Historisch Archief 1877-1940
No. 342
BS
-F>ER'D A-WM E R,*W EEK BLAD VOOR NEDERLA N D.
Bij deze woorden drukte Lorentz hartelijk de hand van den
vreemdeling, en verwijderde zich droevig gestemd en geheel ver
vuld met de gebeurtenissen die op dezen noodiottigen avond moesten
Volgen. Hij kende Desdicado's ridderlijke ziel, en misleidde zich
zelf niet aangaande de motieven van het rendez-vous dat hij
beloofd had bij te zullen wonen; hoewel het leven van zijn
jongen vriend hem een onrust veroorzaakte, die alle andere ovevlrof,
overlegde hij toch dat het duel te Rome verboden was, dat de
wet die het verwierp, den getuige even goed als de strijdenden
veroordeelde; en de jonge kunstenaar die daar eenzaam, somber en
nadenkend onder de laurieren van zijn villa op en neer ging, znr;
zich reeds uit Rome vluchtend, verbannen uit zijn geliefkoosde
stad; maar hij verwierp spoedig weder elke gedachte aan zichzelf
om slechts aan Desdicado te denken, en verdiepte zich in het
verwelken van dit leven, dat hij zoo benijdenswaardig gekend had,
en dat hij na verloop van tien maanden zoo medelijdenswaardig
terugvond.
Desdicado had intusschen een uur rust genomen en had zich
daarop in het eerste het beste huurrijluig geworpen, dat hem naar het
paleis Mariani geleidde. Het paleis was prachtig verlicht, de equipages
verdrongen elkander op het voorplein, en men kon door de open
staande deuren het gaas, de zijde en de bloemen onderscheiden,
diélangs de antieke beelden en de Rorneinsche draperieën in de
lange gangen heen en weer gleden als zoovee! geesten ia
baikleeding tusschen twee hagen van ernstige en stilzwijgende schaduwen.
Er werd feest gevierd in het paleis Mariani; de terrassen, geurend
van oranje- en granaatboornen, weergalmden van de klanken der
instrumenten, de lustres weerkaatsten onder de fresco's van het
plafond, een vroolijke wals werd gedanst op de in mozaïek gelogde
vloeren. Desdicado mengde zich in de menigte eu verloor zidi
onbemerkt ver van het gewoel der feestvreugde in een duistere
galerij. Hij dwaalde reeds sinds eenige oogenblikken rond, toon
een verward gesprek in zijne ooren weerklonk en vage gedaanten
zich aan zijn blikken vertoonden; hij verborg -zich in e krom
ming van een vensterbank en twee gestalten gingen rakelings iii
de schaduw langs hem heen.
Waarom zoo treurig en zoo droomeiïg gestemd? zeidu Ma
riani op klagenden en lieikozeuden toon. Koningin van deze p'.aa!?,
ziel van dit feest, slechts eens zijl gij verschenen, e;i r;u v.ïlt gij
rnija paleis reeds weder ontvluchten? O Ueatrice, urn de melan
cholie, waarin de dagen uwer jeugd zich hullen, to verdrijven,
heeft mijn liefde alles beproefd, smart en vreugde heeft zij opge
roepen, zonder er in te slagen een traan uit u\v oog of ccn
g'imlach aan uw lippen te ontlokken; Bealrice, zij t gij d;m zoo koud
als die marmeren beelden die ons omringen? vervolgde h ij, terwijl
hij de hand op een Dianabecld legde, wier koud eu rein
voorhoold door de heldere stralen der maan verlicht, scheen te glim
lachen in de bleeke stralen harer oude godheid.
Droevig en droomerig gestemd, zeide Ceatrice, die als een
klimoprank aan Marioni's arm hing, ja, dat ben ik; deze geuren
beklemmen mij en dit geraas vermoeit, mij. Mijn bedroefde ziel
voelt zich smartelijk gedrukt onder het vroolijk gedruisch van
dit feest, evenals mijn oogleden die door dit verblindende licht
lijden. Mariani sta toe dat ik mij verwijder; houd mij niet
tegen; ik zag mijn korte jeugd in tranen en verveling ontvlieden;
de wereld heeft geen zon om de vlam dier jeugd opnieuw ia
mijn hart aan te wakkeren.
Zij verwijderden zich en men hoorde verder niets dan het ruisohcn
van het zijden kleed der markiezin, gelijk aan het geraas der herfstbla
deren, die door den herfstwind her- en derwaarts gezweept worden.
In de vestibule aangekomen, \vierp Mariani een satijnen pels met m
arderbont gevoerd om de schouders der markiezin en drukte, terwijl
hij haar naar haar rijtuig geleidde een lange en tcodere kus op
haar hand.
Die vrouw is krankzinnig of dom! zeide Mariani, terwijl hij
vroolijk de treden der trap weer opging, luchtig en dartel nl^ol
het rijtuig van Bealrice de last van zijn leven ca do eüande zijuer
ziel had weggevoerd. Guilio Guilioni! riep hij, tci:e;i den schouder
van een jongen Fiorentijnschan graal' leunende, die hij ccn hullijt
stond dat met wijn, goud en kristallen cvor!:ui:;a w:s; geuf iuij
een glas van uw gelief koosden Franschcn wij;;; ik wil mot u
klinken op een vroolijke liefde, op een liefde die zich güiaakkoüj';
laat overwinnen !.... Toen hij echter het g!a? mot sciiulnmul
druivennat aan zijn lippen zette, werd een hand op zijn schouwt'
gelegd en toen Mariani zich driftig omdraaide, stond h;j vlak
tegenover Desdicado.
Bleek en noodlottig als het beeld van dun Coniminaeur op liet
\_ gastmaal van Don Juan, voerde, Desdicado Mariaai modo naar ccn
nabijzijnd terras en vroeg, terwijl hij de blonde haren die over
zijn oogen gevallen waren naar achteren wierp:
Herkent gij mij, Monseigneur?
En daar Mariani den jongeling in stomme verbazing aanzag,
zeide de vreemdeling koel en een vinger op zijn voorhoofd leg
gende :
Prins Mariani, ik ben uws gelijke; dit is mijn vorstenkroon
en daar gij niet vvcifeldet met uw zweep mij in het gelaat te
ireffen, zoo zal uw degen zich zeker niet schamen zich met de
mijne te meten. Bij deze woorden stak hij de hand uit ea Mantua
liet er de zijac in vallen.
Tot, morgen, Monseigneur, hernam Desdicado, wij zullen do
politie niet don tijd gunnen ons spoor ie, volgen. Wanneer uw
lichten zulten verbleoken Lij het aanbreken van den dag, zult gij
mij aan den voet der obelisk vinden, op dezelfde plaats, waar gij
gisteren uw fier ros over mij heen hebt gejaagd. Ik reken op u
mijnheer; de lomeinsche Campagna zal bescheiden zijn en de
vlakten zijn er uitgestrekt genoeg, o na een graf te meer te bergen.
Er lag zooveel adel en waardigheid in do uitdrukking dezer
woorden, zooveel waarlijk koninklijke majesteit op Desdicado's
gelaat, zooveel macht en beloovering vooral in zijn ernstigen buk,
dat Mariani slechts met een hoofdbeweging antwoordde. Desdicado
verwijderde zich zonder een woord meer te zeggen, en de lo
meinsche prins bleef onbewegelijk op het terras staan en volgde
hem met de oogen. Toen echter die vage vrees verdwenen was
niet de verrassing die hij had teweeggebracht, vroeg Mariani zich
beschaamd at' waarom hij die parodie van Baco's geest niet buiten
de deur had doen zetten en terwijl hij aan Guilio Guiliani de
oorzaken dezer wraakverschiining mededeelde, mengden zich beiden
al lachende onder de vroolijke balgasten.
(Wordt vKTi'olf/d.)
ALLERLEI.
Jlaanda-::' werd voor den Ilooiron 1ïaa<] behandeld de zaal: v, e '
Leer A. l;o!:üid loi-t Jr., gercejuiroenh va:i ea.isaik, <,-? :>., .-.?
ru:klÜY^ rvoignig deer u< \\ i.uve te Anilie.ii.
et (J. 31. werd waargenomen door <J<-u adv.-gta. I.!r. l'oir.
AaAat bet Ver.-lag \va.s lik^vbia'-kl door e:i ntack-l;e.er-;-. : ? ? ; e:
Kal;!', \verd de pkiired'j uilgeb['ro:veu uo^r Uen hoer Air. J. A. :.?
advoea.at to A in teruain.
i'c cüiielübio v tui heL O. M. k bepaald op 21 dezer.
Ook de Nnd. R!jntpoor>ci>fi-^ftt!i!acli(tpjiij heel't aan hot
stationseerf-oneel L';rati!icatk'n uitgereikt, voor do buitengewone werkzaamhedüU
gedurende de Amsterdams. -lic tentoonstelling verricht.
Door burgemeester en wethouder ; van Leeuwarden zijn aan den
raad uier gemeente ingediend outv.'erri-vei'ordoningeii, regelende de
brandweer en de poUUo op do openbare vermakelijkheden, plaateen van
vertenkdug van per-onen eu verlotingen.
I-i Ureda overleed den -leien dozer do heer C. C. Kannemans, leeraar
In Ie-'; lianutcokpiifii aan de Kon. lilit. Aeadeinic en directeur aau
de Stadsteckeu^L-bool aldaar.
.De -?oj-teiitöO'isielïiag te Mlddoluiirg, zal a. s. Maandag in de
loka'ea van het Sehulterslior geopend worden.
De Kamer van Koophandel te Ahnoloo zal /.ich. in oen adres aan do
TiVeeü.: i\'ai;jer verklaren vJer hè', ont\\'ori)-Vau Dcldeii c. s., dat zij
Vii'"ie;A boven do voor-!e!leu der Kegeeriug.
T o <ioes is <:e:io alueeling van de Ycreeniging lid N
Hü'.'vul liet, laugxaaiii gaat, /.al toch nog dit jaar de waterleiding to
XraiiiüCütot : land Loincn.
[n de Ib Vroesindyar alhier gehouden buitengewone algemeene
vergaerinr? der Ucli-Sïn-i'fi'-'/i-iuni!. in het voorstel tot geldelijke ocdersteuruiig
va.i een t'epro.ieeleeri'. asyl voor invülicdc werkliedea tu Deli, met
alge
', j'e ^laiirid hee^t op den :\1n T)e(:euiber lüeïdo ondertcekciiin.?
]è,::a'..s jc'iad \'an < eu l^mdeLverdrag. al-jiiede van een
schoepvaurli verdrc.g, beeie l'??.-? <jhen yudei-iaud en Spanje ge-loren.
j Ju do tweede l;e:!'(, drr niannd IVKranri zal er een rcehktreek^che
'? S!>e,;vV;, gvt rï.>r,,dir>g i\K '"hen I-i>!gie en Haliëvrorden t>eo]-,cnd,
nameliji; Ui-:-.-lic;i Hi'ii.-.-.'ei en .^iilaaii: ni"! be'l en'.;' op cLe welke tü^Seln-n
reüige lier vo":"in:i'.]-. ?[?? 'eLimi v,,u N'1 iei'iaii'i in ilrti^el l.,;-:laai, i .s
die i;'eu\vo i ju ook \au belang vovi' reüig'.-re uie va.i iiLer iUihe gaan
bezoeken.