De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 20 januari pagina 9

20 januari 1884 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 343 BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAB VOGR NEDERLAND. _.%'< Infanterie. Cavalerie. Artillerie. Genie. werden aangesteld ;'T"??''"?'?'? ,42 6 , 16 3 bevorderd tot kapitein . ; ",'"", .10 5 2 2 Alzoo: vermeerdering . J ; . 32 l , 14 er ontbraken ..... ' .. 103 l " 97 Tegenwo ordig incompleet 71 v 83 2 waarbij niet gerekend da in den loop van 1883: gepensionneerden. '. J J J . J;v, 8 3 2- ' eervol ontslagenen i J J?-J :£', l l l l ' otertedenen ..,;'.:: i l ;;. 6 l » n ' overgepl bij het leger in O. I. '" 8 , n op nonactiviteit gestelden. . . l 6 ""'"' l l ,,__ Totaal . . 29 C 4 l van veelte laatste getallen het niet in de Naam- en Ranglijst is na te gaan, hoeveel luitenants vóór of nu. UulilSSS in die positie zijn gebracht. In elk geval is er eenige vooruitgang te bespeuren en kunnen de jongeren op eene betere toekomst hopen, al ligt die ook misschien in een ver verwijderd verschiet. Voor de onderen daarentegen staan de kansen op bevordering slecht, daar voor hen alleen heil te verwachten is van pen sioenen op aanvrage hetzij uit vrijen v/il, of door tien nood gsuwov.gen eervol ontslag, overplaatsing, non-activiteit en overlijden. "Yfat dit zeggen wil, blijkt uit de mutatiën van het jaar 1883. In dat jaar werden: Infanterie. 2 Kol. (n) gepensionneerd: 3 Lt.-K.ol. 12 Kapt. eerv. ontslagen: op non act. gest. l Kapt. en overleden: 3 Kapt. Terwijl er werden: 3 Luih-Kol. 4 Majoors. 19 Kapit. (c) benoemd: 25 Ie Luit. uavalerie. 1 Gen.-Maj 3 Majoors. 1 Ritm. 1 Ritm. 2 Ritm. 1 Luit.-Kol. 1 Gen.-jMaj. 1 Kol. (d) 2 Lsit.-Kol. 4 Majoors. 8 Ritra. 9 Ie Luit. Artillerie 1 Gen.-Jil&j 1 Kol. 3 Kapt. 1 Kapt. 1 Kol. 1 Kol. 2 Kapt. 3 Kol. (f) '2 Luit.-Kol (e) 4 Majs. (g) 3 Kapit:. 1-2 Ie Luit. (6) 4 . 1 r> 4 Genie. 1 Kol. Kapt. Luit-Kol. Majoor. liar.t. Ie Luit. (a) "Waarvan l behoorande tot don Grooten Staf. (&) Was als Minister van Oorlog afgetreden. (c) Waarvan 2 bij de Intendance en l bij den Plaaiselijken Staf beaosrsd. (d!) Overgeplaatst van den Generalen Staf. 'e) Waarvan l overgeplaatst bij den Generalen S'caf. /') l behoorende tot den Grooten Staf. (ff) n l n n n n en l overgeplaatst bij den Generalen Staf. Ket gevolg van een en ander zal zij:":, dat, indien de hoogsten en oudsten niet vrijwillig plaats maken voor de jongeren, deze laatstea zich genood zaakt zullen zien te blijven wachten, of op eena of aiulere wijze eun bster heenkomen te zoeken. Met richt kan dus gezegd worden, dat het er thans op aan komt, om elkander dood te dienen". Ia het aangenaam als mensch te kunnen constateeren, dat de hoogst geplaatsten zich mogen verheugen in eene goede gezondheid, waarbij vooral de O f ficier en ?van Gezondheid hun naam eer aandoen, als militair daarentegen zoude men geneigd zijn hun wat minder levenskracht toe te wenschen, opdat zij zich genoopt mochten gevoelen de welverdiende rust na de vele en langdurige, gewichtige, aan den lande bewezen diensten, te gaan ge nieten. Is het to begrijpen dat een ieder voor zicli denkt aan het spreek woord : Charitébien ordonnae commence prr soi-même", voor het algemeen belang ia de toepassing van andere beginselen noodzakelijk. Vordert liet staatsbelang de uitgaven voor het leger tot een minimum te reduceeren, aan den anderen kant waehte men zich voor eene misplaatste zuinigheid, welke niet anders dan de scliromelijkste gevolgen na zich kan slepen. Vooral voor een leger als het onze, dat zich gedurende langen tijd verheugen mocht alleen het zwaard behoeven te trekken bij voorbe reidende oefeningen tot den oorlog, is het noodig den lust en ijver te onderhouden met zoodanige middelen, waardoor, met het klimmen van het aantal dienstjaren, zoowel de werkkring als de financieele positie van den '. officier verbeterd wordt, terwijl een en ander in overeenstemming behoort te zijn met den leeftijd, waarop hij in de nieuwe betrekking wordt geplaatst, en het opperbestuar derhalve verzekerd kan wezen, dat ds titularis instaat is het hem toegekende gezag te voeren en de daaraan verbonden verant woordelijkheid te dragen. Wij vermeenen, dat dit niet beter kan geschieden , dan door de officieren niet te lang in dezelfde betrekking te laten, en eene zoodanige mate van bevordering in acht te nemen, dat telken jare een geregelde opschuiving plaats heelt. Hiertoe zal het noodig zijn in beginsel ; vast te stellen, dat zij, die veertig dienstjaren tellen en dus zeker CO jaren ' oud zullen wezen, onlierroeyclyk worden gepensionneerd, zoodra zij den laatstelijk verkregen rang gedurende het, tot het verkrijgen van het daar aan verbonden pensioen, vastgestelde tweetal jaren zullen hebben bekleed. Indien dit beginsel in de wet ware opgenomen en dus niet alleen be paald was, dat een officier door den Koning, zonder dat door hem da aanvrage is gedaan, in geval van lungdnrigen, d. i. veertigjarigen dienst, i al of niet gepaard gaande met 55-jarigen ouderdom, op pensioen kan worden gesteld, hoeveel personen zouden er alsdan in 1884 verplicht zijn den militairen dienst te verlaten? De raadpleging der Naam- en Ranglijst geeft aan: 'J3ij de Infanterie: l Luit.-Generaal. 5 Gen-.Maja. (waarvan 3 van den GrootenStaf). , l Kol. (van den Grooten Staf). i l^Gen.-Majr. (vaivdei^Grootea Staf}. Bij de Artillerie: 2 Gen.-Maja. 5 Kolonels. n Genie: l Gen.-Majr. B den Geneeskundigen Dienst: l Gen.-Maj. 3 Kolonels. 8 Luits.-Kol. (waaronder S.Diri* geerend Apotheker). ; l Majoor. :'. alsmede 3 Luitg.-Genl., die echter als Leden der Tweede Kamer en vÏH het Hoog-Militair Gerechtshof baiten beschouwing kunnen blijven. Het aantal is dus niet zoo groot, als oppervlakkig zoude worden gedacht. Daarentegen ziet men, hoe door het te lang in dezelfde betrekking latea ??bij de Infanterie o. a. den Luiten.-Generaal weldra gedurende 5 jarenvoor de jongeren de kansen op het behalen van den hoogsten generaals* rang verminderen, en er in dat 3-jwig tijdsvak ten minste 2 der opperofficieren, die nu reeds sedert eeniga jaren rijp zijn voor pensioen, dien rang hadden kunnen verkrijgen, en dientengevolge weder een even groot aantal kolonels tot gencraal-rnajoor bevorderd had kunnen worden. Op welke wijze de bevordering ook geregeld moge worden, steeds zal het bezwaar blijven bestaan, dat niet allen den hoogs'en rang zullen kunren verworven, zoodat er velen de gelederen zullen moeten verlaten in dea hoofdofuciersran!». Dit feit wijst, onzes inziens, op het onbillijke van de tegenwoordige wijze van bezoldiging1, waarbij het t r a k t em ent alleen afhangt van den rang, en niet tevens in verband met het aantal dienstjaren eene pr-regelde verhooging ondergaat. *) Is het al minder aangenaam langen tijd in denzelfden rang, voornamelijk in de siibaliernerangen, te moeten verblijven thans reeds 27 jaren en, bij ons bovendien onvoltallig militieloger, telken jare dezelfde wederkeerende diensten te verrichten, evenzeer werkt het demoraliseerend op het officierskorps, dat, tengevolge van de trage promotie en do in 1SS1 aangebrachte reorganisatie van de vredessterkte, do hoogere rangen zóó laat, ja zelfs in het geheel niet meer kunnen wordan bereikt en daardoor de kansen op verbetering der positie en een hoogs r pensioen zoo gering ziju. Evenzoo is het niet billijk, dat het bedrag der pensioenen afhankelijk is van den laatst bekleeden rang; naar onze mcauing behoorde het alleen bepaald te worden door het aan tal dienstjaren en hetgeen men gedurende zijn leven heeft gecontribueerd. Alsdan zoude tevens de onzuivere toestand opgeheven worden, dat van twee personen, die gedurende een zelfde aantal jaren bijgedragen hebben naar evenredigheid van hun inkomen, waarvan het eene bijv. f 700 meer bedraagt daa het andere, toch het pensioen even veel bedraagt. Gaven wij reeds in Xo. 312 van dit blad aan, welke de Cnaneieele gevolgen zijn van hot ontbonden van den hoogsten militairen rang aan hen, wien hij volgens de bsstaande voorschriften kan worden verleend, het doel van deze regelen is te v/ijzen op den uadeeligen invloed van de tegenwoordige v; ij ze van bevordering en nogmaals de aandacht te vestigen op de noodzakelijkheid, om betere bepalingen ten aanzien van de bevordering, bezoldiging en pensionnee r ing in het leven te roepen. In het aangehaalde Xo. van dit blad toonden wij tevens aan, hoe door eene an« d ere organisatie, waarbij de hoofdgedachte is: centralisatie van het gezag in de hoogste en decentralisatie in de lagere rangen, ten opzichte van de bevordering eene betere toekomst aan de officieren kan worden geopend; wij willen hopen, dat de thans op grond van feiten geleverde be* schouwingen mogen leiden tot een grondig onderzoek en nauwgezette over weging van het besprokene, en last not least tot verbetering van de toekomst van het Nederlandsciie officierskorps. Areg. *) Zie hieromtrent No 013 van hot 'WcoltWad. ? BIBLIOGEAPEIE. No l van den vierden jaargang van het Militair Blad bevat: , De begrooting van Marine ia de Tweede Kamer. Opleiding van per« soneel en africhting van paarden bij de bereden artillerie. De invoering van repeteer-geweren. ApUorismen. Opgaaf van het benoodigden en voor handen achterlaadgeschut voor de bewapening der verdedigingswerken. De sterkte van de scderlandsehe vloot. Benoemingen, enz. P E U I i I, E T © e lisfde eeiier Terwijl Morinni zonder vrees de rozen van zijn feest zag verwel ken en den glans der kaarsen zag verbleeken, wier duur misschien de maat van zijn leven aangaf, had Desdicado zich weder in het rijtuig geworpen, dat hem naar het paleis van den Romeinschen prins had geleid en dat hem een oogenblik later naar het paleis Formise bracht; daar vloeide het leven der melankolieke Beatrica langzaam voorbij. Toen Desdicado den klopper op de poort liet vallen sloeg het elf uur op de kerken van Rome. . De markiezin ontvangt niet op dit uur! zeide een rijk» gegalormeerde lakei, terwijl hij den armoedigen vreemdeling vaa het hoofd tot de voelen met een brutalen blik opnam. Meld de markiezin, zeide Desdicado op goed geluk af, dat ik met een boodschap van prins Mariani kom. Ik beloofde bijgaand biljet haar eigenhandig te doen toekomen, en haar hand zal dit briefje uit de mijne ontvangen, al moest ik ook zonder biecht sterven, want ik beloofde het bij het lichaam vau Christus en de ziel der heilige maagd en bovendien heb ik mijn loon ontvangfQ, . ea een goede fooi. voor, u daarenboven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl