De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1883 11 november pagina 3

11 november 1883 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

^s^ ^aw^^ ??.? ? ; ? > ??."?v-At?ï.irv.-^\'',,' '?V-V'? ";,W-'''v-.';' ?';*'.??'?".'?':"'?i E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No, $35 PI ' i "Wit nu de ttowek betreit: sy ii met aonaer w leven, doch bestaat «ut samenhangend . voofaJgegaaa door een« ellenlang* ouVfrtare, w«*riator bekorting demerkmrdigsto ?fMVW «ordt overgeslagen. Drieerlei drinkkoor bat in de «pent voor: in 'tamte bedrijf eeae wering tegen de Engelschen, in bet tweede Atlearo baceanale, bü de ontvangst der ?_»«, en in het derde bedrijf een drinkkoor ?pelgrim* iel ven.' De finale van 't tweede be' waarvan de bacoanale een deel uitmaakt, rene hot belangrijkste auauner 'der oompo* . ofschooa de -muziek vaa het eerste bedrog t algemeen, door «childering der karakters In ? l afwiïseling, de boeiendste ii. Jtpfè* tv*' m hst OM eli of meerdere nummer* ?ar tfpera reed* gecomponeerd waren, alvorena iaën er den Mmeuujuiendea tekit by heeft geMhreren. Een groot aantal «oio's, duo's, aoa nit het werk kannen verdwijnen, «onder aan de harmonie te ?cbaden. Ja men moet het onderwerp geheel uit hét ge prokene gedeelte leeren kennen, londer hetwelk de partituur een raadsel is, te meer dewijl de per*onaidje* op den titel alleen met kunne namen-worden aangegeven en hunne on' derlinge betrekking niot itaat vermeld. Wat de uitvoering aangaat, kunnen *jrij getuigen dat zij met aorg u bestudeerd. De grnoemde Banger* s voldoet alleszin», al* wjj de ondankbaar heid van de» tol daarbij bedenken. Madame Itiroir, de chanteuse Uge>e, die deze rol van een petsoon met name Fetrita tusichen Frantchen en Engelschen in «taande «peelt, en aldua de plan nen van René bevordert, wai voldoende, vooral door hare kleeding. De komieke heer Deschampi al* Engeluchman waa recht gued op zijne plant», doch vreemd klonk z$n engelach accent in zijne fransen «prekende, ?ngelsche omgeving. Zijn, vriend Gusman, de heer Fottier, «peelde almede «er koddig. Olympia liet een voortreffelijk orgaan hooren. Wat tij zon (f wa< onbeduidend; wjj willen Madame Bernardi, die doorgaat vooreene voortreffelijke kunstenares, bier niet streng beoordeelen, Haar «pel wai ordinair genoeg voor de situatie, want Olympia laat zich met amouretten in, g«lyk haar gemaal Gusman, van zijne tijde. Olympia vertegenwoordigt overigens in de opera de vrouwen, welke in St. SebaiUaan de engelsche partij omhelsd hebben. Daaruit volgt het aan haar gerichte telegram ea da verdere ontknooping. Somme toute, wy geloovendatdeopcYa-conu'gtie Donna Juanita weldra verdwenen zal, geluk de nlatgeschoten muren van St. Sebaotiaanl Doch er Behoeft niet geschoten te worden. Het publiek zwijgt de opera dood. De lezer herinnert zich misschien den naam v*n Fr. Gittens, wiens werk Karel van Gelder verleden jaar op ons nationaal tooneel werd ge geven; waarvan de voorstellingen werden geschorst, om er eeuigenoodigo veranderingen in te brengen; Gitten* heeft met een ouder werk, Jane Store, den driejaarljjkichen prös van vlaamsche tooneelletterknnde behaald. Wij zullen Jatte Shore bij deze gelegenheid niet berispen, wü raden den ?ohriJTer alleen matiging, natuurlijkheid, edele natuurlijkheid en psychologische karakterstudie aan, van de andere zijde vermijding van jacht op affect en daarmede samenhangende opstapeling van gebeurtenissen. Het is Beer nuttig Shakespeare bestudeerd te hebben, maar men moet danrby Bbkere groote eigenschappen van het aloud grieksch tooneelV met ziju edele, kiesohe natuurlijkheid niet ?kt laten, Moge de kunstenaar zich door iraal niet laten verblinden l h )ft hier te Brmwel verleden-week qoniga snomen met de toepassing ? der electn* de paardebanen (tramwat/). Hiertoe nog altoos bestreden stelsel van Faure gebeztgu, namelijk 32 ophoopersofaceumulafeurs van de zwaarste .soort, met electriciteit gevuld door middel van den stroom der gewone dynamoelectrische werktuigen. Het gebruik vau 't Fouresohe instrument was zeer voldoende. Toch spreekt men van eene nieuwe vinding van Dr. Thomaiie, welke slechts een zesde van t ge wicht zou hebben van Faur«'« werktuig. Boe noodig het is dat ook de wetgevers een weinigje de zeden, den aiouden toestand en de taal oer stad leeren kennen waar zij zetelen, en van waar hum. e bevelen uitgaan, heb ik verleden week met een voorbeeld getoond, waarop weldra nog andere zullen volgen. Wat uitsluitelUk de taal betreft vinden w|j m onze offioieele stukken heerlijke voorbeelden ter bevestiging van ons be weren. Daar lezen wij in de wet van Augustus 1.1. monstra als deze: ?Etablissement* speoiaux fl'enseignement"; vertaald door: ?Inzonderlijke gestichten," ?Dossiers des recours, door ?zaakEondeb dar verbalen," ?magistrat émerite", door- in ruststand gestelde magis traat"! Als of de regeering zich niet tweemaal aan denzelfden steen wilde stooten, heeft z$ daar entegen de verhandelingen over de gezondheid der huisdieren, over het opruimen van kren gen en. van besmette dieren enz. nitslniteujk in bet f r a n s oh laten drukken. Heersoht er dan alleen in'iWalenland tongvliesontstekingV ""BruiMl, 17'Hor. '83. , A» M» UIT PARIJS. De zaak Clovi* Hugnes. ? De bende van Nenilly. ? Een oud-gediende van '48.? De vette os. ? De opstanding \ ' van Thérésa. ? Het standbeeld van ' Alexander Damas.? Bedevoeringen. '?'',. Parijs, 9 November '83. Een dichter van talent,' afgevaardigde, onberisjelflc van reputatie als echtgenoot, i* zoo onhan dig geweest veel beweging te maken van een itqfaffflfc» zaak, die beur onbesproken was gefckvea. Een. ?tmreaa van informatie," sooals er vale te Parijs lijn, had zfin vrouw val*chbe«chuldigd vóór baar huwelijk -Mae onvoonrichilgheid begaan te hebben. Een Ueht begrijpelijke woede beeft zich toen van. vrouw en man meester ge naakt. De eerste i* binnengedrongen in bet bals van «ene weduwe Lenormand, de voomaamvto lasteraarstér, en heeft dese t>öna "met een 'twrolvér doodgeschoten. Van tijn kant heeft dovis Hugues een zich noemenden baron< die -beu gedienstig op de hoogte gebracht had van *gn vermeend nnwelüksonheil, een paar gedachte oorvegen. toegebrachi Groot gebabbel hierover. De dames vinden dat mevrouw Oloris Hn«uos wal wat driftig geweest is, en dat men haar beter zon geloofdliebben als haar gedrag kalmer wat. Wat de heeren betreft, die gewoonlijk over bonne vrouw zooveel niet doen spreken, zo be grijpen de luidruchtigheid van Clovi* niet, Het ?rgne is, dat de caak weldra feeele rechtbank cal komen voor de correoUoen dat dan eraof te vreezen z^jn. atige onthullingen te hopen . . . of te vree InfuMchen is na een* nieuwe bedreig! ? mevrouw Huguat. net haren revolver, merrouw Leconnand. die «waar ziek lag, gestorven. Eene andere saai, die voor het crimineel ge* IMhtsbol komt, is dfa van de bandieten van Hea%. Neuiüy, een elegant plaatsje ia den ?svEBsJc van Parijs, werd sedert veertien dagen B*eUilm»tig geplunW, «eheel leeneroofd, door m» c^T«b«naTz5fc&bb*a de dZeren ge at weten aat al hun woorden ea daden besehre ven worden, ?in deae romans hebben wU geleerd, hoe wy moeten handelen om een geduohten bond bs vormen, die Parijs «al doen beren ea ons müliObnairs maken." EB dit k maar al te waar. Sedert «euige jaren waren de eatehiedenitsen der ho\en van assises in de mode. Romansohrijvers en dramaturgen hebben in boeken «n toooealstukken alles ver zameld wat aan misdaden, diefstallen, moorden eua. te vinden was, maar daarenboven er verzonnen die verschrikkelijker waren dan de werkelijkheid. lieer dan eene vergiftiging, meer dan één moord is veroorsaakt door een bedrijf in het Ambigu of eene blads^de van Ponsön du Terrail. Terzelfder t(jd dat men de Kénilly'sohe dieven ffevanaen zette, beirroef men een oud-strijder van 1848, burger Martin Bernard, geboren in 1808, eerst lettersetter, toen revolntieman, eindelijk gedeporteerde te Mont Saüit-Michel. Al* verte* genwoordiger van het departement der Loire Destreed Martin Bernard vurig de politiek van het Ely*èe en onderteekende alle aanvragen tot in beschuldiging stelling van Lodewyk-Napoleon en diens minister», liy was een boezemvriend van Barbösen Blanqui. Hij sloot zich aan bü de beweging van 13 Juni 1819, maar slaagde er in, aan de nuporingen der justitie te ontkomen en vertrok over België naar Engeland. In 1671 werd hy weer door de Loire tot lid der Assemblee Nationale verkozen, maar de slaat zyuer gezond heid dwong hem in dé schaduw te blijven. is zeer eenvoudig begraven. Ous geslacht heeft mannen van l&S vergelen. Er is sedert di tjjd zooveel gebeurd. Wü heiben er zooveel begraven die na hem zich opgeofferd hebben. Van plechtigheden gesproken, men denkt er over, den optocht van den Boenf Gras weer in te voeren, liet volk van Parijs krijgt tegen woordig niets vroolyks meer te zien, en daar houdt het zooveel vau. De oude gewoonte was een voorwendsel voor niascarades en optochten te paard ; dat ii alles met den Vutten Os ver dwenen en de kleinhandel zou bot wel gaarne zien herleven. liet algemeen goed humeur zou er miucliien bü winnen, want inderdaad dat ver dwijnt I» het nl ons bnitenlandsch oorlogvoeren waarover men zich ongerust maakt, of, zooals sommigen beweren, al het buitenlandiclie bier, dat onzen gecit logger doetz\ju? Het is de vraag echter of inet het weder invoeren van eene ge woonte, die uitgediend had, de oude vroolükheid zou terugkomen. Eene vroolijke zangeres uit ouden ti)d is weder op de planken vu» het Alcazar verschenen; de bekende Thérésa. Ondank* haar wegblijven ge durende verscheiden jaren, is Thérésa populair gebleven, daar ztf een populair genre, de c/ianso«, uitstekend vertegenwoordigt. In 1865 wekte, zü een ware geestdrift, dio zy uu tracht te doen herleven. In dien tijd gat' men baar scbatten om in de nrietocratifcho salon te komen zingen, en in alle liefdadigheidsfeesten werkte zij mee. Thérésa heeft by de uiterst vioolijke tonen van La femme (t liarbe en Lu garaeuse d'ours ook Lier en daar den gevoeligen, teedereu toon weten aan té slaan en wist dien zeer juist te pas te bretigeti. Als zy zingt lïossignolet du bois' sauvage i* er nis een geur van vochtig mos die u naar het hoofd stijgt; nooit vond de poëzie van het land -welsprekender vertolkstcr. Wat haar zelve het meest oehaagt, zijn juist die landelijke verzen; men zegt dut het haar steeds leed doet, wanneer men Rien n'est sacre pour un tapmr of Les Trois canards van haar vraagt. ?En laat mij u nu nog spreken over Alexander Dumar, den grooteu acheppenden geest, dio bijna onbemerkt te, midden' van de stoxmnn van. het Ar,née TtrrilAï in 1871 verdween. Eindelijk,beeft hij de beloouing verkregen, waaróp hij sinds «qolang recht had; Zondag is in het Square Malesherbes zijn standbeeld onthuld. Het bronzen monument is geboetseerd door ünatave Doré, den teekenaar; bet is zijn laatste wei k geweest. Het toont ons Dumas père, met zijn kroeskop, glimlachend en goedig; hij zit op een stoel en .houdt de pen in de hand. Vóór op hot voetstuk zit een meisje zijn werken te lezon; een werkman en een knaap kijken aandachtig mede in het boek.'Achter het voetstuk staat d'Artagnan, de musketier, met den degen in de hand, den vilten hoed op één oor, in een sierlijke, kranige houding; htt schijnt over zijn vader te waken. Ik woonde de plechtigheid bü met al wat te Parijs een letterkundigen naam draigt; zij bestond uit vgf redevoeringen. De offioieele sla ik over: die van Jules Clareüe schilderde hem uitmuntend als dramaschrijver, die van Abon als letterkun dige, de laatste was schitterend van fantasie en geest. Edmond Abon, met zjjn witte haren, zijn torsche stem, heeft aller toejuichingen verworven. Vooral op de goedheid van Dumas wees hij. Alezander, de zoon, wa* innig ontroerd; men weet welk een goed vriend hu aanzijn vader had. LEVEN EN WERKEN VAN G. WAALNEB. ? ? ? ;i- ' ... (PoBrie door G. Waalnor. Haarlem, W. C,-de Graaft*.) De dichter, van -dezen bundel moet indertijd een interessante jongen geweest zijn. 'n Verstandige jongen, 'n poS'ische jongen en toch zoo heelomaal een jongen zonder logika. H|j bewoog zich in een kleinen kring van Orthodoxie en burgerlijkheid, en dat hu de eerste hftar zjn niet gaf en van de laatste niets dan een zekere stijfheid overhield, bewijst dat er toen reeds iets meer dan gewoons in dien jongen stak. Waalner had reeds vroeg b{j zich zelven be merkt dat hij met een beetje goeden wil en wat gver redelijk gangbare venen schrijven kon. Beter gezegd, fig voelde zich dichter. En toen hy kort daarop begon te twijfelen aan de leer der kerk. begreep hy spoedig; hoe zijne gaaf hem te stade kwam. Twijfel in verzen zag er altyd nog verhevener uit dan twijfel in twistge sprek op katechisatie, en zoo kwam- het, dat zune gemoedstoestand hem ? weldra allerbelangrijkst toescheen. Zijn onschuldig Boeken tuuohen allerlei waar heden kwam hem voor ingespannen denken te zijn; de welgemeende duwtjes en kneepjes van orthodoxe vrienden waren gelijk pijniging van kruis en doornkroon -r- het scheen nem zelfs iets begeerlflks op die wijze gemarteld te worden voor zijn dichter- ,en denkerschap, verheren als het was in dicht! Denken beviel hem, en daarom dacht hij toen ter tfld reeds over Pessimisme, Réalisme, Idea lisme, den oorsprong van het menschelük ge slacht en ook over eene geheimzinnige juffrouw, die hy op bis, 21 als .Machtige" aanspreekt en waarvan tegelijk gezegd wordt, dat zij den mijn heer, die baar beeltnis te tóen vraagt, zonder bedenken neerstort. ? . . Hjj kon soms oogenblikkea hebeen van groote neerslachtigheid-en dan was de slotsom van zUoe overpeinzingen meestal: St»#4» verlangen, nooit Van d* Ënd*b*id af; EiadUJk moed», ? nadanygMi In net wachtend gnfl Gelukkig, voor ons waren dat «leohte oogea '"-?-in, veelal het gevolg vaa ondervonden togen ia het denken. Hit graf was wachtenden hem dit mogelijk was, zlea we ia «ijne beschrijving van een herfstdag ? to veel btsokr^ving voor zeker ia plaats van schildering ? .maar vol vaa juiste waarneming en beeldrijke uitdrukking: Thans waggelt aen wyi* d* nevel, t Logg* gavaartf Al* bMohoakeae b*oa *a w«*r en hy vlijt slok Slaperig nog op het landschap. Wil iemand hierbij opmerken, dat deze regels ook de eenige goede «ün in het eerste bnndeltjen dat de jonge Waalner uitgaf, dan deoke hU vooraf aan den jeugdigen leeftijd vaa den dichter, die «elf verklaart dat hij bfl het schrijven er van niet dacht dat zijne «tukJeni ?ooit gevaar «ouden loopen op de ontleedtaiel terecht te komen." Terwijl het daarenboven een oude leer i», dat men den mensen naar het innerlyk en niet naar het uiterlijk moet beoordeelen, vooral hollandsohe dichters, die gewoonlijk veel meer in hun ziel hebben dan ooit er nit komt. Doch gaan we voort met onze schets van de jeugd des dichters. Ondanks alles wat hy gevoelde «n dacht is hem de beminnelijkste eigenschap der jeugd zeer lang bijgebleven. Zijn rewtaeeren ea met jongensach tige wijsheid allerlei ouder werpen te bepraten zon der de minste logika maakt hem aantrekkelijk. Proza noemt hy alledaagsoh en poëzie ? nut alledaagtch ? «onder lang er over iia te denken. Den criticus stelt hy zich voor als er n geleerde en als iemand, die er vermaak in heeft zonderegisters op te maken en kleine Waalnertjens de les te lezen. Met alleraardigst weinig begrip van het w erkelyfc leven gooit hy, gulgauw jongensachtig, den pessimisten tegen: Gsaft go ook 't beirjji dat ons hoogste Ideaal maar een (fdelo droom waar l Hoer.dan uw haUlorit betoog bleef ons dat droombeeld nog liot Hen moet een opphilosofisch jongmensch zyn als Waalner was, om eea ijdele droom boven een helder betoog te stellen. Toen Waaluer nagenoeg den leeftijd had, werd hy verliefd op een jonge juffrouw, die den jeug digen gallant met laclijens en lonkjens, naar t schijnt, het hoofd op hol bracht. Nu was het niet voorzichtig vau Waalner om, verleid door die lacbjens en lonkjens de joiigejuffrouw plot seling zyni haud aan te bieden. Bij liep er eea bUuwtjd door, als te denken wa*. Doch toen kwam de jongensaard van den jon gen dichter voor den dag: ntf noemde de lachende schoono wreed, meedoogenloos: zo had hem alleen uit medelijden al moeten nemen. Maar bovendien was het verraad. Zü had te^en hem gelachen, en bfj die gelegenheid had hu zijn ziel \erloren. Eer.«t zegt hy dat ee die artikelen van hem gekocht heeft; later beschuldigt hy haar van diefstal. Zulke onbesuudheid is niot aan te bevelen; maar men zal mij toesevea dat zü in den jeug digen Waalner 200 frisch en jeugdig is, dat het jonge mensen er eeo aantrekkelijke studie door werd. II. Bijna drie jaar, na de uitgave vaa zijn eerste bnndeltjen, verschenen do Gedichten en Gedachten. E n iegelijk, die met belangstelling en ingeno menheid net zich Ontwikkelend gemoedsleven van den jongen dichter had gadegeslagen, ontving met vreugde dien nieuwen arbeid. Waalner was vooruitgegaan: de jongensachtige redeneer!ogen zaten hem al veel miuder in den weg dan bjj yorige>?gelegenheden en de molenwiekige bewegingen van den grooten ridder Don Quichote de la Mancha waren niet langer een be dreiging tegen lachende schoonen. Z\jn aanvallen van zwaarmoedigheid hadden opgehouden en met welgemeende geestdrift schreef hy over: O r.eg dat txiot, o' zeg dat nooit: ' ?'k Bon maar con moo'ch!" TJaar is geen hoogor titel toch Dien ik u wen>cb. En zyne omschrijving van het ?niensoU-zyn" deed nu tenminste veronderstellen dat hy van plan was iets te doen in de wereld, misschen nog wel wat meer dan verzen maken. Zijn godsdienstige overtuiging was thans na rUn beraad vastgesteld en zelfs gaf hij in dien tijd geestelijken raaa aan een ongelukkigen twij felaar, dien hy bezig vond zich met vragenden blik ? de arme! ? aan een martelend twijfelen over te ge v* n, en die zelfs onmachtig bleek een weefsel te ontwarren. Waalner zegt Jtet weefsel". Hij raadt h»m aan de waarheid niet enkel naar buiten te zoeken, Want diep in-'t eigen binnenste Looft uw haal*! en air QoJ. In htt denken was hy gedurende die drie jaren volhai dender geworden. ' ?Gras ingens iterabiraus aequor" schreef hij en liet er op volgen: Hebt g(j ttw bootje vertrouwd aan d' onpeilbare zee dor gedachte-., Zelf om het roer ttwo band moedig tor roksa geklemd? uu* (?U geslingerd, gesleurd en geschokt, voor de golven een speelbal, ? Landt gtf «au «teanige kuit . eindelijk ton halte vergaan} Wordt nUt moodloos, tracht do goledéna scha ta aantallen. ?Kllave het soheopjan opnieuw morgen den groot' Oceaan r Uit zulke regelen blijkt dat Waalner niet was van degenen, die na korte teleurstelling het hoof d in den arm leggen; maan om zijn eigen beeld te gebruiken, niet ophieM met *ün bpotjen den grooten Oceaan der gedachten te klieven. ?Denk zonder ophouden t" had bü zich toen reeds tea beginsel gesteld. HU had niéuwe gedachten gevonden ia Kamerling ea Ackerman en philósofeerde over het «tfn in sonnetten en o*er het verband tosschen mensch en vlietrer in Qrieksohe maten. Ook over de kutisl' hwi hy zich eea bepaalde voorstelling gevormS, die hy uitdrukte in het beeld van een engel, die paarlen en edelsteenen strooit; doch de lantsten slechts zelden. Velen vinden er paarlen: Echter entten zoeken nog verder, Q vorig, Vol raa wilskracht, 't *l«fi on gevaarlek robjNhl Van het denkan, twyfloa niot schuwend, vinden. Z' eindlijk 't geateónte. Jaren lang bl(Jr»n «a bazig, «löjiend, Btaig vervormend, dagen en nachten «»-;? Zo met werken, petatan, «lob. ?"';-.£**!?* . Stralend In «ehoonheld, - -* «a daa kom», d*, SLt < WÏn tot Parden viln hol... .._ don mensch ta boelen, kinilrou ean» korten de dichter ^oe t».,». Alfred de Musset wai Aderen als paarlen door " ook enkele van ,^ docb ? "^ «I rhevene of diepe, verborgen eerst vindt na veel t Kaamlooi* noemen ? wie kan het f gaan («bepaal ter wereld; doen dwaasheid Waar bat oatkennen dar saak, Omdat da naam ons ontbreekt werd nog net de oude onbesaisdbeld met het woordje ?wak" omgesprongen; doch dat waf uitzondering. Over het geheel kon men met volle gerustheid ?eggen dat Waalner in a\jn tweeden bundel ge geven had, wat men naar zijn eeriten vu hem verwachten kon. Eén ding waa er echter dat lijne bewonderaars betreurden: Waalner kon maar niet varder komen met het schrijven van goede venen. Enkele regels in ?de Rivier", waarvan de bette r. 5?6, op blz. 4: eenige Hemiaansche verzen in de besohrQving van den Nacht, op bis. 14: Doch dwars door den dubbelen «luier Gevoelde ik haar blik. Zag ik dat groot, droefgeestig Oog, Somber onafgebroken, K|j aanstaren. een aardig sonnet: «HetBiet"; een tientolverzen aan het eind van rüe Doode" et een welgeslaagd komiek gedicht: ?Het Behoud", waarin het grijze Behoud met het ernstig gelaat aan het hoofd zijner zonen vecht tegen een spoortrein ? dat was al het poëtische van den bundel. Doch by Waalner is dit minder: van de velen die bun gedachten liever in verzen dan in proza schreven, zy» weinigen zoo belangwekkend ge weest door do geschiedenis van hun zieleleven, ali Waalner. Zyu eerste werken bevatten cjioe gemoedsontwikkkeling ? wie weet of uit net thans ontwikkeld gemoed niet spoedig wat meer poëzie aan het licht komt. Homunculoj. IETS OVER HEKELDICHTEN, BIJZONDER OVER DE FRANSCHE DER ACHTTIENDE EEUW. In onze eeuw van openbaarheid behoeft men niet lang naar eene gelegenheid te zoeken, als men zien geroepen gevoelt om over personen of zaken in 't openbaar kritiek uit te oefenen. Dag bladen en tijdschriften zyn daar, om elk ? die wat op 't harte heeft ? in staat te stellen zich te doen hooren. Maar al wordt ook in onzen tyd van die gelegenheid tot beoordeeling ruim schoots gebruik gemaakt, toch zon men zich ver gissen, als men meende, dat in vorige 'eeuwen de stem der kri'iek zich niet luide deea hooren. De tah-yke vlugschriften uit den tijd, toen de perio dieke pers nog niet bestond of in bare kindsheid was, zyn de sprekende bewijzen, dat men ook destyda niet schroomde zyn gevoelen over regeeriugsdaden of persoonlyke aangelegenheden den yolke te verkondigen. Zoo waren het in on* land, in de 17de eeuw, de tachtigjarige oorlog, de twisten tusschcn Remonstranten en Contraremon stranten, Oldenboroeyelts daden en treurig uit einde, de Witt's politiek en gruwzame dood enz. die tftllüoze pennen in beweging brachten. En geland kan, om nu maar één voorbeeld uit die eeuw te noemen, wijzon op don strijd tussohen koning en parlement onder Karel I, welke aan een heirleger vu. u vlugschriften 't aanzijn schonk. Niet minder talrijk zyn de vlugschriften, die den geschiedschrijver bij de studie der Fransche ge schiedenis ton dienste staan. Had Richelieu's krachtig bestuur, dat Frankrijk groot moest maken, maar ook op veel tegenstand stuitte, reeds menig vinnig vlugschrift in de pen gegeven, iu nog ruimer mate was dit met Mozanns bewind hét geval. Om -zich hiervan te overtuigen raad plege men het uitnemende werk van C. Moreau, Jiioliographie des Maearinades, publiés pour la Sociéte de riiistcirc de France, waarin niet minder dan ruim 4000 pamfletten uit de jaren 1619?1652, waaronder zeer geestige en voor de geschiedenis der Fronde hoogst belangrijke, zijn beschrevenEen eigenaardigheid die in- dezo uitingen der kri tiek in Frankrijk valt op te merken, is de vorm die men koos: ik bedoel den chanson en het epigram. Wel verschenen ook in Frankrijk veel vlugschriften in proza, m nar het zyn de hekel dichters, die ? vooral in de achttiende eeuw ? een voorname plaats vervullen. Dit is wel niet eenig en alleen iii Frankrijk het geval geweest; ook bier te lande werd dikwijls do dichtkunst te hulp geroepen, waar het gold tegenstanders in een hatelijk of bespottelijk daglicht te stellen. Zyn ook de meeste dier verzen zoutelooze rymelarij, zooals tijdens de Remonstrantsche twisten een Vincent van Drielenburch ? door een züner tegenstanders den pau* aller totten geaoeoia ? ze samenflanste, toch treft men menig geestig stukjeu onder die gedichtjes aan. De geschiedzangen dier dagen, die de verheerlijking van vorsten, roemrijke personen of luistervolle gebeurtenissen beoogen, doen nog dikwijls aan de latgnsche gedich ten uit dentgd van het duitsche humanisme denken. Voor ceo deel zijn het opgeschroefde lofzangen, in statige zesvocters gedicht. Vondel schreef meesterlyké hekeldichten, uitmuntende door puntigheid en geest, zoowel als door schoonheid van Vorm; maar destyda waren er niet velen van wie hetzelfde gezegd kon worden. Als een staaltje van Nederlandsche hekeldichten uit de eerste helft der 17de eeuw, wijf ik op Reinier Telle's Kerfstok. Met opzet laat ik Vondel rusten, daar ieder dien» gedichten kan naslaan, wat van Téllé'S niet on aardige parodie op de Contraremonstranten niet gezegd kan worden. De titel luidt: ?Der Contraremonstranten Kerf-stock, Die nimmermeer Yser wordt. Aen de Roomsche Cathobjcked, Op de wjjse: Het was een frayryck Burg hert kindt. Door oen Lief-hebber van de vryewaerhëyt. Qhedruokt in de groote onbekende Weerelt. (1617) De Contraremonstrabten worden «prekende ingevoerd en beeingen tegenover de Katholieken de voordeelen van hun kerfstok d.i. de leer der verkiezing en verwerping. Ik laat hier als proeve eenige der 60 koepletten volgen: '" ' Waer blyft ghfl au met uwen roeca. O Roomtoho Catholtlckenf Yoprwaer 't b maer een blanwa bloem, Dier ghy dos op gaat prQeken, schoon van soadeit ? ~ "* ' u Biecht ortoonden, doob ^chockwi nocli, Heer-ooms troch. ' Want Wordt Soo moet Veel dra ?. , . Obv hebt het mat u blaeht wel drook, Maar, vrienden, wr ifln wHaer, "Wj hebben een goe Kerref-itock, Die nimmermeer wort yier, Daar op wy mogen kerven.. Om niet, tot dat WT starven, Blaan andre vroeoh, bant i«nda ploecn, Wy komen tyta ghenoeob. M. Op dose Kerf-stook maah m«B al De Weerelt vrij óataaren En «yne kinderen vol gal Op elek een achimpen leeren, Wanneer man maer eón ichttK atiebt voor da Leereer* pure, Al heen het schoon, -elf in pertooa Da Overheyt verboon. BS. . Op dese Kerf-itock 'werpt man nvt Obetrouwe Predlcanten. Om d' een of d' ander Uohta «CBn/t N Op haeren stoal te planten, Twee mael den rook te kaaran, Dat kan oen man niet doeren, Dia heef» U baat, da JKarob«D readfr Sa in kaar. gi»d *ta«t dm commissaris vaa M>litie. ' ~ ' IV **a toghan d' and*» tt*d*, fa* Itavat daa wj *ottd*a Eaa rtroobraat wttek*», wo*)daa Wy 't«*Moh* laadt tra «leken kaak ? Bien lUen tn UohWn beaat > 60. AdUtt dart o ghy BoomMA* scha**) Wy lullen uwe ichoanan «och Uevar treokwt aea voomw, ?n on* -nat u venoenea, Boa *e*r d»» wy m twUtan, Dan mat de** Armlni»t»a, Want dat qua caot d* Xwek vanrtet Btaeoh «en d* Xagictr***. 'Maar koeren wfl tot Frankrijk tong. Toofal de achttiende eeuw levert eea rjjken oogit va». chansons en puntdichten. Daar in dit land a* den laatsten tyd veel werk wordt gemaakt v«a. de geschiedenis dier eeuw en herhaaldelijk uitga ven de pers verlaten, die een belder licht werpen op het leven en vooral op de «eden dier dogen, zoo kon het wel biet anders of men moest ook het oog laten vallen op de hier besproken pea*. nevruchten. Daarom is het doel dezer regale» om de aandacht to vestigen op de verschijning van den Chansonnier historique. Ziet hier dea yplledigentitel: Recaeïl Clairambault-ltaurepat. Oltansonnier historioue du XVIIIesiècle. PubM avec Introduetion, Contmantaire, Notes et Inde» par Emile Raunié, archivitte palèographe. Ome de Portraits a l'eau-forte par Reusstut, Pariu A. Quantin. Het gewicht eener dergelijke uit gave kan niet licht te hoog worden geschat. De pamfletten-literatuur in t algemeen, en in dit geval de spotliedjes, bieden den gesohiedvorschex onwaar* deernare hulpbronnen. Niet alleen, dat «4j een eigen aardig licht werpen op personen en zaken, maar dik* wyis verschaffen zy mededeelingen overgebeurte* nissen, die door de geschiedschrijvers dier dagen niet zijn vermeld. Er is echter meer. Niets heeft wellicht het absolute gezag meer geschaad dan de chan sons ; Ie ridicule tue, zoo ergens dan is dit spreek* woord in Frankrijk van kracht. De denkbeel den der philosofen en encyclopedisten drongen slechts tot een beperkten kring door; de cban* sons echter werden door voornamen en ge* ringen gelezen. Steeds werd op hetzelfde aam* beeld geslagen en mocht reed* de achttiende eeuw ten einde spoeden, eer de Fransche omwen teling haar strafgerecht kwam houden, ook hier had weder de droppel den «teen uitgehold. Want men vergete net niet, om de Fransche revolutie b hare wordingsgeschiedenis na te speuren, moet men minstens tot de regeering van Lodewyk XlVterugkeeren. Welke glans het hoofd van den Roi-SoleU mogo omstralen, zijne rageering was voor Frankrijk een bron van ellende en zUne opvolgers waren er de mannen niet naar! om het schip van staat in een ander vaarwater te brengen. Met het einde der regeering van Lo dewyk XIV begint dan ook de bloeityd der chan sons, welke gedurende de geheele achttiende eeuw hunnen geesel bleven zwaaien. Een oppervlakkige keonls van de Frausche geschiedenis zal reed* doeu bevroeden, hoeveel stof tot bijlenden spot den hekeldichter in die dagen goboaen werd. De laatste zeker niet schitterende jaren der regeering van den grooten koning; het bewind van den Regent, eerst met vreugde begroet, om even spoedig de hoopvolle verwachtingen den bodem in te slaan; de godsdienstige twisten over het Jansenisme en de bul Unigemtus; de door Law geprikkelde speculatiezucht; dan de regeering van den walgeiyken Lodewijk XV ? de schreeuwend* ste ironie op de theorie van het droit divin ?; de beerschappij van de Pompadour en du Barrr, daarna de onvoorzichtigheden vaa Marie Antoi* nette en de zwakheden van dea goedigen Lodew^k XVI ? ter onzaliger uur geroepen om den oudermynden troon zyner voorzaten te ueklimmen; dat alles gevoegd by het zédelooze leven der grooten, de afpersingen der machthebbers, ds galante avonturen der aanzienlyke dames enz. enz.; dat alles, gaf stof te over voor geestige hekeldichten en byteudo puntdichten. En het waren niet alleen de ongelukkige slachtoffers uit dé lagere klassen, die dit middel aangrepen om ?wraak te nemen over de ongerechtigheden, die zy machteloos moesten verduren; tot onder de hoogstg plaatste dienaren van den troon wierf het gilde der hekeldichter* zyne getrouwen. Twee natuurlijke dochters van Lodewijk XIV, de prin sessen de Conti ea de Bourbon worden ons ge noemd als auteurs van chansons. Ook de grand prieur de Vendomo wist gces'ige liedjes aan eyu lier te ontlokken. Maar boveniü was net de graaf de Maurepos, minister van Lodewijk XV, die uit muntte door bij'ende satire. Dit &yu slechts enkele* namen; die vun de meeste dichters zijn niet tot ons gekomen. Daarvoor beslaat goede reden. Want het spreekt uit den aard der zaak, dat zy, die het mikpunt waren der hatclyke aanvallen, niet zachtzinnig gestemd waren-jegens degenen, die hen met hunne satiren vervolgden en aaarbjj govt'ooniyk de lacher* op hunne hand hadden. Verbanning of de Bastille wai menig werf de straf voor de overmóedigen, die het gewaagd hadden al te stout hun oordeel tn uiten en zicu betrapt zagen. Vooral Madame do Pompadour liet met met zich spotten. Zij wist van geen genade en trachtte zien door gestrenge straffen schodelool to stellen voor de tnllooze chansons, die haar aan de kaak stelden. Ook de drukkers en andere medeplichtigen móésten de grootste omzichtigheid gebruiken, zoo .zij niet met de lang niet zachte rechtipleging kennis wilden maken. Ja l zelf* werd in de tweede helft der achttiende eeuw een de creet uitgevaardigd, waarby elk, dio in het beiit van een pamflet werd gevonden, met gevange nisstraf werd bedreigd. Het behoeft wel nauwelijks gezegd to worden, dat men by 't bestndeeren der hier besproken lettervruchten «tuit op veel wat onze over* zeesche naburen inet den naam van shocking; bestempelen. Het was een zédelooze tijd en ds hekeldichters schroomden niet de ponten op 'd«' i's te zetten. Het blijft ook niet altyd bij de dubbelzinnigheid, voor welke de Fransotien een bij zonder talent bezitten. Daarby, hoe dikwijl* de hekeldichters -den spijker ook op den kop slaan, niet minder vaak is het slechts laster wat door ben wordt R;£^trAoidL alleen om een tegenston* *& of" een benyden gfflwWHtfJnjsen ve'keerd daglicht to' plaatsen. Trouwens OOK 'onze vvw** vtferTftwa^n-dtorvaanietaikeerig. Wat .1.vftjh i« een man als Oldenbaruevelt Biet naar 't hoofd «worpen. Men leze b.v. df ffulden legende van 3m nwn«oeti St. Ja» - «n 1618 gedrukt ent» tijde van de Witt nog een«iopgerakeld, «ooaii het ia de uitgave van 1663 heet ?tot klaar be richt gestolt voor den nleawengeresene Barne* velt" ? en men zal zich overtuigen, dat ook w Hollanders niet kieskeurig waren m 't bestrqaeB van togenitonder». En tegenwoordig? W. P. C, K. NAJAAB. Door het trillende gebladert Spartlen duizend zonnestralen, t Kweelend vogeiyn beproeft 'tLenteliedje te herhalen. Kajsarsbloemen, bont vaa kleur, Het de laatste vlinders koten; Wilde wingert verwt zijn blaan Met dea purperbloi der rozen. En het i* mQ, als ik staar Op het schoon der iiajaarsdagen» Of daarin de zomerpmcht Ons eea laatste gunst wil vragesv , fluTtlett: iÓ gedenk -Toen aatuchouwd in rijker bloei, . Vol van geuren, kleuren, glanzen, Kn nog eens, ali Wtste tooi, Opgesierd met doodenkransen; .Hoort gij de verdorde blala Riw'len over weeke «oden, 11« mija bede dan: Gedenk Mijner air eea lieve doodel" Eli»e Knuttel-Fabio*, VAAR EMANUEL QEIBEL. in. ZOOALS HET GAAT, Zfi zeiden tot de maagd: ?hy mint n niet Maar «peelt met u", en daarna buigt zij 't hoofd, Terwijl men op de Koon haar tranen ziet Al* rozendauw. Ach, had ze 't nooit geloofd l H\j kwam, b;>*peurJe 't twtyflen van sgn bruid, Het trotïohe hart gebood met zorff te mljen Wat treurig scheen. Hy dronk en lachte luid Om dan den nacht door, troosteloos to sohnyea. Wel klopte een heilig* eagel aan heur hart: .Reik hem de hand, hu mint u immer* trouw l" Wel voelde hy, to midden van zijn smart: ?Zy mmt u met de liefde vaa eea vrouw. Ze i« d« uwe weer; ali zU uw stemme hoort, Dan is wat n gescheiden noudt verbroken". ZQ sagen wel elkaar, maar 't tooverwoord, Door truta weerhouden, werd niet uitgesproken. Zy scheidden toen voor goed en, al* de lamp Die in bet tempelkcor 't altaar verlicht, Eerst mat wordt, dan gaat flikren, dan uit damp Nog eenmaal opvlamt maar dan eindlijk zwicht, Zoo stierf hunT>eider liefde, in 'teerst beweend, Daa krachtig onderdrukt en dan. . . vergeten l Daa twyflen of 't wel ern.tig was gemeend. Heeft men elkanders hart wel ooit begoten? Nu houden zy 'top 't kussen vank niet nit. Het is, als hun gelaat, van tranen nat. ZU droomen.... ach, wat toch dio droom beduidt, Die steeds weerspiegelt wat men eens bezat t Zij denken aan den vroegren, gulden tijd, En aan hun ijdel twijfleo, aan mm schelden, Hoe wijd zy van elkaar nu staan, zoo wijd, Zoo eindloo*. wijd l .... o God, vergeef hen beiden! H. Th. Boelen. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. Nu de lichtzinnigheid der resensenteu van dag tot dag toeneemt en by velen woorden de plaats van gedachten innemen, zal het niet onnuttig wezen, zoowel voor hen als voor de lezers, die iets anders willen, een* hunne methode te onder zoeken en daartoe ook te lezen het artikel van Gasteve Merlet: La crüique litteraire sous Ie premier Empire in de Revue des Deux Mondes van l Oct. H. Men kan er uit.zien, hoe oud die onbezonnenheid reeds is, ook toe a werd met algemeene fraai klinkende uitdrukkingen geschermd, om den een of ander schrijver te verheffen en tevens om ruw weg met gelijke algemeenhe den den tegenstander te verpletteren. Een held in dit opzicht was Dussault, die langen tyd in de Debats zyne orakelspreuken verkondigde. Mer kt zegt er van: Ces articles ne raanquent ni de correction, ni d'elegance, ni snrtout de facilité*. Mixis les jugements n'ont aucun relief, et n'entrent Jamais dans Ie vif. Ce rédacteur de lieux-oommuni a plns de forme que de fonds, et plus d'acqnis oue d'e*prit. Il est de ces fade* panégyristes qni ie paractérisent les talents que de par des a-peurè«j, et, prodiguoüt .de vague* épithètes, ne «avea t os dïstmguer nettement ou nnement les varié'a d'uue espèoe ou d'un genre. Even zoo doen zU met berisping. Yol veroordeelen schrikken die oppervlakkige klaokgevers voor al het nieuwe én ongewone. Een voorbeeld daarvan geeft ook Dussault, die o. a. Md.l. Genlis verre boven Md.l. Staël stelde, van wie hy verklaarde: Si on voulait relever chaonne de ses erreurs, ou feraitvingt volumes sur les troiiqu'elle ooniacre a la Litteraturc: c'est un livre bon a mettre au pilon. By A. B. Anerbaoh, te Berlrjn, zal weldra verichynen: Serthold Auerbach-Qalcrie, 12 Bilder tu den Scluoarewalder Dorfgeschichten. .Gems of Chinese Literatare" U de titel vaa eeu nieuw boek vaa Mr. Herbert A. Gilles, viceconsul te Shanghai, dat binnen kort het licht zal zien by Bernard Quaritsch. Het werk zal in een deel verschijnen en een bloemlezing bevatten der werken van een zeatigtal der beroemdste Chineescht auteura van alle eeuwen, ea dus de inleiding «ijn van eene algemeene Letterkunde van China. . In het Kersnommer van ?All the year round" zal een verhaal van Walter Besant worden opge nomen, getiteld: A Glorieus Fortune. Honderd zeven en zeventig voor het meereniel onuitgegeven brioven van Dickens zijn in en van den uitgever Bouton té Ne w-York. <3jOe New-York Tribune heeft vergunning verkre* ?één daarvan zes eh tachtig door Dickens aan Thomas Mitton geschreven, te publiceeren. Negen van deze zagen echter reeds vroeger het licht.? Dozelfde uitgever heeft ook 149 brieven aan Dickens geschreven in zyn bezit. Daaronder zyn er van Washington Irving, Daniel Maclise, Kobert B.ownitig.'M. C. Macreaqy, enz. Corpus Poelicnm Coreale: the poetrv of the ?ld Northern Ton;ue from the earlieit time* to tiie thirtienth Century i* de titel van een werk,' in twee deel*n, geschreven en uitgegeven door Godbrand Vigfusson en F. Yorfc FoweU. De Acodemy noemt het een schat voor alle beminnaars der Noordsché poëzie en eindigt «Un warme en uitvoerige aanbeveling van dit ?prachtige boek" taot de opmerking dat de dichtstnkken ui een* ?voudig^duidelyk Engelsch zyn weergegeven acoiding the affectation of arehaic or duutcialformt. Prof. Bulk'ey der ?Howard University" to Woshiagton brengt ?Flato's beste gedachten" ia een bundel «amen. HU volgt Mr. Joweht's ver taling. Mis* Thackeray (Mrs. Bitcbie) heeft fta Book of Sibyls" geiobreven. Het behelst vier essays: Mrs. Barbould, Mis» Edgeworth, Mss. Opie and ffliis Ansten.. . . Van dea voor de wetenschap te vroeg over leden Paul dit 8t. Victor is uitgekomen het derde en laatste deel der ?Les deux Masquea" behel zende: Les Modernei ?Shaketpeare: Le théatre francais depuis ses origine» jusqu'aBeaumarchai». Prof. 3fax Muller heeft eea paar weken ge leden de Sankrieteche dichteres Samabhai tot gast gehad. Hare inproviaatien .in de moeiiyklto dichtvormen verbanden, zegt het Athenaeum, allen dia haar hoorden. Zy «tornt af vaa eene oude Vedisehe familie «a is zeker de eente Sramani, die in Eoropc vertoefde. /NHOUD VAN TDDSCHBIFTEN. A» Sevue de* Deux-Mondet van l November bevat her. «lot der novelle ?Madame de Givre", door H. Babusion: ? «Jeaa Roquelin, één naai uit Louisiana", door.O.. Oable; ? ,D( loniale Politiek", door G. Charme*;Alezaadrirdsae", *<k»r J. Girard; ? ?De onrtin-4 ' -^H* ^,? verscheideoheden", door O. Yaibart, bent'?ai de gewone rubrieken. JTot«twB« Sevut, l Sov. ? ? Louis Panltat. La «ftuation repnbllealw (Suite.) Aristide Astrae. Le suffroge nnivenel en Belgique. ? Fournier de Flaire, Le developpement de Parii. ? Lnotea Biart Cayetano Vktoria. (Deux. partie.) Victor Champier, Le Mobilier contemporain. ? Gübert Aug. Tuierry Histoire de morte et de vivant*. (Deux redt etranm. re* diriva). ? Louii GaUet, Revue du Théatre (Mntiqne.)?Henri de Bornier, Revue dn Théatre. Het Leeskabinet: ?Dr. Johonnes Van Vloten" (met portret), door A. W. BteUwagen; ? .Een gezegende «term" door Th. Justin; ? .De zot", door Em. Hiel; ? «Naturalisme", door M. Henrique* Pimental; ? .GnstMf Mace, chef der veiIJgbeidjpoliti* te Parijs'', door J. W. R. Gerlach; ? ?Bü het standbeeld van Graaf Jan van Nauau (met plaat), door M. Brinkgreve. Inhoud van den Nederlandschen Spectator: Berichten ea mededeeliageo. ? Eene Holland sohe stad onder de Bourgondisch-Ooitenrijksche heerscliappQ, van dr. P. J. Blok, door J. G. Frederiks. ? De Reinaert, door C. V. ? Hereenigd, roman van Francisoa Gallé, door F. Smit Kleine. ? Jongste poëzie III, door W. Gosler. ? Uit het militaire leven, V, door v. W. ? Briefwisseling. Tj/dspieael. Nov: Dr. J! Ö. Scholten Maarten Luther 1483-1846. ?? Dr. van den Bergh. Over den oorsprong van het christendom (slot) ? Mr. A. Greehe. Een standaardwerk (do grondwettoelichting en kritiekdoor Mr. J. T. Buys.) ? Noorman geschiedenis van den dag Engeland en Ierland. ? A. J. Domela Nieuwenhuis. Een en ander over voeding in verband met veterionisme II. ?? Dr. Huizinga Ida Corn. Hendrik van der Ploeg («lot.) ? Mr. J. E. Barch. De wittenbergsche nachtegaal. Eigen Haard No. 44. Negen meisjes door Annie Tovre (slot.f ?Lauren* lleaal 1583-20 Oct,-1883 door J. F. Gebhard Jr. (slot.) ? Een laatste blik Op de tentoonstelling. ? Vorakundige verpooziogen door P. H. Schonte. ? De While Naaimachine door Dr. C. A. Scheltema. ? Hoe worden kleederen waterdicht ge maakt. ? Hoe men in China en Japan visohU Nieuwe uitgaven in Engeland: 8. Arnos, flistory andPiinciplesofthe Civil Law of Rome ....... . Ifiah. E. Berkley, The Pharaohs and the People, Scènes of Old Egyptina Life and Hiatory. , . . 5 . Lady Eutlake. Five Great Painters, Essays leprinted from the Edinburgh and Quarterly Reviews....... 16 , Handboek of the Panjab, Western Rajpatana, Kashmir, and Opper öindh .15 n ïbackeray, on CrutksbanK. . . . . 2 ? 6 d. D. M. Wallacc, Egypt and the Egyptian Queatioü 13 . W. H. Bishop, Old Mexico and her Lost Frovince*: a Journey in Mexico, Southern California and Arizona, by WBV of Cuba 10 ? 6 M* H. C. Bunner, A Woman of Uonour: a No vel of American Society . . . . 6 * 8. Falldws, Handbook of Synonyras and Autonyms,'....' 6 9 Nieuwe uitgaven in Nederland. Open .Brict aan den heer J. H. Gun ning Jr., naar aanleiding van iija geaclirift ?Het leven der menschheid en des mensohen . ............. ?0.90 Zénaïdo Flenriot, Rosamondo . . . . ? 1.80 H. ton Lankennu, Ophelia ..... ?2.90 W. 3, Loendertz, Melchior Hofmann . F. H. van Leent, De vluchteling in 't gebergte ..... ........ Dr. H. Oort, Der Ursprung der Blntbeschnldignng gegen die Juden . . . , Mevr. de Pressensé, Ursula . . . . . Reinaert. Oude tekst, voor oen ieder ver* staanbaar gemaakt door interlineaire ver taling van de. verouderde woorden en nitdrnkkinffen door R. Dijkstra .....; 1J60 Paul Frederioq, Diasertation* sur l'histoire des Pays-Bas au XVIe Siècle . . . n 2.10 E. B. Kielstra, Beschrijving vau den Atjeh-oorlog, met gebruikmaking der officieele bronnen. Ie deel ....... ? 7.50 l .30 O.uO en betoöfcei XIJVEKHEIP. Men heeft onlangs een electrischeu toestel'tot visohvanest op den bodem der zee uitgevonden. Dit zoeklicht bestaat uit Edysonsche eiectrische gloeilampen, van Ai sterkte van 16 kaarten. Deze z^n bovat in een hermetisch gesloten glazen buis, die weder door een grootea glazen kogel omgeven is en deze is in staat aan den druk van het water op de grootste diepte tegenstand te bieden. Deze lamp nu wordt in de diepte afgelaten en de zee door opschroeving .der lamp geheel verlicht. M*n verwacnt dat de visschen op den bodem der aee, door het licht aangetrokken en in een onder de lamp aangebracht n t van 10 voet diameter, dat op zijn tyd in de hoogte kon getrokken worden, gevangen kunnen worden. De steilste spoorweg van de wereld, tn den afgeloopen zomer werd in Zwitserland eene kleine spoorweglijn geopend, die .door haren aanlegnog meer indruk maakt, dan die op den Rigi. Deze nieuwe lijn loopt van Genève naar de kleine Engelsche kerk van Montraux en eindigt by een groepje hotels, Glion genaamd. De geheele weg is ongeveer 600 Meter lang. Men heeft twee wagens, die ieder 24 personen kunnen bevatten. Bjj het nederdalen der eene trekt zjj de andere op door middel van een touw van ijzerdraad. De dalende wagen wordt steeds het zwaarst gemaakt door eenige tonnen met water gevuld, die beneden geledigd worden. .De helling begint onder, een hoek van 32°, doch wordt al spoedig 67°. .Het is een aardig gezicht den. wagen langs die gevaariyk sohUnendelhoogte to zien kruljen, maar volgens den Heer Riggenbaeb, den ingenieur, die den weg heeft gemaakt, bestaat er niet hét minste gevaar i De wagens ?tfn voorzion van drie remtoest ellen: de eene wordt bediend door den conducteur, de tweede werkt auto-matisch. wanneer on verhoopt bet touw mocht breken; de derde eindelijk werkt door ?»mengeperste lucht, ongeveer als de westing-honse rem. Er'tdjn drie raio, behalve op het punt waar de wagen* elkaar paweeren. Dagelijks worden van elf tot. vijftien tochten gemaakt, MllUnlre Zaken. STEMMEN IN DE PERS. die den beschikbaren tyd hebbeo, om . iijks ia de sociëteit of elders de verüllende dag- en weekbladen te doorloopen, zullen bet kunnen getuigen, hoe die organen _;.u Legyeren ai h^ weteiuvfaardige te Teri, wat of verschillend gebied TOOralt tolk te zyn van bén, dié ia hei '?n het algemeen wer i en 'daurtoe hunoe omtrent die, waarover tU door hunne positie het beste tonnen oordeelen, in ruimer kring bekend gemaakt willen sien. Opmerkelijk is het, hoe In de laatste jaren de redacüen der verschillende organen hare kolommen be schikbaar stellen voor de bespreking van militaire zaken en toestanden; getuigt dit aan de eene zijde van meerdere belang stelling in de zaken, welke de defensie betreQen, aan den anderen kant is het een bewtys, dat er nog veel op militair gebied voor verbetering vatbaar is. Onbetwistbaar Is de kennisneming van die »stemmen in de pers" van groot belang voor hen, die geroepen zyn de bulk van staat te besturen, omdat zy daardoor dik wijls veel beter ingelicht worden omtrent den waren toestand van het gedeelte, dal aan hunne zorgen is toevertrouwd dan door de oföcieele rapporten, ene. en te* vens wenken bekomen, tolke van dienst kunnen zUn bil het nemen van maatregelen, om den idealen toestand, zoo nabij moge lijk te komen. Doch ook voor hen, op wier schouderen nog niet zulk' een zware taak, met de daaraan verbonden groote verantwoordeltykheid, rust, is het van niet minder belang, om van de in de organen der pers gedane mededeelingen, onthullingen, beschou wingen en wenschen kennis te dragen, daar allicht voor een ieder iets daaruit te leeren valt en, voor zoover het hun niet gegeven mocht zijn reeds dadelijk de gewenscnte ver beteringen aan te brengen, hunne aandacht daarop wordt gevestigd. Zelfs in het geval, dat de lezing van het geschrevene tot de gevolgtrekking leidt, dat do schrijver de zaken niet juist of zelfs verkeerd inziet, levert de kennisneming daarvan het voordeel op, dat de lezer zijne gedachten over het besproken onderwerp laat gaan, een onderzoek instelt en naar aanleiding van de verkregen uit komsten, óf in zyne overtuiging wordt ver sterkt, óf een ander inzicht krijgt in den toestand, dien hij tol nog toe anders had beoordeeld omdat hij niet voldoende reke ning had gehouden met de wegingen, die langzamerhand daarin zijn aangebracht of hadden moeien worden, ten gevolge van de veranderingen in het maatschappelijk leven en de vorderingen op het gebied der tech niek, enz. Ook op militair gebied is het: «Onderzoek alle dingen en behoud het goede" een gulden spreekwoord, dat niet altijd voldoende in toepassing wordt gebracht, getuige de lallooze wijzigingen in de organisatien, voorschriften, vcrdedigingsstelsels, enz. Intussclien moet erkend worden, dat er in de laatste jaren meer volgens een vast stelsel wordt te werk gegaan, hetgeen niet anders dan ten goede kan leiden. Toch blijft er nog veel te wenschen byer; dil blijkt uil de vele militaire artikelen, die in de verschillende hoofdorganen verschijnen. In de veronderstelling, dat de inhoud dier artikelen in nog ruimer kring bekend verdient te. worden dan in dien der lezers van die organen, laten wij hieronder volgen een kort overzicht van hetgeen in de maand October op militair gebied in enkele dier bladen is geschreven. Door vermelding van hel nummer van het betrokken blad, waarin het genoemde artikel is opgekomen, wordt de belangstellende lezer tevens in de gelegenheid gesteld daarvan in zyn geheel nader kennis te nemen. Hoe kannen de toegangen te water naar Amsterdam versperd worden, door Nautilus. (Hnnddsblad 2 en 3 October). Duitsebland is in het bezit van 18 gepanserde stiom-kanonneerbooten, type Wespe, bewapend elk met eea kanop van 30.5 cM. en met eea diepgang van 31 dM. Deze schepen kunnen de Zuiderzee bevaren en met halftg over Pampus vóór Amsterdam verschenen. Hoe wordt aan die schepen de toegang tot de Zuiderzee ontzegd ? Dese zee kan in de eerste plaats worden bereikt door de Vliesehe zeegaten, die niet versperd kun nen worden, omdat er te veel zee staat, en de stroom te sterk is voor de toepassing van «iukschepen. Wil men torpedo's aanwenden tot afslui.ting, dan dient men te bedenken, dat de stations gevaar loopen door 't vijnnds landingstroepen genomen te worden. Hetzelfde gevaar bestaat by torpedo verspon ingen van den Vliestroom en . het I'.schot, die voor zinkschepen to breed en te diep zyn. Het Inschat splitst zich in het Oude Vit» en het Zuid-Oostrak, De ingnncen van het Oude Vlie kunnen versperd worden door 6 of 8 zinkschepen, indien deze niet verdrijven, hetgeen door een proef zou moeten worden uitgemaakt. Wil men het Oude Vlie niet versperren, dan kan dit geschieden met het Schcurrak by den ton van de Biepel. Hét Zuid-Oostrak, dat niet voor versperring in aanmerking komt, leidt tot de Miadetffronden, die versperd kunnen worden tnssohen ton No. 5 en No. 4, Uit Znid-Oostrok bereikt men door de Doovebolff ea. uit het Oude Vlh door het Scheurrok en den Tesselstroom den Viitter. Ware het versperren van den Vlieier al mogeujk, DulUche kanonneerbooton zonden by hoog Water door het vaarwater noordwaarts vaa de Javoruggen toch de vlakte der Züiderzee. kunnen bereiken alwaar zy groot gevaar loopen by laag water en den minsten tegenspoed aan den grond to geraken. Ware Nederland ia het bezit van een notille berekend op de plaat selijke omstandigheden, dan zouden versperringen noodig noch wenscheljjk zyn. Nu dit niet net geval is, moeten versperringen worden aange bracht aan den ingang van het Oude Vlie of in het ScJteurrak, ia de MÏaddgronden en in de Doove balg, als zinkschepen. ten minste niet in deze wa teren verdrijven, om den vQand langs de Noordzijde den toegang tot den VlieUr to ontseggen. Deze kan echter ook bereikt worden door de Tesseltche KtjioAen. Tot de afsluiting van deze «telt S. voor in het Schulpengat electro-schoktorpedo's tuuohen dea Zuidkant der Sollen en het vaste land to leggen. Zy kunnen worden bësohermd door het vuur van Kfhluin, evenaU de voor to ?tellen torpedo't in het- Ereewfd. BQ de verdeditoek WUkunde een awar beecheidea l* opleiding vaa iTfiag wortftge..,_, .? opfiidlag wss** schen in to krimpen, omdat «4 voor aejt tM«nadeel der ofiaottrea to waiaig praetiica* waard» heeft. De Academie moetatat verlaagd worden tot een africht-«chool. Op breeden grondslag moet de opleiding aldaar plaats hebben; vooral voor artillerie- «a genle-offioieren h een vrji omvang rijke wiskundige opleiding aoodig. De diffe vakken worden inTet Wef alsli vakken bwtudeerd, niet de wiskuuue, daarvan behoort op jengóJjr»al«efM|d verkregen to wordn. Inkrimping vaa de wiikundig* oplsMlag aan de Acadeniie wd de waardVdftr intteülng verminderen. Gebrek aan officiereu mag geen aanleiding zijn tot het «tellen van lagen eUchen. Daarin moet worden voonien door de opriohtiug van voorbereidende scholen. De vereenlglng van op de marine tot behandeling betrekking, heb bende onderwerpen, door Nautilus. (Handelsblad. M October.) In de oprichting dier vereeniging ziet B. het bewtj», dat de zee-officieren het niet eens waren Met de verklaring van den Heer Kool, afgevaar digde voor Arnhem, toen dese in de Kamerzittiag van 15 Deo. 1883 wee* op het feit, dat de zee-officieren zelden in het openbaar schrijven over den toestand van onze vloot Wellicht heeft deze verklaring tot de oprichting medegewerkt 8. erkent de waarheid der bewering van den lieer Kool. Hu zoekt de oorzaak van het zwij gen der zee-officieren in het onder hen heersohende denkbeeld, dat vooreerst om finantieele redenen geene wijzigingen van ingrüpenden aard to wachten aün. Nederland is niet in staat de groote mogendheden op den weg van voortdu rende veranderingen in het marine-materieel to volgen. Het moet wachten tot eea stilstandspunt is oereikt. 8. meent, dat dit thans het geval i*. Gewichtige verbeteringen moeten worden aange bracht. De studie van den Kapitein ter zee Binkes kan als de voorlooper daarvan worden beschouwd. Deze studie moet tot onderwerp van dergelijke voordrachten in bovengenoemde ver* eenurinct worden gekozen. Militaire dwarsktfkerS, door Man. (Handelsblad. 24 October.) De geschiedenis leect, dat door politieke schok ken geen duurzame verbeteringen worden ver kregen. By de omverwerping van toestanden worden slechts personen verwisseld, zonder de omstandigheden belangrijk to wijzigen. Frankrijk levert ons daarvan in zijn jongste politieke ge schiedenis op nieuw een voorbeeld. De circulaire van 12 Sept. 1883, betreffende den werkkring der gendarmerie, in de wereld gezonden door den radikalen Generaal Thihaudin, droeg geheel den stempel van de staatsstukken onder het Tweedo Keizerrijk. Volgens dit stuk werd de gendar merie verlaagd tot geheime politie. De nienw benoemde Minister van Oorlog, Generaal Campenon, heeft zich gehaast de gendarmerie van haar dienst als veemgevecht to ontheffen, NogmaalshetKoloniaalWerfdep6t (Vaderland. 8 Oetober.) Het Koloniaal Werfdupot i* Ie weelderig inge richt. Tot staring van deze bewering beroept zich do S. op' een «tuk van zijne hand geplaatst in Het Vaderland van 7 Ootober 1882. Tut ver-, mindering der uitgaven voor het Koloniaal Werfdapöt stelt 8. xvor het daartyl werkzame kader to vervangen door gepennonneerde officieren en gegageeroe mindere militairen vsn het Indische leger. Genieten deze eene toelage boven hun pen sioen of gagement, gelijkstaande aan de helft der traktementen of soldijen van hunne rftnggenooton van het Nederlandtche leger, dan zonde daardoor jaarlyksche bezuiniging van cc. f 30.000 ver aoofd«aka]|k ofBoisrea i.__ -,^~ ~ ^Ü^S&KSlA^SSm ' ?*3P'VZÏa& Vs*1 wapeni wordt sMweasa. Door oaa ? ?. beTolen d* traktementen der l«irea«at« j»rigea offtTtonJisjnM opfuikewtsetovei «Jamede am hei t«atal<Uea»t>raat vior, owfataag henikt ii, med» iarakeaJagtol Het laatato middel, eea areeak «p 4l l ring tot otócieToplaUnlleftir aiw aanbevolen. Bea radioat* waeatoa' wfl overigeas «Iftütti, oven-egaaa tot de mvoering vaa daa vfjj penoonbïkea dlaait Dan kan lMaaat.il officieren verminderd wordea, t vallend* offidersplaatien door kunnen worden Jageaoawa. B| L. men daa met aog meer kim op aamdringen. Een ander middel ^boetaat wtj-dgmg vaa het oplekÜngattelsel tot . .. , waardoor meer waarborgen voor bnede ontwik». keUag oer adipinatoa wordt verkregea, DfartosJ moit worden medegewerkt De «taafltaa daarbi aleohts winnen, en niet minder d* luitenant all de toevloed geringer wordt. «DE LUgHTTORPEDO VAM DEN INGINIEÜR BODEGK. Op mflrUir-teonnisch gebied hebben voortdareai . uitvindingen plaats; maar vele dezer Ügkea 14 de practjjk van weinig dadelijk nnt to sfla. Todt is tgoed op de hoogte .te wezen van het beataaa en de inrichting aller nieuwe aitvindingen; aan gezien uit het onvolmaakte «oma «poedig bat volmaakte geboren wordt. Een der laatste nieuwigheden fa de drijvend* lachttorpedo van den ingenieur en aaronaut G. Rodeck te Cbarlottenburg, «en toestel dat bij ba* legeringen van vestingen dienen moet, om daar» binnen uit de lucht groote ontplofbare projeetielaa te laten vallen, die enorme verwoestingen moetoa veroorzaken. De luchttorpedo bottaat nit drie hoofddeeleai name?ijk: een luchtballon, welks grootte in ver band staat met het gewicht der torpedo; eea kastje met machinerie, hangende aan het netwerk van den ballon, in plaat* van de gewone mand of het «chuitje; de eigenlijke torpedo, die aft bladkoper vervaardigd, onder aan het kastje be» vestigd is, en eene groote hoeveelheid dynamiet kan bevatten. De juchtballon wordt met waterstofgas gevnUL en buiten kanonschot* afstand der veiling opgo-laten. De plaats van oplating, zoowel als d* hoogte tot waarop de ballon stagen moet, wor den zoodanig geregeld, dat hu in een lucht* dtroom te recht komt, die hem over het midnen der vesting voert. Om een en ander te kan sen regelen worden vooraf kleine proef heilont opgelaten. Zoodra de ballon midden boven dr vesting zweeft wordt van af de oplatingsplaatl bewerkt, dat de torpedo het kastje loslaat aft naar beneden valt Dit loslaten geschiedt of dootf de werking van een eletrischen stroom, in «elk geval de machine van het kastje door middel vaa ? ?en kabel verbonden is met de plaats van opl** :ing, of door te trekken aan een zoogenaamd* ioslatings-lijn. Gelijktijdig met het afvallen der torpedo opent zich door eea mechanisme de klep de» ballons, en blijft een weinig geopend «taan. zoodat de ontlaste, en daardoor plotseling* rij zende ballon, niet bariton kan, maar na een zeker tlf een j»u..v..__v _.__.,.._.__ ? . kregen worden op de Indische begrooting, Het Nederlandsche leger wordt daardoor ontlast vaa een onaangenamen dienst, het behoeft niet meer to zorgen voor de recruteering van het Nederlandsch-Indische leger, terwijl het tekort aan kader by het Nederlandsche leger kan worden verminderd. Spaarzaamheid ?dure plicht?" (Foderland, 22 en 24 October.) Verschillende posten op de itaatsbegrooting veroorloven inkrimping; Voor buitengewone uit gaven wordt' 2 millioen minder aangevraagd, waaronder l millioen voor de voltooiing van het vestingstelsel. Deze bezuiniging is af te keuren, omdat de kosten der overigens noodzakelijke werken met elk jaar rty?cn. Het departement van Marine vraagt meer geld, eerstens voor de kos ten tot herstelling der marinewerf, in de tweede plaats voor den eersten uitgetrokken tornen van een'8« millioenen, al* hoofdsom uit te geven voor zeer dure schepen, die niet bestemd zyn'voor de verdediging des vaderlands, maar tot vertopning van onze vlag en tot het aanknoopen van nieuwe bctiokkingen. Op het besluit der Staatscommissie ingesteld tot onderzoek, of inkrimping der ma rine werven upodzakeiyk is, wordt voornitfjeloopen door het uittrekken van eea aanxienluke som voar irurinewerven. Do buiton'/ewone uitgaven van Hoofdstak VIII zijn aanzienlijk lager begroot, dan die voor het vorige dienstjaar. Dé gewone uitgaven zyu ech ter f 194.000 hcoger geraamd, eerstens voor op slag van de traktementen der adjunct commiezen, boden en klerken van het Departement, f 15.000 wordt uitgetrokken voor de wijziging in de ver houding van de aantallen Ie en 2e boitenants. De positie vau den officier' wordt door deren maatregel in het minst niet verbeterd. De trak tementen der officieren zjjn te laag. Traktenientsverhoogiag na een zeker aantal dienstjaren inden geest van de verbetering in 1881 kan alleen baten. f 70.000 wordt bestemd7 voor de toekenning van een hooger. pensioen aan de onder-officieren en minderen, die gepensionneerd «ün vWr de invoe ring van da *»vt van 29 Mei 1877. De vorm van dit voorstel wordt afgekeurd. De, t* termijnen worden uitgetrokken voor het bouwen van nieuwe kazerne» to Haarlem en Dtreohti zonder toelich ting boe over de bewuste «ommen aal worden beschikt. Open Brief aan den gepensionneerden Generaal-Majoor graaf vau Lim burg Stirnm, Adjudantde* Eonlagi in Duitengewonen dieait, afgetre den Voorzitter van het Anti-Dien»tvervangingsbond. ' ' (DU, v. Z.-H.en 'f Gr., 26 Oct) Door een der kapiteins, die «fob. door de bevor dering by keuze van den Majoor by den Generalen staf A. Kool verongelijkt 'rekenen, wórdt protesf aangeteekend tegen déxe promotie, als strijdig met net landsbelang, omdat 24 ofteieren ia hqnne belanden toja.to kort --J? »*- -~^giag der ^esselwhe zeegaten i« de hulp van de vloot noodig; «lult men alleen d« Hekdeur af, daa' ligt dm Helder met on«e etabU»»ementon blootgetteld aan het vfjandeiyk geechatvunr. Het Noordteekanaal en bet Notrd-Hotlandsck kanaal moeten afge»loten worden door torpedo* ' m, terwijl zinksebepenl daaraohter in moeten liggen. 8. driagt aan op het eaa xast plan f»a rertperrmt»*,Tevm«*r" oageiyki reeds 15 De verwordt te meer ge voed, nu de kapiteins jaar dien rang bU het wapen' der artillerie bekleeden alvoreni tot majoor Genoemd to worden. Aan het beatuor van hetAnti-Dieiutvervangingsbond wordt de vnag, gsocDt, hoe) dit bestuur bü moode vaa zifn riaderlakea voorzitter bedoelde bevordering kan toejuichen Lotiverbetering (Nieuw». v. ' der Ittitén'anti. ' fce?'i' 1883 zullen deze «wevende luchttorpedo'», met toe*temming van het Dultoche ministerie oorlog, op de artillerie-schietplaats te Tegel i tisch Deproefu worden. Uit een militair-aera tiscb oogpunt beschouwd is de uitvinding der luchttorpedo zeer gewiéhiig. Men moet evenwel afwachten of, en m hoeverre, de practiwhe b«- ' teekenis dezer uitvinding zich bevestigt; aekar sal «j er toe bydragen om het vraagstuk der militaire luchtvaart nader pp to lossen, een quae»'' tie aan welker eindoplossing, zooal* genoemd blad bericht, door den generaal veldmaarschalk von Moltke niet getwijfeld wordt. J. BIBLIOGRAPHIE. De Militaire Spectator No 11. Bijdrage tut de ballistiek van net getrokken1. geschut, dóór W. C. HojeL (Vervolg).?Valt harto welkom l door G. J. W. Kooleman* Bennen. 1ste luit der Inf (Vervolg). ? Een paaropmer» imn til gèelgeoheid van de najaanmanoeuvrag in 1883, door C. D. U. Schnéider. ? De fort* ?? manoeuvres in 1883, door A. L. W.Seyffardt? Het inschieten met groote artillerie-afdeeUngea, door v. P. ? Militaire sprokkelingen, door Sprok> kelaar. ? Boekaankonoiging: Aneh vaa Ski De-> c mbcr 1875 tot 4 September 1876, door H. F. Meijer, Kolonel van den Generalen Staf bij bet Indische leger. ? Overzicht vaa buitenlandsché tydschrifUn. ^ - !i '1 ;»j SCHAAKSPEL No. 44. Tan den ond-rad«ctaur vaa Sitta. ZWART. . WIT. ? Wit *J**U voor en geeft ia S «?«?o, mat. (WU * w Zwart 8 «takken m*t K. X4; ru Se4a«kartWtt« Ne. « D I ? D 41 O 6 a. D 4 (a F ? ? FT Ad Ubltom. f T .- O T mtt. ; ..'.. . . . * 0«-B7(a. FI-Ï7+ OnwwohaUt. D. ? A l of H 8 of T 7 - O T raat» . D4? O 4+ D. et T. pen mat OnvnsehUng. , in 't (

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl