De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 3 februari pagina 2

3 februari 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DS AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 345 nemen wat op feiten en cijfers berustte en daaruit practische maatregelen trachten af te leiden; men beeft den anderen weg gekozen en van al de phrasen en declomatiën der meetings de echo in het Palais-Bowbon doen hoorcn. Een ware staalkaart van sociale stelsels is voor den belangstel lenden buk ontrold geworden. Eerst trad de houder der interpel latie, de heer Langlois op. Hij prees de mutualitéaan, gemeen schap van belangen tusschcn voortbrenger en verbruiker, zoodat de tusschenpersonen vermeden, de prijs der waren verminderd en het loon van den werkman geringer kan worden. De volgende spreker was de Vcndeesche edelman Baudry d'Asson, die slechts n middel kent, dat zoowel voor de sociale quaeslio als voor iedere andere onfeilbaar is, het herstel der wettige monarchie. De heer Lechevallier sprak over de douane, de graaf de Roys over de belastingen op het land, zonder zelf uit hetgeen zij aan haalden eene gevolgtrekking voor de te behandelen vraagpunten te maken. De heer Martin Nadaud verlangde, dat men zou voortmaken met de wet op de pensioen-en ondersleuningslondsen voor gebrekfeige werklieden, aldus erkennend dat de regcering op den goeden weg was, en niets nieuws aanbrengend. Graaf de Mun zag in de gezellenvereenigingen, de vereeniging van patroons en werklieden in den schoot der kerk, eenigzins in aansluiting met de oude gilden, de oplossing. Frédéric Passy zag een panacee in het stelsel van deri vrijen handel; Rivet wenschte eene inkomstenbelasting; Laroche-Joubsrt verdedigde de coöperatie. De cxtrimc gauche trad niet vijf sprekers op. Brousse verklaarde zich tegen staatssocialisme en vroeg spoedige verhandeling van de aanhangige wetsonlwerpen, Brialou vroeg de 40 millioen van de familie Orleans terug om ze ouder de arbeiders te verdeden, ITenry Ma rel wcnscht een nieuw reglement voor de werkzaamheden von het Parlement en Tony Révillon bouwondernemingen van wege de slocl Parys. Pc kracht der linkerzijde kwam ann op Clémsnceau, die zijn {momenten tot na de rede van Ferry bewaard bad. !'?:- huik van de regoeriiig was na de vele half afdoende geneesniiihle'o'i niot moeielijk. De minister Ferry stelde niet de kracht vis u hel kabinet in de waagschaal door ook een economisch pro; r.'unu'r» te «oven; hij verklaarde dat de taak der regeeriiig ij', hel parti-'ulier initiatief te beschermen, maar er in geeii opzicht vüor in de plaats te treden. Vrije ontwikkeling der beschikbare krachten, aanmoediging tol het stichten van crediet- en hulpfond sen, inaar bovenal vrijheid, moest de leus van den Slaat zijn. Waar dezo van zijne bescherming eene belasting wilde maken, de uMveldadi^fien wilde dwingen om in te gaan, al ware het lot hun bestwil, hun coöperatie, verzekering, associatie wilde opdiiui>.eri, verloor hij de vrijheid uit het oog, zijn eerste verplichting. liet eenige groote goed, dat de Staat aan allen verplicht was, was de kracht die alle anderen tot ontwikkeling brengt, het onderwijs. Men kent Ferry's buitengewone zorg er voor; zonder het te doen opmerken ried ook hij zijn panacee aan. Clémenceau, van wien men het programma der uiterste linker zijde verwachtte, stelde een weinig te leur, door het niet zoo uitgewerkt ca volledig te geven als men verwacht had. Hij ver weet de regeering, dat zij de zaak te licht opnam, dat het onder wijs niet zoo voor ieder toegankelijk was als zij deed voorkomen, dat de monopoliën van mijnen, sporen en banken den werkman schade deden, en stelde ten slolte een progressieve inkomsten belasting en een enquête naar den toestand der crisis voor. Tot een enquête door eene commissie heeft alzoo dit langdurif debat geleid. Inderdaad had de Franschman, die een paar uur tijd aan eenige der goede werken over het onderwerp wilde be steden, er allicht zoovee! wijsheid uit getrokken, als de 600 afge vaardigden, in deze week van den nationalen tijd, erover ten beste gegeven hebben. BINNENLAND. De beste hulde aan den Minister van Marine voor de beginselvastbeid, waarvan hij bij de behandeling zijner begrooting in de Eerste Kamer blijk gaf, is de herinnering aan de volgende regelen in het Bijblad uit do discussiën over de voorgenomen buiten-dienststelling vau liet opleidingsschip de Wassenaer en de verplaatsing van de Anna Paulownn van i otterdam naar Vlissingen. De heer van Tienhoven wenschte dat de Minister zijne denkbeelden in nadere overweging nam en terug kwam op den maatregel, dia nog niefc in uitvoering gebracht is". (Zie pag. 197.) De Minister van Marine: Ik moet daarom den geachten afgevaardigde uit Noord-Hoüand tot mijn leedwezen mededeelen, dat ik in die plannen geen verandering kan brengen." (Zie pag. 199.) Het doet mij leed, dat ik don geachten afgevaardigde uit Noord-Holland moet te kennen geven, dat ik "onwankelbaar bij dezen maatregel moet blijvea volharden." (Zie pag. 200.) De heer Fransen van de Putte: Ik doe een beroep op de welwillend heid van don Mini-ster van Marine om het mij althans door deze conces sie mogelijk te maken mijne stem aan zijne begrooting te geven." (Zie pag. 206.) Do Minister van Marine: Intusschen zal ik alles nog eens goed over wegen. Aan het Koninklijk besluit moet uitvoerig gegeven worden: mocht echter blijken dat de maatregel niet goed is, dan kan men es altijd nog op terugkomen. (Zie pag. 208). De heer van Naamen van Eemnes: Ik zou daarom den Minister uit drukkelijk willen verzoeken om deze geheele kwestie voorloopig te laten rusten. (Zie pag. 2ÜS.) De Minister van Marine: Het Koninklijk [besluit is door mij uit volle overtuiging geprovoceerd; ik maak echter geen bezwaar het voorloopig aan te houden, terwijl ik in overweging zal nemen of ik zoolang de zaak zal kunnen uitstellen tot de andere tak der Vertegenwoordiging er over geraadpleegd kan worden. (Zie pag. 208.) De heer Fransen van de Putte verklaarde daarop, dat hij die woorden aldus opvatte; dat niet het besluit om met l April de Wassenaar bui ten dienst te stellen, buiten werking wordt gehouden, maar dat het inge trokken wordt." (Zie pag. 208.) De Minister vau Marine: Ik antwoord toestemmend op de vraag van den geachten afgevaardigde." Alle commentaar is hier overbodig, De onwankelbare volharding" van pag. 200 dwingt eerbied a$> De heer du Tour van Bellinchave wil de lijfstraffen weder invoeren. Aüeen voor de zwaarst veroordeelden, in de gevangenissen, ala disciplinaire straf. We meenen daartegen te moeten protesteereu. Da lijfstraffen zijn in Nederland afgeschaft als in strijd met de beginselen ven onzen tijd, als een schande voor ons land. Ook gevangenen zijn mensdien. Daarenboven: cc n'e:t que Ie premier pas qv.1 coüte; hier herstel van de lii's'rüften voor de gevangenen ca in Indiëwederinvoering van de rottingsLvgen, het zijn ongeveer uitvloeisels van cn begrip: nl. dat men op andere wijze geen tucht kun handhaven. De wederii:voering, zij 't ook partieel, van lijfstraffen is de eerste schrede op c'!en weg, die naar do hernieuwde toepassing van de doodstraf voert. En dat is de leer van een Minister die't nieuwe strafwetboek aal in-voeren! ONZE BLADEKV De natie is deze week weder een wijzigingsontwerp op de schoolwet i'jk'ji' geworden: llr. Heemskerk hetifc ayn plannen, ? waar van reeds hot een en ander was verluid zoodat de verrassing niet zeer groot mag genoemd worden, in den vorm van een wetsontwerp bij onze Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Tot dusver doen de meeste onzer bladen er het zwijgen toe. Alleen de Sla-iid. heeft er op gewezen dat Mr. Heemskerk iets minder wil geven dan de bh. Mackay c. s. vragen, maar het blad neemt daarom den raad, aan de laatstgenoemde heeren gegeven, om hun ontwerp in te trekken niet terug. Bij amendement kan men trachten ook dat meerdere en zoo mogelijk nog meer to verkrijgen, 't Hand. liet niet na hier te wijzen op de oude geschiedenis van den vinger dien men geeft en de geheele hand die genomen wordt. De Y/cZ bepaalt zich tot een vergelijking der beide ontwerpen met aanwijzing van 't geen het eene meer geeft dan het andere. Cnze pers is buitengewoon verrast door het kalme debat in de Eerste Kamer over het waarborgkapitaal Rotterdam-Munster of juister gezegd over de tegenstrijdige verklaringen van den minister v. d. Does en den Pre mier. Om fctrijd gaven N. E. CL, Vad., Uandelsbl.. N. v. d. D. hun verwondering over den loop der zaak te kennen. Het HaagscJte Barjbl, verbaasde zich minder daar het reeds vrij wel bevredigd was door de overgelegde stukken. Ook de Belgische pers is tot kalmte gekomen. Waardoor de storm eigenlijk bezworen is, weet men niet. Da benoeming van den heer Yan Rees tot gouv.-gen. van Ned.-Indiëwordt nog hier en daar besproken. De conservatieve Bolt. Ct. is door de ver klaringen van mr. Heemskerk in de Eerste Kamer wat bedaard.Zij Koemt deze minstens geruststellend" voor haar beginselen. Het Venl. WeeJcbl. is zeer ontstemd over hetgeen Mephisto Heemskerk's booze geest hera thans weder in het oor heeft geblazen. Daarentegen beoordeelt heft Wag. WeelM. de benoeming vrij gunstig. Een man van kracht en gezag is voor Indiënoodig. tle3inskerk heeft hier, naar het blad doet opmerken, ge toond volbloed opportunist te zijn. Daarentegen oordeelt de Maasbode na de/.e benoeming vooral niet gunstiger over het 3e mini fterie Heemskerk Met het oog op de aanvallen die de Premier van de zijde der conserva tieven moet ondervinden brengt de Arnh. Ct. in herinnering dat de verkie zing van Heemskerk ook reeds in 1859 als noodlottig van de behoudende partij werd bestreden. De benoeming van een president der Tweede Kamer wordt mede reeds met een enkel woerd besproken. Stand, en Tijd hopen dat partij ge trokken zal worden van deze gelegenheid, ook in verband met de scheuring in de gelederen der liberalen; 't Vad. en andere bladen sporen de libe ralen tot eenheid aau. Het financieel vraagstuk blijft nog steeds de meeste belangstelling wekken. Het Vad, heeft Let ontwerp v. IMden.d g. uoguiaahj besproken ea h,e.{;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl