De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 13 januari pagina 8

13 januari 1884 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 342 Bi» van prof. Oosterae* door Franken en van prof. Huurling door prof. Kuehnen, bevatten belangrijke bijzonderheden, maar ook veel kleinigheid, vooral de laatste. De dertiende aflevering van den tweeden druk der Handleiding tot de Geschiedenis der Letterkunde, door dr. W. Doorenbos, dezer dagen in het licht verschenen, bevat een overzicht van de ederlandsche letteren: Maerlant, RoemerVïsscher; Italiaansche en Spaansche letterkunde: Marino, Antonio de Solis de Ribaneysa, en Franscheletterkunde: HotelRambouiljtet, Lodewijk Xlt. ^ INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Jleoue des deux Mondes, l Jan. Le voyageur. Scènes dialoguées par Oct. Feuillet. Etudes diplomatiques, |a première lutte de Fréderic II et Marie Thérèse d'après des documenta nouveaux I. La retraite de Prague par Ie duc de Broglie. Mademoiselle Blaisot, prem. partie par Mario Uchard. Victor Cousin et son oeuvre philosophique, I, les premiers maitres de Victor Cousin, Ie voyage d'Alleinagne, p&rfaul Janet.?Le Vatiean et Ie Quirinal depuis 1878, III. Le Pape Léon XIII et la réconciliation du Saint-Siège et de Fltalie par Anatole Leroy Beaulieu. La pêche et la pisciculture en France, II. Les eanx salées pur G. Valbert. La guerre moderne d'après un crivain mi litaire allemand par G. Valbert. Revue littéraire, l'expression dans les beaux arts, d'après un livre recent par F. Bmnetière. Chromque de Ja quinzaine, Hist. politique et littéraire, etc. Rundschau. Jan. 'Die Hochaeit des Mönchs. Novelle von Conrad Fcrd.Mei/er II(Schlusz.) Die auswartige Politik Deutschlands. Eia Ausilug in deu Norden Kleinasiens von Prof. G. irschfeld (Schlusz.) Bilder aus dein Borliner Leben von Jul'ms Rodenberg (Die Kreuzberg Gegend.) Iwan TurgenjeWB Literatur-und Lebenserrinnerungenll III. Das Haus meines Groszvaters, Skizze aus der Kindheits Errinnerung van Guslav e-u Pullïts. Die Deutschen Pilgerviiter von Friedr. Kapp. Die Berliner Theater von Karl Frenzel. Politischa Rundschau. Literarische Notizen. ? Bibliographie. The nineteenth Century. Jan, Religion, a retrospect and a prospect by 'Hêroert Spencer. Tho pre?tensiona of M. de Lesseps by (J. Magniac. Statnes and monumerits of London, by Shatv Leferre. Lord Meïbourne, a sketch, by Earl Cowper. f?A treatise on Love, by Algernon Sidney (from an nnpubl. mnnuscr.). '??Ungratefd Ireland (concluded), b}' Gavan Duffy. Floods by Earl of Cowperdoivn. Daily life in a Mediaeval Monastery, by D. Jessop. The now bribery act and the York Election, by Wtlkinson. Our growing Australian Empire, by Uenry Parkes. Howes of tbe poor, by ,Assheton Cross. A new view of Mormonism, by W. Barclay. Britisli Quarterly review. Jan. Mr. Gladstone. The inspiration of Death in Folk-Poefry.?Paiestme, West of the Jordan. Lay and medical functions in hospital administration. Ulstr and Home Rulc. Recent theorics on 1lu Fcntateuch. ? Political survey of the quarter. Conteniüorary Literature. Nieuwste uitgaven in Engeland; Daccord, Pebbles-Poems . . . . J . ; *. . W. Chapmau, Notablo Women of the Puritan times . . Notable Women of the reformation . . . C. Yonge, Our great naval commanders . . , , . E. G. Ilardy, Juvenal's satires, ed. for schools .... The Breadwinners A Novel ........ E. M. Ellis, Woman's hand J. B. Harwood, One f.ilso, l.oth fair ...... S. F. Preston, Original Es-ays . . . . J . , E. M. Rutherford, Light at an upper window .... H. Smart, Hard Lines. A. Novel ....... O. M. Yonge, Unknown to Histoiy C. W. Stubbs, Land and the Labourers, a record of fact.s and experiments in cottage farming and Cooperative Agriciil'nrn . Bh. 5 O.D 5 6 5 31.G 2. li'i.G li G MILITAIRE ZAKE N. DE TOEKOMST. (Bevordering, traktement en pensioen.) Er ia wellicht gceno zaak, welke den mensen inner ter harte gaat, dan slijne toekomst. Hoe gaarne zoude hij daarin een blik willen werpen! En toch, als het hem eens gegund werd zijne nieuwsgierigheid bevredigd te ieri, zoude hij dan nog zóó verlangend wezen om te vernemen, wat voor hem in de toekomst is weggelegd ? Waardoor wordt dan zijn verlangen getemperd? Waarom huivert hij het toestemmend antwoord te geven op de vraag : Wilt pij uwe toekomst welen?" Is hit uiet, omdat hij vreest alsdan te moeten hooren, dat, in plaats van geluk en voorspoed zooaU hij hoopte, teleurstelling en verdriet zijo. deel zullen wc/.f n ? Gelukkig rliia voer ons all(-n, dat. de u-are toekomst steeds voor ons Verborgen blijft, welke moeiten wij ook aanwenden, om een tip van den sluier optelichtcn, die het lieden van liet tocktfmc'nJt scheidt. Inlussclien is Ii;>t eer-e waarheid, dat de mnnsch i'.iYh gaarne Wusn'n schept; wellicht 10 er zelfs geen, cue menr iuchtkasteeJen bouwt, dan de militair, eu vooK'l de ufiicier, waar het geldt de h e v u r d e r i n g. Dit feit behoeft riiet t-.; -verwonUareu, daar do bevordering' tot hoogercn rang teven? eene verbetering vaj> maatschappelijke en fimmeititle positie medebrongt, welke moci«!i.ik te v&rki-ijgen is door avbeid, tt-u u;;i:.--to in derge lijke ni:ite nla uit ttoor nist-militairen kan worden verworven. Een doktj.r, advocaat, ingenieur, bijv. kan door zipe kundigheden euzijae arbeidzaam heid zijn jaarlijksch inkomen doen toenemen, ja eelfa bij eenige spaarzaam heid een aanzienlijk vermogen nalaten; voor den officier daarentegen ia zulks onmogelijk en zeer weinigen zien hunne meer dan gewone moeite beloond; de meesten worden in het belang van den Staat geëxploiteerd, gewoonlijk ten koste van hunne eigene beurs, en ten voordeele van de anderen, die zich minder dan zij beijveren, om iets meer te weten of ta doen dan de betrekking medebrengt. Wel is waar, verleent de wet de be voegdheid om hen voor eene bijzondere bevordering bij Zijne Majestei den Koning in aanmerking te brengen, maar niet gaarne gaat een Min. van Oorlog daartoe over, omdat het stelsel van bevordering 1$ keueeüiet de algemeene sympathie wegdraagt en bovendien tal van personen daar door gegriefd worden, hetgeen op een klein leger als het onze maar al te zeer een nadeeligen invloed uitoefent. Toch is het zaak zooveel mogelyk de uitstekende elementen van het ofScierskorps niet te lang te doen sluimeren, maar deze steeds aan te moedigen hunne krachten in te span nen, om voor het algemeen belang werkzaam te zijn, hetgeen niet andera kan geschieden dan door hun loon naar arbeid te geven, hetzij alleen in geld, hetzij tevens met buitengewone bevordering tot den naast hoogeren rang. Wenschelijk komt het ons daarom voor, eeuige vooruitzichten ie ver* schaffen aan hen, die de studiën aan de Tweede Afdeeling der Krijgsschool voor Officieren met vrucht hebben gevolgd t n volbracht, bijv. door voor de speciale betrekkingen alleen dergelijke personen te bestemmen, zooala oorspronkelijk ook de bedoeling is geweest van de oprichting dier inrich ting voor hooger militair onderwijs, en hetgeen het eenige middel is, om de officieren aan to sporen zich aan het toelatings-examen te onder werpen en de moeiten en kosten te getroosten, welke aan het volgen dier studiën verbonden zijn. De gunstige resultaten der regeling van de toe lating der officieren van het Indische leger, leveren het beste bewijs voor hetgeen door ons wordt gezegd. Nu dergelijke vooruitzichten niet bestaan en da kansen voor bevorde ring voornamelijk afhangen van de plaats, welke men in de ranglijst inneemt, is het te begrijpen, dat het oi'ficierslrorps menigmaal de Naamen Ranglijst der officieren van het koninklijke leger der Nederlanden en van de Nedcdandsche Ii)diën" tor hand neemt eu promotiën" tiaaïf, welke later blijken grootenaeels slechts luehtkasteelen" te zijn g, weest. Zoo zal voorzeker menigeen evenals \\ij de in het laatst van 1883 verschenen 53o jaargang van die naam- en ranglijst hebben doorbla derd, bestudeerd en besproken met zijne collega's en vrLnden. liet resultaat van ons onderzoek bieden wij hierbij aan de lezers van dit blad ann. Wij doen dit, omdat wij vermeenen, dat het eenijr nut k>m opleveren op den tegemvoordigen toestand van de positie van den officier, ook door personen, buiten Let leger staande, een blik te doen werpen, en de aandacht te vestigen op er.-kole. zaken, welke van invloed zijn op diens toekomst, eu wel die, aan het hoofd van dit opstel genoemd. Een der eerste vragen, welke zich aan ons voordeed, was: Hoeveel diens/jaren zal in den loop van het. jiar 18? i de thans op de ranglijtt het eerst voor bevordering in aanmerking komende officier van eiken rang tellen en welken hefti/d- zal hij alsdan hebben bereikt ? Het antwoord op die vraag is to vinden in onderstaan den staat; het eersta getal in elk der kolommen geeft het aantal dienstjaren, dat tussclien haakj.33 geplaatst, den leeftijd aan. \,- i C i ? * ' * ' . T'lP'pCi " ^^ ' T~~t *J t ti|JUi.a ] o t c3 ? ! O . i G » j s i w iS -*J ! ' O i .^' ' O ' ?£ dienstvakken. '3 1 [o '3 'J% | rf" l'ava'erie, . Oojier.ih'Staf Proviuciale^t . . . 45('J7) L-J(G5) 3!)|T3i'30({il)"0(-t<))!^7(49) ... ai . . 1'liiats-lijlceStaf . Intcndanc:'. ? ? . K wartiermecsf ers. Directeur M:igazijnm. i""'li'iT Adm. v. kleeding . Ofiic. v. gexondh. . Apothekers .?!2('Jl) 12 (G°! :;8(5C!> -)(50) 7( 17 09 (57 i 32 (52)i33 (52i 29 (ó(j)!25 (44) ]',','} { ;,,) ):'] J (;");"))? ;3?(;-8)3(.;(r,G) '122(55) j:;9((i5) 3-! (57j 29(51) 23 (IG) i ;.:L! (54) 29(57) i ' 1°' ')%' :'" "';2G(C2) : ! ''!'?(5^) 51(70)47(G9)41(aO"7f59)';i()i53) r* ( i'(ii ?>"? /f? i \ '">?? /.~,o \ ... r- ' S >-'? ; -> ( lul J .>,) ( ('-> 1 Piiarde\iart.aen. . . i Adm. v. hospitalen. : ^rf(ii5) J24(47) : i ! ^'7(48) 0 t-H O Cl '18(29) C>(?3\ 17,37 7(2'.}) ] *?! f"1') 1! -' f f) ' ) 1Ü(SS) fi I'U ) 20(49) 17(39) 18 (4G) S ("3) 11 (3G) 4(33) 5(31) ? 19(40) 4(27) 12(41); Uit dien staat, die tevens do gelegenheid aanbiedt om tusschen de vorEchiliondo wapens en dienstvakken vergelijkingen te maken, blijkt alsnu zeer duidelijk, dat de verschil lende betrekkingen eerst n;i een zeer groot aantal dienstjaren en op hoogen leeftij.;! worden bereikt, en dat men niet zeer ver van de waarheid verwijderd is, indion men aanneemt: ongeveer G jaren Bij Ie Luitenant. Kapitein, Majoor. Lu i tenant-Kolonel. Kolonel. (.leneraal-jMajoor. Lnitenant-Generaal. iirdigs rr.o;oling der promoti,?, map: das iemand die te moeten dienen, al vorens te kunnen worden bevorderd tot: of/icici' wil worden, of het reeds i;j en bij een der 4 wapens den luitenantsraug op ziju 20e levensjaar heeft verworvei), hetgeen mogelijk is, zeggen: op mijn 37st,e jaar » n 4iste i'Oste n7rii-e kan ik zijn: Kapitein, Majoor, Luitenant-Kolonel, Kolonel, Gpneraal-Majoor, Luitenant-üeneraal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl