haar uiting niet in hare macht. Zij kon voortaan slechts leven door hém. Jean Paul had gelijk. Welke dagen waren, aangebroken voor haar, die uit den loomen slaap gewekt, elke levensader voelde kloppen l Wie zal beschrijven wat de bloesem ge voelt als zij hel teeder windsel verbreekt, en het zonlicht ziel, tarwijl ze langzaam de bladeren ontplooit? Wie zal zeggen wat de vlinder gevoelt als hij het wezenloos .bestaan ontworsteld, een gansene wereld van licht en kleuren en lucht tegemoet zweed? Wie 'zal bet ontleden" da t koninklijk gevoel, 't welk een menschenziel doortrilt die bevrijd van een looden druk zich zelf kan worden, zich verheft naar het voorheen onbereik bare, en weet, gevoelt dat het heelal bestaat voor ieder die iets kan, iels wil!... ledere dag, ieder uur, ieder oogenblik, onthulde Elize Alden 's levens rijkdom. De golfjes der beek waren ontdooid, en de zoolang gestremde geest hernam tienvoudig zijn recht. Zij, die alles ontbeerd had, kon genieten van een enkel gesprek, van een woord, dat nieuwe gedachten opwekte. Zij, die van eenige kunst niets anders gekend had dan de melodieën der gevleugelde zangers, zij voelde thans de schoonheid in elke kunst uiting, als had zy die sedert jaren gewaardeerd. Zeker bracht de tact waarmee een edel gevoelende, veelzijdig ontwikkelde vrouw haar m 's levens schatkamers rondleidde, veel lot die vorming bij, doch er moet, ook bij de zorgvuldigste verpleging, veel grpeikracht aanwezig zijn, zal de roos in volte pracht ontluiken, en geen leiding zou kunnen ver goeden, wat de natuur heeft onthouden. En genoot nu Elize's geest ?haar hart kwam niet minder tot zijn recht. Zij voelde hoe hare beschermster haar liefhad en zon der terughouding beantwoordde zy, die geen moeder had gekend, deze toewijding. Mathilde, die gedurende Weimar's afwe zigheid elke afleiding aangreep om hare vroolljkheid té behouden, en voor Elise een hartelijke vriendschap had opgevat, deelde zonder het zelve te weten van hare opge ruimdheid aan de ernstige, diepvoelende mede Malhilde's openhartige ziel, kende geen jaloezie tegenover de belangstelling, die hare moeder aan het pleegkind wydde, terwijl er voor haar geen aangenamer verstrooiing bestond dan om Elize met haar eigen sie raden te tooien en haar belangwekkend ge zichtje te bewonderen. Kan een jong meisje grooter bew(Js van vriendschap geven? Dikwyis voelde Elize 't verlangen om hem terug te zien, die haar eerste lied zoo goed had gekozen. Meer dan zy wist, dacht zij aan zijn woorden' »'t Is me of ik nóg luister;" meer dan ztj wist dacht ze ook terug aan zyn koel en haastig afscheidswoord, dat haar, zü begreep niet weerom, had teleurgesteld. Maar wanneer zij, hoe dikwyis ook verlangend naar zyn woorden, aan zijn terugkeer dacht, overviel haar een beklemd, een angstig gevoel dat wol verbannen werd, maar niet overwonnen. Hoe gelukkig, dacht zy dikwijls, hoe gelukkig moet Mathilde zijn, die gedu rende haar geheete leven ? by hem zal we ten t..*. DIDA8KAL1A, XL. Waderom wtwdt d« eauntskoort» door tot laad, «MobU ndtcteor, Itte-Utt-nuthMÜhtxMMBi, lito n»tuurknndig6 «saam», oflioten- ra BotarfeeLi euunens, boekhouden euaaiii (v*a at VWMIUging te Amitwdrai), iel& nraiüek-wuneai, en vooral die voor (hup) oadenr(j»en ea onderwfrereHen; het getal Mugegevwen durvoor tt niet groot, doch d»t ii in bet najaar iteedi het geval, omdat de mee*t« candidaten van d« normaalaoholen komen, en dese in het voorjaar de uee*te leerlingen leveren; aanvankelijk ii de uit?lag van drae «xameni niet ongunstig; maar die ongelukkige hoofdonderwjjMrt-examen» brengen altyd nog heel wat tongen en pennen in bewe ging; ala de officieel» verflagen pnbllek worden gemaakt, ia! het raadtel wel worden opgeloet, want ik vermoed dat de H.H. examinatoren heu wat itaaltjei van onkunde en onvoorbereid i^n, zullen mededeelen. Gtf zult u herinneren dat ik voor eenigen ttfd ieti mededeelde, omtrent het nmwurn van kunnnö verheid te Utrecht, waaraan, met hulp van den heer Bujji te Rotterdam, een ?ohoolmnsaom aoa worden verbanden, in een nodMittiag de vorige week gehouden 11 bedoten een museum van kunstnijverheid, boven de lokalen van het tfkkantoor te Utrecht te stichten, doeh het schoolmuseum kon geen genade vinden in het oog der vroede Utrechtsche tnnnnen ? men meende namelp dat het eene handelszaak voor den heer Buys kon worden, eu wilde derhalve geen concurrentie met de Utreohtscbe handelaars in schoolmeubelon en -behoeften in 't leven roepen. Mot den bouw der gemeenschappelijke school te Kottevalle, ia bet ook nog niet iu net reine; de cank is in hand«n van den raad van State en de Staatsraad Verniers van der Loeff bracht er verslag over nit; intusschen is, behalve de af* gevaaniigden van elk der Urie betrokken ge meenten, ook nog het hoofd der betrokken school naar 's [lage afgevaardigd, om de zaak nader toe te lichten, en naar ik hoop, tot een goed einde te brengen. Als het om bedragen van Rijks wege, Eoowel daar als elders, te doen is, zal er wel een zware wijs opgnan, en men niet meer dau het hoognoodiga krijgen, want nu de millioenan-sp^ech eindigde, met de regeering voor een tekort vau vele miltioenen te plaatsen, zal er zuinigheid in alles moeten betracht worden; in die speech las ik onder anderen dat, van de 4V2 millioen in 1883 voor het L. O. bestemd, op 16 Juni nog slechts 3'Ai ton over was, waardoor dus eene verhooging van de geheele som tot f 5.150,000 noodig was. üe begrooting voor 1384 wers als noodig cüfer 5Va milUoen aan; 't heeft geen commentaar noodig als ik daarnevens het respectabele cyfer Van ± 40 millioea zie staan voor oorlog eu marine! Hier on daar beginnen reeds adressen los te komen, in zake de kweekschool voor bctvanrscboolhoudereMen, die feestgave van de bijna honderdjarige Maatschappij tot Nut van het NeJci-landsche volk; verscheidene dier «d i essen allen aan bet Hoofdbestuur der Maatschappij ge richt, wenschen dio school te Leeuwarden ge vestigd te zien; er zal dus concurrentie zyn. De vraag rees evenwel bij m^j on, of het niot goed zou zü°. die school meer in 't midden dei lands te plaatsen; de reisgelegenheden ztfn wel overal gemakkelijk, en de afstanden nipt al te groot, doch Leeuwarden ligt nog al uit de koers. ' Evenals de vorige week in de Venloosche qaaes tie is thans ook meer licht gekomen in die zaak van den geschorsten Simpclveldschen onderwijzer Hochstenbach. Toen in 1861 aldaar een aienwe hoofdonderwijzer moest benoemd worden, Wilde de schoolopziener Mr. Franqninet te Maastricht No. l op de voordracht, "Wolf», benoemd hebben; de pastoor van Simpel veld wensc'ate No. 2, Ilochstenbach, en by de stemming in den gemeente raad werd dan ook de laatste benoemd. De Maandag- en Donderdagmiddagen schonen op de school te S. n-ye middagen te zgn, en daarvan maakte de onderwijzer gebruik om zijne leerlin gen uit den Catechismus te laten lezen; dit ging geruimen tjjd goed, totdat de postbode Bauwen wiens kind te Paramaribo katholiek gedoopt was, bezwaar maakte tegen die catechismus-les, aange zien hy zijn jongen thans bet godsdienstonderwijs by den predikant De Groot te Gulpen liet bij wo nen ; 't een en ander kwam den schoolopziener officieel ter kennisse en door dezen aan den Minister, waarop de bekende schorsing volgde Een ceer verdienstelijk man van het ondcrwy» vroeg dezer dagen ontslag, namelqk Dr, Ekker, rector tn Kampen: ik weet het niet of dit omgezondheidsredenen is, of wel om onaangenaamheden in znaa betrekking (mogelffk wel als gevolgder door mij indertijd vermelde gebeurtenissen bij 't eind examen te Kampen, met de gecommitteerden voor gevallen) ondervonden, doch zooveel is zeker dat hy't ontslag vroeg en gelukkig nog niet kreeg, want de Kamper gemeenteraad nam bg de be handeling dier zaak op voorstel van een der leden, mot algemeene stemmen het besluit, om Dr. Ekkér to verzoeken op zyn besluit terug te komen, daar men niet alléén gaarne zijp groote verdiensten aan 't Gymnasium erkende, doch het ook wenschelgk achtte, dat hQ aan die inrichting nog lan ger zijn krachten bleef wijden: ik zouliet haast betwüi'elén of Dr. Ekker na nik en voor hem eervol besluit, nog by zyn plan blijft; 'cis althans voor 't Kamper Qymnaiittm te hopen, dat hu aan da roepstem van den raad gehoor geeft. De onvergetelijke hoogleeraar Dozij te Leiden hfteft een opvolger gekregen in professor P. L. Muller uit (kroningen, 't Is eene zware taak die deze daarmede op zich .neemt, en waar professor Jorissen tegeuopzag. En Kappeyne's opvolger te Amsterdam, de rector Van den Es volgde z\jn voorganger deze week ook op als buitengewon hoogleeraar: hij hield reeds zfin inaugaraüe-rede De verschillende bladen gaven de vorige weken van hunne beschouwingen ten beste, over hel beslnit van den Haagschen gemeenteraad, in zake het facultatief maken der böwoniDg van de ver schillende vakken op de H. B. school aldaar; een drietal stukken, daarover in de Arnh. Courant verdienen zeer de aandacht. Vele, bijna alle bladen van eenige beteekenis hadden de vorige wee't een stuk u memoriam van dr. Johannes ven Vloten, een man van groote scherpzinnigheid, doeh ook van buitengewone scherpheid, doch in allen gevalle een man uit één stuk, waar het betrof het bevorderen van het openbaar onderwijs; zgm gedachtenis . zeker in dit opzicht, in «flne laatste woonplaats Haarlem, lang m eere blQven. Menigeen ui zeker met mij, zeer benieuwd zijn naar hei lot van het voorstel van het Kamera Vermeulen, over d» wijziging van artikel 65 der wet L. O., het verslag daarover is reeds door de afdeelingen verzonden, zoodat bet deze weel mogelijk nog in d» Kamer ia behandeling za worden genomen. In een gedrukt verslag van de algemeene vergadering der Friesche onder wijzers, 20 Juni U. gebonden, las ik dezer dagen nog een Philippioa daartegen, van den hoofd onderwijzer MetzUr te Marrum. Ik deelde a voor eenigen yjd mede, dat er in t laatst der vorige maand eene algemeene ver gadering der Vereenigiag tot bevordering van h« Onderwas in Handenarbeid (hè, wat lange titel!) te Am-terdam wa* gehouden; op die vergadering werd besloten uu de volgende bgeeaEomst in Augustus 1884 te Arnhem te houden, eene ten toonstelling Ie verbinden ven voorwerpen, vaardurd door of ton dienste van de leer] der bedoelde scholen. Men wfl flfe maken «M h* doel m te ken, welke da meest ?, oadanriji ia baadaaarbaid is, omdat twee jaren ta vergeefs daarnaar aoakt; dteatea* ?rolge atfa dezer dagea eirooiaimgazoadanaa* _ hoofden dar bedoelde schol*», eAuUbo»? dat man door talrijke inzendingen, dia aist kei mooitte maar het mees* nractisdw werk nea, het beoogde doel in da baad aal Dezer dagen werd been bericht utt T iets vermeld dat eene aardig* bedrage ii vaal nut hetwelk aken met zulk onderwas tn haa«W arbeid stichten kan: de voorsttter vaa kat Bol» terdamache Nutsdepartement vermeldt naaal|k net volgende: .Onder onze vroegere leerlingen wat aestjoj» ;en, wieni vader, zonder tich juut aaa draai t* jnnen ta gaan, toen op geen goeden weg va* Al* h£ 's avonds vaa het werk knat», vermaakt! hy aten tehuis, verwisselde van pak ea ging fat 4l boort, waar htf met ztta kanteradea (onder ass) glaasje) dan avond doorbracht. Het vu trevrif. voor zgn oppassende vrouw, maar wat zg ar oaf van gezegd bad, bet baatte niet*. ?Op zekeren avond zon do man riek weer goreed maken om uit te gaan, toen zjjn jongen te huis kwam net een icderoaad fraai voorwerp. dat hj) op gehool juist af had gekregen, en dit bij na eens mee naar huif mocht nemen, om hek ?n ouders te toonen. Zty stonden verbaasd. »Ea heb je dat nu alleen zoo gezaagd en in elkander gezet (zei zfjn vader) hoe un dat?' Daar ging de jongen aan het vertellen en wQzen, ea nam een plankje ea begon er wat uit to ugen, _ der vergat de kroeg en moest het zelf ook eent beproeven. Dit was het begin. En sedert zit hi met zün jongen '? avonds te mijden en te zagen, en zij helpen elkander, on vader denkt niet meet aan de kroeg. Als >{jn kameraden zeggen: .wf zien je heel niet meer, kom je van avond?' dan zegt hij: ?neen l want ik ben met mjjn jongen aan een stuk werk bezig, dat wat moois zal worden, hoor! ik hl,f thuis." De vrouw zei, dat z| in jaren zoo gelukkig niet geweest was; zf dronken nu samen koffie, lieten nu en dan eea kruik bier halen; het geld, dat vroeger kroeg verzonk, kwam nu in de buisb "~ de man had nooit gedacht, dat dit geld van zooveel belang voor de huisgenooten i wezen. Wie weet, of niet menig vader, die hA vroeger zoo ongezellig vond tehuis en ging walt bü niet behoorde, evenzoo wordt gewonnen ï" ' ? En nu ten slntte nog iets, hetwelk ik in 't VolksbJad aantrof. In de Maas- tn Roerbodt van 8 Sept. stond de volgende advertentie: ?De Zusters van het arme Kind Jezus te Roer* mond Kesrstraat, Steenen Trappen, maken aan Ouders en Voogden bekend, dat op hunne kost', schooi ook jonge Juffrouwen uit Nederland hünnt opvoeding kunnen voltooien, omdat er van nu al gelegenheid bestaat, grondig onderwijs ta ont* vangen in de Nederlandsche taal." Aan deze advertentie wordt de volgende op* merking toegevoegd: ?We hopen voor de jonge juffrouwen uit Neder land, die in genoemd gesticht haar opvoeding zullen komen voltooien, dat de onderwijzeres, dik in dat gesticht haar ?grondig" onderwijs in de Nederlandsche taal zal geven, nfet zal blaken dé bovengenoemde advertentie gesteld te hebben." Voor ditmaal vaarwel, geloof mij als steeds. 8 October 1883. U. Q. N.' ALLEIILKI. Te Parijs wordt door een uit de leden daf eerste clobs en cercles saamgesteld comité, een. tentoonstelling van wandelstokken voorbereid. De meest verschillende modellen van wandelstok* ken zullen in deze tentoonstelling hun plaat» vinden. De grootste belangstelling zal hierbij wel de historische afbeelding innemen. Men zal daarin do stokken kunnen bewonderen van Villers, Crequi, Richelieu, de la Popelinierè, vaa Samnel Bemant alsook de stok waarmede Mademoiselle de Montpensier het signaal tot vuren op het leger vaa Turenne gaf; buitendien nog de stokken van Voltaire, Washington, Balzac, enz. Een bijzon afdeoling zullen in deze tentoonstelling aog de degen- hengel- en dolkatokken en de staven der tamboermajoors van de verschillende militair* tijdvakken van Frankryk vormen. Volgens de laatste volkstelling van het jaar 1880, maakte de stedelijke bevolking in de Vereenigd* Staten nagenoeg 13,000,000 zielen of meer dan een kwart der geheele bevolking uit. Hierby zijn echter slechts steden van minstens 8000 inwonen medegeteld, waarvan er in het genoemde jaar 286 heitonden. Dit overwegende der bevolking in de «tedeu is eene bijzondere eigenaardigheid der Amerikaansche unie. te St, Polten by Erems, de plek waar Frans Schuiert een gedeelte zijner opera .Alfonso <>a Estrella" gecomponeerd heeft, heeft men den beroemden toondichter onlangs een gedenksteen opgericht. Kleederen van waterproof. Ondoordringbare waterproofstoffen, ala kleeding op een verren tocht gebruikt, doen der gezondheid nwerkwuid dan goed. De vochtigheid die het lichaam uitstraalt, verzamelt zich aan den binnenzijde en wordt daardoor allicht op dejonderkleêren teruggeworpen in den vorm van vooht. Om deze reden behoort het dragen van waterproofstoffen waar de lucht onmogelijk door kan dringen, tot den korst raogelijken tüd en dan nog alleen bfl dringende noodzakelijkheid beper&t w worden. , FrederU de Groote. Na afloop van een veld* ?lag, gedurende den zevenjarigen oorlog, beval de groote Frederik, die zelf in bet heetatvanhet gevecht was geweest, een kornet, wiens moed en onversaagdheid" hem ia het oog waren gevallen, voor hem te doen verschijnen. ?Hoe heat go V" vroeg de koning aan den jon gen man. ?Von Stira Stat» Stazaremba, Majesteit," luidd* het antwoord. ?Hoe, mijnheer?" roept da koning, verdrietig ont dien moeilijk to onthouden naam. ?zoo hee« zelfs de duivel niet I" ?Hu is ook geen famflie van mfl, Majesteit r hernam de jonge kornet, zonder zioh een oogenblik to bedenken." ; De koning hwhto. ?Dat verheugt mi nar, Luitenant von Stira Stam Stazaremba." En met een genadig baad* gebaar kreeg de jong» krijgsman ztyn afscheid. Próbatwn M. In een zeker zeer verfpreidltg» gend dorp had nen den gewoonte den geneesheer voor alle kleinigheden deaj nachts uit ign bed te roepen, tenrijl men hem «ven goed over dag had kunnen halen. HH bad zich reeds menigmaal vruchteloos over die onhebbelijkheid beklaagd, tot hu eindeük op den inval kwam een lantaren to laten maken, die 25 pond woog, en dio do batige rustverstoorder op den heen- en terugweg TOOT hem alt moest dragon. Behalve in de hoogsto noodzakelijkheid werd onfo dokter l nachU nooit meer gehaald. _-^ ' ? Eenige dames to Washington afa op hei «coentrieto en smakeloote denkbeeld gekomen OM levende hagediijei all sieraad op de borct te dra gen. Het vlugge, bewegelijke diertje 'krikt 'een waaraan een kettinde gooden ring om bet lm, waaraan haagt. Aan het nttohitto daarvan bf eeri ipirtd bevestigd ea daatmada wordt het aundedutge onunzaui OP da Jagog fa vaito>haafit, ?i:5

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl