Historisch Archief 1877-1940
^s^
^aw^^
??.? ? ; ? > ??."?v-At?ï.irv.-^\'',,' '?V-V'? ";,W-'''v-.';' ?';*'.??'?".'?':"'?i
E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No, $35
PI ' i
"Wit nu de ttowek betreit: sy ii met aonaer
w leven, doch bestaat «ut samenhangend
. voofaJgegaaa door een« ellenlang*
ouVfrtare, w«*riator bekorting demerkmrdigsto
?fMVW «ordt overgeslagen. Drieerlei drinkkoor
bat in de «pent voor: in 'tamte bedrijf eeae
wering tegen de Engelschen, in bet tweede
Atlearo baceanale, bü de ontvangst der
?_»«, en in het derde bedrijf een drinkkoor
?pelgrim* iel ven.' De finale van 't tweede
be' waarvan de bacoanale een deel uitmaakt,
rene hot belangrijkste auauner 'der oompo*
. ofschooa de -muziek vaa het eerste bedrog
t algemeen, door «childering der karakters In
? l afwiïseling, de boeiendste ii.
Jtpfè* tv*' m hst OM eli of meerdere nummer*
?ar tfpera reed* gecomponeerd waren, alvorena
iaën er den Mmeuujuiendea tekit by heeft
geMhreren.
Een groot aantal «oio's, duo's, aoa nit het werk
kannen verdwijnen, «onder aan de harmonie te
?cbaden. Ja men moet het onderwerp geheel uit
hét ge prokene gedeelte leeren kennen, londer
hetwelk de partituur een raadsel is, te meer
dewijl de per*onaidje* op den titel alleen met
kunne namen-worden aangegeven en hunne on'
derlinge betrekking niot itaat vermeld.
Wat de uitvoering aangaat, kunnen *jrij getuigen
dat zij met aorg u bestudeerd. De grnoemde
Banger* s voldoet alleszin», al* wjj de ondankbaar
heid van de» tol daarbij bedenken. Madame
Itiroir, de chanteuse Uge>e, die deze rol van een
petsoon met name Fetrita tusichen Frantchen
en Engelschen in «taande «peelt, en aldua de plan
nen van René bevordert, wai voldoende, vooral
door hare kleeding.
De komieke heer Deschampi al* Engeluchman
waa recht gued op zijne plant», doch vreemd klonk
z$n engelach accent in zijne fransen «prekende,
?ngelsche omgeving. Zijn, vriend Gusman, de heer
Fottier, «peelde almede «er koddig. Olympia liet
een voortreffelijk orgaan hooren. Wat tij zon (f
wa< onbeduidend; wjj willen Madame Bernardi,
die doorgaat vooreene voortreffelijke kunstenares,
bier niet streng beoordeelen, Haar «pel wai
ordinair genoeg voor de situatie, want Olympia
laat zich met amouretten in, g«lyk haar gemaal
Gusman, van zijne tijde. Olympia vertegenwoordigt
overigens in de opera de vrouwen, welke in
St. SebaiUaan de engelsche partij omhelsd hebben.
Daaruit volgt het aan haar gerichte telegram ea
da verdere ontknooping.
Somme toute, wy geloovendatdeopcYa-conu'gtie
Donna Juanita weldra verdwenen zal, geluk de
nlatgeschoten muren van St. Sebaotiaanl Doch er
Behoeft niet geschoten te worden.
Het publiek zwijgt de opera dood.
De lezer herinnert zich misschien den naam
v*n Fr. Gittens, wiens werk Karel van Gelder
verleden jaar op ons nationaal tooneel werd ge
geven; waarvan de voorstellingen werden geschorst,
om er eeuigenoodigo veranderingen in te brengen;
Gitten* heeft met een ouder werk, Jane Store,
den driejaarljjkichen prös van vlaamsche
tooneelletterknnde behaald. Wij zullen Jatte Shore bij
deze gelegenheid niet berispen, wü raden den
?ohriJTer alleen matiging, natuurlijkheid, edele
natuurlijkheid en psychologische karakterstudie
aan, van de andere zijde vermijding van jacht op
affect en daarmede samenhangende opstapeling
van gebeurtenissen. Het is Beer nuttig Shakespeare
bestudeerd te hebben, maar men moet danrby
Bbkere groote eigenschappen van het aloud grieksch
tooneelV met ziju edele, kiesohe natuurlijkheid niet
?kt laten, Moge de kunstenaar zich door
iraal niet laten verblinden l
h
)ft hier te Brmwel verleden-week qoniga
snomen met de toepassing ? der electn*
de paardebanen (tramwat/). Hiertoe
nog altoos bestreden stelsel van Faure
gebeztgu, namelijk 32 ophoopersofaceumulafeurs
van de zwaarste .soort, met electriciteit gevuld
door middel van den stroom der gewone
dynamoelectrische werktuigen. Het gebruik vau 't
Fouresohe instrument was zeer voldoende. Toch
spreekt men van eene nieuwe vinding van Dr.
Thomaiie, welke slechts een zesde van t ge wicht
zou hebben van Faur«'« werktuig.
Boe noodig het is dat ook de wetgevers een
weinigje de zeden, den aiouden toestand en de
taal oer stad leeren kennen waar zij zetelen, en
van waar hum. e bevelen uitgaan, heb ik verleden
week met een voorbeeld getoond, waarop weldra
nog andere zullen volgen. Wat uitsluitelUk de
taal betreft vinden w|j m onze offioieele stukken
heerlijke voorbeelden ter bevestiging van ons be
weren. Daar lezen wij in de wet van Augustus
1.1. monstra als deze: ?Etablissement* speoiaux
fl'enseignement"; vertaald door: ?Inzonderlijke
gestichten," ?Dossiers des recours, door
?zaakEondeb dar verbalen," ?magistrat émerite",
door- in ruststand gestelde magis
traat"! Als of de regeering zich niet tweemaal
aan denzelfden steen wilde stooten, heeft z$ daar
entegen de verhandelingen over de gezondheid
der huisdieren, over het opruimen van kren
gen en. van besmette dieren enz. nitslniteujk in
bet f r a n s oh laten drukken. Heersoht er dan
alleen in'iWalenland tongvliesontstekingV
""BruiMl, 17'Hor. '83.
, A» M»
UIT PARIJS.
De zaak Clovi* Hugnes. ? De bende
van Nenilly. ? Een oud-gediende van
'48.? De vette os. ? De opstanding
\ ' van Thérésa. ? Het standbeeld van
' Alexander Damas.? Bedevoeringen.
'?'',. Parijs, 9 November '83.
Een dichter van talent,' afgevaardigde,
onberisjelflc van reputatie als echtgenoot, i* zoo onhan
dig geweest veel beweging te maken van een
itqfaffflfc» zaak, die beur onbesproken was
gefckvea. Een. ?tmreaa van informatie," sooals er
vale te Parijs lijn, had zfin vrouw
val*chbe«chuldigd vóór baar huwelijk -Mae onvoonrichilgheid
begaan te hebben. Een Ueht begrijpelijke woede
beeft zich toen van. vrouw en man meester ge
naakt. De eerste i* binnengedrongen in bet
bals van «ene weduwe Lenormand, de
voomaamvto lasteraarstér, en heeft dese t>öna "met een
'twrolvér doodgeschoten. Van tijn kant heeft
dovis Hugues een zich noemenden baron< die
-beu gedienstig op de hoogte gebracht had van
*gn vermeend nnwelüksonheil, een paar gedachte
oorvegen. toegebrachi Groot gebabbel hierover.
De dames vinden dat mevrouw Oloris Hn«uos
wal wat driftig geweest is, en dat men haar
beter zon geloofdliebben als haar gedrag kalmer
wat. Wat de heeren betreft, die gewoonlijk over
bonne vrouw zooveel niet doen spreken, zo be
grijpen de luidruchtigheid van Clovi* niet, Het
?rgne is, dat de caak weldra
feeele rechtbank cal komen
voor de
correoUoen dat dan
eraof te vreezen z^jn.
atige onthullingen te hopen . . . of te vree
InfuMchen is na een* nieuwe bedreig! ?
mevrouw Huguat. net haren revolver, merrouw
Leconnand. die «waar ziek lag, gestorven.
Eene andere saai, die voor het crimineel ge*
IMhtsbol komt, is dfa van de bandieten van
Hea%. Neuiüy, een elegant plaatsje ia den
?svEBsJc van Parijs, werd sedert veertien dagen
B*eUilm»tig geplunW, «eheel leeneroofd, door
m» c^T«b«naTz5fc&bb*a de dZeren ge
at weten aat al hun woorden ea daden besehre ven
worden, ?in deae romans hebben wU geleerd, hoe
wy moeten handelen om een geduohten bond bs
vormen, die Parijs «al doen beren ea ons
müliObnairs maken."
EB dit k maar al te waar. Sedert «euige jaren
waren de eatehiedenitsen der ho\en van assises
in de mode. Romansohrijvers en dramaturgen
hebben in boeken «n toooealstukken alles ver
zameld wat aan misdaden, diefstallen, moorden
eua. te vinden was, maar daarenboven er verzonnen
die verschrikkelijker waren dan de werkelijkheid.
lieer dan eene vergiftiging, meer dan één moord
is veroorsaakt door een bedrijf in het Ambigu of
eene blads^de van Ponsön du Terrail.
Terzelfder t(jd dat men de Kénilly'sohe dieven
ffevanaen zette, beirroef men een oud-strijder van
1848, burger Martin Bernard, geboren in 1808,
eerst lettersetter, toen revolntieman, eindelijk
gedeporteerde te Mont Saüit-Michel. Al* verte*
genwoordiger van het departement der Loire
Destreed Martin Bernard vurig de politiek van
het Ely*èe en onderteekende alle aanvragen tot
in beschuldiging stelling van Lodewyk-Napoleon
en diens minister», liy was een boezemvriend van
Barbösen Blanqui. Hij sloot zich aan bü de beweging
van 13 Juni 1819, maar slaagde er in, aan
de nuporingen der justitie te ontkomen en
vertrok over België naar Engeland. In 1671 werd
hy weer door de Loire tot lid der Assemblee
Nationale verkozen, maar de slaat zyuer gezond
heid dwong hem in dé schaduw te blijven.
is zeer eenvoudig begraven. Ous geslacht heeft
mannen van l&S vergelen. Er is sedert di
tjjd zooveel gebeurd. Wü heiben er zooveel
begraven die na hem zich opgeofferd hebben.
Van plechtigheden gesproken, men denkt er
over, den optocht van den Boenf Gras weer in
te voeren, liet volk van Parijs krijgt tegen
woordig niets vroolyks meer te zien, en daar
houdt het zooveel vau. De oude gewoonte was
een voorwendsel voor niascarades en optochten
te paard ; dat ii alles met den Vutten Os ver
dwenen en de kleinhandel zou bot wel gaarne
zien herleven. liet algemeen goed humeur zou
er miucliien bü winnen, want inderdaad dat ver
dwijnt I» het nl ons bnitenlandsch oorlogvoeren
waarover men zich ongerust maakt, of, zooals
sommigen beweren, al het buitenlandiclie bier,
dat onzen gecit logger doetz\ju? Het is de vraag
echter of inet het weder invoeren van eene ge
woonte, die uitgediend had, de oude vroolükheid
zou terugkomen.
Eene vroolijke zangeres uit ouden ti)d is weder
op de planken vu» het Alcazar verschenen; de
bekende Thérésa. Ondank* haar wegblijven ge
durende verscheiden jaren, is Thérésa populair
gebleven, daar ztf een populair genre, de
c/ianso«, uitstekend vertegenwoordigt. In 1865
wekte, zü een ware geestdrift, dio zy uu tracht
te doen herleven. In dien tijd gat' men baar
scbatten om in de nrietocratifcho salon te
komen zingen, en in alle liefdadigheidsfeesten
werkte zij mee. Thérésa heeft by de uiterst
vioolijke tonen van La femme (t liarbe en Lu
garaeuse d'ours ook Lier en daar den gevoeligen,
teedereu toon weten aan té slaan en wist dien zeer
juist te pas te bretigeti. Als zy zingt lïossignolet
du bois' sauvage i* er nis een geur van vochtig
mos die u naar het hoofd stijgt; nooit vond de
poëzie van het land -welsprekender vertolkstcr.
Wat haar zelve het meest oehaagt, zijn juist die
landelijke verzen; men zegt dut het haar steeds
leed doet, wanneer men Rien n'est sacre pour
un tapmr of Les Trois canards van haar vraagt.
?En laat mij u nu nog spreken over Alexander
Dumar, den grooteu acheppenden geest, dio bijna
onbemerkt te, midden' van de stoxmnn van. het
Ar,née TtrrilAï in 1871 verdween. Eindelijk,beeft
hij de beloouing verkregen, waaróp hij sinds
«qolang recht had; Zondag is in het Square
Malesherbes zijn standbeeld onthuld. Het bronzen
monument is geboetseerd door ünatave Doré,
den teekenaar; bet is zijn laatste wei k geweest.
Het toont ons Dumas père, met zijn kroeskop,
glimlachend en goedig; hij zit op een stoel en
.houdt de pen in de hand. Vóór op hot voetstuk
zit een meisje zijn werken te lezon; een
werkman en een knaap kijken aandachtig mede
in het boek.'Achter het voetstuk staat d'Artagnan,
de musketier, met den degen in de hand, den
vilten hoed op één oor, in een sierlijke, kranige
houding; htt schijnt over zijn vader te waken.
Ik woonde de plechtigheid bü met al wat te
Parijs een letterkundigen naam draigt; zij bestond
uit vgf redevoeringen. De offioieele sla ik over:
die van Jules Clareüe schilderde hem uitmuntend
als dramaschrijver, die van Abon als letterkun
dige, de laatste was schitterend van fantasie en
geest. Edmond Abon, met zjjn witte haren, zijn
torsche stem, heeft aller toejuichingen verworven.
Vooral op de goedheid van Dumas wees hij.
Alezander, de zoon, wa* innig ontroerd; men
weet welk een goed vriend hu aanzijn vader had.
LEVEN EN WERKEN VAN G. WAALNEB.
? ? ? ;i- ' ...
(PoBrie door G. Waalnor. Haarlem,
W. C,-de Graaft*.)
De dichter, van -dezen bundel moet indertijd
een interessante jongen geweest zijn.
'n Verstandige jongen, 'n poS'ische jongen en
toch zoo heelomaal een jongen zonder logika.
H|j bewoog zich in een kleinen kring van
Orthodoxie en burgerlijkheid, en dat hu de eerste
hftar zjn niet gaf en van de laatste niets dan een
zekere stijfheid overhield, bewijst dat er toen
reeds iets meer dan gewoons in dien jongen stak.
Waalner had reeds vroeg b{j zich zelven be
merkt dat hij met een beetje goeden wil en wat
gver redelijk gangbare venen schrijven kon.
Beter gezegd, fig voelde zich dichter.
En toen hy kort daarop begon te twijfelen aan
de leer der kerk. begreep hy spoedig; hoe zijne gaaf
hem te stade kwam. Twijfel in verzen zag er
altyd nog verhevener uit dan twijfel in twistge
sprek op katechisatie, en zoo kwam- het, dat zune
gemoedstoestand hem ? weldra allerbelangrijkst
toescheen.
Zijn onschuldig Boeken tuuohen allerlei waar
heden kwam hem voor ingespannen denken te
zijn; de welgemeende duwtjes en kneepjes van
orthodoxe vrienden waren gelijk pijniging van
kruis en doornkroon -r- het scheen nem zelfs iets
begeerlflks op die wijze gemarteld te worden
voor zijn dichter- ,en denkerschap, verheren als
het was in dicht!
Denken beviel hem, en daarom dacht hij toen
ter tfld reeds over Pessimisme, Réalisme, Idea
lisme, den oorsprong van het menschelük ge
slacht en ook over eene geheimzinnige juffrouw,
die hy op bis, 21 als .Machtige" aanspreekt en
waarvan tegelijk gezegd wordt, dat zij den mijn
heer, die baar beeltnis te tóen vraagt, zonder
bedenken neerstort. ? . .
Hjj kon soms oogenblikkea hebeen van groote
neerslachtigheid-en dan was de slotsom van zUoe
overpeinzingen meestal:
St»#4» verlangen, nooit
Van d* Ënd*b*id af;
EiadUJk moed», ? nadanygMi
In net wachtend gnfl
Gelukkig, voor ons waren dat «leohte oogea
'"-?-in, veelal het gevolg vaa ondervonden togen
ia het denken. Hit graf was wachtenden
hem dit mogelijk was, zlea we ia «ijne beschrijving
van een herfstdag ? to veel btsokr^ving voor
zeker ia plaats van schildering ? .maar vol vaa
juiste waarneming en beeldrijke uitdrukking:
Thans waggelt aen wyi* d* nevel,
t Logg* gavaartf
Al* bMohoakeae b*oa *a w«*r en hy vlijt slok
Slaperig nog op het landschap.
Wil iemand hierbij opmerken, dat deze regels
ook de eenige goede «ün in het eerste bnndeltjen
dat de jonge Waalner uitgaf, dan deoke hU vooraf
aan den jeugdigen leeftijd vaa den dichter, die
«elf verklaart dat hij bfl het schrijven er van
niet dacht dat zijne «tukJeni ?ooit gevaar «ouden
loopen op de ontleedtaiel terecht te komen."
Terwijl het daarenboven een oude leer i», dat
men den mensen naar het innerlyk en niet naar
het uiterlijk moet beoordeelen, vooral hollandsohe
dichters, die gewoonlijk veel meer in hun ziel
hebben dan ooit er nit komt.
Doch gaan we voort met onze schets van de
jeugd des dichters.
Ondanks alles wat hy gevoelde «n dacht is hem
de beminnelijkste eigenschap der jeugd zeer lang
bijgebleven. Zijn rewtaeeren ea met jongensach
tige wijsheid allerlei ouder werpen te bepraten zon
der de minste logika maakt hem aantrekkelijk.
Proza noemt hy alledaagsoh en poëzie ? nut
alledaagtch ? «onder lang er over iia te denken.
Den criticus stelt hy zich voor als er n geleerde
en als iemand, die er vermaak in heeft
zonderegisters op te maken en kleine Waalnertjens
de les te lezen.
Met alleraardigst weinig begrip van het w
erkelyfc leven gooit hy, gulgauw jongensachtig,
den pessimisten tegen:
Gsaft go ook 't beirjji dat ons hoogste Ideaal
maar een (fdelo droom waar l
Hoer.dan uw haUlorit betoog
bleef ons dat droombeeld nog liot
Hen moet een opphilosofisch jongmensch zyn
als Waalner was, om eea ijdele droom boven een
helder betoog te stellen.
Toen Waaluer nagenoeg den leeftijd had, werd
hy verliefd op een jonge juffrouw, die den jeug
digen gallant met laclijens en lonkjens, naar t
schijnt, het hoofd op hol bracht. Nu was het
niet voorzichtig vau Waalner om, verleid door
die lacbjens en lonkjens de joiigejuffrouw plot
seling zyni haud aan te bieden. Bij liep er eea
bUuwtjd door, als te denken wa*.
Doch toen kwam de jongensaard van den jon
gen dichter voor den dag: ntf noemde de lachende
schoono wreed, meedoogenloos: zo had hem alleen
uit medelijden al moeten nemen. Maar bovendien
was het verraad. Zü had te^en hem gelachen, en
bfj die gelegenheid had hu zijn ziel \erloren.
Eer.«t zegt hy dat ee die artikelen van hem
gekocht heeft; later beschuldigt hy haar van
diefstal.
Zulke onbesuudheid is niot aan te bevelen;
maar men zal mij toesevea dat zü in den jeug
digen Waalner 200 frisch en jeugdig is, dat het
jonge mensen er eeo aantrekkelijke studie door
werd.
II.
Bijna drie jaar, na de uitgave vaa zijn eerste
bnndeltjen, verschenen do Gedichten en Gedachten.
E n iegelijk, die met belangstelling en ingeno
menheid net zich Ontwikkelend gemoedsleven van
den jongen dichter had gadegeslagen, ontving
met vreugde dien nieuwen arbeid.
Waalner was vooruitgegaan: de jongensachtige
redeneer!ogen zaten hem al veel miuder in den
weg dan bjj yorige>?gelegenheden en de
molenwiekige bewegingen van den grooten ridder Don
Quichote de la Mancha waren niet langer een be
dreiging tegen lachende schoonen. Z\jn aanvallen
van zwaarmoedigheid hadden opgehouden en met
welgemeende geestdrift schreef hy over:
O r.eg dat txiot, o' zeg dat nooit: '
?'k Bon maar con moo'ch!"
TJaar is geen hoogor titel toch
Dien ik u wen>cb.
En zyne omschrijving van het ?niensoU-zyn"
deed nu tenminste veronderstellen dat hy van
plan was iets te doen in de wereld, misschen nog
wel wat meer dan verzen maken.
Zijn godsdienstige overtuiging was thans na
rUn beraad vastgesteld en zelfs gaf hij in dien
tijd geestelijken raaa aan een ongelukkigen twij
felaar, dien hy bezig vond zich met vragenden
blik ? de arme! ? aan een martelend twijfelen
over te ge v* n, en die zelfs onmachtig bleek een
weefsel te ontwarren. Waalner zegt Jtet weefsel".
Hij raadt h»m aan de waarheid niet enkel naar
buiten te zoeken,
Want diep in-'t eigen binnenste
Looft uw haal*! en air QoJ.
In htt denken was hy gedurende die drie jaren
volhai dender geworden. '
?Gras ingens iterabiraus aequor" schreef hij en
liet er op volgen:
Hebt g(j ttw bootje vertrouwd
aan d' onpeilbare zee dor gedachte-.,
Zelf om het roer ttwo band
moedig tor roksa geklemd?
uu* (?U geslingerd, gesleurd en geschokt,
voor de golven een speelbal,
? Landt gtf «au «teanige kuit .
eindelijk ton halte vergaan}
Wordt nUt moodloos, tracht
do goledéna scha ta aantallen.
?Kllave het soheopjan opnieuw
morgen den groot' Oceaan r
Uit zulke regelen blijkt dat Waalner niet was
van degenen, die na korte teleurstelling het hoof d
in den arm leggen; maan om zijn eigen beeld te
gebruiken, niet ophieM met *ün bpotjen den grooten
Oceaan der gedachten te klieven. ?Denk zonder
ophouden t" had bü zich toen reeds tea beginsel
gesteld. HU had niéuwe gedachten gevonden ia
Kamerling ea Ackerman en philósofeerde over
het «tfn in sonnetten en o*er het verband
tosschen mensch en vlietrer in Qrieksohe maten.
Ook over de kutisl' hwi hy zich eea bepaalde
voorstelling gevormS, die hy uitdrukte in het
beeld van een engel, die paarlen en edelsteenen
strooit; doch de lantsten slechts zelden. Velen
vinden er paarlen:
Echter entten zoeken nog verder, Q vorig,
Vol raa wilskracht, 't *l«fi on gevaarlek robjNhl
Van het denkan, twyfloa niot schuwend, vinden.
Z' eindlijk 't geateónte.
Jaren lang bl(Jr»n «a bazig, «löjiend,
Btaig vervormend, dagen en nachten «»-;?
Zo met werken, petatan, «lob. ?"';-.£**!?* .
Stralend In «ehoonheld, - -* «a daa kom»,
d*,
SLt <
WÏn tot
Parden viln
hol...
.._ don mensch ta boelen,
kinilrou ean» korten
de dichter ^oe
t».,». Alfred de Musset wai
Aderen als paarlen door
"
ook enkele
van
,^ docb ? "^
«I rhevene of diepe, verborgen
eerst vindt na veel
t Kaamlooi* noemen ? wie kan het f
gaan («bepaal ter wereld; doen dwaasheid
Waar bat oatkennen dar saak,
Omdat da naam ons ontbreekt
werd nog net de oude onbesaisdbeld met het
woordje ?wak" omgesprongen; doch dat waf
uitzondering.
Over het geheel kon men met volle gerustheid
?eggen dat Waalner in a\jn tweeden bundel ge
geven had, wat men naar zijn eeriten vu hem
verwachten kon.
Eén ding waa er echter dat lijne bewonderaars
betreurden: Waalner kon maar niet varder komen
met het schrijven van goede venen. Enkele
regels in ?de Rivier", waarvan de bette r. 5?6,
op blz. 4: eenige Hemiaansche verzen in de
besohrQving van den Nacht, op bis. 14:
Doch dwars door den dubbelen «luier
Gevoelde ik haar blik.
Zag ik dat groot, droefgeestig Oog,
Somber onafgebroken,
K|j aanstaren.
een aardig sonnet: «HetBiet"; een tientolverzen
aan het eind van rüe Doode" et een welgeslaagd
komiek gedicht: ?Het Behoud", waarin het grijze
Behoud met het ernstig gelaat aan het hoofd
zijner zonen vecht tegen een spoortrein ? dat
was al het poëtische van den bundel.
Doch by Waalner is dit minder: van de velen
die bun gedachten liever in verzen dan in proza
schreven, zy» weinigen zoo belangwekkend ge
weest door do geschiedenis van hun zieleleven,
ali Waalner. Zyu eerste werken bevatten cjioe
gemoedsontwikkkeling ? wie weet of uit net
thans ontwikkeld gemoed niet spoedig wat meer
poëzie aan het licht komt.
Homunculoj.
IETS OVER HEKELDICHTEN,
BIJZONDER OVER DE FRANSCHE DER
ACHTTIENDE EEUW.
In onze eeuw van openbaarheid behoeft men
niet lang naar eene gelegenheid te zoeken, als
men zien geroepen gevoelt om over personen of
zaken in 't openbaar kritiek uit te oefenen. Dag
bladen en tijdschriften zyn daar, om elk ? die
wat op 't harte heeft ? in staat te stellen zich
te doen hooren. Maar al wordt ook in onzen
tyd van die gelegenheid tot beoordeeling ruim
schoots gebruik gemaakt, toch zon men zich ver
gissen, als men meende, dat in vorige 'eeuwen de
stem der kri'iek zich niet luide deea hooren. De
tah-yke vlugschriften uit den tijd, toen de perio
dieke pers nog niet bestond of in bare kindsheid
was, zyn de sprekende bewijzen, dat men ook
destyda niet schroomde zyn gevoelen over
regeeriugsdaden of persoonlyke aangelegenheden den
yolke te verkondigen. Zoo waren het in on* land,
in de 17de eeuw, de tachtigjarige oorlog, de
twisten tusschcn Remonstranten en Contraremon
stranten, Oldenboroeyelts daden en treurig uit
einde, de Witt's politiek en gruwzame dood enz.
die tftllüoze pennen in beweging brachten. En
geland kan, om nu maar één voorbeeld uit die
eeuw te noemen, wijzon op don strijd tussohen
koning en parlement onder Karel I, welke aan
een heirleger vu. u vlugschriften 't aanzijn schonk.
Niet minder talrijk zyn de vlugschriften, die den
geschiedschrijver bij de studie der Fransche ge
schiedenis ton dienste staan. Had Richelieu's
krachtig bestuur, dat Frankrijk groot moest
maken, maar ook op veel tegenstand stuitte, reeds
menig vinnig vlugschrift in de pen gegeven, iu
nog ruimer mate was dit met Mozanns bewind
hét geval. Om -zich hiervan te overtuigen raad
plege men het uitnemende werk van C. Moreau,
Jiioliographie des Maearinades, publiés pour la
Sociéte de riiistcirc de France, waarin niet minder
dan ruim 4000 pamfletten uit de jaren 1619?1652,
waaronder zeer geestige en voor de geschiedenis
der Fronde hoogst belangrijke, zijn
beschrevenEen eigenaardigheid die in- dezo uitingen der kri
tiek in Frankrijk valt op te merken, is de vorm
die men koos: ik bedoel den chanson en het
epigram. Wel verschenen ook in Frankrijk veel
vlugschriften in proza, m nar het zyn de hekel
dichters, die ? vooral in de achttiende eeuw ?
een voorname plaats vervullen. Dit is wel niet
eenig en alleen iii Frankrijk het geval geweest;
ook bier te lande werd dikwijls do dichtkunst te
hulp geroepen, waar het gold tegenstanders in
een hatelijk of bespottelijk daglicht te stellen.
Zyn ook de meeste dier verzen zoutelooze
rymelarij, zooals tijdens de Remonstrantsche twisten
een Vincent van Drielenburch ? door een züner
tegenstanders den pau* aller totten geaoeoia ?
ze samenflanste, toch treft men menig geestig
stukjeu onder die gedichtjes aan. De
geschiedzangen dier dagen, die de verheerlijking van vorsten,
roemrijke personen of luistervolle gebeurtenissen
beoogen, doen nog dikwijls aan de latgnsche gedich
ten uit dentgd van het duitsche humanisme denken.
Voor ceo deel zijn het opgeschroefde lofzangen, in
statige zesvocters gedicht. Vondel schreef
meesterlyké hekeldichten, uitmuntende door puntigheid
en geest, zoowel als door schoonheid van Vorm;
maar destyda waren er niet velen van wie hetzelfde
gezegd kon worden. Als een staaltje van
Nederlandsche hekeldichten uit de eerste helft der
17de eeuw, wijf ik op Reinier Telle's Kerfstok.
Met opzet laat ik Vondel rusten, daar ieder dien»
gedichten kan naslaan, wat van Téllé'S niet on
aardige parodie op de Contraremonstranten niet
gezegd kan worden. De titel luidt: ?Der
Contraremonstranten Kerf-stock, Die nimmermeer Yser
wordt. Aen de Roomsche Cathobjcked, Op de
wjjse: Het was een frayryck Burg hert kindt. Door
oen Lief-hebber van de vryewaerhëyt. Qhedruokt in
de groote onbekende Weerelt. (1617) De
Contraremonstrabten worden «prekende ingevoerd en
beeingen tegenover de Katholieken de voordeelen
van hun kerfstok d.i. de leer der verkiezing en
verwerping. Ik laat hier als proeve eenige der
60 koepletten volgen:
'" '
Waer blyft ghfl au met uwen roeca.
O Roomtoho Catholtlckenf
Yoprwaer 't b maer een blanwa bloem,
Dier ghy dos op gaat prQeken,
schoon van soadeit ? ~ "* '
u Biecht ortoonden,
doob ^chockwi nocli,
Heer-ooms troch.
'
Want
Wordt
Soo moet
Veel dra
?.
, .
Obv hebt het mat u blaeht wel drook,
Maar, vrienden, wr ifln wHaer,
"Wj hebben een goe Kerref-itock,
Die nimmermeer wort yier,
Daar op wy mogen kerven..
Om niet, tot dat WT starven,
Blaan andre vroeoh, bant i«nda ploecn,
Wy komen tyta ghenoeob.
M.
Op dose Kerf-stook maah m«B al
De Weerelt vrij óataaren
En «yne kinderen vol gal
Op elek een achimpen leeren,
Wanneer man maer eón ichttK
atiebt voor da Leereer* pure,
Al heen het schoon, -elf in pertooa
Da Overheyt verboon.
BS. .
Op dese Kerf-itock 'werpt man nvt
Obetrouwe Predlcanten.
Om d' een of d' ander Uohta «CBn/t N
Op haeren stoal te planten,
Twee mael den rook te kaaran,
Dat kan oen man niet doeren,
Dia heef» U baat, da JKarob«D readfr
Sa in kaar. gi»d *ta«t
dm commissaris vaa M>litie.
' ~ '
IV **a toghan d' and*» tt*d*,
fa* Itavat daa wj *ottd*a
Eaa rtroobraat wttek*», wo*)daa
Wy 't«*Moh* laadt tra «leken kaak
? Bien lUen tn UohWn beaat
> 60.
AdUtt dart o ghy BoomMA* scha**)
Wy lullen uwe ichoanan
«och Uevar treokwt aea voomw,
?n on* -nat u venoenea,
Boa *e*r d»» wy m twUtan,
Dan mat de** Armlni»t»a,
Want dat qua caot d* Xwek vanrtet
Btaeoh «en d* Xagictr***.
'Maar koeren wfl tot Frankrijk tong. Toofal
de achttiende eeuw levert eea rjjken oogit va».
chansons en puntdichten. Daar in dit land a*
den laatsten tyd veel werk wordt gemaakt v«a.
de geschiedenis dier eeuw en herhaaldelijk uitga
ven de pers verlaten, die een belder licht werpen
op het leven en vooral op de «eden dier dogen,
zoo kon het wel biet anders of men moest ook
het oog laten vallen op de hier besproken pea*.
nevruchten. Daarom is het doel dezer regale»
om de aandacht to vestigen op de verschijning
van den Chansonnier historique. Ziet hier dea
yplledigentitel: Recaeïl Clairambault-ltaurepat.
Oltansonnier historioue du XVIIIesiècle. PubM
avec Introduetion, Contmantaire, Notes et Inde»
par Emile Raunié, archivitte palèographe. Ome
de Portraits a l'eau-forte par Reusstut, Pariu
A. Quantin. Het gewicht eener dergelijke uit
gave kan niet licht te hoog worden geschat. De
pamfletten-literatuur in t algemeen, en in dit geval
de spotliedjes, bieden den gesohiedvorschex onwaar*
deernare hulpbronnen. Niet alleen, dat «4j een eigen
aardig licht werpen op personen en zaken, maar dik*
wyis verschaffen zy mededeelingen overgebeurte*
nissen, die door de geschiedschrijvers dier dagen niet
zijn vermeld. Er is echter meer. Niets heeft wellicht
het absolute gezag meer geschaad dan de chan
sons ; Ie ridicule tue, zoo ergens dan is dit spreek*
woord in Frankrijk van kracht. De denkbeel
den der philosofen en encyclopedisten drongen
slechts tot een beperkten kring door; de cban*
sons echter werden door voornamen en ge*
ringen gelezen. Steeds werd op hetzelfde aam*
beeld geslagen en mocht reed* de achttiende
eeuw ten einde spoeden, eer de Fransche omwen
teling haar strafgerecht kwam houden, ook hier
had weder de droppel den «teen uitgehold.
Want men vergete net niet, om de Fransche
revolutie b hare wordingsgeschiedenis na te
speuren, moet men minstens tot de regeering van
Lodewyk XlVterugkeeren. Welke glans het hoofd
van den Roi-SoleU mogo omstralen, zijne
rageering was voor Frankrijk een bron van ellende
en zUne opvolgers waren er de mannen niet naar!
om het schip van staat in een ander vaarwater
te brengen. Met het einde der regeering van Lo
dewyk XIV begint dan ook de bloeityd der chan
sons, welke gedurende de geheele achttiende eeuw
hunnen geesel bleven zwaaien. Een oppervlakkige
keonls van de Frausche geschiedenis zal reed*
doeu bevroeden, hoeveel stof tot bijlenden spot
den hekeldichter in die dagen goboaen werd. De
laatste zeker niet schitterende jaren der regeering
van den grooten koning; het bewind van den
Regent, eerst met vreugde begroet, om even
spoedig de hoopvolle verwachtingen den bodem
in te slaan; de godsdienstige twisten over het
Jansenisme en de bul Unigemtus; de door Law
geprikkelde speculatiezucht; dan de regeering van
den walgeiyken Lodewijk XV ? de schreeuwend*
ste ironie op de theorie van het droit divin ?;
de beerschappij van de Pompadour en du Barrr,
daarna de onvoorzichtigheden vaa Marie Antoi*
nette en de zwakheden van dea goedigen
Lodew^k XVI ? ter onzaliger uur geroepen om den
oudermynden troon zyner voorzaten te ueklimmen;
dat alles gevoegd by het zédelooze leven der
grooten, de afpersingen der machthebbers, ds
galante avonturen der aanzienlyke dames enz.
enz.; dat alles, gaf stof te over voor geestige
hekeldichten en byteudo puntdichten. En het
waren niet alleen de ongelukkige slachtoffers uit
dé lagere klassen, die dit middel aangrepen om
?wraak te nemen over de ongerechtigheden, die
zy machteloos moesten verduren; tot onder de
hoogstg plaatste dienaren van den troon wierf
het gilde der hekeldichter* zyne getrouwen. Twee
natuurlijke dochters van Lodewijk XIV, de prin
sessen de Conti ea de Bourbon worden ons ge
noemd als auteurs van chansons. Ook de grand
prieur de Vendomo wist gces'ige liedjes aan eyu
lier te ontlokken. Maar boveniü was net de graaf
de Maurepos, minister van Lodewijk XV, die uit
muntte door bij'ende satire. Dit &yu slechts enkele*
namen; die vun de meeste dichters zijn niet tot
ons gekomen. Daarvoor beslaat goede reden.
Want het spreekt uit den aard der zaak, dat zy,
die het mikpunt waren der hatclyke aanvallen,
niet zachtzinnig gestemd waren-jegens degenen,
die hen met hunne satiren vervolgden en aaarbjj
govt'ooniyk de lacher* op hunne hand hadden.
Verbanning of de Bastille wai menig werf de straf
voor de overmóedigen, die het gewaagd hadden
al te stout hun oordeel tn uiten en zicu betrapt
zagen. Vooral Madame do Pompadour liet met
met zich spotten. Zij wist van geen genade en
trachtte zien door gestrenge straffen schodelool
to stellen voor de tnllooze chansons, die haar
aan de kaak stelden. Ook de drukkers en andere
medeplichtigen móésten de grootste omzichtigheid
gebruiken, zoo .zij niet met de lang niet zachte
rechtipleging kennis wilden maken. Ja l zelf* werd
in de tweede helft der achttiende eeuw een de
creet uitgevaardigd, waarby elk, dio in het beiit
van een pamflet werd gevonden, met gevange
nisstraf werd bedreigd.
Het behoeft wel nauwelijks gezegd to worden,
dat men by 't bestndeeren der hier besproken
lettervruchten «tuit op veel wat onze over*
zeesche naburen inet den naam van shocking;
bestempelen. Het was een zédelooze tijd en ds
hekeldichters schroomden niet de ponten op 'd«'
i's te zetten. Het blijft ook niet altyd bij de
dubbelzinnigheid, voor welke de Fransotien een bij
zonder talent bezitten. Daarby, hoe dikwijl* de
hekeldichters -den spijker ook op den kop slaan,
niet minder vaak is het slechts laster wat door
ben wordt R;£^trAoidL alleen om een tegenston*
*& of" een benyden gfflwWHtfJnjsen ve'keerd
daglicht to' plaatsen. Trouwens OOK 'onze vvw**
vtferTftwa^n-dtorvaanietaikeerig. Wat .1.vftjh
i« een man als Oldenbaruevelt Biet naar 't hoofd
«worpen. Men leze b.v. df ffulden legende van
3m nwn«oeti St. Ja» - «n 1618 gedrukt ent»
tijde van de Witt nog een«iopgerakeld, «ooaii
het ia de uitgave van 1663 heet ?tot klaar be
richt gestolt voor den nleawengeresene Barne*
velt" ? en men zal zich overtuigen, dat ook w
Hollanders niet kieskeurig waren m 't bestrqaeB
van togenitonder». En tegenwoordig?
W. P. C, K.
NAJAAB.
Door het trillende gebladert
Spartlen duizend zonnestralen,
t Kweelend vogeiyn beproeft
'tLenteliedje te herhalen.
Kajsarsbloemen, bont vaa kleur,
Het de laatste vlinders koten;
Wilde wingert verwt zijn blaan
Met dea purperbloi der rozen.
En het i* mQ, als ik staar
Op het schoon der iiajaarsdagen»
Of daarin de zomerpmcht
Ons eea laatste gunst wil vragesv
, fluTtlett: iÓ gedenk
-Toen aatuchouwd in rijker bloei, .
Vol van geuren, kleuren, glanzen,
Kn nog eens, ali Wtste tooi,
Opgesierd met doodenkransen;
.Hoort gij de verdorde blala
Riw'len over weeke «oden,
11« mija bede dan: Gedenk
Mijner air eea lieve doodel"
Eli»e Knuttel-Fabio*,
VAAR EMANUEL QEIBEL.
in.
ZOOALS HET GAAT,
Zfi zeiden tot de maagd: ?hy mint n niet
Maar «peelt met u", en daarna buigt zij 't hoofd,
Terwijl men op de Koon haar tranen ziet
Al* rozendauw. Ach, had ze 't nooit geloofd l
H\j kwam, b;>*peurJe 't twtyflen van sgn bruid,
Het trotïohe hart gebood met zorff te mljen
Wat treurig scheen. Hy dronk en lachte luid
Om dan den nacht door, troosteloos to sohnyea.
Wel klopte een heilig* eagel aan heur hart:
.Reik hem de hand, hu mint u immer* trouw l"
Wel voelde hy, to midden van zijn smart:
?Zy mmt u met de liefde vaa eea vrouw.
Ze i« d« uwe weer; ali zU uw stemme hoort,
Dan is wat n gescheiden noudt verbroken".
ZQ sagen wel elkaar, maar 't tooverwoord,
Door truta weerhouden, werd niet uitgesproken.
Zy scheidden toen voor goed en, al* de lamp
Die in bet tempelkcor 't altaar verlicht,
Eerst mat wordt, dan gaat flikren, dan uit damp
Nog eenmaal opvlamt maar dan eindlijk zwicht,
Zoo stierf hunT>eider liefde, in 'teerst beweend,
Daa krachtig onderdrukt en dan. . . vergeten l
Daa twyflen of 't wel ern.tig was gemeend.
Heeft men elkanders hart wel ooit begoten?
Nu houden zy 'top 't kussen vank niet nit.
Het is, als hun gelaat, van tranen nat.
ZU droomen.... ach, wat toch dio droom beduidt,
Die steeds weerspiegelt wat men eens bezat t
Zij denken aan den vroegren, gulden tijd,
En aan hun ijdel twijfleo, aan mm schelden,
Hoe wijd zy van elkaar nu staan, zoo wijd,
Zoo eindloo*. wijd l .... o God, vergeef hen beiden!
H. Th. Boelen.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Nu de lichtzinnigheid der resensenteu van dag
tot dag toeneemt en by velen woorden de plaats
van gedachten innemen, zal het niet onnuttig
wezen, zoowel voor hen als voor de lezers, die
iets anders willen, een* hunne methode te onder
zoeken en daartoe ook te lezen het artikel van
Gasteve Merlet: La crüique litteraire sous Ie
premier Empire in de Revue des Deux Mondes
van l Oct. H. Men kan er uit.zien, hoe oud die
onbezonnenheid reeds is, ook toe a werd met
algemeene fraai klinkende uitdrukkingen geschermd,
om den een of ander schrijver te verheffen en
tevens om ruw weg met gelijke algemeenhe
den den tegenstander te verpletteren. Een held
in dit opzicht was Dussault, die langen tyd in
de Debats zyne orakelspreuken verkondigde. Mer
kt zegt er van: Ces articles ne raanquent ni de
correction, ni d'elegance, ni snrtout de facilité*.
Mixis les jugements n'ont aucun relief, et n'entrent
Jamais dans Ie vif. Ce rédacteur de lieux-oommuni
a plns de forme que de fonds, et plus d'acqnis
oue d'e*prit. Il est de ces fade* panégyristes qni
ie paractérisent les talents que de par des
a-peurè«j, et, prodiguoüt .de vague* épithètes, ne «avea t
os dïstmguer nettement ou nnement les
varié'a d'uue espèoe ou d'un genre.
Even zoo doen zU met berisping. Yol
veroordeelen schrikken die oppervlakkige klaokgevers
voor al het nieuwe én ongewone. Een voorbeeld
daarvan geeft ook Dussault, die o. a. Md.l.
Genlis verre boven Md.l. Staël stelde, van wie hy
verklaarde: Si on voulait relever chaonne de ses
erreurs, ou feraitvingt volumes sur les troiiqu'elle
ooniacre a la Litteraturc: c'est un livre bon a
mettre au pilon.
By A. B. Anerbaoh, te Berlrjn, zal weldra
verichynen: Serthold Auerbach-Qalcrie, 12 Bilder
tu den Scluoarewalder Dorfgeschichten.
.Gems of Chinese Literatare" U de titel vaa
eeu nieuw boek vaa Mr. Herbert A. Gilles,
viceconsul te Shanghai, dat binnen kort het licht zal
zien by Bernard Quaritsch. Het werk zal in een
deel verschijnen en een bloemlezing bevatten der
werken van een zeatigtal der beroemdste
Chineescht auteura van alle eeuwen, ea dus de inleiding
«ijn van eene algemeene Letterkunde van China.
. In het Kersnommer van ?All the year round"
zal een verhaal van Walter Besant worden opge
nomen, getiteld: A Glorieus Fortune.
Honderd zeven en zeventig voor het
meereniel onuitgegeven brioven van Dickens zijn in
en van den uitgever Bouton té Ne w-York.
<3jOe New-York Tribune heeft vergunning verkre*
?één daarvan zes eh tachtig door Dickens aan
Thomas Mitton geschreven, te publiceeren. Negen
van deze zagen echter reeds vroeger het licht.?
Dozelfde uitgever heeft ook 149 brieven aan
Dickens geschreven in zyn bezit. Daaronder zyn
er van Washington Irving, Daniel Maclise, Kobert
B.ownitig.'M. C. Macreaqy, enz.
Corpus Poelicnm Coreale: the poetrv of the
?ld Northern Ton;ue from the earlieit time* to
tiie thirtienth Century i* de titel van een werk,'
in twee deel*n, geschreven en uitgegeven door
Godbrand Vigfusson en F. Yorfc FoweU. De
Acodemy noemt het een schat voor alle
beminnaars der Noordsché poëzie en eindigt «Un warme
en uitvoerige aanbeveling van dit ?prachtige boek"
taot de opmerking dat de dichtstnkken ui een*
?voudig^duidelyk Engelsch zyn weergegeven
acoiding the affectation of arehaic or duutcialformt.
Prof. Bulk'ey der ?Howard University" to
Woshiagton brengt ?Flato's beste gedachten" ia
een bundel «amen. HU volgt Mr. Joweht's ver
taling.
Mis* Thackeray (Mrs. Bitcbie) heeft fta Book
of Sibyls" geiobreven. Het behelst vier essays:
Mrs. Barbould, Mis» Edgeworth, Mss. Opie and
ffliis Ansten.. . .
Van dea voor de wetenschap te vroeg over
leden Paul dit 8t. Victor is uitgekomen het derde
en laatste deel der ?Les deux Masquea" behel
zende: Les Modernei ?Shaketpeare: Le théatre
francais depuis ses origine» jusqu'aBeaumarchai».
Prof. 3fax Muller heeft eea paar weken ge
leden de Sankrieteche dichteres Samabhai tot
gast gehad. Hare inproviaatien .in de moeiiyklto
dichtvormen verbanden, zegt het Athenaeum,
allen dia haar hoorden. Zy «tornt af vaa eene
oude Vedisehe familie «a is zeker de eente
Sramani, die in Eoropc vertoefde.
/NHOUD VAN TDDSCHBIFTEN.
A» Sevue de* Deux-Mondet van l November
bevat her. «lot der novelle ?Madame de Givre",
door H. Babusion: ? «Jeaa Roquelin, één
naai uit Louisiana", door.O.. Oable; ? ,D(
loniale Politiek", door G.
Charme*;Alezaadrirdsae", *<k»r J. Girard; ? ?De
onrtin-4 '
-^H*
^,? verscheideoheden", door O. Yaibart,
bent'?ai de gewone rubrieken.
JTot«twB« Sevut, l Sov. ? ?
Louis Panltat. La «ftuation repnbllealw (Suite.)
Aristide Astrae. Le suffroge nnivenel en
Belgique. ? Fournier de Flaire, Le developpement
de Parii. ? Lnotea Biart Cayetano Vktoria.
(Deux. partie.) Victor Champier, Le Mobilier
contemporain. ? Gübert Aug. Tuierry Histoire
de morte et de vivant*. (Deux redt etranm. re*
diriva). ? Louii GaUet, Revue du Théatre
(Mntiqne.)?Henri de Bornier, Revue dn Théatre.
Het Leeskabinet: ?Dr. Johonnes Van Vloten"
(met portret), door A. W. BteUwagen; ? .Een
gezegende «term" door Th. Justin; ? .De zot",
door Em. Hiel; ? «Naturalisme", door M.
Henrique* Pimental; ? .GnstMf Mace, chef der
veiIJgbeidjpoliti* te Parijs'', door J. W. R. Gerlach;
? ?Bü het standbeeld van Graaf Jan van Nauau
(met plaat), door M. Brinkgreve.
Inhoud van den Nederlandschen Spectator:
Berichten ea mededeeliageo. ? Eene Holland
sohe stad onder de
Bourgondisch-Ooitenrijksche heerscliappQ, van dr. P. J. Blok, door J. G.
Frederiks. ? De Reinaert, door C. V. ? Hereenigd,
roman van Francisoa Gallé, door F. Smit Kleine.
? Jongste poëzie III, door W. Gosler. ? Uit het
militaire leven, V, door v. W. ? Briefwisseling.
Tj/dspieael. Nov:
Dr. J! Ö. Scholten Maarten Luther 1483-1846.
?? Dr. van den Bergh. Over den oorsprong van
het christendom (slot) ? Mr. A. Greehe. Een
standaardwerk (do grondwettoelichting en
kritiekdoor Mr. J. T. Buys.) ? Noorman geschiedenis
van den dag Engeland en Ierland. ? A. J.
Domela Nieuwenhuis. Een en ander over voeding
in verband met veterionisme II. ?? Dr. Huizinga
Ida Corn. Hendrik van der Ploeg («lot.) ? Mr.
J. E. Barch. De wittenbergsche nachtegaal.
Eigen Haard No. 44.
Negen meisjes door Annie Tovre (slot.f
?Lauren* lleaal 1583-20 Oct,-1883 door J. F. Gebhard Jr.
(slot.) ? Een laatste blik Op de tentoonstelling.
? Vorakundige verpooziogen door P. H. Schonte.
? De While Naaimachine door Dr. C. A.
Scheltema. ? Hoe worden kleederen waterdicht ge
maakt. ? Hoe men in China en Japan visohU
Nieuwe uitgaven in Engeland:
8. Arnos, flistory andPiinciplesofthe
Civil Law of Rome ....... . Ifiah.
E. Berkley, The Pharaohs and the
People, Scènes of Old Egyptina Life
and Hiatory. , . . 5 .
Lady Eutlake. Five Great Painters,
Essays leprinted from the Edinburgh
and Quarterly Reviews....... 16 ,
Handboek of the Panjab, Western
Rajpatana, Kashmir, and Opper öindh .15 n
ïbackeray, on CrutksbanK. . . . . 2 ? 6 d.
D. M. Wallacc, Egypt and the
Egyptian Queatioü 13 .
W. H. Bishop, Old Mexico and her
Lost Frovince*: a Journey in Mexico,
Southern California and Arizona, by
WBV of Cuba 10 ? 6 M*
H. C. Bunner, A Woman of Uonour:
a No vel of American Society . . . . 6 *
8. Falldws, Handbook of Synonyras
and Autonyms,'....' 6 9
Nieuwe uitgaven in Nederland.
Open .Brict aan den heer J. H. Gun
ning Jr., naar aanleiding van iija geaclirift
?Het leven der menschheid en des
mensohen . ............. ?0.90
Zénaïdo Flenriot, Rosamondo . . . . ? 1.80
H. ton Lankennu, Ophelia ..... ?2.90
W. 3, Loendertz, Melchior Hofmann .
F. H. van Leent, De vluchteling in 't
gebergte ..... ........
Dr. H. Oort, Der Ursprung der
Blntbeschnldignng gegen die Juden . . . ,
Mevr. de Pressensé, Ursula . . . . .
Reinaert. Oude tekst, voor oen ieder ver*
staanbaar gemaakt door interlineaire ver
taling van de. verouderde woorden en
nitdrnkkinffen door R. Dijkstra .....; 1J60
Paul Frederioq, Diasertation* sur
l'histoire des Pays-Bas au XVIe Siècle . . . n 2.10
E. B. Kielstra, Beschrijving vau den
Atjeh-oorlog, met gebruikmaking der
officieele bronnen. Ie deel ....... ? 7.50
l .30
O.uO
en betoöfcei
XIJVEKHEIP.
Men heeft onlangs een electrischeu toestel'tot
visohvanest op den bodem der zee uitgevonden.
Dit zoeklicht bestaat uit Edysonsche eiectrische
gloeilampen, van Ai sterkte van 16 kaarten. Deze
z^n bovat in een hermetisch gesloten glazen buis, die
weder door een grootea glazen kogel omgeven
is en deze is in staat aan den druk van het water
op de grootste diepte tegenstand te bieden. Deze
lamp nu wordt in de diepte afgelaten en de zee
door opschroeving .der lamp geheel verlicht. M*n
verwacnt dat de visschen op den bodem der aee,
door het licht aangetrokken en in een onder de
lamp aangebracht n t van 10 voet diameter, dat
op zijn tyd in de hoogte kon getrokken worden,
gevangen kunnen worden.
De steilste spoorweg van de wereld, tn den
afgeloopen zomer werd in Zwitserland eene kleine
spoorweglijn geopend, die .door haren aanlegnog
meer indruk maakt, dan die op den Rigi. Deze
nieuwe lijn loopt van Genève naar de kleine
Engelsche kerk van Montraux en eindigt by een
groepje hotels, Glion genaamd. De geheele weg
is ongeveer 600 Meter lang.
Men heeft twee wagens, die ieder 24 personen
kunnen bevatten. Bjj het nederdalen der eene
trekt zjj de andere op door middel van een touw
van ijzerdraad. De dalende wagen wordt steeds
het zwaarst gemaakt door eenige tonnen met
water gevuld, die beneden geledigd worden.
.De helling begint onder, een hoek van 32°, doch
wordt al spoedig 67°. .Het is een aardig gezicht
den. wagen langs die gevaariyk sohUnendelhoogte
to zien kruljen, maar volgens den Heer
Riggenbaeb, den ingenieur, die den weg heeft gemaakt,
bestaat er niet hét minste gevaar i De wagens
?tfn voorzion van drie remtoest ellen: de eene
wordt bediend door den conducteur, de tweede
werkt auto-matisch. wanneer on verhoopt bet touw
mocht breken; de derde eindelijk werkt door
?»mengeperste lucht, ongeveer als de westing-honse
rem. Er'tdjn drie raio, behalve op het punt waar
de wagen* elkaar paweeren.
Dagelijks worden van elf tot. vijftien tochten
gemaakt,
MllUnlre Zaken.
STEMMEN IN DE PERS.
die den beschikbaren tyd hebbeo, om
. iijks ia de sociëteit of elders de
verüllende dag- en weekbladen te doorloopen,
zullen bet kunnen getuigen, hoe die organen
_;.u Legyeren ai h^ weteiuvfaardige te
Teri, wat of verschillend gebied TOOralt
tolk te zyn van bén, dié ia hei
'?n het algemeen wer
i en 'daurtoe hunoe
omtrent die, waarover tU door hunne positie
het beste tonnen oordeelen, in ruimer kring
bekend gemaakt willen sien. Opmerkelijk is
het, hoe In de laatste jaren de redacüen der
verschillende organen hare kolommen be
schikbaar stellen voor de bespreking van
militaire zaken en toestanden; getuigt
dit aan de eene zijde van meerdere belang
stelling in de zaken, welke de defensie
betreQen, aan den anderen kant is het een
bewtys, dat er nog veel op militair gebied
voor verbetering vatbaar is.
Onbetwistbaar Is de kennisneming van die
»stemmen in de pers" van groot belang
voor hen, die geroepen zyn de bulk van
staat te besturen, omdat zy daardoor dik
wijls veel beter ingelicht worden omtrent
den waren toestand van het gedeelte,
dal aan hunne zorgen is toevertrouwd dan
door de oföcieele rapporten, ene. en te*
vens wenken bekomen, tolke van dienst
kunnen zUn bil het nemen van maatregelen,
om den idealen toestand, zoo nabij moge
lijk te komen. Doch ook voor hen, op wier
schouderen nog niet zulk' een zware taak,
met de daaraan verbonden groote
verantwoordeltykheid, rust, is het van niet minder
belang, om van de in de organen der pers
gedane mededeelingen, onthullingen, beschou
wingen en wenschen kennis te dragen, daar
allicht voor een ieder iets daaruit te leeren
valt en, voor zoover het hun niet gegeven
mocht zijn reeds dadelijk de gewenscnte ver
beteringen aan te brengen, hunne aandacht
daarop wordt gevestigd. Zelfs in het geval,
dat de lezing van het geschrevene tot de
gevolgtrekking leidt, dat do schrijver de zaken
niet juist of zelfs verkeerd inziet, levert de
kennisneming daarvan het voordeel op, dat
de lezer zijne gedachten over het besproken
onderwerp laat gaan, een onderzoek instelt
en naar aanleiding van de verkregen uit
komsten, óf in zyne overtuiging wordt ver
sterkt, óf een ander inzicht krijgt in den
toestand, dien hij tol nog toe anders had
beoordeeld omdat hij niet voldoende reke
ning had gehouden met de wegingen, die
langzamerhand daarin zijn aangebracht of
hadden moeien worden, ten gevolge van de
veranderingen in het maatschappelijk leven
en de vorderingen op het gebied der tech
niek, enz.
Ook op militair gebied is het: «Onderzoek
alle dingen en behoud het goede" een gulden
spreekwoord, dat niet altijd voldoende in
toepassing wordt gebracht, getuige de lallooze
wijzigingen in de organisatien, voorschriften,
vcrdedigingsstelsels, enz. Intussclien moet
erkend worden, dat er in de laatste jaren
meer volgens een vast stelsel wordt te werk
gegaan, hetgeen niet anders dan ten goede
kan leiden. Toch blijft er nog veel te wenschen
byer; dil blijkt uil de vele militaire artikelen,
die in de verschillende hoofdorganen
verschijnen.
In de veronderstelling, dat de inhoud dier
artikelen in nog ruimer kring bekend verdient
te. worden dan in dien der lezers van die
organen, laten wij hieronder volgen een kort
overzicht van hetgeen in de maand October
op militair gebied in enkele dier bladen is
geschreven. Door vermelding van hel nummer
van het betrokken blad, waarin het genoemde
artikel is opgekomen, wordt de belangstellende
lezer tevens in de gelegenheid gesteld daarvan
in zyn geheel nader kennis te nemen.
Hoe kannen de toegangen te water
naar Amsterdam versperd worden,
door Nautilus. (Hnnddsblad 2 en 3 October).
Duitsebland is in het bezit van 18 gepanserde
stiom-kanonneerbooten, type Wespe, bewapend
elk met eea kanop van 30.5 cM. en met eea
diepgang van 31 dM. Deze schepen kunnen de
Zuiderzee bevaren en met halftg over Pampus
vóór Amsterdam verschenen. Hoe wordt aan die
schepen de toegang tot de Zuiderzee ontzegd ?
Dese zee kan in de eerste plaats worden bereikt
door de Vliesehe zeegaten, die niet versperd kun
nen worden, omdat er te veel zee staat, en de
stroom te sterk is voor de toepassing van
«iukschepen. Wil men torpedo's aanwenden tot
afslui.ting, dan dient men te bedenken, dat de stations
gevaar loopen door 't vijnnds landingstroepen
genomen te worden. Hetzelfde gevaar bestaat
by torpedo verspon ingen van den Vliestroom en
. het I'.schot, die voor zinkschepen to breed en te
diep zyn. Het Inschat splitst zich in het Oude
Vit» en het Zuid-Oostrak, De ingnncen van het
Oude Vlie kunnen versperd worden door 6 of 8
zinkschepen, indien deze niet verdrijven, hetgeen
door een proef zou moeten worden uitgemaakt.
Wil men het Oude Vlie niet versperren, dan kan
dit geschieden met het Schcurrak by den ton
van de Biepel. Hét Zuid-Oostrak, dat niet voor
versperring in aanmerking komt, leidt tot de
Miadetffronden, die versperd kunnen worden
tnssohen ton No. 5 en No. 4, Uit Znid-Oostrok
bereikt men door de Doovebolff ea. uit het Oude
Vlh door het Scheurrok en den Tesselstroom den
Viitter. Ware het versperren van den Vlieier
al mogeujk, DulUche kanonneerbooton zonden
by hoog Water door het vaarwater noordwaarts
vaa de Javoruggen toch de vlakte der
Züiderzee. kunnen bereiken alwaar zy groot gevaar
loopen by laag water en den minsten tegenspoed
aan den grond to geraken. Ware Nederland ia
het bezit van een notille berekend op de plaat
selijke omstandigheden, dan zouden versperringen
noodig noch wenscheljjk zyn. Nu dit niet net
geval is, moeten versperringen worden aange
bracht aan den ingang van het Oude Vlie of in het
ScJteurrak, ia de MÏaddgronden en in de Doove
balg, als zinkschepen. ten minste niet in deze wa
teren verdrijven, om den vQand langs de Noordzijde
den toegang tot den VlieUr to ontseggen. Deze
kan echter ook bereikt worden door de
Tesseltche KtjioAen. Tot de afsluiting van deze «telt S.
voor in het Schulpengat electro-schoktorpedo's
tuuohen dea Zuidkant der Sollen en het vaste
land to leggen. Zy kunnen worden bësohermd
door het vuur van Kfhluin, evenaU de voor to
?tellen torpedo't in het- Ereewfd. BQ de
verdeditoek
WUkunde een awar beecheidea
l* opleiding vaa
iTfiag
wortftge..,_, .? opfiidlag wss**
schen in to krimpen, omdat «4 voor aejt
tM«nadeel der ofiaottrea to waiaig praetiica* waard»
heeft. De Academie moetatat verlaagd worden
tot een africht-«chool. Op breeden grondslag
moet de opleiding aldaar plaats hebben; vooral
voor artillerie- «a genle-offioieren h een vrji omvang
rijke wiskundige opleiding aoodig. De
diffe vakken worden inTet Wef alsli
vakken bwtudeerd, niet de wiskuuue,
daarvan behoort op jengóJjr»al«efM|d verkregen to
wordn. Inkrimping vaa de wiikundig* oplsMlag
aan de Acadeniie wd de waardVdftr intteülng
verminderen. Gebrek aan officiereu mag geen
aanleiding zijn tot het «tellen van lagen eUchen.
Daarin moet worden voonien door de opriohtiug
van voorbereidende scholen.
De vereenlglng
van op de marine
tot behandeling
betrekking, heb
bende onderwerpen, door Nautilus.
(Handelsblad. M October.)
In de oprichting dier vereeniging ziet B. het
bewtj», dat de zee-officieren het niet eens waren
Met de verklaring van den Heer Kool, afgevaar
digde voor Arnhem, toen dese in de
Kamerzittiag van 15 Deo. 1883 wee* op het feit, dat de
zee-officieren zelden in het openbaar schrijven
over den toestand van onze vloot Wellicht heeft
deze verklaring tot de oprichting medegewerkt
8. erkent de waarheid der bewering van den
lieer Kool. Hu zoekt de oorzaak van het zwij
gen der zee-officieren in het onder hen
heersohende denkbeeld, dat vooreerst om finantieele
redenen geene wijzigingen van ingrüpenden aard
to wachten aün. Nederland is niet in staat de
groote mogendheden op den weg van voortdu
rende veranderingen in het marine-materieel to
volgen. Het moet wachten tot eea stilstandspunt
is oereikt. 8. meent, dat dit thans het geval i*.
Gewichtige verbeteringen moeten worden aange
bracht. De studie van den Kapitein ter zee
Binkes kan als de voorlooper daarvan worden
beschouwd. Deze studie moet tot onderwerp van
dergelijke voordrachten in bovengenoemde ver*
eenurinct worden gekozen.
Militaire dwarsktfkerS, door Man.
(Handelsblad. 24 October.)
De geschiedenis leect, dat door politieke schok
ken geen duurzame verbeteringen worden ver
kregen. By de omverwerping van toestanden
worden slechts personen verwisseld, zonder de
omstandigheden belangrijk to wijzigen. Frankrijk
levert ons daarvan in zijn jongste politieke ge
schiedenis op nieuw een voorbeeld. De circulaire
van 12 Sept. 1883, betreffende den werkkring der
gendarmerie, in de wereld gezonden door den
radikalen Generaal Thihaudin, droeg geheel den
stempel van de staatsstukken onder het Tweedo
Keizerrijk. Volgens dit stuk werd de gendar
merie verlaagd tot geheime politie. De nienw
benoemde Minister van Oorlog, Generaal
Campenon, heeft zich gehaast de gendarmerie van
haar dienst als veemgevecht to ontheffen,
NogmaalshetKoloniaalWerfdep6t
(Vaderland. 8 Oetober.)
Het Koloniaal Werfdupot i* Ie weelderig inge
richt. Tot staring van deze bewering beroept
zich do S. op' een «tuk van zijne hand geplaatst
in Het Vaderland van 7 Ootober 1882. Tut ver-,
mindering der uitgaven voor het Koloniaal
Werfdapöt stelt 8. xvor het daartyl werkzame kader
to vervangen door gepennonneerde officieren en
gegageeroe mindere militairen vsn het Indische
leger. Genieten deze eene toelage boven hun pen
sioen of gagement, gelijkstaande aan de helft der
traktementen of soldijen van hunne rftnggenooton
van het Nederlandtche leger, dan zonde daardoor
jaarlyksche bezuiniging van cc. f 30.000 ver
aoofd«aka]|k
ofBoisrea i.__ -,^~ ~
^Ü^S&KSlA^SSm
' ?*3P'VZÏa& Vs*1
wapeni wordt sMweasa. Door oaa ? ?.
beTolen d* traktementen der l«irea«at«
j»rigea offtTtonJisjnM opfuikewtsetovei
«Jamede am hei t«atal<Uea»t>raat vior,
owfataag henikt ii, med» iarakeaJagtol
Het laatato middel, eea areeak «p 4l l
ring tot otócieToplaUnlleftir
aiw aanbevolen. Bea radioat*
waeatoa' wfl overigeas «Iftütti,
oven-egaaa tot de mvoering vaa daa vfjj
penoonbïkea dlaait Dan kan lMaaat.il
officieren verminderd wordea, t
vallend* offidersplaatien door
kunnen worden Jageaoawa. B| L.
men daa met aog meer kim op
aamdringen. Een ander middel ^boetaat
wtj-dgmg vaa het oplekÜngattelsel tot . .. ,
waardoor meer waarborgen voor bnede ontwik».
keUag oer adipinatoa wordt verkregea, DfartosJ
moit worden medegewerkt De «taafltaa daarbi
aleohts winnen, en niet minder d* luitenant all
de toevloed geringer wordt.
«DE LUgHTTORPEDO VAM DEN
INGINIEÜR BODEGK.
Op mflrUir-teonnisch gebied hebben voortdareai .
uitvindingen plaats; maar vele dezer Ügkea 14
de practjjk van weinig dadelijk nnt to sfla. Todt
is tgoed op de hoogte .te wezen van het beataaa
en de inrichting aller nieuwe aitvindingen; aan
gezien uit het onvolmaakte «oma «poedig bat
volmaakte geboren wordt.
Een der laatste nieuwigheden fa de drijvend*
lachttorpedo van den ingenieur en aaronaut G.
Rodeck te Cbarlottenburg, «en toestel dat bij ba*
legeringen van vestingen dienen moet, om daar»
binnen uit de lucht groote ontplofbare projeetielaa
te laten vallen, die enorme verwoestingen moetoa
veroorzaken.
De luchttorpedo bottaat nit drie hoofddeeleai
name?ijk: een luchtballon, welks grootte in ver
band staat met het gewicht der torpedo; eea
kastje met machinerie, hangende aan het netwerk
van den ballon, in plaat* van de gewone mand
of het «chuitje; de eigenlijke torpedo, die aft
bladkoper vervaardigd, onder aan het kastje be»
vestigd is, en eene groote hoeveelheid dynamiet
kan bevatten.
De juchtballon wordt met waterstofgas gevnUL
en buiten kanonschot* afstand der veiling
opgo-laten. De plaats van oplating, zoowel als d*
hoogte tot waarop de ballon stagen moet, wor
den zoodanig geregeld, dat hu in een lucht*
dtroom te recht komt, die hem over het
midnen der vesting voert. Om een en ander te kan
sen regelen worden vooraf kleine proef heilont
opgelaten. Zoodra de ballon midden boven dr
vesting zweeft wordt van af de oplatingsplaatl
bewerkt, dat de torpedo het kastje loslaat aft
naar beneden valt Dit loslaten geschiedt of dootf
de werking van een eletrischen stroom, in «elk
geval de machine van het kastje door middel vaa ?
?en kabel verbonden is met de plaats van opl**
:ing, of door te trekken aan een zoogenaamd*
ioslatings-lijn. Gelijktijdig met het afvallen der
torpedo opent zich door eea mechanisme de klep
de» ballons, en blijft een weinig geopend «taan.
zoodat de ontlaste, en daardoor plotseling* rij
zende ballon, niet bariton kan, maar na een zeker
tlf
een j»u..v..__v _.__.,.._.__ ? .
kregen worden op de Indische begrooting, Het
Nederlandsche leger wordt daardoor ontlast vaa
een onaangenamen dienst, het behoeft niet meer
to zorgen voor de recruteering van het
Nederlandsch-Indische leger, terwijl het tekort aan
kader by het Nederlandsche leger kan worden
verminderd.
Spaarzaamheid ?dure plicht?"
(Foderland, 22 en 24 October.)
Verschillende posten op de itaatsbegrooting
veroorloven inkrimping; Voor buitengewone uit
gaven wordt' 2 millioen minder aangevraagd,
waaronder l millioen voor de voltooiing van het
vestingstelsel. Deze bezuiniging is af te keuren,
omdat de kosten der overigens noodzakelijke
werken met elk jaar rty?cn. Het departement van
Marine vraagt meer geld, eerstens voor de kos
ten tot herstelling der marinewerf, in de tweede
plaats voor den eersten uitgetrokken tornen van
een'8« millioenen, al* hoofdsom uit te geven voor
zeer dure schepen, die niet bestemd zyn'voor de
verdediging des vaderlands, maar tot vertopning
van onze vlag en tot het aanknoopen van nieuwe
bctiokkingen. Op het besluit der Staatscommissie
ingesteld tot onderzoek, of inkrimping der ma
rine werven upodzakeiyk is, wordt voornitfjeloopen
door het uittrekken van eea aanxienluke som
voar irurinewerven.
Do buiton'/ewone uitgaven van Hoofdstak VIII
zijn aanzienlijk lager begroot, dan die voor het
vorige dienstjaar. Dé gewone uitgaven zyu ech
ter f 194.000 hcoger geraamd, eerstens voor op
slag van de traktementen der adjunct commiezen,
boden en klerken van het Departement, f 15.000
wordt uitgetrokken voor de wijziging in de ver
houding van de aantallen Ie en 2e boitenants.
De positie vau den officier' wordt door deren
maatregel in het minst niet verbeterd. De trak
tementen der officieren zjjn te laag.
Traktenientsverhoogiag na een zeker aantal dienstjaren inden
geest van de verbetering in 1881 kan alleen baten.
f 70.000 wordt bestemd7 voor de toekenning van
een hooger. pensioen aan de onder-officieren en
minderen, die gepensionneerd «ün vWr de invoe
ring van da *»vt van 29 Mei 1877. De vorm van
dit voorstel wordt afgekeurd. De, t* termijnen
worden uitgetrokken voor het bouwen van nieuwe
kazerne» to Haarlem en Dtreohti zonder toelich
ting boe over de bewuste «ommen aal worden
beschikt.
Open Brief aan den
gepensionneerden Generaal-Majoor graaf vau Lim
burg Stirnm, Adjudantde* Eonlagi
in Duitengewonen dieait, afgetre
den Voorzitter van het
Anti-Dien»tvervangingsbond. ' '
(DU, v. Z.-H.en 'f Gr., 26 Oct)
Door een der kapiteins, die «fob. door de bevor
dering by keuze van den Majoor by den
Generalen staf A. Kool verongelijkt 'rekenen, wórdt
protesf aangeteekend tegen déxe promotie, als
strijdig met net landsbelang, omdat 24 ofteieren
ia hqnne belanden toja.to kort --J? »*-
-~^giag der ^esselwhe zeegaten i« de hulp van de
vloot noodig; «lult men alleen d« Hekdeur af, daa'
ligt dm Helder met on«e etabU»»ementon
blootgetteld aan het vfjandeiyk geechatvunr.
Het Noordteekanaal en bet Notrd-Hotlandsck
kanaal moeten afge»loten worden door torpedo*
' m, terwijl zinksebepenl daaraohter in
moeten liggen. 8. driagt aan op het
eaa xast plan f»a
rertperrmt»*,Tevm«*r"
oageiyki
reeds 15
De
verwordt te meer ge voed, nu de kapiteins
jaar dien rang bU het wapen' der
artillerie bekleeden alvoreni tot majoor Genoemd
to worden. Aan het beatuor van
hetAnti-Dieiutvervangingsbond wordt de vnag, gsocDt, hoe) dit
bestuur bü moode vaa zifn riaderlakea voorzitter
bedoelde bevordering kan toejuichen
Lotiverbetering
(Nieuw». v. '
der Ittitén'anti.
'
fce?'i'
1883 zullen deze «wevende luchttorpedo'», met
toe*temming van het Dultoche ministerie
oorlog, op de artillerie-schietplaats te Tegel i
tisch Deproefu worden. Uit een militair-aera
tiscb oogpunt beschouwd is de uitvinding der
luchttorpedo zeer gewiéhiig. Men moet evenwel
afwachten of, en m hoeverre, de practiwhe b«- '
teekenis dezer uitvinding zich bevestigt; aekar
sal «j er toe bydragen om het vraagstuk der
militaire luchtvaart nader pp to lossen, een quae»''
tie aan welker eindoplossing, zooal* genoemd
blad bericht, door den generaal veldmaarschalk
von Moltke niet getwijfeld wordt. J.
BIBLIOGRAPHIE.
De Militaire Spectator No 11.
Bijdrage tut de ballistiek van net getrokken1.
geschut, dóór W. C. HojeL (Vervolg).?Valt
harto welkom l door G. J. W. Kooleman* Bennen.
1ste luit der Inf (Vervolg). ? Een paaropmer»
imn til gèelgeoheid van de najaanmanoeuvrag
in 1883, door C. D. U. Schnéider. ? De fort* ??
manoeuvres in 1883, door A. L. W.Seyffardt?
Het inschieten met groote artillerie-afdeeUngea,
door v. P. ? Militaire sprokkelingen, door Sprok>
kelaar. ? Boekaankonoiging: Aneh vaa Ski De->
c mbcr 1875 tot 4 September 1876, door H. F.
Meijer, Kolonel van den Generalen Staf bij bet
Indische leger. ? Overzicht vaa buitenlandsché
tydschrifUn.
^ - !i
'1
;»j
SCHAAKSPEL
No. 44.
Tan den ond-rad«ctaur vaa Sitta.
ZWART.
. WIT. ?
Wit *J**U voor en geeft ia S «?«?o, mat.
(WU * w Zwart 8 «takken m*t K. X4;
ru Se4a«kartWtt« Ne. «
D I ? D 41 O 6 a. D 4 (a
F ? ? FT Ad Ubltom.
f T .- O T mtt. ;
..'.. . . . * 0«-B7(a.
FI-Ï7+ OnwwohaUt.
D. ? A l of H 8 of T 7 - O T raat»
.
D4? O 4+
D. et T. pen mat
OnvnsehUng.
, in 't (