Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD TGȕt NEDERLAND.
Nó. 341
jfeiutai w*ren allebei kranige lui, hè? maar wie was groot er?"
? Bat ia weer zoo-'n onmogelijke vraag, hoe kan je dat nu uitmaken?"
1 Nu laten we dan gemakshalve zeggen even groot. Maar dan is een
,jedioht>*n Vondel ook niet volmaakt, meneer Thermos".
Heb ik dat dan beweerd", viel Thermos vinnig in. Ik heb gezegd dat
je voor-nat mooie vatbaar moest zijn, en op het onvolmaakte niet vitten.
Het zoo als bij een mooi muziekstuk".
Dat heb je gezegd, waarde vriend," hervatte ik. En bij het gedicht
heb je maar nen stap ta maken, want dat kan je zelf lezen, en wij,
onvolmaakte partituurlezers, moeten er voor een symfonie of een sonate
twee doen. n die twee stappen waren allebei klimmingen van het min
der naar het meer volmaakte, zooals jij zeidet, van den indruk der
voordracht tot de juistere voorstelling, en dan nog die tweede, dat zei je
immers?"
Ja," antwoordde Thermos, dat heb ik gezegd."
We beginnen met onze fundamenten klaar te komen. Maar ik wou
Bog weten, je hebt van de gedichten van Vondel toegestemd dat zjj riet
volmaakt waren, als je dat van ean gedicht zegt, dan bedoel je dat
het anders en beter had kunnen zijn, hoewel jij me bewezen hebt, dat
een verstandig mensen zich daardoor zijn genoegen laat bederven. Niet
waar?"
Ik; zal, voor het laatst nog eens gek genoeg zijn om te antwoorden,"
S»i Tfcerfflos gemelijk. Ja!"
Ik js$l jou niet fipoedig gek noemen, vrees daar niet voor en antwoord
jgoBder' schroom. Die mogelijk verbeterde editie van een gedicht van Vondel
14! je dan op n lijn stellen met de mogelijke verbetering van een sym
fonie. Hm. Vindt je niet, waarde vriend, dat het nieuwe Parkgcbouw veel
il»n e.on vogelkooi heeft, en toch is het geen vogelkooi."
, ;»Neph maar, dat is al te onzinnig!" riep Thermos. Wat mankeert jo
?van daag. Je loopt, voortdurend te leuteren, en nu kom je mij metzulkeu
onzin aan. Dacht je eoins dat ik niet wist, dat het Parkgebouw op ecu
vegelkooi lijkt en toch geen vogelkooi is?"
Hot spjjt me, lieve vriend, dat je boos wordt," sprak ik. Jo moest
iet in den leerling prijzen, zoo hij voorzichtig is, en hem vergeven als hij
eens een vérkeerden pas maakt
Maar het is toch gek "
Wat is gek?" riep Thermos ongeduldig.
.?Wel, dat, Farkgebouw en die vogelkooi; dat ze op elkander gelijken
'en toch niet .hetzelfde zijn."
- Het omgekeerde zou veel gekker wezen, ezel," aei Thermos. Als ze
hetzelfde waren, zou je niet eens van lijken spreken, maar dan had ju twee
?wgelbooien of twee Parkgebouwen."
De hemel beware ons voor het laatste! Maar dat wnaria zij op mekaar
lijken, hebben zij toch beide hetzelfde, en omdat zij beiden dat hetzelfde
hebben, lijken zij op elkander, is liet niet zoo?'1
^Ja, vervelend schepsel."
: O!" riep ik daar gaat we in eens een licht op. Ja, ik wist wel dit
ik veel van je leeren zou, en nu ik weet welke de fundamenten zijn, nu
zie ik'in, dat ik volkomen ongelijk had met die vergelijking."
' Wat, die vergelijking van het Parfc en de vogelkooi?"
. Neen, waar we het vroeger over hadden, jo weet wel, de critiek yan
een gedicht, en van de voordracht eecer sonate." ^ ~,-,^.-?j-v
Merk je dal nu pas?" vroeg Thermos. ""
Ik bebxgeen berouw, dat ik ons met mijn gevraag en jouw welwillende
vtrfilwoiórden zoolang heb bezig gehouden'' antwoordde ik, want EU bun
ik tot het klare besef van mijn vergissing gekomen. Ja zoo is het. Je
moet in beide gevallen van critiek een stap doen van het minder tot het
meer volmaakte: van de voordracht van een muziekstuk tot de ideale
voordracht of het stuk zelve, en van liet gedicht zooals het is, tot wat
het had kunnen, en dus moeten ziju. En omdat die twee stappen dit gemeen
.hebben, zijn zij niet met elkander te Maar wat is dat? Dan zouden
zy juist U'd met elkander te vergelijken zijn. Hoe kan dat? Hoe kan ik
n^j zoo vergissen. Wat zei je ook weer, Thermos ?"
Lieve vriend", antwoordde Thermos, laat ons wat gauv/er loopen en
wat minder praten. Ik heb een mooie jas aan, en die wordt nat."
Maar beste Thermos", zeide ik, hoe wreed van je, om uit te willen
scheiden, nu ik byua een resultaat verkregen heb. Ik wil we! wat haast
waken, maar praat door. Van de voordracht tot het muziekstuk zelfwas
n stap, en van het gedicht zelf tot wat do dichter had willen of moeten
zeggen, is.ook eea stap "
'?Ik wilde wel," viel Tiiermos me in de rede, dat wij wat meer slappen
in minder tijd doden."
Jk vrees, lieve vriend, dat wij dan in do plassen der on waarheid zouden
treden, en dan mocht Let opspattende vocht jouw onbenevuklen blik
eens verduisteren Het is toch merkwaardig1, niet waar, dat djc tu'eo
stappen, waar wij over spraken, zooveel overeenkomst hebben, waut
.heiden gaan zij van het minder naar het meer volmaakte. En ah ik nio
wel'herinner,-hadden wij het oorspronkelijk over de vergelijking van do
criliclc eens gedicbts met de critiek der voordracht van een muziekstuk,
want, O mijn wijze vriend, ik heb niet het gedicht van Vondel ver
geleken met de voordracht van den leerling, en nu blijkt uit jouw
woorden, (jij toch bent zoo goed geweekt mijn vragen te beantwoorden),
dat je. in beide gevallen een gelijksoortigcu stap moet doen, en dus zijn
beide gevallen te vergelijken."
Goddank," riep Themioe, we zijn er. Ik zal du deur even openmaken
en ga dadelijk mijn pantoffels aantrekken. Jij hebt zeker geen tijd otn
mede naar binnen te gaan. Lieve hemel, daar heb ik den sleutel vergeten,
dat treft natuurlijk juist uu ik hem roodig heb, eii de meid zal zeker eea
half uur treuzelen voor ze opendoet."
En.Thermos schelde nijdig.
Waarde Thermos," zeide ik, ik verheug me over de afwezigheid van
deu sleutel, en ik hoop dat dïmeid lang zal treuzelen, want dan kunnen
wij geheel voleindigen. Wij hebben gevonden dat men critiek met critiek
kan vergelykeu, en ook vonden wij wat wij doen, als wij. criüseeren, en
dat dit altijd hetzelfde is, een overgang maken van het minder naar het
meer volmaakte; dat wij altijd een afwijking van het goede constateeren.
En daar voor een vers ndig en consequent mensch afwijkingen van het
goede immer af te keuren zijn, mogen wij trachten te beoordeelen, evea
zoowel hoe de werkelijke voordracht zich verhoudt tot de ideale, of het
Btuk zelve, als hoe het gedicht, dat wij lezen, zich verhoudt tot wat het
kon en moest zijn, tot zijn mogelijke verbetering. Evenals....'\
Hier werd de deur geopend.
Nu, beste vriend", zeide Thermos, die gedurende mijn laatste rede met
grooto belangstelling de voorbijgangers had gade geslagen, ik dank je
voor je geleide en je parapluie. Groeten aan je vrouw". En hij gaf me de hand.
Lieve Thermos", zeide ik terwijl ik zijn hand vasthield, mijn daufc
kan ik moeilijk in woorden brengen; mijn ziel heb je verbeterd, en zij
staat nu tot die van een half uur geleden, als de Mondscheinsonate door
den meester, tot de sonate door den leerling gespeeld; als de rei van
\7ondel zooals zij wezen kon of moest, tot de rei zooals zij is. En evenals
jij terecht dan leerling uitscholdt, en mijn verdorven ziel bespottet, evenzoa
kunnen wij zelfs Vondel critisecren, en dat heb ik van jou geleerd, zoodat
ik waarlijk niet weet hoe"....
Doch Thermos rukte zijn hand los en liep het huis in. De meid, ver
wachtende dat ik ook zou binnen treden, hield de deur nog open.
Meisje," zei ik wees zoo goed aan mijnheer te zeggen, dat de inuz
ekmeester mooi speelde, dat Vondel een groot dichter was, en dat wij er
eigenlijk nog over spreken moesten, waarom de meeste menschen beter
hooren, of de voordracht van een muziekstuk slecht is, dan merken datia
een gedicht fouten zijn. Dag kindlief".
De meid zag me verbaasd aan, Ik wendde mij om, ging de stosp af,
en vervolgde mijn weg,
i G. v. S.
POST NüBILA LUX.
Achter de wolken is licht'.''
't Licht zal de neevlen wel scheuren;
Hope, die wankelt noch zwicht!
Troostwoord voor allen dio treuren!
Ook na den donkersten nacht
Straalt wér de zon op uw wegen,
En zelfs de Smart rijpt tot Zegen
Voor wis geduld heeft en wacht!
Angst voor den komenden dag,
borgen die 't harte doen bevuu,
Wisslen zich af niet den lach,
Blijdschap cm weelde van 't leven.
't. Oog op de toekomst gericht
lederen strijd dan volstreden!
F/'ns is elk lijden geleden!
..Achter de wolken is l i u li t!"
l Jan. '<5l. U. l'J- Broisa.
KEN EL;NVOL:WU- MENSCH,
Eenvoudig was de maa, die brillenglazcn sleep
En naast dat uecdrig werk ook de allerhoogste wetten
Met zooveel klaarheid uit elkander wist te ztttün,
Dat ieder denkend mensen, bewondrend, hem begreep.
Wie"?sprak die wijsgeer, wars van al 't mystisk gedweop??
Wie kan hier goed of kwaad bevordren of beletten?
Gij, vrije mensahen! zijt en waart steeds marionetten.
Waarvan Noodwendighcid alleen de draden greep."
Hij noemde in 't openbaar, na 't lezen der Profeten,
Den daar beschreven God in strijd met zijn geweten,
Waarop de Synagoge in woede hem verstiet,
Vervallen van zijn kerk, als balling uitgesmeten,
Toonde ons die brillenjood ... de loopbaan der planeten.
Barueli Spinoza, nesn, nooit zinkt uw naam in 'fcuiet!
Naar Sully rruclliomme. W. C. Gotel/ng Vinnür.
EEUIGilFEN EN MEDEDEELINGEN.
Bij den uitgever Hiichtlte te Parij? is het eerste deel versehesan raa
Les Ghroniqucurs de l'Histoire de Franco" het werk, waarin de dochter
van (J ':/;ot, Madame do Witt, haar landgonootcn een uittreksel sanbïcdt
uit do oude fransehe kfonijkichrijvers, beginnende met Grégcirs de Tctars,
eindigende mot Philippe de Comminos. Dit eerste deel voert dua lezer tot
het ciudo van den eersten kruistocht. Do schrijfster heeft hoofdzakelijk
do stukken bijeengebracht, die de zeden en hst karakter dier oude tijden.
doea kennen; ?/.':] heeft getracht?en is zeer gosd in haar pogen geslaagd
de personen uit het tijdvak, dat zij doorloopt, als levende wezens teduen
optreden, liet werk van haar vader Mémoires réiatii's a, i'IIistofre de
Francs" is hanr, zegt zij, van veel dienst geweest.
In de ..Deutsche Litfceraturdcaknalo des 18 umi 19 Jahrhnnderts" zijn
Epliemerides uud Volktlieder ' van doe the verschenen. Zij zijn gedrukt
naar een manuscript, door Goethe- a«iii Era u von Steil! gegeven, dat ia de
Universiteits-bibliotiieek te Straatsburg berust.
Het Aihenacuni van 20 Dec. is grooteudeels ingenomen door een over
zicht van hetgeen in 18o3 on het vasteland van Europa in de letterkunde
is verschenen. Het Ittterarisch veld in Belgiëwordt doorloopendoorEmite
de La-valeye en Paul Fredericq, dat in Frankrijk door de Presscnsé, dat
Duitschlaud door Zimmcrniann, dat in Nederland door van Ca-mpcn.
Lavaleye wijdt ecu voord aan do nagedachtenis van Gonsienue; Prcssensó
aan.-dia-\au,. Julas Saatlcau, uc^Lajjrado, lifiiul.Jilar.tiü. eiv.Fraucoia.Lener.-..