Historisch Archief 1877-1940
DS AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 345
nemen wat op feiten en cijfers berustte en daaruit practische
maatregelen trachten af te leiden; men beeft den anderen weg
gekozen en van al de phrasen en declomatiën der meetings de
echo in het Palais-Bowbon doen hoorcn.
Een ware staalkaart van sociale stelsels is voor den belangstel
lenden buk ontrold geworden. Eerst trad de houder der interpel
latie, de heer Langlois op. Hij prees de mutualitéaan, gemeen
schap van belangen tusschcn voortbrenger en verbruiker, zoodat
de tusschenpersonen vermeden, de prijs der waren verminderd en
het loon van den werkman geringer kan worden.
De volgende spreker was de Vcndeesche edelman Baudry d'Asson,
die slechts n middel kent, dat zoowel voor de sociale quaeslio
als voor iedere andere onfeilbaar is, het herstel der wettige monarchie.
De heer Lechevallier sprak over de douane, de graaf de Roys
over de belastingen op het land, zonder zelf uit hetgeen zij aan
haalden eene gevolgtrekking voor de te behandelen vraagpunten
te maken.
De heer Martin Nadaud verlangde, dat men zou voortmaken
met de wet op de pensioen-en ondersleuningslondsen voor
gebrekfeige werklieden, aldus erkennend dat de regcering op den goeden
weg was, en niets nieuws aanbrengend. Graaf de Mun zag in de
gezellenvereenigingen, de vereeniging van patroons en werklieden
in den schoot der kerk, eenigzins in aansluiting met de oude gilden,
de oplossing.
Frédéric Passy zag een panacee in het stelsel van deri vrijen
handel; Rivet wenschte eene inkomstenbelasting; Laroche-Joubsrt
verdedigde de coöperatie.
De cxtrimc gauche trad niet vijf sprekers op. Brousse verklaarde
zich tegen staatssocialisme en vroeg spoedige verhandeling van de
aanhangige wetsonlwerpen, Brialou vroeg de 40 millioen van de
familie Orleans terug om ze ouder de arbeiders te verdeden,
ITenry Ma rel wcnscht een nieuw reglement voor de werkzaamheden
von het Parlement en Tony Révillon bouwondernemingen van wege
de slocl Parys.
Pc kracht der linkerzijde kwam ann op Clémsnceau, die zijn
{momenten tot na de rede van Ferry bewaard bad.
!'?:- huik van de regoeriiig was na de vele half afdoende
geneesniiihle'o'i niot moeielijk. De minister Ferry stelde niet de kracht
vis u hel kabinet in de waagschaal door ook een economisch
pro; r.'unu'r» te «oven; hij verklaarde dat de taak der regeeriiig ij',
hel parti-'ulier initiatief te beschermen, maar er in geeii opzicht
vüor in de plaats te treden. Vrije ontwikkeling der beschikbare
krachten, aanmoediging tol het stichten van crediet- en hulpfond
sen, inaar bovenal vrijheid, moest de leus van den Slaat zijn.
Waar dezo van zijne bescherming eene belasting wilde maken, de
uMveldadi^fien wilde dwingen om in te gaan, al ware het lot
hun bestwil, hun coöperatie, verzekering, associatie wilde
opdiiui>.eri, verloor hij de vrijheid uit het oog, zijn eerste verplichting.
liet eenige groote goed, dat de Staat aan allen verplicht was, was
de kracht die alle anderen tot ontwikkeling brengt, het onderwijs.
Men kent Ferry's buitengewone zorg er voor; zonder het te doen
opmerken ried ook hij zijn panacee aan.
Clémenceau, van wien men het programma der uiterste linker
zijde verwachtte, stelde een weinig te leur, door het niet zoo
uitgewerkt ca volledig te geven als men verwacht had. Hij ver
weet de regeering, dat zij de zaak te licht opnam, dat het onder
wijs niet zoo voor ieder toegankelijk was als zij deed voorkomen,
dat de monopoliën van mijnen, sporen en banken den werkman
schade deden, en stelde ten slolte een progressieve inkomsten
belasting en een enquête naar den toestand der crisis voor.
Tot een enquête door eene commissie heeft alzoo dit langdurif
debat geleid. Inderdaad had de Franschman, die een paar uur
tijd aan eenige der goede werken over het onderwerp wilde be
steden, er allicht zoovee! wijsheid uit getrokken, als de 600 afge
vaardigden, in deze week van den nationalen tijd, erover ten beste
gegeven hebben.
BINNENLAND.
De beste hulde aan den Minister van Marine voor de beginselvastbeid,
waarvan hij bij de behandeling zijner begrooting in de Eerste Kamer
blijk gaf, is de herinnering aan de volgende regelen in het Bijblad uit do
discussiën over de voorgenomen buiten-dienststelling vau liet
opleidingsschip de Wassenaer en de verplaatsing van de Anna Paulownn van i
otterdam naar Vlissingen.
De heer van Tienhoven wenschte dat de Minister zijne denkbeelden in
nadere overweging nam en terug kwam op den maatregel, dia nog niefc
in uitvoering gebracht is". (Zie pag. 197.)
De Minister van Marine: Ik moet daarom den geachten afgevaardigde
uit Noord-Hoüand tot mijn leedwezen mededeelen, dat ik in die plannen
geen verandering kan brengen." (Zie pag. 199.) Het doet mij leed, dat
ik don geachten afgevaardigde uit Noord-Holland moet te kennen geven,
dat ik "onwankelbaar bij dezen maatregel moet blijvea volharden." (Zie
pag. 200.)
De heer Fransen van de Putte: Ik doe een beroep op de welwillend
heid van don Mini-ster van Marine om het mij althans door deze conces
sie mogelijk te maken mijne stem aan zijne begrooting te geven." (Zie
pag. 206.)
Do Minister van Marine: Intusschen zal ik alles nog eens goed over
wegen. Aan het Koninklijk besluit moet uitvoerig gegeven worden:
mocht echter blijken dat de maatregel niet goed is, dan kan men es
altijd nog op terugkomen. (Zie pag. 208).
De heer van Naamen van Eemnes: Ik zou daarom den Minister uit
drukkelijk willen verzoeken om deze geheele kwestie voorloopig te laten
rusten. (Zie pag. 2ÜS.)
De Minister van Marine: Het Koninklijk [besluit is door mij uit volle
overtuiging geprovoceerd; ik maak echter geen bezwaar het voorloopig
aan te houden, terwijl ik in overweging zal nemen of ik zoolang de
zaak zal kunnen uitstellen tot de andere tak der Vertegenwoordiging er
over geraadpleegd kan worden. (Zie pag. 208.)
De heer Fransen van de Putte verklaarde daarop, dat hij die woorden
aldus opvatte; dat niet het besluit om met l April de Wassenaar bui
ten dienst te stellen, buiten werking wordt gehouden, maar dat het inge
trokken wordt." (Zie pag. 208.)
De Minister vau Marine: Ik antwoord toestemmend op de vraag van
den geachten afgevaardigde."
Alle commentaar is hier overbodig,
De onwankelbare volharding" van pag. 200 dwingt eerbied a$>
De heer du Tour van Bellinchave wil de lijfstraffen weder invoeren.
Aüeen voor de zwaarst veroordeelden, in de gevangenissen, ala
disciplinaire straf.
We meenen daartegen te moeten protesteereu.
Da lijfstraffen zijn in Nederland afgeschaft als in strijd met de beginselen
ven onzen tijd, als een schande voor ons land.
Ook gevangenen zijn mensdien.
Daarenboven: cc n'e:t que Ie premier pas qv.1 coüte; hier herstel van de
lii's'rüften voor de gevangenen ca in Indiëwederinvoering van de
rottingsLvgen, het zijn ongeveer uitvloeisels van cn begrip: nl. dat men op andere
wijze geen tucht kun handhaven.
De wederii:voering, zij 't ook partieel, van lijfstraffen is de eerste schrede
op c'!en weg, die naar do hernieuwde toepassing van de doodstraf voert.
En dat is de leer van een Minister die't nieuwe strafwetboek aal in-voeren!
ONZE BLADEKV
De natie is deze week weder een wijzigingsontwerp op de schoolwet
i'jk'ji' geworden: llr. Heemskerk hetifc ayn plannen, ? waar van reeds
hot een en ander was verluid zoodat de verrassing niet zeer groot mag
genoemd worden, in den vorm van een wetsontwerp bij onze Tweede
Kamer aanhangig gemaakt.
Tot dusver doen de meeste onzer bladen er het zwijgen toe. Alleen de
Sla-iid. heeft er op gewezen dat Mr. Heemskerk iets minder wil geven
dan de bh. Mackay c. s. vragen, maar het blad neemt daarom den raad,
aan de laatstgenoemde heeren gegeven, om hun ontwerp in te trekken
niet terug. Bij amendement kan men trachten ook dat meerdere en zoo
mogelijk nog meer to verkrijgen, 't Hand. liet niet na hier te wijzen op
de oude geschiedenis van den vinger dien men geeft en de geheele hand die
genomen wordt. De Y/cZ bepaalt zich tot een vergelijking der beide ontwerpen
met aanwijzing van 't geen het eene meer geeft dan het andere.
Cnze pers is buitengewoon verrast door het kalme debat in de Eerste
Kamer over het waarborgkapitaal Rotterdam-Munster of juister gezegd
over de tegenstrijdige verklaringen van den minister v. d. Does en den Pre
mier. Om fctrijd gaven N. E. CL, Vad., Uandelsbl.. N. v. d. D. hun
verwondering over den loop der zaak te kennen. Het HaagscJte Barjbl,
verbaasde zich minder daar het reeds vrij wel bevredigd was door de
overgelegde stukken. Ook de Belgische pers is tot kalmte gekomen.
Waardoor de storm eigenlijk bezworen is, weet men niet.
Da benoeming van den heer Yan Rees tot gouv.-gen. van Ned.-Indiëwordt
nog hier en daar besproken. De conservatieve Bolt. Ct. is door de ver
klaringen van mr. Heemskerk in de Eerste Kamer wat bedaard.Zij Koemt
deze minstens geruststellend" voor haar beginselen. Het Venl. WeeJcbl.
is zeer ontstemd over hetgeen Mephisto Heemskerk's booze geest
hera thans weder in het oor heeft geblazen. Daarentegen beoordeelt heft
Wag. WeelM. de benoeming vrij gunstig. Een man van kracht en gezag
is voor Indiënoodig. tle3inskerk heeft hier, naar het blad doet opmerken, ge
toond volbloed opportunist te zijn. Daarentegen oordeelt de Maasbode
na de/.e benoeming vooral niet gunstiger over het 3e mini fterie Heemskerk
Met het oog op de aanvallen die de Premier van de zijde der conserva
tieven moet ondervinden brengt de Arnh. Ct. in herinnering dat de verkie
zing van Heemskerk ook reeds in 1859 als noodlottig van de behoudende
partij werd bestreden.
De benoeming van een president der Tweede Kamer wordt mede reeds
met een enkel woerd besproken. Stand, en Tijd hopen dat partij ge
trokken zal worden van deze gelegenheid, ook in verband met de scheuring
in de gelederen der liberalen; 't Vad. en andere bladen sporen de libe
ralen tot eenheid aau.
Het financieel vraagstuk blijft nog steeds de meeste belangstelling wekken.
Het Vad, heeft Let ontwerp v. IMden.d g. uoguiaahj besproken ea h,e.{;