De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 20 januari pagina 2

20 januari 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 343 De vorm en naam vaa pelgrimstocht is een protest tegen de pelgrimstochten van priesters en Jeeken, waarop eenige maanden geleden het Vaticaan zich veel liet voorstaan. De clericale bladen in en buiten Rome doen dan ook hun best, de beteekeriis van de manifestatie te verminderen, door te wijzen op de ofiïcieele be gunstiging en vooral op het veel verlaagd spoorwegtarief, dat van de deputatiën naar Rome ware pleiziertreinen maakt. Toch toont de algemeene deelneming, die de ultramontaansche geestelijkheid een doorn in het oog is, hoe het Italiaansche volk zijne eenheid en de nagedachtenis van zijn eersten koning op prijs stelt. * ?¥? Nog niet wetende wat de afloop der week van spanning zou zijn, hebben in Spanje ministerie en afgevaardigden zich voor de gevreesde of gehoopte Kabinetscrisis en Kamerontbinding schade loos gesteld door verhoogde parlementaire werkzaamheid. Hel ministerie heeft tal van krasse verklaringen afgelegd die zijn positie minder gemakkelijk maken, maar haar beter omschrijven, zoodat men op het oogenblik der crisis zal weten, wat ieder mag verwachten. Het heett voor zijne vrijhandel-beginselen en het sluiten of voorbereiden der tractaten met Portugal, Nederland, Engeland en de Vereenigde Staten in eene reusachtige demon stratie den dank zijner geestverwanten ontvangen. In de Kamer heeft de heer Castelar eene zeer Latijnschgezinde rede doen hooren, waarin hij de reis van koning Alfonso en de aansluiting bij de Triple-Alliantie ten sterkste gispte, en beweerde dat de behandeling die Alfonso in Duitschland ondervonden had, een beleediging voor Spanje was. »Men heeft hem niet anders behandeld, dan als een Koning van Roemenië!" riep hij uit. De heer Castelar verstaat de kunst, meerdere vliegen in n klap te slaan, en tegelijk den Keizer van Duitschland, den Koning van Spanje en dien van Roemenie onaangenaamheden te zeggen, maar hel k;.in de vraag zijn, of dergelijke uitvallen den algemeenen £CC;t van vrede en waardeering in Europa, aller voorgewend d'.'ie!, of den eerbied dien men voor Spawjo en zijne verlegenwoüidigifig koestert, verhoogen zullen. 'Uit Soedan komt weinig nieuws, en dat weinige is slecht. De ei>'-)h tot. onrniu'Jenjke ontruiming, door de Engelsche autoriteiten j.r.i>:U:!d is nu't opgevolgd, om de eenvoudige reden dat dit onmoc:c?!;k is. iSrei/. is gemakkelijker, dan een bevel tot ontruiming te /enden ann de bezetting eener vesting, die van alle mijden door <;cr:e a;;n/Jeiiiuke overmacht wordt bedreigd; men behoorde dan «rf.'itr ook Je zorrrea voor een bruikbarcn uitweg. B;:!-;er-ruchy doet ra e t ;:ijne kleine legermacht en zijn groote k o p, rus v,i:i zaken r<l wat hij kan, m;iar er is geen tijd te verliezen, en met de hulpmiddelen, waarover hij beschikt, kan hij slechts zeer lantaarn verderen. 15 I H SF I, A SF S». Krommenie, 15 Jan Waarde Mijnheer v. d. Wal. tïe weet niet half' hoeveel genoegen bet mij dsed toen onze vriend v. d. Kaay mij onlangs verzekerde dat gij ten slotte toch door hem gewonnen waart voor het Kappeynianisme. Ge weet dat niet half, zeg ik, waut gij kunt, onder ons gezegd, zeker niet begrijpen hoeveel moeite het kost een zieltje tot onze leer te bekeereu. Thans echter schijnt er een betere tijd aan te breken. My dunkt die moet komen. Immers onze staatsman heeft gesproken en zóó overtuigend gesproken, dat men hem. niet langer weer stand zal kunnen bieden. Kappeyne is geen ernstig man" tot vervelens toe moesten wij dat hooren. Welnu, daaraan is een einde gemaakt. Niemand zal ditmaal althans kunnen beweren dat Lij niet meent wat hij zeg'. Hij maakt zich zelfs een paar malen boos, werkelijk boos. En daartoe had hij waarachtig ook wel reden. Een reus in de wetgeving gelijk hij is deuk aan onae schoolwet van 1878 en aan het ontwerp van beperkte grondwetsherzie ning moet het koken, als hij zich tegenover een prulwerk als dat van Van Delden c. s. geplaatst vindt. Als prulwerk heb ik dat voorstel van stonde aan beschouwd. Toch deed het mij' goed, het als zoodanig door Kappeyne nog eens aan de kaak gesteld te zien. Ouder ons gezegd: ik begon te vreezen dat wij het diag, des noods bij amendementen gewijzigd, te slikken zouden aebben. De liberale couranten het is me tegenwoordig, God be ter 't, een troepje en meetings ondersteunden het. Professoren gij west hoe hoog die bij onzen vriend Kappeyne staan aangeschreven en met hoeveel ondank zij hem daarvoor beioonen spraken een woord van aanbeveling; de zwakkeren onder ons begonnen al te mompelen van mogelijk overleg en daar komt nu juist ter snede Kappeyne oas een hart onder den riem steken, ea aan alle aarzeling don pas afsnijden. Eerst kon ik nauwlijks mijn oogen gelooveu, toen ik iu ds inhouds opgave van de Economist las: Het voorstel Van Dolden c. s. door mr. J. Kappr-yue vaa do Coppello." Tot uo beste trauitié'n (och ^'e onze staats man zal nalaten, behoort ongetwijfeld dc/.c: zie U met te bekümmei'en over hetgeen er ia het land gezegd en gesproken wordt; te iadier. niet wat ons als volksovertuiging wordt opgediseht; al wat naar bezieling en naar feu eaorégelijkt, met welverdiende minachting te bejegenen en ons heil te zoeken in finesses en subtiliteiten die, te rechter ure en in kleinen kring aan den man gebracht, ons vrij wat verder brengen dan het onder den arm nemen van een dom gepeupel. Het heeft hem, zoo dacht ik, zoo veel moeite gekost zijn getrouwen die leer goed in te prenten, dat hij er tegen op moet zien, daarvan voor een enkele maal af te wijken. Gelukkig dat hij het deed. Naar mate het hem meer moet gekost hebben, moeten wij er hem te dankbaarder voor zijn. Nu, wat hè-:ft hij zich geweerd tegen het voorstel-Van Delden. Wat kleedt hij het ding uit! Een caricatuur van een misgeboorte"; en s4ordig werk'' zóó gestempeld gaat hei:, nevens de gekuischte en zaakkun' digo critiek, de historie tegemoet. Bewonder met mij allereerst en allermeest de wijze, waarop Kappeyne hut tijdelijk karakter, dat de voorstellers met zooveel nadruk n in hun nJc-jQorio van toelichting1 en in die van antwoord op den voorgrond heb boa gezet, er a:m ontneemt. Gij en ik, en Kappeyne óók, weten wel dat hat alleen als tijdelijke maatregel tegenover de tijdelijke maatregelen van j do lïegeeriug in de wereld kwam, en wij weten evenzeer, hoe het in een paar dngen moest worden klaar gespeeld om nog met de RegeeringsvoorEtellon in de afclceliügen onderzocht te kunnen worden ; maar juist omdat wij dat aoo goed weten is het zoo verdienstelijk met een effen gezicht ons te honden a'.soi' wij het niet weten. Zwakker ik schrijf aan een vertrouwde vind ik de opmerkingen over hot onderwerp zelf. Niet, dat ze geen hout snijden; verre vandaar. Maar ze zij u voor een deel van dien aard dat ze in amendementen geformuleerd zouden kunnen worden, en dat men de Kamer daarover uitspraak zou kun nen laten doen. En dat dient vermeden te worden. Zie bijvoorbeeld eens wat onze vriend op blz. 6 zegt omtrent de bere kening van lijfrente en vruchtgebruik. De bedoeling van de voorstellers is hem v.-iit behoeft hij het te zeggen? duidelijk. Met een kleine wijziging zullen ze, indien zij handig zijn, het bezwaar kunnen ondervan gen en tweeërlei opvatting onmogelijk maken. Let vereer op lietgene hij aanvoert omtrent het onzekere van het bedrng d;it cie belasting op salarissen, pensioenen enz. zal opbrengen. Het zal waavnehtig wel waar zijn dat dit bedrag onzeker is. Maar dat zal het blijven juist zoolang tot er een proef genomen is. En ik vrees dat degene (iie iets vottlsn voor den wonsch van de voorstellers, om in afwachtingen tot voorbereiding van een definitieve algemeene inkomstenbelasting het teirein or> dit stuk te verkennen, die onzekerheid geen heel wichtig argu ment zullen vinden. Nog gevaarlijker acht ik het verzet tegen het denkbeeld om ieder niet-patontplich'ige, die met zijn arbeid iets in 1883 verdiend heeft, zijn pennink^ke (c laten bijdragen" (bl. 8). Onze vriend had daarover, dunkt mij, gevoegelijk kunnen zwijgen. Want in de eerste plaats zijn vele Hel- ? landers nog zoo gek otn te zeggen: valt er in meer geldbehoefte te voor zien, In a t, ons den last dan zooveel mogelijk allen te samen dragen; en in de tweede plaats begrijpt ieder dat, zoolang de patentwet bestaat, een volkomen rationceic inkomstenbelasting niet is te maken. Juist op die gebrekkige patentwet, waarmee de voorstellers te rekenen hadden ea d:e zij niet op zijde konden zetten, beroepen zij zich als op een onoverkome lijk beswaar tegen een meer afdoende en logische regeling. Ik had er dus ook het patent maar buiten gelaten. En dan de voorbeelden van de ongelijkmatige wei-king der belasting aan het slot! Ik houd mijn hart vast. Zouden er, onder ons gezegd, ve len gfivoiiflcn wolden die van f 7CO.?d. i. van f 13.?il f 14.?'s weeks moeien leven en er nog een have" van t' 1900.?op na houden? De rentenier, de ambtenaar, do huurlui en de gewezen koetsier maken au -M-e'sin' r?l"n\i wel eeri aardig eff'oct. Slet drietal'1 voorbeelden is met zorg gekozen. Maar ik vrees dat da ..honderdtallen" waavmeo ze ts vermeerderen zouden zijn, indien de een of minier eens op tic gedachte kwam om ze, met minder zorg, zoo voor do l u n cl weg te nemen, niet bepaald diensten zouden bewijzen aan onze goede zaak. 7.-:>o zou de een of ander liefhebber ons kunnen onthalen op du volgende ca-.nsnositien. Een rentenier, i' 1000 geknipt hebbende van vijf en twintig obïigatie'n 4 püt.'s NeJcrkindsclie Schuld, betaalt l' 2.05''2; de ambtenaar met gelijk traktement ak'clifs i' ±~>t: Keu rentenier, i' 2iK'0 ge!:niot hebbende van vijftig obligatiën 4 pCt.'s Nuderlanil:;cli3 Schuld, betaalt i 15.75; de ambtenaar met gelijk traktement slechts i \).~i 5. Etn rentenier, f 3000 geknipt hebbende van zestig oude Euasen,betaalt f 21; de ai.Jitenaa," niet gelijk traktement slechts f 17.25. De eene buurman geeft 40 inille actief aan; de ander 10 mille en f 1200 verdienste, de eerste betaalt f 10.50, de tweede f G.GO. De eens buurman gv.ei't 80 mille, aefief aan, de ander 40 mille en flüCO verdienste; de eerste betaalt i' 01.50, de tweede f27.75. De eene buurman geeft 100 mille actief aan, de ander 20 mille actief en f 3000 verdienste; de car.'.te betaalt f42, de tweede £27.75. De ecne buurman geeft, 100 mille actief aan en f 1000 verdienste, de ander 40 mille actief in f oiOO verdienste; de eerste betaalt f 54.75. de tweede f 11.25. De eene buurman om tot de kleine boedeltjes terug te keeren geeft 30 rjüle actief aan, de ander 5 mille en f 1000 verdienste; de eerste betaalt f 5.25, ds tweede f 4.87''j. Men zou kunnen zeggen, dat dit alles nog zoo onbillijk niet is en met de draagkracht, voor zoover uit cijfers daartoe besloten kan worden,-vrij wel rekening houdt. En onzen koetsier", met zijn weeklegaat van f 12 en zija f 5000 aan, eigeii.lonimofjea zullen, vrees ik, weinigen bsklagen, omdat hij ? 1.18','j in de belasting heeft tij to dragen. Bij een verbooging van de accijnzen of van het personeal of van de opcenten op de grondbelasting van de eigendoiuir.itjes, zou ne man allicht meer geknepen worden. i a (;<?? esjfers moei onzo vriend zijn kracht niet gaan zoek«n. Doch hij kent den iiicnsch. Hij west wel dat do bluf, waarmee- hij zijn .n^ beeijieringon" i)dis,cht,.de2en,en geuen,vaa:d

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl