Historisch Archief 1877-1940
*?'
J^ffe^> -^^ .,.<,,. .J
v - '? . ?i
ipppp^f^f^]
?jr.gnv'ï;^ ??^^^w^w^^?^^^^^^^r^^^^^^^^^
t1tM$j|jU^.AV. 'vrV J*L.-L2
vetvaH, zoodat d*
*» du oatrakWng
b«vo*gdheii hebben
over laaien ea swopet*
w^Mr becaehtuig fa w*j
ïó| a*e*ar it bet véenW
tei. Er ii echter eea* be
ft, ieder EarepeeaadleToor
w«rat gedaagi hebt to
it el Ewopeaan, let recht tal
at dat S^H proces wordt behan»
C-één*, jury, waarin de meerderheid
lajuhlieden. Daarentegen wordt
Ten d«ndiitriotjimftgistr.a,i^Qok,
dut, uitgebreid tot het opleggen
vaa. MS maanden gevangenis.
Tolreg*edag»voontel waa drie'maanden
straf welnee hu mocht uitspreken.
j«MJk, tnsschen de regeerintr ea de
%*slóien, taUjoogstwaartohynftjk door
"""» macht worden aangenomen. Zel's
'giigden voam ? zegt de Pall
,? «el de wét haar doel bereiken.
was op te toffon^eene voor de
inréchten onteerende onbevoegdheid, te
«at eene. onrechtvaardigheid die niet
diepe ontevredenheid wekte bjj die
ambi, maar in de gansche inlandsche
bevolhet gevoel levendig hield, dat zy in haar
werd gekrenkt
wet is eene daad van vefltondigt>politiek,
^?SpriMI'hat gevaarlnk zou. zgn de voor een groot
r;\«*lit*er ontwikkelde inlandsche bevolking der
kolonie onder dea indruk te laten, dat de re;
"*g. zich slechts laat leiden door de belan
der Europeesche bewoners, en dat zy een
il van exploitatie huldigt dat koloniën ten
, »al brengt.
:' D* Daily Acte» zegt, dat do Transvaalsche
.afge'vatrdigden nog tteeds bezig zjjn met de
overweging van de door Lord Derbr voorge
stelde, na raadpleging van uitstekende
koloni-. aje autoriteiten zorgvuldig bepaalde westergrens.
Eet blad zegt, dat de gedelegeerden niets
kun? aaa winnen door uitstel hunner beslissing, en
4st'd» boeren niet moesten aandringen op de
vervulling rau buitensporige eischen. waaraan
Engeland onmogelijk kan toegeven.
Bulgarije heeft een nieuwen minister van oor
log gekregen. Het is de Russische
generaalmajoor by de gendarmerie, Kantaknzen. Overi
gens Iaat de verhouding tusschen Rusland en
Bulgarije nog veel te wenschen over. De Rorojc
Vivttija bevat t«, dezer dagen weer heftige
pertoonljjke aanvallen op vorst Alexander.
Aleko-pacha, de gouverneur van
Oo&t-Roe? nelie, moet binnenkort aftreden. De groote
, mogendheden, die bjj de benoeming van een
gouverneur voor deze provincie stem in het
< kapittel hebben, zullen geen bezwaar maken
tagea zijne herbenoeming. Aloko-pacha zelf
echter wil de betrekking niet opnieuw
aanvaard$B, als hem geen jaarljjksoh verlof wordt toe
gestaan. Men zal zich herinneren, dat 4e Sultan
hem, «enigen tjjd geleden, geen verlof wilde
geven tot eene bnitenlondscha reis. ye
wenojien van den gonverneur gelden d
chjjttiyk niet roofeer eene welverdj "
Is meerdere vrijheid in z|jne bew<_
>In -de omstreken van Soeakim bl? .^
ustig; sedert den 2den December hebben geen
pvechten met de oproerige stammen plaats
ge«ad. Het garnizoen houdt zich, in afwachting
yen de komst van Qaker-Pocpa bezig met het
Tersterken der verschansingen.
Ka lang oponthoud i's Bake^Pacha eindelijk
niet het stoomschip Mat^oerqh van Suez
Vértrokken. Iptusschen'gaat hat werven van recruten
nog steeds voort; wat men in Egypte onder
werven verstaat en van wèlkon aard de niéuwe
. soldaten zgn, kan men ten naastenbg opmaken
nit de omstandigheid, dat deze lieden gebooid
naar AleiaadriS moeten worden overgebracht
Het gerucht omtrent een aanstaanden
troonsafstond van den Khedive Tewfik 'blyft aanhou
den. Zeker ii hel, dat do zwakke en.wcil'olonde
houding van deun vorst en zjjue impopulariteit
_ in Egypte voor het land hoogst nadeelig zijn.
In Ga.ro beweert men, dat er ernstig sprake
is Van een herstel van den ex-khedive L mael,
ti>t de" waardigheid, waai van do mogendheden
hem in 1879 vervallen verklaarden.
llterlci.
Da laatste zitting der Tweede Kamer leverde
groote >oi i atningen opi
Allereerst de mededeeliog van den premier,
?flieVjKKials hij zeido, ?misschien van ceuig
gewicht***! worden geoordeeld", het ontslag nL
door den Gouverneur-Generaal aangevraagd.
r, .Misschien Van eenig gewicht"
*?: meel gewichtig vond de Regeering het niet;
' althans zy had de mededeeliog niet van genoeg
belang geoordeeld om er terstond mededeeiiag
van te doen. '
? . ?In den loop der.week" wa» 't bericht
Ontvan'. gen «a de neer Heemskerk wachtte met de
? - mededeehpg'tot het uur van scheiden. *?
' fir was toen geen tyd meer om naar aanleiding
/ar vaa te praten....
Dat wat ook van ?eenig gewicht".
na waarom de heer Wintgeni altooi
van fi Dec.
Hy beSTet in de
.Daaria^atel ik myn ow.- .
' Dan moet men t ook eerbiedigen. Ieder tracht
*f« eer op «yoa wflze t* TeAaétrén ea op te
beraden', de een door telkens nieuw licht op het
gebied zijner werkza»nilwM *- ?*-*.i«...
J^? J^-^ ^JlZ. «*A^IM ?
n c e
te ontsteken, de
Bemea «nner werKzaamneia w ommexen, oe
?ader* door steeds?en tot,vervelen» toe?sich
nlves te eitteren.' '
»? De fannkalpadea der eerzucht tfa onmogettk
«ia te gaan voor hém die ze niet tot 't tem»
agaat WJaondere onderzoekingen heeft gemaakt
Hét waa bedroevend om aan te oen hoe de
Mmitter van fiaancjen*! de.wet op de middelen
,,t |0 de war zat. '
Hortend en stootend trachtte h«-eerst 'teen
?n ander te zeggen, om het ter eüoer are in de
wet gebrachte nflfuw attütet, tot verl
TOOT 1684 van den accQné op het
eénigermata ta verdedigen.
Toen keek bf den pr«mie>, naait hem gezeten,
anistig aan,abof hy vroeg: kan ik gaan zitten?
D* beer Heemtfcerk gaf ham een «ank ca
fluisterde: .intrekkenl" A
Daarop trok dalaoitoter het tooraeBtgterlng
sa rijp beraad gedaan voorstel weer in.
Entèéa da heer Haat voorstelde «m den post
|MO varkoéf van 1 schip ffl. EtufaUit» onder
s^*, *^» « »<_* _ ^_i? *j?A Am na !?>?*! *ai ?*^
wlfG OO aUaaXOT Twl
eea peet op d*
1 Wai aka% om «aa ta cwa boe de Minister
tebie, voor bat zoover waa.
ONZE BLADEN.
Trots dé iorsehe w^te waarop in da Tweede
Kamer- hit snoeim**jia gehanteerd, waar bet da
ttitgaven goW toor 1884 gfraamd, «ijn de
resnltatwn niet afdoende. Nog steeds is er een belangrijk
tekort en nog altyd blQven de belastingplannen
ia onze pen aan de orde.
Het BaagtcKe DngUad en de JtoM. Of. hebben
met leedweten kenait genomen van de toekomst
plannen dee ministers. JEen klasten- ofte wel
inkonuttnbelatting hadden «y niet van Mr. Heems
kerk verwacht, Met de overige voorstellen
kunnan zij x.ioh in hoofdzaak b>ter vareenigen. Juist
het omgekeerde is, gelijk men kou verwachten,
met de a. Kott. Ct. «n andere liberale organen
het goval. Ook de Standaard keurt de nieuwe
belasting-.vondsten", geiyk het bUd ze noemt,
om vsncnülende redenen, in en bulten de voor
stellen gelegen, af.
De N. K. Ct. hoopt dat de voorstellen van de
hh. Van Delden c- s. die in haar oog juist niet
door goede bewerking uitmunten, zullen worden
aangehouden tot 'a Ministen' klassenbelastingaau
de orde komt. De Tvd daarentegen wil de
plsnnen geheel van de baan geschoven zien daar zü,
onvoorbereid, een geheel nieuwen toestand in het
leven roenen. Det Handelsb. betreurt het dat
do Kamer pist nog vóór bet eind dezes jaars de
aanhangige belasting-ontwerpen heeft behandeld.
't Is nn half werk gebleven. Ook Stand, en
Wag. WetMl keuren de wijze waarop de Kamer
te werk is gegaan of. Het laatstgenoemd blad
is vooral zeer bntttemd. Ook het Vcnl. Weekbl,
wns over het systeain van bezuinigen weinig
gesticht.
Het ontslag verzocht door den heer s'Jaeob.
Kauv.-gen. van Ked. Indie, gaf bet Vaderland
oanleidüig op 't gewicht te \yijrsn der keuze. Iiy,
die de troon te Buitenzorg inneemt, behoort niet
alleen een man te zijn dio weet te regaeron, maar
hij dient tevens bekend te zijn met de zaken van
Indie. Anden loopt liij gevaar onder de macht
der «weaucratio te. vervallen en van regent ge
regeerde te worden. Het Haaffsche Dapblad drong
mede aan Op 't zenden van een krachtig regent:
en betreurd j het aftreden van den heer s'Jaeob
niet. . , , ,.
De Arnh. Ct. gaf als weerklank op de
discusriën in de Kamer een drietal artikelen over ?mis
bruiken". Vooral hetgeen in Assen by de herstel
ling van het gouvernementgebouw is geschied
keurdo het blad streng af.
De Stand, besprak ?een leemte m ons christe
lijk onderwij»". Volgens het hooidorgaan der
anti-nvolutionnaire party laat do beoefening der
Christelijke paedegogiek nog steeds, ook onder
de geestverwanten, veel te wenschen over. Van
de Vrije Universiteit dienen de hoofddenkbeelden
uit te gaan. ^
In het Weekblad voor Sury. Adm. werd be*
«tarief foor de vergoeding van reis- en verblijf
kosten" eren ter toelse gebracht om, zoo
mogelijk, onze autoriteiten nog meer te doordringen
van de aoodiakeiykheid «ener verandering. J)e
Ooudtehe Ct. besprak ?de aangakondigde
w|«i«ing der drankwet"; de N. S. Ct. de in te trek
ken ?Oude Centen"; d* T$& ?de Europeewhe
staatkunde en den oorlog in TopgUin; het LeidSch
J)bl.: ?een Cauft oelèbre;" ? degiftmengster?;
het If.v.d.D. het . Debet en credit" in het einde
des jaars op te maken, terwijl .hetzelfde blad en
zeer vele andere by geleaenneifl van het Kerst
feest toepasselijke artikelen aandit fe,estder
geheete Christenheid wijdden. De WerktnansMde
kwam reeds tnet een jaaroverzicht van 1883;
de volgende week «al er ons ougetwyfeld meer
brengen.
"WARME KADETJES.
Een' Zaterdag-avond praatje}
XXXIL
?Wat is erMinn?"
??Ik. wou u maar zeggen alsdat er een
mynheer was.""
En waarom is bil weder weggegaan?
?Jtiy is er nog.""
.Waarom vertel je dan dat hy er was?"
De dienstbode keek my met groote 'oogen aan
en zette 'een gezicht alsof z<j dacht: ?die is ook
niet; recht snik", en toen vroeg zij: ?moet ik
k-m maar binnen laten komen?"
?Hoe ziet de man er ait ?" was mijne weder
vraag, want de gedachte kwam in my op dat
een reiziger in wijnen, of wellicht zelfs üe ver
maarde vernit-vetkoóper, die in den laa'. ?n tyd
onze stad rondwaart, myne nederige stoep met
een onwelkom bezoek zouden willen vereeren.
Het is een oude heer, zoowat van nwees
leéitjjd en hy ziet er heel bedaard en ttemmig
uit.71 .'??:..
??Laat hem dan in vredes naam maar hier
komen.""
Een oogenblik later werd et aan de deur ge
tikt en toen ik .binnen" riep, trad Sagitta
rius in de houding van een beranwhebbend zon*
daar het vertrek binnen.
?Mijnheer!".... riep ik verbaasd en veront
waardigd, .hoe durft gg hst wagen mijne woning
binnen ta dringen?" .
??Aguarius , zeldé by op nederigen toon, «nik.
tracht naar verzoening met je, ik heb nuj laotrt
ta moedig driftig gemaakt en ik erken thans
dat bét grootste ongelijk aan mvjne zyde wat.""
Wat moest ik doen V Ik kon na deze berouw
volle wcorden toch niet bard en onverzoeniyk
biyveni Hét einde van het liedje wat dan ook
dat wy elkander de band reikten en weldra, on
der bet genot van een geurig glas punch «n eene
fijne sigaar, voor bat knappende vuur zaten, té
babbelen.
?Je «alt het nu wal aül hebben op Meerlntt,
hé V" zeide Satóttarius, ?want je woont, hier een
heel eind van de stad verwijderd en 't it hier in
de baart nog al eenzaam."
?Och 't ta tegenwoordig overal, stil,"" wumQn
antwoord, j»*» «elft u «aken hoor ja van
BÜat mag je wel zeggen
den haast geen aflaires
op de beun wor
n en de menschen
verkorten elkander den tijd door uien te tappen.
Heb je de nieuwste aardigheid reeds geboord?
?HoetaidtdtoP'"'
?Wat is de ovexeenkoBut tuasoheneenepianino
en een voetbad?"
kan ik niet raden,"1! ceide ik t» eeaig
,Dat man ait beiden eohoone toonen haalt!"
amw ik, .an
bovennimmer tatt anden
Zag naj l^rer J
«a man een no
Tertelde mf{a vriaad lachaad*.
,nA,iakkw koe flauw l"" mee
dim ïoe ongeast, kaa je
d*« 4*4
laJeiahiea. dewlfdj w,«u bewandeld V Soort
goed viadt zal ik wat ktfkea of
'sa ie, want je toon Jan it
. Uitgavallan en wat ifch te
niet bepaald voor «yne Jaag
de deur go
«log al niea
t* ijertellen
digyoorenj,
H« dead de deur dicht, kwam weder b|j bet
vuur zitten en teide toen: ?ik heb een kükjé in
J^« en Warmoeastraat an op dea Zeedp g*.
nomen." * * *
..Ik ook,"" sprak ik verbaasd.
. .Ook g|j Bi-utuiV" riep Sagittarius laobanda,
Bwo «ie je maar weder de waarheid vanjbet
woord: let beanx esprits se renoontreat l"
Ik ,lachte hartelijk mede en vond dat wy met
ons beidan machtig veel weg hadden van een
paar figuren der grijse oudheid.
?Deed g|j nog al belangrijke ontdekkingen?"
??Jawel maar het aUergrappigst* vond ik de
omsiandigheid dat de dames, die in da
Café'tcencert zingen, niet, alt vroeger, de tebonden
décolletoeren, maar de beonen.1"1
?Dat is bedeu avond ue tweede flauwitait reedt,
vneiidje, deed ja geene andere ervaiingen op ?
?,lk bon in eea lokaal geweest,'"^ vertelde
Sagittanus, ??dat my «eer merkwaardig voor
kwam; er was een aoort tooneel in, dat, naar
myne schatting, twee mejter breed en een halve
niefor diep wat en aan vijf zangeressen plaats
verleende.*" ,
?Onzin, Sagittarids," viel ik hem in de rede,
?maak dat a«u een ander wö«."
??'t Is toch heusch zoo t De achtergrond van
bet tooneel werd door een doek gevormd, waarop
een gebouw geschilderd wa», dat, naar een
nabitutt van het lokaal mij vertelde, een
vorsteJi)k paleis moert voontelien, terwijl eenander
beweerde dat het eone getrouwe nlbeeldiiig van
het tuchthuis te Leeuwarden was.""
?Hoe wjs hot overigens in dat lokaal ï"
??Je kondt hantt niet kien van den rook en
het was er propvol; tot mijne groote verbazing
wm-e» er Ook «eer véol toeboorderewon onder het
publiek. Het is merkwaardig, maar de vrouwen
geneercn zich tegenwoordig voor niemendal meer
en komen op plaatsen \vatir zy volstrekt niet te
huis behooreu. "
,Nu maar", meende ik, ?de plaatsen die jij en
ik bezochten zijn, goed beschouwd, voor niemand
geschikt; bovendien zullen de danles die je hebt
aangetrofien, er ook wel dames naar geweest zgn."
??Op het etrste gcdeelto van je betoog zag ik
]a en amen en ik erken graag dat ik, ook niet het
oog op mgn leeftijd, beter deed met mijne wandeling
in 't genie van Cato de Oude achterwege te laten,
maar.... enfin, daarover later; het tweede punt
moet ik je bepaald tegenspreken; ik heb in som
mige lokalen wouwen, en vooral meisjes, aan
getroffen, waar zeker niets op te zeggen viel.""
?Het is mogelijk," zeido ik, ?nuar iu ieder ge
val geloof ik dan dat het berbaald bezoek van
verdachte of minstens dubbelzinnige plaatsen van
vermaak, baar voor dea vervolge geen goed zal
doen! Maar, apropos, hos kwam ie er eigenlijk
toe, om dien tocht te maken?"
?r,Wol, ouwe jongen, omdat ik onlangs be
merkte, dat je van plan waart het vraagstuk te
behandelen, waar onze jongelui wel zitten en wat
zy tegenwoordig uitvoeren; ik koesterde reeds
lang de hoop, dat onze oneeuigheid weder bijge
legd zonde worden, en dacht dan vroeg of iaat
het thema met je te behandelen. Om niet
onbeslagen ten tis te komen, meende ik dat het
nuttig en noodig was, eenige gegevens te ver
zamelen."1'
?En nu hadt je zulke goede gedachten van onze
jongelieden, dat jei nietwaar schouwburg-zaten
en voorlezingen, >naar 'degelijke concerten en
schoolgebouwen gifegt om ze te zoeken, maar...
de Nes binnenknierdet en in de Warmoesstraat
flaneerdet om hunne gangen na te gaan t"
??En wat deedt jij dan anden?"" vroeg de
slünmert, ,rjjj hebt toch ook begrepen dat er
tegenwoordig meer aan Bacchus en Venus
Vulgivaga dan aan Minerva of de muzen geofferd
wordt l Of moet ik het er soms voor houden dat
myn oude vriend Aquarius niet uitging om studiën
ta maken, maar Om op z(jn ouden dag uit louter
plezier, op verboden wegen te wandelen ?""
moet, tot mijn *p(jt, zeggen dat ik, over net al
gemeen, niet kan zeggen, dat de jongelieden
onzer dagen hunne avonden op de nuttigste v^jze
besteden: wanneer zij den gansenen avond in
een bierhuis zitten of uren achtereen aan het
biljart doorbrengen, willen z\j zulks nog als zeer
onschuldige en geposte vermaken beschouwd zien
en lachen iemand, dio hen vertelt dat zij hun
tijd nuttiger en beter kunnen gebruiken, m het
gezicht vit." .
- f ?Dat is nu ook eenmaal mode geworden,""
meende Sagittarius, ??en dat zal er wel nooit
weder uitkomen, maar biecht nu eens Op wat iU
zooal gezien hebt.1",' * ,
?Ik kwam onder anderen in een cofc-concert,
waar de dames aleepjaponnen droegen en keurig
waren uitgedoscut maar, allen zonder ondersohijid,
verscheidene dienarjaren schenen te tellen; het
was nog in den vooravond en betrekkelijk ledig
on een paar kellnevs maakten de verachtelijke
opmerking dat er enkele personen aanwezig waren
die maar vijf centen fooi geven; je begrijpt dat
ik toen zoo verstandig ben geweest om in 't
Êshcel geen fooitje te geven; ik vond trouwens
et glas ongenietbaar bier dat, men mtf bracht,
mot zes stuivers al duur genoeg betaald. Eenige
opgeschoten jongens «aten op de eerste rijen en
trakteerden de damea.op bonbons oi op'een
grogje en kregen tot belooning daarvoor zalke
dubbelzinnige Bedjes te hooron, dat ik er bjjna
een kleur van kreeg."
B,,Heb je wel opgamarlct,"" interpelleerde
Sagittarins, , ?dat de meest Onkiesche passages
steeds het luidst worden toegejuicht cu bijna
gebisseerd worden?"" *
?uawel, en er wordt steeds met veel gratie aan
elk da capo-verzoek voldaan: het verwonderde
my sterk dat "er zoo weinig toehoorden waren
en ik verheugde my reeds over dat feit, want,
het bracht mq tot het vermoeden, dat d« praatjes
die Jan nn en dan opvangt en geregeld aan my
rapporteert, op loste geruchten moesten berusten.
Te Iaat echter bemerkte ik dat ik mij met eene
doode musch hand verheugd, want toen ik aan
een der knechts inlichtingen vroeg, die hy mij
in myne kwaliteit van nietSoojen-gever natuurlijk
niet gaf, werd ik eensklaps door iemand aange
sproken die my toescheen zeer op de hoogte der
toestanden te tüii."
«Dacht je in aemoede, oude heer," zeide hfl,
.dat het hier altijd «oo ledig wat? Jy bent,
jandobpe, een gogemél Dan moest je 'reis tegen
twiAU uur komen, dan zou je wat anden zien t
Wie komt nn ook zóó vroeg in den avond in
een café-chantant, 'til nu natunrlyk nog
jongenswerk en 't publiek bestaat voor een groot deel
uit snaken die mama.of eene oudere zuster, ouder
eenig voorwendsel, een paar mafjes nebben weten
af te troggelen."
? .Maar n bent hier na tooh ook all"" merkte
ik bescheiden aan.
n Jawel, maar dat is heel wst andera, ik heb
toch niks ander* te doen en dan mot j* weten,
onde heer...."
Ik ontving eene mededéelmg die ik niet g*.
«hikt acht om over te brengen. «Wat doet
men hier, zoo laat in den avond, dan wel?'!?
ik verder.
protmaksa, drinken, geld »tuk
«a af M JM rafe iaauuai be*.Wkaal
u»
*^£ vuvtt u *»t fO.iaiarig?"1' vroeg ik met
Ja ittiM weten wat ar dan gebaarde??
Zei 'nia, ba» ja somi aen «till*verklikker ofban
> aan' oude 'doordraaier, dia heal go** vaat
waar Abraham da mosUrd haalt an laa m» voor
het lapje tracht te houden V
Da man was 100 kwaad geworden da» ik mtja
bier opdronk an wag ging.
?Dat «ml ik ook doe?, zeide Sagittarma, zgn
glas punch ledigende, «waut bat ia braaf laat
**»^n w'y hebben aog 100 wamig bahandaWl""
meende ik.""
?Ik wilde je juist voorstellen om hetzelfde on
derwerp nog eens te bepraten."
?,Mö ia h«t goed"", antwoordde ik, ..ik bak
van ons gesprek een kadetje voor bat Wtekttad,
doa mtf au net pleizier en luformeet? aaat btt jon
kennissen, gatyjk ik bü da mijne «al doen,1 of een
vervolg van onzs beeptegalisgen hen aangenaam
?Dat is ttoed", zeide h^j, .gooi. ma nu maar da
voordeur uit"
?»Je gaat toon, hoop ik, rechtuit naar buil,
Ssgittario», en tuit naar aanleiding onzer be
schouwingen, toch niet dan wind in gaan?""
vei-maandé ik.
«Wees gerust, ik ga heel soliede naar mfina
woning en aan onaiddauiik in het mandje'; apropos,
wfl zullen elkander in dit jaar wel niet meer zien
en ik wensch je dus een zalig uiteinde; doe raö
het pleizier om, als je den lezers van bat fFeetWaa
raooht omplimenteeren, ook m|jne beste wenschen
over te brengen."
ik voldoe aan dat verzok en wensehdenlezerz,
ook namens m|jn herwonnen vriend, een aange
naam en gelukkig einde van het {aar 188$ an
veel geluk «n voorspoed in den, nieuwen jaar
kring toe. Het cal m{j «ene «er en «en genoegen
z{jn om, wanneer het my vergund wordt, nog
vaak in dit bind voor bon en met hen te mogen
babbelen. v
- Aquarius,
BRIEVEN VAN JAN TAN T ST10HT. .x
O, Trüdag, dag des vloeksl God schiep n tot
de smette! Zoo zong Jon VanBe«rs,enlujiietmet
eeneenmetseldiender? ofzooaUwe hier zeggen:
een opperman ? een goeie oppassende jongen, een
eenige zoon van een brave weduwe, van een leer
vallen, morsdood! Een diender van de leer ge
stort t riep het volk. ? Een mooi gedicht, vooral
als het mooi gedeclameerd wordt, met gesticula
ties en mooie standen, met verlakte bottincs en
een huilgezicht, met een witten dat én iets
kinderlQks tnsschen den neus on den mond ? in
één woord als een rederijker het voordraagt!
Een mooi gedicht: de Metseldiender, maar die
regel alleen bevalt mty niet: O Vrijdag, dag des
vïoeks i God schiep u tot de smerte l 't Mag in
een versje heel mooi op zjjn plaats zijn en mét
de r^jm komt het dikwjjli zoo vit, dat er wel
eens een regeltje doorloopt dat minder juist is ?
dat weet ik bfj ervaring; ik heb zelf wel gedich
ten gemaakt, dié ik won dat ik nooit uitgegeven
had ? maar zoo iet» is te erg l ? Een van die
weinige zeven dagen, die da mensob in een week
leeft, zoo maar tot een dag dea vïoeks te ver
klaren! 't Is om het bijgeloof in de band te
werken en to maken dat iemand op Vrijdag niets
zou durven ondernemen. En is 1 al niet mooi
dat van ondsber da kleermakers, uit
innr .b^gebofj den Maandag er al aan gegeven
ibefl en dien gansphen dag 4e Btcatan onreüig
maken. En bovendien, bef tegendeel is waart
De Vrijdag is, althans hier, de dag der
algemeene liefdadigheid l .
"Wie zich 's ochtends op straat durft wagen,
kan er zich al vroeg van overtuigen! Maar t is
een ?waag". Want behalve aan
mensohlievendheid, doon ze hier Vrijdags ook de kamers. jDan
hebben de meesten een werkster, en die staat
met de meid ? of als men geen werkster heeft,
dan doet de meid het met de meid van hiernaast?
de kleeden uit te kloppen en van acht tot tien
uur is de.geheele staa in een stofwolk gehuld.
En in die wolk ziet men overal vrooltjke dienst
meiden, met stevige blanke armen de karpetten
uit elkaar slaan, dat het davert door de lucht.
En als ge, aan een kleed gekomen, daar wat veel
stof uit vliegt, haar schetsend toevoegt: ?zeg, jfl
mag dat wol eens een paar keeren in een jaar
meer doen!" dan roept ze u lachend na: ?als
jjj er in gaat liggen,'Van Gakkum l dan allen dog!"
Maar te, midden van die, in nevelen gehulde
vroolykheid, ziet ge ook in onze straten een an
der minder b]{j tafereel! Oebeele troepen oude
vrouwen, die hunne stramme boenen Bijna niet
meer voort kunnen kragen, of hun! gebrekkig
lichaam met behulp van een krukje moeten
voortslepen bewegen zich vroeg in den morgen
langs den weg, Gehuld in een armoedige, gelapte
scnoudarmantel, dien zo dicht om hare magere
leden wikkelen, soms als bet zeer koud is met
een wanna stoot er onder, om zich de bloede;
looze vingeren te warmen ? baatten die .strom
pelende oudjes zich door sneeuw on regen om
toch overal op t\jd te komen! t Is Vrijdag, «n
dan mogen z\j bedelen, dan doet de polide ?zoo.V
Maar toch hebben zU haast, want bjj mevrouw
A. moeten ze om acht uur precies z$|n, of zQ
loopen haar cent mis l En bQ me goeie mevrouw
B, die geeft twee centen, maar wie er kwart
over achten niet is, die «veegt" meneert En och,
God! die twee gooie Mevrouwen wonen zoo'ii
end uit elkaar! En dan die winkelier, heel op ds
Oude Gracht, ook een pulk puik menschlievenda
man! Maar kom er eens na half negen, of boud
bet halfcentje niet eens in de hana gereed, dat
hy terug moet hebben van den cent, dien bü
geeft: ?Allo marzch, vort! denki dawwa hier den
heelen dag voor jullie klaarstaan? Geen hallene?
allo d*r tonohen uit l 'k Zal jon ontlionwa boort
as t nog eens gebeurt, boef je niet meer weerom
te komme, versta je!" .'
O, heilige menschlievendheidl Het hart krimpt
ineen all ge dien armen btygendziet
voortzwoegen om toch ook dat laaUta ?hallefie" niet te
Keen, Van BeeraI ga^hebt toch gelukt
O, TrUdtg, dag des vloaxst
Doch niet da dng is vervloekt, maar de
maatichappij, dia dat aanziet, dia dat toelaat
Zoovele gebrekkigen en ouden van dagen, week
ia week uit, op den dag dia ons aan de hoogste
menscbeniiafde herinnert, door weer an wind en
modder te zien kruipen, om op dien éénen dag
althans een sober {stukje brood te kunnen bede
len, ii een fchande voor eea maatschappij die op
beschaving aanspraak durft maken.
Maar geeft dan toch niet gÜ menschlievenden I
Mevrouw A. houd uw cent! En gy Mevrouw B.
hond uwe twee centen! En jö ook, puik puik
menschlievende winkeUérl hou jQ ook je banene
maar l 't Is jelui'i taak niet om voor armverzorgen
te spelen l En alt ge het tooh doen wilt, doe net
dan «'il vont plait zoo, dat wfl anderen niet ger
schokt worden door het walgelyk schouwspel dat
zich iederen VrHdag herhaalt alt die troepen
oade vrouwen zien voor uwe woning verdringen
en langt den. weg rennen l naar uwe
mededonateursl zie, ik ken verscheidene nwer alt edel*
menschen, dia bet niet doen om den icbijn, maar,
Wat ik u bidden mag laat bet toch. En alt zfl
het aiet laten willen, politie I treed go dan
tut, ? ..i Laat' in den nood dier armen ofi
??^W' ^f WW* *.YWI*_ WfiM ^UHÏM -^Ir
'.i'
?W
v»
aa geea vabwhe ta«]*r baatte bat tatatt'
«aar één klenr .vanekfl van awtcjejfa1*'
Bet een* .netta^ mansob
gewoan«a ta
t Was ook op een Vifd*a\ koor ik.
hebt &k 1^0, Y,«de*
vloeker " "^T ?~»t** ,vi ?*wi^*> 4a^<as«X
Mea zou hen baast ieder TrMdajraiaica. v*rï
vloeken, dia niet aUeea Bieb Mlveneahwi «ata
nuneerea, maar dto zoovele nonderde natuurc** >
uooten aan gebrek ten prooi laten/ die Btt
rafioaobooti konden helpen met hat geld dat «g aa»
bun lage hartstocht offsren.
\bi_oofc Vrfdag terwöl ik daua aebrijf, -?
toch ik vloek hem nietl Al kwain daa»
toett Sf*.*? towp.ifnia oudjes wear^s»..
oogenbUk de waosob bil mf op, dat bet een L,
doobeJaan .mocht «4jn, ik. ben terug «komaan
die slechte gedachte. ? ? ? *?
Betcnohtp! wenioh ik n
In Utrecht en omstreken.
toher harte l
aanzianli
TSpéUrfsa.fan«
HET TOONEEL IN DE HOOFDSTAD.
. Gravin Sarah,
oortpronkeiyk drama in O bedrijven van H. B.
Mendea da Corta, ontleend aan .La Comttt» ?
Sarah", roman van G, Ohnat.
Wanneer een roman inüarijt veel iuccetb*eft.
ziet men doorgaans, dat die in den vorm van eea
tooneelstuk het publiek nog eens aangeboden.
wordt. Nog in de laatste dagen werddaarDau.
det't ?Les .rots en exif ten tooneele gevoerd;
ook verscheidene romans van Zola zijn in den vorm
van drama's voor het voetlicht gekomen. One
schijnt dit geboorteproces voor een tconeelttok
niet wenscheüjk. Een roman ia, behoudene dé
onmisbare eenheid, die ieder waarachtig kunst*
product moet kenmerken, aan veel minder streng*
eisoben gebonden dan het tooneelttnk; waard*
romanschrijver gelegenheid beeft tot allerlei uj£> '
weidingen, verlangt men in een dramatisch product
een geleideiyk ontwikkelde toestand, eene tteeOtT
stijgende nooit afgebroken handeling, en oecé
krachtige karakterteekénug.
De romanschrijver beschikt over tal van midi
delen den tooneeltcbrijver niet gegeven; waar dé
een verhalen kan, moet de andere laten alen l
hoe uitgebreider eene roman dus is, hoe moeilijke»
ze pasklaar zal kunnen gemaakt worden TOOI
het sierlijke maar nauwe keurslijf Jervtif bedrijvani
Het dunkt ont daarom een waagtrok eea 104
uitgebreide roman als ?la comtesM Sarah" voor
het tooneel te bewerken. Het dunkt ons onme*
gelijk, om met een paar enkele trekken p
te sohetaen, voor wier karakterteekeaL
genoemden roman zooveel wordt gegeven.
iemand die den roman niet kent moet in dik
veel ongemotiveerd schijnen; die hem wel
treurt het, dat zooveel tohoons onver
moest weggelaten worden: opnieuw «ijn
de overtuiging gesterkt, dat roman en tc?
stuk te onverzoenlijke vijanden zQn, om ooit
bonden op te treden; al belast zich ook de ka
bemiddellaar met die taak.
En dat hier een bekwaam bewerker «fitten «ten
beeft verleend, jnoet volmondig erkend worot)
Met" veel tooneelkennis en Boeden smaak hee.
do Hr. Mendet da Costa elke zijner scènes ?"
wikt en gewogen, en de terugroeping, die
na afloop van het stuk ten deel viel, waa eene we..
verdiende belooabg voor zijn zoo omvangrijke»
arbeid. -°^ T
Ook Bchijnt genoemde roman ons door zyn
inhond minder Beschikt tot eeno bewerking voor
het tooneel. Voordat wy het waarom daarvan
blootleggen, willen wy den lezer in korte woor
den van dien inhoud op de hoogte stellen.
Miss Sarah ff Donnor (Mw. B. de Vries) van
oorsprong een zigennenkiud, wordt aangenomen
alt kind door eene rijke Engeliohedame. Naden
dood van haar weldoenster blijft zij iohatryk.mec
eene gravinnentitel achter. Haar koel
temperamentdoet haar het huwelijksaanzoek aannemen
van Charles, graaf de Canalheille, (de Hr. van
Schoonhoven) een zestiger; terwijl zy nog slechts
vyf-en-twintig jaren telt. Sarah, die steeds vai.
ziohzelve zegt, dat ze geen hart heeft, hoopt aan
oé zijde van den graaf, die ze alle achting toe*
draagt, verder een rustig en onbezorgd leven té
leiden. De hemel heeft het achter anden
besloten. Er is een jongmensch, een zekere
Pierre Severae (de Hr. Tourniaire), die veel aan
den graaf te danken heeft; hfl is onder de velen,
die Sarah hunne hulde bewyzen, de eenige die
haar stelselmatig ontwykt. Sarah is hierover zeer
gebelgd, en verbeeldt zich hem te haten. De
koele houding tusschen Sarah en Pierre is zoo
in het oogloopend, dat de graaf het bemerkt, en
«ene versoening tnssbben de twee mensohen, dia
hy beide lief heeft, poogt tot stand te brengen.
In het eerste ongestoorde onderhoud gebeurt er,
wat de toeschouwer reeds huig voorziet, Pierre
en Sarah komen tot het bewustzijn, dat Het ge
voel, dat hen scheidde liefde wat, ze bekennen
dit elkaar, eg eene hartstochtelijke liefde tusschea
die twee wordt geboren.
Dé volgende oedryvën geven ons te i
boe Pierre veel berouw heeft over het geben
voornamelijk, omdat Sarah hem in den we
voor een hnwaiyk met Blanche (M w. Rotting)
eeno nicht .van den graaf; hoe hy eindelyk ge
dwongen wordt Bieb met geweld van Sarah Tot
te maken, en hoe wanhoop daarover haar tot
zelfmoord brengt.
Jfehalv* dezen tragischen afloop heeft het stuk
Beer veel geiykenia met Bcribe's: Une chalne, en
evenals van . dat stuk zeggen wfi, dat dié «tof
ona minder geschikt dunkt voor Lee tooneel.
Eene getrouwde vrouw, die een jongmensch iu
~ weg ttaat met hare liefde, is dunkt onsjneu
iven voor een dramatischen toestand. Noc'n
. Scribe, waar de vrouw in het vyfde bedrijf da
verstandige party kiest, om zich in het onve ?
mydalyke te ichikken, noch by Sarah gaat da
toeschouwer bevredigd, naar buit: in belde ge
vallen beeft de schrijver «ün werk niet afgemaakt,
Scribe speelt eigenlijk röf bedrijven lang met d«u
toeschouwer, want waar de handeling op bet
hoogste komt, houdt de hartstocht, die de han
deling veroorzaakte op; de Hr.Mendet hakt dea
gordiaansohea knoop door, en hut «4jne hoofd
persoon eindigen door zelfmoord. Wy voor ont
vulden-dit echter geene oplonmg van een
tragjtchen toestand. De zelfmoord van Otbello en
Hamlet it onvermydeiyk en in zooverre eene
oplossing^ hier waar die noch onvermijdeiyk noen
ook maar in de verste verte noodig is, dunkt het
ons eene dramatische font. flierby moét echter
ia rekening aebracht worden, dat in de roman
da «elfmoord meer gemotiveerd adrijnt, omdat
wa daar tot in de meest minittense details Sarah'*
grillig, heersohzuohtig en «goistisch karakter
leerea kennen.
De weinige bevrediging nitta zich in eene
fsmelyk koele houding vanTnetovertalrijke publieV
iett dat én om het spel der artistea én om d.^
uitstekende aora aan miae en scène besteed, en?'
zeer leed deed. Mw.de Vries heeft in de hoofdr :
uitstekende oogenblikken gehad, vooral de eei
,_ Waai bat gröliga en wufte den hoofdtoon
wa* ifl ttttstekendTbare toUettan waren
keuad bare ealAve met «maak gekom; to
., laaUU tw«a bedreven in bare emellfe of
?o» man wil tragiaobe tataea met Severae vol
deed j^j minder; dit lag taaier voor aan «root
deal aan den llr. Toarciaire. Deze artist moge
in teer vale rollen uitstekend voldoen; dit soort
-,,<?- k ie te «waar voor hem. Hy sebean zelïeven
,.? b»asd als da toeschouwer, dat Mi een ernstig
iuvaaage voor moeit stellen, en zijne gewone
i;t4w«M«nheid en Imhéa waren gecjwl v«a
i.f -.n «weken. We hadden deze rol liever aan
,;t u &. de Joèff alen toebedeeld. .
l M' beer Schoonhoven beeft ale Ie man van
*,ü:i* aanspraak op allen lof. Deze moeilijke rol
?c/d met veel talent door hem gespreid; waardig
.?t, rfatnurltik was hfl inderdaad een man uit de
,'oc«ete kringen. Al is dese kwatenaar niet
;i<ui ind, die, wat men noemt een vast emplooi
i:e.-!t, zoo achten we hem b\j de Vweenigjng in
-.. ::;? waaanbjke behoefte te voorzien, wn der'
.i.'iJerta de rol van den graaf had kunnen spelen;
iie vraag moeten wffhet antwoord «chuldig
. Ook aan z\jn uttwiyk bad deze
kansteveel zorg -besteed en wat daarin zeer
geagd..
eer Morfn wfvolfc In net «tak da rol van,
meriffen kolonel, die met name een
«ei.a weiard,, dia naar de band van zune.
-.ter dinffit »w Inchten of zien kan. D we rol,
:itptonkeJu}k aan den beer Spoor toebedeeld,
?VCT l om reden van ziekte van laatstgenoemde
ar ? .? den beer Morin gespeeld. Da heer Morin
.>. onverbeterlijk en liet de toeschouwers
harte',;(?. achen.
V tossard, een vriend van Siverae (de neer
>.; ,-IM) verraadt veel geUjkenis met
HectorBal' 'firdnit Ünechaine, behalve dat laatstgenoemde
.<< ^aak tot een bltyeindend einde weet te
bren:?? .- De beer Schulie speelde met veel ernst en
v t.-digheid, en gaf alweder een bewyt van de
.<l.tgdlgheid van zijn talent
Mevr. Bösting bad als Blanche itell'g veel
?.v.rjsj, tocb balden we die rol liever aan Mej.
; Bi«ne zien bedeeld. Vooral in de scène met
?vb wat het contrast in figuur en in kracht van
-,;??.,! te groot Hare smaakvolle toiletten trokken
?/.ft v, de aandacht; tronwees van alle artitten kan
;i'-.'gd worden, dat ze zich beijverd hadden, om
r' stuk een zoo schoon uiterlijk mogeUjk te
even.
Oa overige rollen waren in banden van de
da.?.. Stoetz, Slnyten, Lorje, Welmun en de
hee>i van Dommelen, Claus, Ising, Meyer, Malherbe
-.'. d.-Hilst.
i.:» eerste' Januari 1884 t&l eenig z^n in de
leel-annalen van Amsterdam. De ÖysbregJit
Aetnstel wordt op dien' avond verdrongen
r de Fransen» opera en de Amsterdammers
m op den nieawjaarsdag bonnen
traditioneeOyfbreght moeten missen en wachten tot 2
: lari. De hofstad moet van het genoegen
ge: afstand doen; bet Ned. Tooneel geeft daar
> len Nienwjaarsavond .... Machina.
V^aar moet het met den eerbied voor de
Ne,' !andsch« klassieken heen, waar eene
veralt het Ned. Tooneel zulk een slecht
geeft?
21 Dee» Patriot.
«oe
MUZIEK IN DE HOFSTAD.
T^e Fruscbe Opera beeft in de laatste weken
- .T8 nieuwe troeven uitgespeeld en beide met
'-.- M't ik bedoel de reprises vanZalfqjCprtcen
\ a -ösrwwn. B» op«re«% IVK Atadraa wordt vry
;v-L'd gegeven; mm.e fiongbde tt{jgt meer en
?.M<T in de «nnst van bet publiek en zy-vond
; byval als Bettina. Ook Bdrardi
(Seppo^o\t:.i goed, terwijl onder de komische rollen vooral
'.'?\ Beer uitmuntte. ' ,
^iet zonder spanning had men de reprise van
\.inten tegemoet gezien. Mlle. I^ender is
eigen: voor deze GaUi-MafitS-rol hier niet
geëngau rd, -maar daar Carmen een v>y ontwikkeld
altregister vordert was het goed gezien van de
direeue dit jaar die rol op te dragen aan de
oontralto omdat de dugazon Mad. Douglade daar
voor weinig geschiktheid Heeft, aangezien haar
item tot de echte sopranen behoort
Heeft Mlle. Lendér die geschiktheid wel? Na
alles rijpelijk te hebben overwogen, item.
w'terHjk en temperament in aanmerking nemend, moet
men de vraag bevestigend beantwoorden. Mlle.
Lendér heeft de noodige stemmiddelen, hoewel
ty daarover ten gevolge eener allezins verklaar
bare zeonwacbiigheid. Zaterdagavond niet vrjj
kon beschikken. In het bijzonder gaan hier de
lager geschreven passages goed op, heter dan
eenige Carmen, die voor haar optrad. Wat bet
uiteiljjk aangaat, het ie- waar, de trekken der
zangeres zyn wat ijn voor Cannen en een:
wipneusje is niet de meest geweuschte vorm van
.neus waar het een dramatische rol geldt, maar aan
'den anderen ?kont heeft Mlle. Leader veel van
een pop, zooals Mlle. Dnpony. De uitdrukking
van bet gelaat (Mlle. Lendcr moest zich wat
bruiner teekenen) , ia 'levendig en met da oogen
kan EU veel doen. Zü beweegt zich gemakkelijk
?aimable ronden'* die baar het
dansen en zingen in de. 2o acte
ondanks een ?aimab
tegelfikertyd ..........
moeilijk maakt: z(j spreekt «oed en beeft dramatisch
talent. Gehikkigeaelrack, zal menigeen denken,
die by elke opvoering van Sitets werk minstens
drie kussen van de schoone Lendér ontvangt Dat
is dat, aangezien Camtenwel vijftien opvoeringen
hier en elders zal beleven, een totaal van vijfen
veerüg kussen. En kotsen die klinken t Nn, bö
mg dan, ook wel worden beloond, want dé rol
van Don José is zeer vermoeiend ep men kan het
ui'Selnek prijzen dat hy steeds met harten ziel
by de zaak it.
Voor bet overige is in de opera weinig
voor«evftlien d»t vermelding verdient. Het benefiet
an den orkest-directenr Granier liep vrij koeltjes
af; bjjna alle abonnés waren thuis gebleven. De
banvloek van dm Raad schHnt tiièt dan gonstig
op de recïttcs te werken, zelden zag ik zulk een
«uolle zaal aU by de opvoering van Carmen ea
de' JfatcoUe vond ten tpijt van den heer Bjetstap
ve«l bijval. Morgen avond spelen de gelasten
Mulod, dochten van den violist, in de opera.
Het zjjn pianisten van groot talent, die haar weg
zeker zullen maken, indien zij ten minste met
verkiezen altijd in bet land te blijven en dat
schijnt volgent het Vod. het plan niet te *jja.
Dat blad zegt nameujk dat a\j te Parij» sullen
optreden.
Over Edvard Gricg zal ik maar niets zeggen:
de Amiterdamicbe bladen hebben, «ooals ik met
genoegen cag, recht laten wedervaren aan daa
gemalen Nóorweger: hy it na te Parijs, waar de
muziek van zijn Tand veel waardeerinit vindt
De Dnitsche Opera gaf hier een vrij goede op
voering van Don Jtion, vrij goed tenminste
wanïiftt racn 7J«h rrri'swc opvoeringen irt het
R*Jic'igen l.iifiiffTJftp. M?-* «"; t^sor (jecn v ridder
:3 t.ii >lo 'KMiiek van Muiort '/.iiij»;* i»l*ui ay wt>.
?.:sMit:u: «??fer wiï, itjaniraer: dedaniufizija ' "?'*''
.ttf-'i' '??'iv>,'V'ijl'st« Zuriine, die men suub
i j...i '?!?>?? in--iat *" *-i mi-1- '?' '?» «.a
oaéer «rglaza ztud-nederlandsche
dan (aan vaa welke, de Andwarpsche Heer Tl .
d* vervaardiging daaer talereetea op zyn gewe
ten beeft), hoopte men bUikbaar lympatB* U
vinden voor é* vcdgendé reoéaeerint;: .Kiet hier
dé gruwelen der Bpaanscha Inquisitie: wordt
overtuigd, dat die gruwelen door monniken be
dreven werden; belaakt^ dat kat klerikalitme
ttaat of valt met dé mon7iknvbeetr|dt dus het
kleiikaliame; want, .alt hat triomfeett, dan triom
feeren de monniken; en alt d* monniken
Mamfeerea, daa wordt gij-allen, beet* brave liberalen,
euitTa feilt feu. Ziet maar." Dat doel beoogde
men voor Belgièn. Heeft men l*ti dérgeiykt,
mttatl» mutanaif, ook voor Holland beoogd, ?
dan beeft men blyk gegeven van weinig
menschenkenniti Ons publiek is wel niet buitenge
woon scherpzinnig, maar heeft tooh eene mate
van gezond ventand, een keker flaire van waar
en onwaar, dat het ztoh maar beel weinig door
desa gemaskerde prozalyeteojacbt Bal lat»n
meealeepw. Bet doel. met de t-n-toon-stelling in
out midden beaetd, zal dan ook wel hoofdzake
lijk gevaeBtABa, ém 4e ntaawtglerigea ta trek
ken;^man wü» é«Jg* tanraalen «pazeerea, die
zich by de cfawbreëf tenors gevoeglfik konden
aansluiten, en «onder 'é» zich over af ta tobben,
dat dé arglozé. geestel^ken, die hier in Amster
dam ons oude Stadhttya van Hoorn, ons Torentje»,
ons Boompje, onze Jfofcs- en Aarontkerk enz.
bedienden, 't zich wel een* konden aantrekken,
dat men hunne ordebroeders der XV Ie Eeuw
zulke melodramatische rollen laat spelen alt het
nit elkaar schroeven, het wurgen, radbraken en
verbranden van goede mensohen, ? beeft men
de aangeduide expositie bier geopend.
Indien men zich nog omtrent de zuiver artistieke
bedoeling van den teurtoon-steller dezer tafereelen
eenige illusie maken mocht, beef t men het te
Andwerpen geschreven en gedrukte boekjen maar eeni
door te bladeren, dat u by de ingang der
kanst«aal wordt ter-band-gesteld. Die dus genaamde
?Katoloog" ii niet zulk een hartstocht opge
steld, dai men haast den auteur van het
?Ongadiert der papen" verdenken zou er de n md in
gehad te hebben. Ieder zelfstandig naamwoord
heeft ayn adjoktief, gegloeid in den dweepzieken
ijver des auteurs. De naam van den schrijver
wordt evenzeer als die van den schilder verzwe
gen : maar opdat men zich tocb niet in de bedoe
ling vergisten zou, draagt bet geschrift, alt iro*
bch bijgebracht motto, het bekende gezegde
van den B. Auguitinus: de beelden sjjn de
ooeleen der leekcrt. aldus geformuleerd: ?De schilder
kunst is het boek der onwetenden, die uit geen
ander lezen kunnen," «n moer bizonder wordt
deze, uitspraak hier toegeschreven aan (I) het
?Concilie van Trente."
Jammer maar, dat ar uit -deze schilderyen zoo
wtinig te l e e r e n valt.
Beschrijven wy ze een weinig. Het zyn doeken
van meer bnedte dan hoogte. Zij zyn genummerd
van I tot XIV. No. XIU bestaat uit vjjt aan
elkoAr sluitende tafereeleu. De benaming dei*
tafereelen luidt als volgt: I De aanhouding en
huiszoeking, H Alg, gevangen!* dei- Inquisitie,
111 Rechtbank d«r Inqui.itie, IV De wipgalg, V
De schaking, VI De waterproef, VII De spinne<
kopsrraf, VIII De Voetfolteriug, IX De Geeseling,
X De foltering met de Spaanscbe laarzen
(becnijzers, XI De Raditrat', XII Tentoonstelling d«r
ledematen der ffer«dbrAakten, XIII De optocht
van bat A'uta-dfcfé (A?E), XIV Het
nTettergèriobt. ? «,
Indien b*t middeljHüMkrvatKnjen «ich hier
diend bee% om is BelffiÉir propaganda voor zekere
nuattcbappelQKe theoviën. te maken, niet zoo
onrechtmatig wal, zou men inderdaad somtijds
moeien lachen over de dwaasheden, die in de
beschrijving dei-schilderijen den goeden lieden op
dé mou.w worden gespeld.
Het boekjen begint al aanstonds met de houtene
Verzekering: ?l)e inquiiitia vroeg hoegenaamd
geen bewijs van plichtighéid.'' Die verdacht werd,
werd roef! geöxekuteerd.
Du helden én martelaars op dezen eyklns van
tafereelen ? zyn een-... grijzaard en.... zijne
dochter, Natuniiyfc: daar moet op het gevoel
der toeschouwen gewerkt worden.
JDe pUnigers hebben zich .lal spoedig] van d-n
ouden ketter meester gemaakt en begeven zich,
niettegenstaande de smeekingen zijner ongeluk
kige dochter, naar de folterkamer, pp den voor
grond grijpt een Dominikaner grrtig de gouden
dukaten,, die «y als lospry* is komen brengen
voor de vrijheid haan vaders", ? aldus op
bladz. 5; de schrijver vergeet, in zijn ijver, dat
hy op bladz. 3 reeds verzekerd heeft, ?de ver
beurdverklaring der goederen des beschuldigden
was algemeen.
Natunrlyk heeft men mot de opvoering der
dochter het doel de inquiziteurs van een
vniger" plan te beschuldigen; op bl. G, tafereel
V, wordt de dochter ?geschaakt" ?ten einde ze
als prooi toe te werpen aan de vuige drifre»
der Inquizitenrs." Twee Dpminiknneu, tweo orde
broeders vau l'Va Angelico, komen hier bij te
pas: de eone ?loert angstig rond," de BIIUCTU
?werpt blikken op do jonge vrouw nis f on <
ijgoióp zijn prooi." Dit thema wordt ook uirgt>wikt
in taf. IA (bl. 10). De geeselstraf wordt èxar
toegepast op rjongejufvrouwen:', die ?in Ue kamer"
gerncut gemaakt ol getwist hadden; ?«y r.qa
[tot de middel] van bare kleederen ontbloot en
worden gegeetcld en voortgedreven." .
De meeste tafereelen en hunne boschrijviiig
?gevea, bebondeni de btzonderfaeid, dat *r karr
rtpiJnisjaT»" aptreden, die. er nU monniken mmio»,
een minder «f méér naanwkeuriff beeld van do
lijfstraffen én proéfmiddelén, 'die. tot op deXlXe
eeuw toe, in d« gehnele waereld toegepast lijn.
Men weet, hoe de pijnbank zich met een
horiinekkigheid heeft staande gebonden, waarvan wij,
humane wijsgeeren, om geen denkbeeld kunnen
maken.
\Vy weten, dat zeUi nog in de
XVIIIeeeuwtooverhekten, ook hier in Nederland, met h«tkalm
ste i-ecbtersgemoed van de waereld verbrand wer
den. Wat zog ik ? 't is noff geen 60 jaar geleden,
dat in Suriname, onder Neflerlandsch bewind,
eenige brandstichten levend verbrand ztjn. Tot
man leedwezen moet ik er bijvoegen, dat een
oud-oom vaa mij zitting ia de veroordeelcnde
vierschaar had.
Het is natuurlijk uitent onrechtvaardig bij uit
nemendheid de zoogenaamde Imjuizitie de schuld
te geven van de harde straffen, die vroeger over
veroordeelden werden uitgesproken. Men leze de
ter-dood-breuging van Baltnazar Oerards, naar
de uitspraak eener rechtbank, die men niet van
Pdpisma beschuldigen zal. Men berinnare zich
dat Calvin, naar den geest van z'dn tyd, Michaél
Servede, die de loer oer Diieeénfgheia bestreed,
doodeenvoudig te Oenève beeft laten.,.. verbran
den, den 27tten Oetobar 1553. Men Redenke. dat
d« lMmin«eIHIc«i Franselw Koninar Louis IX een
({loevend ij.'.''i
il'..x^llai Cntolica, r>
htitrft,' tuudni tit-n
ah *a tirtegén^oototfy a>» i»"U <
^SIK5E.ï3i
-k'
toni!
iüotbor?n' en
«fft
^r ......
do
ho'
"*' d* n- "*?
v? f..
i>. a ir.
«e)
van.'
drijver aoc
men dan wel niet
daad van .Gekwtttta
naar werken U f
XVÜe aeuw. dat ondt»
kwetste Majesteit Godt, o,
kattery. HSronder veret
van een andere dan da
_ wat
? die n» de
miaCkde"varvial,km
: _ konkludëe». Men
ÏSoekaa dar XVIa en
A» saWadem van
Gaook sprekend werd;
de prediking
wa, niet opj dat
t ter goeder trouw dwalen kon, ook in bat
kapitaaltte. Een partiknUer, die aan buurman
bestal of doodsloeg, wat minder Mhuldig, meende
men, dan by, dia
God belaadigde, of
waarop Ou (naar
spraak tad. .
Ii bet wonder^ dat w, bij >«ikeiToeMUinj>i|
omtrent bet geweten van een beschuldigde, b$
de rechters geen toegev -?*
vordraagaaambeid te '
Da groote onrach
de axploileerderi van ai
tafereelen, is gelegei '
de kollegies der .0
van den raad,
. by het volk getn
leid, bedreten d<wr
iwóordige
Inquizihedoor<«en-warrea van
; het taaaenveegen
ên"het"iiajlë" qünTifióëëranT mét de <wa*reldli|ke)
Overheid, die de straf ftrmoleerde en voltrek.
En ook zelft de eigenlyke inqoisitie-raad, d. i.
raad van onderzoek, bestond zelfs in Spanje slechts
voor een deel uit geestelijken. De Voorzitter,
Groot-inquieiteur, koos zleh, op voorstel des
Konings, zijn bijsittera, waarvan een een Dominikaon
moest zfln. Van dez* bijzitters hadden eenige,
Galificaaora genaamd, over de vereenigbaarheid
der geTnkrimineerde stellingen mtt bet leerbegrip
te beslissen; de overigen waren rechtsgeleerden.
Werd de 'onverenigbaarheid uitgesproken, dan
werd het f e .t der verandwoordclykheid onder
zocht, en was dit bewezen, dan werd de
schuldigbevondene aan den arm des wacrcldiyken rechteit
uitgeleverd.
En van zulk een gang van zaken, dio ik even
min verdedig als ik ze veroordeel; maakt men nn
wat men in t Partopf icttm vinden kan.
By de groote nhaarschte van belangrijke (o.a.
historische) onderwerpen, die de schilderkunst ont
hier te lande levert, doet bet mij altijd genoegen
wanneer eenige kunstarbe'd de blijken draagt van
historitchen zin en konoaptiegave. Als Louis
Gallait z(jn lijken vanEjfmont «n Hoorn schildert,
clan kan een kunstvriend, die niet aan de zijde
der opgestane Edelen toi gestaan hebben, dit
werk nog dankbaar en zonder bitteren natmaak
genieten. Maar dan moet zulk een hoog tragicsch
geval ook met veel hoogheid van zin en adel
van stemming worden opgevat en uitgevoerd;
dan moet ook geen talent vanden finraiigtrach
ten zich van du volkthartstot'hten, door middel
der volksonkunde, een lauwer te verwerven, d:en
hy van de kenners en dienaars der kunst niet
verkrijgen kan.
Het spijt me innig; (juist omdat ik zooveel aan
merkingen op do behandelde stof heb), dat ik ook
als kunstwerken deze stukken van den met lof
bekenden lieer Vinck niet prijzen kan.
De kompositie is in 't algemeen arm; liet be
schikken over historische gegevent geschiedt niet
met een hand, die weet, dat eij in een schatkist
vol goud tost. 't Is allerbespotteiykst dat ia de
optocht naar da attafolaate massaal Kardinalen,
Busoboppen en Prelaten, allen to paard: bun
plaats vmden.. De. tzaketifag it doornaanda yrij
korrekt; maar de uitdrukting der gebaren en
gezichten allerbottt. Vele voorvallen «ijn ook
onherkenbaar: niet alleen het ?spatten van merg
nu het gebeente"! maar bet hoofdmotief van vele
tooneelen. De kleur is werklijk niets. Oude
soxiiche prenten zon rijker van toon. Men bad
deze teekeningen fiev«r als graauwtjeut, of
kartons moeten behandelen. Zulk een palet is
inderdaad beschamend voor iemant die met kleu
ren gewerkt beeft. Daarom winnen de stukken
zoo belangrijk, alt z\j met gat verlicht worden:
dat geeft er een warmte aan, diain den ?kataloog",
maar niet op de tafereelen te vinden is. Geen
belgUche sahudcrij op do groote Ten-toon-stelling
was, onder 'dit opzicht zoo misdeeld.
Een bezoeker van het Panopttcum, die, zoo alt
tebryver dezes, eerst de schilderyen ging zien,
toen de Hindeloopitertyens en daarna een kop
bouillon in de restauratie ging gebruiken, ?zal,
vrees ik, juist in omgekeerde orde do waarde
dier artikelen aanslaan: 1° kop bouillon, 2°
Hindeloopensche ichoonen, 3° schilderijen van Vinck
18 Deo. 1383. Alb. Th.
UIT BELGIË. ,!)?;
XLVII.
L'Ainé. ? Sigurd. ? Het Weih
nachtaaratonia». ? De üroïca
\n 1805. ? Het
Belofte maakt schuld! ? Coqnelin,
tegenwoqrJig Les (Joaiuliits: (Joquelin atnt en Co,
cii<lct zyu m vliegende baast uit Parift over
Brussel caar St. Petersburg gereisd, en hebben
do voorstellingen in het thèatre du Pare alecbti
gedeeltelijk gegeven. Evenwel was hun verbiyj
toereikend om ons kennis te doen maken, met
het onuitgegeven drama van P. Delair
?waarop" die heeren thans ?reben."
Ziehier de inhoud vaa dit merkwaardig
geWOCn»f -f(*3tii6Ki -w ulitKC* *? " v -* :i ?
Miohol I<efort, een goedhartige millionaur, ii
-plotaelük < n zonder testament gaeterven. 2.
«root vermogen wordt nn geërfd door eenen
broeder, Vivien Lefort, die sedert jaren in Amerika
een leven leidt vol van sobeknanstreken «n uit
spattingen. Men spoort zyn verblijf op; Uiy reist
bitar Europa.
Doeh Miobel Lefort laat een gevonden kind
achter, dat hy heeft verpleegd en opgevoed, met
de hulp eener gehuwde onderwyseres, Jeannë
Rjtymond. De broeder vaa Jeannë, Georges, een
jonge kunstschilder, doet aan bet meisje Yveline
eene trouwbelofte, ondanks den nood waarin zjj
zich bevindt.
Nu keeit broeder Vivien uit Amerika terug.
Zich van de gebeele nalatenschap zjjnt broeden
meester te maken schijnt hem niet genoeg. Hi.
hoont daarbij nog dé ongelukkige Yvefine en
verdenkt haar van in eene eerlooze verbonding
ten opzichte van zijnen broeder te hebben gestaan.
De verontwaardiging welke daardoor bij Yve*
line wordt opgewekt» ia zoo ernstig én hevig, het
antwoord wat door' haar aan Vivien wordt ge
geven, zot) fier, zoo «rooteb, «po overtuigend...
dat Vivien, plotteiyC in «fin denken en trachten
«Is omgekeerd, de verdediger wil worden van al
wat edel it en schoon.
Het tooneel, waarin deze plotselinge verand*.
ring wordt. ff«schilderd, keelt een tal van fijn*
tiu'i'll. J.U"'t <;>? ^i"'-, k. '!; l l O|) Jni) f
i« T" i ':<. .«n drtll Sda-t p'
<jl
'i tiitl din
mktt, aaa kat «ilüeeati* wat *? nstéwa i
taait, «a o* licatnt^Satsé ?*amsde af af'
^^^ssS^3^^^
TvaÜa* (aVni tea
v*riooe«aaiag
laan geaaab.
SPP*** Vivi*|
Btoaat fiOtea) ban «eetve* aiet
wordt 4e oanaak.«aaaaa ééad
b Nadat vit» >r*a «4* vertoon*»
l^F&^^te
yk'aiat lief heeft, ea aa beanit ki (ait
tloed .... T*A dtjafdl) alek aenvomd% v*, kaai
* maken. Hl deetTaltk beantt made aan Jaaaa*
iavmoad, Niet waüüf ia oaae 4ataa varaahrikt
door dia «edtdaeHngT Doeh maa varzt* dek
niet dadellk tegen kat voornemen, OT matte te
?«n umttoel jézetta, drinkt Vr*Wn bet vergif
tegeavnwrdiffiid vaa Mme. Bavnoa
liet koel ovarlag beaohouwd ft bet
zulk werk alt een waztaUk konMverk vaa
goede aoort te verheffen, T W«neer mea
nog de dronkemajattoooeelen ia ralnni
die ont in al bnaaa realiteit wetdem
zoo moet men «eb verwondewm dat bet
. «wtteUiai laidkatb to^nkbt*.
Doch indien «i~ ftidanktboe meatteriyk en
fijn tommifM tooneelen
eene karalrterisüoko rt
de vriend van Vivien in ibetatnk apeatt, aaa den
tlsidiaWa
b
end*;
rtrefeerfganaam tteede de grootst
ea elndeljk hoe boven al)e btdaBkin|
Ittk bat tpM wat van Vhien, den.ottdrte»0oq»elin;?
dan vinden wjj ten mlnite vela redenen om de
verblinding van bet publiek te verontschuldigen,
en juichen vrij ten afotta van harte dea f rooten
kunstenaar toe.
Onze tweede belofte tetrtft de opera - .
van den Frantchen componist Ernest Iteyer. Tegen
woordig wordt dit werk in da Jfoimaid gestu
deerd. Dientengevolge heelt het groot* tooneel
ons in de laatste weken niets
vermeldingwaardigs geleverd.
De schrijvers van den tekit (gelijk vroeger
gezegd is), de heeren Alfred Btau en Camille da
Loeit1, hebbenden naam Sigurd uit het noordsche
heldendicht en niet Sigfried uit het Kevelingen'
lied ffekoaen.
Hadden zij zich by de bearbeiding der noordsohe
sage bepaald, het ware aan bun kunstwerk
voordeeliger geweest. Zü hebben het duittche
Nevtlingcttlied, maar vooral Wagners Göttcrdamnicrung alt
hulpmiddelen gebezigd.
Men kan evenwel ae bewerking van bestaande
fabelen of legenden, ter 'bereiking van een
volkomentr kunstgeheel zeer wel toelaten. Elk die
eenige kennis Beeft van do oudste letteren der
middeleeuwen weet dat daarvan een aantal uit
muntende voorbeelden, alt het Dierenepos, de
QrasJromant, en vele anderen bestaan. Hen kan
z«lfs toelaten dat een getchiedfeit door plastische
of litteraire kunst omkleed worde, en heeft eene
geniale hand zulks gedaan, dan wordt de gebeur
tenis door do bewerking niet vervalsen t,
maar verlicht.
De kunst en de geschiedenis moston elkander
dan van weêrtzydo verklaren. In dat geval lijn
historische romans, historiiche tooneelwerken, 't
zy opera of drama, een middel tot wezenUjke be
schaving. Wy willen voorloopig niet met ernstig
gelaat de vraag stellen» of de schrijven van Si
gurd aan zulke eiiuben beantwoorden. Doch wy
moeten al dadelijk opmerken dat zy uit effectbe
jag, of om welke reden'ook, eene echtbreuk
van Bruinhilde (in de oudste Sage Brénhyldr),
waarvan nergens een voorbeeld bestaat, In hunnen
tekst hebben gebracht. Dit is het voornaamste
, en
Op zekeren
de
vertoonde zich aan bef hof van
Guntber ?koning der Burgnndiörs" gezanten Van
?koning Attila" om voor hunnen vor«t Uunthert
xuiter Hilda ten huwciyk te vragen.
Tonrijl daarover geraadpleegd en eenen goeden
teug gedronken wordt, draagt ?een bard" (zegt
de tekit, doch barden zijn aan 't bnrgundische
hof ondenkbaar) het verhaal voor van JUranhild,
die (men weet vóór het 4e bedrijf niet recht
waarom) door Odin wegens ongehoorzaamheid
gevangen wordt gehouden op een somber eiland,
waar, onder den kalkachtigen grond, vuurmeren
woeden ?die met eeuwige sneeuw overdekt zijn".
Elke toehoorder aan Gunthert hof erkent aan
dia schildering onmiddellijk IJsland en weldra ge
voelt de. koning dorst naar groote daden en het
verlangen in zich ontbranden de jonkvrouw, die
in zulk een gewest woont, te bezitten (l). Hilda
weigert ondertusichen Attila't hand.
m verschijnt Sigurd. Hij daagt Gnnther ten
kamp uit, want hij kent hem als eenen grooten
held. Bovendien wil Sigurd zelf naar IJsland
reizen, de schoone Brunnilde uit den
?betooverden burg" verlossen en voor zich zctvea zoeken
to winnen» Boden tot vijandschap. Maar neen l
Uilda is vroeger door Sigurd gered, toen eent
haar leven ia gevaar was. Sedert dien tyd is hi.
baar onvergetelijk. Sigurd heeft ondertussohen
aan Hilda niet meer gedacht. Thans neemt de
jonkvrouw de gelegenheid waar en schenkt aan
den held oenen lierdednvnk (oud thema!)! Hst
getolg daarvan is dat Sigurd belooft Brunhilde
ten voordeele van (Juntbef te gaan verlossen,
Voor zich zelven eenen anderen prijs bedingende.
Tweede bedrijf, lianen vergezelt Uunther ea
Sigfried op reis naar het ?sombere eiland," doch
Odtn-priesteri laten de twee.eersten hunnen weg
niet vervolgen, terwijl allerwi monsters ook ?dea
rftinen Sigurd," van zjjn voornemen zoeken af ta
brengen.
,H» slaagt onéartnwcèen, geiyk Wogner1»»!
?fried. Brunbilde ontwaakt, doch agord ont
vlamt niet iu liefde. Htf zwijgt, en houdt
bet aangezicht bedekt .Ondank» dat, z»e*rl
Brnnhilde hem trouwe liefde. Daarop slaapt
zy weder in, nadat-zU reeds zoo vele maanden
en dagen gesluimerd beeft! Flotse?yfc wordt de
heuvel waarop zy nist een kristallen boot én
?de Nomen" (zeggen de schrijvers) in
zwanengestalte, varen mét het paar «ver den Oceaan en
dan den Rijn op l
Derde Bedrijf. Brnnhilde i* slapend aan
Ounther afgeleverd. Zy herhaalt hem den eed der
trouwe liefde dien zij «ent aan Sigurd gezworen
beeft. Sigord wordt Hilda's bruidegom..
Doch ptotselijk beeft Brunbilde een gevoel also;
Sigurd haar verlosser 'n, hö, dien tU tegen Odin's
wï ?eenmaal bijstond in den strijd." Hilda be
speurt het. Algemeene schrik l
Vierde Bedrtff. BnmbiWe, klaagt over bare
eigene Ovenpeum lietóe voor Signro. Hilda wi
bewUzen tot welken prawi Sigurd baar versmaadt
en toont aan Bfoabilde (herinnering aaa bet
Ntoelingotlicd) den sjerp, haar door Sigurd op
IJsland ontnomen.
BronhUd* bant in woeda lot, «a wO aich op
haren eigenen man wreken, die baar aan Slguw
heeft ontrukt. Nar eea noot verleldiagstaoaael
tostchea Signrd es da Wolköre BraabUda. be
sluit ?de reine maa" Brunbilde van haren gemaal
te verlosten. Doch, bet omgekeerde geschiedt
f«X^*i B*t ï tTaSn»
,CHob* et laaaag* Maaikar' "- '-*1*1
geroeid (Owazar Öott"
aaami Xtnmaj
inaterkwawBig aiok'ta"
_o^ïï?*rti«.
1. DOlIlOt ?!.«!!(:''
l M'-:":
ijl \i'«
'?? 1. *?
l».1 il !.'.»! '11
^'' 'l Klif.' t-':
t' '.fit'ii', ile l'jïf!'.' :.? ?"?' ?
'? ?!??.>'.-, ii'. ' 'HIIU'. 'i t:rl'jk
'ül i)>fci:>4ï nptiOTl L
nl.'tit. ;!.??; l r iC n IfUllfjl ?'??? i tl'
\nicl, ? !«.? n"-'j .1 e ai l, k ',.;?!?? M ??(?!:?.. 't ? t' ?> >? ? l.-ij.-ji
l! l*ii > 'l >«?«? i ,lll ((.?''Uflt-t.
n1.';-.,-. <????:*. f:iftttA ea tiriinhiW tilj.,-( n Vn sJj:lf <u «i»
v iu '.',M.T »?"...'--.tr i\rv rO(* t-., -n \VniKaU.t op!
'.a.V .-fj lij. ; ! u. ',.«:« t;i(iit .il» trenr«r<li v»dnw»i»flr
ftoh? ? , (,[> on'-i'c.'jt /?ift.YJi/j in. '.i-.!! a >U'iJot, Wair/ h
? t v'ii'
'-i^.pf' {ll||;
i";' v/ ' i
'.t imn
'< Li' fOJ.^ "!,???
*m i" V U.-'*. ' t ','. .'-l
(ütJ.lt; 'V ,!i'c''-<
*cltJU.Si*w» vt i
dia «BB r.
i t«A, «aaraevaa d*btead»M«ivaU«
door froeta majesteit tfattki*. T» a!t>
voeriBg f*r_k«w «w ? vvtdeeai*^Ma*^ bier
ea daar d* nekte njabtid (ook ia VorTtasÖouN
brak. D*, solo's van Maoaesa LeaMDanaflaettio^
ton, die mat voorkomendheid (ofaohoM aan-: r>.»
prauo) d* ahparty barer dochter Mary eó tich
had genowao, «S. beena Goffoa, die D*
hvtur-trièra verviag (tenor), en Sobmidt (bat)
??"-'- ??"-*- '-'? ^ j- ittmiL.
middelmatig: Het ontbrak .
aaa geest, aaa ventand vaa da zaak. Vooral'
de heerea waren ta gemaakt, mea boord* ovwaf
da klaagtonen door vaa den verliefden
leger eener opifa^cfMtoue.
Wel song de uitmuntende Madame
met innigheid en eene groote kalmte,
bare party waa aiat braéa genoeg opgevat.
aan deze vardieniteiyke eonoertcangeret
vibreeren ia dan weg. Die ond* muziek i
kracht der moesten onzer besta tangen te
De soprano, jnffrouw De Geneffa, zong kbur, eem
vondig ea krachtig oé weinige maten die «g ht4
voor te dragen. Meer vertangen wH niet.
De uitvoering; der JEJroïco leed aaa betaeUote
euvel als eenigeBach-nummen. Hetorkeattpeeidf
de booms ook berhaaldelttk over) maar aan geett|
aan nitdrakkiog ontbrak bet, vooral in het eent*
deel. Wy zonden dit eene Ottvcrture-SiiiHpkonia,
noemen, en het alt een volledig werk knaneav
beschouwen. Dit deel der sjmphonie ttaat aatt>
onze meening, ia verhevenheid ea adel v*al.: '
gedachte en bewerking ver boven andere deekttc,^
Toen d* Fraaseba schilder David Baethoveasj"
portret zon maken, sprak deze: .Schilder my m
volle rust, gezeten op een wild paard".
End*kunstenaar deed bet. Welnu, zoo iets kan bet
Brussclsche orkest nog niet vatten. Doch die tfli
zal misschien eenmaaT komen.
Ik zal hier over bet ontstaan en den geest dar
Eroica, den Treurmarsch, den gloed en 't levea
van het Scherzo, de Gmol passage der finale enéi
enz. aiet uitweiden. Ik herinner mU dat in dea
Amsterdammer daarover uit DnittcblaaeC ?
na bet Nederriinsobe moziekfeatt, eea ttitToerit; :
artikel is venenenen.
Alleen veroorlove my de lezer tot slot d* aan* .
haling ,vau eenige woorden uit bet jaar 1806» dié ~
ons, mntiekliet hebbers, hedca meer daa ooamel l
voorkomen, nu wy Beethoven zoo klaar doorzien.
In de liegende jaargang der '" ' "
a- ,
wy op bl. 2357?Bet ooYdatldertoeboardenï _
de Erfflca) waa verschillend'. Men vond veelal dé
finaio ontzettend lang"... Da sohrgver van ket
artikel zegt verder: D« finale beeft in vele opziebtsif
eene waarde, die ik geensiina wil loochenen, *?^
ik moet haar groote bitarrerie verwijten.
it ten minste nog geenen componist in 't
gekomen een werk in Esdttr te doen b«ginnea '
met eenen unisono van alle instrumenten, ia.
gangeii welke geheel den toonladder van Gmol
toebebooren, tot eindelijk de vierde en volgend*
maten zoo barmhartig z\jn ont uit de veriegeat
heid, en in den èigenüjken toonaard te brenmtt .
Het daarop volgende dikwerf piziieato Eer*
haalde thema ia ook wel nit zucht naar oor*
spronkelykbeid Zoo mager uitgevallen.
En moeten nu al die zonderlinge zaken, zMt
hy, dienen .om eea groot man te holdiganj ?
.per fetteggiar il towenira d*un gnn nomoï , ?
Bedenkt mea dat de finale ont aüen beden
bet eenvoudigste en klaarst* deel van het ge*
heele werk voorkomt «n boe gemakkelijk zij»
te verstaan, dan kan men denken hoe ven malea
in genoemde oritiek het woord lang, lang ia
fcunatficA, kuHstluA op bet overzicht der sympho
nie voorkomt En toch it die critont eenhoogrt
begaafd man.
Maar bet rijk der tonen it van te idealen aard,
dan dat zeloi de kanttbegaafde 'in «ya tferea
..vermag op te ktygeo, naarmate deze toegankelijk
worden voor den enkele, dien het gegeven it
«r nienwa banen te betreden. Tbane, na 80
jaren, it Beethoven «elf onze gids. Maar laag
moet Dante de band van Virguiot hebben ge
drukt alvoreat by zijn leidsman werd door da
werelden van geen menscbeujk oog ooit aan"
tchanwd. . , ,
Ia Het raftstetotft. èta onzer maett «texea
Vlaaauoh» Weekbladea, yerwjb^ncnde t* Gent m>
A. Botte e* J. Vnybüke, komt (den 16n Deo.
11.) een daakMef vaynv aan. dut. baar .de Lav» >
laye, aoogweraar te Lai Keriobt voor «9»eVér»"
dadiging vaa" de belaagea der ?Vlamingen, taffen,
de aanvallen o>r Jofl Mail QtuetU. By desa
geleaeubeid wordt de volgende opmerkug
g*maakt: ?Da EnffeUehea in het algemeen eenynaa
niet te weten dat Hollanders en Vlamingen d*.
zelfde taal spreken". Deacbrfiverzegtt^Doemen
het Nederiaadseb ,D«tck fatmage of kortweg
Vidck, ea daarmede ait". j'
Bef. heaft bet gaaaegaa btatU aaa asé? «
belderingea te kanoen gev«a. t It wel waar c
in da Engebeba taal dawoordaatluieiaii/
niet geheel dtxelfda beteekeaai kebbaa, en
bièrn*een verwarriag
ÏV"'
vï"
l ?
* l > i' ?
:Jatti.r.fU L-,'! »a
tn vooi- rif.n riiU'-'i t-.o ?! ,
fti-ntfi;l l* l l';,-.
löftt.
''T»*«»I«*»>«*"
'f^vo*-H*»T, üi^'a
:'.ï*th ,v«»
' ? ---i?f M---~ ? -- ~ «« ^Prw*w J**»
woord «ttrtc* «oade akhu Boowat
aotlandte* awetea aaodaidea, 4*t
WareDoch o&choo* «t ook aiat aTtyd «
schrijft tooh bfl v*etiwald Dr. J* BoVté '
went'.TB* ödgia of tb* datcbn, eat.
dat funnlia ea Dittch Bwetevbéeaboas _
alt deaeUa* taal jttra**a TgyHfffe^ tétwit"
d* woofdaa van Iberlaot: JBf * ' .
B^n*tii«)^w«i«K:bo«k«
?lal eaaattaWisM kaUVÉ
vertaald door:
Aart ' -'-i tiw .1 imt
.:> 'l ! v .' h UlIIK
!?' 'Vil ".};. ; M,', ^.n t tl